De paravolleyballers hebben een droom: meedoen aan de Paralympische Spelen in Tokio. Mede dankzij de steun van het TEAMKPN Sportfonds. Maar eerst hopen Merijn Bruijne, Robin van Damme en Loek Hendrix te vlammen tijdens het WK in Nederland (14-22 juli).
Ik viel in een zwart gat, had veel moeite om mijn beperking te accepteren’ Loek Hendrix (32)
“Ik heb een week na m’n zestiende verjaardag op de voetbaltraining een trap tegen m’n kuit gehad. Ik was alleen een blauwe plek aan de binnenkant van m’n rechterkuit rijker, maar ja, die had ik als keeper wel vaker. Een paar dagen later veranderde die plek in een harde bult. De huisarts verwees me door naar het ziekenhuis, waar ze onder narcose het abces even open zouden snijden.
Ik kon dezelfde dag, op 22 september 2001, nog terecht, had alleen een tandenborstel en schone onderbroek mee, want de volgende dag zou ik toch weer thuis zijn. De volgende ochtend kwam de arts kijken en hij zag dat er necrotische wondrandjes waren. De huid om het wondje, dat niet groter was dan vijf eurocent, was afgestorven. ‘Komt vaker voor, dan is de doorbloeding niet goed. De randjes snijden we nog even weg, daarna mag je naar huis,’ zei de dokter.
Maar ik mocht niet weg, werd steeds zieker. De wond groeide, op een gegeven moment was ‘ie twintig bij tien centimeter. Niet alleen de huid stierf af, het ging ook de diepte in. Het ziekenhuis in Roermond wist het na een week ook niet meer, ze vroegen raad aan het Academisch Ziekenhuis in Maastricht. Daar vertelden ze dat ik waarschijnlijk een vleesetende bacterie had. Het was beter me meteen over te plaatsen. De arts daar vertelde me dat als duidelijk was dat ik die bacterie had, ze alle huid van teen tot lies van m’n rechterbeen af zouden halen om m’n leven te redden. Tot die tijd haalden ze steeds meer afgestorven weefsel weg: spieren en pezen waren inmiddels ook aan de beurt.
Ik bleek geen vleesetende bacterie te hebben. Mijn bloedbeeld leek op dat van iemand met leukemie, maar ik had ook geen kanker. Na een paar weken onderzoek wisten ze het: ik had een huidziekte gecombineerd met een auto-immuunziekte, zeer zeldzaam.
Ze hebben me een chemokuur gegeven in tabletvorm, waardoor mijn haar uitviel. Ze moesten mijn immuunsysteem resetten. Doordat mijn weerstand helemaal weg was, heb ik ook nog twee keer een bloedvergiftiging gehad. Die werden me bijna fataal.
Ik heb drieënhalve maand in het ziekenhuis gelegen, heb wel honderd keer op de operatietafel gelegen. Ik mis sindsdien mijn volledige kuitspier en alle pezen die mijn enkel en voet op en neer laten bewegen. Mijn voorvoet en het gewricht van m’n grote teen hebben helemaal open gelegen en er is heel veel huid weggehaald.
Ik viel in het ziekenhuis ontzettend veel af, was op een gegeven moment vel over been omdat ik voortdurend naar de operatiekamer moest en niet mocht eten vanwege de narcose. Daarna ging ik het revalidatietraject in. Ik moest huidtransplantaties ondergaan om de wonden te dichten, daarvoor haalden ze huid af van mijn goeie been. Al met al heeft het me een jaar gekost om opnieuw te leren lopen.
Ik viel in een zwart gat, had veel moeite om mijn beperking te accepteren. Ik dacht: kan ik nog autorijden, vind ik nog een vriendin en kan ik ooit achter de kinderwagen lopen? Mijn voetbalschoenen moest ik inruilen voor orthopedische schoenen. Doordat de pezen in mijn enkel kapot waren, ging mijn voet in een spitsstand staan. Vreselijk. Gelukkig ben ik later aan die spitsstand geopereerd, waardoor ik weer normale schoenen kan dragen.
Mijn zus volleybalde en zij had al een paar keer gezegd: ‘Kom eens kijken, ze hebben ook een zitvolleybalteam.’ Ik weigerde, want zitvolleybal werd gespeeld door allemaal jongens met amputaties. Ik hield mezelf lang voor dat ik helemaal geen beperking had. Begin 2007 ben ik toch een keer gaan kijken, nadat Bjorn, mijn teamgenoot, mij had overgehaald. Het was liefde op het eerste gezicht. Na twee maanden werd ik al door de bondscoach gebeld of ik aan wilde sluiten bij de nationale ploeg.
Het paravolleybal heeft me plezier en zelfvertrouwen teruggegeven. Ik durf weer in een korte broek te lopen. Iets waarvoor ik met tussen 2002 en 2007 erg schaamde. Ik woon samen met mijn vriendin Dian, haar heb ik leren kennen via een datingsite. We zijn ruim drie jaar samen en hebben een dochtertje van bijna twee, Julia.
Als zitvolleyballer wil ik hetzelfde als iedereen van het nationaal team: Tokio halen. Twee keer, in 2012 en 2016, waren we dichtbij deelname aan de Spelen. Het kwalificatietoernooi in 2012 miste ik. Ik had een bult op de knie van m’n goeie been, moest naar het ziekenhuis. Ik had recidive, maar gelukkig weten ze nu hoe ze me moeten behandelen en met welke medicatie.”
Helden Magazine 41
Het eerste gedeelte van het verhaal van de paravolleyballers komt voort uit Helden Magazine 41 waar Wesley Sneijder de cover siert. Sneijder is niet langer international. In een exclusief interview doet hij zijn verhaal vanuit Qatar. ‘’Ik ben nog hetzelfde straatschoffie’’.
Verder in de 41ste editie van Helden, voetbaltrainer Phillip Cocu over zijn indrukwekkende carrière, wielrenner Laurens ten Dam over de Giro en Tom Dumoulin, paralympisch triatleet Jetze Plat, voetbalster Jackie Groenen over haar studie en nog meer, de zusjes Smulders over de wereldtop van de BMX, voetballer Kevin de Bruyne, koning van de marathon Eliud Kipchoge, voetballer Lasse Schöne, oud-wielrenner Johan van der Velde, oud-tenniser Raemon Sluiter en oud-voetballer Khalid Boulahrouz ontmoet Barbara Barend en spreekt over hun innige band, ons land en het Marokkaanse WK-elftal.
Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 41! Wil je geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Abonneer je nu snel en ontvang de Helden Magazine op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Blijf daarnaast op de hoogte van het recentste sportnieuws en leuke winacties door je aan te melden op onze nieuwsbrief en volg ons op onze social mediakanalen.