Word abonnee

Atletiek

Sifan Hassan: ‘Mijn motto is: hoe moeilijker, hoe mooier’

Jasper Faber

Atletiek

Sifan Hassan: ‘Mijn motto is: hoe moeilijker, hoe mooier’

door: Jasper Boks
9 november 2021
21 tot 26 minuten lezen

Sifan Hassan (28) spotte met alle wetten door in Tokio uit te komen op drie middellange afstanden. Gekkenwerk? Niet voor Sifan. Ze won goud op de 5000 en 10.000 meter en brons op de 1500 meter. Niemand deed dat haar ooit na. Zo kreeg haar bijzondere levensloop er weer een mooi hoofdstuk bij. Het meisje dat op haar vijftiende van Ethiopië naar Nederland vluchtte is nu tweevoudig olympisch kampioene en onze Held van het Jaar.

Je mocht de Gouden Televizier-Ring uitreiken in een vol Carré. Hoe was dat?
“Geweldig. Iedereen was zo enthousiast, ik voelde me zo gewaardeerd.”

Jouw gouden race op de 5000 meter werd tijdens het Televizier Gala gekozen als hét tv-moment van 2021.
“Wat een eer. Ik waande me weer even in Tokio toen iedereen ging staan en voor me begon te klappen. In Carré had ik weer zo’n wow-moment.”

Kijk je vaak naar je olympische medailles?
“Olympisch kampioen worden is altijd mijn grote droom geweest. Als je dan terugkomt met twee keer goud en één keer brons… Bizar. Maar als ik iets heb gedaan, dan gaat meteen de focus weer op een ander doel. Ik ben niet iemand die dagenlang naar de medailles gaat staren, terwijl ik denk: ik heb het gedaan, ik heb het gedaan. Nadat ik in 2019 in Doha twee keer goud won op het WK was ik ook supertrots en blij, maar al heel snel keek ik weer vooruit. Daarom is zo’n uitreiking van de Gouden Televizier-Ring ook mooi, omdat dan wel even bij me binnenkomt dat het speciaal is wat me is overkomen en wat ik heb gedaan. In Carré voelde ik voor het eerst die intense blijdschap weer.”

Rare dag

Je won op 2 augustus de 5000 meter, terwijl je eerder die dag tijdens de series van de 1500 meter ten val kwam.
“Die dag stond eigenlijk symbool voor mijn hele leven. Vallen en weer opstaan. Verdriet, pijn en blijdschap; het kwam allemaal voorbij op die dag. Ik had al pijn toen de dag begon, had last van een verrekking in mijn bovenbeen. Ik baalde vreselijk. Het hele jaar was ik fit en gezond geweest, maar in de serie van de 5000 meter had ik die verrekking opgelopen. In de heat van de 1500 meter begon ik achterin omdat ik pijn had. En toen kwam ik ook nog eens ten val.

Ik dacht toen ik daar lag heel even: dit is het einde van de Spelen. Ik was zo verdrietig. Maar een fractie daarna dacht ik: nu opstaan, nog één keer alles geven en na de finish zien we wel verder. Ik heb de race nog weten te winnen. Hoe ik het gedaan heb, weet ik nog steeds niet. Maar ik heb in mijn leven ook geleerd: ga niet zeggen dat iets niet kan, zolang je het niet hebt geprobeerd. ’s Avonds wachtte ook nog de finale van de 5000 meter…”

Neem ons eens mee naar de periode tussen de val in de morgen en de finale in de avond?
“Voor de 1500 meter had ik expres geen koffiegedronken. Ik dacht: na de 1500 meter ga ik lekker slapen, ik probeer zoveel mogelijk energie te sparen in de heat en dan neem ik voor de finale van de 5000 meter een paar espresso’s zodat ik barst van de energie voordat ik van start ga. Ik loop op espresso, dat is mijn benzine. Door de val werd alles anders. Ik moest meteen al mijn krachten aanspreken om terug te komen. Na de 1500 meter was ik klaarwakker door de adrenaline die door m’n lichaam stroomde. De rest van de dag voelde ik tintelingen. Slapen ging ook niet.

Ik maakte me ook zorgen. Na de 1500 meter liep ik een beetje mank, ik had veel last van mijn bovenbeen. Ik dacht terug aan de Spelen van 2016, die werden een teleurstelling doordat ik in de voorbereiding geblesseerd was geraakt. Ik hoopte dat de pijn weg zou trekken tijdens de warming-up. Dat gebeurde ook, maar ideaal was het natuurlijk niet. Doordat ik voor de race niet kon slapen door de adrenaline, sloeg de vermoeidheid toe tijdens het inlopen voor de finale. Ik had koffiegedronken, normaal kreeg ik daar energie van, maar toen niet. Ik zei tegen mezelf: wat ben je toch dom geweest dat je zo nodig drie afstanden wilde lopen.” Raakte je in paniek voor de finale?

“Er was eerder berusting. Ik zei tegen mezelf: ik loop gewoon de finale uit, het gaat nu niet meer om een medaille. Het interesseerde me allemaal niks meer. Bij de start van de 5000 meter was ik doodmoe en ik had ook nog eens heel erge honger. Ik had na de 1500 meter geen hap door m’n keel gekregen. Tijdens de eerste ronden van de 5000 meter wilde ik maar één ding: naar m’n bed. Maar heel apart: na elke ronde voelde ik dat ik meer energie kreeg. Ik was als een telefoon die aan de oplader lag, telkens kwam er een streepje bij.

Tekst gaat verder onder de foto

Sifan Hassan

Met nog twee ronden te gaan voelde ik me zo sterk, ik had nog nooit zoveel energie gevoeld in m’n lichaam tijdens een 5000 meter. Ik wist toen al: dit kan eigenlijk niet meer mis. Het was zo’n rare dag. Daarom zeg ik ook dat mijn hele leven symbool staat voor die dag.”

Wat was het eerste dat je dacht na de 5000 meter?
“Ik heb wel tien keer tegen mezelf gezegd: ik ben olympisch kampioen. Ik kon het niet geloven. Toen merkte ik pas dat olympisch kampioen worden wel echt van een andere orde is. Ik dacht altijd dat het winnen van een medaille op de Spelen te vergelijken was met het winnen van een WK-medaille. Ik loop toch tegen dezelfde atleten als op een WK, wat is er zo bijzonder aan? Maar er is zoveel meer stress op de Spelen. Je voelt de druk van het hele land, je wil het ook voor alle Nederlanders zo graag goed doen.”

Heb je gehuild van geluk na die bizarre dag?
“Ik heb pas gehuild na de gouden medaille op de 10.000 meter. Na de 5000 meter was ik vreselijk blij. Na wat me was overkomen op de 1500 meter had ik toch goud. Ik dacht: ik ben olympisch kampioen, I don’t even care wat er nu nog gebeurt op de 1500 en 10.000 meter. Alle stress was weg. Want ik heb het nog niet eens gehad over de angst voor corona. Ik zat voor elke test in spanning. In het begin maakte ik me helemaal druk, we hoorden natuurlijk van coronagevallen bij sporters. Ik was zo voorzichtig. Als de test negatief bleek, dacht ik: gelukkig, weer een dag voorbij zonder corona.

Deze Spelen waren door de omstandigheden zo zwaar en moeilijk. Ook na de 5000 meter was de angst voor corona niet verdwenen. Pas na de 10.000 meter kon ik ontspannen en genieten. Maar toen waren de Spelen al zo’n beetje voorbij. Ik mocht ook nog de Nederlandse vlag dragen tijdens de sluitingsceremonie, ook een geweldige ervaring.

Eigenwijs

Je had pijn voor de finale van de 5000 meter. Hoe was het daarna?
“Die werd elke dag erger. Na elke race was er meer pijn.”

Wanneer heb je bedacht om naast de 5000 en de 10.000 meter ook de 1500 meter te gaan lopen in Tokio?
“Na de Diamond League-wedstrijd in Florence, begin juni, dacht ik: misschien kan ik de 1500 meter ook gaan lopen in Tokio. Dat heb ik besproken met mijn coach Tim Rowberry. Hij zei niet meteen ‘nee’, weet dat ik snel herstel na zware inspanningen. Na de Diamond League in Monaco op 7 juli wist ik het zeker. Ik was in goede vorm, maar verloor in Monaco. Had last van een jetlag, m’n benen voelden zwaar aan. Ik was zo boos op mezelf, liep meteen naar Sander Ogink, mijn begeleider van Global Sports Communication, en riep: ik ga in Tokio drie afstanden lopen.”

Maar dat besluit nam je dus omdat je boos was op jezelf?
“Ja, ook. Maar ik ben ook iemand die wat te doen moet hebben. Het beste komt bij mij naar boven als ik een grote uitdaging heb.”

Hoeveel mensen hebben geprobeerd dat idee uit jouw hoofd te praten?
“Heel veel mensen zeiden: ‘Doe nou geen domme dingen. Focus je eerst op één afstand, want je hebt nog geen olympische medaille.’ Maar ja, ik ben eigenwijs, hè. Ongelooflijk eigenwijs zelfs. Ik dacht: ik drink gewoon genoeg koffie in Tokio en dan zien we wel. Nou, ik heb heel veel espresso gedronken.”

‘Heel veel mensen zeiden: ‘doe nou geen domme dingen. Focus je eerst op één afstand, want je hebt nog geen olympische medaille.’ Maar ja ik ben eigenwijs, hè’

Zes races in acht dagen…
Lachend: “Ja, ik ben gek geworden, hè. Mijn motto is: hoe moeilijker, hoe mooier. En af en toe, toen ik steeds meer pijn begon te voelen, dacht ik wel even: was dit wel een goed idee?”

Op 6 augustus was de finale op de 1500 meter. Je pakte brons. Hoe blij was je met die derde plek?
“Achteraf heel blij, maar meteen na de race niet. Toen was ik boos. Het coronavirus was er de schuld van dat ik niet de snelheid ontwikkelde die ik wel had toen ik bij het WK in Doha de wereldtitel pakte op de 1500 meter. Ik had door corona niet de kans gehad om lang op één plek te blijven en aan mijn snelheid te werken. Ik was naar Ethiopië geweest en ineens waren de grenzen dicht toen ik terug wilde naar Amerika, waar ik sinds eind 2016 train. Maandenlang heb ik problemen gehad met mijn visum.

Pas drie maanden voor de Spelen kreeg ik een visum, kon ik weer in Amerika trainen. Maar in die periode was ook nog de ramadan, dus dat was ook niet ideaal om op snelheid te trainen. Uiteindelijk heb ik maar vijf weken gehad om puur op snelheid te trainen. Dat was te kort. In de finale op de 1500 meter maakte ik een grote fout. Ik heb bijna de hele race op kop gelopen. Eigenlijk liep ik gewoon als haas. Dom.”

Je zei na de 1500 meter dat het brons je wel goed uitkwam, het scheelde energie voor de 10.000 meter, die een dag later op het programma stond. Winnen kost meer energie.
“Als je wint, moet je ook heel veel interviews geven, lang op je benen blijven staan. Daarom zeg ik nog steeds: door de bronzen medaille op de 1500 meter won ik de volgende dag de 10.000 meter. De omstandigheden voor en tijdens de finale op de 10.000 meter waren zo zwaar. Het was heel erg heet. Ik kon de nacht voor de finale niet slapen door de hitte. Ik was ook nog eens heel boos na de 1500 meter, het was niet goed gegaan. Maar het mooie van woede bij mij is dat ik dan alleen maar harder loop. Ik wist na de 1500 meter al: de kans is negentig procent dat ik de tien kilometer ga winnen. Zo gefocust was ik en bereid heel erg diep te gaan. Ik dacht: nog één race en daarna kan ik uitrusten.

Tekst gaat verder onder de foto

Sifan Hassan

Tijdens de race had ik last van de hitte. En ik had pijn aan mijn benen. Maar ik bleef gefocust. In de laatste twee ronden stond ik er weer, net als op de 5000 meter. Ik voelde geen pijn, van de hitte merkte ik ook niet veel meer. Ik had nog genoeg energie om die laatste twee ronden alles te geven. Het was niet mijn beste race, maar ik was daar niet voor de show. Het draaide om winnen, hoe maakte niet uit. Ik zei de hele tijd tegen mezelf: geen fouten maken, geen risico nemen. En na die finish kwamen de tranen. De opdracht was niet makkelijk, drie afstanden lopen op de Spelen, maar het was me gelukt.”

Zware sport

Hoe moe was je na afloop?
“Verschrikkelijk moe. Ik ben nog nooit zo diepgegaan als in Tokio. Na de Spelen kon ik niet meer stoppen met slapen. Overdag en ’s nachts had ik m’n ogen dicht. De eerste dagen voelde ik ook m’n lichaam, maar de vermoeidheid zat vooral in m’n hoofd.”

Meteen nadat je goud had gewonnen, had je toch nog genoeg energie om de mannen van de estafetteploeg op de 4×400 meter aan te moedigen die zilver wonnen.
“Niemand had toch verwacht dat Nederland op de 4×400 meter een olympische medaille zou kunnen winnen? Ik was zo verbaasd, kon alleen maar denken: wat is dit?”

De sfeer binnen de Nederlandse atletiekploeg was met twee gouden medailles, drie zilveren plakken en drie bronzen medailles natuurlijk fantastisch in Tokio.
“Zo mooi. Ik hoop dat door de successen in Tokio kinderen ook voor atletiek kiezen. En ik hoop dat de talentvolle junioren gemotiveerd worden om nog harder te werken omdat het mogelijk is de top te halen als Nederlandse atleet. De Nederlandse junioren deden het vaak goed op internationale toernooien, maar vonden het lastig om de overstap te maken naar de senioren. Het leek soms alsof het misging op het moment dat ze echt hard moesten gaan werken. Atletiek is een heel zware sport.

Tekst gaat verder onder de foto

Sifan Hassan

Je moet niet wachten tot je top acht van de wereld bent en mooie contracten kunt krijgen, maar al veel eerder alles geven. Het heeft heel erg geholpen dat Dafne Schippers liet zien dat het mogelijk is om de top te halen als sprinter uit Nederland. Hopelijk heb ik ook Nederlandse talenten weten te motiveren. En nu zijn er met Nadine Visser, Anouk Vetter, Emma Oosterwegel, Abdi Nageeye en een geweldig talent als Femke Bol tal van Nederlandse atleten die wereldtop zijn.”

Kun jij verklaren waarom het zo goed gaat?
“Er is talent, er zijn goede coaches en er zijn goede voorbeelden. Ik noem nog een keer Dafne, omdat zij echt mensen de ogen heeft geopend. Op de sprintnummers zijn er coaches van heel hoog niveau in Nederland, dat blijkt wel uit de resultaten. Op de middellange afstanden is de begeleiding nog niet van dat niveau. Ik ben niet voor niets naar Amerika gegaan. Als de coaches en kennis hier waren geweest, was ik nooit naar Amerika gegaan. Wij kunnen in Nederland op de langere afstanden nog een enorme stap maken als er wordt geïnvesteerd in goede begeleiding.”

Jij was geen olympisch kampioen geworden als je in 2016 in Nederland was gebleven?
“Dat was heel moeilijk geweest. Ik trainde hier met Honoré Hoedt. Geweldige man, maar hij kon mij niet fulltime begeleiden. Ik moest in Nederland soms met kinderen trainen. Dat vond ik hartstikke leuk, maar ik miste hier wat er nodig was om het maximale uit mezelf te halen. Om de wereldtop te halen was het hier voor mij niet goed genoeg geregeld.”

Dank God

Je vertelde dat 5 augustus eigenlijk symbool stond voor jouw hele leven van vallen en weer opstaan. Je was vijftien toen je moeder je in Ethiopië op het vliegtuig zette, je bracht je eerste jaar in Nederland voornamelijk door in het asielzoekerscentrum in Zuidlaren. En nu ben je olympisch kampioen. Heb je na de Spelen teruggedacht aan de bijzondere reis die je hebt afgelegd?
“Ik heb er zeker bij stilgestaan. Ik ben trots op mezelf dat ik mijn kop nooit heb laten hangen. Het was niet eenvoudig om weg te gaan bij mijn familie in Ethiopië. Mijn tijd in het asielzoekerscentrum in Zuidlaren… Dat was het ergste, vreselijk vond ik het. Ik was depressief, voelde me zo eenzaam, was zo ongelukkig. Op m’n zestiende heb ik, toen ik in Leeuwarden woonde, het hardlopen opgepakt en dat zorgde ervoor dat ik veel positiever ging denken. Ik heb in een land dat ik niet kende een nieuw bestaan opgebouwd. Zonder dat ik de taal en de mensen kende, zonder de steun van mijn familie.

‘Ik was depressief, voelde me zo eenzaam, was zo ongelukkig. Ik heb op m’n zestiende het hardlopen opgepakt en dat zorgde ervoor dat ik veel positiever ging denken’

Ik ben altijd maar doorgegaan, heb telkens geprobeerd het beste ervan te maken. Ik heb studies opgepakt en werkte daarnaast in een restaurant om de rekeningen te kunnen betalen. Er waren dagen bij waarop ik vroeg van huis ging om stage te lopen, na terugkomst ging ik hardlopen en daarna nog werken. Soms kon ik amper nog op m’n benen staan, zo moe was ik. Maar ik moest doorbijten, want het was belangrijk voor mijn toekomst. Al die momenten kwamen voorbij na de 5000 meter. Ik heb nooit opgegeven, met het gevolg dat ik in Tokio olympisch kampioen ben geworden. Stapje voor stapje ben ik vooruitgegaan. Ik ben hier in Nederland volwassen geworden. Hier heb ik geleerd beslissingen voor mezelf te nemen, ben hier een vrouw geworden. Ik heb een mooi leven. Ik zeg altijd: elhamdülillah. Dat betekent: dank God.”

Je bent een gelovige vrouw. Heb je weleens gedacht: Allah heeft wel een heel bijzondere route voor mij uitgestippeld?
“Natuurlijk. Maar hoe die route eruitziet, heb ik ook zelf in de hand gehad. Je bepaalt je eigen succes, denk ik. Je kunt ook gaan klagen. Wie klaagt, maakt het nog moeilijker voor zichzelf. Neem dingen zoals ze zijn en ga proberen die situatie te veranderen. Ik merk dat mensen trots op je zijn als je je best doet. Dan krijg je positieve reacties. Als je positiviteit uitstraalt, krijg je positiviteit terug. Je kunt wel klagen over wat er niet is, maar je kunt ook kijken naar wat er wél is. Als ik stil had blijven staan bij wat ik niet had, als ik was gaan klagen, dan had ik hier nu niet gezeten als olympisch kampioen.”

Jij bent nu een voorbeeld voor velen.
“Ik hoop dat ik mensen inspireer die in dezelfde situatie zitten als waarin ik heb gezeten. Tegen hen wil ik zeggen: geef niet op. Op momenten dat ik het moeilijk heb, zeg ik ook altijd tegen mezelf: niet opgeven, je hebt al heel veel moeilijke momenten overleefd. Dat zei ik ook weer tegen mezelf na mijn val op de 1500 meter. Ik zeg nooit meer tegen mezelf dat iets niet kan. Het kan gebeuren dat iets niet lukt, maar dat kun je pas zeggen als je het hebt geprobeerd.”

Word je weleens gevraagd om jouw verhaal te vertellen in een asielzoekerscentrum?
“Nee, maar als ik tijd heb, zou ik dat graag doen. Ik hou ervan om mensen te helpen. Wil hen mijn verhaal vertellen en hoop dat ik ze daarmee hoop kan geven. Ik weet wat het is om met niets te komen in een land dat je niet kent. Maar ik weet ook dat je beloond wordt als je keihard blijft werken. Het is niet alleen mij gelukt, maar ook genoeg andere voormalige vluchtelingen zijn erin geslaagd om een mooi bestaan op te bouwen. Ik hoop dat alle mensen in de asielcentra tegen zichzelf zeggen: ‘Waarom zou het mij niet kunnen lukken?’”

Heb je na de Spelen veel reacties gekregen uit je geboorteland Ethiopië?
“Heel veel. Ik ben daar echt beroemd geworden, misschien nog wel beroemder dan in Nederland.” Lachend: “Ik heb zoveel fans.”

Jouw vader en moeder wonen gescheiden van elkaar in Ethiopië. Hoe reageerden zij op de olympische medailles?
“Mijn moeder kijkt normaal gesproken niet naar mijn wedstrijden. Tenminste: ze heeft het er nooit over met me. Ze is een heel gelovige vrouw. Met haar heb ik het nooit over mijn sport. Als ik bij haar ben, doet ze mijn haar, dan hebben we het over andere dingen in het leven. Maar de 10.000 meter heeft ze gezien. Ze zei na afloop tegen me: ‘Ik vind het zo zielig voor je dat je zo hard moet lopen. Dat is toch niet nodig? Het is niet goed voor je hart. Rustig aan, rustig aan.’ Mijn vader is heel erg enthousiast over mijn hardloopcarrière.

‘Mijn moeder heeft de 10.000 meter gezien. Ze zei na afloop: ‘Ik vind het zo zielig voor je dat je zo hard moet lopen. Dat is toch niet nodig? Het is niet goed voor je hart”

Hij vindt alles geweldig, is zo trots op me. Mijn vader kan vol bewondering kijken naar mensen die iets presteren. Mijn moeder is het tegenovergestelde. Zij kijkt hoe iemand als mens is, wat hij of zij heeft gepresteerd, boeit haar niet zo. Ik ben sinds de Spelen nog niet in Ethiopië geweest. Maar ik weet nu al dat mijn vader vol bewondering naar mijn medailles gaat kijken. En mijn moeder maakt het niet uit. Zij zal meteen vragen: ‘Zal ik je haar doen?’”

Tekst gaat verder onder de foto

Sifan Hassan

Koffieceremonie

Wat is er veranderd sinds de Spelen?
“Nu ga ik helemaal nooit meer zeggen dat iets niet kan, haha.”

De BBC bestempelde jou in Tokio als ‘The Greatest Ever’…
“Ik ben niet The Greatest, doe gewoon wat ik leuk vind.”

Sta je soms ook een beetje van jezelf te kijken?
“Het is mooi, het is geweldig. Maar echt terugkijken op mijn prestaties doe ik wel als ik oud ben. Nu wil ik alleen maar vooruit, door.”

In 2019 was je de eerste die WK-goud won op zowel de 1500 als de 10.000 meter. In Tokio was je de eerste die drie medailles won op drie middellange afstanden. What’s next?
“Ik heb nu wel zin om een marathon te gaan lopen. Voorheen had ik daar niet zoveel trek in, maar nu wil ik wel weten wat ik op de marathon kan. En dat wil ik combineren met de baan.”

‘Ik heb nu wel zin om een marathon te gaan lopen. Voorheen had ik daar niet zoveel trek in, maar nu wil ik wel weten wat ik op de marathon kan. En dat wil ik combineren met de baan’

Ga je over drie jaar bij de Spelen in Parijs de 1500, 5000 en 10.000 meter lopen om af te sluiten met de marathon?
“Het is realistischer dat ik in Parijs nog alleen op de baan uitkom. Maar welke afstanden ik ga lopen, weet ik nog niet. Ik heb nu drie afstanden gecombineerd, die uitdaging is gelukt. Ik ga rustig nadenken over een nieuwe uitdaging. Maar eerst ga ik lekker chillen en koffiedrinken met vriendinnen. In Ethiopië doe ik dat ook vaak, dan maken we speciale koffie. Een mooie koffieceremonie, daar word ik echt gelukkig van.”

Is dat mooier dan olympisch goud?
“Nee, dat ook weer niet. Alleen mijn moeder is mooier dan olympisch goud.”

Helden Magazine 59

Het verhaal van Sifan Hassan komt voort uit Helden Magazine 59. Heel bijzonder is het verzoek dat Barbara Barend kreeg van Bibian Mentel. Vlak voor haar overlijden, op 29 maart dit jaar, wilde Bibian nog een keer een groot interview geven met het verzoek het verhaal na haar overlijden te publiceren. In het verhaal spreekt zij nog één keer iedereen toe die haar lief hebben. 

In Helden Magazine 59 lees je een uitgebreid interview met Fabio Jakobsen en zijn aanstaande vrouw Delore. Ze blikken samen terug op de zware val in Polen, waarbij Fabio bijna het leven verloor én hoe hij zich dit jaar heeft teruggevochten. Daarnaast spraken we een van de sterkhouders van Ajax, Daley Blind in het bijzijn van zijn vrouw, dochter, moeder en twee zussen. Rolstoeltennisster Diede de Groot won dit jaar de Golden Slam. De dubbelvier zorgden voor het eerste olympische roeigoud bij de mannen in 25 jaar én Sjinkie Knegt vertelt over het leven na het ongeluk met de houtkachel.

Ook in Helden Magazine 59 hebben Jeffrey Hoogland en Shanne Braspennincx het mooi geflikt met z’n tweeën, beloonde Tom Dumoulin zijn terugkeer met olympisch zilver op de tijdrit en groeide Denzel Dumfries uit tot de Held van Oranje tijdens het EK. Overigens vertelt Frédérique Matla over haar weg naar de top, won Abdi Nageeye niet alleen olympisch zilver op de marathon, maar coachte hij ondertussen ook zijn maatje naar brons en is Harrie Lavreysen de koning van de sprint.

Verder zijn vrienden Niek Kimmann en Jelle van Gorkom allebei in het bezit van een olympische medaille. Dai Dai N’tab was ooit een feestbeest, nu is hij een van de snelste schaatsers van het land. Sanne van Dijke won olympisch brons, maar verloor in aanloop naar de Spelen haar broer en daarna haar trainingsmaatje. Reshmie Oogink blikt in ‘De dag dat’ terug op het moment dat ze in Tokio te horen kreeg dat ze corona had. Victoria Koblenko ontmoet daarnaast olympisch kampioen Kiran Badloe én Caitlin Dijkstra staat in de ‘Leeuwinnen in het Rijks’ stil bij De Liefdesbrief.

Krijg jij geen genoeg van alle inspirerende sportverhalen? Kies het abonnement dat bij jou past én wordt abonnee. Zo ontvang je telkens de nieuwste edities op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Wil je een Helden Magazine cadeau doen? Het is ook mogelijk om een abonnement cadeau te doen, deze abonnementen lopen automatisch af. Daarnaast zijn de recentste exemplaren ook gemakkelijk te bestellen via onze webshop.

Delen: