Word abonnee
Meer

BMX

Niek Kimmann: ‘Ik ben bezig met een grote ontdekkingsreis’

Niek Kimmann Olympisch goud, wereldtitels; Niek Kimmann won alles wat er te winnen valt als BMX’er. Na de Spelen in Tokio had hij het moeilijk en kreeg hij te maken met een postolympische dip. Maar in aanloop naar Parijs staat hij er weer. Een monoloog in Helden Magazine nummer 72 over goud, vallen en weer opstaan met de aanstaande vader. “Ik ben na de Spelen in Tokio zoekende geweest. Ik begon op mijn zevende met fietsen, was twaalf toen BMX’en een olympische sport werd. Van jongs af aan waren de Spelen mijn grote doel, daar wilde ik op een dag heen. Ik werd op mijn achttiende wereldkampioen bij de junioren en een jaar later, in 2015, ook meteen bij de senioren. Het bleef maar goed gaan. Als ik het ene doel had bereikt, ging ik door naar het volgende. Ik was ook nooit tevreden. Als ik een nationale wedstrijd won, dacht ik: leuk, maar dit is geen Europese wedstrijd. Als ik een Europese wedstrijd won, zei ik tegen mezelf: dit is geen WK. En toen ik wereldkampioen werd, redeneerde ik: mooi, maar dit zijn niet de Spelen. In mijn hoofd zat ook steeds: als ik op de Spelen geen medaille pak, dan voelt dat als falen. Ik was daar al die jaren heel extreem in. Voortdurend waren de Spelen die heel heldere stip op de horizon. Als je ergens al meer dan de helft van je leven naartoe hebt geleefd en je bereikt meteen het allerhoogste, dan is dat heel erg mooi. Olympisch kampioen, beter wordt het niet als sportman. Meteen daarna werd ik ook nog eens wereldkampioen in eigen land. Zo bizar. En toen had ik dus alles bereikt waarvan ik had gedroomd. Voor het eerst was ik tevreden. Heel comfortabel als je dat kunt zijn over jezelf, maar al snel was het heel oncomfortabel om me zo comfortabel te voelen. Omdat ik nooit dat gevoel had gehad. Al snel kwam die ene vraag omhoog: welke kant wil ik nu op, wat ga ik doen? Tot en met de Spelen was het pad dat ik moest bewandelen heel duidelijk en ineens was er geen pad meer. Ik kreeg te maken met een postolympische dip. Maar doordat er door het uitstellen van de Spelen in Tokio slechts drie jaar zat tot Parijs besloot ik maar gewoon door te gaan. Ik kon erop wachten dat het misging, dat gebeurde in 2022. Ik ben in het jaar na de Spelen naar Amerika gegaan om de USABMX Nationals, een serie wedstrijden daar, te rijden. In Europa kende ik alle banen op mijn duimpje en daar was bijna alles nieuw voor me. Op die manier probeerde ik nieuwe prikkels te krijgen. Ik had in 2021 alles gewonnen wat er te winnen viel, dan sluipt in je hoofd: elk doel wat ik stel, haal ik. Ik had de standaard voor mezelf in 2021 zo hoog gelegd en ergens bekroop me toen de angst dat er een moment zou komen dat ik mijn doelen niet zou halen en dat mijn illusie naar de klote zou gaan. Achteraf was ik in 2022 bang om een hard doel te stellen, ik deed eigenlijk van alles wat. Want dan had ik voor mezelf ook een excuus als ik mijn doelen niet haalde. Dat kon ik tegen mezelf zeggen: ja, maar ik ging er ook niet vol voor. Ik was mezelf aan het saboteren. Op een gegeven moment dacht ik: wie probeer je nou eigenlijk voor de gek te houden? Topsport is: geen excuses. En ik was juist op zoek naar excuses. Dat had ik nooit gehad. Maar het ontstond doordat ik tot en met de Spelen de lat zo vreselijk hoog voor mezelf had gelegd. Ik zei op een gegeven moment tegen mezelf: je moet een doel stellen, daar vol voor gaan en als je het dan niet haalt, is het ook goed. Dat is makkelijker gezegd dan gedaan. 'Ik was mezelf aan het saboteren. Op een gegeven moment dacht ik: wie probeer je nou eigenlijk voor de gek te houden?' Ik was in 2022 ineens helemaal klaar met BMX’en, heb drie maanden lang mijn fiets niet aangeraakt. In die periode ben ik heel veel boeken gaan lezen, autobiografieën van sporters om erachter te komen hoe zij met zulke situaties zijn omgegaan. Ik vond het ook interessant om Tom Dumoulin in die periode te volgen. Hij had de Giro gewonnen, was wereldkampioen tijdrijden geworden, werd tweede in de Tour en op de Spelen en was op het moment dat ik zoekende was ook zoekende. Ik merkte ook dat de meeste sporters die zoekende waren drie jaar later gestopt waren met topsport. Dat gaf me niet veel vertrouwen. Ik realiseerde me dat het vooral belangrijk was dat ik mijn eigen weg zou zoeken. Ik heb in die periode ook met een sportpsycholoog gesproken en veel met mijn ouders gekletst.” Helden Magazine nummer 72 Het eerste gedeelte van het interview met Niek Kimmann komt voort uit Helden Magazine nummer 72. Het extra dikke zomernummer van Helden staat volledig in het teken van drie grote sportevenementen: het EK voetbal in Duitsland, de Tour de France en de Olympische Spelen in Parijs. Op de cover van de 204 pagina's tellende editie schitteren drie rolmodellen van wereldklasse uit de Nederlandse atletiek: Femke Bol, Sifan Hassan en Lieke Klaver. Wat is het geheim van hun succes? Experts zoals Ellen van Langen, Caroline Feith, Bart Bennema en Gregory Sedoc delen hun inzichten. EK voetbal De sportzomer van 2024 wordt afgetrapt met het EK voetbal, dat op 14 juni begint. In deze Helden een verhaal over Ronald Koeman. Onder andere Frank Rijkaard, Ruud Gullit, broer Erwin Koeman, Guus Hiddink, Jordi Cruijff en Rafael van der Vaart delen hun mening over de bondscoach van het Nederlands elftal. Verder ging Helden naar Milaan voor een interview met revelatie Tijjani Reijnders en zijn vrouw. Daley Blind 106-voudig international - bespreekt zijn indrukwekkende carrière aan de hand van foto’s. Brian Brobbey over de bondscoach, Marco van Basten, zijn toekomst, zijn roots en racisme. Arie Haan gaat vijftig jaar terug in de tijd, naar het WK voetbal in West-Duitsland dat eindigde met een nationaal trauma. Jan Wouters blikt terug op het gewonnen EK van 1988, ook in Duitsland. Het is nog altijd de enige hoofdprijs van Oranje. Tour de France  Na het EK volgt de Tour de France, van 29 juni tot en met 21 juli. In deze Helden lees je een interview met sprinter Fabio Jakobsen en een portret van Mathieu van der Poel, die ook de olympische wegwedstrijd in Parijs rijdt. Jeroen Blijlevens en Steven de Jongh, ploegleiders bij Lidl-Trek, vertellen hun verhaal, en we vragen ons af: kan Sepp Kuss na de Vuelta ook de Tour winnen? Olympische Spelen De Olympische Spelen vinden plaats van 26 juli tot en met 11 augustus. Chef de mission Pieter van den Hoogenband kijkt terug op zijn gouden race twintig jaar geleden. Turnster Sanne Wevers bereidt zich voor op haar laatste kunstje, en baanwielrenner Harrie Lavreysen spreekt over hoge verwachtingen. Sharon van Rouwendaal gaat voor goud in het openwater, roeizussen Bente en Ilse Paulis geven een dubbelinterview, en Simone van de Kraats hoopt op goud in het waterpolo. Bovendien gingen we op bezoek bij Tes Schouten, Caspar Corbeau en Arno Kamminga, de drie schoolslagmusketiers. Alle drie zijn ze een medaillekandidaat in Parijs. Voor het eerst sinds 1992 plaatse een Nederlands duo zich op de 500 meter kanosprint voor de Spelen. Hoog tijd om kennis te maken met Selma Konijn en Ruth Vorsselman. Triatlontopper Maya Kingma stelde ernstige misstanden aan de kaak binnen het topsportprogramma van de triatlonbond. Dat werd de triatleet niet door iedereen in dank afgenomen. Joost Luiten is sinds kort vader en worstelde met golfyips. In aanloop naar de KLM Open, die hij twee keer won, doet hij zijn verhaal.
Niek Kimmann Olympisch goud, wereldtitels; Niek Kimmann won alles wat er te winnen valt als BMX’er. Na de Spelen in Tokio had hij het moeilijk en kreeg hij te maken met een postolympische dip. Maar in aanloop naar Parijs staat hij er weer. Een monoloog in Helden Magazine nummer 72 over goud, vallen en weer opstaan met de aanstaande vader. “Ik ben na de Spelen in Tokio zoekende geweest. Ik begon op mijn zevende met fietsen, was twaalf toen BMX’en een olympische sport werd. Van jongs af aan waren de Spelen mijn grote doel, daar wilde ik op een dag heen. Ik werd op mijn achttiende wereldkampioen bij de junioren en een jaar later, in 2015, ook meteen bij de senioren. Het bleef maar goed gaan. Als ik het ene doel had bereikt, ging ik door naar het volgende. Ik was ook nooit tevreden. Als ik een nationale wedstrijd won, dacht ik: leuk, maar dit is geen Europese wedstrijd. Als ik een Europese wedstrijd won, zei ik tegen mezelf: dit is geen WK. En toen ik wereldkampioen werd, redeneerde ik: mooi, maar dit zijn niet de Spelen. In mijn hoofd zat ook steeds: als ik op de Spelen geen medaille pak, dan voelt dat als falen. Ik was daar al die jaren heel extreem in. Voortdurend waren de Spelen die heel heldere stip op de horizon. Als je ergens al meer dan de helft van je leven naartoe hebt geleefd en je bereikt meteen het allerhoogste, dan is dat heel erg mooi. Olympisch kampioen, beter wordt het niet als sportman. Meteen daarna werd ik ook nog eens wereldkampioen in eigen land. Zo bizar. En toen had ik dus alles bereikt waarvan ik had gedroomd. Voor het eerst was ik tevreden. Heel comfortabel als je dat kunt zijn over jezelf, maar al snel was het heel oncomfortabel om me zo comfortabel te voelen. Omdat ik nooit dat gevoel had gehad. Al snel kwam die ene vraag omhoog: welke kant wil ik nu op, wat ga ik doen? Tot en met de Spelen was het pad dat ik moest bewandelen heel duidelijk en ineens was er geen pad meer. Ik kreeg te maken met een postolympische dip. Maar doordat er door het uitstellen van de Spelen in Tokio slechts drie jaar zat tot Parijs besloot ik maar gewoon door te gaan. Ik kon erop wachten dat het misging, dat gebeurde in 2022. Ik ben in het jaar na de Spelen naar Amerika gegaan om de USABMX Nationals, een serie wedstrijden daar, te rijden. In Europa kende ik alle banen op mijn duimpje en daar was bijna alles nieuw voor me. Op die manier probeerde ik nieuwe prikkels te krijgen. Ik had in 2021 alles gewonnen wat er te winnen viel, dan sluipt in je hoofd: elk doel wat ik stel, haal ik. Ik had de standaard voor mezelf in 2021 zo hoog gelegd en ergens bekroop me toen de angst dat er een moment zou komen dat ik mijn doelen niet zou halen en dat mijn illusie naar de klote zou gaan. Achteraf was ik in 2022 bang om een hard doel te stellen, ik deed eigenlijk van alles wat. Want dan had ik voor mezelf ook een excuus als ik mijn doelen niet haalde. Dat kon ik tegen mezelf zeggen: ja, maar ik ging er ook niet vol voor. Ik was mezelf aan het saboteren. Op een gegeven moment dacht ik: wie probeer je nou eigenlijk voor de gek te houden? Topsport is: geen excuses. En ik was juist op zoek naar excuses. Dat had ik nooit gehad. Maar het ontstond doordat ik tot en met de Spelen de lat zo vreselijk hoog voor mezelf had gelegd. Ik zei op een gegeven moment tegen mezelf: je moet een doel stellen, daar vol voor gaan en als je het dan niet haalt, is het ook goed. Dat is makkelijker gezegd dan gedaan. 'Ik was mezelf aan het saboteren. Op een gegeven moment dacht ik: wie probeer je nou eigenlijk voor de gek te houden?' Ik was in 2022 ineens helemaal klaar met BMX’en, heb drie maanden lang mijn fiets niet aangeraakt. In die periode ben ik heel veel boeken gaan lezen, autobiografieën van sporters om erachter te komen hoe zij met zulke situaties zijn omgegaan. Ik vond het ook interessant om Tom Dumoulin in die periode te volgen. Hij had de Giro gewonnen, was wereldkampioen tijdrijden geworden, werd tweede in de Tour en op de Spelen en was op het moment dat ik zoekende was ook zoekende. Ik merkte ook dat de meeste sporters die zoekende waren drie jaar later gestopt waren met topsport. Dat gaf me niet veel vertrouwen. Ik realiseerde me dat het vooral belangrijk was dat ik mijn eigen weg zou zoeken. Ik heb in die periode ook met een sportpsycholoog gesproken en veel met mijn ouders gekletst.” Helden Magazine nummer 72 Het eerste gedeelte van het interview met Niek Kimmann komt voort uit Helden Magazine nummer 72. Het extra dikke zomernummer van Helden staat volledig in het teken van drie grote sportevenementen: het EK voetbal in Duitsland, de Tour de France en de Olympische Spelen in Parijs. Op de cover van de 204 pagina's tellende editie schitteren drie rolmodellen van wereldklasse uit de Nederlandse atletiek: Femke Bol, Sifan Hassan en Lieke Klaver. Wat is het geheim van hun succes? Experts zoals Ellen van Langen, Caroline Feith, Bart Bennema en Gregory Sedoc delen hun inzichten. EK voetbal De sportzomer van 2024 wordt afgetrapt met het EK voetbal, dat op 14 juni begint. In deze Helden een verhaal over Ronald Koeman. Onder andere Frank Rijkaard, Ruud Gullit, broer Erwin Koeman, Guus Hiddink, Jordi Cruijff en Rafael van der Vaart delen hun mening over de bondscoach van het Nederlands elftal. Verder ging Helden naar Milaan voor een interview met revelatie Tijjani Reijnders en zijn vrouw. Daley Blind 106-voudig international - bespreekt zijn indrukwekkende carrière aan de hand van foto’s. Brian Brobbey over de bondscoach, Marco van Basten, zijn toekomst, zijn roots en racisme. Arie Haan gaat vijftig jaar terug in de tijd, naar het WK voetbal in West-Duitsland dat eindigde met een nationaal trauma. Jan Wouters blikt terug op het gewonnen EK van 1988, ook in Duitsland. Het is nog altijd de enige hoofdprijs van Oranje. Tour de France  Na het EK volgt de Tour de France, van 29 juni tot en met 21 juli. In deze Helden lees je een interview met sprinter Fabio Jakobsen en een portret van Mathieu van der Poel, die ook de olympische wegwedstrijd in Parijs rijdt. Jeroen Blijlevens en Steven de Jongh, ploegleiders bij Lidl-Trek, vertellen hun verhaal, en we vragen ons af: kan Sepp Kuss na de Vuelta ook de Tour winnen? Olympische Spelen De Olympische Spelen vinden plaats van 26 juli tot en met 11 augustus. Chef de mission Pieter van den Hoogenband kijkt terug op zijn gouden race twintig jaar geleden. Turnster Sanne Wevers bereidt zich voor op haar laatste kunstje, en baanwielrenner Harrie Lavreysen spreekt over hoge verwachtingen. Sharon van Rouwendaal gaat voor goud in het openwater, roeizussen Bente en Ilse Paulis geven een dubbelinterview, en Simone van de Kraats hoopt op goud in het waterpolo. Bovendien gingen we op bezoek bij Tes Schouten, Caspar Corbeau en Arno Kamminga, de drie schoolslagmusketiers. Alle drie zijn ze een medaillekandidaat in Parijs. Voor het eerst sinds 1992 plaatse een Nederlands duo zich op de 500 meter kanosprint voor de Spelen. Hoog tijd om kennis te maken met Selma Konijn en Ruth Vorsselman. Triatlontopper Maya Kingma stelde ernstige misstanden aan de kaak binnen het topsportprogramma van de triatlonbond. Dat werd de triatleet niet door iedereen in dank afgenomen. Joost Luiten is sinds kort vader en worstelde met golfyips. In aanloop naar de KLM Open, die hij twee keer won, doet hij zijn verhaal.

BMX

Heldenpraat: Merel Smulders

BMX’en zit bij de familie Smulders in het bloed. In de schaduw van haar drie jaar oudere zus Laura ontwikkelde ook Merel zich tot een van de beste BMX’ers ter wereld. In 2018 was het helemaal feest in huize Smulders: Laura won goud en Merel zilver bij de WK. Bij de Spelen in Tokio hield Merel de familie-eer hoog door olympisch brons te pakken. Wat gaat ze doen op de Spelen in Parijs? Mijn favoriete tv-programma is... “Ik kijk geen live televisie. Series kijk ik wel. Mijn favoriete serie is The Empress, die gaat over de Hongaarse koningin Sisi. Vroeger had mijn oma de Sisi-films op dvd, daardoor ben ik het gaan kijken.” Dit staat er bovenaan mijn bucketlist... “Naar Lapland gaan. Ik vind het Noorderlicht en de sneeuw echt prachtig.” Ik zou graag een dagje ruilen met... “Ruth Bader Ginsburg. Zij was een vrouwelijke rechter bij het hooggerechtshof van Amerika. Zij is mijn voorbeeld op het gebied van rechten. Onlangs is haar levensverhaal verfilmd, die film heet On the Basis of Sex. Nadat ik de opleiding marketing en communicatie had afgerond, twijfelde ik of ik ook nog een studie rechten wilde gaan volgen. Toen ik die film had gezien, wist ik zeker dat ik het moest gaan doen.” Mijn boekentip voor deze zomer... “Voor boekentips kun je mij bellen. Als je voor een roman wil gaan, dan raad ik Colleen Hoover aan. Verder vind ik dat iedereen een keer Het boek van vreugde van Desmond Tutu en de Dalai Lama moet lezen. En voor een boek ter motivatie raad ik het tweede boek van David Goggins aan: Never Finished: Unshackle your mind and win the war within.” Mijn favoriete vakantiebestemming is... “De mooiste landen waar ik ben geweest zijn Nieuw-Zeeland en Australië. De sfeer, de mensen, het weer; het is daar zo fijn en relaxed.” Mijn favoriete zomergerecht is... “Couscoussalade. Je kunt daar van alles doorheen doen. In de zomer vind ik dat heerlijk. Het is ook nog eens eenvoudig te maken en ideaal als mealprep.” Mijn celebrity-crush is... “Vroeger was dat altijd acteur Ryan Reynolds. Ik vond hem zo grappig. Nu is het Felix Mallard, die jongen uit de serie Ginny en Georgia.” Mijn grootste blunder is... “We waren een keer dat spelletje aan het doen waar je een kaartje met een naam op je voor- hoofd krijgt. Je moet dan door het stellen van vragen erachter komen wie er op dat kaartje staat. Laat ik nou net erg slecht zijn in namen. Ik dacht op een gegeven moment dat ik wist wie ik was en riep heel overtuigd: o, ik ben die zwemmer, Sven Kramer! Dat krijg ik tot op de dag van vandaag te horen.” Mijn duurste aankoop is... “Mijn camera. Het lijkt me leuk om ooit shots te maken op de bruiloft van een vriendin.” Het moment dat ik graag zou herbeleven, is... “De Spelen in Tokio. Ik denk dat ik er nu iets anders mee om zou gaan. Laura crashte in de halve finale, dat overschaduwde na afloop mijn finale en daardoor was ik wat ingetogener nadat ik brons won. Nu zou ik er meer van kunnen genieten, in plaats van mezelf slecht te voelen voor Laura.” Hoe ik graag herinnerd wil worden, is... “Als mens wil ik herinnerd worden als optimistisch en behulpzaam. Als sporter wil ik herinnerd worden als iemand die altijd opstond wanneer ze viel, die er altijd voor bleef vechten, ook al zat het niet altijd mee.” Helden Wil je geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Abonneer je nu snel en ontvang de Helden Magazine op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Blijf daarnaast op de hoogte van het recentste sportnieuws en leuke winacties door je aan te melden op onze nieuwsbrief en volg ons op onze social mediakanalen.
BMX’en zit bij de familie Smulders in het bloed. In de schaduw van haar drie jaar oudere zus Laura ontwikkelde ook Merel zich tot een van de beste BMX’ers ter wereld. In 2018 was het helemaal feest in huize Smulders: Laura won goud en Merel zilver bij de WK. Bij de Spelen in Tokio hield Merel de familie-eer hoog door olympisch brons te pakken. Wat gaat ze doen op de Spelen in Parijs? Mijn favoriete tv-programma is... “Ik kijk geen live televisie. Series kijk ik wel. Mijn favoriete serie is The Empress, die gaat over de Hongaarse koningin Sisi. Vroeger had mijn oma de Sisi-films op dvd, daardoor ben ik het gaan kijken.” Dit staat er bovenaan mijn bucketlist... “Naar Lapland gaan. Ik vind het Noorderlicht en de sneeuw echt prachtig.” Ik zou graag een dagje ruilen met... “Ruth Bader Ginsburg. Zij was een vrouwelijke rechter bij het hooggerechtshof van Amerika. Zij is mijn voorbeeld op het gebied van rechten. Onlangs is haar levensverhaal verfilmd, die film heet On the Basis of Sex. Nadat ik de opleiding marketing en communicatie had afgerond, twijfelde ik of ik ook nog een studie rechten wilde gaan volgen. Toen ik die film had gezien, wist ik zeker dat ik het moest gaan doen.” Mijn boekentip voor deze zomer... “Voor boekentips kun je mij bellen. Als je voor een roman wil gaan, dan raad ik Colleen Hoover aan. Verder vind ik dat iedereen een keer Het boek van vreugde van Desmond Tutu en de Dalai Lama moet lezen. En voor een boek ter motivatie raad ik het tweede boek van David Goggins aan: Never Finished: Unshackle your mind and win the war within.” Mijn favoriete vakantiebestemming is... “De mooiste landen waar ik ben geweest zijn Nieuw-Zeeland en Australië. De sfeer, de mensen, het weer; het is daar zo fijn en relaxed.” Mijn favoriete zomergerecht is... “Couscoussalade. Je kunt daar van alles doorheen doen. In de zomer vind ik dat heerlijk. Het is ook nog eens eenvoudig te maken en ideaal als mealprep.” Mijn celebrity-crush is... “Vroeger was dat altijd acteur Ryan Reynolds. Ik vond hem zo grappig. Nu is het Felix Mallard, die jongen uit de serie Ginny en Georgia.” Mijn grootste blunder is... “We waren een keer dat spelletje aan het doen waar je een kaartje met een naam op je voor- hoofd krijgt. Je moet dan door het stellen van vragen erachter komen wie er op dat kaartje staat. Laat ik nou net erg slecht zijn in namen. Ik dacht op een gegeven moment dat ik wist wie ik was en riep heel overtuigd: o, ik ben die zwemmer, Sven Kramer! Dat krijg ik tot op de dag van vandaag te horen.” Mijn duurste aankoop is... “Mijn camera. Het lijkt me leuk om ooit shots te maken op de bruiloft van een vriendin.” Het moment dat ik graag zou herbeleven, is... “De Spelen in Tokio. Ik denk dat ik er nu iets anders mee om zou gaan. Laura crashte in de halve finale, dat overschaduwde na afloop mijn finale en daardoor was ik wat ingetogener nadat ik brons won. Nu zou ik er meer van kunnen genieten, in plaats van mezelf slecht te voelen voor Laura.” Hoe ik graag herinnerd wil worden, is... “Als mens wil ik herinnerd worden als optimistisch en behulpzaam. Als sporter wil ik herinnerd worden als iemand die altijd opstond wanneer ze viel, die er altijd voor bleef vechten, ook al zat het niet altijd mee.” Helden Wil je geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Abonneer je nu snel en ontvang de Helden Magazine op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Blijf daarnaast op de hoogte van het recentste sportnieuws en leuke winacties door je aan te melden op onze nieuwsbrief en volg ons op onze social mediakanalen.

Johan Cruyff Foundation

Soufiane Touzani: ‘Frenkie de Jong is gewoon untouchable’

Soufiane Touzani is pionier van het freestyle voetballen. De balkunstenaar werd ook bekend als vlogger en tv-maker. Voor zijn tv-programma Tiki Taka Touzani en zijn YouTube-kanaal ontmoet hij de grootste voetballers van de wereld. Daarnaast probeert hij de jeugd in beweging te krijgen met initiatieven als FC Straat en is hij ambassadeur van de Johan Cruyff Foundation. We leggen hem in aanloop naar het WK een elftal sterren voor. Johan Cruijff “Ik kwam Johan voor het eerst tegen toen ik begin twintig was, was gevraagd om een optreden te verzorgen tijdens de kampioenschappen van Cruyff Courts 6 vs 6, een toernooi van Cruyff Foundation. Ik was heel zenuwachtig toen ik hem voor het eerst ontmoette. Maar toen ik hem eenmaal sprak, was ik helemaal op mijn gemak. Na die dag had Johan er een fan bij. Naderhand werd ik een van de gezichten van zijn sportmerk. Ik was gevraagd om in Engeland een lancering te doen, liet mijn trucjes zien en Johan keek vol bewondering toe. Een paar dagen later hoorde ik dat Johan me had genoemd in zijn  column in De Telegraaf. Dat was in de tijd dat Geert Wilders zich uitspraak over Marokkanen in Nederland. Johan zei dat hij juist heel fijn had samengewerkt met een jongen met Marokkaanse achtergrond: Soufiane Touzani. Ik hield van hem. Johan gaf liefde aan mij en liet mij welkom voelen. Als we op een gala waren waar ik niemand kende, ging hij bij me zitten om mij het gevoel te geven dat ik niet alleen was. Toen ik met hem op het jeugdcomplex van FC Barcelona was, liep hij iedereen langs om te vertellen wie ik wel niet was. Hij was zo ongeveer mijn pr-man. Ik had een keer een interview met Xavi, hij sprak alleen Spaans. Ik vroeg aan Johan of hij tolk wilde zijn. Hij heeft dat vol passie gedaan, schitterend. Het mooiste aan Johan vind ik de verantwoordelijkheid die hij heeft genomen. Wat Johan heeft gedaan met zijn merk en de Cruyff Foundation is geweldig. Zijn filosofie wordt over de hele wereld nog altijd geprezen. Johan heeft mij geleerd na te denken over mijn nalatenschap. Hij is mijn grote inspiratiebron. We hebben nu het grootste YouTube-kanaal van de Benelux als het gaat om voetbalcontent. Alle techbedrijven en platformen vechten om het meest kostbare bezit van de jeugd: watch time,kijktijd. Wij hebben dat op voetbalgebied. Ik werk goed met de Cruyff Foundation samen en heb nagedacht wat ik kan toevoegen. Het is de algemene trend dat jongeren minder sporten en bewegen, dit is niet alleen op Cruyff Courts het geval. Het buitenspelen is ingewisseld voor schermtijd. Daarom ben ik FC Straat begonnen. En nu twee jaar later is er ook een samen­werking met de Cruyff Foundation en de Krajicek Foundation. Zij hadden gezamelijk een toernooi genaamd Streetwise Cup en dat wordt nu de FC Straat Cup omdat we samen sneller impact kunnen maken. We proberen de jeugd te motiveren watch time om te zetten in play time. Alles wat wij maken, is met de gedachte: je kijkt ergens naar en vervolgens wil je gaan bewegen, het nadoen. En dat doen we niet alleen voor jongens, maar ook voor meisjes. Ik denk dat Johan dit een mooi initiatief had gevonden.” Cristiano Ronaldo “Ik ging en ga veel met Abdelhak Nouri om. Hij vond het leuk om me aan mensen voor te stellen. Voor zijn ongeluk zei hij geregeld tegen me: ‘Als ik ooit een grote voetballer word, dan ga ik Cristiano Ronaldo voor jou regelen.’ Een paar maanden later was het zover. Helaas was in die tussentijd het ongeluk met Abdelhak gebeurd. Ik heb toen ik bij Cristiano thuis was niet gezegd dat Abdelhak de ontmoeting ook graag had gewild. Dat voelde niet goed. Maar het bezoek kreeg wel een aparte lading voor me. 'Voor zijn ongeluk zei Nouri geregeld tegen me: 'Als ik ooit een grote voetballer word, dan ga ik Cristiano Ronaldo voor jou regelen.' Een paar maanden later was het zover' Het werd een bijzonder ontmoeting. Ik maakte op dat moment een serie voor Nike, met sterren als Kevin de Bruyne, Eden Hazard, Sergio Ramos, Christian Eriksen en Yannick Carrasco. Ronaldo stond niet in dat lijstje. Nike belde mij met een uitnodiging voor een bijzondere persconferentie met Cristiano voor YouTube'ers van over de hele wereld. Ik heb daarvoor bedankt. Niet uit arrogantie, maar omdat de content die ik maak een andere setting is: bij iemand thuis of op een veld, niet tijdens een persconferentie. Nike heeft dat verteld aan het team van Ronaldo, waarop hij me bij hem thuis uitnodigde. Toen de opnames klaar waren, moest hij meteen weg. Hij heeft dagelijks zo'n strak schema. Ik ben toen met zijn beste vriend naar de gym van Ronaldo gegaan, bij hem thuis. Die vriend zei tegen mij dat hij had gezien dat ik zenuwachtig was. 'Nergens voor nodig, Cristiano is altijd heel chill'. Hij vertelde me dat Ronaldo iedere dag in een ijsbad zit. Zijn vriend zei: 'Beeld je in dat je de Champions League-finale hebt gewonnen en de dag erna gewoon weer in je ijsbad stapt. Dan ben je eigenlijk gewoon gek' Grote voetballers uit het verleden aten vaak ongezond, dronken of rookten. Cristiano heeft de standaard van fitheid in de voetbalwereld veranderd. Sinds hij heeft laten zien hoe hij met zijn sport omgaat, hebben veel voetballers zijn voorbeeld gevolgd. Memphis Depay was zonder het voorbeeld van Ronaldo heus niet zo gespierd geweest als nu.'' Helden Magazine 64 Het eerste gedeelte van het verhaal van Soufiane Touzani komt voort uit Helden Magazine 64. In het dubbeldikke eindejaarsnummer blikken we terug op het sportjaar 2022 én is er volop aandacht voor het WK Voetbal in Qatar. Virgil van Dijk siert samen met Irene Schouten de cover. Voor Schouten kon het jaar 2022 niet op. Ze won drie olympische titels, de wereldtitel allround en trouwde. In de WK-special lees je interviews met Denzel Dumfries, Matthijs de Ligt en Cody Gakpo. Daarnaast vertellen vriendinnen Candy-Rae en Laura Benschop over hun leven met WK-gangers Daley Blind en Davy Klaassen én een reconstructie van het masterplan van Van Gaal. Verder in deze editie een uitgebreid interview met olympisch shorttrackkampioen Suzanne Schulting en coach Jeroen Otter. Een terugblik op een bewogen wielerjaar met Merijn Zeeman, Kjeld Nuis kende een jaar vol pieken en dalen én Annemiek van Vleuten presteerde het onmogelijke. Daarnaast liet Dylan van Baarle zien dat zijn tweede plek op het WK in 2021 geen toeval was en is Luc Steins de handballende Messi van Paris Saint-Germain. Thomas Krol won op zijn eerste Spelen meteen goud en zilver. Maar het ging niet vanzelf. Giovanni van Bronckhorst kende een geweldig eerste jaar bij Rangers FC. John van ’t Schip won in 1987 de Europa Cup II met Ajax en Hennie Stamsnijder won in 1981 als eerste Nederlander de wereldtitel veldrijden. Als laatste wil Susila Cruijff het gedachtegoed van haar vader voortzetten en blikt voetbalster Vanity Lewerissa terug op een moeilijke tijd. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 64 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van jouw Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.
Soufiane Touzani is pionier van het freestyle voetballen. De balkunstenaar werd ook bekend als vlogger en tv-maker. Voor zijn tv-programma Tiki Taka Touzani en zijn YouTube-kanaal ontmoet hij de grootste voetballers van de wereld. Daarnaast probeert hij de jeugd in beweging te krijgen met initiatieven als FC Straat en is hij ambassadeur van de Johan Cruyff Foundation. We leggen hem in aanloop naar het WK een elftal sterren voor. Johan Cruijff “Ik kwam Johan voor het eerst tegen toen ik begin twintig was, was gevraagd om een optreden te verzorgen tijdens de kampioenschappen van Cruyff Courts 6 vs 6, een toernooi van Cruyff Foundation. Ik was heel zenuwachtig toen ik hem voor het eerst ontmoette. Maar toen ik hem eenmaal sprak, was ik helemaal op mijn gemak. Na die dag had Johan er een fan bij. Naderhand werd ik een van de gezichten van zijn sportmerk. Ik was gevraagd om in Engeland een lancering te doen, liet mijn trucjes zien en Johan keek vol bewondering toe. Een paar dagen later hoorde ik dat Johan me had genoemd in zijn  column in De Telegraaf. Dat was in de tijd dat Geert Wilders zich uitspraak over Marokkanen in Nederland. Johan zei dat hij juist heel fijn had samengewerkt met een jongen met Marokkaanse achtergrond: Soufiane Touzani. Ik hield van hem. Johan gaf liefde aan mij en liet mij welkom voelen. Als we op een gala waren waar ik niemand kende, ging hij bij me zitten om mij het gevoel te geven dat ik niet alleen was. Toen ik met hem op het jeugdcomplex van FC Barcelona was, liep hij iedereen langs om te vertellen wie ik wel niet was. Hij was zo ongeveer mijn pr-man. Ik had een keer een interview met Xavi, hij sprak alleen Spaans. Ik vroeg aan Johan of hij tolk wilde zijn. Hij heeft dat vol passie gedaan, schitterend. Het mooiste aan Johan vind ik de verantwoordelijkheid die hij heeft genomen. Wat Johan heeft gedaan met zijn merk en de Cruyff Foundation is geweldig. Zijn filosofie wordt over de hele wereld nog altijd geprezen. Johan heeft mij geleerd na te denken over mijn nalatenschap. Hij is mijn grote inspiratiebron. We hebben nu het grootste YouTube-kanaal van de Benelux als het gaat om voetbalcontent. Alle techbedrijven en platformen vechten om het meest kostbare bezit van de jeugd: watch time,kijktijd. Wij hebben dat op voetbalgebied. Ik werk goed met de Cruyff Foundation samen en heb nagedacht wat ik kan toevoegen. Het is de algemene trend dat jongeren minder sporten en bewegen, dit is niet alleen op Cruyff Courts het geval. Het buitenspelen is ingewisseld voor schermtijd. Daarom ben ik FC Straat begonnen. En nu twee jaar later is er ook een samen­werking met de Cruyff Foundation en de Krajicek Foundation. Zij hadden gezamelijk een toernooi genaamd Streetwise Cup en dat wordt nu de FC Straat Cup omdat we samen sneller impact kunnen maken. We proberen de jeugd te motiveren watch time om te zetten in play time. Alles wat wij maken, is met de gedachte: je kijkt ergens naar en vervolgens wil je gaan bewegen, het nadoen. En dat doen we niet alleen voor jongens, maar ook voor meisjes. Ik denk dat Johan dit een mooi initiatief had gevonden.” Cristiano Ronaldo “Ik ging en ga veel met Abdelhak Nouri om. Hij vond het leuk om me aan mensen voor te stellen. Voor zijn ongeluk zei hij geregeld tegen me: ‘Als ik ooit een grote voetballer word, dan ga ik Cristiano Ronaldo voor jou regelen.’ Een paar maanden later was het zover. Helaas was in die tussentijd het ongeluk met Abdelhak gebeurd. Ik heb toen ik bij Cristiano thuis was niet gezegd dat Abdelhak de ontmoeting ook graag had gewild. Dat voelde niet goed. Maar het bezoek kreeg wel een aparte lading voor me. 'Voor zijn ongeluk zei Nouri geregeld tegen me: 'Als ik ooit een grote voetballer word, dan ga ik Cristiano Ronaldo voor jou regelen.' Een paar maanden later was het zover' Het werd een bijzonder ontmoeting. Ik maakte op dat moment een serie voor Nike, met sterren als Kevin de Bruyne, Eden Hazard, Sergio Ramos, Christian Eriksen en Yannick Carrasco. Ronaldo stond niet in dat lijstje. Nike belde mij met een uitnodiging voor een bijzondere persconferentie met Cristiano voor YouTube'ers van over de hele wereld. Ik heb daarvoor bedankt. Niet uit arrogantie, maar omdat de content die ik maak een andere setting is: bij iemand thuis of op een veld, niet tijdens een persconferentie. Nike heeft dat verteld aan het team van Ronaldo, waarop hij me bij hem thuis uitnodigde. Toen de opnames klaar waren, moest hij meteen weg. Hij heeft dagelijks zo'n strak schema. Ik ben toen met zijn beste vriend naar de gym van Ronaldo gegaan, bij hem thuis. Die vriend zei tegen mij dat hij had gezien dat ik zenuwachtig was. 'Nergens voor nodig, Cristiano is altijd heel chill'. Hij vertelde me dat Ronaldo iedere dag in een ijsbad zit. Zijn vriend zei: 'Beeld je in dat je de Champions League-finale hebt gewonnen en de dag erna gewoon weer in je ijsbad stapt. Dan ben je eigenlijk gewoon gek' Grote voetballers uit het verleden aten vaak ongezond, dronken of rookten. Cristiano heeft de standaard van fitheid in de voetbalwereld veranderd. Sinds hij heeft laten zien hoe hij met zijn sport omgaat, hebben veel voetballers zijn voorbeeld gevolgd. Memphis Depay was zonder het voorbeeld van Ronaldo heus niet zo gespierd geweest als nu.'' Helden Magazine 64 Het eerste gedeelte van het verhaal van Soufiane Touzani komt voort uit Helden Magazine 64. In het dubbeldikke eindejaarsnummer blikken we terug op het sportjaar 2022 én is er volop aandacht voor het WK Voetbal in Qatar. Virgil van Dijk siert samen met Irene Schouten de cover. Voor Schouten kon het jaar 2022 niet op. Ze won drie olympische titels, de wereldtitel allround en trouwde. In de WK-special lees je interviews met Denzel Dumfries, Matthijs de Ligt en Cody Gakpo. Daarnaast vertellen vriendinnen Candy-Rae en Laura Benschop over hun leven met WK-gangers Daley Blind en Davy Klaassen én een reconstructie van het masterplan van Van Gaal. Verder in deze editie een uitgebreid interview met olympisch shorttrackkampioen Suzanne Schulting en coach Jeroen Otter. Een terugblik op een bewogen wielerjaar met Merijn Zeeman, Kjeld Nuis kende een jaar vol pieken en dalen én Annemiek van Vleuten presteerde het onmogelijke. Daarnaast liet Dylan van Baarle zien dat zijn tweede plek op het WK in 2021 geen toeval was en is Luc Steins de handballende Messi van Paris Saint-Germain. Thomas Krol won op zijn eerste Spelen meteen goud en zilver. Maar het ging niet vanzelf. Giovanni van Bronckhorst kende een geweldig eerste jaar bij Rangers FC. John van ’t Schip won in 1987 de Europa Cup II met Ajax en Hennie Stamsnijder won in 1981 als eerste Nederlander de wereldtitel veldrijden. Als laatste wil Susila Cruijff het gedachtegoed van haar vader voortzetten en blikt voetbalster Vanity Lewerissa terug op een moeilijke tijd. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 64 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van jouw Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.

Johan Cruyff Foundation

Susila Cruijff: ‘Ik wil het gedachtegoed van mijn vader voortzetten’

De Johan Cruyff Foundation bestaat 25 jaar. En Johan zou bij leven dit jaar 75 zijn geworden. Dochter Susila Cruijff is bestuurslid van de stichting die haar vader oprichtte. “Ik was echt een vaderskindje. Ooit deed ik mee aan een concours hippique en mijn vader voorspelde een foutsprong bij de voorlaatste hindernis. Ik dacht: wat weet hij nou van paarden? Dan zei hij: ‘Suus, het gaat bij elke sport om aanleg, ritme en timing.’ Als ik mijn vader vroeg wie de beste voet­baller van de wereld was, zei hij meteen: ‘Ik.’ Tegelijk vond hij dat iemand die meer kan, een ander op zijn beurt weer moet helpen. Zo zag hij sport als een middel om de maatschappij mooier en beter te maken. Mijn vader zag de maat­schappij als een elftal waarin je alleen beter kunt worden als je elkaar helpt. Lionel Messi kon alleen schitteren bij FC Barcelona als ploeggenoten als Sergio Busquets het evenwicht bewaakten, zoals Romario kon stralen dankzij Eusebio. Mijn vader was dertien toen zijn vader overleed, zijn moeder de groentewinkel moest verkopen en moest gaan werken. Ze hadden het niet breed. Hij zei altijd dat hij dankzij een klein groepje mensen was geslaagd in het leven, omdat zij een beetje de vaderrol overnamen. Onder hen zijn jeugdtrainer Janny van der Veen en zijn tweede vader ome Henk. Dat is hij nooit vergeten. Mede daarom heeft hij een zwak voor mensen die het moei­ lijk hebben in het leven en een steuntje nodig hebben. Mijn vader heeft zijn hele leven lang cadeautjes betaald voor kinderen die met Sinterklaas en Kerst niets kregen. Mijn moeder kocht de cadeaus, wij moesten ze inpakken en mijn vader bracht ze langs, eerst in Vinkeveen en later in Barcelona. Dit jaar heeft mijn broer de cadeautjes langsgebracht. Mijn vader was heel zeker van zich­ zelf, maar vond niet dat hij boven een ander stond, praatte met de koning op dezelfde manier als met de vuilnisman. Hij zei ook altijd dat hij dankzij de voetballerij bekend was geworden en veel heeft verdiend, maar dat die status ook verantwoordelijkheid met zich mee­ bracht. Achter alle bedrijven die hij heeft opgezet, zat een probleem in de maat­ schappij dat hem bezighield. Niet voor niets zaten en zitten in al zijn organisaties ook vrouwen op topposities en was hij een groot propagandist van vrouwenvoetbal. Mijn vader kon het ook niet aanzien dat spelers die jarenlang in het Nederlands elftal hadden gespeeld, thuis zaten weg te kwijnen. Als ze ergens solliciteerden, hoorden ze dat ze geen werkervaring en opleiding hadden. ‘Topsporters hebben wereldervaring,’ zei mijn vader dan. Met wie had mijn vader altijd problemen? Met bestuurders die niets van sport begrepen. Als sporters op leidende posities komen, redeneerde hij, heb je in elk geval een bestuurder die weet wat topsport inhoudt. Een skiër kan in de winter geen colleges volgen, een voetbal­ler kan door de week overdag niet naar college. Dus creëer een universiteit of school die actieve sporters online kunnen volgen in de uren dat zij tijd hebben. Zo ontstond het idee van het Johan Cruyff Institute. Mijn vader vond trouwens wel dat je in het leven altijd een plan B moet hebben, dat je weet wat je wil als je eerste studie of eerste baan mislukt. Toen mijn vader in Amerika voetbalde, woonden we in Washington naast een jon­ gen met het downsyndroom, Johnjohn. Mijn vader vond het naar om te zien dat hij overal buiten viel en is met hem gaan sporten. Hij had ook waterangst. Een keer was Johnjohn zo blij toen hij Johan in het zwembad van onze buren zag, dat hij hem achterna in het zwembad is gesprongen. Hij was meteen zijn water­ vrees kwijt. Via de Kennedy Foundation leerde mijn vader dat sport een middel kan zijn om kinderen met een handicap deel te laten zijn van de maatschappij. Zo is de Johan Cruyff Foundation ontstaan. Kinderen met een downsyndroom waren gek op mijn vader. Johan was hun vriend, zeiden ze allemaal. Ze voelden dat Johan oprecht was. Ik word altijd kwaad als we weer moeten horen dat hij zo’n geldwolf was. Hij zorgde er juist voor dat iedereen het goed had. Mijn vader was van leven en laten leven, en vooral van vinden van geluk. Hij was ook een aparte vader. Bracht ons altijd naar school, maar ging ook mee naar de dokter. Hij ging zelfs met me mee naar de gynaecoloog. In Spanje waar al die meisjes met hun moeder gingen, stonden ze daar vreemd van te kijken. Die arts vroeg naar mijn seks­ leven. Dan zaten we ’s avonds te eten en zei hij ineens tegen mijn moeder: ‘Wist jij dat van Suus?’ Ja, natuurlijk wist mijn moeder het. Prachtig vond hij die gesprekken. 'Hij bracht ons altijd naar school, maar ging ook mee naar de dokter. Hij ging zelfs met me mee naar de gynaecoloog. Prachtig vond hij die gesprekken' Vlak voor zijn overlijden zei hij dat hij had geleefd alsof hij honderd was geworden. Natuurlijk mis ik hem als vader, maar verder voel ik hem dagelijks bij me. Ik praat elke dag met hem, dan wil ik ook geloven dat hij me ziet. Mijn moeder mist hem, heeft het soms nog heel moeilijk. Ik ga er anders mee om, ik wil het gedachtegoed en werk van mijn vader voortzetten.” Helden Magazine 64 Het verhaal van Susila Cruijff komt voort uit Helden Magazine 64. In het dubbeldikke eindejaarsnummer blikken we terug op het sportjaar 2022 én is er volop aandacht voor het WK Voetbal in Qatar. Virgil van Dijk siert samen met Irene Schouten de cover. Voor Schouten kon het jaar 2022 niet op. Ze won drie olympische titels, de wereldtitel allround en trouwde. In de WK-special lees je interviews met Denzel Dumfries, Matthijs de Ligt, Cody Gakpo en Soufiane Touzani. Daarnaast vertellen vriendinnen Candy-Rae en Laura Benschop over hun leven met WK-gangers Daley Blind en Davy Klaassen én een reconstructie van het masterplan van Van Gaal. Verder in deze editie een uitgebreid interview met olympisch shorttrackkampioen Suzanne Schulting en coach Jeroen Otter. Een terugblik op een bewogen wielerjaar met Merijn Zeeman, Kjeld Nuis kende een jaar vol pieken en dalen én Annemiek van Vleuten presteerde het onmogelijke. Daarnaast liet Dylan van Baarle zien dat zijn tweede plek op het WK in 2021 geen toeval was en is Luc Steins de handballende Messi van Paris Saint-Germain. Thomas Krol won op zijn eerste Spelen meteen goud en zilver. Maar het ging niet vanzelf. Giovanni van Bronckhorst kende een geweldig eerste jaar bij Rangers FC. John van ’t Schip won in 1987 de Europa Cup II met Ajax en Hennie Stamsnijder won in 1981 als eerste Nederlander de wereldtitel veldrijden. Als laatste blikt voetbalster Vanity Lewerissa terug op een moeilijke tijd. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 64 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van jouw Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.
De Johan Cruyff Foundation bestaat 25 jaar. En Johan zou bij leven dit jaar 75 zijn geworden. Dochter Susila Cruijff is bestuurslid van de stichting die haar vader oprichtte. “Ik was echt een vaderskindje. Ooit deed ik mee aan een concours hippique en mijn vader voorspelde een foutsprong bij de voorlaatste hindernis. Ik dacht: wat weet hij nou van paarden? Dan zei hij: ‘Suus, het gaat bij elke sport om aanleg, ritme en timing.’ Als ik mijn vader vroeg wie de beste voet­baller van de wereld was, zei hij meteen: ‘Ik.’ Tegelijk vond hij dat iemand die meer kan, een ander op zijn beurt weer moet helpen. Zo zag hij sport als een middel om de maatschappij mooier en beter te maken. Mijn vader zag de maat­schappij als een elftal waarin je alleen beter kunt worden als je elkaar helpt. Lionel Messi kon alleen schitteren bij FC Barcelona als ploeggenoten als Sergio Busquets het evenwicht bewaakten, zoals Romario kon stralen dankzij Eusebio. Mijn vader was dertien toen zijn vader overleed, zijn moeder de groentewinkel moest verkopen en moest gaan werken. Ze hadden het niet breed. Hij zei altijd dat hij dankzij een klein groepje mensen was geslaagd in het leven, omdat zij een beetje de vaderrol overnamen. Onder hen zijn jeugdtrainer Janny van der Veen en zijn tweede vader ome Henk. Dat is hij nooit vergeten. Mede daarom heeft hij een zwak voor mensen die het moei­ lijk hebben in het leven en een steuntje nodig hebben. Mijn vader heeft zijn hele leven lang cadeautjes betaald voor kinderen die met Sinterklaas en Kerst niets kregen. Mijn moeder kocht de cadeaus, wij moesten ze inpakken en mijn vader bracht ze langs, eerst in Vinkeveen en later in Barcelona. Dit jaar heeft mijn broer de cadeautjes langsgebracht. Mijn vader was heel zeker van zich­ zelf, maar vond niet dat hij boven een ander stond, praatte met de koning op dezelfde manier als met de vuilnisman. Hij zei ook altijd dat hij dankzij de voetballerij bekend was geworden en veel heeft verdiend, maar dat die status ook verantwoordelijkheid met zich mee­ bracht. Achter alle bedrijven die hij heeft opgezet, zat een probleem in de maat­ schappij dat hem bezighield. Niet voor niets zaten en zitten in al zijn organisaties ook vrouwen op topposities en was hij een groot propagandist van vrouwenvoetbal. Mijn vader kon het ook niet aanzien dat spelers die jarenlang in het Nederlands elftal hadden gespeeld, thuis zaten weg te kwijnen. Als ze ergens solliciteerden, hoorden ze dat ze geen werkervaring en opleiding hadden. ‘Topsporters hebben wereldervaring,’ zei mijn vader dan. Met wie had mijn vader altijd problemen? Met bestuurders die niets van sport begrepen. Als sporters op leidende posities komen, redeneerde hij, heb je in elk geval een bestuurder die weet wat topsport inhoudt. Een skiër kan in de winter geen colleges volgen, een voetbal­ler kan door de week overdag niet naar college. Dus creëer een universiteit of school die actieve sporters online kunnen volgen in de uren dat zij tijd hebben. Zo ontstond het idee van het Johan Cruyff Institute. Mijn vader vond trouwens wel dat je in het leven altijd een plan B moet hebben, dat je weet wat je wil als je eerste studie of eerste baan mislukt. Toen mijn vader in Amerika voetbalde, woonden we in Washington naast een jon­ gen met het downsyndroom, Johnjohn. Mijn vader vond het naar om te zien dat hij overal buiten viel en is met hem gaan sporten. Hij had ook waterangst. Een keer was Johnjohn zo blij toen hij Johan in het zwembad van onze buren zag, dat hij hem achterna in het zwembad is gesprongen. Hij was meteen zijn water­ vrees kwijt. Via de Kennedy Foundation leerde mijn vader dat sport een middel kan zijn om kinderen met een handicap deel te laten zijn van de maatschappij. Zo is de Johan Cruyff Foundation ontstaan. Kinderen met een downsyndroom waren gek op mijn vader. Johan was hun vriend, zeiden ze allemaal. Ze voelden dat Johan oprecht was. Ik word altijd kwaad als we weer moeten horen dat hij zo’n geldwolf was. Hij zorgde er juist voor dat iedereen het goed had. Mijn vader was van leven en laten leven, en vooral van vinden van geluk. Hij was ook een aparte vader. Bracht ons altijd naar school, maar ging ook mee naar de dokter. Hij ging zelfs met me mee naar de gynaecoloog. In Spanje waar al die meisjes met hun moeder gingen, stonden ze daar vreemd van te kijken. Die arts vroeg naar mijn seks­ leven. Dan zaten we ’s avonds te eten en zei hij ineens tegen mijn moeder: ‘Wist jij dat van Suus?’ Ja, natuurlijk wist mijn moeder het. Prachtig vond hij die gesprekken. 'Hij bracht ons altijd naar school, maar ging ook mee naar de dokter. Hij ging zelfs met me mee naar de gynaecoloog. Prachtig vond hij die gesprekken' Vlak voor zijn overlijden zei hij dat hij had geleefd alsof hij honderd was geworden. Natuurlijk mis ik hem als vader, maar verder voel ik hem dagelijks bij me. Ik praat elke dag met hem, dan wil ik ook geloven dat hij me ziet. Mijn moeder mist hem, heeft het soms nog heel moeilijk. Ik ga er anders mee om, ik wil het gedachtegoed en werk van mijn vader voortzetten.” Helden Magazine 64 Het verhaal van Susila Cruijff komt voort uit Helden Magazine 64. In het dubbeldikke eindejaarsnummer blikken we terug op het sportjaar 2022 én is er volop aandacht voor het WK Voetbal in Qatar. Virgil van Dijk siert samen met Irene Schouten de cover. Voor Schouten kon het jaar 2022 niet op. Ze won drie olympische titels, de wereldtitel allround en trouwde. In de WK-special lees je interviews met Denzel Dumfries, Matthijs de Ligt, Cody Gakpo en Soufiane Touzani. Daarnaast vertellen vriendinnen Candy-Rae en Laura Benschop over hun leven met WK-gangers Daley Blind en Davy Klaassen én een reconstructie van het masterplan van Van Gaal. Verder in deze editie een uitgebreid interview met olympisch shorttrackkampioen Suzanne Schulting en coach Jeroen Otter. Een terugblik op een bewogen wielerjaar met Merijn Zeeman, Kjeld Nuis kende een jaar vol pieken en dalen én Annemiek van Vleuten presteerde het onmogelijke. Daarnaast liet Dylan van Baarle zien dat zijn tweede plek op het WK in 2021 geen toeval was en is Luc Steins de handballende Messi van Paris Saint-Germain. Thomas Krol won op zijn eerste Spelen meteen goud en zilver. Maar het ging niet vanzelf. Giovanni van Bronckhorst kende een geweldig eerste jaar bij Rangers FC. John van ’t Schip won in 1987 de Europa Cup II met Ajax en Hennie Stamsnijder won in 1981 als eerste Nederlander de wereldtitel veldrijden. Als laatste blikt voetbalster Vanity Lewerissa terug op een moeilijke tijd. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 64 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van jouw Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.

BMX

Jelle van Gorkom: ‘Ik had niemand liever zien winnen dan Niek Kimmann’

Niek Kimmann (25) en Jelle van Gorkom (30) hadden een gedeelde droom: olympisch BMX- goud in Tokio. De een slaagde daarin, en werd een paar weken later ook nog wereldkampioen. Aan de droom van de ander kwam in januari 2018 een wreed einde. De twee vrienden Niek Kimmann en Jelle van Gorkom zitten aan de keukentafel van Richard Kimmann, Nieks vader, in Dedemsvaart. Er ligt een koffer met kleren in de woonkamer. Het olympisch goud ligt er achteloos tussen. Niek houdt rust, na een even intense als succesvolle zomer op de BMX. Jelle is met heel andere dingen bezig. De oud-BMX’er, winnaar van olympisch zilver in 2016 in Rio, is nog altijd aan het revalideren van zijn ongeluk op de BMX-baan op Papendal, bijna vier jaar geleden, waarbij hij halfzijdig verlamd raakte en hersenschade opliep. Over zijn revalidatie schreef hij een boek: Accepteren en doorgaan. En hij werd gevolgd voor de gelijknamige documentaire. Terwijl we praten laat Jelle een filmpje zien dat van hem gemaakt is in de NOS-studio tijdens de olympische BMX-finale. Hij schreeuwt: ‘Come on, come on, blijven fietsen. Netjes, clean, dit kun je, netjes. Ja, hij zit goed. Dit wordt hem, dit wordt hem. Come on, come on. Go go, door, door. Jaaa. Supervet, supervet!’ Niek: 'Toen ik op die official was geklapt, zei mijn coach Liam: 'Misschien was dit wel goed voor je, anders was het een walk in the park'' Niek Kimmann: “Mooi om te zien, hè. Supervet dat iedereen meeleefde, en vooral dat Jelle dat zo deed.” Dieseltje Niek Kimmann blikt terug op hét moment uit zijn carrière, de olympische finaledag in Tokio. “De wedstrijden waren in de ochtend en ik ben geen ochtendmens. Ik ben een dieseltje, kom langzaam op gang. Om zes uur ging de wekker al. Normaal gesproken heb ik moeite met slapen voor een wedstrijd. Voor het WK in 2019 zag ik de zon opkomen en lag ik nog steeds wakker. Maar nu had ik zeven uur geslapen. In de douche was mijn hartslag al hoger dan normaal en ik besefte: als ik straks rond lunchtijd terug ben in het appartement, dan weten we wie er olympisch kampioen is. Tijdens het ontbijt zei mijn team- en kamergenoot Joris Harmsen: ‘Jij zit hier straks met een gouden medaille om je nek.’ Joris had een voorgevoel dat ik zou winnen.” Toch was dat niet vanzelfsprekend. Drie dagen voor de kwalificaties stak er tijdens een training een official voor zijn neus de baan over. Het gevolg: een harde knal en een gespleten knieschijf. “Natuurlijk was ik boos. Na een paar minuten begon ik mijn knie te voelen. Ik probeerde een rondje te fietsen, dat lukte niet. De tranen liepen over mijn wangen. De drie dagen erna waren een rollercoaster. Het ene moment dacht ik: het gaat goed, ik kan rijden. Het andere moment: het is voorbij. Maar in onze sport zijn er zoveel dingen die je niet in de hand hebt, daar leer je mee omgaan. Als je valt in de eerste ronde moet je met schaafplekken gewoon starten in de tweede rit. Ik dacht: ik kan me hier heel druk om maken, maar ik kan er toch niks aan veranderen. Die knie is al kapot. Het vervelende was dat ik de rest van de dagen niet kon trainen. Maar ik vond dat ergens ook een uitdaging. Kon ik met een kwart van de tijd die mijn concurrenten aan trainingsdagen hadden, nog steeds meedoen om de prijzen? Van de dokter had ik een aardig recept met pijnstillers gekregen.” Eenmaal op de baan aangekomen, begon het te regenen. “Ik vond het wel grappig. De meeste BMX’ers hadden zich vijf jaar lang druk gemaakt om de hitte in Tokio. Ik had al die jaren nauwelijks tijd doorgebracht in een klimaatkamer, wilde er geen ding van maken. En toen regende het zelfs.” Vanwege de regen werden de wedstrijden uitgesteld, een gelukje voor Niek. “De pijnstilling viel verkeerd op mijn maag en ik had ontzettende kramp in mijn buik. Ik weet nog dat ik op de grond lag en hoorde dat ik nog 45 minuten had. Dat moet genoeg tijd zijn, dacht ik. Het was zeker in mijn voordeel dat de finale was uitgesteld. Die dag zat alles mee.” Jelle: “Ik was er minder blij mee. Ik zat in de NOS-studio als analist, moest daar om twee uur ’s nachts zijn, omdat de wedstrijden om drie uur ’s nachts zouden beginnen. Toen het was uitgesteld, dacht ik als eerste: nou, ik ben lekker voor niks opgestaan. Het was slopend, want ik had amper geslapen.” Helden Magazine 59 Het eerste gedeelte van het verhaal van Niek Kimmann en Jelle van Gorkom komt voort uit Helden Magazine 59. Sifan Hassan is onze Held van het Jaar en siert de cover van het dubbeldik eindejaarsnummer. Ze kwam, zag en overwon. Hassan deed wat niemand voor haar deed: drie olympische medailles winnen op de middellange afstanden op dezelfde Spelen. Heel bijzonder is ook het verzoek dat Barbara Barend kreeg van Bibian Mentel. Vlak voor haar overlijden, op 29 maart dit jaar, wilde Bibian nog een keer een groot interview geven met het verzoek het verhaal na haar overlijden te publiceren. In het verhaal spreekt zij nog één keer iedereen toe die haar lief hebben.  In Helden Magazine 59 lees je een uitgebreid interview met Fabio Jakobsen en zijn aanstaande vrouw Delore. Ze blikken samen terug op de zware val in Polen, waarbij Fabio bijna het leven verloor én hoe hij zich dit jaar heeft teruggevochten. Daarnaast spraken we een van de sterkhouders van Ajax, Daley Blind in het bijzijn van zijn vrouw, dochter, moeder en twee zussen. Rolstoeltennisster Diede de Groot won dit jaar de Golden Slam. De dubbelvier zorgden voor het eerste olympische roeigoud bij de mannen in 25 jaar én Sjinkie Knegt vertelt over het leven na het ongeluk met de houtkachel. Ook in Helden Magazine 59 hebben Jeffrey Hoogland en Shanne Braspennincx het mooi geflikt met z’n tweeën, beloonde Tom Dumoulin zijn terugkeer met olympisch zilver op de tijdrit en groeide Denzel Dumfries uit tot de Held van Oranje tijdens het EK. Overigens vertelt Frédérique Matla over haar weg naar de top, won Abdi Nageeye niet alleen olympisch zilver op de marathon, maar coachte hij ondertussen ook zijn maatje naar brons en is Harrie Lavreysen de koning van de sprint. Verder was Dai Dai N’tab ooit een feestbeest, nu is hij een van de snelste schaatsers van het land. Sanne van Dijke won olympisch brons, maar verloor in aanloop naar de Spelen haar broer en daarna haar trainingsmaatje. Reshmie Oogink blikt in ‘De dag dat’ terug op het moment dat ze in Tokio te horen kreeg dat ze corona had. Victoria Koblenko ontmoet daarnaast olympisch kampioen Kiran Badloe én Caitlin Dijkstra staat in de ‘Leeuwinnen in het Rijks’ stil bij De Liefdesbrief. Krijg jij geen genoeg van alle inspirerende sportverhalen? Kies het abonnement dat bij jou past én wordt abonnee. Zo ontvang je telkens de nieuwste edities op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Wil je een Helden Magazine cadeau doen? Het is ook mogelijk om een abonnement cadeau te doen, deze abonnementen lopen automatisch af. Daarnaast zijn de recentste exemplaren ook gemakkelijk te bestellen via onze webshop.
Niek Kimmann (25) en Jelle van Gorkom (30) hadden een gedeelde droom: olympisch BMX- goud in Tokio. De een slaagde daarin, en werd een paar weken later ook nog wereldkampioen. Aan de droom van de ander kwam in januari 2018 een wreed einde. De twee vrienden Niek Kimmann en Jelle van Gorkom zitten aan de keukentafel van Richard Kimmann, Nieks vader, in Dedemsvaart. Er ligt een koffer met kleren in de woonkamer. Het olympisch goud ligt er achteloos tussen. Niek houdt rust, na een even intense als succesvolle zomer op de BMX. Jelle is met heel andere dingen bezig. De oud-BMX’er, winnaar van olympisch zilver in 2016 in Rio, is nog altijd aan het revalideren van zijn ongeluk op de BMX-baan op Papendal, bijna vier jaar geleden, waarbij hij halfzijdig verlamd raakte en hersenschade opliep. Over zijn revalidatie schreef hij een boek: Accepteren en doorgaan. En hij werd gevolgd voor de gelijknamige documentaire. Terwijl we praten laat Jelle een filmpje zien dat van hem gemaakt is in de NOS-studio tijdens de olympische BMX-finale. Hij schreeuwt: ‘Come on, come on, blijven fietsen. Netjes, clean, dit kun je, netjes. Ja, hij zit goed. Dit wordt hem, dit wordt hem. Come on, come on. Go go, door, door. Jaaa. Supervet, supervet!’ Niek: 'Toen ik op die official was geklapt, zei mijn coach Liam: 'Misschien was dit wel goed voor je, anders was het een walk in the park'' Niek Kimmann: “Mooi om te zien, hè. Supervet dat iedereen meeleefde, en vooral dat Jelle dat zo deed.” Dieseltje Niek Kimmann blikt terug op hét moment uit zijn carrière, de olympische finaledag in Tokio. “De wedstrijden waren in de ochtend en ik ben geen ochtendmens. Ik ben een dieseltje, kom langzaam op gang. Om zes uur ging de wekker al. Normaal gesproken heb ik moeite met slapen voor een wedstrijd. Voor het WK in 2019 zag ik de zon opkomen en lag ik nog steeds wakker. Maar nu had ik zeven uur geslapen. In de douche was mijn hartslag al hoger dan normaal en ik besefte: als ik straks rond lunchtijd terug ben in het appartement, dan weten we wie er olympisch kampioen is. Tijdens het ontbijt zei mijn team- en kamergenoot Joris Harmsen: ‘Jij zit hier straks met een gouden medaille om je nek.’ Joris had een voorgevoel dat ik zou winnen.” Toch was dat niet vanzelfsprekend. Drie dagen voor de kwalificaties stak er tijdens een training een official voor zijn neus de baan over. Het gevolg: een harde knal en een gespleten knieschijf. “Natuurlijk was ik boos. Na een paar minuten begon ik mijn knie te voelen. Ik probeerde een rondje te fietsen, dat lukte niet. De tranen liepen over mijn wangen. De drie dagen erna waren een rollercoaster. Het ene moment dacht ik: het gaat goed, ik kan rijden. Het andere moment: het is voorbij. Maar in onze sport zijn er zoveel dingen die je niet in de hand hebt, daar leer je mee omgaan. Als je valt in de eerste ronde moet je met schaafplekken gewoon starten in de tweede rit. Ik dacht: ik kan me hier heel druk om maken, maar ik kan er toch niks aan veranderen. Die knie is al kapot. Het vervelende was dat ik de rest van de dagen niet kon trainen. Maar ik vond dat ergens ook een uitdaging. Kon ik met een kwart van de tijd die mijn concurrenten aan trainingsdagen hadden, nog steeds meedoen om de prijzen? Van de dokter had ik een aardig recept met pijnstillers gekregen.” Eenmaal op de baan aangekomen, begon het te regenen. “Ik vond het wel grappig. De meeste BMX’ers hadden zich vijf jaar lang druk gemaakt om de hitte in Tokio. Ik had al die jaren nauwelijks tijd doorgebracht in een klimaatkamer, wilde er geen ding van maken. En toen regende het zelfs.” Vanwege de regen werden de wedstrijden uitgesteld, een gelukje voor Niek. “De pijnstilling viel verkeerd op mijn maag en ik had ontzettende kramp in mijn buik. Ik weet nog dat ik op de grond lag en hoorde dat ik nog 45 minuten had. Dat moet genoeg tijd zijn, dacht ik. Het was zeker in mijn voordeel dat de finale was uitgesteld. Die dag zat alles mee.” Jelle: “Ik was er minder blij mee. Ik zat in de NOS-studio als analist, moest daar om twee uur ’s nachts zijn, omdat de wedstrijden om drie uur ’s nachts zouden beginnen. Toen het was uitgesteld, dacht ik als eerste: nou, ik ben lekker voor niks opgestaan. Het was slopend, want ik had amper geslapen.” Helden Magazine 59 Het eerste gedeelte van het verhaal van Niek Kimmann en Jelle van Gorkom komt voort uit Helden Magazine 59. Sifan Hassan is onze Held van het Jaar en siert de cover van het dubbeldik eindejaarsnummer. Ze kwam, zag en overwon. Hassan deed wat niemand voor haar deed: drie olympische medailles winnen op de middellange afstanden op dezelfde Spelen. Heel bijzonder is ook het verzoek dat Barbara Barend kreeg van Bibian Mentel. Vlak voor haar overlijden, op 29 maart dit jaar, wilde Bibian nog een keer een groot interview geven met het verzoek het verhaal na haar overlijden te publiceren. In het verhaal spreekt zij nog één keer iedereen toe die haar lief hebben.  In Helden Magazine 59 lees je een uitgebreid interview met Fabio Jakobsen en zijn aanstaande vrouw Delore. Ze blikken samen terug op de zware val in Polen, waarbij Fabio bijna het leven verloor én hoe hij zich dit jaar heeft teruggevochten. Daarnaast spraken we een van de sterkhouders van Ajax, Daley Blind in het bijzijn van zijn vrouw, dochter, moeder en twee zussen. Rolstoeltennisster Diede de Groot won dit jaar de Golden Slam. De dubbelvier zorgden voor het eerste olympische roeigoud bij de mannen in 25 jaar én Sjinkie Knegt vertelt over het leven na het ongeluk met de houtkachel. Ook in Helden Magazine 59 hebben Jeffrey Hoogland en Shanne Braspennincx het mooi geflikt met z’n tweeën, beloonde Tom Dumoulin zijn terugkeer met olympisch zilver op de tijdrit en groeide Denzel Dumfries uit tot de Held van Oranje tijdens het EK. Overigens vertelt Frédérique Matla over haar weg naar de top, won Abdi Nageeye niet alleen olympisch zilver op de marathon, maar coachte hij ondertussen ook zijn maatje naar brons en is Harrie Lavreysen de koning van de sprint. Verder was Dai Dai N’tab ooit een feestbeest, nu is hij een van de snelste schaatsers van het land. Sanne van Dijke won olympisch brons, maar verloor in aanloop naar de Spelen haar broer en daarna haar trainingsmaatje. Reshmie Oogink blikt in ‘De dag dat’ terug op het moment dat ze in Tokio te horen kreeg dat ze corona had. Victoria Koblenko ontmoet daarnaast olympisch kampioen Kiran Badloe én Caitlin Dijkstra staat in de ‘Leeuwinnen in het Rijks’ stil bij De Liefdesbrief. Krijg jij geen genoeg van alle inspirerende sportverhalen? Kies het abonnement dat bij jou past én wordt abonnee. Zo ontvang je telkens de nieuwste edities op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Wil je een Helden Magazine cadeau doen? Het is ook mogelijk om een abonnement cadeau te doen, deze abonnementen lopen automatisch af. Daarnaast zijn de recentste exemplaren ook gemakkelijk te bestellen via onze webshop.

Alpineskiën

Carsten Nienhuis: Fryslan Boppe

Carsten Nienhuis (18) is een van de meest talentvolle alpineskiërs van Nederland. Hij is geboren in het Friese Dokkum, maar woonde een groot deel van zijn jeugd in Oostenrijk. Sinds zijn twaalfde jaagt hij zijn grote droom na: deelnemen aan de Olympische Winterspelen. Carsten Nienhuis kan de verbaasde blikken van zijn leeftijdsgenoten en hun ouders bij de nationale jeugdkampioenschappen in 2014 nog zo voor zich zien. In tegenstelling tot zijn concurrenten, die allemaal de lange reis vanuit Nederland naar de Oostenrijkse bergen hadden gemaakt voor de NK, kwam hij samen met zijn vader aanrijden in een auto met een Oostenrijks nummerbord. Hij zag iedereen denken: wie is dat nou? Niemand die hem kende. Even later, tijdens de wedstrijd, knalde hij volle bak de piste af en liet zien dat hij een van de beste alpineskiërs van het deelnemersveld was. Viermaal keerde hij na een NK met een podiumplaats en medaille huiswaarts. Niet zoals zijn tegenstanders naar Nederland maar naar Wagrain, een skidorp in het Salzburgerland. Verhuizen Acht jaar is Carsten als zijn ouders het roer omgooien. Ze verlaten het Friese Dokkum en emigreren met hun drie kinderen naar Oostenrijk om er een pension te bestieren. Ze hadden zo uit het tv-programma ‘Ik Vertrek’ kunnen komen. “Ik was dolblij toen ik hoorde dat we gingen verhuizen,” herinnert Carsten zich.“Natuurlijk was het lastig om afscheid te nemen van familie en vriendjes, maar ik had er vooral heel veel zin in. Het voelde als één groot avontuur. We vertrokken in november 2011 naar Wagrain en een maand later stonden de eerste gasten al op de stoep. Als gezin kwamen we in een sector terecht waar we helemaal geen ervaring mee hadden. Er konden maximaal 35 gasten in het pension verblijven en iedereen binnen de familie hielp mee. Ik ook, met het klaarzetten en afruimen van het ontbijt of het schoonmaken van de kamers.” 'Ik heb veel naar Hirscher gekeken. Soms trainden we op dezelfde piste en dan zeiden we gewoon 'hoi' tegen elkaar' Door eerdere wintersportvakanties is Carsten al verslingerd geraakt aan skiën. “Op m’n derde hebben mijn ouders me op de ski’s gezet. Er kwam geen leraar of les aan te pas. Ik leerde skiën op de Oostenrijkse manier: met een touw om mijn middel en achter mijn vader of moeder aan de piste af. Vanaf het eerste moment had ik er enorm veel lol in. Als aan het einde van de dag de liften dichtgingen, stond ik te huilen omdat ik van geen stoppen wilde weten. Helden Magazine 55 Het eerste gedeelte van het verhaal van Carsten Nienhuis komt voort uit Helden Magazine nummer 55. De 55ste editie staat in het teken van Gouden duo’s. Kjeld Nuis en Joy Beune zijn naast collega’s ook geliefden. Over hun relatie was veel te doen. Voor het eerst doen ze samen hun verhaal. Naast het verhaal van Kjeld Nuis en Joy Beune lees je veel meer interviews en reportages met én over jouw favoriete Nederlandse topsporters. Zo hebben Rafael van der Vaart en Theo Janssen veel gemeen. Ze zijn generatie genoten, linkspoten en levensgenieters. Daarnaast beleefde Femke Bol haar internationale doorbraak, doet Dylan Groenewegen voor het eerst uitgebreid zijn verhaal over De Val, waarbij collega Fabio Jakobsen zwaargewond raakte en blikt Wilco Kelderman terug op de bloedstollende ontknoping van zijn derde plek in de Giro. Ook in de 55ste editie van Helden spraken we vrienden en sinds kort weer ploeggenoten: Kai Verbij, Thomas Krol en Dai Dai N’Tab. Gingen we langs bij drievoudig olympisch kampioene, Jorien ter Mors over onder meer KiKa, Lara van Ruijven en de liefde. Is Tonny Vilhena gelukkig in Rusland bij FC Krasnodar en won Richard Krajicek 25 jaar geleden Wimbledon. Vandaag de dag heeft hij een andere uitdaging: toernooidirecteur van het ABN AMRO WTT zijn in coronatijd. Verder maakte speler van Atalanta Bergamo en Oranje, Hans Hateboer de verschrikkingen van corona in het zwaargetroffen Bergamo van dichtbij mee. Ziet paralympisch wielrenner Tristan Bangma bijna niets, maar door de nieuwste 5G-technologie kan hij ‘zien’ met zijn oren. In ‘de dag dat alles misging’ blikt Adelinde Cornelissen terug op de Spelen van 2016 en staan we stil met Aniek Nouwen in de ‘Leeuwinnen in het Rijks’. Krijg jij geen genoeg van alle inspirerende sportverhalen? Kies het abonnement dat bij jou past én wordt abonnee. Zo ontvang je telkens de nieuwste edities op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Wil je een Helden Magazine cadeau doen? Het is ook mogelijk om een abonnement cadeau te doen, deze abonnementen lopen automatisch af. Daarnaast zijn de recentste exemplaren ook gemakkelijk te bestellen via onze webshop.
Carsten Nienhuis (18) is een van de meest talentvolle alpineskiërs van Nederland. Hij is geboren in het Friese Dokkum, maar woonde een groot deel van zijn jeugd in Oostenrijk. Sinds zijn twaalfde jaagt hij zijn grote droom na: deelnemen aan de Olympische Winterspelen. Carsten Nienhuis kan de verbaasde blikken van zijn leeftijdsgenoten en hun ouders bij de nationale jeugdkampioenschappen in 2014 nog zo voor zich zien. In tegenstelling tot zijn concurrenten, die allemaal de lange reis vanuit Nederland naar de Oostenrijkse bergen hadden gemaakt voor de NK, kwam hij samen met zijn vader aanrijden in een auto met een Oostenrijks nummerbord. Hij zag iedereen denken: wie is dat nou? Niemand die hem kende. Even later, tijdens de wedstrijd, knalde hij volle bak de piste af en liet zien dat hij een van de beste alpineskiërs van het deelnemersveld was. Viermaal keerde hij na een NK met een podiumplaats en medaille huiswaarts. Niet zoals zijn tegenstanders naar Nederland maar naar Wagrain, een skidorp in het Salzburgerland. Verhuizen Acht jaar is Carsten als zijn ouders het roer omgooien. Ze verlaten het Friese Dokkum en emigreren met hun drie kinderen naar Oostenrijk om er een pension te bestieren. Ze hadden zo uit het tv-programma ‘Ik Vertrek’ kunnen komen. “Ik was dolblij toen ik hoorde dat we gingen verhuizen,” herinnert Carsten zich.“Natuurlijk was het lastig om afscheid te nemen van familie en vriendjes, maar ik had er vooral heel veel zin in. Het voelde als één groot avontuur. We vertrokken in november 2011 naar Wagrain en een maand later stonden de eerste gasten al op de stoep. Als gezin kwamen we in een sector terecht waar we helemaal geen ervaring mee hadden. Er konden maximaal 35 gasten in het pension verblijven en iedereen binnen de familie hielp mee. Ik ook, met het klaarzetten en afruimen van het ontbijt of het schoonmaken van de kamers.” 'Ik heb veel naar Hirscher gekeken. Soms trainden we op dezelfde piste en dan zeiden we gewoon 'hoi' tegen elkaar' Door eerdere wintersportvakanties is Carsten al verslingerd geraakt aan skiën. “Op m’n derde hebben mijn ouders me op de ski’s gezet. Er kwam geen leraar of les aan te pas. Ik leerde skiën op de Oostenrijkse manier: met een touw om mijn middel en achter mijn vader of moeder aan de piste af. Vanaf het eerste moment had ik er enorm veel lol in. Als aan het einde van de dag de liften dichtgingen, stond ik te huilen omdat ik van geen stoppen wilde weten. Helden Magazine 55 Het eerste gedeelte van het verhaal van Carsten Nienhuis komt voort uit Helden Magazine nummer 55. De 55ste editie staat in het teken van Gouden duo’s. Kjeld Nuis en Joy Beune zijn naast collega’s ook geliefden. Over hun relatie was veel te doen. Voor het eerst doen ze samen hun verhaal. Naast het verhaal van Kjeld Nuis en Joy Beune lees je veel meer interviews en reportages met én over jouw favoriete Nederlandse topsporters. Zo hebben Rafael van der Vaart en Theo Janssen veel gemeen. Ze zijn generatie genoten, linkspoten en levensgenieters. Daarnaast beleefde Femke Bol haar internationale doorbraak, doet Dylan Groenewegen voor het eerst uitgebreid zijn verhaal over De Val, waarbij collega Fabio Jakobsen zwaargewond raakte en blikt Wilco Kelderman terug op de bloedstollende ontknoping van zijn derde plek in de Giro. Ook in de 55ste editie van Helden spraken we vrienden en sinds kort weer ploeggenoten: Kai Verbij, Thomas Krol en Dai Dai N’Tab. Gingen we langs bij drievoudig olympisch kampioene, Jorien ter Mors over onder meer KiKa, Lara van Ruijven en de liefde. Is Tonny Vilhena gelukkig in Rusland bij FC Krasnodar en won Richard Krajicek 25 jaar geleden Wimbledon. Vandaag de dag heeft hij een andere uitdaging: toernooidirecteur van het ABN AMRO WTT zijn in coronatijd. Verder maakte speler van Atalanta Bergamo en Oranje, Hans Hateboer de verschrikkingen van corona in het zwaargetroffen Bergamo van dichtbij mee. Ziet paralympisch wielrenner Tristan Bangma bijna niets, maar door de nieuwste 5G-technologie kan hij ‘zien’ met zijn oren. In ‘de dag dat alles misging’ blikt Adelinde Cornelissen terug op de Spelen van 2016 en staan we stil met Aniek Nouwen in de ‘Leeuwinnen in het Rijks’. Krijg jij geen genoeg van alle inspirerende sportverhalen? Kies het abonnement dat bij jou past én wordt abonnee. Zo ontvang je telkens de nieuwste edities op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Wil je een Helden Magazine cadeau doen? Het is ook mogelijk om een abonnement cadeau te doen, deze abonnementen lopen automatisch af. Daarnaast zijn de recentste exemplaren ook gemakkelijk te bestellen via onze webshop.

BMX

Tokiogangers: ‘Iedereen zit in hetzelfde schuitje’

Ze zouden deze zomer schitteren op de Olympische Spelen in het land van de rijzende zon. Het coronavirus gooide roet in het eten. Paul Raats fotografeerde sporters bij wie alles al een tijd draait om Tokio. Harrie Lavreysen - Baanwielrennen - “Het zijn bijzondere tijden, waarin we zo goed mogelijk proberen door te trainen. Krachttraining doe ik in de achtertuin en de baantraining hou ik op de weg. Ik woon samen met mijn ploeggenoot Nils van ‘t Hoenderdaal, dus we kunnen met elkaar trainen, Dat is fijn. Inmiddels hebben we wat afgelegen weggetjes gevonden, want met 75 kilometer per uur op een fiets zonder rem een weg op schieten waar ook ander verkeer is, gaat niet. We missen alleen de vier bochten die we op de baan wel hebben. Het is niet anders. Het zat er al een tijdje aan te komen dat de Spelen zouden worden uitgesteld. We konden zien wat er gebeurde in de wereld en het is logisch dat het niet door kon gaan. De dag dat ik het hoorde, voelde ik me niet heel rot. Ik dacht meteen: doorpakken, op naar volgend jaar. Plannen na Tokio had ik nog niet gemaakt, maar het voelt wel alsof ik een jaar stilsta. Maar goed, iedereen zit in hetzelfde schuitje. De WK hebben we nog kunnen rijden eind februari. Sommige sporters hebben dit jaar überhaupt geen wedstrijden gehad, wat dat betreft hebben wij nog geluk gehad. Ik ben blij dat we daar hebben kunnen laten zien hoe goed we zijn. Met drie gouden plakken, op de teamsprint, keirin en individuele sprint, keerde ik huiswaarts. Natuurlijk is het voor onze ploeg balen dat de Spelen niet doorgaan, we stonden er allemaal zo goed voor. Maar ik zie nu geen reden om volgend jaar niet in dezelfde vorm te verkeren. Deze periode gebruik ik om nog sterker te worden en onze basis zo perfect mogelijk te maken. Stilstaan is achteruitgaan. En ik wil nog beter worden Alexander Brouwer - Beachvolleybal - “Mijn maatje Robert Meeuwsen met wie ik al tien jaar samenspeel, heb ik sinds maart niet meer gezien. Alleen via videogesprekken met andere vrienden, want we zitten in dezelfde vriendengroep. Naast sporten mis ik het sociale aspect enorm. Het is onwerkelijk dat ons wedstrijdseizoen is afgelopen voordat het amper was begonnen. We hadden pas één toernooi gespeeld. Het is ook bizar dat zoiets groots als de Spelen is uitgesteld. Maar ik was ook opgelucht dat ze, zoals het er nu naar uitziet, niet zijn afgelast. Vervelen doe ik me thuis niet, ik heb genoeg te doen. Ik spendeer veel tijd met mijn zoontje en sinds december wonen we in een nieuw huis waar nog veel aan moet gebeuren, vooral in de tuin. Ik ben een schuur aan het bouwen en de bestrating aan het aanleggen. Daar blijf ik meteen een beetje fit van. Mijn sponsor Red Bull heeft me een net gegeven dat ik in de tuin heb opgehangen. Zo kan ik een beetje trainen, smashen tegen de radiator die tegen de schutting aanstond. Ik heb er een video van gemaakt en die op Instagram gezet. Die is inmiddels viral gegaan, meer dan twee miljoen keer bekeken. Andere beachvolleyballers hebben mijn voorbeeld gevolgd, lachen toch? Maar om eerlijk te zijn, is mijn motivatie om thuis te trainen best ver te zoeken. Ik ben sowieso een kortetermijndenker en -planner en zie nu even niet het nut in van trainen. Wel probeer ik mijn basisconditie op pijl te houden. Stel dat er nog iets op het programma komt, dan moet ik snel wedstrijdfit kunnen worden. Toch ben ik al een paar kilo aan spiermassa verloren. Twijfelen om door te gaan, deden Robbert en ik niet. Ook onze nieuwe coach Victor Anfiloff heeft zijn commitment gegeven. We zijn alleen allemaal in de wachtrij geplaatst. Eind oktober verwachten mijn vrouw en ik ons tweede kindje. Even kwam nog ter sprake dat onze uitgestelde toernooien in oktober zouden worden ingehaald. Dat had niet echt handig uitgekomen. Nu de Spelen zijn uitgesteld, krijg ik gewoon een druk. Niek Kimmann - BMX - “In eerste instantie werden onze wereldbekers afgelast. Toch was er voor mij toen nog niet zoveel aan de hand. Al reed ik geen wedstrijden meer, ik kon ik me nog steeds goed voorbereiden op de Spelen, onder andere op onze indoor BMX-baan die we thuis in Dedemsvaart hebben. Samen met mijn broertje Justin kon ik goed doortrainen. Het besef dat ook de Spelen misschien niet door zouden gaan, kwam steeds meer. Met de dag veranderde er zoveel, dat het niet veilig en verstandig zou zijn om ze door te laten gaan. Toen het IOC met het besluit naar buiten kwam, was het wel even een schok. Maar het is de beste en eerlijkste beslissing. Wij konden thuis nog wat doen, sommige buitenlandse BMX’ers konden nog volledig trainen en anderen zaten misschien wel op een flat van 10 hoog. Hoe eerlijk is het dan nog? Een van de eerste dingen die je leert in de sport is om dingen te accepteren en je aan te passen. Wel heb ik wat gas teruggenomen na het besluit. Ik had ook minder motivatie om vol door te trainen. We zijn nu onze indoorbaan aan het verbouwen en bezig met een buitenbaan. Ik kom nu aan dingen toe waar ik normaal de tijd niet voor heb. Verder ben ik veel video’s aan het maken. Ik heb een reportage voor de NOS gemaakt en maak video’s voor de KNWU. Dat neemt veel tijd in beslag. Tussendoor train ik, zodat ik een redelijke basis heb als straks alles weer begint. Ik heb me daarom ook nog geen seconde verveeld. In mijn planning is er veel veranderd. Na de Spelen van Rio kwam ik in een soort zwart gat. Ik was even vergeten dat het leven gewoon door zou gaan. Dat wilde ik nu voorkomen, daarom had ik tot 2021 mijn agenda vol staan. Zo wilde ik graag de Amerikaanse serie rijden. Mijn coaches hadden al plannen uitstaan voor me. Die schuiven nu gewoon een jaartje op.” Kim Polling - Judo - “Ik woon in Turijn met mijn vriend Andrea Regis. Het coronavirus heeft heel Italië op een vreselijke manier op z’n kop gezet. Wij mogen alleen voor de echt noodzakelijke dingen naar buiten, verder moeten we binnen blijven. We hebben een speciale trainingsruimte thuis. Verder heb ik het geluk dat mijn vriend ook judoka is, dus ik kan in tegenstelling tot veel andere judoka’s ook echte judotrainingen doen met Andrea. Natuurlijk is zoals bij iedereen de lockdown ook een relatietest. Ik moet zeggen dat het bij ons heel goed gaat. Andrea is altijd zo relaxt, dus dat scheelt. Ik ben soms een beetje geïrriteerd tijdens de trainingen, maar dat ben ik altijd omdat de dingen bij mij nu eenmaal perfect moeten gaan. Ik heb ADHD, daarom plan ik dingen altijd goed. Dat er nu veel onzekerheid is, maakt mij normaal gesproken erg onrustig. Maar de laatste jaren heb ik geregeld met blessures te maken gehad. Eigenlijk komt deze periode overeen met de tijd dat ik geblesseerd was aan mijn rug en knie. Er is een groot verschil: toen vond ik het vooral moeilijk dat ik niets kon en de wedstrijden gewoon doorgingen. Nu kan niemand judoën en dat maakt het zelfs nog iets makkelijker de situatie te accepteren. Wanneer mogen wij judoka’s weer aan de bak? Judo is natuurlijk een contactsport, ik denk dat gezien de risico’s en de verplichte anderhalve meter afstand wij misschien wel de laatste sporters zijn die weer volop kunnen trainen en wedstrijden afwerken. Maar goed, dat is voor alle judoka’s lastig, met of zonder ADHD. Ik liep op schema wat betreft de Spelen, had geen last meer van blessures. Na het EK, dat op het programma stond in mei, zou duidelijk zijn of ik naar de Spelen mocht. Ik stond er goed voor. Wanneer nu de beslissing gaat vallen wie in mijn gewichtsklasse namens Nederland uitkomt in Tokio, weet ik nog niet. Maar goed, voor mij is dat minder erg. Voor iemand als Henk Grol, die echt aan het aftellen was naar de Spelen en daarna zou stoppen, is het veel erger. Ik ga sowieso door tot en met de Spelen van 2024. Door mijn blessures weet ik bovendien hoe het is om er tussenuit te moeten gaan om daarna weer terug te keren.” Kira Toussaint - Zwemmen - “Ik had het al aan zien komen dat de Spelen uitgesteld zouden worden, maar toch kwam het wel even binnen toen het besluit definitief was. Niet dat ik er een traan om heb gelaten, hoor. Dat komt vooral doordat ik de Olympische Spelen van Tokio nooit als eindstation van mijn carrière heb gezien. Ook al was dit jaar de focus natuurlijk op Tokio gericht, ik heb altijd als subdoel voor dit jaar de WK kortebaan in december in mijn achterhoofd gehad. Daar wil ik revanche nemen op 2018 – toen ik naar later bleek ten onrechte positief testte en het WK moest laten schieten- en wereldkampioen worden in een wereldrecord. Omdat dat WK, met de kennis die we nu hebben, nog gewoon doorgaat, is dat het volgende doel geworden. Dat we de afgelopen tijd niet konden zwemmen zoals we gewend waren, maakt het wel lastig. Mijn doel is fit blijven. Ik ga veel met de hond naar buiten, fietst vaak en doe oefeningen in huis. Mijn verloofde Jesse zit gelukkig samen met mij in quarantaine. Aangezien we normaal een langeafstandsrelatie hebben omdat we allebei een sportcarrière hebben – Jesse is waterpolo-international -, zie ik dit als een kans om lekker veel samen te zijn en spelletjes te spelen. We overleven het wel. Er zijn veel ergere dingen in de wereld.” Frédérique Matla - Hockey - “In 2014 heb ik al mogen proeven aan de Spelen, toen ik meedeed aan de Jeugd Olympische Spelen in Nanjing, China. Een te gekke ervaring. Na de Spelen van Rio ben ik aangesloten bij het Nederlands team. Ik heb me dus vier jaar lang kunnen voorbereiden op mijn eerste Spelen. Ook al kwamen de Spelen steeds dichterbij, ze voelden nog best ver weg aangezien we nog midden in het hockeyseizoen zaten en er nog van alles kon gebeuren. Dat is ook gebleken. Het feit dat ik in het moment leef, verlichtte voor mij de klap toen bleek dat de Spelen deze zomer niet doorgingen. Neemt natuurlijk niet weg dat de Spelen hét ultieme doel voor veel topsporters is, zo ook voor mij. Ik keek en kijk er enorm naar uit. Maar gezondheid is op dit moment het belangrijkste. Bovendien zie ik deze gezondheidskwestie als een externe factor waar ik geen invloed op heb en waar ik me dus ook geen zorgen om kan maken. Ik hoop dat wij ook in deze periode met z’n allen kunnen ‘winnen’, door dit virus te verslaan. Deze periode biedt me welruimte om wat meer tijd te besteden aan – hoe ironisch - mijn studie Gezondheid & Maatschappij. Daarnaast blijf ik natuurlijk heel actief en leef ik nog steeds voor mijn sport. Zo ben ik vier à vijf keer per week verschillende soorten hardloopsessies aan het doen op een veld of in het park in de buurt van m’n huis. Daar werk ik ook twee keer per week mijn krachttraining af. Zo blijf ik toch een beetje fit, ondanks dat ik nog niet weet waarvoor.” Femke Heemskerk - Zwemmen - “Toen langzaam duidelijk werd dat de Spelen in gevaar kwamen, was dat natuurlijk wel heftig, daar werd ik in eerste instantie erg verdrietig van. Uiteindelijk was het nieuws dat de Spelen zouden worden uitgesteld juist een grote opluchting. In deze situatie zijn de Olympische Spelen niet belangrijk. Om zoiets te zeggen is vreemd, omdat tot begin maart alles om de Spelen draaide. Nu is het enige doel om gezond te blijven en samen met de rest van de wereld ervoor te zorgen dat er geen nieuwe mensen besmet raken met het coronavirus. Toen bleek dat we thuis moesten blijven, wilde ik zo snel mogelijk naar mijn vriend Guido toe. Omdat ik vreesde dat we elkaar anders lange tijd niet zouden zien. Ik zag Guido in Vancouver. Samen wilden we naar Amerika, waar hij woont, maar ik werd geweigerd voor de vlucht. Een belangrijke reden was dat we verloofd waren en niet getrouwd. We waren van plan in september te trouwen, maar hebben besloten dat toen snel te doen. We belden een ambtenaar, legden de situatie uit en zijn nog dezelfde middag in een koffietentje getrouwd en we hebben ook nog twee getuigen gevraagd, dat was zo geregeld. Binnen twee minuten was de plechtigheid voorbij. Bizar, maar ook heel bijzonder. Ik ben nu bij Guido in Californië en buiten hebben we een gym gemaakt, we hebben wat spinfietsen gehuurd en Guido heeft een klein zwembadje waar ik aan elastiek in kan zwemmen. Twee keer per week maken we ook nog een lange hike, dan zijn we er ook even uit. Je doet wat je kunt, en mijn enige doel is om mentaal en fysiek fit te blijven en het vormverlies zoveel mogelijk teminimaliseren. Als ik naar de positieve kant kijk, heb ik nog nooit zoveel tijd achter elkaar samen gehad met Guido, dat is super fijn. Maar de reden ervan is natuurlijk vreselijk.” Ranomi Kromowidjojo - Zwemmen - “Voor mij was het duidelijk dat de Spelen verplaatst zouden moeten worden met het oog op de mondiale gezondheid en veiligheid. Het betekent dat mijn carrière in ieder geval nog twaalf maanden langer gaat duren. Ik leef voor de Spelen, dus het was geen moeilijke keuze om mijn loopbaan met tenminste een jaar te verlengen. Er zijn nog wel veel vraagtekens hoe de komende maanden eruit gaan zien. Wanneer kunnen we weer normaal trainen, reizen en wedstrijden zwemmen? Ik focus me erg op wat er wél kan en wat ik wél heb, en gelukkig ben ik gezond en heb ik de mogelijkheid om in en rond het huis te trainen. Daarnaast zijn we bezig om een SWIMM in de tuin te plaatsen, een badje met stroming. Hopelijk kunnen mijn vriend Ferry Weertman en ik snel in onze achtertuin trainen. Lekker luxe! Maar nog meer hoop ik dat men van deze crisis leert en dat deze hele situatie snel voorbij is. Ferry Weertman - Openwaterzwemmen - “Toen ik hoorde dat de Spelen een jaar zijn uitgesteld, voelde ik opluchting. Het zat er al een paar weken aan te komen, we konden al niet meer normaal trainen, wat sowieso geen ideale voorbereiding op de Spelen betekende en daarom had ik ook niet de olympische race kunnen laten zien die ik voor ogen heb. Sommige concurrenten konden wel gewoon doortrainen. Echt eerlijk was het dus sowieso niet geweest. Op dit niveau gaat het om een of twee procenten die het verschil maken. En deze beperkingen hadden mij zeker procenten gekost. Het uitstel zie ik nu als een mogelijkheid om nog beter te worden dan vorig jaar. Ik krijg de kans om te kijken wat er beter kan. Mentaal gezien moest ik het nieuws wel even laten landen, hoor. Na het verlossende woord heb ik een paar dagen vrij genomen. Ons seizoen was officieel afgelopen. Maar na die paar dagen begon eigenlijk meteenseizoen 2020-2021. Dat seizoen duurt nu heel lang, tot en met de Spelen van 2021. Twijfel of ik wel wilde doorgaan, had ik niet. Maar ik heb er wel even de tijd voor genomen, wilde het zeker weten en niet in the heat of the moment beslissen. Mijn vriendin Ranomi gaat ook door, dat scheelt. Na de Spelen stond er eigenlijk een lange vakantie op het programma. Ranomi en ik wilden een huisje huren in Italië. Dingen doen die je normaal gesproken als topsporter niet kunt doen. Nu zullen we in de zomer aan het trainen zijn. Dat is ook leuk. Ook wilde ik mijn opleiding bedrijfskunde afmaken vanaf september. Dat zal niet lukken, daarom ben ik nu maar alvast wat vakken aan het doen. Onze verwachtingen moesten even flink worden bijgesteld.” Marit Bouwmeester - Zeilen - “Deze winter zag ik mezelf al ergens op een tropisch eiland liggen, maar dat moet een jaar wachten. Het was natuurlijk duidelijk dat de Spelen niet door konden gaan, gezondheid is nu het belangrijkst. De situatie is nou eenmaal zo, die is voor iedereen hetzelfde. Ik ben vooral blij dat ik volgend jaar een kans krijg om mijn olympische titel te verdedigen. Mijn plannen moesten wel flink worden aangepast. Ik was echt met een eindsprint bezig richting de Spelen, maar dat houd je niet anderhalf jaar vol. Ik train nu in Scheveningen, alhoewel ik in het begin flink moest wennen aan de temperatuur van het water. Alsof je iedere keer een koude emmer met water in je gezicht gesmeten krijgt. Ook was het spannend naar welke maand de Spelen verplaatst zouden worden. De afgelopen jaren zat ik met mijn broer en coach Roelof in de maanden juni, juli en augustus in Tokio om het olympische water te leren kennen. In augustus heerst er een heel andere wind dan in bijvoorbeeld oktober. Daarom ben ik blij dat de Spelen volgend jaar op dezelfde data worden gehouden. Voor ons is het nu heel belangrijk dat we snel weer in Tokio kunnen trainen en wedstrijden kunnen varen. De onzekerheid wanneer dat weer kan, blijft.” Helden Magazine 52 Het  verhaal over alle 'Tokiogangers' komt voort uit Helden Magazine nummer 52.  In de 52ste editie van Helden schittert Louis van Gaal de cover. Met hem blikken we terug op zijn indrukwekkende carrière. Ook tal van mensen die met de trainer hebben gewerkt komen aan het woord. In deze editie gaan wij terug in de tijd. Pieter van den Hoogenband won twintig jaar geleden olympisch goud op de 100 en 200 meter vrije slag en Joop Zoetemelk won veertig jaar terug als laatste Nederlander de Tour de France. Daarnaast was John Heitinga met Oranje tien jaar terug dicht bij de wereldtitel en won Rinus Israel vijftig jaar geleden de Europa Cup I met Feyenoord. Het was ook dertig jaar geleden dat Mike Tyson zijn wereldtitels en zijn status van onoverwinnelijkheid verloor, bereikte Andre Agassi voor het eerst een grandslamfinale én blikken onder meer uitblinkers Dennis Bergkamp, Frank de Boer en Patrick Kluivert terug op de behekste wedstrijd uit 2000: Nederland – Italië. Verder in de 52ste editie van Helden spreken we sportief directeur van Jumbo-Visma, Merijn Zeeman. Staat Jackie Groenen oog in oog met ‘Het Melkmeisje’ van Vermeer. Kiran Badloe won de strijd met vriend, trainingsmaat én concurrent Dorian van Rijsselberghe. Een exclusief gesprek met Chris Froome over onder meer zijn horrorcrash. Ook lees je hoe overleven voor Johan van der Velde gesneden koek is en verteld Elsemieke Havenga hoe ze tweemaal olympisch goud had kunnen hebben. Krijg jij geen genoeg van alle inspirerende sportverhalen? Kies het abonnement dat bij jou past én wordt abonnee. Zo ontvang je telkens de nieuwste edities op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Wil je een Helden Magazine cadeau doen? Het is ook mogelijk om een abonnement cadeau te doen, deze abonnementen lopen automatisch af. Daarnaast zijn de recentste exemplaren ook gemakkelijk te bestellen via onze webshop.
Ze zouden deze zomer schitteren op de Olympische Spelen in het land van de rijzende zon. Het coronavirus gooide roet in het eten. Paul Raats fotografeerde sporters bij wie alles al een tijd draait om Tokio. Harrie Lavreysen - Baanwielrennen - “Het zijn bijzondere tijden, waarin we zo goed mogelijk proberen door te trainen. Krachttraining doe ik in de achtertuin en de baantraining hou ik op de weg. Ik woon samen met mijn ploeggenoot Nils van ‘t Hoenderdaal, dus we kunnen met elkaar trainen, Dat is fijn. Inmiddels hebben we wat afgelegen weggetjes gevonden, want met 75 kilometer per uur op een fiets zonder rem een weg op schieten waar ook ander verkeer is, gaat niet. We missen alleen de vier bochten die we op de baan wel hebben. Het is niet anders. Het zat er al een tijdje aan te komen dat de Spelen zouden worden uitgesteld. We konden zien wat er gebeurde in de wereld en het is logisch dat het niet door kon gaan. De dag dat ik het hoorde, voelde ik me niet heel rot. Ik dacht meteen: doorpakken, op naar volgend jaar. Plannen na Tokio had ik nog niet gemaakt, maar het voelt wel alsof ik een jaar stilsta. Maar goed, iedereen zit in hetzelfde schuitje. De WK hebben we nog kunnen rijden eind februari. Sommige sporters hebben dit jaar überhaupt geen wedstrijden gehad, wat dat betreft hebben wij nog geluk gehad. Ik ben blij dat we daar hebben kunnen laten zien hoe goed we zijn. Met drie gouden plakken, op de teamsprint, keirin en individuele sprint, keerde ik huiswaarts. Natuurlijk is het voor onze ploeg balen dat de Spelen niet doorgaan, we stonden er allemaal zo goed voor. Maar ik zie nu geen reden om volgend jaar niet in dezelfde vorm te verkeren. Deze periode gebruik ik om nog sterker te worden en onze basis zo perfect mogelijk te maken. Stilstaan is achteruitgaan. En ik wil nog beter worden Alexander Brouwer - Beachvolleybal - “Mijn maatje Robert Meeuwsen met wie ik al tien jaar samenspeel, heb ik sinds maart niet meer gezien. Alleen via videogesprekken met andere vrienden, want we zitten in dezelfde vriendengroep. Naast sporten mis ik het sociale aspect enorm. Het is onwerkelijk dat ons wedstrijdseizoen is afgelopen voordat het amper was begonnen. We hadden pas één toernooi gespeeld. Het is ook bizar dat zoiets groots als de Spelen is uitgesteld. Maar ik was ook opgelucht dat ze, zoals het er nu naar uitziet, niet zijn afgelast. Vervelen doe ik me thuis niet, ik heb genoeg te doen. Ik spendeer veel tijd met mijn zoontje en sinds december wonen we in een nieuw huis waar nog veel aan moet gebeuren, vooral in de tuin. Ik ben een schuur aan het bouwen en de bestrating aan het aanleggen. Daar blijf ik meteen een beetje fit van. Mijn sponsor Red Bull heeft me een net gegeven dat ik in de tuin heb opgehangen. Zo kan ik een beetje trainen, smashen tegen de radiator die tegen de schutting aanstond. Ik heb er een video van gemaakt en die op Instagram gezet. Die is inmiddels viral gegaan, meer dan twee miljoen keer bekeken. Andere beachvolleyballers hebben mijn voorbeeld gevolgd, lachen toch? Maar om eerlijk te zijn, is mijn motivatie om thuis te trainen best ver te zoeken. Ik ben sowieso een kortetermijndenker en -planner en zie nu even niet het nut in van trainen. Wel probeer ik mijn basisconditie op pijl te houden. Stel dat er nog iets op het programma komt, dan moet ik snel wedstrijdfit kunnen worden. Toch ben ik al een paar kilo aan spiermassa verloren. Twijfelen om door te gaan, deden Robbert en ik niet. Ook onze nieuwe coach Victor Anfiloff heeft zijn commitment gegeven. We zijn alleen allemaal in de wachtrij geplaatst. Eind oktober verwachten mijn vrouw en ik ons tweede kindje. Even kwam nog ter sprake dat onze uitgestelde toernooien in oktober zouden worden ingehaald. Dat had niet echt handig uitgekomen. Nu de Spelen zijn uitgesteld, krijg ik gewoon een druk. Niek Kimmann - BMX - “In eerste instantie werden onze wereldbekers afgelast. Toch was er voor mij toen nog niet zoveel aan de hand. Al reed ik geen wedstrijden meer, ik kon ik me nog steeds goed voorbereiden op de Spelen, onder andere op onze indoor BMX-baan die we thuis in Dedemsvaart hebben. Samen met mijn broertje Justin kon ik goed doortrainen. Het besef dat ook de Spelen misschien niet door zouden gaan, kwam steeds meer. Met de dag veranderde er zoveel, dat het niet veilig en verstandig zou zijn om ze door te laten gaan. Toen het IOC met het besluit naar buiten kwam, was het wel even een schok. Maar het is de beste en eerlijkste beslissing. Wij konden thuis nog wat doen, sommige buitenlandse BMX’ers konden nog volledig trainen en anderen zaten misschien wel op een flat van 10 hoog. Hoe eerlijk is het dan nog? Een van de eerste dingen die je leert in de sport is om dingen te accepteren en je aan te passen. Wel heb ik wat gas teruggenomen na het besluit. Ik had ook minder motivatie om vol door te trainen. We zijn nu onze indoorbaan aan het verbouwen en bezig met een buitenbaan. Ik kom nu aan dingen toe waar ik normaal de tijd niet voor heb. Verder ben ik veel video’s aan het maken. Ik heb een reportage voor de NOS gemaakt en maak video’s voor de KNWU. Dat neemt veel tijd in beslag. Tussendoor train ik, zodat ik een redelijke basis heb als straks alles weer begint. Ik heb me daarom ook nog geen seconde verveeld. In mijn planning is er veel veranderd. Na de Spelen van Rio kwam ik in een soort zwart gat. Ik was even vergeten dat het leven gewoon door zou gaan. Dat wilde ik nu voorkomen, daarom had ik tot 2021 mijn agenda vol staan. Zo wilde ik graag de Amerikaanse serie rijden. Mijn coaches hadden al plannen uitstaan voor me. Die schuiven nu gewoon een jaartje op.” Kim Polling - Judo - “Ik woon in Turijn met mijn vriend Andrea Regis. Het coronavirus heeft heel Italië op een vreselijke manier op z’n kop gezet. Wij mogen alleen voor de echt noodzakelijke dingen naar buiten, verder moeten we binnen blijven. We hebben een speciale trainingsruimte thuis. Verder heb ik het geluk dat mijn vriend ook judoka is, dus ik kan in tegenstelling tot veel andere judoka’s ook echte judotrainingen doen met Andrea. Natuurlijk is zoals bij iedereen de lockdown ook een relatietest. Ik moet zeggen dat het bij ons heel goed gaat. Andrea is altijd zo relaxt, dus dat scheelt. Ik ben soms een beetje geïrriteerd tijdens de trainingen, maar dat ben ik altijd omdat de dingen bij mij nu eenmaal perfect moeten gaan. Ik heb ADHD, daarom plan ik dingen altijd goed. Dat er nu veel onzekerheid is, maakt mij normaal gesproken erg onrustig. Maar de laatste jaren heb ik geregeld met blessures te maken gehad. Eigenlijk komt deze periode overeen met de tijd dat ik geblesseerd was aan mijn rug en knie. Er is een groot verschil: toen vond ik het vooral moeilijk dat ik niets kon en de wedstrijden gewoon doorgingen. Nu kan niemand judoën en dat maakt het zelfs nog iets makkelijker de situatie te accepteren. Wanneer mogen wij judoka’s weer aan de bak? Judo is natuurlijk een contactsport, ik denk dat gezien de risico’s en de verplichte anderhalve meter afstand wij misschien wel de laatste sporters zijn die weer volop kunnen trainen en wedstrijden afwerken. Maar goed, dat is voor alle judoka’s lastig, met of zonder ADHD. Ik liep op schema wat betreft de Spelen, had geen last meer van blessures. Na het EK, dat op het programma stond in mei, zou duidelijk zijn of ik naar de Spelen mocht. Ik stond er goed voor. Wanneer nu de beslissing gaat vallen wie in mijn gewichtsklasse namens Nederland uitkomt in Tokio, weet ik nog niet. Maar goed, voor mij is dat minder erg. Voor iemand als Henk Grol, die echt aan het aftellen was naar de Spelen en daarna zou stoppen, is het veel erger. Ik ga sowieso door tot en met de Spelen van 2024. Door mijn blessures weet ik bovendien hoe het is om er tussenuit te moeten gaan om daarna weer terug te keren.” Kira Toussaint - Zwemmen - “Ik had het al aan zien komen dat de Spelen uitgesteld zouden worden, maar toch kwam het wel even binnen toen het besluit definitief was. Niet dat ik er een traan om heb gelaten, hoor. Dat komt vooral doordat ik de Olympische Spelen van Tokio nooit als eindstation van mijn carrière heb gezien. Ook al was dit jaar de focus natuurlijk op Tokio gericht, ik heb altijd als subdoel voor dit jaar de WK kortebaan in december in mijn achterhoofd gehad. Daar wil ik revanche nemen op 2018 – toen ik naar later bleek ten onrechte positief testte en het WK moest laten schieten- en wereldkampioen worden in een wereldrecord. Omdat dat WK, met de kennis die we nu hebben, nog gewoon doorgaat, is dat het volgende doel geworden. Dat we de afgelopen tijd niet konden zwemmen zoals we gewend waren, maakt het wel lastig. Mijn doel is fit blijven. Ik ga veel met de hond naar buiten, fietst vaak en doe oefeningen in huis. Mijn verloofde Jesse zit gelukkig samen met mij in quarantaine. Aangezien we normaal een langeafstandsrelatie hebben omdat we allebei een sportcarrière hebben – Jesse is waterpolo-international -, zie ik dit als een kans om lekker veel samen te zijn en spelletjes te spelen. We overleven het wel. Er zijn veel ergere dingen in de wereld.” Frédérique Matla - Hockey - “In 2014 heb ik al mogen proeven aan de Spelen, toen ik meedeed aan de Jeugd Olympische Spelen in Nanjing, China. Een te gekke ervaring. Na de Spelen van Rio ben ik aangesloten bij het Nederlands team. Ik heb me dus vier jaar lang kunnen voorbereiden op mijn eerste Spelen. Ook al kwamen de Spelen steeds dichterbij, ze voelden nog best ver weg aangezien we nog midden in het hockeyseizoen zaten en er nog van alles kon gebeuren. Dat is ook gebleken. Het feit dat ik in het moment leef, verlichtte voor mij de klap toen bleek dat de Spelen deze zomer niet doorgingen. Neemt natuurlijk niet weg dat de Spelen hét ultieme doel voor veel topsporters is, zo ook voor mij. Ik keek en kijk er enorm naar uit. Maar gezondheid is op dit moment het belangrijkste. Bovendien zie ik deze gezondheidskwestie als een externe factor waar ik geen invloed op heb en waar ik me dus ook geen zorgen om kan maken. Ik hoop dat wij ook in deze periode met z’n allen kunnen ‘winnen’, door dit virus te verslaan. Deze periode biedt me welruimte om wat meer tijd te besteden aan – hoe ironisch - mijn studie Gezondheid & Maatschappij. Daarnaast blijf ik natuurlijk heel actief en leef ik nog steeds voor mijn sport. Zo ben ik vier à vijf keer per week verschillende soorten hardloopsessies aan het doen op een veld of in het park in de buurt van m’n huis. Daar werk ik ook twee keer per week mijn krachttraining af. Zo blijf ik toch een beetje fit, ondanks dat ik nog niet weet waarvoor.” Femke Heemskerk - Zwemmen - “Toen langzaam duidelijk werd dat de Spelen in gevaar kwamen, was dat natuurlijk wel heftig, daar werd ik in eerste instantie erg verdrietig van. Uiteindelijk was het nieuws dat de Spelen zouden worden uitgesteld juist een grote opluchting. In deze situatie zijn de Olympische Spelen niet belangrijk. Om zoiets te zeggen is vreemd, omdat tot begin maart alles om de Spelen draaide. Nu is het enige doel om gezond te blijven en samen met de rest van de wereld ervoor te zorgen dat er geen nieuwe mensen besmet raken met het coronavirus. Toen bleek dat we thuis moesten blijven, wilde ik zo snel mogelijk naar mijn vriend Guido toe. Omdat ik vreesde dat we elkaar anders lange tijd niet zouden zien. Ik zag Guido in Vancouver. Samen wilden we naar Amerika, waar hij woont, maar ik werd geweigerd voor de vlucht. Een belangrijke reden was dat we verloofd waren en niet getrouwd. We waren van plan in september te trouwen, maar hebben besloten dat toen snel te doen. We belden een ambtenaar, legden de situatie uit en zijn nog dezelfde middag in een koffietentje getrouwd en we hebben ook nog twee getuigen gevraagd, dat was zo geregeld. Binnen twee minuten was de plechtigheid voorbij. Bizar, maar ook heel bijzonder. Ik ben nu bij Guido in Californië en buiten hebben we een gym gemaakt, we hebben wat spinfietsen gehuurd en Guido heeft een klein zwembadje waar ik aan elastiek in kan zwemmen. Twee keer per week maken we ook nog een lange hike, dan zijn we er ook even uit. Je doet wat je kunt, en mijn enige doel is om mentaal en fysiek fit te blijven en het vormverlies zoveel mogelijk teminimaliseren. Als ik naar de positieve kant kijk, heb ik nog nooit zoveel tijd achter elkaar samen gehad met Guido, dat is super fijn. Maar de reden ervan is natuurlijk vreselijk.” Ranomi Kromowidjojo - Zwemmen - “Voor mij was het duidelijk dat de Spelen verplaatst zouden moeten worden met het oog op de mondiale gezondheid en veiligheid. Het betekent dat mijn carrière in ieder geval nog twaalf maanden langer gaat duren. Ik leef voor de Spelen, dus het was geen moeilijke keuze om mijn loopbaan met tenminste een jaar te verlengen. Er zijn nog wel veel vraagtekens hoe de komende maanden eruit gaan zien. Wanneer kunnen we weer normaal trainen, reizen en wedstrijden zwemmen? Ik focus me erg op wat er wél kan en wat ik wél heb, en gelukkig ben ik gezond en heb ik de mogelijkheid om in en rond het huis te trainen. Daarnaast zijn we bezig om een SWIMM in de tuin te plaatsen, een badje met stroming. Hopelijk kunnen mijn vriend Ferry Weertman en ik snel in onze achtertuin trainen. Lekker luxe! Maar nog meer hoop ik dat men van deze crisis leert en dat deze hele situatie snel voorbij is. Ferry Weertman - Openwaterzwemmen - “Toen ik hoorde dat de Spelen een jaar zijn uitgesteld, voelde ik opluchting. Het zat er al een paar weken aan te komen, we konden al niet meer normaal trainen, wat sowieso geen ideale voorbereiding op de Spelen betekende en daarom had ik ook niet de olympische race kunnen laten zien die ik voor ogen heb. Sommige concurrenten konden wel gewoon doortrainen. Echt eerlijk was het dus sowieso niet geweest. Op dit niveau gaat het om een of twee procenten die het verschil maken. En deze beperkingen hadden mij zeker procenten gekost. Het uitstel zie ik nu als een mogelijkheid om nog beter te worden dan vorig jaar. Ik krijg de kans om te kijken wat er beter kan. Mentaal gezien moest ik het nieuws wel even laten landen, hoor. Na het verlossende woord heb ik een paar dagen vrij genomen. Ons seizoen was officieel afgelopen. Maar na die paar dagen begon eigenlijk meteenseizoen 2020-2021. Dat seizoen duurt nu heel lang, tot en met de Spelen van 2021. Twijfel of ik wel wilde doorgaan, had ik niet. Maar ik heb er wel even de tijd voor genomen, wilde het zeker weten en niet in the heat of the moment beslissen. Mijn vriendin Ranomi gaat ook door, dat scheelt. Na de Spelen stond er eigenlijk een lange vakantie op het programma. Ranomi en ik wilden een huisje huren in Italië. Dingen doen die je normaal gesproken als topsporter niet kunt doen. Nu zullen we in de zomer aan het trainen zijn. Dat is ook leuk. Ook wilde ik mijn opleiding bedrijfskunde afmaken vanaf september. Dat zal niet lukken, daarom ben ik nu maar alvast wat vakken aan het doen. Onze verwachtingen moesten even flink worden bijgesteld.” Marit Bouwmeester - Zeilen - “Deze winter zag ik mezelf al ergens op een tropisch eiland liggen, maar dat moet een jaar wachten. Het was natuurlijk duidelijk dat de Spelen niet door konden gaan, gezondheid is nu het belangrijkst. De situatie is nou eenmaal zo, die is voor iedereen hetzelfde. Ik ben vooral blij dat ik volgend jaar een kans krijg om mijn olympische titel te verdedigen. Mijn plannen moesten wel flink worden aangepast. Ik was echt met een eindsprint bezig richting de Spelen, maar dat houd je niet anderhalf jaar vol. Ik train nu in Scheveningen, alhoewel ik in het begin flink moest wennen aan de temperatuur van het water. Alsof je iedere keer een koude emmer met water in je gezicht gesmeten krijgt. Ook was het spannend naar welke maand de Spelen verplaatst zouden worden. De afgelopen jaren zat ik met mijn broer en coach Roelof in de maanden juni, juli en augustus in Tokio om het olympische water te leren kennen. In augustus heerst er een heel andere wind dan in bijvoorbeeld oktober. Daarom ben ik blij dat de Spelen volgend jaar op dezelfde data worden gehouden. Voor ons is het nu heel belangrijk dat we snel weer in Tokio kunnen trainen en wedstrijden kunnen varen. De onzekerheid wanneer dat weer kan, blijft.” Helden Magazine 52 Het  verhaal over alle 'Tokiogangers' komt voort uit Helden Magazine nummer 52.  In de 52ste editie van Helden schittert Louis van Gaal de cover. Met hem blikken we terug op zijn indrukwekkende carrière. Ook tal van mensen die met de trainer hebben gewerkt komen aan het woord. In deze editie gaan wij terug in de tijd. Pieter van den Hoogenband won twintig jaar geleden olympisch goud op de 100 en 200 meter vrije slag en Joop Zoetemelk won veertig jaar terug als laatste Nederlander de Tour de France. Daarnaast was John Heitinga met Oranje tien jaar terug dicht bij de wereldtitel en won Rinus Israel vijftig jaar geleden de Europa Cup I met Feyenoord. Het was ook dertig jaar geleden dat Mike Tyson zijn wereldtitels en zijn status van onoverwinnelijkheid verloor, bereikte Andre Agassi voor het eerst een grandslamfinale én blikken onder meer uitblinkers Dennis Bergkamp, Frank de Boer en Patrick Kluivert terug op de behekste wedstrijd uit 2000: Nederland – Italië. Verder in de 52ste editie van Helden spreken we sportief directeur van Jumbo-Visma, Merijn Zeeman. Staat Jackie Groenen oog in oog met ‘Het Melkmeisje’ van Vermeer. Kiran Badloe won de strijd met vriend, trainingsmaat én concurrent Dorian van Rijsselberghe. Een exclusief gesprek met Chris Froome over onder meer zijn horrorcrash. Ook lees je hoe overleven voor Johan van der Velde gesneden koek is en verteld Elsemieke Havenga hoe ze tweemaal olympisch goud had kunnen hebben. Krijg jij geen genoeg van alle inspirerende sportverhalen? Kies het abonnement dat bij jou past én wordt abonnee. Zo ontvang je telkens de nieuwste edities op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Wil je een Helden Magazine cadeau doen? Het is ook mogelijk om een abonnement cadeau te doen, deze abonnementen lopen automatisch af. Daarnaast zijn de recentste exemplaren ook gemakkelijk te bestellen via onze webshop.

BMX

Laura & Merel Smulders: ‘Zussenstrijd’

De ene durfal heeft al een olympische medaille op zak, de andere is hard op weg een plek in de top te veroveren. BMX’sters Laura (24) en Merel Smulders (20) willen maar één ding: samen op het podium belanden. “Ik help je, Merel, spring maar op m’n stuur,” roept Laura Smulders. Samen rijden ze een paar rondjes door de sporthal in Wijchen, waar ze met z’n tweeën een huis delen. Als tijdens de fotoshoot blijkt dat Merel de moeilijke trucs op haar BMX liever achterwege laat, bekommert Laura zich over haar als een verantwoordelijke oudere zus. Merel lacht naar de camera en moedigt Laura aan dat ook te doen. Merel: “Ik vind fotoshoots, kleding en sieraden geweldig, ben het meisje meisje van ons twee.” Laura lachend: “Je hebt me wel een beetje aangestoken, maar over het algemeen ben ik met mijn sport bezig en niet met m’n uiterlijk.” Merel: “Laura is natuurlijk mijn grote zus, maar daarnaast lijken we ook wel beste vriendinnen. En soms is ze een beetje mijn tweede moeder. Dan roept ze dat ik mijn kleren moet opruimen of de vaatwasser uit moet ruimen.” Laura: “Ik vertel je af en toe gewoon wat je moet doen. We kunnen het heel goed met elkaar vinden, maar ook ruzie maken. Dan schreeuwen we even tegen elkaar, maar vijf minuten later is het weer over.” Merel: “Onze teamgenoten vinden ons net een getrouwd stel.” Laura knikt: “We trainen samen, wonen samen en reizen samen naar wedstrijden en trainingen. Het is soms best lastig om altijd op elkaars lip te zitten, maar het is ook heel fijn dat we dit samen kunnen doen. Ik zou ook niet in m’n eentje willen wonen, veel te saai.” Lachend: “En als ik Merel zat ben, zeg ik: ga maar even naar je kamer.” Merel hoofdschuddend: “Ik krijg vaker te horen: ‘Ga je nu alwéér weg?’ Ik ben heel actief, ga vaak naar vriendinnen toe en ik werk er ook nog naast bij een sportschool en bij een van onze sponsors. O, en ik volg een minor strafrecht in Utrecht. Later wil ik bij de politie.” Laura beaamt: “Merel heeft een drukkere agenda dan ik. Ik ben liever met één ding bezig: met BMX’en.” Rot gevoel De BMX is niet meer weg te denken uit het leven van de familie Smulders uit Horssen. Laura raakte al op jonge leeftijd verknocht aan de sport, toen ze samen met haar vader en oudere broer Koen voor het eerst bij een wedstrijd was in Doetinchem. Laura: “Een kennis deed mee, daarom gingen we kijken. We vonden het gaaf. De dichtstbijzijnde baan was in Wijchen, tien minuten bij ons vandaag. Ik was zes toen ik voor het eerst over die heuveltjes reed.” Merel: “Ik stond van heel jongs af aan te kijken en wilde ook.” Laura: “Mijn broer en ik fietsten al drie jaar, toen kwam Merel erbij. We hebben het niet van een vreemde: mijn vader deed aan motorcross, mountainbiken en wielrennen.” Merel: “Sinds 2004 gingen we ieder weekend met de familie in de camper heel Europa door om aan wedstrijden mee te doen.” Laura: “Ik kan me nog herinneren dat we op de basisschool op maandagen in een kring over ons weekend moesten vertellen. Ik nam bijna iedere maandag een beker mee.” Merel werd al snel Laura’s grootste fan en an­dersom. Merel zag haar vier jaar oudere zus uitgroeien tot de kopvrouw van het Neder­ landse BMX’en en een olympische bronzen medaille winnen tijdens de Spelen in Londen in 2012, wereldkampioen tijdrit worden en tot tweemaal toe Europees kampioen. Ook won Laura de afgelopen twee jaar het wereld­ bekerklassement. Merel: “Tijdens de Spelen in Londen was ik superzenuwachtig, ik stond hysterisch te schreeuwen op de tribune.” Laura: “Ik was achttien jaar, niemand had gedacht dat ik daar überhaupt de finale zou halen. In die finale stond ik alleen maar te genieten, ik was niet bezig met winnen. Maar ik had een goede start, wist de gaatjes te vinden en reed zo naar die derde plek.” Andersom zag Laura haar zusje heersen in het juniorencircuit. Merel werd onder meer Europees kampioen en wereldkampioen op de tijdrit in 2016. Laura: ‘We lazen van het ongeluk van Jelle van Gorkom en ik werd meteen heel misselijk’ Helden Magazine 41 Het eerste gedeelte van het verhaal van de zusjes Smulders komt voort uit Helden Magazine 41 waar Wesley Sneijder de cover siert. Sneijder is niet langer international. In een exclusief interview doet hij zijn verhaal vanuit Qatar. ‘’Ik ben nog hetzelfde straatschoffie’’. Verder in de 41ste editie van Helden, voetbaltrainer Phillip Cocu over zijn indrukwekkende carrière, wielrenner Laurens ten Dam over de Giro en Tom Dumoulin, paralympisch triatleet Jetze Plat, voetbalster Jackie Groenen over haar studie en nog meer, voetballer Kevin de Bruyne, koning van de marathon Eliud Kipchoge, voetballer Lasse Schöne, oud-wielrenner Johan van der Velde, oud-tenniser Raemon Sluiter, de paravolleyballers over hun droom de paralympische Spelen in Tokio en oud-voetballer Khalid Boulahrouz ontmoet Barbara Barend en spreekt over hun innige band, ons land en het Marokkaanse WK-elftal. Krijg jij geen genoeg van alle inspirerende sportverhalen? Kies het abonnement dat bij jou past én wordt abonnee. Zo ontvang je telkens de nieuwste edities op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Wil je een Helden Magazine cadeau doen? Het is ook mogelijk om een abonnement cadeau te doen, deze abonnementen lopen automatisch af. Daarnaast zijn de recentste exemplaren ook gemakkelijk te bestellen via onze webshop.
De ene durfal heeft al een olympische medaille op zak, de andere is hard op weg een plek in de top te veroveren. BMX’sters Laura (24) en Merel Smulders (20) willen maar één ding: samen op het podium belanden. “Ik help je, Merel, spring maar op m’n stuur,” roept Laura Smulders. Samen rijden ze een paar rondjes door de sporthal in Wijchen, waar ze met z’n tweeën een huis delen. Als tijdens de fotoshoot blijkt dat Merel de moeilijke trucs op haar BMX liever achterwege laat, bekommert Laura zich over haar als een verantwoordelijke oudere zus. Merel lacht naar de camera en moedigt Laura aan dat ook te doen. Merel: “Ik vind fotoshoots, kleding en sieraden geweldig, ben het meisje meisje van ons twee.” Laura lachend: “Je hebt me wel een beetje aangestoken, maar over het algemeen ben ik met mijn sport bezig en niet met m’n uiterlijk.” Merel: “Laura is natuurlijk mijn grote zus, maar daarnaast lijken we ook wel beste vriendinnen. En soms is ze een beetje mijn tweede moeder. Dan roept ze dat ik mijn kleren moet opruimen of de vaatwasser uit moet ruimen.” Laura: “Ik vertel je af en toe gewoon wat je moet doen. We kunnen het heel goed met elkaar vinden, maar ook ruzie maken. Dan schreeuwen we even tegen elkaar, maar vijf minuten later is het weer over.” Merel: “Onze teamgenoten vinden ons net een getrouwd stel.” Laura knikt: “We trainen samen, wonen samen en reizen samen naar wedstrijden en trainingen. Het is soms best lastig om altijd op elkaars lip te zitten, maar het is ook heel fijn dat we dit samen kunnen doen. Ik zou ook niet in m’n eentje willen wonen, veel te saai.” Lachend: “En als ik Merel zat ben, zeg ik: ga maar even naar je kamer.” Merel hoofdschuddend: “Ik krijg vaker te horen: ‘Ga je nu alwéér weg?’ Ik ben heel actief, ga vaak naar vriendinnen toe en ik werk er ook nog naast bij een sportschool en bij een van onze sponsors. O, en ik volg een minor strafrecht in Utrecht. Later wil ik bij de politie.” Laura beaamt: “Merel heeft een drukkere agenda dan ik. Ik ben liever met één ding bezig: met BMX’en.” Rot gevoel De BMX is niet meer weg te denken uit het leven van de familie Smulders uit Horssen. Laura raakte al op jonge leeftijd verknocht aan de sport, toen ze samen met haar vader en oudere broer Koen voor het eerst bij een wedstrijd was in Doetinchem. Laura: “Een kennis deed mee, daarom gingen we kijken. We vonden het gaaf. De dichtstbijzijnde baan was in Wijchen, tien minuten bij ons vandaag. Ik was zes toen ik voor het eerst over die heuveltjes reed.” Merel: “Ik stond van heel jongs af aan te kijken en wilde ook.” Laura: “Mijn broer en ik fietsten al drie jaar, toen kwam Merel erbij. We hebben het niet van een vreemde: mijn vader deed aan motorcross, mountainbiken en wielrennen.” Merel: “Sinds 2004 gingen we ieder weekend met de familie in de camper heel Europa door om aan wedstrijden mee te doen.” Laura: “Ik kan me nog herinneren dat we op de basisschool op maandagen in een kring over ons weekend moesten vertellen. Ik nam bijna iedere maandag een beker mee.” Merel werd al snel Laura’s grootste fan en an­dersom. Merel zag haar vier jaar oudere zus uitgroeien tot de kopvrouw van het Neder­ landse BMX’en en een olympische bronzen medaille winnen tijdens de Spelen in Londen in 2012, wereldkampioen tijdrit worden en tot tweemaal toe Europees kampioen. Ook won Laura de afgelopen twee jaar het wereld­ bekerklassement. Merel: “Tijdens de Spelen in Londen was ik superzenuwachtig, ik stond hysterisch te schreeuwen op de tribune.” Laura: “Ik was achttien jaar, niemand had gedacht dat ik daar überhaupt de finale zou halen. In die finale stond ik alleen maar te genieten, ik was niet bezig met winnen. Maar ik had een goede start, wist de gaatjes te vinden en reed zo naar die derde plek.” Andersom zag Laura haar zusje heersen in het juniorencircuit. Merel werd onder meer Europees kampioen en wereldkampioen op de tijdrit in 2016. Laura: ‘We lazen van het ongeluk van Jelle van Gorkom en ik werd meteen heel misselijk’ Helden Magazine 41 Het eerste gedeelte van het verhaal van de zusjes Smulders komt voort uit Helden Magazine 41 waar Wesley Sneijder de cover siert. Sneijder is niet langer international. In een exclusief interview doet hij zijn verhaal vanuit Qatar. ‘’Ik ben nog hetzelfde straatschoffie’’. Verder in de 41ste editie van Helden, voetbaltrainer Phillip Cocu over zijn indrukwekkende carrière, wielrenner Laurens ten Dam over de Giro en Tom Dumoulin, paralympisch triatleet Jetze Plat, voetbalster Jackie Groenen over haar studie en nog meer, voetballer Kevin de Bruyne, koning van de marathon Eliud Kipchoge, voetballer Lasse Schöne, oud-wielrenner Johan van der Velde, oud-tenniser Raemon Sluiter, de paravolleyballers over hun droom de paralympische Spelen in Tokio en oud-voetballer Khalid Boulahrouz ontmoet Barbara Barend en spreekt over hun innige band, ons land en het Marokkaanse WK-elftal. Krijg jij geen genoeg van alle inspirerende sportverhalen? Kies het abonnement dat bij jou past én wordt abonnee. Zo ontvang je telkens de nieuwste edities op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Wil je een Helden Magazine cadeau doen? Het is ook mogelijk om een abonnement cadeau te doen, deze abonnementen lopen automatisch af. Daarnaast zijn de recentste exemplaren ook gemakkelijk te bestellen via onze webshop.

BMX

Papendalganger: Twan van Gendt

Veel Nederlandse sporters gebruiken Papendal als thuisbasis. Helden gaat langs bij de Papendalgangers. In deel 17: BMX’er Twan van Gendt (25), die in 2015 Europees kampioen werd.
Veel Nederlandse sporters gebruiken Papendal als thuisbasis. Helden gaat langs bij de Papendalgangers. In deel 17: BMX’er Twan van Gendt (25), die in 2015 Europees kampioen werd.

BMX

‘We hebben in Rio een flink potje lopen janken’

Hoge pieken en diepe dalen, voor baanwielrenner Jeffrey Hoogland (24) zit er eigenlijk niks tussenin. En zo hoort het ook bij een topsporter die in zijn hart motorcrosser is. Ze spraken uit dat ze nog jaren bij elkaar zouden blijven. Hoewel Jeffrey Hoogland net 23 was geworden, was de tijd rijp om samen een huis te kopen. Ze hadden al eerder samengewoond, in een huurhuis, en dat was goed bevallen. Dat was ook in Apeldoorn, vlakbij wielerbaan Omnisport, waar de dagelijkse trainingsuren werden gemaakt. Daarna verhuisden ze tijdelijk naar Alkmaar omdat de wielerbaan in Apeldoorn werd verbouwd. Toen Omnisport na de Spelen in Rio weer openging, was het niet meer dan logisch dat ze samen naar een huis zochten in Apeldoorn. De huizenprijzen en de hypotheekrente waren zo laag dat ze een dief van hun eigen portemonnee waren als ze weer gingen huren. Een huis kopen was in die zin ook een investering voor later. En dus kochten ze samen een eengezinswoning, hemelsbreed op een kilometer van de wielerbaan. Ze deden alles met z’n tweetjes: samen naar de hypotheekadviseur, samen naar de bank en samen naar IKEA om spulletjes te kopen. “Ik weet dat het klinkt alsof we een getrouwd stel zijn,” zegt Jeffrey aan de keukentafel bij zijn ouders in Nijverdal, “maar voor mijn teamgenoot Nils van ’t Hoenderdaal en mij was het niet meer dan logisch. We kenden elkaar als huisgenoten en konden gewoon goed met elkaar overweg. We zijn voorlopig wel even druk met sporten, samenwonen met een vrouw willen we nog niet.” Motorcross Hoewel Jeffrey niet voor het eerst op zichzelf woont, is hij nu voor het eerst uitgeschreven uit Nijverdal. Je kunt wel zeggen dat de Hooglandjes honkvast zijn. Oudste broer Björn (29) woont pas enkele jaren op zichzelf, twee straten verderop van het ouderlijk huis, en middelste broer Robin (26) woont nog thuis. “Of we een hechte familie zijn?” zegt vader Jos. “Ze komen in ieder geval altijd weer thuis eten, dus het zal wel goed zijn.” Jos en zijn vrouw Ans hebben hun zoons nooit gepusht uit huis te gaan. Zonde van het geld, blijf lekker bij ons, zodat je een auto kunt betalen en kunt sparen voor leuke dingen. “De laatste tijd krijg ik steeds vaker Funda-linkjes toegestuurd door mijn moeder,” lacht Robin. “Of dat ze zegt: ‘Goh, mijn collega heeft een heel leuk huis te koop.’” Jeffrey: “Het is gewoon gezellig hier. Oké, ik woon nu in Apeldoorn, maar kom vaak in de weekenden naar huis. Mijn kameraden wonen hier, mijn broers natuurlijk en de motorcross is hier.” Het M-woord is gevallen. Veel meer dan een baanwielrenner is Jeffrey een motorcrosser, net als vader Jos en broers Björn en Robin. Toen Ans hem ontmoette rond 1980, was Jos een fanatieke motorcrosser. Jos: “Wij woonden vroeger aan de bosrand en waren altijd met oude brommers en fietsen aan het knooien. In mijn tijd was motorcross heel groot in de regio, stond er zomaar 35.000 man publiek langs het parcours.” De broers wisten niet beter dan dat hun vader, in het dagelijks leven verwarmingsmonteur, ’s avonds in de schuur aan motoren sleutelde. Elk weekend stapte de familie in de bestelbus om naar de race van pa te kijken. Vaak crosten de jongens op het middenterrein op minimotoren, ze hadden alle drie hun eigen crosspak. “We reden letterlijk door totdat de tank leeg was,” zegt Robin. “Jeffrey had een keer de tank leeg, ik was hem aan het volgen en reed zo volle bak achterop hem.” Jeffrey: 'Ik was super blij voor Elis Ligtlee, maar zag ook wat zo'n gouden plak teweeg kan brengen. Ik was echt jaloers' Als het aan de jongens had gelegen, waren ze meteen op motorcross gegaan. Maar dat zag Ans niet zitten. “Ik denk niet dat dat goed was gekomen,” zegt Jeffrey. “Dan waren we als familie failliet gegaan. Ook al rijd je op het hoogste niveau in Nederland, dan nog krijg je amper betaald. Dat Jeffrey Herlings prof is geworden en goed betaald krijgt, is echt uniek in Nederland. Reken maar dat zijn ouders in het begin krom hebben gelegen om hem te laten rijden. Dat kon gewoon niet bij ons, met drie broers.” Heel subtiel geleidde Ans haar zoons naar BMX. “Een vriendje van Björn deed dat en aangezien wij een BMX-baan in Nijverdal hebben, zei ik dat hij eens moest gaan kijken.” En of ze het leuk vonden. BMX, of fietscross, kwam het dichtst bij motorcross. Niet voor niets is BMX de afkorting van Bicycle Motor Cross. Zodra de zijwieltjes van zijn fiets gingen, begon Jeffrey net als zijn broers met fietscross, hij was toen drie jaar. “Officieel mag je pas wedstrijden rijden als je vier bent,” zegt Ans, “dus deed Jeffrey mee voor spek en bonen. Daar was hij enorm pissig over, dat hij niet meetelde voor het klassement.” Op zijn vierde werd Jeffrey voor het eerst Nederlands kampioen. Tot zijn zestiende zou hij dat kunstje elk jaar herhalen, in elke leeftijdsklasse. “We zijn gewoon gek op sport,” zegt Jeffrey. “En we streven er altijd naar om de beste te zijn. Dat zit er van jongs af aan in bij ons.” Familiesport “Als je heel veel fietst, ga je ook goed fietsen.” Deze Cruijffiaanse wijsheid komt van middelste broer Robin. Jeffrey was de meest talentvolle van de drie, toch deden Björn en Robin aardig mee. “Ik had niet de drive en het talent van Jeffrey, maar we fietsten zo veel,” zegt Robin. “Als je het zo vaak doet, word je vanzelf beter.” Robin begon voorop te rijden, won drie provinciale truien en werd twee keer tweede op het NK. Jos: “Bij het NK in Nunspeet stonden ze alle drie in de finale, dat was in de leeftijdscategorie 16+.” Jeffrey: “Dat waren clubkampioenschappen, dus bij onze club rekenden ze zich al rijk met drie rijders in de finale. Iedereen had er belang bij dat wij goed zouden rijden. Maar toen gingen we alle drie op onze bek.” Jos: “In de eerste bocht ging Jeffrey onderuit en bij een volgende bult reden Björn en Robin elkaar van de fiets.” Er stond geen maat op Jeffrey, zeker toen hij jonger was. Daarom fietste hij in hogere klassen, met jongens van drie jaar ouder dan hij. Soms reed hij ook tegen Robin. “Het gebeurde geregeld dat Jeffrey op het hoogste podium stond en dat Robin ernaast stond te balen,” zegt Ans, “soms was het huis hier dan echt te klein.” Robin: “Maar ik vond het ook supervet dat Jeffrey zoveel won. Daar ben ik altijd heel trots op geweest.” Jeffrey: “Ze jutten me vaak ook op. Zeiden ze: ‘Jij moet winnen!’ Ze verwachtten het gewoon van me.” Björn: “Het werd op een gegeven moment vrij normaal dat hij alles won. Het zat bij hem tussen de oren dat hij wilde winnen. Tot aan de streep ging hij door. Jeffrey heeft zo vaak gehad dat hij in de laatste meters nog iemand inhaalde.” Elf jaar lang is de familie niet op vakantie geweest. Elke zomer ging het gezin in de bus, met caravan, naar het EK of WK. Tsjechië, Hongarije, Frankrijk, België, ze zijn zelfs in Australië en China geweest met z’n vijven. Na het toernooi plakten ze er dan nog een weekje aan vast. “Hoewel ze dan alsnog elke dag naar de baan gingen,” zegt Ans, “maar ik heb het altijd heel leuk gevonden. BMX is echt een familiesport. Veel families van rijders stonden op campings en het was altijd een gezellig weerzien op de baan.” Jos: “Ik ging mee naar elke wedstrijd. Ik kan me nog een keer herinneren dat ze een toernooi in Zwitserland hadden. Zondag om zeven uur ’s avonds was de prijsuitreiking. Toen zijn we als een gek naar Nederland gereden, de bus uitgepakt midden in de nacht en de volgende dag was ik om zeven uur ’s ochtends alweer op de bouw. Tijdens de koffiepauze zag ik de tegen- liggers nog voor mijn ogen razen.” Jeffrey: 'Na terugkomst uit Rio heb ik meteen meegedaan aan een motorcross. Ik vloog uit de bocht en reed tegen een boom. Hersenschudding' Angst Het was BMX voor en BMX na bij de familie Hoogland. Je zou denken dat ze een gat in de lucht sprongen toen BMX olympisch werd in 2008. Het betekende meer kans op glorie voor de jongste zoon van het gezin, die in 2012 in Londen achttien jaar zou zijn. Maar met het olympisch worden van BMX, veranderde de sport ook. Net op het moment dat Jeffrey de overstap maakte van de junioren naar de elite. De sport moest meer spektakel bieden. Startheuvels werden verhoogd, zodat crossers nog meer vaart kregen op de baan. In plaats van zes, waren ze ineens met acht crossers op de baan. Jeffrey moest het tijdens wedstrijden hebben van zijn onverschrokkenheid, ineens sloop er angst in. Hij crashte een paar keer hard. Waar hij voorheen aan de start stond met de gedachte dat hij de concurrentie zou verpulveren, keek hij naar beneden en dacht: als dat maar goed gaat. “Dat zag je ook terug in de resultaten. Ik won niet veel meer, waardoor de lol er snel af was.” Eind 2011 stond René Wolff op de stoep. De Duitser was tot en met het afgelopen WK bonds- coach van de Nederlandse baansprinters en is getrouwd met Willy Kanis, voormalig baan- renner, bobsleeër én BMX’er. In de zomer keek Wolff bij BMX-wedstrijden van zijn vrouw en daar zag hij geregeld Jeffrey van de startheuvel gaan: explosief, snel en altijd vooraan bij de eerste bocht. Wolff verleidde Jeffrey om het eens op de baan te proberen. “In dat eerste gesprek bij mijn ouders thuis schetste Wolff meteen een mooi plaatje. Dat hij met mij een traject wilde ingaan om de Spelen van Rio te halen. Dat zag ik wel zitten.” Jeffrey deed de twee disciplines, BMX en baan- wielrennen, eerst naast elkaar. Te beginnen met het NK op de baan in Apeldoorn in december 2011. “Ik had een handvol keren op de baan gereden op zo’n fiets,” zegt Jeffrey. “Tijdens dat NK kende ik de regels niet eens. Haalde ik iemand binnendoor in, wat dus helemaal niet mocht. Maar ik had het gevoel op de baan al meteen, ik merkte dat ik het spelletje snapte en de kracht en lichaamsbouw had om mee te doen om de prijzen.” Zo verschoof de aandacht naar het baansprinten. Toch wilde Jeffrey BMX nog één kans geven, op het WK in Londen in mei 2012. Om te zien of hij zijn angsten kon overwinnen. Op de dag van vertrek kreeg Ans het nieuws dat haar moeder was overleden. Ans zei nog tegen Jeffrey dat oma gewild zou hebben dat Jeffrey naar het WK ging, maar daar kwam niks van in. Deceptie Jeffrey was achttien jaar en zijn topsportcarrière lag nog voor hem, hoewel het even wennen was in zijn nieuwe omgeving. “Bij baanwielrennen is het allemaal heel netjes vergeleken met fiets- cross. Ineens hadden mensen het over benen scheren en droegen ze allemaal witte sport- sokken. Ik droeg gewoon zwarte sportsokken, dat doe ik nog steeds eigenlijk.” Zijn doorbraak voor het grote publiek was het EK in Zwitserland in 2015, waar Jeffrey zonder hoge verwachtingen heen ging. Hij had tegen zijn familie gezegd dat ze niet hoefden te komen. Maar Jeffrey won drie keer goud: op de team- sprint, de sprint en de kilometer tijdsprint. “Wij waren op een verjaardag,” zegt Ans, “in plaats van gezellig kletsen, keken we met z’n allen naar de televisie.” Jeffrey: “Op dat moment dacht ik echt dat ik er was, dat ik bij de wereldtop hoorde en dat gaf me goede hoop en vertrouwen voor de Spelen een jaar later.” Rio, dat was het doel, dat was de wortel die René Wolff sinds 2011 bij Jeffrey voor z’n neus hing. En er was ook de droom om met de ploeg een plak te pakken op de teamsprint, samen met z’n maatjes Nils van ’t Hoenderdaal, Hugo Haak en Matthijs Büchli. Met dat team werd Jeffrey in 2015 immers Europees kampioen. De jongens wisten precies wat ze aan elkaar hadden, konden lezen en schrijven met elkaar. Eind 2015 besloot routinier en meervoudig wereldkampioen Theo Bos dat hij nog een keer wilde vlammen op de baan tijdens de Spelen, nadat hij in 2004 olympisch zilver won op de sprint, en na een medailleloos Peking overstapte naar de weg. “Laat ik vooropstellen dat we het een eer vonden dat zo’n vedette als Theo bij ons in het team wilde,” zegt Jeffrey. “Hij stelde zich open en van zijn verhalen en ervaring staken wij echt wat op. Maar er veranderde iets in het team. Niet dat hij de sfeer verpestte, maar er leek iets tussen te komen. Hij deed ook vaak dingen in zijn eentje. We werden afgeleid, maakten ons druk om kleine dingen die eigenlijk niks uitmaakten.” Net voor de Spelen plaatste Bos zich ten koste van Hugo Haak voor het Nederlandse sprintteam. En zo werd de chemie in het team verstoord en liepen de Spelen voor zowel Jeffrey als Theo Bos uit op een deceptie. Op de teamsprint kwam de ploeg niet in de buurt van de medailles. De hele familie zat op de tribune in Rio toen ze Jeffrey, die vooraf werd getipt als medaillekandidaat, uitgeschakeld zagen worden in de achtste finale van het sprinttoernooi. Ze zagen hoe hij woest uitreed, zich een weg baande door de toegestroomde pers en naar buiten reed. “We vonden hem buiten, zittend naast zijn fiets,” zegt Ans. “Daar hebben we met z’n allen een flink potje lopen janken.” Daarna is alles in een roes voorbijgegaan. “Het enige dat ik me herinner is dat ik op de tribune Elis Ligtlee goud zag winnen op de keirin. Dat was heel dubbel. Ik ken haar al heel lang, omdat zij ook van het BMX komt. Aan de ene kant was ik superblij voor haar, maar aan de andere kant zag ik ook wat zo’n gouden plak teweeg kan brengen en wat ik dus mis was gelopen. In die zin was ik ook echt jaloers.” Spierafbraak Dat pesthumeur heeft een tijdje aangehouden. Eenmaal terug in Nijverdal wilde Jeffrey even niets te maken hebben met baanwielrennen. “Ik was er helemaal klaar mee en wilde een paar maanden hebben om m’n hoofd leeg te maken. Ik heb na terugkomst meteen bij een vriend van mijn pa een crossmotor opgehaald en het volgende weekend meegedaan aan een motorcross. Daar vloog ik uit de bocht en reed tegen een boom, waardoor ik een hersenschudding en een wond aan mijn gezicht opliep.” Pas in november 2016 had Jeffrey weer puf om op de baan zijn rondjes te rijden. Amper drie weken later werd hij vierde bij een wereldbekerwedstrijd, hij kon het dus nog steeds. “Zo ben ik maar weer gaan fietsen, dat was toch mijn ding. Maar nog niet voor de volle honderd procent. Ik vroeg me nog steeds af wat ik nou wilde. Tot een trainingskamp in februari in Portugal, waar ik hard en goed getraind heb en mijn motivatie terugvond. Sindsdien heb ik er weer zin in, ik wil door.” Jeffrey: 'Het zou fantastisch zijn om drie gouden medailles te winnen in Berlijn' Op de eerste dag van het kwalificatietoernooi voor het WK in maart kreeg hij tijdens en na races last van zijn rug, tussen wedstrijden moest hij overgeven. “Dan gaat er nog niet meteen een lampje branden,” zegt Jeffrey. “Sporters kunnen diep gaan. Ik raapte mezelf bij elkaar en werd uiteindelijk derde.” Die nacht werd de pijn in zijn rug zo erg dat hij naar de huisartsenpost ging, die hem uiteindelijk naar het ziekenhuis stuurde. Het bleek een combinatie van uitdroging door de inspanning en spierafbraak, wat de nieren liet vollopen en wat hevige pijn gaf. Een maand voor het WK was Jeffrey een week uitgeschakeld, lag hij een paar dagen aan de morfine in het ziekenhuis. “Ik had het WK al bijna uit mijn hoofd gezet. Wolff nam het risico om me alsnog te selecteren voor het WK in Hongkong.” Jeffrey werd tweede met de teamsprinters, een dikke vette bonus zo kort na zijn blessure. “Voor mij voelde het alsof ik zilver won, maar de rest van het team voelde zich zuur. Bij de start schoot Harrie Lavreysen uit zijn klikpedaal en reed met losse voet zijn race. Dat leverde een achterstand van 1,6 seconden op, maar we werden tweede met slechts drie tienden achterstand. Er had dus meer in gezeten." Na hun zilveren medaille ging het team ’s avonds Hongkong in. Iemand duwde Jeffrey van een afstapje, waardoor het vijfde middenvoetsbeentje brak. Terug in Nederland moest hij meteen zes weken in het gips. Zodoende leerde Jeffrey in een maand tijd hoe broos zijn lichaam is en tegelijkertijd waar zijn lichaam toe in staat is. Het geeft hem in ieder geval voldoende motivatie om tijdens het trainingskamp in de VS deze zomer, als hij weer volledig hersteld is, een goede basis te leggen voor het EK in oktober. “Het zou fantastisch zijn om drie gouden medailles te winnen in Berlijn en zo een roerig jaar na de Spelen af te sluiten. Helden Magazine Krijg jij geen genoeg van alle inspirerende sportverhalen? Kies het abonnement dat bij jou past én wordt abonnee. Zo ontvang je telkens de nieuwste edities op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Wil je een Helden Magazine cadeau doen? Het is ook mogelijk om een abonnement cadeau te doen, deze abonnementen lopen automatisch af. Daarnaast zijn de recentste exemplaren ook gemakkelijk te bestellen via onze webshop.
Hoge pieken en diepe dalen, voor baanwielrenner Jeffrey Hoogland (24) zit er eigenlijk niks tussenin. En zo hoort het ook bij een topsporter die in zijn hart motorcrosser is. Ze spraken uit dat ze nog jaren bij elkaar zouden blijven. Hoewel Jeffrey Hoogland net 23 was geworden, was de tijd rijp om samen een huis te kopen. Ze hadden al eerder samengewoond, in een huurhuis, en dat was goed bevallen. Dat was ook in Apeldoorn, vlakbij wielerbaan Omnisport, waar de dagelijkse trainingsuren werden gemaakt. Daarna verhuisden ze tijdelijk naar Alkmaar omdat de wielerbaan in Apeldoorn werd verbouwd. Toen Omnisport na de Spelen in Rio weer openging, was het niet meer dan logisch dat ze samen naar een huis zochten in Apeldoorn. De huizenprijzen en de hypotheekrente waren zo laag dat ze een dief van hun eigen portemonnee waren als ze weer gingen huren. Een huis kopen was in die zin ook een investering voor later. En dus kochten ze samen een eengezinswoning, hemelsbreed op een kilometer van de wielerbaan. Ze deden alles met z’n tweetjes: samen naar de hypotheekadviseur, samen naar de bank en samen naar IKEA om spulletjes te kopen. “Ik weet dat het klinkt alsof we een getrouwd stel zijn,” zegt Jeffrey aan de keukentafel bij zijn ouders in Nijverdal, “maar voor mijn teamgenoot Nils van ’t Hoenderdaal en mij was het niet meer dan logisch. We kenden elkaar als huisgenoten en konden gewoon goed met elkaar overweg. We zijn voorlopig wel even druk met sporten, samenwonen met een vrouw willen we nog niet.” Motorcross Hoewel Jeffrey niet voor het eerst op zichzelf woont, is hij nu voor het eerst uitgeschreven uit Nijverdal. Je kunt wel zeggen dat de Hooglandjes honkvast zijn. Oudste broer Björn (29) woont pas enkele jaren op zichzelf, twee straten verderop van het ouderlijk huis, en middelste broer Robin (26) woont nog thuis. “Of we een hechte familie zijn?” zegt vader Jos. “Ze komen in ieder geval altijd weer thuis eten, dus het zal wel goed zijn.” Jos en zijn vrouw Ans hebben hun zoons nooit gepusht uit huis te gaan. Zonde van het geld, blijf lekker bij ons, zodat je een auto kunt betalen en kunt sparen voor leuke dingen. “De laatste tijd krijg ik steeds vaker Funda-linkjes toegestuurd door mijn moeder,” lacht Robin. “Of dat ze zegt: ‘Goh, mijn collega heeft een heel leuk huis te koop.’” Jeffrey: “Het is gewoon gezellig hier. Oké, ik woon nu in Apeldoorn, maar kom vaak in de weekenden naar huis. Mijn kameraden wonen hier, mijn broers natuurlijk en de motorcross is hier.” Het M-woord is gevallen. Veel meer dan een baanwielrenner is Jeffrey een motorcrosser, net als vader Jos en broers Björn en Robin. Toen Ans hem ontmoette rond 1980, was Jos een fanatieke motorcrosser. Jos: “Wij woonden vroeger aan de bosrand en waren altijd met oude brommers en fietsen aan het knooien. In mijn tijd was motorcross heel groot in de regio, stond er zomaar 35.000 man publiek langs het parcours.” De broers wisten niet beter dan dat hun vader, in het dagelijks leven verwarmingsmonteur, ’s avonds in de schuur aan motoren sleutelde. Elk weekend stapte de familie in de bestelbus om naar de race van pa te kijken. Vaak crosten de jongens op het middenterrein op minimotoren, ze hadden alle drie hun eigen crosspak. “We reden letterlijk door totdat de tank leeg was,” zegt Robin. “Jeffrey had een keer de tank leeg, ik was hem aan het volgen en reed zo volle bak achterop hem.” Jeffrey: 'Ik was super blij voor Elis Ligtlee, maar zag ook wat zo'n gouden plak teweeg kan brengen. Ik was echt jaloers' Als het aan de jongens had gelegen, waren ze meteen op motorcross gegaan. Maar dat zag Ans niet zitten. “Ik denk niet dat dat goed was gekomen,” zegt Jeffrey. “Dan waren we als familie failliet gegaan. Ook al rijd je op het hoogste niveau in Nederland, dan nog krijg je amper betaald. Dat Jeffrey Herlings prof is geworden en goed betaald krijgt, is echt uniek in Nederland. Reken maar dat zijn ouders in het begin krom hebben gelegen om hem te laten rijden. Dat kon gewoon niet bij ons, met drie broers.” Heel subtiel geleidde Ans haar zoons naar BMX. “Een vriendje van Björn deed dat en aangezien wij een BMX-baan in Nijverdal hebben, zei ik dat hij eens moest gaan kijken.” En of ze het leuk vonden. BMX, of fietscross, kwam het dichtst bij motorcross. Niet voor niets is BMX de afkorting van Bicycle Motor Cross. Zodra de zijwieltjes van zijn fiets gingen, begon Jeffrey net als zijn broers met fietscross, hij was toen drie jaar. “Officieel mag je pas wedstrijden rijden als je vier bent,” zegt Ans, “dus deed Jeffrey mee voor spek en bonen. Daar was hij enorm pissig over, dat hij niet meetelde voor het klassement.” Op zijn vierde werd Jeffrey voor het eerst Nederlands kampioen. Tot zijn zestiende zou hij dat kunstje elk jaar herhalen, in elke leeftijdsklasse. “We zijn gewoon gek op sport,” zegt Jeffrey. “En we streven er altijd naar om de beste te zijn. Dat zit er van jongs af aan in bij ons.” Familiesport “Als je heel veel fietst, ga je ook goed fietsen.” Deze Cruijffiaanse wijsheid komt van middelste broer Robin. Jeffrey was de meest talentvolle van de drie, toch deden Björn en Robin aardig mee. “Ik had niet de drive en het talent van Jeffrey, maar we fietsten zo veel,” zegt Robin. “Als je het zo vaak doet, word je vanzelf beter.” Robin begon voorop te rijden, won drie provinciale truien en werd twee keer tweede op het NK. Jos: “Bij het NK in Nunspeet stonden ze alle drie in de finale, dat was in de leeftijdscategorie 16+.” Jeffrey: “Dat waren clubkampioenschappen, dus bij onze club rekenden ze zich al rijk met drie rijders in de finale. Iedereen had er belang bij dat wij goed zouden rijden. Maar toen gingen we alle drie op onze bek.” Jos: “In de eerste bocht ging Jeffrey onderuit en bij een volgende bult reden Björn en Robin elkaar van de fiets.” Er stond geen maat op Jeffrey, zeker toen hij jonger was. Daarom fietste hij in hogere klassen, met jongens van drie jaar ouder dan hij. Soms reed hij ook tegen Robin. “Het gebeurde geregeld dat Jeffrey op het hoogste podium stond en dat Robin ernaast stond te balen,” zegt Ans, “soms was het huis hier dan echt te klein.” Robin: “Maar ik vond het ook supervet dat Jeffrey zoveel won. Daar ben ik altijd heel trots op geweest.” Jeffrey: “Ze jutten me vaak ook op. Zeiden ze: ‘Jij moet winnen!’ Ze verwachtten het gewoon van me.” Björn: “Het werd op een gegeven moment vrij normaal dat hij alles won. Het zat bij hem tussen de oren dat hij wilde winnen. Tot aan de streep ging hij door. Jeffrey heeft zo vaak gehad dat hij in de laatste meters nog iemand inhaalde.” Elf jaar lang is de familie niet op vakantie geweest. Elke zomer ging het gezin in de bus, met caravan, naar het EK of WK. Tsjechië, Hongarije, Frankrijk, België, ze zijn zelfs in Australië en China geweest met z’n vijven. Na het toernooi plakten ze er dan nog een weekje aan vast. “Hoewel ze dan alsnog elke dag naar de baan gingen,” zegt Ans, “maar ik heb het altijd heel leuk gevonden. BMX is echt een familiesport. Veel families van rijders stonden op campings en het was altijd een gezellig weerzien op de baan.” Jos: “Ik ging mee naar elke wedstrijd. Ik kan me nog een keer herinneren dat ze een toernooi in Zwitserland hadden. Zondag om zeven uur ’s avonds was de prijsuitreiking. Toen zijn we als een gek naar Nederland gereden, de bus uitgepakt midden in de nacht en de volgende dag was ik om zeven uur ’s ochtends alweer op de bouw. Tijdens de koffiepauze zag ik de tegen- liggers nog voor mijn ogen razen.” Jeffrey: 'Na terugkomst uit Rio heb ik meteen meegedaan aan een motorcross. Ik vloog uit de bocht en reed tegen een boom. Hersenschudding' Angst Het was BMX voor en BMX na bij de familie Hoogland. Je zou denken dat ze een gat in de lucht sprongen toen BMX olympisch werd in 2008. Het betekende meer kans op glorie voor de jongste zoon van het gezin, die in 2012 in Londen achttien jaar zou zijn. Maar met het olympisch worden van BMX, veranderde de sport ook. Net op het moment dat Jeffrey de overstap maakte van de junioren naar de elite. De sport moest meer spektakel bieden. Startheuvels werden verhoogd, zodat crossers nog meer vaart kregen op de baan. In plaats van zes, waren ze ineens met acht crossers op de baan. Jeffrey moest het tijdens wedstrijden hebben van zijn onverschrokkenheid, ineens sloop er angst in. Hij crashte een paar keer hard. Waar hij voorheen aan de start stond met de gedachte dat hij de concurrentie zou verpulveren, keek hij naar beneden en dacht: als dat maar goed gaat. “Dat zag je ook terug in de resultaten. Ik won niet veel meer, waardoor de lol er snel af was.” Eind 2011 stond René Wolff op de stoep. De Duitser was tot en met het afgelopen WK bonds- coach van de Nederlandse baansprinters en is getrouwd met Willy Kanis, voormalig baan- renner, bobsleeër én BMX’er. In de zomer keek Wolff bij BMX-wedstrijden van zijn vrouw en daar zag hij geregeld Jeffrey van de startheuvel gaan: explosief, snel en altijd vooraan bij de eerste bocht. Wolff verleidde Jeffrey om het eens op de baan te proberen. “In dat eerste gesprek bij mijn ouders thuis schetste Wolff meteen een mooi plaatje. Dat hij met mij een traject wilde ingaan om de Spelen van Rio te halen. Dat zag ik wel zitten.” Jeffrey deed de twee disciplines, BMX en baan- wielrennen, eerst naast elkaar. Te beginnen met het NK op de baan in Apeldoorn in december 2011. “Ik had een handvol keren op de baan gereden op zo’n fiets,” zegt Jeffrey. “Tijdens dat NK kende ik de regels niet eens. Haalde ik iemand binnendoor in, wat dus helemaal niet mocht. Maar ik had het gevoel op de baan al meteen, ik merkte dat ik het spelletje snapte en de kracht en lichaamsbouw had om mee te doen om de prijzen.” Zo verschoof de aandacht naar het baansprinten. Toch wilde Jeffrey BMX nog één kans geven, op het WK in Londen in mei 2012. Om te zien of hij zijn angsten kon overwinnen. Op de dag van vertrek kreeg Ans het nieuws dat haar moeder was overleden. Ans zei nog tegen Jeffrey dat oma gewild zou hebben dat Jeffrey naar het WK ging, maar daar kwam niks van in. Deceptie Jeffrey was achttien jaar en zijn topsportcarrière lag nog voor hem, hoewel het even wennen was in zijn nieuwe omgeving. “Bij baanwielrennen is het allemaal heel netjes vergeleken met fiets- cross. Ineens hadden mensen het over benen scheren en droegen ze allemaal witte sport- sokken. Ik droeg gewoon zwarte sportsokken, dat doe ik nog steeds eigenlijk.” Zijn doorbraak voor het grote publiek was het EK in Zwitserland in 2015, waar Jeffrey zonder hoge verwachtingen heen ging. Hij had tegen zijn familie gezegd dat ze niet hoefden te komen. Maar Jeffrey won drie keer goud: op de team- sprint, de sprint en de kilometer tijdsprint. “Wij waren op een verjaardag,” zegt Ans, “in plaats van gezellig kletsen, keken we met z’n allen naar de televisie.” Jeffrey: “Op dat moment dacht ik echt dat ik er was, dat ik bij de wereldtop hoorde en dat gaf me goede hoop en vertrouwen voor de Spelen een jaar later.” Rio, dat was het doel, dat was de wortel die René Wolff sinds 2011 bij Jeffrey voor z’n neus hing. En er was ook de droom om met de ploeg een plak te pakken op de teamsprint, samen met z’n maatjes Nils van ’t Hoenderdaal, Hugo Haak en Matthijs Büchli. Met dat team werd Jeffrey in 2015 immers Europees kampioen. De jongens wisten precies wat ze aan elkaar hadden, konden lezen en schrijven met elkaar. Eind 2015 besloot routinier en meervoudig wereldkampioen Theo Bos dat hij nog een keer wilde vlammen op de baan tijdens de Spelen, nadat hij in 2004 olympisch zilver won op de sprint, en na een medailleloos Peking overstapte naar de weg. “Laat ik vooropstellen dat we het een eer vonden dat zo’n vedette als Theo bij ons in het team wilde,” zegt Jeffrey. “Hij stelde zich open en van zijn verhalen en ervaring staken wij echt wat op. Maar er veranderde iets in het team. Niet dat hij de sfeer verpestte, maar er leek iets tussen te komen. Hij deed ook vaak dingen in zijn eentje. We werden afgeleid, maakten ons druk om kleine dingen die eigenlijk niks uitmaakten.” Net voor de Spelen plaatste Bos zich ten koste van Hugo Haak voor het Nederlandse sprintteam. En zo werd de chemie in het team verstoord en liepen de Spelen voor zowel Jeffrey als Theo Bos uit op een deceptie. Op de teamsprint kwam de ploeg niet in de buurt van de medailles. De hele familie zat op de tribune in Rio toen ze Jeffrey, die vooraf werd getipt als medaillekandidaat, uitgeschakeld zagen worden in de achtste finale van het sprinttoernooi. Ze zagen hoe hij woest uitreed, zich een weg baande door de toegestroomde pers en naar buiten reed. “We vonden hem buiten, zittend naast zijn fiets,” zegt Ans. “Daar hebben we met z’n allen een flink potje lopen janken.” Daarna is alles in een roes voorbijgegaan. “Het enige dat ik me herinner is dat ik op de tribune Elis Ligtlee goud zag winnen op de keirin. Dat was heel dubbel. Ik ken haar al heel lang, omdat zij ook van het BMX komt. Aan de ene kant was ik superblij voor haar, maar aan de andere kant zag ik ook wat zo’n gouden plak teweeg kan brengen en wat ik dus mis was gelopen. In die zin was ik ook echt jaloers.” Spierafbraak Dat pesthumeur heeft een tijdje aangehouden. Eenmaal terug in Nijverdal wilde Jeffrey even niets te maken hebben met baanwielrennen. “Ik was er helemaal klaar mee en wilde een paar maanden hebben om m’n hoofd leeg te maken. Ik heb na terugkomst meteen bij een vriend van mijn pa een crossmotor opgehaald en het volgende weekend meegedaan aan een motorcross. Daar vloog ik uit de bocht en reed tegen een boom, waardoor ik een hersenschudding en een wond aan mijn gezicht opliep.” Pas in november 2016 had Jeffrey weer puf om op de baan zijn rondjes te rijden. Amper drie weken later werd hij vierde bij een wereldbekerwedstrijd, hij kon het dus nog steeds. “Zo ben ik maar weer gaan fietsen, dat was toch mijn ding. Maar nog niet voor de volle honderd procent. Ik vroeg me nog steeds af wat ik nou wilde. Tot een trainingskamp in februari in Portugal, waar ik hard en goed getraind heb en mijn motivatie terugvond. Sindsdien heb ik er weer zin in, ik wil door.” Jeffrey: 'Het zou fantastisch zijn om drie gouden medailles te winnen in Berlijn' Op de eerste dag van het kwalificatietoernooi voor het WK in maart kreeg hij tijdens en na races last van zijn rug, tussen wedstrijden moest hij overgeven. “Dan gaat er nog niet meteen een lampje branden,” zegt Jeffrey. “Sporters kunnen diep gaan. Ik raapte mezelf bij elkaar en werd uiteindelijk derde.” Die nacht werd de pijn in zijn rug zo erg dat hij naar de huisartsenpost ging, die hem uiteindelijk naar het ziekenhuis stuurde. Het bleek een combinatie van uitdroging door de inspanning en spierafbraak, wat de nieren liet vollopen en wat hevige pijn gaf. Een maand voor het WK was Jeffrey een week uitgeschakeld, lag hij een paar dagen aan de morfine in het ziekenhuis. “Ik had het WK al bijna uit mijn hoofd gezet. Wolff nam het risico om me alsnog te selecteren voor het WK in Hongkong.” Jeffrey werd tweede met de teamsprinters, een dikke vette bonus zo kort na zijn blessure. “Voor mij voelde het alsof ik zilver won, maar de rest van het team voelde zich zuur. Bij de start schoot Harrie Lavreysen uit zijn klikpedaal en reed met losse voet zijn race. Dat leverde een achterstand van 1,6 seconden op, maar we werden tweede met slechts drie tienden achterstand. Er had dus meer in gezeten." Na hun zilveren medaille ging het team ’s avonds Hongkong in. Iemand duwde Jeffrey van een afstapje, waardoor het vijfde middenvoetsbeentje brak. Terug in Nederland moest hij meteen zes weken in het gips. Zodoende leerde Jeffrey in een maand tijd hoe broos zijn lichaam is en tegelijkertijd waar zijn lichaam toe in staat is. Het geeft hem in ieder geval voldoende motivatie om tijdens het trainingskamp in de VS deze zomer, als hij weer volledig hersteld is, een goede basis te leggen voor het EK in oktober. “Het zou fantastisch zijn om drie gouden medailles te winnen in Berlijn en zo een roerig jaar na de Spelen af te sluiten. Helden Magazine Krijg jij geen genoeg van alle inspirerende sportverhalen? Kies het abonnement dat bij jou past én wordt abonnee. Zo ontvang je telkens de nieuwste edities op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Wil je een Helden Magazine cadeau doen? Het is ook mogelijk om een abonnement cadeau te doen, deze abonnementen lopen automatisch af. Daarnaast zijn de recentste exemplaren ook gemakkelijk te bestellen via onze webshop.