Jens en Melle van ’t Wout zijn broers en shorttrackers. Als het aan hen ligt, veroveren ze samen de wereld. Een gesprek met het dynamische duo voorafgaand aan het nieuwe seizoen over Suzanne Schulting, Sjinkie Knegt, een litteken, opgroeien in Canada en beren in de tuin.
Gebroederlijk
Jens, lachend: “Niet dat we onze vriendinnen delen, maar verder doen Melle en ik heel veel samen. We doen dezelfde sport, hebben dezelfde hobby’s, houden van dezelfde muziek. Melle is niet alleen mijn broer, maar ook m’n beste vriend.”
Melle: “Ik ben ruim anderhalf jaar ouder, maar Jens is toch een beetje de stoerdere van ons twee. Als het gaat om dingen regelen en managen dan neem ik het voortouw, ben ik toch de grote broer. Als ik iets doe, dan doet Jens het ook. Dat is van jongs af aan het geval. Maar nu hij ouder is, doet Jens de dingen die ik doe wel op zijn eigen manier. Hij geeft er zijn eigen draai aan.”
Jens knikt: “Vroeger hadden we nog weleens ruzie, maar dat hebben we tegenwoordig eigenlijk nooit meer.”
Melle: “Als we vroeger samen op de trampoline speelden in de tuin, dan kwamen we daar nooit zonder ruzie vanaf. Ik heb zelfs Jens z’n neus een keer gebroken. We keken geregeld naar showworstelen, en dat probeerden we dan na te doen op de trampoline. Dat ging niet altijd goed.”
Jens, hoofdschuddend: “Ik moest altijd gaan liggen en dan ging jij wat je op tv had gezien, proberen na te doen.”
Melle: “Dat die band tussen ons zo hecht is, heeft ook te maken met de verhuizing van Canada naar Nederland. Daardoor hadden we elkaar heel erg nodig. We kwamen in een vreemd land, kenden de taal niet. We hadden heel veel steun aan elkaar.”
Jens: “En dat hebben we, nu we allebei shorttracker zijn, nog steeds. We gaan samen naar de training.”
Melle: “We zijn op het ijs ook de hele tijd met elkaar bezig. We geven elkaar technische aanwijzingen, proberen elkaar beter te maken.”
Jens: “Bij wedstrijden helpen we elkaar ook. Als we uitkomen in dezelfde rit proberen we samen te werken. En als we niet in dezelfde rit uitkomen, dan overleggen we vooraf met elkaar over de tactiek. Vaak is het zo dat de een beter presteert dan de ander, maar dat staat nooit tussen ons in.”
Melle: “Als ik me niet plaats voor de finale en Jens lukt dat wel, dan ben ik superblij voor hem. Als Jens doorgaat en ik niet, dan heb ik niet het gevoel dat ik heb verloren. Het wordt vervelend als we allebei verliezen.”
Jens: “Op een gegeven moment was het bij mij zo erg dat ik blijer was als Melle doorging, dan wanneer ik dat deed. We gunnen het de ander nog meer.”
Melle knikt: “Ja, dat heb ik ook.”
Jens: “We hebben een mooi voorbeeld aan Shaolin Sándor Liu en Shaoang Liu, broers die uitkomen voor Hongarije en momenteel de twee beste shorttrackers van de wereld zijn. We hebben onlangs ook met hen getraind en hebben geregeld contact met hen.”
Melle: “We gamen ook met elkaar.”
Jens: “Zoals zij samen shorttracken, willen wij het in de toekomst ook heel graag.”
Melle: “Wij moeten nog wel flink oefenen om zo te racen als zij. De broers Liu staan in Hongarije op eenzame hoogte, zij hebben dat samenspel er perfect in kunnen slijpen tijdens trainingen. Daardoor kunnen ze het tijdens grote toernooien ook. In Nederland zijn er veel meer goede shorttrackers. Als wij op positie één en twee schaatsen, dan zal bijvoorbeeld Sjinkie Knegt er alles aan doen om tussen ons in te komen.”
Jens: “Maar wij zijn een stukje jonger dan de broers Liu. Het gaat telkens beter, maar het gebeurt ook nog geregeld dat we elkaar onderuit schaatsen.”
Canada
Jens: “Ik was twee toen we naar Canada emigreerden en Melle vier. We woonden in Bracebridge, een dorpje dat op twee uur rijden ten noorden van Toronto ligt.”
Melle: “Onze ouders waren Nederland een beetje zat, wilden meer van de wereld zien. We hadden familie in Canada.”
Jens: “We zijn midden in de bossen opgegroeid. Er liepen geregeld beren in de tuin. We moesten altijd goed opletten dat ze niet het huis in kwamen. Op school leerden we ook wat we moesten doen als we een beer of een wolf tegen zouden komen.”
Melle: “Je moet jezelf heel groot maken en gaan zingen. Beren vinden het niet fijn als je gaat zingen. En regel één wat we leerden: niet gaan rennen als je oog in oog met een beer staat. En ze vertelden: ‘Als ze je aanvallen, moet je net doen alsof je dood bent.’”
Jens: “En waar Nederlandse kinderen opgroeiden met voetballen, gingen wij op ijshockey. In de winter, als er veel sneeuw lag, gingen wij racen met de snowmobile of op het meer ijshockeyen.”
Melle: “We hebben al met al acht jaar geijshockeyd.”
Jens: “Jij uiteindelijk ook nog op een best hoog niveau.”
Melle knikt: “Een paar van de jongens met wie ik speelde, hebben de NHL gehaald. Toen ik dat zag, dacht ik: wauw!” Lachend: “Die jongens verdienen iets meer dan ik…”
Jens: “Een half jaar voordat we terugkeerden naar Nederland stapten we over naar het shorttracken.”
Melle: “Na tien jaar besloten onze ouders weer terug te gaan naar Nederland vanwege gezondheidsproblemen in de familie. Mijn opa overleed en de broer van mijn vader werd niet lang daarna ziek. Mijn ouders zeiden ook tegen elkaar: ‘Als er iets met een van ons gebeurt, gaan we ook terug naar Nederland, want daar zitten toch onze beste vrienden en de familie.’ Ik was net op de leeftijd dat ik naar highschool zou gaan. Mijn ouders dachten daarom: als we terug willen, dan moeten we het nu doen.”
Jens: “Dat vond ik in het begin wel moeilijk, mijn hele leven speelde zich daar af.”
Melle: “Ik was met mijn vader al een paar keer terug geweest naar Nederland, ook voor de verjaardag van opa. Ik ben altijd wel verliefd gebleven op Nederland, was natuurlijk ouder dan Jens toen we weggingen. Neemt niet weg dat ook ik daar mijn vrienden had. Het grootste obstakel toen we terugkeerden naar Nederland was de taal.”
Jens: “Ik sprak niets.”
Melle: “Ik kon alleen ‘ik ben Melle’ schrijven en sprak nog een beetje Nederlands.”
Jens: “Van een dorpje in Canada kwamen we ineens terecht in Almere. Dat was wel even een shock. Ik weet nog dat als we in Nederland gingen hardlopen in het bos we steeds goed om ons heen keken of we geen beren zagen. Dat zat er zo in bij ons.”
Melle: “We zijn uiteindelijk met onze ouders voor onze sport verhuisd naar Sintjohannesga, een heel klein dorpje in de buurt van Heerenveen. Daar is het rustig, kun je ook makkelijk de natuur in. Dat past ons beter.”
Jens: “Tot de dag van vandaag spreken we ook Engels met elkaar. Wel merk ik dat er steeds vaker een Nederlandse zin tussendoor komt. Thuis spreken we ook steeds meer Nederlands.”
Melle: “Dat is ook beter. We blijven hier toch wonen. Voor onze sport is alles hier perfect geregeld. We voelen ons hier inmiddels helemaal thuis.”
Helden Magazine editie 63
Het eerste gedeelte van het verhaal van Jens en Melle van ’t Wout komt voort uit Helden Magazine nummer 63. In aanloop naar de Dutch Grand Prix duiken we in de slipstream van Max Verstappen met sportief directeur Jan Lammers. Hij bespreekt zijn mooiste momenten op het circuit. Daarnaast was het op 8 juli alweer vijf jaar geleden dat Abdelhak Nouri werd getroffen door een hartstilstand. Barbara en Frits Barend gingen bij hem langs en spraken voor het eerst uitgebreid met de vrouwen uit het leven van Appie: zijn moeder, zussen, schoonzussen en tante. “We genieten van Appie zoals hij nu is.”
Verder in de 63ste editie van Helden. Nika Daalderop is de nieuwe blinkvanger van de Nederlandse volleybalvrouwen en maakte in aanloop naar het WK in eigen land een droomtransfer. Feyenoordspeler Marcus Pedersen en hockeytalent Noor Omrani doen samen hun verhaal. Koen Bouwman won twee etappes en de bergtrui in de Giro, hij vertelt over rijden bij de succesploeg Jumbo-Visma, zijn ambities en meezingen met Normaal. Zwemster Kira Toussaint spreekt over de roerige periode waarin haar relatie werd verbroken en zij verhuisde naar Amerika.
Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine editie 63! Wil je geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Abonneer je nu snel en ontvang de Helden Magazine op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Blijf daarnaast op de hoogte van het recentste sportnieuws en leuke winacties door je aan te melden op onze nieuwsbrief en volg ons op onze social mediakanalen.