Word abonnee
Meer

Marathon

Anne Luijten: ‘Je zou haast in magie gaan geloven’

Anne Luijten heeft een bewogen tijd achter de rug. De atlete werd in 2023 Nederlands kampioen op de halve en de hele marathon, liep de olympische limiet en trouwde. Daar tegenover stond het overlijden van haar grootste fan: vader Jos. In aanloop naar de Rotterdam Marathon van 14 april praat ze in Helden Magazine 71 openhartig over de heftige periode die achter haar ligt. “Voor het eerst zonder papa. Ik heb al een paar wedstrijdjes gelopen sinds zijn overlijden en vond het niet heel erg lastig dat ik zijn gezicht ineens niet meer langs de kant zag. Maar op zondag 14 april bij de Rotterdam Marathon zal ik het moeilijker vinden dat hij er niet meer bij is, vermoed ik. Vorig jaar sliep ik bij mijn ouders in Rijswijk en reed ik gezellig met papa in de auto naar Rotterdam. We parkeerden de auto bij mijn broertje Tom en papa pakte de fiets uit de auto en ging met me mee naar de start. Tijdens de marathon volgde hij me op de fiets, terwijl hij al ziek was. Ik werd Nederlands kampioen in mijn tweede marathon, was ruim vijf minuten sneller dan bij mijn debuut, een jaar eerder ook in Rotterdam; het was zo’n mooie dag. Rotterdam heeft altijd al een speciaal plekje in mijn hart. Mijn oma is er opgegroeid en heeft het bombardement in 1940 meegemaakt. Mijn vader heeft er gestudeerd en ook heel veel geroeid. Zelfs zo hard dat hij zijn studie niet afmaakte. Mijn broertje heeft er ook gestudeerd en woont er nu. Ook op sportief gebied speelt Rotterdam van jongs af aan al een belangrijke rol. In de jeugd mocht ik meedoen aan de regiotrainingen die door de atletiekbond werden georganiseerd en die werden in Rotterdam gehouden. Daar reed papa me dan naartoe. Als meisje van achttien heb ik in 2012 Miranda Boonstra gevolgd tijdens de Rotterdam Marathon. Van ons huis in Rijswijk ben ik die dag op de fiets naar Rotterdam gegaan om haar te volgen. Daar aangekomen mocht ik meefietsen met Tonnie Dirks, de coach van Miranda. Ik vond het zo tof om haar volledig geconcentreerd te zien lopen achter haar gangmakers aan. Verschrikkelijk jammer dat ze op slechts acht tellen de olympische limiet miste, maar de blik achter de schermen maakte op mij grote indruk. Eigenlijk was dat het moment dat ik dacht: de marathon is wel heel gaaf. Mijn vader en moeder waren erg sportief. Naast roeien was mijn vader van het hardlopen. Mama deed dat ook, liep elk jaar de City Pier City Loop in Den Haag. Mijn zusje Femke wilde nadat ze mijn moeder die wedstrijd had zien lopen op atletiek en ik besloot met haar mee te gaan. Ik had gezwommen en geschaatst en mama vond hockey wel wat voor mij, maar het werd atletiek. Bij AV’40 in Delft trok ik meteen naar het hardlopen, zag mensen vaak kijken naar mij met het idee van: waarom doet zij aan het einde van de training nog zo haar best op de 800 meter? Ik vond het een uitdaging om te kijken of ik dan de jongens bij kon houden. Het was een leuke club, maar de meeste leden redeneerden dat het ook vooral ‘gezellig moest blijven’. Omdat ik daar iets te fanatiek voor was, stapte ik over naar een andere vereniging met een heel leuk hardloopteam en een heel bevlogen trainer, Arthur van Dijk. Daar dacht ik: gelukkig, er zijn er meer die net zo gek zijn van hardlopen als ik. In 2012 kreeg ik een scholarship van de Universiteit van Portland, ging in Amerika mijn studie combineren met hardlopen. De echte toppers konden na de middelbare school prof worden, dat zat er voor mij niet in. Ik kwalificeerde me voor enkele grote toernooien op de 3000 en 5000 meter, zoals de Europese Jeugdkampioenschappen, maar liep daarin vaak achterin mee. Toen de kans om naar Amerika te gaan zich voordeed, dacht ik: ik heb zoveel tijd in het hardlopen geïnvesteerd, dit avontuur wil ik aangaan. Ik trainde ’s ochtends en ’s middags met het team en kon tussendoor studeren. Geweldig. Ik heb mijn tijd in Portland zo lang mogelijk gerekt, heb eerst Sociologie en daarna Psychologie gestudeerd, waardoor ik er vijf jaar kon blijven. In 2017 keerde ik terug naar Nederland, ging bij Honoré Hoedt trainen en volgde de opleiding Sustainable Development in Utrecht. Het hardlopen ging goed, totdat ik begin 2018 een achillespeesblessure kreeg die maar op bleef spelen. Mijn toptijd op de 5000 meter was 16 minuten en 6 seconden en ineens moest ik tevreden zijn met tijden die een halve minuut langzamer waren. Daardoor werd het lastig om mezelf te blijven motiveren er vol voor te gaan, en bijvoorbeeld ook ’s avonds in de regen en kou nog de deur uit te gaan om te trainen. Helden Magazine 71 Het eerste gedeelte van het interview met Anne Luijten is afkomstig uit de tweede uitgave van 2024. De 71ste editie van Helden Magazine is voor het eerst in België te bewonderen! Deze mijlpaal wordt gevierd met twee verschillende sporters op de cover: Estavana Polman in Nederland en Wout van Aert in België. In een openhartig interview deelt Estavana Polman, het gezicht van het Nederlandse handbalteam, haar verhaal over de voorbereidingen op het olympisch kwalificatietoernooi. Daarbij komen ook haar persoonlijke uitdagingen, zoals haar relatie met Rafael van der Vaart, het moederschap en haar blessures ter sprake. Alleskunner Wout van Aert laat dit jaar de Tour de France schieten en kiest voor het eerst voor de Giro d’Italia. De Belgische renner spreekt zich uit over het nieuwe traject, Mathieu van der Poel, Visma-Lease a Bike en de Olympische Spelen. In deze editie van Helden wordt er ook veel aandacht besteed aan voetbal. Esmee Brugts, bekroond als Talent van het Jaar, maakte afgelopen zomer een droomtransfer naar FC Barcelona. Experts laten zich daarnaast uit over Jerdy Schouten, de sleutelspeler van PSV, dat op weg is naar het landskampioenschap en het EK met Oranje in Duitsland. We blikken terug op de legendarische wedstrijd tegen Portugal tijdens het WK van 2006 met Khalid Boulahrouz en bezoeken verdediger Bart Nieuwkoop in Rotterdam. Met Manchester City won Kevin De Bruyne alles wat er te winnen valt. Kenners spreken zich uit over onder meer zijn weergaloze traptechniek en fabuleuze inzicht. In ‘De Dag Dat Alles Misging’ kijken Sigi Lens en Edu Nandlal terug op de vliegtuigcrash in Suriname. Ze hebben de verschrikkelijke SLM-ramp overleefd die zich 35 jaar geleden heeft voorgedaan. Verder in de 140 pagina’s tellende editie blikt zwemfenomeen Ian Thorpe terug op zijn legendarische races en vriendschap met Pieter van den Hoogenband. Victoria Koblenko gaat in gesprek met Ranomi Kromowidjojo, drievoudig olympisch kampioen en zeventienvoudig wereldkampioen zwemmen. Kickbokslegende Peter Aerts, een grootheid in Japan, spreekt onder meer over het oprichten van zijn eigen bond LEGEND. Als laatste is de negentienjarige Collin Veijer de hoop van de Nederlandse motorsportfans, maar wie is hij?
Anne Luijten heeft een bewogen tijd achter de rug. De atlete werd in 2023 Nederlands kampioen op de halve en de hele marathon, liep de olympische limiet en trouwde. Daar tegenover stond het overlijden van haar grootste fan: vader Jos. In aanloop naar de Rotterdam Marathon van 14 april praat ze in Helden Magazine 71 openhartig over de heftige periode die achter haar ligt. “Voor het eerst zonder papa. Ik heb al een paar wedstrijdjes gelopen sinds zijn overlijden en vond het niet heel erg lastig dat ik zijn gezicht ineens niet meer langs de kant zag. Maar op zondag 14 april bij de Rotterdam Marathon zal ik het moeilijker vinden dat hij er niet meer bij is, vermoed ik. Vorig jaar sliep ik bij mijn ouders in Rijswijk en reed ik gezellig met papa in de auto naar Rotterdam. We parkeerden de auto bij mijn broertje Tom en papa pakte de fiets uit de auto en ging met me mee naar de start. Tijdens de marathon volgde hij me op de fiets, terwijl hij al ziek was. Ik werd Nederlands kampioen in mijn tweede marathon, was ruim vijf minuten sneller dan bij mijn debuut, een jaar eerder ook in Rotterdam; het was zo’n mooie dag. Rotterdam heeft altijd al een speciaal plekje in mijn hart. Mijn oma is er opgegroeid en heeft het bombardement in 1940 meegemaakt. Mijn vader heeft er gestudeerd en ook heel veel geroeid. Zelfs zo hard dat hij zijn studie niet afmaakte. Mijn broertje heeft er ook gestudeerd en woont er nu. Ook op sportief gebied speelt Rotterdam van jongs af aan al een belangrijke rol. In de jeugd mocht ik meedoen aan de regiotrainingen die door de atletiekbond werden georganiseerd en die werden in Rotterdam gehouden. Daar reed papa me dan naartoe. Als meisje van achttien heb ik in 2012 Miranda Boonstra gevolgd tijdens de Rotterdam Marathon. Van ons huis in Rijswijk ben ik die dag op de fiets naar Rotterdam gegaan om haar te volgen. Daar aangekomen mocht ik meefietsen met Tonnie Dirks, de coach van Miranda. Ik vond het zo tof om haar volledig geconcentreerd te zien lopen achter haar gangmakers aan. Verschrikkelijk jammer dat ze op slechts acht tellen de olympische limiet miste, maar de blik achter de schermen maakte op mij grote indruk. Eigenlijk was dat het moment dat ik dacht: de marathon is wel heel gaaf. Mijn vader en moeder waren erg sportief. Naast roeien was mijn vader van het hardlopen. Mama deed dat ook, liep elk jaar de City Pier City Loop in Den Haag. Mijn zusje Femke wilde nadat ze mijn moeder die wedstrijd had zien lopen op atletiek en ik besloot met haar mee te gaan. Ik had gezwommen en geschaatst en mama vond hockey wel wat voor mij, maar het werd atletiek. Bij AV’40 in Delft trok ik meteen naar het hardlopen, zag mensen vaak kijken naar mij met het idee van: waarom doet zij aan het einde van de training nog zo haar best op de 800 meter? Ik vond het een uitdaging om te kijken of ik dan de jongens bij kon houden. Het was een leuke club, maar de meeste leden redeneerden dat het ook vooral ‘gezellig moest blijven’. Omdat ik daar iets te fanatiek voor was, stapte ik over naar een andere vereniging met een heel leuk hardloopteam en een heel bevlogen trainer, Arthur van Dijk. Daar dacht ik: gelukkig, er zijn er meer die net zo gek zijn van hardlopen als ik. In 2012 kreeg ik een scholarship van de Universiteit van Portland, ging in Amerika mijn studie combineren met hardlopen. De echte toppers konden na de middelbare school prof worden, dat zat er voor mij niet in. Ik kwalificeerde me voor enkele grote toernooien op de 3000 en 5000 meter, zoals de Europese Jeugdkampioenschappen, maar liep daarin vaak achterin mee. Toen de kans om naar Amerika te gaan zich voordeed, dacht ik: ik heb zoveel tijd in het hardlopen geïnvesteerd, dit avontuur wil ik aangaan. Ik trainde ’s ochtends en ’s middags met het team en kon tussendoor studeren. Geweldig. Ik heb mijn tijd in Portland zo lang mogelijk gerekt, heb eerst Sociologie en daarna Psychologie gestudeerd, waardoor ik er vijf jaar kon blijven. In 2017 keerde ik terug naar Nederland, ging bij Honoré Hoedt trainen en volgde de opleiding Sustainable Development in Utrecht. Het hardlopen ging goed, totdat ik begin 2018 een achillespeesblessure kreeg die maar op bleef spelen. Mijn toptijd op de 5000 meter was 16 minuten en 6 seconden en ineens moest ik tevreden zijn met tijden die een halve minuut langzamer waren. Daardoor werd het lastig om mezelf te blijven motiveren er vol voor te gaan, en bijvoorbeeld ook ’s avonds in de regen en kou nog de deur uit te gaan om te trainen. Helden Magazine 71 Het eerste gedeelte van het interview met Anne Luijten is afkomstig uit de tweede uitgave van 2024. De 71ste editie van Helden Magazine is voor het eerst in België te bewonderen! Deze mijlpaal wordt gevierd met twee verschillende sporters op de cover: Estavana Polman in Nederland en Wout van Aert in België. In een openhartig interview deelt Estavana Polman, het gezicht van het Nederlandse handbalteam, haar verhaal over de voorbereidingen op het olympisch kwalificatietoernooi. Daarbij komen ook haar persoonlijke uitdagingen, zoals haar relatie met Rafael van der Vaart, het moederschap en haar blessures ter sprake. Alleskunner Wout van Aert laat dit jaar de Tour de France schieten en kiest voor het eerst voor de Giro d’Italia. De Belgische renner spreekt zich uit over het nieuwe traject, Mathieu van der Poel, Visma-Lease a Bike en de Olympische Spelen. In deze editie van Helden wordt er ook veel aandacht besteed aan voetbal. Esmee Brugts, bekroond als Talent van het Jaar, maakte afgelopen zomer een droomtransfer naar FC Barcelona. Experts laten zich daarnaast uit over Jerdy Schouten, de sleutelspeler van PSV, dat op weg is naar het landskampioenschap en het EK met Oranje in Duitsland. We blikken terug op de legendarische wedstrijd tegen Portugal tijdens het WK van 2006 met Khalid Boulahrouz en bezoeken verdediger Bart Nieuwkoop in Rotterdam. Met Manchester City won Kevin De Bruyne alles wat er te winnen valt. Kenners spreken zich uit over onder meer zijn weergaloze traptechniek en fabuleuze inzicht. In ‘De Dag Dat Alles Misging’ kijken Sigi Lens en Edu Nandlal terug op de vliegtuigcrash in Suriname. Ze hebben de verschrikkelijke SLM-ramp overleefd die zich 35 jaar geleden heeft voorgedaan. Verder in de 140 pagina’s tellende editie blikt zwemfenomeen Ian Thorpe terug op zijn legendarische races en vriendschap met Pieter van den Hoogenband. Victoria Koblenko gaat in gesprek met Ranomi Kromowidjojo, drievoudig olympisch kampioen en zeventienvoudig wereldkampioen zwemmen. Kickbokslegende Peter Aerts, een grootheid in Japan, spreekt onder meer over het oprichten van zijn eigen bond LEGEND. Als laatste is de negentienjarige Collin Veijer de hoop van de Nederlandse motorsportfans, maar wie is hij?

Marathon

Nienke Brinkman: Buitenaards

Nienke Brinkman wilde als hockeyster de top halen, maar dat zat er niet in. Een paar jaar terug ging ze voor haar studie geofysica naar Zwitserland, waar ze de trillingen op planeet Mars onderzocht. In haar vrije tijd ging ze hardlopen en al snel was er een nieuwe ster geboren. Het Nederlands record marathon heeft ze al in bezit. Waar eindigt dit? In aanloop naar de Boston Marathon, waaraan ze op 17 april meedoet, spraken we de 29-jarige hardloopster die gaat als een komeet. “Ik weet ook niet waar het eindigt,” zegt Nienke Brinkman bijna verontschuldigend. De 29-jarige marathonloopster is begonnen aan een ontdekkingsreis waarvan ze zelf de eindbestemming niet weet, geeft ze aan. Bijna dagelijks verbaast ze zich. “Ik word wakker met een glimlach, denk vaak: wat een tof leven heb ik. Ik hoef alleen maar lekker te hardlopen, verder niks. Wat een luxe is dat. Het is net of ik in een droom leef. Het is toch heel gek om te zeggen dat hardlopen mijn baan is? Ik kan er maar niet aan wennen. Zo gaaf wat ik allemaal meemaak.” Hockey & Mars Nienke is een hardloopsensatie, maar lange tijd draaide veel om hockey in huize Brinkman in Leiderdorp. Haar ouders, oudere zus Noor en jongere zus Sant hockeyden ook. Nienke hoopte als hockeyster de top te halen, net als neef Jasper Brinkman, die uitkomt voor landskampioen Bloemendaal en het Nederlands team. “Jasper was altijd al degene die de meeste kans had om de top te halen met hockey. Toen ik merkte dat dat er voor mij niet inzat, ben ik meer voor mijn studie gegaan. In 2018 ben ik aan mijn PhD begonnen.” Nienke volgde een opleiding geofysica, deed in Zürich onderzoek naar bodemtrillingen op de planeet Mars. “Op mijn zestiende hebben we vanwege het werk van mijn vader een jaar in Indonesië gewoond. Daar hebben ze veel actieve vulkanen, waaronder de beroemde Krakatau. Ik vond die vulkanen heel interessant, daarom ben ik geofysica gaan studeren. Voor mijn masterthesis ben ik onderzoek gaan doen naar bevingen op Mars. Het is seismologie, maar in plaats van onderzoek naar aardbevingen deden we onderzoek naar bevingen op Mars. Een Marslander stuurt continu data door naar de aarde en met behulp van die informatie onderzochten we wat er binnen in de planeet zit.” In haar vrije tijd heeft ze nog even gehockeyd in Zwitserland, maar dat team vond ze niet goed genoeg. Om stoom af te blazen ging Nienke fietsen, naar de gym en hardlopen. Ze sloot zich in 2019 aan bij een loopgroepje van de universiteit. “Het begon met een keertje in de week meedoen met de hardloopgroep. Doordat ik altijd al met sporten bezig ben geweest, heb ik onbewust een basis opgebouwd die me goed van pas kwam tijdens het hardlopen. Ik wist ook al dat ik een aardige loper was. Met hockey hadden we geregeld een piepjestest, die deed ik net zo goed als de mannen. Ik was als hockeyster een middenvelder die kon blijven gaan.” Bij het loopgroepje werd Benjamin Ueltschi haar trainer. Nienke vond hardlopen heerlijk, ook omdat ze snel progressie maakte. Ze zag dat Benjamin ook op andere dagen trainingen gaf, besloot daarom vaker haar neus op de atletiekbaan te laten zien. “Ons loopgroepje bestond vaak uit alleen mannen. Ze waren heel fanatiek en ik vond het leuk om hen uit te dagen. Toen ze zagen dat ik snel beter werd, werden ze nog fanatieker. Tijdens de pandemie ontstond het idee om mee te doen aan de marathon van Amsterdam.” Hardlopen groeide al snel uit tot een flink uit de hand gelopen hobby, erkent Nienke. “De rondjes die ik liep, werden steeds langer. En daardoor werd ik steeds vermoeider en was ik op mijn werk voor mijn gevoel toch iets minder efficiënt. Ik voelde me best een beetje schuldig tegenover mijn baas.” Begin 2020 kreeg Europa te maken met de coronapandemie. Voor Nienke, die in die periode veel thuiswerkte, werd hardlopen een nog grotere uitlaatklep. Omdat de marathon van Amsterdam, waar ze voor trainde, niet doorging, besloot ze met haar hardloopgroep maar zelf een marathon te organiseren. Haar doel: onder de drie uur lopen. “Ik klokte een tijd van 2 uur en 39 minuten... Ik was zo verbaasd, ging meteen kijken wat die tijd inhield en ontdekte dat mijn tijd goed genoeg was voor Amerikaanse atleten om mee te mogen doen aan de trials voor de Spelen. Toen ik dat zag, ben ik het nog serieuzer aan gaan pakken.” Sterker, ze had in haar hoofd een poging te wagen zich te kwalificeren voor de Spelen in Tokio. Ze wilde dat doen tijdens een marathon georganiseerd in Belp, vlakbij Bern. Door een ontsteking aan haar enkel moest ze afzeggen. “Ik baalde zo dat mijn coach zei: ‘Ga dan laten zien wat je kunt in Zermatt.’” De Zermatt-Marathon is niet zomaar een marathon. In de race over iets meer dan 42 kilometer worden ook nog eens 1800 hoogtemeters bedwongen. Een hoogte van bijna 2600 meter boven zeeniveau wordt bereikt. Vooral trailrunners doen mee aan de marathon rond de Zwitserse wintersportplaats. Trailrunning is off-road hardlopen door de vrije natuur en dus ook door de bergen. “Ik won in juli 2021 in Zermatt, terwijl niemand wist wie ik was. Ik haalde onderweg ook de organisator van de Sierre-Zinal in. Hij kwam na afloop meteen naar me toe en nodigde me uit om mee te doen aan zijn wedstrijd.” Sierre-Zinal is een wedstrijd van 31 kilometer die gaat over een parkoers dat wordt omringd door vijf Zwitserse bergen van meer dan 2200 meter hoogte. Het geldt als het summum op het gebied van trailrunning en de wedstrijd maakt deel uit van de Golden Trail Series, de wereldbekerwedstrijden trailrunning. Nienke finishte in augustus 2021 als tweede bij de vrouwen. “Ik kreeg meteen een sponsoraanbieding van Salomon. En ik kreeg de vraag of ik mee wilde doen aan de andere wedstrijden van de Golden Trail Series. Ik vond het een lastige keuze, wilde eigenlijk toewerken naar de marathon van Amsterdam, maar heb uiteindelijk besloten om de Golden Trail Series af te maken. Ik finishte uiteindelijk als tweede vrouw overall.” Nienke merkte in 2021 dat de combinatie sport en werken echt te veel werd. “Ik ben naar mijn baas gestapt en hij vroeg: ‘Wat wil je zelf?’ Ik stelde voor om veertig procent minder te werken, waardoor ik wat langer zou doen over mijn PhD. Daar stemde hij mee in. In plaats van drieënhalf jaar heb ik er vier jaar over gedaan om mijn PhD te halen.” Doctor of Science Nienke viel op door haar resultaten als trailrunner en kreeg steeds vaker de vraag wat ze zou kunnen laten zien in een normale marathon. “Daar was ik zelf ook steeds benieuwder naar, daarom heb ik me ingeschreven voor de marathon van Valencia. Mijn doel vooraf was om de marathon in 2 uur en 30 minuten te lopen. Ik had het idee dat ik goed genoeg was om de EK-limiet te lopen. Ik was er ook al mee bezig hoe mensen zouden reageren als ineens iemand van wie ze nog nooit hadden gehoord de limiet liep.” Op 5 december 2021 finishte ze haar eerste ‘echte’ marathon in 2.26.34; de derde tijd ooit door een Nederlandse atlete gelopen en goed voor een EK- en WK-limiet. “Na die marathon van Valencia was alles anders, het leek of ik een andere wereld binnenstapte.” Het verhaal van het meisje dat op haar 28ste ‘zomaar’ de EK-limiet liep, werd breed uitgemeten in de media. Er kwam heel veel op Nienke af. Anderhalf uur na de marathon hing Youri Verbaas, atletenmanager van Global Sports Communication, al aan de telefoon. “Hij vroeg of ik bij het NN Running Team wilde komen... Ik had pas mijn eerste echte marathon gelopen en werd al gevraagd om bij het team te komen waarvoor de allerbeste marathonlopers van de wereld uitkomen. Ik was beduusd, dacht aan een grap. Maar ik zei natuurlijk wel meteen ‘ja’. Al heel snel bleek dat het geen grap was.” Nienke heeft bij het NN Running Team onder anderen wereldrecordhouder Eliud Kipchoge, de beste marathonloper ooit uit Kenia, en Abdi Nageeye, namens Nederland winnaar van olympisch zilver in Tokio, als ploeggenoten. “Toch bizar?” Als lid van een professioneel marathonteam blijft ze zich stormachtig ontwikkelen. “Voordat ik bij het NN Running Team kwam, was ik altijd mijn geld aan het verdelen. Welk bedrag moest ik opzijleggen voor nieuwe schoenen? Ineens kreeg ik ze gratis en hoefde ik voor veel dingen niet meer te betalen. Alles was ineens geregeld, voor vragen kon ik bij iedereen terecht. Ze regelen trainingskampen, diëtisten, fysiotherapeuten, mediamomenten; alles. Ik vond het in het begin best ongemakkelijk dat alles voor me werd geregeld. Ik voelde me een verwend kind. Soms voelde ik me bezwaard, dacht ik: dat hoeft een ander toch niet voor me te doen, dat kan ik best zelf. Maar ik weet tegelijkertijd dat dit helpt om het maximale uit mezelf te halen.” In het shirt van het NN Running Team ging ze op 10 april 2022 van start in de marathon van Rotterdam. Omringd door twee hazen zwaaide ze onderweg naar familie en vrienden langs de kant. Ze keek ondertussen haar ogen uit. “Er waren zoveel dingen nieuw voor me. Weet je dat ik nooit heb geweten dat er tijdens de marathon van Rotterdam ook motoren rondrijden die je volgen? Wel leuk, hoor.” Toen het werk van de gangmakers er na 35 kilometer op zat, versnelde Nienke. Ze haalde twee vrouwen in en kwam als tweede over de streep op de Coolsingel in een tijd van 2.22.51. Alleen de Ethiopische Haven Hailu bleek sneller, het gat bedroeg vijftig tellen. 'Er waren zoveel dingen nieuw voor me. Weet je dat ik nooit heb geweten dat er tijdens de marathon van Rotterdam ook motoren rondrijden die je volgen?' Nienke verbeterde het negentien jaar oude nationaal record van Lornah Kiplagat met liefst 52 seconden en haar persoonlijk record met bijna vier minuten. “Die dag klopte alles. Ik had twee hazen en liep echt op hun hielen omdat ik wilde dat ze net iets sneller gingen. Tegelijkertijd dacht ik: als ik sneller wil, kan ik mijn energie ook sparen voor later in de marathon. Ik ben blij dat ik het zo heb aangepakt, was heel relaxed. Ik was zo blij dat ik nog kon versnellen, vond ik ook heel leuk om te doen. De laatste twee kilometer heb ik zo ongeveer gesprint. Kwam ook doordat ik echt werd gedragen door het publiek. Lastig te zeggen of ik nog harder kon.” Ze is even stil, zegt dan: “Misschien wel, ja.” De marathon van Rotterdam werd een Nederlands feestje, met Abdi Nageeye als winnaar bij de mannen en Nienke als nummer twee bij de vrouwen. De telefoon stond roodgloeiend na afloop, tv-programma’s waren geïnteresseerd in het ‘sprookje’ van Nienke. “Ik heb mijn baas in Zwitserland gebeld en gezegd dat het echt even geen zin had om te werken. Er kwam zoveel op me af. Hij begreep dat gelukkig. Ik kon een week vakantie opnemen waarin ik ook media-optredens kon doen.” Ze kan zich wel voorstellen dat media haar verhaal bijzonder vinden. “Maar soms wordt er gedaan alsof ik nog maar twee jaar aan het hardlopen ben. Dat is gewoon niet waar. Ik sport al mijn hele leven. Ik probeer dat altijd te zeggen, maar die opmerking wordt toch altijd een beetje genegeerd. Dat past niet in het plaatje, denk ik. Het is echt niet zo dat ik mijn hele leven op de bank heb gelegen en ineens dacht: goh, ik ga eens een stukje hardlopen.” Als toetje liep Nienke anderhalve maand na Rotterdam de Zegama-Aizkorri, een marathon door de bergen in Baskenland. Ze won de 42 kilometer en 195 meter met 2700 hoogtemeters in 4.16.43, een verbetering van het parkoersrecord met twintig minuten. Geregeld krijgt ze de vraag of een gewone marathon voor haar een ‘makkie’ is, omdat ze ook aan trailrunning doet. “Nee, een gewone marathon loop ik niet met twee vingers in mijn neus, hoor. Trailrunning doe je niet op één snelheid doordat de ondergrond vaak niet vlak is. In periodes dat ik veel aan trailrunning doe, verlies ik wat van mijn snelheid. Tegelijkertijd word ik er wel weer heel sterk van. Het helpt me dus zeker. En andersom ook. Als ik veel op de weg heb gelopen, is mijn basissnelheid hoog. Die snelheid kan ik dan weer meenemen als ik aan trailrunning doe.” Na de overwinning in Baskenland ging de focus op haar werk en het binnenhalen van haar PhD. Ze liet daarom afgelopen juli het WK in Eugene schieten. Bij de EK atletiek in München, in augustus, ging ze wel van start. Opnieuw schreef ze historie. Haar bronzen plak betekende de eerste EK-medaille op de marathon voor een Nederlandse vrouw. De periode dat ze haar tijd moest verdelen tussen hardlopen en werken, is nu voorbij. Nienke behaalde haar PhD, gaat tegenwoordig door het leven als doctor of Science. “Ik heb echt geluk gehad met een baas die zo begripvol was. Hij stemde toe dat ik mee kon op trainingskamp. In periodes dat er geen wedstrijden waren, kon ik wat meer werken om het in te halen. Geen idee hoe het was gelopen als hij er anders in had gestaan.” Leergierig & nieuwsgierig Veel marathonlopers kiezen Kenia of Ethiopië als uitvalsbasis, Nienke niet. “Ik heb nu geen baan meer waarvoor ik in Zwitserland moet zijn. Toch wil ik mijn basis daar houden.” Never change a winning team. Benjamin Ueltschi blijft de trainer van Nienke. “Ben begeleidt me heel intensief, past alles aan op mijn wensen. Hij zoekt ook atleten aan wie ik me op kan trekken tijdens trainingen. Ik ben heel erg leergierig, ben iemand die altijd meer wil. Omdat ik dat leuk vind, niet omdat het moet van mezelf. Ik ben ook erg nieuwsgierig, stel heel veel vragen aan mijn coach. We zijn ook vaak aan het meten en ik pak altijd meteen de andere data erbij om te kunnen vergelijken. Voorheen kon ik balen als mijn waardes minder waren dan ervoor. Nu lukt het me beter om dat te accepteren. Ik kan niet altijd op het niveau zitten van vlak voor een marathon.” 'Het is echt niet zo dat ik mijn hele leven op de bank heb gelegen en ineens dacht: goh, ik ga eens een stukje hardlopen' Nienke is nu dus fulltime hardloopster. “Alle dingen die mij stress op zouden kunnen leveren, zijn weg. Ik heb geen baan meer. Nou ja, hardlopen is nu mijn werk... Ik ben heel flexibel, kan overal naartoe. Ik hoef niet meer te overleggen met mijn baas als ik ergens heen wil. We gaan bekijken wat voor effect het op mij heeft als ik me volledig op het hardlopen concentreer. Ik kan de tijd nemen om te herstellen van inspanningen. Voorheen had ik best vaak haast. Even snel eten, geen tijd om te rusten, meteen weer door met werken. En als over een tijdje blijkt dat ik me erg verveel, kan ik er altijd nog iets anders bij gaan doen. Ik wil het eerst even aankijken, kan er altijd nog een baan naast nemen.” Er is nog iets wat haar in Zürich houdt: de liefde. “Mijn vriend Lars en ik wonen samen, hij heeft een baan daar. Hij is Nederlander en is aan de universiteit gebonden. Ik heb hem daar ook ontmoet. Hij probeert zijn PhD in september 2023 af te ronden en kan daarna blijven voor een Postdoc. Lars vindt het heel leuk wat ik doe en is zelf ook begonnen met hardlopen. Hij is flexibel met zijn werk, kan vaak met me mee.” Boston & Parijs Ze heeft in korte tijd naam gemaakt. Tegenstanders houden rekening met haar. “Ik ben normaal iemand die in de schaduw bivakkeert. Ik vond het lekker dat niemand naar me keek, dan kon ik mijn eigen ding doen zonder dat iemand iets van me verwachtte. Nu moet ik er wel aan wennen dat ik bij het EK vooraan mocht starten en dat mijn naam om werd geroepen. Iedereen weet ineens wie ik ben. Best spannend.” De verwachtingen zullen voortaan ook anders zijn als ze aan de start verschijnt. “Die druk begin ik wel te voelen. Ik ben bezig om dat een plek te geven, omdat die druk me ook kan gaan belemmeren. Ik heb zelf nooit aan winnen gedacht als ik ergens aan de start stond. Laat staan dat andere mensen dat van me verwachtten. Ik moet uitschakelen wat mensen over me zeggen en van me denken.” In 2023 hoopt Nienke weer een sprongetje te maken. Op 17 april wacht weer een mooie uitdaging, op die dag zal ze meedoen aan de Boston Marathon, een van de zes World Marathon Majors. In de voorbereiding won ze de CPC Loop, de halve marathon liep ze in 1.07.44, drie minuten sneller dan haar oude toptijd. “Boston is de eerste major die ik ga lopen,” zegt ze stralend. “Het parkoers bij de Boston Marathon gaat op en af, dat vind ik geweldig met mijn achtergrond als trailrunner. De tijd die ik loop is niet zo belangrijk. Later in het jaar wil ik een marathon gaan lopen waarbij ik meer voor een snelle tijd ga. Ik ga nu vooral kijken hoe ik me verhoud tot alle toppers die daar van start gaan.” De Olympische Spelen in Parijs van volgend jaar zitten ook al in haar hoofd. Dit jaar wil ze de olympische limiet lopen, voor vrouwen gesteld op 2.26.50. “Parijs is het grote doel voor de komende periode. Hardlopen op de weg staat de komende tijd echt op één. Ik wil het wel blijven combineren met trailrunning, daar word ik ook weer beter van op de weg, maar ik mag niet te veel risico lopen. Onlangs gleed ik uit tijdens trailrunning en brak ik mijn pols. Na die val twijfelde ik even of ik daarmee door moest gaan. Ik heb besloten de meest technische races over te slaan. Races waarin flink geklommen wordt, vind ik het leukst en daarin maak ik minder kans op een val. Trailrunning is voor mij ook een fijne afwisseling, even het hoofd leegmaken.” 'De wens om naar de maan te gaan is niet weg. Het is me wel ontnomen en dat vind ik niet erg. Ik heb het prima naar mijn zin, hier op aarde' Vraag is natuurlijk hoeveel sneller ze nog kan dan haar persoonlijk record van 2.22.51. “Ik heb natuurlijk wel tijden in mijn hoofd die ik wil lopen,” zegt ze zonder die tijden te verklappen. “Bij de WK atletiek liepen de toppers 2 uur en 17 minuten, voor zo’n tijd ben ik denk ik nog niet klaar. Ik wil eigenlijk ook niet te veel bezig zijn met een bepaalde tijd halen. Ik ben nog niet zo lang bezig met hardlopen, mag geen stappen overslaan en moet vertrouwen op het proces. Natuurlijk denk ik ook dat ik nog stappen kan maken. Zeker nu ik geen andere baan meer heb, moet dat mogelijk kunnen zijn. Hoe gaat het als ik meer hersteltijd heb? Hoe gaat mijn lichaam daarop reageren? Ga ik sneller herstellen, waardoor ik harder kan trainen? Afwachten. Ik weet wel al dat ik het op een heel slimme manier wil doen, want ik wil dit nog lang blijven doen.” En als over een aantal jaren haar hardloopcarrière eindigt, dan heeft ze ook al ideeën wat ze wil doen. “Ik zou graag voor een sporthorlogemerk willen werken. Of voor de European Space Agency, ESA.” En als de kans zich voordoet om ooit naar Mars te kunnen? “Lastig,” lacht Nienke, “toen de ESA een tijdje terug een oproep deed om astronauten te werven voor reizen naar de maan, heb ik me opgegeven. Ik ben niet gekozen, tijdens de sollicitatieprocedure werd ik al snel afgewezen. Die astronautentraining leek me zo mooi. De wens om naar de maan te gaan is niet weg. Het is me wel ontnomen en dat vind ik verder ook niet erg. Ik heb het prima naar mijn zin, hier op aarde.” Helden Magazine 66 Het verhaal van Nienke Brinkman komt voort uit Helden Magazine 66. De 66ste editie staat in het teken van ‘nieuwe Helden’. Op zijn 28ste heeft Nyck de Vries een stoeltje in de Formule 1 bemachtigd. Helden ging bij hem langs in Monaco en sprak hem over het bizarre leven dat hij leidt. In deze editie lees je ook een uitgebreid interview met duizendpoot Rico Verhoeven. Hij is al tien jaar wereldkampioen kickboksen, succesvol ondernemer, vader én acteur. Ook een gesprek met Daphne van Domselaar. Bij het EK van 2022 werd de doelvrouw van FC Twente gebombardeerd tot nieuwe held en is nu de eerste keeper van Nederland. Daarnaast spraken we met Xavi Simons, wie al sinds jongs af aan in the picture staat. Verder in Helden 66 interviews met de trainer van Feyenoord: Arne Slot, de winnaar van het tennistoernooi van Rosmalen: Tim van Rijthoven, goede vrienden en wielrenners: Fabio Jakobsen en Julius van den Berg, één van de kroonjuwelen van Ajax: Kenneth Taylor én paralympisch zwemkampioene: Chantalle Zijderveld. José de Cauwer is oud-renner en wieleranalist van de VRT. Een gesprek over onder meer Mathieu van der Poel, Remco Evenepoel en Jonas Vingegaard. Klaas-Jan Huntelaar blikt terug op de koninklijke avond in Madrid. Victoria Koblenko spreekt paralympisch wielerkampioen Tristan Bangma. Als laatste verteld Nouchka Fontijn in ‘De dag dat alles misging’ dat ze dacht dat ze wereldkampioen was én Fenna Kalma is de aanstormende spits van de Oranjevrouwen. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 66 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van jouw Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.
Nienke Brinkman wilde als hockeyster de top halen, maar dat zat er niet in. Een paar jaar terug ging ze voor haar studie geofysica naar Zwitserland, waar ze de trillingen op planeet Mars onderzocht. In haar vrije tijd ging ze hardlopen en al snel was er een nieuwe ster geboren. Het Nederlands record marathon heeft ze al in bezit. Waar eindigt dit? In aanloop naar de Boston Marathon, waaraan ze op 17 april meedoet, spraken we de 29-jarige hardloopster die gaat als een komeet. “Ik weet ook niet waar het eindigt,” zegt Nienke Brinkman bijna verontschuldigend. De 29-jarige marathonloopster is begonnen aan een ontdekkingsreis waarvan ze zelf de eindbestemming niet weet, geeft ze aan. Bijna dagelijks verbaast ze zich. “Ik word wakker met een glimlach, denk vaak: wat een tof leven heb ik. Ik hoef alleen maar lekker te hardlopen, verder niks. Wat een luxe is dat. Het is net of ik in een droom leef. Het is toch heel gek om te zeggen dat hardlopen mijn baan is? Ik kan er maar niet aan wennen. Zo gaaf wat ik allemaal meemaak.” Hockey & Mars Nienke is een hardloopsensatie, maar lange tijd draaide veel om hockey in huize Brinkman in Leiderdorp. Haar ouders, oudere zus Noor en jongere zus Sant hockeyden ook. Nienke hoopte als hockeyster de top te halen, net als neef Jasper Brinkman, die uitkomt voor landskampioen Bloemendaal en het Nederlands team. “Jasper was altijd al degene die de meeste kans had om de top te halen met hockey. Toen ik merkte dat dat er voor mij niet inzat, ben ik meer voor mijn studie gegaan. In 2018 ben ik aan mijn PhD begonnen.” Nienke volgde een opleiding geofysica, deed in Zürich onderzoek naar bodemtrillingen op de planeet Mars. “Op mijn zestiende hebben we vanwege het werk van mijn vader een jaar in Indonesië gewoond. Daar hebben ze veel actieve vulkanen, waaronder de beroemde Krakatau. Ik vond die vulkanen heel interessant, daarom ben ik geofysica gaan studeren. Voor mijn masterthesis ben ik onderzoek gaan doen naar bevingen op Mars. Het is seismologie, maar in plaats van onderzoek naar aardbevingen deden we onderzoek naar bevingen op Mars. Een Marslander stuurt continu data door naar de aarde en met behulp van die informatie onderzochten we wat er binnen in de planeet zit.” In haar vrije tijd heeft ze nog even gehockeyd in Zwitserland, maar dat team vond ze niet goed genoeg. Om stoom af te blazen ging Nienke fietsen, naar de gym en hardlopen. Ze sloot zich in 2019 aan bij een loopgroepje van de universiteit. “Het begon met een keertje in de week meedoen met de hardloopgroep. Doordat ik altijd al met sporten bezig ben geweest, heb ik onbewust een basis opgebouwd die me goed van pas kwam tijdens het hardlopen. Ik wist ook al dat ik een aardige loper was. Met hockey hadden we geregeld een piepjestest, die deed ik net zo goed als de mannen. Ik was als hockeyster een middenvelder die kon blijven gaan.” Bij het loopgroepje werd Benjamin Ueltschi haar trainer. Nienke vond hardlopen heerlijk, ook omdat ze snel progressie maakte. Ze zag dat Benjamin ook op andere dagen trainingen gaf, besloot daarom vaker haar neus op de atletiekbaan te laten zien. “Ons loopgroepje bestond vaak uit alleen mannen. Ze waren heel fanatiek en ik vond het leuk om hen uit te dagen. Toen ze zagen dat ik snel beter werd, werden ze nog fanatieker. Tijdens de pandemie ontstond het idee om mee te doen aan de marathon van Amsterdam.” Hardlopen groeide al snel uit tot een flink uit de hand gelopen hobby, erkent Nienke. “De rondjes die ik liep, werden steeds langer. En daardoor werd ik steeds vermoeider en was ik op mijn werk voor mijn gevoel toch iets minder efficiënt. Ik voelde me best een beetje schuldig tegenover mijn baas.” Begin 2020 kreeg Europa te maken met de coronapandemie. Voor Nienke, die in die periode veel thuiswerkte, werd hardlopen een nog grotere uitlaatklep. Omdat de marathon van Amsterdam, waar ze voor trainde, niet doorging, besloot ze met haar hardloopgroep maar zelf een marathon te organiseren. Haar doel: onder de drie uur lopen. “Ik klokte een tijd van 2 uur en 39 minuten... Ik was zo verbaasd, ging meteen kijken wat die tijd inhield en ontdekte dat mijn tijd goed genoeg was voor Amerikaanse atleten om mee te mogen doen aan de trials voor de Spelen. Toen ik dat zag, ben ik het nog serieuzer aan gaan pakken.” Sterker, ze had in haar hoofd een poging te wagen zich te kwalificeren voor de Spelen in Tokio. Ze wilde dat doen tijdens een marathon georganiseerd in Belp, vlakbij Bern. Door een ontsteking aan haar enkel moest ze afzeggen. “Ik baalde zo dat mijn coach zei: ‘Ga dan laten zien wat je kunt in Zermatt.’” De Zermatt-Marathon is niet zomaar een marathon. In de race over iets meer dan 42 kilometer worden ook nog eens 1800 hoogtemeters bedwongen. Een hoogte van bijna 2600 meter boven zeeniveau wordt bereikt. Vooral trailrunners doen mee aan de marathon rond de Zwitserse wintersportplaats. Trailrunning is off-road hardlopen door de vrije natuur en dus ook door de bergen. “Ik won in juli 2021 in Zermatt, terwijl niemand wist wie ik was. Ik haalde onderweg ook de organisator van de Sierre-Zinal in. Hij kwam na afloop meteen naar me toe en nodigde me uit om mee te doen aan zijn wedstrijd.” Sierre-Zinal is een wedstrijd van 31 kilometer die gaat over een parkoers dat wordt omringd door vijf Zwitserse bergen van meer dan 2200 meter hoogte. Het geldt als het summum op het gebied van trailrunning en de wedstrijd maakt deel uit van de Golden Trail Series, de wereldbekerwedstrijden trailrunning. Nienke finishte in augustus 2021 als tweede bij de vrouwen. “Ik kreeg meteen een sponsoraanbieding van Salomon. En ik kreeg de vraag of ik mee wilde doen aan de andere wedstrijden van de Golden Trail Series. Ik vond het een lastige keuze, wilde eigenlijk toewerken naar de marathon van Amsterdam, maar heb uiteindelijk besloten om de Golden Trail Series af te maken. Ik finishte uiteindelijk als tweede vrouw overall.” Nienke merkte in 2021 dat de combinatie sport en werken echt te veel werd. “Ik ben naar mijn baas gestapt en hij vroeg: ‘Wat wil je zelf?’ Ik stelde voor om veertig procent minder te werken, waardoor ik wat langer zou doen over mijn PhD. Daar stemde hij mee in. In plaats van drieënhalf jaar heb ik er vier jaar over gedaan om mijn PhD te halen.” Doctor of Science Nienke viel op door haar resultaten als trailrunner en kreeg steeds vaker de vraag wat ze zou kunnen laten zien in een normale marathon. “Daar was ik zelf ook steeds benieuwder naar, daarom heb ik me ingeschreven voor de marathon van Valencia. Mijn doel vooraf was om de marathon in 2 uur en 30 minuten te lopen. Ik had het idee dat ik goed genoeg was om de EK-limiet te lopen. Ik was er ook al mee bezig hoe mensen zouden reageren als ineens iemand van wie ze nog nooit hadden gehoord de limiet liep.” Op 5 december 2021 finishte ze haar eerste ‘echte’ marathon in 2.26.34; de derde tijd ooit door een Nederlandse atlete gelopen en goed voor een EK- en WK-limiet. “Na die marathon van Valencia was alles anders, het leek of ik een andere wereld binnenstapte.” Het verhaal van het meisje dat op haar 28ste ‘zomaar’ de EK-limiet liep, werd breed uitgemeten in de media. Er kwam heel veel op Nienke af. Anderhalf uur na de marathon hing Youri Verbaas, atletenmanager van Global Sports Communication, al aan de telefoon. “Hij vroeg of ik bij het NN Running Team wilde komen... Ik had pas mijn eerste echte marathon gelopen en werd al gevraagd om bij het team te komen waarvoor de allerbeste marathonlopers van de wereld uitkomen. Ik was beduusd, dacht aan een grap. Maar ik zei natuurlijk wel meteen ‘ja’. Al heel snel bleek dat het geen grap was.” Nienke heeft bij het NN Running Team onder anderen wereldrecordhouder Eliud Kipchoge, de beste marathonloper ooit uit Kenia, en Abdi Nageeye, namens Nederland winnaar van olympisch zilver in Tokio, als ploeggenoten. “Toch bizar?” Als lid van een professioneel marathonteam blijft ze zich stormachtig ontwikkelen. “Voordat ik bij het NN Running Team kwam, was ik altijd mijn geld aan het verdelen. Welk bedrag moest ik opzijleggen voor nieuwe schoenen? Ineens kreeg ik ze gratis en hoefde ik voor veel dingen niet meer te betalen. Alles was ineens geregeld, voor vragen kon ik bij iedereen terecht. Ze regelen trainingskampen, diëtisten, fysiotherapeuten, mediamomenten; alles. Ik vond het in het begin best ongemakkelijk dat alles voor me werd geregeld. Ik voelde me een verwend kind. Soms voelde ik me bezwaard, dacht ik: dat hoeft een ander toch niet voor me te doen, dat kan ik best zelf. Maar ik weet tegelijkertijd dat dit helpt om het maximale uit mezelf te halen.” In het shirt van het NN Running Team ging ze op 10 april 2022 van start in de marathon van Rotterdam. Omringd door twee hazen zwaaide ze onderweg naar familie en vrienden langs de kant. Ze keek ondertussen haar ogen uit. “Er waren zoveel dingen nieuw voor me. Weet je dat ik nooit heb geweten dat er tijdens de marathon van Rotterdam ook motoren rondrijden die je volgen? Wel leuk, hoor.” Toen het werk van de gangmakers er na 35 kilometer op zat, versnelde Nienke. Ze haalde twee vrouwen in en kwam als tweede over de streep op de Coolsingel in een tijd van 2.22.51. Alleen de Ethiopische Haven Hailu bleek sneller, het gat bedroeg vijftig tellen. 'Er waren zoveel dingen nieuw voor me. Weet je dat ik nooit heb geweten dat er tijdens de marathon van Rotterdam ook motoren rondrijden die je volgen?' Nienke verbeterde het negentien jaar oude nationaal record van Lornah Kiplagat met liefst 52 seconden en haar persoonlijk record met bijna vier minuten. “Die dag klopte alles. Ik had twee hazen en liep echt op hun hielen omdat ik wilde dat ze net iets sneller gingen. Tegelijkertijd dacht ik: als ik sneller wil, kan ik mijn energie ook sparen voor later in de marathon. Ik ben blij dat ik het zo heb aangepakt, was heel relaxed. Ik was zo blij dat ik nog kon versnellen, vond ik ook heel leuk om te doen. De laatste twee kilometer heb ik zo ongeveer gesprint. Kwam ook doordat ik echt werd gedragen door het publiek. Lastig te zeggen of ik nog harder kon.” Ze is even stil, zegt dan: “Misschien wel, ja.” De marathon van Rotterdam werd een Nederlands feestje, met Abdi Nageeye als winnaar bij de mannen en Nienke als nummer twee bij de vrouwen. De telefoon stond roodgloeiend na afloop, tv-programma’s waren geïnteresseerd in het ‘sprookje’ van Nienke. “Ik heb mijn baas in Zwitserland gebeld en gezegd dat het echt even geen zin had om te werken. Er kwam zoveel op me af. Hij begreep dat gelukkig. Ik kon een week vakantie opnemen waarin ik ook media-optredens kon doen.” Ze kan zich wel voorstellen dat media haar verhaal bijzonder vinden. “Maar soms wordt er gedaan alsof ik nog maar twee jaar aan het hardlopen ben. Dat is gewoon niet waar. Ik sport al mijn hele leven. Ik probeer dat altijd te zeggen, maar die opmerking wordt toch altijd een beetje genegeerd. Dat past niet in het plaatje, denk ik. Het is echt niet zo dat ik mijn hele leven op de bank heb gelegen en ineens dacht: goh, ik ga eens een stukje hardlopen.” Als toetje liep Nienke anderhalve maand na Rotterdam de Zegama-Aizkorri, een marathon door de bergen in Baskenland. Ze won de 42 kilometer en 195 meter met 2700 hoogtemeters in 4.16.43, een verbetering van het parkoersrecord met twintig minuten. Geregeld krijgt ze de vraag of een gewone marathon voor haar een ‘makkie’ is, omdat ze ook aan trailrunning doet. “Nee, een gewone marathon loop ik niet met twee vingers in mijn neus, hoor. Trailrunning doe je niet op één snelheid doordat de ondergrond vaak niet vlak is. In periodes dat ik veel aan trailrunning doe, verlies ik wat van mijn snelheid. Tegelijkertijd word ik er wel weer heel sterk van. Het helpt me dus zeker. En andersom ook. Als ik veel op de weg heb gelopen, is mijn basissnelheid hoog. Die snelheid kan ik dan weer meenemen als ik aan trailrunning doe.” Na de overwinning in Baskenland ging de focus op haar werk en het binnenhalen van haar PhD. Ze liet daarom afgelopen juli het WK in Eugene schieten. Bij de EK atletiek in München, in augustus, ging ze wel van start. Opnieuw schreef ze historie. Haar bronzen plak betekende de eerste EK-medaille op de marathon voor een Nederlandse vrouw. De periode dat ze haar tijd moest verdelen tussen hardlopen en werken, is nu voorbij. Nienke behaalde haar PhD, gaat tegenwoordig door het leven als doctor of Science. “Ik heb echt geluk gehad met een baas die zo begripvol was. Hij stemde toe dat ik mee kon op trainingskamp. In periodes dat er geen wedstrijden waren, kon ik wat meer werken om het in te halen. Geen idee hoe het was gelopen als hij er anders in had gestaan.” Leergierig & nieuwsgierig Veel marathonlopers kiezen Kenia of Ethiopië als uitvalsbasis, Nienke niet. “Ik heb nu geen baan meer waarvoor ik in Zwitserland moet zijn. Toch wil ik mijn basis daar houden.” Never change a winning team. Benjamin Ueltschi blijft de trainer van Nienke. “Ben begeleidt me heel intensief, past alles aan op mijn wensen. Hij zoekt ook atleten aan wie ik me op kan trekken tijdens trainingen. Ik ben heel erg leergierig, ben iemand die altijd meer wil. Omdat ik dat leuk vind, niet omdat het moet van mezelf. Ik ben ook erg nieuwsgierig, stel heel veel vragen aan mijn coach. We zijn ook vaak aan het meten en ik pak altijd meteen de andere data erbij om te kunnen vergelijken. Voorheen kon ik balen als mijn waardes minder waren dan ervoor. Nu lukt het me beter om dat te accepteren. Ik kan niet altijd op het niveau zitten van vlak voor een marathon.” 'Het is echt niet zo dat ik mijn hele leven op de bank heb gelegen en ineens dacht: goh, ik ga eens een stukje hardlopen' Nienke is nu dus fulltime hardloopster. “Alle dingen die mij stress op zouden kunnen leveren, zijn weg. Ik heb geen baan meer. Nou ja, hardlopen is nu mijn werk... Ik ben heel flexibel, kan overal naartoe. Ik hoef niet meer te overleggen met mijn baas als ik ergens heen wil. We gaan bekijken wat voor effect het op mij heeft als ik me volledig op het hardlopen concentreer. Ik kan de tijd nemen om te herstellen van inspanningen. Voorheen had ik best vaak haast. Even snel eten, geen tijd om te rusten, meteen weer door met werken. En als over een tijdje blijkt dat ik me erg verveel, kan ik er altijd nog iets anders bij gaan doen. Ik wil het eerst even aankijken, kan er altijd nog een baan naast nemen.” Er is nog iets wat haar in Zürich houdt: de liefde. “Mijn vriend Lars en ik wonen samen, hij heeft een baan daar. Hij is Nederlander en is aan de universiteit gebonden. Ik heb hem daar ook ontmoet. Hij probeert zijn PhD in september 2023 af te ronden en kan daarna blijven voor een Postdoc. Lars vindt het heel leuk wat ik doe en is zelf ook begonnen met hardlopen. Hij is flexibel met zijn werk, kan vaak met me mee.” Boston & Parijs Ze heeft in korte tijd naam gemaakt. Tegenstanders houden rekening met haar. “Ik ben normaal iemand die in de schaduw bivakkeert. Ik vond het lekker dat niemand naar me keek, dan kon ik mijn eigen ding doen zonder dat iemand iets van me verwachtte. Nu moet ik er wel aan wennen dat ik bij het EK vooraan mocht starten en dat mijn naam om werd geroepen. Iedereen weet ineens wie ik ben. Best spannend.” De verwachtingen zullen voortaan ook anders zijn als ze aan de start verschijnt. “Die druk begin ik wel te voelen. Ik ben bezig om dat een plek te geven, omdat die druk me ook kan gaan belemmeren. Ik heb zelf nooit aan winnen gedacht als ik ergens aan de start stond. Laat staan dat andere mensen dat van me verwachtten. Ik moet uitschakelen wat mensen over me zeggen en van me denken.” In 2023 hoopt Nienke weer een sprongetje te maken. Op 17 april wacht weer een mooie uitdaging, op die dag zal ze meedoen aan de Boston Marathon, een van de zes World Marathon Majors. In de voorbereiding won ze de CPC Loop, de halve marathon liep ze in 1.07.44, drie minuten sneller dan haar oude toptijd. “Boston is de eerste major die ik ga lopen,” zegt ze stralend. “Het parkoers bij de Boston Marathon gaat op en af, dat vind ik geweldig met mijn achtergrond als trailrunner. De tijd die ik loop is niet zo belangrijk. Later in het jaar wil ik een marathon gaan lopen waarbij ik meer voor een snelle tijd ga. Ik ga nu vooral kijken hoe ik me verhoud tot alle toppers die daar van start gaan.” De Olympische Spelen in Parijs van volgend jaar zitten ook al in haar hoofd. Dit jaar wil ze de olympische limiet lopen, voor vrouwen gesteld op 2.26.50. “Parijs is het grote doel voor de komende periode. Hardlopen op de weg staat de komende tijd echt op één. Ik wil het wel blijven combineren met trailrunning, daar word ik ook weer beter van op de weg, maar ik mag niet te veel risico lopen. Onlangs gleed ik uit tijdens trailrunning en brak ik mijn pols. Na die val twijfelde ik even of ik daarmee door moest gaan. Ik heb besloten de meest technische races over te slaan. Races waarin flink geklommen wordt, vind ik het leukst en daarin maak ik minder kans op een val. Trailrunning is voor mij ook een fijne afwisseling, even het hoofd leegmaken.” 'De wens om naar de maan te gaan is niet weg. Het is me wel ontnomen en dat vind ik niet erg. Ik heb het prima naar mijn zin, hier op aarde' Vraag is natuurlijk hoeveel sneller ze nog kan dan haar persoonlijk record van 2.22.51. “Ik heb natuurlijk wel tijden in mijn hoofd die ik wil lopen,” zegt ze zonder die tijden te verklappen. “Bij de WK atletiek liepen de toppers 2 uur en 17 minuten, voor zo’n tijd ben ik denk ik nog niet klaar. Ik wil eigenlijk ook niet te veel bezig zijn met een bepaalde tijd halen. Ik ben nog niet zo lang bezig met hardlopen, mag geen stappen overslaan en moet vertrouwen op het proces. Natuurlijk denk ik ook dat ik nog stappen kan maken. Zeker nu ik geen andere baan meer heb, moet dat mogelijk kunnen zijn. Hoe gaat het als ik meer hersteltijd heb? Hoe gaat mijn lichaam daarop reageren? Ga ik sneller herstellen, waardoor ik harder kan trainen? Afwachten. Ik weet wel al dat ik het op een heel slimme manier wil doen, want ik wil dit nog lang blijven doen.” En als over een aantal jaren haar hardloopcarrière eindigt, dan heeft ze ook al ideeën wat ze wil doen. “Ik zou graag voor een sporthorlogemerk willen werken. Of voor de European Space Agency, ESA.” En als de kans zich voordoet om ooit naar Mars te kunnen? “Lastig,” lacht Nienke, “toen de ESA een tijdje terug een oproep deed om astronauten te werven voor reizen naar de maan, heb ik me opgegeven. Ik ben niet gekozen, tijdens de sollicitatieprocedure werd ik al snel afgewezen. Die astronautentraining leek me zo mooi. De wens om naar de maan te gaan is niet weg. Het is me wel ontnomen en dat vind ik verder ook niet erg. Ik heb het prima naar mijn zin, hier op aarde.” Helden Magazine 66 Het verhaal van Nienke Brinkman komt voort uit Helden Magazine 66. De 66ste editie staat in het teken van ‘nieuwe Helden’. Op zijn 28ste heeft Nyck de Vries een stoeltje in de Formule 1 bemachtigd. Helden ging bij hem langs in Monaco en sprak hem over het bizarre leven dat hij leidt. In deze editie lees je ook een uitgebreid interview met duizendpoot Rico Verhoeven. Hij is al tien jaar wereldkampioen kickboksen, succesvol ondernemer, vader én acteur. Ook een gesprek met Daphne van Domselaar. Bij het EK van 2022 werd de doelvrouw van FC Twente gebombardeerd tot nieuwe held en is nu de eerste keeper van Nederland. Daarnaast spraken we met Xavi Simons, wie al sinds jongs af aan in the picture staat. Verder in Helden 66 interviews met de trainer van Feyenoord: Arne Slot, de winnaar van het tennistoernooi van Rosmalen: Tim van Rijthoven, goede vrienden en wielrenners: Fabio Jakobsen en Julius van den Berg, één van de kroonjuwelen van Ajax: Kenneth Taylor én paralympisch zwemkampioene: Chantalle Zijderveld. José de Cauwer is oud-renner en wieleranalist van de VRT. Een gesprek over onder meer Mathieu van der Poel, Remco Evenepoel en Jonas Vingegaard. Klaas-Jan Huntelaar blikt terug op de koninklijke avond in Madrid. Victoria Koblenko spreekt paralympisch wielerkampioen Tristan Bangma. Als laatste verteld Nouchka Fontijn in ‘De dag dat alles misging’ dat ze dacht dat ze wereldkampioen was én Fenna Kalma is de aanstormende spits van de Oranjevrouwen. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 66 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van jouw Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.

Kickboksen

Rico Verhoeven: ‘Je moet mij niet in een doosje willen stoppen’

Het zijn roerige tijden voor Rico Verhoeven (33). In april is de première van Black Lotus, de internationale film waarin hij de hoofdrol speelt. Tegelijkertijd revalideert Rico, al tien jaar lang ongeslagen wereldkampioen kickboksen, van een zware knieblessure. Daarnaast is hij ook nog succesvol ondernemer én vader. Helden ging op bezoek bij de duizendpoot. Rico de kickbokser Het zweet gutst nog van zijn lichaam. Rico Verhoeven heeft er samen met vriendin Naomy net een trainingssessie opzitten in de gym in zijn huis in Halsteren. Dennis Krauweel, al zeventien jaar zijn trainer, steun en toeverlaat, zit aan de keukentafel, terwijl Rico naast hem nog staat uit te hijgen. Het is een gezellige drukte in huize Verhoeven. Het is vakantie en dochters Mikayla, Jazlynn en zoon Vince uit zijn eerdere relatie zijn aan het spelen. Op de tv in de keuken worden tekenfilms vertoond. Op de grond ligt het spel Twister. Normaal gesproken speelt Rico ook een potje mee met de kids, maar voorlopig zit dat er even niet in. Hij is aan het revalideren van een zware knieblessure, die hij rond de jaarwisseling opliep tijdens de training. Rico, al tien jaar lang ongeslagen als wereldkampioen kickboksen, hoopte zijn titel voor de twaalfde keer met succes te verdedigen tegen de Kroaat Antonio Plazibat, maar dat gevecht moest worden uitgesteld. “Die knie lag goed aan diggelen,” zegt Rico nadat hij snel heeft gedoucht en zichzelf in een zwart trainingspak heeft gestoken. “Dat je lichamelijk niet kunt doen wat je gewend bent, is frustrerend, maar zwaarder is wat er mentaal gebeurt.” Hij heeft op bijna 34-jarige leeftijd wel vaker moeten herstellen van fysiek ongemak. Denk alleen al aan de jaap in zijn gezicht tijdens zijn laatste gewonnen titelgevecht tegen Jamal Ben Saddik waardoor zijn eigen telefoon hem niet eens meer herkende. “Ik denk dat ik wel weet wat pijn is, heb vaak genoeg dingen gebroken in mijn handen en benen en ben weleens in het ziekenhuis geweest, maar dit was een heel andere pijn. Dit is de eerste keer dat ik echt geopereerd moest worden: het was heel intens en pijnlijk, mentaal een heel andere uitdaging.” 'Ik durf te zeggen dat het verschil in die wedstrijd tegen Ben Saddik, toen mijn oog er bijna uit viel, was dat ik durfde te sterven in de ring' Hij klopte ook aan bij collega-sporters, vertelt Rico. “Ik heb Memphis Depay meerdere malen aan de telefoon gehad, hij heeft ook met een zware knieblessure te kampen gehad. Patrick Kluivert heb ik ook gesproken. En ik heb meteen contact gezocht met een van de beste fysiotherapeuten uit het vak, met wie ik al langer samenwerk en die veel topsporters behandelt. Fijn om met hen te kunnen sparren en de mentale uitdagingen te bespreken.” Zeker in de periode vlak na de operatie, waarin hij bijna niet mocht en kon bewegen, had hij het zwaar. “Ik ging twijfelen aan mezelf. Doe ik dit al te lang? Word ik te oud? Is het tijd om te stoppen? Allemaal vragen die opkwamen doordat ik ging twijfelen aan m’n lichaam. Ik ben zeker bezig geweest met de gedachte: wat als ik het dadelijk niet meer kan opbrengen? Normaal gesproken trigger ik mezelf door keihard te trainen, mezelf letterlijk te pijnigen. Als ik het mezelf lichamelijk zo zwaar maak, trigger ik mezelf mentaal. Toen ik niet kon trainen, moest ik op zoek naar andere manieren om mezelf mentaal uit te dagen. Ik ben in die periode vaak in een ijsbad gaan zitten om mezelf te pijnigen. En dan niet voor een minuutje, nee, ik ging er zes of zeven minuten in. Als ik zat te shaken in het ijskoude water dacht ik: Rico, je gaat er mooi niet uit, dit is de enige manier waarop je je nu lichamelijk en mentaal kunt pijnigen en triggeren.” Hij kreeg ook mentale hulp, verklapt hij. “Binnen mijn team is er ook iemand die mij mentaal coacht. Daarnaast maak ik de laatste jaren gebruik van een psycholoog, met wie ik eens in de zoveel tijd praat. De ene periode klop ik wat vaker aan, de andere minder. Er gebeurt veel in mijn leven, die emmer vult zich continu. Op het moment dat die dreigt over te lopen, is het fijn dat er iemand is die kan helpen hem te legen.” Hij geeft meteen toe dat de reden waarom hij al zo lang te boek staat als King of Kickboxing het feit is dat hij mentaal sterker is dan de concurrentie. “We zijn allemaal sterk, groot en fit. Ik hoor vaak mensen zeggen: ‘Rico is fitter dan de rest.’ Het is niet dat ik een of ander wondermiddel heb om fitter te zijn dan de anderen, hoor. Onzin. Het enige wondermiddel zit tussen mijn oren. Ik durf te zeggen dat het verschil in die wedstrijd tegen Ben Saddik, toen mijn oog er bijna uit viel, was dat ik durfde te sterven in de ring. Neem het tweede gevecht tegen Badr Hari. Hij tikte me aan, ik zakte door m’n benen. Voor de rest had ik niet veel schade. Ik stond weer op. Op zulke momenten denk ik: de wedstrijd is pas gevochten als de vijf rondes voorbij zijn. Het gevecht is nooit beslist voordat de laatste bel klinkt, zo kijk ik er altijd naar. Iemand kan zijn tegenstander zwaar domineren, maar met één hoge trap kan het afgelopen zijn. Daar moet je continu beducht op zijn. En voor mij geldt: als ik in de ring sta, houd ik er nooit een andere agenda op na. Ik doe het niet om bekendheid of meer geld te verdienen. Het zijn lekkere dingen die erbij komen, hoor, maar het heeft nooit mijn prioriteit. Voor mij is het: ik wil laten zien dat ik de allerbeste ben. Dat is de enige drijfveer en de enige manier waarop ik mezelf al die jaren kan pushen.” De revalidatie is in volle gang, hij kan zijn lichaam weer pijnigen tijdens de intensieve trainingen. Maar voorlopig zie je Rico nog niet terug in de ring. Kickboksbond Glory maakte onlangs bekend dat Plazibat in juni gaat vechten om de zogenaamde interim-titel, terwijl Rico ook zijn kampioensring behoudt. Als hij weer topfit is, kan hij het opnemen tegen de interim-kampioen. “Ik vind dat een heel goede oplossing. In de media werd geroepen dat ik mijn titel moet gaan delen, maar dat is helemaal niet waar. In mijn volgende match zal ik mijn titel verdedigen tegen de winnaar van dat gevecht.” Glory kondigde ook aan een jaarlijks toernooi te willen organiseren waarbij acht zwaargewichten het tegen elkaar opnemen. “Echt een topidee,” zegt Rico, “het geeft weer wat reuring binnen de divisie en een mogelijkheid voor een nieuwe zwaargewicht om zichzelf in de spotlights te vechten. Wellicht komt er ooit een moment dat ik denk: ik wil mezelf nog één keer bizar triggeren en ik doe ook mee aan dat toernooi, maar dat is voorlopig niet het geval. Hopelijk kan ik in oktober mijn titel verdedigen en eind van het jaar is dat nieuwe toernooi. Daar zal dan weer een titeluitdager uit kunnen komen.” Rico op social Hij is gewend dat mensen een mening over hem hebben, staat al jaren aan de top, laat zijn gezicht geregeld zien in talkshows, ook roddelbladen hebben hem ‘ontdekt’. “Ik leef al jaren in een glazen huis, ja,” erkent hij. “Als mensen mij zien rijden in telkens een andere dikke auto, denken ze: hij gooit al zijn geld stuk aan auto’s, kijk hem nou dik doen. Dat ik in een autobedrijf ben gestapt, waarvan ik mede-eigenaar ben en waardoor ik de mogelijkheid heb om vaak van auto te wisselen, weten ze niet. Ach, dat is nu eenmaal de manier waarop mensen vaak naar anderen kijken. Ik probeer altijd overal juist een positieve draai aan te geven. Als iemand een kast van een huis koopt of ik zie iemand rondrijden in een Ferrari, dan denk ik juist: mooi man, daar zal je hard voor gewerkt hebben. Dat is een heel andere benadering. Ik probeer mijn succes ook altijd te delen met mensen. Ik vind het heel belangrijk om mensen blij te maken, probeer hen te motiveren en te steunen. En ik wil zoveel mogelijk delen. Zo sta ik in het leven. Ik train al jaren met Benny Adegbuyi, hij behoort tot de top vijf bij Glory en ik heb ook al twee keer een titelgevecht tegen hem gehad. Ik hoor geregeld: ‘Waarom ga je dan met je concurrent trainen, zijn doel is jou te verslaan.’ Maar doordat wij samen trainen worden we allebei beter, dat is mijn positieve mindset.” Helden Magazine 66 Het eerste gedeelte van het verhaal van Rico Verhoeven komt voort uit Helden Magazine 66. De 66ste editie staat in het teken van ‘nieuwe Helden’. Op zijn 28ste heeft Nyck de Vries een stoeltje in de Formule 1 bemachtigd. Helden ging bij hem langs in Monaco en sprak hem over het bizarre leven dat hij leidt. In deze editie lees je ook een uitgebreid interview met Daphne van Domselaar. Bij het EK van 2022 werd de doelvrouw van FC Twente gebombardeerd tot nieuwe held en is nu de eerste keeper van Nederland. Daarnaast spraken we met Xavi Simons, wie al sinds jongs af aan in the picture staat én breekt marathonloopster Nienke Brinkman record na record. Verder in Helden 66 interviews met de trainer van Feyenoord: Arne Slot, de winnaar van het tennistoernooi van Rosmalen: Tim van Rijthoven, goede vrienden en wielrenners: Fabio Jakobsen en Julius van den Berg, één van de kroonjuwelen van Ajax: Kenneth Taylor én paralympisch zwemkampioene: Chantalle Zijderveld. José de Cauwer is oud-renner en wieleranalist van de VRT. Een gesprek over onder meer Mathieu van der Poel, Remco Evenepoel en Jonas Vingegaard. Klaas-Jan Huntelaar blikt terug op de koninklijke avond in Madrid. Victoria Koblenko spreekt paralympisch wielerkampioen Tristan Bangma. Als laatste verteld Nouchka Fontijn in ‘De dag dat alles misging’ dat ze dacht dat ze wereldkampioen was én Fenna Kalma is de aanstormende spits van de Oranjevrouwen. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 66 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van jouw Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.
Het zijn roerige tijden voor Rico Verhoeven (33). In april is de première van Black Lotus, de internationale film waarin hij de hoofdrol speelt. Tegelijkertijd revalideert Rico, al tien jaar lang ongeslagen wereldkampioen kickboksen, van een zware knieblessure. Daarnaast is hij ook nog succesvol ondernemer én vader. Helden ging op bezoek bij de duizendpoot. Rico de kickbokser Het zweet gutst nog van zijn lichaam. Rico Verhoeven heeft er samen met vriendin Naomy net een trainingssessie opzitten in de gym in zijn huis in Halsteren. Dennis Krauweel, al zeventien jaar zijn trainer, steun en toeverlaat, zit aan de keukentafel, terwijl Rico naast hem nog staat uit te hijgen. Het is een gezellige drukte in huize Verhoeven. Het is vakantie en dochters Mikayla, Jazlynn en zoon Vince uit zijn eerdere relatie zijn aan het spelen. Op de tv in de keuken worden tekenfilms vertoond. Op de grond ligt het spel Twister. Normaal gesproken speelt Rico ook een potje mee met de kids, maar voorlopig zit dat er even niet in. Hij is aan het revalideren van een zware knieblessure, die hij rond de jaarwisseling opliep tijdens de training. Rico, al tien jaar lang ongeslagen als wereldkampioen kickboksen, hoopte zijn titel voor de twaalfde keer met succes te verdedigen tegen de Kroaat Antonio Plazibat, maar dat gevecht moest worden uitgesteld. “Die knie lag goed aan diggelen,” zegt Rico nadat hij snel heeft gedoucht en zichzelf in een zwart trainingspak heeft gestoken. “Dat je lichamelijk niet kunt doen wat je gewend bent, is frustrerend, maar zwaarder is wat er mentaal gebeurt.” Hij heeft op bijna 34-jarige leeftijd wel vaker moeten herstellen van fysiek ongemak. Denk alleen al aan de jaap in zijn gezicht tijdens zijn laatste gewonnen titelgevecht tegen Jamal Ben Saddik waardoor zijn eigen telefoon hem niet eens meer herkende. “Ik denk dat ik wel weet wat pijn is, heb vaak genoeg dingen gebroken in mijn handen en benen en ben weleens in het ziekenhuis geweest, maar dit was een heel andere pijn. Dit is de eerste keer dat ik echt geopereerd moest worden: het was heel intens en pijnlijk, mentaal een heel andere uitdaging.” 'Ik durf te zeggen dat het verschil in die wedstrijd tegen Ben Saddik, toen mijn oog er bijna uit viel, was dat ik durfde te sterven in de ring' Hij klopte ook aan bij collega-sporters, vertelt Rico. “Ik heb Memphis Depay meerdere malen aan de telefoon gehad, hij heeft ook met een zware knieblessure te kampen gehad. Patrick Kluivert heb ik ook gesproken. En ik heb meteen contact gezocht met een van de beste fysiotherapeuten uit het vak, met wie ik al langer samenwerk en die veel topsporters behandelt. Fijn om met hen te kunnen sparren en de mentale uitdagingen te bespreken.” Zeker in de periode vlak na de operatie, waarin hij bijna niet mocht en kon bewegen, had hij het zwaar. “Ik ging twijfelen aan mezelf. Doe ik dit al te lang? Word ik te oud? Is het tijd om te stoppen? Allemaal vragen die opkwamen doordat ik ging twijfelen aan m’n lichaam. Ik ben zeker bezig geweest met de gedachte: wat als ik het dadelijk niet meer kan opbrengen? Normaal gesproken trigger ik mezelf door keihard te trainen, mezelf letterlijk te pijnigen. Als ik het mezelf lichamelijk zo zwaar maak, trigger ik mezelf mentaal. Toen ik niet kon trainen, moest ik op zoek naar andere manieren om mezelf mentaal uit te dagen. Ik ben in die periode vaak in een ijsbad gaan zitten om mezelf te pijnigen. En dan niet voor een minuutje, nee, ik ging er zes of zeven minuten in. Als ik zat te shaken in het ijskoude water dacht ik: Rico, je gaat er mooi niet uit, dit is de enige manier waarop je je nu lichamelijk en mentaal kunt pijnigen en triggeren.” Hij kreeg ook mentale hulp, verklapt hij. “Binnen mijn team is er ook iemand die mij mentaal coacht. Daarnaast maak ik de laatste jaren gebruik van een psycholoog, met wie ik eens in de zoveel tijd praat. De ene periode klop ik wat vaker aan, de andere minder. Er gebeurt veel in mijn leven, die emmer vult zich continu. Op het moment dat die dreigt over te lopen, is het fijn dat er iemand is die kan helpen hem te legen.” Hij geeft meteen toe dat de reden waarom hij al zo lang te boek staat als King of Kickboxing het feit is dat hij mentaal sterker is dan de concurrentie. “We zijn allemaal sterk, groot en fit. Ik hoor vaak mensen zeggen: ‘Rico is fitter dan de rest.’ Het is niet dat ik een of ander wondermiddel heb om fitter te zijn dan de anderen, hoor. Onzin. Het enige wondermiddel zit tussen mijn oren. Ik durf te zeggen dat het verschil in die wedstrijd tegen Ben Saddik, toen mijn oog er bijna uit viel, was dat ik durfde te sterven in de ring. Neem het tweede gevecht tegen Badr Hari. Hij tikte me aan, ik zakte door m’n benen. Voor de rest had ik niet veel schade. Ik stond weer op. Op zulke momenten denk ik: de wedstrijd is pas gevochten als de vijf rondes voorbij zijn. Het gevecht is nooit beslist voordat de laatste bel klinkt, zo kijk ik er altijd naar. Iemand kan zijn tegenstander zwaar domineren, maar met één hoge trap kan het afgelopen zijn. Daar moet je continu beducht op zijn. En voor mij geldt: als ik in de ring sta, houd ik er nooit een andere agenda op na. Ik doe het niet om bekendheid of meer geld te verdienen. Het zijn lekkere dingen die erbij komen, hoor, maar het heeft nooit mijn prioriteit. Voor mij is het: ik wil laten zien dat ik de allerbeste ben. Dat is de enige drijfveer en de enige manier waarop ik mezelf al die jaren kan pushen.” De revalidatie is in volle gang, hij kan zijn lichaam weer pijnigen tijdens de intensieve trainingen. Maar voorlopig zie je Rico nog niet terug in de ring. Kickboksbond Glory maakte onlangs bekend dat Plazibat in juni gaat vechten om de zogenaamde interim-titel, terwijl Rico ook zijn kampioensring behoudt. Als hij weer topfit is, kan hij het opnemen tegen de interim-kampioen. “Ik vind dat een heel goede oplossing. In de media werd geroepen dat ik mijn titel moet gaan delen, maar dat is helemaal niet waar. In mijn volgende match zal ik mijn titel verdedigen tegen de winnaar van dat gevecht.” Glory kondigde ook aan een jaarlijks toernooi te willen organiseren waarbij acht zwaargewichten het tegen elkaar opnemen. “Echt een topidee,” zegt Rico, “het geeft weer wat reuring binnen de divisie en een mogelijkheid voor een nieuwe zwaargewicht om zichzelf in de spotlights te vechten. Wellicht komt er ooit een moment dat ik denk: ik wil mezelf nog één keer bizar triggeren en ik doe ook mee aan dat toernooi, maar dat is voorlopig niet het geval. Hopelijk kan ik in oktober mijn titel verdedigen en eind van het jaar is dat nieuwe toernooi. Daar zal dan weer een titeluitdager uit kunnen komen.” Rico op social Hij is gewend dat mensen een mening over hem hebben, staat al jaren aan de top, laat zijn gezicht geregeld zien in talkshows, ook roddelbladen hebben hem ‘ontdekt’. “Ik leef al jaren in een glazen huis, ja,” erkent hij. “Als mensen mij zien rijden in telkens een andere dikke auto, denken ze: hij gooit al zijn geld stuk aan auto’s, kijk hem nou dik doen. Dat ik in een autobedrijf ben gestapt, waarvan ik mede-eigenaar ben en waardoor ik de mogelijkheid heb om vaak van auto te wisselen, weten ze niet. Ach, dat is nu eenmaal de manier waarop mensen vaak naar anderen kijken. Ik probeer altijd overal juist een positieve draai aan te geven. Als iemand een kast van een huis koopt of ik zie iemand rondrijden in een Ferrari, dan denk ik juist: mooi man, daar zal je hard voor gewerkt hebben. Dat is een heel andere benadering. Ik probeer mijn succes ook altijd te delen met mensen. Ik vind het heel belangrijk om mensen blij te maken, probeer hen te motiveren en te steunen. En ik wil zoveel mogelijk delen. Zo sta ik in het leven. Ik train al jaren met Benny Adegbuyi, hij behoort tot de top vijf bij Glory en ik heb ook al twee keer een titelgevecht tegen hem gehad. Ik hoor geregeld: ‘Waarom ga je dan met je concurrent trainen, zijn doel is jou te verslaan.’ Maar doordat wij samen trainen worden we allebei beter, dat is mijn positieve mindset.” Helden Magazine 66 Het eerste gedeelte van het verhaal van Rico Verhoeven komt voort uit Helden Magazine 66. De 66ste editie staat in het teken van ‘nieuwe Helden’. Op zijn 28ste heeft Nyck de Vries een stoeltje in de Formule 1 bemachtigd. Helden ging bij hem langs in Monaco en sprak hem over het bizarre leven dat hij leidt. In deze editie lees je ook een uitgebreid interview met Daphne van Domselaar. Bij het EK van 2022 werd de doelvrouw van FC Twente gebombardeerd tot nieuwe held en is nu de eerste keeper van Nederland. Daarnaast spraken we met Xavi Simons, wie al sinds jongs af aan in the picture staat én breekt marathonloopster Nienke Brinkman record na record. Verder in Helden 66 interviews met de trainer van Feyenoord: Arne Slot, de winnaar van het tennistoernooi van Rosmalen: Tim van Rijthoven, goede vrienden en wielrenners: Fabio Jakobsen en Julius van den Berg, één van de kroonjuwelen van Ajax: Kenneth Taylor én paralympisch zwemkampioene: Chantalle Zijderveld. José de Cauwer is oud-renner en wieleranalist van de VRT. Een gesprek over onder meer Mathieu van der Poel, Remco Evenepoel en Jonas Vingegaard. Klaas-Jan Huntelaar blikt terug op de koninklijke avond in Madrid. Victoria Koblenko spreekt paralympisch wielerkampioen Tristan Bangma. Als laatste verteld Nouchka Fontijn in ‘De dag dat alles misging’ dat ze dacht dat ze wereldkampioen was én Fenna Kalma is de aanstormende spits van de Oranjevrouwen. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 66 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van jouw Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.

Invictus Games

Marc van de Kuilen en Luuk Veltink: Kameraden door het noodlot

Marc van de Kuilen raakte vijftien jaar geleden zwaargewond in Afghanistan. Door toedoen van collega-militair Luuk Veltink. Hij zag Marc aan als vijand en vuurde. Luuk raakte later deels verlamd aan zijn arm door een motorongeluk. De twee vonden elkaar, een bijzondere vriendschap ontstond. Ze bleken ook allebei talentvolle paralympische sporters. Met de schrijnende humanitaire situatie in Oekraïens oorlogsgebied worden we dagelijks gevoed. Een jaar geleden was er een ander aangrijpend beeld dat de wereld over ging. Dat van radeloze Afghaanse burgers, die uit de greep van de weer machthebbende Taliban probeerden te blijven en zo wanhopig hun land wilden ontvluchten dat ze zich vastklampten aan een opstijgend vliegtuig... en vielen. Mensen voor wiens vrijheid honderden Nederlandse militairen jarenlang vochten. Tegen diezelfde Taliban. Het was onlangs vijftien jaar geleden dat dat Afghaanse gebied het decor vormde van de zwartste bladzijde in de geschiedenis van Defensie. ‘Ik heb je niet gebaard om jezelf overhoop te laten schieten,’ zegt de moeder van Marc van de Kuilen als hij zijn ouders vertelt bij het leger te willen gaan. Hij zet toch door. Marc, die op dat moment American football speelt op het hoogste niveau in Nederland, meldt zich als militair zelfs voor een tweede keer aan om te worden uitgezonden naar Afghanistan. Zijn moeder huilt. Iets met voorgevoel. De Navo-vredesmissie in Uruzgan leidt immers tot een rits aan oorlogsdrama’s aan Nederlandse zijde. Op 12 januari 2008 trekken twee Nederlandse compagnies gescheiden van elkaar door gebied waar Taliban-strijders zich ophouden. Als de duisternis intreedt, zitten ze op 800 meter van elkaar, zonder te weten waar precies. Het is aardedonker. De vermoedens zijn dat ze worden omsingeld door de Taliban. Er ontstaan vuurgevechten. Twee landgenoten, buddy’s van Luuk Veltink, worden gedood. Luuk, dan 21 jaar, kruipt in zijn rupsvoertuig achter het wapen en in zijn kijkers ontwaart hij de vijand. Althans, dat denkt hij. Hij krijgt toestemming om te vuren. En schiet, vijf, zes keer... Honderden meters verderop wordt de dan twintigjarige Marc geraakt, als hij munitie bij collega’s brengt. Als hij in elkaar zakt, kijkt hij tegen zijn eigen schoenzolen aan... Marc overleeft het, maar beide benen moeten worden geamputeerd. Onderzoek wijst uit dat het die bewuste avond om ‘eigen vuur’ (friendly fire) ging. Acht jaar later ontmoeten slachtoffer en schutter elkaar, in gang gezet nadat Luuk gewond is geraakt bij een motorongeluk tijdens vakantie. Zijn arm is daar deels verlamd door geraakt. “Ineens zat ik thuis. En sloeg aan het malen,” zegt Luuk. Al die tijd voelde hij zich schuldig tegenover Marc. “Ik dacht ook dat Marc mij vast zou haten, mij nooit zou willen zien.” Marc: 'Ik heb het Luuk meteen vergeven en hoopte dat hij het zichzelf ook kon vergeven. Ik ben gelukkig zoals ik ben. Ik mis mijn benen, maar ik mis verder niks' Luuk heeft al die jaren uit schaamte verzwegen naar zijn omgeving dat hij tijdens het friendly fire-incident de schutter was die ‘soldaat Kuilen’ had verwond. “Mijn vader was betrokken bij de treingijzeling bij De Punt in 1977, maar sprak er naderhand nooit over. Ik deed hetzelfde.” Een psycholoog van Defensie koppelt Marc en Luuk aan elkaar. Marc: “Ik heb het Luuk meteen vergeven en hoopte dat hij het zichzelf ook kon vergeven. Ik ben gelukkig zoals ik ben. Ik mis mijn benen, maar ik mis verder niks. Wie zegt me dat ik met benen ook zo gelukkig zou zijn geweest?” Omdat het bizarre verhaal even later in boekvorm verschijnt, zien de twee elkaar vaker en ontstaat er een band. Met oog, oor en hart voor elkaar. En ruimte voor humor. Marcs ongekend positieve instelling werkt aanstekelijk. “We gaan er toch geen tranentrekker van maken,” grapt Marc voor het dubbelinterview. Helden Magazine 65 Het eerste gedeelte van het verhaal van Marc van de Kuilen en Luuk Veltink komt voort uit Helden Magazine 65. Er is volop aandacht voor de wintersporten én ook voor voetbal. Frank Rijkaard geeft sinds lange tijd weer eens een interview en spreekt onder meer over Cruijff, het Nederlands elftal en Lionel Messi. In deze editie lees je ook een uitgebreid interview met Lois Abbingh en Tess Lieder – voorheen Wester -. De handbalcollega’s zijn vriendinnen, schoonzussen en sinds kort ook allebei moeder. Daarnaast spraken we met Dávid Hancko en Kristyna Pliskova. De een is een grote aanwinst voor Feyenoord, de ander is toptennisster. Én een gesprek met de populairste schaatser van dit moment, Jutta Leerdam. Verder interviews met de succesvolste Nederlandse olympiër ooit: Ireen Wüst, de eerste keeper op het afgelopen WK: Andries Noppert, twee grootheden in het rolstoeltennis: Diede de Groot en Esther Vergeer. Shorttrackster Xandra Velzeboer gaat als een komeet én Joep Wennemars is keihard bezig om uit de schaduw van zijn vader Erben te treden. Ook heeft het voetbalvirus nog altijd Guus Hiddink in zijn greep, verteld Juul Franssen over haar strijd met de judobond, spreekt Victoria Koblenko met olympisch kampioen openwater Ferry Weertman én staat bondscoach van de Oranjevrouwen: Andries Jonker stil bij De Nachtwacht. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 65 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van jouw Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.
Marc van de Kuilen raakte vijftien jaar geleden zwaargewond in Afghanistan. Door toedoen van collega-militair Luuk Veltink. Hij zag Marc aan als vijand en vuurde. Luuk raakte later deels verlamd aan zijn arm door een motorongeluk. De twee vonden elkaar, een bijzondere vriendschap ontstond. Ze bleken ook allebei talentvolle paralympische sporters. Met de schrijnende humanitaire situatie in Oekraïens oorlogsgebied worden we dagelijks gevoed. Een jaar geleden was er een ander aangrijpend beeld dat de wereld over ging. Dat van radeloze Afghaanse burgers, die uit de greep van de weer machthebbende Taliban probeerden te blijven en zo wanhopig hun land wilden ontvluchten dat ze zich vastklampten aan een opstijgend vliegtuig... en vielen. Mensen voor wiens vrijheid honderden Nederlandse militairen jarenlang vochten. Tegen diezelfde Taliban. Het was onlangs vijftien jaar geleden dat dat Afghaanse gebied het decor vormde van de zwartste bladzijde in de geschiedenis van Defensie. ‘Ik heb je niet gebaard om jezelf overhoop te laten schieten,’ zegt de moeder van Marc van de Kuilen als hij zijn ouders vertelt bij het leger te willen gaan. Hij zet toch door. Marc, die op dat moment American football speelt op het hoogste niveau in Nederland, meldt zich als militair zelfs voor een tweede keer aan om te worden uitgezonden naar Afghanistan. Zijn moeder huilt. Iets met voorgevoel. De Navo-vredesmissie in Uruzgan leidt immers tot een rits aan oorlogsdrama’s aan Nederlandse zijde. Op 12 januari 2008 trekken twee Nederlandse compagnies gescheiden van elkaar door gebied waar Taliban-strijders zich ophouden. Als de duisternis intreedt, zitten ze op 800 meter van elkaar, zonder te weten waar precies. Het is aardedonker. De vermoedens zijn dat ze worden omsingeld door de Taliban. Er ontstaan vuurgevechten. Twee landgenoten, buddy’s van Luuk Veltink, worden gedood. Luuk, dan 21 jaar, kruipt in zijn rupsvoertuig achter het wapen en in zijn kijkers ontwaart hij de vijand. Althans, dat denkt hij. Hij krijgt toestemming om te vuren. En schiet, vijf, zes keer... Honderden meters verderop wordt de dan twintigjarige Marc geraakt, als hij munitie bij collega’s brengt. Als hij in elkaar zakt, kijkt hij tegen zijn eigen schoenzolen aan... Marc overleeft het, maar beide benen moeten worden geamputeerd. Onderzoek wijst uit dat het die bewuste avond om ‘eigen vuur’ (friendly fire) ging. Acht jaar later ontmoeten slachtoffer en schutter elkaar, in gang gezet nadat Luuk gewond is geraakt bij een motorongeluk tijdens vakantie. Zijn arm is daar deels verlamd door geraakt. “Ineens zat ik thuis. En sloeg aan het malen,” zegt Luuk. Al die tijd voelde hij zich schuldig tegenover Marc. “Ik dacht ook dat Marc mij vast zou haten, mij nooit zou willen zien.” Marc: 'Ik heb het Luuk meteen vergeven en hoopte dat hij het zichzelf ook kon vergeven. Ik ben gelukkig zoals ik ben. Ik mis mijn benen, maar ik mis verder niks' Luuk heeft al die jaren uit schaamte verzwegen naar zijn omgeving dat hij tijdens het friendly fire-incident de schutter was die ‘soldaat Kuilen’ had verwond. “Mijn vader was betrokken bij de treingijzeling bij De Punt in 1977, maar sprak er naderhand nooit over. Ik deed hetzelfde.” Een psycholoog van Defensie koppelt Marc en Luuk aan elkaar. Marc: “Ik heb het Luuk meteen vergeven en hoopte dat hij het zichzelf ook kon vergeven. Ik ben gelukkig zoals ik ben. Ik mis mijn benen, maar ik mis verder niks. Wie zegt me dat ik met benen ook zo gelukkig zou zijn geweest?” Omdat het bizarre verhaal even later in boekvorm verschijnt, zien de twee elkaar vaker en ontstaat er een band. Met oog, oor en hart voor elkaar. En ruimte voor humor. Marcs ongekend positieve instelling werkt aanstekelijk. “We gaan er toch geen tranentrekker van maken,” grapt Marc voor het dubbelinterview. Helden Magazine 65 Het eerste gedeelte van het verhaal van Marc van de Kuilen en Luuk Veltink komt voort uit Helden Magazine 65. Er is volop aandacht voor de wintersporten én ook voor voetbal. Frank Rijkaard geeft sinds lange tijd weer eens een interview en spreekt onder meer over Cruijff, het Nederlands elftal en Lionel Messi. In deze editie lees je ook een uitgebreid interview met Lois Abbingh en Tess Lieder – voorheen Wester -. De handbalcollega’s zijn vriendinnen, schoonzussen en sinds kort ook allebei moeder. Daarnaast spraken we met Dávid Hancko en Kristyna Pliskova. De een is een grote aanwinst voor Feyenoord, de ander is toptennisster. Én een gesprek met de populairste schaatser van dit moment, Jutta Leerdam. Verder interviews met de succesvolste Nederlandse olympiër ooit: Ireen Wüst, de eerste keeper op het afgelopen WK: Andries Noppert, twee grootheden in het rolstoeltennis: Diede de Groot en Esther Vergeer. Shorttrackster Xandra Velzeboer gaat als een komeet én Joep Wennemars is keihard bezig om uit de schaduw van zijn vader Erben te treden. Ook heeft het voetbalvirus nog altijd Guus Hiddink in zijn greep, verteld Juul Franssen over haar strijd met de judobond, spreekt Victoria Koblenko met olympisch kampioen openwater Ferry Weertman én staat bondscoach van de Oranjevrouwen: Andries Jonker stil bij De Nachtwacht. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 65 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van jouw Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.

Johan Cruyff Foundation

Soufiane Touzani: ‘Frenkie de Jong is gewoon untouchable’

Soufiane Touzani is pionier van het freestyle voetballen. De balkunstenaar werd ook bekend als vlogger en tv-maker. Voor zijn tv-programma Tiki Taka Touzani en zijn YouTube-kanaal ontmoet hij de grootste voetballers van de wereld. Daarnaast probeert hij de jeugd in beweging te krijgen met initiatieven als FC Straat en is hij ambassadeur van de Johan Cruyff Foundation. We leggen hem in aanloop naar het WK een elftal sterren voor. Johan Cruijff “Ik kwam Johan voor het eerst tegen toen ik begin twintig was, was gevraagd om een optreden te verzorgen tijdens de kampioenschappen van Cruyff Courts 6 vs 6, een toernooi van Cruyff Foundation. Ik was heel zenuwachtig toen ik hem voor het eerst ontmoette. Maar toen ik hem eenmaal sprak, was ik helemaal op mijn gemak. Na die dag had Johan er een fan bij. Naderhand werd ik een van de gezichten van zijn sportmerk. Ik was gevraagd om in Engeland een lancering te doen, liet mijn trucjes zien en Johan keek vol bewondering toe. Een paar dagen later hoorde ik dat Johan me had genoemd in zijn  column in De Telegraaf. Dat was in de tijd dat Geert Wilders zich uitspraak over Marokkanen in Nederland. Johan zei dat hij juist heel fijn had samengewerkt met een jongen met Marokkaanse achtergrond: Soufiane Touzani. Ik hield van hem. Johan gaf liefde aan mij en liet mij welkom voelen. Als we op een gala waren waar ik niemand kende, ging hij bij me zitten om mij het gevoel te geven dat ik niet alleen was. Toen ik met hem op het jeugdcomplex van FC Barcelona was, liep hij iedereen langs om te vertellen wie ik wel niet was. Hij was zo ongeveer mijn pr-man. Ik had een keer een interview met Xavi, hij sprak alleen Spaans. Ik vroeg aan Johan of hij tolk wilde zijn. Hij heeft dat vol passie gedaan, schitterend. Het mooiste aan Johan vind ik de verantwoordelijkheid die hij heeft genomen. Wat Johan heeft gedaan met zijn merk en de Cruyff Foundation is geweldig. Zijn filosofie wordt over de hele wereld nog altijd geprezen. Johan heeft mij geleerd na te denken over mijn nalatenschap. Hij is mijn grote inspiratiebron. We hebben nu het grootste YouTube-kanaal van de Benelux als het gaat om voetbalcontent. Alle techbedrijven en platformen vechten om het meest kostbare bezit van de jeugd: watch time,kijktijd. Wij hebben dat op voetbalgebied. Ik werk goed met de Cruyff Foundation samen en heb nagedacht wat ik kan toevoegen. Het is de algemene trend dat jongeren minder sporten en bewegen, dit is niet alleen op Cruyff Courts het geval. Het buitenspelen is ingewisseld voor schermtijd. Daarom ben ik FC Straat begonnen. En nu twee jaar later is er ook een samen­werking met de Cruyff Foundation en de Krajicek Foundation. Zij hadden gezamelijk een toernooi genaamd Streetwise Cup en dat wordt nu de FC Straat Cup omdat we samen sneller impact kunnen maken. We proberen de jeugd te motiveren watch time om te zetten in play time. Alles wat wij maken, is met de gedachte: je kijkt ergens naar en vervolgens wil je gaan bewegen, het nadoen. En dat doen we niet alleen voor jongens, maar ook voor meisjes. Ik denk dat Johan dit een mooi initiatief had gevonden.” Cristiano Ronaldo “Ik ging en ga veel met Abdelhak Nouri om. Hij vond het leuk om me aan mensen voor te stellen. Voor zijn ongeluk zei hij geregeld tegen me: ‘Als ik ooit een grote voetballer word, dan ga ik Cristiano Ronaldo voor jou regelen.’ Een paar maanden later was het zover. Helaas was in die tussentijd het ongeluk met Abdelhak gebeurd. Ik heb toen ik bij Cristiano thuis was niet gezegd dat Abdelhak de ontmoeting ook graag had gewild. Dat voelde niet goed. Maar het bezoek kreeg wel een aparte lading voor me. 'Voor zijn ongeluk zei Nouri geregeld tegen me: 'Als ik ooit een grote voetballer word, dan ga ik Cristiano Ronaldo voor jou regelen.' Een paar maanden later was het zover' Het werd een bijzonder ontmoeting. Ik maakte op dat moment een serie voor Nike, met sterren als Kevin de Bruyne, Eden Hazard, Sergio Ramos, Christian Eriksen en Yannick Carrasco. Ronaldo stond niet in dat lijstje. Nike belde mij met een uitnodiging voor een bijzondere persconferentie met Cristiano voor YouTube'ers van over de hele wereld. Ik heb daarvoor bedankt. Niet uit arrogantie, maar omdat de content die ik maak een andere setting is: bij iemand thuis of op een veld, niet tijdens een persconferentie. Nike heeft dat verteld aan het team van Ronaldo, waarop hij me bij hem thuis uitnodigde. Toen de opnames klaar waren, moest hij meteen weg. Hij heeft dagelijks zo'n strak schema. Ik ben toen met zijn beste vriend naar de gym van Ronaldo gegaan, bij hem thuis. Die vriend zei tegen mij dat hij had gezien dat ik zenuwachtig was. 'Nergens voor nodig, Cristiano is altijd heel chill'. Hij vertelde me dat Ronaldo iedere dag in een ijsbad zit. Zijn vriend zei: 'Beeld je in dat je de Champions League-finale hebt gewonnen en de dag erna gewoon weer in je ijsbad stapt. Dan ben je eigenlijk gewoon gek' Grote voetballers uit het verleden aten vaak ongezond, dronken of rookten. Cristiano heeft de standaard van fitheid in de voetbalwereld veranderd. Sinds hij heeft laten zien hoe hij met zijn sport omgaat, hebben veel voetballers zijn voorbeeld gevolgd. Memphis Depay was zonder het voorbeeld van Ronaldo heus niet zo gespierd geweest als nu.'' Helden Magazine 64 Het eerste gedeelte van het verhaal van Soufiane Touzani komt voort uit Helden Magazine 64. In het dubbeldikke eindejaarsnummer blikken we terug op het sportjaar 2022 én is er volop aandacht voor het WK Voetbal in Qatar. Virgil van Dijk siert samen met Irene Schouten de cover. Voor Schouten kon het jaar 2022 niet op. Ze won drie olympische titels, de wereldtitel allround en trouwde. In de WK-special lees je interviews met Denzel Dumfries, Matthijs de Ligt en Cody Gakpo. Daarnaast vertellen vriendinnen Candy-Rae en Laura Benschop over hun leven met WK-gangers Daley Blind en Davy Klaassen én een reconstructie van het masterplan van Van Gaal. Verder in deze editie een uitgebreid interview met olympisch shorttrackkampioen Suzanne Schulting en coach Jeroen Otter. Een terugblik op een bewogen wielerjaar met Merijn Zeeman, Kjeld Nuis kende een jaar vol pieken en dalen én Annemiek van Vleuten presteerde het onmogelijke. Daarnaast liet Dylan van Baarle zien dat zijn tweede plek op het WK in 2021 geen toeval was en is Luc Steins de handballende Messi van Paris Saint-Germain. Thomas Krol won op zijn eerste Spelen meteen goud en zilver. Maar het ging niet vanzelf. Giovanni van Bronckhorst kende een geweldig eerste jaar bij Rangers FC. John van ’t Schip won in 1987 de Europa Cup II met Ajax en Hennie Stamsnijder won in 1981 als eerste Nederlander de wereldtitel veldrijden. Als laatste wil Susila Cruijff het gedachtegoed van haar vader voortzetten en blikt voetbalster Vanity Lewerissa terug op een moeilijke tijd. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 64 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van jouw Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.
Soufiane Touzani is pionier van het freestyle voetballen. De balkunstenaar werd ook bekend als vlogger en tv-maker. Voor zijn tv-programma Tiki Taka Touzani en zijn YouTube-kanaal ontmoet hij de grootste voetballers van de wereld. Daarnaast probeert hij de jeugd in beweging te krijgen met initiatieven als FC Straat en is hij ambassadeur van de Johan Cruyff Foundation. We leggen hem in aanloop naar het WK een elftal sterren voor. Johan Cruijff “Ik kwam Johan voor het eerst tegen toen ik begin twintig was, was gevraagd om een optreden te verzorgen tijdens de kampioenschappen van Cruyff Courts 6 vs 6, een toernooi van Cruyff Foundation. Ik was heel zenuwachtig toen ik hem voor het eerst ontmoette. Maar toen ik hem eenmaal sprak, was ik helemaal op mijn gemak. Na die dag had Johan er een fan bij. Naderhand werd ik een van de gezichten van zijn sportmerk. Ik was gevraagd om in Engeland een lancering te doen, liet mijn trucjes zien en Johan keek vol bewondering toe. Een paar dagen later hoorde ik dat Johan me had genoemd in zijn  column in De Telegraaf. Dat was in de tijd dat Geert Wilders zich uitspraak over Marokkanen in Nederland. Johan zei dat hij juist heel fijn had samengewerkt met een jongen met Marokkaanse achtergrond: Soufiane Touzani. Ik hield van hem. Johan gaf liefde aan mij en liet mij welkom voelen. Als we op een gala waren waar ik niemand kende, ging hij bij me zitten om mij het gevoel te geven dat ik niet alleen was. Toen ik met hem op het jeugdcomplex van FC Barcelona was, liep hij iedereen langs om te vertellen wie ik wel niet was. Hij was zo ongeveer mijn pr-man. Ik had een keer een interview met Xavi, hij sprak alleen Spaans. Ik vroeg aan Johan of hij tolk wilde zijn. Hij heeft dat vol passie gedaan, schitterend. Het mooiste aan Johan vind ik de verantwoordelijkheid die hij heeft genomen. Wat Johan heeft gedaan met zijn merk en de Cruyff Foundation is geweldig. Zijn filosofie wordt over de hele wereld nog altijd geprezen. Johan heeft mij geleerd na te denken over mijn nalatenschap. Hij is mijn grote inspiratiebron. We hebben nu het grootste YouTube-kanaal van de Benelux als het gaat om voetbalcontent. Alle techbedrijven en platformen vechten om het meest kostbare bezit van de jeugd: watch time,kijktijd. Wij hebben dat op voetbalgebied. Ik werk goed met de Cruyff Foundation samen en heb nagedacht wat ik kan toevoegen. Het is de algemene trend dat jongeren minder sporten en bewegen, dit is niet alleen op Cruyff Courts het geval. Het buitenspelen is ingewisseld voor schermtijd. Daarom ben ik FC Straat begonnen. En nu twee jaar later is er ook een samen­werking met de Cruyff Foundation en de Krajicek Foundation. Zij hadden gezamelijk een toernooi genaamd Streetwise Cup en dat wordt nu de FC Straat Cup omdat we samen sneller impact kunnen maken. We proberen de jeugd te motiveren watch time om te zetten in play time. Alles wat wij maken, is met de gedachte: je kijkt ergens naar en vervolgens wil je gaan bewegen, het nadoen. En dat doen we niet alleen voor jongens, maar ook voor meisjes. Ik denk dat Johan dit een mooi initiatief had gevonden.” Cristiano Ronaldo “Ik ging en ga veel met Abdelhak Nouri om. Hij vond het leuk om me aan mensen voor te stellen. Voor zijn ongeluk zei hij geregeld tegen me: ‘Als ik ooit een grote voetballer word, dan ga ik Cristiano Ronaldo voor jou regelen.’ Een paar maanden later was het zover. Helaas was in die tussentijd het ongeluk met Abdelhak gebeurd. Ik heb toen ik bij Cristiano thuis was niet gezegd dat Abdelhak de ontmoeting ook graag had gewild. Dat voelde niet goed. Maar het bezoek kreeg wel een aparte lading voor me. 'Voor zijn ongeluk zei Nouri geregeld tegen me: 'Als ik ooit een grote voetballer word, dan ga ik Cristiano Ronaldo voor jou regelen.' Een paar maanden later was het zover' Het werd een bijzonder ontmoeting. Ik maakte op dat moment een serie voor Nike, met sterren als Kevin de Bruyne, Eden Hazard, Sergio Ramos, Christian Eriksen en Yannick Carrasco. Ronaldo stond niet in dat lijstje. Nike belde mij met een uitnodiging voor een bijzondere persconferentie met Cristiano voor YouTube'ers van over de hele wereld. Ik heb daarvoor bedankt. Niet uit arrogantie, maar omdat de content die ik maak een andere setting is: bij iemand thuis of op een veld, niet tijdens een persconferentie. Nike heeft dat verteld aan het team van Ronaldo, waarop hij me bij hem thuis uitnodigde. Toen de opnames klaar waren, moest hij meteen weg. Hij heeft dagelijks zo'n strak schema. Ik ben toen met zijn beste vriend naar de gym van Ronaldo gegaan, bij hem thuis. Die vriend zei tegen mij dat hij had gezien dat ik zenuwachtig was. 'Nergens voor nodig, Cristiano is altijd heel chill'. Hij vertelde me dat Ronaldo iedere dag in een ijsbad zit. Zijn vriend zei: 'Beeld je in dat je de Champions League-finale hebt gewonnen en de dag erna gewoon weer in je ijsbad stapt. Dan ben je eigenlijk gewoon gek' Grote voetballers uit het verleden aten vaak ongezond, dronken of rookten. Cristiano heeft de standaard van fitheid in de voetbalwereld veranderd. Sinds hij heeft laten zien hoe hij met zijn sport omgaat, hebben veel voetballers zijn voorbeeld gevolgd. Memphis Depay was zonder het voorbeeld van Ronaldo heus niet zo gespierd geweest als nu.'' Helden Magazine 64 Het eerste gedeelte van het verhaal van Soufiane Touzani komt voort uit Helden Magazine 64. In het dubbeldikke eindejaarsnummer blikken we terug op het sportjaar 2022 én is er volop aandacht voor het WK Voetbal in Qatar. Virgil van Dijk siert samen met Irene Schouten de cover. Voor Schouten kon het jaar 2022 niet op. Ze won drie olympische titels, de wereldtitel allround en trouwde. In de WK-special lees je interviews met Denzel Dumfries, Matthijs de Ligt en Cody Gakpo. Daarnaast vertellen vriendinnen Candy-Rae en Laura Benschop over hun leven met WK-gangers Daley Blind en Davy Klaassen én een reconstructie van het masterplan van Van Gaal. Verder in deze editie een uitgebreid interview met olympisch shorttrackkampioen Suzanne Schulting en coach Jeroen Otter. Een terugblik op een bewogen wielerjaar met Merijn Zeeman, Kjeld Nuis kende een jaar vol pieken en dalen én Annemiek van Vleuten presteerde het onmogelijke. Daarnaast liet Dylan van Baarle zien dat zijn tweede plek op het WK in 2021 geen toeval was en is Luc Steins de handballende Messi van Paris Saint-Germain. Thomas Krol won op zijn eerste Spelen meteen goud en zilver. Maar het ging niet vanzelf. Giovanni van Bronckhorst kende een geweldig eerste jaar bij Rangers FC. John van ’t Schip won in 1987 de Europa Cup II met Ajax en Hennie Stamsnijder won in 1981 als eerste Nederlander de wereldtitel veldrijden. Als laatste wil Susila Cruijff het gedachtegoed van haar vader voortzetten en blikt voetbalster Vanity Lewerissa terug op een moeilijke tijd. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 64 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van jouw Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.

Johan Cruyff Foundation

Susila Cruijff: ‘Ik wil het gedachtegoed van mijn vader voortzetten’

De Johan Cruyff Foundation bestaat 25 jaar. En Johan zou bij leven dit jaar 75 zijn geworden. Dochter Susila Cruijff is bestuurslid van de stichting die haar vader oprichtte. “Ik was echt een vaderskindje. Ooit deed ik mee aan een concours hippique en mijn vader voorspelde een foutsprong bij de voorlaatste hindernis. Ik dacht: wat weet hij nou van paarden? Dan zei hij: ‘Suus, het gaat bij elke sport om aanleg, ritme en timing.’ Als ik mijn vader vroeg wie de beste voet­baller van de wereld was, zei hij meteen: ‘Ik.’ Tegelijk vond hij dat iemand die meer kan, een ander op zijn beurt weer moet helpen. Zo zag hij sport als een middel om de maatschappij mooier en beter te maken. Mijn vader zag de maat­schappij als een elftal waarin je alleen beter kunt worden als je elkaar helpt. Lionel Messi kon alleen schitteren bij FC Barcelona als ploeggenoten als Sergio Busquets het evenwicht bewaakten, zoals Romario kon stralen dankzij Eusebio. Mijn vader was dertien toen zijn vader overleed, zijn moeder de groentewinkel moest verkopen en moest gaan werken. Ze hadden het niet breed. Hij zei altijd dat hij dankzij een klein groepje mensen was geslaagd in het leven, omdat zij een beetje de vaderrol overnamen. Onder hen zijn jeugdtrainer Janny van der Veen en zijn tweede vader ome Henk. Dat is hij nooit vergeten. Mede daarom heeft hij een zwak voor mensen die het moei­ lijk hebben in het leven en een steuntje nodig hebben. Mijn vader heeft zijn hele leven lang cadeautjes betaald voor kinderen die met Sinterklaas en Kerst niets kregen. Mijn moeder kocht de cadeaus, wij moesten ze inpakken en mijn vader bracht ze langs, eerst in Vinkeveen en later in Barcelona. Dit jaar heeft mijn broer de cadeautjes langsgebracht. Mijn vader was heel zeker van zich­ zelf, maar vond niet dat hij boven een ander stond, praatte met de koning op dezelfde manier als met de vuilnisman. Hij zei ook altijd dat hij dankzij de voetballerij bekend was geworden en veel heeft verdiend, maar dat die status ook verantwoordelijkheid met zich mee­ bracht. Achter alle bedrijven die hij heeft opgezet, zat een probleem in de maat­ schappij dat hem bezighield. Niet voor niets zaten en zitten in al zijn organisaties ook vrouwen op topposities en was hij een groot propagandist van vrouwenvoetbal. Mijn vader kon het ook niet aanzien dat spelers die jarenlang in het Nederlands elftal hadden gespeeld, thuis zaten weg te kwijnen. Als ze ergens solliciteerden, hoorden ze dat ze geen werkervaring en opleiding hadden. ‘Topsporters hebben wereldervaring,’ zei mijn vader dan. Met wie had mijn vader altijd problemen? Met bestuurders die niets van sport begrepen. Als sporters op leidende posities komen, redeneerde hij, heb je in elk geval een bestuurder die weet wat topsport inhoudt. Een skiër kan in de winter geen colleges volgen, een voetbal­ler kan door de week overdag niet naar college. Dus creëer een universiteit of school die actieve sporters online kunnen volgen in de uren dat zij tijd hebben. Zo ontstond het idee van het Johan Cruyff Institute. Mijn vader vond trouwens wel dat je in het leven altijd een plan B moet hebben, dat je weet wat je wil als je eerste studie of eerste baan mislukt. Toen mijn vader in Amerika voetbalde, woonden we in Washington naast een jon­ gen met het downsyndroom, Johnjohn. Mijn vader vond het naar om te zien dat hij overal buiten viel en is met hem gaan sporten. Hij had ook waterangst. Een keer was Johnjohn zo blij toen hij Johan in het zwembad van onze buren zag, dat hij hem achterna in het zwembad is gesprongen. Hij was meteen zijn water­ vrees kwijt. Via de Kennedy Foundation leerde mijn vader dat sport een middel kan zijn om kinderen met een handicap deel te laten zijn van de maatschappij. Zo is de Johan Cruyff Foundation ontstaan. Kinderen met een downsyndroom waren gek op mijn vader. Johan was hun vriend, zeiden ze allemaal. Ze voelden dat Johan oprecht was. Ik word altijd kwaad als we weer moeten horen dat hij zo’n geldwolf was. Hij zorgde er juist voor dat iedereen het goed had. Mijn vader was van leven en laten leven, en vooral van vinden van geluk. Hij was ook een aparte vader. Bracht ons altijd naar school, maar ging ook mee naar de dokter. Hij ging zelfs met me mee naar de gynaecoloog. In Spanje waar al die meisjes met hun moeder gingen, stonden ze daar vreemd van te kijken. Die arts vroeg naar mijn seks­ leven. Dan zaten we ’s avonds te eten en zei hij ineens tegen mijn moeder: ‘Wist jij dat van Suus?’ Ja, natuurlijk wist mijn moeder het. Prachtig vond hij die gesprekken. 'Hij bracht ons altijd naar school, maar ging ook mee naar de dokter. Hij ging zelfs met me mee naar de gynaecoloog. Prachtig vond hij die gesprekken' Vlak voor zijn overlijden zei hij dat hij had geleefd alsof hij honderd was geworden. Natuurlijk mis ik hem als vader, maar verder voel ik hem dagelijks bij me. Ik praat elke dag met hem, dan wil ik ook geloven dat hij me ziet. Mijn moeder mist hem, heeft het soms nog heel moeilijk. Ik ga er anders mee om, ik wil het gedachtegoed en werk van mijn vader voortzetten.” Helden Magazine 64 Het verhaal van Susila Cruijff komt voort uit Helden Magazine 64. In het dubbeldikke eindejaarsnummer blikken we terug op het sportjaar 2022 én is er volop aandacht voor het WK Voetbal in Qatar. Virgil van Dijk siert samen met Irene Schouten de cover. Voor Schouten kon het jaar 2022 niet op. Ze won drie olympische titels, de wereldtitel allround en trouwde. In de WK-special lees je interviews met Denzel Dumfries, Matthijs de Ligt, Cody Gakpo en Soufiane Touzani. Daarnaast vertellen vriendinnen Candy-Rae en Laura Benschop over hun leven met WK-gangers Daley Blind en Davy Klaassen én een reconstructie van het masterplan van Van Gaal. Verder in deze editie een uitgebreid interview met olympisch shorttrackkampioen Suzanne Schulting en coach Jeroen Otter. Een terugblik op een bewogen wielerjaar met Merijn Zeeman, Kjeld Nuis kende een jaar vol pieken en dalen én Annemiek van Vleuten presteerde het onmogelijke. Daarnaast liet Dylan van Baarle zien dat zijn tweede plek op het WK in 2021 geen toeval was en is Luc Steins de handballende Messi van Paris Saint-Germain. Thomas Krol won op zijn eerste Spelen meteen goud en zilver. Maar het ging niet vanzelf. Giovanni van Bronckhorst kende een geweldig eerste jaar bij Rangers FC. John van ’t Schip won in 1987 de Europa Cup II met Ajax en Hennie Stamsnijder won in 1981 als eerste Nederlander de wereldtitel veldrijden. Als laatste blikt voetbalster Vanity Lewerissa terug op een moeilijke tijd. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 64 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van jouw Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.
De Johan Cruyff Foundation bestaat 25 jaar. En Johan zou bij leven dit jaar 75 zijn geworden. Dochter Susila Cruijff is bestuurslid van de stichting die haar vader oprichtte. “Ik was echt een vaderskindje. Ooit deed ik mee aan een concours hippique en mijn vader voorspelde een foutsprong bij de voorlaatste hindernis. Ik dacht: wat weet hij nou van paarden? Dan zei hij: ‘Suus, het gaat bij elke sport om aanleg, ritme en timing.’ Als ik mijn vader vroeg wie de beste voet­baller van de wereld was, zei hij meteen: ‘Ik.’ Tegelijk vond hij dat iemand die meer kan, een ander op zijn beurt weer moet helpen. Zo zag hij sport als een middel om de maatschappij mooier en beter te maken. Mijn vader zag de maat­schappij als een elftal waarin je alleen beter kunt worden als je elkaar helpt. Lionel Messi kon alleen schitteren bij FC Barcelona als ploeggenoten als Sergio Busquets het evenwicht bewaakten, zoals Romario kon stralen dankzij Eusebio. Mijn vader was dertien toen zijn vader overleed, zijn moeder de groentewinkel moest verkopen en moest gaan werken. Ze hadden het niet breed. Hij zei altijd dat hij dankzij een klein groepje mensen was geslaagd in het leven, omdat zij een beetje de vaderrol overnamen. Onder hen zijn jeugdtrainer Janny van der Veen en zijn tweede vader ome Henk. Dat is hij nooit vergeten. Mede daarom heeft hij een zwak voor mensen die het moei­ lijk hebben in het leven en een steuntje nodig hebben. Mijn vader heeft zijn hele leven lang cadeautjes betaald voor kinderen die met Sinterklaas en Kerst niets kregen. Mijn moeder kocht de cadeaus, wij moesten ze inpakken en mijn vader bracht ze langs, eerst in Vinkeveen en later in Barcelona. Dit jaar heeft mijn broer de cadeautjes langsgebracht. Mijn vader was heel zeker van zich­ zelf, maar vond niet dat hij boven een ander stond, praatte met de koning op dezelfde manier als met de vuilnisman. Hij zei ook altijd dat hij dankzij de voetballerij bekend was geworden en veel heeft verdiend, maar dat die status ook verantwoordelijkheid met zich mee­ bracht. Achter alle bedrijven die hij heeft opgezet, zat een probleem in de maat­ schappij dat hem bezighield. Niet voor niets zaten en zitten in al zijn organisaties ook vrouwen op topposities en was hij een groot propagandist van vrouwenvoetbal. Mijn vader kon het ook niet aanzien dat spelers die jarenlang in het Nederlands elftal hadden gespeeld, thuis zaten weg te kwijnen. Als ze ergens solliciteerden, hoorden ze dat ze geen werkervaring en opleiding hadden. ‘Topsporters hebben wereldervaring,’ zei mijn vader dan. Met wie had mijn vader altijd problemen? Met bestuurders die niets van sport begrepen. Als sporters op leidende posities komen, redeneerde hij, heb je in elk geval een bestuurder die weet wat topsport inhoudt. Een skiër kan in de winter geen colleges volgen, een voetbal­ler kan door de week overdag niet naar college. Dus creëer een universiteit of school die actieve sporters online kunnen volgen in de uren dat zij tijd hebben. Zo ontstond het idee van het Johan Cruyff Institute. Mijn vader vond trouwens wel dat je in het leven altijd een plan B moet hebben, dat je weet wat je wil als je eerste studie of eerste baan mislukt. Toen mijn vader in Amerika voetbalde, woonden we in Washington naast een jon­ gen met het downsyndroom, Johnjohn. Mijn vader vond het naar om te zien dat hij overal buiten viel en is met hem gaan sporten. Hij had ook waterangst. Een keer was Johnjohn zo blij toen hij Johan in het zwembad van onze buren zag, dat hij hem achterna in het zwembad is gesprongen. Hij was meteen zijn water­ vrees kwijt. Via de Kennedy Foundation leerde mijn vader dat sport een middel kan zijn om kinderen met een handicap deel te laten zijn van de maatschappij. Zo is de Johan Cruyff Foundation ontstaan. Kinderen met een downsyndroom waren gek op mijn vader. Johan was hun vriend, zeiden ze allemaal. Ze voelden dat Johan oprecht was. Ik word altijd kwaad als we weer moeten horen dat hij zo’n geldwolf was. Hij zorgde er juist voor dat iedereen het goed had. Mijn vader was van leven en laten leven, en vooral van vinden van geluk. Hij was ook een aparte vader. Bracht ons altijd naar school, maar ging ook mee naar de dokter. Hij ging zelfs met me mee naar de gynaecoloog. In Spanje waar al die meisjes met hun moeder gingen, stonden ze daar vreemd van te kijken. Die arts vroeg naar mijn seks­ leven. Dan zaten we ’s avonds te eten en zei hij ineens tegen mijn moeder: ‘Wist jij dat van Suus?’ Ja, natuurlijk wist mijn moeder het. Prachtig vond hij die gesprekken. 'Hij bracht ons altijd naar school, maar ging ook mee naar de dokter. Hij ging zelfs met me mee naar de gynaecoloog. Prachtig vond hij die gesprekken' Vlak voor zijn overlijden zei hij dat hij had geleefd alsof hij honderd was geworden. Natuurlijk mis ik hem als vader, maar verder voel ik hem dagelijks bij me. Ik praat elke dag met hem, dan wil ik ook geloven dat hij me ziet. Mijn moeder mist hem, heeft het soms nog heel moeilijk. Ik ga er anders mee om, ik wil het gedachtegoed en werk van mijn vader voortzetten.” Helden Magazine 64 Het verhaal van Susila Cruijff komt voort uit Helden Magazine 64. In het dubbeldikke eindejaarsnummer blikken we terug op het sportjaar 2022 én is er volop aandacht voor het WK Voetbal in Qatar. Virgil van Dijk siert samen met Irene Schouten de cover. Voor Schouten kon het jaar 2022 niet op. Ze won drie olympische titels, de wereldtitel allround en trouwde. In de WK-special lees je interviews met Denzel Dumfries, Matthijs de Ligt, Cody Gakpo en Soufiane Touzani. Daarnaast vertellen vriendinnen Candy-Rae en Laura Benschop over hun leven met WK-gangers Daley Blind en Davy Klaassen én een reconstructie van het masterplan van Van Gaal. Verder in deze editie een uitgebreid interview met olympisch shorttrackkampioen Suzanne Schulting en coach Jeroen Otter. Een terugblik op een bewogen wielerjaar met Merijn Zeeman, Kjeld Nuis kende een jaar vol pieken en dalen én Annemiek van Vleuten presteerde het onmogelijke. Daarnaast liet Dylan van Baarle zien dat zijn tweede plek op het WK in 2021 geen toeval was en is Luc Steins de handballende Messi van Paris Saint-Germain. Thomas Krol won op zijn eerste Spelen meteen goud en zilver. Maar het ging niet vanzelf. Giovanni van Bronckhorst kende een geweldig eerste jaar bij Rangers FC. John van ’t Schip won in 1987 de Europa Cup II met Ajax en Hennie Stamsnijder won in 1981 als eerste Nederlander de wereldtitel veldrijden. Als laatste blikt voetbalster Vanity Lewerissa terug op een moeilijke tijd. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 64 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van jouw Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.

Alpineskiën

Carsten Nienhuis: Fryslan Boppe

Carsten Nienhuis (18) is een van de meest talentvolle alpineskiërs van Nederland. Hij is geboren in het Friese Dokkum, maar woonde een groot deel van zijn jeugd in Oostenrijk. Sinds zijn twaalfde jaagt hij zijn grote droom na: deelnemen aan de Olympische Winterspelen. Carsten Nienhuis kan de verbaasde blikken van zijn leeftijdsgenoten en hun ouders bij de nationale jeugdkampioenschappen in 2014 nog zo voor zich zien. In tegenstelling tot zijn concurrenten, die allemaal de lange reis vanuit Nederland naar de Oostenrijkse bergen hadden gemaakt voor de NK, kwam hij samen met zijn vader aanrijden in een auto met een Oostenrijks nummerbord. Hij zag iedereen denken: wie is dat nou? Niemand die hem kende. Even later, tijdens de wedstrijd, knalde hij volle bak de piste af en liet zien dat hij een van de beste alpineskiërs van het deelnemersveld was. Viermaal keerde hij na een NK met een podiumplaats en medaille huiswaarts. Niet zoals zijn tegenstanders naar Nederland maar naar Wagrain, een skidorp in het Salzburgerland. Verhuizen Acht jaar is Carsten als zijn ouders het roer omgooien. Ze verlaten het Friese Dokkum en emigreren met hun drie kinderen naar Oostenrijk om er een pension te bestieren. Ze hadden zo uit het tv-programma ‘Ik Vertrek’ kunnen komen. “Ik was dolblij toen ik hoorde dat we gingen verhuizen,” herinnert Carsten zich.“Natuurlijk was het lastig om afscheid te nemen van familie en vriendjes, maar ik had er vooral heel veel zin in. Het voelde als één groot avontuur. We vertrokken in november 2011 naar Wagrain en een maand later stonden de eerste gasten al op de stoep. Als gezin kwamen we in een sector terecht waar we helemaal geen ervaring mee hadden. Er konden maximaal 35 gasten in het pension verblijven en iedereen binnen de familie hielp mee. Ik ook, met het klaarzetten en afruimen van het ontbijt of het schoonmaken van de kamers.” 'Ik heb veel naar Hirscher gekeken. Soms trainden we op dezelfde piste en dan zeiden we gewoon 'hoi' tegen elkaar' Door eerdere wintersportvakanties is Carsten al verslingerd geraakt aan skiën. “Op m’n derde hebben mijn ouders me op de ski’s gezet. Er kwam geen leraar of les aan te pas. Ik leerde skiën op de Oostenrijkse manier: met een touw om mijn middel en achter mijn vader of moeder aan de piste af. Vanaf het eerste moment had ik er enorm veel lol in. Als aan het einde van de dag de liften dichtgingen, stond ik te huilen omdat ik van geen stoppen wilde weten. Helden Magazine 55 Het eerste gedeelte van het verhaal van Carsten Nienhuis komt voort uit Helden Magazine nummer 55. De 55ste editie staat in het teken van Gouden duo’s. Kjeld Nuis en Joy Beune zijn naast collega’s ook geliefden. Over hun relatie was veel te doen. Voor het eerst doen ze samen hun verhaal. Naast het verhaal van Kjeld Nuis en Joy Beune lees je veel meer interviews en reportages met én over jouw favoriete Nederlandse topsporters. Zo hebben Rafael van der Vaart en Theo Janssen veel gemeen. Ze zijn generatie genoten, linkspoten en levensgenieters. Daarnaast beleefde Femke Bol haar internationale doorbraak, doet Dylan Groenewegen voor het eerst uitgebreid zijn verhaal over De Val, waarbij collega Fabio Jakobsen zwaargewond raakte en blikt Wilco Kelderman terug op de bloedstollende ontknoping van zijn derde plek in de Giro. Ook in de 55ste editie van Helden spraken we vrienden en sinds kort weer ploeggenoten: Kai Verbij, Thomas Krol en Dai Dai N’Tab. Gingen we langs bij drievoudig olympisch kampioene, Jorien ter Mors over onder meer KiKa, Lara van Ruijven en de liefde. Is Tonny Vilhena gelukkig in Rusland bij FC Krasnodar en won Richard Krajicek 25 jaar geleden Wimbledon. Vandaag de dag heeft hij een andere uitdaging: toernooidirecteur van het ABN AMRO WTT zijn in coronatijd. Verder maakte speler van Atalanta Bergamo en Oranje, Hans Hateboer de verschrikkingen van corona in het zwaargetroffen Bergamo van dichtbij mee. Ziet paralympisch wielrenner Tristan Bangma bijna niets, maar door de nieuwste 5G-technologie kan hij ‘zien’ met zijn oren. In ‘de dag dat alles misging’ blikt Adelinde Cornelissen terug op de Spelen van 2016 en staan we stil met Aniek Nouwen in de ‘Leeuwinnen in het Rijks’. Krijg jij geen genoeg van alle inspirerende sportverhalen? Kies het abonnement dat bij jou past én wordt abonnee. Zo ontvang je telkens de nieuwste edities op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Wil je een Helden Magazine cadeau doen? Het is ook mogelijk om een abonnement cadeau te doen, deze abonnementen lopen automatisch af. Daarnaast zijn de recentste exemplaren ook gemakkelijk te bestellen via onze webshop.
Carsten Nienhuis (18) is een van de meest talentvolle alpineskiërs van Nederland. Hij is geboren in het Friese Dokkum, maar woonde een groot deel van zijn jeugd in Oostenrijk. Sinds zijn twaalfde jaagt hij zijn grote droom na: deelnemen aan de Olympische Winterspelen. Carsten Nienhuis kan de verbaasde blikken van zijn leeftijdsgenoten en hun ouders bij de nationale jeugdkampioenschappen in 2014 nog zo voor zich zien. In tegenstelling tot zijn concurrenten, die allemaal de lange reis vanuit Nederland naar de Oostenrijkse bergen hadden gemaakt voor de NK, kwam hij samen met zijn vader aanrijden in een auto met een Oostenrijks nummerbord. Hij zag iedereen denken: wie is dat nou? Niemand die hem kende. Even later, tijdens de wedstrijd, knalde hij volle bak de piste af en liet zien dat hij een van de beste alpineskiërs van het deelnemersveld was. Viermaal keerde hij na een NK met een podiumplaats en medaille huiswaarts. Niet zoals zijn tegenstanders naar Nederland maar naar Wagrain, een skidorp in het Salzburgerland. Verhuizen Acht jaar is Carsten als zijn ouders het roer omgooien. Ze verlaten het Friese Dokkum en emigreren met hun drie kinderen naar Oostenrijk om er een pension te bestieren. Ze hadden zo uit het tv-programma ‘Ik Vertrek’ kunnen komen. “Ik was dolblij toen ik hoorde dat we gingen verhuizen,” herinnert Carsten zich.“Natuurlijk was het lastig om afscheid te nemen van familie en vriendjes, maar ik had er vooral heel veel zin in. Het voelde als één groot avontuur. We vertrokken in november 2011 naar Wagrain en een maand later stonden de eerste gasten al op de stoep. Als gezin kwamen we in een sector terecht waar we helemaal geen ervaring mee hadden. Er konden maximaal 35 gasten in het pension verblijven en iedereen binnen de familie hielp mee. Ik ook, met het klaarzetten en afruimen van het ontbijt of het schoonmaken van de kamers.” 'Ik heb veel naar Hirscher gekeken. Soms trainden we op dezelfde piste en dan zeiden we gewoon 'hoi' tegen elkaar' Door eerdere wintersportvakanties is Carsten al verslingerd geraakt aan skiën. “Op m’n derde hebben mijn ouders me op de ski’s gezet. Er kwam geen leraar of les aan te pas. Ik leerde skiën op de Oostenrijkse manier: met een touw om mijn middel en achter mijn vader of moeder aan de piste af. Vanaf het eerste moment had ik er enorm veel lol in. Als aan het einde van de dag de liften dichtgingen, stond ik te huilen omdat ik van geen stoppen wilde weten. Helden Magazine 55 Het eerste gedeelte van het verhaal van Carsten Nienhuis komt voort uit Helden Magazine nummer 55. De 55ste editie staat in het teken van Gouden duo’s. Kjeld Nuis en Joy Beune zijn naast collega’s ook geliefden. Over hun relatie was veel te doen. Voor het eerst doen ze samen hun verhaal. Naast het verhaal van Kjeld Nuis en Joy Beune lees je veel meer interviews en reportages met én over jouw favoriete Nederlandse topsporters. Zo hebben Rafael van der Vaart en Theo Janssen veel gemeen. Ze zijn generatie genoten, linkspoten en levensgenieters. Daarnaast beleefde Femke Bol haar internationale doorbraak, doet Dylan Groenewegen voor het eerst uitgebreid zijn verhaal over De Val, waarbij collega Fabio Jakobsen zwaargewond raakte en blikt Wilco Kelderman terug op de bloedstollende ontknoping van zijn derde plek in de Giro. Ook in de 55ste editie van Helden spraken we vrienden en sinds kort weer ploeggenoten: Kai Verbij, Thomas Krol en Dai Dai N’Tab. Gingen we langs bij drievoudig olympisch kampioene, Jorien ter Mors over onder meer KiKa, Lara van Ruijven en de liefde. Is Tonny Vilhena gelukkig in Rusland bij FC Krasnodar en won Richard Krajicek 25 jaar geleden Wimbledon. Vandaag de dag heeft hij een andere uitdaging: toernooidirecteur van het ABN AMRO WTT zijn in coronatijd. Verder maakte speler van Atalanta Bergamo en Oranje, Hans Hateboer de verschrikkingen van corona in het zwaargetroffen Bergamo van dichtbij mee. Ziet paralympisch wielrenner Tristan Bangma bijna niets, maar door de nieuwste 5G-technologie kan hij ‘zien’ met zijn oren. In ‘de dag dat alles misging’ blikt Adelinde Cornelissen terug op de Spelen van 2016 en staan we stil met Aniek Nouwen in de ‘Leeuwinnen in het Rijks’. Krijg jij geen genoeg van alle inspirerende sportverhalen? Kies het abonnement dat bij jou past én wordt abonnee. Zo ontvang je telkens de nieuwste edities op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Wil je een Helden Magazine cadeau doen? Het is ook mogelijk om een abonnement cadeau te doen, deze abonnementen lopen automatisch af. Daarnaast zijn de recentste exemplaren ook gemakkelijk te bestellen via onze webshop.

Marathon

Eliud Kipchoge: ‘Hardlopen is het beste medicijn dat er is’

Eliud Kipchoge is de koning van de marathon. Paralympisch sprintkampioene Marlou van Rhijn, olympisch kampioene 800 meter Ellen van Langen, oud-schaatser en meervoudig wereldkampioen Erben Wennemars en cabaretier en hardloopfanaat Dolf Jansen gingen op audiëntie bij het gezicht van het NN Running Team. “Ik ben best een beetje zenuwachtig,” verzucht Erben Wennemars. Hij kijkt naar Eliud Kipchoge die verderop een tv-interview geeft. Na zijn schaatsloopbaan is Erben fanatiek gaan hardlopen. “Ik ben niet snel onder de indruk van mensen, maar deze man is een ongelooflijke held voor mij. Hij is gewoon de Johan Cruijff van de marathon.” Dolf Jansen knikt. De cabaretier doet al ruim veertig jaar aan hardlopen. Ook voor hem is de regerend olympisch kampioen en wereldrecordhouder (2.01.39, Berlijn 16 september 2018) op de marathon een grote inspiratiebron. Op 12 oktober 2019 liep de 35-jarige Keniaan de klassieke afstand tijdens een speciaal voor hem in Wenen georganiseerde solorace als eerste mens onder de twee uur. Hij liep uiteindelijk 1.59.40, een tijd die vanwege het officieuze karakter van het evenement niet als wereldrecord werd aangemerkt. Voorafgaand aan de race maakte Dolf een gedicht met als titel Sub2. ‘A sub-4-minute-mile was impossible Until it wasn’t A sub-10-second 100 metres was impossible Until it wasn’t A man on the moon was impossible Until it wasn’t Berlin without the wall was impossible Until it wasn’t A black US President was impossible Until it wasn’t So much is impossible Until it isn’t Anymore A sub-2-hour-marathon is impossible Until it isn’t Anymore And just try to imagine Eliud Kipchoge’s smile As he crosses that finish line Achieving the impossible’ Daarna komt ook Blade Babe Marlou van Rhijn, drievoudig paralympisch kampioene en de snelste vrouw op blades op de 100, 200 en 400 meter, restaurant Wils, tegenover het Olympisch Stadion, binnen, gevolgd door Ellen van Langen. Voor de olympisch 800 meterkampioen van 1992 is Eliud geen onbekende. Zij is na haar sportcarrière manager en organisator van atletiekevenementen geworden bij Global Sports Communication, het managementbureau dat ook Eliud bijstaat. Ze begroeten elkaar met een elleboog, het is niet anders in tijden van corona. Twee dagen eerder heeft Eliud de marathon van Londen gelopen. Pas voor de tweede keer in veertien marathons wist hij níet te winnen. Zijn achtste plek was wereldnieuws. Tijdens die wedstrijd bleek hij last te hebben van zijn rechteroor en dat euvel heeft hij net laten checken bij sportarts Peter Vergouwen. “Hoe gaat het met je oren?” wil Erben weten. “Goed, ze hebben niets kunnen vinden,” zegt Eliud met een grote glimlach. “Hoe voelen je benen nu, twee dagen na een marathon?” vraagt Erben. “Een beetje pijnlijk, maar that’s life voor een marathonloper.” Nadat hij een aantal boeken heeft gesigneerd, een handtekening met daaronder de voor hem heilige cijfercode ‘1:59:40’, schuift hij aan voor een goed gesprek op anderhalve meter afstand van elkaar over hardlopen in de vorm van vijf stellingen. Hardlopen zorgt voor blijdschap Eliud: “Hardlopen is het beste medicijn dat er is. Als je gestrest bent, ga dan de deur uit om te rennen. Ik zeg ook altijd tegen zakenmensen: ga hardlopen en je zal merken dat de ideeën ineens opborrelen. Blokkades in het hoofd verdwijnen als je gaat rennen. Hardlopen zorgt voor een gelukzalig, bevrijdend gevoel. Voor mij is het zo dat mijn lichaam tot rust komt als ik één of twee uur aan het hardlopen ben.” Erben: “Als ambassadeur van Nationale-Nederlanden en van The Daily Mile ga ik geregeld langs scholen en ik vertel de kinderen ook altijd dat ze elke dag lekker een kwartiertje hard moeten lopen. Daar worden ze gelukkig en gezond van. En, zoals jij zegt, het opent je geest. En dat zorgt er weer voor dat kinderen beter hun best kunnen doen op school. Ik was vandaag best zenuwachtig om jou te ontmoeten. Daarom besloot ik hard te gaan lopen. Ik heb zes kilometer gelopen, normaal gesproken ren ik langer, maar het zorgde ervoor dat ik energie kreeg, dat ik de dingen in m’n hoofd weer op een rijtje kreeg. Ik voel altijd zoveel prikkels van buitenaf en ik kan alles een plekje geven als ik ga hardlopen.” Ellen: “Jij gaat toch ook altijd hardlopen voordat je een voorstelling hebt, Dolf?” Dolf: “Klopt. Maakt niet uit waar in Nederland ik op moet treden. Voor mij geldt ook heel sterk dat ik door hard te lopen vrij wordt in m’n hoofd, dat ik ineens oplossingen zie die ik daarvoor niet zag. Er komen dan ook vaak zinnen voor een gedicht naar boven, of ineens schiet me een grap te binnen die ik kan gebruiken voor mijn voorstelling. Die gedachten of oplossingen komen omhoog omdat je verder alles los kunt laten als je hardloopt. Weet je dat het gedicht dat ik over Eliud schreef ook is ontstaan tijdens het hardlopen? Ik dacht aan Eliud toen hij op het punt stond de barrière van twee uur op de marathon aan te vallen en tijdens het hardlopen bedacht ik een paar zinnen. Toen ik thuiskwam, heb ik ze meteen opgeschreven en daarna heb ik het hele gedicht gemaakt. De inspiratie ontstond omdat ik aan het lopen was. En het komt ook op, omdat er op dat moment niets moet.” Marlou, lachend: “Ik ervaar hardlopen anders, ben sprintster en loop dus alleen korte afstanden. Ik haal super veel plezier uit snelheid, uit zo hard mogelijk lopen. Dat vraagt een korte, heftige focus.” Ellen: “Ik hou nog steeds van hardlopen, maar mijn probleem is dat ik vaak geblesseerd ben. Nu ook weer. Ik kan best jaloers zijn als ik mensen lekker zie hardlopen. Als ik in de auto zit en ik zie mensen dat doen, dan denk ik meteen: ik zou ook zo graag lekker hardlopen. Ik word er zo blij van. Voor mij geldt dat problemen op het werk ineens verdwijnen tijdens het hardlopen. Ik zie ineens oplossingen. Maar mijn probleem is dat ik dan zo snel mogelijk naar huis wil om wat met die gedachten te doen. En dan begin ik dus harder en harder te lopen.” Dolf: “Dus daarom won jij in Barcelona olympisch goud op de 800 meter!” Over vijf jaar wordt er bij de mannen in wedstrijdverband onder de twee uur gelopen op de marathon. Dolf, hoofdschuddend: “Dat kan ik me echt niet voorstellen.” Eliud: “Ik denk van wel. Wij lopen sinds de oprichting van het NN Running Team in 2017 allemaal veel harder. We motiveren en helpen elkaar. Ik ben echt van mening dat meerdere atleten uit ons team de komende vijf jaar een marathon onder de twee uur kunnen lopen. En iedereen heeft nu ook kunnen zien dat het niet langer onmogelijk is om een marathon onder de twee uur te volbrengen.” Eliud: 'Ik ben echt van mening dat meerdere atleten uit ons team de komende vijf jaar een marathon onder de twee uur kunnen lopen' Marlou: “Voorbeelden zijn zo belangrijk in de sport. Als je iemand iets ziet doen wat nog niet is gedaan, dan zorgt dat voor een intrinsieke motivatie. Je ziet dat iets mogelijk is en denkt: dat wil ik ook. En hoe mooi is het om de persoon te zijn die de nieuwe standaard neerzet?” Dolf: “Ik weet nog de eerste marathon die gelopen werd onder de 2 uur en 8 minuten. Daarna lukte dat meerdere atleten. Hetzelfde verhaal toen de barrière van 2 uur en 6 minuten gebroken werd. Is het vooral een mentaal iets?” Eliud: “Dat is het absoluut. Je ziet vaak in sport dat als iemand iets heeft gedaan dat lange tijd voor onmogelijk werd gehouden, in korte tijd meerdere mensen dat lukt. Omdat iedereen ineens weet dat het kan. De jongens die dagelijks met mij trainen, weten nu ook: ik kan hem volgen tijdens de training, we hebben hetzelfde trainingsprogramma, dus waarom zou ik dan niet zijn tijden kunnen lopen? Ze moeten nu denken: ik kan het ook. Dat ze niet in beperkingen moeten denken, leer ik de jonge jongens in het team ook.” Erben: “Maar je zorgt er met jouw aanwijzingen wel voor dat het voor jezelf steeds moeilijker wordt om te winnen.” Eliud: “Ik heb heel veel andere atleten de weg gewezen, vind ik mooi. En ik heb in Londen ook laten zien dat ik ook maar gewoon een mens ben, geen supermens.” Erben: “Jij vindt: records zijn er om gebroken te worden.” Eliud: “Ja, dat is voor mij de essentie van sport.” Erben: “In wedstrijden en trainingen zie ik altijd dat jij voorop loopt. De rest volgt jou. Voel jij veel druk dat iedereen altijd naar jou kijkt?” Eliud knikt: “De druk is hoog, maar ik ervaar dat altijd als positieve druk. Ik wil ook altijd vooroplopen. Om mezelf uit te dagen. Maar ik help daar het team ook beter mee dan wanneer ik me ga verstoppen in de groep.” Dolf: “Maar zoals Erben net zei, je kunt ook denken: ik moet mijn concurrenten niet te goed maken.” Eliud: “Weet je wat het met hardlopen is? Je kunt het niet alleen. Op het niveau waarop wij dat doen, is het heel lastig om in je eentje die snelheid te ontwikkelen tijdens de trainingen. Daar heb je echt elkaar voor nodig. Mentaal wordt het ook veel moeilijker als je alles alleen moet doen.” Ellen: “Je hebt inderdaad anderen nodig. Zo was het ook bij mij op de baan. Er waren altijd atleten die bepaalde specialiteiten hadden. Je moet van elkaar kunnen leren om beter te worden.” Erben: “Maar hoe slaag je erin om al zo lang de leider van de groep te zijn en bijna elke marathon waar je start te winnen?” Eliud: “Door positief te denken.” Erben: “Heb je nooit twijfels?” Dolf: “In Londen werd je achtste. Je had last van je oor, je lichaam deed niet helemaal wat je ervan had verwacht. Wat is het positieve wat je hebt overgehouden aan die marathon?” Eliud: “Een achtste plek is niet het einde van de wereld. De zon gaat vanzelf weer schijnen. En zo erg is het niet om af en toe eens het gevoel van een nederlaag te ervaren. Dat zorgt ervoor dat je weer vol motivatie aan het werk gaat. Dat is het positieve. Als topsporter moet je verlies kunnen accepteren.” Erben: “Ik heb als schaatser meer verloren dan gewonnen...” Eliud: “Ik ben ervan overtuigd dat je meer voldoening haalt uit een overwinning als je weet wat het is om te verliezen en hoe je daar mee om moet gaan. Dat leer ik de jonge jongens met wie ik train ook. Als je een nederlaag aangrijpt om weer keihard aan de slag te gaan, dan is de overwinning die volgt des te mooier. Op die manier kun je altijd iets positiefs uit een teleurstelling halen.” Er moet meer aandacht komen voor de prestaties van paralympische atleten op de marathon Marlou: “De marathon is met afstand de discipline in de atletiek waar paralympische sporters het meest zichtbaar zijn. Aan bijna alle World Marathon Majors doen paralympische atleten mee. Geweldig.” Eliud: “Ik vind het heel belangrijk dat mannen, vrouwen en paralympische sporters meedoen aan de marathon. Ik kijk altijd naar de paralympische sporters op de marathon, maak vaak een praatje met hen. Weet je wat ik mooi vind? Dat ze altijd blij zijn. Ik vind het terecht dat ze de aandacht krijgen, dat verdienen ze net zo goed als ik.” Marlou: “Kennen jullie trouwens het verhaal van Richard Whitehead? Hij mist beide onderbenen en heeft in 2013 op blades veertig marathons in veertig dagen gelopen.” Dolf: “Allemachtig!” Eliud: “Echt waar?” Marlou: “Dat het verhaal niet bij iedereen bekend is, geeft wel antwoord op de stelling. Er is dus nog niet genoeg aandacht voor paralympische sport in het algemeen. Maar van de marathonwereld kunnen veel andere sporten en evenementen nog veel leren als het gaat om de aandacht voor paralympische atleten. Op de sprint is het in elk geval minder goed georganiseerd voor ons paralympische atleten.” Erben: “Er moet meer aandacht gaan naar de paralympische sport. Het is zo inspirerend wat paralympische atleten doen.” Marlou: “Dat vind ik ook. Daarom ben ik ook mijn foundation begonnen. Voor gehandicapte kinderen moet er een gelijke behandeling komen en gelijke kansen zijn. Weg met het hokjesdenken. Sport moet voor elk kind net zo leuk en vanzelfsprekend zijn. Daar maken wij ons hard voor.” Dolf: “En dan kunnen kinderen met een handicap in Nederland nog opkijken tegen jou, Marlou. Die zien iemand die presteert op het hoogste niveau. In Afrikaanse landen zal het leven voor mensen en vooral kinderen met een handicap nog vele malen moeilijker zijn.” Marlou: “Daarom is het zo belangrijk dat het zichtbaar is. Omdat mensen geïnspireerd raken als ze iemand op blades of in een rolstoel een marathon zien volbrengen.” Ellen: “Op de baan is er ook aandacht voor paralympische atleten. In de Diamond League bijna niet, maar bij de atletiekevenementen die daar onder zitten wel veel meer.” Marlou: “Maar het mooie van de Diamond League is juist dat het wereldwijd wordt uitgezonden.” Ellen: “Belangrijk is ook dat er lokale paralympische sterren zijn voor organisatoren. ik snap ook dat je, als je zo denkt, in die vicieuze cirkel blijft.'' Erben: ''Eigenlijk zouden de Paralympische Spelen geïntegreerd moeten worden in de normale Olympische Spelen.'' Marlou: ''Dat is mijn droom.'' Dolf: ''Het wordt wel heel lastig om dat logistiek gezien voor elkaar te krijgen. Het programma zit natuurlijk al heel erg vol bij de Olympische Spelen. Maar ook daar moeten ze een oplossing voor kunnen vinden.'' Ellen: ''Zeker. Het is toch al de vraag hoe de toekomst van de Olympische Spelen eruit zal zien.'' Marlou: ''Toen ik begon met atletiek trainde ik lekker samen met mijn vrienden en vriendinnen. Er was geen onderscheid, iedereen was gelijk. Toen ik aan grotere wedstrijden mee mocht gaan doen, werd er wel ineens onderscheid gemaakt. Ik vond dat heel vreemd. Als we het over sport hebben, dan praten we vaak over gelijkheid, samen spelen en het opdoen van zelfvertrouwen. Dan is het moeilijk te rijmen dat tegelijkertijd mensen van elkaar worden gescheiden. Het is toch vreemd dat mijn vriendje met wie ik altijd heb getraind naar een ander toernooi ging dan ik?'' Dolf: ''Dat is inderdaad vreemd. Er zou geen onderscheid gemaakt moeten worden tussen jouw blades of mijn dunnen beentjes.'' Marlou: ''Bij het EK in Amsterdam, in 2016, was de paralympische sport onderdeel van het programma. Geweldig. Churandy Martina liep de 200 meter, Dafne Schippers liep de 200 meter, een Wheeler deed de 200 meter en ik liep de 200 meter. Zo hoort het. Maar zoals Ellen net aangaf, dat kwam natuurlijk ook doordat we in Nederland een paar bekende en heel goede paralympische atleten hebben. Er waren vier of vijf onderdelen waaraan ook de lokale paralympische helden meededen. Er was een medaille-uitreiking en iedereen werd gelijk behandeld. Ik hoop dat op een dag dit als vanzelfsprekend gezien zal worden. Ik ben wel van mening dat wij als paralympische sporters steeds meer zichtbaar worden, het gaat dus de goede kant op.” Een blanke West-Europeaan zou ook een wereldrecord moeten kunnen lopen op de marathon. Eliud: “Waarom niet? Als je denkt: ik ben wit, dus ik kan een marathon niet onder de twee uur lopen, dan lukt het je ook niet. Mensen denken vaak dat alleen Afrikanen toptijden kunnen lopen op de marathon. Dat is niet waar. Waarom atleten uit Afrika het zo goed doen op de marathon is omdat we de goede faciliteiten en omstandigheden hebben om hard te trainen. Daar gaat het om. Maar als een witte atleet gaat trainen onder gelijke omstandigheden, waarom zou hij dan niet tot hetzelfde in staat zijn?” Marlou: “In de paralympische sport is dat ook het geval. Daar gaat het om de blades en om de verschillende categorieën. Ik zeg ook altijd: begin eerst eens met keihard te trainen.” Ellen: “Het gaat om toewijding. De sporters die bereid zijn harder te trainen en meer te leven voor hun sport zullen het verst komen. Je moet je ogen kunnen sluiten voor alle afleidingen die er zeker vandaag de dag buiten de sport liggen.” Dolf: “Zoals ik in m’n gedicht over Eliud al stelde: er zijn zoveel dingen waarvan we dachten dat het niet mogelijk was. We hadden met Barack Obama ook een zwarte Amerikaanse president. Dat hielden we pakweg twintig jaar terug ook voor onmogelijk. En nu heeft Eliud dus een marathon onder de twee uur gelopen. Voor mensen geldt: als we geloven dat we het kunnen, dan zijn we tot heel veel in staat. Alles is mogelijk en geen mens is gelimiteerd. Het is dus mogelijk, maar ik zou zo snel even niet weten welke witte atleet met Eliud onder de twee uur kan duiken op de marathon.” Ellen: “Met topsport gaat het er ook om: hoe erg ben jij bereid om de pijn toe te laten? In hoeverre kun je die uitschakelen? Dat is een mentaal ding.” Eliud: “Op de baan zie je Europeanen nu heel hard lopen. Op de langere afstanden zie je hen de tijden verbeteren die ik vroeger op de baan liep. Nou, dan kun je het op den duur ook op de marathon. Het is dus mogelijk. If you are ready to go for it.” Goede hardlopers zijn als goede wijn: hoe rijper, hoe beter. Dolf, lachend: “Yes! Ik ben 57.” Eliud: “Het kost heel veel trainingsuren voordat je een goede marathonloper bent. Het gaat letterlijk en figuurlijk stapje voor stapje.” Dolf: “Ik trainde vorig jaar voor de marathon van Berlijn en merkte dat ik na 41 jaar hardlopen nog steeds dingen leer over hardlopen en mijn lichaam. Ik word niet meer sneller, maar ik loop wel beter dan een paar jaar geleden. Mentaal ben ik sterker en ik loop ook lekkerder.” Marlou: “Bij mij als sprintster is het heel dubbel. De ene keer kan ik tevreden zijn met een wedstrijd waarin ik niet mijn snelste tijd, maar wel lekker heb gelopen. Als atleet voel ik me meer volwassen, ik kan ook goed het doel in ogenschouw hebben. Als jongere atleet was ik tegelijkertijd ook heel strikt, maar deed ik dingen wat vaker op gevoel. Nu is het allemaal verstandiger, ben ik meer gefocust en heb ik het grote doel in m’n hoofd. Die jeugdigheid en niet over dingen nadenken, was ook fijn.” Ellen: “Ervaring en een bepaalde rust zorgen ervoor dat je als atleet goed kunt presteren. Toen ik jong was en ik voelde iets waardoor ik een training over moest slaan, dan dacht ik meteen: dit is het einde van de wereld. Als ik een paar dagen niet kon trainen, dan was ik totaal in paniek. Later leerde ik dat het soms juist goed was om een paar dagen rust te nemen en op die dagen een alternatieve training te doen. Als je ouder bent, weet je ook beter hoe je lichaam werkt. Je leert de juiste beslissingen te nemen. Maar voor langere afstanden zijn de ervaring en rust die met de jaren komen belangrijker dan voor de explosieve nummers op de baan. Dan verlies je met de jaren juist iets van je snelheid en explosiviteit. Bij de langere afstanden kun je daardoor langer mee op hoog niveau.” Erben: “Hoe ouder je wordt als topsporter, des te meer je mentaal in balans bent. Dat is in mijn ogen de sleutel. Toen ik jong was, trainde ik zo hard als ik kon. Ik deed de dingen die me werden opgedragen. Met de jaren kreeg ik meer gevoel voor sport. Ik leerde te voelen of de trainingen bij me pasten, maar ik vond ook een balans tussen sport en mijn gezinsleven. Mijn aanpak paste met de jaren ook steeds beter bij de manier waarop ik tegen het leven aankeek. Het lopen van marathons is voor mij ook een zoektocht. Als ik het over mezelf heb: het is voor mij echt zoeken naar het juiste ritme. Ik kan ook echt emotioneel worden als ik een wedstrijd uit heb gelopen op de juiste manier, in het ritme waar ik me goed bij voel. Zoals ik dat vorig jaar in Berlijn voelde. Twintig jaar geleden had ik geen marathon kunnen lopen. Toen stond ik heel anders in het leven. Ik wilde recht op mijn doel af gaan en iedereen moest maar aan de kant.” Eliud: “Je bent als mens nu aan het landen.” Erben: “Klopt. Het was de bedoeling om dit jaar de NN marathon Rotterdam te lopen samen met Arjen Robben. We trainden samen. Helaas ging de marathon niet door. Ons doel was om de marathon te lopen in een tijd van rond de drie uur. Ik zei tegen Arjen: je zult zien dat het volbrengen van een marathon je hetzelfde gelukzalige gevoel zal geven als het scoren van een belangrijke goal in een vol stadion. Het gaat alleen niet om het resultaat dat voor het geluk zorgt, maar de bekroning van een lange voorbereiding en aanpak. Het mooie van marathonlopen is: ik kan anoniem als driehonderdste finishen, maar ik voel hetzelfde gelukzalige gevoel als toen ik als schaatser een internationale wedstrijd won in een vol stadion. Als ik eerder zo in het leven had gestaan, dan had ik in mijn ogen ook een hoger niveau kunnen halen als schaatser.” Helden Magazine 54 Het verhaal van Eliud Kipchoge komt voort uit Helden Magazine nummer 54.  In de 54ste editie van Helden sieren Ronald en Bartina Koeman de cover van het eindejaarsnummer. Ze vertellen uitgebreid over de roerige periode die ze achter de rug hebben. Ronald verruilde het Nederlands elftal voor FC Barcelona, ze werden voor het eerst opa en oma, maar kampten ook allebei met ernstige gezondheidsproblemen. Naast het verhaal van Ronald en Bartina Koeman lees je veel meer interviews en reportages met én over jouw favoriete Nederlandse topsporters. Zo eren ploeggenoten Suzanne Schulting, Yara van Kerkhof en Rianne de Vries hun vriendin, in de Ode aan Lara. Daarnaast spraken we Patrick Lefevere over de afschuwelijke crash van zijn topsprinter Fabio Jakobsen, is Sven Kramer begonnen aan zijn ‘last dance’, vertelt Stefan de Vrij over het geheim achter zijn succes én lees je een dubbelinterview met de blikvangers van het Nederlandse hockey: Jorrit Croon en Maria Verschoor. Ook in de 54ste editie van Helden spraken we onze Held van het Jaar, Harrie Lavreysen over dikke benen en slapen in een dwangbuis én verteld Esther Vergeer over hoe haar lang gekoesterde kinderwens uitkwam en ze dit jaar werd geconfronteerd met borstkanker. Verder legt onze Heldin van het Jaar: Anna van der Breggen uit waarom ze volgend jaar heeft besloten te stoppen en spraken we wereldkampioene Ceylin del Carmen Alvarado over de liefde, het geloof, looks en racisme. Daarnaast bracht Helden een eerbetoon uit aan een van de beste NBA-basketballers ooit: Kobe Bryant, lees je een reconstructie over de turnvendetta, behaalde Henk Gemser vele successen als schaatscoach, behoort Kimberly Alkemade tot de snelste paralympische sprinters van Nederland en autocoureur Alessandro Zanardi verteld over zijn pech als mens. Victoria Koblenko ging langs bij hockeyinternationaal Terrance Pieters en staan we stil met Sari van Veendendaal in de ‘Leeuwinnen in het Rijks’. Krijg jij geen genoeg van alle inspirerende sportverhalen? Kies het abonnement dat bij jou past én wordt abonnee. Zo ontvang je telkens de nieuwste edities op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Wil je een Helden Magazine cadeau doen? Het is ook mogelijk om een abonnement cadeau te doen, deze abonnementen lopen automatisch af. Daarnaast zijn de recentste exemplaren ook gemakkelijk te bestellen via onze webshop.
Eliud Kipchoge is de koning van de marathon. Paralympisch sprintkampioene Marlou van Rhijn, olympisch kampioene 800 meter Ellen van Langen, oud-schaatser en meervoudig wereldkampioen Erben Wennemars en cabaretier en hardloopfanaat Dolf Jansen gingen op audiëntie bij het gezicht van het NN Running Team. “Ik ben best een beetje zenuwachtig,” verzucht Erben Wennemars. Hij kijkt naar Eliud Kipchoge die verderop een tv-interview geeft. Na zijn schaatsloopbaan is Erben fanatiek gaan hardlopen. “Ik ben niet snel onder de indruk van mensen, maar deze man is een ongelooflijke held voor mij. Hij is gewoon de Johan Cruijff van de marathon.” Dolf Jansen knikt. De cabaretier doet al ruim veertig jaar aan hardlopen. Ook voor hem is de regerend olympisch kampioen en wereldrecordhouder (2.01.39, Berlijn 16 september 2018) op de marathon een grote inspiratiebron. Op 12 oktober 2019 liep de 35-jarige Keniaan de klassieke afstand tijdens een speciaal voor hem in Wenen georganiseerde solorace als eerste mens onder de twee uur. Hij liep uiteindelijk 1.59.40, een tijd die vanwege het officieuze karakter van het evenement niet als wereldrecord werd aangemerkt. Voorafgaand aan de race maakte Dolf een gedicht met als titel Sub2. ‘A sub-4-minute-mile was impossible Until it wasn’t A sub-10-second 100 metres was impossible Until it wasn’t A man on the moon was impossible Until it wasn’t Berlin without the wall was impossible Until it wasn’t A black US President was impossible Until it wasn’t So much is impossible Until it isn’t Anymore A sub-2-hour-marathon is impossible Until it isn’t Anymore And just try to imagine Eliud Kipchoge’s smile As he crosses that finish line Achieving the impossible’ Daarna komt ook Blade Babe Marlou van Rhijn, drievoudig paralympisch kampioene en de snelste vrouw op blades op de 100, 200 en 400 meter, restaurant Wils, tegenover het Olympisch Stadion, binnen, gevolgd door Ellen van Langen. Voor de olympisch 800 meterkampioen van 1992 is Eliud geen onbekende. Zij is na haar sportcarrière manager en organisator van atletiekevenementen geworden bij Global Sports Communication, het managementbureau dat ook Eliud bijstaat. Ze begroeten elkaar met een elleboog, het is niet anders in tijden van corona. Twee dagen eerder heeft Eliud de marathon van Londen gelopen. Pas voor de tweede keer in veertien marathons wist hij níet te winnen. Zijn achtste plek was wereldnieuws. Tijdens die wedstrijd bleek hij last te hebben van zijn rechteroor en dat euvel heeft hij net laten checken bij sportarts Peter Vergouwen. “Hoe gaat het met je oren?” wil Erben weten. “Goed, ze hebben niets kunnen vinden,” zegt Eliud met een grote glimlach. “Hoe voelen je benen nu, twee dagen na een marathon?” vraagt Erben. “Een beetje pijnlijk, maar that’s life voor een marathonloper.” Nadat hij een aantal boeken heeft gesigneerd, een handtekening met daaronder de voor hem heilige cijfercode ‘1:59:40’, schuift hij aan voor een goed gesprek op anderhalve meter afstand van elkaar over hardlopen in de vorm van vijf stellingen. Hardlopen zorgt voor blijdschap Eliud: “Hardlopen is het beste medicijn dat er is. Als je gestrest bent, ga dan de deur uit om te rennen. Ik zeg ook altijd tegen zakenmensen: ga hardlopen en je zal merken dat de ideeën ineens opborrelen. Blokkades in het hoofd verdwijnen als je gaat rennen. Hardlopen zorgt voor een gelukzalig, bevrijdend gevoel. Voor mij is het zo dat mijn lichaam tot rust komt als ik één of twee uur aan het hardlopen ben.” Erben: “Als ambassadeur van Nationale-Nederlanden en van The Daily Mile ga ik geregeld langs scholen en ik vertel de kinderen ook altijd dat ze elke dag lekker een kwartiertje hard moeten lopen. Daar worden ze gelukkig en gezond van. En, zoals jij zegt, het opent je geest. En dat zorgt er weer voor dat kinderen beter hun best kunnen doen op school. Ik was vandaag best zenuwachtig om jou te ontmoeten. Daarom besloot ik hard te gaan lopen. Ik heb zes kilometer gelopen, normaal gesproken ren ik langer, maar het zorgde ervoor dat ik energie kreeg, dat ik de dingen in m’n hoofd weer op een rijtje kreeg. Ik voel altijd zoveel prikkels van buitenaf en ik kan alles een plekje geven als ik ga hardlopen.” Ellen: “Jij gaat toch ook altijd hardlopen voordat je een voorstelling hebt, Dolf?” Dolf: “Klopt. Maakt niet uit waar in Nederland ik op moet treden. Voor mij geldt ook heel sterk dat ik door hard te lopen vrij wordt in m’n hoofd, dat ik ineens oplossingen zie die ik daarvoor niet zag. Er komen dan ook vaak zinnen voor een gedicht naar boven, of ineens schiet me een grap te binnen die ik kan gebruiken voor mijn voorstelling. Die gedachten of oplossingen komen omhoog omdat je verder alles los kunt laten als je hardloopt. Weet je dat het gedicht dat ik over Eliud schreef ook is ontstaan tijdens het hardlopen? Ik dacht aan Eliud toen hij op het punt stond de barrière van twee uur op de marathon aan te vallen en tijdens het hardlopen bedacht ik een paar zinnen. Toen ik thuiskwam, heb ik ze meteen opgeschreven en daarna heb ik het hele gedicht gemaakt. De inspiratie ontstond omdat ik aan het lopen was. En het komt ook op, omdat er op dat moment niets moet.” Marlou, lachend: “Ik ervaar hardlopen anders, ben sprintster en loop dus alleen korte afstanden. Ik haal super veel plezier uit snelheid, uit zo hard mogelijk lopen. Dat vraagt een korte, heftige focus.” Ellen: “Ik hou nog steeds van hardlopen, maar mijn probleem is dat ik vaak geblesseerd ben. Nu ook weer. Ik kan best jaloers zijn als ik mensen lekker zie hardlopen. Als ik in de auto zit en ik zie mensen dat doen, dan denk ik meteen: ik zou ook zo graag lekker hardlopen. Ik word er zo blij van. Voor mij geldt dat problemen op het werk ineens verdwijnen tijdens het hardlopen. Ik zie ineens oplossingen. Maar mijn probleem is dat ik dan zo snel mogelijk naar huis wil om wat met die gedachten te doen. En dan begin ik dus harder en harder te lopen.” Dolf: “Dus daarom won jij in Barcelona olympisch goud op de 800 meter!” Over vijf jaar wordt er bij de mannen in wedstrijdverband onder de twee uur gelopen op de marathon. Dolf, hoofdschuddend: “Dat kan ik me echt niet voorstellen.” Eliud: “Ik denk van wel. Wij lopen sinds de oprichting van het NN Running Team in 2017 allemaal veel harder. We motiveren en helpen elkaar. Ik ben echt van mening dat meerdere atleten uit ons team de komende vijf jaar een marathon onder de twee uur kunnen lopen. En iedereen heeft nu ook kunnen zien dat het niet langer onmogelijk is om een marathon onder de twee uur te volbrengen.” Eliud: 'Ik ben echt van mening dat meerdere atleten uit ons team de komende vijf jaar een marathon onder de twee uur kunnen lopen' Marlou: “Voorbeelden zijn zo belangrijk in de sport. Als je iemand iets ziet doen wat nog niet is gedaan, dan zorgt dat voor een intrinsieke motivatie. Je ziet dat iets mogelijk is en denkt: dat wil ik ook. En hoe mooi is het om de persoon te zijn die de nieuwe standaard neerzet?” Dolf: “Ik weet nog de eerste marathon die gelopen werd onder de 2 uur en 8 minuten. Daarna lukte dat meerdere atleten. Hetzelfde verhaal toen de barrière van 2 uur en 6 minuten gebroken werd. Is het vooral een mentaal iets?” Eliud: “Dat is het absoluut. Je ziet vaak in sport dat als iemand iets heeft gedaan dat lange tijd voor onmogelijk werd gehouden, in korte tijd meerdere mensen dat lukt. Omdat iedereen ineens weet dat het kan. De jongens die dagelijks met mij trainen, weten nu ook: ik kan hem volgen tijdens de training, we hebben hetzelfde trainingsprogramma, dus waarom zou ik dan niet zijn tijden kunnen lopen? Ze moeten nu denken: ik kan het ook. Dat ze niet in beperkingen moeten denken, leer ik de jonge jongens in het team ook.” Erben: “Maar je zorgt er met jouw aanwijzingen wel voor dat het voor jezelf steeds moeilijker wordt om te winnen.” Eliud: “Ik heb heel veel andere atleten de weg gewezen, vind ik mooi. En ik heb in Londen ook laten zien dat ik ook maar gewoon een mens ben, geen supermens.” Erben: “Jij vindt: records zijn er om gebroken te worden.” Eliud: “Ja, dat is voor mij de essentie van sport.” Erben: “In wedstrijden en trainingen zie ik altijd dat jij voorop loopt. De rest volgt jou. Voel jij veel druk dat iedereen altijd naar jou kijkt?” Eliud knikt: “De druk is hoog, maar ik ervaar dat altijd als positieve druk. Ik wil ook altijd vooroplopen. Om mezelf uit te dagen. Maar ik help daar het team ook beter mee dan wanneer ik me ga verstoppen in de groep.” Dolf: “Maar zoals Erben net zei, je kunt ook denken: ik moet mijn concurrenten niet te goed maken.” Eliud: “Weet je wat het met hardlopen is? Je kunt het niet alleen. Op het niveau waarop wij dat doen, is het heel lastig om in je eentje die snelheid te ontwikkelen tijdens de trainingen. Daar heb je echt elkaar voor nodig. Mentaal wordt het ook veel moeilijker als je alles alleen moet doen.” Ellen: “Je hebt inderdaad anderen nodig. Zo was het ook bij mij op de baan. Er waren altijd atleten die bepaalde specialiteiten hadden. Je moet van elkaar kunnen leren om beter te worden.” Erben: “Maar hoe slaag je erin om al zo lang de leider van de groep te zijn en bijna elke marathon waar je start te winnen?” Eliud: “Door positief te denken.” Erben: “Heb je nooit twijfels?” Dolf: “In Londen werd je achtste. Je had last van je oor, je lichaam deed niet helemaal wat je ervan had verwacht. Wat is het positieve wat je hebt overgehouden aan die marathon?” Eliud: “Een achtste plek is niet het einde van de wereld. De zon gaat vanzelf weer schijnen. En zo erg is het niet om af en toe eens het gevoel van een nederlaag te ervaren. Dat zorgt ervoor dat je weer vol motivatie aan het werk gaat. Dat is het positieve. Als topsporter moet je verlies kunnen accepteren.” Erben: “Ik heb als schaatser meer verloren dan gewonnen...” Eliud: “Ik ben ervan overtuigd dat je meer voldoening haalt uit een overwinning als je weet wat het is om te verliezen en hoe je daar mee om moet gaan. Dat leer ik de jonge jongens met wie ik train ook. Als je een nederlaag aangrijpt om weer keihard aan de slag te gaan, dan is de overwinning die volgt des te mooier. Op die manier kun je altijd iets positiefs uit een teleurstelling halen.” Er moet meer aandacht komen voor de prestaties van paralympische atleten op de marathon Marlou: “De marathon is met afstand de discipline in de atletiek waar paralympische sporters het meest zichtbaar zijn. Aan bijna alle World Marathon Majors doen paralympische atleten mee. Geweldig.” Eliud: “Ik vind het heel belangrijk dat mannen, vrouwen en paralympische sporters meedoen aan de marathon. Ik kijk altijd naar de paralympische sporters op de marathon, maak vaak een praatje met hen. Weet je wat ik mooi vind? Dat ze altijd blij zijn. Ik vind het terecht dat ze de aandacht krijgen, dat verdienen ze net zo goed als ik.” Marlou: “Kennen jullie trouwens het verhaal van Richard Whitehead? Hij mist beide onderbenen en heeft in 2013 op blades veertig marathons in veertig dagen gelopen.” Dolf: “Allemachtig!” Eliud: “Echt waar?” Marlou: “Dat het verhaal niet bij iedereen bekend is, geeft wel antwoord op de stelling. Er is dus nog niet genoeg aandacht voor paralympische sport in het algemeen. Maar van de marathonwereld kunnen veel andere sporten en evenementen nog veel leren als het gaat om de aandacht voor paralympische atleten. Op de sprint is het in elk geval minder goed georganiseerd voor ons paralympische atleten.” Erben: “Er moet meer aandacht gaan naar de paralympische sport. Het is zo inspirerend wat paralympische atleten doen.” Marlou: “Dat vind ik ook. Daarom ben ik ook mijn foundation begonnen. Voor gehandicapte kinderen moet er een gelijke behandeling komen en gelijke kansen zijn. Weg met het hokjesdenken. Sport moet voor elk kind net zo leuk en vanzelfsprekend zijn. Daar maken wij ons hard voor.” Dolf: “En dan kunnen kinderen met een handicap in Nederland nog opkijken tegen jou, Marlou. Die zien iemand die presteert op het hoogste niveau. In Afrikaanse landen zal het leven voor mensen en vooral kinderen met een handicap nog vele malen moeilijker zijn.” Marlou: “Daarom is het zo belangrijk dat het zichtbaar is. Omdat mensen geïnspireerd raken als ze iemand op blades of in een rolstoel een marathon zien volbrengen.” Ellen: “Op de baan is er ook aandacht voor paralympische atleten. In de Diamond League bijna niet, maar bij de atletiekevenementen die daar onder zitten wel veel meer.” Marlou: “Maar het mooie van de Diamond League is juist dat het wereldwijd wordt uitgezonden.” Ellen: “Belangrijk is ook dat er lokale paralympische sterren zijn voor organisatoren. ik snap ook dat je, als je zo denkt, in die vicieuze cirkel blijft.'' Erben: ''Eigenlijk zouden de Paralympische Spelen geïntegreerd moeten worden in de normale Olympische Spelen.'' Marlou: ''Dat is mijn droom.'' Dolf: ''Het wordt wel heel lastig om dat logistiek gezien voor elkaar te krijgen. Het programma zit natuurlijk al heel erg vol bij de Olympische Spelen. Maar ook daar moeten ze een oplossing voor kunnen vinden.'' Ellen: ''Zeker. Het is toch al de vraag hoe de toekomst van de Olympische Spelen eruit zal zien.'' Marlou: ''Toen ik begon met atletiek trainde ik lekker samen met mijn vrienden en vriendinnen. Er was geen onderscheid, iedereen was gelijk. Toen ik aan grotere wedstrijden mee mocht gaan doen, werd er wel ineens onderscheid gemaakt. Ik vond dat heel vreemd. Als we het over sport hebben, dan praten we vaak over gelijkheid, samen spelen en het opdoen van zelfvertrouwen. Dan is het moeilijk te rijmen dat tegelijkertijd mensen van elkaar worden gescheiden. Het is toch vreemd dat mijn vriendje met wie ik altijd heb getraind naar een ander toernooi ging dan ik?'' Dolf: ''Dat is inderdaad vreemd. Er zou geen onderscheid gemaakt moeten worden tussen jouw blades of mijn dunnen beentjes.'' Marlou: ''Bij het EK in Amsterdam, in 2016, was de paralympische sport onderdeel van het programma. Geweldig. Churandy Martina liep de 200 meter, Dafne Schippers liep de 200 meter, een Wheeler deed de 200 meter en ik liep de 200 meter. Zo hoort het. Maar zoals Ellen net aangaf, dat kwam natuurlijk ook doordat we in Nederland een paar bekende en heel goede paralympische atleten hebben. Er waren vier of vijf onderdelen waaraan ook de lokale paralympische helden meededen. Er was een medaille-uitreiking en iedereen werd gelijk behandeld. Ik hoop dat op een dag dit als vanzelfsprekend gezien zal worden. Ik ben wel van mening dat wij als paralympische sporters steeds meer zichtbaar worden, het gaat dus de goede kant op.” Een blanke West-Europeaan zou ook een wereldrecord moeten kunnen lopen op de marathon. Eliud: “Waarom niet? Als je denkt: ik ben wit, dus ik kan een marathon niet onder de twee uur lopen, dan lukt het je ook niet. Mensen denken vaak dat alleen Afrikanen toptijden kunnen lopen op de marathon. Dat is niet waar. Waarom atleten uit Afrika het zo goed doen op de marathon is omdat we de goede faciliteiten en omstandigheden hebben om hard te trainen. Daar gaat het om. Maar als een witte atleet gaat trainen onder gelijke omstandigheden, waarom zou hij dan niet tot hetzelfde in staat zijn?” Marlou: “In de paralympische sport is dat ook het geval. Daar gaat het om de blades en om de verschillende categorieën. Ik zeg ook altijd: begin eerst eens met keihard te trainen.” Ellen: “Het gaat om toewijding. De sporters die bereid zijn harder te trainen en meer te leven voor hun sport zullen het verst komen. Je moet je ogen kunnen sluiten voor alle afleidingen die er zeker vandaag de dag buiten de sport liggen.” Dolf: “Zoals ik in m’n gedicht over Eliud al stelde: er zijn zoveel dingen waarvan we dachten dat het niet mogelijk was. We hadden met Barack Obama ook een zwarte Amerikaanse president. Dat hielden we pakweg twintig jaar terug ook voor onmogelijk. En nu heeft Eliud dus een marathon onder de twee uur gelopen. Voor mensen geldt: als we geloven dat we het kunnen, dan zijn we tot heel veel in staat. Alles is mogelijk en geen mens is gelimiteerd. Het is dus mogelijk, maar ik zou zo snel even niet weten welke witte atleet met Eliud onder de twee uur kan duiken op de marathon.” Ellen: “Met topsport gaat het er ook om: hoe erg ben jij bereid om de pijn toe te laten? In hoeverre kun je die uitschakelen? Dat is een mentaal ding.” Eliud: “Op de baan zie je Europeanen nu heel hard lopen. Op de langere afstanden zie je hen de tijden verbeteren die ik vroeger op de baan liep. Nou, dan kun je het op den duur ook op de marathon. Het is dus mogelijk. If you are ready to go for it.” Goede hardlopers zijn als goede wijn: hoe rijper, hoe beter. Dolf, lachend: “Yes! Ik ben 57.” Eliud: “Het kost heel veel trainingsuren voordat je een goede marathonloper bent. Het gaat letterlijk en figuurlijk stapje voor stapje.” Dolf: “Ik trainde vorig jaar voor de marathon van Berlijn en merkte dat ik na 41 jaar hardlopen nog steeds dingen leer over hardlopen en mijn lichaam. Ik word niet meer sneller, maar ik loop wel beter dan een paar jaar geleden. Mentaal ben ik sterker en ik loop ook lekkerder.” Marlou: “Bij mij als sprintster is het heel dubbel. De ene keer kan ik tevreden zijn met een wedstrijd waarin ik niet mijn snelste tijd, maar wel lekker heb gelopen. Als atleet voel ik me meer volwassen, ik kan ook goed het doel in ogenschouw hebben. Als jongere atleet was ik tegelijkertijd ook heel strikt, maar deed ik dingen wat vaker op gevoel. Nu is het allemaal verstandiger, ben ik meer gefocust en heb ik het grote doel in m’n hoofd. Die jeugdigheid en niet over dingen nadenken, was ook fijn.” Ellen: “Ervaring en een bepaalde rust zorgen ervoor dat je als atleet goed kunt presteren. Toen ik jong was en ik voelde iets waardoor ik een training over moest slaan, dan dacht ik meteen: dit is het einde van de wereld. Als ik een paar dagen niet kon trainen, dan was ik totaal in paniek. Later leerde ik dat het soms juist goed was om een paar dagen rust te nemen en op die dagen een alternatieve training te doen. Als je ouder bent, weet je ook beter hoe je lichaam werkt. Je leert de juiste beslissingen te nemen. Maar voor langere afstanden zijn de ervaring en rust die met de jaren komen belangrijker dan voor de explosieve nummers op de baan. Dan verlies je met de jaren juist iets van je snelheid en explosiviteit. Bij de langere afstanden kun je daardoor langer mee op hoog niveau.” Erben: “Hoe ouder je wordt als topsporter, des te meer je mentaal in balans bent. Dat is in mijn ogen de sleutel. Toen ik jong was, trainde ik zo hard als ik kon. Ik deed de dingen die me werden opgedragen. Met de jaren kreeg ik meer gevoel voor sport. Ik leerde te voelen of de trainingen bij me pasten, maar ik vond ook een balans tussen sport en mijn gezinsleven. Mijn aanpak paste met de jaren ook steeds beter bij de manier waarop ik tegen het leven aankeek. Het lopen van marathons is voor mij ook een zoektocht. Als ik het over mezelf heb: het is voor mij echt zoeken naar het juiste ritme. Ik kan ook echt emotioneel worden als ik een wedstrijd uit heb gelopen op de juiste manier, in het ritme waar ik me goed bij voel. Zoals ik dat vorig jaar in Berlijn voelde. Twintig jaar geleden had ik geen marathon kunnen lopen. Toen stond ik heel anders in het leven. Ik wilde recht op mijn doel af gaan en iedereen moest maar aan de kant.” Eliud: “Je bent als mens nu aan het landen.” Erben: “Klopt. Het was de bedoeling om dit jaar de NN marathon Rotterdam te lopen samen met Arjen Robben. We trainden samen. Helaas ging de marathon niet door. Ons doel was om de marathon te lopen in een tijd van rond de drie uur. Ik zei tegen Arjen: je zult zien dat het volbrengen van een marathon je hetzelfde gelukzalige gevoel zal geven als het scoren van een belangrijke goal in een vol stadion. Het gaat alleen niet om het resultaat dat voor het geluk zorgt, maar de bekroning van een lange voorbereiding en aanpak. Het mooie van marathonlopen is: ik kan anoniem als driehonderdste finishen, maar ik voel hetzelfde gelukzalige gevoel als toen ik als schaatser een internationale wedstrijd won in een vol stadion. Als ik eerder zo in het leven had gestaan, dan had ik in mijn ogen ook een hoger niveau kunnen halen als schaatser.” Helden Magazine 54 Het verhaal van Eliud Kipchoge komt voort uit Helden Magazine nummer 54.  In de 54ste editie van Helden sieren Ronald en Bartina Koeman de cover van het eindejaarsnummer. Ze vertellen uitgebreid over de roerige periode die ze achter de rug hebben. Ronald verruilde het Nederlands elftal voor FC Barcelona, ze werden voor het eerst opa en oma, maar kampten ook allebei met ernstige gezondheidsproblemen. Naast het verhaal van Ronald en Bartina Koeman lees je veel meer interviews en reportages met én over jouw favoriete Nederlandse topsporters. Zo eren ploeggenoten Suzanne Schulting, Yara van Kerkhof en Rianne de Vries hun vriendin, in de Ode aan Lara. Daarnaast spraken we Patrick Lefevere over de afschuwelijke crash van zijn topsprinter Fabio Jakobsen, is Sven Kramer begonnen aan zijn ‘last dance’, vertelt Stefan de Vrij over het geheim achter zijn succes én lees je een dubbelinterview met de blikvangers van het Nederlandse hockey: Jorrit Croon en Maria Verschoor. Ook in de 54ste editie van Helden spraken we onze Held van het Jaar, Harrie Lavreysen over dikke benen en slapen in een dwangbuis én verteld Esther Vergeer over hoe haar lang gekoesterde kinderwens uitkwam en ze dit jaar werd geconfronteerd met borstkanker. Verder legt onze Heldin van het Jaar: Anna van der Breggen uit waarom ze volgend jaar heeft besloten te stoppen en spraken we wereldkampioene Ceylin del Carmen Alvarado over de liefde, het geloof, looks en racisme. Daarnaast bracht Helden een eerbetoon uit aan een van de beste NBA-basketballers ooit: Kobe Bryant, lees je een reconstructie over de turnvendetta, behaalde Henk Gemser vele successen als schaatscoach, behoort Kimberly Alkemade tot de snelste paralympische sprinters van Nederland en autocoureur Alessandro Zanardi verteld over zijn pech als mens. Victoria Koblenko ging langs bij hockeyinternationaal Terrance Pieters en staan we stil met Sari van Veendendaal in de ‘Leeuwinnen in het Rijks’. Krijg jij geen genoeg van alle inspirerende sportverhalen? Kies het abonnement dat bij jou past én wordt abonnee. Zo ontvang je telkens de nieuwste edities op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Wil je een Helden Magazine cadeau doen? Het is ook mogelijk om een abonnement cadeau te doen, deze abonnementen lopen automatisch af. Daarnaast zijn de recentste exemplaren ook gemakkelijk te bestellen via onze webshop.

Skateboarden

Keet Oldenbeuving: Gewoon lekker rollen

De pas vijftienjarige Keet Oldenbeuving werd in 2019 Europees kampioen en won de NOC*NSF Young Talent Award. De kans is groot dat ze er volgend jaar bij is in Tokio als skateboarden debuteert als olympische sport. Hoog tijd dus voor een nadere kennismaking. “Lopen vind ik niet leuk.” Mijn kostbaarste bezit is… “Mijn skateboard. Sommige mensen doen een jaar met een board, ik doe er meestal twee weken mee, haha. Een board gaat bij mij vrij snel kapot en moet dan worden vervangen. Eigenlijk zijn de trucks, de ijzeren onderdelen onder het board waar de wielen aan vastzitten en die een stuk langer meegaan, nog kostbaarder voor mij. Daar staat echt je handtekening als skater ingegraveerd. Elke grind die je doet, zorgt voor kleine gaatjes en beschadigingen in je trucks. Na verloop van tijd worden die gaatjes kleine butsen en daardoor kun je goed over de obstakels glijden. Het kost best wat tijd voor je dat hebt. Met nieuwe trucks skaten is een stuk moeilijker, dan moet je weer helemaal opnieuw beginnen met die handtekening. De liefde voor het skaten heb ik van mijn vader. Hij deed het vroeger altijd met zijn broertje en wat vrienden. Het werd een passie van hem en dat bleef het toen hij ouder werd. Hij volgde het op internet en bij ons thuis hing een board aan de muur als vorm van kunst. Mijn vader heeft me weleens verteld dat hij me vroeger soms op zijn skateboard naar de crèche bracht. Dan hield mijn vader me gewoon op zijn arm. Moeders van andere kinderen zeiden tegen hem: ‘Wat doe jij nou? Het is toch heel gevaarlijk om je kind mee te nemen op een skateboard?’ Maar mijn vader wist wat hij deed. Ik was zeven toen ik voor het eerst ging skaten. In het Griftpark in mijn woonplaats Utrecht. Ik vond het meteen superleuk. Op dat moment zat ik nog op voetbal, maar zelfs voor de training ging ik naar het skatepark. Na een tijdje ging het niet meer om beide sporten te combineren. Ik stopte met voetbal, kocht van mijn spaargeld mijn eerste board en ging op skateles.” Mijn beste eigenschap is... “Mijn doorzettingsvermogen. Dat heb je met skaten heel erg nodig. Als je het na drie keer opgeeft omdat een truc niet lukt, word je nooit goed. Soms ga ik drie uur achter elkaar door totdat het lukt. Soms duurt het zelfs dagen voordat ik iets onder de knie heb. Iedere keer dat een truc misgaat, voelt het als een kleine teleurstelling. Dat kan heel frustrerend zijn. Wat ik zo gaaf vind aan skaten is de vrijheid die je hebt. Ik kan helemaal zelf bepalen welke trucs en runs ik doe en wanneer ik dat doe. Je moet niet tegen mij zeggen: ‘Je mag niet naar huis voordat je die ene truc hebt gedaan.’ Daar kan ik niet tegen. Ik wil alles zelf bedenken. Dat is gewoon mijn karakter. Ik heb me nooit iets aangetrokken van wat anderen van me denken. Vooral in de laatste jaren van de basisschool kwam dat goed van pas. Op mijn negende deed ik voor het eerst mee aan een internationale wedstrijd, het EK voor junioren tot zestien jaar. Daarna volgden World Cups in Europa en rond mijn elfde deed ik mijn eerste wedstrijd in Amerxika. Mijn klasgenoten op school vonden dat ik anders was, omdat ik als enige aan skaten deed. Meisjesdingen als winkelen of verkering, daar gaf ik niets om. Dat is nu nog steeds zo. Ik heb er gewoon geen tijd voor. Iemand heeft weleens gezegd dat ik alleen verliefd ben op mijn skateboard. Dat klopt wel. Ik heb veel liefde voor mijn sport, kan me geen leven zonder board bedenken. Ook als ik met mijn ouders in een stad ben of op vakantie, ben ik altijd aan het cruisen. Lopen vind ik niet leuk, ik wil gewoon lekker rollen. Als ik me vroeger iets had aangetrokken van wat anderen van me vonden, dan had ik nu waarschijnlijk iets heel anders gedaan. Door het skaten heb ik een hele ontwikkeling doorgemaakt. Mijn zelfvertrouwen is een stuk groter geworden. Wat heel erg helpt, is dat ik me door het skaten kan uiten. Aan het boarden kun je zien hoe ik me voel. Ben ik boos – wat niet zo heel vaak voorkomt – dan ga ik harder dan normaal of land ik een truc extra hard. Heb ik een hele dag op school gezeten of ben ik een keer verdrietig dan stap ik op mijn board om mijn hoofd leeg te maken en voel ik me meteen weer goed. Skaten is mijn uitlaatklep.” 'Meisjesdingen als winkelen of verkering, daar gaf ik niets om. Dat is nu nog steeds zo. Ik heb er gewoon geen tijd voor' De grootste kick krijg ik van... “Een nieuwe truc onder de knie krijgen. Iedere keer als het na veel oefenen en proberen lukt, geeft dat zo’n kick dat ik meteen een nieuwe truc wil leren om datzelfde gevoel nog een keer te ervaren. Ik ben nogal perfectionistisch. Gaat een truc niet goed genoeg naar mijn zin, dan moet ik doorgaan tot het wel perfect is. Tijdens de lockdown vanwege de coronacrisis heb ik voor de deur van mijn huis geskatet, op het Jaarbeursplein als het er rustig was, en soms ook gewoon langere afstanden door de stad. Maar ik fiets ook geregeld door Utrecht om nieuwe skateplekken te ontdekken. Een vette truc doen op een trappetje of op een rauwe grond wordt in de skatewereld heel erg gewaardeerd. Meer nog dan een grote wedstrijd winnen. Als je een spot hebt gevonden duurt het soms wel uren voordat je de truc hebt geland. Het is veel moeilijker dan in een skatepark. Daar zijn alle ramps perfect gemaakt voor het skaten. Op straat moet je het doen met de elementen die er zijn en daarom is het extra gaaf als je truc lukt. Vaak wordt het dan ook gefilmd en meteen op social media gezet.” Helden Magazine 53 Het eerste gedeelte van het verhaal van Keet Oldenbeuving komt voort uit Helden Magazine nummer 53. In de 53ste editie blikken onder meer Robin en Bouchra van Persie uitgebreid terug op hún carrière, want zo voelt dat. Een gesprek over Louis van Gaal, Oranje, Feyenoord, racisme, homo-acceptatie, de toekomst én de liefde. Daarnaast verbindt niet alleen het zwemmen Femke Heemskerk, Kira Toussaint en Ranomi Kromowidjojo, maar ook het feit dat ze alle drie bijna gelijktijdig ten huwelijk zijn gevraagd. Daarnaast vertellen Joël en Naomi Veltman hoe zij er in goede en slechte tijden voor elkaar zijn, laat Guus Hiddink zijn licht schijnen over de rentree van Arjen Robben, Oranje en racisme én schittert aanstaande moeder Stefanie van der Gragt in de rubriek ‘Leeuwinnen in het Rijks.’ Verder in de 53ste editie van Helden spraken we met ploeggenoten met hetzelfde doel: Tom Dumoulin en Primoz Roglic. Blikten we met Laurens ten Dam terug op zijn loopbaan én vertelt Lorena Wiebes openhartig over de drugsverslaving van haar broer en hoeveel impact dat op haar en het gezin heeft gehad. Ook ging Helden langs bij de familie van den Goorbergh. Zonta van den Goorbergh wil in de voetsporen van zijn vader, oud-MotoGP-coureur Jurgen van den Goorberght, treden. Theo Lucius voelt vijftien jaar na het mislopen van de Champions League-finale nog steeds de kater.Victoria Koblenko ging langs bij oud-voetballer Bryan Roy én Tessie Savelkouls raakte op 9 februari dit jaar zwaar geblesseerd, de kans dat ze ooit nog kan judoën is klein. Krijg jij geen genoeg van alle inspirerende sportverhalen? Kies het abonnement dat bij jou past én wordt abonnee. Zo ontvang je telkens de nieuwste edities op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Wil je een Helden Magazine cadeau doen? Het is ook mogelijk om een abonnement cadeau te doen, deze abonnementen lopen automatisch af. Daarnaast zijn de recentste exemplaren ook gemakkelijk te bestellen via onze webshop.
De pas vijftienjarige Keet Oldenbeuving werd in 2019 Europees kampioen en won de NOC*NSF Young Talent Award. De kans is groot dat ze er volgend jaar bij is in Tokio als skateboarden debuteert als olympische sport. Hoog tijd dus voor een nadere kennismaking. “Lopen vind ik niet leuk.” Mijn kostbaarste bezit is… “Mijn skateboard. Sommige mensen doen een jaar met een board, ik doe er meestal twee weken mee, haha. Een board gaat bij mij vrij snel kapot en moet dan worden vervangen. Eigenlijk zijn de trucks, de ijzeren onderdelen onder het board waar de wielen aan vastzitten en die een stuk langer meegaan, nog kostbaarder voor mij. Daar staat echt je handtekening als skater ingegraveerd. Elke grind die je doet, zorgt voor kleine gaatjes en beschadigingen in je trucks. Na verloop van tijd worden die gaatjes kleine butsen en daardoor kun je goed over de obstakels glijden. Het kost best wat tijd voor je dat hebt. Met nieuwe trucks skaten is een stuk moeilijker, dan moet je weer helemaal opnieuw beginnen met die handtekening. De liefde voor het skaten heb ik van mijn vader. Hij deed het vroeger altijd met zijn broertje en wat vrienden. Het werd een passie van hem en dat bleef het toen hij ouder werd. Hij volgde het op internet en bij ons thuis hing een board aan de muur als vorm van kunst. Mijn vader heeft me weleens verteld dat hij me vroeger soms op zijn skateboard naar de crèche bracht. Dan hield mijn vader me gewoon op zijn arm. Moeders van andere kinderen zeiden tegen hem: ‘Wat doe jij nou? Het is toch heel gevaarlijk om je kind mee te nemen op een skateboard?’ Maar mijn vader wist wat hij deed. Ik was zeven toen ik voor het eerst ging skaten. In het Griftpark in mijn woonplaats Utrecht. Ik vond het meteen superleuk. Op dat moment zat ik nog op voetbal, maar zelfs voor de training ging ik naar het skatepark. Na een tijdje ging het niet meer om beide sporten te combineren. Ik stopte met voetbal, kocht van mijn spaargeld mijn eerste board en ging op skateles.” Mijn beste eigenschap is... “Mijn doorzettingsvermogen. Dat heb je met skaten heel erg nodig. Als je het na drie keer opgeeft omdat een truc niet lukt, word je nooit goed. Soms ga ik drie uur achter elkaar door totdat het lukt. Soms duurt het zelfs dagen voordat ik iets onder de knie heb. Iedere keer dat een truc misgaat, voelt het als een kleine teleurstelling. Dat kan heel frustrerend zijn. Wat ik zo gaaf vind aan skaten is de vrijheid die je hebt. Ik kan helemaal zelf bepalen welke trucs en runs ik doe en wanneer ik dat doe. Je moet niet tegen mij zeggen: ‘Je mag niet naar huis voordat je die ene truc hebt gedaan.’ Daar kan ik niet tegen. Ik wil alles zelf bedenken. Dat is gewoon mijn karakter. Ik heb me nooit iets aangetrokken van wat anderen van me denken. Vooral in de laatste jaren van de basisschool kwam dat goed van pas. Op mijn negende deed ik voor het eerst mee aan een internationale wedstrijd, het EK voor junioren tot zestien jaar. Daarna volgden World Cups in Europa en rond mijn elfde deed ik mijn eerste wedstrijd in Amerxika. Mijn klasgenoten op school vonden dat ik anders was, omdat ik als enige aan skaten deed. Meisjesdingen als winkelen of verkering, daar gaf ik niets om. Dat is nu nog steeds zo. Ik heb er gewoon geen tijd voor. Iemand heeft weleens gezegd dat ik alleen verliefd ben op mijn skateboard. Dat klopt wel. Ik heb veel liefde voor mijn sport, kan me geen leven zonder board bedenken. Ook als ik met mijn ouders in een stad ben of op vakantie, ben ik altijd aan het cruisen. Lopen vind ik niet leuk, ik wil gewoon lekker rollen. Als ik me vroeger iets had aangetrokken van wat anderen van me vonden, dan had ik nu waarschijnlijk iets heel anders gedaan. Door het skaten heb ik een hele ontwikkeling doorgemaakt. Mijn zelfvertrouwen is een stuk groter geworden. Wat heel erg helpt, is dat ik me door het skaten kan uiten. Aan het boarden kun je zien hoe ik me voel. Ben ik boos – wat niet zo heel vaak voorkomt – dan ga ik harder dan normaal of land ik een truc extra hard. Heb ik een hele dag op school gezeten of ben ik een keer verdrietig dan stap ik op mijn board om mijn hoofd leeg te maken en voel ik me meteen weer goed. Skaten is mijn uitlaatklep.” 'Meisjesdingen als winkelen of verkering, daar gaf ik niets om. Dat is nu nog steeds zo. Ik heb er gewoon geen tijd voor' De grootste kick krijg ik van... “Een nieuwe truc onder de knie krijgen. Iedere keer als het na veel oefenen en proberen lukt, geeft dat zo’n kick dat ik meteen een nieuwe truc wil leren om datzelfde gevoel nog een keer te ervaren. Ik ben nogal perfectionistisch. Gaat een truc niet goed genoeg naar mijn zin, dan moet ik doorgaan tot het wel perfect is. Tijdens de lockdown vanwege de coronacrisis heb ik voor de deur van mijn huis geskatet, op het Jaarbeursplein als het er rustig was, en soms ook gewoon langere afstanden door de stad. Maar ik fiets ook geregeld door Utrecht om nieuwe skateplekken te ontdekken. Een vette truc doen op een trappetje of op een rauwe grond wordt in de skatewereld heel erg gewaardeerd. Meer nog dan een grote wedstrijd winnen. Als je een spot hebt gevonden duurt het soms wel uren voordat je de truc hebt geland. Het is veel moeilijker dan in een skatepark. Daar zijn alle ramps perfect gemaakt voor het skaten. Op straat moet je het doen met de elementen die er zijn en daarom is het extra gaaf als je truc lukt. Vaak wordt het dan ook gefilmd en meteen op social media gezet.” Helden Magazine 53 Het eerste gedeelte van het verhaal van Keet Oldenbeuving komt voort uit Helden Magazine nummer 53. In de 53ste editie blikken onder meer Robin en Bouchra van Persie uitgebreid terug op hún carrière, want zo voelt dat. Een gesprek over Louis van Gaal, Oranje, Feyenoord, racisme, homo-acceptatie, de toekomst én de liefde. Daarnaast verbindt niet alleen het zwemmen Femke Heemskerk, Kira Toussaint en Ranomi Kromowidjojo, maar ook het feit dat ze alle drie bijna gelijktijdig ten huwelijk zijn gevraagd. Daarnaast vertellen Joël en Naomi Veltman hoe zij er in goede en slechte tijden voor elkaar zijn, laat Guus Hiddink zijn licht schijnen over de rentree van Arjen Robben, Oranje en racisme én schittert aanstaande moeder Stefanie van der Gragt in de rubriek ‘Leeuwinnen in het Rijks.’ Verder in de 53ste editie van Helden spraken we met ploeggenoten met hetzelfde doel: Tom Dumoulin en Primoz Roglic. Blikten we met Laurens ten Dam terug op zijn loopbaan én vertelt Lorena Wiebes openhartig over de drugsverslaving van haar broer en hoeveel impact dat op haar en het gezin heeft gehad. Ook ging Helden langs bij de familie van den Goorbergh. Zonta van den Goorbergh wil in de voetsporen van zijn vader, oud-MotoGP-coureur Jurgen van den Goorberght, treden. Theo Lucius voelt vijftien jaar na het mislopen van de Champions League-finale nog steeds de kater.Victoria Koblenko ging langs bij oud-voetballer Bryan Roy én Tessie Savelkouls raakte op 9 februari dit jaar zwaar geblesseerd, de kans dat ze ooit nog kan judoën is klein. Krijg jij geen genoeg van alle inspirerende sportverhalen? Kies het abonnement dat bij jou past én wordt abonnee. Zo ontvang je telkens de nieuwste edities op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Wil je een Helden Magazine cadeau doen? Het is ook mogelijk om een abonnement cadeau te doen, deze abonnementen lopen automatisch af. Daarnaast zijn de recentste exemplaren ook gemakkelijk te bestellen via onze webshop.

Kickboksen

Mister Nice Guy

Hij is wereldkampioen, zijn biografie vliegt over de toonbank, hij was te zien in College Tour en andere tv-programma’s, lanceerde zijn eigen app en hij leende zijn stem aan stier Ferdinand in de gelijknamige animatie lm. Kortom, Rico Verhoeven is hot. Victoria Koblenko zocht de wereldkampioen kickboksen op en ging de verbale strijd met hem aan. We acteren de stare down, staan tegenover elkaar en kijken elkaar streng en diep in de ogen aan. Ik krijg tijdens de psychologische oorlog toestemming om te knipogen, waardoor ik Rico Verhoeven uit z’n concentratie breng. De wereldkampioen kickboksen herstelt zich snel. Er zijn weinig topsporters die op hun 28ste instemmen met een biografie. Was dat een van de dromen voor na het winnen van de wereldtitel? “Het lag niet in de planning, het boek kwam gewoon op ons pad. Ik voelde dat ik graag wilde laten zien wie ik ben, waar ik nu ben en hoe ik er gekomen ben. Ik heb wel wat te vertellen nu.” Dat vinden meer dan vijftigduizend mensen kennelijk ook. Het boek dat Leon Verdonschot schreef, leest als een filmscript. “Gelukkig wel. Kijk, misschien dat ik over tien jaar nog een boek schrijf. Maar nu raak ik een hoop jonge mensen, die ik dan misschien niet zou raken. Ik inspireer jongeren die niet lekker in hun vel zitten of geen fijne jeugd hebben gehad. Ik laat zien dat het niet uitmaakt, omdat je zelf je eigen toekomst bepaalt. Dat is de insteek van het boek.” Er staan zoveel openhartige openbaringen en inzichten in dat elk interview haast overbodig lijkt. Toch ben je met een gigantisch media-offensief bezig. Dat is niet alleen goed voor het merk Rico Verhoeven, maar ook voor de sport als geheel. Al zien sommige mensen het helaas nog steeds als een ordinair potje straatvechten. “Ik laat zien dat je niet per se van de straat hoe te komen om deze sport goed te kunnen beoefenen. Of dat je alleen slechte dingen meegemaakt moet hebben om erin te rollen. Natuurlijk heb ik ook moeilijke dingen meegemaakt, maar die zijn binnen de privé sfeer gebleven. Ik kan laten zien dat ik een normale jongen ben, die wel kan vechten. Daardoor wordt kickboksen hopelijk meer als sport gezien dan als ‘gewoon’ vechten.” Wat als je moet kiezen tussen de langstzittende kampioen of de langste rij ongeslagen wedstrijden? “Dat is heel makkelijk. We noemen al die wedstrijden wel een pannenkoekenberg. Wat heb je eraan? Kampioenen worden legendes. Een kampioen laat iets achter, die gaat de geschiedenis­ boeken in.” Vorige week lanceerde je een app om ook in digitale zin een legacy na te laten. Je droom is dingen doen die geen kickbokser ooit heeft gedaan. Is de app daar een voorbeeld van? “Ik kreeg van heel veel mensen de vraag hoe ik in shape blijf. Dat was reden voor me om het platform Winners Workout te ontwikkelen. Met de app hoop ik Nederland in beweging te krijgen en mijn visie op sporten over te brengen. Het is geen afslank­app en het is ook niet bedoeld om meer spierballen te kweken. Dat kan uiteindelijk wel gebeuren als je de app gebruikt, maar dat zie ik als ‘bijproduct’. De insteek is Nederland fitter maken door video’s van goede oefeningen te laten zien en gezonde recepten te delen.” Een investering in de volksgezondheid, maar ook een beetje in het leven na het kickboksen? “Ja, dit zou zomaar iets kunnen zijn waarmee ik mijn pensioen kan halen.” BV RICO Je zegt in je boek een keer tegen een ondernemer: ‘Was ik maar slim, dan hoefde ik niet te vechten voor mijn geld.’ Die zin kwam wel even binnen bij me. “Dat was geestig bedoeld, hoor.” Maar je timmert nu wel aardig aan de weg buiten de ring. Laatst maakte het AD een artikel over de BV Rico. “Ik was daar niet van gecharmeerd. Omdat er te veel aannames in stonden. Er werden sponsordeals genoemd met totaal verkeerde schattingen en sommige sponsors werden jammer genoeg helemaal niet genoemd. Dat verhaal gaf een vertekend beeld van de realiteit.” Hoeveel procent van jouw inkomsten komen nu al van activiteiten buiten de ring? “Dertig procent, denk ik. Het grootste deel verdien ik nog steeds aan de wedstrijden. Het zou ideaal zijn als dat percentage inkomsten buiten de ring kan groeien door het boek, de app, merchandise en clinics. Fifty fifty zou ideaal zijn.” Stel, je zou morgen je geld kunnen verdienen als acteur, zou je die overstap dan serieus overwegen? “Ik wil eerst nog een sportieve legacy nalaten. Ik wil de langstzit­tende kampioen worden, met de meeste overwinningen. Daarna zou ik eerst alleen nog de grote wedstrijden willen vechten. En als ik met acteren echt rollen kan krijgen die er toe doen... Dan komt het vechten op een gegeven moment op het tweede plan. Kijk, ik doe aan kickboksen omdat ik het leuk vind om de allerbeste te zijn. Het was mijn droom om dat te worden en dat ben ik nu. Zolang ik deze sport doe, wil ik kampioen blijven, maar áls ik de kans zou krijgen om echt m’n brood te verdienen met mooie rollen, dan is het zeker het overwegen waard om over te stappen.” Je kreeg een rol aangeboden in de hitserie Smeris als gay hitman. Waarom durfde je die rol toch niet aan? “Als ik meer ervaring had gehad als acteur, dan was zo’n rol helemaal geen probleem. Want als ik al een paar rollen gespeeld had, was dat juist een manier om te laten zien: dat kan ik ook. Maar als eerste rol leek het me niet slim.” Het ligt voor de hand dat juist in jouw sport dat zou kunnen leiden tot opmerkingen van tegenstanders en spreekkoren die je concentratie niet ten goede zouden kunnen komen. Zou je zo’n rol na je sportcarrière wel durven spelen? “Misschien dat ik het nu zelfs al wel zou doen. Ik ben nu een paar stapjes verder en als men me ermee zou pesten, dan zou me dat op dit moment in mijn leven en carrière niets doen, denk ik. Ik ben nu mentaal klaar om zo’n rol te kunnen spelen. Sterker, ik zou er heel veel van leren.” ‘Als ik de kans zou krijgen om echt m’n brood te verdienen met mooie rollen, dan is het zeker het overwegen waard’ HEFTIG Wanneer was je voor het laatst overmoedig? “Een paar jaar geleden had ik een wedstrijd in China waarvan ik dacht: dat doe ik wel even tussendoor. Mijn tegenstander was oké, maar niet top. Maar er was thuis veel aan de hand. Mijn vrouw was hoogzwanger, ze was begin januari uitgerekend en moest naar het ziekenhuis. Toen werd ik even teruggefloten en op m’n plaats gezet in de ring. Ik moet dit spel serieus nemen, er worden serieuze trappen uitgedeeld. Ik heb een zware voorbereiding, iedereen lijdt eronder, ook m’n gezin. Ik verplicht mezelf altijd scherp te zijn en nooit iemand te onderschatten.” Van onderschatten was bij het gevecht met Badr Hari geen sprake. Je trainers hadden in hun carrière nog nooit een vibe meegemaakt zoals voorafgaand aan die wedstrijd. Je vecht dan op twee fronten, binnen en buiten de ring. Tegen Badr en tegen alles wat om Badr heen hangt. Wanneer krijgt hij een herkansing? “Hopelijk heel binnenkort.” De biograaf van Badr Hari labelde het publiek bij kickbokswedstrijden als ‘crimineel’. Dat helpt de reputa- tie van de sport niet. Is het een missie van je om dit imago bij te schaven? “Weet ik niet. Ik laat gewoon graag zien dat als je hard werkt en goed traint, iedereen dit kan.” Is het raar dat het lijkt alsof agressie de basis is van de sport? “Het is gecontroleerde agressie, dat is totaal iets anders.” Een bijtende voetballer is een grotere uitzondering dan een spugende kickbokser of iemand die je na afloop weigert te feliciteren. Wat sportiviteit in de ring betreft, is er nog een inhaalslag te maken. “Maar het is natuurlijk ook een heel emotionele sport...” Maar jij lijkt juist een meester in het jongleren van je emoties. Zou het kunnen zijn dat de emotionele rollercoaster waarin je verkeerde met je vader, met wie je een tijd geen contact had, een cadeau is geweest om die eigenschap te perfectioneren? “Ik zou het zeker geen ‘cadeau’ noemen, eerder een harde les. Ik denk dat ik er op de juiste manier mee om ben gegaan, maar ik weet niet of iedereen dat had gekund. Er zijn heftige dingen gebeurd, waardoor sommige prestaties de andere kant op hadden kunnen vallen en ik misschien niet de Rico had kunnen worden die ik nu ben. Gelukkig heb ik de hele situatie met mijn vader om kunnen draaien in iets positiefs.” Jouw vader introduceerde je in de sport en trainde je totdat hij je niet meer beter kon maken. Je stond toen voor een zware beslissing om je vader niet meer deel uit te laten maken van je professionele team. Dat loyaliteitsconflict heb je als ‘brandstof’ gebruikt om door te pakken in de sport, helaas ten koste van de relatie met je vader. “Ik denk dat de dingen die gebeurden met mijn vader mij hard hebben gemaakt. Ik heb geleerd meer voor mezelf te kiezen en me beter af te sluiten. De discussies die we hadden voor wedstrijden hebben me geholpen alleen maar te focussen op de prestatie, ongeacht wat er om me heen gebeurde. Dat af kunnen sluiten is nu wel een van mijn grootste krachten.” Het respect voor je overleden vader valt van elke pagina in jouw biografie af te lezen en ik denk dat niemand het droog kan houden bij het hoofdstuk waarbij je liggend op zijn borst afscheid van hem moet nemen. Je vrouw heeft een grote rol gespeeld in jullie uiteindelijke toenadering. Wat is het recept van jullie liefde? “Je moet elkaar aanvoelen. Je moet begrijpen waarom je een leven met elkaar gaat doorbrengen. Zo’n besluit is niet alleen van: je bent lekker en leuk. Er zit zoveel meer achter. Mijn vrouw is mijn beste vriend. Je komt dingen tegen, zowel in je relatie als om je heen, die heftig zijn en dan is het belangrijk om niet op te geven. Liefde bestaat uit zoveel meer dan uit één ding. En je moet je ook allebei kunnen blijven ontwikkelen. Ik ben zoveel dingen tegelijk aan het doen nu, maar het is net zo belangrijk dat mijn vrouw ook de dingen kan blijven doen die ze wil. Het moet niet zo zijn dat de een de ander voorbij gaat, dat de een geen ruimte krijgt doordat de ander die neemt.” Je was al vader van twee dochters en hebt sinds kort ook een zoon. Wat zou je willen overdragen op jouw zoon wat je meeneemt uit de relatie met je vader? “Ik hoop dat ik naar hem luister, naar zijn gevoel. En dat hij vanuit zijn gevoel met mij kan communiceren. Mijn vader dramde zijn visie en mening door en dat wil ik anders doen.” Hoe leg je aan de kinderen uit wat voor werk je doet? “Toen de oudste nog klein was, zeiden we: ‘Papa moet boem­boem doen.’ Maar dat begreep ze ook wel. We hadden toen weinig geld, ze ging vaak met me mee naar de sportschool. Ze zat op een kleed met wat speeltjes in de ring, terwijl ik buiten de ring aan het trainen was. En nu is papa gewoon wereldkampioen! Alle dingen om het kickboksen heen, maken het voor de kinderen weleens lastig...” Ze vragen zeker: ‘Papa, moet je nu weer op de foto?’ Lachend: “Ja, dat hoort tegenwoordig bij papa z’n werk. Mensen zijn enthousiast om papa te zien, omdat papa goed kan boksen en nu op tv komt. Dat enthousiasme moet en wil ik omarmen. Ik mag ook niet vergeten dat ik succesvol ben door al die enthousiaste mensen. Alles gaat nu goed: de sport, de merchandise... Ik kan daar maar beter heel dankbaar voor zijn.” Helden Magazine Krijg jij geen genoeg van alle inspirerende sportverhalen? Kies het abonnement dat bij jou past én wordt abonnee. Zo ontvang je telkens de nieuwste edities op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Wil je een Helden Magazine cadeau doen? Het is ook mogelijk om een abonnement cadeau te doen, deze abonnementen lopen automatisch af. Daarnaast zijn de recentste exemplaren ook gemakkelijk te bestellen via onze webshop.
Hij is wereldkampioen, zijn biografie vliegt over de toonbank, hij was te zien in College Tour en andere tv-programma’s, lanceerde zijn eigen app en hij leende zijn stem aan stier Ferdinand in de gelijknamige animatie lm. Kortom, Rico Verhoeven is hot. Victoria Koblenko zocht de wereldkampioen kickboksen op en ging de verbale strijd met hem aan. We acteren de stare down, staan tegenover elkaar en kijken elkaar streng en diep in de ogen aan. Ik krijg tijdens de psychologische oorlog toestemming om te knipogen, waardoor ik Rico Verhoeven uit z’n concentratie breng. De wereldkampioen kickboksen herstelt zich snel. Er zijn weinig topsporters die op hun 28ste instemmen met een biografie. Was dat een van de dromen voor na het winnen van de wereldtitel? “Het lag niet in de planning, het boek kwam gewoon op ons pad. Ik voelde dat ik graag wilde laten zien wie ik ben, waar ik nu ben en hoe ik er gekomen ben. Ik heb wel wat te vertellen nu.” Dat vinden meer dan vijftigduizend mensen kennelijk ook. Het boek dat Leon Verdonschot schreef, leest als een filmscript. “Gelukkig wel. Kijk, misschien dat ik over tien jaar nog een boek schrijf. Maar nu raak ik een hoop jonge mensen, die ik dan misschien niet zou raken. Ik inspireer jongeren die niet lekker in hun vel zitten of geen fijne jeugd hebben gehad. Ik laat zien dat het niet uitmaakt, omdat je zelf je eigen toekomst bepaalt. Dat is de insteek van het boek.” Er staan zoveel openhartige openbaringen en inzichten in dat elk interview haast overbodig lijkt. Toch ben je met een gigantisch media-offensief bezig. Dat is niet alleen goed voor het merk Rico Verhoeven, maar ook voor de sport als geheel. Al zien sommige mensen het helaas nog steeds als een ordinair potje straatvechten. “Ik laat zien dat je niet per se van de straat hoe te komen om deze sport goed te kunnen beoefenen. Of dat je alleen slechte dingen meegemaakt moet hebben om erin te rollen. Natuurlijk heb ik ook moeilijke dingen meegemaakt, maar die zijn binnen de privé sfeer gebleven. Ik kan laten zien dat ik een normale jongen ben, die wel kan vechten. Daardoor wordt kickboksen hopelijk meer als sport gezien dan als ‘gewoon’ vechten.” Wat als je moet kiezen tussen de langstzittende kampioen of de langste rij ongeslagen wedstrijden? “Dat is heel makkelijk. We noemen al die wedstrijden wel een pannenkoekenberg. Wat heb je eraan? Kampioenen worden legendes. Een kampioen laat iets achter, die gaat de geschiedenis­ boeken in.” Vorige week lanceerde je een app om ook in digitale zin een legacy na te laten. Je droom is dingen doen die geen kickbokser ooit heeft gedaan. Is de app daar een voorbeeld van? “Ik kreeg van heel veel mensen de vraag hoe ik in shape blijf. Dat was reden voor me om het platform Winners Workout te ontwikkelen. Met de app hoop ik Nederland in beweging te krijgen en mijn visie op sporten over te brengen. Het is geen afslank­app en het is ook niet bedoeld om meer spierballen te kweken. Dat kan uiteindelijk wel gebeuren als je de app gebruikt, maar dat zie ik als ‘bijproduct’. De insteek is Nederland fitter maken door video’s van goede oefeningen te laten zien en gezonde recepten te delen.” Een investering in de volksgezondheid, maar ook een beetje in het leven na het kickboksen? “Ja, dit zou zomaar iets kunnen zijn waarmee ik mijn pensioen kan halen.” BV RICO Je zegt in je boek een keer tegen een ondernemer: ‘Was ik maar slim, dan hoefde ik niet te vechten voor mijn geld.’ Die zin kwam wel even binnen bij me. “Dat was geestig bedoeld, hoor.” Maar je timmert nu wel aardig aan de weg buiten de ring. Laatst maakte het AD een artikel over de BV Rico. “Ik was daar niet van gecharmeerd. Omdat er te veel aannames in stonden. Er werden sponsordeals genoemd met totaal verkeerde schattingen en sommige sponsors werden jammer genoeg helemaal niet genoemd. Dat verhaal gaf een vertekend beeld van de realiteit.” Hoeveel procent van jouw inkomsten komen nu al van activiteiten buiten de ring? “Dertig procent, denk ik. Het grootste deel verdien ik nog steeds aan de wedstrijden. Het zou ideaal zijn als dat percentage inkomsten buiten de ring kan groeien door het boek, de app, merchandise en clinics. Fifty fifty zou ideaal zijn.” Stel, je zou morgen je geld kunnen verdienen als acteur, zou je die overstap dan serieus overwegen? “Ik wil eerst nog een sportieve legacy nalaten. Ik wil de langstzit­tende kampioen worden, met de meeste overwinningen. Daarna zou ik eerst alleen nog de grote wedstrijden willen vechten. En als ik met acteren echt rollen kan krijgen die er toe doen... Dan komt het vechten op een gegeven moment op het tweede plan. Kijk, ik doe aan kickboksen omdat ik het leuk vind om de allerbeste te zijn. Het was mijn droom om dat te worden en dat ben ik nu. Zolang ik deze sport doe, wil ik kampioen blijven, maar áls ik de kans zou krijgen om echt m’n brood te verdienen met mooie rollen, dan is het zeker het overwegen waard om over te stappen.” Je kreeg een rol aangeboden in de hitserie Smeris als gay hitman. Waarom durfde je die rol toch niet aan? “Als ik meer ervaring had gehad als acteur, dan was zo’n rol helemaal geen probleem. Want als ik al een paar rollen gespeeld had, was dat juist een manier om te laten zien: dat kan ik ook. Maar als eerste rol leek het me niet slim.” Het ligt voor de hand dat juist in jouw sport dat zou kunnen leiden tot opmerkingen van tegenstanders en spreekkoren die je concentratie niet ten goede zouden kunnen komen. Zou je zo’n rol na je sportcarrière wel durven spelen? “Misschien dat ik het nu zelfs al wel zou doen. Ik ben nu een paar stapjes verder en als men me ermee zou pesten, dan zou me dat op dit moment in mijn leven en carrière niets doen, denk ik. Ik ben nu mentaal klaar om zo’n rol te kunnen spelen. Sterker, ik zou er heel veel van leren.” ‘Als ik de kans zou krijgen om echt m’n brood te verdienen met mooie rollen, dan is het zeker het overwegen waard’ HEFTIG Wanneer was je voor het laatst overmoedig? “Een paar jaar geleden had ik een wedstrijd in China waarvan ik dacht: dat doe ik wel even tussendoor. Mijn tegenstander was oké, maar niet top. Maar er was thuis veel aan de hand. Mijn vrouw was hoogzwanger, ze was begin januari uitgerekend en moest naar het ziekenhuis. Toen werd ik even teruggefloten en op m’n plaats gezet in de ring. Ik moet dit spel serieus nemen, er worden serieuze trappen uitgedeeld. Ik heb een zware voorbereiding, iedereen lijdt eronder, ook m’n gezin. Ik verplicht mezelf altijd scherp te zijn en nooit iemand te onderschatten.” Van onderschatten was bij het gevecht met Badr Hari geen sprake. Je trainers hadden in hun carrière nog nooit een vibe meegemaakt zoals voorafgaand aan die wedstrijd. Je vecht dan op twee fronten, binnen en buiten de ring. Tegen Badr en tegen alles wat om Badr heen hangt. Wanneer krijgt hij een herkansing? “Hopelijk heel binnenkort.” De biograaf van Badr Hari labelde het publiek bij kickbokswedstrijden als ‘crimineel’. Dat helpt de reputa- tie van de sport niet. Is het een missie van je om dit imago bij te schaven? “Weet ik niet. Ik laat gewoon graag zien dat als je hard werkt en goed traint, iedereen dit kan.” Is het raar dat het lijkt alsof agressie de basis is van de sport? “Het is gecontroleerde agressie, dat is totaal iets anders.” Een bijtende voetballer is een grotere uitzondering dan een spugende kickbokser of iemand die je na afloop weigert te feliciteren. Wat sportiviteit in de ring betreft, is er nog een inhaalslag te maken. “Maar het is natuurlijk ook een heel emotionele sport...” Maar jij lijkt juist een meester in het jongleren van je emoties. Zou het kunnen zijn dat de emotionele rollercoaster waarin je verkeerde met je vader, met wie je een tijd geen contact had, een cadeau is geweest om die eigenschap te perfectioneren? “Ik zou het zeker geen ‘cadeau’ noemen, eerder een harde les. Ik denk dat ik er op de juiste manier mee om ben gegaan, maar ik weet niet of iedereen dat had gekund. Er zijn heftige dingen gebeurd, waardoor sommige prestaties de andere kant op hadden kunnen vallen en ik misschien niet de Rico had kunnen worden die ik nu ben. Gelukkig heb ik de hele situatie met mijn vader om kunnen draaien in iets positiefs.” Jouw vader introduceerde je in de sport en trainde je totdat hij je niet meer beter kon maken. Je stond toen voor een zware beslissing om je vader niet meer deel uit te laten maken van je professionele team. Dat loyaliteitsconflict heb je als ‘brandstof’ gebruikt om door te pakken in de sport, helaas ten koste van de relatie met je vader. “Ik denk dat de dingen die gebeurden met mijn vader mij hard hebben gemaakt. Ik heb geleerd meer voor mezelf te kiezen en me beter af te sluiten. De discussies die we hadden voor wedstrijden hebben me geholpen alleen maar te focussen op de prestatie, ongeacht wat er om me heen gebeurde. Dat af kunnen sluiten is nu wel een van mijn grootste krachten.” Het respect voor je overleden vader valt van elke pagina in jouw biografie af te lezen en ik denk dat niemand het droog kan houden bij het hoofdstuk waarbij je liggend op zijn borst afscheid van hem moet nemen. Je vrouw heeft een grote rol gespeeld in jullie uiteindelijke toenadering. Wat is het recept van jullie liefde? “Je moet elkaar aanvoelen. Je moet begrijpen waarom je een leven met elkaar gaat doorbrengen. Zo’n besluit is niet alleen van: je bent lekker en leuk. Er zit zoveel meer achter. Mijn vrouw is mijn beste vriend. Je komt dingen tegen, zowel in je relatie als om je heen, die heftig zijn en dan is het belangrijk om niet op te geven. Liefde bestaat uit zoveel meer dan uit één ding. En je moet je ook allebei kunnen blijven ontwikkelen. Ik ben zoveel dingen tegelijk aan het doen nu, maar het is net zo belangrijk dat mijn vrouw ook de dingen kan blijven doen die ze wil. Het moet niet zo zijn dat de een de ander voorbij gaat, dat de een geen ruimte krijgt doordat de ander die neemt.” Je was al vader van twee dochters en hebt sinds kort ook een zoon. Wat zou je willen overdragen op jouw zoon wat je meeneemt uit de relatie met je vader? “Ik hoop dat ik naar hem luister, naar zijn gevoel. En dat hij vanuit zijn gevoel met mij kan communiceren. Mijn vader dramde zijn visie en mening door en dat wil ik anders doen.” Hoe leg je aan de kinderen uit wat voor werk je doet? “Toen de oudste nog klein was, zeiden we: ‘Papa moet boem­boem doen.’ Maar dat begreep ze ook wel. We hadden toen weinig geld, ze ging vaak met me mee naar de sportschool. Ze zat op een kleed met wat speeltjes in de ring, terwijl ik buiten de ring aan het trainen was. En nu is papa gewoon wereldkampioen! Alle dingen om het kickboksen heen, maken het voor de kinderen weleens lastig...” Ze vragen zeker: ‘Papa, moet je nu weer op de foto?’ Lachend: “Ja, dat hoort tegenwoordig bij papa z’n werk. Mensen zijn enthousiast om papa te zien, omdat papa goed kan boksen en nu op tv komt. Dat enthousiasme moet en wil ik omarmen. Ik mag ook niet vergeten dat ik succesvol ben door al die enthousiaste mensen. Alles gaat nu goed: de sport, de merchandise... Ik kan daar maar beter heel dankbaar voor zijn.” Helden Magazine Krijg jij geen genoeg van alle inspirerende sportverhalen? Kies het abonnement dat bij jou past én wordt abonnee. Zo ontvang je telkens de nieuwste edities op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Wil je een Helden Magazine cadeau doen? Het is ook mogelijk om een abonnement cadeau te doen, deze abonnementen lopen automatisch af. Daarnaast zijn de recentste exemplaren ook gemakkelijk te bestellen via onze webshop.