Word abonnee

Schaatsen

De metamorfose van Dai Dai N’tab

Jasper Faber

Schaatsen

De metamorfose van Dai Dai N’tab

door: Jasper Boks
9 november 2021
8 tot 13 minuten lezen

Dai Dai N’tab (27) is een opvallende verschijning op en naast de ijsbaan. We gingen in aanloop naar het Olympisch Kwalificatie Toernooi (26-30 december) langs bij de sprinter van Jumbo-Visma en spraken hem over personen die een grote rol spelen in zijn leven.

Jac Orie

“Ik ben niks zonder Jac op dit moment. Jac is de man die de route voor me uitstippelt. Vorig jaar heb ik de overstap gemaakt naar Jumbo-Visma omdat ik tegen een aantal dingen aanliep bij mijn oude ploeg Reggeborgh. Ik merkte dat ik het laatste jaar een beetje vast kwam te zitten in februari en dat was juist de maand waarin ik er echt moest staan. Ik had de hele zomer zo hard getraind, maar was in de winter ineens zes weken slecht. Natuurlijk had ik gezien dat Jac zijn schaatsers altijd op de juiste momenten in vorm krijgt. Vaak dacht ik als ik die mannen van Jumbo-Visma zag pieken bij de grote toernooien: hoe krijgen ze dat in godsnaam keer op keer voor elkaar?

Ik had al eerder een gesprek met Jac gevoerd, maar toen durfde ik de overstap nog niet te maken. Nadat ik voor Jumbo-Visma had getekend, zei Jac tijdens het eerste gesprek: ‘Ik kan jou redelijk eenvoudig wereldkampioen sprint maken.’ Ik dacht: man, ik ben vooral iemand voor de 500 meter, kan nooit zo’n goede 1000 meter rijden dat ik mee kan doen om de wereldtitel sprint.
We zijn aan de slag gegaan. Het eerste wat hij deed, was me met uitgebalanceerde trainingen veel sterker maken. Het resulteerde vorig jaar in de bronzen medaille op de 500 meter op de WK afstanden. Die medaille heeft me een flinke boost gegeven. Ik weet nu: ik kan het ook op het moment dat het echt moet.”

Gerard van Velde

“Het telefoontje waarin ik Gerard moest vertellen dat ik bij hem weg zou gaan, vond ik vreselijk. Nog steeds vind ik het lastig om aan dat gesprek terug te denken. Ik heb vreselijk veel aan hem te danken. Wat ik van Gerard heb geleerd in de zesenhalf jaar dat we samenwerkten, is vooral: met gevoel schaatsen. Schaatsen is een heel technische sport. De fitste wint niet altijd, wel degene die het beste gevoel met het ijs heeft, die de energie het best over kan brengen op het ijs.

Dat is iets waar ik heel hard aan heb moeten werken. Toen ik bij Gerard kwam, had ik dat gevoel niet. Ik kwam bij wijze van spreken net uit de kroeg gerold. Mijn collega en maatje Kai Verbij trainde al veel langer op hoog niveau, was veel verder dan ik. Gerard heeft mij met veel geduld en vol passie beetje bij beetje geleerd hoe ik moest ‘voelen’ als schaatser. Mede daardoor ben ik veel bewuster naar mijn lichaam gaan luisteren en kijken.

Voor Gerard ging ik door het vuur. Maar het gevoel dat ik voor mezelf moest kiezen als ik verder wilde komen als schaatser werd steeds sterker. De wetenschap dat ik hem teleur ging stellen, deed me heel veel. Ik heb voor het gesprek een maand lang elke nacht slecht geslapen. Ik heb met veel mensen met wie ik close ben gesprekken gevoerd. Natuurlijk met Kai, die voor dezelfde beslissing stond. Maar ook met mijn vriendin, moeder, vader, ex-stiefvader Ton Dekkers en oud-coach Erwin ten Hove.

Op een gegeven moment heb ik radiostilte in acht genomen. Ik had iedereen gesproken, het was aan mij om een besluit te nemen. Ik was dagenlang in twijfel. Het ene moment dacht ik: ik blijf bij Gerard. Het volgende moment dacht ik: ik ga naar Jac. Ik heb zo gepiekerd. Op een gegeven moment heb ik alles opgeschreven. Aan de ene kant de redenen om bij Gerard te blijven en aan de andere kant de overwegingen om over te stappen naar Jac. Daarna ben ik dingen tegen elkaar weg gaan strepen. Dat heb ik een paar keer gedaan. Telkens was de uitkomst hetzelfde: ik moest overstappen naar Jac.

Voordat ik m’n handtekening zette onder het contract bij Jumbo-Visma, ben ik ook nog bij de familie Wessels langsgegaan, de mensen achter Team Reggeborgh. Dat vond ik ook lastig. Er heerste zo’n familiegevoel rond de ploeg, ik voelde me erg gewaardeerd. Ik vond dat ik ook hen rechtstreeks moest vertellen dat ik had besloten te vertrekken. Dat waren twee heel hoge drempels waar ik overheen moest. Toen ik die gesprekken had gevoerd, viel alles van me af.

Als ik Gerard zie, is het goed. Hij wil natuurlijk van mij winnen met zijn schaatsers. Maar ik geloof ook dat de band nog zo goed is, dat als zijn schaatsers niet winnen, hij het mij en Kai – die na mij zijn overstap bekend maakte – gunt om te winnen.”

Tekst gaat verder onder de foto

Dai Dai N'tab

Shani Davis

“Ik word vaak vergeleken met Shani Davis. Omdat we allebei donker zijn. Als er weer werd geroepen dat ik ‘de nieuwe Shani Davis’ was, dacht ik: die vergelijking slaat nergens op, want we zijn twee totaal verschillende schaatsers. Je vergelijkt mij toch ook niet met Sven Kramer of Mark Tuitert? Ik ben specialist op de 500 meter en Shani was dat op de 1000 en 1500 meter. Een 1000 meter rij ik met de 500 meter in m’n achterhoofd en Shani reed een 1000 meter veel meer met de 1500 of zelfs de 5000 meter in z’n achterhoofd.

Ik heb me vorig jaar uitgesproken tijdens de Black Lives Matter-discussie, kan je ook wel wat vertellen over racisme en discriminatie. Ik verhuisde als jochie van Amsterdam naar het ultiem witte Oisterwijk in Brabant. Alle grove negeropmerkingen heb ik wel naar m’n hoofd gekregen als ik op stap ging met vrienden. Ik heb wel van me af geslagen als de racismekaart weer eens werd getrokken. De verwijzing over mijn huidskleur zijn me niet onbekend. Ik denk dat elke donkere jongen in Nederland die ervaring wel heeft.

‘Ik kwam binnen als een feestbeest dat dacht wel even profschaatser te kunnen worden. Goh, Erwin ten Hove heeft me in het begin zo vaak op m’n flikker gegeven’

En dan waren er nog de onbedoelde opmerkingen die pijn deden. Als ik met leeftijdgenoten aan tafel zat en iedereen zat als een zwijn te eten en ik nam keurig met mes en vork een hap, dan kwam er een opmerking als: ‘Geweldig, hij kan ook nog netjes eten.’ Belachelijk. Het woord ‘neger’ kreeg voor mij ook zo’n negatieve bijsmaak. Iemand kon weleens zeggen: ‘Je bent m’n lievelingsneger.’ Daar bedoelde die persoon misschien niets negatiefs mee, maar voor mij voelde het heel naar. Ik deed niets verkeerd, maar werd wel anders behandeld. Dat deed wel wat met m’n zelfvertrouwen als jonge jongen.

Helden Magazine 59

Het eerste gedeelte van het verhaal van Dai Dai N’tab komt voort uit Helden Magazine 59. Sifan Hassan is onze Held van het Jaar en siert de cover van het dubbeldik eindejaarsnummer. Ze kwam, zag en overwon. Hassan deed wat niemand voor haar deed: drie olympische medailles winnen op de middellange afstanden op dezelfde Spelen.

Heel bijzonder is ook het verzoek dat Barbara Barend kreeg van Bibian Mentel. Vlak voor haar overlijden, op 29 maart dit jaar, wilde Bibian nog een keer een groot interview geven met het verzoek het verhaal na haar overlijden te publiceren. In het verhaal spreekt zij nog één keer iedereen toe die haar lief hebben. 

In Helden Magazine 59 lees je een uitgebreid interview met Fabio Jakobsen en zijn aanstaande vrouw Delore. Ze blikken samen terug op de zware val in Polen, waarbij Fabio bijna het leven verloor én hoe hij zich dit jaar heeft teruggevochten. Daarnaast spraken we een van de sterkhouders van Ajax, Daley Blind in het bijzijn van zijn vrouw, dochter, moeder en twee zussen. Rolstoeltennisster Diede de Groot won dit jaar de Golden Slam. De dubbelvier zorgden voor het eerste olympische roeigoud bij de mannen in 25 jaar én Sjinkie Knegt vertelt over het leven na het ongeluk met de houtkachel.

Ook in Helden Magazine 59 hebben Jeffrey Hoogland en Shanne Braspennincx het mooi geflikt met z’n tweeën, beloonde Tom Dumoulin zijn terugkeer met olympisch zilver op de tijdrit en groeide Denzel Dumfries uit tot de Held van Oranje tijdens het EK. Overigens vertelt Frédérique Matla over haar weg naar de top, won Abdi Nageeye niet alleen olympisch zilver op de marathon, maar coachte hij ondertussen ook zijn maatje naar brons en is Harrie Lavreysen de koning van de sprint.

Verder zijn vrienden Niek Kimmann en Jelle van Gorkom allebei in het bezit van een olympische medaille. Sanne van Dijke won olympisch brons, maar verloor in aanloop naar de Spelen haar broer en daarna haar trainingsmaatje. Reshmie Oogink blikt in ‘De dag dat’ terug op het moment dat ze in Tokio te horen kreeg dat ze corona had. Victoria Koblenko ontmoet daarnaast olympisch kampioen Kiran Badloe én Caitlin Dijkstra staat in de ‘Leeuwinnen in het Rijks’ stil bij De Liefdesbrief.

Krijg jij geen genoeg van alle inspirerende sportverhalen? Kies het abonnement dat bij jou past én wordt abonnee. Zo ontvang je telkens de nieuwste edities op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Wil je een Helden Magazine cadeau doen? Het is ook mogelijk om een abonnement cadeau te doen, deze abonnementen lopen automatisch af. Daarnaast zijn de recentste exemplaren ook gemakkelijk te bestellen via onze webshop.

Delen: