Word abonnee

Column

De Briefwisseling: Kittel is de Cristiano Ronaldo van het peloton

door: Jasper Boks
17 juli 2014

Manon Colson, voormalig chef redactie Helden, draaide tien jaar lang mee in het Tour-circus als verslaggeefster. Jasper Boks, huidig chef redactie van Helden, onderhoudt deze Tour twee maal per week een briefwisseling met Colson.

Hoi Manon. Marcel Kittel gaf toe dat hij tijdens een koers naar de vrouwen langs de kant keek. Wie was de grootste womanizer van het peloton in jouw tijd?
Ha die Jasper. De grootste womanizer? Mario Cipollini… Wie anders? De man is een wandelende testosteron-bom, zowel op als naast de fiets. In de Italiaanse etappekoers Tirreno-Adriatico heb ik hem een aantal keer op z’n best gezien, en ik kan je vertellen Jasper: dat was wat. Niet omdat hij nou zo knap is, tenzij je valt op glimmende blokhoofden, maar omdat Mario, Mario is.

Met de diepste mannenstem die ik ooit gehoord heb, sprak hij zijn bewonderaars na een gewonnen sprint toe. Zijn bewonderaars ja, want de Italiaanse collega’s (veelal mannen) vielen en masse in katzwijm als Mario tot hen sprak. En ja, als hij dan om de zoveel zinnen zijn donkere lach uit zijn keel liet rollen, was het alsof hij transformeerde in een burlend hert. Mannen, vrouwen, kinderen; iedereen was in zijn ban.

God, niemand kon zoals Mario een ver opengeknoopt overhemd dragen, ik denk dat geen andere wielrenner ooit nog weg kan komen met een decolleté als het zijne. Want ja, laten we eerlijk zijn: wielrenners hebben in het algemeen niet de meest indrukwekkende torso’s. De gemiddelde renner, zeker de klimmer, heeft enkels als polsen, draagt geen gram vet teveel mee, en heeft als hij in vorm is dikke aderen op de benen liggen. Weinig opwindends dus.

Het Grote Akelige Bedrog heeft nogal wat van zijn glans gehaald. Maar jee, wat had Armstrong een uitstraling.

Welke renners vond jij nou leuk om te zien?
Dat waar ik het meest gelukkig van werd, was de geur van geoliede benen in de ochtend vlak voor de start. Niet van de benen zelf. Maar goed, ik geloof dat je namen en rugnummers wil horen. Dan moet ik met het schaamrood op mijn kaken over Lance Armstrong beginnen. Nee, hij is niet mooi. Hij heeft een bijna militair hoofd, met scherpe hoeken en priemende kraaloogjes. En Het Grote Akelige Bedrog heeft nogal wat van zijn glans gehaald. Maar jee, wat had die man een uitstraling. Ik heb zelden iemand gezien die zoveel indruk kon maken met woorden, met een blik, met een houding. Is dat ook een vorm van aantrekkingskracht? Of telt dat niet?

Ik begreep dat sommige renners vaak even in een etalageruit kijken om te zien hoe ze er uit zien op de fiets. Wie is het ijdelst? Wie is de Cristiano Ronaldo van het wielerpeloton?
Armstrong was ijdel, maar ik weet niet of hij ooit uitgebreid in een etalageruit naar zichzelf heeft gekeken. De eerste wielrenner aan wie ik dan overigens denk is Remmert Wielinga. Herinner je je hem nog? Niet echt een metro-man, maar tijdens zijn eerste en enige Tour in 2003 zo bezig met de spiegelende ruiten van startplaats Nevers dat hij ten val kwam. In de neutrale zone, ja. 

De met schaafwonden behangen Wielinga zei dat hij vooral keek naar de uitgestalde koopwaar, alsof dat logisch klonk, maar een groot deel van het peloton checkt wel degelijk geregeld zijn uiterlijk in alles wat spiegelt. Niet gek, toch? Die mannen zitten uren op de fiets, gehuld in een strak lycra pakje, dat geen ruimte voor verbeelding laat, voortdurend gefilmd door camera’s. Moet je maar net geluk hebben dat je sponsor smaak heeft, want je kunt zomaar de pech hebben het hele jaar rond te moeten rijden als een neon-gekleurde clown.

En dus zoeken renners het in de dingen waar ze wel invloed op hebben. De juiste sokken, elke dag een vers paar, het juiste gelletje in het haar, de beentjes perfect geschoren, de goede kleur bruin op de huid, en de onvermijdelijke tatoeages. Misschien komt de door jouw genoemde Marcel Kittel op dit moment wel het dichtst in de buurt bij Ronaldo wat dat betreft. Hij heeft het signature-kapsel, het gebeeldhouwde lijf, sinds de docu-film Nieuwe Helden een eigen lied ('Du hast die haare schön!'), en niet te vergeten: de prestaties die matchen bij zijn look.

Leipheimer zag er uit alsof hij zo bij zijn werkgever Rabobank als accountmanager aan de slag kon, niet als de charismatische kopman

Bij vrouwen gaat het natuurlijk vaak om het innerlijk…. Wie zijn nu de leukste renners die jij hebt geïnterviewd?
Goed, genoeg over de buitenkant, want zoals je zegt: bij vrouwen gaat het natúúrlijk om het innerlijk. Ik bedenk me ineens: zou je ook vragen over het uiterlijk aan een mannelijke verslaggever stellen? Zou je hem vragen of Marianne Vos een lekker ding is?

Nou ja, het innerlijk dus. Addy Engels, nu ploegleider bij Giant-Shimano en trouwens geen onaantrekkelijke man, heeft een bijzonder plekje in mijn hart. Eigenlijk vooral vanwege al die bizarre momenten dat we nog op het gemak aan het kletsen waren voor de start van, pak ‘m beet, een Tour-etappe en de verslaggeefster bij de renner moest aandringen op een einde van het gesprek. Omdat het peloton al zowat vertrokken was, de volgauto’s zich langs ons heen wrongen, andere renners vloekten dat we in de weg stonden en Addy stoïcijns zijn verhaal bleef vertellen. Heerlijk.

In onze vorige briefwisseling had je het nog over het bezoek aan de familie Leipheimer in Girona waar je een hele brief over kon schrijven. Ik ben benieuwd!
Levi Leipheimer, daar is hij dan, was zo’n renner waar veel journalisten het maar moeilijk mee konden vinden. Hij was wat afstandelijk, zwijgzaam en kon een make-over goed gebruiken. Leipheimer zag er uit alsof hij zo bij zijn werkgever Rabobank als accountmanager aan de slag kon, niet als de charismatische kopman die door de buitenwereld zo gewenst was. Dat was volgens hem de schuld van de lelijke kostuumpakken die hij van de sponsor moest aantrekken, maar dat terzijde.

Fotograaf René Bouwman en ik vonden het toch een goed idee om in 2003 af te reizen naar zijn toenmalige woonplaats Girona. Ik begrijp dat de verwachtingen rondom het verhaal na de opmerking in mijn vorige brief over die trip nu hooggespannen zijn, waardoor het alleen maar kan tegenvallen, maar vooruit.

Dit was een grote, blonde, rondborstige, getatoeëerde vrouw gehuld in knalrood Versace-shirt met glitters; allesbehalve een schoonmaakster

Om een lang verhaal kort te maken: vier uur lang reed ik in een gehuurde Toyota Corolla en een twee meter lange fotograaf hotsend en klotsend in de achterbak met open klep over zo’n beetje alle colletjes in de buurt van Girona. Vooral bergaf, als Leipheimer net iets harder leek te gaan rijden dan de afgeragde Corolla en de fotograaf zich schrap moest zetten om niet naar buiten te kieperen, was het zweten achter het stuur. Vervolgens zag ik de schadeclaims van Rabobank al in mijn mail verschijnen toen we op een drukke doorgaande weg Leipheimer volgden die aan het stayeren was achter een enorme vrachtwagen. Zonder helm natuurlijk.

Met een zere rug (de fotograaf) en het angstzweet op de mijne moesten we bij terugkomst in het centrum van Girona de minzaam lachende Leipheimer overtuigen dat we toch echt bij hem thuis het interview en de fotoshoot wilden doen. We waren niet alleen voor een trainingsrit naar Spanje gevlogen. Tja, dat moest hij toch eerst even overleggen met zijn vrouw Odessa. Leipheimer vertrok, liet ons twee uur wachten, om uiteindelijk te bellen met de routebeschrijving.

Bovenop een heuvel, naast een gigantisch golfresort, stonden op een verlaten terrein vier nieuw gebouwde huizen, waarvan een in bezit van de Leipheimers. Bij binnenkomst krioelde het voor mijn gevoel van de katten, allemaal door het koppel geadopteerde zwerfkatten. En in het midden van de kale huiskamer, pal naast de bank stond een hoogtetent, waar de productie van bloedlichaampjes onder handen werden genomen. Leipheimer sliep deze dagen elke nacht in het kleine, benauwde ding.

Odessa verontschuldigde zich uitgebreid: ze waren net ingetrokken, ze was deze dagen eigenlijk een veredelde schoonmaakster, ze had snel wat schoons voor ons aangetrokken. Wij keken ondertussen onze ogen uit, volgens mij viel de mond van de fotograaf langzaam open. Dit was een grote, blonde, rondborstige, getatoeëerde vrouw gehuld in knalrood Versace-shirt met glitters; allesbehalve een schoonmaakster. En Leipheimer stond er een beetje verlegen naast, met zijn accountant-esque uiterlijk, óók in zijn Von Dutch T-shirt. Je snapt Jasper, dat ons humeur plots een stuk zonniger werd.

Tekst gaat verder onder de foto

PS: Hebben we het de volgende keer over iets ongelooflijk mannelijks?

Lees ook:
Wielervrouwen heb je in alle soorten en maten

Delen: