Word abonnee
Meer

Windsurfen

Kiran Badloe: ‘Ik wil iets unieks doen’

Kiran Badloe (28) won in 2021 olympisch goud als windsurfer. Daarna maakte hij de overstap naar de nieuwe olympische iQFoil-klasse. Kiran heeft letterlijk en figuurlijk een transformatie ondergaan, zo is hij ruim twintig kilo aangekomen. Na de laatste olympisch kampioen in de RS:X zou hij dolgraag de eerste gouden olympische plak als foiler pakken. In aanloop naar het WK in Den Haag (10-20 augustus) doet hij zijn verhaal. Nieuw lichaam “Vergelijk het met een langebaanschaatser die de overstap maakt naar het shorttracken. Die stapt in een andere wereld. Je trekt voor allebei de takken van sport schaatsen aan, maar daar houdt zo’n beetje de vergelijking op. Of neem een wegwielrenner die ineens besluit te gaan BMX’en. Je moet op allebei de fietsen trappen, maar verder is het totaal anders. Of een atleet die de overstap maakt van de 200 meter naar de 400 meter horden. Zo moet je mijn overstap van de RS:X-klasse naar de iQFoil- klasse ook zien. Ik vaar met een andere plank, met ander materiaal. Met windsurfen moest ik mijn board door het water sturen en nu zweef ik met mijn plank boven het water. Daar komen heel andere technieken bij kijken. Ik moet mijn zeil op een andere manier trimmen en doordat we met een hogere snelheid varen, moet ik ook de wind anders ‘lezen’ dan voorheen. En voor het foilen ben ik ook ruim twintig kilo aangekomen. Voorheen moest ik mijn board niet te diep in het water drukken, dat gaf te veel weerstand. Nu ik boven het water zweef, is het juist goed om de foil, het uitsteeksel onder de plank, in het water te drukken. De foil wil door de snelheid en de wind juist alleen maar het water uit. Je hebt gewicht nodig om dat tegen te houden, om tegendruk te geven. Mijn coach Aaron McIntosh zag dat de zwaardere jongens harder gingen, dus we wisten wat me te doen stond. Op de Spelen in Tokio woog ik rond de zeventig kilo en nu ben ik 94 kilo. En dat heb ik niet voor elkaar gekregen door dagelijks bij de McDonald’s te zitten. Ik heb het gedaan met veel krachttraining en door juist gezond te eten. Voorheen leefde ik op een paar eitjes, toast, avocado en een glaasje sap. Na mijn overstap ben ik vooral veel meer gaan eten, diëtisten zagen erop toe dat het op een verantwoorde manier gebeurde. Elke twee of drie uur moest ik wat eten. Veel koolhydraten en proteïnen. Ik heb heel wat eieren gegeten. En bakken havermout. In het begin protesteerde m’n lichaam ook wel, ik was niet gewend om zoveel te eten. Vaak had ik geen honger, maar moest ik toch eten. Ik gooide voor mijn ontbijt ook vaak een deel in de blender, als shake kreeg ik het sneller en beter weg. Ik heb ook een heel nieuwe garderobe aan moeten schaffen. Mijn vriendin Nicky kreeg qua uiterlijk een heel nieuwe vriend. Ik moest er even aan wennen als ik mezelf in de spiegel zag, maar ben er nu aan gewend. Ik merk dat het lichaam dat ik nu heb ook veel beter bij me past. Nicky en mijn ouders vinden het ook beter voor me hoe ik er nu uitzie. Ik ben 1,96 meter en ben jarenlang wel heel erg licht geweest. Dat was jarenlang ‘normaal’, maar eigenlijk zag ik er ongezond uit, ik was zo mager. Op foto’s van mij in aanloop naar de Spelen, toen ik toch nog even twee kilo lichter wilde zijn dan ik gewend was, zie je elk botje. Niet dat ik anorexia had, maar zwaar ondergewicht kun je het wel noemen. Ik had sinds mijn veertiende een routine wat eten betreft waardoor ik precies op mijn ideale gewicht voor de RS:X-klasse bleef. Ik kon af en toe gerust snoepen, omdat ik in de zon en tijdens trainingen toch heel veel calorieën verbrandde. Pas de afgelopen periode, waarin ik zwaarder werd, heb ik gemerkt dat ik jarenlang veel van mijn lichaam heb geëist. Ik merk dat ik veel minder slaap nodig heb, waar ik voorheen altijd powernaps nodig had om de dag door te komen. Ik was ook best vaak ziek. Als ergens de airco had aangestaan, dan kon ik daar al last van krijgen. Mijn weerstand is jarenlang gewoon heel laag geweest. Lange tijd wist ik niet beter. Ik dacht: ik ben topsporter, dus ik vraag veel van mijn lichaam en heb meer slaap nodig dan gemiddeld. Ik heb nu meer reserves en dat voelt goed. Afgesloten hoofdstuk Ik krijg vaak de vraag of ik het niet jammer vind dat de RS:X-klasse niet langer olympisch is. Ik had nog een paar jaar kunnen domineren als windsurfer, maar als ik heel eerlijk ben, denk ik dat ik zou zijn gestopt als alles hetzelfde zou zijn gebleven. Ik ben ooit gaan windsurfen met de droom om op een dag de beste van de wereld te zijn. Met Dorian van Rijsselberghe en onze coach Aaron hebben we de RS:X-klasse jarenlang gedomineerd. Ik won drie wereldtitels op rij, twee Europese titels en sloot af met de olympische titel. Fantastisch. Ik had alles bereikt wat ik wilde. Maar ik merkte ook al dat ik in aanloop naar de Spelen in Tokio was uitgeleerd als windsurfer. En juist uit het leren van nieuwe dingen haalde ik altijd zoveel plezier. Ik was klaar voor een nieuwe stap. Dat gold ook voor Dorian en Aaron. Het was niet voor niets dat wij met z’n drieën de lobby zijn gestart om het foilen de olympische status te bezorgen. We deden het al een tijdje voor de lol, vonden het alle drie eigenlijk mooier om te doen dan windsurfen. We hebben het bedrijf benaderd dat ons materiaal altijd verzorgde en Antonio, een bevriende advocaat, heeft geholpen om dingen op papier te zetten. Dorian en ik zijn met het materiaal aan de slag gegaan. Uiteindelijk hebben we ons idee om van foilen de nieuwe olympische klasse te maken gepresenteerd. Als je ziet hoeveel kinderen nu aan het foilen zijn, waar je voorheen steeds minder kinderen zag windsurfen; geweldig. In 2019 werd duidelijk dat foilen olympisch zou worden op de Spelen van 2024. Ik stond te popelen om de overstap te maken, maar moest eerst nog een jaar door met de RS:X. Toen de Spelen door de coronapandemie een jaar werden uitgesteld, werden dat er zelfs twee. Ik vond het mentaal zwaar, dacht vaak: mijn vrienden zijn al aan het foilen, zijn allemaal nieuwe dingen aan het leren en hebben een heel leuke tijd. Met Aaron – Dorian stopte toen duidelijk werd dat ik naar de Spelen mocht – was ik bezig aan een repeterend geheel. Ik wilde dolgraag olympisch goud winnen, dat ontbrak nog, vond het ook echt nog wel leuk om daarvoor te gaan, maar ik merkte ook dat ik de uitdaging miste van nieuwe dingen leren. Het voelde voor mij in aanloop naar de Spelen in Tokio vaak echt zo dat ik bezig was dat laatste vinkje te kunnen zetten. Na de Spelen was RS:X een afgesloten hoofdstuk voor me. Ik heb daarna nooit meer op die plank gestaan. Sterker: ik begreep dat het zeil waarmee ik voer tijdens de Spelen is verkocht aan een Zwitser. Materiaal voor de jeugd werd opgeruimd door de bond en daar bleek mijn olympische zeil dus ook tussen te zitten... Neemt niet weg dat ik natuurlijk met veel voldoening terugkijk op de hele RS:X-periode. We wilden niet alleen winnen, maar ook domineren. Dat is gelukt en geeft rust. Helden Magazine editie 67 Het eerste gedeelte van het verhaal van Kiran Badloe komt voort uit Helden Magazine nummer 67, het Sportzomerboek, waar Mathieu van der Poel de cover siert samen met, Sifan Hassan, Quilindschy Hartman, Lieke Martens & Jackie Groenen. De 67ste editie van Helden is een dubbeldik Sportzomerboek, waarin er volop aandacht is voor de Tour de France voor mannen en vrouwen, het WK voetbal, en het landskampioenschap van Feyenoord. Verder in Helden 67 uitgebreide interviews met: alleskunner Sifan Hassan in aanloop naar de WK atletiek, baanwielrenner Roy van den Berg, hockeysters Sanne Koolen en Pien Sanders, zwemster Marrit Steenbergen is sterker dan ooit, Botic van de Zandschulp op weg naar de absolute tennistop, coureur en analist Giedo van der Garde over Nyck de Vries en Jos en Max Verstappen, en nog veel meer inspirerende verhalen. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine editie 67! Wil je geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Abonneer je nu snel en ontvang de Helden Magazine op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Blijf daarnaast op de hoogte van het recentste sportnieuws en leuke winacties door je aan te melden op onze nieuwsbrief en volg ons op onze social mediakanalen.
Kiran Badloe (28) won in 2021 olympisch goud als windsurfer. Daarna maakte hij de overstap naar de nieuwe olympische iQFoil-klasse. Kiran heeft letterlijk en figuurlijk een transformatie ondergaan, zo is hij ruim twintig kilo aangekomen. Na de laatste olympisch kampioen in de RS:X zou hij dolgraag de eerste gouden olympische plak als foiler pakken. In aanloop naar het WK in Den Haag (10-20 augustus) doet hij zijn verhaal. Nieuw lichaam “Vergelijk het met een langebaanschaatser die de overstap maakt naar het shorttracken. Die stapt in een andere wereld. Je trekt voor allebei de takken van sport schaatsen aan, maar daar houdt zo’n beetje de vergelijking op. Of neem een wegwielrenner die ineens besluit te gaan BMX’en. Je moet op allebei de fietsen trappen, maar verder is het totaal anders. Of een atleet die de overstap maakt van de 200 meter naar de 400 meter horden. Zo moet je mijn overstap van de RS:X-klasse naar de iQFoil- klasse ook zien. Ik vaar met een andere plank, met ander materiaal. Met windsurfen moest ik mijn board door het water sturen en nu zweef ik met mijn plank boven het water. Daar komen heel andere technieken bij kijken. Ik moet mijn zeil op een andere manier trimmen en doordat we met een hogere snelheid varen, moet ik ook de wind anders ‘lezen’ dan voorheen. En voor het foilen ben ik ook ruim twintig kilo aangekomen. Voorheen moest ik mijn board niet te diep in het water drukken, dat gaf te veel weerstand. Nu ik boven het water zweef, is het juist goed om de foil, het uitsteeksel onder de plank, in het water te drukken. De foil wil door de snelheid en de wind juist alleen maar het water uit. Je hebt gewicht nodig om dat tegen te houden, om tegendruk te geven. Mijn coach Aaron McIntosh zag dat de zwaardere jongens harder gingen, dus we wisten wat me te doen stond. Op de Spelen in Tokio woog ik rond de zeventig kilo en nu ben ik 94 kilo. En dat heb ik niet voor elkaar gekregen door dagelijks bij de McDonald’s te zitten. Ik heb het gedaan met veel krachttraining en door juist gezond te eten. Voorheen leefde ik op een paar eitjes, toast, avocado en een glaasje sap. Na mijn overstap ben ik vooral veel meer gaan eten, diëtisten zagen erop toe dat het op een verantwoorde manier gebeurde. Elke twee of drie uur moest ik wat eten. Veel koolhydraten en proteïnen. Ik heb heel wat eieren gegeten. En bakken havermout. In het begin protesteerde m’n lichaam ook wel, ik was niet gewend om zoveel te eten. Vaak had ik geen honger, maar moest ik toch eten. Ik gooide voor mijn ontbijt ook vaak een deel in de blender, als shake kreeg ik het sneller en beter weg. Ik heb ook een heel nieuwe garderobe aan moeten schaffen. Mijn vriendin Nicky kreeg qua uiterlijk een heel nieuwe vriend. Ik moest er even aan wennen als ik mezelf in de spiegel zag, maar ben er nu aan gewend. Ik merk dat het lichaam dat ik nu heb ook veel beter bij me past. Nicky en mijn ouders vinden het ook beter voor me hoe ik er nu uitzie. Ik ben 1,96 meter en ben jarenlang wel heel erg licht geweest. Dat was jarenlang ‘normaal’, maar eigenlijk zag ik er ongezond uit, ik was zo mager. Op foto’s van mij in aanloop naar de Spelen, toen ik toch nog even twee kilo lichter wilde zijn dan ik gewend was, zie je elk botje. Niet dat ik anorexia had, maar zwaar ondergewicht kun je het wel noemen. Ik had sinds mijn veertiende een routine wat eten betreft waardoor ik precies op mijn ideale gewicht voor de RS:X-klasse bleef. Ik kon af en toe gerust snoepen, omdat ik in de zon en tijdens trainingen toch heel veel calorieën verbrandde. Pas de afgelopen periode, waarin ik zwaarder werd, heb ik gemerkt dat ik jarenlang veel van mijn lichaam heb geëist. Ik merk dat ik veel minder slaap nodig heb, waar ik voorheen altijd powernaps nodig had om de dag door te komen. Ik was ook best vaak ziek. Als ergens de airco had aangestaan, dan kon ik daar al last van krijgen. Mijn weerstand is jarenlang gewoon heel laag geweest. Lange tijd wist ik niet beter. Ik dacht: ik ben topsporter, dus ik vraag veel van mijn lichaam en heb meer slaap nodig dan gemiddeld. Ik heb nu meer reserves en dat voelt goed. Afgesloten hoofdstuk Ik krijg vaak de vraag of ik het niet jammer vind dat de RS:X-klasse niet langer olympisch is. Ik had nog een paar jaar kunnen domineren als windsurfer, maar als ik heel eerlijk ben, denk ik dat ik zou zijn gestopt als alles hetzelfde zou zijn gebleven. Ik ben ooit gaan windsurfen met de droom om op een dag de beste van de wereld te zijn. Met Dorian van Rijsselberghe en onze coach Aaron hebben we de RS:X-klasse jarenlang gedomineerd. Ik won drie wereldtitels op rij, twee Europese titels en sloot af met de olympische titel. Fantastisch. Ik had alles bereikt wat ik wilde. Maar ik merkte ook al dat ik in aanloop naar de Spelen in Tokio was uitgeleerd als windsurfer. En juist uit het leren van nieuwe dingen haalde ik altijd zoveel plezier. Ik was klaar voor een nieuwe stap. Dat gold ook voor Dorian en Aaron. Het was niet voor niets dat wij met z’n drieën de lobby zijn gestart om het foilen de olympische status te bezorgen. We deden het al een tijdje voor de lol, vonden het alle drie eigenlijk mooier om te doen dan windsurfen. We hebben het bedrijf benaderd dat ons materiaal altijd verzorgde en Antonio, een bevriende advocaat, heeft geholpen om dingen op papier te zetten. Dorian en ik zijn met het materiaal aan de slag gegaan. Uiteindelijk hebben we ons idee om van foilen de nieuwe olympische klasse te maken gepresenteerd. Als je ziet hoeveel kinderen nu aan het foilen zijn, waar je voorheen steeds minder kinderen zag windsurfen; geweldig. In 2019 werd duidelijk dat foilen olympisch zou worden op de Spelen van 2024. Ik stond te popelen om de overstap te maken, maar moest eerst nog een jaar door met de RS:X. Toen de Spelen door de coronapandemie een jaar werden uitgesteld, werden dat er zelfs twee. Ik vond het mentaal zwaar, dacht vaak: mijn vrienden zijn al aan het foilen, zijn allemaal nieuwe dingen aan het leren en hebben een heel leuke tijd. Met Aaron – Dorian stopte toen duidelijk werd dat ik naar de Spelen mocht – was ik bezig aan een repeterend geheel. Ik wilde dolgraag olympisch goud winnen, dat ontbrak nog, vond het ook echt nog wel leuk om daarvoor te gaan, maar ik merkte ook dat ik de uitdaging miste van nieuwe dingen leren. Het voelde voor mij in aanloop naar de Spelen in Tokio vaak echt zo dat ik bezig was dat laatste vinkje te kunnen zetten. Na de Spelen was RS:X een afgesloten hoofdstuk voor me. Ik heb daarna nooit meer op die plank gestaan. Sterker: ik begreep dat het zeil waarmee ik voer tijdens de Spelen is verkocht aan een Zwitser. Materiaal voor de jeugd werd opgeruimd door de bond en daar bleek mijn olympische zeil dus ook tussen te zitten... Neemt niet weg dat ik natuurlijk met veel voldoening terugkijk op de hele RS:X-periode. We wilden niet alleen winnen, maar ook domineren. Dat is gelukt en geeft rust. Helden Magazine editie 67 Het eerste gedeelte van het verhaal van Kiran Badloe komt voort uit Helden Magazine nummer 67, het Sportzomerboek, waar Mathieu van der Poel de cover siert samen met, Sifan Hassan, Quilindschy Hartman, Lieke Martens & Jackie Groenen. De 67ste editie van Helden is een dubbeldik Sportzomerboek, waarin er volop aandacht is voor de Tour de France voor mannen en vrouwen, het WK voetbal, en het landskampioenschap van Feyenoord. Verder in Helden 67 uitgebreide interviews met: alleskunner Sifan Hassan in aanloop naar de WK atletiek, baanwielrenner Roy van den Berg, hockeysters Sanne Koolen en Pien Sanders, zwemster Marrit Steenbergen is sterker dan ooit, Botic van de Zandschulp op weg naar de absolute tennistop, coureur en analist Giedo van der Garde over Nyck de Vries en Jos en Max Verstappen, en nog veel meer inspirerende verhalen. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine editie 67! Wil je geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Abonneer je nu snel en ontvang de Helden Magazine op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Blijf daarnaast op de hoogte van het recentste sportnieuws en leuke winacties door je aan te melden op onze nieuwsbrief en volg ons op onze social mediakanalen.

Windsurfen

Youri Zoon: Carrièreswitch

Youri Zoon (32) reist al negentien jaar lang als kitesurfer de wereld over, van het ene zonnige oord naar het andere. Tweemaal werd hij wereldkampioen freestyle. Een paar jaar geleden vond Youri naast het kitesurfen een nieuwe uitdaging in zijn leven: de triatlon. “Stilzitten is niet aan mij besteed.” “Mensen vragen mij vaak: ‘Ga je nu alweer op vakantie?’ Maar als ik in het buitenland ben, heb ik juist geen vakantie. Als ik in Nederland ben, heb ik dat pas. Natuurlijk laat ik op Instagram die mooie locaties zien. Maar wat je niet ziet, zijn die talloze trainingsuren voor het kiten en de triatlon. Ook als het windkracht 7 waait en keihard regent, zit ik vier uur op de fiets nadat ik al op het water heb getraind.” 'Triatlon kun je best lang volhouden. De snelste triatleet van dit moment, de Duitser Jan Frodeno, is al veertig. Ik kan dus nog jaren mee' Malediven Youri Zoon is, samen met Kevin Langeree en Ruben Lenten, nog altijd de bekendste kitesurfer van ons land. Vijftien jaar lang bestond zijn leven als professioneel kitesurfer uit actie. Trainen, demo’s doen voor importeurs van zijn materiaal en kleding, clinics en trainingen geven, en fotoshoots voor zijn sponsors. “Ik ging van Brazilië naar Griekenland, van Griekenland naar Kaapstad, dan weer naar de Malediven... Ik zat negen maanden per jaar in het buitenland.” In 2011 en 2012 werd hij wereldkampioen, daarna werd hij nog tweemaal tweede, een keer derde en vierde van de wereld. “In die vijftien jaar stond ik altijd wel in de top vijf." Eind 2019 besloot Youri deels te stoppen met kitesurfen en het reizen. Van het internationale wedstrijdcircuit nam hij afscheid, maar voor clinics, demo’s en film- en fotoshoots voor sponsors vliegt hij nog altijd de wereld over. “Het freestyle kiten is enorm belastend voor m’n lichaam, ik krijg harde klappen te verduren. Mijn lijf begon na al die jaren tegen te stribbelen, ik had een scheur in mijn rechterknie en rechterschouder. Maar inmiddels was er ook een nieuwe generatie kitesurfers opgestaan die mij van het podium stootte. Wat ik deed op mijn zestiende, gebeurde nu bij mij: jonge gasten streefden mij voorbij. Ik kon het topniveau nog wel halen, maar lichamelijk kon ik dat niet meer het hele jaar vasthouden. Bovendien was mijn vriendin zwanger van ons inmiddels tweejarige zoontje, ik wilde meer thuis zijn en dus minder reizen.” Tijdritfiets Per toeval kwam de triatlon op zijn pad eind 2019. “Ik had een shoot staan op IJsland. Ik zou op zaterdag vliegen, op die dag werd er ook een triatlon gehouden op de Brouwersdam, nabij mijn hometown Ouddorp. Een aantal vrienden deed mee. Mijn vliegticket werd plotseling gewijzigd naar zondag. Ik stuurde de organisatie gekscherend een mailtje, vroeg of ze toevallig nog een plekje hadden. Ik had er niet op gerekend dat ik twee minuten later een berichtje terugkreeg met: ‘Natuurlijk, voor jou altijd, leuk dat je meedoet.’ Helden Magazine 61 Het eerste gedeelte van het verhaal van Youri Zoon komt voort uit Helden Magazine 61. In deze editie wordt er stil gestaan bij Johan Cruijff. Cruijff zou op 25 april 75 zijn geworden. Barbara en Frits Barend reisden naar Barcelona voor een bijzonder gesprek met Jordi Cruijff over zijn vader. In Helden Magazine 61 lees je een uitgebreid interview met Kiki Bertens en Marit Bouwmeester. De mama’s in spé behoren tot de succesvolste sportvrouwen die Nederland ooit heeft gehad en staan nu voor een nieuwe uitdaging in hun leven. Ook spraken we Justin Bijlow en zijn vriendin, zij verwachten in juni hun eerste kindje. Het gaat de keeper van Feyenoord en Oranje voor de wind. Daarnaast is Jurriën Timber onomstreden in de verdediging bij Ajax en Oranje. Een gesprek over zijn moeder, tweelingbroer Quinten, Curaçao en Louis van Gaal. Ook spraken we met Emma Oosterwegel over haar geheim, hoort Tallon Griekspoor er nu echt bij én behoort Sebastian Langeveld tot de beste Nederlandse klassiekerrenners van het peleton. Joey & Henk Veerman zijn oud-teamgenoten, vrienden en plaatsgenoten. De Volendammers gingen het gesprek aan over onder meer hun vriendschap en transfers. Bovendien een bijzonder interview met Stig Broeckx, de oud-wielrenner lag maandenlang in diepe coma en was gedoemd een kasplantje te worden, maar stond letterlijk weer op. Verder was Gijs van Lennep een succesvolle autocoureur in de jaren zestig en zeventig. Blikten we terug met Hennie Kuiper op zijn imposante wielercarrière én met Matthijs Büchli en Laurine van Riessen terug op de Spelen in Tokio. Victoria Koblenko trekt een sprintje met 400 meterloper Liemarvin Bonevacia én Jill Roord staat in de ‘Leeuwinnen in het Rijks’ stil bij David Leeuw met zijn gezin. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 61 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.
Youri Zoon (32) reist al negentien jaar lang als kitesurfer de wereld over, van het ene zonnige oord naar het andere. Tweemaal werd hij wereldkampioen freestyle. Een paar jaar geleden vond Youri naast het kitesurfen een nieuwe uitdaging in zijn leven: de triatlon. “Stilzitten is niet aan mij besteed.” “Mensen vragen mij vaak: ‘Ga je nu alweer op vakantie?’ Maar als ik in het buitenland ben, heb ik juist geen vakantie. Als ik in Nederland ben, heb ik dat pas. Natuurlijk laat ik op Instagram die mooie locaties zien. Maar wat je niet ziet, zijn die talloze trainingsuren voor het kiten en de triatlon. Ook als het windkracht 7 waait en keihard regent, zit ik vier uur op de fiets nadat ik al op het water heb getraind.” 'Triatlon kun je best lang volhouden. De snelste triatleet van dit moment, de Duitser Jan Frodeno, is al veertig. Ik kan dus nog jaren mee' Malediven Youri Zoon is, samen met Kevin Langeree en Ruben Lenten, nog altijd de bekendste kitesurfer van ons land. Vijftien jaar lang bestond zijn leven als professioneel kitesurfer uit actie. Trainen, demo’s doen voor importeurs van zijn materiaal en kleding, clinics en trainingen geven, en fotoshoots voor zijn sponsors. “Ik ging van Brazilië naar Griekenland, van Griekenland naar Kaapstad, dan weer naar de Malediven... Ik zat negen maanden per jaar in het buitenland.” In 2011 en 2012 werd hij wereldkampioen, daarna werd hij nog tweemaal tweede, een keer derde en vierde van de wereld. “In die vijftien jaar stond ik altijd wel in de top vijf." Eind 2019 besloot Youri deels te stoppen met kitesurfen en het reizen. Van het internationale wedstrijdcircuit nam hij afscheid, maar voor clinics, demo’s en film- en fotoshoots voor sponsors vliegt hij nog altijd de wereld over. “Het freestyle kiten is enorm belastend voor m’n lichaam, ik krijg harde klappen te verduren. Mijn lijf begon na al die jaren tegen te stribbelen, ik had een scheur in mijn rechterknie en rechterschouder. Maar inmiddels was er ook een nieuwe generatie kitesurfers opgestaan die mij van het podium stootte. Wat ik deed op mijn zestiende, gebeurde nu bij mij: jonge gasten streefden mij voorbij. Ik kon het topniveau nog wel halen, maar lichamelijk kon ik dat niet meer het hele jaar vasthouden. Bovendien was mijn vriendin zwanger van ons inmiddels tweejarige zoontje, ik wilde meer thuis zijn en dus minder reizen.” Tijdritfiets Per toeval kwam de triatlon op zijn pad eind 2019. “Ik had een shoot staan op IJsland. Ik zou op zaterdag vliegen, op die dag werd er ook een triatlon gehouden op de Brouwersdam, nabij mijn hometown Ouddorp. Een aantal vrienden deed mee. Mijn vliegticket werd plotseling gewijzigd naar zondag. Ik stuurde de organisatie gekscherend een mailtje, vroeg of ze toevallig nog een plekje hadden. Ik had er niet op gerekend dat ik twee minuten later een berichtje terugkreeg met: ‘Natuurlijk, voor jou altijd, leuk dat je meedoet.’ Helden Magazine 61 Het eerste gedeelte van het verhaal van Youri Zoon komt voort uit Helden Magazine 61. In deze editie wordt er stil gestaan bij Johan Cruijff. Cruijff zou op 25 april 75 zijn geworden. Barbara en Frits Barend reisden naar Barcelona voor een bijzonder gesprek met Jordi Cruijff over zijn vader. In Helden Magazine 61 lees je een uitgebreid interview met Kiki Bertens en Marit Bouwmeester. De mama’s in spé behoren tot de succesvolste sportvrouwen die Nederland ooit heeft gehad en staan nu voor een nieuwe uitdaging in hun leven. Ook spraken we Justin Bijlow en zijn vriendin, zij verwachten in juni hun eerste kindje. Het gaat de keeper van Feyenoord en Oranje voor de wind. Daarnaast is Jurriën Timber onomstreden in de verdediging bij Ajax en Oranje. Een gesprek over zijn moeder, tweelingbroer Quinten, Curaçao en Louis van Gaal. Ook spraken we met Emma Oosterwegel over haar geheim, hoort Tallon Griekspoor er nu echt bij én behoort Sebastian Langeveld tot de beste Nederlandse klassiekerrenners van het peleton. Joey & Henk Veerman zijn oud-teamgenoten, vrienden en plaatsgenoten. De Volendammers gingen het gesprek aan over onder meer hun vriendschap en transfers. Bovendien een bijzonder interview met Stig Broeckx, de oud-wielrenner lag maandenlang in diepe coma en was gedoemd een kasplantje te worden, maar stond letterlijk weer op. Verder was Gijs van Lennep een succesvolle autocoureur in de jaren zestig en zeventig. Blikten we terug met Hennie Kuiper op zijn imposante wielercarrière én met Matthijs Büchli en Laurine van Riessen terug op de Spelen in Tokio. Victoria Koblenko trekt een sprintje met 400 meterloper Liemarvin Bonevacia én Jill Roord staat in de ‘Leeuwinnen in het Rijks’ stil bij David Leeuw met zijn gezin. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 61 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.

Snowboarden

Chris Vos en Lisa Bunschoten: ‘Ik heb altijd mijn maatje bij me’

Chris Vos (23) en Lisa Bunschoten (26) zijn de beste parasnowboarders van Nederland. En een liefdeskoppel. In aanloop naar de Paralympische Winterspelen (4-13 maart) gingen we op bezoek bij de medaillekandidaten. Het moderne rijtjeshuis van Chris Vos en Lisa Bunschoten in een nieuwbouwwijk in Zuidoostbeemster is van alle gemakken voorzien. Afgelopen zomer zijn ze er ingetrokken na jarenlang in Arnhem te hebben gewoond. In tegenstelling tot hun vorige woning hebben ze alleen geen balken meer aan het plafond waar ze hun gewonnen medailles aan op kunnen hangen. En dat zijn er nogal wat. Het is begin december 2021 en Chris en Lisa zijn net terug uit Landgraaf waar ze de eerste World Cup van hun bomvolle seizoen, met zowel het WK als de Paralympische Spelen, hebben gereden. Allebei zijn ze met goud thuisgekomen. “Mijn medaille hangt boven. Aan mijn snowboard die tussen de was staat,” zegt Chris lachend. “Als je gaat verhuizen ga je spullen uitzoeken. Ik heb enkele prijzen weggedaan. Onhandige dingen zoals een blok hout. Best gaaf, maar wat moet je ermee?! Maar medailles gooien we niet weg. In dit huis leggen we nieuwe medailles vaak een week op tafel. Daarna gaan ze in een mooie doos waarin we ze bewaren.” Lisa: “Als we alles wat we hebben gewonnen zouden ophangen, dan wordt het een beetje vol. De medailles van de Spelen en het WK hebben wel een mooi plekje gekregen.” Kantje boord Sinds de verhuizing woont Chris op tien minuten van zijn ouderlijk huis. Eén keer per week doen Lisa en hij op de zolder van de boerderij van zijn ouders krachttraining. Het is ook de plek waar het achttien jaar geleden vreselijk misging. Chris: “Toen ik vijf jaar oud was, werd er bij ons op het erf verbouwd. Als de grote machines aan het werk waren, mochten mijn broer en ik niet naar buiten. Op een dag deden we dat toch omdat we in het zand wilden spelen. De machinist van de graafmachine zag me niet en reed over mijn middel heen. Ik werd met spoed naar het ziekenhuis gebracht. Mijn heupen waren op vier plaatsen gebroken en veel bloedvaten waren stuk. Ik was vanbinnen aan het doodbloeden. Het was kantje boord of ik het zou redden. De eerste dagen na de operaties was het kritisch. Er werd meerdere keren tegen mijn ouders gezegd dat ze afscheid van me moesten nemen. Ook toen ik een bacteriële infectie opliep waardoor mijn bilspier met spoed moest worden geamputeerd. Ik weet niet hoe, maar ik wist het te overleven. Het gevolg was wel dat mijn rechterbeen verlamd was.” De artsen dachten dat Chris nooit meer zou kunnen lopen en de rest van zijn leven in een rolstoel zou zitten. Maar dat vertikte hij. Chris wilde spelen zoals ieder kind en proberen weer te kunnen lopen, wat hem ook lukte met eerst een looprekje en later een orthese. “Er werd van alles afgeraden door de dokters. Gelukkig ben ik opgegroeid in een gezin dat twee keer nadacht en wel naar de mogelijkheden keek. Laat hem maar vallen, dachten mijn ouders. Hij staat wel weer op.” Met veel vallen, pijn, kramp en hulp van zijn vader, die een touw om zijn middel deed zodat ze samen de piste af konden, leerde Chris in zijn jeugdjaren zelfstandig snowboarden. Toen hij in 2010 Nicolien Sauerbreij olympisch kampioen zag worden op de parallelreuzenslalom dacht hij: dat wil ik ook. Zo kwam hij in contact met Bibian Mentel, die bezig was met het oprichten van een team en van snowboarden een paralympische sport wilde maken. “Bieb nam me mee naar wedstrijden in Frankrijk en Spanje. Ik was twaalf jaar en kon er nog niets van, maar ik vond het heel gaaf. Ik kwam gasten tegen die ook met een prothese aan het snowboarden waren. In die tijd stonden ze allemaal nog te blowen. Het was één grote cracky bende, maar ik vond het geweldig. Van een team dat iedere zondag voor de lol ging trainen werden we steeds professioneler.” Kussen bij de lift Lisa werd geboren met fibula aplasie. Door het missen van haar kuitbeen en een incomplete knie was haar linkerbeen flink korter dan haar rechterbeen. Ook had ze een spitsvoet. “Op zesjarige leeftijd is mijn been verlengd. Mijn onderen bovenbeen werden gebroken en ik kreeg een stellage met pinnen door mijn been, op twee plekken zelfs door het bot. Negen maanden lang moest ik iedere dag aan een schroef draaien waardoor mijn been werd uitgerekt. Dat was niet fijn. Ik had vooral veel spierpijn. De pinnen van de stellage moesten iedere week worden schoongemaakt. Met watjes en alcohol. Dat was verschrikkelijk. Ik schreeuwde de hele straat bij elkaar van de pijn. Omdat de pinnen nat mochten worden, zetten mijn ouders voorafgaand aan het schoonmaken een sproeier buiten waar ik met kinderen uit de straat onder kon spelen. Ze koppelden nare momenten aan leuke dingen en dat hielp me heel erg. Het beenverschil van twaalf centimeter werd uiteindelijk teruggebracht naar vijf en mijn knieën kwamen op dezelfde hoogte te staan.” Op vijftienjarige leeftijd stond er opnieuw een beenverlenging en ook het rechtzetten van haar voet op de planning. Totdat een arts haar aan het twijfelen bracht. “Die arts dacht dat ik daardoor juist meer last zou krijgen naarmate ik ouder zou worden. Hij zei: ‘Als het mijn been was, dan zou ik voor amputatie kiezen.’ Dat waren heftige woorden. Ik besloot de afspraak af te zeggen en eerst goed rond te kijken. Toen ik zag wat mensen allemaal konden met een prothese, dacht ik: wow, dat wil ik ook kunnen. Daarna was de keuze snel gemaakt en werd mijn linkervoet geamputeerd.” Voor de amputatie had Lisa met een orthese leren snowboarden. Met een prothese bleek het ook te lukken. “Ik was heel blij dat ik na de ingreep weer op een snowboard kon staan. Tijdens een Fundag in Snowworld die was georganiseerd door de Mentelity Foundation kwam ik Bibian tegen. Ze vond het tof dat er nog een meisje met een prothese aan het snowboarden was en vroeg of ik mee wilde doen aan wedstrijden. Ik was meteen enthousiast.” Zo kwamen Chris en Lisa in hetzelfde team terecht. Maar van liefde op het eerste gezicht was niet bepaald sprake. Chris: “In het begin was ik jou aan het narren en plagen omdat je een beetje bang was en niet zo hard naar beneden durfde te gaan.” Lisa: “Ik ben tweeënhalf jaar ouder en vond jou maar een vervelend rotjoch. Chris: “In die tijd zagen we elkaar vijf keer per week in Snowworld. Daarnaast deden we wedstrijden met het team van Bieb.” Lisa: “We reisden de wereld over, maakten samen veel mee en daardoor ontstond er een vriendschap.” Twee jaar na hun eerste kennismaking sloeg de vonk over. Chris: “Mijn moeder zei: ‘Heb je weleens goed naar dat meisje gekeken?’ Toen ik dat deed, was het er ineens. Ik vond jou eerder leuk dan jij mij.” Lisa: “Ik merkte dat je veranderde. Daardoor ging ik ook anders naar jou kijken. Van een irritant jochie werd je ineens een leuke jongen.” Chris: “Ik stopte met plagen. In plaats daarvan ging ik lief doen en slijmen. En we gingen elkaar stiekem kusjes geven bij de skilift. Vlak voor Sochi kregen we een relatie.” Onafscheidelijk duo Met zijn krap zestien jaar was Chris tijdens de Paralympische Winterspelen van 2014 de jongste Nederlandse deelnemer. Hij werd dertiende op de boardercross, Lisa werd zevende. In de daaropvolgende jaren bestormden ze samen de top. In 2015 en 2017 werd Chris wereldkampioen op de onderdelen banked slalom en boardercross. Na twee zilveren en één bronzen plak op het WK veroverde Lisa in 2019 ook op beide onderdelen de wereldtitel. Met dank aan hun streven elkaar en daarmee ook zichzelf beter te willen maken. Lisa: “We zijn allebei heel competitief en trekken ons aan elkaar op. Tijdens trainingen doen we heats tegen elkaar. De drive om van elkaar te willen winnen is groot. Met boardercross ben ik op sommige stukken sneller dan Chris en andersom. Er gebeurt altijd iets als we het tegen elkaar opnemen.” Chris, lachend: “Er komt dan ook wat gescheld aan te pas. Wie wint wrijft dat zeker nog even in bij de ander. Het kan soms intens zijn, maar we zijn het gewend dat we dezelfde sport beoefenen en iedere dag samen zijn. Ik heb altijd mijn maatje bij me en daar heb ik veel aan.” Lisa: “Het komt soms voor dat de een met een gouden medaille thuiskomt en de ander met een teleurstellend resultaat. Toch zijn we dan blij voor de ander. Het is altijd beter dat in elk geval een van ons twee wint. Ik ben blijer voor Chris als hij wint dan voor mezelf.” Chris: “Dat heb ik ook. Maar het tofste is als we allebei een goed resultaat halen.” Chris: ‘Ik stopte met plagen. In plaats daarvan ging ik lief doen en slijmen. En we gingen elkaar stiekem kusjes geven bij de skilift’ Lisa: “We vinden allebei dezelfde dingen leuk, maar qua karakter zijn we compleet verschillend.” Chris: “Jij bent een pietje-precies en heel gestructureerd. Ik ben chaotisch en een beetje lazy. Ik weet soms niet op welke dagen we een wedstrijd hebben.” Lisa, lachend: “Je weet soms niet eens wanneer je in een vliegtuig moet zitten!” Ook rond wedstrijden is het koppel onafscheidelijk. Al is er dan wel degelijk een verschil met thuis. Lisa: “Sta ik in de racemodus dan ben ik een ander persoon. Heel gek is dat. We zijn tijdens een raceweek samen, delen een hotelkamer, maar we leven langs elkaar heen. Alles draait dan om het snowboarden en om winnen.” Chris: “We doen dan heel erg ons eigen ding. Meestal gaan we tijdens zo’n week even ertussenuit en een hapje eten. Om echt samen te zijn. Niet als sporters, maar als stel.” Lisa: “Vaak is het zo dat de runs van de mannen en vrouwen door elkaar heen lopen. Dan staan we samen bij de start.” Chris: “Jij geeft me altijd een knuffel en een kus, dat vind ik soms irritant. Dan zit ik in mijn focus en denk ik: laat me met rust.” Lisa: “Ik krijg dan een blik toegeworpen van: ga weg!” Chris: “Maar andersom doe ik dat bij jou net zo goed. We wensen elkaar wel altijd succes.” Rare dag Vier jaar geleden, bij de Paralympics in Pyeongchang, werd de banked slalom van de mannen en vrouwen ook tegelijkertijd gehouden. Terwijl Lisa zich boven aan de piste klaarmaakte voor haar finale tegen mentor Bibian Mentel, zat Chris verderop op een stoeltje te wachten voor zijn eindstrijd die een paar minuten later zou beginnen. Chris: “Er hingen overal tv-schermen, maar ik keek niet naar de beelden omdat ik me volledig wilde focussen op mijn eigen race. Ik hoorde het startsein en even later allemaal oh’s en ah’s uit het publiek. Onze fysiotherapeut, die naast me zat, werd opgeroepen. Ik had door dat er een val was geweest. Zijn ze oké, kon ik nog net aan hem vragen. Dat was zo. En toen moest ik mijn finale rijden.” Lisa: “Ik ging er vol in, wilde laten zien wat ik in me had. Ik haalde Bibian in. Vlak daarna raakten we elkaar en kwamen we ten val. Mijn eerste reactie was: opstaan en doorgaan.” Mentel stond eerder op haar board en was sneller weg. Lisa moest genoegen nemen met een zilveren medaille. “Dat was erg balen. Toen ik beneden kwam, werd ik meteen meegenomen naar een bouwkeet. Er kwam een arts die zei: ‘Kijk maar even niet in de spiegel.’ Ik dacht alleen maar: waarom, wat is er aan de hand? Ik had wel bloed gezien na de val, maar dacht dat ik een bloedneus had. Pas toen kreeg ik door dat er een snee in mijn wang zat. Ik wilde de race van Chris zien, maar dat lukte niet.” Lisa: ‘We zijn allebei heel competitief en trekken ons aan elkaar op. De drive om van elkaar te willen winnen op de training is groot’ Chris: “Ik stond gespannen aan de start. Ook omdat ik niet precies wist wat er met Lisa was gebeurd en wat de uitkomst van de race was. Mijn finale was snel voorbij. In de eerste sectie maakte ik een fout waardoor ik viel. Toen ik beneden kwam, ging ik meteen naar jou toe. Je hele gezicht lag open en je ging naar het ziekenhuis. Ik moest naar de dopingcontrole en vervolgens naar de medailleceremonie. We zagen elkaar pas om middernacht weer in het dorp. Ik had gewacht tot je terug was. Samen met de fysio aten we pizza. Dat was het enige wat je kon eten omdat je wang was gehecht en geplakt. Het was een heel rare dag. Jammer dat onze finales op die manier eindigden, dat het geen mooie strijd tot de finish was geweest.” Lisa: “Gelukkig komt er een nieuwe kans aan. Ik sta er goed voor richting Beijing, heb begin dit seizoen gemerkt dat het gat met de concurrentie nog groter is geworden.” Chris: “Bij de eerste World Cup in Landgraaf reed ik mijn beste race ooit nadat ik twee jaar lang geen wedstrijd had gewonnen. Ik heb nog nooit zo goed op mijn board gestaan als nu. Met dank aan mijn nieuwe racebeen, dat is gemaakt door paralympisch kampioen en concurrent Mike Schultz, die ook prothesebouwer is. Toen hij na de vorige Spelen zijn hulp aanbood, nam ik dat meteen aan. Vijftien jaar geleden ging ik met stijve benen de berg af. Pakte ik een schans, dan brak ik alle scharnieren af en moest mijn vader weer naar de prothesemaker. Nu heb ik een stevig en volledig carbonbeen met een veer uit een motorcrossfiets, die ik tot negentig graden kan buigen. Dat is een gave ontwikkeling geweest.” Lisa: “Onderling praten we niet veel over goud. Meer over hoe we nog beter kunnen worden. Al gaan we natuurlijk wel voor die ultieme beloning.” Chris: “Ik ben een ander mens dan in Zuid-Korea, ben slimmer en sterker geworden en heb veel meer ervaring. Een gouden medaille zou de kers op de taart zijn voor alles wat we de afgelopen jaren hebben gedaan.” Lisa: “Na de vorige Spelen zijn we een maand naar Bali gegaan en daarna weer volle bak gaan trainen. Eigenlijk zijn we al acht jaar aan het doorrammen.” Inspiratiebron In maart nemen Chris en Lisa voor de derde keer deel aan de Paralympics. Als vaandeldragers van het Nederlandse para­snowboarden. Het zullen de eerste Spelen zonder hun voor­malige mentor worden. Bibian Mentel overleed op 29 maart 2021 aan de gevolgen van kanker. Chris: “Je wist dat het eraan zat te komen, maar toch was het heftig. We waren op dat moment in het Italiaanse Colere voor een World Cup. Een van de weinige wedstrijden die doorging in het coronaseizoen. Ik was heel blij dat ik daar was. Op een berg in de sneeuw met de club die zij ooit was begonnen. Ik deed daar wat zij altijd zo graag deed: snowboarden. Voor mijn gevoel kon ik op die manier afscheid van Bieb nemen. Het was goed zo.” Lisa: “Het was alsof het zo moest zijn dat we daar waren. Een van de mooiste herinneringen voor mij is dat we na Sochi door Bibian en haar man Edwin mee naar Canada werden genomen. Met een helikopter werden we in the middle of nowhere gedropt om offpiste en onder begeleiding van een gids te gaan boarden. We verbleven met elkaar in een lodge. Er waren geen liften, geen mensen. Niets. Dat was te gek.” Chris: “Ik herinner me nog goed dat we in 2015 in La Molina waren. Bieb had net gehoord dat ze uitzaaiingen had en stond vervolgens bij min twintig graden en keiharde sneeuw iemand te leren snowboarden. Ik ben haar heel dankbaar dat ze me de kans heeft gegeven om de sport te leren kennen. Door het snowboarden heb ik me kunnen ontwikkelen en dat heeft me gemaakt tot de persoon die ik nu ben.” Lisa: “Bibian heeft me vooral meege­geven dat ik moet doen wat ik leuk vind en ervan moet genieten. En om anderen te inspireren en helpen dat ook te doen.” Chris: “Ze heeft ons ook geleerd om iets terug te geven aan de sport. Ik weet hoeveel het waard is als mensen je helpen. Dat probeer ik te doen bij de volgende generatie snowboarders, bijvoorbeeld door ze te helpen met materiaal en tips. Lisa en ik willen laten zien wat er mogelijk is met een prothese of orthese. Twee jaar geleden heb ik mijn vliegbrevet gehaald. Vliegen met een beperking? Normaal gesproken is dat: boem, deur dicht. Door het zoeken naar de juiste mensen die de deur op een kier hielden, is het toch gelukt. Wat ik doe met snowboarden en vliegen is best extreem. Dat hoeft het natuurlijk niet voor iedereen te zijn. Het gaat erom dat kinderen doen wat ze het liefst willen. En dat er wordt gedacht in mogelijkheden. Dat proberen we ze tijdens clinics mee te geven.” Lisa: “Ook laten we ouders zien wat ze kunnen doen. Het helpt heel erg als ouders erin staan van: ga het proberen, kijk wat je kunt. Dat hebben onze ouders ook gedaan en die instelling neem je met je mee.” Chris: “Je kunt veel meer dan je denkt. Ook met een beperking kun je nog steeds je dromen najagen.” Helden Magazine 60 Het verhaal van Chris Vos en Lisa Bunschoten komt voort uit Helden Magazine 60. Deze editie staat voor een groot deel in het teken van de Olympische Spelen, waar Golden Girl Suzanne Schulting vier jaar geleden ‘zomaar’ olympisch kampioen werd en nu de favoriet is op elke afstand. In Helden Magazine 60 lees je een uitgebreid interview met succesvolste Nederlandse olympiër, Ireen Wüst. Ook spraken we Thomas Krol over onder meer zijn transformatie en Kjeld Nuis. Krijgt Sven Kramer in aanloop naar zijn laatste Spelen tien stellingen voorgelegd, spreken we met Antoinette de Jong over trouwen en een nieuwe koers én lacht het leven Irene Schouten toe, al weet ze ook maar al te goed hoe de andere kant van de medaille eruitziet. Ook in Helden Magazine 60 wist Botic van de Zandschulp in 2021 de sprong naar de top honderd te maken, maar dat is pas het begin voor de 26-jarige tennisser. Een gesprek met Peter Bosz over stress, Ajax en zijn ambitie om op een dag bondscoach te worden. Naast speler van Atalanta Bergamo en Oranje is Marten de Roon ook influencer. Op basis van 10 social media-posts gingen wij het gesprek met de voetballer aan. En hoe goed is Lionel Messi nog? We vroegen het aan Ronald Koeman, Henk ten Cate, Ruud Gullit, Giovanni van Bronckhorst, Ron Vlaar en Edwin Winkels. Verder een reconstructie van het olympisch goud op de 1000 meter met Gerard van Velde. Victoria Koblenko probeert daarnaast Jorden van Foreest schaakmat te zetten én Samantha van Diemen staat in de ‘Leeuwinnen in het Rijks’ stil bij De Liefdesbrief. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 60 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.
Chris Vos (23) en Lisa Bunschoten (26) zijn de beste parasnowboarders van Nederland. En een liefdeskoppel. In aanloop naar de Paralympische Winterspelen (4-13 maart) gingen we op bezoek bij de medaillekandidaten. Het moderne rijtjeshuis van Chris Vos en Lisa Bunschoten in een nieuwbouwwijk in Zuidoostbeemster is van alle gemakken voorzien. Afgelopen zomer zijn ze er ingetrokken na jarenlang in Arnhem te hebben gewoond. In tegenstelling tot hun vorige woning hebben ze alleen geen balken meer aan het plafond waar ze hun gewonnen medailles aan op kunnen hangen. En dat zijn er nogal wat. Het is begin december 2021 en Chris en Lisa zijn net terug uit Landgraaf waar ze de eerste World Cup van hun bomvolle seizoen, met zowel het WK als de Paralympische Spelen, hebben gereden. Allebei zijn ze met goud thuisgekomen. “Mijn medaille hangt boven. Aan mijn snowboard die tussen de was staat,” zegt Chris lachend. “Als je gaat verhuizen ga je spullen uitzoeken. Ik heb enkele prijzen weggedaan. Onhandige dingen zoals een blok hout. Best gaaf, maar wat moet je ermee?! Maar medailles gooien we niet weg. In dit huis leggen we nieuwe medailles vaak een week op tafel. Daarna gaan ze in een mooie doos waarin we ze bewaren.” Lisa: “Als we alles wat we hebben gewonnen zouden ophangen, dan wordt het een beetje vol. De medailles van de Spelen en het WK hebben wel een mooi plekje gekregen.” Kantje boord Sinds de verhuizing woont Chris op tien minuten van zijn ouderlijk huis. Eén keer per week doen Lisa en hij op de zolder van de boerderij van zijn ouders krachttraining. Het is ook de plek waar het achttien jaar geleden vreselijk misging. Chris: “Toen ik vijf jaar oud was, werd er bij ons op het erf verbouwd. Als de grote machines aan het werk waren, mochten mijn broer en ik niet naar buiten. Op een dag deden we dat toch omdat we in het zand wilden spelen. De machinist van de graafmachine zag me niet en reed over mijn middel heen. Ik werd met spoed naar het ziekenhuis gebracht. Mijn heupen waren op vier plaatsen gebroken en veel bloedvaten waren stuk. Ik was vanbinnen aan het doodbloeden. Het was kantje boord of ik het zou redden. De eerste dagen na de operaties was het kritisch. Er werd meerdere keren tegen mijn ouders gezegd dat ze afscheid van me moesten nemen. Ook toen ik een bacteriële infectie opliep waardoor mijn bilspier met spoed moest worden geamputeerd. Ik weet niet hoe, maar ik wist het te overleven. Het gevolg was wel dat mijn rechterbeen verlamd was.” De artsen dachten dat Chris nooit meer zou kunnen lopen en de rest van zijn leven in een rolstoel zou zitten. Maar dat vertikte hij. Chris wilde spelen zoals ieder kind en proberen weer te kunnen lopen, wat hem ook lukte met eerst een looprekje en later een orthese. “Er werd van alles afgeraden door de dokters. Gelukkig ben ik opgegroeid in een gezin dat twee keer nadacht en wel naar de mogelijkheden keek. Laat hem maar vallen, dachten mijn ouders. Hij staat wel weer op.” Met veel vallen, pijn, kramp en hulp van zijn vader, die een touw om zijn middel deed zodat ze samen de piste af konden, leerde Chris in zijn jeugdjaren zelfstandig snowboarden. Toen hij in 2010 Nicolien Sauerbreij olympisch kampioen zag worden op de parallelreuzenslalom dacht hij: dat wil ik ook. Zo kwam hij in contact met Bibian Mentel, die bezig was met het oprichten van een team en van snowboarden een paralympische sport wilde maken. “Bieb nam me mee naar wedstrijden in Frankrijk en Spanje. Ik was twaalf jaar en kon er nog niets van, maar ik vond het heel gaaf. Ik kwam gasten tegen die ook met een prothese aan het snowboarden waren. In die tijd stonden ze allemaal nog te blowen. Het was één grote cracky bende, maar ik vond het geweldig. Van een team dat iedere zondag voor de lol ging trainen werden we steeds professioneler.” Kussen bij de lift Lisa werd geboren met fibula aplasie. Door het missen van haar kuitbeen en een incomplete knie was haar linkerbeen flink korter dan haar rechterbeen. Ook had ze een spitsvoet. “Op zesjarige leeftijd is mijn been verlengd. Mijn onderen bovenbeen werden gebroken en ik kreeg een stellage met pinnen door mijn been, op twee plekken zelfs door het bot. Negen maanden lang moest ik iedere dag aan een schroef draaien waardoor mijn been werd uitgerekt. Dat was niet fijn. Ik had vooral veel spierpijn. De pinnen van de stellage moesten iedere week worden schoongemaakt. Met watjes en alcohol. Dat was verschrikkelijk. Ik schreeuwde de hele straat bij elkaar van de pijn. Omdat de pinnen nat mochten worden, zetten mijn ouders voorafgaand aan het schoonmaken een sproeier buiten waar ik met kinderen uit de straat onder kon spelen. Ze koppelden nare momenten aan leuke dingen en dat hielp me heel erg. Het beenverschil van twaalf centimeter werd uiteindelijk teruggebracht naar vijf en mijn knieën kwamen op dezelfde hoogte te staan.” Op vijftienjarige leeftijd stond er opnieuw een beenverlenging en ook het rechtzetten van haar voet op de planning. Totdat een arts haar aan het twijfelen bracht. “Die arts dacht dat ik daardoor juist meer last zou krijgen naarmate ik ouder zou worden. Hij zei: ‘Als het mijn been was, dan zou ik voor amputatie kiezen.’ Dat waren heftige woorden. Ik besloot de afspraak af te zeggen en eerst goed rond te kijken. Toen ik zag wat mensen allemaal konden met een prothese, dacht ik: wow, dat wil ik ook kunnen. Daarna was de keuze snel gemaakt en werd mijn linkervoet geamputeerd.” Voor de amputatie had Lisa met een orthese leren snowboarden. Met een prothese bleek het ook te lukken. “Ik was heel blij dat ik na de ingreep weer op een snowboard kon staan. Tijdens een Fundag in Snowworld die was georganiseerd door de Mentelity Foundation kwam ik Bibian tegen. Ze vond het tof dat er nog een meisje met een prothese aan het snowboarden was en vroeg of ik mee wilde doen aan wedstrijden. Ik was meteen enthousiast.” Zo kwamen Chris en Lisa in hetzelfde team terecht. Maar van liefde op het eerste gezicht was niet bepaald sprake. Chris: “In het begin was ik jou aan het narren en plagen omdat je een beetje bang was en niet zo hard naar beneden durfde te gaan.” Lisa: “Ik ben tweeënhalf jaar ouder en vond jou maar een vervelend rotjoch. Chris: “In die tijd zagen we elkaar vijf keer per week in Snowworld. Daarnaast deden we wedstrijden met het team van Bieb.” Lisa: “We reisden de wereld over, maakten samen veel mee en daardoor ontstond er een vriendschap.” Twee jaar na hun eerste kennismaking sloeg de vonk over. Chris: “Mijn moeder zei: ‘Heb je weleens goed naar dat meisje gekeken?’ Toen ik dat deed, was het er ineens. Ik vond jou eerder leuk dan jij mij.” Lisa: “Ik merkte dat je veranderde. Daardoor ging ik ook anders naar jou kijken. Van een irritant jochie werd je ineens een leuke jongen.” Chris: “Ik stopte met plagen. In plaats daarvan ging ik lief doen en slijmen. En we gingen elkaar stiekem kusjes geven bij de skilift. Vlak voor Sochi kregen we een relatie.” Onafscheidelijk duo Met zijn krap zestien jaar was Chris tijdens de Paralympische Winterspelen van 2014 de jongste Nederlandse deelnemer. Hij werd dertiende op de boardercross, Lisa werd zevende. In de daaropvolgende jaren bestormden ze samen de top. In 2015 en 2017 werd Chris wereldkampioen op de onderdelen banked slalom en boardercross. Na twee zilveren en één bronzen plak op het WK veroverde Lisa in 2019 ook op beide onderdelen de wereldtitel. Met dank aan hun streven elkaar en daarmee ook zichzelf beter te willen maken. Lisa: “We zijn allebei heel competitief en trekken ons aan elkaar op. Tijdens trainingen doen we heats tegen elkaar. De drive om van elkaar te willen winnen is groot. Met boardercross ben ik op sommige stukken sneller dan Chris en andersom. Er gebeurt altijd iets als we het tegen elkaar opnemen.” Chris, lachend: “Er komt dan ook wat gescheld aan te pas. Wie wint wrijft dat zeker nog even in bij de ander. Het kan soms intens zijn, maar we zijn het gewend dat we dezelfde sport beoefenen en iedere dag samen zijn. Ik heb altijd mijn maatje bij me en daar heb ik veel aan.” Lisa: “Het komt soms voor dat de een met een gouden medaille thuiskomt en de ander met een teleurstellend resultaat. Toch zijn we dan blij voor de ander. Het is altijd beter dat in elk geval een van ons twee wint. Ik ben blijer voor Chris als hij wint dan voor mezelf.” Chris: “Dat heb ik ook. Maar het tofste is als we allebei een goed resultaat halen.” Chris: ‘Ik stopte met plagen. In plaats daarvan ging ik lief doen en slijmen. En we gingen elkaar stiekem kusjes geven bij de skilift’ Lisa: “We vinden allebei dezelfde dingen leuk, maar qua karakter zijn we compleet verschillend.” Chris: “Jij bent een pietje-precies en heel gestructureerd. Ik ben chaotisch en een beetje lazy. Ik weet soms niet op welke dagen we een wedstrijd hebben.” Lisa, lachend: “Je weet soms niet eens wanneer je in een vliegtuig moet zitten!” Ook rond wedstrijden is het koppel onafscheidelijk. Al is er dan wel degelijk een verschil met thuis. Lisa: “Sta ik in de racemodus dan ben ik een ander persoon. Heel gek is dat. We zijn tijdens een raceweek samen, delen een hotelkamer, maar we leven langs elkaar heen. Alles draait dan om het snowboarden en om winnen.” Chris: “We doen dan heel erg ons eigen ding. Meestal gaan we tijdens zo’n week even ertussenuit en een hapje eten. Om echt samen te zijn. Niet als sporters, maar als stel.” Lisa: “Vaak is het zo dat de runs van de mannen en vrouwen door elkaar heen lopen. Dan staan we samen bij de start.” Chris: “Jij geeft me altijd een knuffel en een kus, dat vind ik soms irritant. Dan zit ik in mijn focus en denk ik: laat me met rust.” Lisa: “Ik krijg dan een blik toegeworpen van: ga weg!” Chris: “Maar andersom doe ik dat bij jou net zo goed. We wensen elkaar wel altijd succes.” Rare dag Vier jaar geleden, bij de Paralympics in Pyeongchang, werd de banked slalom van de mannen en vrouwen ook tegelijkertijd gehouden. Terwijl Lisa zich boven aan de piste klaarmaakte voor haar finale tegen mentor Bibian Mentel, zat Chris verderop op een stoeltje te wachten voor zijn eindstrijd die een paar minuten later zou beginnen. Chris: “Er hingen overal tv-schermen, maar ik keek niet naar de beelden omdat ik me volledig wilde focussen op mijn eigen race. Ik hoorde het startsein en even later allemaal oh’s en ah’s uit het publiek. Onze fysiotherapeut, die naast me zat, werd opgeroepen. Ik had door dat er een val was geweest. Zijn ze oké, kon ik nog net aan hem vragen. Dat was zo. En toen moest ik mijn finale rijden.” Lisa: “Ik ging er vol in, wilde laten zien wat ik in me had. Ik haalde Bibian in. Vlak daarna raakten we elkaar en kwamen we ten val. Mijn eerste reactie was: opstaan en doorgaan.” Mentel stond eerder op haar board en was sneller weg. Lisa moest genoegen nemen met een zilveren medaille. “Dat was erg balen. Toen ik beneden kwam, werd ik meteen meegenomen naar een bouwkeet. Er kwam een arts die zei: ‘Kijk maar even niet in de spiegel.’ Ik dacht alleen maar: waarom, wat is er aan de hand? Ik had wel bloed gezien na de val, maar dacht dat ik een bloedneus had. Pas toen kreeg ik door dat er een snee in mijn wang zat. Ik wilde de race van Chris zien, maar dat lukte niet.” Lisa: ‘We zijn allebei heel competitief en trekken ons aan elkaar op. De drive om van elkaar te willen winnen op de training is groot’ Chris: “Ik stond gespannen aan de start. Ook omdat ik niet precies wist wat er met Lisa was gebeurd en wat de uitkomst van de race was. Mijn finale was snel voorbij. In de eerste sectie maakte ik een fout waardoor ik viel. Toen ik beneden kwam, ging ik meteen naar jou toe. Je hele gezicht lag open en je ging naar het ziekenhuis. Ik moest naar de dopingcontrole en vervolgens naar de medailleceremonie. We zagen elkaar pas om middernacht weer in het dorp. Ik had gewacht tot je terug was. Samen met de fysio aten we pizza. Dat was het enige wat je kon eten omdat je wang was gehecht en geplakt. Het was een heel rare dag. Jammer dat onze finales op die manier eindigden, dat het geen mooie strijd tot de finish was geweest.” Lisa: “Gelukkig komt er een nieuwe kans aan. Ik sta er goed voor richting Beijing, heb begin dit seizoen gemerkt dat het gat met de concurrentie nog groter is geworden.” Chris: “Bij de eerste World Cup in Landgraaf reed ik mijn beste race ooit nadat ik twee jaar lang geen wedstrijd had gewonnen. Ik heb nog nooit zo goed op mijn board gestaan als nu. Met dank aan mijn nieuwe racebeen, dat is gemaakt door paralympisch kampioen en concurrent Mike Schultz, die ook prothesebouwer is. Toen hij na de vorige Spelen zijn hulp aanbood, nam ik dat meteen aan. Vijftien jaar geleden ging ik met stijve benen de berg af. Pakte ik een schans, dan brak ik alle scharnieren af en moest mijn vader weer naar de prothesemaker. Nu heb ik een stevig en volledig carbonbeen met een veer uit een motorcrossfiets, die ik tot negentig graden kan buigen. Dat is een gave ontwikkeling geweest.” Lisa: “Onderling praten we niet veel over goud. Meer over hoe we nog beter kunnen worden. Al gaan we natuurlijk wel voor die ultieme beloning.” Chris: “Ik ben een ander mens dan in Zuid-Korea, ben slimmer en sterker geworden en heb veel meer ervaring. Een gouden medaille zou de kers op de taart zijn voor alles wat we de afgelopen jaren hebben gedaan.” Lisa: “Na de vorige Spelen zijn we een maand naar Bali gegaan en daarna weer volle bak gaan trainen. Eigenlijk zijn we al acht jaar aan het doorrammen.” Inspiratiebron In maart nemen Chris en Lisa voor de derde keer deel aan de Paralympics. Als vaandeldragers van het Nederlandse para­snowboarden. Het zullen de eerste Spelen zonder hun voor­malige mentor worden. Bibian Mentel overleed op 29 maart 2021 aan de gevolgen van kanker. Chris: “Je wist dat het eraan zat te komen, maar toch was het heftig. We waren op dat moment in het Italiaanse Colere voor een World Cup. Een van de weinige wedstrijden die doorging in het coronaseizoen. Ik was heel blij dat ik daar was. Op een berg in de sneeuw met de club die zij ooit was begonnen. Ik deed daar wat zij altijd zo graag deed: snowboarden. Voor mijn gevoel kon ik op die manier afscheid van Bieb nemen. Het was goed zo.” Lisa: “Het was alsof het zo moest zijn dat we daar waren. Een van de mooiste herinneringen voor mij is dat we na Sochi door Bibian en haar man Edwin mee naar Canada werden genomen. Met een helikopter werden we in the middle of nowhere gedropt om offpiste en onder begeleiding van een gids te gaan boarden. We verbleven met elkaar in een lodge. Er waren geen liften, geen mensen. Niets. Dat was te gek.” Chris: “Ik herinner me nog goed dat we in 2015 in La Molina waren. Bieb had net gehoord dat ze uitzaaiingen had en stond vervolgens bij min twintig graden en keiharde sneeuw iemand te leren snowboarden. Ik ben haar heel dankbaar dat ze me de kans heeft gegeven om de sport te leren kennen. Door het snowboarden heb ik me kunnen ontwikkelen en dat heeft me gemaakt tot de persoon die ik nu ben.” Lisa: “Bibian heeft me vooral meege­geven dat ik moet doen wat ik leuk vind en ervan moet genieten. En om anderen te inspireren en helpen dat ook te doen.” Chris: “Ze heeft ons ook geleerd om iets terug te geven aan de sport. Ik weet hoeveel het waard is als mensen je helpen. Dat probeer ik te doen bij de volgende generatie snowboarders, bijvoorbeeld door ze te helpen met materiaal en tips. Lisa en ik willen laten zien wat er mogelijk is met een prothese of orthese. Twee jaar geleden heb ik mijn vliegbrevet gehaald. Vliegen met een beperking? Normaal gesproken is dat: boem, deur dicht. Door het zoeken naar de juiste mensen die de deur op een kier hielden, is het toch gelukt. Wat ik doe met snowboarden en vliegen is best extreem. Dat hoeft het natuurlijk niet voor iedereen te zijn. Het gaat erom dat kinderen doen wat ze het liefst willen. En dat er wordt gedacht in mogelijkheden. Dat proberen we ze tijdens clinics mee te geven.” Lisa: “Ook laten we ouders zien wat ze kunnen doen. Het helpt heel erg als ouders erin staan van: ga het proberen, kijk wat je kunt. Dat hebben onze ouders ook gedaan en die instelling neem je met je mee.” Chris: “Je kunt veel meer dan je denkt. Ook met een beperking kun je nog steeds je dromen najagen.” Helden Magazine 60 Het verhaal van Chris Vos en Lisa Bunschoten komt voort uit Helden Magazine 60. Deze editie staat voor een groot deel in het teken van de Olympische Spelen, waar Golden Girl Suzanne Schulting vier jaar geleden ‘zomaar’ olympisch kampioen werd en nu de favoriet is op elke afstand. In Helden Magazine 60 lees je een uitgebreid interview met succesvolste Nederlandse olympiër, Ireen Wüst. Ook spraken we Thomas Krol over onder meer zijn transformatie en Kjeld Nuis. Krijgt Sven Kramer in aanloop naar zijn laatste Spelen tien stellingen voorgelegd, spreken we met Antoinette de Jong over trouwen en een nieuwe koers én lacht het leven Irene Schouten toe, al weet ze ook maar al te goed hoe de andere kant van de medaille eruitziet. Ook in Helden Magazine 60 wist Botic van de Zandschulp in 2021 de sprong naar de top honderd te maken, maar dat is pas het begin voor de 26-jarige tennisser. Een gesprek met Peter Bosz over stress, Ajax en zijn ambitie om op een dag bondscoach te worden. Naast speler van Atalanta Bergamo en Oranje is Marten de Roon ook influencer. Op basis van 10 social media-posts gingen wij het gesprek met de voetballer aan. En hoe goed is Lionel Messi nog? We vroegen het aan Ronald Koeman, Henk ten Cate, Ruud Gullit, Giovanni van Bronckhorst, Ron Vlaar en Edwin Winkels. Verder een reconstructie van het olympisch goud op de 1000 meter met Gerard van Velde. Victoria Koblenko probeert daarnaast Jorden van Foreest schaakmat te zetten én Samantha van Diemen staat in de ‘Leeuwinnen in het Rijks’ stil bij De Liefdesbrief. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 60 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.

Windsurfen

Kiran Badloe: Man op een nieuwe missie

Omdat zijn sport verdwijnt van de olympische agenda, werd Kiran Badloe de laatste olympisch kampioen windsurfen. Nu stapt hij over naar de iQFoil, met als doel in 2024 de eerste kampioen te worden in deze nieuwe olympische sport. Victoria Koblenko nodigde Kiran uit voor een strandwandeling. Begin 2020 had je de concurrentiestrijd met Dorian van Rijsselberghe gewonnen. Je kwam terug uit Australië met een gouden WK-medaille en was in bloedvorm. Toen werden de Spelen afgelast. “Er zat in mijn hoofd dat ik een streepje voor had op de concurrentie, ik dacht toen ik terugkwam van het WK dat een olympische medaille haast gegarandeerd was.” Was je gefrustreerd? “Nee, het was onverwacht fijn om langere tijd in Nederland te kunnen zijn. Normaal ben ik driekwart van het jaar op reis. Ineens ontstond er regelmaat, zat ik thuis met mijn vriendin in Scheveningen. Ik besloot in die periode met mijn coach Aaron McIntosh alvast het foilen te gaan ontdekken. En ik had tijd om eens mijn volle aandacht te richten op m’n privéleven.” De lockdown heeft het op elkaars lip zitten tot sport verheven en jullie liefde heeft het met verve overleefd? “Nicky en ik zijn gaan samenwonen en vorige week hebben we ons eerste huis gekocht.” Ik doe een dansje voor haar. Nicky prees jou voor de persoonlijke groei die je hebt kunnen maken afgelopen jaar. In haar ogen een prestatie die veel lastiger was dan het winnen van olympisch goud. Waar doelde ze precies op? “Ik was communicatief niet de sterkste, doe immers een individuele sport...” Je zat toch met een heel team in het buitenland? Dan moet je toch ook communiceren? “Dorian, Aaron en ik hadden geen woorden nodig. Als ik iets nodig had, dan communiceerde ik. Maar dan draait alles om de sport. Dat is een andere manier van communiceren dan privé. Juist op dat vlak heb ik stappen gemaakt.” Waarom is Nicky voor jou de ware? “Er zijn heel veel redenen, maar dat ze the one is, is zeker! Nicky is zorgzaam, lief en gezellig. En ze steunt me in alles wat ik doe. Herstel: in alles dat we doen, want we doen het samen. Weet je, als Nicky met me mee is naar een wedstrijd, dan presteer ik beter. Maar dat geldt ook als mijn familie erbij is. Ik moet me thuis kunnen voelen. Mijn sportcarrière vergt een grote commitment van m’n omgeving, daar ben ik me erg van bewust. Nicky is sinds 2018, toen we nog maar een jaartje met elkaar gingen, komen kijken naar alle grote wedstrijden. Daar ben ik haar zo dankbaar voor, want dat is ook voor haar een flinke opgave. 'Als ik voor Expeditie Robinson gevraagd word, doe ik mee. De proeven en het overleven op een eiland trekken me' Zoals ik ook mijn ouders heel erg dankbaar ben. Zij hebben me ooit die paar surflessen cadeau gedaan voor m’n verjaardag. Alle tijd en energie die ze in mijn carrière hebben gestoken, zijn onbetaalbaar. Daarnaast investeerden ze in mijn carrière, kochten mijn materiaal en tickets. Als zij dat niet hadden gedaan, had ik niet gestaan waar ik nu sta.” Wat is de mooiste levensles van je ouders? “Dat je met beide voetjes op de grond moet staan. Altijd jezelf blijven. Bescheiden blijven. Ik vind het nog steeds heel moeilijk om te zeggen dat ik olympisch kampioen ben. Ik loop er niet mee te koop. Stel, ik maak kennis met iemand, dan ga ik zeker niet zeggen: ik ben Kiran Badloe en ik ben olympisch kampioen.” Helden Magazine 59 Het eerste gedeelte van het verhaal van Kiran Badloe komt voort uit Helden Magazine 59. Sifan Hassan is onze Held van het Jaar en siert de cover van het dubbeldik eindejaarsnummer. Ze kwam, zag en overwon. Hassan deed wat niemand voor haar deed: drie olympische medailles winnen op de middellange afstanden op dezelfde Spelen. Heel bijzonder is ook het verzoek dat Barbara Barend kreeg van Bibian Mentel. Vlak voor haar overlijden, op 29 maart dit jaar, wilde Bibian nog een keer een groot interview geven met het verzoek het verhaal na haar overlijden te publiceren. In het verhaal spreekt zij nog één keer iedereen toe die haar lief hebben.  In Helden Magazine 59 lees je een uitgebreid interview met Fabio Jakobsen en zijn aanstaande vrouw Delore. Ze blikken samen terug op de zware val in Polen, waarbij Fabio bijna het leven verloor én hoe hij zich dit jaar heeft teruggevochten. Daarnaast spraken we een van de sterkhouders van Ajax, Daley Blind in het bijzijn van zijn vrouw, dochter, moeder en twee zussen. Rolstoeltennisster Diede de Groot won dit jaar de Golden Slam. De dubbelvier zorgden voor het eerste olympische roeigoud bij de mannen in 25 jaar én Sjinkie Knegt vertelt over het leven na het ongeluk met de houtkachel. Ook in Helden Magazine 59 hebben Jeffrey Hoogland en Shanne Braspennincx het mooi geflikt met z’n tweeën, beloonde Tom Dumoulin zijn terugkeer met olympisch zilver op de tijdrit en groeide Denzel Dumfries uit tot de Held van Oranje tijdens het EK. Overigens vertelt Frédérique Matla over haar weg naar de top, won Abdi Nageeye niet alleen olympisch zilver op de marathon, maar coachte hij ondertussen ook zijn maatje naar brons en is Harrie Lavreysen de koning van de sprint. Verder zijn vrienden Niek Kimmann en Jelle van Gorkom allebei in het bezit van een olympische medaille. Dai Dai N’tab was ooit een feestbeest, nu is hij een van de snelste schaatsers van het land. Sanne van Dijke won olympisch brons, maar verloor in aanloop naar de Spelen haar broer en daarna haar trainingsmaatje. Reshmie Oogink blikt in ‘De dag dat’ terug op het moment dat ze in Tokio te horen kreeg dat ze corona had én Caitlin Dijkstra staat in de ‘Leeuwinnen in het Rijks’ stil bij De Liefdesbrief. Krijg jij geen genoeg van alle inspirerende sportverhalen? Kies het abonnement dat bij jou past én wordt abonnee. Zo ontvang je telkens de nieuwste edities op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Wil je een Helden Magazine cadeau doen? Het is ook mogelijk om een abonnement cadeau te doen, deze abonnementen lopen automatisch af. Daarnaast zijn de recentste exemplaren ook gemakkelijk te bestellen via onze webshop.
Omdat zijn sport verdwijnt van de olympische agenda, werd Kiran Badloe de laatste olympisch kampioen windsurfen. Nu stapt hij over naar de iQFoil, met als doel in 2024 de eerste kampioen te worden in deze nieuwe olympische sport. Victoria Koblenko nodigde Kiran uit voor een strandwandeling. Begin 2020 had je de concurrentiestrijd met Dorian van Rijsselberghe gewonnen. Je kwam terug uit Australië met een gouden WK-medaille en was in bloedvorm. Toen werden de Spelen afgelast. “Er zat in mijn hoofd dat ik een streepje voor had op de concurrentie, ik dacht toen ik terugkwam van het WK dat een olympische medaille haast gegarandeerd was.” Was je gefrustreerd? “Nee, het was onverwacht fijn om langere tijd in Nederland te kunnen zijn. Normaal ben ik driekwart van het jaar op reis. Ineens ontstond er regelmaat, zat ik thuis met mijn vriendin in Scheveningen. Ik besloot in die periode met mijn coach Aaron McIntosh alvast het foilen te gaan ontdekken. En ik had tijd om eens mijn volle aandacht te richten op m’n privéleven.” De lockdown heeft het op elkaars lip zitten tot sport verheven en jullie liefde heeft het met verve overleefd? “Nicky en ik zijn gaan samenwonen en vorige week hebben we ons eerste huis gekocht.” Ik doe een dansje voor haar. Nicky prees jou voor de persoonlijke groei die je hebt kunnen maken afgelopen jaar. In haar ogen een prestatie die veel lastiger was dan het winnen van olympisch goud. Waar doelde ze precies op? “Ik was communicatief niet de sterkste, doe immers een individuele sport...” Je zat toch met een heel team in het buitenland? Dan moet je toch ook communiceren? “Dorian, Aaron en ik hadden geen woorden nodig. Als ik iets nodig had, dan communiceerde ik. Maar dan draait alles om de sport. Dat is een andere manier van communiceren dan privé. Juist op dat vlak heb ik stappen gemaakt.” Waarom is Nicky voor jou de ware? “Er zijn heel veel redenen, maar dat ze the one is, is zeker! Nicky is zorgzaam, lief en gezellig. En ze steunt me in alles wat ik doe. Herstel: in alles dat we doen, want we doen het samen. Weet je, als Nicky met me mee is naar een wedstrijd, dan presteer ik beter. Maar dat geldt ook als mijn familie erbij is. Ik moet me thuis kunnen voelen. Mijn sportcarrière vergt een grote commitment van m’n omgeving, daar ben ik me erg van bewust. Nicky is sinds 2018, toen we nog maar een jaartje met elkaar gingen, komen kijken naar alle grote wedstrijden. Daar ben ik haar zo dankbaar voor, want dat is ook voor haar een flinke opgave. 'Als ik voor Expeditie Robinson gevraagd word, doe ik mee. De proeven en het overleven op een eiland trekken me' Zoals ik ook mijn ouders heel erg dankbaar ben. Zij hebben me ooit die paar surflessen cadeau gedaan voor m’n verjaardag. Alle tijd en energie die ze in mijn carrière hebben gestoken, zijn onbetaalbaar. Daarnaast investeerden ze in mijn carrière, kochten mijn materiaal en tickets. Als zij dat niet hadden gedaan, had ik niet gestaan waar ik nu sta.” Wat is de mooiste levensles van je ouders? “Dat je met beide voetjes op de grond moet staan. Altijd jezelf blijven. Bescheiden blijven. Ik vind het nog steeds heel moeilijk om te zeggen dat ik olympisch kampioen ben. Ik loop er niet mee te koop. Stel, ik maak kennis met iemand, dan ga ik zeker niet zeggen: ik ben Kiran Badloe en ik ben olympisch kampioen.” Helden Magazine 59 Het eerste gedeelte van het verhaal van Kiran Badloe komt voort uit Helden Magazine 59. Sifan Hassan is onze Held van het Jaar en siert de cover van het dubbeldik eindejaarsnummer. Ze kwam, zag en overwon. Hassan deed wat niemand voor haar deed: drie olympische medailles winnen op de middellange afstanden op dezelfde Spelen. Heel bijzonder is ook het verzoek dat Barbara Barend kreeg van Bibian Mentel. Vlak voor haar overlijden, op 29 maart dit jaar, wilde Bibian nog een keer een groot interview geven met het verzoek het verhaal na haar overlijden te publiceren. In het verhaal spreekt zij nog één keer iedereen toe die haar lief hebben.  In Helden Magazine 59 lees je een uitgebreid interview met Fabio Jakobsen en zijn aanstaande vrouw Delore. Ze blikken samen terug op de zware val in Polen, waarbij Fabio bijna het leven verloor én hoe hij zich dit jaar heeft teruggevochten. Daarnaast spraken we een van de sterkhouders van Ajax, Daley Blind in het bijzijn van zijn vrouw, dochter, moeder en twee zussen. Rolstoeltennisster Diede de Groot won dit jaar de Golden Slam. De dubbelvier zorgden voor het eerste olympische roeigoud bij de mannen in 25 jaar én Sjinkie Knegt vertelt over het leven na het ongeluk met de houtkachel. Ook in Helden Magazine 59 hebben Jeffrey Hoogland en Shanne Braspennincx het mooi geflikt met z’n tweeën, beloonde Tom Dumoulin zijn terugkeer met olympisch zilver op de tijdrit en groeide Denzel Dumfries uit tot de Held van Oranje tijdens het EK. Overigens vertelt Frédérique Matla over haar weg naar de top, won Abdi Nageeye niet alleen olympisch zilver op de marathon, maar coachte hij ondertussen ook zijn maatje naar brons en is Harrie Lavreysen de koning van de sprint. Verder zijn vrienden Niek Kimmann en Jelle van Gorkom allebei in het bezit van een olympische medaille. Dai Dai N’tab was ooit een feestbeest, nu is hij een van de snelste schaatsers van het land. Sanne van Dijke won olympisch brons, maar verloor in aanloop naar de Spelen haar broer en daarna haar trainingsmaatje. Reshmie Oogink blikt in ‘De dag dat’ terug op het moment dat ze in Tokio te horen kreeg dat ze corona had én Caitlin Dijkstra staat in de ‘Leeuwinnen in het Rijks’ stil bij De Liefdesbrief. Krijg jij geen genoeg van alle inspirerende sportverhalen? Kies het abonnement dat bij jou past én wordt abonnee. Zo ontvang je telkens de nieuwste edities op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Wil je een Helden Magazine cadeau doen? Het is ook mogelijk om een abonnement cadeau te doen, deze abonnementen lopen automatisch af. Daarnaast zijn de recentste exemplaren ook gemakkelijk te bestellen via onze webshop.

Snowboarden

Bibian Mentel: ‘Het leven is als een ui die je helemaal afpelt’

Paralympisch snowboardster Bibian Mentel was een inspiratie voor velen vanwege haar optimisme en doorzettingsvermogen. Talloze keren kreeg ze te maken met kanker. Drie weken voor haar overlijden op 29 maart dit jaar ging Barbara Barend bij haar langs voor een afscheidsinterview. Ik schrok van het bericht begin dit jaar dat er bij Bibian Mentel tumoren in haar hoofd gevonden waren, dat ze nu echt was uitbehandeld en het snel kon gaan. “Mag ik afscheid van je nemen?” vroeg ik haar per app. “Natuurlijk,” antwoordden zij en haar man Edwin Spee. Edwin belde me vervolgens. Geïnspireerd door de vorig jaar overleden Marc de Hond zei hij: “Barbara, we hebben een vraag. Bieb zou graag nog een laatste interview afgeven om te publiceren na haar dood.” En zo treffen we elkaar begin maart, met de wetenschap dat we elkaar daarna nooit meer zullen zien. We zitten tegenover elkaar op het bed van Edwin en Bibian. Bibian ligt er broos, maar tegelijk stralend bij. Ik heb taart meegenomen. Bibian: “Ik heb jarenlang alleen maar gegeten wat goed voor mij was. Mijn dokter zei dat ik vanaf nu niet meer gezond, maar lekker moet eten. Dit kan zo maar mijn laatste taartje zijn. Heerlijk, rode vruchten bavarois.” Hoe hoorde je dat je je moest voorbereiden op het afscheid van het leven? Bibian: “Ik voelde me niet lekker, had een afspraak met mijn dokter om te kijken wat er mogelijk was. We zouden een masker laten aanmeten dat nodig was om mijn hoofd stil te houden bij bestralingen voor de tumoren. Voordat we het masker zouden aanmeten, zei hij: ‘Ik heb slecht nieuws.’ Hij vertelde me dat er nu echt niets meer te doen was en dat als we verder zouden gaan met behandelen, er niet alleen geen enkele garantie op verbetering was, maar ook een grote kans op bloedingen die gepaard zouden gaan met vreselijke hoofdpijn. Hij zei: ‘Dan moeten we gaan afwegen: weegt de zeer minimale kans op uitstel op tegen de mogelijk helse pijnen die je te wachten staan.’ Voor het uittekenen van dat masker moest ik veertig minuten bewegingloos op mijn rug blijven liggen. We probeerden het, maar ik moest meteen heel erg hoesten. Dat overkwam me wel vaker, maar toen had ik ineens twijfel. De dokter had me net verteld dat het snel slechter zou worden. Ik vroeg hem of het uittekenen van het masker een dagje uitgesteld kon worden. Hij zei: ‘Natuurlijk, als je je zo beroerd voelt, dan zie ik je vrijdag weer.’ Donderdag lag ik de hele dag in bed, ik voelde me echt niet lekker. Vrijdagochtend moest ik ’s ochtends naar het toilet en ik kreeg geen lucht meer. Ik was aan het snakken naar adem, iets dat ik helemaal niet kende. Ik maakte Ed wakker en zei: ‘Ik krijg geen lucht.’ Toen zei hij: ‘Dan kunnen we ook niet naar het ziekenhuis voor dat masker, want zo ga ik je niet meenemen.’ Edwin heeft de afspraak afgebeld en gezegd: ‘We moeten het uittekenen van het masker toch over het weekend heen tillen.’ De ziekenhuizen in Leiden en Amsterdam hadden contact gehad, waarop mijn arts me belde en vroeg of hij langs mocht komen. We voelden dat hij niet even gezellig een kopje thee kwam drinken. Hij zei: ‘We hebben alle scenario’s doorgenomen en eigenlijk kunnen we niks meer doen. Door jouw positieve instelling zijn we al diverse keren verder gegaan dan we normaal gesproken zouden doen. Maar we zijn nu op een punt gekomen dat we niets meer kunnen bedenken dat jou gaat helpen. Willen we gaan opereren, dan moet je stoppen met je bloedverdunners, maar die heb je ontzettend hard nodig. Want zonder bloedverdunners krijg je gegarandeerd een herseninfarct. Dus Bibian, we weten het gewoon niet meer, eigenlijk kunnen we niks meer.’ In het weekend dat volgde, voelde ik me echt beroerd. Ik moest het nieuws verwerken. Het was me allemaal te veel. Als ik aan dat moment terugdenk, word ik weer emotioneel.” Bibian vervolgt: “Het eerste wat ik tegen de dokter zei, was: ik wil niet stikken. Wat ik die ochtend had meegemaakt, wilde ik niet nog een keer. Zo sterven lijkt me vreselijk. Na onderling overleg tussen de neurochirurg, de huisarts en de oncoloog hebben we besloten dat ik niet opgenomen hoefde te worden, maar thuis mocht blijven en in direct contact met de huisarts moest staan. Dat was ook mijn keuze. Ik vroeg of ze me iets konden geven om van die benauwdheid af te komen. De gedachte dat Ed en de kinderen me misschien zouden zien stikken, vond ik vreselijk. De huisarts heeft ervoor gezorgd dat de euthanasiespullen naast ons bed kwamen te liggen, een neusspray voor het geval ik zou dreigen te stikken. Ik zou vier sprays in het ene en vier in het andere neusgat moeten doen en dan zou ik vredig inslapen. Dat geeft me rust, dan is dat geregeld. Ik vond het ook wel pittig, want ik voelde dat alle artsen dachten: ik weet niet of ze het weekend gaat halen. Dat weekend heb ik hele delen niet bewust meegemaakt. Na dat weekend begonnen we met de dexamethason, dat is een prednison maar dan vele malen sterker, waardoor de benauwdheid minder werd. Ik kreeg ook antibiotica voor mijn longen. Vanaf dat moment ging het weer een beetje bergopwaarts. Ik voel me weer zo goed dat ik nog graag mensen ontvang die ik liefheb, ondanks corona. Ook dat heb ik met de huisarts besproken. De huisarts zei: ‘Bieb, natuurlijk moet je voorzichtig doen en een beetje afstand houden, maar als jij in deze fase van je leven je familie of vriendinnen een kus wil geven, dan geef je ze lekker een kus.” Edwin komt even langs, legt een extra kussen in Bibians rug en gaat naar kantoor. Hij is meer dan twintig kilo afgevallen. Edwin: “Ik houd er rekening mee dat Bibian straks niet meer mobiel is en dat ik haar moet tillen als ze iets wil. Dat doe ik nu al af en toe. Dus ik moet wel in training blijven.” Bibian: “Dank je, knapperd.” Ze kussen elkaar en Edwin gaat weg. Je straalt. Bibian knikt: “Het leuke is dat ik niet van de ene op de andere dag uit het leven ben gerukt en de tijd heb gekregen afscheid te nemen van mijn dierbaren. Ik heb mooie gesprekken met mijn zoon Julian gehad, met onze meiden Bella en Laila. De meiden zijn lekkere binnenvetters, ik heb ze een beetje losgebroken en gezegd: kom op, gewoon kletsen. Ze zijn twee dagen geleden 22 geworden. Ik besprak met ze hoe ze hun leven willen inrichten, maar zei ze ook dat ik ze dankbaar ben voor de mooie momenten met hen en hoe ze mij, als nieuwe vrouw van hun vader, in hun leven hebben toegelaten. Dat soort gesprekken maakt het naderen van het einde zo mooi dat ik ’s ochtends met een glimlach wakker word. Dan lig ik naast mijn vent, komt mijn zoon naar beneden in zijn onderbroek om me een kus te geven en straalt de zon. Dan voel ik rust dat ik mijn laatste dagen zo mag uittekenen. Dat is toch prachtig? Natuurlijk verbaas ik mezelf hoe ik deze laatste dagen onderga, of straks als mensen dit artikel lezen, heb ondergaan... Ik zeg tegen niemand tot ziens, ik zeg heel bewust: tot de volgende keer. Als die er komt, is het mooi meegenomen en zo niet, dan hebben we een mooie tijd gehad. Er komen veel vriendinnen langs. Ze wisselen elkaar af en komen voor ons koken. 'Ik zeg tegen niemand tot ziens, ik zeg heel bewust: tot de volgende keer. Als die er komt, is het mooi meegenomen en zo niet, dan hebben we een mooie tijd gehad' Een vriendin uit Haarlem komt drie keer in de week om te koken en een ander, die in Brussel woont, komt iedere week een dag langs om het eten te verzorgen. Dat is ook voor Ed een opluchting, het geeft hem rust. Het zijn bijna allemaal nog mijn middelbare schoolvriendinnen. Zes ervan zitten nu in het hoofdbestuur van de Mentelity Foundation. Ed zei: ‘Wie weten nou beter dan je beste vriendinnen waar jij naartoe wil met de stichting?’ Bibian neemt even pauze om rustig te ademen. Ze lacht. “Weet je, normaal krijg je alle loftuitingen als je bent overleden. Ik krijg ze nog bij leven. Dat is zo bijzonder. Van de week ging de deurbel, toen stond er zo’n officiële bode voor de deur met een zwarte zonnebril op. Hij kwam een brief van Prinses Margriet brengen. Zo lief dat ze überhaupt iets heeft geschreven en erover nadenkt. Ik heb haar een paar keer mogen ontmoeten. Ze heeft me, ook namens Koning Willem-Alexander, bedankt voor de mooie sportmomenten, maar ook hoe ik als mens een voorbeeld ben geweest. Ik heb geregeld gesprekken met haar gevoerd over haar zoon Bernhard die immers ook kanker heeft gehad. Ze kon ook goed met mijn moeder overweg, ze hebben elkaar ontmoet tijdens de Spelen. Zij deelden iets gemeenschappelijks. Het is een lief en warm mens, dus die brief was te gek.” Helden Magazine 59 Het eerste gedeelte van het verhaal van Bibian Mentel komt voort uit Helden Magazine 59. Sifan Hassan is onze Held van het Jaar en siert de cover van het dubbeldik eindejaarsnummer. Ze kwam, zag en overwon. Hassan deed wat niemand voor haar deed: drie olympische medailles winnen op de middellange afstanden op dezelfde Spelen. In Helden Magazine 59 lees je een uitgebreid interview met Fabio Jakobsen en zijn aanstaande vrouw Delore. Ze blikken samen terug op de zware val in Polen, waarbij Fabio bijna het leven verloor én hoe hij zich dit jaar heeft teruggevochten. Daarnaast spraken we een van de sterkhouders van Ajax, Daley Blind in het bijzijn van zijn vrouw, dochter, moeder en twee zussen. Rolstoeltennisster Diede de Groot won dit jaar de Golden Slam. De dubbelvier zorgden voor het eerste olympische roeigoud bij de mannen in 25 jaar én Sjinkie Knegt vertelt over het leven na het ongeluk met de houtkachel. Ook in Helden Magazine 59 hebben Jeffrey Hoogland en Shanne Braspennincx het mooi geflikt met z’n tweeën, beloonde Tom Dumoulin zijn terugkeer met olympisch zilver op de tijdrit en groeide Denzel Dumfries uit tot de Held van Oranje tijdens het EK. Overigens vertelt Frédérique Matla over haar weg naar de top, won Abdi Nageeye niet alleen olympisch zilver op de marathon, maar coachte hij ondertussen ook zijn maatje naar brons en is Harrie Lavreysen de koning van de sprint. Verder zijn vrienden Niek Kimmann en Jelle van Gorkom allebei in het bezit van een olympische medaille. Dai Dai N’tab was ooit een feestbeest, nu is hij een van de snelste schaatsers van het land. Sanne van Dijke won olympisch brons, maar verloor in aanloop naar de Spelen haar broer en daarna haar trainingsmaatje. Reshmie Oogink blikt in ‘De dag dat’ terug op het moment dat ze in Tokio te horen kreeg dat ze corona had. Victoria Koblenko ontmoet daarnaast olympisch kampioen Kiran Badloe én Caitlin Dijkstra staat in de ‘Leeuwinnen in het Rijks’ stil bij De Liefdesbrief. Krijg jij geen genoeg van alle inspirerende sportverhalen? Kies het abonnement dat bij jou past én wordt abonnee. Zo ontvang je telkens de nieuwste edities op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Wil je een Helden Magazine cadeau doen? Het is ook mogelijk om een abonnement cadeau te doen, deze abonnementen lopen automatisch af. Daarnaast zijn de recentste exemplaren ook gemakkelijk te bestellen via onze webshop.
Paralympisch snowboardster Bibian Mentel was een inspiratie voor velen vanwege haar optimisme en doorzettingsvermogen. Talloze keren kreeg ze te maken met kanker. Drie weken voor haar overlijden op 29 maart dit jaar ging Barbara Barend bij haar langs voor een afscheidsinterview. Ik schrok van het bericht begin dit jaar dat er bij Bibian Mentel tumoren in haar hoofd gevonden waren, dat ze nu echt was uitbehandeld en het snel kon gaan. “Mag ik afscheid van je nemen?” vroeg ik haar per app. “Natuurlijk,” antwoordden zij en haar man Edwin Spee. Edwin belde me vervolgens. Geïnspireerd door de vorig jaar overleden Marc de Hond zei hij: “Barbara, we hebben een vraag. Bieb zou graag nog een laatste interview afgeven om te publiceren na haar dood.” En zo treffen we elkaar begin maart, met de wetenschap dat we elkaar daarna nooit meer zullen zien. We zitten tegenover elkaar op het bed van Edwin en Bibian. Bibian ligt er broos, maar tegelijk stralend bij. Ik heb taart meegenomen. Bibian: “Ik heb jarenlang alleen maar gegeten wat goed voor mij was. Mijn dokter zei dat ik vanaf nu niet meer gezond, maar lekker moet eten. Dit kan zo maar mijn laatste taartje zijn. Heerlijk, rode vruchten bavarois.” Hoe hoorde je dat je je moest voorbereiden op het afscheid van het leven? Bibian: “Ik voelde me niet lekker, had een afspraak met mijn dokter om te kijken wat er mogelijk was. We zouden een masker laten aanmeten dat nodig was om mijn hoofd stil te houden bij bestralingen voor de tumoren. Voordat we het masker zouden aanmeten, zei hij: ‘Ik heb slecht nieuws.’ Hij vertelde me dat er nu echt niets meer te doen was en dat als we verder zouden gaan met behandelen, er niet alleen geen enkele garantie op verbetering was, maar ook een grote kans op bloedingen die gepaard zouden gaan met vreselijke hoofdpijn. Hij zei: ‘Dan moeten we gaan afwegen: weegt de zeer minimale kans op uitstel op tegen de mogelijk helse pijnen die je te wachten staan.’ Voor het uittekenen van dat masker moest ik veertig minuten bewegingloos op mijn rug blijven liggen. We probeerden het, maar ik moest meteen heel erg hoesten. Dat overkwam me wel vaker, maar toen had ik ineens twijfel. De dokter had me net verteld dat het snel slechter zou worden. Ik vroeg hem of het uittekenen van het masker een dagje uitgesteld kon worden. Hij zei: ‘Natuurlijk, als je je zo beroerd voelt, dan zie ik je vrijdag weer.’ Donderdag lag ik de hele dag in bed, ik voelde me echt niet lekker. Vrijdagochtend moest ik ’s ochtends naar het toilet en ik kreeg geen lucht meer. Ik was aan het snakken naar adem, iets dat ik helemaal niet kende. Ik maakte Ed wakker en zei: ‘Ik krijg geen lucht.’ Toen zei hij: ‘Dan kunnen we ook niet naar het ziekenhuis voor dat masker, want zo ga ik je niet meenemen.’ Edwin heeft de afspraak afgebeld en gezegd: ‘We moeten het uittekenen van het masker toch over het weekend heen tillen.’ De ziekenhuizen in Leiden en Amsterdam hadden contact gehad, waarop mijn arts me belde en vroeg of hij langs mocht komen. We voelden dat hij niet even gezellig een kopje thee kwam drinken. Hij zei: ‘We hebben alle scenario’s doorgenomen en eigenlijk kunnen we niks meer doen. Door jouw positieve instelling zijn we al diverse keren verder gegaan dan we normaal gesproken zouden doen. Maar we zijn nu op een punt gekomen dat we niets meer kunnen bedenken dat jou gaat helpen. Willen we gaan opereren, dan moet je stoppen met je bloedverdunners, maar die heb je ontzettend hard nodig. Want zonder bloedverdunners krijg je gegarandeerd een herseninfarct. Dus Bibian, we weten het gewoon niet meer, eigenlijk kunnen we niks meer.’ In het weekend dat volgde, voelde ik me echt beroerd. Ik moest het nieuws verwerken. Het was me allemaal te veel. Als ik aan dat moment terugdenk, word ik weer emotioneel.” Bibian vervolgt: “Het eerste wat ik tegen de dokter zei, was: ik wil niet stikken. Wat ik die ochtend had meegemaakt, wilde ik niet nog een keer. Zo sterven lijkt me vreselijk. Na onderling overleg tussen de neurochirurg, de huisarts en de oncoloog hebben we besloten dat ik niet opgenomen hoefde te worden, maar thuis mocht blijven en in direct contact met de huisarts moest staan. Dat was ook mijn keuze. Ik vroeg of ze me iets konden geven om van die benauwdheid af te komen. De gedachte dat Ed en de kinderen me misschien zouden zien stikken, vond ik vreselijk. De huisarts heeft ervoor gezorgd dat de euthanasiespullen naast ons bed kwamen te liggen, een neusspray voor het geval ik zou dreigen te stikken. Ik zou vier sprays in het ene en vier in het andere neusgat moeten doen en dan zou ik vredig inslapen. Dat geeft me rust, dan is dat geregeld. Ik vond het ook wel pittig, want ik voelde dat alle artsen dachten: ik weet niet of ze het weekend gaat halen. Dat weekend heb ik hele delen niet bewust meegemaakt. Na dat weekend begonnen we met de dexamethason, dat is een prednison maar dan vele malen sterker, waardoor de benauwdheid minder werd. Ik kreeg ook antibiotica voor mijn longen. Vanaf dat moment ging het weer een beetje bergopwaarts. Ik voel me weer zo goed dat ik nog graag mensen ontvang die ik liefheb, ondanks corona. Ook dat heb ik met de huisarts besproken. De huisarts zei: ‘Bieb, natuurlijk moet je voorzichtig doen en een beetje afstand houden, maar als jij in deze fase van je leven je familie of vriendinnen een kus wil geven, dan geef je ze lekker een kus.” Edwin komt even langs, legt een extra kussen in Bibians rug en gaat naar kantoor. Hij is meer dan twintig kilo afgevallen. Edwin: “Ik houd er rekening mee dat Bibian straks niet meer mobiel is en dat ik haar moet tillen als ze iets wil. Dat doe ik nu al af en toe. Dus ik moet wel in training blijven.” Bibian: “Dank je, knapperd.” Ze kussen elkaar en Edwin gaat weg. Je straalt. Bibian knikt: “Het leuke is dat ik niet van de ene op de andere dag uit het leven ben gerukt en de tijd heb gekregen afscheid te nemen van mijn dierbaren. Ik heb mooie gesprekken met mijn zoon Julian gehad, met onze meiden Bella en Laila. De meiden zijn lekkere binnenvetters, ik heb ze een beetje losgebroken en gezegd: kom op, gewoon kletsen. Ze zijn twee dagen geleden 22 geworden. Ik besprak met ze hoe ze hun leven willen inrichten, maar zei ze ook dat ik ze dankbaar ben voor de mooie momenten met hen en hoe ze mij, als nieuwe vrouw van hun vader, in hun leven hebben toegelaten. Dat soort gesprekken maakt het naderen van het einde zo mooi dat ik ’s ochtends met een glimlach wakker word. Dan lig ik naast mijn vent, komt mijn zoon naar beneden in zijn onderbroek om me een kus te geven en straalt de zon. Dan voel ik rust dat ik mijn laatste dagen zo mag uittekenen. Dat is toch prachtig? Natuurlijk verbaas ik mezelf hoe ik deze laatste dagen onderga, of straks als mensen dit artikel lezen, heb ondergaan... Ik zeg tegen niemand tot ziens, ik zeg heel bewust: tot de volgende keer. Als die er komt, is het mooi meegenomen en zo niet, dan hebben we een mooie tijd gehad. Er komen veel vriendinnen langs. Ze wisselen elkaar af en komen voor ons koken. 'Ik zeg tegen niemand tot ziens, ik zeg heel bewust: tot de volgende keer. Als die er komt, is het mooi meegenomen en zo niet, dan hebben we een mooie tijd gehad' Een vriendin uit Haarlem komt drie keer in de week om te koken en een ander, die in Brussel woont, komt iedere week een dag langs om het eten te verzorgen. Dat is ook voor Ed een opluchting, het geeft hem rust. Het zijn bijna allemaal nog mijn middelbare schoolvriendinnen. Zes ervan zitten nu in het hoofdbestuur van de Mentelity Foundation. Ed zei: ‘Wie weten nou beter dan je beste vriendinnen waar jij naartoe wil met de stichting?’ Bibian neemt even pauze om rustig te ademen. Ze lacht. “Weet je, normaal krijg je alle loftuitingen als je bent overleden. Ik krijg ze nog bij leven. Dat is zo bijzonder. Van de week ging de deurbel, toen stond er zo’n officiële bode voor de deur met een zwarte zonnebril op. Hij kwam een brief van Prinses Margriet brengen. Zo lief dat ze überhaupt iets heeft geschreven en erover nadenkt. Ik heb haar een paar keer mogen ontmoeten. Ze heeft me, ook namens Koning Willem-Alexander, bedankt voor de mooie sportmomenten, maar ook hoe ik als mens een voorbeeld ben geweest. Ik heb geregeld gesprekken met haar gevoerd over haar zoon Bernhard die immers ook kanker heeft gehad. Ze kon ook goed met mijn moeder overweg, ze hebben elkaar ontmoet tijdens de Spelen. Zij deelden iets gemeenschappelijks. Het is een lief en warm mens, dus die brief was te gek.” Helden Magazine 59 Het eerste gedeelte van het verhaal van Bibian Mentel komt voort uit Helden Magazine 59. Sifan Hassan is onze Held van het Jaar en siert de cover van het dubbeldik eindejaarsnummer. Ze kwam, zag en overwon. Hassan deed wat niemand voor haar deed: drie olympische medailles winnen op de middellange afstanden op dezelfde Spelen. In Helden Magazine 59 lees je een uitgebreid interview met Fabio Jakobsen en zijn aanstaande vrouw Delore. Ze blikken samen terug op de zware val in Polen, waarbij Fabio bijna het leven verloor én hoe hij zich dit jaar heeft teruggevochten. Daarnaast spraken we een van de sterkhouders van Ajax, Daley Blind in het bijzijn van zijn vrouw, dochter, moeder en twee zussen. Rolstoeltennisster Diede de Groot won dit jaar de Golden Slam. De dubbelvier zorgden voor het eerste olympische roeigoud bij de mannen in 25 jaar én Sjinkie Knegt vertelt over het leven na het ongeluk met de houtkachel. Ook in Helden Magazine 59 hebben Jeffrey Hoogland en Shanne Braspennincx het mooi geflikt met z’n tweeën, beloonde Tom Dumoulin zijn terugkeer met olympisch zilver op de tijdrit en groeide Denzel Dumfries uit tot de Held van Oranje tijdens het EK. Overigens vertelt Frédérique Matla over haar weg naar de top, won Abdi Nageeye niet alleen olympisch zilver op de marathon, maar coachte hij ondertussen ook zijn maatje naar brons en is Harrie Lavreysen de koning van de sprint. Verder zijn vrienden Niek Kimmann en Jelle van Gorkom allebei in het bezit van een olympische medaille. Dai Dai N’tab was ooit een feestbeest, nu is hij een van de snelste schaatsers van het land. Sanne van Dijke won olympisch brons, maar verloor in aanloop naar de Spelen haar broer en daarna haar trainingsmaatje. Reshmie Oogink blikt in ‘De dag dat’ terug op het moment dat ze in Tokio te horen kreeg dat ze corona had. Victoria Koblenko ontmoet daarnaast olympisch kampioen Kiran Badloe én Caitlin Dijkstra staat in de ‘Leeuwinnen in het Rijks’ stil bij De Liefdesbrief. Krijg jij geen genoeg van alle inspirerende sportverhalen? Kies het abonnement dat bij jou past én wordt abonnee. Zo ontvang je telkens de nieuwste edities op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Wil je een Helden Magazine cadeau doen? Het is ook mogelijk om een abonnement cadeau te doen, deze abonnementen lopen automatisch af. Daarnaast zijn de recentste exemplaren ook gemakkelijk te bestellen via onze webshop.

Windsurfen

Kiran Badloe: ‘Het was een perfect huwelijk’

Tweevoudig wereldkampioen windsurfen Kiran Badloe (25) mag Nederland vertegenwoordigen op de Spelen. Hij won de broederstrijd van zijn teamgenoot, vriend én concurrent Dorian van Rijsselberghe. “Ik weet dat de verwachtingen hoog zijn, mag ook.” De bekroning had op 1 augustus 2020 moeten plaatsvinden, dat was de dag van de olympische medal race. De strijd met Dorian van Rijsselberghe was gestreden. Kiran Badloe had in februari zijn wereldtitel geprolongeerd, bleef zijn teamgenoot, vriend én concurrent één puntje voor. De 25-jarige Kiran mocht naar de Spelen. Voor Dorian, de olympisch windsurfkampioen van 2012 en 2016 en tweevoudig wereldkampioen, betekende dat het einde van een imposante carrière. Door het coronavirus moet Kiran nog een jaar wachten op de enige nog ontbrekende titel op zijn palmares. Hoe ga je volgend jaar de gouden olym­pische medaille vieren? Kiran, lachend: “Loop nog maar even niet op de zaken vooruit. Maar áls het gebeurt, dan gaat er wel een mooi feestje gevierd worden, hoor. Ik moet geduld hebben door het coronavirus.” Je kunt ook denken: ik heb nog een jaar. “Aan de ene kant is dat heel fijn. Ik kan de extra tijd goed gebruiken om nog beter voor de dag te komen in Tokio. Aan de andere kant had ik een mooie marge op de concurrentie. Ik won de afgelopen twee WK’s en het EK. Als de Spelen dit jaar door hadden kunnen gaan, dan had het er heel goed voor me uit gezien.” Iedereen verwacht van jou dat je in Japan even goud op gaat halen. “Dat besef ik dondersgoed. Veel mensen denken: Dorian en Kiran hebben het samen uitgevochten. Die strijd is beslist in het voordeel van Kiran, dus gaat hij de olympische titel ook pakken. Ik weet dat de verwachtingen hoog zijn, mag ook.” Dorian zei: ‘Het is hem geraden dat hij nu ook olympisch goud pakt!’ “Als hij in mijn plaats naar de Spelen had gegaan, zou ik precies hetzelfde hebben geroepen. Dor en ik hebben samen met onze coach Aaron McIntosh de afgelopen jaren samengewerkt met maar één doel: pieken in Tokio. We wisten: een van ons mag naar de Spelen, die moet het daar namens het hele team afmaken.” Ontlading Vooraf hadden ze samen met hun Nieuw-Zeelandse coach bepaald dat de uitslagen van de WK’s van 2018, 2019 en 2020 doorslaggevend waren wat betreft het olympische ticket. In het zeilen is er immers voor elk land maar één olympisch ticket per klasse beschikbaar. Dorian won de wereldtitel in 2018 voor Kiran, in 2019 was het precies andersom. Wie bij het WK in 2020 het hoogst zou eindigen, mocht naar Tokio. Voor de medal race waaraan de beste tien windsurfers mee mochten doen, stonden ze weer één en twee. Kiran had aan een vijfde plek voldoende om zijn wereldtitel te prolongeren én het olympisch ticket te veroveren. Dorian won de medal race, Kiran werd precies vijfde. Het verschil uiteindelijk: één puntje. “Ik maakte het me onnodig moeilijk. Ik lag een heel groot gedeelte van de race achterin, heb zelfs volgens mij nog laatste gelegen.” Heb je gedacht: shit, ik vergooi m’n kansen op de Spelen? “Achteraf drong het tot me door dat het kantje boord was. Op het water raakte ik niet in paniek, ik slaagde erin om de gedachte aan de Spelen uit m’n hoofd te bannen. Het enige wat ik telkens tegen mezelf zei, was: je moet naar die vijfde plek.” Wat was het eerste dat je deed na de finish? “Ik was kapot, wilde juichen, maar dat lukte niet eens.” Na de medal race stapten jullie allebei aan boord bij Aaron. Hoe was dat? “Zo raar. De voorgaande WK’s was het alleen maar feest, want we waren telkens één en twee. Dan was de tweede plek ook goed en was het alleen maar mooi dat we als team het maximale hadden gepresteerd. Als Nederland stonden we boven de rest. Ineens was de tweede plek geen reden voor een feestje. De consequentie van plek twee was ineens: waar je vier jaar naartoe hebt geleefd, heb je niet gehaald. Er waren twee compleet tegenstrijdige emoties in de boot. Dat hadden we nog nooit meegemaakt.” Vond je het moeilijk om te juichen in die boot? “Zeker. We kennen elkaar al zo lang, ik heb zoveel aan Dorian te danken dat ik het niet gepast vond om in zijn bijzijn een feestje te gaan vieren. Maar Dorian had hetzelfde. Hij vond dat hij niet kon lopen vloeken en tieren in mijn bijzijn. We probeerden onze emoties allebei in toom te houden.” Wat was het eerste dat Dorian tegen je zei? “‘Lekker gewerkt, pik!’ Maar wat me voor altijd bijblijft, is de dikke, welgemeende knuffel die hij me gaf. Ineens was zijn loopbaan voorbij, dat einde had hij zich heel anders voorgesteld. Als je daar meteen zo mee om kunt gaan... Heel knap en mooi.” Je vriendin Nicky en je vader waren ook in Australië. Durfde je op de kant bij hen pas echt te juichen? “Al iets eerder. We moesten op het water blijven voor interviews. Dorian had daar niet veel zin in en is met een andere boot naar de kant gegaan. Toen was ik nog even samen met Aaron en was er de ontlading. Op de kant bij Nicky en m’n vader kwam het besef pas echt.” 'Lekker gewerkt, pik!' Zei Dorian toen de strijd gestreden was. Waar ik het eerste aan denk is de, welgemeende knuffel die hij me gaf' Het blijft natuurlijk een vreemde situatie dat van de twee beste wind­ surfers ter wereld er maar één naar de Spelen mag. “Het heeft geen zin om naar andere sporten te kijken, waarin wel meerdere sporters uit hetzelfde land tegen elkaar uit kunnen komen op de Spelen. Dan vreet je jezelf alleen maar op.” Helden Magazine 52 Het eerste gedeelte van het verhaal van Kiran Badloe komt voort uit Helden Magazine nummer 52.  In de 52ste editie van Helden schittert Louis van Gaal de cover. Met hem blikken we terug op zijn indrukwekkende carrière. Ook tal van mensen die met de trainer hebben gewerkt komen aan het woord. Harrie Lavreysen, Alexander Brouwer, Niek Kimmann, Kim Polling, Kira Toussaint, Frédérique Matla, Femke Heemskerk, Ranomi Kromowidjojo, Ferry Weertman en Marit Bouwmeester zouden afgelopen zomer schitteren op de Olympische Spelen in het land van de rijzende zon. Het coronavirus gooide echter roet in het eten. Helden fotografeerde de sporters bij wie alles al een tijd draait om Tokio op een bijzondere wijze in ‘Tokiogangers’ In deze editie gaan wij ook terug in de tijd. Pieter van den Hoogenband won twintig jaar geleden olympisch goud op de 100 en 200 meter vrije slag en Joop Zoetemelk won veertig jaar terug als laatste Nederlander de Tour de France. Daarnaast was John Heitinga met Oranje tien jaar terug dicht bij de wereldtitel en won Rinus Israel vijftig jaar geleden de Europa Cup I met Feyenoord. Het was ook dertig jaar geleden dat Mike Tyson zijn wereldtitels en zijn status van onoverwinnelijkheid verloor, bereikte Andre Agassi voor het eerst een grandslamfinale én blikken onder meer uitblinkers Dennis Bergkamp, Frank de Boer en Patrick Kluivert terug op de behekste wedstrijd uit 2000: Nederland – Italië. Verder in de 52ste editie van Helden spreken we sportief directeur van Jumbo-Visma, Merijn Zeeman. Staat Jackie Groenen oog in oog met ‘Het Melkmeisje’ van Vermeer. Een exclusief gesprek met Chris Froome over onder meer zijn horrorcrash. Ook lees je hoe overleven voor Johan van der Velde gesneden koek is en verteld Elsemieke Havenga hoe ze tweemaal olympisch goud had kunnen hebben. Krijg jij geen genoeg van alle inspirerende sportverhalen? Kies het abonnement dat bij jou past én wordt abonnee. Zo ontvang je telkens de nieuwste edities op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Wil je een Helden Magazine cadeau doen? Het is ook mogelijk om een abonnement cadeau te doen, deze abonnementen lopen automatisch af. Daarnaast zijn de recentste exemplaren ook gemakkelijk te bestellen via onze webshop.
Tweevoudig wereldkampioen windsurfen Kiran Badloe (25) mag Nederland vertegenwoordigen op de Spelen. Hij won de broederstrijd van zijn teamgenoot, vriend én concurrent Dorian van Rijsselberghe. “Ik weet dat de verwachtingen hoog zijn, mag ook.” De bekroning had op 1 augustus 2020 moeten plaatsvinden, dat was de dag van de olympische medal race. De strijd met Dorian van Rijsselberghe was gestreden. Kiran Badloe had in februari zijn wereldtitel geprolongeerd, bleef zijn teamgenoot, vriend én concurrent één puntje voor. De 25-jarige Kiran mocht naar de Spelen. Voor Dorian, de olympisch windsurfkampioen van 2012 en 2016 en tweevoudig wereldkampioen, betekende dat het einde van een imposante carrière. Door het coronavirus moet Kiran nog een jaar wachten op de enige nog ontbrekende titel op zijn palmares. Hoe ga je volgend jaar de gouden olym­pische medaille vieren? Kiran, lachend: “Loop nog maar even niet op de zaken vooruit. Maar áls het gebeurt, dan gaat er wel een mooi feestje gevierd worden, hoor. Ik moet geduld hebben door het coronavirus.” Je kunt ook denken: ik heb nog een jaar. “Aan de ene kant is dat heel fijn. Ik kan de extra tijd goed gebruiken om nog beter voor de dag te komen in Tokio. Aan de andere kant had ik een mooie marge op de concurrentie. Ik won de afgelopen twee WK’s en het EK. Als de Spelen dit jaar door hadden kunnen gaan, dan had het er heel goed voor me uit gezien.” Iedereen verwacht van jou dat je in Japan even goud op gaat halen. “Dat besef ik dondersgoed. Veel mensen denken: Dorian en Kiran hebben het samen uitgevochten. Die strijd is beslist in het voordeel van Kiran, dus gaat hij de olympische titel ook pakken. Ik weet dat de verwachtingen hoog zijn, mag ook.” Dorian zei: ‘Het is hem geraden dat hij nu ook olympisch goud pakt!’ “Als hij in mijn plaats naar de Spelen had gegaan, zou ik precies hetzelfde hebben geroepen. Dor en ik hebben samen met onze coach Aaron McIntosh de afgelopen jaren samengewerkt met maar één doel: pieken in Tokio. We wisten: een van ons mag naar de Spelen, die moet het daar namens het hele team afmaken.” Ontlading Vooraf hadden ze samen met hun Nieuw-Zeelandse coach bepaald dat de uitslagen van de WK’s van 2018, 2019 en 2020 doorslaggevend waren wat betreft het olympische ticket. In het zeilen is er immers voor elk land maar één olympisch ticket per klasse beschikbaar. Dorian won de wereldtitel in 2018 voor Kiran, in 2019 was het precies andersom. Wie bij het WK in 2020 het hoogst zou eindigen, mocht naar Tokio. Voor de medal race waaraan de beste tien windsurfers mee mochten doen, stonden ze weer één en twee. Kiran had aan een vijfde plek voldoende om zijn wereldtitel te prolongeren én het olympisch ticket te veroveren. Dorian won de medal race, Kiran werd precies vijfde. Het verschil uiteindelijk: één puntje. “Ik maakte het me onnodig moeilijk. Ik lag een heel groot gedeelte van de race achterin, heb zelfs volgens mij nog laatste gelegen.” Heb je gedacht: shit, ik vergooi m’n kansen op de Spelen? “Achteraf drong het tot me door dat het kantje boord was. Op het water raakte ik niet in paniek, ik slaagde erin om de gedachte aan de Spelen uit m’n hoofd te bannen. Het enige wat ik telkens tegen mezelf zei, was: je moet naar die vijfde plek.” Wat was het eerste dat je deed na de finish? “Ik was kapot, wilde juichen, maar dat lukte niet eens.” Na de medal race stapten jullie allebei aan boord bij Aaron. Hoe was dat? “Zo raar. De voorgaande WK’s was het alleen maar feest, want we waren telkens één en twee. Dan was de tweede plek ook goed en was het alleen maar mooi dat we als team het maximale hadden gepresteerd. Als Nederland stonden we boven de rest. Ineens was de tweede plek geen reden voor een feestje. De consequentie van plek twee was ineens: waar je vier jaar naartoe hebt geleefd, heb je niet gehaald. Er waren twee compleet tegenstrijdige emoties in de boot. Dat hadden we nog nooit meegemaakt.” Vond je het moeilijk om te juichen in die boot? “Zeker. We kennen elkaar al zo lang, ik heb zoveel aan Dorian te danken dat ik het niet gepast vond om in zijn bijzijn een feestje te gaan vieren. Maar Dorian had hetzelfde. Hij vond dat hij niet kon lopen vloeken en tieren in mijn bijzijn. We probeerden onze emoties allebei in toom te houden.” Wat was het eerste dat Dorian tegen je zei? “‘Lekker gewerkt, pik!’ Maar wat me voor altijd bijblijft, is de dikke, welgemeende knuffel die hij me gaf. Ineens was zijn loopbaan voorbij, dat einde had hij zich heel anders voorgesteld. Als je daar meteen zo mee om kunt gaan... Heel knap en mooi.” Je vriendin Nicky en je vader waren ook in Australië. Durfde je op de kant bij hen pas echt te juichen? “Al iets eerder. We moesten op het water blijven voor interviews. Dorian had daar niet veel zin in en is met een andere boot naar de kant gegaan. Toen was ik nog even samen met Aaron en was er de ontlading. Op de kant bij Nicky en m’n vader kwam het besef pas echt.” 'Lekker gewerkt, pik!' Zei Dorian toen de strijd gestreden was. Waar ik het eerste aan denk is de, welgemeende knuffel die hij me gaf' Het blijft natuurlijk een vreemde situatie dat van de twee beste wind­ surfers ter wereld er maar één naar de Spelen mag. “Het heeft geen zin om naar andere sporten te kijken, waarin wel meerdere sporters uit hetzelfde land tegen elkaar uit kunnen komen op de Spelen. Dan vreet je jezelf alleen maar op.” Helden Magazine 52 Het eerste gedeelte van het verhaal van Kiran Badloe komt voort uit Helden Magazine nummer 52.  In de 52ste editie van Helden schittert Louis van Gaal de cover. Met hem blikken we terug op zijn indrukwekkende carrière. Ook tal van mensen die met de trainer hebben gewerkt komen aan het woord. Harrie Lavreysen, Alexander Brouwer, Niek Kimmann, Kim Polling, Kira Toussaint, Frédérique Matla, Femke Heemskerk, Ranomi Kromowidjojo, Ferry Weertman en Marit Bouwmeester zouden afgelopen zomer schitteren op de Olympische Spelen in het land van de rijzende zon. Het coronavirus gooide echter roet in het eten. Helden fotografeerde de sporters bij wie alles al een tijd draait om Tokio op een bijzondere wijze in ‘Tokiogangers’ In deze editie gaan wij ook terug in de tijd. Pieter van den Hoogenband won twintig jaar geleden olympisch goud op de 100 en 200 meter vrije slag en Joop Zoetemelk won veertig jaar terug als laatste Nederlander de Tour de France. Daarnaast was John Heitinga met Oranje tien jaar terug dicht bij de wereldtitel en won Rinus Israel vijftig jaar geleden de Europa Cup I met Feyenoord. Het was ook dertig jaar geleden dat Mike Tyson zijn wereldtitels en zijn status van onoverwinnelijkheid verloor, bereikte Andre Agassi voor het eerst een grandslamfinale én blikken onder meer uitblinkers Dennis Bergkamp, Frank de Boer en Patrick Kluivert terug op de behekste wedstrijd uit 2000: Nederland – Italië. Verder in de 52ste editie van Helden spreken we sportief directeur van Jumbo-Visma, Merijn Zeeman. Staat Jackie Groenen oog in oog met ‘Het Melkmeisje’ van Vermeer. Een exclusief gesprek met Chris Froome over onder meer zijn horrorcrash. Ook lees je hoe overleven voor Johan van der Velde gesneden koek is en verteld Elsemieke Havenga hoe ze tweemaal olympisch goud had kunnen hebben. Krijg jij geen genoeg van alle inspirerende sportverhalen? Kies het abonnement dat bij jou past én wordt abonnee. Zo ontvang je telkens de nieuwste edities op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Wil je een Helden Magazine cadeau doen? Het is ook mogelijk om een abonnement cadeau te doen, deze abonnementen lopen automatisch af. Daarnaast zijn de recentste exemplaren ook gemakkelijk te bestellen via onze webshop.

Snowboarden

‘Iedere keer weer dat vreselijke nieuws’

Barbara Barend volgt Bibian Mentel (45) al jaren op de voet. Tot negen keer toe gooide kanker roet in het leven van de paralympisch snowboardkampioene, die in de tussentijd uitgroeide tot een nationale heldin dankzij haar doorzettingsvermogen. Een gesprek over lief, leed en de soms keiharde realiteit. “De eerste keer dat ik jou ontmoette, was op de eerste open dag van de Johan Cruyff Foundation, veertien jaar geleden,” zegt Barbara Barend in Loosdrecht, thuis bij Bibian Mentel en haar man Edwin Spee. “Ik weet nog dat ik een knappe vrouw aan zag komen lopen in een minirok en dat ze een onderbeen miste. Ik liep naar je toe en zei: hoi, ik ben Barbara, wat stoer dat je een minirok aan hebt.” Bibian lachend: “Er zijn niet zoveel mensen die dat doen. Veel mensen kijken me aan, maar niemand durft er wat over te zeggen. Ik dacht meteen: wat een leuk mens.” Barbara: “Ik hou van mensen die ergens volledig voor gaan. En ik hou van sterke vrouwen. Het klikte ook gewoon tussen ons.” Bibian knikt: “En je bleef sindsdien ook betrokken, houdt bij wat ik doe op snowboardgebied en hoe het met m’n gezondheid gaat.” Barbara slikt een traan weg: “En dat vind ik ook zo erg, iedere keer weer dat vreselijke nieuws.” Bibian slaat een arm om haar heen: “Maar as we speak ben ik schoon.” Bibian is een paar dagen geleden ontslagen uit het ziekenhuis, na een tweede operatie aan haar nek. Een pleister is daar het enige zichtbare bewijs van. Bibian strijdt al achttien jaar tegen een agressieve vorm van botkanker. In 1999 verloor ze een groot deel van haar rechterbeen, om uitzaaiingen te voorkomen. Sindsdien werden er meerdere uitzaaiingen in haar longen geconstateerd, die iedere keer operatief verwijderd konden worden. Tot mei 2016. Uit een controlescan bleek toen dat Bibian een tumor had op een niet te opereren plek vlakbij de longen, de artsen vertelden haar dat ze uitbehandeld was. Na nachtenlang speurwerk vond haar man Edwin de MRIdian, een nieuw bestralingsapparaat dat in staat is om tot op de millimeter nauwkeurig te bestralen, nota bene bijna om de hoek, in het VUmc in Amsterdam. Weer bestreed Bibian de kanker. Afgelopen zomer was het voor de negende keer foute boel. Een tumor in haar nek was dit keer de boosdoener, bovendien waren er plekjes gevonden in haar slokdarm en rib. Tot overmaat van ramp liep Bibian een hardnekkige ziekenhuisbacterie op. “Het hele kaartenhuis stortte letterlijk in,” zegt Bibian. “Op een maandagochtend ging ik met veel koorts naar de eerste hulp. Tweeënhalve week later kwam ik er pas weer uit, tien kilo lichter, totaal verzwakt, met een nek die op instorten stond. Het bizarre is: een week voor we dat hoorden, heb ik nog leren kitesurfen op Necker Island op uitnodiging van Richard Branson. Ik had zo mijn nek kunnen breken.” Barbara: “Ik kwam Edwin tegen op straat toen je net in het ziekenhuis lag. Hij vertelde me het slechte nieuws. Ik had vlak daarvoor gehoord dat Ajax-voetballer Abdhelhak Nouri blijvende hersenschade had overgehouden en nooit meer zou kunnen lopen, praten, eten en voetballen. Ik was dubbel van slag.” Edwin luistert mee en knikt: “Slecht nieuws went nooit. Zelfs bij ons niet.” De tumor in haar nek werd bij toeval ontdekt. Bibian: “Ik had al een paar maanden enorm last van mijn nek en schouders. M’n fysio zei: ‘Je bent al zo vaak aan je longen geopereerd, die spieren rondom je longen zijn gewoon stijf.’ Hij bleef ze los masseren. En ik bracht heel wat bezoekjes aan de Thaise massage. Zij was de eerste die riep: ‘Er klopt iets niet.’” Op advies van haar fysiotherapeut liet Bibian een MRI van haar nek maken. Aanvankelijk dacht ze aan een nekhernia, maar de foto’s bewezen dat een tumor haar nekwervel al voor veertig procent had aangevreten. Bibian: “Ik had al die tijd wel driemaandelijkse controle­ scans van mijn longen, maar daar was niks op te zien. Mijn nekwervel was net twee centimeter buiten beeld. En in diezelfde week hoorde ik dat er ook plekken in mijn slokdarm en rib waren gevonden.” Barbara: “En voor de negende keer stortte je wereld in...” Bibian: “Het was by far de meest heftige. In 2016 dacht ik voor het eerst: de kanker is geen hardnekkige blessure meer, het kan weleens fataal zijn. Ik kreeg letterlijk te horen: ‘We kunnen niks meer voor je doen.’ Een moker­ slag. Ik zie mijn zoon Julian nog zitten: ‘Mama, als ze niks meer kunnen, wat dan? Ga je dan dood?’ Ik ontkende dat, maar dat was wel waar het op neerkwam. Toen vond Ed die MRIdian. Een week na de laatste bestraling trainde ik weer in de sneeuw, alsof er niks gebeurd was. Maar de laatste keer was er ook kanker buiten mijn longen gevonden. Op drie nieuwe plekken in m’n lichaam. Dan denk je: waar stopt het? Is dit nu echt het einde?” Bibian onderging 52 bestralingen aan haar nek, slokdarm en rib. Bibian: “Na de bestralingen zei Ed: ‘Kom, we gaan weer trainen.’ Maar in m’n achterhoofd zei een stemmetje: die nek is nog niet goed.” In december waren Bibian en Edwin een weekend in Marrakesh, toen haar arts uit het Leidse LUMC belde. De twee ziekenhuizen hadden contact met elkaar opgenomen over haar situatie. Bibian: “’We willen je zo snel mogelijk opereren,’ zei hij. In het VUmc konden ze dat niet, was ons eerder verteld, de kans dat m’n rechterarm uit zou vallen was te groot. In Leiden bleken ze het wel te kunnen. Op nieuwe MRI’s zagen de artsen dat de tumor aan het groeien was, ondanks de bestralingen. Het was niet de vraag óf ik een dwarslaesie zou oplopen, de vraag was wanneer dat zou gebeuren. Die tumor was zo op m’n ruggenmerg aan het drukken, dat ze het verbazingwekkend vonden dat ik nog liep.” In twee nekoperaties, waarvan de een negenenhalf uur duurde en de ander vierenhalf werd de tumor verwijderd en haar C6 nekwervel bijna helemaal vervangen door een titanium stellage. Barbara: “En hoe voel je je nu?” Bibian: “Lichamelijk moet ik nog de oude worden. Zowel fysiek als mentaal waren de laatste zes maande de pittigste van de afgelopen achttien jaar. Voorheen had ik nog nooit echt klachten gehad van de kanker, afgelopen tijd werd ik letterlijk belemmerd. Mijn rechterarm deed enorm pijn omdat er een zenuw bekneld zat. Op een gegeven moment kon ik mijn arm nauwelijks nog optillen en was Ed mijn haar aan het wassen onder de douche. Toen ik daar op die kruk zat, besefte ik: dit is het allerlaatste wat ik wil. Een spookbeeld. En die nek was killing. Na twee uur staan moest ik weer liggen. Ik zei gisteren nog tegen Ed: de laatste dag ik me echt goed voelde, was 7 juli.” Edwin: “Julian en ik pesten haar weleens. Ze heeft nog nooit zoveel gehuild als in de afgelopen vier maanden. Zelfs om een reclame of een YouTube-filmpje rollen de tranen over haar wangen. Laten wij haar expres een zielig filmpje zien.” Bibian knikt: “Ik ben nu een stuk emotioneler. Zelfs als het over iets onbenulligs gaat, over iemand die meedoet aan The Voice of Holland bijvoorbeeld.” Barbara: “Zijn dat opgekropte emoties?” Bibian: “Misschien wel. Voor het eerst besefte ik: ik moet misschien afscheid nemen van mijn sport. Dat had ik gepland na de Paralympische Spelen in Pyeongchang. Ed was zo positief en bleef zeggen: ‘Bieb, we gaan gewoon naar de Spelen.’ Terwijl de neurochirurg zei: ‘Dat moet je toch niet willen? Eén val en je bent verlamd, dan kun je als je geluk hebt je arm nog een beetje bewegen.’ Waarop een andere arts zei: ‘Het probleem is juíst dat je dan nog blijft ademen.’ Dat was de afweging. Ik was dus al afscheid aan het nemen van mijn sport en het leven als topsporter. Dat vond ik heel pijnlijk en verdrietig.” Barbara: “Klopt het dat ik ook een andere Bibian zie dan vroeger? Alsof iets in jou zich nu realiseert: ik ben stervende en er is een moment dat ik niet meer kan sporten.” Bibian slikt: “De altijd maar positieve Bibian heeft wel een knauw gekregen, ja. Vooral Ed vindt dat. Ik ben realistischer geworden. Bij vlagen realiseer ik me goed dat het ergens ophoudt en dat ik doodga. En dat dat moment misschien wel dichterbij is gekomen. Ik zag ook enorm op tegen deze operatie, maar die bleek een verlichting. De tumor is uit mijn lijf, mijn arm is bijna hersteld en de artsen zeiden dat m’n nek zo sterk is, dat ik bij wijze van spreken na de operatie meteen de sneeuw in kon. Wacht even, dacht ik, de Spelen zijn dus helemaal niet ver weg, die ga ik halen. Tijdens de teampresentatie van de Nederlandse olympische en paralympische sporters zei ik tegen oud-rolstoeltennisster Esther Vergeer weer gekscherend: ik ben gewoon even in de revisie, ze moesten wat onderdelen vervangen.” Bibian: ‘Het was niet de vraag óf ik een dwarslaesie zou oplopen, de vraag was wanneer. Die tumor was zo op m’n ruggenmerg aan het drukken’ Edwin maakt ondertussen wat eten voor Bibian. Haar steun, toeverlaat en coach zorgt ervoor dat ze aansterkt en op tijd haar medicijnen inneemt. Ze dragen zorg voor drie kinderen, voortgekomen uit eerdere relaties. Julian dus, en Edwin heeft twee tienerdochters. Barbara: “Als ik eerlijk ben, kan die hele sport me gestolen worden. Ik vind het heel leuk dat je zo goed kan snowboarden, maar ik gun je veel meer dat je gelukkig bent met de mensen om je heen. Je hebt zoveel om voor te leven.” Bibian: “Julian is nu veertien, ik wil hem het liefst oud zien worden en met mijn kleinkinderen op schoot op de bank zitten. Ik ben nog niet klaar met het leven. Maar voor het eerst zag Julian dat ik ziek was.” Barbara: “Hoe gaat hij om met een zieke moeder?” Bibian: “Een maand geleden merkten we dat hij niet meer zingend naar school ging, hij zat niet lekker in z’n vel. We vroegen een gesprek aan met zijn mentor om onze situatie eens goed te bespreken. Julian gaf voor het eerst aan dat hij moeite had om zich te concentreren en zich zorgen maakte om mama. Tegen zijn stiefmoeder had hij gezegd: ‘Ik wil gewoon dat mama het weer doet.’ Dat vond ik zo hartverscheurend. Julian wilde gewoon weer leuke dingen met me kunnen doen. Samen met Ed verzorgt hij mij nu, dat is niet de taak van een kind.” Barbara: “Soms moet je je overgeven aan het feit dat je je moet laten verzorgen door je man en kind. Hoe klote dat ook is, je wil niet dat je kind dat voelt, maar...” Bibian vult aan: “Dat brengt ook iets moois. Deze operaties hebben we ook op die manier bij hem gebracht. Dan kan ik het weer doen daarna, zei ik. Julian heeft een grote droom: hij wil heliboarden in Canada. Na de Spelen gaat dat gebeuren.” Edwin: “Bij Julian proberen we haar ziekte zoveel mogelijk weg te houden. Dat hij niet altijd maar hoort: ‘Hoe is het met je moeder?’” Bibian: “En we hebben geregeld Julian-dag. Dan mag hij bepalen wat we gaan doen. Naar de film bijvoorbeeld, en hij mag dan uitkiezen waar we gaan eten.” Edwin: “Het gaat er vooral om dat we dan niet over Bibian praten, niet over kanker en snowboarden, maar over wat hij leuk vindt.” Barbara: “En is er ook een Edwin-dag?” Edwin lachend: “Ja, één keer per jaar.” Barbara en Bibian lachend: “Meer dan genoeg!” Bibian: “Ed hee me het afgelopen half jaar volledig verzorgd. Zonder hem ben ik nergens.” Edwin: “Ik ben de huisvrouw. Ik doe boodschappen en de was. Laatst moest ik maandverband kopen. ‘Welke moet ik hebben?’ appte ik Bieb toen ik voor dat schap in de winkel stond. Stuurde ze: ‘Die paarse.’ Ja, al die pakjes zijn paars!” Bibian lachend: “En hij is ook nog eens kleurenblind.” Ze vervolgt serieus: “Maar weet je wat het lastigste is? Iedereen vraagt hoe het met mij is, maar niemand vraagt naar hem.” Edwin: “Ik vind dat geen probleem hoor, alleen bij m’n moeder vind ik het soms moeilijk. Die belt me dagelijks om alleen te vragen: ‘Hoe is het met Bibian?’” Bibian: “Van nature ben ik een verlegen meisje. Vroeger schuilde ik achter de rok van m’n moeder. Ik wil helemaal niet in de spotlights staan. Dat begon met leuk kunnen snowboarden, nu is het om mijn ziektebeeld. Daar vraag ik niet om, maar het gebeurt wel. Ik ben de eerste die tegen zijn vrienden of moeder zegt: vraag ook even naar Edwin. Ze vergeet zo bijna haar eigen zoon.” Zowel Barbara als Bibian hebben een druk bestaan. Bibian startte tussen haar snowboardcarrière en ziekte door de Mentelity Foundation, waarmee ze jonge mensen met een lichamelijke beperking aan het sporten wil krijgen. Onlangs bracht ze haar tweede boek Kut Kanker uit. En dan is er nog het moederschap. Barbara: “Jouw doorzettingsvermogen en instelling vind ik zo knap. Jij blij mensen inspireren.” Bibian glimlacht: “Mijn inspiratie haal ik uit het leven, ik kan intens genieten van mijn omgeving. We hebben hier twee eekhoorntjes rondlopen. Die lopen altijd dezelfde route, soms komen ze in onze tuin. Het zijn echt gewoontediertjes, ik kan uren naar ze kijken. Dat soort dingen vind ik prachtig.” Barbara: “Ik vind ons land en de wereld er niet leuker op geworden, en dan bedoel ik de manier waarop we met elkaar omgaan. Ik kan heel positief zijn, maar ook enorm negatief, na die hele #metoo-affaire bijvoorbeeld of bij racisme.” Bibian: “Omdat je in de spotlights staat, voel je je onbewust misschien ook een voorbeeld.” Barbara: “Ja, en ik vind dat mensen die in schijnwerpers staan, ook het goede voorbeeld moeten geven. Ik denk dat ik een aantal taken heb in het leven. Ik kan helemaal zijn wie ik ben en wil anderen helpen te zijn wie ze zijn. Jonge meisjes of jongens die twijfelen over hun seksuele geaardheid. Je kunt pas floreren als je jezelf bent.” Bibian: “Ik heb dat met mijn stichting. Ik wil mensen met een lichamelijke beperking inspireren, laten zien dat je ook dan kunt sporten. En dat dat het leven leuker maakt.” Barbara: “Volgens mij zijn we ook allebei opgevoed om wat van het leven te maken.” Bibian: “Klopt. Mijn moeder is heel zelfstandig opgevoed, dat hee ze mij ook bijgebracht. Ik ben altijd gestimuleerd om zelf mijn boontjes te doppen.” Barbara: “En soms iets te erg gepusht misschien? Dat had ik bij mijn vader. ‘Niet zeuren, maar doorgaan,’ riep hij altijd.” Bibian: "Dat herken ik. Mijn vader is overleden, maar was heel ambitieus. Hij wilde het beste voor me, ik moest ook altijd de beste zijn. Ik weet nog dat ik zakte voor mijn eindexamen vwo. M’n vader heeft twee weken niet met me gesproken, was helemaal van de leg. M’n moeder vraagt geregeld: ‘Van wie heb je toch dat fanatisme?’ Zelf is ze een fanatiek zeilster. Als m’n moeder een wedstrijdje zeilt en ze heeft voorrang, beukt ze die boot er gewoon tussen. Inmiddels is ze 75. Dat fanatisme komt dus echt van beide ouders.” Barbara: “Ik vind het vooral belangrijk dat mijn kinderen hun eigen pad volgen, daar wil ik ze volledig in steunen. Wat geef jij mee aan Julian?” Bibian: “Heel veel liefde. Ik denk dat dat het enige is wat een kind écht nodig heeft. Julian heeft inmiddels vier verschillende oma’s, twee oudere zussen en een jonger broertje en is hier af en toe enig kind. Hij heeft veel zelfvertrouwen en staat met beide benen in het leven. Met veel liefde groei je zelf uit tot degene die je wil zijn.” Barbara knikt: “Daar draait het om. Voel jij je als moeder weleens schuldig als je veel weg bent vanwege het snowboarden?” Bibian: “Soms wel, ook omdat Julian dat uitspreekt. Als je hem vraagt: ‘Wat vind je het minst leuk aan mama?’ Dan antwoordt hij: ‘Dat ze zoveel weg is.’ Edwin gaat altijd met me mee, en Julian gaat dan naar zijn vader. Daar heeft hij ook een thuis, hij hoeft niet te logeren. Maar als hij bij ons is, komt hij iedere ochtend als de wekker gaat eerst bij ons liggen om even te knuffelen. Dat mist hij als we weg zijn.” Barbara: “De vraag of je werk en privé goed kunt combineren wordt nooit gesteld aan een man. Dat vind ik stom. Je doet je vak en als je voor een paar dagen of langere tijd weg moet, is er thuis iemand die het opvangt. Ik ben nu een paar keer wat langer van huis geweest en weet je? Eigenlijk vind ik het heerlijk. Ik kan me helemaal focussen, want er zit nog een moeder thuis. Ik hoef niet bang te zijn dat het in de soep loopt. Natuur­lijk missen Seb en Livia me wel, maar het gaat thuis gewoon door.” Bibian: “Maar langer dan twee weken van huis zijn, vind ik vervelend. Dan ga ik Julian te veel missen.” Ondanks haar telkens terugkerende ziekte bleef Bibian de snowboardtitels aaneen­ rijgen. Ze startte zelfs een lobby om het snowboarden op de Paralympische Spelen te krijgen, iets wat haar lukte in Sochi in 2014. Bibian won goud. In maart hoopt ze die titel in Pyeongchang te verdedigen. Bibian: “Meedoen is ineens haalbaar. En als ik daar sta, ben ik atleet genoeg om te zeggen dat ik wil winnen, maar dat wordt lastig. Lisa Bunschoten is mijn grote concurrente, ze is 21 en topfit, staat dagelijks op haar board. Het grappige is dat ik haar heb opgeleid. Dat maakt het ook goed. Als er iemand van me moet winnen, dan het liefst Lisa.” Barbara: “Jouw voordeel is: you’ve been there, and done that. Dat kun je niet trainen.” Bibian: “Dat klopt, die wedstrijdmodus weet ik zo weer te vinden. Ik hoop dat dat genoeg is. Wat er ook gebeurt, na deze Spelen neem ik sowieso afscheid van het wedstrijdsnowboarden. Ik blijf betrokken bij de sport hoor, zit al in de sporttechnische commissie van het Internationaal Paralym­pisch Comité, maar na mijn carrière staat de Foundation bovenaan mijn lijst. En het heli­boarden met Julian natuurlijk.” Barbara: ‘Klopt het dat ik ook een andere Bibian zie dan vroeger? Alsof iets in jou zich nu realiseert: ik ben stervende en er is een moment dat ik niet meer kan sporten’ Barbara: “Hoe kijk jij naar de toekomst?” Bibian: “Ik kijk niet verder vooruit dan een jaar. Ik hoop dat ik dat red, daarna zien we wel weer. Ed en ik leven volgens ons motto: carpe diem, pluk de dag. Dat hebben we samen laten tatoeëren. Ik ben niet bang om dood te gaan, maar wel voor het gevolg dat het heeft voor de kinderen. Dat wil ik zo lang mogelijk voorkomen. Mijn grootste droom is nog steeds dat omaatje worden met mijn klein­ kinderen op schoot.” Barbara: “Uiteindelijk is het menselijke het belangrijkst. Een bedrijf is leuk, maar mijn belangrijkste missie in het leven is ook twee gelukkige kinderen op het rechte pad houden.” Bibian: “En gezondheid. Wij hebben ondervonden dat er heel weinig contact is tussen verschil­lende ziekenhuizen en er eigen­lijk een concurrentiestrijd is, terwijl het gaat om de beste zorg. Het LUMC beweert dat ik een half jaar had kunnen ‘winnen’ als ik eerder aan mijn nek was geopereerd. Zij gaan in gesprek met het VUmc om te kijken wat er fout ging en wat in de toekomst beter kan. Dat vind ik een mooi begin.” Barbara: “Veel mensen zullen datzelfde voelen, maar kunnen er niks aan doen. Jij op deze manier wel. Dus je hebt er weer een missie bij, Bieb! Bibian lachend: “Dat is letterlijk wat Ed en ik tegen elkaar zeiden. Daar gaan wij ons nu dus voor inzetten.” Helden Magazine Krijg jij geen genoeg van alle inspirerende sportverhalen? Kies het abonnement dat bij jou past én wordt abonnee. Zo ontvang je telkens de nieuwste edities op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Wil je een Helden Magazine cadeau doen? Het is ook mogelijk om een abonnement cadeau te doen, deze abonnementen lopen automatisch af. Daarnaast zijn de recentste exemplaren ook gemakkelijk te bestellen via onze webshop.
Barbara Barend volgt Bibian Mentel (45) al jaren op de voet. Tot negen keer toe gooide kanker roet in het leven van de paralympisch snowboardkampioene, die in de tussentijd uitgroeide tot een nationale heldin dankzij haar doorzettingsvermogen. Een gesprek over lief, leed en de soms keiharde realiteit. “De eerste keer dat ik jou ontmoette, was op de eerste open dag van de Johan Cruyff Foundation, veertien jaar geleden,” zegt Barbara Barend in Loosdrecht, thuis bij Bibian Mentel en haar man Edwin Spee. “Ik weet nog dat ik een knappe vrouw aan zag komen lopen in een minirok en dat ze een onderbeen miste. Ik liep naar je toe en zei: hoi, ik ben Barbara, wat stoer dat je een minirok aan hebt.” Bibian lachend: “Er zijn niet zoveel mensen die dat doen. Veel mensen kijken me aan, maar niemand durft er wat over te zeggen. Ik dacht meteen: wat een leuk mens.” Barbara: “Ik hou van mensen die ergens volledig voor gaan. En ik hou van sterke vrouwen. Het klikte ook gewoon tussen ons.” Bibian knikt: “En je bleef sindsdien ook betrokken, houdt bij wat ik doe op snowboardgebied en hoe het met m’n gezondheid gaat.” Barbara slikt een traan weg: “En dat vind ik ook zo erg, iedere keer weer dat vreselijke nieuws.” Bibian slaat een arm om haar heen: “Maar as we speak ben ik schoon.” Bibian is een paar dagen geleden ontslagen uit het ziekenhuis, na een tweede operatie aan haar nek. Een pleister is daar het enige zichtbare bewijs van. Bibian strijdt al achttien jaar tegen een agressieve vorm van botkanker. In 1999 verloor ze een groot deel van haar rechterbeen, om uitzaaiingen te voorkomen. Sindsdien werden er meerdere uitzaaiingen in haar longen geconstateerd, die iedere keer operatief verwijderd konden worden. Tot mei 2016. Uit een controlescan bleek toen dat Bibian een tumor had op een niet te opereren plek vlakbij de longen, de artsen vertelden haar dat ze uitbehandeld was. Na nachtenlang speurwerk vond haar man Edwin de MRIdian, een nieuw bestralingsapparaat dat in staat is om tot op de millimeter nauwkeurig te bestralen, nota bene bijna om de hoek, in het VUmc in Amsterdam. Weer bestreed Bibian de kanker. Afgelopen zomer was het voor de negende keer foute boel. Een tumor in haar nek was dit keer de boosdoener, bovendien waren er plekjes gevonden in haar slokdarm en rib. Tot overmaat van ramp liep Bibian een hardnekkige ziekenhuisbacterie op. “Het hele kaartenhuis stortte letterlijk in,” zegt Bibian. “Op een maandagochtend ging ik met veel koorts naar de eerste hulp. Tweeënhalve week later kwam ik er pas weer uit, tien kilo lichter, totaal verzwakt, met een nek die op instorten stond. Het bizarre is: een week voor we dat hoorden, heb ik nog leren kitesurfen op Necker Island op uitnodiging van Richard Branson. Ik had zo mijn nek kunnen breken.” Barbara: “Ik kwam Edwin tegen op straat toen je net in het ziekenhuis lag. Hij vertelde me het slechte nieuws. Ik had vlak daarvoor gehoord dat Ajax-voetballer Abdhelhak Nouri blijvende hersenschade had overgehouden en nooit meer zou kunnen lopen, praten, eten en voetballen. Ik was dubbel van slag.” Edwin luistert mee en knikt: “Slecht nieuws went nooit. Zelfs bij ons niet.” De tumor in haar nek werd bij toeval ontdekt. Bibian: “Ik had al een paar maanden enorm last van mijn nek en schouders. M’n fysio zei: ‘Je bent al zo vaak aan je longen geopereerd, die spieren rondom je longen zijn gewoon stijf.’ Hij bleef ze los masseren. En ik bracht heel wat bezoekjes aan de Thaise massage. Zij was de eerste die riep: ‘Er klopt iets niet.’” Op advies van haar fysiotherapeut liet Bibian een MRI van haar nek maken. Aanvankelijk dacht ze aan een nekhernia, maar de foto’s bewezen dat een tumor haar nekwervel al voor veertig procent had aangevreten. Bibian: “Ik had al die tijd wel driemaandelijkse controle­ scans van mijn longen, maar daar was niks op te zien. Mijn nekwervel was net twee centimeter buiten beeld. En in diezelfde week hoorde ik dat er ook plekken in mijn slokdarm en rib waren gevonden.” Barbara: “En voor de negende keer stortte je wereld in...” Bibian: “Het was by far de meest heftige. In 2016 dacht ik voor het eerst: de kanker is geen hardnekkige blessure meer, het kan weleens fataal zijn. Ik kreeg letterlijk te horen: ‘We kunnen niks meer voor je doen.’ Een moker­ slag. Ik zie mijn zoon Julian nog zitten: ‘Mama, als ze niks meer kunnen, wat dan? Ga je dan dood?’ Ik ontkende dat, maar dat was wel waar het op neerkwam. Toen vond Ed die MRIdian. Een week na de laatste bestraling trainde ik weer in de sneeuw, alsof er niks gebeurd was. Maar de laatste keer was er ook kanker buiten mijn longen gevonden. Op drie nieuwe plekken in m’n lichaam. Dan denk je: waar stopt het? Is dit nu echt het einde?” Bibian onderging 52 bestralingen aan haar nek, slokdarm en rib. Bibian: “Na de bestralingen zei Ed: ‘Kom, we gaan weer trainen.’ Maar in m’n achterhoofd zei een stemmetje: die nek is nog niet goed.” In december waren Bibian en Edwin een weekend in Marrakesh, toen haar arts uit het Leidse LUMC belde. De twee ziekenhuizen hadden contact met elkaar opgenomen over haar situatie. Bibian: “’We willen je zo snel mogelijk opereren,’ zei hij. In het VUmc konden ze dat niet, was ons eerder verteld, de kans dat m’n rechterarm uit zou vallen was te groot. In Leiden bleken ze het wel te kunnen. Op nieuwe MRI’s zagen de artsen dat de tumor aan het groeien was, ondanks de bestralingen. Het was niet de vraag óf ik een dwarslaesie zou oplopen, de vraag was wanneer dat zou gebeuren. Die tumor was zo op m’n ruggenmerg aan het drukken, dat ze het verbazingwekkend vonden dat ik nog liep.” In twee nekoperaties, waarvan de een negenenhalf uur duurde en de ander vierenhalf werd de tumor verwijderd en haar C6 nekwervel bijna helemaal vervangen door een titanium stellage. Barbara: “En hoe voel je je nu?” Bibian: “Lichamelijk moet ik nog de oude worden. Zowel fysiek als mentaal waren de laatste zes maande de pittigste van de afgelopen achttien jaar. Voorheen had ik nog nooit echt klachten gehad van de kanker, afgelopen tijd werd ik letterlijk belemmerd. Mijn rechterarm deed enorm pijn omdat er een zenuw bekneld zat. Op een gegeven moment kon ik mijn arm nauwelijks nog optillen en was Ed mijn haar aan het wassen onder de douche. Toen ik daar op die kruk zat, besefte ik: dit is het allerlaatste wat ik wil. Een spookbeeld. En die nek was killing. Na twee uur staan moest ik weer liggen. Ik zei gisteren nog tegen Ed: de laatste dag ik me echt goed voelde, was 7 juli.” Edwin: “Julian en ik pesten haar weleens. Ze heeft nog nooit zoveel gehuild als in de afgelopen vier maanden. Zelfs om een reclame of een YouTube-filmpje rollen de tranen over haar wangen. Laten wij haar expres een zielig filmpje zien.” Bibian knikt: “Ik ben nu een stuk emotioneler. Zelfs als het over iets onbenulligs gaat, over iemand die meedoet aan The Voice of Holland bijvoorbeeld.” Barbara: “Zijn dat opgekropte emoties?” Bibian: “Misschien wel. Voor het eerst besefte ik: ik moet misschien afscheid nemen van mijn sport. Dat had ik gepland na de Paralympische Spelen in Pyeongchang. Ed was zo positief en bleef zeggen: ‘Bieb, we gaan gewoon naar de Spelen.’ Terwijl de neurochirurg zei: ‘Dat moet je toch niet willen? Eén val en je bent verlamd, dan kun je als je geluk hebt je arm nog een beetje bewegen.’ Waarop een andere arts zei: ‘Het probleem is juíst dat je dan nog blijft ademen.’ Dat was de afweging. Ik was dus al afscheid aan het nemen van mijn sport en het leven als topsporter. Dat vond ik heel pijnlijk en verdrietig.” Barbara: “Klopt het dat ik ook een andere Bibian zie dan vroeger? Alsof iets in jou zich nu realiseert: ik ben stervende en er is een moment dat ik niet meer kan sporten.” Bibian slikt: “De altijd maar positieve Bibian heeft wel een knauw gekregen, ja. Vooral Ed vindt dat. Ik ben realistischer geworden. Bij vlagen realiseer ik me goed dat het ergens ophoudt en dat ik doodga. En dat dat moment misschien wel dichterbij is gekomen. Ik zag ook enorm op tegen deze operatie, maar die bleek een verlichting. De tumor is uit mijn lijf, mijn arm is bijna hersteld en de artsen zeiden dat m’n nek zo sterk is, dat ik bij wijze van spreken na de operatie meteen de sneeuw in kon. Wacht even, dacht ik, de Spelen zijn dus helemaal niet ver weg, die ga ik halen. Tijdens de teampresentatie van de Nederlandse olympische en paralympische sporters zei ik tegen oud-rolstoeltennisster Esther Vergeer weer gekscherend: ik ben gewoon even in de revisie, ze moesten wat onderdelen vervangen.” Bibian: ‘Het was niet de vraag óf ik een dwarslaesie zou oplopen, de vraag was wanneer. Die tumor was zo op m’n ruggenmerg aan het drukken’ Edwin maakt ondertussen wat eten voor Bibian. Haar steun, toeverlaat en coach zorgt ervoor dat ze aansterkt en op tijd haar medicijnen inneemt. Ze dragen zorg voor drie kinderen, voortgekomen uit eerdere relaties. Julian dus, en Edwin heeft twee tienerdochters. Barbara: “Als ik eerlijk ben, kan die hele sport me gestolen worden. Ik vind het heel leuk dat je zo goed kan snowboarden, maar ik gun je veel meer dat je gelukkig bent met de mensen om je heen. Je hebt zoveel om voor te leven.” Bibian: “Julian is nu veertien, ik wil hem het liefst oud zien worden en met mijn kleinkinderen op schoot op de bank zitten. Ik ben nog niet klaar met het leven. Maar voor het eerst zag Julian dat ik ziek was.” Barbara: “Hoe gaat hij om met een zieke moeder?” Bibian: “Een maand geleden merkten we dat hij niet meer zingend naar school ging, hij zat niet lekker in z’n vel. We vroegen een gesprek aan met zijn mentor om onze situatie eens goed te bespreken. Julian gaf voor het eerst aan dat hij moeite had om zich te concentreren en zich zorgen maakte om mama. Tegen zijn stiefmoeder had hij gezegd: ‘Ik wil gewoon dat mama het weer doet.’ Dat vond ik zo hartverscheurend. Julian wilde gewoon weer leuke dingen met me kunnen doen. Samen met Ed verzorgt hij mij nu, dat is niet de taak van een kind.” Barbara: “Soms moet je je overgeven aan het feit dat je je moet laten verzorgen door je man en kind. Hoe klote dat ook is, je wil niet dat je kind dat voelt, maar...” Bibian vult aan: “Dat brengt ook iets moois. Deze operaties hebben we ook op die manier bij hem gebracht. Dan kan ik het weer doen daarna, zei ik. Julian heeft een grote droom: hij wil heliboarden in Canada. Na de Spelen gaat dat gebeuren.” Edwin: “Bij Julian proberen we haar ziekte zoveel mogelijk weg te houden. Dat hij niet altijd maar hoort: ‘Hoe is het met je moeder?’” Bibian: “En we hebben geregeld Julian-dag. Dan mag hij bepalen wat we gaan doen. Naar de film bijvoorbeeld, en hij mag dan uitkiezen waar we gaan eten.” Edwin: “Het gaat er vooral om dat we dan niet over Bibian praten, niet over kanker en snowboarden, maar over wat hij leuk vindt.” Barbara: “En is er ook een Edwin-dag?” Edwin lachend: “Ja, één keer per jaar.” Barbara en Bibian lachend: “Meer dan genoeg!” Bibian: “Ed hee me het afgelopen half jaar volledig verzorgd. Zonder hem ben ik nergens.” Edwin: “Ik ben de huisvrouw. Ik doe boodschappen en de was. Laatst moest ik maandverband kopen. ‘Welke moet ik hebben?’ appte ik Bieb toen ik voor dat schap in de winkel stond. Stuurde ze: ‘Die paarse.’ Ja, al die pakjes zijn paars!” Bibian lachend: “En hij is ook nog eens kleurenblind.” Ze vervolgt serieus: “Maar weet je wat het lastigste is? Iedereen vraagt hoe het met mij is, maar niemand vraagt naar hem.” Edwin: “Ik vind dat geen probleem hoor, alleen bij m’n moeder vind ik het soms moeilijk. Die belt me dagelijks om alleen te vragen: ‘Hoe is het met Bibian?’” Bibian: “Van nature ben ik een verlegen meisje. Vroeger schuilde ik achter de rok van m’n moeder. Ik wil helemaal niet in de spotlights staan. Dat begon met leuk kunnen snowboarden, nu is het om mijn ziektebeeld. Daar vraag ik niet om, maar het gebeurt wel. Ik ben de eerste die tegen zijn vrienden of moeder zegt: vraag ook even naar Edwin. Ze vergeet zo bijna haar eigen zoon.” Zowel Barbara als Bibian hebben een druk bestaan. Bibian startte tussen haar snowboardcarrière en ziekte door de Mentelity Foundation, waarmee ze jonge mensen met een lichamelijke beperking aan het sporten wil krijgen. Onlangs bracht ze haar tweede boek Kut Kanker uit. En dan is er nog het moederschap. Barbara: “Jouw doorzettingsvermogen en instelling vind ik zo knap. Jij blij mensen inspireren.” Bibian glimlacht: “Mijn inspiratie haal ik uit het leven, ik kan intens genieten van mijn omgeving. We hebben hier twee eekhoorntjes rondlopen. Die lopen altijd dezelfde route, soms komen ze in onze tuin. Het zijn echt gewoontediertjes, ik kan uren naar ze kijken. Dat soort dingen vind ik prachtig.” Barbara: “Ik vind ons land en de wereld er niet leuker op geworden, en dan bedoel ik de manier waarop we met elkaar omgaan. Ik kan heel positief zijn, maar ook enorm negatief, na die hele #metoo-affaire bijvoorbeeld of bij racisme.” Bibian: “Omdat je in de spotlights staat, voel je je onbewust misschien ook een voorbeeld.” Barbara: “Ja, en ik vind dat mensen die in schijnwerpers staan, ook het goede voorbeeld moeten geven. Ik denk dat ik een aantal taken heb in het leven. Ik kan helemaal zijn wie ik ben en wil anderen helpen te zijn wie ze zijn. Jonge meisjes of jongens die twijfelen over hun seksuele geaardheid. Je kunt pas floreren als je jezelf bent.” Bibian: “Ik heb dat met mijn stichting. Ik wil mensen met een lichamelijke beperking inspireren, laten zien dat je ook dan kunt sporten. En dat dat het leven leuker maakt.” Barbara: “Volgens mij zijn we ook allebei opgevoed om wat van het leven te maken.” Bibian: “Klopt. Mijn moeder is heel zelfstandig opgevoed, dat hee ze mij ook bijgebracht. Ik ben altijd gestimuleerd om zelf mijn boontjes te doppen.” Barbara: “En soms iets te erg gepusht misschien? Dat had ik bij mijn vader. ‘Niet zeuren, maar doorgaan,’ riep hij altijd.” Bibian: "Dat herken ik. Mijn vader is overleden, maar was heel ambitieus. Hij wilde het beste voor me, ik moest ook altijd de beste zijn. Ik weet nog dat ik zakte voor mijn eindexamen vwo. M’n vader heeft twee weken niet met me gesproken, was helemaal van de leg. M’n moeder vraagt geregeld: ‘Van wie heb je toch dat fanatisme?’ Zelf is ze een fanatiek zeilster. Als m’n moeder een wedstrijdje zeilt en ze heeft voorrang, beukt ze die boot er gewoon tussen. Inmiddels is ze 75. Dat fanatisme komt dus echt van beide ouders.” Barbara: “Ik vind het vooral belangrijk dat mijn kinderen hun eigen pad volgen, daar wil ik ze volledig in steunen. Wat geef jij mee aan Julian?” Bibian: “Heel veel liefde. Ik denk dat dat het enige is wat een kind écht nodig heeft. Julian heeft inmiddels vier verschillende oma’s, twee oudere zussen en een jonger broertje en is hier af en toe enig kind. Hij heeft veel zelfvertrouwen en staat met beide benen in het leven. Met veel liefde groei je zelf uit tot degene die je wil zijn.” Barbara knikt: “Daar draait het om. Voel jij je als moeder weleens schuldig als je veel weg bent vanwege het snowboarden?” Bibian: “Soms wel, ook omdat Julian dat uitspreekt. Als je hem vraagt: ‘Wat vind je het minst leuk aan mama?’ Dan antwoordt hij: ‘Dat ze zoveel weg is.’ Edwin gaat altijd met me mee, en Julian gaat dan naar zijn vader. Daar heeft hij ook een thuis, hij hoeft niet te logeren. Maar als hij bij ons is, komt hij iedere ochtend als de wekker gaat eerst bij ons liggen om even te knuffelen. Dat mist hij als we weg zijn.” Barbara: “De vraag of je werk en privé goed kunt combineren wordt nooit gesteld aan een man. Dat vind ik stom. Je doet je vak en als je voor een paar dagen of langere tijd weg moet, is er thuis iemand die het opvangt. Ik ben nu een paar keer wat langer van huis geweest en weet je? Eigenlijk vind ik het heerlijk. Ik kan me helemaal focussen, want er zit nog een moeder thuis. Ik hoef niet bang te zijn dat het in de soep loopt. Natuur­lijk missen Seb en Livia me wel, maar het gaat thuis gewoon door.” Bibian: “Maar langer dan twee weken van huis zijn, vind ik vervelend. Dan ga ik Julian te veel missen.” Ondanks haar telkens terugkerende ziekte bleef Bibian de snowboardtitels aaneen­ rijgen. Ze startte zelfs een lobby om het snowboarden op de Paralympische Spelen te krijgen, iets wat haar lukte in Sochi in 2014. Bibian won goud. In maart hoopt ze die titel in Pyeongchang te verdedigen. Bibian: “Meedoen is ineens haalbaar. En als ik daar sta, ben ik atleet genoeg om te zeggen dat ik wil winnen, maar dat wordt lastig. Lisa Bunschoten is mijn grote concurrente, ze is 21 en topfit, staat dagelijks op haar board. Het grappige is dat ik haar heb opgeleid. Dat maakt het ook goed. Als er iemand van me moet winnen, dan het liefst Lisa.” Barbara: “Jouw voordeel is: you’ve been there, and done that. Dat kun je niet trainen.” Bibian: “Dat klopt, die wedstrijdmodus weet ik zo weer te vinden. Ik hoop dat dat genoeg is. Wat er ook gebeurt, na deze Spelen neem ik sowieso afscheid van het wedstrijdsnowboarden. Ik blijf betrokken bij de sport hoor, zit al in de sporttechnische commissie van het Internationaal Paralym­pisch Comité, maar na mijn carrière staat de Foundation bovenaan mijn lijst. En het heli­boarden met Julian natuurlijk.” Barbara: ‘Klopt het dat ik ook een andere Bibian zie dan vroeger? Alsof iets in jou zich nu realiseert: ik ben stervende en er is een moment dat ik niet meer kan sporten’ Barbara: “Hoe kijk jij naar de toekomst?” Bibian: “Ik kijk niet verder vooruit dan een jaar. Ik hoop dat ik dat red, daarna zien we wel weer. Ed en ik leven volgens ons motto: carpe diem, pluk de dag. Dat hebben we samen laten tatoeëren. Ik ben niet bang om dood te gaan, maar wel voor het gevolg dat het heeft voor de kinderen. Dat wil ik zo lang mogelijk voorkomen. Mijn grootste droom is nog steeds dat omaatje worden met mijn klein­ kinderen op schoot.” Barbara: “Uiteindelijk is het menselijke het belangrijkst. Een bedrijf is leuk, maar mijn belangrijkste missie in het leven is ook twee gelukkige kinderen op het rechte pad houden.” Bibian: “En gezondheid. Wij hebben ondervonden dat er heel weinig contact is tussen verschil­lende ziekenhuizen en er eigen­lijk een concurrentiestrijd is, terwijl het gaat om de beste zorg. Het LUMC beweert dat ik een half jaar had kunnen ‘winnen’ als ik eerder aan mijn nek was geopereerd. Zij gaan in gesprek met het VUmc om te kijken wat er fout ging en wat in de toekomst beter kan. Dat vind ik een mooi begin.” Barbara: “Veel mensen zullen datzelfde voelen, maar kunnen er niks aan doen. Jij op deze manier wel. Dus je hebt er weer een missie bij, Bieb! Bibian lachend: “Dat is letterlijk wat Ed en ik tegen elkaar zeiden. Daar gaan wij ons nu dus voor inzetten.” Helden Magazine Krijg jij geen genoeg van alle inspirerende sportverhalen? Kies het abonnement dat bij jou past én wordt abonnee. Zo ontvang je telkens de nieuwste edities op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Wil je een Helden Magazine cadeau doen? Het is ook mogelijk om een abonnement cadeau te doen, deze abonnementen lopen automatisch af. Daarnaast zijn de recentste exemplaren ook gemakkelijk te bestellen via onze webshop.

Snowboarden

Maarten Meiners: ‘Pijn lijden met een vakantiegevoel’

Maarten Meiners (25) heeft een droom. Hij wil als eerste Nederlandse alpineskiër sinds 1952 uitkomen op de Winterspelen. Daarvoor heeft hij zijn geboorteland ingeruild voor Oostenrijk. Een gesprek over een brandende ambitie, de liefde voor sneeuw en Oostenrijk. Zijn afkomst laat zich makkelijk raden. Maarten Meiners suist de pistes af met een gele kaashelm, een idee van zijn hoofdsponsor ERU Prestige. Als ‘kaaskop’ is hij immers sowieso al een opvallende verschijning in het skiwereldje. De vraag die hij heel vaak voorgeschoteld krijgt, is: wat doet een skiër uit het platte Nederland tussen de mannen uit gevestigde alpineskinaties, jongens die zijn opgegroeid in de bergen en afkomstig zijn uit landen waar niet meteen code rood wordt afgekondigd als het sneeuwt. Maarten heeft zich nooit laten ontmoedigen door zijn afkomst. “Ik zie mezelf niet als een buitenbeentje, ben gewoon een van de jongens en zo word ik ook behandeld. Als kind had ik een grote achterstand op leeftijdsgenoten uit traditionele wintersportlanden. In Oostenrijk worden zes van de tien kinderen lid van een skiclub, voor hen is het normaal dat ze van kinds af aan de bergen in gaan. Ik kreeg mijn skiopvoeding op plastic, op de borstelbaan in Huizen. In Oostenrijk hebben ze natuurlijk een geweldige structuur. Er is een heel goede opleiding, ze weten precies wat er moet gebeuren om van een talent een topskiër te maken. Van de tien kinderen die zich aansluiten bij een skiteam in Oostenrijk halen er twee de regionale selecties en één weet het uiteindelijk te schoppen tot het Oostenrijks team. Zo’n systeem en zoveel aanwas hebben wij niet. Wij moeten af en toe het wiel zelf zien uit te vinden. En we kijken af wat ze in andere landen doen.” Een van de skiërs van wie hij de kunst afkijkt, is superster Marcel Hirscher. De specialist op slalom en reuzenslalom is zoon van een Nederlandse moeder en Oostenrijkse vader en komt voor Oostenrijk uit. Hirscher won vier wereldtitels en pakte de afgelopen zes jaar de algemene wereldbeker. “We hebben geregeld contact, hij spreekt best goed Nederlands. Of hij me op sleeptouw kan nemen? Nou, ik werk met m’n eigen team en hij met dat van hem. Ik kijk veel naar Marcel tijdens videoanalyses, daar leer ik heel veel van. Marcel is een van de beste skiërs ooit, misschien wel de beste van allemaal. Hij inspireert me enorm. Wat hem zo goed maakt is dat hij zoveel gevoel heeft op de ski’s, hij is technisch gewoon de beste. Hij lijkt geen last van oneffenheden op de piste te hebben, zijn romp is supersterk en hij kan net wat meer snelheid maken in de bochten dan de rest.” Bij het Oostenrijkse team is the sky the limit. “Voor mij is niet automatisch alles goed geregeld. Ik denk juist dat het mij een mentaal voordeel geeft. De intrinsieke motivatie om het beste uit mezelf te halen, is bij mij heel groot. Niets is zo mooi om de zon op te zien komen, terwijl ik in de bergen ben. Ik vind het zo gaaf om dit leven te leiden, denk nog altijd: wat ben ik toch bevoorrecht. Voor jongens uit Oostenrijk en Zwitserland is het de normaalste zaak van de wereld dat ze meteen in de bergen zijn. Zoals zij ook niet beter weten dan dat voor hen alles perfect is geregeld. Ik ben een doorzetter, mijn uitdaging is om mezelf te verbeteren. Daar ben ik al tien jaar dagelijks mee bezig. Ik moet me niet laten frustreren door het feit dat ik niet uit de bergen kom. Daar kan ik toch niets aan veranderen.” TOMBA Zijn geboortedatum verraadt dat zijn liefde voor de sneeuw was voorbestemd. Maarten werd geboren op 8 februari 1992, de datum van de openingsceremonie van de Winterspelen in Albertville. Het waren de Spelen waar Alberto Tomba de show stal en goud won op de reuzenslalom. Twaalf jaar later trof de jonge Maarten de flamboyante Italiaanse skiheld. “Ik deed mee aan internationale jeugdwedstrijden en Alberto kwam kijken en handtekeningen uitdelen. Ik heb nog ergens een poster met handtekening van hem. Ik heb hem nooit echt in actie gezien, moet het doen met Youtube-filmpjes, maar Tomba is voor mij een grote inspiratiebron. Ik kom net als Tomba uit op de reuzenslalom en hij kwam, net als ik nu, uit op skimerk Rossignol.” Maarten wordt ook geregeld naar zijn handtekening gevraagd, hij is immers het uithangbord van skiënd Nederland. “Leuk om te merken dat ik als rolmodel word gezien en kinderen weet te inspireren. Ze vragen me soms ook om tips. Toen ik jong was vond ik het ook geweldig om naar de grote jongens te kijken als ik klaar was met mijn wedstrijden. Nu ben ik een van die grote jongens.” Het sneeuwvirus greep Maarten toen hij vijf was. Zijn ouders wilden met het gezin gaan wintersporten en het leek hen handig om Maarten alvast op skiles te doen voor vertrek. Ook na die vakantie bleef hij de gang naar de borstelbaan in Huizen maken. Een overstap naar een wedstrijdteam van skiclub Wolfskamer volgde. “In mijn jeugd kwamen ook de indoorskihallen op, ik was elke week een paar keer in Snow World te vinden. Op mijn tiende ging ik al vijf of zes weken per jaar op trainingskamp in Oostenrijk. En dat werden met de jaren steeds meer weken. Mijn vriendjes waren wel een beetje jaloers, zeiden: ‘Ga je nou alweer naar Oostenrijk?’ Het was ook apart, ik mocht extra vrij van school om te gaan skiën. Dat werd natuurlijk geassocieerd met vakantie. Voordat ik weer afreisde ging ik altijd keurig naar de meester om te vragen welke sommen en opdrachten ik moest maken voor de periode dat ik in Oostenrijk zat." Ja, ik ben zo'n gek die ooit ski's uit de kast heeft getrokken in plaats van een voetbal BIERTJE Maarten besloot in 2014 geboorteplaats Naarden te verruilen voor Innsbruck, waardoor hij vaak binnen een uur op de piste kan staan. “Uiteindelijk moest ik toch elke dag in de bergen kunnen zijn. De indoorhallen, borstelbanen en rollerbanen, waarbij je jezelf in de spiegel kunt zien, zijn heel goed voor de techniek. Maar de handigheid op ski’s krijg je uiteindelijk toch in de bergen, waar je tussen de bomen door kunt skiën en je meer snelheid kunt ontwikkelen.” Als hij in Oostenrijk vertelt dat hij topskiër is, dan gaan deuren als vanzelf open, merkt hij. “Ze vinden het zo gaaf. Oostenrijkers vragen meteen op welke disciplines ik uitkom, met welk merk ik ski en ze willen weten hoe ik m’n skischoenen heb afgesteld. Of ik krijg meteen een gratis abonnement aangeboden van de lokale sportschool om te fitnessen.” Hoe anders is dat in Nederland als Maarten vertelt dat hij alpineskiër is. “Dan krijg ik opmerkingen als: ‘Ga je dan van zo’n hoge schans af?’ Ik moet vaak hele verhalen afsteken voordat mensen enigszins begrijpen wat ik doe. Bij ons zit schaatsen veel meer in het dna als het om wintersporten gaat. En voetbal of hockey natuurlijk. Ja, ik ben zo’n gek die ooit ski’s uit de kast heeft getrokken in plaats van een voetbal.” Maarten is niet alleen in de winter met z’n sport bezig. Zoals schaatsers ook in de zomer al druk bezig zijn voor het winterseizoen, zijn skiërs dat ook. “Het is niet zoals in de commercial van Heineken, die van ‘Biertje!’, dat ik als het begint te sneeuwen m’n skikleding aantrek en m’n ski’s tevoorschijn haal. In de zomer doe ik heel veel fysieke training, zo’n 25 uur per week. Veel conditiewerk, krachttraining en core stability-oefeningen. Ik heb ook eens ringen ­trainingen met Yuri van Gelder gedaan, ook dat hielp me om mijn rompstabiliteit te trainen. Daarnaast doe ik in de zomer veel coördinatieen snelheidstrainingen, waardoor ik leer snel te reageren op situaties. Er komen veel krachten op m’n lichaam als ik naar beneden ski, maar die wisselen steeds door de oneffenheden op de piste. Daarom moet ik snel kunnen reageren en anticiperen. Je moet een allround atleet zijn. En je moet pijn kunnen lijden. Op een harde, ijzige piste ben je de hele tijd aan het corrigeren. We zitten in een diepe positie, tijdens de laatste meters van een reuzenslalom die anderhalve minuut duurt voel ik m’n bovenbenen branden. Als ik beneden kom, ben ik helemaal kapot.” Maar ook in de zomer skiet Maarten in de sneeuw. “Daarom is Innsbruck als m’n standplaats dus ideaal. In de zomer zit ik vooral op de gletsjers, vooral op die van Hintertux ben ik vaak te vinden. Om een uur of zes ’s ochtends kan ik daar terecht, omdat in de zomer tot een uur of tien de sneeuw oké is. Vanaf oktober zoeken we andere locaties op. Buiten Europa, maar we gaan dan ook naar lagergelegen gebieden in Oostenrijk. Het maakt voor ons niet uit hoe groot een gebied is. Bepalend is hoe de sneeuw en de piste zijn. Een piste wordt voor ons vaak voor een deel afgezet en geprepareerd met water. De piste wordt daar heel hard en ijzig van, recreanten kunnen daar niet vanaf. We gaan tijdens een training keer op keer dezelfde piste af.” Als hij niet hoeft te trainen, gaat hij ook gewoon nog voor de lol skiën. Maarten voelt zich nog elke dag als een kind in de snoepwinkel. “Er zijn iets van dertig skigebieden die binnen een uur rijden van Innsbruck liggen. Ik kan alle kanten op. Naar Kitzbühel, het Zillertal, Serfaus; stuk voor stuk schitterende gebieden.” VRIENDIN Hij leidt een mooi leven, zegt hij. Maarten gaat de hele wereld over, leeft uit de koffer. Twintig weken per jaar is hij in Innsbruck, twintig weken per jaar is hij onderweg en tien weken per jaar zit hij in Nederland. “Eenzaam ben ik niet. Ik leef mijn droom, wat wil ik nog meer? Ik trek op met de beste skiërs van de wereld, heb een eigen team om me heen en in Innsbruck ken ik ook genoeg leeftijdgenoten die het leuk vinden om met me de bergen in te trekken. In dat hectische leven is ook nog ruimte voor een vriendin, ja. We zien elkaar geregeld en niet alleen via Skype, we gaan soms ook samen skiën. Vaak moet ik dan even onderaan de piste wachten, maar dat geeft niet. Een relatie onderhouden is niet altijd eenvoudig doordat ik zo vaak van huis ben. Zoals het ook niet altijd makkelijk is om mijn familie drie maanden niet te zien.” De afgelopen drie jaar reisde Maarten met de Duitse skiërs de wereld over, maar aan die samenwerking is een eind gekomen. “Ik heb heel veel geleerd, was onderdeel van een groot team en dat had heel veel voordelen. Maar die structuur belemmerde me ook, ik moest telkens doen wat het hele team deed. We hebben voor een eigen team gekozen. Met twee coaches, een serviceman en nog twee andere Nederlandse skiërs slaan we onze eigen weg in. We hebben helaas niet meer de beschikking over een eigen fysiotherapeut, maar we kunnen wel gaan doen wat voor mij het beste is als skiër.” De Nederlandse Ski Vereniging en sportkoepel NOC*NSF bekostigen een groot deel van de kosten, maar niet alles. “Ik hoef niet aan te kloppen bij mijn ouders voor financiële steun en hoef niet achter de bar te staan tijdens de après-ski, hoor,” lacht Maarten, die zijn bachelor economie & bedrijfskunde aan de Universiteit van Amsterdam behaalde. “Gelukkig krijg ik ook hulp van sponsors als ERU Prestige en een paar andere geldschieters. En die studie is voor na m’n skicarrière, want dan kan ik nog niet met pensioen.” De komende jaren staat alles bij Maarten in het teken van het najagen van een hoger doel. “Mijn droom is om op de Spelen uit te komen. NOC*NSF stelt hoge eisen, ik moet kans maken op een olympische medaille. Ik ben ervan overtuigd dat het voor mij realistisch is om de Spelen te halen, maar misschien nog niet komend jaar.” De laatste keer dat er een Nederlandse alpineskiër meedeed aan de Spelen was in 1952. “Dat geeft wel aan hoe moeilijk het is om in deze tijd de Spelen te halen als Nederlander. Alleen Harald de Man is er nog dichtbij geweest in 1998.” Als Maarten in februari van de partij wil zijn in Pyeongchang, dan moet hij de komende tijd twee keer in de top zestien eindigen bij een wereldbekerwedstrijd. “In zo’n grote internationale sport als alpineskiën is dat een pittige opdracht. Maar goed, bij het WK in Sankt Moritz eindigde ik begin 2017 als 25ste in de eerste run van de reuzenslalom, terwijl ik als 49ste van start ging. Jammer genoeg viel ik uit in de tweede run. Maar het geeft aan dat ik bij de wereldtop kan eindigen als de omstandigheden zijn zoals bij het afgelopen WK. Het verschil tussen plaats dertig en zestien is niet heel groot. Een nadeel voor mij is wel dat ik vaak een hoger startnummer heb, dat ik dus na alle toppers in actie kom als de pistes vaak al wat minder zijn. Ik moet me stap voor stap naar voren zien te werken. De puzzelstukjes moeten goed in elkaar vallen, wil ik komend seizoen al op de Spelen staan. Anders heb ik over vier of acht jaar nog een kans.” Maarten heeft snowboardster Nicolien Sauerbreij als voorbeeld, zij werd in 2010 in Vancouver als eerste Nederlander olympisch kampioen in de sneeuw. “Het snowboarden is wereldwijd een stuk kleiner dan alpineskiën, maar toch. Ook Nicolien had door haar afkomst met een natuurlijke achterstand te maken op snowboarders uit landen waar het hele land niet stilligt als er een keer een paar centimeter sneeuw is gevallen. Waanzinnig knap. Uniek. Dankzij Nicolien blijf ik tegen mezelf zeggen: waarom zou ik de Spelen niet kunnen halen als Nederlander? Ik denk ook dat het mogelijk is dat een Nederlander ooit in een alpineski-discipline olympisch kampioen wordt. Waarom niet? Nicolien is het ook gelukt. Alain Baxter is bij de Spelen in Salt Lake City ook op het podium gekomen, al raakte hij de bronzen medaille uiteindelijk kwijt door het gebruik van een neusspray waar een verboden middel in zat. Hij komt uit Engeland, ook niet bepaald een vooraanstaand alpineskiland. Ook Alain leerde skiën op plastic.” Dankzij Sauerbreij blijf ik tegen mezelf zeggen: waarom zou ik de Spelen niet kunnen halen als Nederlander' DE TIPS VAN MAARTEN MEINERS We vragen Maarten Meiners als ervaringsdeskundige wat in zijn ogen de mooiste Oostenrijkse skigebieden zijn. 1. KITZBÜHEL “Kitzbühel is bekend van de Hahnenkamm- Rennen. Die jaarlijkse wedstrijden kun je zien als het Wimbledon van het skiën. Jammer dat er geen reuzenslalom wordt gehouden, alleen Super G, afdaling en slalom. Heel veel internationale sterren komen speciaal naar Kitzbühel om te kijken naar de wedstrijden. De sfeer is er geweldig, met 40.000 fans langs de kant. Als recreatief skiër is het ook leuk om thuis te kunnen vertellen dat je ooit de beruchte Hahnenkamm af bent gegaan. Sommige stukken van de piste zijn best steil. Het skigebied van Kitzbühel ligt niet heel hoog, maar toch kun je er elk jaar al vanaf half oktober terecht. Het gebied is redelijk sneeuwzeker. Dat komt ook door het enorme sneeuwdepot dat ze daar hebben, waardoor ze al heel vroeg in het seizoen een goede basis hebben voor een goede piste.” 2. SERFAUS-FISS-LADIS “Het is het meest kindvriendelijke gebied van Oostenrijk. Het gebied legt zich ook echt toe op de jeugd en heeft veel goede, professionele skischolen met Nederlandssprekende skileraren en uitgebreide ‘Kinderlanden’. In Serfaus, Fiss en Ladis worden mijn opvolgers klaargestoomd. Het is een mooi en groot gebied met uitstekende faciliteiten en ook buiten het skiën om valt er veel te beleven. Alle liften zijn prima op elkaar afgestemd en de skidepots onderaan de pistes in Serfaus, Fiss en Ladis zijn wel heel fijn. Een heel populair gebied bij Nederlandse gezinnen.” 3. ZILLERTAL “Dit is het gebied waar ik het vaakst te vinden ben. In de zomer en het najaar zit ik geregeld op de gletsjer in Hintertux, waar je het hele jaar – dus echt 365 dagen per jaar – door kunt skiën. Ook ga ik in de winter zo nu en dan in Mayrhofen en Kaltenbach skiën. Een fijn skigebied met heel mooie en fijne hutten waar je lekker koffie kunt drinken. Ik vind het heerlijk om na de training nog even boven op de berg te relaxen, het geeft me altijd een vakantiegevoel.” Helden Magazine 39 Het verhaal van Maarten Meiners komt voort uit Helden Magazine 39 waar Tom Dumoulin de cover siert. Dumoulin won de Giro en de wereldtitels tijdrijden met de ploeg en individueel. In het extra dikke nummer is er daarnaast volop aandacht voor onder meer de aankomende Winterspelen in Pyeongchang en een terugblik naar het sportjaar 2017. Verder in de 39ste editie van Helden, Europees kampioen, beste voetbalster van Europa en de wereld Lieke Martens, wielrenster Anna van der Breggen over haar wens: de regenboogtrui, Richard Krajicek over uitvliegende kinderen, coachen en het ABN AMRO WTT, schaatser Sven Kramer, schaatsters Ireen Wüst en Irene Schouten, darter Raymond van Barneveld, voetbaltrainer Peter Bosz, de Nederlandse bobsleemannen, shorttrackster Suzanne Schulting, oud-keeper Patrick Lodewijks, Henk Grol, Dione Housheer, Anish Giri en Wendy Rommedahl. Krijg jij geen genoeg van alle inspirerende sportverhalen? Kies het abonnement dat bij jou past én wordt abonnee. Zo ontvang je telkens de nieuwste edities op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Wil je een Helden Magazine cadeau doen? Het is ook mogelijk om een abonnement cadeau te doen, deze abonnementen lopen automatisch af. Daarnaast zijn de recentste exemplaren ook gemakkelijk te bestellen via onze webshop.
Maarten Meiners (25) heeft een droom. Hij wil als eerste Nederlandse alpineskiër sinds 1952 uitkomen op de Winterspelen. Daarvoor heeft hij zijn geboorteland ingeruild voor Oostenrijk. Een gesprek over een brandende ambitie, de liefde voor sneeuw en Oostenrijk. Zijn afkomst laat zich makkelijk raden. Maarten Meiners suist de pistes af met een gele kaashelm, een idee van zijn hoofdsponsor ERU Prestige. Als ‘kaaskop’ is hij immers sowieso al een opvallende verschijning in het skiwereldje. De vraag die hij heel vaak voorgeschoteld krijgt, is: wat doet een skiër uit het platte Nederland tussen de mannen uit gevestigde alpineskinaties, jongens die zijn opgegroeid in de bergen en afkomstig zijn uit landen waar niet meteen code rood wordt afgekondigd als het sneeuwt. Maarten heeft zich nooit laten ontmoedigen door zijn afkomst. “Ik zie mezelf niet als een buitenbeentje, ben gewoon een van de jongens en zo word ik ook behandeld. Als kind had ik een grote achterstand op leeftijdsgenoten uit traditionele wintersportlanden. In Oostenrijk worden zes van de tien kinderen lid van een skiclub, voor hen is het normaal dat ze van kinds af aan de bergen in gaan. Ik kreeg mijn skiopvoeding op plastic, op de borstelbaan in Huizen. In Oostenrijk hebben ze natuurlijk een geweldige structuur. Er is een heel goede opleiding, ze weten precies wat er moet gebeuren om van een talent een topskiër te maken. Van de tien kinderen die zich aansluiten bij een skiteam in Oostenrijk halen er twee de regionale selecties en één weet het uiteindelijk te schoppen tot het Oostenrijks team. Zo’n systeem en zoveel aanwas hebben wij niet. Wij moeten af en toe het wiel zelf zien uit te vinden. En we kijken af wat ze in andere landen doen.” Een van de skiërs van wie hij de kunst afkijkt, is superster Marcel Hirscher. De specialist op slalom en reuzenslalom is zoon van een Nederlandse moeder en Oostenrijkse vader en komt voor Oostenrijk uit. Hirscher won vier wereldtitels en pakte de afgelopen zes jaar de algemene wereldbeker. “We hebben geregeld contact, hij spreekt best goed Nederlands. Of hij me op sleeptouw kan nemen? Nou, ik werk met m’n eigen team en hij met dat van hem. Ik kijk veel naar Marcel tijdens videoanalyses, daar leer ik heel veel van. Marcel is een van de beste skiërs ooit, misschien wel de beste van allemaal. Hij inspireert me enorm. Wat hem zo goed maakt is dat hij zoveel gevoel heeft op de ski’s, hij is technisch gewoon de beste. Hij lijkt geen last van oneffenheden op de piste te hebben, zijn romp is supersterk en hij kan net wat meer snelheid maken in de bochten dan de rest.” Bij het Oostenrijkse team is the sky the limit. “Voor mij is niet automatisch alles goed geregeld. Ik denk juist dat het mij een mentaal voordeel geeft. De intrinsieke motivatie om het beste uit mezelf te halen, is bij mij heel groot. Niets is zo mooi om de zon op te zien komen, terwijl ik in de bergen ben. Ik vind het zo gaaf om dit leven te leiden, denk nog altijd: wat ben ik toch bevoorrecht. Voor jongens uit Oostenrijk en Zwitserland is het de normaalste zaak van de wereld dat ze meteen in de bergen zijn. Zoals zij ook niet beter weten dan dat voor hen alles perfect is geregeld. Ik ben een doorzetter, mijn uitdaging is om mezelf te verbeteren. Daar ben ik al tien jaar dagelijks mee bezig. Ik moet me niet laten frustreren door het feit dat ik niet uit de bergen kom. Daar kan ik toch niets aan veranderen.” TOMBA Zijn geboortedatum verraadt dat zijn liefde voor de sneeuw was voorbestemd. Maarten werd geboren op 8 februari 1992, de datum van de openingsceremonie van de Winterspelen in Albertville. Het waren de Spelen waar Alberto Tomba de show stal en goud won op de reuzenslalom. Twaalf jaar later trof de jonge Maarten de flamboyante Italiaanse skiheld. “Ik deed mee aan internationale jeugdwedstrijden en Alberto kwam kijken en handtekeningen uitdelen. Ik heb nog ergens een poster met handtekening van hem. Ik heb hem nooit echt in actie gezien, moet het doen met Youtube-filmpjes, maar Tomba is voor mij een grote inspiratiebron. Ik kom net als Tomba uit op de reuzenslalom en hij kwam, net als ik nu, uit op skimerk Rossignol.” Maarten wordt ook geregeld naar zijn handtekening gevraagd, hij is immers het uithangbord van skiënd Nederland. “Leuk om te merken dat ik als rolmodel word gezien en kinderen weet te inspireren. Ze vragen me soms ook om tips. Toen ik jong was vond ik het ook geweldig om naar de grote jongens te kijken als ik klaar was met mijn wedstrijden. Nu ben ik een van die grote jongens.” Het sneeuwvirus greep Maarten toen hij vijf was. Zijn ouders wilden met het gezin gaan wintersporten en het leek hen handig om Maarten alvast op skiles te doen voor vertrek. Ook na die vakantie bleef hij de gang naar de borstelbaan in Huizen maken. Een overstap naar een wedstrijdteam van skiclub Wolfskamer volgde. “In mijn jeugd kwamen ook de indoorskihallen op, ik was elke week een paar keer in Snow World te vinden. Op mijn tiende ging ik al vijf of zes weken per jaar op trainingskamp in Oostenrijk. En dat werden met de jaren steeds meer weken. Mijn vriendjes waren wel een beetje jaloers, zeiden: ‘Ga je nou alweer naar Oostenrijk?’ Het was ook apart, ik mocht extra vrij van school om te gaan skiën. Dat werd natuurlijk geassocieerd met vakantie. Voordat ik weer afreisde ging ik altijd keurig naar de meester om te vragen welke sommen en opdrachten ik moest maken voor de periode dat ik in Oostenrijk zat." Ja, ik ben zo'n gek die ooit ski's uit de kast heeft getrokken in plaats van een voetbal BIERTJE Maarten besloot in 2014 geboorteplaats Naarden te verruilen voor Innsbruck, waardoor hij vaak binnen een uur op de piste kan staan. “Uiteindelijk moest ik toch elke dag in de bergen kunnen zijn. De indoorhallen, borstelbanen en rollerbanen, waarbij je jezelf in de spiegel kunt zien, zijn heel goed voor de techniek. Maar de handigheid op ski’s krijg je uiteindelijk toch in de bergen, waar je tussen de bomen door kunt skiën en je meer snelheid kunt ontwikkelen.” Als hij in Oostenrijk vertelt dat hij topskiër is, dan gaan deuren als vanzelf open, merkt hij. “Ze vinden het zo gaaf. Oostenrijkers vragen meteen op welke disciplines ik uitkom, met welk merk ik ski en ze willen weten hoe ik m’n skischoenen heb afgesteld. Of ik krijg meteen een gratis abonnement aangeboden van de lokale sportschool om te fitnessen.” Hoe anders is dat in Nederland als Maarten vertelt dat hij alpineskiër is. “Dan krijg ik opmerkingen als: ‘Ga je dan van zo’n hoge schans af?’ Ik moet vaak hele verhalen afsteken voordat mensen enigszins begrijpen wat ik doe. Bij ons zit schaatsen veel meer in het dna als het om wintersporten gaat. En voetbal of hockey natuurlijk. Ja, ik ben zo’n gek die ooit ski’s uit de kast heeft getrokken in plaats van een voetbal.” Maarten is niet alleen in de winter met z’n sport bezig. Zoals schaatsers ook in de zomer al druk bezig zijn voor het winterseizoen, zijn skiërs dat ook. “Het is niet zoals in de commercial van Heineken, die van ‘Biertje!’, dat ik als het begint te sneeuwen m’n skikleding aantrek en m’n ski’s tevoorschijn haal. In de zomer doe ik heel veel fysieke training, zo’n 25 uur per week. Veel conditiewerk, krachttraining en core stability-oefeningen. Ik heb ook eens ringen ­trainingen met Yuri van Gelder gedaan, ook dat hielp me om mijn rompstabiliteit te trainen. Daarnaast doe ik in de zomer veel coördinatieen snelheidstrainingen, waardoor ik leer snel te reageren op situaties. Er komen veel krachten op m’n lichaam als ik naar beneden ski, maar die wisselen steeds door de oneffenheden op de piste. Daarom moet ik snel kunnen reageren en anticiperen. Je moet een allround atleet zijn. En je moet pijn kunnen lijden. Op een harde, ijzige piste ben je de hele tijd aan het corrigeren. We zitten in een diepe positie, tijdens de laatste meters van een reuzenslalom die anderhalve minuut duurt voel ik m’n bovenbenen branden. Als ik beneden kom, ben ik helemaal kapot.” Maar ook in de zomer skiet Maarten in de sneeuw. “Daarom is Innsbruck als m’n standplaats dus ideaal. In de zomer zit ik vooral op de gletsjers, vooral op die van Hintertux ben ik vaak te vinden. Om een uur of zes ’s ochtends kan ik daar terecht, omdat in de zomer tot een uur of tien de sneeuw oké is. Vanaf oktober zoeken we andere locaties op. Buiten Europa, maar we gaan dan ook naar lagergelegen gebieden in Oostenrijk. Het maakt voor ons niet uit hoe groot een gebied is. Bepalend is hoe de sneeuw en de piste zijn. Een piste wordt voor ons vaak voor een deel afgezet en geprepareerd met water. De piste wordt daar heel hard en ijzig van, recreanten kunnen daar niet vanaf. We gaan tijdens een training keer op keer dezelfde piste af.” Als hij niet hoeft te trainen, gaat hij ook gewoon nog voor de lol skiën. Maarten voelt zich nog elke dag als een kind in de snoepwinkel. “Er zijn iets van dertig skigebieden die binnen een uur rijden van Innsbruck liggen. Ik kan alle kanten op. Naar Kitzbühel, het Zillertal, Serfaus; stuk voor stuk schitterende gebieden.” VRIENDIN Hij leidt een mooi leven, zegt hij. Maarten gaat de hele wereld over, leeft uit de koffer. Twintig weken per jaar is hij in Innsbruck, twintig weken per jaar is hij onderweg en tien weken per jaar zit hij in Nederland. “Eenzaam ben ik niet. Ik leef mijn droom, wat wil ik nog meer? Ik trek op met de beste skiërs van de wereld, heb een eigen team om me heen en in Innsbruck ken ik ook genoeg leeftijdgenoten die het leuk vinden om met me de bergen in te trekken. In dat hectische leven is ook nog ruimte voor een vriendin, ja. We zien elkaar geregeld en niet alleen via Skype, we gaan soms ook samen skiën. Vaak moet ik dan even onderaan de piste wachten, maar dat geeft niet. Een relatie onderhouden is niet altijd eenvoudig doordat ik zo vaak van huis ben. Zoals het ook niet altijd makkelijk is om mijn familie drie maanden niet te zien.” De afgelopen drie jaar reisde Maarten met de Duitse skiërs de wereld over, maar aan die samenwerking is een eind gekomen. “Ik heb heel veel geleerd, was onderdeel van een groot team en dat had heel veel voordelen. Maar die structuur belemmerde me ook, ik moest telkens doen wat het hele team deed. We hebben voor een eigen team gekozen. Met twee coaches, een serviceman en nog twee andere Nederlandse skiërs slaan we onze eigen weg in. We hebben helaas niet meer de beschikking over een eigen fysiotherapeut, maar we kunnen wel gaan doen wat voor mij het beste is als skiër.” De Nederlandse Ski Vereniging en sportkoepel NOC*NSF bekostigen een groot deel van de kosten, maar niet alles. “Ik hoef niet aan te kloppen bij mijn ouders voor financiële steun en hoef niet achter de bar te staan tijdens de après-ski, hoor,” lacht Maarten, die zijn bachelor economie & bedrijfskunde aan de Universiteit van Amsterdam behaalde. “Gelukkig krijg ik ook hulp van sponsors als ERU Prestige en een paar andere geldschieters. En die studie is voor na m’n skicarrière, want dan kan ik nog niet met pensioen.” De komende jaren staat alles bij Maarten in het teken van het najagen van een hoger doel. “Mijn droom is om op de Spelen uit te komen. NOC*NSF stelt hoge eisen, ik moet kans maken op een olympische medaille. Ik ben ervan overtuigd dat het voor mij realistisch is om de Spelen te halen, maar misschien nog niet komend jaar.” De laatste keer dat er een Nederlandse alpineskiër meedeed aan de Spelen was in 1952. “Dat geeft wel aan hoe moeilijk het is om in deze tijd de Spelen te halen als Nederlander. Alleen Harald de Man is er nog dichtbij geweest in 1998.” Als Maarten in februari van de partij wil zijn in Pyeongchang, dan moet hij de komende tijd twee keer in de top zestien eindigen bij een wereldbekerwedstrijd. “In zo’n grote internationale sport als alpineskiën is dat een pittige opdracht. Maar goed, bij het WK in Sankt Moritz eindigde ik begin 2017 als 25ste in de eerste run van de reuzenslalom, terwijl ik als 49ste van start ging. Jammer genoeg viel ik uit in de tweede run. Maar het geeft aan dat ik bij de wereldtop kan eindigen als de omstandigheden zijn zoals bij het afgelopen WK. Het verschil tussen plaats dertig en zestien is niet heel groot. Een nadeel voor mij is wel dat ik vaak een hoger startnummer heb, dat ik dus na alle toppers in actie kom als de pistes vaak al wat minder zijn. Ik moet me stap voor stap naar voren zien te werken. De puzzelstukjes moeten goed in elkaar vallen, wil ik komend seizoen al op de Spelen staan. Anders heb ik over vier of acht jaar nog een kans.” Maarten heeft snowboardster Nicolien Sauerbreij als voorbeeld, zij werd in 2010 in Vancouver als eerste Nederlander olympisch kampioen in de sneeuw. “Het snowboarden is wereldwijd een stuk kleiner dan alpineskiën, maar toch. Ook Nicolien had door haar afkomst met een natuurlijke achterstand te maken op snowboarders uit landen waar het hele land niet stilligt als er een keer een paar centimeter sneeuw is gevallen. Waanzinnig knap. Uniek. Dankzij Nicolien blijf ik tegen mezelf zeggen: waarom zou ik de Spelen niet kunnen halen als Nederlander? Ik denk ook dat het mogelijk is dat een Nederlander ooit in een alpineski-discipline olympisch kampioen wordt. Waarom niet? Nicolien is het ook gelukt. Alain Baxter is bij de Spelen in Salt Lake City ook op het podium gekomen, al raakte hij de bronzen medaille uiteindelijk kwijt door het gebruik van een neusspray waar een verboden middel in zat. Hij komt uit Engeland, ook niet bepaald een vooraanstaand alpineskiland. Ook Alain leerde skiën op plastic.” Dankzij Sauerbreij blijf ik tegen mezelf zeggen: waarom zou ik de Spelen niet kunnen halen als Nederlander' DE TIPS VAN MAARTEN MEINERS We vragen Maarten Meiners als ervaringsdeskundige wat in zijn ogen de mooiste Oostenrijkse skigebieden zijn. 1. KITZBÜHEL “Kitzbühel is bekend van de Hahnenkamm- Rennen. Die jaarlijkse wedstrijden kun je zien als het Wimbledon van het skiën. Jammer dat er geen reuzenslalom wordt gehouden, alleen Super G, afdaling en slalom. Heel veel internationale sterren komen speciaal naar Kitzbühel om te kijken naar de wedstrijden. De sfeer is er geweldig, met 40.000 fans langs de kant. Als recreatief skiër is het ook leuk om thuis te kunnen vertellen dat je ooit de beruchte Hahnenkamm af bent gegaan. Sommige stukken van de piste zijn best steil. Het skigebied van Kitzbühel ligt niet heel hoog, maar toch kun je er elk jaar al vanaf half oktober terecht. Het gebied is redelijk sneeuwzeker. Dat komt ook door het enorme sneeuwdepot dat ze daar hebben, waardoor ze al heel vroeg in het seizoen een goede basis hebben voor een goede piste.” 2. SERFAUS-FISS-LADIS “Het is het meest kindvriendelijke gebied van Oostenrijk. Het gebied legt zich ook echt toe op de jeugd en heeft veel goede, professionele skischolen met Nederlandssprekende skileraren en uitgebreide ‘Kinderlanden’. In Serfaus, Fiss en Ladis worden mijn opvolgers klaargestoomd. Het is een mooi en groot gebied met uitstekende faciliteiten en ook buiten het skiën om valt er veel te beleven. Alle liften zijn prima op elkaar afgestemd en de skidepots onderaan de pistes in Serfaus, Fiss en Ladis zijn wel heel fijn. Een heel populair gebied bij Nederlandse gezinnen.” 3. ZILLERTAL “Dit is het gebied waar ik het vaakst te vinden ben. In de zomer en het najaar zit ik geregeld op de gletsjer in Hintertux, waar je het hele jaar – dus echt 365 dagen per jaar – door kunt skiën. Ook ga ik in de winter zo nu en dan in Mayrhofen en Kaltenbach skiën. Een fijn skigebied met heel mooie en fijne hutten waar je lekker koffie kunt drinken. Ik vind het heerlijk om na de training nog even boven op de berg te relaxen, het geeft me altijd een vakantiegevoel.” Helden Magazine 39 Het verhaal van Maarten Meiners komt voort uit Helden Magazine 39 waar Tom Dumoulin de cover siert. Dumoulin won de Giro en de wereldtitels tijdrijden met de ploeg en individueel. In het extra dikke nummer is er daarnaast volop aandacht voor onder meer de aankomende Winterspelen in Pyeongchang en een terugblik naar het sportjaar 2017. Verder in de 39ste editie van Helden, Europees kampioen, beste voetbalster van Europa en de wereld Lieke Martens, wielrenster Anna van der Breggen over haar wens: de regenboogtrui, Richard Krajicek over uitvliegende kinderen, coachen en het ABN AMRO WTT, schaatser Sven Kramer, schaatsters Ireen Wüst en Irene Schouten, darter Raymond van Barneveld, voetbaltrainer Peter Bosz, de Nederlandse bobsleemannen, shorttrackster Suzanne Schulting, oud-keeper Patrick Lodewijks, Henk Grol, Dione Housheer, Anish Giri en Wendy Rommedahl. Krijg jij geen genoeg van alle inspirerende sportverhalen? Kies het abonnement dat bij jou past én wordt abonnee. Zo ontvang je telkens de nieuwste edities op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Wil je een Helden Magazine cadeau doen? Het is ook mogelijk om een abonnement cadeau te doen, deze abonnementen lopen automatisch af. Daarnaast zijn de recentste exemplaren ook gemakkelijk te bestellen via onze webshop.

Snowboarden

Papendalganger: Lisa Bunschoten

Veel Nederlandse sporters gebruiken Papendal als thuisbasis. Helden gaat langs bij de Papendalgangers. In deel 16: paralympisch snowboardster Lisa Bunschoten (21), die over een paar maanden wil uitblinken op de Paralympische Spelen van Zuid- Korea. Ik ben het meest trots op... “Mijn tweede plek op het WK begin dit jaar in Canada. Natuurlijk had ik eerste willen worden, maar Bibian Mentel was gewoon beter. Het is fijn om te zien dat ik steeds dichter bij de eerste plek kom. De laatste jaren heb ik enorme stappen gezet. Ik train er hard voor en als het er dan tijdens zo’n groot toer- nooi uitkomt, geeft dat zo’n kick. Door mijn tweede plek op het WK heb ik me ook al geplaatst voor de Winterspelen. Dat geeft veel rust. Het enige wat ik nu moet doen, is hard blijven trainen en zorgen dat ik niet geblesseerdraak. De komende maanden ben ik veel in Nederland, train ik meerdere dagen per week op Papendal. Vooral in de zomer is Papendal voor mij een heel belangrijke plek. Ik vind het fijn om alle faciliteiten op één plek te hebben, waardoor ik mijn trainingen perfect kan combineren met bijvoorbeeld een bezoek aan de fysio. Daarnaast vind ik het erg motiverend om in een omgeving te trainen waar iedereen met topsport bezig is.” Ik huilde voor het laatst... “Na mijn laatste World Cup-wedstrijd. Mijn laatste run ging heel goed, maar een meter voor de finish verknalde ik het volledig. Na mijn run besefte ik dat als ik die fout niet had gemaakt, ik weleens een heel mooi resultaat had kunnen behalen. Toen kwamen de tranen. Verder ben ik niet zo’n emotioneel type, huil ook bijna nooit. Of er moet echt iets heel zieligs gebeuren.” Mijn kostbaarste bezit... “Mijn ouders, broer en vriend. Zij zijn er altijd voor me. Het geeft me een supergoed gevoel als ze bij wedstrijden zijn. Mijn vriend doet hetzelfde, is ook topsporter. Ik ben echt een familiemens, vind het weleens lastig als ik met feestdagen niet thuis kan zijn. Ik weet dat het erbij hoort, probeer ze ieder jaar zo vaak mogelijk te zien. Als ze niet bij toernooien kunnen zijn, dan skype en facetime ik veel met ze.” Het frustreert me dat... “Veel mensen in Nederland nog altijd een beetje raar kijken naar mensen met een handicap. Het wordt beter, dat zeker, maar er kunnen echt nog heel veel dingen beter. Ik ben zelf geboren met fibula aplasie. Ik had geen kuitbeen in mijn linkerbeen, waardoor die een stuk korter was dan mijn rechterbeen. Ook had ik een spitsvoet en geen banden in mijn knie. Toen ik zes was, hebben ze mijn been verlengd. Op mijn vijftiende wilden ze opnieuw een ingreep doen. Ze wilden, omdat ik een spitsvoet had, mijn voet negentig graden onder mijn been vastzetten en dan verder verlengen. Ik heb een second opinion aangevraagd en toen zei de arts: ‘Daar wordt het niet beter van. Ik zou als ik jou was je voet laten amputeren.’ Ik dacht: oei, wat is dit opeens? Natuurlijk heb ik er heel lang over nagedacht en er met veel mensen over gesproken, maar uiteindelijk heb ik op m’n zestiende toch maar voor amputatie gekozen. Tot op de dag van vandaag ben ik blij dat ik deze keuze heb gemaakt, want het is er alleen maar beter op geworden. Ik merk dat mensen naar mij kijken op straat. Als ik een rokje draag, zeggen ze weleens: ‘Wat tof dat je gewoon een rokje aandoet.’ Dat vind ik zo gek. Waarom zou ik geen rokje aan kunnen doen? Omdat ik een prothese heb? Laat me niet lachen. Door de jaren heen heb ik geleerd om het te negeren. Ik weet dat mensen staren, maar ik kan me er wel heel druk om gaan maken; het verandert toch niet. Mensen denken ook vaak dat ik zielig ben, maar dat is helemaal niet zo. Als ik gewoon twee normale benen had gehad, was ik echt geen ander persoon geweest, hoor. Ik vind het nog weleens lastig om te reageren op wat mensen zeggen, want ze bedoelen het vaak goed.” Ik breng een ode aan... “Bibian Mentel. Zij heeft zóveel voor onze sport betekend. Mede dankzij haar is snowboarden nu ook een paralympische sport. Ook heeft ze mij in het begin van mijn carrière erg geholpen. Ik ben vaak met haar mee op reis geweest. Het blijft natuurlijk gek dat we zowel vriendinnen als concurrenten van elkaar zijn. Bibian is echt een heldin en een superlieve vrouw. Ik heb heel veel respect voor haar. Zij heeft veel meegemaakt en ik vind het knap dat zij altijd zo positief blijft. Eerst trainden we nog samen, maar nu zij een eigen team heeft niet meer. We spreken elkaar nog wel geregeld, zeker tijdens de wedstrijden.” Ik heb er spijt van dat... “Ik misschien niet altijd de juiste keuzes heb gemaakt wat betreft mijn studies. Op dit moment ben ik bezig aan mijn derde studie. De eerste twee heb ik niet afgemaakt. Ik ben ooit begonnen aan de opleiding sportmarketing aan de Johan Cruyff University in Amsterdam. Dat deed ik vooral omdat ik dacht dat het goed te combineren was met mijn sport. Ik koos het niet omdat ik het leuk vond. Achteraf bleek het gewoon niet te combineren en moest ik ermee stoppen. Nu doe ik een thuisstudie voeding en diëtetiek. Dat bevalt prima. Ik hoop voor de Spelen mijn eerste studiejaar af te ronden.” 'Waarom zou ik geen rokje aan kunnen doen? Omdat ik een prothese heb? Laat me niet lachen' Ik ben jaloers op... “Vriendinnetjes die ‘normaal’ studeren en naar feestjes kunnen. Het normale studentenleven, zeg maar. Dat mis ik weleens. Maar ja, als ik me dan bedenk wat ik allemaal al bereikt heb, is die jaloezie snel weg, hoor. Ik zou ook voor geen goud met ze willen ruilen. Het is het allemaal waard.” Mijn slechtste eigenschap is... “Omgaan met teleurstellingen. Ik word snel boos als dingen niet gaan zoals ik had verwacht en gehoopt. Na een dag valt het dan allemaal wel weer mee, maar op dat moment reageer ik soms niet zoals ik zou moeten reageren. Dat vindt mijn vriend ook. Het is een groot voordeel dat hij ook topsporter is. Hij weet wanneer hij me met rust moet laten. Dat is superfijn. Hij heeft weleens dezelfde emoties. Dan hoor ik hem schreeuwen: ‘Ik kan niet meer snow- boarden, kan net zo goed stoppen.’ Dan denk ik: ga jij maar even die berg op en als je bent afgekoeld, kom dan maar weer terug. Een topsportrelatie is ideaal in mijn ogen. We doen allebei een sport, waarbij we vaak weg zijn. Ik zou het niet fijn vinden als ik de helft van het jaar in de bergen zou zitten en mijn vriend in Nederland.” Mijn ultieme droom is... “Goud halen op de Spelen. Ik ga er vol voor. Of het reëel is, weet ik niet. Een podiumplek moet zeker mogelijk zijn. In Sochi werd ik zevende, maar ik heb sindsdien grote stappen gezet. Dat ik daar stond, was al heel bijzonder. Ik was nog helemaal niet zo lang bezig. Ik weet nu veel beter waar ik aan toe ben, ben veel professioneler geworden. Ik kijk heel erg uit naar de Spelen. Ik ga het beter doen dan vier jaar geleden. Daar ben ik van overtuigd.” Helden Magazine Krijg jij geen genoeg van alle inspirerende sportverhalen? Kies het abonnement dat bij jou past én wordt abonnee. Zo ontvang je telkens de nieuwste edities op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Wil je een Helden Magazine cadeau doen? Het is ook mogelijk om een abonnement cadeau te doen, deze abonnementen lopen automatisch af. Daarnaast zijn de recentste exemplaren ook gemakkelijk te bestellen via onze webshop.
Veel Nederlandse sporters gebruiken Papendal als thuisbasis. Helden gaat langs bij de Papendalgangers. In deel 16: paralympisch snowboardster Lisa Bunschoten (21), die over een paar maanden wil uitblinken op de Paralympische Spelen van Zuid- Korea. Ik ben het meest trots op... “Mijn tweede plek op het WK begin dit jaar in Canada. Natuurlijk had ik eerste willen worden, maar Bibian Mentel was gewoon beter. Het is fijn om te zien dat ik steeds dichter bij de eerste plek kom. De laatste jaren heb ik enorme stappen gezet. Ik train er hard voor en als het er dan tijdens zo’n groot toer- nooi uitkomt, geeft dat zo’n kick. Door mijn tweede plek op het WK heb ik me ook al geplaatst voor de Winterspelen. Dat geeft veel rust. Het enige wat ik nu moet doen, is hard blijven trainen en zorgen dat ik niet geblesseerdraak. De komende maanden ben ik veel in Nederland, train ik meerdere dagen per week op Papendal. Vooral in de zomer is Papendal voor mij een heel belangrijke plek. Ik vind het fijn om alle faciliteiten op één plek te hebben, waardoor ik mijn trainingen perfect kan combineren met bijvoorbeeld een bezoek aan de fysio. Daarnaast vind ik het erg motiverend om in een omgeving te trainen waar iedereen met topsport bezig is.” Ik huilde voor het laatst... “Na mijn laatste World Cup-wedstrijd. Mijn laatste run ging heel goed, maar een meter voor de finish verknalde ik het volledig. Na mijn run besefte ik dat als ik die fout niet had gemaakt, ik weleens een heel mooi resultaat had kunnen behalen. Toen kwamen de tranen. Verder ben ik niet zo’n emotioneel type, huil ook bijna nooit. Of er moet echt iets heel zieligs gebeuren.” Mijn kostbaarste bezit... “Mijn ouders, broer en vriend. Zij zijn er altijd voor me. Het geeft me een supergoed gevoel als ze bij wedstrijden zijn. Mijn vriend doet hetzelfde, is ook topsporter. Ik ben echt een familiemens, vind het weleens lastig als ik met feestdagen niet thuis kan zijn. Ik weet dat het erbij hoort, probeer ze ieder jaar zo vaak mogelijk te zien. Als ze niet bij toernooien kunnen zijn, dan skype en facetime ik veel met ze.” Het frustreert me dat... “Veel mensen in Nederland nog altijd een beetje raar kijken naar mensen met een handicap. Het wordt beter, dat zeker, maar er kunnen echt nog heel veel dingen beter. Ik ben zelf geboren met fibula aplasie. Ik had geen kuitbeen in mijn linkerbeen, waardoor die een stuk korter was dan mijn rechterbeen. Ook had ik een spitsvoet en geen banden in mijn knie. Toen ik zes was, hebben ze mijn been verlengd. Op mijn vijftiende wilden ze opnieuw een ingreep doen. Ze wilden, omdat ik een spitsvoet had, mijn voet negentig graden onder mijn been vastzetten en dan verder verlengen. Ik heb een second opinion aangevraagd en toen zei de arts: ‘Daar wordt het niet beter van. Ik zou als ik jou was je voet laten amputeren.’ Ik dacht: oei, wat is dit opeens? Natuurlijk heb ik er heel lang over nagedacht en er met veel mensen over gesproken, maar uiteindelijk heb ik op m’n zestiende toch maar voor amputatie gekozen. Tot op de dag van vandaag ben ik blij dat ik deze keuze heb gemaakt, want het is er alleen maar beter op geworden. Ik merk dat mensen naar mij kijken op straat. Als ik een rokje draag, zeggen ze weleens: ‘Wat tof dat je gewoon een rokje aandoet.’ Dat vind ik zo gek. Waarom zou ik geen rokje aan kunnen doen? Omdat ik een prothese heb? Laat me niet lachen. Door de jaren heen heb ik geleerd om het te negeren. Ik weet dat mensen staren, maar ik kan me er wel heel druk om gaan maken; het verandert toch niet. Mensen denken ook vaak dat ik zielig ben, maar dat is helemaal niet zo. Als ik gewoon twee normale benen had gehad, was ik echt geen ander persoon geweest, hoor. Ik vind het nog weleens lastig om te reageren op wat mensen zeggen, want ze bedoelen het vaak goed.” Ik breng een ode aan... “Bibian Mentel. Zij heeft zóveel voor onze sport betekend. Mede dankzij haar is snowboarden nu ook een paralympische sport. Ook heeft ze mij in het begin van mijn carrière erg geholpen. Ik ben vaak met haar mee op reis geweest. Het blijft natuurlijk gek dat we zowel vriendinnen als concurrenten van elkaar zijn. Bibian is echt een heldin en een superlieve vrouw. Ik heb heel veel respect voor haar. Zij heeft veel meegemaakt en ik vind het knap dat zij altijd zo positief blijft. Eerst trainden we nog samen, maar nu zij een eigen team heeft niet meer. We spreken elkaar nog wel geregeld, zeker tijdens de wedstrijden.” Ik heb er spijt van dat... “Ik misschien niet altijd de juiste keuzes heb gemaakt wat betreft mijn studies. Op dit moment ben ik bezig aan mijn derde studie. De eerste twee heb ik niet afgemaakt. Ik ben ooit begonnen aan de opleiding sportmarketing aan de Johan Cruyff University in Amsterdam. Dat deed ik vooral omdat ik dacht dat het goed te combineren was met mijn sport. Ik koos het niet omdat ik het leuk vond. Achteraf bleek het gewoon niet te combineren en moest ik ermee stoppen. Nu doe ik een thuisstudie voeding en diëtetiek. Dat bevalt prima. Ik hoop voor de Spelen mijn eerste studiejaar af te ronden.” 'Waarom zou ik geen rokje aan kunnen doen? Omdat ik een prothese heb? Laat me niet lachen' Ik ben jaloers op... “Vriendinnetjes die ‘normaal’ studeren en naar feestjes kunnen. Het normale studentenleven, zeg maar. Dat mis ik weleens. Maar ja, als ik me dan bedenk wat ik allemaal al bereikt heb, is die jaloezie snel weg, hoor. Ik zou ook voor geen goud met ze willen ruilen. Het is het allemaal waard.” Mijn slechtste eigenschap is... “Omgaan met teleurstellingen. Ik word snel boos als dingen niet gaan zoals ik had verwacht en gehoopt. Na een dag valt het dan allemaal wel weer mee, maar op dat moment reageer ik soms niet zoals ik zou moeten reageren. Dat vindt mijn vriend ook. Het is een groot voordeel dat hij ook topsporter is. Hij weet wanneer hij me met rust moet laten. Dat is superfijn. Hij heeft weleens dezelfde emoties. Dan hoor ik hem schreeuwen: ‘Ik kan niet meer snow- boarden, kan net zo goed stoppen.’ Dan denk ik: ga jij maar even die berg op en als je bent afgekoeld, kom dan maar weer terug. Een topsportrelatie is ideaal in mijn ogen. We doen allebei een sport, waarbij we vaak weg zijn. Ik zou het niet fijn vinden als ik de helft van het jaar in de bergen zou zitten en mijn vriend in Nederland.” Mijn ultieme droom is... “Goud halen op de Spelen. Ik ga er vol voor. Of het reëel is, weet ik niet. Een podiumplek moet zeker mogelijk zijn. In Sochi werd ik zevende, maar ik heb sindsdien grote stappen gezet. Dat ik daar stond, was al heel bijzonder. Ik was nog helemaal niet zo lang bezig. Ik weet nu veel beter waar ik aan toe ben, ben veel professioneler geworden. Ik kijk heel erg uit naar de Spelen. Ik ga het beter doen dan vier jaar geleden. Daar ben ik van overtuigd.” Helden Magazine Krijg jij geen genoeg van alle inspirerende sportverhalen? Kies het abonnement dat bij jou past én wordt abonnee. Zo ontvang je telkens de nieuwste edities op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Wil je een Helden Magazine cadeau doen? Het is ook mogelijk om een abonnement cadeau te doen, deze abonnementen lopen automatisch af. Daarnaast zijn de recentste exemplaren ook gemakkelijk te bestellen via onze webshop.