Word abonnee

Column

Column Jasper: De ontgroening van Sam Oomen

door: Jasper Boks
26 april 2016

De doorbraak van Tom Dumoulin in de Vuelta van 2015, waarin hij op 24-jarige leeftijd twee etappes won en een tijd in de leiderstrui reed. Steven Kruijswijk die vorig jaar, na jaren van tegenslag, met zijn aanvallende manier van koersen en in de bergtrui opviel in de Giro. De nu 28-jarige renner sloot de Ronde van Italië af met plek zeven in het eindklassement. De afgelopen Tour die startte in Utrecht dan: Dumoulin had voor de eerste Nederlandse gele trui sinds Erik Breukink in 1989 gezorgd als hij niet was gevallen in de derde etappe, een herboren Robert Gesink, toch ook nog maar 29 jaar, werd zesde in het eindklassement en de net zo oude Bauke Mollema eindigde op plek zeven.

Ook in de klassiekers doen 'we' weer mee. Niki Terpstra won in 2014 Parijs-Roubaix, nadat hij een jaar eerder al derde was geworden in De Hel van het Noorden. En vorig jaar werd de 31-jarige Niki geklopt in een sprint-à-deux door Alexander Kristoff in de Ronde van Vlaanderen: tweede dus.

En afgelopen zondag was er het machtige optreden van Wout Poels – vier jaar na zijn doodsmak in de Tour – die Luik-Bastenaken-Luik won. Liefst 28 jaar na Adrie van der Poel had La Doyenne eindelijk weer een Nederlandse winnaar. Wout is 28 jaar en zal dit jaar nog optreden als adjudant van Chris Froome in de Tour en geldt als kanshebber op een medaille in Rio. De kenners denken dat Wout, als hij over een jaar of twee voor eigen kansen mag gaan, heel hoge ogen kan gooien in de Tour.

Tom heeft de olympische tijdrit al tijden met rood omcirkeld in zijn agenda

En over de Spelen gesproken: Dumoulin heeft de olympische tijdrit al tijden met rood omcirkeld in zijn agenda. Pas daarna zal hij zich (nog) meer gaan toeleggen op de grote rondes.

Kortom, het Nederlandse wielrennen telt op alle fronten weer mee en dat met renners die nog jaren meekunnen. En niet te vergeten: talenten zien dat het mogelijk is om als Nederlandse renner de top te bereiken. Hoe motiverend werkt dat.

In Luik ging uiteraard bijna alle aandacht uit naar Poels, maar ik was bijna net zo enthousiast over een andere Nederlander die voor het eerst zijn neus aan het venster drukte: Sam Oomen, 20 jaar slechts. Het giga-talent reed vorig jaar nog voor het Rabobank Development Team en maakte dit jaar de overstap naar de grote mannen. In dienst van Giant-Alpecin reed hij voor het eerst Luik-Bastenaken-Luik. Koersen boven de tweehonderd kilometer had hij in zijn jonge leven nog amper gereden.

Een mooi moment om te ruiken aan het grote werk, moeten ze bij Giant hebben gedacht. En Sam dacht er zelf ook zo over, vertelde hij in de vorige Helden. Die editie had als thema Hollandse Nieuwe. We gingen langs bij Sam, die wij bestempelden als Held van de toekomst op wielergebied. Hij had op dat moment nog geen koers gereden op het hoogste niveau en was benieuwd waar hij stond. 'In 2016 begin ik onderaan de ladder en moet ik me opnieuw bewijzen. Mensen hebben me al gewaarschuwd dat het World Tour-niveau zo verschrikkelijk hoog is. Ik moet me mentaal voorbereiden op een flinke overgang.'

Giant had een mooi plan voor hem uitgestippeld, liet hij weten. En Sam had met een schuin oog naar Dumoulin gekeken natuurlijk, die bij Giant in een paar jaar tijd ook grote stappen had gemaakt. Met zijn klimmerscapaciteiten en goede tijdrit is hij uit vergelijkbaar hout gesneden. 'Tom heeft mij geïnspireerd en gemotiveerd, wat hij laat zien, wil ik later ook. En ik hoop ooit een bron van inspiratie te zijn voor anderen.'

Sam vertelde in Helden over het moment dat Dumoulin vorig jaar naast hem kwam rijden, ze hadden het samen over het eerste profjaar van Tom. 'In de bevoorrading van Luik-Bastenaken-Luik moest hij afstappen omdat het zo hard ging,' vertelde Sam. 'Toen heb ik gezegd: Als ik 2016 koersen als Luik-Bastenaken-Luik weet uit te rijden, ben ik tevreden.'

Iets zegt mij dat we niet weer 28 jaar hoeven te wachten op de volgende Nederlandse winnaar in Luik

Terug naar zondag. Wie reed daar brutaal mee in de leidende groep op tien kilometer van de meet? Juist, Sam Oomen. Wat nou uitrijden, hij kleurde de koers mede, was er tot op het laatst om kopman Warren Barguil bij te staan in een door het slechte weer nog zwaardere editie van Luik-Bastenaken-Luik dan anders.

Sam werd uiteindelijk 25ste in zijn allereerste klassieker, gaf na 250 kilometer slechts veertig tellen toe op Poels. Wat een ontgroening. Iets in mij zegt dat we niet 28 jaar hoeven te wachten op de volgende Nederlandse winnaar in Luik-Bastenaken-Luik.

Delen: