Bij de podiumpresentaties van Team DSM steekt Cees Bol (26) letterlijk boven de rest uit, met zijn 1,94 meter. Niet een gebruikelijke lengte voor een wielrenner. Niet per se handig voor bergetappes, qua gewicht. Wel goed voor een boel spiermassa om hard te kunnen trappen in een sprint.
Groot
Eigenlijk was het niet de bedoeling wielrenner te worden. Tot zijn vijftiende was Cees Bol een fanatiek schaatser, maar een groeispurt gooide roet in het eten. “Je zou het misschien nu niet zeggen, maar ik was altijd te klein voor mijn leeftijd. En ineens groeide ik vanaf mijn veertiende ongeveer twaalf centimeter per jaar. Ik kreeg er pijn aan beide knieën door.
Je pezen en spieren groeien op dat moment langzamer dan je bot, waardoor er te veel spanning staat op het aanhechtingspunt. Schaatsen is heel statisch, eigenlijk een krachtsport. Ik raakte uiteindelijk geblesseerd van heel hard krachttrainen en heel hard groeien tegelijk. Ik werd daardoor niet meer geselecteerd, en dat was het begin van het einde van mijn schaatscarrière.”
Cees zou uiteindelijk de 1,94 meter aantikken. Vanaf zijn zestiende ging de focus volledig op het fietsen, iets wat hij al sinds zijn zevende deed bij wielervereniging DTS. Toen vooral als zomeractiviteit naast het schaatsen. Bij het fietsen bouwde hij het rustig op, de knie ging steeds beter, waarschijnlijk omdat de krachttraining wegviel. Tot het ineens heel hard ging. Op zijn zeventiende won Cees als tweedejaars junior zijn eerste klassieker. En de week daarop nog één. “Voor ik het wist, vroegen ze me voor de nationale selectie. En een maand later belde Rabobank en mocht ik bij hun opleidingsploeg.”
Werktuigbouwkunde
De opleidingsploeg van Rabobank was voor alle jonge wielrenners een droom, aangezien het de perfecte springplank was richting een profcarrière. Maar voor de zekerheid ging Cees er toch werktuigbouwkunde bij studeren. Waarom? “Goede vraag. Ik wilde eigenlijk ingenieur worden, maar aangezien die universiteit in Delft is, koos ik voor de hbo-opleiding in Alkmaar. Dan kon ik bij mijn ouders in Zaandam blijven wonen.
Ik weet niet precies wat ik me erbij voorstelde, maar ik vind het leuk om met technische dingen bezig te zijn en na te denken over hoe processen beter kunnen. Maar uiteindelijk bleek de studie vooral veel uit wiskunde en programmeren te bestaan. Ik vond het niet leuk genoeg om gemotiveerd te blijven naast het vele fietsen. In de winter haalde ik al mijn vakken wel, maar ’s zomers werd het niks. Na anderhalf jaar ben ik ermee gestopt.”
Het volledige verhaal lezen? Dat kan via Blendle en Tijdschrift.nl. Je kunt het magazine ook in de winkel halen óf online bestellen!