Word abonnee

Helden in het nieuws

Zuid-Afrikaanse hockeymannen betalen deelname WK hockey deels uit eigen zak

door: Barbara Barend
8 juni 2014

De Nederlandse hockeymannen spelen zondagavond tegen Zuid Afrika. En dat is bijzonder. Niet dat ze tegen elkaar spelen, wel dat Zuid-Afrika in Den Haag aanwezig is. Het Zuid-Afrikaanse hockeyelftal is het enige Olympische mannenteam van Zuid-Afrika. Toch krijgen de hockeyers zo goed als geen steun van het Zuid-Afrikaans Olympisch comité. Hockey is namelijk een ‘witte’ sport en dan is steun eigenlijk uit den boze. Het heeft de meeste spelers veel geld gekost om hier aanwezig te zijn. “En niet iedereen is van goede komaf,” zo verzekerde de Nederlandse assistent-coach van Zuid-Afrika, Bartel Berkhout, me.

“We zijn echt van ver gekomen om hier te staan. Om ons te kwalificeren hebben we de Afrika Cup gespeeld in Nigeria. We zijn daar geheel op eigen kosten naartoe gegaan. Vluchten, hotels, echt alles hebben we zelf betaald. Het toernooi zou oorspronkelijk in september plaatsvinden, maar werd vanwege de aanslagen verplaatst naar december.”

‘Bussen kwamen niet opdagen, ons eten was verschrikkelijk slecht, de velden werden bewust volledig onder water gezet’

Berkhout vervolgt: “Omdat wij met hockey altijd de grote favoriet zijn, is alles gedaan om het ons onmogelijk te maken. Bussen kwamen niet opdagen, ons eten was verschrikkelijk slecht, de velden werden bewust volledig onder water gezet als wij speelden en laten we over de scheidsrechters maar helemaal niets zeggen.”

“Toch haalden we de finale en die speelden we traditiegetrouw tegen Egypte. Het enige andere land dat kan hockeyen in Afrika. We hebben die wedstrijd nipt gewonnen. Twee minuten voor tijd, bij een voorsprong van 1-0, kregen de Egyptenaren nog een strafcorner die op de paal ging. Uit de aanval erna maakten wij gelukkig de 2-0. We hadden ons ticket binnen, maar hoe we verder moesten, daarvan hadden we geen idee.”

“De jongens willen zich net als ieder land graag zes tot acht weken voorbereiden, het liefst in Europa. Maar daarvoor was geen budget. Via-via is het ons gelukt om het met de hulp van Nederlanders toch voor elkaar te boksen. De Nederlandse ambassadeur in Zuid-Afrika heeft ons enorm geholpen en uiteindelijk waren twee bedrijven, Naspers, een Zuid Afrikaans-Nederlands mediabedrijf en het advocatenkantoor DLA Piper, bereid ons te helpen.”

“Daardoor hebben we toch nog een trainingskamp van drie weken in Nederland kunnen houden. Veel te kort, maar het was tenminste iets. In plaats van een aanvankelijk begrote eigen bijdrage van 1500 euro voor alle spelers, hebben ze nu maar 500 euro betaald om deel te kunnen nemen aan dit WK. Ja, echt waar, alle spelers betalen zelf om dit WK te kunnen spelen,” aldus Berkhout.

‘Want dan is er nog de wet die voorschrijft dat er in ieder bedrijf ‘gekleurde' mensen moeten werken, in alle lagen. Dit geldt ook voor de sport

Als we denken dat het hier ophoudt voor het Zuid-Afrikaanse mannenhockey, dan hebben we het mis. Want dan is er de wet die voorschrijft dat in ieder bedrijf ‘gekleurde' mensen moeten werken en deelnemen, in alle lagen. Die wet geldt ook voor de sport. Zowel in het team als in de staf moeten ‘gekleurde’ mensen zitten, zoals dat in Zuid-Afrika heet. De Zuid-Afrikanen trainen met een poule van witte spelers en een poule van ‘gekleurde’ spelers. Die 'gekleurde' spelers worden door een soort van Olympisch comité aangewezen. Vlak voor een toernooi bepaalt dit comité hoeveel 'gekleurde' spelers er mee moeten. Pas dan kan de coach zijn selectie formeren. Navraag leert dat één of twee gekleurde spelers ook echt goed zijn en op eigen kracht het nationale team zouden halen. De overigen halen puur op dit quotum de selectie.

“Jullie kunnen je dat in Nederland niet voorstellen en kijken daar heel raar tegen aan,” vervolgt Berkhout. “Maar in Zuid-Afrika zijn we niet anders gewend. Wij vinden dat niets bijzonders. We zijn hier ook echt met een heel hecht team, er is totaal geen tweedeling. Het gaat nu eenmaal overal in de samenleving op deze manier. Wij zitten daar niet mee. Het enige lastige is dat we nooit precies weten hoeveel ‘gekleurde’ spelers er mee moeten. Voor zowel de ‘witte’ als de ‘gekleurde’ jongens is dat moeilijk. Iedereen weet dus pas laat waar hij aan toe is. Maar als de beslising eenmaal is genomen, gaan we er als een team voor.”

Verdere navraag leert ons dat het er bij de Zuid-Afrikaanse vrouwen heel anders aan toe gaat. Zij hebben wel een grote sponsor en krijgen wel veel steun. “Tsja, dat klopt, het zijn twee totaal verschillende werelden”, zegt Berkhout. “Vrouwensporten zijn in Zuid-Afrika aantrekkelijk, omdat vrouwen traditioneel werden achtergesteld. In het vrouwenelftal zitten veel goede ‘gekleurde’ speelsters. Die combinatie maakt het aantrekkelijker voor sponsors in Zuid-Afrika. Zij hebben dus wel heel veel steun. Maar nogmaals, dingen werken nu eenmaal anders in een land als Zuid-Afrika. We zijn blij dat we hier in Den Haag staan en gaan er als team zondagavond volledig voor. Nederland is op alle fronten sterker. In een oefenwedstrijd voorafgaand aan het WK verloren we in een wedstrijd van twee keer twintig minuten met 6-0. Toen zaten wij in het begin van onze voorbereiding. Ik hoop dat we er nu beter voorstaan. En op één ding kunnen wij ze kloppen: niemand is zo gemotiveerd als onze jongens,” aldus Berkhout.

Hoe wordt een Nederlander eigenlijk assistent-bondscoach van Zuid-Afrika?

Heel simpel, Berkhout was bij het Nederlandse Pinoké een aantal jaren assistent van de huidige bondscoach van de Zuid-Afrikaanse vrouwen, Gilles Bonnet. Toen Bonnet hem verzocht om een clinic in Zuid-Afrika te geven, werd Berkhout direct gegrepen door de mannen en hun situatie. En zo werd hij assistent-bondscoach.

Delen: