Word abonnee

Helden in het nieuws

Terugblikken: De WK-finales van ‘Blade Babe’ Marlou van Rhijn

door: Marlies van Cleeff
5 december 2015

Helden Online telt in december af naar 2016 en doet dat door dagelijks een sportmoment van 2015 te belichten. Vandaag: Marlou van Rhijn beschrijft haar 100 en 200 meter bij de wereldkampioenschappen atletiek voor gehandicapte sporters.

“De finale van de 200 meter is eigenlijk een saai verhaal. Ik vind die afstand gewoon leuk om te lopen, geniet er echt van. Ik kon mijn coach en familie goed zien bij binnenkomst, dat was een extra stimulans. Vanaf het moment dat je bij de start staat, is het focussen en gaan. En het kwam er gelukkig uit: ik won goud. Die 100 meter was een heel ander verhaal…

De halve finale en finale van de 100 meter was op één dag. In de ochtend stond de halve finale op het programma. Het was zó heet die dag in Doha. Vlak na mijn warming-up zei ik tegen mijn coach: ‘Dit gaat niet goed. Ik heb het veel te warm.’ Ik ben onder een palmboom gaan zitten met een fles water en een koelvest om. Ik was oververhit. Dát was mijn voorbereiding op de halve finale. Ik wist dat kou wat met je lichaam kon doen, maar warmte dus ook.

'Het maakte toch niet uit als ik ziek zou worden, want het was mijn laatste race'

Aan het einde van de middag was de finale. Tussendoor ging ik terug naar het hotel. Met mijn wedstrijdkleding nog aan sprong ik in het zwembad. Daarna ben ik met die natte kleding in de airco in mijn hotelkamer gaan zitten. Het maakte toch niet uit als ik ziek zou worden, want het was mijn laatste race. Zo koelde ik wel af, ha. Ik ben teruggegaan naar de baan en heb daar gewoon weer mijn warming-up kunnen doen.

Die 100 meter is altijd een stuk spannender dan de 200 meter. De 200 meter is mijn specialiteit, op de 100 meter is iedereen snel. Je mag echt geen fout maken, want dan verlies je. Er is meer concurrentie en de druk op jezelf is hoger. Je moet die race perfect uitvoeren. Ik ben nooit zenuwachtig, maar dat ik toch gespannen ben merk ik aan mijn eetlust. Het enige wat ik dan nog kan eten is ontbijtkoek. Dat at ik ook voor de finale. Gelukkig vult dat goed.

Er zat bijna geen publiek, dat was gek. Normaal gesproken zijn er tijdens belangrijke wedstrijden veel toeschouwers en word je opgezweept. Nu was er totaal geen sfeer. Dat merk je wel aan de start. Maar ik wist dat mijn basis goed was. Het moest er nu wel uitkomen. Toen begon de wedstrijd.

'Iemand van de organisatie schreeuwde: ‘world record’! '

De race voelde goed. Ik had in de gaten dat ik als eerste over de finish was, maar ik wist niet in welke tijd. Door de hitte werden er niet echt snelle tijden gelopen. Maar iemand van de organisatie schreeuwde ‘world record’! Pas later zag ik het op het scherm. 12,80 seconden. Toen kon ik alleen maar heel hard juichen.

Dit toernooi was een goede test voor de Paralympische Spelen volgend jaar. Vorig jaar ben ik overgestapt naar een nieuwe coach. Een lastige beslissing, want met mijn vorige coach had ik al mijn successen behaald. Maar het was tijd voor een volgende stap; ik wilde een betere sprinter worden. Mijn focus ligt nu op de 100 en 200 meter. Eerst vond ik wedstrijden lopen gewoon leuk, nu is het allemaal wat professioneler geworden. Mijn nieuwe coach heeft me leren focussen op de juiste momenten. Ik vond het spannend hoor. Een nieuw team, een nieuwe coach, een nieuw begeleidingsteam. Gelukkig is het er dit jaar uitgekomen, het was een lang, maar mooi seizoen: een hele goede voorbereiding richting Rio.” 

Delen: