Word abonnee

Helden in het nieuws

Toen Breukink bijna de Tour won

door: Jasper Boks
22 juli 2014

22 juli 1990

Het had weinig gescheeld of Erik Breukink was in 1990 na Jan Janssen en Joop Zoetemelk de derde Nederlandse Tour-winnaar geworden. Hij werd uiteindelijk derde en was precies 24 jaar geleden de laatste Nederlander die op het podium stond in Parijs. Volgt Bau of Lau hem op?

‘De wolven van de Gavia’, zo werden ze beschreven. Op 5 juni 1988 stonden Erik Breukink en Andrew Hampsten arm in arm op de foto. Breukink had juist een van de meest heroïsche etappezeges ooit gepakt. De veertiende etappe in de Giro d’Italia ging naar Bormio en voerde over de Gavia. De renners moesten tijdens de klim van die berg een sneeuwstorm trotseren. Op de top was het onder het vriespunt, het leek of ze door een poollandschap fietsten. Tal van renners stapten verkleumd en huilend af. Breukink, in dienst van Panasonic van ploegleider Peter Post, won uiteindelijk de rit, hij bleef Hampsten zeven tellen voor. Maar de Amerikaan greep de roze trui en later de eindzege in de Giro. Breukink werd op ruim anderhalve minuut tweede.

In 1988 bewees Breukink met zijn winst in de etappe over de Gavia dat hij uit het juiste hout was gesneden

Een jaar eerder had Breukink op zijn 23ste voor het eerst naam gemaakt. Ook toen in de Giro. Hij had de eerste etappe gewonnen, een tijdrit, en droeg drie dagen de roze leiderstrui. Hij werd uiteindelijk derde in het eindklassement. In 1987 maakte hij ook zijn debuut in de Tour de France. Hij won de dertiende etappe, een Pyreneeën-rit met aankomst in Pau, en werd 21ste in het eindklassement.

In 1988 bewees Breukink met zijn winst in de etappe over de Gavia dat hij uit het juiste hout was gesneden. Een paar weken na de Giro begon hij aan de Tour, daarin won hij de witte trui als beste jongeling en hij werd twaalfde in het eindklassement. Breuk ging grote rondes winnen, zo was de verwachting. Breukink kon immers met de besten mee in het hooggebergte en in de tijdritten was hij misschien wel de beste van allemaal. Daarin reed hij letterlijk en figuurlijk het snot voor zijn ogen. Zorgpunt was in 1988 nog de slechte dag, waar hij telkens tegenaan liep in de grote ronden.

Voor het derde jaar op rij startte Breukink in 1989 zowel in de Giro als de Tour

In 1989 greep hij in de tiende etappe de roze trui. In de Dolomieten wist hij de leiderstrui eenvoudig te verdedigen. Hij had een voorsprong van bijna een minuut op Laurent Fignon. In etappe veertien naar Corvara was het opnieuw slecht weer, net als in de veertiende rit van 1988. Breukink reed keurig in de kopgroep in de bergetappe, maar vlak voor het einde kreeg hij een vreselijke inzinking. Hongerklop, te weinig gegeten. Op de laatste klim, de Campolongo versnelde Fignon en Breukink kwam niet meer vooruit. Hij verloor zes minuten in no-time. Weg zege. Hij werd uiteindelijk vierde op vijf minuten van Fignon en verloor na die inzinking geen seconde meer op de Franse winnaar.

Voor het derde jaar op rij startte Breukink in 1989 zowel in de Giro als de Tour. Hij won in Luxemburg de proloog en pakte het geel voor een dag. Hij bleek teveel van zichzelf te hebben geëist in de Giro, moest moegestreden opgeven in de dertiende Tour-etappe.

Maar de tot dan onbekende Chiappucci bleek behoorlijk te kunnen klimmen

Daarna zette hij alles op de Tour. Breukink stapte over naar PDM en liet in 1990 de Giro schieten.

De Tour van 1990 begon met een reuzenontsnapping van Frans Maassen, Steve Bauer, Ronan Pensec en Claudio Chiappucci. De vier kwamen tien minuten eerder over de finish dan het peloton. Maar de tot dan onbekende Chiappucci bleek behoorlijk te kunnen klimmen. Breukink won de twaalfde etappe, een klimtijdrit over 33,5 kilometer met aankomst in wintersportplaats Villard-de-Lans. Chiappucci veroverde daar het geel op Pensec. Maar in de Alpen verloor de kleine Italiaan steeds een stukje van zijn voorsprong.

Voordat het Tourpeloton de Pyreneeën in trok stond Breukink tweede op 1 minuut en 52 seconden, Greg LeMond derde op 2.24 en Pedro Delgado vierde op 4.29. De toen 26-jarige Nederlander werd gezien als topfavoriet voor de eindzege in Parijs. Hij had laten zien een betere klimmer dan Chiappucci te zijn en er wachtte nog een tijdrit van 45,5 kilometer op de voorlaatste dag.

'Natuurlijk had LeMond gezien dat ik niet goed reed, dat had iedereen in de groep gezien'

In de zestiende etappe, de rit door de Pyreneeën met aankomst op Luz Ardiden had Breukink toch weer zijn beruchte slechte dag. Tijdens de beklimming van de Tourmalet kon hij zijn ritme niet vinden, tot overmaat van ramp haperde zijn versnellingsapparaat waardoor hij van fiets moest wisselen. Hij moest het groepje met LeMond en Chiappucci laten gaan. ‘Ik reed niet lekker, dat had ik de uren daarvoor al gemerkt. Niet slecht, maar er zat iets onzekers in mijn hele rijden. Natuurlijk had LeMond gezien dat ik niet goed reed, dat had iedereen in de groep gezien. Je hebt daar maar één blik voor nodig,’ aldus Breukink na de etappe tegen Mart Smeets. Miguel Indurain, meesterknecht van Delgado, won de rit en liet zich voor het eerst echt zien, en Breukink verloor ruim vier minuten op LeMond, die op zijn beurt Chiappucci tot op vijf seconden naderde.

Tijdens de tijdrit rond Lac De Vassivière reed Breukink nog een keer het snot voor zijn ogen. Hij won en LeMond pakte het geel. In Parijs, vandaag 24 jaar terug, kwam Breukink slecht dertien seconden tekort op Chiappucci. LeMond had 2.29 voorsprong en pakte zijn derde Tour-zege.

Breukink is de laatste Nederlander die het geel droeg en de laatste die in Parijs het podium mocht beklimmen

De verwachtingen waren een jaar later hoog. De beroemde Intralipid-affaire zorgde ervoor dat de hele PDM-ploeg, inclusief favoriet Breukink, ziek uit de Tour stapte. Daarna kwam hij nooit meer in de buurt van het podium. Indurain greep de macht, epo was het nieuwe wondermiddel in het peloton en volgens velen stelde Breuk zich altijd behoudend op, op het gebied van medische begeleiding.

Breukink is de laatste Nederlander die het geel droeg en de laatste die in Parijs het podium mocht beklimmen. Vandaag gaat het peloton drie dagen de Pyreneeën in, donderdag staat de beklimming van de Tourmalet op het programma. Kan Bauke Mollema of Laurens ten Dam 24 jaar na dato doen wat Breukink in 1990 deed? Bau of Lau op het podium; het wordt lastig, maar het kan nog.

Delen: