Word abonnee
Meer

Atletiek

Joël de Jong: Vliegende Fries

Joël de Jong Joël de Jong (22) gaat zowel op de 100 meter als bij het verspringen voor goud op de Paralympische Spelen. Een verhaal over een scootmobiel, donorvader en de mensen die achter hem staan. Hij weet hoe het is om te kunnen vliegen. Joël de Jong vloog op 6 juli in Leverkusen naar een afstand van 7,67 meter en verbeterde het wereldrecord verspringen met liefst 42 centimeter. Eerder op de dag liep hij ook al zijn beste seizoentijd op de 100 meter. Met dank aan zijn aangepaste blade en zijn coaches Fynn van Buuren en Joep Janssen met wie hij sinds maart 2023 op Papendal traint. Blades Joël was veertien toen atletiek in zijn leven kwam. Tot die tijd was hij op het voetbalveld en de tennisbaan te vinden in Harlingen. Vaak samen met zijn één jaar jongere broer Jelke of vrienden. “Met voetbal brak zo’n beetje elke week mijn prothese, ik zat keer op keer in Leeuwarden bij mijn prothesemaker Gert van der Hoek. Dat werd te gek. Ik was al een beetje om me heen aan het kijken, had rolstoeltennis al geprobeerd. Gert nodigde me toen uit om een keer op een blade hard te lopen. Ik dacht: om Gert een plezier te doen, ga ik erheen.” Hij mocht de blade in 2016 met elf andere kinderen uitproberen tijdens de EK atletiek in Amsterdam. “Ik liep harder dan ooit. Alsof ik vloog. Met mijn linkerbeen ging ik bijna te hard voor mijn rechter-. Ik was verkocht.” Joël viel op. Een talentcoach nodigde hem meteen uit voor een training op Papendal. En bij Frank Dik, een coach van atleten die met blades lopen, kon hij terecht in Hoorn. Hij ging op het aanzoek in. Na drie jaar Hoorn maakte hij de overstap naar Guido Bonsen in Amsterdam. Ook onder hem trainde Joël drie jaar, waarna hij afgelopen jaar de sprong maakte naar Papendal. Helden Magazine nummer 73  Het eerste gedeelte van het interview met Joël de Jong komt voort uit Helden Magazine nummer 73. Deze editie staat in het teken van het nieuwe voetbalseizoen, biedt uitgebreide aandacht voor wielrennen en besteedt ruimschoots aandacht aan de Paralympische Spelen. Cody Gakpo, de ster van het Nederlands elftal bij het afgelopen EK, siert de cover van Helden. In Liverpool krijgt hij nu te maken met nieuwe trainer Arne Slot en zijn assistent John Heitinga. Kan hij The Reds ook bij de hand nemen?  Voetbal  Naast Gakpo, waarbij het in het verhaal ook gaat over zijn tijd bij regerend landskampioen PSV, ook een uitgebreid interview met John de Wolf. Hij vertelt over zijn tijd met Arne Slot, Quilindschy Hartman, alzheimer en zijn imago. We maken ook kennis met het nieuwe kroonjuweel van Ajax: Jorrel Hato. In een turbulente periode bij de Amsterdamse club, ontwikkelt hij zich stormachtig. Ian Maatsen had een geweldig seizoen: haalde de Champions League-finale, kreeg een uitnodiging voor het EK en maakte een transfer naar Aston Villa. Hij doet zijn bijzondere verhaal en Lasse Schöne blikt terug op de Europa League-finale van 2017.   Wielrennen  Tom Dumoulin liet in 2015 in de Ronde van Spanje voor het eerst zien dat er een ronderenner in hem schuilde. Hij blikt uitgebreid terug op zijn indrukwekkende carrière. Een geweldige loopbaan had ook Annemiek van Vleuten. Aan de hand van foto's neemt ze ons, in aanloop naar de Tour de France Femmes die in Nederland start, mee terug in de tijd. De Tour de France voor vrouwen eindigt op Alpe d'Huez. Peter Winnen weet wat het is om te winnen op 'de Nederlandse berg'; hij flikte het twee keer. Hij neemt ons mee.  Paralympische Spelen  Paralympisch boegbeeld en atlete Fleur Jong kreeg bezoek van Victoria Koblenko. Niels Vink, een van de beste quad-rolstoeltennissers, vertelt zijn verhaal. Dinja en Joeri van Liere vormen een bijzonder duo: Dinja nam als dressuuramazone deel aan de Olympische Spelen in Parijs, terwijl haar broer Joeri, die als motorcrosser een dwarslaesie opliep, naar Parijs gaat als rolstoelbasketballer. Een dubbelinterview.   Nog meer Helden  Verder in deze editie van Helden: tennisser Jesper de Jong vertelt in aanloop naar de US Open onder andere over Carlos Alcaraz, Jannik Sinner, Tallon Griekspoor en zijn trouwste fan: zijn opa. Jelto Spijker is een opvallende verschijning in de machowereld van het waterpolo; hij is keeper en kwam op zijn zeventiende uit de kast. En nog veel meer! 
Joël de Jong Joël de Jong (22) gaat zowel op de 100 meter als bij het verspringen voor goud op de Paralympische Spelen. Een verhaal over een scootmobiel, donorvader en de mensen die achter hem staan. Hij weet hoe het is om te kunnen vliegen. Joël de Jong vloog op 6 juli in Leverkusen naar een afstand van 7,67 meter en verbeterde het wereldrecord verspringen met liefst 42 centimeter. Eerder op de dag liep hij ook al zijn beste seizoentijd op de 100 meter. Met dank aan zijn aangepaste blade en zijn coaches Fynn van Buuren en Joep Janssen met wie hij sinds maart 2023 op Papendal traint. Blades Joël was veertien toen atletiek in zijn leven kwam. Tot die tijd was hij op het voetbalveld en de tennisbaan te vinden in Harlingen. Vaak samen met zijn één jaar jongere broer Jelke of vrienden. “Met voetbal brak zo’n beetje elke week mijn prothese, ik zat keer op keer in Leeuwarden bij mijn prothesemaker Gert van der Hoek. Dat werd te gek. Ik was al een beetje om me heen aan het kijken, had rolstoeltennis al geprobeerd. Gert nodigde me toen uit om een keer op een blade hard te lopen. Ik dacht: om Gert een plezier te doen, ga ik erheen.” Hij mocht de blade in 2016 met elf andere kinderen uitproberen tijdens de EK atletiek in Amsterdam. “Ik liep harder dan ooit. Alsof ik vloog. Met mijn linkerbeen ging ik bijna te hard voor mijn rechter-. Ik was verkocht.” Joël viel op. Een talentcoach nodigde hem meteen uit voor een training op Papendal. En bij Frank Dik, een coach van atleten die met blades lopen, kon hij terecht in Hoorn. Hij ging op het aanzoek in. Na drie jaar Hoorn maakte hij de overstap naar Guido Bonsen in Amsterdam. Ook onder hem trainde Joël drie jaar, waarna hij afgelopen jaar de sprong maakte naar Papendal. Helden Magazine nummer 73  Het eerste gedeelte van het interview met Joël de Jong komt voort uit Helden Magazine nummer 73. Deze editie staat in het teken van het nieuwe voetbalseizoen, biedt uitgebreide aandacht voor wielrennen en besteedt ruimschoots aandacht aan de Paralympische Spelen. Cody Gakpo, de ster van het Nederlands elftal bij het afgelopen EK, siert de cover van Helden. In Liverpool krijgt hij nu te maken met nieuwe trainer Arne Slot en zijn assistent John Heitinga. Kan hij The Reds ook bij de hand nemen?  Voetbal  Naast Gakpo, waarbij het in het verhaal ook gaat over zijn tijd bij regerend landskampioen PSV, ook een uitgebreid interview met John de Wolf. Hij vertelt over zijn tijd met Arne Slot, Quilindschy Hartman, alzheimer en zijn imago. We maken ook kennis met het nieuwe kroonjuweel van Ajax: Jorrel Hato. In een turbulente periode bij de Amsterdamse club, ontwikkelt hij zich stormachtig. Ian Maatsen had een geweldig seizoen: haalde de Champions League-finale, kreeg een uitnodiging voor het EK en maakte een transfer naar Aston Villa. Hij doet zijn bijzondere verhaal en Lasse Schöne blikt terug op de Europa League-finale van 2017.   Wielrennen  Tom Dumoulin liet in 2015 in de Ronde van Spanje voor het eerst zien dat er een ronderenner in hem schuilde. Hij blikt uitgebreid terug op zijn indrukwekkende carrière. Een geweldige loopbaan had ook Annemiek van Vleuten. Aan de hand van foto's neemt ze ons, in aanloop naar de Tour de France Femmes die in Nederland start, mee terug in de tijd. De Tour de France voor vrouwen eindigt op Alpe d'Huez. Peter Winnen weet wat het is om te winnen op 'de Nederlandse berg'; hij flikte het twee keer. Hij neemt ons mee.  Paralympische Spelen  Paralympisch boegbeeld en atlete Fleur Jong kreeg bezoek van Victoria Koblenko. Niels Vink, een van de beste quad-rolstoeltennissers, vertelt zijn verhaal. Dinja en Joeri van Liere vormen een bijzonder duo: Dinja nam als dressuuramazone deel aan de Olympische Spelen in Parijs, terwijl haar broer Joeri, die als motorcrosser een dwarslaesie opliep, naar Parijs gaat als rolstoelbasketballer. Een dubbelinterview.   Nog meer Helden  Verder in deze editie van Helden: tennisser Jesper de Jong vertelt in aanloop naar de US Open onder andere over Carlos Alcaraz, Jannik Sinner, Tallon Griekspoor en zijn trouwste fan: zijn opa. Jelto Spijker is een opvallende verschijning in de machowereld van het waterpolo; hij is keeper en kwam op zijn zeventiende uit de kast. En nog veel meer! 

Waterpolo

Jelto Spijker: ‘Ik kies ervoor om ermee te koop te lopen’

Jelto Spijker Jelto Spijker (24) is een opvallende verschijning in de machowereld van het waterpolo. De keeper, die uitkomt in de Duitse competitie, had zeven jaar geleden zijn coming-out. Dit is zijn verhaal. “Als ik voetballer was geweest, was ik nooit uit de kast gekomen.” “Acht was ik toen ik via Aqua Fun, een jeugdprogramma waarbij alle watersporten aan bod kwamen, met waterpolo in aanraking kwam. Ik vond het leuk, kreeg een uitnodiging om bij ons in Veenendaal naar een wedstrijd van het eerste van VZC te komen kijken met mijn moeder. Toen ik dertien van die kleerkasten in badjas op zag komen en vervolgens voor spektakel in het water zag zorgen, was ik verkocht. Op mijn tiende werd ik keeper. Ik was niet de snelste zwemmer en ook niet altijd gemotiveerd om na balverlies heel hard terug te zwemmen. De trainer stelde voor om het eens als doelman te proberen. Waterpolo was heel belangrijk voor mij. Toen ik vier was, overleed mijn vader bij ons in de huiskamer aan een herseninfarct. Alles kwam vanaf dat moment op de schouders van mijn moeder terecht. Zij moest voor brood op de plank zorgen en er tegelijkertijd voor mijn drieënhalf jaar oudere broer Paul en mij zijn. De vaderfiguur die ik thuis miste, vond ik in het waterpolo. Er waren regels, er was discipline en de jeugdtrainers waren er om daarop te hameren. Ik leerde hoe ik me diende te gedragen en hoe ik met anderen om moest gaan. Lange tijd dacht ik dat het gemis van mijn vader geen grote impact op mij had. Ik was zo jong toen hij overleed, had amper echte herinneringen aan hem. Ik had last van woedeaanvallen, was niet de makkelijkste in de omgang, lag moeilijk in de groep en voelde me vaak onbegrepen. Met mijn broer had ik ook altijd ruzie. Ik denk dat het allemaal te maken had met het feit dat er thuis geen vader was. In de puberteit, zo rond mijn vijftiende, kreeg ik mijzelf meer onder controle. Op mijn zestiende kreeg ik het gevoel dat ik op jongens viel. Ik wilde het eerst zeker weten, bedacht: als ik nou probeer het mooiste meisje van de klas te versieren... Het lukte, maar toen ik met haar was, kreeg ik al heel snel de bevestiging van wat ik al dacht: ik val op mannen. Dat meisje van destijds is nog steeds een van mijn beste vriendinnen. Helden Magazine nummer 73  Het eerste gedeelte van het interview met Jelto Spijker komt voort uit Helden Magazine nummer 73. Deze editie staat in het teken van het nieuwe voetbalseizoen, biedt uitgebreide aandacht voor wielrennen en besteedt ruimschoots aandacht aan de Paralympische Spelen. Cody Gakpo, de ster van het Nederlands elftal bij het afgelopen EK, siert de cover van Helden. In Liverpool krijgt hij nu te maken met nieuwe trainer Arne Slot en zijn assistent John Heitinga. Kan hij The Reds ook bij de hand nemen?  Voetbal  Naast Gakpo, waarbij het in het verhaal ook gaat over zijn tijd bij regerend landskampioen PSV, ook een uitgebreid interview met John de Wolf. Hij vertelt over zijn tijd met Arne Slot, Quilindschy Hartman, alzheimer en zijn imago. We maken ook kennis met het nieuwe kroonjuweel van Ajax: Jorrel Hato. In een turbulente periode bij de Amsterdamse club, ontwikkelt hij zich stormachtig. Ian Maatsen had een geweldig seizoen: haalde de Champions League-finale, kreeg een uitnodiging voor het EK en maakte een transfer naar Aston Villa. Hij doet zijn bijzondere verhaal en Lasse Schöne blikt terug op de Europa League-finale van 2017.   Wielrennen  Tom Dumoulin liet in 2015 in de Ronde van Spanje voor het eerst zien dat er een ronderenner in hem schuilde. Hij blikt uitgebreid terug op zijn indrukwekkende carrière. Een geweldige loopbaan had ook Annemiek van Vleuten. Aan de hand van foto's neemt ze ons, in aanloop naar de Tour de France Femmes die in Nederland start, mee terug in de tijd. De Tour de France voor vrouwen eindigt op Alpe d'Huez. Peter Winnen weet wat het is om te winnen op 'de Nederlandse berg'; hij flikte het twee keer. Hij neemt ons mee.  Paralympische Spelen  Paralympisch boegbeeld en atlete Fleur Jong kreeg bezoek van Victoria Koblenko. Niels Vink, een van de beste quad-rolstoeltennissers, vertelt zijn verhaal. Dat doet ook verspringer en sprinter Joël de Jong, kind van een donorvader en op jonge leeftijd getroffen door botkanker. Dinja en Joeri van Liere vormen een bijzonder duo: Dinja nam als dressuuramazone deel aan de Olympische Spelen in Parijs, terwijl haar broer Joeri, die als motorcrosser een dwarslaesie opliep, naar Parijs gaat als rolstoelbasketballer. Een dubbelinterview.  
Jelto Spijker Jelto Spijker (24) is een opvallende verschijning in de machowereld van het waterpolo. De keeper, die uitkomt in de Duitse competitie, had zeven jaar geleden zijn coming-out. Dit is zijn verhaal. “Als ik voetballer was geweest, was ik nooit uit de kast gekomen.” “Acht was ik toen ik via Aqua Fun, een jeugdprogramma waarbij alle watersporten aan bod kwamen, met waterpolo in aanraking kwam. Ik vond het leuk, kreeg een uitnodiging om bij ons in Veenendaal naar een wedstrijd van het eerste van VZC te komen kijken met mijn moeder. Toen ik dertien van die kleerkasten in badjas op zag komen en vervolgens voor spektakel in het water zag zorgen, was ik verkocht. Op mijn tiende werd ik keeper. Ik was niet de snelste zwemmer en ook niet altijd gemotiveerd om na balverlies heel hard terug te zwemmen. De trainer stelde voor om het eens als doelman te proberen. Waterpolo was heel belangrijk voor mij. Toen ik vier was, overleed mijn vader bij ons in de huiskamer aan een herseninfarct. Alles kwam vanaf dat moment op de schouders van mijn moeder terecht. Zij moest voor brood op de plank zorgen en er tegelijkertijd voor mijn drieënhalf jaar oudere broer Paul en mij zijn. De vaderfiguur die ik thuis miste, vond ik in het waterpolo. Er waren regels, er was discipline en de jeugdtrainers waren er om daarop te hameren. Ik leerde hoe ik me diende te gedragen en hoe ik met anderen om moest gaan. Lange tijd dacht ik dat het gemis van mijn vader geen grote impact op mij had. Ik was zo jong toen hij overleed, had amper echte herinneringen aan hem. Ik had last van woedeaanvallen, was niet de makkelijkste in de omgang, lag moeilijk in de groep en voelde me vaak onbegrepen. Met mijn broer had ik ook altijd ruzie. Ik denk dat het allemaal te maken had met het feit dat er thuis geen vader was. In de puberteit, zo rond mijn vijftiende, kreeg ik mijzelf meer onder controle. Op mijn zestiende kreeg ik het gevoel dat ik op jongens viel. Ik wilde het eerst zeker weten, bedacht: als ik nou probeer het mooiste meisje van de klas te versieren... Het lukte, maar toen ik met haar was, kreeg ik al heel snel de bevestiging van wat ik al dacht: ik val op mannen. Dat meisje van destijds is nog steeds een van mijn beste vriendinnen. Helden Magazine nummer 73  Het eerste gedeelte van het interview met Jelto Spijker komt voort uit Helden Magazine nummer 73. Deze editie staat in het teken van het nieuwe voetbalseizoen, biedt uitgebreide aandacht voor wielrennen en besteedt ruimschoots aandacht aan de Paralympische Spelen. Cody Gakpo, de ster van het Nederlands elftal bij het afgelopen EK, siert de cover van Helden. In Liverpool krijgt hij nu te maken met nieuwe trainer Arne Slot en zijn assistent John Heitinga. Kan hij The Reds ook bij de hand nemen?  Voetbal  Naast Gakpo, waarbij het in het verhaal ook gaat over zijn tijd bij regerend landskampioen PSV, ook een uitgebreid interview met John de Wolf. Hij vertelt over zijn tijd met Arne Slot, Quilindschy Hartman, alzheimer en zijn imago. We maken ook kennis met het nieuwe kroonjuweel van Ajax: Jorrel Hato. In een turbulente periode bij de Amsterdamse club, ontwikkelt hij zich stormachtig. Ian Maatsen had een geweldig seizoen: haalde de Champions League-finale, kreeg een uitnodiging voor het EK en maakte een transfer naar Aston Villa. Hij doet zijn bijzondere verhaal en Lasse Schöne blikt terug op de Europa League-finale van 2017.   Wielrennen  Tom Dumoulin liet in 2015 in de Ronde van Spanje voor het eerst zien dat er een ronderenner in hem schuilde. Hij blikt uitgebreid terug op zijn indrukwekkende carrière. Een geweldige loopbaan had ook Annemiek van Vleuten. Aan de hand van foto's neemt ze ons, in aanloop naar de Tour de France Femmes die in Nederland start, mee terug in de tijd. De Tour de France voor vrouwen eindigt op Alpe d'Huez. Peter Winnen weet wat het is om te winnen op 'de Nederlandse berg'; hij flikte het twee keer. Hij neemt ons mee.  Paralympische Spelen  Paralympisch boegbeeld en atlete Fleur Jong kreeg bezoek van Victoria Koblenko. Niels Vink, een van de beste quad-rolstoeltennissers, vertelt zijn verhaal. Dat doet ook verspringer en sprinter Joël de Jong, kind van een donorvader en op jonge leeftijd getroffen door botkanker. Dinja en Joeri van Liere vormen een bijzonder duo: Dinja nam als dressuuramazone deel aan de Olympische Spelen in Parijs, terwijl haar broer Joeri, die als motorcrosser een dwarslaesie opliep, naar Parijs gaat als rolstoelbasketballer. Een dubbelinterview.  

Atletiek

Fleur Jong: Cooler dan een Tesla

Fleur Jong Fleur Jong (28) is een van de boegbeelden van de paralympische sport in Nederland. Ze is regerend wereldkampioen op de 100 meter en bij het verspringen in de T64- klasse. Voordat ze afreist naar Parijs, gaat Victoria Koblenko op bezoek bij de vrouw die drie jaar geleden paralympisch kampioen verspringen werd. Je vertrekt binnenkort naar Parijs voor de Paralympische Spelen. Hoe kijk je naar jouw ontwikkeling? “In atletiek is alles meetbaar en ik ben een beetje geobsedeerd door het meetbare. Ik heb een afstand van 6,74 meter gesprongen, dat is het wereldrecord. Het wereldrecord voor valide atletes staat op 7,52 meter. Ik vind dat ik al een heel respectabele afstand heb gesprongen. Ik kan nu wel roepen dat zeven meter springen een doel is, maar daarmee ga ik het nog niet halen. Je moet eerst geloven dat je het kunt. Mentaal moet een doel eerst omarmd worden. Kijk, die afstanden moet je eerst in je hoofd overbruggen. Je moet het doel uitspreken, voelen of dat haalbaar is in je lijf en het vervolgens met je hart omarmen. Sommige prestaties kunnen je overkomen, maar dat is echt een heel klein percentage. Voor de meeste prestaties geldt: je krijgt wat je verdient. Een goede coach zal niet verrast worden door een prestatie.” Jij bent wereldkampioen op de 100 meter en bij het verspringen in de T64-klasse, kunt dus op beide onderdelen goud pakken in Parijs. Van topsporters hoor ik geregeld dat ze in ‘the zone’ moeten komen. Herken jij dat? “Ik ben weleens in the zone geweest. Ik zag alleen mijn baan, alsof ik oogkleppen op had. Dat was bij de EK in Polen en ik liep een wereldrecord. Van die wedstrijd staat me niets meer voor de geest. Maar ik heb ook wedstrijden gelopen waarvan ik me elke stap kan herinneren. Weet je hoe ik voel dat het goed zit? Dan word ik zenuwachtig, krijg kriebels in m’n hele lijf. Dan wil ik soms schreeuwen, maar ik voel dat ik alle energie binnen moet houden, zodat ik die tijdens de wedstrijd kan geven.” Bibian Mentel In het afgelopen decennium ben ik voor deze rubriek naast vele topsporters gefotografeerd, maar nog nooit eerder sprong er een atlete met blades over me heen. You are cooler than a Tesla, girl! Zit sporten in de genen? “Mijn ouders zijn allebei bloedfanatiek. Mama heeft op hoog niveau gehandbald en papa kan goed tennissen. Mijn broertje voetbalde altijd en ik was gefascineerd door dansen, streetdance en hiphop, maar deed ook sport-aerobics. Dat leek wel op turnen, maar met mijn lengte was dat geen optie. Vooral met dansen was ik fanatiek, ik deed zelfs mee aan het NK. Mijn leraressen, een tweeling, waren heel creatief en we gingen altijd all out met de kostuums. De laatste charleston die ik danste, kan ik me nog goed herinneren. De week voordat ik op mijn zeventiende ziek werd, heb ik voor het eerst een training afgezegd.” Je werd gevloerd door een griep, wat later een gevaarlijk bacterie bleek. “Het ging snel. Niemand wist precies wat ik had of hoe ze het konden bestrijden. Maar door de toxische shock waar ik in terechtkwam – en waarbij het lichaam er voor kiest de meest vitale onderdelen van bloed te voorzien – stierven stukjes van mijn tenen en acht vingers af.” 'Door de toxische shock waar ik in terechtkwam, stierven stukjes van mijn tenen en acht vingers af' Toen je uit je coma kwam, werd je voorzichtig verteld dat je geopereerd moest worden en dat er stukken van je voet en vingers af moesten. Dat klinkt als een ware hel, maar dat bleek het begin van jouw topsportcarrière. Ik hoorde je in een podcast zeggen dat je de tijd niet terug zou willen draaien... “Het ziek zijn heb ik niet omarmd, maar mijn handicap wel. Dat heeft me het leven gegeven dat ik nu heb. Ik ben dankbaar voor het leven dat ik nu leid, anders zou ik geen topsporter zijn geworden.” Helden Magazine nummer 73  Het eerste gedeelte van het interview met Fleur Jong komt voort uit Helden Magazine nummer 73. Deze editie staat in het teken van het nieuwe voetbalseizoen, biedt uitgebreide aandacht voor wielrennen en besteedt ruimschoots aandacht aan de Paralympische Spelen. Cody Gakpo, de ster van het Nederlands elftal bij het afgelopen EK, siert de cover van Helden. In Liverpool krijgt hij nu te maken met nieuwe trainer Arne Slot en zijn assistent John Heitinga. Kan hij The Reds ook bij de hand nemen?  Voetbal  Naast Gakpo, waarbij het in het verhaal ook gaat over zijn tijd bij regerend landskampioen PSV, ook een uitgebreid interview met John de Wolf. Hij vertelt over zijn tijd met Arne Slot, Quilindschy Hartman, alzheimer en zijn imago. We maken ook kennis met het nieuwe kroonjuweel van Ajax: Jorrel Hato. In een turbulente periode bij de Amsterdamse club, ontwikkelt hij zich stormachtig. Ian Maatsen had een geweldig seizoen: haalde de Champions League-finale, kreeg een uitnodiging voor het EK en maakte een transfer naar Aston Villa. Hij doet zijn bijzondere verhaal en Lasse Schöne blikt terug op de Europa League-finale van 2017.   Wielrennen  Tom Dumoulin liet in 2015 in de Ronde van Spanje voor het eerst zien dat er een ronderenner in hem schuilde. Hij blikt uitgebreid terug op zijn indrukwekkende carrière. Een geweldige loopbaan had ook Annemiek van Vleuten. Aan de hand van foto's neemt ze ons, in aanloop naar de Tour de France Femmes die in Nederland start, mee terug in de tijd. De Tour de France voor vrouwen eindigt op Alpe d'Huez. Peter Winnen weet wat het is om te winnen op 'de Nederlandse berg'; hij flikte het twee keer. Hij neemt ons mee.  Paralympische Spelen  Niels Vink, een van de beste quad-rolstoeltennissers, vertelt zijn verhaal. Dat doet ook verspringer en sprinter Joël de Jong, kind van een donorvader en op jonge leeftijd getroffen door botkanker. Dinja en Joeri van Liere vormen een bijzonder duo: Dinja nam als dressuuramazone deel aan de Olympische Spelen in Parijs, terwijl haar broer Joeri, die als motorcrosser een dwarslaesie opliep, naar Parijs gaat als rolstoelbasketballer. Een dubbelinterview.   Nog meer Helden  Verder in deze editie van Helden: tennisser Jesper de Jong vertelt in aanloop naar de US Open onder andere over Carlos Alcaraz, Jannik Sinner, Tallon Griekspoor en zijn trouwste fan: zijn opa. Jelto Spijker is een opvallende verschijning in de machowereld van het waterpolo; hij is keeper en kwam op zijn zeventiende uit de kast. En nog veel meer! 
Fleur Jong Fleur Jong (28) is een van de boegbeelden van de paralympische sport in Nederland. Ze is regerend wereldkampioen op de 100 meter en bij het verspringen in de T64- klasse. Voordat ze afreist naar Parijs, gaat Victoria Koblenko op bezoek bij de vrouw die drie jaar geleden paralympisch kampioen verspringen werd. Je vertrekt binnenkort naar Parijs voor de Paralympische Spelen. Hoe kijk je naar jouw ontwikkeling? “In atletiek is alles meetbaar en ik ben een beetje geobsedeerd door het meetbare. Ik heb een afstand van 6,74 meter gesprongen, dat is het wereldrecord. Het wereldrecord voor valide atletes staat op 7,52 meter. Ik vind dat ik al een heel respectabele afstand heb gesprongen. Ik kan nu wel roepen dat zeven meter springen een doel is, maar daarmee ga ik het nog niet halen. Je moet eerst geloven dat je het kunt. Mentaal moet een doel eerst omarmd worden. Kijk, die afstanden moet je eerst in je hoofd overbruggen. Je moet het doel uitspreken, voelen of dat haalbaar is in je lijf en het vervolgens met je hart omarmen. Sommige prestaties kunnen je overkomen, maar dat is echt een heel klein percentage. Voor de meeste prestaties geldt: je krijgt wat je verdient. Een goede coach zal niet verrast worden door een prestatie.” Jij bent wereldkampioen op de 100 meter en bij het verspringen in de T64-klasse, kunt dus op beide onderdelen goud pakken in Parijs. Van topsporters hoor ik geregeld dat ze in ‘the zone’ moeten komen. Herken jij dat? “Ik ben weleens in the zone geweest. Ik zag alleen mijn baan, alsof ik oogkleppen op had. Dat was bij de EK in Polen en ik liep een wereldrecord. Van die wedstrijd staat me niets meer voor de geest. Maar ik heb ook wedstrijden gelopen waarvan ik me elke stap kan herinneren. Weet je hoe ik voel dat het goed zit? Dan word ik zenuwachtig, krijg kriebels in m’n hele lijf. Dan wil ik soms schreeuwen, maar ik voel dat ik alle energie binnen moet houden, zodat ik die tijdens de wedstrijd kan geven.” Bibian Mentel In het afgelopen decennium ben ik voor deze rubriek naast vele topsporters gefotografeerd, maar nog nooit eerder sprong er een atlete met blades over me heen. You are cooler than a Tesla, girl! Zit sporten in de genen? “Mijn ouders zijn allebei bloedfanatiek. Mama heeft op hoog niveau gehandbald en papa kan goed tennissen. Mijn broertje voetbalde altijd en ik was gefascineerd door dansen, streetdance en hiphop, maar deed ook sport-aerobics. Dat leek wel op turnen, maar met mijn lengte was dat geen optie. Vooral met dansen was ik fanatiek, ik deed zelfs mee aan het NK. Mijn leraressen, een tweeling, waren heel creatief en we gingen altijd all out met de kostuums. De laatste charleston die ik danste, kan ik me nog goed herinneren. De week voordat ik op mijn zeventiende ziek werd, heb ik voor het eerst een training afgezegd.” Je werd gevloerd door een griep, wat later een gevaarlijk bacterie bleek. “Het ging snel. Niemand wist precies wat ik had of hoe ze het konden bestrijden. Maar door de toxische shock waar ik in terechtkwam – en waarbij het lichaam er voor kiest de meest vitale onderdelen van bloed te voorzien – stierven stukjes van mijn tenen en acht vingers af.” 'Door de toxische shock waar ik in terechtkwam, stierven stukjes van mijn tenen en acht vingers af' Toen je uit je coma kwam, werd je voorzichtig verteld dat je geopereerd moest worden en dat er stukken van je voet en vingers af moesten. Dat klinkt als een ware hel, maar dat bleek het begin van jouw topsportcarrière. Ik hoorde je in een podcast zeggen dat je de tijd niet terug zou willen draaien... “Het ziek zijn heb ik niet omarmd, maar mijn handicap wel. Dat heeft me het leven gegeven dat ik nu heb. Ik ben dankbaar voor het leven dat ik nu leid, anders zou ik geen topsporter zijn geworden.” Helden Magazine nummer 73  Het eerste gedeelte van het interview met Fleur Jong komt voort uit Helden Magazine nummer 73. Deze editie staat in het teken van het nieuwe voetbalseizoen, biedt uitgebreide aandacht voor wielrennen en besteedt ruimschoots aandacht aan de Paralympische Spelen. Cody Gakpo, de ster van het Nederlands elftal bij het afgelopen EK, siert de cover van Helden. In Liverpool krijgt hij nu te maken met nieuwe trainer Arne Slot en zijn assistent John Heitinga. Kan hij The Reds ook bij de hand nemen?  Voetbal  Naast Gakpo, waarbij het in het verhaal ook gaat over zijn tijd bij regerend landskampioen PSV, ook een uitgebreid interview met John de Wolf. Hij vertelt over zijn tijd met Arne Slot, Quilindschy Hartman, alzheimer en zijn imago. We maken ook kennis met het nieuwe kroonjuweel van Ajax: Jorrel Hato. In een turbulente periode bij de Amsterdamse club, ontwikkelt hij zich stormachtig. Ian Maatsen had een geweldig seizoen: haalde de Champions League-finale, kreeg een uitnodiging voor het EK en maakte een transfer naar Aston Villa. Hij doet zijn bijzondere verhaal en Lasse Schöne blikt terug op de Europa League-finale van 2017.   Wielrennen  Tom Dumoulin liet in 2015 in de Ronde van Spanje voor het eerst zien dat er een ronderenner in hem schuilde. Hij blikt uitgebreid terug op zijn indrukwekkende carrière. Een geweldige loopbaan had ook Annemiek van Vleuten. Aan de hand van foto's neemt ze ons, in aanloop naar de Tour de France Femmes die in Nederland start, mee terug in de tijd. De Tour de France voor vrouwen eindigt op Alpe d'Huez. Peter Winnen weet wat het is om te winnen op 'de Nederlandse berg'; hij flikte het twee keer. Hij neemt ons mee.  Paralympische Spelen  Niels Vink, een van de beste quad-rolstoeltennissers, vertelt zijn verhaal. Dat doet ook verspringer en sprinter Joël de Jong, kind van een donorvader en op jonge leeftijd getroffen door botkanker. Dinja en Joeri van Liere vormen een bijzonder duo: Dinja nam als dressuuramazone deel aan de Olympische Spelen in Parijs, terwijl haar broer Joeri, die als motorcrosser een dwarslaesie opliep, naar Parijs gaat als rolstoelbasketballer. Een dubbelinterview.   Nog meer Helden  Verder in deze editie van Helden: tennisser Jesper de Jong vertelt in aanloop naar de US Open onder andere over Carlos Alcaraz, Jannik Sinner, Tallon Griekspoor en zijn trouwste fan: zijn opa. Jelto Spijker is een opvallende verschijning in de machowereld van het waterpolo; hij is keeper en kwam op zijn zeventiende uit de kast. En nog veel meer! 

Waterpolo

Simone van de Kraats: ‘Wij willen laten zien dat we geen eendagsvliegen zijn’

Simone van de Kraats Simone van de Kraats (23) werd vorig jaar wereldkampioen met de waterpolovrouwen en verkozen tot beste speelster van de wereld. Afgelopen januari veroverde ze ook nog de Europese titel. In Parijs gaat ze voor een olympische medaille. In Helden Magazine nummer 72 een gesprek over waterpologenen, het geloof, het lichaam, wapens, ongelijkheid en het belang van een olympische medaille in Parijs. “Ik vind het heerlijk om mijn hersens te laten kraken.” Wereldkampioen “Wij hebben op dit moment zo’n goede groep, tal van speelsters zijn van wereldklasse en spelen bij de beste clubs van de wereld. Dat we vorig jaar in Fukuoka de wereldtitel pakten door in de finale Spanje te verslaan na penalty’s was voor ons een geweldige ervaring. Wij speelden zo vrij. Het was de bekroning van de weg die al een tijd geleden is ingeslagen. Ik was zeventien toen ik bij het Nederlands team kwam, dat was in 2018. We waren er in 2021 bij tijdens de Spelen en werden zesde. In 2022 pakten we brons bij het WK, vorig jaar pakten we zilver in de wereldbeker en werden we wereldkampioen en dit jaar pakten we ook goud bij het EK. Onze Griekse bondscoach Evangelos Doudesis heeft een groot aandeel in het succes. Ik vind het wel belangrijk aan te geven dat zijn voorganger Arno Havenga al gestart was met het bouwen van het fundament, Eva was toen assistent. We hebben in de jaren voordat Eva het overnam successen gehad en ook de nodige sportieve tegenslagen, die hebben wij gebruikt om uiteindelijk succesvol te kunnen zijn. Van tegenslagen leer je het meest als je echt in de spiegel durft te kijken als individu en als team. Eva heeft ervoor gezorgd dat alle koppies dezelfde kant op staan, we gaan voor elkaar door het vuur. Dat we elkaar alles gunnen, is de kracht van het Nederlands team. We hebben de afgelopen tijd heel veel belangrijke wedstrijden gespeeld en daarin maakt het niet uit wie scoort of de assist geeft. Je wordt er niet op aangekeken als je een keer een mindere wedstrijd speelt, omdat de speelsters weten dat iedereen alles geeft. Je ziet bij veel teams toch vaak dat speelsters zich onttrekken aan de groep als ze minder spelen of juist uitblinken. Dat zie je bij ons niet. Dat is echt onze kracht. We hebben van de wereldtitel genoten, maar heel lang konden we er ook weer niet bij stil blijven staan. Daarna was er al snel weer een EK in eigen land, dat we ook wonnen, weer drie weken later was het WK in Doha waar we vijfde werden en nu maken we ons op voor de Spelen. En dat allemaal binnen een jaar tijd. En dan zijn er ook nog de wedstrijden met de club. Het geeft wel een beetje aan hoe hectisch ons leven is.” Waterpologeslacht “Waterpolo zit bij mijn drie jaar jongere broertje Thomas en mij in de genen. Mijn ouders speelden allebei in het eerste van De Waterkip – DWK – in Barneveld, hebben elkaar ontmoet in het zwembad. Als mijn vader en moeder een wedstrijd hadden, werden wij in het kinderbadje gedropt. Met onze vriendjes en vriendinnetjes van wie de ouders ook in het eerste speelden, waren wij lekker met een balletje aan het gooien. Als mijn vader en moeder hun wedstrijd hadden gespeeld, gooide ik vaak de bal in het grote zwembad en riep: spelen? Het was dus heel voor de hand liggend dat Thomas en ik ook gingen waterpoloën. Ik speelde op mijn dertiende al in het eerste van DWK en vertrok redelijk snel naar Polar Bears in Ede. Op mijn zeventiende, in 2018, debuteerde ik voor het Nederlands team, en na twee landtitels vertrok ik in 2021 naar Mataró, een topclub in Spanje. In Barneveld, waar ik ben geboren en nog vaak kom, leeft waterpolo enorm. Veel mensen daar zijn betrokken bij DWK. Als ik daar over straat loop, word ik vaak aangesproken. Na het WK was dat helemaal het geval. Mensen weten ook precies wat ik heb gepresteerd met Oranje en met m’n club, houden me goed in de gaten. Heel leuk. Op mijn beurt blijf ik DWK op de voet volgen. En niet alleen omdat mijn broer daar in het eerste zit en mijn vader zijn coach is. Het blijft toch ‘mijn clubje’ en Barneveld blijft mijn thuis.” Helden Magazine nummer 72 Het eerste gedeelte van het interview met Simone van de Kraats komt voort uit Helden Magazine nummer 72. Het extra dikke zomernummer van Helden staat volledig in het teken van drie grote sportevenementen: het EK voetbal in Duitsland, de Tour de France en de Olympische Spelen in Parijs. Op de cover van de 204 pagina's tellende editie schitteren drie rolmodellen van wereldklasse uit de Nederlandse atletiek: Femke Bol, Sifan Hassan en Lieke Klaver. Wat is het geheim van hun succes? Experts zoals Ellen van Langen, Caroline Feith, Bart Bennema en Gregory Sedoc delen hun inzichten. EK voetbal De sportzomer van 2024 wordt afgetrapt met het EK voetbal, dat op 14 juni begint. In deze Helden een verhaal over Ronald Koeman. Onder andere Frank Rijkaard, Ruud Gullit, broer Erwin Koeman, Guus Hiddink, Jordi Cruijff en Rafael van der Vaart delen hun mening over de bondscoach van het Nederlands elftal. Verder ging Helden naar Milaan voor een interview met revelatie Tijjani Reijnders en zijn vrouw. Daley Blind 106-voudig international - bespreekt zijn indrukwekkende carrière aan de hand van foto’s. Brian Brobbey over de bondscoach, Marco van Basten, zijn toekomst, zijn roots en racisme. Arie Haan gaat vijftig jaar terug in de tijd, naar het WK voetbal in West-Duitsland dat eindigde met een nationaal trauma. Jan Wouters blikt terug op het gewonnen EK van 1988, ook in Duitsland. Het is nog altijd de enige hoofdprijs van Oranje. Tour de France  Na het EK volgt de Tour de France, van 29 juni tot en met 21 juli. In deze Helden lees je een interview met sprinter Fabio Jakobsen en een portret van Mathieu van der Poel, die ook de olympische wegwedstrijd in Parijs rijdt. Jeroen Blijlevens en Steven de Jongh, ploegleiders bij Lidl-Trek, vertellen hun verhaal, en we vragen ons af: kan Sepp Kuss na de Vuelta ook de Tour winnen? Olympische Spelen De Olympische Spelen vinden plaats van 26 juli tot en met 11 augustus. Chef de mission Pieter van den Hoogenband kijkt terug op zijn gouden race twintig jaar geleden. Turnster Sanne Wevers bereidt zich voor op haar laatste kunstje, baanwielrenner Harrie Lavreysen spreekt over hoge verwachtingen, en BMX’er Niek Kimmann over zijn post-olympische dip. Sharon van Rouwendaal gaat voor goud in het openwater en roeizussen Bente en Ilse Paulis geven een dubbelinterview. Bovendien gingen we op bezoek bij Tes Schouten, Caspar Corbeau en Arno Kamminga, de drie schoolslagmusketiers. Alle drie zijn ze een medaillekandidaat in Parijs. Voor het eerst sinds 1992 plaatse een Nederlands duo zich op de 500 meter kanosprint voor de Spelen. Hoog tijd om kennis te maken met Selma Konijn en Ruth Vorsselman. Triatlontopper Maya Kingma stelde ernstige misstanden aan de kaak binnen het topsportprogramma van de triatlonbond. Dat werd de triatleet niet door iedereen in dank afgenomen. Joost Luiten is sinds kort vader en worstelde met golfyips. In aanloop naar de KLM Open, die hij twee keer won, doet hij zijn verhaal.
Simone van de Kraats Simone van de Kraats (23) werd vorig jaar wereldkampioen met de waterpolovrouwen en verkozen tot beste speelster van de wereld. Afgelopen januari veroverde ze ook nog de Europese titel. In Parijs gaat ze voor een olympische medaille. In Helden Magazine nummer 72 een gesprek over waterpologenen, het geloof, het lichaam, wapens, ongelijkheid en het belang van een olympische medaille in Parijs. “Ik vind het heerlijk om mijn hersens te laten kraken.” Wereldkampioen “Wij hebben op dit moment zo’n goede groep, tal van speelsters zijn van wereldklasse en spelen bij de beste clubs van de wereld. Dat we vorig jaar in Fukuoka de wereldtitel pakten door in de finale Spanje te verslaan na penalty’s was voor ons een geweldige ervaring. Wij speelden zo vrij. Het was de bekroning van de weg die al een tijd geleden is ingeslagen. Ik was zeventien toen ik bij het Nederlands team kwam, dat was in 2018. We waren er in 2021 bij tijdens de Spelen en werden zesde. In 2022 pakten we brons bij het WK, vorig jaar pakten we zilver in de wereldbeker en werden we wereldkampioen en dit jaar pakten we ook goud bij het EK. Onze Griekse bondscoach Evangelos Doudesis heeft een groot aandeel in het succes. Ik vind het wel belangrijk aan te geven dat zijn voorganger Arno Havenga al gestart was met het bouwen van het fundament, Eva was toen assistent. We hebben in de jaren voordat Eva het overnam successen gehad en ook de nodige sportieve tegenslagen, die hebben wij gebruikt om uiteindelijk succesvol te kunnen zijn. Van tegenslagen leer je het meest als je echt in de spiegel durft te kijken als individu en als team. Eva heeft ervoor gezorgd dat alle koppies dezelfde kant op staan, we gaan voor elkaar door het vuur. Dat we elkaar alles gunnen, is de kracht van het Nederlands team. We hebben de afgelopen tijd heel veel belangrijke wedstrijden gespeeld en daarin maakt het niet uit wie scoort of de assist geeft. Je wordt er niet op aangekeken als je een keer een mindere wedstrijd speelt, omdat de speelsters weten dat iedereen alles geeft. Je ziet bij veel teams toch vaak dat speelsters zich onttrekken aan de groep als ze minder spelen of juist uitblinken. Dat zie je bij ons niet. Dat is echt onze kracht. We hebben van de wereldtitel genoten, maar heel lang konden we er ook weer niet bij stil blijven staan. Daarna was er al snel weer een EK in eigen land, dat we ook wonnen, weer drie weken later was het WK in Doha waar we vijfde werden en nu maken we ons op voor de Spelen. En dat allemaal binnen een jaar tijd. En dan zijn er ook nog de wedstrijden met de club. Het geeft wel een beetje aan hoe hectisch ons leven is.” Waterpologeslacht “Waterpolo zit bij mijn drie jaar jongere broertje Thomas en mij in de genen. Mijn ouders speelden allebei in het eerste van De Waterkip – DWK – in Barneveld, hebben elkaar ontmoet in het zwembad. Als mijn vader en moeder een wedstrijd hadden, werden wij in het kinderbadje gedropt. Met onze vriendjes en vriendinnetjes van wie de ouders ook in het eerste speelden, waren wij lekker met een balletje aan het gooien. Als mijn vader en moeder hun wedstrijd hadden gespeeld, gooide ik vaak de bal in het grote zwembad en riep: spelen? Het was dus heel voor de hand liggend dat Thomas en ik ook gingen waterpoloën. Ik speelde op mijn dertiende al in het eerste van DWK en vertrok redelijk snel naar Polar Bears in Ede. Op mijn zeventiende, in 2018, debuteerde ik voor het Nederlands team, en na twee landtitels vertrok ik in 2021 naar Mataró, een topclub in Spanje. In Barneveld, waar ik ben geboren en nog vaak kom, leeft waterpolo enorm. Veel mensen daar zijn betrokken bij DWK. Als ik daar over straat loop, word ik vaak aangesproken. Na het WK was dat helemaal het geval. Mensen weten ook precies wat ik heb gepresteerd met Oranje en met m’n club, houden me goed in de gaten. Heel leuk. Op mijn beurt blijf ik DWK op de voet volgen. En niet alleen omdat mijn broer daar in het eerste zit en mijn vader zijn coach is. Het blijft toch ‘mijn clubje’ en Barneveld blijft mijn thuis.” Helden Magazine nummer 72 Het eerste gedeelte van het interview met Simone van de Kraats komt voort uit Helden Magazine nummer 72. Het extra dikke zomernummer van Helden staat volledig in het teken van drie grote sportevenementen: het EK voetbal in Duitsland, de Tour de France en de Olympische Spelen in Parijs. Op de cover van de 204 pagina's tellende editie schitteren drie rolmodellen van wereldklasse uit de Nederlandse atletiek: Femke Bol, Sifan Hassan en Lieke Klaver. Wat is het geheim van hun succes? Experts zoals Ellen van Langen, Caroline Feith, Bart Bennema en Gregory Sedoc delen hun inzichten. EK voetbal De sportzomer van 2024 wordt afgetrapt met het EK voetbal, dat op 14 juni begint. In deze Helden een verhaal over Ronald Koeman. Onder andere Frank Rijkaard, Ruud Gullit, broer Erwin Koeman, Guus Hiddink, Jordi Cruijff en Rafael van der Vaart delen hun mening over de bondscoach van het Nederlands elftal. Verder ging Helden naar Milaan voor een interview met revelatie Tijjani Reijnders en zijn vrouw. Daley Blind 106-voudig international - bespreekt zijn indrukwekkende carrière aan de hand van foto’s. Brian Brobbey over de bondscoach, Marco van Basten, zijn toekomst, zijn roots en racisme. Arie Haan gaat vijftig jaar terug in de tijd, naar het WK voetbal in West-Duitsland dat eindigde met een nationaal trauma. Jan Wouters blikt terug op het gewonnen EK van 1988, ook in Duitsland. Het is nog altijd de enige hoofdprijs van Oranje. Tour de France  Na het EK volgt de Tour de France, van 29 juni tot en met 21 juli. In deze Helden lees je een interview met sprinter Fabio Jakobsen en een portret van Mathieu van der Poel, die ook de olympische wegwedstrijd in Parijs rijdt. Jeroen Blijlevens en Steven de Jongh, ploegleiders bij Lidl-Trek, vertellen hun verhaal, en we vragen ons af: kan Sepp Kuss na de Vuelta ook de Tour winnen? Olympische Spelen De Olympische Spelen vinden plaats van 26 juli tot en met 11 augustus. Chef de mission Pieter van den Hoogenband kijkt terug op zijn gouden race twintig jaar geleden. Turnster Sanne Wevers bereidt zich voor op haar laatste kunstje, baanwielrenner Harrie Lavreysen spreekt over hoge verwachtingen, en BMX’er Niek Kimmann over zijn post-olympische dip. Sharon van Rouwendaal gaat voor goud in het openwater en roeizussen Bente en Ilse Paulis geven een dubbelinterview. Bovendien gingen we op bezoek bij Tes Schouten, Caspar Corbeau en Arno Kamminga, de drie schoolslagmusketiers. Alle drie zijn ze een medaillekandidaat in Parijs. Voor het eerst sinds 1992 plaatse een Nederlands duo zich op de 500 meter kanosprint voor de Spelen. Hoog tijd om kennis te maken met Selma Konijn en Ruth Vorsselman. Triatlontopper Maya Kingma stelde ernstige misstanden aan de kaak binnen het topsportprogramma van de triatlonbond. Dat werd de triatleet niet door iedereen in dank afgenomen. Joost Luiten is sinds kort vader en worstelde met golfyips. In aanloop naar de KLM Open, die hij twee keer won, doet hij zijn verhaal.

Atletiek

Femke Bol, Lieke Klaver en Sifan Hassan – ‘Drie van zulke boegbeelden is goud’

De Nederlandse atletiek De Nederlandse atletiek floreert als nooit tevoren. Met Femke Bol, Lieke Klaver en Sifan Hassan reizen er drie schitterende rolmodellen af naar Parijs. In Helden Magazine nummer 72 vragen we kenners Ellen van Langen, Caroline Feith, Bart Bennema en Gregory Sedoc naar hun mening over de drie boegbeelden, de achtergrond van de successen en laten hen vooruitkijken. “Drie powervrouwen,” zegt atletenmanager Caroline Feith als ze Sifan Hassan, Lieke Klaver en Femke Bol moet typeren. De drie atletes zijn de boegbeelden van de Nederlandse atletiek, die floreert als nooit tevoren. “Stuk voor stuk heel sterke persoonlijkheden, echte rolmodellen ook,” vindt Feith, al enkele jaren de manager van onder anderen Femke. “Voor de Nederlandse atletiek is dit goud: drie zulke verschillende types die op verschillende onderdelen wereldwijd uitblinken. Zo’n situatie hebben we nog nooit gehad,” aldus Ellen van Langen, olympisch kampioen 800 meter in 1992 in Barcelona, tegenwoordig Event Director bij Global Sports Communication en toernooidirecteur bij de FBK Games en verschillende Diamond League-wedstrijden. “We hadden een paar jaar geleden natuurlijk Dafne Schippers. Sifan was er toen ook al, maar het draaide alleen maar om Dafne. Nu heb je drie meiden, elk met hun eigen profiel.” Een marketeer had het niet beter kunnen bedenken, stelt Gregory Sedoc, voormalig Europees indoorkampioen op de 60 meter horden, drie keer deelnemer aan de Spelen op de 110 meter horden en tegenwoordig bevlogen atletiekanalist bij de NOS. “Sifan heeft in Tokio al heel veel mensen geïnspireerd door de 1500, 5000 en 10.000 meter te lopen en daarop twee keer goud te winnen en brons te pakken op de 1500 meter na een val in de series. En dan ook nog haar verhaal erbij als meisje dat vluchtte uit haar geboorteland Ethiopië en in haar eentje in een land met een vreemde taal de weg omhoog vond. Dat is een sprookje. Sifan is een voorbeeld voor heel veel jongens en meisjes met een migratieachtergrond, voor kinderen met een kleurtje of uit aandachtswijken. Durf te dromen.” Van Langen: “Sifan is ook zo interessant omdat ze iedere keer heel bijzondere keuzes maakt. Ze heeft drie afstanden gecombineerd op de Spelen in Tokio en is daarna marathons gaan lopen. Op de meest high profile-marathon, die van Londen, maakte zij haar debuut en won meteen, terwijl de meeste atleten misschien een iets rustigere marathon voor hun debuut uitzoeken. Sifan vindt het ook niet erg als ze een keuze maakt die niet goed uitpakt. Zij denkt dan: dit is wat ik wil en dat heb ik in ieder geval geprobeerd.” Sedoc vergelijkt Lieke met schaatsster Jutta Leerdam. “Ze hebben niet alleen allebei een knap koppie en een grote schare fans op social media, maar ze hebben ook heel gespierde, goed getrainde lichamen. Ze zijn allebei imposant, groot en sterk. Wat ik van Lieke en Jutta ook allebei zo mooi vind, is dat ze allebei zo enorm gedreven zijn. In het tennis hadden we vroeger Anna Kournikova. Zij haalde de sponsorcontracten vooral binnen met haar looks. Bij Jutta en Lieke zie je dat ze in de eerste plaats topsporters zijn. Lieke is een rolmodel doordat ze laat zien dat je niet alleen maar op Instagram actief hoeft te zijn, maar dat je ook nog eens een heel goede, succesvolle sporter kunt zijn. Op die manier is ze ook weer een inspiratie voor een generatie die juist iets te veel bezig is met alleen social media. Zij laat zien dat het heel goed te combineren is.” Sedoc: 'Lieke is een rolmodel doordat ze laat zien dat je niet alleen maar op Instagram actief hoeft te zijn, maar dat je ook nog eens een heel goede sporter kunt zijn' En dan Femke. Ze won bij de vorige Spelen brons op de 400 meter horden, maar wint tegenwoordig zo’n beetje elke wedstrijd die ze loopt. Ze werd vorig jaar wereldkampioen op de 400 meter horden, nadat ze een jaar eerder ook al de Europese titel had gepakt. Ook de wereldtitel op de 400 meter indoor won ze, dus zonder horden, en liep het wereldrecord op die discipline. Sedoc: “Femke is de girl next door. Ze is een heel bescheiden meisje met vlechtjes, maar op de baan verandert ze in een beest. Femke straalt uit: het begint met plezier en probeer jezelf te verbazen. Als ik haar zie na de finish straalt ze keer op keer uit dat ze zelf ook niet kan geloven dat ze zo goed is. Die oprechte verbazing.” “Je gaat al heel snel naar de verschillen tussen die drie kijken, maar je moet juist ook naar de overeenkomsten kijken,” zegt Van Langen. “Ze weten alle drie heel goed wat ze willen en maken daarin hun eigen keuzes. Er is internationaal altijd heel veel belangstelling voor hen. Ik word er ook op aangesproken bij de toernooien die ik organiseer.” Bart Bennema zag ze alle drie binnenkomen op Papendal. Bennema was de trainer van onder anderen Dafne Schippers en hordeloopster Nadine Visser en is sinds een jaar werkzaam voor de Vlaamse atletiekliga. “Femke kwam met haar coach Bram Peters binnen en is daarna ook met Laurent Meuwly aan de slag gegaan, die haar adviseerde om ook de 400 meter horden te proberen. Lieke was in eerste instantie meer een sprintster, deed het heel aardig op de 200 meter. Rogier Ummels zei haar de 400 meter te proberen, ook zo’n goede zet. Succes op de 400 meter is maakbaarder dan de korte sprint, waarop succes veel meer genetisch bepaald is. Voor de 400 meter geldt: met goede training kun je ver komen. Sifan heeft bij Honoré Hoedt een heel goede basis gelegd, ging daarna naar Amerika en is daar nog veel beter geworden. Wat zij gepresteerd heeft, is bizar. Bij atletiek denk je dat het een sport is van specialisten, maar er is een enkeling die alles kan, zoals Sifan.’ Helden Magazine nummer 72 Het eerste gedeelte van het verhaal over de Nederlandse atletiek boegbeelden komt voort uit Helden Magazine nummer 72. Het extra dikke zomernummer van Helden staat volledig in het teken van drie grote sportevenementen: het EK voetbal in Duitsland, de Tour de France en de Olympische Spelen in Parijs. Op de cover van de 204 pagina's tellende editie schitteren Femke Bol, Sifan Hassan en Lieke Klaver. EK voetbal De sportzomer van 2024 wordt afgetrapt met het EK voetbal, dat op 14 juni begint. In deze Helden een verhaal over Ronald Koeman. Onder andere Frank Rijkaard, Ruud Gullit, broer Erwin Koeman, Guus Hiddink, Jordi Cruijff en Rafael van der Vaart delen hun mening over de bondscoach van het Nederlands elftal. Verder ging Helden naar Milaan voor een interview met revelatie Tijjani Reijnders en zijn vrouw. Daley Blind 106-voudig international - bespreekt zijn indrukwekkende carrière aan de hand van foto’s. Brian Brobbey over de bondscoach, Marco van Basten, zijn toekomst, zijn roots en racisme. Arie Haan gaat vijftig jaar terug in de tijd, naar het WK voetbal in West-Duitsland dat eindigde met een nationaal trauma. Jan Wouters blikt terug op het gewonnen EK van 1988, ook in Duitsland. Het is nog altijd de enige hoofdprijs van Oranje. Tour de France  Na het EK volgt de Tour de France, van 29 juni tot en met 21 juli. In deze Helden lees je een interview met sprinter Fabio Jakobsen. Een portret van Mathieu van der Poel, die ook de olympische wegwedstrijd in Parijs rijdt. Jeroen Blijlevens en Steven de Jongh, ploegleiders bij Lidl-Trek, vertellen hun verhaal, en we vragen ons af: kan Sepp Kuss na de Vuelta ook de Tour winnen? Olympische Spelen De Olympische Spelen vinden plaats van 26 juli tot en met 11 augustus. Chef de mission Pieter van den Hoogenband kijkt terug op zijn gouden race twintig jaar geleden. Turnster Sanne Wevers bereidt zich voor op haar laatste kunstje. Baanwielrenner Harrie Lavreysen spreekt over hoge verwachtingen, en BMX’er Niek Kimmann over zijn post-olympische dip. Sharon van Rouwendaal gaat voor goud in het openwater. Roeizussen Bente en Ilse Paulis geven een dubbelinterview, en Simone van de Kraats hoopt op goud in het waterpolo. Bovendien gingen we op bezoek bij Tes Schouten, Caspar Corbeau en Arno Kamminga, de drie schoolslagmusketiers. Alle drie zijn ze een medaillekandidaat in Parijs. Voor het eerst sinds 1992 plaatse een Nederlands duo zich op de 500 meter kanosprint voor de Spelen. Hoog tijd om kennis te maken met Selma Konijn en Ruth Vorsselman. Triatlontopper Maya Kingma stelde ernstige misstanden aan de kaak binnen het topsportprogramma van de triatlonbond. Dat werd de triatleet niet door iedereen in dank afgenomen. Joost Luiten is sinds kort vader en worstelde met golfyips. In aanloop naar de KLM Open, die hij twee keer won, doet hij zijn verhaal.
De Nederlandse atletiek De Nederlandse atletiek floreert als nooit tevoren. Met Femke Bol, Lieke Klaver en Sifan Hassan reizen er drie schitterende rolmodellen af naar Parijs. In Helden Magazine nummer 72 vragen we kenners Ellen van Langen, Caroline Feith, Bart Bennema en Gregory Sedoc naar hun mening over de drie boegbeelden, de achtergrond van de successen en laten hen vooruitkijken. “Drie powervrouwen,” zegt atletenmanager Caroline Feith als ze Sifan Hassan, Lieke Klaver en Femke Bol moet typeren. De drie atletes zijn de boegbeelden van de Nederlandse atletiek, die floreert als nooit tevoren. “Stuk voor stuk heel sterke persoonlijkheden, echte rolmodellen ook,” vindt Feith, al enkele jaren de manager van onder anderen Femke. “Voor de Nederlandse atletiek is dit goud: drie zulke verschillende types die op verschillende onderdelen wereldwijd uitblinken. Zo’n situatie hebben we nog nooit gehad,” aldus Ellen van Langen, olympisch kampioen 800 meter in 1992 in Barcelona, tegenwoordig Event Director bij Global Sports Communication en toernooidirecteur bij de FBK Games en verschillende Diamond League-wedstrijden. “We hadden een paar jaar geleden natuurlijk Dafne Schippers. Sifan was er toen ook al, maar het draaide alleen maar om Dafne. Nu heb je drie meiden, elk met hun eigen profiel.” Een marketeer had het niet beter kunnen bedenken, stelt Gregory Sedoc, voormalig Europees indoorkampioen op de 60 meter horden, drie keer deelnemer aan de Spelen op de 110 meter horden en tegenwoordig bevlogen atletiekanalist bij de NOS. “Sifan heeft in Tokio al heel veel mensen geïnspireerd door de 1500, 5000 en 10.000 meter te lopen en daarop twee keer goud te winnen en brons te pakken op de 1500 meter na een val in de series. En dan ook nog haar verhaal erbij als meisje dat vluchtte uit haar geboorteland Ethiopië en in haar eentje in een land met een vreemde taal de weg omhoog vond. Dat is een sprookje. Sifan is een voorbeeld voor heel veel jongens en meisjes met een migratieachtergrond, voor kinderen met een kleurtje of uit aandachtswijken. Durf te dromen.” Van Langen: “Sifan is ook zo interessant omdat ze iedere keer heel bijzondere keuzes maakt. Ze heeft drie afstanden gecombineerd op de Spelen in Tokio en is daarna marathons gaan lopen. Op de meest high profile-marathon, die van Londen, maakte zij haar debuut en won meteen, terwijl de meeste atleten misschien een iets rustigere marathon voor hun debuut uitzoeken. Sifan vindt het ook niet erg als ze een keuze maakt die niet goed uitpakt. Zij denkt dan: dit is wat ik wil en dat heb ik in ieder geval geprobeerd.” Sedoc vergelijkt Lieke met schaatsster Jutta Leerdam. “Ze hebben niet alleen allebei een knap koppie en een grote schare fans op social media, maar ze hebben ook heel gespierde, goed getrainde lichamen. Ze zijn allebei imposant, groot en sterk. Wat ik van Lieke en Jutta ook allebei zo mooi vind, is dat ze allebei zo enorm gedreven zijn. In het tennis hadden we vroeger Anna Kournikova. Zij haalde de sponsorcontracten vooral binnen met haar looks. Bij Jutta en Lieke zie je dat ze in de eerste plaats topsporters zijn. Lieke is een rolmodel doordat ze laat zien dat je niet alleen maar op Instagram actief hoeft te zijn, maar dat je ook nog eens een heel goede, succesvolle sporter kunt zijn. Op die manier is ze ook weer een inspiratie voor een generatie die juist iets te veel bezig is met alleen social media. Zij laat zien dat het heel goed te combineren is.” Sedoc: 'Lieke is een rolmodel doordat ze laat zien dat je niet alleen maar op Instagram actief hoeft te zijn, maar dat je ook nog eens een heel goede sporter kunt zijn' En dan Femke. Ze won bij de vorige Spelen brons op de 400 meter horden, maar wint tegenwoordig zo’n beetje elke wedstrijd die ze loopt. Ze werd vorig jaar wereldkampioen op de 400 meter horden, nadat ze een jaar eerder ook al de Europese titel had gepakt. Ook de wereldtitel op de 400 meter indoor won ze, dus zonder horden, en liep het wereldrecord op die discipline. Sedoc: “Femke is de girl next door. Ze is een heel bescheiden meisje met vlechtjes, maar op de baan verandert ze in een beest. Femke straalt uit: het begint met plezier en probeer jezelf te verbazen. Als ik haar zie na de finish straalt ze keer op keer uit dat ze zelf ook niet kan geloven dat ze zo goed is. Die oprechte verbazing.” “Je gaat al heel snel naar de verschillen tussen die drie kijken, maar je moet juist ook naar de overeenkomsten kijken,” zegt Van Langen. “Ze weten alle drie heel goed wat ze willen en maken daarin hun eigen keuzes. Er is internationaal altijd heel veel belangstelling voor hen. Ik word er ook op aangesproken bij de toernooien die ik organiseer.” Bart Bennema zag ze alle drie binnenkomen op Papendal. Bennema was de trainer van onder anderen Dafne Schippers en hordeloopster Nadine Visser en is sinds een jaar werkzaam voor de Vlaamse atletiekliga. “Femke kwam met haar coach Bram Peters binnen en is daarna ook met Laurent Meuwly aan de slag gegaan, die haar adviseerde om ook de 400 meter horden te proberen. Lieke was in eerste instantie meer een sprintster, deed het heel aardig op de 200 meter. Rogier Ummels zei haar de 400 meter te proberen, ook zo’n goede zet. Succes op de 400 meter is maakbaarder dan de korte sprint, waarop succes veel meer genetisch bepaald is. Voor de 400 meter geldt: met goede training kun je ver komen. Sifan heeft bij Honoré Hoedt een heel goede basis gelegd, ging daarna naar Amerika en is daar nog veel beter geworden. Wat zij gepresteerd heeft, is bizar. Bij atletiek denk je dat het een sport is van specialisten, maar er is een enkeling die alles kan, zoals Sifan.’ Helden Magazine nummer 72 Het eerste gedeelte van het verhaal over de Nederlandse atletiek boegbeelden komt voort uit Helden Magazine nummer 72. Het extra dikke zomernummer van Helden staat volledig in het teken van drie grote sportevenementen: het EK voetbal in Duitsland, de Tour de France en de Olympische Spelen in Parijs. Op de cover van de 204 pagina's tellende editie schitteren Femke Bol, Sifan Hassan en Lieke Klaver. EK voetbal De sportzomer van 2024 wordt afgetrapt met het EK voetbal, dat op 14 juni begint. In deze Helden een verhaal over Ronald Koeman. Onder andere Frank Rijkaard, Ruud Gullit, broer Erwin Koeman, Guus Hiddink, Jordi Cruijff en Rafael van der Vaart delen hun mening over de bondscoach van het Nederlands elftal. Verder ging Helden naar Milaan voor een interview met revelatie Tijjani Reijnders en zijn vrouw. Daley Blind 106-voudig international - bespreekt zijn indrukwekkende carrière aan de hand van foto’s. Brian Brobbey over de bondscoach, Marco van Basten, zijn toekomst, zijn roots en racisme. Arie Haan gaat vijftig jaar terug in de tijd, naar het WK voetbal in West-Duitsland dat eindigde met een nationaal trauma. Jan Wouters blikt terug op het gewonnen EK van 1988, ook in Duitsland. Het is nog altijd de enige hoofdprijs van Oranje. Tour de France  Na het EK volgt de Tour de France, van 29 juni tot en met 21 juli. In deze Helden lees je een interview met sprinter Fabio Jakobsen. Een portret van Mathieu van der Poel, die ook de olympische wegwedstrijd in Parijs rijdt. Jeroen Blijlevens en Steven de Jongh, ploegleiders bij Lidl-Trek, vertellen hun verhaal, en we vragen ons af: kan Sepp Kuss na de Vuelta ook de Tour winnen? Olympische Spelen De Olympische Spelen vinden plaats van 26 juli tot en met 11 augustus. Chef de mission Pieter van den Hoogenband kijkt terug op zijn gouden race twintig jaar geleden. Turnster Sanne Wevers bereidt zich voor op haar laatste kunstje. Baanwielrenner Harrie Lavreysen spreekt over hoge verwachtingen, en BMX’er Niek Kimmann over zijn post-olympische dip. Sharon van Rouwendaal gaat voor goud in het openwater. Roeizussen Bente en Ilse Paulis geven een dubbelinterview, en Simone van de Kraats hoopt op goud in het waterpolo. Bovendien gingen we op bezoek bij Tes Schouten, Caspar Corbeau en Arno Kamminga, de drie schoolslagmusketiers. Alle drie zijn ze een medaillekandidaat in Parijs. Voor het eerst sinds 1992 plaatse een Nederlands duo zich op de 500 meter kanosprint voor de Spelen. Hoog tijd om kennis te maken met Selma Konijn en Ruth Vorsselman. Triatlontopper Maya Kingma stelde ernstige misstanden aan de kaak binnen het topsportprogramma van de triatlonbond. Dat werd de triatleet niet door iedereen in dank afgenomen. Joost Luiten is sinds kort vader en worstelde met golfyips. In aanloop naar de KLM Open, die hij twee keer won, doet hij zijn verhaal.

Handbal

Estavana Polman: ‘Soms denk ik: Es, waarom doe je het nog?’

Estavana Polman (31) is al jaren het gezicht van het Nederlandse vrouwenhandbal. Haar lichaam heeft de nodige klappen gehad. Ze wil nog ‘knallen’ op de Spelen in Parijs en volgend jaar op het WK in eigen land. Ze is niet alleen handbalster, maar ook moeder van Jesslynn, stiefmoeder van Damián en vriendin van Rafael van der Vaart. Bovendien heeft ze geproefd van televisiewerk. In aanloop naar het olympisch kwalificatietoernooi in Spanje (11-14 april) spreekt ze zich uit. “Tsja, het leven is weleens anders geweest,” zegt Estavana Polman over de afgelopen periode in Helden Magazine 71. “Het is saai op het moment. Elke dag hetzelfde. Dag in dag uit naar de sportschool, veel fietsen. Het is telkens weer een mentale strijd. Keer op keer moet ik mezelf oppeppen, zeggen: kom op Es, je kunt het. Ik heb in de achterliggende periode ook een paar keer gedacht: nu kap ik ermee.” Dertien jaar was Estavana toen ze debuteerde in de handbal-eredivisie, op haar achttiende stond ze in het Nederlands team. We zijn dertien jaar verder en ze kan zeggen dat ze goud, zilver en brons won op een WK, zilver en brons op een EK pakte en vierde werd op de Spelen van 2016. Estavana is een van de boegbeelden van de meest succesvolle Nederlandse handbalgeneratie ooit. Maar de jaren beginnen ook te tellen. Fysieke ongemakken zijn nooit ver weg als handbalster, maar na de geboorte van Jesslynn in 2017 heeft Estavana meerdere keren terug moeten vechten na flinke blessures. Zoals ze dat ook eerder in haar leven moest doen toen ze op haar zestiende twee gebroken ruggenwervels opliep bij een ernstig auto-ongeluk in Duitsland, toen zij met het gezin op weg was naar de vakantiebestemming. Eenzaam Ook afgelopen jaar in Boekarest, waar ze na meer dan tien jaar in Denemarken is neergestreken met haar dochter van inmiddels zes en vriend Rafael van der Vaart – met wie ze sinds 2016 samen is –, heeft ze weer veel moeten revalideren. Waarvoor ze het doet? Ze wil deze zomer dolgraag meedoen aan de Spelen en in Parijs een medaille pakken. Ook wil ze volgend jaar het WK in eigen land meemaken. “Laatst waren we met het Nederlands team op Papendal bij elkaar. Zij konden lekker trainen en ik moest weer op de fiets in het krachthonk. Ik was daar weer eens in m’n eentje. Het was er stil en donker, ik zag die rij fietsen en zag ook het bordje ‘nooduitgang’. Even dacht ik: verdwijn gewoon door die achterdeur, Es, waarom doe je het nog? ''Ik zag die rij fietsen en zag ook het bordje 'nooduitgang'. Even dacht ik: verdwijn gewoon door die achterdeur. Die eenzaamheid...'' Die eenzaamheid... Als je fit bent en alles gaat goed, dan heb je veel mensen om je heen. Maar als het niet goed gaat, hoor of zie je die mensen niet. Je moet zelf zorgen dat je terugkomt. Ik heb gelukkig mijn gezin dat me er doorheen sleept. Maar Rafael gaat niet met mij op de fiets zitten en Jesslynn houdt niet mijn hand vast als ik de gym in loop. Ik krijg er motivatie van dat ik weet dat ze thuis zijn als ik getraind heb, dat ik dan niet alleen ben. Met Raf kan ik er over praten en ik kan bij hem mijn frustraties afreageren. Dat is fijn. Maar uiteindelijk moet ik zelf die weg afleggen. Ik sta er alleen voor, heb mezelf de afgelopen tijd goed leren kennen. Ik ben eigenlijk al drie jaar bezig met revalideren. In 2020 scheurde ik mijn kruisband en een jaar later, vlak voor de Spelen, gebeurde dat opnieuw. Weg Spelen. Ondertussen speelde ook al het gezeik met mijn oude club Esbjerg, waar ik jarenlang mijn hele ziel en zaligheid had gegeven en ineens niet meer welkom was. Eind 2022 vertrok ik naar Rapid Boekarest. Ik heb even gespeeld, maar vorig jaar zomer moest ik weer een knieoperatie ondergaan. Toen ik eindelijk kon spelen, raakte ik tot twee keer toe geblesseerd aan mijn kuit. Eerst aan de ene, toen aan de andere. Als je boven de dertig bent, is een spierblessure zo vervelend. Het lijkt wel of ik in een soort carrousel zit. Al die blessures, het lijkt wel niet te stoppen. Op een gegeven moment ben je er wel klaar mee. Maar toch ga ik door. Dat is mijn karakter, dat zit in mij. Als je Jesslynn vraagt wat mama altijd zegt, zal ze antwoorden: ‘Geef nooit op.’ Ik ben zo opgevoed dat als iets de eerste keer niet lukt, het vast de tweede keer lukt. En anders de derde keer wel. En er speelt nog iets mee: ik wil niet zo stoppen. Ik ken een hoop sporters die hun laatste wedstrijd hebben gespeeld zonder dat ze het wisten. Die gedachte vind ik heftig. Zolang ik het nog kan opbrengen, zolang er nog hoop is, ga ik ervoor. Al weet ik al wel dat mijn knie nooit meer zal worden zoals hij was. Ik heb er altijd last van en vrees dat dit ook de rest van mijn leven zo zal blijven.” Helden Magazine 71 Het eerste gedeelte van het interview met Estavana Polman is afkomstig uit de tweede uitgave van 2024. De 71ste editie van Helden Magazine is voor het eerst in België te bewonderen! Deze mijlpaal wordt gevierd met twee verschillende sporters op de cover: Estavana Polman in Nederland en Wout van Aert in België. Alleskunner Wout van Aert laat dit jaar de Tour de France schieten en kiest voor het eerst voor de Giro d’Italia. De Belgische renner spreekt zich uit over het nieuwe traject, Mathieu van der Poel, Visma-Lease a Bike en de Olympische Spelen. In deze editie van Helden wordt er ook veel aandacht besteed aan voetbal. Esmee Brugts, bekroond als Talent van het Jaar, maakte afgelopen zomer een droomtransfer naar FC Barcelona. Experts laten zich daarnaast uit over Jerdy Schouten, de sleutelspeler van PSV, dat op weg is naar het landskampioenschap en het EK met Oranje in Duitsland. We blikken terug op de legendarische wedstrijd tegen Portugal tijdens het WK van 2006 met Khalid Boulahrouz en bezoeken verdediger Bart Nieuwkoop in Rotterdam. Met Manchester City won Kevin De Bruyne alles wat er te winnen valt. Kenners spreken zich uit over onder meer zijn weergaloze traptechniek en fabuleuze inzicht. In ‘De Dag Dat Alles Misging’ kijken Sigi Lens en Edu Nandlal terug op de vliegtuigcrash in Suriname. Ze hebben de verschrikkelijke SLM-ramp overleefd die zich 35 jaar geleden heeft voorgedaan. Verder in de 140 pagina’s tellende editie deelt marathonloopster Anne Luijten haar bewogen jaar met de lezers. Ze liep de olympische limiet, trouwde, maar verloor ook haar trouwste fan: vader Jos. Zwemfenomeen Ian Thorpe blikt terug op zijn legendarische races en vriendschap met Pieter van den Hoogenband. Victoria Koblenko gaat in gesprek met Ranomi Kromowidjojo, drievoudig olympisch kampioen en zeventienvoudig wereldkampioen zwemmen. Kickbokslegende Peter Aerts, een grootheid in Japan, spreekt onder meer over het oprichten van zijn eigen bond LEGEND. Als laatste is de negentienjarige Collin Veijer de hoop van de Nederlandse motorsportfans, maar wie is hij?
Estavana Polman (31) is al jaren het gezicht van het Nederlandse vrouwenhandbal. Haar lichaam heeft de nodige klappen gehad. Ze wil nog ‘knallen’ op de Spelen in Parijs en volgend jaar op het WK in eigen land. Ze is niet alleen handbalster, maar ook moeder van Jesslynn, stiefmoeder van Damián en vriendin van Rafael van der Vaart. Bovendien heeft ze geproefd van televisiewerk. In aanloop naar het olympisch kwalificatietoernooi in Spanje (11-14 april) spreekt ze zich uit. “Tsja, het leven is weleens anders geweest,” zegt Estavana Polman over de afgelopen periode in Helden Magazine 71. “Het is saai op het moment. Elke dag hetzelfde. Dag in dag uit naar de sportschool, veel fietsen. Het is telkens weer een mentale strijd. Keer op keer moet ik mezelf oppeppen, zeggen: kom op Es, je kunt het. Ik heb in de achterliggende periode ook een paar keer gedacht: nu kap ik ermee.” Dertien jaar was Estavana toen ze debuteerde in de handbal-eredivisie, op haar achttiende stond ze in het Nederlands team. We zijn dertien jaar verder en ze kan zeggen dat ze goud, zilver en brons won op een WK, zilver en brons op een EK pakte en vierde werd op de Spelen van 2016. Estavana is een van de boegbeelden van de meest succesvolle Nederlandse handbalgeneratie ooit. Maar de jaren beginnen ook te tellen. Fysieke ongemakken zijn nooit ver weg als handbalster, maar na de geboorte van Jesslynn in 2017 heeft Estavana meerdere keren terug moeten vechten na flinke blessures. Zoals ze dat ook eerder in haar leven moest doen toen ze op haar zestiende twee gebroken ruggenwervels opliep bij een ernstig auto-ongeluk in Duitsland, toen zij met het gezin op weg was naar de vakantiebestemming. Eenzaam Ook afgelopen jaar in Boekarest, waar ze na meer dan tien jaar in Denemarken is neergestreken met haar dochter van inmiddels zes en vriend Rafael van der Vaart – met wie ze sinds 2016 samen is –, heeft ze weer veel moeten revalideren. Waarvoor ze het doet? Ze wil deze zomer dolgraag meedoen aan de Spelen en in Parijs een medaille pakken. Ook wil ze volgend jaar het WK in eigen land meemaken. “Laatst waren we met het Nederlands team op Papendal bij elkaar. Zij konden lekker trainen en ik moest weer op de fiets in het krachthonk. Ik was daar weer eens in m’n eentje. Het was er stil en donker, ik zag die rij fietsen en zag ook het bordje ‘nooduitgang’. Even dacht ik: verdwijn gewoon door die achterdeur, Es, waarom doe je het nog? ''Ik zag die rij fietsen en zag ook het bordje 'nooduitgang'. Even dacht ik: verdwijn gewoon door die achterdeur. Die eenzaamheid...'' Die eenzaamheid... Als je fit bent en alles gaat goed, dan heb je veel mensen om je heen. Maar als het niet goed gaat, hoor of zie je die mensen niet. Je moet zelf zorgen dat je terugkomt. Ik heb gelukkig mijn gezin dat me er doorheen sleept. Maar Rafael gaat niet met mij op de fiets zitten en Jesslynn houdt niet mijn hand vast als ik de gym in loop. Ik krijg er motivatie van dat ik weet dat ze thuis zijn als ik getraind heb, dat ik dan niet alleen ben. Met Raf kan ik er over praten en ik kan bij hem mijn frustraties afreageren. Dat is fijn. Maar uiteindelijk moet ik zelf die weg afleggen. Ik sta er alleen voor, heb mezelf de afgelopen tijd goed leren kennen. Ik ben eigenlijk al drie jaar bezig met revalideren. In 2020 scheurde ik mijn kruisband en een jaar later, vlak voor de Spelen, gebeurde dat opnieuw. Weg Spelen. Ondertussen speelde ook al het gezeik met mijn oude club Esbjerg, waar ik jarenlang mijn hele ziel en zaligheid had gegeven en ineens niet meer welkom was. Eind 2022 vertrok ik naar Rapid Boekarest. Ik heb even gespeeld, maar vorig jaar zomer moest ik weer een knieoperatie ondergaan. Toen ik eindelijk kon spelen, raakte ik tot twee keer toe geblesseerd aan mijn kuit. Eerst aan de ene, toen aan de andere. Als je boven de dertig bent, is een spierblessure zo vervelend. Het lijkt wel of ik in een soort carrousel zit. Al die blessures, het lijkt wel niet te stoppen. Op een gegeven moment ben je er wel klaar mee. Maar toch ga ik door. Dat is mijn karakter, dat zit in mij. Als je Jesslynn vraagt wat mama altijd zegt, zal ze antwoorden: ‘Geef nooit op.’ Ik ben zo opgevoed dat als iets de eerste keer niet lukt, het vast de tweede keer lukt. En anders de derde keer wel. En er speelt nog iets mee: ik wil niet zo stoppen. Ik ken een hoop sporters die hun laatste wedstrijd hebben gespeeld zonder dat ze het wisten. Die gedachte vind ik heftig. Zolang ik het nog kan opbrengen, zolang er nog hoop is, ga ik ervoor. Al weet ik al wel dat mijn knie nooit meer zal worden zoals hij was. Ik heb er altijd last van en vrees dat dit ook de rest van mijn leven zo zal blijven.” Helden Magazine 71 Het eerste gedeelte van het interview met Estavana Polman is afkomstig uit de tweede uitgave van 2024. De 71ste editie van Helden Magazine is voor het eerst in België te bewonderen! Deze mijlpaal wordt gevierd met twee verschillende sporters op de cover: Estavana Polman in Nederland en Wout van Aert in België. Alleskunner Wout van Aert laat dit jaar de Tour de France schieten en kiest voor het eerst voor de Giro d’Italia. De Belgische renner spreekt zich uit over het nieuwe traject, Mathieu van der Poel, Visma-Lease a Bike en de Olympische Spelen. In deze editie van Helden wordt er ook veel aandacht besteed aan voetbal. Esmee Brugts, bekroond als Talent van het Jaar, maakte afgelopen zomer een droomtransfer naar FC Barcelona. Experts laten zich daarnaast uit over Jerdy Schouten, de sleutelspeler van PSV, dat op weg is naar het landskampioenschap en het EK met Oranje in Duitsland. We blikken terug op de legendarische wedstrijd tegen Portugal tijdens het WK van 2006 met Khalid Boulahrouz en bezoeken verdediger Bart Nieuwkoop in Rotterdam. Met Manchester City won Kevin De Bruyne alles wat er te winnen valt. Kenners spreken zich uit over onder meer zijn weergaloze traptechniek en fabuleuze inzicht. In ‘De Dag Dat Alles Misging’ kijken Sigi Lens en Edu Nandlal terug op de vliegtuigcrash in Suriname. Ze hebben de verschrikkelijke SLM-ramp overleefd die zich 35 jaar geleden heeft voorgedaan. Verder in de 140 pagina’s tellende editie deelt marathonloopster Anne Luijten haar bewogen jaar met de lezers. Ze liep de olympische limiet, trouwde, maar verloor ook haar trouwste fan: vader Jos. Zwemfenomeen Ian Thorpe blikt terug op zijn legendarische races en vriendschap met Pieter van den Hoogenband. Victoria Koblenko gaat in gesprek met Ranomi Kromowidjojo, drievoudig olympisch kampioen en zeventienvoudig wereldkampioen zwemmen. Kickbokslegende Peter Aerts, een grootheid in Japan, spreekt onder meer over het oprichten van zijn eigen bond LEGEND. Als laatste is de negentienjarige Collin Veijer de hoop van de Nederlandse motorsportfans, maar wie is hij?

Autosport

De vijf gezichten van Tom Coronel

Het leven van Tom Coronel speelt zich af in de hoogste versnelling. Altijd, overal. Met een gerust hart kan hij de man met vijf gezichten genoemd worden: coureur, analist, ondernemer, entertainer en echtgenoot/ vader. Maar de kapstok waar alles aan hangt, is het racen. “Dat is waar ik iedere dag mijn bed voor uitkom.” Een monoloog voorafgaand aan een nieuw seizoen Formule 1, dat op 2 maart begint in Bahrein. De coureur “Ik heb een heel irritante prestatiedrang die ik goed kan gebruiken in de autosport en dan maakt het me niet uit waarin ik rijd, zolang het maar vier wielen heeft. Omdat ik het al 34 jaar doe, ken ik inmiddels alle trucjes wel. Ik weet zogezegd waar Abraham de mosterd haalt. Dat is ook het mooie aan racen, je verleert het nooit. Je moet alleen wel kilometers blijven maken om het gevoel scherp te houden, maar in principe word je niet langzamer. En dat blijkt nog altijd, gelukkig. Ik bedoel, ik ben 51 jaar, grijs en kaal, maar ik heb laatst in het Europees toerwagenkampioenschap weer een paar puppy’s laten zien dat je één ding never nooit moet doen: underestimate Tommy. Ik ben nog echt committed. En dat is de reden dat ik soms nog bijzondere dingen op de baan kan laten zien. Dat ik nog altijd zo gedreven ben, heeft een aantal redenen. Eén ervan is het reizen. Ik heb het reizen nodig. Dat is voor mij een soort verslaving. Ik ben in de eerste plaats een circuitdier. Als jij tegen mij zegt: ‘We gaan naar Barcelona’, dan denk ik niet aan die mooie gebouwen, musea of aan het strand. Nee, dan denk ik aan bocht negen. En als jij zegt Frankrijk, dan denk ik aan Paul Ricard. En bij Italië denk ik aan Imola of Monza. Racen is mijn referentie in het leven bij alles wat ik denk of doe. Er is niemand op de wereld die meer races rijdt dan ik. Bijna iedere dag ben ik wel op een circuit om te racen, les te geven, te testen of een presentatie te houden. Omdat ik verslaafd ben. Het is voor mij zowel levensbehoefte als levensstijl. Het racen, het reizen, de gezelligheid op het circuit; een beetje het zigeunerleven. Mijn teambaas François Verbist heeft al gezegd dat hij een zitje voor me vrijhoudt voor komend raceseizoen, in een oude Aston Martin. Vanaf 2001 rijd ik al toerwagens, maar ik wil nu GT’s gaan rijden. Een andere uitdaging. De toerwagens ken ik nu wel. Laatst op Monza was ik bij een test in mijn tweede ronde al twee seconden sneller dan de rest. Dan is het echt tijd voor iets anders. Ik heb mijn hele leven ook al GT’s gereden. In 2001 won ik vier GT-races. Dat is lang geleden, maar ja, een auto is een auto. Zolang je maar weet hoe je ’m de hoek om moet wurmen. Een GT is net even wat sterker, wat robuuster. Die moet je net even wat harder bij z’n ballen pakken. Dat lukt me wel.” Helden Magazine 70 Het eerste gedeelte van het interview met Tom Coronel komt voort uit het eerste nummer van 2024. Jutta Leerdam schittert op de cover van de zeventigste editie van Helden. Ze heeft een grote schare fans en volgers. Hoe kijkt ze naar zichzelf? En hoe kijken anderen naar haar. ‘’Echt, schaatsen staat bij mij altijd voorop.’’ In Helden Magazine 70 is er veel aandacht voor de wintersporten. Het jonge Amerikaanse fenomeen Jordan Stolz vragen we naar zijn geheim en de samenwerking met Irene Schouten en Jillert Anema. Shorttrackzusjes Xandra en Michelle Velzeboer veroveren samen de wereld, een dubbelinterview in aanloop naar de WK in Rotterdam. Collega-shorttracker Jens van ’t Wout ontmoet Victoria Koblenko. Daarnaast is er ook aandacht voor voetbal. Peter Bosz is met PSV hard op weg naar zijn eerste landstitel. De kans is groot dat PSV zijn laatste club is als trainer. Calvin Stengs is helemaal terug, schittert bij Feyenoord en Oranje. We gingen langs bij Calvin, zijn vriendin Beau de Boer – dochter van Frank de Boer – en zoontje Saint. Frits Barend eert Ruud Geels, de vaak verguisde spits die in november overleed en oud-voetballer Michael Mols spreekt over de tumor die in zijn hoofd werd ontdekt. Verder kwam wielrenner Milan Vader in 2022 zwaar ten val, lag in coma en keerde na een lange revalidatie terug aan de top, met dank aan vriendin Ilse Lutke die niet van zijn zijde week. Veldrijdster Fem van Empel is een multitalent, maar het is wel wennen dat iedereen haar vergelijkt met Mathieu van der Poel. Tallon Griekspoor is de beste tennisser van Nederland, we spraken hem samen met zijn broers Kevin en Scott in aanloop naar de ABN AMRO Open. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 70 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van jouw favoriete sporters? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.
Het leven van Tom Coronel speelt zich af in de hoogste versnelling. Altijd, overal. Met een gerust hart kan hij de man met vijf gezichten genoemd worden: coureur, analist, ondernemer, entertainer en echtgenoot/ vader. Maar de kapstok waar alles aan hangt, is het racen. “Dat is waar ik iedere dag mijn bed voor uitkom.” Een monoloog voorafgaand aan een nieuw seizoen Formule 1, dat op 2 maart begint in Bahrein. De coureur “Ik heb een heel irritante prestatiedrang die ik goed kan gebruiken in de autosport en dan maakt het me niet uit waarin ik rijd, zolang het maar vier wielen heeft. Omdat ik het al 34 jaar doe, ken ik inmiddels alle trucjes wel. Ik weet zogezegd waar Abraham de mosterd haalt. Dat is ook het mooie aan racen, je verleert het nooit. Je moet alleen wel kilometers blijven maken om het gevoel scherp te houden, maar in principe word je niet langzamer. En dat blijkt nog altijd, gelukkig. Ik bedoel, ik ben 51 jaar, grijs en kaal, maar ik heb laatst in het Europees toerwagenkampioenschap weer een paar puppy’s laten zien dat je één ding never nooit moet doen: underestimate Tommy. Ik ben nog echt committed. En dat is de reden dat ik soms nog bijzondere dingen op de baan kan laten zien. Dat ik nog altijd zo gedreven ben, heeft een aantal redenen. Eén ervan is het reizen. Ik heb het reizen nodig. Dat is voor mij een soort verslaving. Ik ben in de eerste plaats een circuitdier. Als jij tegen mij zegt: ‘We gaan naar Barcelona’, dan denk ik niet aan die mooie gebouwen, musea of aan het strand. Nee, dan denk ik aan bocht negen. En als jij zegt Frankrijk, dan denk ik aan Paul Ricard. En bij Italië denk ik aan Imola of Monza. Racen is mijn referentie in het leven bij alles wat ik denk of doe. Er is niemand op de wereld die meer races rijdt dan ik. Bijna iedere dag ben ik wel op een circuit om te racen, les te geven, te testen of een presentatie te houden. Omdat ik verslaafd ben. Het is voor mij zowel levensbehoefte als levensstijl. Het racen, het reizen, de gezelligheid op het circuit; een beetje het zigeunerleven. Mijn teambaas François Verbist heeft al gezegd dat hij een zitje voor me vrijhoudt voor komend raceseizoen, in een oude Aston Martin. Vanaf 2001 rijd ik al toerwagens, maar ik wil nu GT’s gaan rijden. Een andere uitdaging. De toerwagens ken ik nu wel. Laatst op Monza was ik bij een test in mijn tweede ronde al twee seconden sneller dan de rest. Dan is het echt tijd voor iets anders. Ik heb mijn hele leven ook al GT’s gereden. In 2001 won ik vier GT-races. Dat is lang geleden, maar ja, een auto is een auto. Zolang je maar weet hoe je ’m de hoek om moet wurmen. Een GT is net even wat sterker, wat robuuster. Die moet je net even wat harder bij z’n ballen pakken. Dat lukt me wel.” Helden Magazine 70 Het eerste gedeelte van het interview met Tom Coronel komt voort uit het eerste nummer van 2024. Jutta Leerdam schittert op de cover van de zeventigste editie van Helden. Ze heeft een grote schare fans en volgers. Hoe kijkt ze naar zichzelf? En hoe kijken anderen naar haar. ‘’Echt, schaatsen staat bij mij altijd voorop.’’ In Helden Magazine 70 is er veel aandacht voor de wintersporten. Het jonge Amerikaanse fenomeen Jordan Stolz vragen we naar zijn geheim en de samenwerking met Irene Schouten en Jillert Anema. Shorttrackzusjes Xandra en Michelle Velzeboer veroveren samen de wereld, een dubbelinterview in aanloop naar de WK in Rotterdam. Collega-shorttracker Jens van ’t Wout ontmoet Victoria Koblenko. Daarnaast is er ook aandacht voor voetbal. Peter Bosz is met PSV hard op weg naar zijn eerste landstitel. De kans is groot dat PSV zijn laatste club is als trainer. Calvin Stengs is helemaal terug, schittert bij Feyenoord en Oranje. We gingen langs bij Calvin, zijn vriendin Beau de Boer – dochter van Frank de Boer – en zoontje Saint. Frits Barend eert Ruud Geels, de vaak verguisde spits die in november overleed en oud-voetballer Michael Mols spreekt over de tumor die in zijn hoofd werd ontdekt. Verder kwam wielrenner Milan Vader in 2022 zwaar ten val, lag in coma en keerde na een lange revalidatie terug aan de top, met dank aan vriendin Ilse Lutke die niet van zijn zijde week. Veldrijdster Fem van Empel is een multitalent, maar het is wel wennen dat iedereen haar vergelijkt met Mathieu van der Poel. Tallon Griekspoor is de beste tennisser van Nederland, we spraken hem samen met zijn broers Kevin en Scott in aanloop naar de ABN AMRO Open. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 70 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van jouw favoriete sporters? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.

Atletiek

Dafne Schippers: ‘Het was één grote rollercoaster’

Dafne Schippers haalde als meerkampster én sprintster de absolute top. Op 26 september zette het atletiekicoon een streep onder haar carrière. Samen met haar ouders Ernst en Karen, zus Sanne en broer Derek blikt ze terug en kijkt ze vooruit naar het volgende hoofdstuk in haar leven. Hond Keet wordt naar de gang gedirigeerd zodat ze niet voor afleiding zorgt tijdens het gesprek. Het hele gezin gaat naast elkaar op de bank van het ouderlijk huis zitten. Boven hen hangt een foto van de brug die de naam draagt van de jongste telg van het gezin. De Dafne Schippersbrug bevindt zich op een paar honderd meter van de plek in Utrecht waar ze opgroeide. Dit is waar ze als tiener de bekers en medailles die ze won bij wedstrijden verzamelde op haar slaapkamer, waar ze zich later veilig en onbespied waande toen iedereen naar haar keek door haar ‘on-Nederlandse’ successen. Het is ook de plek waar Dafne terugblikt op een indrukwekkende carrière, een die haar wereldtitels, Europese titels, een olympische medaille en faam over de hele wereld bracht. Dafne: 'Sinds ik ben gestopt, ben ik nog geen dag pijnvrij geweest. Ik ga ervan uit dat mijn klachten minder worden met de jaren, maar er is wel blijvende schade' Hond Keet wordt naar de gang gedirigeerd zodat ze niet voor afleiding zorgt tijdens het gesprek. Het hele gezin gaat naast elkaar op de bank van het ouderlijk huis zitten. Boven hen hangt een foto van de brug die de naam draagt van de jongste telg van het gezin. De Dafne Schippersbrug bevindt zich op een paar honderd meter van de plek in Utrecht waar ze opgroeide. Dit is waar ze als tiener de bekers en medailles die ze won bij wedstrijden verzamelde op haar slaapkamer, waar ze zich later veilig en onbespied waande toen iedereen naar haar keek door haar ‘on-Nederlandse’ successen. Het is ook de plek waar Dafne terugblikt op een indrukwekkende carrière, een die haar wereldtitels, Europese titels, een olympische medaille en faam over de hele wereld bracht. Dat hoofdstuk werd op 26 september afgesloten. Niet alleen voor Dafne, maar ook voor haar ouders Ernst en Karen, in het dagelijks leven fysiotherapeut in zijn eigen praktijk en onderwijzeres op een basisschool, zus Sanne, net als haar moeder lerares in het basisonderwijs, en broer Derek, met zijn bedrijf First of All manager van Dafne en andere topsporters. “Wat ik het mooiste moment uit de carrière van Dafne vond?” herhaalt Ernst de vraag, “Het meest voor de hand ligt om haar eerste wereldtitel, op de 200 meter in Beijing, te noemen. Maar ik vond de zilveren medaille op de 100 meter, een paar dagen eerder, de grootste verrassing. Dafne had nog niet zo lang daarvoor de meerkamp ingeruild voor de sprint. We wisten dat ze goed was, maar zo goed... Ach, er zijn zoveel hoogtepunten. Mij schiet ook meteen de vierde plaats op de meerkamp bij de EK junioren in Novi Sad te binnen in 2009. Een jaar later was de WK junioren in Canada. We hadden eerst een rondreis gemaakt met het gezin. Dat toernooi ging fantastisch. Na de 200 meter, het laatste onderdeel van dag één, pakte ze de leiding en stond die niet meer af. Ik dacht: we hebben nu een wereldkampioen, vanaf nu is alles anders. Bij thuiskomst was er niets veranderd. De megaverandering kwam bij de WK in Beijing in 2015.” Sanne: “Ik vond de eerste keer dat Dafne meedeed aan de Spelen, in 2012, zo gaaf. Mijn ouders en Derek zijn bij heel veel wedstrijden geweest, ik niet. Maar in Londen was ik erbij toen Dafne meedeed aan de meerkamp. Het Olympisch Stadion zat helemaal vol, iets van 80.000 mensen.” Dafne: “Die zaten er ook omdat die dag de finale van de 100 meter was met Usain Bolt.” Sanne: “Als de meerkampers in actie waren, moedigden de Britten vooral hun landgenote en favoriet Jessica Ennis aan. Voor de 200 meter van de meerkamp was ik heel zenuwachtig, we dachten: Dafne gaat die gewoon pakken. En die won ze ook. We stonden echt keihard te juichen. Eerst de spanning, daarna de ontlading; zo tof. Het was niet eens je beste meerkamp, maar doordat ik erbij was, besefte ik wel dat het heel bijzonder en indrukwekkend was wat mijn zusje deed. ” Karen: “Ik kies van alle indrukwekkende momenten toch de 200 meter in Beijing. Dafne werd daar als eerste Nederlandse atlete wereldkampioen. De impact was zo groot. Daarna was alles anders. Ook voor ons. De tweede plek op de 100 meter was ook hartstikke mooi, maar wereldkampioen... Dat is van een andere orde. En dan ook nog in een tijd van 21,63, op dat moment de derde tijd ooit gelopen. Het was ook zo close met Elaine Thompson, we stonden te gillen op de tribune, zo van: wat doet ze nou? We werden daarna meteen door haar sponsor mee op sleeptouw genomen, meegenomen in een wereldje dat wij helemaal niet kenden.” Derek: “Toen Dafne tweede werd op de 100 meter, dacht ik al: wauw, dit is echt wel groot. En toen werd ze wereldkampioen in die fantastische tijd. Zo mooi. En wat een gekte daarna. Op Schiphol was het afgeladen vol toen Dafne terugkwam. Oma werd nog aan de kant gebeukt door een fotograaf die een foto wilde maken. Wat een chaos.” Dafne: “De bronzen WK-medaille op de meerkamp in Moskou in 2013 was heel bijzonder. Dat was eigenlijk een onmogelijke opdracht, toch lukte het. Maar ik kan ook niet anders bedenken dan Beijing als hét hoogtepunt. Wat ik toen allemaal meemaak- te, daarvan schieten nog geregeld flitsen door mijn hoofd. Ik denk dan niet aan het moment dat ik net over de finish kwam, want ik voelde me – zeker op de 200 meter – vaak naar door de inspanning. Het duurde daardoor vaak wat langer voordat de pure blijdschap kwam. Wat ik me nog heel goed herinner is dat ik, tijdens mijn warming-up voor de finale van de 100 meter, twee oefenstarts deed in het bijzijn van mijn coach Bart Bennema, de latere coach Rana Reider, die toen al in dienst was van de bond, en de sportarts. Het hele warming-upveld was leeg, op de acht atleten na die nog het laatste nummer van de avond moesten lopen. Ik wist niet wat ik moest verwachten, had het nog nooit meegemaakt. Ik maakte die twee oefenstarts en zag allebei de coaches vol verbazing weglopen. Ze zeiden: ‘Dat was onmogelijk, zo’n start heb je nog nooit laten zien. En dat voor de finale.’ De uitdrukkingen op hun gezichten gaven me zo’n boost en het gevoel dat er best iets mogelijk kon zijn, nam ik mee naar het startblok. Ik werd tweede en om mij heen stond iedereen te springen. Dat was het moment dat ik dacht: ik doe niet alleen mee, het is ook echt goed wat ik doe. En ik wist: de 200 meter, mijn beste onderdeel, moet nog komen.” Ernst: “In de series en halve finales keek Dafne al om zich heen, ze hield al in voor het einde. Zo van: oké, dit is wel genoeg. Daardoor hadden wij al het gevoel dat ze echt mee ging doen. Die opwaartse lijn was al ingezet bij de WK van 2011 in Daegu. En misschien zelfs al bij de junioren, toen was Dafne al zo zeker van zichzelf op de baan. Maar in 2011 was ze nog meerkampster, ze had besloten op de WK alleen de 200 meter te lopen, waarvoor ze zich ook had gekwalificeerd. In de series wist ze Allyson Felix te verslaan, de koningin van de 200 meter. Daar stond iedereen versteld van.” Derek: “Tot en met Beijing was alles alleen maar euforie en mooi meegenomen. Dafne had net de overstap gemaakt van de meerkamp, alles was toen nog een verrassing.” Dafne: “De verwachting was dat ik een paar jaar nodig had om te groeien als sprinter, maar een paar maanden na de overstap was ik al wereldkampioen.” Derek: “Het grappige is dat ze amper nog specifiek getraind als sprinter. Dafne liep van nature en vanuit ontspanning zo hard. Maar na dat WK van 2015 was ook meteen het ongedwongene weg, ik had al snel het gevoel: als ze het de volgende keer maar weer waarmaakt. Laat staan hoe dat voor Dafne moest voelen. Ineens werd alles afgemeten aan de tijden die ze in Beijing had gelopen. Alsof het daarna alleen maar tegen kon vallen als ze niet won of niet in de buurt kwam van haar snelste tijden. Als gezin ervoeren wij die druk ook. Twee jaar later in Londen maakte Dafne het weer waar, werd ze opnieuw wereldkampioen op de 200 meter en pakte ze brons op de 100 meter. Je vergeet bijna hoe uniek die prestatie was. Omdat wij ook opluchting voelden dat ze de hoge verwachtingen had waargemaakt. We dachten telkens: zal ze het weer doen? En ik dacht dan ook al: wat als ze het niet haalt?” Sanne: “Maar die druk legde ze zichzelf ook op. We wisten dat Dafne teleurgesteld was als het niet was waarop ze had gehoopt, als de tijd tegenviel. Terwijl ik het dan eigenlijk nog steeds fantastisch vond wat ze deed.” Derek: “In die fase telde er maar één ding voor haar: winnen. En dat voelden we allemaal.” Ernst: “Dafne was in 2016 op haar allerbest. Ze had een superjaar. In de Diamond League-wedstrijden was ze superieur.” Derek: “Vlak voor de Spelen was ook nog de EK in Amsterdam, waarop Dafne de 100 meter won en goud pakte op de 4x100 meter estafette. Eigenlijk was dat een soort tussendoortje. Het was vooral leuk om mee te doen, in eigen land, in een vol Olympisch Stadion. Atletiek kreeg in Nederland voorheen nooit zoveel aandacht, maar toen wel. Toen ik laatst heel veel filmpjes bekeek voor een compilatievideo voor het afscheid van Dafne kwam ik die beelden ook tegen. Dat was ook zo vet, maar in dat jaar stond alles vooral in het teken van de Spelen in Rio.” Ernst: “Toen ging het bij een training vlak voor de start van de olympische 100 meter mis. Het schoot in haar lies. Ik had Dafne aan de lijn en vroeg hoe het ging. ‘Niet zo goed,’ antwoordde ze.” Dafne: “Ze gaven me tien procent kans om te starten.” Derek: “Ze kon uiteindelijk gelukkig nog wel starten, werd vijfde op de 100 meter en pakte een paar dagen later zilver op de 200 meter. Na afloop smeet Dafne haar schoen op de baan. Dat moment is geregeld teruggekomen. Sommige mensen, vooral van buiten de sport, snapten die reactie niet na een zilveren medaille op de Spelen. Dafne was zo in vorm en dan schoot het vlak voor de start van het olympisch toernooi in haar lies. Wij snapten die teleurstelling heel goed.” Dafne: ‘Sinds ik ben gestopt, ben ik nog geen dag pijnvrij geweest. Ik ga ervan uit dat mijn klachten minder worden met de jaren, maar er is wel blijvende schade’ Serena en Nadal Onder het motto: het ijzer smeden als het heet is – en omdat ze het allebei natuurlijk heel leuk vonden – presenteerde Sanne met haar zes jaar jongere zus in 2017 het kookboek Dafne Likes, waarin heel veel gezonde recepten waren opgenomen. Gelijktijdig werd de website en Instagram-pagina Dafne Likes gelanceerd. Sanne: “Dafne was heel erg met gezonde sportvoeding bezig en ik vond het ook leuk en interessant. We houden allebei van koken en lekker eten. Daarnaast vond ik het leuk om te schrijven, een website te bouwen en sociale media te onderhouden. Eigenlijk ben ik spontaan dingen op gaan schrijven en posten over hoe Dafne bezig was met voeding. Dat werd heel serieus opgepikt, er kwam een sponsor bij en uitgevers toonden interesse. Het werd een steeds groter project. Het was leuk, once in a lifetime, maar ik voelde best wat druk om het goed te doen, vanwege de grote belangstelling doordat Dafne eraan verbonden was. Ik wilde elke week een stuk schrijven en dat moest er ook nog goed uitzien. Het werd een deel van mijn werkweek. Destijds deed ik ook nog redactiewerk voor televisie, in die tijd voor het programma Sterren op het doek.” Dafne: “Het was echt Sanne haar ding, maar het werd ook wat lastig combineren met haar baan en het moederschap.” Sanne: “Op een gegeven moment vond ik het ook niet meer natuurlijk voelen om vanuit Dafne stukken te schrijven en ben ik gestopt. Daarna ben ik de lerarenopleiding gaan doen en inmiddels sta ik dus voor de klas.” Een blonde vrouw die zich nestelde tussen de tot dat moment overwegend donkere wereldtop op de sprint; na de WK in Beijing stonden de grootste merken op de stoep met sponsorovereenkomsten. Dafne werd een ‘merk’ en had dagelijks begeleiding nodig. Derek, die internationale betrekkingen had gestudeerd in Amsterdam en daarna in een commerciële functie had gewerkt, stelde voor om manager te worden van zijn vier jaar jongere zus. Dafne stemde daar meteen mee in. Derek: “Er kwam in één klap zoveel op Dafne af. Grote merken lieten haar businessclass naar Parijs of Los Angeles vliegen voor grote fotoshoots. Er waren billboards met Dafne te zien in Amsterdam, maar ook in bijna alle grote steden, van New Delhi tot New York. Voor haar toenmalige sponsor Nike zat ze in een wereldwijde campagne met sportgrootheden als Rafael Nadal, Serena Williams en NBA-basketballers. Achteraf is Dafne dat ook veel meer gaan waarderen, maar toen was het vooral heel hectisch. Ondertussen moest ze ook trainen en haar rust nemen en dan helpen al die jetlags niet.” Dafne: “Ik dacht vooral aan de tijd die ik overal aan kwijt was. Als je twee dagen in een vliegtuig zit, terwijl je in je hoofd hebt dat je eigenlijk zou moeten trainen, dan ben je op dat moment niet heel blij.” Derek, lachend: “Dafne was trouwens ook gevraagd om in Madrid een campagne met Cristiano Ronaldo te doen. Die ging uiteindelijk niet door. Als groot voetballiefhebber vond ik dat toen wel jammer.” Dafne: “Het was één grote rollercoaster.” Derek: “Dat ik Dafne ging helpen, was vooral omdat ik mijn zus meer rust gunde.” Dafne, lachend: “Dereks bijnaam werd ‘Chef Nee’.” Derek: “Dafne had ervoor gekozen om knetterhard te lopen, daar haalde ze haar voldoening uit.. Ineens werd van haar ver- wacht dat ze zich goed kon representeren, dat ze goed haar verhaal kon doen in de media, dat ze fotogeniek was en dat ze haar volgers en fans een inkijkje gaf in haar dagelijks leven op social media. Dafne moest eigenlijk ineens veel meer zijn dan een atleet. En tegelijkertijd wilde iedereen wat van haar. Ik moest haar echt in bescherming nemen, tegen heel veel dingen ‘nee’ zeggen.” Dafne: “Als ik naar de supermarkt ging, sprak iedereen me aan. Het was tegelijkertijd natuurlijk ook heel mooi en bijzonder.” Karen: “Ernst en ik waren er om haar te steunen.” Ernst: “En we probeerden haar te ontzorgen.” Karen: “Dafne was in die tijd ook graag thuis, daar kon ze de rust vinden. En ze sparde met ons, want er moesten heel veel beslissingen genomen worden. Maar ja, waar konden wij haar eigenlijk mee helpen? Het was zo’n gekkenhuis. En wij zijn ook maar gewoon een doorsneegezin. Tegelijkertijd genoten Ernst en ik ook van alles wat Dafne en wij meemaakten.” Maakten jullie je af en toe zorgen om Dafne? Karen: “Zeker. Je wil je kind gelukkig zien. Het is niet zo dat ze dat niet was, hoor, maar er kwam ineens zoveel op haar af.” Dafne: “Ik ben iemand die het liefst op de achtergrond is, moest echt leren om met al die aandacht om te gaan.” Karen: “Ik vond niet dat ze in haar schulp kroop, maar Dafne kwam ook niet altijd even gelukkig over.” Dafne, lachend: “Ik was niet altijd de gezelligste, nee. Ik kan wel in m’n schulp kruipen als het moeilijk wordt, maar thuis was ik wel altijd een open boek.” Karen: “Ik heb af en toe gedacht: is dit het allemaal waard? Wij zijn er als gezin in meegezogen. Toen Dafne net was begonnen met atletiek werd er al gezegd: ‘Ze is wel heel goed.’ Wij antwoordden dan: wacht maar af als ze ouder wordt. Maar die drive bleef ze houden. Soms zeiden we: blijf vanavond gezellig thuis, dan gaan we een hapje eten met elkaar. Maar dan zei Dafne resoluut: ‘Nee, ik ga trainen.’ Daar was niets tegen in te brengen.” Ernst: “We hebben haar nooit hoeven stimuleren, het kwam helemaal uit Dafne zelf.” Er is geen cursus voor hoe om te gaan met plotselinge bekendheid. Hoe heeft de roem jou gevormd? Dafne: “Ik denk dat ik de afgelopen twee of drie jaar daar helemaal mijn weg in heb gevonden. Ik raakte gewend aan de aandacht en kon er ook veel meer van genieten. Ik vind het ook echt leuk als mensen op me afstappen, maak dan graag een praatje en krijg daar juist energie van. Ik heb er veel minder moeite mee om op de voorgrond te treden.” Heb je daar ook hulp bij gehad? Dafne: “Nee, dat is langzaamaan zo gegroeid. Door de coronapandemie is de trein even stil komen te staan. Daardoor kwam er rust, kon ik ook op de resetknop drukken.” Hoe raar is het om over een brug te fietsen of lopen die de naam van je dochter draagt? Ernst, lachend: “Heel bijzonder. Toen die brug kwam, was er een wedstrijd aan gekoppeld. Wat moest de naam worden van de brug? We hoorden dat Dafne ook werd genoemd. Als trotse ouders dachten wij: dat mag ook best wel, ze heeft het wel verdiend met haar bijzondere prestaties.” Dafne: “Het is vooral raar dat de Dafne Schippersbrug in Utrecht nu een begrip is.” Karen: “Toen wij hier ongeveer twintig jaar geleden kwamen wonen in de wijk, was er al sprake van dat de brug er zou komen. Wij moesten stemmen of we die brug wilden hebben, wetende dat het daardoor veel drukker zou worden met fietsers door de straat.” Lachend: “Wij hebben destijds tegen gestemd.” Hoe vreemd was het om met je zusje of dochter over straat te lopen en dat ineens iedereen met het hoofd draaide als jullie passeerden? Sanne: “Heel bijzonder. Als we door de stad liepen, was dat continu het geval. Als we in een restaurant waren, kwamen mensen op Dafne af voor foto’s en handtekeningen. Meestal vond ze dat prima, nam ze ook de tijd voor mensen. Maar af en toe wilde ze ook even met rust gelaten worden en lekker wat eten.” Derek, lachend: “Het was wel apart als mensen ongegeneerd zonder te vragen een foto van haar maakten als ze aan het eten was.” Dafne, lachend: “Ja, dan krijg je heel charmante foto’s.” Karen: “We zijn vandaag samen de stad in geweest en nog steeds kijkt iedereen om of spreekt haar aan.” Dafne: “Nu ik gestopt ben, komen mensen op me af om me te bedanken voor wat ik heb gedaan. Dat vind ik zo leuk om te horen en het is zo mooi om die waardering te voelen.” Karen: “Er was iemand die helemaal volschoot toen ze Dafne bedankte.” Dafne: “Superlief natuurlijk.” Was het ook weleens lastig dat heel veel aandacht naar Dafne uitging? Derek: “Ze deed iets unieks, wij konden allemaal heel goed accepteren dat mensen daar enthousiast op reageerden. Dan was het niet erg om te worden gezien als ‘de broer van’. Ik wist ook dat het tijdelijk was, dat de situatie weer normaler zou worden zodra Dafne stopte met atletiek. Doordat ik altijd wist dat het tijdelijk was, wilde ik ook heel graag alles in het werk stellen om ervoor te zorgen dat Dafne werd ontzorgd, zodat ze zich kon focussen op haar sport. En dan was ik maar even...” Dafne, lachend: “De boeman.” Sanne: ‘We wisten dat Dafne teleurgesteld was als het niet was waarop ze had gehoopt, als de tijd tegenviel. Terwijl ik het dan eigenlijk nog steeds fantastisch vond wat ze deed’ Derek: “Ja, af en toe moest ik even de bad cop spelen. Ik vond dat dat er gewoon bij hoorde.” Sanne: “Ineens werd ik ook voor interviews gevraagd. In Rio moest ik voor Campina een campagne doen met Herre Zonderland, de broer van Epke die ook ambassadeur was. Ik dacht: huh, ik? Heel spannend, maar ook erg leuk. Ik genoot er eigenlijk wel van om ook een beetje in the picture te staan. Ook ik wist dat het iets tijdelijks was, dat we niet voor altijd in de spotlights zouden staan. Wat Derek heeft, had ik ook: ik vond het ook niet erg om gezien te worden als ‘de zus van’. We hadden allemaal gewoon ons eigen leven. Ik ging weer studeren, werd in die tijd moeder van drie zoons. Ik heb nooit gehad als ik naar Dafne keek: dat had ik ook gewild.” Kwamen er trouwens vaak kinderen aan de deur die vroegen om een handtekening van Dafne? Karen: “Dat viel wel mee. Ik ben leerkracht hier in de wijk. Natuurlijk werd er vaak naar Dafne gevraagd. Ik had een afspraak, zei: Dafne komt één keer in het jaar in de klas en dan mogen jullie alles aan haar vragen.” Sanne: “Ze vragen bij mij in de klas nog steeds naar Dafne, hoor.” Karen: “Ik zei vaak: aan het einde van het jaar gaan we weer even kijken of ze tijd heeft.” Dafne, lachend: “En dan zei ik tegen m’n moeder: dan moet je mijn manager even bellen.” Derek: “Ik kreeg soms ook van die bijzondere mailtjes, van mensen die mij of iemand uit het gezin nog kende van vroeger en zo hoopten om Dafne te spreken of ergens voor te vragen.’” Karen, lachend: “Wij kregen ook ineens berichtjes van vrienden die we jarenlang niet hadden gezien en die ineens contact opnamen toen Dafne het zo goed deed. Die wilden afspreken en dan zei ik tegen Ernst: we zijn plotseling heel populair.” Onder embargo Haar eerste successen bereikte Dafne onder de vleugels van Bart Bennema. Na de Spelen van Rio in 2016 besloot ze met Rana Reider in zee te gaan om na twee jaar terug te keren bij Bennema. In aanloop naar de Spelen in Tokio, in 2021, kreeg Dafne serieuze rugproblemen. De oorzaak? Schade aan haar tussenwervelschijven. Met aangepaste trainingen en rust leerde ze leven en sprinten met een kwetsbare rug. Na de Spelen in Tokio, waar ze de 100 meter liet lopen en op de 200 meter strandde in de halve finale, besloot Dafne om Papendal te verruilen voor Haarlem en met een nieuwe coach, Wigert Thunnissen, te gaan trainen. Met krachttrainers focuste ze zich op een sterke rug. In 2022 had ze de stijgende lijn te pakken, maar tien dagen voor de EK in München liep ze een breuk op in een ruggenwervel. Karen: “Ze was helemaal terug bij af.” Dafne: “Ik liep al zo lang rond met klachten, maar in Haarlem kwam ik weer redelijk in de buurt van mijn oude tijden. Ik wilde mezelf zo graag weer laten zien op de EK. Na die breuk dacht ik: ga ik nu dan opgeven? Iedere keer verlegde ik die grens en wilde ik het blijven proberen.” Derek: “In haar hoofd wilde ze nog zo graag. Toen er werd geconstateerd dat haar rug slecht was, wilden we met zijn allen kijken wat de opties zouden zijn om Dafne terug te krijgen op haar oude niveau, waar ze zo naar snakte.” Ernst: “Haar snelheid had ze terug, ze was weer ver gekomen, maar op het moment dat Dafne weer in dat startblok moest, ging het fout. Haar wervels konden de kracht die zij heeft niet aan. Die kracht is zo groot, dat ze het dus zelfs voor elkaar kreeg om er een te breken. Artsen hadden niet eerder gezien dat dat kon. Ze was te sterk voor haar lijf op dat moment. We hebben een heel lange medische zoektocht gehad. Al veel eerder, toen bekend werd dat ze rugklachten had, kwamen er uit ongelooflijk veel hoeken opties om het te behandelen.” Derek: “Nog steeds bieden specialisten zich aan, die allemaal dé oplossing hebben om haar volledig pijnvrij te kunnen krijgen.” Dafne: “Maar opereren is helaas geen optie.” Sanne: “Ik had sterk het gevoel dat stoppen goed zou zijn voor haar eigen geluk. Daar heb ik het ook weleens met haar over gehad. Ik snapte heel goed dat ze het wilde blijven proberen, maar gunde haar de rust van een ander leven. Van ontspanning, liefde, samenzijn.” Karen: “We gunden haar tegelijkertijd die laatste kans om op haar oude niveau terug te keren ook enorm.” Tijdens een vakantie op Texel deze zomer kwam het besef bij Dafne dat het mooi was geweest. Dafne: “Ik besloot met jullie mee te gaan en me op Texel voor te bereiden op de wedstrijden die op de planning stonden. Ik stond daar elke dag op de atletiekbaan, maar elke ochtend protesteerde mijn lijf. Ik had een dubbele achillespeesontsteking, moest eerst een half uur voorzichtig inlopen voordat ik überhaupt aan mijn training kon beginnen. Aan alles voelde ik: dit wil ik niet meer. Ik had al zo lang pijn, ging er geen lol meer uithalen. Bovendien moest ik nog heel wat stappen maken voordat ik weer mee kon doen met de wereldtop. Ik had me vast nog kunnen plaatsen voor de Olympische Spelen volgend jaar, hoor, maar ik heb altijd gezegd: als ik meedoe, dan wil ik ook mee kunnen strijden met de wereldtop. Op Texel merkten mijn ouders dat ik twijfelde, maar ik heb toen nog niet expliciet uitgesproken dat ik zou stoppen. Zelfs op Texel had ik nog even hoop dat het goed zou komen. Ik voelde van iedereen in ons gezin al wel dat ze mij niet meer op die manier wilden zien strijden. De afgelopen twee jaar heb ik alles gegeven, tot het laatste moment wilde ik ervoor gaan. Maar langzaam kwam toch het besef dat mijn lichaam echt niet meer wilde.” Derek: “Ik vond het goed om samen door te gaan, als Dafne maar gelukkig was. Ik wilde haar helpen om te ontdekken of er nog kansen waren om met medici om de tafel te gaan, maar ik heb nooit gepusht om door te gaan. Dat moest ze echt zelf uitzoeken en bedenken. Ik kon wel zien dat het misschien beter was om te stoppen, maar die beslissing moest Dafne echt zelf maken.” Ernst: “Ik vond het knap hoe Derek dat deed, want hij had er ook belang bij dat Dafne door zou gaan.” Derek: “Dat heb ik nooit zo gevoeld.” Dafne, lachend: “En precies daarom werkten wij ook samen.” Karen: “Het maakte niet uit wat wij vonden, zij moest die beslissing nemen.” Dafne: “Ik wist dat iedereen in ons gezin hoe dan ook achter mijn keuzes zou staan. Op sommige momenten had ik zelfs zoiets van: zeg nou gewoon dat ik moet stoppen, dan weet ik dat het goed is.” Derek: “Ik was in gesprek met een videoproductiemaatschappij. Het was allemaal heel erg onder embargo, maar ik wilde wel dat er een mooie compilatievideo klaar zou liggen om met een knaller eruit te kunnen gaan op het moment dat ze het besluit had genomen. Maar ik kon tegen dat bedrijf nooit met zekerheid zeggen wanneer dat dan precies zou zijn. Misschien wordt het wel na Parijs, zei ik, maar dan hebben we in ieder geval al wat liggen.” Ernst: “Uiteindelijk nam je de beslissing kort na de vakantie op Texel.” Dafne: “Ik was op, was zo moegestreden, was die pijn zo zat.” Jij bent een pionier geweest in de Nederlandse atletiek. Hebben wij in Nederland onvoldoende doorgehad hoe je als topsprintster met je lichaam om moet gaan? Dafne: “Het is lastig als je de eerste bent en geen voorbeelden hebt. Aan de andere kant: iedereen volgt zijn eigen weg en maakt zijn eigen fouten. Ik hoop dat een nieuwe generatie hiervan kan leren.” Ernst: “Sprinten is traumatisch voor een lichaam. Er zijn heel weinig andere sporten die zoveel van je lichaam en gewrichten vraagt. De Jamaicaanse topsprinter Shelly-Ann Fraser-Pryce werd eens gevraagd wat ze van Dafne dacht en of ze advies had. Zij zei toen: ‘Dafne moet vooral zorgen dat haar lichaam niet kapotgaat en ze moet niet te hard trainen.’” Dafne: “Ik heb niet altijd even goed geluisterd naar mijn lijf, dacht vaak: ik ram door, het komt wel goed. Ik wilde beter worden, daarvoor moest ik voor mijn gevoel nog harder werken, nog meer afzien. Met Bart Bennema vormde ik een goede combinatie: hij remde mij af. Dat had ik met Rana Reider daarna minder, hij dacht vaak ook: ga maar door. Daar ben ik op stuk gegaan.” Derek: “Dafne had ook niet in alle opzichten de professionele omgeving die je had moeten hebben. De Jamaicanen nemen hele teams mee naar wedstrijden: coaches, fysiotherapeuten, masseurs. Alles om een sporter te ontzien. Wij liepen vaak met zijn tweeën op een warming-upbaan. Het heeft vaak met financiën te maken, maar het zegt ook wel wat over Nederland. Ons land was er niet klaar voor om zulke grote sporthelden maximaal te faciliteren.” Dafne: “Toch zie je uiteindelijk ook veel Jamaicanen stukgaan. Shelly-Ann is de uitzondering. Sprinters hebben vaak maar een paar jaar om te laten zien wat ze kunnen, daarna is hun lichaam op. Sinds ik ben gestopt, ben ik nog geen dag pijnvrij geweest. Maar ik heb gisteren gewoon nog gepadeld met Derek, hoor, ik wil leuke dingen blijven doen en probeer het daarom soms te negeren.” Derek, lachend: “Ik had wat pijnlijke knieën na een zaalvoetbalwedstrijd. Jij bent pas 31 en ik 35, maar als twee kreupelen liepen we die baan op.” Dafne: “Ik ga ervan uit dat mijn klachten minder worden met de jaren, maar er is wel veel schade. Tussenwervelschijven fungeren als een soort sponsjes om klappen op te vangen, maar die heb ik bijna niet meer.” Legacy ‘The race stops here.’ Op 26 september maakte Dafne via Instagram bekend te stoppen. Dafne: “Het was een opluchting, maar het voelt soms ook nog alsof ik een lange vakantie heb en over een paar weken weer moet beginnen. Ik moet de rust nog vinden.” Een stortvloed aan reacties volgde. Ook haar concurrenten, onder wie de Britse Dina Asher-Smith, wereldkampioene op de 200 meter in 2019, en Shelly-Ann Fraser-Pryce, meervoudig wereld- en olympisch kampioen sprint, reageerden met mooie woorden. Dafne: “Ik kreeg weer een beetje dat overweldigende gevoel van na mijn wereldtitel in Beijing in 2015. Ik kreeg zoveel positieve berichten.” Derek: “Heel bijzonder, vooral die van haar concurrenten. Die zijn niet altijd even toegankelijk als je ze tegenkomt rondom wedstrijden.” Karen: “Ik vind het heel mooi dat Dafne zoveel waardering kreeg nadat ze bekendmaakte te stoppen, daar hoopte ik ook heel erg op, maar deze grote impact had ik niet verwacht. Ook omdat ze de laatste twee jaar al niet heel erg meer in beeld was. Wij wisten niet wat er zou gebeuren, hadden misschien ook een beetje valse bescheidenheid. Al die reacties deden me zo goed.” Ernst: “Het verzachtte de teleurstelling.” Karen: “Ik wist toen ook: ze zullen Dafne echt niet zo snel vergeten, ze heeft geschiedenis geschreven. Die waardering gaf ons ook het gevoel dat ze kreeg wat ze verdiende.” Sanne: “Dat gunden wij haar ook enorm. Tijdens haar carrière is Dafne soms vergeten te genieten, dat zit ook in haar karakter. De een gunt zichzelf dat meer dan de ander.” Karen: “Het is topsport eigen, altijd maar doorgaan. Ik kijk weleens met een soort jaloezie naar de nieuwe generatie atleten. Die lijkt successen iets meer te vieren dan Dafne ooit heeft gedaan. Ik had haar meer plezier gegund. Nadat ze in Londen in 2017 voor de tweede keer wereldkampioen werd, dacht ik: meisje, kom op, je moet dit vieren. Ze was alweer bezig met het volgende doel. Ik kon het wel tegen haar zeggen, maar praatte dan toch tegen een muur.” Derek: “Het kan zijn dat ze er tijdens haar carrière te weinig van heeft genoten.” Lachend: “Gelukkig heeft ze nog best een lang leven voor zich om ervan te kunnen genieten.” Dafne zette met haar prestaties de Nederlandse atletiek op de kaart. Ze was in 2013 de eerste Nederlandse vrouw die een WK-medaille veroverde door brons te pakken op de meerkamp. Twee jaar later werd ze ook de eerste Nederlandse wereldkampioene, iets wat ze in 2017 dus weer flikte. Ernst: “Het is prachtig dat andere atleten door Dafne gingen denken: het is mogelijk om als Nederlandse atleet wereldkampioen te worden. Maar ik vind ook dat je het niet moet vergelijken met andere atletiekonderdelen.” Sanne: “Het gaat ook om durven dromen.” Ernst knikt: “Ze heeft laten zien dat het als Nederlander mogelijk is om ergens de beste in te zijn. Femke Bol is superieur op de 400 meter horden, Sifan Hassan doet het ook fantastisch.” Derek: “De aandacht voor Dafne is altijd overweldigend geweest. Ik heb er altijd heel dicht bovenop gezeten, las en zag alles. Als iemand als Johan Derksen dan op tv roept: ‘Femke Bol heeft Dafne nu wel ingehaald.’ Of: ‘Femke heeft een smaller figuur waardoor ze sneller kan lopen.’ Dan zie je dat mensen context missen. Je kunt die afstanden niet met elkaar vergelijken, maar alles wordt dan wel op één hoop gegooid. We hebben in Nederland wel eens de neiging om in euforie nieuwe helden achterna te lopen en hebben dan de behoefte om ze te vergelijken. Waarom, denk ik dan.” Dafne: “Of er was alweer een nieuwe Dafne Schippers terwijl ik er ook nog gewoon rondliep.” Derek: “We hebben in Nederland altijd snel weer nieuwe helden nodig.” Dafne: “Ik blijf liever op de achtergrond, denk altijd: doe maar gewoon normaal. Dat past meer bij mij. Ik ben liever bescheiden dan dat ik uitstraal: kijk mij en mijn legacy die ik achterlaat. Maar ik ben er wel trots op dat ik een nieuwe generatie kan inspireren en mensen heb weten te raken.” Boerderijtje Dafnes agenda is nog gevuld met allerlei verzoeken. Daarna is het tijd voor het volgende hoofdstuk van haar leven. Dafne, lachend: “Ik ga lekker met de hond wandelen, padellen, golfen... Ik ga alles op me af laten komen en kijk wel wat de toekomst brengt. Het is goed dat de trein nu even tot stilstand is gekomen.” Karen: “Het is de afgelopen twee jaar al een heel proces voor haar geweest. Ik denk niet dat Dafne ineens in een zwart gat terecht zal komen. Ze was al langer bezig met afscheid nemen.” Dafne: “Het makkelijke was wel altijd: als ik een tegenslag had, ging ik gewoon weer die baan op, ik kon ervoor weglopen. Nu moet ik tegenslagen onder ogen gaan komen.” Karen: “Jij bent een doener, kan veel dingen heel goed.” Lachend: “Zelfs in fierljeppen was je goed. Er is nog zoveel voor jou om te ontdekken.” De WK atletiek deze zomer beleefde Dafne vanuit de NOS- studio. Samen met oud-atleet Gregory Sedoc verzorgde ze de analyses. Dafne: “Gregory en ik kennen elkaar al zo lang. Ook op tv hebben we een klik. Het zou leuk zijn als we vaker samen op tv onze analyses kunnen geven.” Derek: “De komende periode gaan we nadenken: wat vindt ze leuk, waarop kan ze voortborduren? Ze kan lezingen geven bij bedrijven, maar ze vindt het ook leuk om de kant van coaching op te gaan. Of misschien wil ze haar eigen gym beginnen. Er is veel mogelijk.” Dafne: “Ik heb veel meegemaakt, mijn ervaring wil ik delen. Ook het mentale vlak wordt steeds belangrijker. Er zijn genoeg sportpsychologen, maar minder ervaringsdeskundigen. Daar kan ik op inspringen. Coaching kan breed zijn: op mentaal vlak, op de baan, of alleen al door mijn ervaring te delen. Maar ik kan ook zomaar totaal een andere kant opgaan, hoor.” Derek: “Ik ga zelf ook nadenken wat ik wil met mijn bedrijf. Ik begeleid andere sporters, maar vond het vooral altijd waanzinnig leuk om met Dafne de wereld rond te reizen, die gekte mee te maken en daar een rol in te spelen. Het commerciële gedeelte vind ik het allerleukste, ook van de andere sporters die ik help. Van micromanagement, zoals het regelen van vluchten, opsturen van handtekeningenkaarten en de talloze verzoeken voor interviews voor spreekbeurten, word ik wat minder blij.” Hoe denken jullie dat Dafne er over tien jaar bijzit? Ernst: “Met kinderen.” Karen, lachend: “Ja, met een schare kinderen en veel honden. We hebben altijd gezegd: als Dafne straks klaar is, gaat ze ergens op een boerderijtje wonen met paarden, honden en kinderen.” Dafne, lachend: “Eerst maar eens een man tegenkomen, dat maakt het krijgen van kinderen wel makkelijker.” Sanne, lachend: “Kinderen lijken heel leuk, zijn ze ook vaak, maar het kan ook hard werken zijn, hoor. Je mag komen oppassen op die van mij.” Dafne: “Een hond heb ik al, dat scheelt. Een kinderwens heb ik ook. Maar mijn doelen zijn altijd zo strak geweest. Vijf jaar van tevoren stond alles al vast. Nu niet meer. Ik moet nu ineens bedenken wat ik wil, daar heb ik even de tijd voor nodig.” Helden Magazine 69 Het verhaal met de familie Schippers komt voort uit het dubbeldikke eindejaarsnummer van Helden. De laatste editie van 2023 staat traditioneel in het teken van een terugblik op het afgelopen sportjaar, waarop Femke Bol de cover siert. De atlete blikt uitgebreid terug op het jaar waarin alles wat ze aanraakte in goud leek te veranderen. Helden ging daarnaast in Engeland op bezoek bij Nathan Aké, die met Manchester City de landstitel, FA Cup en Champions League won. Hij werd samen met zijn echtgenote Kaylee, met wie hij al sinds zijn vijftiende samen is, geïnterviewd en gefotografeerd. In de 69ste editie van Helden komen tal van sporters aan het woord die 2023 kleur gaven. Wout Poels blikt terug op ritzeges in de Tour en Vuelta, maar ook op het verlies van ploeggenoot Gino Mäder. Golden Sisters Bente en Lieke Rogge werden samen wereldkampioen waterpolo. Femke Kok kroonde zich tot de eerste Nederlandse wereldkampioene op de 500 meter en toont zich zoals we haar niet eerder zagen. Karolien en Finn Florijn zijn gezegend met geweldige roeigenen, ze pakten allebei WK-goud; een dubbelinterview. Jeffrey Hoogland is koning op de kilometer. Hij werd voor de vierde keer wereldkampioen op ‘zijn’ afstand en verbeterde het wereldrecord. Een openhartig gesprek met de kilometervreter. Verder pakten zeilers Bart Lambriex en Floris van de Werken een hattrick aan wereldtitels. Over zeilen gesproken: Marit Bouwmeester keerde terug na de bevalling van haar dochter in 2022 en werd meteen weer Europees kampioen. Feyenoord werd ook kampioen en Lutsharel Geertruida had daar een belangrijk aandeel in. Hij doet zijn verhaal. Joey Veerman won in 2023 de KNVB-beker en werd vader. Een gesprek met de uitgesproken voetballer over wie veel mensen een mening hebben. Ook een verhaal over Lionel Messi en de club waar hij afgelopen zomer heen verhuisde, het Inter Miami van David Beckham. Een portret van Carlos Alcaraz, de nieuwe posterboy van het tennis die Novak Djokovic klopte in de finale op Wimbledon in dé wedstrijd van het jaar. En als laatste was het voor schaatscoach Kosta Poltavets en voetbaltrainer Anoush Dastgir juist een zwaar jaar, door de situatie in hun geboortelanden Oekraïne en Afghanistan. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 69 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.
Dafne Schippers haalde als meerkampster én sprintster de absolute top. Op 26 september zette het atletiekicoon een streep onder haar carrière. Samen met haar ouders Ernst en Karen, zus Sanne en broer Derek blikt ze terug en kijkt ze vooruit naar het volgende hoofdstuk in haar leven. Hond Keet wordt naar de gang gedirigeerd zodat ze niet voor afleiding zorgt tijdens het gesprek. Het hele gezin gaat naast elkaar op de bank van het ouderlijk huis zitten. Boven hen hangt een foto van de brug die de naam draagt van de jongste telg van het gezin. De Dafne Schippersbrug bevindt zich op een paar honderd meter van de plek in Utrecht waar ze opgroeide. Dit is waar ze als tiener de bekers en medailles die ze won bij wedstrijden verzamelde op haar slaapkamer, waar ze zich later veilig en onbespied waande toen iedereen naar haar keek door haar ‘on-Nederlandse’ successen. Het is ook de plek waar Dafne terugblikt op een indrukwekkende carrière, een die haar wereldtitels, Europese titels, een olympische medaille en faam over de hele wereld bracht. Dafne: 'Sinds ik ben gestopt, ben ik nog geen dag pijnvrij geweest. Ik ga ervan uit dat mijn klachten minder worden met de jaren, maar er is wel blijvende schade' Hond Keet wordt naar de gang gedirigeerd zodat ze niet voor afleiding zorgt tijdens het gesprek. Het hele gezin gaat naast elkaar op de bank van het ouderlijk huis zitten. Boven hen hangt een foto van de brug die de naam draagt van de jongste telg van het gezin. De Dafne Schippersbrug bevindt zich op een paar honderd meter van de plek in Utrecht waar ze opgroeide. Dit is waar ze als tiener de bekers en medailles die ze won bij wedstrijden verzamelde op haar slaapkamer, waar ze zich later veilig en onbespied waande toen iedereen naar haar keek door haar ‘on-Nederlandse’ successen. Het is ook de plek waar Dafne terugblikt op een indrukwekkende carrière, een die haar wereldtitels, Europese titels, een olympische medaille en faam over de hele wereld bracht. Dat hoofdstuk werd op 26 september afgesloten. Niet alleen voor Dafne, maar ook voor haar ouders Ernst en Karen, in het dagelijks leven fysiotherapeut in zijn eigen praktijk en onderwijzeres op een basisschool, zus Sanne, net als haar moeder lerares in het basisonderwijs, en broer Derek, met zijn bedrijf First of All manager van Dafne en andere topsporters. “Wat ik het mooiste moment uit de carrière van Dafne vond?” herhaalt Ernst de vraag, “Het meest voor de hand ligt om haar eerste wereldtitel, op de 200 meter in Beijing, te noemen. Maar ik vond de zilveren medaille op de 100 meter, een paar dagen eerder, de grootste verrassing. Dafne had nog niet zo lang daarvoor de meerkamp ingeruild voor de sprint. We wisten dat ze goed was, maar zo goed... Ach, er zijn zoveel hoogtepunten. Mij schiet ook meteen de vierde plaats op de meerkamp bij de EK junioren in Novi Sad te binnen in 2009. Een jaar later was de WK junioren in Canada. We hadden eerst een rondreis gemaakt met het gezin. Dat toernooi ging fantastisch. Na de 200 meter, het laatste onderdeel van dag één, pakte ze de leiding en stond die niet meer af. Ik dacht: we hebben nu een wereldkampioen, vanaf nu is alles anders. Bij thuiskomst was er niets veranderd. De megaverandering kwam bij de WK in Beijing in 2015.” Sanne: “Ik vond de eerste keer dat Dafne meedeed aan de Spelen, in 2012, zo gaaf. Mijn ouders en Derek zijn bij heel veel wedstrijden geweest, ik niet. Maar in Londen was ik erbij toen Dafne meedeed aan de meerkamp. Het Olympisch Stadion zat helemaal vol, iets van 80.000 mensen.” Dafne: “Die zaten er ook omdat die dag de finale van de 100 meter was met Usain Bolt.” Sanne: “Als de meerkampers in actie waren, moedigden de Britten vooral hun landgenote en favoriet Jessica Ennis aan. Voor de 200 meter van de meerkamp was ik heel zenuwachtig, we dachten: Dafne gaat die gewoon pakken. En die won ze ook. We stonden echt keihard te juichen. Eerst de spanning, daarna de ontlading; zo tof. Het was niet eens je beste meerkamp, maar doordat ik erbij was, besefte ik wel dat het heel bijzonder en indrukwekkend was wat mijn zusje deed. ” Karen: “Ik kies van alle indrukwekkende momenten toch de 200 meter in Beijing. Dafne werd daar als eerste Nederlandse atlete wereldkampioen. De impact was zo groot. Daarna was alles anders. Ook voor ons. De tweede plek op de 100 meter was ook hartstikke mooi, maar wereldkampioen... Dat is van een andere orde. En dan ook nog in een tijd van 21,63, op dat moment de derde tijd ooit gelopen. Het was ook zo close met Elaine Thompson, we stonden te gillen op de tribune, zo van: wat doet ze nou? We werden daarna meteen door haar sponsor mee op sleeptouw genomen, meegenomen in een wereldje dat wij helemaal niet kenden.” Derek: “Toen Dafne tweede werd op de 100 meter, dacht ik al: wauw, dit is echt wel groot. En toen werd ze wereldkampioen in die fantastische tijd. Zo mooi. En wat een gekte daarna. Op Schiphol was het afgeladen vol toen Dafne terugkwam. Oma werd nog aan de kant gebeukt door een fotograaf die een foto wilde maken. Wat een chaos.” Dafne: “De bronzen WK-medaille op de meerkamp in Moskou in 2013 was heel bijzonder. Dat was eigenlijk een onmogelijke opdracht, toch lukte het. Maar ik kan ook niet anders bedenken dan Beijing als hét hoogtepunt. Wat ik toen allemaal meemaak- te, daarvan schieten nog geregeld flitsen door mijn hoofd. Ik denk dan niet aan het moment dat ik net over de finish kwam, want ik voelde me – zeker op de 200 meter – vaak naar door de inspanning. Het duurde daardoor vaak wat langer voordat de pure blijdschap kwam. Wat ik me nog heel goed herinner is dat ik, tijdens mijn warming-up voor de finale van de 100 meter, twee oefenstarts deed in het bijzijn van mijn coach Bart Bennema, de latere coach Rana Reider, die toen al in dienst was van de bond, en de sportarts. Het hele warming-upveld was leeg, op de acht atleten na die nog het laatste nummer van de avond moesten lopen. Ik wist niet wat ik moest verwachten, had het nog nooit meegemaakt. Ik maakte die twee oefenstarts en zag allebei de coaches vol verbazing weglopen. Ze zeiden: ‘Dat was onmogelijk, zo’n start heb je nog nooit laten zien. En dat voor de finale.’ De uitdrukkingen op hun gezichten gaven me zo’n boost en het gevoel dat er best iets mogelijk kon zijn, nam ik mee naar het startblok. Ik werd tweede en om mij heen stond iedereen te springen. Dat was het moment dat ik dacht: ik doe niet alleen mee, het is ook echt goed wat ik doe. En ik wist: de 200 meter, mijn beste onderdeel, moet nog komen.” Ernst: “In de series en halve finales keek Dafne al om zich heen, ze hield al in voor het einde. Zo van: oké, dit is wel genoeg. Daardoor hadden wij al het gevoel dat ze echt mee ging doen. Die opwaartse lijn was al ingezet bij de WK van 2011 in Daegu. En misschien zelfs al bij de junioren, toen was Dafne al zo zeker van zichzelf op de baan. Maar in 2011 was ze nog meerkampster, ze had besloten op de WK alleen de 200 meter te lopen, waarvoor ze zich ook had gekwalificeerd. In de series wist ze Allyson Felix te verslaan, de koningin van de 200 meter. Daar stond iedereen versteld van.” Derek: “Tot en met Beijing was alles alleen maar euforie en mooi meegenomen. Dafne had net de overstap gemaakt van de meerkamp, alles was toen nog een verrassing.” Dafne: “De verwachting was dat ik een paar jaar nodig had om te groeien als sprinter, maar een paar maanden na de overstap was ik al wereldkampioen.” Derek: “Het grappige is dat ze amper nog specifiek getraind als sprinter. Dafne liep van nature en vanuit ontspanning zo hard. Maar na dat WK van 2015 was ook meteen het ongedwongene weg, ik had al snel het gevoel: als ze het de volgende keer maar weer waarmaakt. Laat staan hoe dat voor Dafne moest voelen. Ineens werd alles afgemeten aan de tijden die ze in Beijing had gelopen. Alsof het daarna alleen maar tegen kon vallen als ze niet won of niet in de buurt kwam van haar snelste tijden. Als gezin ervoeren wij die druk ook. Twee jaar later in Londen maakte Dafne het weer waar, werd ze opnieuw wereldkampioen op de 200 meter en pakte ze brons op de 100 meter. Je vergeet bijna hoe uniek die prestatie was. Omdat wij ook opluchting voelden dat ze de hoge verwachtingen had waargemaakt. We dachten telkens: zal ze het weer doen? En ik dacht dan ook al: wat als ze het niet haalt?” Sanne: “Maar die druk legde ze zichzelf ook op. We wisten dat Dafne teleurgesteld was als het niet was waarop ze had gehoopt, als de tijd tegenviel. Terwijl ik het dan eigenlijk nog steeds fantastisch vond wat ze deed.” Derek: “In die fase telde er maar één ding voor haar: winnen. En dat voelden we allemaal.” Ernst: “Dafne was in 2016 op haar allerbest. Ze had een superjaar. In de Diamond League-wedstrijden was ze superieur.” Derek: “Vlak voor de Spelen was ook nog de EK in Amsterdam, waarop Dafne de 100 meter won en goud pakte op de 4x100 meter estafette. Eigenlijk was dat een soort tussendoortje. Het was vooral leuk om mee te doen, in eigen land, in een vol Olympisch Stadion. Atletiek kreeg in Nederland voorheen nooit zoveel aandacht, maar toen wel. Toen ik laatst heel veel filmpjes bekeek voor een compilatievideo voor het afscheid van Dafne kwam ik die beelden ook tegen. Dat was ook zo vet, maar in dat jaar stond alles vooral in het teken van de Spelen in Rio.” Ernst: “Toen ging het bij een training vlak voor de start van de olympische 100 meter mis. Het schoot in haar lies. Ik had Dafne aan de lijn en vroeg hoe het ging. ‘Niet zo goed,’ antwoordde ze.” Dafne: “Ze gaven me tien procent kans om te starten.” Derek: “Ze kon uiteindelijk gelukkig nog wel starten, werd vijfde op de 100 meter en pakte een paar dagen later zilver op de 200 meter. Na afloop smeet Dafne haar schoen op de baan. Dat moment is geregeld teruggekomen. Sommige mensen, vooral van buiten de sport, snapten die reactie niet na een zilveren medaille op de Spelen. Dafne was zo in vorm en dan schoot het vlak voor de start van het olympisch toernooi in haar lies. Wij snapten die teleurstelling heel goed.” Dafne: ‘Sinds ik ben gestopt, ben ik nog geen dag pijnvrij geweest. Ik ga ervan uit dat mijn klachten minder worden met de jaren, maar er is wel blijvende schade’ Serena en Nadal Onder het motto: het ijzer smeden als het heet is – en omdat ze het allebei natuurlijk heel leuk vonden – presenteerde Sanne met haar zes jaar jongere zus in 2017 het kookboek Dafne Likes, waarin heel veel gezonde recepten waren opgenomen. Gelijktijdig werd de website en Instagram-pagina Dafne Likes gelanceerd. Sanne: “Dafne was heel erg met gezonde sportvoeding bezig en ik vond het ook leuk en interessant. We houden allebei van koken en lekker eten. Daarnaast vond ik het leuk om te schrijven, een website te bouwen en sociale media te onderhouden. Eigenlijk ben ik spontaan dingen op gaan schrijven en posten over hoe Dafne bezig was met voeding. Dat werd heel serieus opgepikt, er kwam een sponsor bij en uitgevers toonden interesse. Het werd een steeds groter project. Het was leuk, once in a lifetime, maar ik voelde best wat druk om het goed te doen, vanwege de grote belangstelling doordat Dafne eraan verbonden was. Ik wilde elke week een stuk schrijven en dat moest er ook nog goed uitzien. Het werd een deel van mijn werkweek. Destijds deed ik ook nog redactiewerk voor televisie, in die tijd voor het programma Sterren op het doek.” Dafne: “Het was echt Sanne haar ding, maar het werd ook wat lastig combineren met haar baan en het moederschap.” Sanne: “Op een gegeven moment vond ik het ook niet meer natuurlijk voelen om vanuit Dafne stukken te schrijven en ben ik gestopt. Daarna ben ik de lerarenopleiding gaan doen en inmiddels sta ik dus voor de klas.” Een blonde vrouw die zich nestelde tussen de tot dat moment overwegend donkere wereldtop op de sprint; na de WK in Beijing stonden de grootste merken op de stoep met sponsorovereenkomsten. Dafne werd een ‘merk’ en had dagelijks begeleiding nodig. Derek, die internationale betrekkingen had gestudeerd in Amsterdam en daarna in een commerciële functie had gewerkt, stelde voor om manager te worden van zijn vier jaar jongere zus. Dafne stemde daar meteen mee in. Derek: “Er kwam in één klap zoveel op Dafne af. Grote merken lieten haar businessclass naar Parijs of Los Angeles vliegen voor grote fotoshoots. Er waren billboards met Dafne te zien in Amsterdam, maar ook in bijna alle grote steden, van New Delhi tot New York. Voor haar toenmalige sponsor Nike zat ze in een wereldwijde campagne met sportgrootheden als Rafael Nadal, Serena Williams en NBA-basketballers. Achteraf is Dafne dat ook veel meer gaan waarderen, maar toen was het vooral heel hectisch. Ondertussen moest ze ook trainen en haar rust nemen en dan helpen al die jetlags niet.” Dafne: “Ik dacht vooral aan de tijd die ik overal aan kwijt was. Als je twee dagen in een vliegtuig zit, terwijl je in je hoofd hebt dat je eigenlijk zou moeten trainen, dan ben je op dat moment niet heel blij.” Derek, lachend: “Dafne was trouwens ook gevraagd om in Madrid een campagne met Cristiano Ronaldo te doen. Die ging uiteindelijk niet door. Als groot voetballiefhebber vond ik dat toen wel jammer.” Dafne: “Het was één grote rollercoaster.” Derek: “Dat ik Dafne ging helpen, was vooral omdat ik mijn zus meer rust gunde.” Dafne, lachend: “Dereks bijnaam werd ‘Chef Nee’.” Derek: “Dafne had ervoor gekozen om knetterhard te lopen, daar haalde ze haar voldoening uit.. Ineens werd van haar ver- wacht dat ze zich goed kon representeren, dat ze goed haar verhaal kon doen in de media, dat ze fotogeniek was en dat ze haar volgers en fans een inkijkje gaf in haar dagelijks leven op social media. Dafne moest eigenlijk ineens veel meer zijn dan een atleet. En tegelijkertijd wilde iedereen wat van haar. Ik moest haar echt in bescherming nemen, tegen heel veel dingen ‘nee’ zeggen.” Dafne: “Als ik naar de supermarkt ging, sprak iedereen me aan. Het was tegelijkertijd natuurlijk ook heel mooi en bijzonder.” Karen: “Ernst en ik waren er om haar te steunen.” Ernst: “En we probeerden haar te ontzorgen.” Karen: “Dafne was in die tijd ook graag thuis, daar kon ze de rust vinden. En ze sparde met ons, want er moesten heel veel beslissingen genomen worden. Maar ja, waar konden wij haar eigenlijk mee helpen? Het was zo’n gekkenhuis. En wij zijn ook maar gewoon een doorsneegezin. Tegelijkertijd genoten Ernst en ik ook van alles wat Dafne en wij meemaakten.” Maakten jullie je af en toe zorgen om Dafne? Karen: “Zeker. Je wil je kind gelukkig zien. Het is niet zo dat ze dat niet was, hoor, maar er kwam ineens zoveel op haar af.” Dafne: “Ik ben iemand die het liefst op de achtergrond is, moest echt leren om met al die aandacht om te gaan.” Karen: “Ik vond niet dat ze in haar schulp kroop, maar Dafne kwam ook niet altijd even gelukkig over.” Dafne, lachend: “Ik was niet altijd de gezelligste, nee. Ik kan wel in m’n schulp kruipen als het moeilijk wordt, maar thuis was ik wel altijd een open boek.” Karen: “Ik heb af en toe gedacht: is dit het allemaal waard? Wij zijn er als gezin in meegezogen. Toen Dafne net was begonnen met atletiek werd er al gezegd: ‘Ze is wel heel goed.’ Wij antwoordden dan: wacht maar af als ze ouder wordt. Maar die drive bleef ze houden. Soms zeiden we: blijf vanavond gezellig thuis, dan gaan we een hapje eten met elkaar. Maar dan zei Dafne resoluut: ‘Nee, ik ga trainen.’ Daar was niets tegen in te brengen.” Ernst: “We hebben haar nooit hoeven stimuleren, het kwam helemaal uit Dafne zelf.” Er is geen cursus voor hoe om te gaan met plotselinge bekendheid. Hoe heeft de roem jou gevormd? Dafne: “Ik denk dat ik de afgelopen twee of drie jaar daar helemaal mijn weg in heb gevonden. Ik raakte gewend aan de aandacht en kon er ook veel meer van genieten. Ik vind het ook echt leuk als mensen op me afstappen, maak dan graag een praatje en krijg daar juist energie van. Ik heb er veel minder moeite mee om op de voorgrond te treden.” Heb je daar ook hulp bij gehad? Dafne: “Nee, dat is langzaamaan zo gegroeid. Door de coronapandemie is de trein even stil komen te staan. Daardoor kwam er rust, kon ik ook op de resetknop drukken.” Hoe raar is het om over een brug te fietsen of lopen die de naam van je dochter draagt? Ernst, lachend: “Heel bijzonder. Toen die brug kwam, was er een wedstrijd aan gekoppeld. Wat moest de naam worden van de brug? We hoorden dat Dafne ook werd genoemd. Als trotse ouders dachten wij: dat mag ook best wel, ze heeft het wel verdiend met haar bijzondere prestaties.” Dafne: “Het is vooral raar dat de Dafne Schippersbrug in Utrecht nu een begrip is.” Karen: “Toen wij hier ongeveer twintig jaar geleden kwamen wonen in de wijk, was er al sprake van dat de brug er zou komen. Wij moesten stemmen of we die brug wilden hebben, wetende dat het daardoor veel drukker zou worden met fietsers door de straat.” Lachend: “Wij hebben destijds tegen gestemd.” Hoe vreemd was het om met je zusje of dochter over straat te lopen en dat ineens iedereen met het hoofd draaide als jullie passeerden? Sanne: “Heel bijzonder. Als we door de stad liepen, was dat continu het geval. Als we in een restaurant waren, kwamen mensen op Dafne af voor foto’s en handtekeningen. Meestal vond ze dat prima, nam ze ook de tijd voor mensen. Maar af en toe wilde ze ook even met rust gelaten worden en lekker wat eten.” Derek, lachend: “Het was wel apart als mensen ongegeneerd zonder te vragen een foto van haar maakten als ze aan het eten was.” Dafne, lachend: “Ja, dan krijg je heel charmante foto’s.” Karen: “We zijn vandaag samen de stad in geweest en nog steeds kijkt iedereen om of spreekt haar aan.” Dafne: “Nu ik gestopt ben, komen mensen op me af om me te bedanken voor wat ik heb gedaan. Dat vind ik zo leuk om te horen en het is zo mooi om die waardering te voelen.” Karen: “Er was iemand die helemaal volschoot toen ze Dafne bedankte.” Dafne: “Superlief natuurlijk.” Was het ook weleens lastig dat heel veel aandacht naar Dafne uitging? Derek: “Ze deed iets unieks, wij konden allemaal heel goed accepteren dat mensen daar enthousiast op reageerden. Dan was het niet erg om te worden gezien als ‘de broer van’. Ik wist ook dat het tijdelijk was, dat de situatie weer normaler zou worden zodra Dafne stopte met atletiek. Doordat ik altijd wist dat het tijdelijk was, wilde ik ook heel graag alles in het werk stellen om ervoor te zorgen dat Dafne werd ontzorgd, zodat ze zich kon focussen op haar sport. En dan was ik maar even...” Dafne, lachend: “De boeman.” Sanne: ‘We wisten dat Dafne teleurgesteld was als het niet was waarop ze had gehoopt, als de tijd tegenviel. Terwijl ik het dan eigenlijk nog steeds fantastisch vond wat ze deed’ Derek: “Ja, af en toe moest ik even de bad cop spelen. Ik vond dat dat er gewoon bij hoorde.” Sanne: “Ineens werd ik ook voor interviews gevraagd. In Rio moest ik voor Campina een campagne doen met Herre Zonderland, de broer van Epke die ook ambassadeur was. Ik dacht: huh, ik? Heel spannend, maar ook erg leuk. Ik genoot er eigenlijk wel van om ook een beetje in the picture te staan. Ook ik wist dat het iets tijdelijks was, dat we niet voor altijd in de spotlights zouden staan. Wat Derek heeft, had ik ook: ik vond het ook niet erg om gezien te worden als ‘de zus van’. We hadden allemaal gewoon ons eigen leven. Ik ging weer studeren, werd in die tijd moeder van drie zoons. Ik heb nooit gehad als ik naar Dafne keek: dat had ik ook gewild.” Kwamen er trouwens vaak kinderen aan de deur die vroegen om een handtekening van Dafne? Karen: “Dat viel wel mee. Ik ben leerkracht hier in de wijk. Natuurlijk werd er vaak naar Dafne gevraagd. Ik had een afspraak, zei: Dafne komt één keer in het jaar in de klas en dan mogen jullie alles aan haar vragen.” Sanne: “Ze vragen bij mij in de klas nog steeds naar Dafne, hoor.” Karen: “Ik zei vaak: aan het einde van het jaar gaan we weer even kijken of ze tijd heeft.” Dafne, lachend: “En dan zei ik tegen m’n moeder: dan moet je mijn manager even bellen.” Derek: “Ik kreeg soms ook van die bijzondere mailtjes, van mensen die mij of iemand uit het gezin nog kende van vroeger en zo hoopten om Dafne te spreken of ergens voor te vragen.’” Karen, lachend: “Wij kregen ook ineens berichtjes van vrienden die we jarenlang niet hadden gezien en die ineens contact opnamen toen Dafne het zo goed deed. Die wilden afspreken en dan zei ik tegen Ernst: we zijn plotseling heel populair.” Onder embargo Haar eerste successen bereikte Dafne onder de vleugels van Bart Bennema. Na de Spelen van Rio in 2016 besloot ze met Rana Reider in zee te gaan om na twee jaar terug te keren bij Bennema. In aanloop naar de Spelen in Tokio, in 2021, kreeg Dafne serieuze rugproblemen. De oorzaak? Schade aan haar tussenwervelschijven. Met aangepaste trainingen en rust leerde ze leven en sprinten met een kwetsbare rug. Na de Spelen in Tokio, waar ze de 100 meter liet lopen en op de 200 meter strandde in de halve finale, besloot Dafne om Papendal te verruilen voor Haarlem en met een nieuwe coach, Wigert Thunnissen, te gaan trainen. Met krachttrainers focuste ze zich op een sterke rug. In 2022 had ze de stijgende lijn te pakken, maar tien dagen voor de EK in München liep ze een breuk op in een ruggenwervel. Karen: “Ze was helemaal terug bij af.” Dafne: “Ik liep al zo lang rond met klachten, maar in Haarlem kwam ik weer redelijk in de buurt van mijn oude tijden. Ik wilde mezelf zo graag weer laten zien op de EK. Na die breuk dacht ik: ga ik nu dan opgeven? Iedere keer verlegde ik die grens en wilde ik het blijven proberen.” Derek: “In haar hoofd wilde ze nog zo graag. Toen er werd geconstateerd dat haar rug slecht was, wilden we met zijn allen kijken wat de opties zouden zijn om Dafne terug te krijgen op haar oude niveau, waar ze zo naar snakte.” Ernst: “Haar snelheid had ze terug, ze was weer ver gekomen, maar op het moment dat Dafne weer in dat startblok moest, ging het fout. Haar wervels konden de kracht die zij heeft niet aan. Die kracht is zo groot, dat ze het dus zelfs voor elkaar kreeg om er een te breken. Artsen hadden niet eerder gezien dat dat kon. Ze was te sterk voor haar lijf op dat moment. We hebben een heel lange medische zoektocht gehad. Al veel eerder, toen bekend werd dat ze rugklachten had, kwamen er uit ongelooflijk veel hoeken opties om het te behandelen.” Derek: “Nog steeds bieden specialisten zich aan, die allemaal dé oplossing hebben om haar volledig pijnvrij te kunnen krijgen.” Dafne: “Maar opereren is helaas geen optie.” Sanne: “Ik had sterk het gevoel dat stoppen goed zou zijn voor haar eigen geluk. Daar heb ik het ook weleens met haar over gehad. Ik snapte heel goed dat ze het wilde blijven proberen, maar gunde haar de rust van een ander leven. Van ontspanning, liefde, samenzijn.” Karen: “We gunden haar tegelijkertijd die laatste kans om op haar oude niveau terug te keren ook enorm.” Tijdens een vakantie op Texel deze zomer kwam het besef bij Dafne dat het mooi was geweest. Dafne: “Ik besloot met jullie mee te gaan en me op Texel voor te bereiden op de wedstrijden die op de planning stonden. Ik stond daar elke dag op de atletiekbaan, maar elke ochtend protesteerde mijn lijf. Ik had een dubbele achillespeesontsteking, moest eerst een half uur voorzichtig inlopen voordat ik überhaupt aan mijn training kon beginnen. Aan alles voelde ik: dit wil ik niet meer. Ik had al zo lang pijn, ging er geen lol meer uithalen. Bovendien moest ik nog heel wat stappen maken voordat ik weer mee kon doen met de wereldtop. Ik had me vast nog kunnen plaatsen voor de Olympische Spelen volgend jaar, hoor, maar ik heb altijd gezegd: als ik meedoe, dan wil ik ook mee kunnen strijden met de wereldtop. Op Texel merkten mijn ouders dat ik twijfelde, maar ik heb toen nog niet expliciet uitgesproken dat ik zou stoppen. Zelfs op Texel had ik nog even hoop dat het goed zou komen. Ik voelde van iedereen in ons gezin al wel dat ze mij niet meer op die manier wilden zien strijden. De afgelopen twee jaar heb ik alles gegeven, tot het laatste moment wilde ik ervoor gaan. Maar langzaam kwam toch het besef dat mijn lichaam echt niet meer wilde.” Derek: “Ik vond het goed om samen door te gaan, als Dafne maar gelukkig was. Ik wilde haar helpen om te ontdekken of er nog kansen waren om met medici om de tafel te gaan, maar ik heb nooit gepusht om door te gaan. Dat moest ze echt zelf uitzoeken en bedenken. Ik kon wel zien dat het misschien beter was om te stoppen, maar die beslissing moest Dafne echt zelf maken.” Ernst: “Ik vond het knap hoe Derek dat deed, want hij had er ook belang bij dat Dafne door zou gaan.” Derek: “Dat heb ik nooit zo gevoeld.” Dafne, lachend: “En precies daarom werkten wij ook samen.” Karen: “Het maakte niet uit wat wij vonden, zij moest die beslissing nemen.” Dafne: “Ik wist dat iedereen in ons gezin hoe dan ook achter mijn keuzes zou staan. Op sommige momenten had ik zelfs zoiets van: zeg nou gewoon dat ik moet stoppen, dan weet ik dat het goed is.” Derek: “Ik was in gesprek met een videoproductiemaatschappij. Het was allemaal heel erg onder embargo, maar ik wilde wel dat er een mooie compilatievideo klaar zou liggen om met een knaller eruit te kunnen gaan op het moment dat ze het besluit had genomen. Maar ik kon tegen dat bedrijf nooit met zekerheid zeggen wanneer dat dan precies zou zijn. Misschien wordt het wel na Parijs, zei ik, maar dan hebben we in ieder geval al wat liggen.” Ernst: “Uiteindelijk nam je de beslissing kort na de vakantie op Texel.” Dafne: “Ik was op, was zo moegestreden, was die pijn zo zat.” Jij bent een pionier geweest in de Nederlandse atletiek. Hebben wij in Nederland onvoldoende doorgehad hoe je als topsprintster met je lichaam om moet gaan? Dafne: “Het is lastig als je de eerste bent en geen voorbeelden hebt. Aan de andere kant: iedereen volgt zijn eigen weg en maakt zijn eigen fouten. Ik hoop dat een nieuwe generatie hiervan kan leren.” Ernst: “Sprinten is traumatisch voor een lichaam. Er zijn heel weinig andere sporten die zoveel van je lichaam en gewrichten vraagt. De Jamaicaanse topsprinter Shelly-Ann Fraser-Pryce werd eens gevraagd wat ze van Dafne dacht en of ze advies had. Zij zei toen: ‘Dafne moet vooral zorgen dat haar lichaam niet kapotgaat en ze moet niet te hard trainen.’” Dafne: “Ik heb niet altijd even goed geluisterd naar mijn lijf, dacht vaak: ik ram door, het komt wel goed. Ik wilde beter worden, daarvoor moest ik voor mijn gevoel nog harder werken, nog meer afzien. Met Bart Bennema vormde ik een goede combinatie: hij remde mij af. Dat had ik met Rana Reider daarna minder, hij dacht vaak ook: ga maar door. Daar ben ik op stuk gegaan.” Derek: “Dafne had ook niet in alle opzichten de professionele omgeving die je had moeten hebben. De Jamaicanen nemen hele teams mee naar wedstrijden: coaches, fysiotherapeuten, masseurs. Alles om een sporter te ontzien. Wij liepen vaak met zijn tweeën op een warming-upbaan. Het heeft vaak met financiën te maken, maar het zegt ook wel wat over Nederland. Ons land was er niet klaar voor om zulke grote sporthelden maximaal te faciliteren.” Dafne: “Toch zie je uiteindelijk ook veel Jamaicanen stukgaan. Shelly-Ann is de uitzondering. Sprinters hebben vaak maar een paar jaar om te laten zien wat ze kunnen, daarna is hun lichaam op. Sinds ik ben gestopt, ben ik nog geen dag pijnvrij geweest. Maar ik heb gisteren gewoon nog gepadeld met Derek, hoor, ik wil leuke dingen blijven doen en probeer het daarom soms te negeren.” Derek, lachend: “Ik had wat pijnlijke knieën na een zaalvoetbalwedstrijd. Jij bent pas 31 en ik 35, maar als twee kreupelen liepen we die baan op.” Dafne: “Ik ga ervan uit dat mijn klachten minder worden met de jaren, maar er is wel veel schade. Tussenwervelschijven fungeren als een soort sponsjes om klappen op te vangen, maar die heb ik bijna niet meer.” Legacy ‘The race stops here.’ Op 26 september maakte Dafne via Instagram bekend te stoppen. Dafne: “Het was een opluchting, maar het voelt soms ook nog alsof ik een lange vakantie heb en over een paar weken weer moet beginnen. Ik moet de rust nog vinden.” Een stortvloed aan reacties volgde. Ook haar concurrenten, onder wie de Britse Dina Asher-Smith, wereldkampioene op de 200 meter in 2019, en Shelly-Ann Fraser-Pryce, meervoudig wereld- en olympisch kampioen sprint, reageerden met mooie woorden. Dafne: “Ik kreeg weer een beetje dat overweldigende gevoel van na mijn wereldtitel in Beijing in 2015. Ik kreeg zoveel positieve berichten.” Derek: “Heel bijzonder, vooral die van haar concurrenten. Die zijn niet altijd even toegankelijk als je ze tegenkomt rondom wedstrijden.” Karen: “Ik vind het heel mooi dat Dafne zoveel waardering kreeg nadat ze bekendmaakte te stoppen, daar hoopte ik ook heel erg op, maar deze grote impact had ik niet verwacht. Ook omdat ze de laatste twee jaar al niet heel erg meer in beeld was. Wij wisten niet wat er zou gebeuren, hadden misschien ook een beetje valse bescheidenheid. Al die reacties deden me zo goed.” Ernst: “Het verzachtte de teleurstelling.” Karen: “Ik wist toen ook: ze zullen Dafne echt niet zo snel vergeten, ze heeft geschiedenis geschreven. Die waardering gaf ons ook het gevoel dat ze kreeg wat ze verdiende.” Sanne: “Dat gunden wij haar ook enorm. Tijdens haar carrière is Dafne soms vergeten te genieten, dat zit ook in haar karakter. De een gunt zichzelf dat meer dan de ander.” Karen: “Het is topsport eigen, altijd maar doorgaan. Ik kijk weleens met een soort jaloezie naar de nieuwe generatie atleten. Die lijkt successen iets meer te vieren dan Dafne ooit heeft gedaan. Ik had haar meer plezier gegund. Nadat ze in Londen in 2017 voor de tweede keer wereldkampioen werd, dacht ik: meisje, kom op, je moet dit vieren. Ze was alweer bezig met het volgende doel. Ik kon het wel tegen haar zeggen, maar praatte dan toch tegen een muur.” Derek: “Het kan zijn dat ze er tijdens haar carrière te weinig van heeft genoten.” Lachend: “Gelukkig heeft ze nog best een lang leven voor zich om ervan te kunnen genieten.” Dafne zette met haar prestaties de Nederlandse atletiek op de kaart. Ze was in 2013 de eerste Nederlandse vrouw die een WK-medaille veroverde door brons te pakken op de meerkamp. Twee jaar later werd ze ook de eerste Nederlandse wereldkampioene, iets wat ze in 2017 dus weer flikte. Ernst: “Het is prachtig dat andere atleten door Dafne gingen denken: het is mogelijk om als Nederlandse atleet wereldkampioen te worden. Maar ik vind ook dat je het niet moet vergelijken met andere atletiekonderdelen.” Sanne: “Het gaat ook om durven dromen.” Ernst knikt: “Ze heeft laten zien dat het als Nederlander mogelijk is om ergens de beste in te zijn. Femke Bol is superieur op de 400 meter horden, Sifan Hassan doet het ook fantastisch.” Derek: “De aandacht voor Dafne is altijd overweldigend geweest. Ik heb er altijd heel dicht bovenop gezeten, las en zag alles. Als iemand als Johan Derksen dan op tv roept: ‘Femke Bol heeft Dafne nu wel ingehaald.’ Of: ‘Femke heeft een smaller figuur waardoor ze sneller kan lopen.’ Dan zie je dat mensen context missen. Je kunt die afstanden niet met elkaar vergelijken, maar alles wordt dan wel op één hoop gegooid. We hebben in Nederland wel eens de neiging om in euforie nieuwe helden achterna te lopen en hebben dan de behoefte om ze te vergelijken. Waarom, denk ik dan.” Dafne: “Of er was alweer een nieuwe Dafne Schippers terwijl ik er ook nog gewoon rondliep.” Derek: “We hebben in Nederland altijd snel weer nieuwe helden nodig.” Dafne: “Ik blijf liever op de achtergrond, denk altijd: doe maar gewoon normaal. Dat past meer bij mij. Ik ben liever bescheiden dan dat ik uitstraal: kijk mij en mijn legacy die ik achterlaat. Maar ik ben er wel trots op dat ik een nieuwe generatie kan inspireren en mensen heb weten te raken.” Boerderijtje Dafnes agenda is nog gevuld met allerlei verzoeken. Daarna is het tijd voor het volgende hoofdstuk van haar leven. Dafne, lachend: “Ik ga lekker met de hond wandelen, padellen, golfen... Ik ga alles op me af laten komen en kijk wel wat de toekomst brengt. Het is goed dat de trein nu even tot stilstand is gekomen.” Karen: “Het is de afgelopen twee jaar al een heel proces voor haar geweest. Ik denk niet dat Dafne ineens in een zwart gat terecht zal komen. Ze was al langer bezig met afscheid nemen.” Dafne: “Het makkelijke was wel altijd: als ik een tegenslag had, ging ik gewoon weer die baan op, ik kon ervoor weglopen. Nu moet ik tegenslagen onder ogen gaan komen.” Karen: “Jij bent een doener, kan veel dingen heel goed.” Lachend: “Zelfs in fierljeppen was je goed. Er is nog zoveel voor jou om te ontdekken.” De WK atletiek deze zomer beleefde Dafne vanuit de NOS- studio. Samen met oud-atleet Gregory Sedoc verzorgde ze de analyses. Dafne: “Gregory en ik kennen elkaar al zo lang. Ook op tv hebben we een klik. Het zou leuk zijn als we vaker samen op tv onze analyses kunnen geven.” Derek: “De komende periode gaan we nadenken: wat vindt ze leuk, waarop kan ze voortborduren? Ze kan lezingen geven bij bedrijven, maar ze vindt het ook leuk om de kant van coaching op te gaan. Of misschien wil ze haar eigen gym beginnen. Er is veel mogelijk.” Dafne: “Ik heb veel meegemaakt, mijn ervaring wil ik delen. Ook het mentale vlak wordt steeds belangrijker. Er zijn genoeg sportpsychologen, maar minder ervaringsdeskundigen. Daar kan ik op inspringen. Coaching kan breed zijn: op mentaal vlak, op de baan, of alleen al door mijn ervaring te delen. Maar ik kan ook zomaar totaal een andere kant opgaan, hoor.” Derek: “Ik ga zelf ook nadenken wat ik wil met mijn bedrijf. Ik begeleid andere sporters, maar vond het vooral altijd waanzinnig leuk om met Dafne de wereld rond te reizen, die gekte mee te maken en daar een rol in te spelen. Het commerciële gedeelte vind ik het allerleukste, ook van de andere sporters die ik help. Van micromanagement, zoals het regelen van vluchten, opsturen van handtekeningenkaarten en de talloze verzoeken voor interviews voor spreekbeurten, word ik wat minder blij.” Hoe denken jullie dat Dafne er over tien jaar bijzit? Ernst: “Met kinderen.” Karen, lachend: “Ja, met een schare kinderen en veel honden. We hebben altijd gezegd: als Dafne straks klaar is, gaat ze ergens op een boerderijtje wonen met paarden, honden en kinderen.” Dafne, lachend: “Eerst maar eens een man tegenkomen, dat maakt het krijgen van kinderen wel makkelijker.” Sanne, lachend: “Kinderen lijken heel leuk, zijn ze ook vaak, maar het kan ook hard werken zijn, hoor. Je mag komen oppassen op die van mij.” Dafne: “Een hond heb ik al, dat scheelt. Een kinderwens heb ik ook. Maar mijn doelen zijn altijd zo strak geweest. Vijf jaar van tevoren stond alles al vast. Nu niet meer. Ik moet nu ineens bedenken wat ik wil, daar heb ik even de tijd voor nodig.” Helden Magazine 69 Het verhaal met de familie Schippers komt voort uit het dubbeldikke eindejaarsnummer van Helden. De laatste editie van 2023 staat traditioneel in het teken van een terugblik op het afgelopen sportjaar, waarop Femke Bol de cover siert. De atlete blikt uitgebreid terug op het jaar waarin alles wat ze aanraakte in goud leek te veranderen. Helden ging daarnaast in Engeland op bezoek bij Nathan Aké, die met Manchester City de landstitel, FA Cup en Champions League won. Hij werd samen met zijn echtgenote Kaylee, met wie hij al sinds zijn vijftiende samen is, geïnterviewd en gefotografeerd. In de 69ste editie van Helden komen tal van sporters aan het woord die 2023 kleur gaven. Wout Poels blikt terug op ritzeges in de Tour en Vuelta, maar ook op het verlies van ploeggenoot Gino Mäder. Golden Sisters Bente en Lieke Rogge werden samen wereldkampioen waterpolo. Femke Kok kroonde zich tot de eerste Nederlandse wereldkampioene op de 500 meter en toont zich zoals we haar niet eerder zagen. Karolien en Finn Florijn zijn gezegend met geweldige roeigenen, ze pakten allebei WK-goud; een dubbelinterview. Jeffrey Hoogland is koning op de kilometer. Hij werd voor de vierde keer wereldkampioen op ‘zijn’ afstand en verbeterde het wereldrecord. Een openhartig gesprek met de kilometervreter. Verder pakten zeilers Bart Lambriex en Floris van de Werken een hattrick aan wereldtitels. Over zeilen gesproken: Marit Bouwmeester keerde terug na de bevalling van haar dochter in 2022 en werd meteen weer Europees kampioen. Feyenoord werd ook kampioen en Lutsharel Geertruida had daar een belangrijk aandeel in. Hij doet zijn verhaal. Joey Veerman won in 2023 de KNVB-beker en werd vader. Een gesprek met de uitgesproken voetballer over wie veel mensen een mening hebben. Ook een verhaal over Lionel Messi en de club waar hij afgelopen zomer heen verhuisde, het Inter Miami van David Beckham. Een portret van Carlos Alcaraz, de nieuwe posterboy van het tennis die Novak Djokovic klopte in de finale op Wimbledon in dé wedstrijd van het jaar. En als laatste was het voor schaatscoach Kosta Poltavets en voetbaltrainer Anoush Dastgir juist een zwaar jaar, door de situatie in hun geboortelanden Oekraïne en Afghanistan. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 69 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.

Atletiek

Femke Bol: ‘Ik wist niet eens dat ik zo hard kon’

Het was het jaar van Femke Bol. Ze werd Europees indoorkampioen op de 400 meter en 4x400 meter estafette, veroverde de wereldtitel op ‘haar’ 400 meter horden en met de estafettevrouwen. Ook verbeterde ze een stokoud wereldrecord op de 400 meter indoor. Daar tegenover stond een dramatische val in de WK-finale van de gemengde estafette. We blikken met de 23-jarige atlete terug op een bewogen 2023. Je mocht op 12 oktober de Gouden Televizier-Ring uitreiken. Was dat spannender dan een WK-finale lopen? Lachend: “Een WK-finale is uiteraard ook spannend, maar op de atletiekbaan ben ik op mijn eigen terrein. Bij de uitreiking van de Televizier-Ring stond ik op een podium, moest ik iets doen wat ik niet gewend ben, dat was op een andere manier spannend. Maar het was eervol dat ik daarvoor werd gevraagd.” Huldigingen, gala’s, prijsuitreikingen, sponsoraanbiedingen; bizar wat er allemaal op je afkomt. Hoe is het om Femke te zijn dezer dagen? “Leuk. En tegelijkertijd is het wennen, omdat zoveel mensen iets van me willen. Ik heb gelukkig een heel goede manager die alles voor me filtert. Ik heb ook het geluk dat alle aandacht niet van de ene op de andere dag is gekomen, het is steeds een beetje meer geworden. Toen ik in 2021 olympisch brons won, wisten mensen ineens van mijn bestaan. Toen ik een jaar later twee keer zilver won bij de WK en drie keer goud op de EK kwam er nog meer aandacht. En dan word je twee keer wereldkampioen...” 'Ik kreeg die DM van Usain Bolt... Hij is zo'n icoon, zo cool dat hij me een bericht stuurde. Ik vind het eigenlijk nog steeds bijzonder en gek dat hij weet wie ik ben'   Helden Magazine 69 Het eerste gedeelte van het verhaal van Femke Bol komt voort uit het dubbeldikke eindejaarsnummer van Helden. De laatste editie van 2023 staat traditioneel in het teken van een terugblik op het afgelopen sportjaar. Helden ging daarnaast in Engeland op bezoek bij Nathan Aké, die met Manchester City de landstitel, FA Cup en Champions League won. Hij werd samen met zijn echtgenote Kaylee, met wie hij al sinds zijn vijftiende samen is, geïnterviewd en gefotografeerd. Bijzonder was ook het bezoek aan de familie Schippers. Dafne nam afscheid van de atletiek en samen met haar ouders, zus en broer blikte ze terug op haar indrukwekkende carrière. In de 69ste editie van Helden komen tal van sporters aan het woord die 2023 kleur gaven. Wout Poels blikt terug op ritzeges in de Tour en Vuelta, maar ook op het verlies van ploeggenoot Gino Mäder. Golden Sisters Bente en Lieke Rogge werden samen wereldkampioen waterpolo. Femke Kok kroonde zich tot de eerste Nederlandse wereldkampioene op de 500 meter en toont zich zoals we haar niet eerder zagen. Karolien en Finn Florijn zijn gezegend met geweldige roeigenen, ze pakten allebei WK-goud; een dubbelinterview. Jeffrey Hoogland is koning op de kilometer. Hij werd voor de vierde keer wereldkampioen op ‘zijn’ afstand en verbeterde het wereldrecord. Een openhartig gesprek met de kilometervreter. Verder pakten zeilers Bart Lambriex en Floris van de Werken een hattrick aan wereldtitels. Over zeilen gesproken: Marit Bouwmeester keerde terug na de bevalling van haar dochter in 2022 en werd meteen weer Europees kampioen. Feyenoord werd ook kampioen en Lutsharel Geertruida had daar een belangrijk aandeel in. Hij doet zijn verhaal. Joey Veerman won in 2023 de KNVB-beker en werd vader. Een gesprek met de uitgesproken voetballer over wie veel mensen een mening hebben. Ook een verhaal over Lionel Messi en de club waar hij afgelopen zomer heen verhuisde, het Inter Miami van David Beckham. Een portret van Carlos Alcaraz, de nieuwe posterboy van het tennis die Novak Djokovic klopte in de finale op Wimbledon in dé wedstrijd van het jaar. En als laatste was het voor schaatscoach Kosta Poltavets en voetbaltrainer Anoush Dastgir juist een zwaar jaar, door de situatie in hun geboortelanden Oekraïne en Afghanistan. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 69 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.
Het was het jaar van Femke Bol. Ze werd Europees indoorkampioen op de 400 meter en 4x400 meter estafette, veroverde de wereldtitel op ‘haar’ 400 meter horden en met de estafettevrouwen. Ook verbeterde ze een stokoud wereldrecord op de 400 meter indoor. Daar tegenover stond een dramatische val in de WK-finale van de gemengde estafette. We blikken met de 23-jarige atlete terug op een bewogen 2023. Je mocht op 12 oktober de Gouden Televizier-Ring uitreiken. Was dat spannender dan een WK-finale lopen? Lachend: “Een WK-finale is uiteraard ook spannend, maar op de atletiekbaan ben ik op mijn eigen terrein. Bij de uitreiking van de Televizier-Ring stond ik op een podium, moest ik iets doen wat ik niet gewend ben, dat was op een andere manier spannend. Maar het was eervol dat ik daarvoor werd gevraagd.” Huldigingen, gala’s, prijsuitreikingen, sponsoraanbiedingen; bizar wat er allemaal op je afkomt. Hoe is het om Femke te zijn dezer dagen? “Leuk. En tegelijkertijd is het wennen, omdat zoveel mensen iets van me willen. Ik heb gelukkig een heel goede manager die alles voor me filtert. Ik heb ook het geluk dat alle aandacht niet van de ene op de andere dag is gekomen, het is steeds een beetje meer geworden. Toen ik in 2021 olympisch brons won, wisten mensen ineens van mijn bestaan. Toen ik een jaar later twee keer zilver won bij de WK en drie keer goud op de EK kwam er nog meer aandacht. En dan word je twee keer wereldkampioen...” 'Ik kreeg die DM van Usain Bolt... Hij is zo'n icoon, zo cool dat hij me een bericht stuurde. Ik vind het eigenlijk nog steeds bijzonder en gek dat hij weet wie ik ben'   Helden Magazine 69 Het eerste gedeelte van het verhaal van Femke Bol komt voort uit het dubbeldikke eindejaarsnummer van Helden. De laatste editie van 2023 staat traditioneel in het teken van een terugblik op het afgelopen sportjaar. Helden ging daarnaast in Engeland op bezoek bij Nathan Aké, die met Manchester City de landstitel, FA Cup en Champions League won. Hij werd samen met zijn echtgenote Kaylee, met wie hij al sinds zijn vijftiende samen is, geïnterviewd en gefotografeerd. Bijzonder was ook het bezoek aan de familie Schippers. Dafne nam afscheid van de atletiek en samen met haar ouders, zus en broer blikte ze terug op haar indrukwekkende carrière. In de 69ste editie van Helden komen tal van sporters aan het woord die 2023 kleur gaven. Wout Poels blikt terug op ritzeges in de Tour en Vuelta, maar ook op het verlies van ploeggenoot Gino Mäder. Golden Sisters Bente en Lieke Rogge werden samen wereldkampioen waterpolo. Femke Kok kroonde zich tot de eerste Nederlandse wereldkampioene op de 500 meter en toont zich zoals we haar niet eerder zagen. Karolien en Finn Florijn zijn gezegend met geweldige roeigenen, ze pakten allebei WK-goud; een dubbelinterview. Jeffrey Hoogland is koning op de kilometer. Hij werd voor de vierde keer wereldkampioen op ‘zijn’ afstand en verbeterde het wereldrecord. Een openhartig gesprek met de kilometervreter. Verder pakten zeilers Bart Lambriex en Floris van de Werken een hattrick aan wereldtitels. Over zeilen gesproken: Marit Bouwmeester keerde terug na de bevalling van haar dochter in 2022 en werd meteen weer Europees kampioen. Feyenoord werd ook kampioen en Lutsharel Geertruida had daar een belangrijk aandeel in. Hij doet zijn verhaal. Joey Veerman won in 2023 de KNVB-beker en werd vader. Een gesprek met de uitgesproken voetballer over wie veel mensen een mening hebben. Ook een verhaal over Lionel Messi en de club waar hij afgelopen zomer heen verhuisde, het Inter Miami van David Beckham. Een portret van Carlos Alcaraz, de nieuwe posterboy van het tennis die Novak Djokovic klopte in de finale op Wimbledon in dé wedstrijd van het jaar. En als laatste was het voor schaatscoach Kosta Poltavets en voetbaltrainer Anoush Dastgir juist een zwaar jaar, door de situatie in hun geboortelanden Oekraïne en Afghanistan. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 69 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.

Waterpolo

Bente en Lieke Rogge: Golden sisters

Bente (26) en Lieke Rogge (22) werden op 28 juli in Japan wereldkampioen. Het was de eerste wereldtitel in 32 jaar tijd van de Nederlandse waterpolovrouwen. Het succes kwam de zussen niet aanwaaien, ze moesten allebei flinke tegenslagen overwinnen. Helden legde het duo zes stellingen voor. Wij bijten elke dag nog even in die gouden WK-medaille om te kijken of hij wel echt is Bente, lachend: “Dat nou ook weer niet.” Lieke: “Maar hij ligt nog net niet onder m’n kussen.” Bente: “Bij mij is de medaille nog heel prominent aanwezig als je de woonkamer binnenkomt, hij gaat nog een heel mooi plekje krijgen.” Lieke: “Elke keer als ik de medaille aan iemand laat zien, denk ik: o, wat is hij mooi, hè.” Zochten jullie elkaar als eerste op toen jullie na een zenuwslopende finale tegen Spanje, die werd beslist na strafworpen, de wereldtitel veroverden? Bente: “Lieke lag nog met onze keepster en vier andere speelsters in het water, was een van de strafworpnemers. Ik zat met de andere meiden op de bank. Dus Lieke was niet de eerste die ik knuffelde. Daarna zochten we elkaar wel snel op.” Lieke: “Met alle meiden is het speciaal om zo’n moment te delen, maar met je zus is het net wat specialer.” Wat zeiden jullie op dat moment tegen elkaar? Lieke, lachend: “Ik zei: ik ben heel trots op jou.” Bente: “En ik zei in tranen: ik ben ook heel trots op jou.” Het is ook heel bijzonder om samen wereldkampioen te worden. Bente: “Veel mensen zeggen tegen ons: ‘Wat cool dat je dit met je zusje hebt gedaan.’ Wij staan daar normaal gesproken niet zo bij stil, liggen al van jongs af aan samen in het water. Maar elke keer als iemand ons erop wijst dat het mooi en bijzonder is, besef ik dat ook.” [caption id="attachment_19073" align="alignnone" width="2560"] Bente Rogge[/caption] Neem ons eens mee naar de WK-finale op 28 juli. Lieke: “Het momentum wisselde steeds. We stonden eerst achter, daarna voor, vervolgens had Spanje weer de beste papieren.” Bente: “In de vierde en laatste periode kwamen wij drie doelpunten voor. Normaal gesproken is de buit dan binnen.” Lieke: “Ik dacht in die laatste periode: dit gaat goed. Maar ik durfde niet te denken dat we er al waren. Toen we een minuut voor tijd een doelpunt voor stonden, dacht ik: we komen dichtbij.” Bente: “Ik staarde echt naar de klok, dacht telkens: laat de tijd nu alsjeblieft voorbij zijn. Het werd toch weer gelijk: 12-12. Dat was wel even zuur.” Lieke, jij moest een strafworp nemen met een wereldtitel op het spel. Was dat het spannendste moment uit jouw leven tot nu toe? Lieke: “Normaal zou ik zeggen van wel, maar ik was op dat moment zo gefocust. Ik dacht alleen maar: ik ga hem in die hoek schieten en ik gooi op mijn allerhardst. Eigenlijk was ik niet zenuwachtig, terwijl ik dat vooraf wel had verwacht. Ik was zenuwachtiger voor de andere meiden die er een moesten nemen.” En Bente, was jij juist extra zenuwachtig toen je zusje er een moest nemen? Bente: “Lieke neemt bij onze club ZV De Zaan ook altijd de strafworpen. Als zij er een neemt, zwem ik altijd al terug omdat het een zekerheidje is dat de bal erin gaat. Maar in de WK-finale was het anders, dacht ik: o jee, mijn zusje... Tijdens haar eerste eindtoernooi en met al die druk op haar schouders...” We lazen dat het maken van een moeilijke legpuzzel jullie enorm heeft geholpen om het hoofd leeg te maken tijdens het WK. Lieke knikt: “We hadden een hotelkamer omgebouwd tot woonkamer. Een fijne ruimte om te kunnen ontspannen. Je kon daar Super Mario Kart spelen, koffiedrinken en er lagen puzzels. Wij hebben zelf niet gepuzzeld, maar er waren meiden die niets anders aan het doen waren dan puzzelen.” Bente: “Wij hebben gekleurd, hebben altijd een heel grote kleurplaat mee en het doel is altijd om die af te hebben voor het einde van het toernooi.” Lieke: “Die in Fukuoka was echt heel groot, iets van twee bij drie meter. Het was een wereldkaart met heel veel grote steden erop. De Eiffeltoren, de Toren van Pisa; er stond van alles op wat ingekleurd moest worden.” Bente: “Die kleurplaat plakten we met tape op een van de muren. Op de laatste dag hebben we hem afgemaakt. Net als puzzelen helpt het ons om even het hoofd leeg te maken en te ontspannen in aanloop naar een wedstrijd.” Het was de eerste Nederlandse wereldtitel in het waterpolo in 32 jaar. Wat is het geheim van jullie ploeg? Bente: “Wij hebben een ploeg waarvan de speelsters ook deels zijn geselecteerd op hun karakter. Iedereen zet het team op één, we willen alles voor elkaar doen. De groep is heel hecht, in en buiten het water.” Hebben jullie speciale sessies gehad om deze groep zo hecht te maken? Lieke: “We doen af en toe leuke dingen met elkaar, maar in deze groep was er op voorhand weinig voor nodig om heel hecht te worden. We hoefden niet met elkaar rond de tafel om te bespreken hoe iemand benaderd moest worden of om onze karaktereigenschappen in kaart te brengen. De sleutel van ons succes is voor mijn gevoel dat iedereen zichzelf mag en kan zijn. Als iemand even een momentje voor zichzelf wil hebben, dan maakt niemand daar een punt van. Of als iemand bij je aanklopt, dan probeer je te helpen. Doordat het zo klikt naast het water, klikt het ook automatisch in het water. Tijdens het WK hebben we twee keer met z’n allen samengezeten en gevraagd hoe iedereen zich voelde en of iemand nog iets nodig had.” Onze gouden medailles hebben heel veel tranen gekost Lieke: “Wat het WK betreft, waren het tranen van geluk.” Lieke, jij werd lang bestempeld als een supertalent, maar besloot in 2019 niet meer voor het nationaal team uit te komen. Pas begin dit jaar maakte jij je debuut. Lieke: “Het was leuk om te horen dat iedereen me een groot talent vond, maar ik had wel altijd het gevoel dat ik de verwachtingen waar moest maken. Waterpolo begon me steeds meer tegen te staan. Ook doordat de verwachtingen zo hoog waren bij mij en iedereen dacht dat het mij zo makkelijk afging, bleef ik maar doorgaan. Op een gegeven moment had ik het helemaal niet meer naar mijn zin. In 2019 zou ik de overstap maken naar de A-selectie. De Spelen in Tokio kwamen eraan, de voorbereiding was in volle gang en ik moest fulltime mee in het programma. Het trainen ging me zo tegenstaan, ik stapte elke dag met tegenzin in de auto. Ik zei bijna elke dag tegen Bente: ik heb echt geen zin vandaag. Als de training voorbij was, kwam de opluchting. Ik heb maanden, misschien wel een jaar met dat gevoel rondgelopen. Op een dag stond ik in het krachthonk, ik deed een oefening die net te zwaar voor me was. De stang viel en voor mijn gevoel viel op dat moment ook mijn hele ziel op de grond. Ik begon heel hard te huilen. Bente stond naast me en zei: ‘We gaan nu naar de bondscoach, want je trekt het gewoon niet meer.’ Ik heb tegen Arno Havenga, destijds de bondscoach, verteld dat ik wilde stoppen, omdat ik het echt niet leuk meer vond. Na dat gesprek bracht de videoman me naar het station. Ik belde mijn beste vriendin toen ik op de trein stond te wachten en vertelde dat ik was gestopt. Er viel een last van mijn schouders. Ik kan er nu nog emotioneel van worden. Zo moeilijk was het om te accepteren dat wat ik altijd het liefste deed in mijn leven, me zo was gaan tegenstaan. Een burn-out vind ik een zwaar woord, maar misschien was het dat wel.” Lieke: 'Ik kan er nu nog emotioneel van worden. Zo moeilijk was het om te accepteren dat wat ik altijd het liefste deed in mijn leven, me zo was gaan tegenstaan'. Bente: “Lieke was er heel goed in om in het zwembad de schijn op te houden dat het allemaal goed ging. Ik hoorde wat voorafging aan elke training en dat maakte het niet leuker om samen naar een training te gaan. Ik probeerde haar elke keer te motiveren, zei: we gaan gewoon even trainen, het komt wel weer goed. En dat maandenlang. De ene keer was het heftiger dan de andere keer. Vooral in periodes met veel wedstrijden ging het beter, daar haalde ze plezier uit. Maar als we lange tijd in Zeist moesten trainen, had ze het zwaar. Ik heb vaak gevraagd: als je je zo voelt, waarom doe je het dan nog? Daar kon ze niet echt antwoord op geven en dan weet je dat het een keer fout gaat, dan ga je over de grens.” Lieke: “Ik lachte het altijd maar een beetje weg. Toen ik het tegen de bondscoach vertelde, zei hij: ‘Ik vind het zo erg dat ik het niet aan je heb gezien.’” Hoe ging het nadat het besluit was genomen? Lieke: “Ik viel een beetje in een zwart gat. Ik bleef wel bij de club spelen, ging van een fulltime programma naar vier keer in de week anderhalf uur trainen. Ik heb veel getwijfeld, dacht: heb ik wel goed gedaan aan dit besluit? En er waren ook momenten dat ik dacht: is dit het nou? Je kon ook bij de club aan m’n gezicht zien dat ik er niet het plezier in had van vroeger. Ik was heel erg zoekende. Met mijn vriend, die ook waterpoloër is, ging ik geregeld krachttraining doen. Dat vond ik wel leuk. Hij heeft me ook heel erg geholpen, hielp mij om dingen kleiner te maken, omdat ik de neiging had om dingen in mijn hoofd veel groter te maken dan ze waren. Hij kon me rustig maken.”   Hoe kwam de terugkeer bij het nationaal team tot stand? Lieke: “We speelden in december vorig jaar Europa Cup met De Zaan tegen Europees kampioen Olympiakos en verloren met 15-16. Niemand had verwacht dat wij het als clubje uit Nederland zo goed zouden doen. Ik begon te huilen van blijdschap toen ik het water uitstapte, had er eindelijk weer zoveel plezier in. Een week later belde de nieuwe bondscoach Evangelos Doudesis of ik misschien terug wilde keren. Ik zei: als je me dat twee maanden terug had gevraagd, had ik je uitgelachen en ‘nee’ gezegd. Ik had net mijn diploma fysiotherapie gehaald en dacht toen de bondscoach me vroeg: ik voel me goed, waarom niet? Het vuurtje was weer aangewakkerd.” Bente, jij hebt ook een lastige periode achter de rug. De vorige bondscoach, Arno Havenga, besloot je niet mee te nemen naar de Spelen in Tokio. Bente: “Dat was een zwarte dag. Ik heb mentale coaching nodig gehad om weer verder te kunnen.” Zag je de beslissing van de bondscoach niet aankomen? Bente: “In eerste instantie niet, ik had voor mijn gevoel een bijdrage geleverd aan de olympische kwalificatie. Nadat we zeker waren van deelname aan de Spelen ben ik naar Amerika gegaan om mijn studie biomedische wetenschappen af te ronden. Toen ik in Arizona zat, heb ik een paar maanden weinig contact gehad met de bondscoach. Na terugkomst ontstond er wat meer twijfel, zei een stemmetje in mijn hoofd dat ik weleens de laatste zou kunnen zijn die ging afvallen voor de Spelen. Tijdens een trainingskamp voor Tokio had iedereen een persoonlijk gesprek met Arno en toen voelde ik echt dat het voor mij de verkeerde kant op ging vallen. Drie dagen later werd de definitieve selectie bekend en ik had al gezegd tegen mensen om me heen: bereid je er maar op voor dat jullie mij op moeten vangen, want ik ga denk ik niet mee naar de Spelen.” Hoe was je eraan toe toen het onheilspellende bericht kwam? Bente: “Ik wilde alleen maar op bed liggen, wilde niets zien op social media van wat er in aanloop naar de Spelen werd gedeeld door ploeggenoten. Ik heb ook heel weinig van de Spelen in Tokio meegekregen.” Lieke: “Ik wist hoe graag ze naar de Spelen wilde en hoe hard ze ervoor had gewerkt. Haar droom werd haar ontnomen en ik zag hoeveel pijn dat haar deed. Ik vond het heel moeilijk om haar zo verdrietig te zien. Aan de andere kant heeft het misschien ook geholpen dat ik ook niet helemaal in het waterpolo zat op dat moment, waardoor we samen afleiding konden zoeken. We zijn in die periode voor het eerst in tien jaar met onze ouders op vakantie gegaan. We hebben veel gesurft in Frankrijk, konden even loskomen van het waterpolowereldje.” Heb je overwogen helemaal met waterpolo te stoppen, Bente? Bente: “Mijn eerste ingeving was: ik kap ermee. Mijn omgeving zei: ‘Geef het eerst even wat tijd, want je kunt nu geen rationele beslissingen nemen.’ Na een maand of twee voelde ik dat ik waterpolo nog veel te leuk vond. Ik zou alleen mezelf ermee hebben als ik stopte.” Hoe hebben de tegenslagen jullie gevormd? Lieke: “Het heeft Bente nog meer gevormd. Voor mij was het belangrijk dat ik het plezier weer terug ging vinden. Bente werkte er keihard voor en toch viel ze er net naast...” Bente: “Ik had de eerlijkheid van onze huidige bondscoach nodig, wilde van hem horen wat ik beter moest doen. Evangelos was voorheen assistent van Arno Havenga en heeft heel eerlijk aangegeven waarom ik in 2021 niet klaar was voor de Spelen. Hij zei dat ik misschien wat te comfortabel was met hoe alles ging. Hij had misschien wel een punt, want ik heb me nooit zorgen gemaakt om mijn plek bij het nationaal team. Ik heb altijd keihard gewerkt, maar ben nu nóg scherper, ben me er meer van bewust dat ik elke dag bezig moet zijn met dingen die nog iets beter kunnen.” Ben je wat meer een twijfelaar geworden? Bente: “Zeker weten, en daar heb ik nu nog steeds last van. Mijn zelfvertrouwen is flink naar beneden gehaald. Het duurt echt wel even voordat je dat weer hebt opgebouwd. De prestaties die we de afgelopen tijd hebben geboekt, helpen daar natuurlijk bij.” Bente: 'Ik heb er nog steeds last van dat ik vlak voor de Spelen afviel. Mijn zelfvertrouwen is flink naar beneden gehaald. Het duurt wel even voordat je dat weer hebt opgebouwd.' Lieke: “Jij bent het slot op de verdediging. Sinds je bent afgevallen voor de Spelen heb je weer een stap gemaakt. Aanvallers hebben echt heel veel moeite met jou, dat is zo tof om te zien.” Het is dat we allebei aan waterpolo doen, maar verder zijn we elkaars tegenpolen Bente: “We hebben verschillende karakters, maar tegenpolen zijn we niet. We vinden ook dezelfde dingen leuk: shoppen, lekker lunchen.” Lieke: “We zeggen ook vaak dat we niet alleen zussen, maar ook beste vriendinnen zijn.” Hoe is waterpolo in jullie leven gekomen? Bente: “Ik deed als kind basisplan, de voorloper van wedstrijdzwemmen. Ik had een vriendje dat daarnaast ook aan waterpolo deed. Dat wilde ik ook proberen. Ik was zeven en heb lang waterpolo en zwemmen gecombineerd.” Lieke: “Ik was zes toen ik net als Bente op waterpolo ging. Ik heb ook nog lang op korfbal gezeten, deed op een gegeven moment zelfs vijf sporten tegelijk. Uiteindelijk moest ik kiezen, het was een lastige keuze tussen korfbal en waterpolo.” Wat deed het jou als oudere zus dat Lieke altijd als toptalent werd bestempeld, Bente? Bente: “Ik was aan de ene kant trots, maar het maakte het voor mij tegelijkertijd soms moeilijker. Ik moest er harder voor werken. Maar dat went ook.” Lieke: “Het was voor mij ook niet altijd makkelijk om dat stempel te krijgen. Mensen hadden daardoor sneller de indruk dat het mij allemaal maar aan kwam waaien. Bente heeft een geweldige mentaliteit, zet ergens haar tanden in en laat niet meer los. Dat is iets wat ik minder heb en dat zorgde er misschien mede voor dat ik in 2019 besloot te stoppen bij het nationaal team. Bente is meer een doorzetter dan ik. Ik was er denk ik te veel aan gewend geraakt dat het allemaal makkelijk ging. Op het moment dat het moeilijker werd en ik ergens harder voor moest werken, ging het mis en verloor ik het plezier.” Bente: “Ik kan dingen niet loslaten als iets me nog niet is gelukt. Dat had ik ook na de Spelen die ik miste. Ik was nog niet klaar, kon het niet loslaten. Het mooie van Lieke is juist dat ze zo vrij is als ze in het water ligt, zij doet heel veel op gevoel. Met dat geweldige schot erbij, maakt dat Lieke zo gevaarlijk is.” Jullie hebben ook allebei in Amerika gestudeerd en gespeeld. Bente: “Ik heb mijn studie daar afgerond. Het was de enige plek waar ik mijn studie en waterpolo kon combineren.” Lieke knikt: “De combinatie topsport en studeren is in Nederland heel lastig. Ik heb mijn studie fysiotherapie afgerond omdat ik stopte bij het Nederlands team. Je ziet nu ook dat jeugdspelers in het waterpolo een keuze gaan maken tussen sport en studie. In het waterpolo is niet heel veel geld te verdienen, dus velen kiezen voor school. Doodzonde.” Lieke, jij bent maar een paar maanden in Amerika geweest. Lieke: “Vier maanden. Ik kon daar niet aarden. Amerikanen zijn niet helemaal mijn mensen. Kijk, Bente heeft een ‘Amerika-knop’. Als wij landen in Amerika gaat die aan en is ze ineens net een Amerikaan. Dan herken ik mijn eigen zus niet meer. Ik ben veel te nuchter, eerder een Hollandse boerin. Ik zat met allemaal Amerikaanse meiden in het waterpoloteam. Na een week zeiden meiden al tegen me: ‘I love you so much.’ En weer een week later keken ze me niet aan. In de kleedkamer werd er achter de rug van anderen om flink geroddeld. Misschien zijn wij Nederlanders een beetje hard, maar ik heb liever iemand die rechtdoorzee is. Alles beter dan nep.” Bente: “Ik zat daar al twee jaar toen Lieke kwam, had het geluk dat teamgenoot Maud Koopman ook studeerde aan dezelfde universiteit en er waren nog meer meiden uit Europa. Daardoor werd het makkelijker om mijn weg te vinden daar. Wat betreft die Amerikaknop, dat klopt wel. Ik heb een manier gevonden om mee te gaan in wat Lieke verstaat onder ‘het Amerikaanse gelul’. Ik voel me juist overal heel erg welkom in Amerika. Iedereen vraagt: ‘How are you?’ Met iedereen kun je een praatje maken. Ik vind juist dat dat in Nederland anders is, daar moet je veel meer je best doen als je ergens nieuw in een groep komt.” Jullie zijn wereldkampioen, maar werken allebei naast het waterpolo. De een in de farmaceutische industrie en de ander als fysiotherapeute. Is dat niet raar? Bente: “Wij hoeven niet te werken, maar wij halen er allebei veel energie uit om naast waterpolo andere dingen te doen. We krijgen ook de vrijheid om iets naast onze sport te doen en hebben daar dus voor gekozen. En waterpolo staat op één, hoor. Het is ook fijn om nu al iets achter de hand te hebben. Een topsportcarrière kan ook zomaar voorbij zijn.” Evangelos Doudedis is onze verlosser Bente: “Dat zou betekenen dat het voor zijn komst helemaal niet goed ging; dat is niet zo. Maar ik denk wel dat Eva de sleutel tot succes heeft gevonden voor dit team.” Lieke: “Hij heeft een heel duidelijke visie, stapt daar niet vanaf. En zijn aanpak werkt.” Bente: “Duidelijkheid is precies wat deze groep nodig heeft. We weten allemaal waar we aan toe zijn. Eva probeert ons elke dag een beetje meer mee te nemen in zijn filosofie. Ik denk dat alle speelsters ervan onder de indruk zijn hoe hij zijn visie overbrengt.” Lieke: “En zijn beleving; Eva kan zo opgaan in het spel. Wij zijn veel nuchterder, denken als we hem aan het werk zien: een beetje rustiger kan misschien ook. Tegelijkertijd is het heel mooi om zijn bevlogenheid te zien. En hij blijft ook gewoon een Griek, is veel minder van de planning. Eva denkt: we gaan vandaag trainen en we zien wel hoelang en hoe laat het wordt.” Wat is het verschil met de periode-Havenga? Bente: “Eva zette als assistent van Arno ook al voor een deel de tactische lijnen uit. Het is niet zo dat we nu heel anders te werk gaan. Het grootste verschil is in mijn ogen hoe we als groep met elkaar omgaan. Iedereen krijgt de vrijheid om zichzelf te zijn en is daar ook niet bang voor. Onder Eva is dat gevoel sterker geworden.” Jullie zijn ook allebei onomstreden onder Doudesis. Gaan jullie daarom nog meer door het vuur voor hem? Bente: “Ik wil altijd alles geven, maar zijn beleving, passie en filosofie werken erg aanstekelijk. Als iemand zo heilig ergens in gelooft, zo duidelijk uitspreekt hoeveel vertrouwen hij in ons heeft, dan wil en ga je dat ook geloven.” Lieke: “Dat gevoegd bij de vrijheid die wij krijgen om zijn programma te volgen. Dat is ook fijn voor de mentale gesteldheid, dat je het zo in kunt vullen dat het voor jou fijn voelt. Het is mogelijk om naast de sport te werken of studeren, je mag in het buitenland spelen. Voorheen was het toch vooral de bedoeling om samen te trainen in Zeist, zeker in een olympisch jaar.” Het klinkt als dat jullie meer eigen verantwoordelijkheid hebben. Lieke: “Ja, en daardoor zet je ook makkelijker een stapje extra. Je hebt niet het gevoel dat je alleen maar doet wat je wordt opgedragen. Je moet nog steeds je uren maken en hard werken, maar je kunt de invulling wel voor een deel zelf bepalen.” Als ik ga trouwen is mijn zus de eerste die ik vraag om getuige te zijn In koor: “Ja!”   Bente, jij hebt een relatie met Mick van den Bree, ook jullie hoofdcoach bij ZV De Zaan. En Lieke, jij hebt een relatie met waterpoloër Bradley Sap. Was het bij het aangaan van een relatie een vereiste dat jullie vriend ook gek was van waterpolo? Bente, lachend: “Waterpolo is in Nederland een klein wereldje, iedereen kent elkaar.” Lieke, lachend: “Probeer dan maar eens een andere man tegen te komen.” Is er naast waterpolo en werk nog wel tijd voor de liefde? Bente: “Mick en ik zien elkaar ook dagelijks bij de club en wonen samen in Haarlem, dus we zien elkaar heel vaak. Voor Bradley en Lieke is het een grotere uitdaging om elkaar te zien.” Lieke knikt: “Wij wonen nog niet samen. Soms trainen we allebei nog tot laat in de avond. Als je dan de volgende dag weer vroeg van huis moet... Het is soms passen en meten, maar tegelijkertijd is het fijn om allebei een eigen leven te hebben.” Bente, nemen Mick en jij het ‘werk’ vaak mee naar huis? Bente: “In het zwembad is Mick de coach en ik de speelster, ik moet me daar ook niet anders gedragen. Zoals Mick zich niet anders moet gedragen tegen mij dan tegen andere speelsters. Daar voeren we wel gesprekken over. Thuis praten we ook over wat er tijdens de training of wedstrijd is gebeurd, maar we proberen heel erg het waterpolo in het zwembad te laten. Dat is best een uitdaging, want eigenlijk praten we het liefst de hele dag over waterpolo. Soms moeten we echt even tegen elkaar zeggen: ‘Oké, nu is het even klaar met waterpolo. Ander onderwerp.’” Soms wil een spelersgroep ook even roddelen over de trainer, toch? Bente, lachend: “Als dat gebeurt, houden ze mij daar denk ik buiten.” Lieke: “Over Mick wordt niet veel geroddeld, hoor. Hij doet het goed en voor de andere meiden is het duidelijk hoe de situatie is. Toen Mick de kans kreeg om hoofdcoach te worden is dat ook met het team besproken. Iedereen wist van de relatie van Bente en Mick en heeft ermee ingestemd dat Mick de coach werd.” Na deze wereldtitel weten we dat de ogen op ons zijn gericht in Parijs Lieke: “In februari is er alweer een WK, dan moeten we er eerst maar weer staan. En ja, als je een jaar voor de Spelen wereldkampioen wordt, zullen er bepaalde verwachtingen zijn in Parijs.” Jullie kwalificeerden je op het WK meteen voor de Spelen, zijn jullie niet bang dat tegenstanders nog meer berekend op jullie zullen zijn? Lieke: “We hebben niet het idee dat wat we op het WK lieten zien onze piek was. Wij kunnen over een jaar nog beter zijn.” Bente: “Bij ons zal het vertrouwen alleen maar groter zijn, doordat we op het WK hebben gezien dat we de goede lijn te pakken hebben. Het is bij ons heel vaak ‘net niet’ geweest, dus het is fijn om vlak voor de Spelen ook eens te ervaren hoe het is om succes te hebben. We weten nu dat we het ook op de belangrijkste momenten kunnen.” Maar er zal nu anders naar jullie worden gekeken, dat zorgt wellicht ook voor meer druk. Bente: “Daar zal Eva afgelopen tijd zeker over na hebben gedacht en hij zal met een plan komen om ervoor te zorgen dat het WK niet onze piek was. We zullen daar zeker gesprekken over gaan voeren.” Lieke: “Eva zegt altijd dat we nederig moeten blijven. Ik weet nu al dat hij daar een jaar lang op zal blijven hameren.” In 2008 werden de Nederlandse waterpolovrouwen ‘zomaar’ olympisch kampioen, daarna bleef nieuw succes aanvankelijk uit. Hoe gaan jullie ervoor zorgen dat de wereldtitel de aftrap is van een periode waarin jullie het waterpolo dicteren? Lieke: “Door niet te denken dat we er nu al zijn omdat we een keer wereldkampioen zijn geworden. Dat is niet genoeg.” Bente: “Eén keer zou nog toeval kunnen zijn, en ik wil niet dat dit een toevalstreffer was.” Een paar jaar geleden werden de handbalvrouwen wereldkampioen en tal van meiden uit dat team groeiden uit tot boegbeelden. Zijn jullie er klaar voor om visitekaartjes van jullie sport te zijn? Bente: “Ik wil iedereen laten zien dat wij aan een heel toffe sport doen.” Lieke: “Daar zet ik me ook graag voor in.” Tijdens het Sportgala zullen jullie gelden als grote kanshebbers voor de titel Sportploeg van het Jaar. Dan kunnen jullie je ook eens op een andere manier presenteren dan in badpak en met een cap op. Bente: “We hebben het daar best wel vaak over. Wij stappen natuurlijk altijd als verzopen katjes het water uit en worden dan geïnterviewd. Sta je daar weer met je natte haren.” Bente: 'Wij stappen altijd als verzopen katjes het water uit en worden dan geïnterviewd. Het sportgala is een mooie kans om ons op een andere manier te laten zien'. Lieke: “Als we een badmuts en een cap op hebben, krijgen mensen niet het meest charmante beeld van ons.” Bente: “Het Sportgala is een mooie kans om ons op een andere manier te laten zien.” Helden Magazine 69 Het verhaal van Bente en Lieke Rogge komt voort uit het dubbeldikke eindejaarsnummer van Helden. De laatste editie van 2023 staat traditioneel in het teken van een terugblik op het afgelopen sportjaar, waarop Femke Bol de cover siert. De atlete blikt uitgebreid terug op het jaar waarin alles wat ze aanraakte in goud leek te veranderen. Helden ging daarnaast in Engeland op bezoek bij Nathan Aké, die met Manchester City de landstitel, FA Cup en Champions League won. Hij werd samen met zijn echtgenote Kaylee, met wie hij al sinds zijn vijftiende samen is, geïnterviewd en gefotografeerd. Bijzonder was ook het bezoek aan de familie Schippers. Dafne nam afscheid van de atletiek en samen met haar ouders, zus en broer blikte ze terug op haar indrukwekkende carrière. In de 69ste editie van Helden komen tal van sporters aan het woord die 2023 kleur gaven. Wout Poels blikt terug op ritzeges in de Tour en Vuelta, maar ook op het verlies van ploeggenoot Gino Mäder. Femke Kok kroonde zich tot de eerste Nederlandse wereldkampioene op de 500 meter en toont zich zoals we haar niet eerder zagen. Karolien en Finn Florijn zijn gezegend met geweldige roeigenen, ze pakten allebei WK-goud; een dubbelinterview. Jeffrey Hoogland is koning op de kilometer. Hij werd voor de vierde keer wereldkampioen op ‘zijn’ afstand en verbeterde het wereldrecord. Een openhartig gesprek met de kilometervreter. Verder pakten zeilers Bart Lambriex en Floris van de Werken een hattrick aan wereldtitels. Over zeilen gesproken: Marit Bouwmeester keerde terug na de bevalling van haar dochter in 2022 en werd meteen weer Europees kampioen. Feyenoord werd ook kampioen en Lutsharel Geertruida had daar een belangrijk aandeel in. Hij doet zijn verhaal. Joey Veerman won in 2023 de KNVB-beker en werd vader. Een gesprek met de uitgesproken voetballer over wie veel mensen een mening hebben. Ook een verhaal over Lionel Messi en de club waar hij afgelopen zomer heen verhuisde, het Inter Miami van David Beckham. Een portret van Carlos Alcaraz, de nieuwe posterboy van het tennis die Novak Djokovic klopte in de finale op Wimbledon in dé wedstrijd van het jaar. En als laatste was het voor schaatscoach Kosta Poltavets en voetbaltrainer Anoush Dastgir juist een zwaar jaar, door de situatie in hun geboortelanden Oekraïne en Afghanistan. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 69 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.
Bente (26) en Lieke Rogge (22) werden op 28 juli in Japan wereldkampioen. Het was de eerste wereldtitel in 32 jaar tijd van de Nederlandse waterpolovrouwen. Het succes kwam de zussen niet aanwaaien, ze moesten allebei flinke tegenslagen overwinnen. Helden legde het duo zes stellingen voor. Wij bijten elke dag nog even in die gouden WK-medaille om te kijken of hij wel echt is Bente, lachend: “Dat nou ook weer niet.” Lieke: “Maar hij ligt nog net niet onder m’n kussen.” Bente: “Bij mij is de medaille nog heel prominent aanwezig als je de woonkamer binnenkomt, hij gaat nog een heel mooi plekje krijgen.” Lieke: “Elke keer als ik de medaille aan iemand laat zien, denk ik: o, wat is hij mooi, hè.” Zochten jullie elkaar als eerste op toen jullie na een zenuwslopende finale tegen Spanje, die werd beslist na strafworpen, de wereldtitel veroverden? Bente: “Lieke lag nog met onze keepster en vier andere speelsters in het water, was een van de strafworpnemers. Ik zat met de andere meiden op de bank. Dus Lieke was niet de eerste die ik knuffelde. Daarna zochten we elkaar wel snel op.” Lieke: “Met alle meiden is het speciaal om zo’n moment te delen, maar met je zus is het net wat specialer.” Wat zeiden jullie op dat moment tegen elkaar? Lieke, lachend: “Ik zei: ik ben heel trots op jou.” Bente: “En ik zei in tranen: ik ben ook heel trots op jou.” Het is ook heel bijzonder om samen wereldkampioen te worden. Bente: “Veel mensen zeggen tegen ons: ‘Wat cool dat je dit met je zusje hebt gedaan.’ Wij staan daar normaal gesproken niet zo bij stil, liggen al van jongs af aan samen in het water. Maar elke keer als iemand ons erop wijst dat het mooi en bijzonder is, besef ik dat ook.” [caption id="attachment_19073" align="alignnone" width="2560"] Bente Rogge[/caption] Neem ons eens mee naar de WK-finale op 28 juli. Lieke: “Het momentum wisselde steeds. We stonden eerst achter, daarna voor, vervolgens had Spanje weer de beste papieren.” Bente: “In de vierde en laatste periode kwamen wij drie doelpunten voor. Normaal gesproken is de buit dan binnen.” Lieke: “Ik dacht in die laatste periode: dit gaat goed. Maar ik durfde niet te denken dat we er al waren. Toen we een minuut voor tijd een doelpunt voor stonden, dacht ik: we komen dichtbij.” Bente: “Ik staarde echt naar de klok, dacht telkens: laat de tijd nu alsjeblieft voorbij zijn. Het werd toch weer gelijk: 12-12. Dat was wel even zuur.” Lieke, jij moest een strafworp nemen met een wereldtitel op het spel. Was dat het spannendste moment uit jouw leven tot nu toe? Lieke: “Normaal zou ik zeggen van wel, maar ik was op dat moment zo gefocust. Ik dacht alleen maar: ik ga hem in die hoek schieten en ik gooi op mijn allerhardst. Eigenlijk was ik niet zenuwachtig, terwijl ik dat vooraf wel had verwacht. Ik was zenuwachtiger voor de andere meiden die er een moesten nemen.” En Bente, was jij juist extra zenuwachtig toen je zusje er een moest nemen? Bente: “Lieke neemt bij onze club ZV De Zaan ook altijd de strafworpen. Als zij er een neemt, zwem ik altijd al terug omdat het een zekerheidje is dat de bal erin gaat. Maar in de WK-finale was het anders, dacht ik: o jee, mijn zusje... Tijdens haar eerste eindtoernooi en met al die druk op haar schouders...” We lazen dat het maken van een moeilijke legpuzzel jullie enorm heeft geholpen om het hoofd leeg te maken tijdens het WK. Lieke knikt: “We hadden een hotelkamer omgebouwd tot woonkamer. Een fijne ruimte om te kunnen ontspannen. Je kon daar Super Mario Kart spelen, koffiedrinken en er lagen puzzels. Wij hebben zelf niet gepuzzeld, maar er waren meiden die niets anders aan het doen waren dan puzzelen.” Bente: “Wij hebben gekleurd, hebben altijd een heel grote kleurplaat mee en het doel is altijd om die af te hebben voor het einde van het toernooi.” Lieke: “Die in Fukuoka was echt heel groot, iets van twee bij drie meter. Het was een wereldkaart met heel veel grote steden erop. De Eiffeltoren, de Toren van Pisa; er stond van alles op wat ingekleurd moest worden.” Bente: “Die kleurplaat plakten we met tape op een van de muren. Op de laatste dag hebben we hem afgemaakt. Net als puzzelen helpt het ons om even het hoofd leeg te maken en te ontspannen in aanloop naar een wedstrijd.” Het was de eerste Nederlandse wereldtitel in het waterpolo in 32 jaar. Wat is het geheim van jullie ploeg? Bente: “Wij hebben een ploeg waarvan de speelsters ook deels zijn geselecteerd op hun karakter. Iedereen zet het team op één, we willen alles voor elkaar doen. De groep is heel hecht, in en buiten het water.” Hebben jullie speciale sessies gehad om deze groep zo hecht te maken? Lieke: “We doen af en toe leuke dingen met elkaar, maar in deze groep was er op voorhand weinig voor nodig om heel hecht te worden. We hoefden niet met elkaar rond de tafel om te bespreken hoe iemand benaderd moest worden of om onze karaktereigenschappen in kaart te brengen. De sleutel van ons succes is voor mijn gevoel dat iedereen zichzelf mag en kan zijn. Als iemand even een momentje voor zichzelf wil hebben, dan maakt niemand daar een punt van. Of als iemand bij je aanklopt, dan probeer je te helpen. Doordat het zo klikt naast het water, klikt het ook automatisch in het water. Tijdens het WK hebben we twee keer met z’n allen samengezeten en gevraagd hoe iedereen zich voelde en of iemand nog iets nodig had.” Onze gouden medailles hebben heel veel tranen gekost Lieke: “Wat het WK betreft, waren het tranen van geluk.” Lieke, jij werd lang bestempeld als een supertalent, maar besloot in 2019 niet meer voor het nationaal team uit te komen. Pas begin dit jaar maakte jij je debuut. Lieke: “Het was leuk om te horen dat iedereen me een groot talent vond, maar ik had wel altijd het gevoel dat ik de verwachtingen waar moest maken. Waterpolo begon me steeds meer tegen te staan. Ook doordat de verwachtingen zo hoog waren bij mij en iedereen dacht dat het mij zo makkelijk afging, bleef ik maar doorgaan. Op een gegeven moment had ik het helemaal niet meer naar mijn zin. In 2019 zou ik de overstap maken naar de A-selectie. De Spelen in Tokio kwamen eraan, de voorbereiding was in volle gang en ik moest fulltime mee in het programma. Het trainen ging me zo tegenstaan, ik stapte elke dag met tegenzin in de auto. Ik zei bijna elke dag tegen Bente: ik heb echt geen zin vandaag. Als de training voorbij was, kwam de opluchting. Ik heb maanden, misschien wel een jaar met dat gevoel rondgelopen. Op een dag stond ik in het krachthonk, ik deed een oefening die net te zwaar voor me was. De stang viel en voor mijn gevoel viel op dat moment ook mijn hele ziel op de grond. Ik begon heel hard te huilen. Bente stond naast me en zei: ‘We gaan nu naar de bondscoach, want je trekt het gewoon niet meer.’ Ik heb tegen Arno Havenga, destijds de bondscoach, verteld dat ik wilde stoppen, omdat ik het echt niet leuk meer vond. Na dat gesprek bracht de videoman me naar het station. Ik belde mijn beste vriendin toen ik op de trein stond te wachten en vertelde dat ik was gestopt. Er viel een last van mijn schouders. Ik kan er nu nog emotioneel van worden. Zo moeilijk was het om te accepteren dat wat ik altijd het liefste deed in mijn leven, me zo was gaan tegenstaan. Een burn-out vind ik een zwaar woord, maar misschien was het dat wel.” Lieke: 'Ik kan er nu nog emotioneel van worden. Zo moeilijk was het om te accepteren dat wat ik altijd het liefste deed in mijn leven, me zo was gaan tegenstaan'. Bente: “Lieke was er heel goed in om in het zwembad de schijn op te houden dat het allemaal goed ging. Ik hoorde wat voorafging aan elke training en dat maakte het niet leuker om samen naar een training te gaan. Ik probeerde haar elke keer te motiveren, zei: we gaan gewoon even trainen, het komt wel weer goed. En dat maandenlang. De ene keer was het heftiger dan de andere keer. Vooral in periodes met veel wedstrijden ging het beter, daar haalde ze plezier uit. Maar als we lange tijd in Zeist moesten trainen, had ze het zwaar. Ik heb vaak gevraagd: als je je zo voelt, waarom doe je het dan nog? Daar kon ze niet echt antwoord op geven en dan weet je dat het een keer fout gaat, dan ga je over de grens.” Lieke: “Ik lachte het altijd maar een beetje weg. Toen ik het tegen de bondscoach vertelde, zei hij: ‘Ik vind het zo erg dat ik het niet aan je heb gezien.’” Hoe ging het nadat het besluit was genomen? Lieke: “Ik viel een beetje in een zwart gat. Ik bleef wel bij de club spelen, ging van een fulltime programma naar vier keer in de week anderhalf uur trainen. Ik heb veel getwijfeld, dacht: heb ik wel goed gedaan aan dit besluit? En er waren ook momenten dat ik dacht: is dit het nou? Je kon ook bij de club aan m’n gezicht zien dat ik er niet het plezier in had van vroeger. Ik was heel erg zoekende. Met mijn vriend, die ook waterpoloër is, ging ik geregeld krachttraining doen. Dat vond ik wel leuk. Hij heeft me ook heel erg geholpen, hielp mij om dingen kleiner te maken, omdat ik de neiging had om dingen in mijn hoofd veel groter te maken dan ze waren. Hij kon me rustig maken.”   Hoe kwam de terugkeer bij het nationaal team tot stand? Lieke: “We speelden in december vorig jaar Europa Cup met De Zaan tegen Europees kampioen Olympiakos en verloren met 15-16. Niemand had verwacht dat wij het als clubje uit Nederland zo goed zouden doen. Ik begon te huilen van blijdschap toen ik het water uitstapte, had er eindelijk weer zoveel plezier in. Een week later belde de nieuwe bondscoach Evangelos Doudesis of ik misschien terug wilde keren. Ik zei: als je me dat twee maanden terug had gevraagd, had ik je uitgelachen en ‘nee’ gezegd. Ik had net mijn diploma fysiotherapie gehaald en dacht toen de bondscoach me vroeg: ik voel me goed, waarom niet? Het vuurtje was weer aangewakkerd.” Bente, jij hebt ook een lastige periode achter de rug. De vorige bondscoach, Arno Havenga, besloot je niet mee te nemen naar de Spelen in Tokio. Bente: “Dat was een zwarte dag. Ik heb mentale coaching nodig gehad om weer verder te kunnen.” Zag je de beslissing van de bondscoach niet aankomen? Bente: “In eerste instantie niet, ik had voor mijn gevoel een bijdrage geleverd aan de olympische kwalificatie. Nadat we zeker waren van deelname aan de Spelen ben ik naar Amerika gegaan om mijn studie biomedische wetenschappen af te ronden. Toen ik in Arizona zat, heb ik een paar maanden weinig contact gehad met de bondscoach. Na terugkomst ontstond er wat meer twijfel, zei een stemmetje in mijn hoofd dat ik weleens de laatste zou kunnen zijn die ging afvallen voor de Spelen. Tijdens een trainingskamp voor Tokio had iedereen een persoonlijk gesprek met Arno en toen voelde ik echt dat het voor mij de verkeerde kant op ging vallen. Drie dagen later werd de definitieve selectie bekend en ik had al gezegd tegen mensen om me heen: bereid je er maar op voor dat jullie mij op moeten vangen, want ik ga denk ik niet mee naar de Spelen.” Hoe was je eraan toe toen het onheilspellende bericht kwam? Bente: “Ik wilde alleen maar op bed liggen, wilde niets zien op social media van wat er in aanloop naar de Spelen werd gedeeld door ploeggenoten. Ik heb ook heel weinig van de Spelen in Tokio meegekregen.” Lieke: “Ik wist hoe graag ze naar de Spelen wilde en hoe hard ze ervoor had gewerkt. Haar droom werd haar ontnomen en ik zag hoeveel pijn dat haar deed. Ik vond het heel moeilijk om haar zo verdrietig te zien. Aan de andere kant heeft het misschien ook geholpen dat ik ook niet helemaal in het waterpolo zat op dat moment, waardoor we samen afleiding konden zoeken. We zijn in die periode voor het eerst in tien jaar met onze ouders op vakantie gegaan. We hebben veel gesurft in Frankrijk, konden even loskomen van het waterpolowereldje.” Heb je overwogen helemaal met waterpolo te stoppen, Bente? Bente: “Mijn eerste ingeving was: ik kap ermee. Mijn omgeving zei: ‘Geef het eerst even wat tijd, want je kunt nu geen rationele beslissingen nemen.’ Na een maand of twee voelde ik dat ik waterpolo nog veel te leuk vond. Ik zou alleen mezelf ermee hebben als ik stopte.” Hoe hebben de tegenslagen jullie gevormd? Lieke: “Het heeft Bente nog meer gevormd. Voor mij was het belangrijk dat ik het plezier weer terug ging vinden. Bente werkte er keihard voor en toch viel ze er net naast...” Bente: “Ik had de eerlijkheid van onze huidige bondscoach nodig, wilde van hem horen wat ik beter moest doen. Evangelos was voorheen assistent van Arno Havenga en heeft heel eerlijk aangegeven waarom ik in 2021 niet klaar was voor de Spelen. Hij zei dat ik misschien wat te comfortabel was met hoe alles ging. Hij had misschien wel een punt, want ik heb me nooit zorgen gemaakt om mijn plek bij het nationaal team. Ik heb altijd keihard gewerkt, maar ben nu nóg scherper, ben me er meer van bewust dat ik elke dag bezig moet zijn met dingen die nog iets beter kunnen.” Ben je wat meer een twijfelaar geworden? Bente: “Zeker weten, en daar heb ik nu nog steeds last van. Mijn zelfvertrouwen is flink naar beneden gehaald. Het duurt echt wel even voordat je dat weer hebt opgebouwd. De prestaties die we de afgelopen tijd hebben geboekt, helpen daar natuurlijk bij.” Bente: 'Ik heb er nog steeds last van dat ik vlak voor de Spelen afviel. Mijn zelfvertrouwen is flink naar beneden gehaald. Het duurt wel even voordat je dat weer hebt opgebouwd.' Lieke: “Jij bent het slot op de verdediging. Sinds je bent afgevallen voor de Spelen heb je weer een stap gemaakt. Aanvallers hebben echt heel veel moeite met jou, dat is zo tof om te zien.” Het is dat we allebei aan waterpolo doen, maar verder zijn we elkaars tegenpolen Bente: “We hebben verschillende karakters, maar tegenpolen zijn we niet. We vinden ook dezelfde dingen leuk: shoppen, lekker lunchen.” Lieke: “We zeggen ook vaak dat we niet alleen zussen, maar ook beste vriendinnen zijn.” Hoe is waterpolo in jullie leven gekomen? Bente: “Ik deed als kind basisplan, de voorloper van wedstrijdzwemmen. Ik had een vriendje dat daarnaast ook aan waterpolo deed. Dat wilde ik ook proberen. Ik was zeven en heb lang waterpolo en zwemmen gecombineerd.” Lieke: “Ik was zes toen ik net als Bente op waterpolo ging. Ik heb ook nog lang op korfbal gezeten, deed op een gegeven moment zelfs vijf sporten tegelijk. Uiteindelijk moest ik kiezen, het was een lastige keuze tussen korfbal en waterpolo.” Wat deed het jou als oudere zus dat Lieke altijd als toptalent werd bestempeld, Bente? Bente: “Ik was aan de ene kant trots, maar het maakte het voor mij tegelijkertijd soms moeilijker. Ik moest er harder voor werken. Maar dat went ook.” Lieke: “Het was voor mij ook niet altijd makkelijk om dat stempel te krijgen. Mensen hadden daardoor sneller de indruk dat het mij allemaal maar aan kwam waaien. Bente heeft een geweldige mentaliteit, zet ergens haar tanden in en laat niet meer los. Dat is iets wat ik minder heb en dat zorgde er misschien mede voor dat ik in 2019 besloot te stoppen bij het nationaal team. Bente is meer een doorzetter dan ik. Ik was er denk ik te veel aan gewend geraakt dat het allemaal makkelijk ging. Op het moment dat het moeilijker werd en ik ergens harder voor moest werken, ging het mis en verloor ik het plezier.” Bente: “Ik kan dingen niet loslaten als iets me nog niet is gelukt. Dat had ik ook na de Spelen die ik miste. Ik was nog niet klaar, kon het niet loslaten. Het mooie van Lieke is juist dat ze zo vrij is als ze in het water ligt, zij doet heel veel op gevoel. Met dat geweldige schot erbij, maakt dat Lieke zo gevaarlijk is.” Jullie hebben ook allebei in Amerika gestudeerd en gespeeld. Bente: “Ik heb mijn studie daar afgerond. Het was de enige plek waar ik mijn studie en waterpolo kon combineren.” Lieke knikt: “De combinatie topsport en studeren is in Nederland heel lastig. Ik heb mijn studie fysiotherapie afgerond omdat ik stopte bij het Nederlands team. Je ziet nu ook dat jeugdspelers in het waterpolo een keuze gaan maken tussen sport en studie. In het waterpolo is niet heel veel geld te verdienen, dus velen kiezen voor school. Doodzonde.” Lieke, jij bent maar een paar maanden in Amerika geweest. Lieke: “Vier maanden. Ik kon daar niet aarden. Amerikanen zijn niet helemaal mijn mensen. Kijk, Bente heeft een ‘Amerika-knop’. Als wij landen in Amerika gaat die aan en is ze ineens net een Amerikaan. Dan herken ik mijn eigen zus niet meer. Ik ben veel te nuchter, eerder een Hollandse boerin. Ik zat met allemaal Amerikaanse meiden in het waterpoloteam. Na een week zeiden meiden al tegen me: ‘I love you so much.’ En weer een week later keken ze me niet aan. In de kleedkamer werd er achter de rug van anderen om flink geroddeld. Misschien zijn wij Nederlanders een beetje hard, maar ik heb liever iemand die rechtdoorzee is. Alles beter dan nep.” Bente: “Ik zat daar al twee jaar toen Lieke kwam, had het geluk dat teamgenoot Maud Koopman ook studeerde aan dezelfde universiteit en er waren nog meer meiden uit Europa. Daardoor werd het makkelijker om mijn weg te vinden daar. Wat betreft die Amerikaknop, dat klopt wel. Ik heb een manier gevonden om mee te gaan in wat Lieke verstaat onder ‘het Amerikaanse gelul’. Ik voel me juist overal heel erg welkom in Amerika. Iedereen vraagt: ‘How are you?’ Met iedereen kun je een praatje maken. Ik vind juist dat dat in Nederland anders is, daar moet je veel meer je best doen als je ergens nieuw in een groep komt.” Jullie zijn wereldkampioen, maar werken allebei naast het waterpolo. De een in de farmaceutische industrie en de ander als fysiotherapeute. Is dat niet raar? Bente: “Wij hoeven niet te werken, maar wij halen er allebei veel energie uit om naast waterpolo andere dingen te doen. We krijgen ook de vrijheid om iets naast onze sport te doen en hebben daar dus voor gekozen. En waterpolo staat op één, hoor. Het is ook fijn om nu al iets achter de hand te hebben. Een topsportcarrière kan ook zomaar voorbij zijn.” Evangelos Doudedis is onze verlosser Bente: “Dat zou betekenen dat het voor zijn komst helemaal niet goed ging; dat is niet zo. Maar ik denk wel dat Eva de sleutel tot succes heeft gevonden voor dit team.” Lieke: “Hij heeft een heel duidelijke visie, stapt daar niet vanaf. En zijn aanpak werkt.” Bente: “Duidelijkheid is precies wat deze groep nodig heeft. We weten allemaal waar we aan toe zijn. Eva probeert ons elke dag een beetje meer mee te nemen in zijn filosofie. Ik denk dat alle speelsters ervan onder de indruk zijn hoe hij zijn visie overbrengt.” Lieke: “En zijn beleving; Eva kan zo opgaan in het spel. Wij zijn veel nuchterder, denken als we hem aan het werk zien: een beetje rustiger kan misschien ook. Tegelijkertijd is het heel mooi om zijn bevlogenheid te zien. En hij blijft ook gewoon een Griek, is veel minder van de planning. Eva denkt: we gaan vandaag trainen en we zien wel hoelang en hoe laat het wordt.” Wat is het verschil met de periode-Havenga? Bente: “Eva zette als assistent van Arno ook al voor een deel de tactische lijnen uit. Het is niet zo dat we nu heel anders te werk gaan. Het grootste verschil is in mijn ogen hoe we als groep met elkaar omgaan. Iedereen krijgt de vrijheid om zichzelf te zijn en is daar ook niet bang voor. Onder Eva is dat gevoel sterker geworden.” Jullie zijn ook allebei onomstreden onder Doudesis. Gaan jullie daarom nog meer door het vuur voor hem? Bente: “Ik wil altijd alles geven, maar zijn beleving, passie en filosofie werken erg aanstekelijk. Als iemand zo heilig ergens in gelooft, zo duidelijk uitspreekt hoeveel vertrouwen hij in ons heeft, dan wil en ga je dat ook geloven.” Lieke: “Dat gevoegd bij de vrijheid die wij krijgen om zijn programma te volgen. Dat is ook fijn voor de mentale gesteldheid, dat je het zo in kunt vullen dat het voor jou fijn voelt. Het is mogelijk om naast de sport te werken of studeren, je mag in het buitenland spelen. Voorheen was het toch vooral de bedoeling om samen te trainen in Zeist, zeker in een olympisch jaar.” Het klinkt als dat jullie meer eigen verantwoordelijkheid hebben. Lieke: “Ja, en daardoor zet je ook makkelijker een stapje extra. Je hebt niet het gevoel dat je alleen maar doet wat je wordt opgedragen. Je moet nog steeds je uren maken en hard werken, maar je kunt de invulling wel voor een deel zelf bepalen.” Als ik ga trouwen is mijn zus de eerste die ik vraag om getuige te zijn In koor: “Ja!”   Bente, jij hebt een relatie met Mick van den Bree, ook jullie hoofdcoach bij ZV De Zaan. En Lieke, jij hebt een relatie met waterpoloër Bradley Sap. Was het bij het aangaan van een relatie een vereiste dat jullie vriend ook gek was van waterpolo? Bente, lachend: “Waterpolo is in Nederland een klein wereldje, iedereen kent elkaar.” Lieke, lachend: “Probeer dan maar eens een andere man tegen te komen.” Is er naast waterpolo en werk nog wel tijd voor de liefde? Bente: “Mick en ik zien elkaar ook dagelijks bij de club en wonen samen in Haarlem, dus we zien elkaar heel vaak. Voor Bradley en Lieke is het een grotere uitdaging om elkaar te zien.” Lieke knikt: “Wij wonen nog niet samen. Soms trainen we allebei nog tot laat in de avond. Als je dan de volgende dag weer vroeg van huis moet... Het is soms passen en meten, maar tegelijkertijd is het fijn om allebei een eigen leven te hebben.” Bente, nemen Mick en jij het ‘werk’ vaak mee naar huis? Bente: “In het zwembad is Mick de coach en ik de speelster, ik moet me daar ook niet anders gedragen. Zoals Mick zich niet anders moet gedragen tegen mij dan tegen andere speelsters. Daar voeren we wel gesprekken over. Thuis praten we ook over wat er tijdens de training of wedstrijd is gebeurd, maar we proberen heel erg het waterpolo in het zwembad te laten. Dat is best een uitdaging, want eigenlijk praten we het liefst de hele dag over waterpolo. Soms moeten we echt even tegen elkaar zeggen: ‘Oké, nu is het even klaar met waterpolo. Ander onderwerp.’” Soms wil een spelersgroep ook even roddelen over de trainer, toch? Bente, lachend: “Als dat gebeurt, houden ze mij daar denk ik buiten.” Lieke: “Over Mick wordt niet veel geroddeld, hoor. Hij doet het goed en voor de andere meiden is het duidelijk hoe de situatie is. Toen Mick de kans kreeg om hoofdcoach te worden is dat ook met het team besproken. Iedereen wist van de relatie van Bente en Mick en heeft ermee ingestemd dat Mick de coach werd.” Na deze wereldtitel weten we dat de ogen op ons zijn gericht in Parijs Lieke: “In februari is er alweer een WK, dan moeten we er eerst maar weer staan. En ja, als je een jaar voor de Spelen wereldkampioen wordt, zullen er bepaalde verwachtingen zijn in Parijs.” Jullie kwalificeerden je op het WK meteen voor de Spelen, zijn jullie niet bang dat tegenstanders nog meer berekend op jullie zullen zijn? Lieke: “We hebben niet het idee dat wat we op het WK lieten zien onze piek was. Wij kunnen over een jaar nog beter zijn.” Bente: “Bij ons zal het vertrouwen alleen maar groter zijn, doordat we op het WK hebben gezien dat we de goede lijn te pakken hebben. Het is bij ons heel vaak ‘net niet’ geweest, dus het is fijn om vlak voor de Spelen ook eens te ervaren hoe het is om succes te hebben. We weten nu dat we het ook op de belangrijkste momenten kunnen.” Maar er zal nu anders naar jullie worden gekeken, dat zorgt wellicht ook voor meer druk. Bente: “Daar zal Eva afgelopen tijd zeker over na hebben gedacht en hij zal met een plan komen om ervoor te zorgen dat het WK niet onze piek was. We zullen daar zeker gesprekken over gaan voeren.” Lieke: “Eva zegt altijd dat we nederig moeten blijven. Ik weet nu al dat hij daar een jaar lang op zal blijven hameren.” In 2008 werden de Nederlandse waterpolovrouwen ‘zomaar’ olympisch kampioen, daarna bleef nieuw succes aanvankelijk uit. Hoe gaan jullie ervoor zorgen dat de wereldtitel de aftrap is van een periode waarin jullie het waterpolo dicteren? Lieke: “Door niet te denken dat we er nu al zijn omdat we een keer wereldkampioen zijn geworden. Dat is niet genoeg.” Bente: “Eén keer zou nog toeval kunnen zijn, en ik wil niet dat dit een toevalstreffer was.” Een paar jaar geleden werden de handbalvrouwen wereldkampioen en tal van meiden uit dat team groeiden uit tot boegbeelden. Zijn jullie er klaar voor om visitekaartjes van jullie sport te zijn? Bente: “Ik wil iedereen laten zien dat wij aan een heel toffe sport doen.” Lieke: “Daar zet ik me ook graag voor in.” Tijdens het Sportgala zullen jullie gelden als grote kanshebbers voor de titel Sportploeg van het Jaar. Dan kunnen jullie je ook eens op een andere manier presenteren dan in badpak en met een cap op. Bente: “We hebben het daar best wel vaak over. Wij stappen natuurlijk altijd als verzopen katjes het water uit en worden dan geïnterviewd. Sta je daar weer met je natte haren.” Bente: 'Wij stappen altijd als verzopen katjes het water uit en worden dan geïnterviewd. Het sportgala is een mooie kans om ons op een andere manier te laten zien'. Lieke: “Als we een badmuts en een cap op hebben, krijgen mensen niet het meest charmante beeld van ons.” Bente: “Het Sportgala is een mooie kans om ons op een andere manier te laten zien.” Helden Magazine 69 Het verhaal van Bente en Lieke Rogge komt voort uit het dubbeldikke eindejaarsnummer van Helden. De laatste editie van 2023 staat traditioneel in het teken van een terugblik op het afgelopen sportjaar, waarop Femke Bol de cover siert. De atlete blikt uitgebreid terug op het jaar waarin alles wat ze aanraakte in goud leek te veranderen. Helden ging daarnaast in Engeland op bezoek bij Nathan Aké, die met Manchester City de landstitel, FA Cup en Champions League won. Hij werd samen met zijn echtgenote Kaylee, met wie hij al sinds zijn vijftiende samen is, geïnterviewd en gefotografeerd. Bijzonder was ook het bezoek aan de familie Schippers. Dafne nam afscheid van de atletiek en samen met haar ouders, zus en broer blikte ze terug op haar indrukwekkende carrière. In de 69ste editie van Helden komen tal van sporters aan het woord die 2023 kleur gaven. Wout Poels blikt terug op ritzeges in de Tour en Vuelta, maar ook op het verlies van ploeggenoot Gino Mäder. Femke Kok kroonde zich tot de eerste Nederlandse wereldkampioene op de 500 meter en toont zich zoals we haar niet eerder zagen. Karolien en Finn Florijn zijn gezegend met geweldige roeigenen, ze pakten allebei WK-goud; een dubbelinterview. Jeffrey Hoogland is koning op de kilometer. Hij werd voor de vierde keer wereldkampioen op ‘zijn’ afstand en verbeterde het wereldrecord. Een openhartig gesprek met de kilometervreter. Verder pakten zeilers Bart Lambriex en Floris van de Werken een hattrick aan wereldtitels. Over zeilen gesproken: Marit Bouwmeester keerde terug na de bevalling van haar dochter in 2022 en werd meteen weer Europees kampioen. Feyenoord werd ook kampioen en Lutsharel Geertruida had daar een belangrijk aandeel in. Hij doet zijn verhaal. Joey Veerman won in 2023 de KNVB-beker en werd vader. Een gesprek met de uitgesproken voetballer over wie veel mensen een mening hebben. Ook een verhaal over Lionel Messi en de club waar hij afgelopen zomer heen verhuisde, het Inter Miami van David Beckham. Een portret van Carlos Alcaraz, de nieuwe posterboy van het tennis die Novak Djokovic klopte in de finale op Wimbledon in dé wedstrijd van het jaar. En als laatste was het voor schaatscoach Kosta Poltavets en voetbaltrainer Anoush Dastgir juist een zwaar jaar, door de situatie in hun geboortelanden Oekraïne en Afghanistan. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 69 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.