Minutenlang lag hij met zijn rug op het gras terwijl de regen op hem neer druppelde en de PSV-fans hun handpalmen vuurrood klapten. Hun club had twee geweldige wedstrijden gespeeld tegen het favoriete AC Milan, met als inzet de Champions League-finale. De buit had die avond van 4 mei 2005 binnengesleept moeten worden. Maar in blessuretijd liep PSV de gedroomde eindstrijd toch nog mis. Vijftien jaar later is de pijn bij Theo Lucius nog altijd aanwezig.
“In de kwartfinale hadden we Olympique Lyon uitgeschakeld; met het geluk dat in de halve finale zou ontbreken. Na verlenging en penalty’s hebben we het in Eindhoven gered. Daarna mochten we tegen AC Milan; met Pirlo, Kaká, Shevchenko, Maldini, Seedorf, Cafú en Stam. Móchten, want het was mooi en een eer om tegen zo’n wereldtegenstander te spelen. We voelden ons zeker niet kansloos, hadden een ijzersterk geheel en een prima technische staf, werden dat seizoen met tien punten voorsprong kampioen, wonnen de beker en haalden dus de halve finale van de Champions League.
In Milaan begon ik op de bank; zoals wel vaker, want we hadden achttien vrijwel gelijkwaardige spelers. In de eerste helft hadden we weinig grip op het middenveld en op slag van rust scoorde Shevchenko; vanuit het niets, zijn specialiteit. Na rust mocht ik invallen. Zonder te willen zeggen dat het daardoor kwam, kregen we in de tweede helft die grip wel en legden we Milan onze wil op. We drukten ze helemaal terug, waren oppermachtig en hadden de beste kansen.”
Het volledige verhaal lezen? Dat kan via Blendle. Je kunt het magazine ook in de winkel halen óf online bestellen!