Dai Dai N’tab (27) is een opvallende verschijning op en naast de ijsbaan. We gingen in aanloop naar het Olympisch Kwalificatie Toernooi (26-30 december) langs bij de sprinter van Jumbo-Visma en spraken hem over personen die een grote rol spelen in zijn leven.
Jac Orie
“Ik ben niks zonder Jac op dit moment. Jac is de man die de route voor me uitstippelt. Ik heb vorig jaar de overstap gemaakt naar Jumbo-Visma omdat ik tegen een aantal dingen aanliep bij mijn oude ploeg Reggeborgh. Ik merkte dat ik het laat- ste jaar een beetje vast kwam te zitten in februari en dat was juist de maand waarin ik er echt moest staan. Ik had de hele zomer zo hard getraind, maar was in de winter ineens zes weken slecht. Ik had natuurlijk gezien dat Jac zijn schaatsers altijd op de juiste momenten in vorm krijgt. Vaak dacht ik als ik die mannen van Jumbo-Visma zag pieken bij de grote toernooien: hoe krijgen ze dat in godsnaam keer op keer voor elkaar?
Ik had al eerder een gesprek met Jac gevoerd, maar toen durfde ik de overstap nog niet te maken. Nadat ik voor Jumbo-Visma had getekend, zei Jac tijdens het eerste gesprek: ‘Ik kan jou redelijk eenvoudig wereldkampioen sprint maken.’ Ik dacht: man, ik ben vooral iemand voor de 500 meter, kan nooit zo’n goede 1000 meter rijden dat ik mee kan doen om de wereldtitel sprint.
We zijn aan de slag gegaan. Het eerste wat hij deed, was me met uitgebalanceerde trainingen veel sterker maken. Het resulteerde vorig jaar in de bronzen medaille op de 500 meter op de WK afstanden. Die medaille heeft me een flinke boost gegeven. Ik weet nu: ik kan het ook op het moment dat het echt moet.”
Gerard van Velde
“Het telefoontje waarin ik Gerard moest vertellen dat ik bij hem weg zou gaan, vond ik vreselijk. Nog steeds vind ik het lastig om aan dat gesprek terug te denken. Ik heb vreselijk veel aan hem te danken. Wat ik van Gerard heb geleerd in de zesen- half jaar dat we samenwerkten, is vooral: met gevoel schaatsen. Schaatsen is een heel technische sport. De fitste wint niet altijd, wel degene die het beste gevoel met het ijs heeft, die de energie het best over kan brengen op het ijs.
Dat is iets waar ik heel hard aan heb moeten werken. Toen ik bij Gerard kwam, had ik dat gevoel niet. Ik kwam bij wijze van spreken net uit de kroeg gerold. Mijn collega en maatje Kai Verbij trainde al veel langer op hoog niveau, was veel verder dan ik. Gerard heeft mij met veel geduld en vol passie beetje bij beetje geleerd hoe ik moest ‘voelen’ als schaatser. Mede daardoor ben ik veel bewuster naar mijn lichaam gaan luisteren en kijken.
Voor Gerard ging ik door het vuur. Maar het gevoel dat ik voor mezelf moest kiezen als ik verder wilde komen als schaatser werd steeds sterker. De wetenschap dat ik hem teleur ging stellen, deed me heel veel. Ik heb voor het gesprek een maand lang elke nacht slecht geslapen. Ik heb met veel mensen met wie ik close ben gesprekken gevoerd. Natuurlijk met Kai, die voor dezelfde beslissing stond. Maar ook met mijn vriendin, moeder, vader, ex-stiefvader Ton Dekkers en oud-coach Erwin ten Hove.
Op een gegeven moment heb ik radiostilte in acht genomen. Ik had iedereen gesproken, het was aan mij om een besluit te nemen. Ik was dagenlang in twijfel. Het ene moment dacht ik: ik blijf bij Gerard. Het volgende moment dacht ik: ik ga naar Jac. Ik heb zo gepiekerd. Op een gegeven moment heb ik alles opgeschreven. Aan de ene kant de redenen om bij Gerard te blijven en aan de andere kant de overwegingen om over te stappen naar Jac. Daarna ben ik dingen tegen elkaar weg gaan strepen. Dat heb ik een paar keer gedaan. Telkens was de uitkomst hetzelfde: ik moest overstappen naar Jac.
Voordat ik m’n handtekening zette onder het contract bij Jumbo-Visma, ben ik ook nog bij de familie Wessels langs- gegaan, de mensen achter Team Reggeborgh. Dat vond ik ook lastig. Er heerste zo’n familiegevoel rond de ploeg, ik voelde me erg gewaardeerd. Ik vond dat ik ook hen rechtstreeks moest vertellen dat ik had besloten te vertrekken. Dat waren twee heel hoge drempels waar ik overheen moest. Toen ik die gesprekken had gevoerd, viel alles van me af.
Als ik Gerard zie, is het goed. Hij wil natuurlijk van mij winnen met zijn schaatsers. Maar ik geloof ook dat de band nog zo goed is, dat als zijn schaatsers niet winnen, hij het mij en Kai – die na mij zijn overstap bekend maakte – gunt om te winnen.”
Het volledige verhaal lezen? Dat kan via Blendle en Tijdschrift.nl. Je kunt het magazine ook in de winkel halen óf online bestellen!