Word abonnee
Meer

Tennis

Niels Vink: ‘Bizar dat een bacterie dit kan doen’

Niels Vink Niels Vink (21) verloor door een meningokokkenbacterie beide benen en de topjes van zijn vingers. Als rolstoeltennisser in de quad-klasse bereikte hij de eerste plaats op de wereldranglijst en won hij tot op heden vijf grandslamtitels. Zijn grote rivaal? Landgenoot Sam Schröder. Zijn grote concurrent in de strijd om paralympisch goud in het enkelspel en zijn kompaan in de strijd om goud in het dubbelspel. Voor de fotoshoot trekt Niels Vink ‘zijn benen’ en de spijkerbroek even uit en zet ze, Nikes eronder, rechtop neer bij het bankje. Hij gaat in zijn rolstoel zitten. Voor Niels de gewoonste zaak van de wereld. “Ik was een keer in Toverland en toen ik in een attractie ging, bleef mijn moeder wachten. Ik trok mijn benen uit en die stonden daar naast de attractie. Kwam er een kind aanlopen en dat vroeg waar de andere helft van dat kind met die benen was... Ineens was ík de attractie.” Bacteriële infectie Niels had net zijn eerste verjaardag gevierd toen het misging. Hij werd aangevallen door een meningokokkenbacterie. Vlak na kerst in 2003 zaten zijn ouders plots bij hem te waken aan het ziekenhuisbed. Een bacteriële infectie takelde de kleine Niels toe. Zijn benen moesten geamputeerd, net als zijn vingertoppen. Zijn ouders vreesden dat Niels het niet zou redden. “Ik weet er gelukkig niks van. Voor mijn ouders moet het verschrikkelijk zijn geweest.” Foto’s van toen zijn er, maar die heeft Niels nog nooit gezien. “Ik wil ze liever niet zien, wil er niet aan worden herinnerd, omdat ik het niet bewust heb meegemaakt. Misschien wil ik de foto’s zien als ik ouder ben.” Uiteraard had wat Niels overkwam grote impact op het gezin. “Tijdens kerst heeft mama het altijd moeilijk gehad, omdat het in die dagen gebeurde. Daarom vind ik het altijd fijn thuis te zijn met de kerstdagen. En als mama mij dan ziet lachen, vergeet ze het weer.” Als kind liet hij zich niet tegenhouden, ondanks zijn beperkingen. “Ik kroop door de gymzaal en had verder een normale jeugd. Als een ander kind vroeg hoe ik de trap opkwam, dan liet ik dat zien. En daarna gingen we weer verder met spelen, zo makkelijk zijn kinderen. Ik was gewoon Niels. En Stiphout is klein, dus zo’n beetje iedereen wist wat er was gebeurd.” Zijn dorpsgenoten volgen hem op de voet. “Nadat ik op de Paralympische Spelen van Tokio goud en brons had gewonnen, duurde een bezoek aan de supermarkt makkelijk een uur, kinderen wilden met mij op de foto. En in het nabijgelegen Helmond voel ik me ook thuis. Mijn kleuterleraar is daar sportwethouder, ik ken de burgemeester goed, word er vaak voor iets gevraagd. Bij het nieuwe gemeentehuis werd ik als een van de bekende Helmonders gevraagd een tegeltje te zetten. Ik mocht ook het nieuwe gebouw van mijn oude middelbare school openen.” ‘Tegenwoordig kun je kosmetisch iets laten doen aan de littekens, maar dat hoeft voor mij niet. Dit is wie ik ben. Ik heb geen schaamte’ Niels kijkt naar zijn littekens. “Bizar dat een bacterie dit kan doen... Iedereen draagt ’m bij zich, bij mij ontpopte die bacterie zich. Gewoon domme pech.’’ Niels heeft ook littekens op zijn armen en een plekje op zijn gezicht. ‘‘Tegenwoordig kun je kosmetisch iets laten doen aan de littekens, maar dat hoeft voor mij niet. Dit is wie ik ben. Ik heb geen schaamte. Ik besef dat het er heftig uitziet, maar vind het ook wel grappig, zoals met de broek en benen uittrekken. Als ik een relatie zou krijgen? Nervositeit? Nee, hoor. Tja, dit is gewoon wie ik ben.” Helden Magazine nummer 73  Het eerste gedeelte van het interview met Niels Vink komt voort uit Helden Magazine nummer 73. Deze editie staat in het teken van het nieuwe voetbalseizoen, biedt uitgebreide aandacht voor wielrennen en besteedt ruimschoots aandacht aan de Paralympische Spelen. Cody Gakpo, de ster van het Nederlands elftal bij het afgelopen EK, siert de cover van Helden. In Liverpool krijgt hij nu te maken met nieuwe trainer Arne Slot en zijn assistent John Heitinga. Kan hij The Reds ook bij de hand nemen?  Voetbal  Naast Gakpo, waarbij het in het verhaal ook gaat over zijn tijd bij regerend landskampioen PSV, ook een uitgebreid interview met John de Wolf. Hij vertelt over zijn tijd met Arne Slot, Quilindschy Hartman, alzheimer en zijn imago. We maken ook kennis met het nieuwe kroonjuweel van Ajax: Jorrel Hato. In een turbulente periode bij de Amsterdamse club, ontwikkelt hij zich stormachtig. Ian Maatsen had een geweldig seizoen: haalde de Champions League-finale, kreeg een uitnodiging voor het EK en maakte een transfer naar Aston Villa. Hij doet zijn bijzondere verhaal en Lasse Schöne blikt terug op de Europa League-finale van 2017.   Wielrennen  Tom Dumoulin liet in 2015 in de Ronde van Spanje voor het eerst zien dat er een ronderenner in hem schuilde. Hij blikt uitgebreid terug op zijn indrukwekkende carrière. Een geweldige loopbaan had ook Annemiek van Vleuten. Aan de hand van foto's neemt ze ons, in aanloop naar de Tour de France Femmes die in Nederland start, mee terug in de tijd. De Tour de France voor vrouwen eindigt op Alpe d'Huez. Peter Winnen weet wat het is om te winnen op 'de Nederlandse berg'; hij flikte het twee keer. Hij neemt ons mee.  Paralympische Spelen  Paralympisch boegbeeld en atlete Fleur Jong kreeg bezoek van Victoria Koblenko. Verspringer en sprinter Joël de Jong doet zijn verhaal, kind van een donorvader en op jonge leeftijd getroffen door botkanker. Dinja en Joeri van Liere vormen een bijzonder duo: Dinja nam als dressuuramazone deel aan de Olympische Spelen in Parijs, terwijl haar broer Joeri, die als motorcrosser een dwarslaesie opliep, naar Parijs gaat als rolstoelbasketballer. Een dubbelinterview.   Nog meer Helden  Verder in deze editie van Helden: tennisser Jesper de Jong vertelt in aanloop naar de US Open onder andere over Carlos Alcaraz, Jannik Sinner, Tallon Griekspoor en zijn trouwste fan: zijn opa. Jelto Spijker is een opvallende verschijning in de machowereld van het waterpolo; hij is keeper en kwam op zijn zeventiende uit de kast. En nog veel meer! 
Niels Vink Niels Vink (21) verloor door een meningokokkenbacterie beide benen en de topjes van zijn vingers. Als rolstoeltennisser in de quad-klasse bereikte hij de eerste plaats op de wereldranglijst en won hij tot op heden vijf grandslamtitels. Zijn grote rivaal? Landgenoot Sam Schröder. Zijn grote concurrent in de strijd om paralympisch goud in het enkelspel en zijn kompaan in de strijd om goud in het dubbelspel. Voor de fotoshoot trekt Niels Vink ‘zijn benen’ en de spijkerbroek even uit en zet ze, Nikes eronder, rechtop neer bij het bankje. Hij gaat in zijn rolstoel zitten. Voor Niels de gewoonste zaak van de wereld. “Ik was een keer in Toverland en toen ik in een attractie ging, bleef mijn moeder wachten. Ik trok mijn benen uit en die stonden daar naast de attractie. Kwam er een kind aanlopen en dat vroeg waar de andere helft van dat kind met die benen was... Ineens was ík de attractie.” Bacteriële infectie Niels had net zijn eerste verjaardag gevierd toen het misging. Hij werd aangevallen door een meningokokkenbacterie. Vlak na kerst in 2003 zaten zijn ouders plots bij hem te waken aan het ziekenhuisbed. Een bacteriële infectie takelde de kleine Niels toe. Zijn benen moesten geamputeerd, net als zijn vingertoppen. Zijn ouders vreesden dat Niels het niet zou redden. “Ik weet er gelukkig niks van. Voor mijn ouders moet het verschrikkelijk zijn geweest.” Foto’s van toen zijn er, maar die heeft Niels nog nooit gezien. “Ik wil ze liever niet zien, wil er niet aan worden herinnerd, omdat ik het niet bewust heb meegemaakt. Misschien wil ik de foto’s zien als ik ouder ben.” Uiteraard had wat Niels overkwam grote impact op het gezin. “Tijdens kerst heeft mama het altijd moeilijk gehad, omdat het in die dagen gebeurde. Daarom vind ik het altijd fijn thuis te zijn met de kerstdagen. En als mama mij dan ziet lachen, vergeet ze het weer.” Als kind liet hij zich niet tegenhouden, ondanks zijn beperkingen. “Ik kroop door de gymzaal en had verder een normale jeugd. Als een ander kind vroeg hoe ik de trap opkwam, dan liet ik dat zien. En daarna gingen we weer verder met spelen, zo makkelijk zijn kinderen. Ik was gewoon Niels. En Stiphout is klein, dus zo’n beetje iedereen wist wat er was gebeurd.” Zijn dorpsgenoten volgen hem op de voet. “Nadat ik op de Paralympische Spelen van Tokio goud en brons had gewonnen, duurde een bezoek aan de supermarkt makkelijk een uur, kinderen wilden met mij op de foto. En in het nabijgelegen Helmond voel ik me ook thuis. Mijn kleuterleraar is daar sportwethouder, ik ken de burgemeester goed, word er vaak voor iets gevraagd. Bij het nieuwe gemeentehuis werd ik als een van de bekende Helmonders gevraagd een tegeltje te zetten. Ik mocht ook het nieuwe gebouw van mijn oude middelbare school openen.” ‘Tegenwoordig kun je kosmetisch iets laten doen aan de littekens, maar dat hoeft voor mij niet. Dit is wie ik ben. Ik heb geen schaamte’ Niels kijkt naar zijn littekens. “Bizar dat een bacterie dit kan doen... Iedereen draagt ’m bij zich, bij mij ontpopte die bacterie zich. Gewoon domme pech.’’ Niels heeft ook littekens op zijn armen en een plekje op zijn gezicht. ‘‘Tegenwoordig kun je kosmetisch iets laten doen aan de littekens, maar dat hoeft voor mij niet. Dit is wie ik ben. Ik heb geen schaamte. Ik besef dat het er heftig uitziet, maar vind het ook wel grappig, zoals met de broek en benen uittrekken. Als ik een relatie zou krijgen? Nervositeit? Nee, hoor. Tja, dit is gewoon wie ik ben.” Helden Magazine nummer 73  Het eerste gedeelte van het interview met Niels Vink komt voort uit Helden Magazine nummer 73. Deze editie staat in het teken van het nieuwe voetbalseizoen, biedt uitgebreide aandacht voor wielrennen en besteedt ruimschoots aandacht aan de Paralympische Spelen. Cody Gakpo, de ster van het Nederlands elftal bij het afgelopen EK, siert de cover van Helden. In Liverpool krijgt hij nu te maken met nieuwe trainer Arne Slot en zijn assistent John Heitinga. Kan hij The Reds ook bij de hand nemen?  Voetbal  Naast Gakpo, waarbij het in het verhaal ook gaat over zijn tijd bij regerend landskampioen PSV, ook een uitgebreid interview met John de Wolf. Hij vertelt over zijn tijd met Arne Slot, Quilindschy Hartman, alzheimer en zijn imago. We maken ook kennis met het nieuwe kroonjuweel van Ajax: Jorrel Hato. In een turbulente periode bij de Amsterdamse club, ontwikkelt hij zich stormachtig. Ian Maatsen had een geweldig seizoen: haalde de Champions League-finale, kreeg een uitnodiging voor het EK en maakte een transfer naar Aston Villa. Hij doet zijn bijzondere verhaal en Lasse Schöne blikt terug op de Europa League-finale van 2017.   Wielrennen  Tom Dumoulin liet in 2015 in de Ronde van Spanje voor het eerst zien dat er een ronderenner in hem schuilde. Hij blikt uitgebreid terug op zijn indrukwekkende carrière. Een geweldige loopbaan had ook Annemiek van Vleuten. Aan de hand van foto's neemt ze ons, in aanloop naar de Tour de France Femmes die in Nederland start, mee terug in de tijd. De Tour de France voor vrouwen eindigt op Alpe d'Huez. Peter Winnen weet wat het is om te winnen op 'de Nederlandse berg'; hij flikte het twee keer. Hij neemt ons mee.  Paralympische Spelen  Paralympisch boegbeeld en atlete Fleur Jong kreeg bezoek van Victoria Koblenko. Verspringer en sprinter Joël de Jong doet zijn verhaal, kind van een donorvader en op jonge leeftijd getroffen door botkanker. Dinja en Joeri van Liere vormen een bijzonder duo: Dinja nam als dressuuramazone deel aan de Olympische Spelen in Parijs, terwijl haar broer Joeri, die als motorcrosser een dwarslaesie opliep, naar Parijs gaat als rolstoelbasketballer. Een dubbelinterview.   Nog meer Helden  Verder in deze editie van Helden: tennisser Jesper de Jong vertelt in aanloop naar de US Open onder andere over Carlos Alcaraz, Jannik Sinner, Tallon Griekspoor en zijn trouwste fan: zijn opa. Jelto Spijker is een opvallende verschijning in de machowereld van het waterpolo; hij is keeper en kwam op zijn zeventiende uit de kast. En nog veel meer! 

Tennis

Jesper de Jong: ‘Als tennisser moet je een beetje gek zijn’

Jesper de Jong Jesper de Jong (24) speelde in januari zijn eerste grandslamtoernooi. Op de Australian Open bereikte hij de tweede ronde, waarin hij verloor van de huidige nummer één van de wereld, Jannik Sinner. Ook op Roland Garros haalde hij de tweede ronde, daarin pakte hij een set tegen latere winnaar Carlos Alcaraz. Helden ging in aanloop naar de US Open (26 augustus – 8 september) bij hem langs in Zandvoort. Jannik Sinner & Carlos Alcaraz “Zij gaan de komende tien jaar onze sport domineren. De manier waarop Sinner en Alcaraz zich profileren op en naast de baan is bewonderenswaardig. Ik kijk veel naar hen. Bij Alcaraz kijk ik vooral naar zijn gedrag. Het tennisgedeelte is moeilijk af te kijken; zijn lichaamsbouw heb ik niet. Maar ik kan wel wat leren van zijn professionaliteit en hoe hij mentaal op de baan staat. Alcaraz en Sinner zijn zeker op mentaal gebied grote voorbeelden. Zij balen ook heus wel als het even niet goed gaat, maar het heeft amper invloed. Alcaraz laat een teleurstelling nog iets meer zien dan Sinner. Sinner is echt een ijskonijn, laat niks merken. Bij de beste drie spelers van dit moment hoort in mijn ogen ook nog Holger Rune. Qua type speler lijkt hij een beetje op Novak Djokovic. Sinner kun je meer met Roger Federer vergelijken en Alcaraz lijkt op Rafael Nadal. Van allemaal kan ik wat leren. Rune heeft weer een ongelooflijke vechtersmentaliteit.” Zijn die spelers toegankelijk; heb je contact met hen? “Sinner en Alcaraz zijn dat absoluut. Rune ken ik van vroeger, van de jeugdtoernooien. We speelden geregeld tegen elkaar. Hij heeft zijn eerste titel bij de profs gewonnen door mij te verslaan in de finale. Hij zegt me gedag, maar Sinner en Alcaraz zijn wat toegankelijker. Maar het contact is vrij oppervlakkig, hoor.” Jij kwalificeerde je in januari bij de Australian Open voor het eerst voor het hoofdtoernooi van een grandslamtoernooi. Op de foto aan de muur in je huis in Zandvoort hangt een foto waarop je op je rug op de baan ligt. Jij had net de derde en laatste kwalificatiewedstrijd gewonnen van de Argentijn Camilo Ugo Carabelli. “Het was een absurde wedstrijd. We speelden drie uur lang in 35 graden in Melbourne. Er zat zoveel spanning op. Ik had een matchpoint op 5-4 in de derde set, werd gebroken en niet veel later mocht hij de wedstrijd uitserveren, maar brak ik hem. De supertiebreak won ik met 10-7. Ik was al een aantal keren dichtbij kwalificatie geweest. Op de US Open van 2022 stond ik een set en een break voor, maar verloor alsnog. Op Roland Garros lukte het vorig jaar ook niet, na een grote voorsprong. Het was een struggle, maar in Australië lukte het me eindelijk om me te kwalificeren voor een grandslamtoernooi.” Helden Magazine nummer 73  Het eerste gedeelte van het interview met Jesper de Jong komt voort uit Helden Magazine nummer 73. Deze editie staat in het teken van het nieuwe voetbalseizoen, biedt uitgebreide aandacht voor wielrennen en besteedt ruimschoots aandacht aan de Paralympische Spelen. Cody Gakpo, de ster van het Nederlands elftal bij het afgelopen EK, siert de cover van Helden. In Liverpool krijgt hij nu te maken met nieuwe trainer Arne Slot en zijn assistent John Heitinga. Kan hij The Reds ook bij de hand nemen?  Voetbal  Naast Gakpo, waarbij het in het verhaal ook gaat over zijn tijd bij regerend landskampioen PSV, ook een uitgebreid interview met John de Wolf. Hij vertelt over zijn tijd met Arne Slot, Quilindschy Hartman, alzheimer en zijn imago. We maken ook kennis met het nieuwe kroonjuweel van Ajax: Jorrel Hato. In een turbulente periode bij de Amsterdamse club, ontwikkelt hij zich stormachtig. Ian Maatsen had een geweldig seizoen: haalde de Champions League-finale, kreeg een uitnodiging voor het EK en maakte een transfer naar Aston Villa. Hij doet zijn bijzondere verhaal en Lasse Schöne blikt terug op de Europa League-finale van 2017.   Wielrennen  Tom Dumoulin liet in 2015 in de Ronde van Spanje voor het eerst zien dat er een ronderenner in hem schuilde. Hij blikt uitgebreid terug op zijn indrukwekkende carrière. Een geweldige loopbaan had ook Annemiek van Vleuten. Aan de hand van foto's neemt ze ons, in aanloop naar de Tour de France Femmes die in Nederland start, mee terug in de tijd. De Tour de France voor vrouwen eindigt op Alpe d'Huez. Peter Winnen weet wat het is om te winnen op 'de Nederlandse berg'; hij flikte het twee keer. Hij neemt ons mee.  Paralympische Spelen  Paralympisch boegbeeld en atlete Fleur Jong kreeg bezoek van Victoria Koblenko. Niels Vink, een van de beste quad-rolstoeltennissers, vertelt zijn verhaal. Dat doet ook verspringer en sprinter Joël de Jong, kind van een donorvader en op jonge leeftijd getroffen door botkanker. Dinja en Joeri van Liere vormen een bijzonder duo: Dinja nam als dressuuramazone deel aan de Olympische Spelen in Parijs, terwijl haar broer Joeri, die als motorcrosser een dwarslaesie opliep, naar Parijs gaat als rolstoelbasketballer. Een dubbelinterview.  
Jesper de Jong Jesper de Jong (24) speelde in januari zijn eerste grandslamtoernooi. Op de Australian Open bereikte hij de tweede ronde, waarin hij verloor van de huidige nummer één van de wereld, Jannik Sinner. Ook op Roland Garros haalde hij de tweede ronde, daarin pakte hij een set tegen latere winnaar Carlos Alcaraz. Helden ging in aanloop naar de US Open (26 augustus – 8 september) bij hem langs in Zandvoort. Jannik Sinner & Carlos Alcaraz “Zij gaan de komende tien jaar onze sport domineren. De manier waarop Sinner en Alcaraz zich profileren op en naast de baan is bewonderenswaardig. Ik kijk veel naar hen. Bij Alcaraz kijk ik vooral naar zijn gedrag. Het tennisgedeelte is moeilijk af te kijken; zijn lichaamsbouw heb ik niet. Maar ik kan wel wat leren van zijn professionaliteit en hoe hij mentaal op de baan staat. Alcaraz en Sinner zijn zeker op mentaal gebied grote voorbeelden. Zij balen ook heus wel als het even niet goed gaat, maar het heeft amper invloed. Alcaraz laat een teleurstelling nog iets meer zien dan Sinner. Sinner is echt een ijskonijn, laat niks merken. Bij de beste drie spelers van dit moment hoort in mijn ogen ook nog Holger Rune. Qua type speler lijkt hij een beetje op Novak Djokovic. Sinner kun je meer met Roger Federer vergelijken en Alcaraz lijkt op Rafael Nadal. Van allemaal kan ik wat leren. Rune heeft weer een ongelooflijke vechtersmentaliteit.” Zijn die spelers toegankelijk; heb je contact met hen? “Sinner en Alcaraz zijn dat absoluut. Rune ken ik van vroeger, van de jeugdtoernooien. We speelden geregeld tegen elkaar. Hij heeft zijn eerste titel bij de profs gewonnen door mij te verslaan in de finale. Hij zegt me gedag, maar Sinner en Alcaraz zijn wat toegankelijker. Maar het contact is vrij oppervlakkig, hoor.” Jij kwalificeerde je in januari bij de Australian Open voor het eerst voor het hoofdtoernooi van een grandslamtoernooi. Op de foto aan de muur in je huis in Zandvoort hangt een foto waarop je op je rug op de baan ligt. Jij had net de derde en laatste kwalificatiewedstrijd gewonnen van de Argentijn Camilo Ugo Carabelli. “Het was een absurde wedstrijd. We speelden drie uur lang in 35 graden in Melbourne. Er zat zoveel spanning op. Ik had een matchpoint op 5-4 in de derde set, werd gebroken en niet veel later mocht hij de wedstrijd uitserveren, maar brak ik hem. De supertiebreak won ik met 10-7. Ik was al een aantal keren dichtbij kwalificatie geweest. Op de US Open van 2022 stond ik een set en een break voor, maar verloor alsnog. Op Roland Garros lukte het vorig jaar ook niet, na een grote voorsprong. Het was een struggle, maar in Australië lukte het me eindelijk om me te kwalificeren voor een grandslamtoernooi.” Helden Magazine nummer 73  Het eerste gedeelte van het interview met Jesper de Jong komt voort uit Helden Magazine nummer 73. Deze editie staat in het teken van het nieuwe voetbalseizoen, biedt uitgebreide aandacht voor wielrennen en besteedt ruimschoots aandacht aan de Paralympische Spelen. Cody Gakpo, de ster van het Nederlands elftal bij het afgelopen EK, siert de cover van Helden. In Liverpool krijgt hij nu te maken met nieuwe trainer Arne Slot en zijn assistent John Heitinga. Kan hij The Reds ook bij de hand nemen?  Voetbal  Naast Gakpo, waarbij het in het verhaal ook gaat over zijn tijd bij regerend landskampioen PSV, ook een uitgebreid interview met John de Wolf. Hij vertelt over zijn tijd met Arne Slot, Quilindschy Hartman, alzheimer en zijn imago. We maken ook kennis met het nieuwe kroonjuweel van Ajax: Jorrel Hato. In een turbulente periode bij de Amsterdamse club, ontwikkelt hij zich stormachtig. Ian Maatsen had een geweldig seizoen: haalde de Champions League-finale, kreeg een uitnodiging voor het EK en maakte een transfer naar Aston Villa. Hij doet zijn bijzondere verhaal en Lasse Schöne blikt terug op de Europa League-finale van 2017.   Wielrennen  Tom Dumoulin liet in 2015 in de Ronde van Spanje voor het eerst zien dat er een ronderenner in hem schuilde. Hij blikt uitgebreid terug op zijn indrukwekkende carrière. Een geweldige loopbaan had ook Annemiek van Vleuten. Aan de hand van foto's neemt ze ons, in aanloop naar de Tour de France Femmes die in Nederland start, mee terug in de tijd. De Tour de France voor vrouwen eindigt op Alpe d'Huez. Peter Winnen weet wat het is om te winnen op 'de Nederlandse berg'; hij flikte het twee keer. Hij neemt ons mee.  Paralympische Spelen  Paralympisch boegbeeld en atlete Fleur Jong kreeg bezoek van Victoria Koblenko. Niels Vink, een van de beste quad-rolstoeltennissers, vertelt zijn verhaal. Dat doet ook verspringer en sprinter Joël de Jong, kind van een donorvader en op jonge leeftijd getroffen door botkanker. Dinja en Joeri van Liere vormen een bijzonder duo: Dinja nam als dressuuramazone deel aan de Olympische Spelen in Parijs, terwijl haar broer Joeri, die als motorcrosser een dwarslaesie opliep, naar Parijs gaat als rolstoelbasketballer. Een dubbelinterview.  

Zwemmen

Pieter van den Hoogenband – Opnieuw de aap op de rots

Pieter van den Hoogenband Pieter van den Hoogenband is tijdens de Spelen in Parijs voor de tweede keer chef de mission. Twintig jaar nadat hij voor de tweede maal olympisch goud won op de 100 meter vrije slag én zilver op de 200 vrij en 4x100 meter vrij, gaan we voor Helden Magazine nummer 72 met hem terug in de tijd, naar Athene 2004. “Natuurlijk twijfelde ik of ik daar wel kon zwemmen.” ‘Ik ben altijd zo trots op jou als een Fries, vriend.’ Het is een ingelijste, geschreven boodschap van zanger Guus Meeuwis die aan de muur van het tuinhuis van Pieter van den Hoogenband hangt, naast een akoestische gitaar van zijn goede vriend. De beroemde zin ‘Was men maar op Brabant zo trots als een Fries’ uit Meeuwis’ geuzenlied Brabant, is geïnspireerd op Pieter, verklapt de man die tijdens de Spelen in Parijs voor de tweede keer op zal treden als chef de mission van TeamNL. Maar voordat hij afreist, gaat hij op verzoek twintig jaar terug in de tijd, naar de Spelen van 2004 in Athene, toen hij nog furore maakte als zwemmer. “Eigenlijk moeten we eerst terug naar 2000.” Bij de Spelen in Sydney won Pieter twee keer olympisch goud en tweemaal brons. Met als bonus de status van Bekende Nederlander keerde hij terug uit Australië. “Een boekje U bent olympisch kampioen, wat nu? bestaat niet. Het was gekkenhuis toen ik terugkwam uit Sydney. Op een gegeven moment was ik huiverig om het huis uit te gaan. Gelukkig had ik met mijn coach Jacco Verhaeren al voor die Spelen een plan uitgedokterd richting Athene. We dachten: als de Spelen in Sydney een succes worden, moeten we onze partners ook meteen meenemen in onze plannen. Jacco en ik wisten dat we het niveau dat ik had nog een periode vast kon houden, sowieso tot en met de Spelen van 2004. Onderdeel van het plan was dat ik na Sydney eerst een half jaar rust zou nemen. Dat was nodig om de batterij weer op te laden en ik kon die tijd ook gebruiken om alles wat me overkwam een plek te geven. Door de trainingsachterstand was mijn niveau iets minder bij het WK in Fukuoka, in 2001. Ik werd vier keer vicewereldkampioen.” Terug naar de zin uit het officieuze volkslied van Noord-Brabant. “Ik won vier keer zilver, maar werd afgemaakt in de media. De tendens was: Van den Hoogenband heeft gefaald. Na het winnen van die twee olympische titels was alles minder dan goud ineens een tegenvaller. Guus ergerde zich daaraan. En zo kwam hij op de zin: ‘Was men maar op Brabant zo trots als een Fries’. Hoe er met mij werd omgegaan door de lokale media vond hij in schril contrast staan met de trots waarmee Friezen omgaan met hun helden.” Deceptie Na Sydney begon Pieter met zijn coach Jacco Verhaeren aan zijn derde olympische traject. Pieter werd weliswaar vierde op de 100 en 200 vrij bij de Spelen in Atlanta in 1996, maar Jacco en Pieter waren nog het wiel aan het uitvinden. Met alle opgedane informatie gingen ze het tweede traject in, dat dus resulteerde in twee olympische titels. “In Sydney was ik 22 en heel erg gestroomlijnd. Richting Athene werd ik wat gespierder door het explosieve werk dat ik deed: kortebaanwedstrijden en 50 meters. Jacco moest een aanpak bedenken waardoor ik minstens net zo snel bleef zwemmen als in Sydney, zo niet sneller, maar wel rekening houdend met dat veranderende lichaam.” Bij het EK in Berlijn in 2002 veroverde Pieter goud op de 100 en 200 vrij. Op de 100 meter bleef hij maar twee honderdste verwijderd van zijn in de halve finale in Sydney gezwommen wereldrecord van 47,84. Op de 200 meter zwom hij met 1.44,89 een halve seconde sneller dan op de Spelen. “We waren op de goede weg. Jacco en ik namen in aanloop naar het WK van 2003 in Barcelona een bewust risico, kozen ervoor om het World Cup-circuit in te gaan. Ik zwom veel wedstrijden, reisde veel.” Coach en pupil zagen EK’s en WK’s eigenlijk als generale repetities voor de Spelen. “Voor mij was een EK niet specialer dan een WK. Natuurlijk wilde ik goed voor de dag komen op een WK, maar in de jaren voor de Spelen konden we ook nog dingen uitproberen, zoals het World Cup-circuit afgaan om te kijken of mij dat beter zou maken met het oog op Athene. Het was goed om veel op hoog niveau te racen, om vaker die maximale prikkel te voelen, dachten we. Maar het gevolg was dat ik voor het WK al erg vermoeid was. Tijdens het laatste trainingskamp in Frankrijk kreeg ik er ook nog een voedselvergiftiging overheen. Ik viel flink af en was erg verzwakt. Ik kreeg speciale ziekenhuisvoeding die erg zieke mensen krijgen om aan te sterken. Het gevolg was dat ik niet in mijn beste vorm in Barcelona aankwam. Louis van Gaal en de selectie van Barcelona zaten op de tribune, net als veel vrienden die hadden geroepen: ‘Even de wereldtitel ophalen en lekker vakantie vieren in Barcelona, Pietje!’ Ik kwam niet in de buurt van mijn tijden van een jaar eerder, pakte zilver op de 100 en 200 meter vrij en brons op de 50 vrij. Dat WK werd een deceptie.” De voorbereiding op de Spelen in Athene begon in augustus 2003 met een weekje op ‘Gonzo’, de boot van Karel van den Brekel, de voormalig clubarts van PSV. “Aan ‘ome’ Karel heb ik mijn Brabantse tongval te danken,” zegt Pieter. Van den Brekel haalde Cees-Rein van den Hoogenband naar het St. Anna Ziekenhuis in Geldrop. Samen gingen zij in de jaren tachtig als ‘hobby’ ook aan de slag als clubartsen van PSV. Terug naar het weekje zeilen. “’Ome’ Karel had in de smiezen dat ik een flinke teleurstelling te verwerken had toen ik terugkwam uit Barcelona. Ome Karel zei: ‘Mijn boot ligt in Zeeland, vind je het leuk om een weekje samen te gaan zeilen?’ Hij haalde me op, rookte tijdens de autorit Gauloises-sigaretten zonder filter en had daarom gedurende de hele rit het autoraam halfopen. Ik had een paar boeken mee en samen filosofeerden we aan boord over het leven. Ik heb goed geslapen en tijdens het varen spraken we soms een tijdlang niet tegen elkaar. Tijdens die week analyseerde ik wat er fout was gegaan, ik nam de lessen in me op met het oog op de Spelen. In die week rukte ik op de resetknop. Daarna was ik mentaal weer fris en klaar om naar de Spelen toe te werken.” Helden Magazine nummer 72 Het eerste gedeelte van het interview met Pieter van den Hoogenband komt voort uit Helden Magazine nummer 72. Het extra dikke zomernummer van Helden staat volledig in het teken van drie grote sportevenementen: het EK voetbal in Duitsland, de Tour de France en de Olympische Spelen in Parijs. Op de cover van de 204 pagina's tellende editie schitteren drie rolmodellen van wereldklasse uit de Nederlandse atletiek: Femke Bol, Sifan Hassan en Lieke Klaver. Wat is het geheim van hun succes? Experts zoals Ellen van Langen, Caroline Feith, Bart Bennema en Gregory Sedoc delen hun inzichten. EK voetbal De sportzomer van 2024 wordt afgetrapt met het EK voetbal, dat op 14 juni begint. In deze Helden een verhaal over Ronald Koeman. Onder andere Frank Rijkaard, Ruud Gullit, broer Erwin Koeman, Guus Hiddink, Jordi Cruijff en Rafael van der Vaart delen hun mening over de bondscoach van het Nederlands elftal. Verder ging Helden naar Milaan voor een interview met revelatie Tijjani Reijnders en zijn vrouw. Daley Blind 106-voudig international - bespreekt zijn indrukwekkende carrière aan de hand van foto’s. Brian Brobbey over de bondscoach, Marco van Basten, zijn toekomst, zijn roots en racisme. Arie Haan gaat vijftig jaar terug in de tijd, naar het WK voetbal in West-Duitsland dat eindigde met een nationaal trauma. Jan Wouters blikt terug op het gewonnen EK van 1988, ook in Duitsland. Het is nog altijd de enige hoofdprijs van Oranje. Tour de France  Na het EK volgt de Tour de France, van 29 juni tot en met 21 juli. In deze Helden lees je een interview met sprinter Fabio Jakobsen en een portret van Mathieu van der Poel, die ook de olympische wegwedstrijd in Parijs rijdt. Jeroen Blijlevens en Steven de Jongh, ploegleiders bij Lidl-Trek, vertellen hun verhaal, en we vragen ons af: kan Sepp Kuss na de Vuelta ook de Tour winnen? Olympische Spelen De Olympische Spelen vinden plaats van 26 juli tot en met 11 augustus. Turnster Sanne Wevers bereidt zich voor op haar laatste kunstje, baanwielrenner Harrie Lavreysen spreekt over hoge verwachtingen, en BMX’er Niek Kimmann over zijn post-olympische dip. Sharon van Rouwendaal gaat voor goud in het openwater, roeizussen Bente en Ilse Paulis geven een dubbelinterview, en Simone van de Kraats hoopt op goud in het waterpolo. Bovendien gingen we op bezoek bij Tes Schouten, Caspar Corbeau en Arno Kamminga, de drie schoolslagmusketiers. Alle drie zijn ze een medaillekandidaat in Parijs. Voor het eerst sinds 1992 plaatse een Nederlands duo zich op de 500 meter kanosprint voor de Spelen. Hoog tijd om kennis te maken met Selma Konijn en Ruth Vorsselman. Triatlontopper Maya Kingma stelde ernstige misstanden aan de kaak binnen het topsportprogramma van de triatlonbond. Dat werd de triatleet niet door iedereen in dank afgenomen. Joost Luiten is sinds kort vader en worstelde met golfyips. In aanloop naar de KLM Open, die hij twee keer won, doet hij zijn verhaal.
Pieter van den Hoogenband Pieter van den Hoogenband is tijdens de Spelen in Parijs voor de tweede keer chef de mission. Twintig jaar nadat hij voor de tweede maal olympisch goud won op de 100 meter vrije slag én zilver op de 200 vrij en 4x100 meter vrij, gaan we voor Helden Magazine nummer 72 met hem terug in de tijd, naar Athene 2004. “Natuurlijk twijfelde ik of ik daar wel kon zwemmen.” ‘Ik ben altijd zo trots op jou als een Fries, vriend.’ Het is een ingelijste, geschreven boodschap van zanger Guus Meeuwis die aan de muur van het tuinhuis van Pieter van den Hoogenband hangt, naast een akoestische gitaar van zijn goede vriend. De beroemde zin ‘Was men maar op Brabant zo trots als een Fries’ uit Meeuwis’ geuzenlied Brabant, is geïnspireerd op Pieter, verklapt de man die tijdens de Spelen in Parijs voor de tweede keer op zal treden als chef de mission van TeamNL. Maar voordat hij afreist, gaat hij op verzoek twintig jaar terug in de tijd, naar de Spelen van 2004 in Athene, toen hij nog furore maakte als zwemmer. “Eigenlijk moeten we eerst terug naar 2000.” Bij de Spelen in Sydney won Pieter twee keer olympisch goud en tweemaal brons. Met als bonus de status van Bekende Nederlander keerde hij terug uit Australië. “Een boekje U bent olympisch kampioen, wat nu? bestaat niet. Het was gekkenhuis toen ik terugkwam uit Sydney. Op een gegeven moment was ik huiverig om het huis uit te gaan. Gelukkig had ik met mijn coach Jacco Verhaeren al voor die Spelen een plan uitgedokterd richting Athene. We dachten: als de Spelen in Sydney een succes worden, moeten we onze partners ook meteen meenemen in onze plannen. Jacco en ik wisten dat we het niveau dat ik had nog een periode vast kon houden, sowieso tot en met de Spelen van 2004. Onderdeel van het plan was dat ik na Sydney eerst een half jaar rust zou nemen. Dat was nodig om de batterij weer op te laden en ik kon die tijd ook gebruiken om alles wat me overkwam een plek te geven. Door de trainingsachterstand was mijn niveau iets minder bij het WK in Fukuoka, in 2001. Ik werd vier keer vicewereldkampioen.” Terug naar de zin uit het officieuze volkslied van Noord-Brabant. “Ik won vier keer zilver, maar werd afgemaakt in de media. De tendens was: Van den Hoogenband heeft gefaald. Na het winnen van die twee olympische titels was alles minder dan goud ineens een tegenvaller. Guus ergerde zich daaraan. En zo kwam hij op de zin: ‘Was men maar op Brabant zo trots als een Fries’. Hoe er met mij werd omgegaan door de lokale media vond hij in schril contrast staan met de trots waarmee Friezen omgaan met hun helden.” Deceptie Na Sydney begon Pieter met zijn coach Jacco Verhaeren aan zijn derde olympische traject. Pieter werd weliswaar vierde op de 100 en 200 vrij bij de Spelen in Atlanta in 1996, maar Jacco en Pieter waren nog het wiel aan het uitvinden. Met alle opgedane informatie gingen ze het tweede traject in, dat dus resulteerde in twee olympische titels. “In Sydney was ik 22 en heel erg gestroomlijnd. Richting Athene werd ik wat gespierder door het explosieve werk dat ik deed: kortebaanwedstrijden en 50 meters. Jacco moest een aanpak bedenken waardoor ik minstens net zo snel bleef zwemmen als in Sydney, zo niet sneller, maar wel rekening houdend met dat veranderende lichaam.” Bij het EK in Berlijn in 2002 veroverde Pieter goud op de 100 en 200 vrij. Op de 100 meter bleef hij maar twee honderdste verwijderd van zijn in de halve finale in Sydney gezwommen wereldrecord van 47,84. Op de 200 meter zwom hij met 1.44,89 een halve seconde sneller dan op de Spelen. “We waren op de goede weg. Jacco en ik namen in aanloop naar het WK van 2003 in Barcelona een bewust risico, kozen ervoor om het World Cup-circuit in te gaan. Ik zwom veel wedstrijden, reisde veel.” Coach en pupil zagen EK’s en WK’s eigenlijk als generale repetities voor de Spelen. “Voor mij was een EK niet specialer dan een WK. Natuurlijk wilde ik goed voor de dag komen op een WK, maar in de jaren voor de Spelen konden we ook nog dingen uitproberen, zoals het World Cup-circuit afgaan om te kijken of mij dat beter zou maken met het oog op Athene. Het was goed om veel op hoog niveau te racen, om vaker die maximale prikkel te voelen, dachten we. Maar het gevolg was dat ik voor het WK al erg vermoeid was. Tijdens het laatste trainingskamp in Frankrijk kreeg ik er ook nog een voedselvergiftiging overheen. Ik viel flink af en was erg verzwakt. Ik kreeg speciale ziekenhuisvoeding die erg zieke mensen krijgen om aan te sterken. Het gevolg was dat ik niet in mijn beste vorm in Barcelona aankwam. Louis van Gaal en de selectie van Barcelona zaten op de tribune, net als veel vrienden die hadden geroepen: ‘Even de wereldtitel ophalen en lekker vakantie vieren in Barcelona, Pietje!’ Ik kwam niet in de buurt van mijn tijden van een jaar eerder, pakte zilver op de 100 en 200 meter vrij en brons op de 50 vrij. Dat WK werd een deceptie.” De voorbereiding op de Spelen in Athene begon in augustus 2003 met een weekje op ‘Gonzo’, de boot van Karel van den Brekel, de voormalig clubarts van PSV. “Aan ‘ome’ Karel heb ik mijn Brabantse tongval te danken,” zegt Pieter. Van den Brekel haalde Cees-Rein van den Hoogenband naar het St. Anna Ziekenhuis in Geldrop. Samen gingen zij in de jaren tachtig als ‘hobby’ ook aan de slag als clubartsen van PSV. Terug naar het weekje zeilen. “’Ome’ Karel had in de smiezen dat ik een flinke teleurstelling te verwerken had toen ik terugkwam uit Barcelona. Ome Karel zei: ‘Mijn boot ligt in Zeeland, vind je het leuk om een weekje samen te gaan zeilen?’ Hij haalde me op, rookte tijdens de autorit Gauloises-sigaretten zonder filter en had daarom gedurende de hele rit het autoraam halfopen. Ik had een paar boeken mee en samen filosofeerden we aan boord over het leven. Ik heb goed geslapen en tijdens het varen spraken we soms een tijdlang niet tegen elkaar. Tijdens die week analyseerde ik wat er fout was gegaan, ik nam de lessen in me op met het oog op de Spelen. In die week rukte ik op de resetknop. Daarna was ik mentaal weer fris en klaar om naar de Spelen toe te werken.” Helden Magazine nummer 72 Het eerste gedeelte van het interview met Pieter van den Hoogenband komt voort uit Helden Magazine nummer 72. Het extra dikke zomernummer van Helden staat volledig in het teken van drie grote sportevenementen: het EK voetbal in Duitsland, de Tour de France en de Olympische Spelen in Parijs. Op de cover van de 204 pagina's tellende editie schitteren drie rolmodellen van wereldklasse uit de Nederlandse atletiek: Femke Bol, Sifan Hassan en Lieke Klaver. Wat is het geheim van hun succes? Experts zoals Ellen van Langen, Caroline Feith, Bart Bennema en Gregory Sedoc delen hun inzichten. EK voetbal De sportzomer van 2024 wordt afgetrapt met het EK voetbal, dat op 14 juni begint. In deze Helden een verhaal over Ronald Koeman. Onder andere Frank Rijkaard, Ruud Gullit, broer Erwin Koeman, Guus Hiddink, Jordi Cruijff en Rafael van der Vaart delen hun mening over de bondscoach van het Nederlands elftal. Verder ging Helden naar Milaan voor een interview met revelatie Tijjani Reijnders en zijn vrouw. Daley Blind 106-voudig international - bespreekt zijn indrukwekkende carrière aan de hand van foto’s. Brian Brobbey over de bondscoach, Marco van Basten, zijn toekomst, zijn roots en racisme. Arie Haan gaat vijftig jaar terug in de tijd, naar het WK voetbal in West-Duitsland dat eindigde met een nationaal trauma. Jan Wouters blikt terug op het gewonnen EK van 1988, ook in Duitsland. Het is nog altijd de enige hoofdprijs van Oranje. Tour de France  Na het EK volgt de Tour de France, van 29 juni tot en met 21 juli. In deze Helden lees je een interview met sprinter Fabio Jakobsen en een portret van Mathieu van der Poel, die ook de olympische wegwedstrijd in Parijs rijdt. Jeroen Blijlevens en Steven de Jongh, ploegleiders bij Lidl-Trek, vertellen hun verhaal, en we vragen ons af: kan Sepp Kuss na de Vuelta ook de Tour winnen? Olympische Spelen De Olympische Spelen vinden plaats van 26 juli tot en met 11 augustus. Turnster Sanne Wevers bereidt zich voor op haar laatste kunstje, baanwielrenner Harrie Lavreysen spreekt over hoge verwachtingen, en BMX’er Niek Kimmann over zijn post-olympische dip. Sharon van Rouwendaal gaat voor goud in het openwater, roeizussen Bente en Ilse Paulis geven een dubbelinterview, en Simone van de Kraats hoopt op goud in het waterpolo. Bovendien gingen we op bezoek bij Tes Schouten, Caspar Corbeau en Arno Kamminga, de drie schoolslagmusketiers. Alle drie zijn ze een medaillekandidaat in Parijs. Voor het eerst sinds 1992 plaatse een Nederlands duo zich op de 500 meter kanosprint voor de Spelen. Hoog tijd om kennis te maken met Selma Konijn en Ruth Vorsselman. Triatlontopper Maya Kingma stelde ernstige misstanden aan de kaak binnen het topsportprogramma van de triatlonbond. Dat werd de triatleet niet door iedereen in dank afgenomen. Joost Luiten is sinds kort vader en worstelde met golfyips. In aanloop naar de KLM Open, die hij twee keer won, doet hij zijn verhaal.

Zwemmen

Tes Schouten, Arno Kamminga en Caspar Corbeau – De drie schoolslag musketiers

Tes Schouten, Arno Kamminga en Caspar Corbeau Arno Kamminga (28), Caspar Corbeau (23) en Tes Schouten (23) zijn trainingsgenoten en schoolslagspecialisten van wereldformaat. Bij de Spelen in Parijs gelden ze alle drie als medaillekandidaten. Wat zit er toch in het water van het Amsterdamse Sloterparkbad dat de successen op de in Nederland jarenlang minst succesvolle slag je daar om de oren vliegen? Het supertrio voor Helden Magazine nummer 72 in gesprek met oud-topzwemmer Nick Driebergen over O-benen, stroopwafels en jaloezie. “Wij spelen alleen nog maar Champions League.” [caption id="attachment_20127" align="aligncenter" width="1920"] Tes Schouten[/caption] Pieter van den Hoogenband, Inge de Bruijn, Ranomi Kromowidjojo, Marleen Veldhuis, Femke Heemskerk; allemaal maakten ze furore op de borstcrawl. Nederland werd jarenlang gezien als een ‘vrijeslagland’. Tegenwoordig is alles anders. Er waait een nieuwe wind door het zwembad die een andere slag heeft meegenomen: de schoolslag. Wie is er niet groot mee geworden? Maar in het Nederlandse topzwemmen was de slag heel lang het ondergeschoven en achtergebleven kindje. Nu niet meer. ‘We’ hebben op de Spelen in Parijs drie schoolslagtroeven. Arno Kamminga won bij de Spelen in Tokio twee zilveren medailles. Caspar Corbeau, in Amerika opgegroeid met een Nederlandse vader en Amerikaanse moeder, is een recent ontdekte parel. Met zijn EK-goud op de kortebaan en WK-zilver op de langebaan hijgt hij in de nek van Arno. En dan is daar nog Tes Schouten, van jongs af aan al in het bezit van uitzonderlijk veel talent en dat liet ze afgelopen jaar ook zien bij de senioren. Ze is regerend Europees- en wereldkampioen op de 200 meter schoolslag. Is Parijs het eerste waar jullie aan denken als je ’s morgens opstaat? Arno: “Het gaat elke week meer borrelen. Als de training lekker loopt, zie ik me al in Parijs staan. In aanloop naar de Spelen van Tokio hing er een Japanse vlag in mijn kamer. Er hangt nu geen Franse vlag en ik ontbijt ook niet iedere ochtend met croissants. Ik heb niets meer nodig om mezelf eraan te herinneren waar ik het allemaal voor doe.” Tes: “Ik voel élke training dat de Spelen eraan komen. Als ik er doorheen zit en ik denk aan Parijs, dan geeft me dat automatisch een oppepper. Het maakt me alert. Voor de Spelen van Tokio had ik geen idee wat ik kon verwachten, het was mijn olympisch debuut. We hoeven dit keer gelukkig niet de hele dag mondkapjes te dragen.” Zijn jullie al eens in Parijs geweest? Caspar: “Nog nooit, zelfs niet eens in Frankrijk. Ik moet als halve Amerikaan nog heel wat gaan ontdekken in Europa. Mijn ouders komen in de zomer deze kant op om ons te zien zwemmen.” Tes: “Mijn ouders hebben inmiddels ook alles geregeld. Het gevolg: een lege portemonnee. Maar je moet er iets voor overhebben, toch?” Arno: “Ik ben wel al een paar keer naar Parijs geweest, en natuurlijk ook in Disneyland.” Schoolslagafstelling Tes, Arno en Caspar wonen en trainen in Amsterdam. Borstcrawlsprinter Kenzo Simons – kleinzoon van voormalig president van Suriname Jules Wijdenbosch – completeert het team. De touwtjes zijn stevig in handen van coach Mark Faber. Hij werd na de Spelen van Tokio aangesteld als hoofdcoach van het Nederlandse zwemmen, maar legde die taak vorige zomer neer om zich volledig te kunnen focussen op zijn vier pupillen. In jullie team van vier zitten drie wereldtoppers op de schoolslag. Dat is toch een beetje alsof Ajax nooit een fatsoenlijke spits had en er nu opeens drie Zlatans zijn. Hoe kan dat ineens? Arno: “Het is een combinatie van het koppie en een geweldig trainingsplan. Mark houdt ons scherp in alles wat wij doen. Als je zou uitrekenen hoeveel uur die man op jaarbasis in ons steekt... Hij is bezeten. In grote lijnen hebben wij alle drie hetzelfde plan, maar ieder lijf is anders. De aanpak is extreem op maat gemaakt. Wij hebben het heel goed voor elkaar in Amsterdam, wereldwijd is het aantal teams dat het zo goed heeft als wij maar op één hand te tellen.” Tes: “Mark kijkt ook verder dan het pure zwemmen. Hij helpt ons met het mentale aspect van topsport. Je kunt niet elke race een nieuw record zwemmen, maar je kunt wel racen alsof elke wedstrijd de belangrijkste van je leven is.” Arno: “We zijn in aanloop naar de Spelen heel weinig thuis geweest. Dat was bij vorige generaties wel anders. Zij deden vier wedstrijden en twee trainingskampen per jaar, deden aan trainingszwemmen en wij aan wedstrijdzwemmen. Elke wedstrijd moet top zijn; wij spelen alleen nog maar Champions League.” Arno: 'We zijn in aanloop naar de Spelen weinig thuis geweest. Dat was bij vorige generaties wel anders. Elke wedstrijd moet top zijn; wij spelen alleen nog maar Champions League.' Is het geheim ook niet gewoon: keihard trainen? Tes: “Wij waren laatst op trainingskamp in Zuid-Afrika en daar was de Nederlandse atletiekploeg ook. Zij verbaasden zich over onze trainingsomvang. Als wij kapot in bed lagen na de training lagen zij aan het zwembad bruin te worden en lekker te influencen.” Arno: “Het is natuurlijk lastig te vergelijken. Atleten hebben veel meer last van fysieke impact: zij rennen, springen, raken de grond. Wij zijn gewichtloos. Maar als je kijkt naar Femke Bol: de afstanden zijn qua tijd redelijk gelijk. Haar 400 meter horden of gewone 400 meter is te vergelijken met onze 100 meter schoolslag.” [caption id="attachment_20507" align="aligncenter" width="1920"] Arno Kamminga[/caption] Tes: “Zij trainden in Zuid-Afrika vaak één keer per dag, hadden in de gym geregeld hun tweede training. Wij trainen eigenlijk standaard drie keer per dag. Dat is wel echt een verschil.” Caspar: “Daar kan ik wel jaloers op worden. Maar elke sport en elk lichaam heeft een andere aanpak nodig.” Als ik vier verschillende zwemmers op een rijtje zet: kun je dan aan het lijf meteen zien wie de schoolslagzwemmer is? Arno: “Meestal zijn het wat kleinere mensen, die iets breder zijn en van wie de voeten naar buiten staan. Onze bovenbenen zijn ook wat verder ontwikkeld, wat groter.” Tes: “Ik kan niet zeggen dat ik per se trots ben op mijn schoolslaglijf. In het water ben ik gespierd en sterk, maar als ik in een discotheek sta in een topje kan ik wel denken: gatver, dit klopt niet. Misschien overdrijf ik, want ik ben hartstikke blij, maar dat zijn wel momenten dat ik zie dat ik anders ben dan vriendinnen.” Tes: 'Ik kan niet zeggen dat ik per se trots ben op mijn schoolslaglijf. Als ik in een discotheek sta in een topje kan ik wel denken: gatver, dit klopt niet.' Arno: “Maar ons lichaam is weer niet te vergelijken met dat van baanwielrenner Harrie Lavreysen. Wij kunnen nog wel normale broeken kopen. Die bovenbenen van hem... Het is bij ons denk ik niet buitenproportioneel.” Caspar: “Ik ben niet per se blij met mijn lichaam, wel met wat ik ermee kan. Wij staan niet in de gym om het er zo mooi mogelijk uit te laten zien.” Arno: “Of wij nou superafgetraind zijn of niet: als we die gouden medaille maar pakken.” Ik heb weleens gehoord dat Caspar enorme voeten heeft... Caspar: “Mijn trainer roept dat ik schoenmaat 50 heb, maar hij overdrijft graag: het is maat 49... Natuurlijk helpt dat, ik kan meer water wegtrappen.” Caspar: 'Mijn trainer roept dat ik schoenmaat 50 heb, maar hij overdrijft graag: het is maat 49... Natuurlijk helpt dat, ik kan meer water wegtrappen.' Tes: “Mijn voeten staan naar buiten, een soort O-benen dus. Maar daardoor stuw ik wel makkelijker het water weg.” Caspar: “Ik ben ook nog eens meer dan twee meter lang en dat is best uitzonderlijk voor een schoolslagzwemmer.” Tes: “Ik ben niet zo groot, iets van 1,70 meter. Maar ik denk dat schoolslag de enige slag is waar je ermee kunt wegkomen als je niet zo lang bent. Bij andere slagen is lengte meer bepalend.” Arno: “In de jeugdjaren zijn alle zwemmers nagenoeg gelijk. Maar je lichaam gaat zich vormen naar de zwemslag die je intensief beoefent. Voorheen kon ik nog wel vlinderslag, maar dat lukt niet meer. Mijn lijf staat in de schoolslagafstelling.” Grote bovenbenen zijn dus doorslaggevend voor jullie drie. Hoe zit het dan met de armen? Arno: “Ik doe in trainingen wel wat andere dingen dan Tes en Caspar. Ik gebruik bijvoorbeeld loodgordels om mijn armen te trainen. Daar maakte ik vanaf 2019 echt het verschil mee, daardoor maakte ik de stap van top naar wereldtop. Tes is juist sterker qua beenslag, daar onderscheidt zij zich mee.” Caspar: “Bij mij zijn mijn benen ook veel sterker.” [caption id="attachment_20509" align="aligncenter" width="1920"] Caspar Corbeau[/caption] Dus met de armen van Arno en de benen van Tes en Caspar zou Frankenstein helemaal los kunnen gaan? Tes: “Als je de armen van Arno zou kunnen combineren met de benen van Caspar en mij krijg je de perfecte schoolslagzwemmer, denk ik.” Zou je kunnen zeggen dat jullie verliefd zijn op de schoolslag? Caspar: “Natuurlijk! Ik kan daar zo van genieten.” Tes: “Nou, ik ben er echt niet verliefd op, hoor. Maar ik denk dat ik daarin wel een beetje anders ben dan Arno en Caspar. Als ik kijk naar Arno, hoe hij van zwemmen houdt...” Arno: “We zijn er vooral verliefd op omdat het goed gaat. Omdat we de grenzen opzoeken. We spelen dit spel, worden er steeds beter in en willen de beste worden. Ik kan ook 24/7 over zwemmen praten. Tes wordt daar helemaal gek van. Die is heel anders.” Tes: “Wat ik wel echt leuk vind, is de technische kant. Ik had laatst wedstrijden in Zweden en daar liep het voor geen meter. Een week later had ik de techniek beter onder controle en zwom ik twee seconden sneller. Het is eigenlijk een heel inefficiënte zwemslag, één kleine aanpassing maakt al een groot verschil.” Maar de schoolslag is ook een slag die wij als kind allemaal hebben aangeleerd. En veel mensen hebben de borstcrawl nooit geleerd. Arno: “Ja, dus als wij zeggen: we zijn de beste van de wereld, dan zijn we ook écht de beste van de wereld. Dat is toch tof? Juist dat technische aspect maakt het zo mooi, het is een puzzel die nooit af is.” Tes: “Als je deze zomer naar de olympische finale kijkt, zie je acht zwemmers met acht verschillende technieken. Dus hoewel wij drie dezelfde trainer hebben, is mijn techniek toch weer anders dan die van Arno en Caspar.” Vrijgesproken Vorig jaar werd bekend dat zwembond KNZB onderzoek liet doen naar het functioneren van Mark Faber. Hij zou als hoofdcoach van het olympisch programma ongepast gedrag hebben vertoond. Het onderzoek duurde een half jaar, maar er kwamen geen onoorbare zaken aan het licht. Dat betekent dat Faber deze zomer gewoon langs de rand van het zwembad in Parijs zal staan. Een enorme opluchting voor Tes, Caspar en Arno. Nu de coach van alle blaam is gezuiverd, wil het team zich weer richten op sportieve en positieve zaken. Hoe was de situatie rondom Mark Faber voor jullie? Arno: “Het was een hele vervelende situatie, voor iedereen. Het heeft lang geduurd, maar gelukkig ligt het nu achter ons. Daar wil ik het eigenlijk bij laten, want we willen ons nu vooral richten op hard zwemmen in Parijs.” Te gekke tijd Gezien zijn twee zilveren olympische plakken in Tokio is Arno dé man waarop gejaagd gaat worden. Vooral ook door zijn teamgenoot Caspar, die zich sinds september in Amsterdam heeft gevestigd. Steeds vaker lukt het hem om Arno te verslaan. In Parijs strijden ze allebei om de medailles. [caption id="attachment_20508" align="aligncenter" width="2560"] Tes Schouten, Arno Kamminga en Caspar Corbeau[/caption] Caspar, hoe gaat het met je Nederlands? Caspar: “Duolingo is soms mijn beste vriend. Ik begrijp alles best wel goed. Praten gaat nog niet top, maar ik moet bekennen: ik ben er ook wel lui mee. Binnen het team spreken ze Engels met me. Maar in de supermarkt praat ik wel Nederlands. Ik trainde hiervoor aan de universiteit van Texas en dat was absoluut niet professioneel. Een stel achttienjarige jongens die elke dag stomme dingen deden. Het is hier allemaal zoveel beter geregeld en ook veel leuker.” Ben jij überhaupt opgevoed met Sinterklaas en boerenkool? Caspar: “Nee, helemaal niet. Ik ken nu Jan Smit en eet pindakaas. Maar wat nog het meest Nederlands is aan mij: ik ben gek op stroopwafels. Mijn grootouders kwamen uit Rotterdam en als ze ons bezochten, namen ze dat vaak mee. Verder heb ik twee Nederlandse tatoeages: op mijn onderarm staat ‘Oranje Boven’ en op mijn schouder heb ik de Nederlandse leeuw laten zetten. Ik ken het Wilhelmus nog niet uit mijn hoofd. In Amerika spelen ze voor elke wedstrijd – ook al is het een honkbalwedstrijd voor junioren – het volkslied. Dat is hier natuurlijk niet, maar ik ga het leren.” Arno: “Wist je trouwens dat Caspar wel Links Rechts van Snollebollekes uit zijn hoofd kent? Dat is wel makkelijk aangezien Rob Kemps de huldigingen in het TeamNL-huis doet deze zomer in Parijs.” Arno, in Tokio deed Caspar wel al mee, maar vormde hij nog niet echt een bedreiging. Drie jaar later is dat anders. Is jullie relatie nog vriendschappelijk of heb je toch vaak de gedachte dat je zijn hoofd er het liefst af zou draaien? Arno, lachend: “Als we het startblok opklimmen en het water induiken, dan is het oorlog. Dat voel ik zo. Maar zodra we zijn gefinisht, zijn we echt weer vrienden.” Caspar: “Ik zie Arno echt als een vriend. Ik denk voor en tijdens de race niet aan vriendschap of vijandigheid, probeer me op mezelf te richten en niet te denken aan wie er naast me ligt. Ik kom om zo snel mogelijk te zwemmen. Voor een race zit ik in een tunnel, ik denk aan niets anders dan waarvoor ik de afgelopen jaren heb getraind.” Arno: “Als Mark iets unieks zou ontdekken in mijn slag dat tijdwinst oplevert, zal hij dat niet geheimhouden voor Caspar. Er is überhaupt een open dynamiek in ons team. Naar de buitenwereld zijn er wel dingen die we niet vertellen, maar onderling proberen we samen zo goed mogelijk te worden.” Je gunt hem dus de wereld, maar eigenlijk wil je toch gewoon alleen boven op de apenrots staan? Arno: “Is er weleens dubbel goud op de Spelen gehaald in het zwemmen, dus dat er twee winnaars zijn? Je had die hoogspringers in Tokio die het op een dealtje gooiden, al kwamen zij niet voor hetzelfde land uit. Als dat bij ons zou kunnen, teken ik daar meteen voor.” Wanneer komen jullie met een tevreden gevoel terug uit Parijs? Tes: “Ik wil graag terugkijken en denken dat we echt een te gekke tijd hebben gehad met z’n allen. Vroeger dacht ik nooit dat ik een team nodig had, tegenwoordig ben ik ervan overtuigd. Als iemand anders niet goed zwemt, dan voel ik dat ook.” Arno: “Ons geluk en of de Spelen slagen of niet, dat hangt niet van de resultaten af. We willen niet één geweldige week hebben, we willen het mooiste jaar uit ons leven hebben gehad. Natuurlijk kun je doodziek zijn als je geen medaille hebt gehaald, maar die zijn op de Olympische Spelen nooit een cadeautje. Alles moet kloppen, zoals die week in Tokio. En ik voel het: er zit nog meer in dan toen.'' Helden Magazine nummer 72 Het interview met Tes Schouten, Arno Kamminga en Caspar Corbeau komt voort uit Helden Magazine nummer 72. Het extra dikke zomernummer van Helden staat volledig in het teken van drie grote sportevenementen: het EK voetbal in Duitsland, de Tour de France en de Olympische Spelen in Parijs. Op de cover van de 204 pagina's tellende editie schitteren drie rolmodellen van wereldklasse uit de Nederlandse atletiek: Femke Bol, Sifan Hassan en Lieke Klaver. Wat is het geheim van hun succes? Experts zoals Ellen van Langen, Caroline Feith, Bart Bennema en Gregory Sedoc delen hun inzichten. EK voetbal De sportzomer van 2024 wordt afgetrapt met het EK voetbal, dat op 14 juni begint. In deze Helden een verhaal over Ronald Koeman. Onder andere Frank Rijkaard, Ruud Gullit, broer Erwin Koeman, Guus Hiddink, Jordi Cruijff en Rafael van der Vaart delen hun mening over de bondscoach van het Nederlands elftal. Verder ging Helden naar Milaan voor een interview met revelatie Tijjani Reijnders en zijn vrouw. Daley Blind 106-voudig international - bespreekt zijn indrukwekkende carrière aan de hand van foto’s. Brian Brobbey over de bondscoach, Marco van Basten, zijn toekomst, zijn roots en racisme. Arie Haan gaat vijftig jaar terug in de tijd, naar het WK voetbal in West-Duitsland dat eindigde met een nationaal trauma. Jan Wouters blikt terug op het gewonnen EK van 1988, ook in Duitsland. Het is nog altijd de enige hoofdprijs van Oranje. Tour de France  Na het EK volgt de Tour de France, van 29 juni tot en met 21 juli. In deze Helden lees je een interview met sprinter Fabio Jakobsen en een portret van Mathieu van der Poel, die ook de olympische wegwedstrijd in Parijs rijdt. Jeroen Blijlevens en Steven de Jongh, ploegleiders bij Lidl-Trek, vertellen hun verhaal, en we vragen ons af: kan Sepp Kuss na de Vuelta ook de Tour winnen? Olympische Spelen De Olympische Spelen vinden plaats van 26 juli tot en met 11 augustus. Chef de mission Pieter van den Hoogenband kijkt terug op zijn gouden race twintig jaar geleden. Turnster Sanne Wevers bereidt zich voor op haar laatste kunstje, baanwielrenner Harrie Lavreysen spreekt over hoge verwachtingen, en BMX’er Niek Kimmann over zijn post-olympische dip. Sharon van Rouwendaal gaat voor goud in het openwater, roeizussen Bente en Ilse Paulis geven een dubbelinterview, en Simone van de Kraats hoopt op goud in het waterpolo. Voor het eerst sinds 1992 plaatse een Nederlands duo zich op de 500 meter kanosprint voor de Spelen. Hoog tijd om kennis te maken met Selma Konijn en Ruth Vorsselman. Triatlontopper Maya Kingma stelde ernstige misstanden aan de kaak binnen het topsportprogramma van de triatlonbond. Dat werd de triatleet niet door iedereen in dank afgenomen. Joost Luiten is sinds kort vader en worstelde met golfyips. In aanloop naar de KLM Open, die hij twee keer won, doet hij zijn verhaal.
Tes Schouten, Arno Kamminga en Caspar Corbeau Arno Kamminga (28), Caspar Corbeau (23) en Tes Schouten (23) zijn trainingsgenoten en schoolslagspecialisten van wereldformaat. Bij de Spelen in Parijs gelden ze alle drie als medaillekandidaten. Wat zit er toch in het water van het Amsterdamse Sloterparkbad dat de successen op de in Nederland jarenlang minst succesvolle slag je daar om de oren vliegen? Het supertrio voor Helden Magazine nummer 72 in gesprek met oud-topzwemmer Nick Driebergen over O-benen, stroopwafels en jaloezie. “Wij spelen alleen nog maar Champions League.” [caption id="attachment_20127" align="aligncenter" width="1920"] Tes Schouten[/caption] Pieter van den Hoogenband, Inge de Bruijn, Ranomi Kromowidjojo, Marleen Veldhuis, Femke Heemskerk; allemaal maakten ze furore op de borstcrawl. Nederland werd jarenlang gezien als een ‘vrijeslagland’. Tegenwoordig is alles anders. Er waait een nieuwe wind door het zwembad die een andere slag heeft meegenomen: de schoolslag. Wie is er niet groot mee geworden? Maar in het Nederlandse topzwemmen was de slag heel lang het ondergeschoven en achtergebleven kindje. Nu niet meer. ‘We’ hebben op de Spelen in Parijs drie schoolslagtroeven. Arno Kamminga won bij de Spelen in Tokio twee zilveren medailles. Caspar Corbeau, in Amerika opgegroeid met een Nederlandse vader en Amerikaanse moeder, is een recent ontdekte parel. Met zijn EK-goud op de kortebaan en WK-zilver op de langebaan hijgt hij in de nek van Arno. En dan is daar nog Tes Schouten, van jongs af aan al in het bezit van uitzonderlijk veel talent en dat liet ze afgelopen jaar ook zien bij de senioren. Ze is regerend Europees- en wereldkampioen op de 200 meter schoolslag. Is Parijs het eerste waar jullie aan denken als je ’s morgens opstaat? Arno: “Het gaat elke week meer borrelen. Als de training lekker loopt, zie ik me al in Parijs staan. In aanloop naar de Spelen van Tokio hing er een Japanse vlag in mijn kamer. Er hangt nu geen Franse vlag en ik ontbijt ook niet iedere ochtend met croissants. Ik heb niets meer nodig om mezelf eraan te herinneren waar ik het allemaal voor doe.” Tes: “Ik voel élke training dat de Spelen eraan komen. Als ik er doorheen zit en ik denk aan Parijs, dan geeft me dat automatisch een oppepper. Het maakt me alert. Voor de Spelen van Tokio had ik geen idee wat ik kon verwachten, het was mijn olympisch debuut. We hoeven dit keer gelukkig niet de hele dag mondkapjes te dragen.” Zijn jullie al eens in Parijs geweest? Caspar: “Nog nooit, zelfs niet eens in Frankrijk. Ik moet als halve Amerikaan nog heel wat gaan ontdekken in Europa. Mijn ouders komen in de zomer deze kant op om ons te zien zwemmen.” Tes: “Mijn ouders hebben inmiddels ook alles geregeld. Het gevolg: een lege portemonnee. Maar je moet er iets voor overhebben, toch?” Arno: “Ik ben wel al een paar keer naar Parijs geweest, en natuurlijk ook in Disneyland.” Schoolslagafstelling Tes, Arno en Caspar wonen en trainen in Amsterdam. Borstcrawlsprinter Kenzo Simons – kleinzoon van voormalig president van Suriname Jules Wijdenbosch – completeert het team. De touwtjes zijn stevig in handen van coach Mark Faber. Hij werd na de Spelen van Tokio aangesteld als hoofdcoach van het Nederlandse zwemmen, maar legde die taak vorige zomer neer om zich volledig te kunnen focussen op zijn vier pupillen. In jullie team van vier zitten drie wereldtoppers op de schoolslag. Dat is toch een beetje alsof Ajax nooit een fatsoenlijke spits had en er nu opeens drie Zlatans zijn. Hoe kan dat ineens? Arno: “Het is een combinatie van het koppie en een geweldig trainingsplan. Mark houdt ons scherp in alles wat wij doen. Als je zou uitrekenen hoeveel uur die man op jaarbasis in ons steekt... Hij is bezeten. In grote lijnen hebben wij alle drie hetzelfde plan, maar ieder lijf is anders. De aanpak is extreem op maat gemaakt. Wij hebben het heel goed voor elkaar in Amsterdam, wereldwijd is het aantal teams dat het zo goed heeft als wij maar op één hand te tellen.” Tes: “Mark kijkt ook verder dan het pure zwemmen. Hij helpt ons met het mentale aspect van topsport. Je kunt niet elke race een nieuw record zwemmen, maar je kunt wel racen alsof elke wedstrijd de belangrijkste van je leven is.” Arno: “We zijn in aanloop naar de Spelen heel weinig thuis geweest. Dat was bij vorige generaties wel anders. Zij deden vier wedstrijden en twee trainingskampen per jaar, deden aan trainingszwemmen en wij aan wedstrijdzwemmen. Elke wedstrijd moet top zijn; wij spelen alleen nog maar Champions League.” Arno: 'We zijn in aanloop naar de Spelen weinig thuis geweest. Dat was bij vorige generaties wel anders. Elke wedstrijd moet top zijn; wij spelen alleen nog maar Champions League.' Is het geheim ook niet gewoon: keihard trainen? Tes: “Wij waren laatst op trainingskamp in Zuid-Afrika en daar was de Nederlandse atletiekploeg ook. Zij verbaasden zich over onze trainingsomvang. Als wij kapot in bed lagen na de training lagen zij aan het zwembad bruin te worden en lekker te influencen.” Arno: “Het is natuurlijk lastig te vergelijken. Atleten hebben veel meer last van fysieke impact: zij rennen, springen, raken de grond. Wij zijn gewichtloos. Maar als je kijkt naar Femke Bol: de afstanden zijn qua tijd redelijk gelijk. Haar 400 meter horden of gewone 400 meter is te vergelijken met onze 100 meter schoolslag.” [caption id="attachment_20507" align="aligncenter" width="1920"] Arno Kamminga[/caption] Tes: “Zij trainden in Zuid-Afrika vaak één keer per dag, hadden in de gym geregeld hun tweede training. Wij trainen eigenlijk standaard drie keer per dag. Dat is wel echt een verschil.” Caspar: “Daar kan ik wel jaloers op worden. Maar elke sport en elk lichaam heeft een andere aanpak nodig.” Als ik vier verschillende zwemmers op een rijtje zet: kun je dan aan het lijf meteen zien wie de schoolslagzwemmer is? Arno: “Meestal zijn het wat kleinere mensen, die iets breder zijn en van wie de voeten naar buiten staan. Onze bovenbenen zijn ook wat verder ontwikkeld, wat groter.” Tes: “Ik kan niet zeggen dat ik per se trots ben op mijn schoolslaglijf. In het water ben ik gespierd en sterk, maar als ik in een discotheek sta in een topje kan ik wel denken: gatver, dit klopt niet. Misschien overdrijf ik, want ik ben hartstikke blij, maar dat zijn wel momenten dat ik zie dat ik anders ben dan vriendinnen.” Tes: 'Ik kan niet zeggen dat ik per se trots ben op mijn schoolslaglijf. Als ik in een discotheek sta in een topje kan ik wel denken: gatver, dit klopt niet.' Arno: “Maar ons lichaam is weer niet te vergelijken met dat van baanwielrenner Harrie Lavreysen. Wij kunnen nog wel normale broeken kopen. Die bovenbenen van hem... Het is bij ons denk ik niet buitenproportioneel.” Caspar: “Ik ben niet per se blij met mijn lichaam, wel met wat ik ermee kan. Wij staan niet in de gym om het er zo mooi mogelijk uit te laten zien.” Arno: “Of wij nou superafgetraind zijn of niet: als we die gouden medaille maar pakken.” Ik heb weleens gehoord dat Caspar enorme voeten heeft... Caspar: “Mijn trainer roept dat ik schoenmaat 50 heb, maar hij overdrijft graag: het is maat 49... Natuurlijk helpt dat, ik kan meer water wegtrappen.” Caspar: 'Mijn trainer roept dat ik schoenmaat 50 heb, maar hij overdrijft graag: het is maat 49... Natuurlijk helpt dat, ik kan meer water wegtrappen.' Tes: “Mijn voeten staan naar buiten, een soort O-benen dus. Maar daardoor stuw ik wel makkelijker het water weg.” Caspar: “Ik ben ook nog eens meer dan twee meter lang en dat is best uitzonderlijk voor een schoolslagzwemmer.” Tes: “Ik ben niet zo groot, iets van 1,70 meter. Maar ik denk dat schoolslag de enige slag is waar je ermee kunt wegkomen als je niet zo lang bent. Bij andere slagen is lengte meer bepalend.” Arno: “In de jeugdjaren zijn alle zwemmers nagenoeg gelijk. Maar je lichaam gaat zich vormen naar de zwemslag die je intensief beoefent. Voorheen kon ik nog wel vlinderslag, maar dat lukt niet meer. Mijn lijf staat in de schoolslagafstelling.” Grote bovenbenen zijn dus doorslaggevend voor jullie drie. Hoe zit het dan met de armen? Arno: “Ik doe in trainingen wel wat andere dingen dan Tes en Caspar. Ik gebruik bijvoorbeeld loodgordels om mijn armen te trainen. Daar maakte ik vanaf 2019 echt het verschil mee, daardoor maakte ik de stap van top naar wereldtop. Tes is juist sterker qua beenslag, daar onderscheidt zij zich mee.” Caspar: “Bij mij zijn mijn benen ook veel sterker.” [caption id="attachment_20509" align="aligncenter" width="1920"] Caspar Corbeau[/caption] Dus met de armen van Arno en de benen van Tes en Caspar zou Frankenstein helemaal los kunnen gaan? Tes: “Als je de armen van Arno zou kunnen combineren met de benen van Caspar en mij krijg je de perfecte schoolslagzwemmer, denk ik.” Zou je kunnen zeggen dat jullie verliefd zijn op de schoolslag? Caspar: “Natuurlijk! Ik kan daar zo van genieten.” Tes: “Nou, ik ben er echt niet verliefd op, hoor. Maar ik denk dat ik daarin wel een beetje anders ben dan Arno en Caspar. Als ik kijk naar Arno, hoe hij van zwemmen houdt...” Arno: “We zijn er vooral verliefd op omdat het goed gaat. Omdat we de grenzen opzoeken. We spelen dit spel, worden er steeds beter in en willen de beste worden. Ik kan ook 24/7 over zwemmen praten. Tes wordt daar helemaal gek van. Die is heel anders.” Tes: “Wat ik wel echt leuk vind, is de technische kant. Ik had laatst wedstrijden in Zweden en daar liep het voor geen meter. Een week later had ik de techniek beter onder controle en zwom ik twee seconden sneller. Het is eigenlijk een heel inefficiënte zwemslag, één kleine aanpassing maakt al een groot verschil.” Maar de schoolslag is ook een slag die wij als kind allemaal hebben aangeleerd. En veel mensen hebben de borstcrawl nooit geleerd. Arno: “Ja, dus als wij zeggen: we zijn de beste van de wereld, dan zijn we ook écht de beste van de wereld. Dat is toch tof? Juist dat technische aspect maakt het zo mooi, het is een puzzel die nooit af is.” Tes: “Als je deze zomer naar de olympische finale kijkt, zie je acht zwemmers met acht verschillende technieken. Dus hoewel wij drie dezelfde trainer hebben, is mijn techniek toch weer anders dan die van Arno en Caspar.” Vrijgesproken Vorig jaar werd bekend dat zwembond KNZB onderzoek liet doen naar het functioneren van Mark Faber. Hij zou als hoofdcoach van het olympisch programma ongepast gedrag hebben vertoond. Het onderzoek duurde een half jaar, maar er kwamen geen onoorbare zaken aan het licht. Dat betekent dat Faber deze zomer gewoon langs de rand van het zwembad in Parijs zal staan. Een enorme opluchting voor Tes, Caspar en Arno. Nu de coach van alle blaam is gezuiverd, wil het team zich weer richten op sportieve en positieve zaken. Hoe was de situatie rondom Mark Faber voor jullie? Arno: “Het was een hele vervelende situatie, voor iedereen. Het heeft lang geduurd, maar gelukkig ligt het nu achter ons. Daar wil ik het eigenlijk bij laten, want we willen ons nu vooral richten op hard zwemmen in Parijs.” Te gekke tijd Gezien zijn twee zilveren olympische plakken in Tokio is Arno dé man waarop gejaagd gaat worden. Vooral ook door zijn teamgenoot Caspar, die zich sinds september in Amsterdam heeft gevestigd. Steeds vaker lukt het hem om Arno te verslaan. In Parijs strijden ze allebei om de medailles. [caption id="attachment_20508" align="aligncenter" width="2560"] Tes Schouten, Arno Kamminga en Caspar Corbeau[/caption] Caspar, hoe gaat het met je Nederlands? Caspar: “Duolingo is soms mijn beste vriend. Ik begrijp alles best wel goed. Praten gaat nog niet top, maar ik moet bekennen: ik ben er ook wel lui mee. Binnen het team spreken ze Engels met me. Maar in de supermarkt praat ik wel Nederlands. Ik trainde hiervoor aan de universiteit van Texas en dat was absoluut niet professioneel. Een stel achttienjarige jongens die elke dag stomme dingen deden. Het is hier allemaal zoveel beter geregeld en ook veel leuker.” Ben jij überhaupt opgevoed met Sinterklaas en boerenkool? Caspar: “Nee, helemaal niet. Ik ken nu Jan Smit en eet pindakaas. Maar wat nog het meest Nederlands is aan mij: ik ben gek op stroopwafels. Mijn grootouders kwamen uit Rotterdam en als ze ons bezochten, namen ze dat vaak mee. Verder heb ik twee Nederlandse tatoeages: op mijn onderarm staat ‘Oranje Boven’ en op mijn schouder heb ik de Nederlandse leeuw laten zetten. Ik ken het Wilhelmus nog niet uit mijn hoofd. In Amerika spelen ze voor elke wedstrijd – ook al is het een honkbalwedstrijd voor junioren – het volkslied. Dat is hier natuurlijk niet, maar ik ga het leren.” Arno: “Wist je trouwens dat Caspar wel Links Rechts van Snollebollekes uit zijn hoofd kent? Dat is wel makkelijk aangezien Rob Kemps de huldigingen in het TeamNL-huis doet deze zomer in Parijs.” Arno, in Tokio deed Caspar wel al mee, maar vormde hij nog niet echt een bedreiging. Drie jaar later is dat anders. Is jullie relatie nog vriendschappelijk of heb je toch vaak de gedachte dat je zijn hoofd er het liefst af zou draaien? Arno, lachend: “Als we het startblok opklimmen en het water induiken, dan is het oorlog. Dat voel ik zo. Maar zodra we zijn gefinisht, zijn we echt weer vrienden.” Caspar: “Ik zie Arno echt als een vriend. Ik denk voor en tijdens de race niet aan vriendschap of vijandigheid, probeer me op mezelf te richten en niet te denken aan wie er naast me ligt. Ik kom om zo snel mogelijk te zwemmen. Voor een race zit ik in een tunnel, ik denk aan niets anders dan waarvoor ik de afgelopen jaren heb getraind.” Arno: “Als Mark iets unieks zou ontdekken in mijn slag dat tijdwinst oplevert, zal hij dat niet geheimhouden voor Caspar. Er is überhaupt een open dynamiek in ons team. Naar de buitenwereld zijn er wel dingen die we niet vertellen, maar onderling proberen we samen zo goed mogelijk te worden.” Je gunt hem dus de wereld, maar eigenlijk wil je toch gewoon alleen boven op de apenrots staan? Arno: “Is er weleens dubbel goud op de Spelen gehaald in het zwemmen, dus dat er twee winnaars zijn? Je had die hoogspringers in Tokio die het op een dealtje gooiden, al kwamen zij niet voor hetzelfde land uit. Als dat bij ons zou kunnen, teken ik daar meteen voor.” Wanneer komen jullie met een tevreden gevoel terug uit Parijs? Tes: “Ik wil graag terugkijken en denken dat we echt een te gekke tijd hebben gehad met z’n allen. Vroeger dacht ik nooit dat ik een team nodig had, tegenwoordig ben ik ervan overtuigd. Als iemand anders niet goed zwemt, dan voel ik dat ook.” Arno: “Ons geluk en of de Spelen slagen of niet, dat hangt niet van de resultaten af. We willen niet één geweldige week hebben, we willen het mooiste jaar uit ons leven hebben gehad. Natuurlijk kun je doodziek zijn als je geen medaille hebt gehaald, maar die zijn op de Olympische Spelen nooit een cadeautje. Alles moet kloppen, zoals die week in Tokio. En ik voel het: er zit nog meer in dan toen.'' Helden Magazine nummer 72 Het interview met Tes Schouten, Arno Kamminga en Caspar Corbeau komt voort uit Helden Magazine nummer 72. Het extra dikke zomernummer van Helden staat volledig in het teken van drie grote sportevenementen: het EK voetbal in Duitsland, de Tour de France en de Olympische Spelen in Parijs. Op de cover van de 204 pagina's tellende editie schitteren drie rolmodellen van wereldklasse uit de Nederlandse atletiek: Femke Bol, Sifan Hassan en Lieke Klaver. Wat is het geheim van hun succes? Experts zoals Ellen van Langen, Caroline Feith, Bart Bennema en Gregory Sedoc delen hun inzichten. EK voetbal De sportzomer van 2024 wordt afgetrapt met het EK voetbal, dat op 14 juni begint. In deze Helden een verhaal over Ronald Koeman. Onder andere Frank Rijkaard, Ruud Gullit, broer Erwin Koeman, Guus Hiddink, Jordi Cruijff en Rafael van der Vaart delen hun mening over de bondscoach van het Nederlands elftal. Verder ging Helden naar Milaan voor een interview met revelatie Tijjani Reijnders en zijn vrouw. Daley Blind 106-voudig international - bespreekt zijn indrukwekkende carrière aan de hand van foto’s. Brian Brobbey over de bondscoach, Marco van Basten, zijn toekomst, zijn roots en racisme. Arie Haan gaat vijftig jaar terug in de tijd, naar het WK voetbal in West-Duitsland dat eindigde met een nationaal trauma. Jan Wouters blikt terug op het gewonnen EK van 1988, ook in Duitsland. Het is nog altijd de enige hoofdprijs van Oranje. Tour de France  Na het EK volgt de Tour de France, van 29 juni tot en met 21 juli. In deze Helden lees je een interview met sprinter Fabio Jakobsen en een portret van Mathieu van der Poel, die ook de olympische wegwedstrijd in Parijs rijdt. Jeroen Blijlevens en Steven de Jongh, ploegleiders bij Lidl-Trek, vertellen hun verhaal, en we vragen ons af: kan Sepp Kuss na de Vuelta ook de Tour winnen? Olympische Spelen De Olympische Spelen vinden plaats van 26 juli tot en met 11 augustus. Chef de mission Pieter van den Hoogenband kijkt terug op zijn gouden race twintig jaar geleden. Turnster Sanne Wevers bereidt zich voor op haar laatste kunstje, baanwielrenner Harrie Lavreysen spreekt over hoge verwachtingen, en BMX’er Niek Kimmann over zijn post-olympische dip. Sharon van Rouwendaal gaat voor goud in het openwater, roeizussen Bente en Ilse Paulis geven een dubbelinterview, en Simone van de Kraats hoopt op goud in het waterpolo. Voor het eerst sinds 1992 plaatse een Nederlands duo zich op de 500 meter kanosprint voor de Spelen. Hoog tijd om kennis te maken met Selma Konijn en Ruth Vorsselman. Triatlontopper Maya Kingma stelde ernstige misstanden aan de kaak binnen het topsportprogramma van de triatlonbond. Dat werd de triatleet niet door iedereen in dank afgenomen. Joost Luiten is sinds kort vader en worstelde met golfyips. In aanloop naar de KLM Open, die hij twee keer won, doet hij zijn verhaal.

Zwemmen

Sharon van Rouwendaal: ‘Ik heb van die rare dingen’

Sharon van Rouwendaal Openwaterzwemster Sharon van Rouwendaal werd olympisch kampioen in Rio in 2016 en won vijf jaar later zilver in Tokio. Dat ze op haar dertigste nog altijd een van de topfavorieten is voor het goud in Parijs deze zomer, bewees ze op het WK in Doha dit jaar waar ze de titel won op de 10 kilometer én de niet-olympische 5 kilometer. De rode draad in haar leven? Excentrieke coaches. Een gesprek in Helden Magazine nummer 72 aan de hand van thema’s. Wereldtitels “Mijn overwinningen in Doha, begin dit jaar, kwamen op zo’n fijn moment. De wereldtitels op de 5 en 10 kilometer kwamen van ver. Op het WK een jaar eerder, in Fukuoka, werd ik op een tiende vierde op de 10 kilometer en liep daardoor ook een olympisch ticket mis. Een paar maanden later wilde ik heel graag het eindklassement van de World Cup winnen, dat was me nog nooit gelukt. In de laatste wedstrijd werd ik er weer op een tiende uitgetikt door een Duitse concurrent, waardoor ik tweede werd in het eindklassement. Ik was er helemaal klaar mee. In januari gingen we twee weken naar Zuid-Afrika op trainingskamp. Daar hervond ik het plezier. Er stond muziek op en we trainden buiten. Normaal gesproken gaan wij op trainingskamp naar de Sierra Nevada. Drie maanden per jaar zit ik op hoogte. We zitten dan op een berg, als je diepgaat, kun je nauwelijks ademhalen. Ik krijg daar zelfs kokhalsneigingen. We trainen in Spanje altijd binnen, het eten is er vreselijk, je kunt nergens anders naartoe. In Zuid-Afrika kreeg ik mijn energie weer terug, ik merkte dat ik juist meer wilde doen dan het schema voorschreef. Ik zei tegen mijn coach: wat is mijn record in een week qua kilometers? Dat was 109. Ik dacht: hoe mooi zou het zijn als ik op mijn dertigste dat record kan verbreken? Het lukte. Drie weken later was het WK in Doha. Ik ging er met heel veel vertrouwen naartoe. Ik voelde al dat ik de 10 kilometer zou winnen. Tegen de Nederlandse bondscoach Thijs Hagelstein zei ik: het zit goed. Hij zag ook weer een Sharon vol vertrouwen en moest huilen toen ik won. Een paar dagen later was de 5 kilometer. Mentaal was ik heel moe, maar ik dacht: ik heb niks te verliezen. Ik ging er meteen voor, zwom veel op kop. De laatste 200 meter ging het tussen mij en een andere zwemster. Ik kwam los van haar, had nog energie om te gaan. Toen was ik ineens dubbel wereldkampioen.” Je werd olympisch kampioen in Rio in 2016, werd in 2022 voor het eerst wereldkampioen en je werd al verschillende keren Europees kampioen. Hoe voelen deze twee titels ten opzichte van eerdere titels? “Nu ik ouder word, begin ik me te realiseren hoe zwaar het is om een medaille te winnen, hoeveel je er in je privéleven ook voor moet laten. Als ik nu een weekje in Nederland ben, voel ik me niet schuldig. Dat had ik vroeger toen ik in Frankrijk trainde wel. Ik merk nu: als ik even afstand kan nemen, kom ik daarna veel sterker terug. Toen ik twee weken in Pretoria was, had ik dat ook: nieuwe energie. In de Sierra Nevada ben ik juist zo’n ‘Duitse’ Sharon; zonder emotie, net als mijn teamgenoten. Ze zwemmen heel hard, hoor, maar het is niet dat ze even lekker een muziekje opzetten bij de warming-up. Ik vroeg aan mijn coach of ik het trainingskamp in maart weer in Zuid-Afrika mocht doen. Dan zou ik weer buiten trainen, met muziek en positieve mensen om mij heen. Mijn coach zei: ‘Eerst maar eens kijken hoe het in Doha gaat.’ Nou, dat gaf mij extra motivatie.” Lachend: “Toen ik had gewonnen, was dat het eerste waar ik aan dacht.” Voor jou nooit meer Sierra Nevada? “Het compromis was: ik doe Pretoria, en dan nog één keer de Sierra Nevada voordat ik naar de Spelen ga.” Helden Magazine nummer 72 Het eerste gedeelte van het interview met Sharon van Rouwendaal komt voort uit Helden Magazine nummer 72. Het extra dikke zomernummer van Helden staat volledig in het teken van drie grote sportevenementen: het EK voetbal in Duitsland, de Tour de France en de Olympische Spelen in Parijs. Op de cover van de 204 pagina's tellende editie schitteren drie rolmodellen van wereldklasse uit de Nederlandse atletiek: Femke Bol, Sifan Hassan en Lieke Klaver. Wat is het geheim van hun succes? Experts zoals Ellen van Langen, Caroline Feith, Bart Bennema en Gregory Sedoc delen hun inzichten. EK voetbal De sportzomer van 2024 wordt afgetrapt met het EK voetbal, dat op 14 juni begint. In deze Helden een verhaal over Ronald Koeman. Onder andere Frank Rijkaard, Ruud Gullit, broer Erwin Koeman, Guus Hiddink, Jordi Cruijff en Rafael van der Vaart delen hun mening over de bondscoach van het Nederlands elftal. Verder ging Helden naar Milaan voor een interview met revelatie Tijjani Reijnders en zijn vrouw. Daley Blind 106-voudig international - bespreekt zijn indrukwekkende carrière aan de hand van foto’s. Brian Brobbey over de bondscoach, Marco van Basten, zijn toekomst, zijn roots en racisme. Arie Haan gaat vijftig jaar terug in de tijd, naar het WK voetbal in West-Duitsland dat eindigde met een nationaal trauma. Jan Wouters blikt terug op het gewonnen EK van 1988, ook in Duitsland. Het is nog altijd de enige hoofdprijs van Oranje. Tour de France  Na het EK volgt de Tour de France, van 29 juni tot en met 21 juli. In deze Helden lees je een interview met sprinter Fabio Jakobsen en een portret van Mathieu van der Poel, die ook de olympische wegwedstrijd in Parijs rijdt. Jeroen Blijlevens en Steven de Jongh, ploegleiders bij Lidl-Trek, vertellen hun verhaal, en we vragen ons af: kan Sepp Kuss na de Vuelta ook de Tour winnen? Olympische Spelen De Olympische Spelen vinden plaats van 26 juli tot en met 11 augustus. Chef de mission Pieter van den Hoogenband kijkt terug op zijn gouden race twintig jaar geleden. Turnster Sanne Wevers bereidt zich voor op haar laatste kunstje, baanwielrenner Harrie Lavreysen spreekt over hoge verwachtingen, en BMX’er Niek Kimmann over zijn post-olympische dip. Roeizussen Bente en Ilse Paulis geven een dubbelinterview, en Simone van de Kraats hoopt op goud in het waterpolo. Bovendien gingen we op bezoek bij Tes Schouten, Caspar Corbeau en Arno Kamminga, de drie schoolslagmusketiers. Alle drie zijn ze een medaillekandidaat in Parijs. Voor het eerst sinds 1992 plaatse een Nederlands duo zich op de 500 meter kanosprint voor de Spelen. Hoog tijd om kennis te maken met Selma Konijn en Ruth Vorsselman. Triatlontopper Maya Kingma stelde ernstige misstanden aan de kaak binnen het topsportprogramma van de triatlonbond. Dat werd de triatleet niet door iedereen in dank afgenomen. Joost Luiten is sinds kort vader en worstelde met golfyips. In aanloop naar de KLM Open, die hij twee keer won, doet hij zijn verhaal.
Sharon van Rouwendaal Openwaterzwemster Sharon van Rouwendaal werd olympisch kampioen in Rio in 2016 en won vijf jaar later zilver in Tokio. Dat ze op haar dertigste nog altijd een van de topfavorieten is voor het goud in Parijs deze zomer, bewees ze op het WK in Doha dit jaar waar ze de titel won op de 10 kilometer én de niet-olympische 5 kilometer. De rode draad in haar leven? Excentrieke coaches. Een gesprek in Helden Magazine nummer 72 aan de hand van thema’s. Wereldtitels “Mijn overwinningen in Doha, begin dit jaar, kwamen op zo’n fijn moment. De wereldtitels op de 5 en 10 kilometer kwamen van ver. Op het WK een jaar eerder, in Fukuoka, werd ik op een tiende vierde op de 10 kilometer en liep daardoor ook een olympisch ticket mis. Een paar maanden later wilde ik heel graag het eindklassement van de World Cup winnen, dat was me nog nooit gelukt. In de laatste wedstrijd werd ik er weer op een tiende uitgetikt door een Duitse concurrent, waardoor ik tweede werd in het eindklassement. Ik was er helemaal klaar mee. In januari gingen we twee weken naar Zuid-Afrika op trainingskamp. Daar hervond ik het plezier. Er stond muziek op en we trainden buiten. Normaal gesproken gaan wij op trainingskamp naar de Sierra Nevada. Drie maanden per jaar zit ik op hoogte. We zitten dan op een berg, als je diepgaat, kun je nauwelijks ademhalen. Ik krijg daar zelfs kokhalsneigingen. We trainen in Spanje altijd binnen, het eten is er vreselijk, je kunt nergens anders naartoe. In Zuid-Afrika kreeg ik mijn energie weer terug, ik merkte dat ik juist meer wilde doen dan het schema voorschreef. Ik zei tegen mijn coach: wat is mijn record in een week qua kilometers? Dat was 109. Ik dacht: hoe mooi zou het zijn als ik op mijn dertigste dat record kan verbreken? Het lukte. Drie weken later was het WK in Doha. Ik ging er met heel veel vertrouwen naartoe. Ik voelde al dat ik de 10 kilometer zou winnen. Tegen de Nederlandse bondscoach Thijs Hagelstein zei ik: het zit goed. Hij zag ook weer een Sharon vol vertrouwen en moest huilen toen ik won. Een paar dagen later was de 5 kilometer. Mentaal was ik heel moe, maar ik dacht: ik heb niks te verliezen. Ik ging er meteen voor, zwom veel op kop. De laatste 200 meter ging het tussen mij en een andere zwemster. Ik kwam los van haar, had nog energie om te gaan. Toen was ik ineens dubbel wereldkampioen.” Je werd olympisch kampioen in Rio in 2016, werd in 2022 voor het eerst wereldkampioen en je werd al verschillende keren Europees kampioen. Hoe voelen deze twee titels ten opzichte van eerdere titels? “Nu ik ouder word, begin ik me te realiseren hoe zwaar het is om een medaille te winnen, hoeveel je er in je privéleven ook voor moet laten. Als ik nu een weekje in Nederland ben, voel ik me niet schuldig. Dat had ik vroeger toen ik in Frankrijk trainde wel. Ik merk nu: als ik even afstand kan nemen, kom ik daarna veel sterker terug. Toen ik twee weken in Pretoria was, had ik dat ook: nieuwe energie. In de Sierra Nevada ben ik juist zo’n ‘Duitse’ Sharon; zonder emotie, net als mijn teamgenoten. Ze zwemmen heel hard, hoor, maar het is niet dat ze even lekker een muziekje opzetten bij de warming-up. Ik vroeg aan mijn coach of ik het trainingskamp in maart weer in Zuid-Afrika mocht doen. Dan zou ik weer buiten trainen, met muziek en positieve mensen om mij heen. Mijn coach zei: ‘Eerst maar eens kijken hoe het in Doha gaat.’ Nou, dat gaf mij extra motivatie.” Lachend: “Toen ik had gewonnen, was dat het eerste waar ik aan dacht.” Voor jou nooit meer Sierra Nevada? “Het compromis was: ik doe Pretoria, en dan nog één keer de Sierra Nevada voordat ik naar de Spelen ga.” Helden Magazine nummer 72 Het eerste gedeelte van het interview met Sharon van Rouwendaal komt voort uit Helden Magazine nummer 72. Het extra dikke zomernummer van Helden staat volledig in het teken van drie grote sportevenementen: het EK voetbal in Duitsland, de Tour de France en de Olympische Spelen in Parijs. Op de cover van de 204 pagina's tellende editie schitteren drie rolmodellen van wereldklasse uit de Nederlandse atletiek: Femke Bol, Sifan Hassan en Lieke Klaver. Wat is het geheim van hun succes? Experts zoals Ellen van Langen, Caroline Feith, Bart Bennema en Gregory Sedoc delen hun inzichten. EK voetbal De sportzomer van 2024 wordt afgetrapt met het EK voetbal, dat op 14 juni begint. In deze Helden een verhaal over Ronald Koeman. Onder andere Frank Rijkaard, Ruud Gullit, broer Erwin Koeman, Guus Hiddink, Jordi Cruijff en Rafael van der Vaart delen hun mening over de bondscoach van het Nederlands elftal. Verder ging Helden naar Milaan voor een interview met revelatie Tijjani Reijnders en zijn vrouw. Daley Blind 106-voudig international - bespreekt zijn indrukwekkende carrière aan de hand van foto’s. Brian Brobbey over de bondscoach, Marco van Basten, zijn toekomst, zijn roots en racisme. Arie Haan gaat vijftig jaar terug in de tijd, naar het WK voetbal in West-Duitsland dat eindigde met een nationaal trauma. Jan Wouters blikt terug op het gewonnen EK van 1988, ook in Duitsland. Het is nog altijd de enige hoofdprijs van Oranje. Tour de France  Na het EK volgt de Tour de France, van 29 juni tot en met 21 juli. In deze Helden lees je een interview met sprinter Fabio Jakobsen en een portret van Mathieu van der Poel, die ook de olympische wegwedstrijd in Parijs rijdt. Jeroen Blijlevens en Steven de Jongh, ploegleiders bij Lidl-Trek, vertellen hun verhaal, en we vragen ons af: kan Sepp Kuss na de Vuelta ook de Tour winnen? Olympische Spelen De Olympische Spelen vinden plaats van 26 juli tot en met 11 augustus. Chef de mission Pieter van den Hoogenband kijkt terug op zijn gouden race twintig jaar geleden. Turnster Sanne Wevers bereidt zich voor op haar laatste kunstje, baanwielrenner Harrie Lavreysen spreekt over hoge verwachtingen, en BMX’er Niek Kimmann over zijn post-olympische dip. Roeizussen Bente en Ilse Paulis geven een dubbelinterview, en Simone van de Kraats hoopt op goud in het waterpolo. Bovendien gingen we op bezoek bij Tes Schouten, Caspar Corbeau en Arno Kamminga, de drie schoolslagmusketiers. Alle drie zijn ze een medaillekandidaat in Parijs. Voor het eerst sinds 1992 plaatse een Nederlands duo zich op de 500 meter kanosprint voor de Spelen. Hoog tijd om kennis te maken met Selma Konijn en Ruth Vorsselman. Triatlontopper Maya Kingma stelde ernstige misstanden aan de kaak binnen het topsportprogramma van de triatlonbond. Dat werd de triatleet niet door iedereen in dank afgenomen. Joost Luiten is sinds kort vader en worstelde met golfyips. In aanloop naar de KLM Open, die hij twee keer won, doet hij zijn verhaal.

Zwemmen

Ian Thorpe: Living Legend

Het is deze zomer twintig jaar geleden dat Ian Thorpe en Pieter van den Hoogenband het voor het laatst tegen elkaar opnamen. Waar ‘The Dutch Dolphin’ hem in ‘zijn’ Sydney versloeg op de 200 meter in 2000, was het ‘Thorpedo’ die het olympisch goud pakte in 2004 in Athene. Een legendarische wedstrijd die bekendstaat als ‘Race of the Century’, vanwege de aanwezigheid van die andere grootheid Michael Phelps, die het brons pakte. Voor Helden Magazine 71 spraken we af met Ian Thorpe. Toen een vriend van Pieter van den Hoogenband eind vorig jaar Sydney bezocht, was het Pieter die zijn Australische oud-collega, rivaal én vriend Ian Thorpe appte. Of hij een where-to-go- lijstje van de stad kon sturen en wat de naam van het favoriete restaurant van Ian ook alweer was. Het restaurant bleek vol te zitten, dus belde Ian zelf voor een tafel. Met succes. “Dat is wat vrienden doen voor elkaar, toch?” glimlacht de inmiddels 41-jarige winnaar van vijf olympische titels en elf wereldtitels op de langebaan. “Pieter en ik hebben nu sowieso vaker contact dan tijdens onze carrières. Vorige week stuurde hij me nog een berichtje.” [caption id="attachment_19684" align="alignnone" width="2000"] an Thorpe feliciteert Pieter van den Hoogenband na de olympische finale 200 meter vrije slag in 2000.[/caption] Jij kwam als special guest naar Eindhoven toen Pieter eind 2008 afscheid nam. Jij was toen al twee jaar gestopt. Wanneer is het contact closer geworden? “Toen we allebei zwommen, was het contact anders, minder intens. Uiteraard zagen we elkaar rondom wedstrijden, dat waren de momenten om bij te praten. Pieter leefde en trainde aan de andere kant van de wereld, inclusief tijdsverschil. Nadat we allebei stopten, was er meer tijd om contact te hebben en het over andere dingen te hebben.” Wat was de laatste keer dat jullie elkaar ‘in het echt’ zagen? Lachend: “Dat was een paar jaar geleden in Australië, het is nu dus mijn beurt om hem in Europa te bezoeken.” Gaat het tijdens de Spelen in Parijs gebeuren? Pieter is daar als chef de mission van TeamNL. “Ik zal daar zeker zijn, al weet ik nog niet precies in welke functie. Maar de kans dat we elkaar daar gaan zien is natuurlijk groot. Dat zou mooi zijn.” Golden Boy Ian geldt als een van de beste zwemmers aller tijden. Voetbal was zijn eerste sport, vanaf zijn achtste begon hij met zwemmen en records te verbreken. Ondanks zijn chloorallergie, waar hij uiteindelijk overheen groeide. Zijn schoenmaat 54 maakte grote indruk. De wereldwijde doorbraak van ‘Thorpedo’ vond plaats tijdens de Olympische Spelen van 2000 in Sydney. Op de eerste avond van het zwemtoernooi werd hij twee keer olympisch kampioen: op zowel de 400 meter vrije slag als op de 4x100 meter vrije slag, beide keren in een wereldrecord. Bij de Spelen in eigen land kwam de toen zeventienjarige Ian op in een revolutionair zwempak dat zijn hele lichaam bedekte. Jij werd vooraf al bestempeld als de Golden Boy. Had jij last van die torenhoge verwachtingen? “Niet echt. Het is natuurlijk niet normaal dat de hele natie en ook de rest van de wereld van een zeventienjarige verwacht dat hij gaat winnen. Er werd niet eens gedacht dat het níét zou lukken. Alle hoogwaardigheidsbekleders, inclusief de minister-president, waren aanwezig in het zwemstadion om mij goud te zien winnen. Want het was voor hen zeker dat dat ging gebeuren. Waar veel mensen niet bij stilstonden, was dat ik een stroeve voorbereiding op de Spelen kende doordat ik mijn enkel brak. Ik mocht een tijd niet trainen en kon mijn been niet volledig belasten in het water. Dat veranderde mijn aanloop naar Sydney. Iedereen vergat wat er aan mijn Spelen voorafging.” Helden Magazine 71 Het eerste gedeelte van het interview met Ian Thorpe is afkomstig uit de tweede uitgave van 2024. De 71ste editie van Helden Magazine is voor het eerst in België te bewonderen! Deze mijlpaal wordt gevierd met twee verschillende sporters op de cover: Estavana Polman in Nederland en Wout van Aert in België. In een openhartig interview deelt Estavana Polman, het gezicht van het Nederlandse handbalteam, haar verhaal over de voorbereidingen op het olympisch kwalificatietoernooi. Daarbij komen ook haar persoonlijke uitdagingen, zoals haar relatie met Rafael van der Vaart, het moederschap en haar blessures ter sprake. Alleskunner Wout van Aert laat dit jaar de Tour de France schieten en kiest voor het eerst voor de Giro d’Italia. De Belgische renner spreekt zich uit over het nieuwe traject, Mathieu van der Poel, Visma-Lease a Bike en de Olympische Spelen. In deze editie van Helden wordt er ook veel aandacht besteed aan voetbal. Esmee Brugts, bekroond als Talent van het Jaar, maakte afgelopen zomer een droomtransfer naar FC Barcelona. Experts laten zich daarnaast uit over Jerdy Schouten, de sleutelspeler van PSV, dat op weg is naar het landskampioenschap en het EK met Oranje in Duitsland. We blikken terug op de legendarische wedstrijd tegen Portugal tijdens het WK van 2006 met Khalid Boulahrouz en bezoeken verdediger Bart Nieuwkoop in Rotterdam. Met Manchester City won Kevin De Bruyne alles wat er te winnen valt. Kenners spreken zich uit over onder meer zijn weergaloze traptechniek en fabuleuze inzicht. In ‘De Dag Dat Alles Misging’ kijken Sigi Lens en Edu Nandlal terug op de vliegtuigcrash in Suriname. Ze hebben de verschrikkelijke SLM-ramp overleefd die zich 35 jaar geleden heeft voorgedaan. Verder in de 140 pagina’s tellende editie deelt marathonloopster Anne Luijten haar bewogen jaar met de lezers. Ze liep de olympische limiet, trouwde, maar verloor ook haar trouwste fan: vader Jos. Victoria Koblenko gaat in gesprek met Ranomi Kromowidjojo, drievoudig olympisch kampioen en zeventienvoudig wereldkampioen zwemmen. Kickbokslegende Peter Aerts, een grootheid in Japan, spreekt onder meer over het oprichten van zijn eigen bond LEGEND. Als laatste is de negentienjarige Collin Veijer de hoop van de Nederlandse motorsportfans, maar wie is hij?
Het is deze zomer twintig jaar geleden dat Ian Thorpe en Pieter van den Hoogenband het voor het laatst tegen elkaar opnamen. Waar ‘The Dutch Dolphin’ hem in ‘zijn’ Sydney versloeg op de 200 meter in 2000, was het ‘Thorpedo’ die het olympisch goud pakte in 2004 in Athene. Een legendarische wedstrijd die bekendstaat als ‘Race of the Century’, vanwege de aanwezigheid van die andere grootheid Michael Phelps, die het brons pakte. Voor Helden Magazine 71 spraken we af met Ian Thorpe. Toen een vriend van Pieter van den Hoogenband eind vorig jaar Sydney bezocht, was het Pieter die zijn Australische oud-collega, rivaal én vriend Ian Thorpe appte. Of hij een where-to-go- lijstje van de stad kon sturen en wat de naam van het favoriete restaurant van Ian ook alweer was. Het restaurant bleek vol te zitten, dus belde Ian zelf voor een tafel. Met succes. “Dat is wat vrienden doen voor elkaar, toch?” glimlacht de inmiddels 41-jarige winnaar van vijf olympische titels en elf wereldtitels op de langebaan. “Pieter en ik hebben nu sowieso vaker contact dan tijdens onze carrières. Vorige week stuurde hij me nog een berichtje.” [caption id="attachment_19684" align="alignnone" width="2000"] an Thorpe feliciteert Pieter van den Hoogenband na de olympische finale 200 meter vrije slag in 2000.[/caption] Jij kwam als special guest naar Eindhoven toen Pieter eind 2008 afscheid nam. Jij was toen al twee jaar gestopt. Wanneer is het contact closer geworden? “Toen we allebei zwommen, was het contact anders, minder intens. Uiteraard zagen we elkaar rondom wedstrijden, dat waren de momenten om bij te praten. Pieter leefde en trainde aan de andere kant van de wereld, inclusief tijdsverschil. Nadat we allebei stopten, was er meer tijd om contact te hebben en het over andere dingen te hebben.” Wat was de laatste keer dat jullie elkaar ‘in het echt’ zagen? Lachend: “Dat was een paar jaar geleden in Australië, het is nu dus mijn beurt om hem in Europa te bezoeken.” Gaat het tijdens de Spelen in Parijs gebeuren? Pieter is daar als chef de mission van TeamNL. “Ik zal daar zeker zijn, al weet ik nog niet precies in welke functie. Maar de kans dat we elkaar daar gaan zien is natuurlijk groot. Dat zou mooi zijn.” Golden Boy Ian geldt als een van de beste zwemmers aller tijden. Voetbal was zijn eerste sport, vanaf zijn achtste begon hij met zwemmen en records te verbreken. Ondanks zijn chloorallergie, waar hij uiteindelijk overheen groeide. Zijn schoenmaat 54 maakte grote indruk. De wereldwijde doorbraak van ‘Thorpedo’ vond plaats tijdens de Olympische Spelen van 2000 in Sydney. Op de eerste avond van het zwemtoernooi werd hij twee keer olympisch kampioen: op zowel de 400 meter vrije slag als op de 4x100 meter vrije slag, beide keren in een wereldrecord. Bij de Spelen in eigen land kwam de toen zeventienjarige Ian op in een revolutionair zwempak dat zijn hele lichaam bedekte. Jij werd vooraf al bestempeld als de Golden Boy. Had jij last van die torenhoge verwachtingen? “Niet echt. Het is natuurlijk niet normaal dat de hele natie en ook de rest van de wereld van een zeventienjarige verwacht dat hij gaat winnen. Er werd niet eens gedacht dat het níét zou lukken. Alle hoogwaardigheidsbekleders, inclusief de minister-president, waren aanwezig in het zwemstadion om mij goud te zien winnen. Want het was voor hen zeker dat dat ging gebeuren. Waar veel mensen niet bij stilstonden, was dat ik een stroeve voorbereiding op de Spelen kende doordat ik mijn enkel brak. Ik mocht een tijd niet trainen en kon mijn been niet volledig belasten in het water. Dat veranderde mijn aanloop naar Sydney. Iedereen vergat wat er aan mijn Spelen voorafging.” Helden Magazine 71 Het eerste gedeelte van het interview met Ian Thorpe is afkomstig uit de tweede uitgave van 2024. De 71ste editie van Helden Magazine is voor het eerst in België te bewonderen! Deze mijlpaal wordt gevierd met twee verschillende sporters op de cover: Estavana Polman in Nederland en Wout van Aert in België. In een openhartig interview deelt Estavana Polman, het gezicht van het Nederlandse handbalteam, haar verhaal over de voorbereidingen op het olympisch kwalificatietoernooi. Daarbij komen ook haar persoonlijke uitdagingen, zoals haar relatie met Rafael van der Vaart, het moederschap en haar blessures ter sprake. Alleskunner Wout van Aert laat dit jaar de Tour de France schieten en kiest voor het eerst voor de Giro d’Italia. De Belgische renner spreekt zich uit over het nieuwe traject, Mathieu van der Poel, Visma-Lease a Bike en de Olympische Spelen. In deze editie van Helden wordt er ook veel aandacht besteed aan voetbal. Esmee Brugts, bekroond als Talent van het Jaar, maakte afgelopen zomer een droomtransfer naar FC Barcelona. Experts laten zich daarnaast uit over Jerdy Schouten, de sleutelspeler van PSV, dat op weg is naar het landskampioenschap en het EK met Oranje in Duitsland. We blikken terug op de legendarische wedstrijd tegen Portugal tijdens het WK van 2006 met Khalid Boulahrouz en bezoeken verdediger Bart Nieuwkoop in Rotterdam. Met Manchester City won Kevin De Bruyne alles wat er te winnen valt. Kenners spreken zich uit over onder meer zijn weergaloze traptechniek en fabuleuze inzicht. In ‘De Dag Dat Alles Misging’ kijken Sigi Lens en Edu Nandlal terug op de vliegtuigcrash in Suriname. Ze hebben de verschrikkelijke SLM-ramp overleefd die zich 35 jaar geleden heeft voorgedaan. Verder in de 140 pagina’s tellende editie deelt marathonloopster Anne Luijten haar bewogen jaar met de lezers. Ze liep de olympische limiet, trouwde, maar verloor ook haar trouwste fan: vader Jos. Victoria Koblenko gaat in gesprek met Ranomi Kromowidjojo, drievoudig olympisch kampioen en zeventienvoudig wereldkampioen zwemmen. Kickbokslegende Peter Aerts, een grootheid in Japan, spreekt onder meer over het oprichten van zijn eigen bond LEGEND. Als laatste is de negentienjarige Collin Veijer de hoop van de Nederlandse motorsportfans, maar wie is hij?

Zwemmen

Ranomi Kromowidjojo: ‘Ik ben geen koele kikker’

Ranomi Kromowidjojo (33) won drie olympische titels en zeventien wereldtitels. Het leven lachte haar toe, zou je denken. In haar autobiografie Ranomi – gewonnen, gestreden en bovengekomen, die op 18 juni uitkomt, vertelt ze dat zij niet die koele kikker was bij wie alles maar aan kwam waaien. Victoria Koblenko ging langs bij de oud- zwemster die begin 2022 stopte, om met haar te praten over de levenslessen die zestien jaar topsport haar hebben gegeven. “Mensen vonden mij vaak een tikkeltje mysterieus.” Twee jaar nadat je je ‘zwempensioen’ aankondigde, komt je autobiografie Ranomi uit. Wanneer voelde je de noodzaak om je ervaringen te delen? “Er waren al eerder verzoeken van mensen om een boek met me te maken, maar die legde ik naast me neer. Als kind geloofde ik intuïtief al dat er op een dag een boek zou komen. Een paar jaar geleden kreeg dat idee al meer vorm, maar wist ik nog niet precies hoe en wat. Toen ik gestopt was, begin 2022, wist ik het zeker en kreeg ik er steeds meer een idee bij. Een jaar geleden nam ik zelf het initiatief om een boek te maken. Ik wilde het vooral op mijn manier zegt Ranomi in Helden Magazine 71.” En wat is jouw manier? “Ik wilde graag al mijn levenslessen bundelen. Jasper Boks, met wie ik het boek heb geschreven, en ik zijn een klein jaar geleden begonnen en voor mij was het belangrijk dat het voor de Olympische Spelen in Parijs, deze zomer, uit zou komen. Dat gaat lukken, vanaf juni ligt het boek in de winkels.” Puzzel Het boek is geschreven vanuit de ik- vorm. Zien we alleen jouw perceptie terug in het boek? “We hebben gesprekken gevoerd met heel veel mensen die een belangrijke rol hebben gespeeld in mijn carrière. We hebben al mijn coaches gesproken: Jeanet Mulder, Jacco Verhaeren, Marcel Wouda, Christiaan Sloof en Patrick Pearson, maar ook mijn ouders, broer, mentale begeleider, beste vriendin, Pieter van den Hoogenband, mijn man Ferry Weertman en collega’s als Inge Dekker en Femke Heemskerk. Dat zorgde voor een frisse invalshoek. Naast mijn eigen herinneringen hoorde ik ook hoe zij dingen hebben beleefd met mij. Femke, mijn teamgenoot in de estafetteploeg, maar in Nederland ook mijn grootste concurrente op – vooral – de 100 meter vrije slag, heeft zo’n briljant geheugen. Die weet nog exact wat we tegen elkaar zeiden tien minuten voor de WK-finale op de estafette in 2009. Haar inbreng, en die van alle andere mensen, zorgde dat mijn verhaal completer werd. Al die mensen hebben geholpen de puzzel te leggen.” Je hebt natuurlijk een ontelbaar aantal races gezwommen. Ik snap dat je niet alle details meteen paraat hebt. “Van sommige races weet ik nog heel veel, van andere toernooien weet ik alleen nog welk gevoel het bij me opriep en van sommige wedstrijden weet ik alleen nog hoe het hotel eruitzag.” Helden Magazine 71 Het eerste gedeelte van het interview met Ranomi Kromowidjojo is afkomstig uit de tweede uitgave van 2024. De 71ste editie van Helden Magazine is voor het eerst in België te bewonderen! Deze mijlpaal wordt gevierd met twee verschillende sporters op de cover: Estavana Polman in Nederland en Wout van Aert in België. In een openhartig interview deelt Estavana Polman, het gezicht van het Nederlandse handbalteam, haar verhaal over de voorbereidingen op het olympisch kwalificatietoernooi. Daarbij komen ook haar persoonlijke uitdagingen, zoals haar relatie met Rafael van der Vaart, het moederschap en haar blessures ter sprake. Alleskunner Wout van Aert laat dit jaar de Tour de France schieten en kiest voor het eerst voor de Giro d’Italia. De Belgische renner spreekt zich uit over het nieuwe traject, Mathieu van der Poel, Visma-Lease a Bike en de Olympische Spelen. In deze editie van Helden wordt er ook veel aandacht besteed aan voetbal. Esmee Brugts, bekroond als Talent van het Jaar, maakte afgelopen zomer een droomtransfer naar FC Barcelona. Experts laten zich daarnaast uit over Jerdy Schouten, de sleutelspeler van PSV, dat op weg is naar het landskampioenschap en het EK met Oranje in Duitsland. We blikken terug op de legendarische wedstrijd tegen Portugal tijdens het WK van 2006 met Khalid Boulahrouz en bezoeken verdediger Bart Nieuwkoop in Rotterdam. Met Manchester City won Kevin De Bruyne alles wat er te winnen valt. Kenners spreken zich uit over onder meer zijn weergaloze traptechniek en fabuleuze inzicht. In ‘De Dag Dat Alles Misging’ kijken Sigi Lens en Edu Nandlal terug op de vliegtuigcrash in Suriname. Ze hebben de verschrikkelijke SLM-ramp overleefd die zich 35 jaar geleden heeft voorgedaan. Verder in de 140 pagina’s tellende editie deelt marathonloopster Anne Luijten haar bewogen jaar met de lezers. Ze liep de olympische limiet, trouwde, maar verloor ook haar trouwste fan: vader Jos. Zwemfenomeen Ian Thorpe blikt terug op zijn legendarische races en vriendschap met Pieter van den Hoogenband. Kickbokslegende Peter Aerts, een grootheid in Japan, spreekt onder meer over het oprichten van zijn eigen bond LEGEND. Als laatste is de negentienjarige Collin Veijer de hoop van de Nederlandse motorsportfans, maar wie is hij? Autobiografie Ranomi 'Ranomi - gewonnen, gestreden en bovengekomen' ligt vanaf 18 juni in de winkel. De autobiografie kost €23,99.- en is via de pre-orderlink www.boekenwereld.com/ranomi alvast te bestellen. De eerste 500 bestellers ontvangen een door Ranomi Kromowidjojo gesigneerd exemplaar.
Ranomi Kromowidjojo (33) won drie olympische titels en zeventien wereldtitels. Het leven lachte haar toe, zou je denken. In haar autobiografie Ranomi – gewonnen, gestreden en bovengekomen, die op 18 juni uitkomt, vertelt ze dat zij niet die koele kikker was bij wie alles maar aan kwam waaien. Victoria Koblenko ging langs bij de oud- zwemster die begin 2022 stopte, om met haar te praten over de levenslessen die zestien jaar topsport haar hebben gegeven. “Mensen vonden mij vaak een tikkeltje mysterieus.” Twee jaar nadat je je ‘zwempensioen’ aankondigde, komt je autobiografie Ranomi uit. Wanneer voelde je de noodzaak om je ervaringen te delen? “Er waren al eerder verzoeken van mensen om een boek met me te maken, maar die legde ik naast me neer. Als kind geloofde ik intuïtief al dat er op een dag een boek zou komen. Een paar jaar geleden kreeg dat idee al meer vorm, maar wist ik nog niet precies hoe en wat. Toen ik gestopt was, begin 2022, wist ik het zeker en kreeg ik er steeds meer een idee bij. Een jaar geleden nam ik zelf het initiatief om een boek te maken. Ik wilde het vooral op mijn manier zegt Ranomi in Helden Magazine 71.” En wat is jouw manier? “Ik wilde graag al mijn levenslessen bundelen. Jasper Boks, met wie ik het boek heb geschreven, en ik zijn een klein jaar geleden begonnen en voor mij was het belangrijk dat het voor de Olympische Spelen in Parijs, deze zomer, uit zou komen. Dat gaat lukken, vanaf juni ligt het boek in de winkels.” Puzzel Het boek is geschreven vanuit de ik- vorm. Zien we alleen jouw perceptie terug in het boek? “We hebben gesprekken gevoerd met heel veel mensen die een belangrijke rol hebben gespeeld in mijn carrière. We hebben al mijn coaches gesproken: Jeanet Mulder, Jacco Verhaeren, Marcel Wouda, Christiaan Sloof en Patrick Pearson, maar ook mijn ouders, broer, mentale begeleider, beste vriendin, Pieter van den Hoogenband, mijn man Ferry Weertman en collega’s als Inge Dekker en Femke Heemskerk. Dat zorgde voor een frisse invalshoek. Naast mijn eigen herinneringen hoorde ik ook hoe zij dingen hebben beleefd met mij. Femke, mijn teamgenoot in de estafetteploeg, maar in Nederland ook mijn grootste concurrente op – vooral – de 100 meter vrije slag, heeft zo’n briljant geheugen. Die weet nog exact wat we tegen elkaar zeiden tien minuten voor de WK-finale op de estafette in 2009. Haar inbreng, en die van alle andere mensen, zorgde dat mijn verhaal completer werd. Al die mensen hebben geholpen de puzzel te leggen.” Je hebt natuurlijk een ontelbaar aantal races gezwommen. Ik snap dat je niet alle details meteen paraat hebt. “Van sommige races weet ik nog heel veel, van andere toernooien weet ik alleen nog welk gevoel het bij me opriep en van sommige wedstrijden weet ik alleen nog hoe het hotel eruitzag.” Helden Magazine 71 Het eerste gedeelte van het interview met Ranomi Kromowidjojo is afkomstig uit de tweede uitgave van 2024. De 71ste editie van Helden Magazine is voor het eerst in België te bewonderen! Deze mijlpaal wordt gevierd met twee verschillende sporters op de cover: Estavana Polman in Nederland en Wout van Aert in België. In een openhartig interview deelt Estavana Polman, het gezicht van het Nederlandse handbalteam, haar verhaal over de voorbereidingen op het olympisch kwalificatietoernooi. Daarbij komen ook haar persoonlijke uitdagingen, zoals haar relatie met Rafael van der Vaart, het moederschap en haar blessures ter sprake. Alleskunner Wout van Aert laat dit jaar de Tour de France schieten en kiest voor het eerst voor de Giro d’Italia. De Belgische renner spreekt zich uit over het nieuwe traject, Mathieu van der Poel, Visma-Lease a Bike en de Olympische Spelen. In deze editie van Helden wordt er ook veel aandacht besteed aan voetbal. Esmee Brugts, bekroond als Talent van het Jaar, maakte afgelopen zomer een droomtransfer naar FC Barcelona. Experts laten zich daarnaast uit over Jerdy Schouten, de sleutelspeler van PSV, dat op weg is naar het landskampioenschap en het EK met Oranje in Duitsland. We blikken terug op de legendarische wedstrijd tegen Portugal tijdens het WK van 2006 met Khalid Boulahrouz en bezoeken verdediger Bart Nieuwkoop in Rotterdam. Met Manchester City won Kevin De Bruyne alles wat er te winnen valt. Kenners spreken zich uit over onder meer zijn weergaloze traptechniek en fabuleuze inzicht. In ‘De Dag Dat Alles Misging’ kijken Sigi Lens en Edu Nandlal terug op de vliegtuigcrash in Suriname. Ze hebben de verschrikkelijke SLM-ramp overleefd die zich 35 jaar geleden heeft voorgedaan. Verder in de 140 pagina’s tellende editie deelt marathonloopster Anne Luijten haar bewogen jaar met de lezers. Ze liep de olympische limiet, trouwde, maar verloor ook haar trouwste fan: vader Jos. Zwemfenomeen Ian Thorpe blikt terug op zijn legendarische races en vriendschap met Pieter van den Hoogenband. Kickbokslegende Peter Aerts, een grootheid in Japan, spreekt onder meer over het oprichten van zijn eigen bond LEGEND. Als laatste is de negentienjarige Collin Veijer de hoop van de Nederlandse motorsportfans, maar wie is hij? Autobiografie Ranomi 'Ranomi - gewonnen, gestreden en bovengekomen' ligt vanaf 18 juni in de winkel. De autobiografie kost €23,99.- en is via de pre-orderlink www.boekenwereld.com/ranomi alvast te bestellen. De eerste 500 bestellers ontvangen een door Ranomi Kromowidjojo gesigneerd exemplaar.

Tennis

Tallon Griekspoor: ‘Eén voor allen, allen voor één’

Kevin, Scott (beiden 33) en Tallon Griekspoor (27) zijn niet alleen broers, ze zijn ook brothers in arms. Ze schopten het alle drie tot tennisprof. Tweelingbroers Kevin en Scott stopten in 2017 en 2019 door fysieke ongemakken en gingen aan de slag in het familiebedrijf, een groot aannemingsbedrijf in Nieuw-Vennep. Tallon ging door. Hij won in 2023 twee ATP-toernooien en sloot het jaar af als nummer 23 van de wereld. Een gesprek met de Drie Musketiers in aanloop naar de ABN AMRO Open (10-18 februari). Het is een drukte van belang bij Griekspoor BV in Nieuw-Vennep. Het bouw- en aannemingsbedrijf werd in de jaren zestig van de vorige eeuw opgezet door Joop Griekspoor, die destijds begon met het uitbaggeren van sloten in de Haarlemmermeer. Het bedrijf werd steeds groter. Zoons Ron en Frank werden daarna CEO en inmiddels is ook de derde generatie nauw betrokken bij het familiebedrijf. De tweeling Kevin en Scott reisde nog niet zo lang geleden als tennisprofs de wereld rond, maar geeft nu mede sturing aan het bedrijf dat hun achternaam draagt. En dan is er nog Tallon Griekspoor: vijfenhalf jaar jonger en dus de benjamin van het stel, maar ook de beste tennisser van Nederland. In 2023 won hij twee ATP-toernooien – in het Indiase Puna en in Rosmalen – haalde de finale in Washington en de halve finale van de ABN AMRO Open. Ook bereikte hij zijn hoogste ranking (21) ooit en sloot het jaar uiteindelijk af als de nummer 23 van de wereld. Tijd om de drie broers samen te brengen op vertrouwde grond. Niet alleen het familiebedrijf bevindt zich hier, ook het ouderlijk huis was hier gevestigd. Ze reden er rond op hun crossfietsjes en brachten uren door op de tennisbaan die speciaal voor hen werd aangelegd. Wat nou als jullie kleine broertje een wedstrijd speelt terwijl jullie aan het werk zijn? Kevin: “Nou, dan staat de tv aan of we kijken via een livestream op de iPad en die zetten we dan naast de computer. Scott en ik zitten bij elkaar op kantoor, dus er is altijd wel een van ons die zegt: ‘Hij gaat zo beginnen.’” Scott: “Wij leven heel erg mee met Tallon.” Hoe was het om hem in 2023 twee ATP- toernooien te zien winnen? Scott: “Fantastisch. De toernooizege in Pune, vorig jaar januari, kwam ook voor ons een beetje onverwachts. De tweede was misschien nog wel mooier. Winnen in eigen land, veel mooier wordt het toch niet?” Denken jullie nooit: ons broertje flikt wat ons niet is gelukt? Kevin, lachend: “Nee, zo denken wij totaal niet. We zijn alleen maar heel erg trots. Zo mooi wat hij nu al heeft bereikt. En we gunnen hem nog veel meer.” Niet bang De gedachten van Tallon gaan terug naar afgelopen zomer toen hij het ATP- toernooi van Rosmalen won. “Ik speel graag in eigen land, heb altijd geroepen dat ik train om uiteindelijk op de mooiste en grootste banen te spelen. Voor mij horen de centercourts in Ahoy en Rosmalen daarbij. De titel pakken op Rosmalen was zo mooi. Mijn familie en vrienden waren er de hele week bij. Mijn vader, Kevin en Scott reden telkens op en neer, hoe laat ik ook speelde. Ze hadden hun werk en daardoor liep het in het bedrijf misschien wat stroever, maar dat maakte hen niet uit.” Dus het was een dure week voor Griekspoor BV? Kevin, lachend: “Ja.” Tallon, terwijl hij zijn broers aankijkt: “Maar ik heb ook reclame gemaakt, hè.” Dan serieus: “Mijn successen zijn er ook dankzij mijn familie, met name Kevin en Scott. Wij hebben altijd samen getraind en veel met elkaar gereisd. Het is heel bijzonder dat wij dit als broers met zijn drieën hebben meegemaakt. Hoeveel families kunnen dat nu zeggen? Ik vond het ook heel jammer dat eerst Kevin en daarna Scott stopte. Stond ik er ineens alleen voor. Het mooie was dat ook toen ze gestopt waren, ze nog met mij meegereisd zijn. Ze waren er voor me toen ik het lastig had en nu vind ik het extra mooi dat ik de successen met mijn broers kan delen.” Scott: ‘Tallon liep vroeger de kantjes er weleens vanaf. Dan dachten Kevin en ik: nou jongen, het zou niet verkeerd zijn als je wat meer van ons had’ Kevin: “Een paar jaar geleden had niemand gedacht dat Tallon het zou schoppen tot de 21ste plaats op de wereldranglijst. Zijn persoonlijkheid of karakter springt er voor mij uit. Ik wil niet zeggen dat hij een bluffer is, maar Tallon is niet bang voor de grote banen. Ik had er juist altijd meer moeite mee als ik op de grotere banen moest spelen, dan had ik stress en was ik zenuwachtig. Als ik naar Tal kijk: die heeft dat totaal niet. Tallon durft ook gewoon te zeggen waar het op staat, hij verschuilt zich niet en zegt eerlijk wat hij denkt. Naast een goed team om je heen verzamelen en de tenniskwaliteiten, is dat wel een houding of instelling waarmee je het ver kunt schoppen.” Helden Magazine 70 Het eerste gedeelte van het interview met Tallon, Kevin en Scott Griekspoor komt voort uit het eerste nummer van 2024. Jutta Leerdam schittert op de cover van de zeventigste editie van Helden. Ze heeft een grote schare fans en volgers. Hoe kijkt ze naar zichzelf? En hoe kijken anderen naar haar. ‘’Echt, schaatsen staat bij mij altijd voorop.’’ In Helden Magazine 70 is er veel aandacht voor de wintersporten. Het jonge Amerikaanse fenomeen Jordan Stolz vragen we naar zijn geheim en de samenwerking met Irene Schouten en Jillert Anema. Shorttrackzusjes Xandra en Michelle Velzeboer veroveren samen de wereld, een dubbelinterview in aanloop naar de WK in Rotterdam. Collega-shorttracker Jens van ’t Wout ontmoet Victoria Koblenko. Daarnaast is er ook aandacht voor voetbal. Peter Bosz is met PSV hard op weg naar zijn eerste landstitel. De kans is groot dat PSV zijn laatste club is als trainer. Calvin Stengs is helemaal terug, schittert bij Feyenoord en Oranje. We gingen langs bij Calvin, zijn vriendin Beau de Boer – dochter van Frank de Boer – en zoontje Saint. Frits Barend eert Ruud Geels, de vaak verguisde spits die in november overleed en oud-voetballer Michael Mols spreekt over de tumor die in zijn hoofd werd ontdekt. Verder kwam wielrenner Milan Vader in 2022 zwaar ten val, lag in coma en keerde na een lange revalidatie terug aan de top, met dank aan vriendin Ilse Lutke die niet van zijn zijde week. Veldrijdster Fem van Empel is een multitalent, maar het is wel wennen dat iedereen haar vergelijkt met Mathieu van der Poel. Als laatste stroomt het racen bij duizendpoot Tom Coronel door zijn bloed. “Max Verstappen is beter dan iedereen die ik ooit heb gezien.” Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 70 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van jouw favoriete sporters? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.
Kevin, Scott (beiden 33) en Tallon Griekspoor (27) zijn niet alleen broers, ze zijn ook brothers in arms. Ze schopten het alle drie tot tennisprof. Tweelingbroers Kevin en Scott stopten in 2017 en 2019 door fysieke ongemakken en gingen aan de slag in het familiebedrijf, een groot aannemingsbedrijf in Nieuw-Vennep. Tallon ging door. Hij won in 2023 twee ATP-toernooien en sloot het jaar af als nummer 23 van de wereld. Een gesprek met de Drie Musketiers in aanloop naar de ABN AMRO Open (10-18 februari). Het is een drukte van belang bij Griekspoor BV in Nieuw-Vennep. Het bouw- en aannemingsbedrijf werd in de jaren zestig van de vorige eeuw opgezet door Joop Griekspoor, die destijds begon met het uitbaggeren van sloten in de Haarlemmermeer. Het bedrijf werd steeds groter. Zoons Ron en Frank werden daarna CEO en inmiddels is ook de derde generatie nauw betrokken bij het familiebedrijf. De tweeling Kevin en Scott reisde nog niet zo lang geleden als tennisprofs de wereld rond, maar geeft nu mede sturing aan het bedrijf dat hun achternaam draagt. En dan is er nog Tallon Griekspoor: vijfenhalf jaar jonger en dus de benjamin van het stel, maar ook de beste tennisser van Nederland. In 2023 won hij twee ATP-toernooien – in het Indiase Puna en in Rosmalen – haalde de finale in Washington en de halve finale van de ABN AMRO Open. Ook bereikte hij zijn hoogste ranking (21) ooit en sloot het jaar uiteindelijk af als de nummer 23 van de wereld. Tijd om de drie broers samen te brengen op vertrouwde grond. Niet alleen het familiebedrijf bevindt zich hier, ook het ouderlijk huis was hier gevestigd. Ze reden er rond op hun crossfietsjes en brachten uren door op de tennisbaan die speciaal voor hen werd aangelegd. Wat nou als jullie kleine broertje een wedstrijd speelt terwijl jullie aan het werk zijn? Kevin: “Nou, dan staat de tv aan of we kijken via een livestream op de iPad en die zetten we dan naast de computer. Scott en ik zitten bij elkaar op kantoor, dus er is altijd wel een van ons die zegt: ‘Hij gaat zo beginnen.’” Scott: “Wij leven heel erg mee met Tallon.” Hoe was het om hem in 2023 twee ATP- toernooien te zien winnen? Scott: “Fantastisch. De toernooizege in Pune, vorig jaar januari, kwam ook voor ons een beetje onverwachts. De tweede was misschien nog wel mooier. Winnen in eigen land, veel mooier wordt het toch niet?” Denken jullie nooit: ons broertje flikt wat ons niet is gelukt? Kevin, lachend: “Nee, zo denken wij totaal niet. We zijn alleen maar heel erg trots. Zo mooi wat hij nu al heeft bereikt. En we gunnen hem nog veel meer.” Niet bang De gedachten van Tallon gaan terug naar afgelopen zomer toen hij het ATP- toernooi van Rosmalen won. “Ik speel graag in eigen land, heb altijd geroepen dat ik train om uiteindelijk op de mooiste en grootste banen te spelen. Voor mij horen de centercourts in Ahoy en Rosmalen daarbij. De titel pakken op Rosmalen was zo mooi. Mijn familie en vrienden waren er de hele week bij. Mijn vader, Kevin en Scott reden telkens op en neer, hoe laat ik ook speelde. Ze hadden hun werk en daardoor liep het in het bedrijf misschien wat stroever, maar dat maakte hen niet uit.” Dus het was een dure week voor Griekspoor BV? Kevin, lachend: “Ja.” Tallon, terwijl hij zijn broers aankijkt: “Maar ik heb ook reclame gemaakt, hè.” Dan serieus: “Mijn successen zijn er ook dankzij mijn familie, met name Kevin en Scott. Wij hebben altijd samen getraind en veel met elkaar gereisd. Het is heel bijzonder dat wij dit als broers met zijn drieën hebben meegemaakt. Hoeveel families kunnen dat nu zeggen? Ik vond het ook heel jammer dat eerst Kevin en daarna Scott stopte. Stond ik er ineens alleen voor. Het mooie was dat ook toen ze gestopt waren, ze nog met mij meegereisd zijn. Ze waren er voor me toen ik het lastig had en nu vind ik het extra mooi dat ik de successen met mijn broers kan delen.” Scott: ‘Tallon liep vroeger de kantjes er weleens vanaf. Dan dachten Kevin en ik: nou jongen, het zou niet verkeerd zijn als je wat meer van ons had’ Kevin: “Een paar jaar geleden had niemand gedacht dat Tallon het zou schoppen tot de 21ste plaats op de wereldranglijst. Zijn persoonlijkheid of karakter springt er voor mij uit. Ik wil niet zeggen dat hij een bluffer is, maar Tallon is niet bang voor de grote banen. Ik had er juist altijd meer moeite mee als ik op de grotere banen moest spelen, dan had ik stress en was ik zenuwachtig. Als ik naar Tal kijk: die heeft dat totaal niet. Tallon durft ook gewoon te zeggen waar het op staat, hij verschuilt zich niet en zegt eerlijk wat hij denkt. Naast een goed team om je heen verzamelen en de tenniskwaliteiten, is dat wel een houding of instelling waarmee je het ver kunt schoppen.” Helden Magazine 70 Het eerste gedeelte van het interview met Tallon, Kevin en Scott Griekspoor komt voort uit het eerste nummer van 2024. Jutta Leerdam schittert op de cover van de zeventigste editie van Helden. Ze heeft een grote schare fans en volgers. Hoe kijkt ze naar zichzelf? En hoe kijken anderen naar haar. ‘’Echt, schaatsen staat bij mij altijd voorop.’’ In Helden Magazine 70 is er veel aandacht voor de wintersporten. Het jonge Amerikaanse fenomeen Jordan Stolz vragen we naar zijn geheim en de samenwerking met Irene Schouten en Jillert Anema. Shorttrackzusjes Xandra en Michelle Velzeboer veroveren samen de wereld, een dubbelinterview in aanloop naar de WK in Rotterdam. Collega-shorttracker Jens van ’t Wout ontmoet Victoria Koblenko. Daarnaast is er ook aandacht voor voetbal. Peter Bosz is met PSV hard op weg naar zijn eerste landstitel. De kans is groot dat PSV zijn laatste club is als trainer. Calvin Stengs is helemaal terug, schittert bij Feyenoord en Oranje. We gingen langs bij Calvin, zijn vriendin Beau de Boer – dochter van Frank de Boer – en zoontje Saint. Frits Barend eert Ruud Geels, de vaak verguisde spits die in november overleed en oud-voetballer Michael Mols spreekt over de tumor die in zijn hoofd werd ontdekt. Verder kwam wielrenner Milan Vader in 2022 zwaar ten val, lag in coma en keerde na een lange revalidatie terug aan de top, met dank aan vriendin Ilse Lutke die niet van zijn zijde week. Veldrijdster Fem van Empel is een multitalent, maar het is wel wennen dat iedereen haar vergelijkt met Mathieu van der Poel. Als laatste stroomt het racen bij duizendpoot Tom Coronel door zijn bloed. “Max Verstappen is beter dan iedereen die ik ooit heb gezien.” Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 70 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van jouw favoriete sporters? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.

Tennis

Carlos Alcaraz: Een ‘zieke mix’

Hij won in 2022 al de US Open en werd de jongste nummer één van de wereld. Maar nadat Carlos Alcaraz (20) op Wimbledon in de finale – en in dé sportwedstrijd van het jaar – Novak Djokovic versloeg, weet iedereen het zeker: de toekomst van het mannentennis is in goede handen. ‘Wat hij laat zien, hebben we nog nooit gezien.’ Hij poseerde begin 2023 in alleen een onderbroek voor de campagne Calvins or nothing van kledingmerk Calvin Klein. Niet veel later was Louis Vuitton er als de kippen bij om hem binnen te hengelen als een van de dertien ambassadeurs – en als enige sporter – die het Franse modehuis wereldwijd vertegenwoordigt. Nike had de golden boy van het tennis al in 2020 aan zich gekoppeld – zeventien was hij destijds – en bedacht voor hem dit jaar de slogan ‘Don’t belong to an era, start your own.’ Vrij vertaald: behoor niet tot een tijdperk, begin er zelf een. Rolex en BMW zijn nog twee merken die maar wat graag geassocieerd wilden worden met hem. Jeugdige charme, een ondeugende, jongensachtige glimlach en – bovenal – star quality; het is de cocktail die Carlos Alcaraz in korte tijd razendpopulair heeft gemaakt. Hij veroverde eerst de kinderen, toen de vrouwen en daarna de rest van de tennisvolgers. Inmiddels weten ook mensen die het tennis amper volgen van zijn bestaan. Na Boris Becker, Steffi Graf, Andre Agassi, Venus en Serena Williams en Rafael Nadal is er weer iemand met zoveel uitstraling, dat zijn imago de sport nog voor zijn 21ste ver overstijgt. Alcaraz duikt niet alleen op in de sportkaternen van kranten en in sportmagazines, maar ook in modetijdschrift Vogue. Draagt hij zoals afgelopen zomer op Wimbledon een wit vissershoedje van Nike, dan is dat meteen nieuws en weet het sportmerk dat de zogenoemde bucket hats over de toonbank zullen vliegen. Een harde opslag opgevolgd door een harde forehand. Novak Djokovic slaat de bal in het net, waarna Alcaraz zich languit op zijn rug op het gras van het centercourt van Wimbledon laat vallen. Na bijna vijf uur tennis is op zondag 16 juli het onvoorstelbare gebeurd. Djokovic was de grote favoriet, had Wimbledon immers al zeven keer gewonnen en was sinds 2017 niet verslagen op het ‘heilige gras’. Alcaraz had voordat hij naar Wimbledon ging slechts elf potjes gespeeld op gras, al zat daar wel de titel op Queen’s tussen. Djokovic had een paar weken eerder zijn 23ste grandslamtitel in het enkelspel gewonnen op Roland Garros, mede door in de halve finale af te rekenen met Alcaraz, die verkrampte onder de druk en de hype die rond hem was ontstaan. Djokovic won de eerste set in minder dan een half uur met 6-1, maar daarna beet Alcaraz zich vast in zijn zestien jaar oudere tegenstander. De Spanjaard die ter motivatie en inspiratie vaak Rocky-films kijkt, vocht zich als een Rocky Balboa – het boksende personage van Sylvester Stallone – terug in de wedstrijd. Hij won de tiebreak van de tweede set, terwijl Djokovic veertien tiebreaks op rij had gewonnen tijdens grandslamtoernooien, en pakte vervolgens de derde set met 6-1. Daarna wisselde het momentum, Djokovic won de vierde set met 6-3 en de succesvolste tennisser ooit leek, zoals zo vaak als het spannend werd, door te drukken. Alcaraz liet zien ook mentaal al heel snel volwassen te zijn, hij brak zijn tegenstander meteen. Djokovic maakte die break in de volgende game ongedaan, waarna de jonge Spanjaard opnieuw door de service van zijn tegenstander brak. Snelheid en kracht afgewisseld met finesse, een staaltje ongekend verdedigen, onnavolgbare returns met de forehand en dubbelhandige backhand, dropshots; het hele arsenaal van Alcaraz kwam voorbij. Na een weergaloos punt toonde hij letterlijk zijn spierballen aan het publiek, dat op de banken stond. Nadat Djokovic zijn opponent had teruggedrongen achter de baseline, maar Alcaraz met kunst- en vliegwerk de bal steeds terugkreeg om uiteindelijk met een dubbelhandige backhand gepasseerd te worden aan het net, sloeg Nole uit pure frustratie zijn racket kapot tegen de netpaal. Hij was geklopt met zijn eigen wapens. Bij 5-4 liet hij op eigen service nog eens zien waarom iedereen hem al een tijd bestempelt als de nieuwe tennissensatie. Hij maakte eerst een punt met zijn handelsmerk: het dropshot. Daarna toonde hij het publiek, onder wie zangeres Ariana Grande, acteurs Brad Pitt, Hugh Jackman, Daniel Craig en Emma Watson, de Spaanse koning Felipe en de Britse royals William en Kate, een schitterende topspinlob, gevolgd door keiharde opslagen en een forehandwinner op matchpoint. Op matchpoint dacht hij terug aan de Wimbledon-finale van 2019. Federer stond in de vijfde set 8-7 en 40-15 voor tegen Djokovic, de 21ste grandslamtitel voor de op dat moment 38-jarige Federer leek in de knip. Maar Djokovic wist de twee matchpoints weg te werken, pakte de break en won uiteindelijk de tiebreak van de vijfde set bij 12-12. Federer won nooit meer een grandslamtoernooi. ‘Als je de vijfde set ingaat tegen Djokovic dan komen meteen een heleboel statistieken in je hoofd omhoog, zoals dat hij tien jaar lang geen wedstrijd had verloren op het centercourt van Wimbledon,’ aldus Alcaraz. ‘Op matchpoint dacht ik terug aan Federer in 2019 en zei tegen mezelf: alsjeblieft Carlos, laat wat Federer overkwam jou niet gebeuren. Er zijn zoveel wedstrijden en finales waarin Djokovic verslagen leek, maar die hij uiteindelijk toch won. Dat iemand als Federer zo verloor was wreed.’ Alcaraz: 'Federer had zoveel klasse, liet mensen op een andere manier naar tennis kijken. Naar hem kijken was als kijken naar een kunstwerk. Ik raakte betoverd door hem' Met een glimlach van oor tot oor stamelt hij na het beslissende punt: ‘Om Novak in zijn beste vorm te verslaan op dit toneel en geschiedenis te schrijven is geweldig. Het is goed voor de nieuwe generatie dat ze mij hem hebben zien verslaan, zodat ze nu kunnen denken dat zij dit ook kunnen.’ Djokovic is verbaasd dat Alcaraz zich veel sneller dan verwacht spelen op gras eigen heeft gemaakt: ‘Hij verraste mij, hij verraste iedereen.’ En tegen Alcaraz: ‘Ik dacht dat ik problemen met jou zou hebben op gravel en hardcourt, maar niet op gras.’ Het laatste woord is van de ene koning aan de andere. ‘Nu ik heb gewonnen, hoop ik dat u naar meer wedstrijden komt kijken,’ grapt Alcaraz tegen koning Felipe. Met de Wimbledon-titel op zak is iedereen het erover eens dat er eindelijk een wisseling van de wacht in het mannentennis gaande is. In 2022 won Alcaraz al zijn eerste grandslamtitel door de US Open te winnen en na het toernooi werd hij met zijn negentien jaar en vier maanden en zes dagen de jongste nummer één van de wereld bij de mannen. Maar in New York had hij het niet op hoeven nemen tegen Djokovic, die Amerika niet inkwam omdat hij zich weigerde te vaccineren tegen het coronavirus. Dat hij uitgerekend op Wimbledon wint van de Serviër neemt de laatste scepsis weg. Alcaraz is in Londen de eerste die de streak van ‘De Grote Vier’ doorbreekt. Sinds 2002 werden de grandslamtitels in het enkelspel bij de mannen verdeeld over Roger Federer, Rafael Nadal, Andy Murray en Djokovic. Het geeft maar weer aan dat een einde van een tijdperk aanstaande is. Federer is immers eind vorig jaar met pensioen gegaan, Nadal is vaker geblesseerd dan fit en de verwachting is dat 2024 zijn laatste jaar op de tour zal zijn, Murray heeft door verschillende operaties zijn oude niveau afgelopen jaren niet meer gehaald. Alleen Djokovic is still going strong, is nog superfit, maar ook al 36. Djokovic heeft de afgelopen jaren tal van spelers op zien komen van wie werd gedacht dat zij de macht over zouden nemen, maar telkens bleken ze de verwachtingen niet waar te kunnen maken. Ze moesten het doen met de kruimels die vooral Nadal en Djokovic de laatste jaren lieten liggen. Met Alcaraz is het een ander verhaal. ‘Een grote knuffel, geniet van het moment kampioen!’ post Nadal op social media nadat hij op tv zijn landgenoot Wimbledon ziet winnen. Djokovic onderkent tijdens de persconferentie na zijn nederlaag in de finale ook dat Alcaraz van een ander kaliber is. Hij noemt hem een complete speler, iemand die wat betreft mentale veerkracht en volwassenheid zijn leeftijd ver vooruit is. ‘De mensen hadden het de afgelopen twaalf maanden al over hem, zeiden dat zijn spel elementen bevat van Roger, Rafael en mij. Ik ben het daar mee eens. Hij verenigt het beste van drie werelden. Ik heb om eerlijk te zijn nog nooit tegen een speler als Alcaraz gespeeld.’ Brad Gilbert is oud-tennisser, tv-analist en was coach van onder anderen Andre Agassi en is dat nu van kersverse US Open-winnares Coco Gauff. In Vogue zei hij dat de generatie Federer/ Nadal/Murray/Djokovic eigenlijk drie generaties die daarna kwamen, heeft weggevaagd. Die kwamen er niet aan te pas doordat die vier een monopolie hadden wat betreft grandslamtitels. Over de nieuwe sensatie bij de mannen zei Gilbert: ‘Iedereen moedigt hem aan omdat het zo mooi is om naar hem te kijken. Hij is zo vasthoudend. Op welke ondergrond en waar hij ook speelt, past hij zich heel makkelijk aan.’ Wat heeft Alcaraz dan wat andere tennissers van nu niet hebben? Het is een combinatie van lef, aanpassingsvermogen, kracht, originaliteit, tactisch inzicht en een speelstijl die vernieuwend is. Hij gaat soms in een split of spagaat op de baseline om een bal te halen en staat daarna meteen weer klaar, hij lijkt de baan soms te gebruiken als een trampoline als je ziet hoe hoog en makkelijk hij springt, hij heeft een indrukwekkende opslag en een heel goede tweede service en hij heeft ijswater door de aderen stromen, anders zou hij op spannende momenten niet met dropshots komen. Gilbert: ‘Ik zou niet verbaasd zijn als hij over vijf jaar al zes of zeven grandslamtitels heeft gewonnen. Het zouden er zelfs tien kunnen zijn. Geluk speelt ook een grote factor. Hij moet blessurevrij blijven, want met zijn manier van spelen vraagt hij heel veel van zijn lichaam.’ • Alcaraz groeide op in El Palmar, een dorpje nabij Murcia. Tennis zat bij hem in het dna. Zijn opa, ook Carlos genaamd, tenniste al en transformeerde iets van veertig jaar geleden een kleiduivenschietbaan in een tennisclub. De vader van Alcaraz, ook Carlos genaamd, was een groot tennistalent, maar stopte door een gebrek aan financiële middelen en ging ook bij de tennisclub aan de slag als leraar en nam uiteindelijk de boel over. Hij drukte zijn vier zoons Alvaro, Carlos, Jaime en Sergio van jongs af aan een racket in de handen. Carlos, na zijn drie jaar oudere broer Alvaro, de een-na-oudste van het stel, begon op zijn vierde met tennis en liep elke dag rond op de club, omdat zijn moeder bij IKEA werkte. Volgens de overlevering begon hij te huilen als hij moest stoppen met tennis. Al snel werd duidelijk dat de kleine Carlos een groot talent was, maar het geld ontbrak om hem te kunnen ondersteunen. Alfonso Lopes Rueda bleek de reddende engel. Hij was niet alleen een vriend van de familie, maar ook directeur van de lokale yoghurt- en toetjesproducent Postres Reina. Het bedrijf ging Carlos vanaf zijn tiende sponsoren, waardoor hij naar jeugdtoernooien in Spanje en het buitenland kon en de beste coaches uit de regio kon betalen in ruil voor een logo van Postres Reina op z’n borst. Een jaar later stond sportmanagementbureau IMG al op de stoep en niet veel later had hij contracten met sportkledingmerk Lotto en racketmerk Babolat te pakken. De naam Alcaraz werd steeds vaker genoemd in het rijtje toekomstige toptennissers. Op zijn vijftiende ging hij in zee met Juan Carlos Ferrero, voormalig nummer één van de wereld en in 2003 winnaar van Roland Garros door in de finale Martin Verkerk te verslaan. Ferrero, die in 2012 stopte met tennis, had voordat hij zich in 2018 aan ‘Project Alcaraz’ verbond met Alexander Zverev gewerkt. ‘Ik had al veel over hem gehoord,’ vertelde Ferrero tegen Vogue, ‘vooral dat hij op de baan veel dingen deed die kinderen normaal gesproken niet doen, zoals het slaan van dropshots en lobs. Ook kwam hij vaak naar het net, terwijl veel van zijn leeftijdgenoten op de baseline blijven. Hij vocht bovendien voor elk punt en was heel dynamisch.’ Alcaraz: ‘Ik was als kind al erg talentvol, maar heb ook altijd heel hard gewerkt. Met alleen talent kom je nergens. Juan Carlos is heel belangrijk voor mijn ontwikkeling geweest, op professioneel en persoonlijk vlak. Als we samen zijn, hebben we het niet alleen over tennis, maar over alle andere dingen in het leven. Hij is eigenlijk een coach en vriend ineen.’ Er was veel werk aan de winkel, want de diamant moest flink gepolijst worden. ‘Vandaag de dag zijn alle spelers net beesten,’ aldus Ferrero, die als speler juist eerder iel was en de bijnaam El Mosquito had. ‘De meeste spelers spelen om te vernietigen, niet om te bouwen. Carlos kan ook heel hard slaan, maar is tegelijkertijd iemand die ook een punt op kan bouwen, is van nature heel creatief. Veel spelers vinden het bovendien lastig om de belangrijke punten te spelen. Carlos vindt dat juist het leukst en dat maakt hem speciaal. Dat is ook een heel goed teken met het oog op de toekomst.’ Niet alleen op de baan werd er hard gewerkt, ook op mentaal vlak werd hulp ingeschakeld. Psychologe Isabel Balaguer ging met hem aan de slag. Alcaraz: ‘Ik had moeite mijn emoties onder controle te houden. Op mijn vijftiende, zestiende gooide ik vaak met mijn racket en brak er af en toe een.’ Het was zo erg dat hij geregeld in huilen uitbarstte op de baan en na een nederlaag weigerde de baan te verlaten. ‘Ik was destijds een heel ander persoon,’ vertelde Alcaraz in The New York Times. ‘Ik genoot er veel minder van dan nu. Was altijd kwaad, zeurde veel. Dankzij Isabel is het veel beter geworden. Ik werd rustiger en daardoor begon ik veel meer van tennis te genieten. Gedurende een jaar wordt er heel veel van me gevraagd en is het essentieel om rustig te blijven. Daarnaast is het voor mij belangrijk om de baan op te stappen met een lach.’ • Hij timmert flink aan de weg. Niet alleen als tennisser, maar ook als ‘merk’. Hij volgt al een tijd Engelse les in de avonduren. Als hij op de baan een microfoon voor zijn neus krijgt, heeft hij er geen problemen mee om op charismatische wijze zijn verhaal te doen. Nadal was op zijn twintigste schuchter en wist niet hoe snel hij over moest schakelen op Spaans als mensen lachten als hij ‘happy’ uitsprak als ‘geppy’. Veel andere Spaanse tennissers bleken ook niet bepaald een talenknobbel te hebben. Alcaraz, die als tiener al zijn eigen liefdadigheidsstichting oprichtte waarmee hij mensen met het downsyndroom helpt, kan zich prima redden, glimlacht als hij spreekt en maakt grappen. Er wordt anders naar hem gekeken, maar zelf is hij niet veranderd door de successen. Hij heeft nog dezelfde vrienden – die hem Carlitos of Charlie noemen – als in zijn jeugd, hangt met hen rond in het park, kletst over voetbal – Alcaraz is supporter van Real Madrid – of speelt een potje schaak met hen. ‘Schaken vind ik geweldig. Ik vind het mooi om me erg te moeten concenteren, me te wapenen tegen de strategie van mijn tegenstander en vooruit te denken. Heel veel dingen in schaken komen overeen met tennissen. Je moet constant vooruit proberen te denken waar de tegenstander de bal zal slaan, je moet eigenlijk proberen een sprongetje vooruit in de tijd te maken en proberen iets te doen waarbij de tegenstander zich niet prettig zal voelen.’Federer: ‘Hij heeft alle wapens, kan wedstrijden op heel veel verschillende manieren winnen en dat is een kwaliteit die grote kampioenen bezitten’ • Sinds hij in februari 2020 op zijn zestiende debuteerde op de ATP Tour ging hij met reuzenstappen omhoog op de wereldranglijst. Eind 2021 won hij de Next Gen ATP Finals, het toernooi waaraan jaarlijks de grootste tennistalenten meedoen. In 2022 versloeg hij in Madrid een dag na zijn negentiende verjaardag Nadal in de kwartfinale. Hij werd de eerste tiener die de koning van het gravel, alleen al veertien keer winnaar van Roland Garros, versloeg op diens favoriete ondergrond. Een ronde later versloeg hij Djokovic. Nog nooit was iemand erin geslaagd om de twee tennisreuzen achter elkaar en op hetzelfde toernooi te verslaan. Alcaraz versloeg in de finale vervolgens Alexander Zverev. De eerste jaren werd uiteraard vooral de vergelijking met Nadal gemaakt, die ook al als tiener de top bereikte. Ze groeiden allebei op gravel op in Spanje, hadden beiden hun vechtersmentaliteit en atletisch vermogen als wapens. Daarnaast golden ze meteen als publiekslievelingen. Maar waar Nadal in zijn eerste jaren vooral excelleerde op gravel, bleek Alcaraz meteen op alle ondergronden uit de voeten te kunnen. Hij heeft immers al grandslamtitels op hardcourt en gras te pakken en won ook graveltoernooien. Dat hij heel allround is, bewijst hij elke wedstrijd. Hij kan heel agressief vanaf de baseline spelen, dicteert rally’s daar vandaan met harde klappen of zware topspinballen en slaat winners met zijn forehand. Zoals Nadal dat kan. In de verdediging gedrongen kan hij met zijn loopvermogen en geweldige voetenwerk de meest onmogelijke ballen halen en het initiatief overnemen of met een geweldige passeerbal met zijn dubbelhandige backhand komen. Zoals Djokovic dat doet. Djokovic stelt op Wimbledon na zijn nederlaag niet voor niets: ‘Het is indrukwekkend. Hij heeft de Spaanse stierenmentaliteit, heeft het competitieve, de vechtersmentaliteit en de ongelooflijke verdediging die we door de jaren heen van Rafa hebben gezien. Hij heeft ook een backhand waar hij heel mooi naartoe glijdt en die heeft weer overeenkomsten met mijn backhand. De dubbelhandige backhand, het verdedigen, de kwaliteiten om je aan te passen; dat zijn al jaren mijn kwaliteiten. Dat heeft hij ook.’ Maar Alcaraz schudt daarnaast op de meest onwaarschijnlijke momenten met succes dropshots uit zijn mouw, maar heeft er ook geen moeite mee om naar het net te komen om de bal af te smashen of te volleren. Hij bezit over een indrukwekkend balgevoel, heeft al tal van voor onmogelijk gehouden ballen geslagen. Zoals in de halve finale op Roland Garros toen hij een dropshot van Djokovic haalde, die de bal vervolgens in het open veld bij de baseline neerlegde. Alcaraz sprintte achter de bal aan, tegen beter weten in, dacht iedereen. Met zijn rug naar het net sloeg hij de bal zonder te kijken langs zijn verbouwereerde tegenstander die aan het net stond. Het leverde hem applaus van een lachende Djokovic op en een staande ovatie van het publiek. Wie zo’n ongelooflijke bal eerder had geslagen? Federer, de man van wie Alcaraz vroeger posters op zijn slaapkamer had hangen en die zijn grote voorbeeld is. ‘Rafa is iemand naar wie ik altijd heb gekeken. Ik bewonder hem heel erg,’ zei hij in Vogue, ‘maar Federer had zoveel klasse, liet mensen op een andere manier naar tennis kijken. Naar Federer kijken was als kijken naar een kunstwerk. Hij had elegantie, was magnifiek. Ik raakte betoverd door hem.’ Paul Annacone, oud-trainer van Federer en Pete Sampras, noemde hem vorig jaar de meest talentvolle teenager aller tijden. Oud-tennisser Ivan Ljubicic, na zijn loopbaan eveneens coach van Federer, was eerder dit jaar de eerste die het aandurfde hem als een mix van de beste drie tennissers aller tijden, Djokovic, Nadal en Federer – winnaars van respectievelijk 24, 22 en 20 grandslamtitels – te bestempelen. ‘Wat hij laat zien, hebben we nog nooit gezien. Hij is een of andere zieke mix van Djokovic, Federer en Nadal.’ Federer, die na zijn afscheid eind 2022 zei dat hij het jammer vond dat hij het nooit in een wedstrijd op had kunnen nemen tegen Alcaraz, reageerde tegenover CNN lachend: ‘Zei Ivan dat? Dat is nogal een compliment. Op zijn leeftijd laat hij ongelooflijke dingen zien. Ik vind het niet leuk om heel veel druk op jonge spelers te leggen, maar hij is iemand die zegt: ‘Ik ga naar Wimbledon of Parijs om te winnen.’ Hij legt de druk dus ook hoog bij zichzelf en dat vind ik geweldig. En daarom kan ik over hem ook wel zeggen dat hij in de toekomst schitterende dingen gaat bereiken. Hij heeft alle wapens, kan wedstrijden op heel veel verschillende manieren winnen en dat is een kwaliteit die grote kampioenen bezitten. Hij kan meerdere grandslamtitels winnen en hopelijk blijft hij ook jarenlang nummer één van de wereld.’ Nadal, die onlangs aangaf graag met Alcaraz te willen dubbelen op de Spelen in Parijs als zijn lichaam het toelaat, was terughoudender met bespiegelingen over zijn zeventien jaar jongere landgenoot. ‘We moeten voorzichtig zijn in onze oordelen over hem. De vooruitzichten zijn fantastisch, hij heeft power en is ambitieus, maar in de carrière van elke topsporter kunnen zoveel dingen gebeuren. Het is lastig om hem te adviseren. Ik ben er sowieso slecht in om advies te geven, omdat ik altijd meer heb geleerd door te kijken dan van woorden. Maar als ik hem iets zou mee willen geven, is het: blijf jezelf verbeteren of probeer dat in elk geval, want dat is wat je gemotiveerd houdt.’ • De woorden van Nadal zullen zijn coach als muziek in de oren hebben geklonken. Ferrero: ‘Wij, de mensen om hem heen, zijn ook een beetje bezorgd. Carlos heeft de kwaliteiten om een van de beste tennissers ooit te worden. Dat is duidelijk. Maar er kunnen nog heel veel dingen gebeuren. Hij is jong, er zijn nog heel veel dingen die hij niet ziet. We weten allemaal wat de risico’s zijn: feesten, afgeleid worden, niet geconcentreerd bezig zijn met tennis. Als je de kans krijgt om de rich and famous te ontmoeten, dan is het makkelijk om de weg kwijt te raken. Iedereen zal hem vertellen dat hij geweldig is, maar de mensen dicht om hem heen zullen de realiteit in het oog moeten houden. Hij kan nog op alle vlakken beter worden: zijn vasthoudendheid, zijn houding op moeilijke momenten, volwassenheid op de baan. We moeten blijven werken aan zijn zwakkere punten. De familie van Carlos speelt een heel belangrijke rol om hem met beide benen op de grond te houden.’ Broer Alvaro gaat geregeld met hem mee. Tijdens de US Open van vorig jaar deelden ze een hotelkamer, zoals ze vroeger een stapelbed deelden. Wat betreft de liefde: voor vrouwen is Alcaraz een interessant ‘object’. Hij zou een tijdje een relatie met Maria Gonzalez Gimenez hebben gehad, die net als hij in Murcia trainde. Maar hij geeft aan al een tijd als single door het leven te gaan. Tennis komt vooralsnog voor het meisje. ‘Het is lastig om nooit lang op één plek te zijn. Het is moeilijk om iemand te vinden met wie je dingen kunt delen als je altijd op een andere plek op de wereld bent,’ aldus Alcaraz. Ook geld, dat nu binnenstroomt dankzij astronomische bedragen aan prijzengeld en sponsorinkomsten, brengt hem niet van de wijs, verzekerde hij al. ‘Mijn vader past op het geld. Ik ben nog jong en heb mijn grillen. Ik ben gek van Nike-sneakers en vooral van de vintage- modellen. Die zijn behoorlijk duur en moeilijk te vinden. Er zijn een paar Jordans, Dunk Lows en schoenen van Travis Scott die ik graag wil hebben. Ik wil graag een heel mooie collectie verza- melen. Verder ben ik heel normaal en nederig. Ik besteed niet veel aandacht aan merken en auto’s. Als ik iets mooi of leuk vind, probeer ik het te kopen, maar uiteindelijk houdt mijn vader mijn uitgaven in de gaten.’ Alcaraz snapt dat zijn familie en begeleidingsteam een vinger aan de pols houden. Hij verwees in Vogue naar de periode in 2022, toen hij net zijn eerste grandslamtitel had gewonnen. ‘Ik had het moeilijk nadat ik de US Open won. Toen ik daarna weer toernooien ging spelen, voelde ik stress. Misschien had ik onvoldoende gerealiseerd wat er was gebeurd. Ik had bereikt waar ik van kinds af aan van had gedroomd. Onbewust was mijn inspiratie een beetje afgenomen. Dat was lastig. Ik dacht: waar gaat dit heen?’ Dat hij af en toe nog moet wennen aan nieuwe situaties bleek bij de afgelopen US Open. Waar iedereen al reikhalzend uitkeek naar een nieuwe confrontatie tussen Djokovic en Alcaraz in de finale, verloor Alcaraz in vier sets van Daniil Medvedev in de halve finale. ‘Wat Rafa, Roger en Djokovic gedaan hebben, is bijna onmogelijk,’ realiseerde Alcaraz zich eerder al, ‘als je je eerste grandslamtitel hebt gewonnen, zie je in hoe gecompliceerd het is wat zij hebben gedaan. Zij bleven hongerig.’ Hoe hij zorgt dat hij dezelfde honger houdt als zijn illustere voorgangers? ‘Mijn droom, een grandslamtitel winnen, is al uitgekomen. Ik moeten zorgen dat ik nu nieuwe dromen heb die ik uit wil laten komen.’ Bronnen: Vogue, CNN, The New York Times, Evening Standard Helden Magazine 69 Het portret van Carlos Alcaraz komt voort uit het dubbeldikke eindejaarsnummer van Helden. De laatste editie van 2023 staat traditioneel in het teken van een terugblik op het afgelopen sportjaar. Femke Bol  siert de cover. De atlete blikt uitgebreid terug op het jaar waarin alles wat ze aanraakte in goud leek te veranderen. Helden ging daarnaast in Engeland op bezoek bij Nathan Aké. Hij won met Manchester City de landstitel, FA Cup en Champions League won. Hij werd samen met zijn echtgenote Kaylee, met wie hij al sinds zijn vijftiende samen is, geïnterviewd en gefotografeerd. Bijzonder was ook het bezoek aan de familie Schippers. Dafne nam afscheid van de atletiek en samen met haar ouders, zus en broer blikte ze terug op haar indrukwekkende carrière. In de 69ste editie van Helden komen tal van sporters aan het woord die 2023 kleur gaven. Wout Poels blikt terug op ritzeges in de Tour en Vuelta, maar ook op het verlies van ploeggenoot Gino Mäder. Golden Sisters Bente en Lieke Rogge werden samen wereldkampioen waterpolo. Femke Kok kroonde zich tot de eerste Nederlandse wereldkampioene op de 500 meter en toont zich zoals we haar niet eerder zagen. Karolien en Finn Florijn zijn gezegend met geweldige roeigenen, ze pakten allebei WK-goud; een dubbelinterview. Jeffrey Hoogland is koning op de kilometer. Hij werd voor de vierde keer wereldkampioen op ‘zijn’ afstand en verbeterde het wereldrecord. Een openhartig gesprek met de kilometervreter. Verder pakten zeilers Bart Lambriex en Floris van de Werken een hattrick aan wereldtitels. Over zeilen gesproken: Marit Bouwmeester keerde terug na de bevalling van haar dochter in 2022 en werd meteen weer Europees kampioen. Feyenoord werd ook kampioen en Lutsharel Geertruida had daar een belangrijk aandeel in. Hij doet zijn verhaal. Joey Veerman won in 2023 de KNVB-beker en werd vader. Een gesprek met de uitgesproken voetballer over wie veel mensen een mening hebben. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 69 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.
Hij won in 2022 al de US Open en werd de jongste nummer één van de wereld. Maar nadat Carlos Alcaraz (20) op Wimbledon in de finale – en in dé sportwedstrijd van het jaar – Novak Djokovic versloeg, weet iedereen het zeker: de toekomst van het mannentennis is in goede handen. ‘Wat hij laat zien, hebben we nog nooit gezien.’ Hij poseerde begin 2023 in alleen een onderbroek voor de campagne Calvins or nothing van kledingmerk Calvin Klein. Niet veel later was Louis Vuitton er als de kippen bij om hem binnen te hengelen als een van de dertien ambassadeurs – en als enige sporter – die het Franse modehuis wereldwijd vertegenwoordigt. Nike had de golden boy van het tennis al in 2020 aan zich gekoppeld – zeventien was hij destijds – en bedacht voor hem dit jaar de slogan ‘Don’t belong to an era, start your own.’ Vrij vertaald: behoor niet tot een tijdperk, begin er zelf een. Rolex en BMW zijn nog twee merken die maar wat graag geassocieerd wilden worden met hem. Jeugdige charme, een ondeugende, jongensachtige glimlach en – bovenal – star quality; het is de cocktail die Carlos Alcaraz in korte tijd razendpopulair heeft gemaakt. Hij veroverde eerst de kinderen, toen de vrouwen en daarna de rest van de tennisvolgers. Inmiddels weten ook mensen die het tennis amper volgen van zijn bestaan. Na Boris Becker, Steffi Graf, Andre Agassi, Venus en Serena Williams en Rafael Nadal is er weer iemand met zoveel uitstraling, dat zijn imago de sport nog voor zijn 21ste ver overstijgt. Alcaraz duikt niet alleen op in de sportkaternen van kranten en in sportmagazines, maar ook in modetijdschrift Vogue. Draagt hij zoals afgelopen zomer op Wimbledon een wit vissershoedje van Nike, dan is dat meteen nieuws en weet het sportmerk dat de zogenoemde bucket hats over de toonbank zullen vliegen. Een harde opslag opgevolgd door een harde forehand. Novak Djokovic slaat de bal in het net, waarna Alcaraz zich languit op zijn rug op het gras van het centercourt van Wimbledon laat vallen. Na bijna vijf uur tennis is op zondag 16 juli het onvoorstelbare gebeurd. Djokovic was de grote favoriet, had Wimbledon immers al zeven keer gewonnen en was sinds 2017 niet verslagen op het ‘heilige gras’. Alcaraz had voordat hij naar Wimbledon ging slechts elf potjes gespeeld op gras, al zat daar wel de titel op Queen’s tussen. Djokovic had een paar weken eerder zijn 23ste grandslamtitel in het enkelspel gewonnen op Roland Garros, mede door in de halve finale af te rekenen met Alcaraz, die verkrampte onder de druk en de hype die rond hem was ontstaan. Djokovic won de eerste set in minder dan een half uur met 6-1, maar daarna beet Alcaraz zich vast in zijn zestien jaar oudere tegenstander. De Spanjaard die ter motivatie en inspiratie vaak Rocky-films kijkt, vocht zich als een Rocky Balboa – het boksende personage van Sylvester Stallone – terug in de wedstrijd. Hij won de tiebreak van de tweede set, terwijl Djokovic veertien tiebreaks op rij had gewonnen tijdens grandslamtoernooien, en pakte vervolgens de derde set met 6-1. Daarna wisselde het momentum, Djokovic won de vierde set met 6-3 en de succesvolste tennisser ooit leek, zoals zo vaak als het spannend werd, door te drukken. Alcaraz liet zien ook mentaal al heel snel volwassen te zijn, hij brak zijn tegenstander meteen. Djokovic maakte die break in de volgende game ongedaan, waarna de jonge Spanjaard opnieuw door de service van zijn tegenstander brak. Snelheid en kracht afgewisseld met finesse, een staaltje ongekend verdedigen, onnavolgbare returns met de forehand en dubbelhandige backhand, dropshots; het hele arsenaal van Alcaraz kwam voorbij. Na een weergaloos punt toonde hij letterlijk zijn spierballen aan het publiek, dat op de banken stond. Nadat Djokovic zijn opponent had teruggedrongen achter de baseline, maar Alcaraz met kunst- en vliegwerk de bal steeds terugkreeg om uiteindelijk met een dubbelhandige backhand gepasseerd te worden aan het net, sloeg Nole uit pure frustratie zijn racket kapot tegen de netpaal. Hij was geklopt met zijn eigen wapens. Bij 5-4 liet hij op eigen service nog eens zien waarom iedereen hem al een tijd bestempelt als de nieuwe tennissensatie. Hij maakte eerst een punt met zijn handelsmerk: het dropshot. Daarna toonde hij het publiek, onder wie zangeres Ariana Grande, acteurs Brad Pitt, Hugh Jackman, Daniel Craig en Emma Watson, de Spaanse koning Felipe en de Britse royals William en Kate, een schitterende topspinlob, gevolgd door keiharde opslagen en een forehandwinner op matchpoint. Op matchpoint dacht hij terug aan de Wimbledon-finale van 2019. Federer stond in de vijfde set 8-7 en 40-15 voor tegen Djokovic, de 21ste grandslamtitel voor de op dat moment 38-jarige Federer leek in de knip. Maar Djokovic wist de twee matchpoints weg te werken, pakte de break en won uiteindelijk de tiebreak van de vijfde set bij 12-12. Federer won nooit meer een grandslamtoernooi. ‘Als je de vijfde set ingaat tegen Djokovic dan komen meteen een heleboel statistieken in je hoofd omhoog, zoals dat hij tien jaar lang geen wedstrijd had verloren op het centercourt van Wimbledon,’ aldus Alcaraz. ‘Op matchpoint dacht ik terug aan Federer in 2019 en zei tegen mezelf: alsjeblieft Carlos, laat wat Federer overkwam jou niet gebeuren. Er zijn zoveel wedstrijden en finales waarin Djokovic verslagen leek, maar die hij uiteindelijk toch won. Dat iemand als Federer zo verloor was wreed.’ Alcaraz: 'Federer had zoveel klasse, liet mensen op een andere manier naar tennis kijken. Naar hem kijken was als kijken naar een kunstwerk. Ik raakte betoverd door hem' Met een glimlach van oor tot oor stamelt hij na het beslissende punt: ‘Om Novak in zijn beste vorm te verslaan op dit toneel en geschiedenis te schrijven is geweldig. Het is goed voor de nieuwe generatie dat ze mij hem hebben zien verslaan, zodat ze nu kunnen denken dat zij dit ook kunnen.’ Djokovic is verbaasd dat Alcaraz zich veel sneller dan verwacht spelen op gras eigen heeft gemaakt: ‘Hij verraste mij, hij verraste iedereen.’ En tegen Alcaraz: ‘Ik dacht dat ik problemen met jou zou hebben op gravel en hardcourt, maar niet op gras.’ Het laatste woord is van de ene koning aan de andere. ‘Nu ik heb gewonnen, hoop ik dat u naar meer wedstrijden komt kijken,’ grapt Alcaraz tegen koning Felipe. Met de Wimbledon-titel op zak is iedereen het erover eens dat er eindelijk een wisseling van de wacht in het mannentennis gaande is. In 2022 won Alcaraz al zijn eerste grandslamtitel door de US Open te winnen en na het toernooi werd hij met zijn negentien jaar en vier maanden en zes dagen de jongste nummer één van de wereld bij de mannen. Maar in New York had hij het niet op hoeven nemen tegen Djokovic, die Amerika niet inkwam omdat hij zich weigerde te vaccineren tegen het coronavirus. Dat hij uitgerekend op Wimbledon wint van de Serviër neemt de laatste scepsis weg. Alcaraz is in Londen de eerste die de streak van ‘De Grote Vier’ doorbreekt. Sinds 2002 werden de grandslamtitels in het enkelspel bij de mannen verdeeld over Roger Federer, Rafael Nadal, Andy Murray en Djokovic. Het geeft maar weer aan dat een einde van een tijdperk aanstaande is. Federer is immers eind vorig jaar met pensioen gegaan, Nadal is vaker geblesseerd dan fit en de verwachting is dat 2024 zijn laatste jaar op de tour zal zijn, Murray heeft door verschillende operaties zijn oude niveau afgelopen jaren niet meer gehaald. Alleen Djokovic is still going strong, is nog superfit, maar ook al 36. Djokovic heeft de afgelopen jaren tal van spelers op zien komen van wie werd gedacht dat zij de macht over zouden nemen, maar telkens bleken ze de verwachtingen niet waar te kunnen maken. Ze moesten het doen met de kruimels die vooral Nadal en Djokovic de laatste jaren lieten liggen. Met Alcaraz is het een ander verhaal. ‘Een grote knuffel, geniet van het moment kampioen!’ post Nadal op social media nadat hij op tv zijn landgenoot Wimbledon ziet winnen. Djokovic onderkent tijdens de persconferentie na zijn nederlaag in de finale ook dat Alcaraz van een ander kaliber is. Hij noemt hem een complete speler, iemand die wat betreft mentale veerkracht en volwassenheid zijn leeftijd ver vooruit is. ‘De mensen hadden het de afgelopen twaalf maanden al over hem, zeiden dat zijn spel elementen bevat van Roger, Rafael en mij. Ik ben het daar mee eens. Hij verenigt het beste van drie werelden. Ik heb om eerlijk te zijn nog nooit tegen een speler als Alcaraz gespeeld.’ Brad Gilbert is oud-tennisser, tv-analist en was coach van onder anderen Andre Agassi en is dat nu van kersverse US Open-winnares Coco Gauff. In Vogue zei hij dat de generatie Federer/ Nadal/Murray/Djokovic eigenlijk drie generaties die daarna kwamen, heeft weggevaagd. Die kwamen er niet aan te pas doordat die vier een monopolie hadden wat betreft grandslamtitels. Over de nieuwe sensatie bij de mannen zei Gilbert: ‘Iedereen moedigt hem aan omdat het zo mooi is om naar hem te kijken. Hij is zo vasthoudend. Op welke ondergrond en waar hij ook speelt, past hij zich heel makkelijk aan.’ Wat heeft Alcaraz dan wat andere tennissers van nu niet hebben? Het is een combinatie van lef, aanpassingsvermogen, kracht, originaliteit, tactisch inzicht en een speelstijl die vernieuwend is. Hij gaat soms in een split of spagaat op de baseline om een bal te halen en staat daarna meteen weer klaar, hij lijkt de baan soms te gebruiken als een trampoline als je ziet hoe hoog en makkelijk hij springt, hij heeft een indrukwekkende opslag en een heel goede tweede service en hij heeft ijswater door de aderen stromen, anders zou hij op spannende momenten niet met dropshots komen. Gilbert: ‘Ik zou niet verbaasd zijn als hij over vijf jaar al zes of zeven grandslamtitels heeft gewonnen. Het zouden er zelfs tien kunnen zijn. Geluk speelt ook een grote factor. Hij moet blessurevrij blijven, want met zijn manier van spelen vraagt hij heel veel van zijn lichaam.’ • Alcaraz groeide op in El Palmar, een dorpje nabij Murcia. Tennis zat bij hem in het dna. Zijn opa, ook Carlos genaamd, tenniste al en transformeerde iets van veertig jaar geleden een kleiduivenschietbaan in een tennisclub. De vader van Alcaraz, ook Carlos genaamd, was een groot tennistalent, maar stopte door een gebrek aan financiële middelen en ging ook bij de tennisclub aan de slag als leraar en nam uiteindelijk de boel over. Hij drukte zijn vier zoons Alvaro, Carlos, Jaime en Sergio van jongs af aan een racket in de handen. Carlos, na zijn drie jaar oudere broer Alvaro, de een-na-oudste van het stel, begon op zijn vierde met tennis en liep elke dag rond op de club, omdat zijn moeder bij IKEA werkte. Volgens de overlevering begon hij te huilen als hij moest stoppen met tennis. Al snel werd duidelijk dat de kleine Carlos een groot talent was, maar het geld ontbrak om hem te kunnen ondersteunen. Alfonso Lopes Rueda bleek de reddende engel. Hij was niet alleen een vriend van de familie, maar ook directeur van de lokale yoghurt- en toetjesproducent Postres Reina. Het bedrijf ging Carlos vanaf zijn tiende sponsoren, waardoor hij naar jeugdtoernooien in Spanje en het buitenland kon en de beste coaches uit de regio kon betalen in ruil voor een logo van Postres Reina op z’n borst. Een jaar later stond sportmanagementbureau IMG al op de stoep en niet veel later had hij contracten met sportkledingmerk Lotto en racketmerk Babolat te pakken. De naam Alcaraz werd steeds vaker genoemd in het rijtje toekomstige toptennissers. Op zijn vijftiende ging hij in zee met Juan Carlos Ferrero, voormalig nummer één van de wereld en in 2003 winnaar van Roland Garros door in de finale Martin Verkerk te verslaan. Ferrero, die in 2012 stopte met tennis, had voordat hij zich in 2018 aan ‘Project Alcaraz’ verbond met Alexander Zverev gewerkt. ‘Ik had al veel over hem gehoord,’ vertelde Ferrero tegen Vogue, ‘vooral dat hij op de baan veel dingen deed die kinderen normaal gesproken niet doen, zoals het slaan van dropshots en lobs. Ook kwam hij vaak naar het net, terwijl veel van zijn leeftijdgenoten op de baseline blijven. Hij vocht bovendien voor elk punt en was heel dynamisch.’ Alcaraz: ‘Ik was als kind al erg talentvol, maar heb ook altijd heel hard gewerkt. Met alleen talent kom je nergens. Juan Carlos is heel belangrijk voor mijn ontwikkeling geweest, op professioneel en persoonlijk vlak. Als we samen zijn, hebben we het niet alleen over tennis, maar over alle andere dingen in het leven. Hij is eigenlijk een coach en vriend ineen.’ Er was veel werk aan de winkel, want de diamant moest flink gepolijst worden. ‘Vandaag de dag zijn alle spelers net beesten,’ aldus Ferrero, die als speler juist eerder iel was en de bijnaam El Mosquito had. ‘De meeste spelers spelen om te vernietigen, niet om te bouwen. Carlos kan ook heel hard slaan, maar is tegelijkertijd iemand die ook een punt op kan bouwen, is van nature heel creatief. Veel spelers vinden het bovendien lastig om de belangrijke punten te spelen. Carlos vindt dat juist het leukst en dat maakt hem speciaal. Dat is ook een heel goed teken met het oog op de toekomst.’ Niet alleen op de baan werd er hard gewerkt, ook op mentaal vlak werd hulp ingeschakeld. Psychologe Isabel Balaguer ging met hem aan de slag. Alcaraz: ‘Ik had moeite mijn emoties onder controle te houden. Op mijn vijftiende, zestiende gooide ik vaak met mijn racket en brak er af en toe een.’ Het was zo erg dat hij geregeld in huilen uitbarstte op de baan en na een nederlaag weigerde de baan te verlaten. ‘Ik was destijds een heel ander persoon,’ vertelde Alcaraz in The New York Times. ‘Ik genoot er veel minder van dan nu. Was altijd kwaad, zeurde veel. Dankzij Isabel is het veel beter geworden. Ik werd rustiger en daardoor begon ik veel meer van tennis te genieten. Gedurende een jaar wordt er heel veel van me gevraagd en is het essentieel om rustig te blijven. Daarnaast is het voor mij belangrijk om de baan op te stappen met een lach.’ • Hij timmert flink aan de weg. Niet alleen als tennisser, maar ook als ‘merk’. Hij volgt al een tijd Engelse les in de avonduren. Als hij op de baan een microfoon voor zijn neus krijgt, heeft hij er geen problemen mee om op charismatische wijze zijn verhaal te doen. Nadal was op zijn twintigste schuchter en wist niet hoe snel hij over moest schakelen op Spaans als mensen lachten als hij ‘happy’ uitsprak als ‘geppy’. Veel andere Spaanse tennissers bleken ook niet bepaald een talenknobbel te hebben. Alcaraz, die als tiener al zijn eigen liefdadigheidsstichting oprichtte waarmee hij mensen met het downsyndroom helpt, kan zich prima redden, glimlacht als hij spreekt en maakt grappen. Er wordt anders naar hem gekeken, maar zelf is hij niet veranderd door de successen. Hij heeft nog dezelfde vrienden – die hem Carlitos of Charlie noemen – als in zijn jeugd, hangt met hen rond in het park, kletst over voetbal – Alcaraz is supporter van Real Madrid – of speelt een potje schaak met hen. ‘Schaken vind ik geweldig. Ik vind het mooi om me erg te moeten concenteren, me te wapenen tegen de strategie van mijn tegenstander en vooruit te denken. Heel veel dingen in schaken komen overeen met tennissen. Je moet constant vooruit proberen te denken waar de tegenstander de bal zal slaan, je moet eigenlijk proberen een sprongetje vooruit in de tijd te maken en proberen iets te doen waarbij de tegenstander zich niet prettig zal voelen.’Federer: ‘Hij heeft alle wapens, kan wedstrijden op heel veel verschillende manieren winnen en dat is een kwaliteit die grote kampioenen bezitten’ • Sinds hij in februari 2020 op zijn zestiende debuteerde op de ATP Tour ging hij met reuzenstappen omhoog op de wereldranglijst. Eind 2021 won hij de Next Gen ATP Finals, het toernooi waaraan jaarlijks de grootste tennistalenten meedoen. In 2022 versloeg hij in Madrid een dag na zijn negentiende verjaardag Nadal in de kwartfinale. Hij werd de eerste tiener die de koning van het gravel, alleen al veertien keer winnaar van Roland Garros, versloeg op diens favoriete ondergrond. Een ronde later versloeg hij Djokovic. Nog nooit was iemand erin geslaagd om de twee tennisreuzen achter elkaar en op hetzelfde toernooi te verslaan. Alcaraz versloeg in de finale vervolgens Alexander Zverev. De eerste jaren werd uiteraard vooral de vergelijking met Nadal gemaakt, die ook al als tiener de top bereikte. Ze groeiden allebei op gravel op in Spanje, hadden beiden hun vechtersmentaliteit en atletisch vermogen als wapens. Daarnaast golden ze meteen als publiekslievelingen. Maar waar Nadal in zijn eerste jaren vooral excelleerde op gravel, bleek Alcaraz meteen op alle ondergronden uit de voeten te kunnen. Hij heeft immers al grandslamtitels op hardcourt en gras te pakken en won ook graveltoernooien. Dat hij heel allround is, bewijst hij elke wedstrijd. Hij kan heel agressief vanaf de baseline spelen, dicteert rally’s daar vandaan met harde klappen of zware topspinballen en slaat winners met zijn forehand. Zoals Nadal dat kan. In de verdediging gedrongen kan hij met zijn loopvermogen en geweldige voetenwerk de meest onmogelijke ballen halen en het initiatief overnemen of met een geweldige passeerbal met zijn dubbelhandige backhand komen. Zoals Djokovic dat doet. Djokovic stelt op Wimbledon na zijn nederlaag niet voor niets: ‘Het is indrukwekkend. Hij heeft de Spaanse stierenmentaliteit, heeft het competitieve, de vechtersmentaliteit en de ongelooflijke verdediging die we door de jaren heen van Rafa hebben gezien. Hij heeft ook een backhand waar hij heel mooi naartoe glijdt en die heeft weer overeenkomsten met mijn backhand. De dubbelhandige backhand, het verdedigen, de kwaliteiten om je aan te passen; dat zijn al jaren mijn kwaliteiten. Dat heeft hij ook.’ Maar Alcaraz schudt daarnaast op de meest onwaarschijnlijke momenten met succes dropshots uit zijn mouw, maar heeft er ook geen moeite mee om naar het net te komen om de bal af te smashen of te volleren. Hij bezit over een indrukwekkend balgevoel, heeft al tal van voor onmogelijk gehouden ballen geslagen. Zoals in de halve finale op Roland Garros toen hij een dropshot van Djokovic haalde, die de bal vervolgens in het open veld bij de baseline neerlegde. Alcaraz sprintte achter de bal aan, tegen beter weten in, dacht iedereen. Met zijn rug naar het net sloeg hij de bal zonder te kijken langs zijn verbouwereerde tegenstander die aan het net stond. Het leverde hem applaus van een lachende Djokovic op en een staande ovatie van het publiek. Wie zo’n ongelooflijke bal eerder had geslagen? Federer, de man van wie Alcaraz vroeger posters op zijn slaapkamer had hangen en die zijn grote voorbeeld is. ‘Rafa is iemand naar wie ik altijd heb gekeken. Ik bewonder hem heel erg,’ zei hij in Vogue, ‘maar Federer had zoveel klasse, liet mensen op een andere manier naar tennis kijken. Naar Federer kijken was als kijken naar een kunstwerk. Hij had elegantie, was magnifiek. Ik raakte betoverd door hem.’ Paul Annacone, oud-trainer van Federer en Pete Sampras, noemde hem vorig jaar de meest talentvolle teenager aller tijden. Oud-tennisser Ivan Ljubicic, na zijn loopbaan eveneens coach van Federer, was eerder dit jaar de eerste die het aandurfde hem als een mix van de beste drie tennissers aller tijden, Djokovic, Nadal en Federer – winnaars van respectievelijk 24, 22 en 20 grandslamtitels – te bestempelen. ‘Wat hij laat zien, hebben we nog nooit gezien. Hij is een of andere zieke mix van Djokovic, Federer en Nadal.’ Federer, die na zijn afscheid eind 2022 zei dat hij het jammer vond dat hij het nooit in een wedstrijd op had kunnen nemen tegen Alcaraz, reageerde tegenover CNN lachend: ‘Zei Ivan dat? Dat is nogal een compliment. Op zijn leeftijd laat hij ongelooflijke dingen zien. Ik vind het niet leuk om heel veel druk op jonge spelers te leggen, maar hij is iemand die zegt: ‘Ik ga naar Wimbledon of Parijs om te winnen.’ Hij legt de druk dus ook hoog bij zichzelf en dat vind ik geweldig. En daarom kan ik over hem ook wel zeggen dat hij in de toekomst schitterende dingen gaat bereiken. Hij heeft alle wapens, kan wedstrijden op heel veel verschillende manieren winnen en dat is een kwaliteit die grote kampioenen bezitten. Hij kan meerdere grandslamtitels winnen en hopelijk blijft hij ook jarenlang nummer één van de wereld.’ Nadal, die onlangs aangaf graag met Alcaraz te willen dubbelen op de Spelen in Parijs als zijn lichaam het toelaat, was terughoudender met bespiegelingen over zijn zeventien jaar jongere landgenoot. ‘We moeten voorzichtig zijn in onze oordelen over hem. De vooruitzichten zijn fantastisch, hij heeft power en is ambitieus, maar in de carrière van elke topsporter kunnen zoveel dingen gebeuren. Het is lastig om hem te adviseren. Ik ben er sowieso slecht in om advies te geven, omdat ik altijd meer heb geleerd door te kijken dan van woorden. Maar als ik hem iets zou mee willen geven, is het: blijf jezelf verbeteren of probeer dat in elk geval, want dat is wat je gemotiveerd houdt.’ • De woorden van Nadal zullen zijn coach als muziek in de oren hebben geklonken. Ferrero: ‘Wij, de mensen om hem heen, zijn ook een beetje bezorgd. Carlos heeft de kwaliteiten om een van de beste tennissers ooit te worden. Dat is duidelijk. Maar er kunnen nog heel veel dingen gebeuren. Hij is jong, er zijn nog heel veel dingen die hij niet ziet. We weten allemaal wat de risico’s zijn: feesten, afgeleid worden, niet geconcentreerd bezig zijn met tennis. Als je de kans krijgt om de rich and famous te ontmoeten, dan is het makkelijk om de weg kwijt te raken. Iedereen zal hem vertellen dat hij geweldig is, maar de mensen dicht om hem heen zullen de realiteit in het oog moeten houden. Hij kan nog op alle vlakken beter worden: zijn vasthoudendheid, zijn houding op moeilijke momenten, volwassenheid op de baan. We moeten blijven werken aan zijn zwakkere punten. De familie van Carlos speelt een heel belangrijke rol om hem met beide benen op de grond te houden.’ Broer Alvaro gaat geregeld met hem mee. Tijdens de US Open van vorig jaar deelden ze een hotelkamer, zoals ze vroeger een stapelbed deelden. Wat betreft de liefde: voor vrouwen is Alcaraz een interessant ‘object’. Hij zou een tijdje een relatie met Maria Gonzalez Gimenez hebben gehad, die net als hij in Murcia trainde. Maar hij geeft aan al een tijd als single door het leven te gaan. Tennis komt vooralsnog voor het meisje. ‘Het is lastig om nooit lang op één plek te zijn. Het is moeilijk om iemand te vinden met wie je dingen kunt delen als je altijd op een andere plek op de wereld bent,’ aldus Alcaraz. Ook geld, dat nu binnenstroomt dankzij astronomische bedragen aan prijzengeld en sponsorinkomsten, brengt hem niet van de wijs, verzekerde hij al. ‘Mijn vader past op het geld. Ik ben nog jong en heb mijn grillen. Ik ben gek van Nike-sneakers en vooral van de vintage- modellen. Die zijn behoorlijk duur en moeilijk te vinden. Er zijn een paar Jordans, Dunk Lows en schoenen van Travis Scott die ik graag wil hebben. Ik wil graag een heel mooie collectie verza- melen. Verder ben ik heel normaal en nederig. Ik besteed niet veel aandacht aan merken en auto’s. Als ik iets mooi of leuk vind, probeer ik het te kopen, maar uiteindelijk houdt mijn vader mijn uitgaven in de gaten.’ Alcaraz snapt dat zijn familie en begeleidingsteam een vinger aan de pols houden. Hij verwees in Vogue naar de periode in 2022, toen hij net zijn eerste grandslamtitel had gewonnen. ‘Ik had het moeilijk nadat ik de US Open won. Toen ik daarna weer toernooien ging spelen, voelde ik stress. Misschien had ik onvoldoende gerealiseerd wat er was gebeurd. Ik had bereikt waar ik van kinds af aan van had gedroomd. Onbewust was mijn inspiratie een beetje afgenomen. Dat was lastig. Ik dacht: waar gaat dit heen?’ Dat hij af en toe nog moet wennen aan nieuwe situaties bleek bij de afgelopen US Open. Waar iedereen al reikhalzend uitkeek naar een nieuwe confrontatie tussen Djokovic en Alcaraz in de finale, verloor Alcaraz in vier sets van Daniil Medvedev in de halve finale. ‘Wat Rafa, Roger en Djokovic gedaan hebben, is bijna onmogelijk,’ realiseerde Alcaraz zich eerder al, ‘als je je eerste grandslamtitel hebt gewonnen, zie je in hoe gecompliceerd het is wat zij hebben gedaan. Zij bleven hongerig.’ Hoe hij zorgt dat hij dezelfde honger houdt als zijn illustere voorgangers? ‘Mijn droom, een grandslamtitel winnen, is al uitgekomen. Ik moeten zorgen dat ik nu nieuwe dromen heb die ik uit wil laten komen.’ Bronnen: Vogue, CNN, The New York Times, Evening Standard Helden Magazine 69 Het portret van Carlos Alcaraz komt voort uit het dubbeldikke eindejaarsnummer van Helden. De laatste editie van 2023 staat traditioneel in het teken van een terugblik op het afgelopen sportjaar. Femke Bol  siert de cover. De atlete blikt uitgebreid terug op het jaar waarin alles wat ze aanraakte in goud leek te veranderen. Helden ging daarnaast in Engeland op bezoek bij Nathan Aké. Hij won met Manchester City de landstitel, FA Cup en Champions League won. Hij werd samen met zijn echtgenote Kaylee, met wie hij al sinds zijn vijftiende samen is, geïnterviewd en gefotografeerd. Bijzonder was ook het bezoek aan de familie Schippers. Dafne nam afscheid van de atletiek en samen met haar ouders, zus en broer blikte ze terug op haar indrukwekkende carrière. In de 69ste editie van Helden komen tal van sporters aan het woord die 2023 kleur gaven. Wout Poels blikt terug op ritzeges in de Tour en Vuelta, maar ook op het verlies van ploeggenoot Gino Mäder. Golden Sisters Bente en Lieke Rogge werden samen wereldkampioen waterpolo. Femke Kok kroonde zich tot de eerste Nederlandse wereldkampioene op de 500 meter en toont zich zoals we haar niet eerder zagen. Karolien en Finn Florijn zijn gezegend met geweldige roeigenen, ze pakten allebei WK-goud; een dubbelinterview. Jeffrey Hoogland is koning op de kilometer. Hij werd voor de vierde keer wereldkampioen op ‘zijn’ afstand en verbeterde het wereldrecord. Een openhartig gesprek met de kilometervreter. Verder pakten zeilers Bart Lambriex en Floris van de Werken een hattrick aan wereldtitels. Over zeilen gesproken: Marit Bouwmeester keerde terug na de bevalling van haar dochter in 2022 en werd meteen weer Europees kampioen. Feyenoord werd ook kampioen en Lutsharel Geertruida had daar een belangrijk aandeel in. Hij doet zijn verhaal. Joey Veerman won in 2023 de KNVB-beker en werd vader. Een gesprek met de uitgesproken voetballer over wie veel mensen een mening hebben. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 69 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.

Helden

Roularta Media Nederland neemt Helden Magazine over

Roularta Media Nederland neemt Helden Magazine over. De overname past bij de ambitie van RMN om haar positie op de Nederlandse magazinemarkt verder uit te bouwen. Voor Helden Magazine past de verkoop van de titel bij de ambitie om vanuit een grote tijdschriftenorganisatie de volgende stappen op het beoogde groeipad te zetten. Roularta Media Nederland (RMN) is de op één na grootste magazine uitgever van Nederland en exploiteert met ruim 240 professionals 30 magazinemerken die een gezamenlijke omzet van 70 miljoen euro realiseren. RMN maakt deel uit van de internationale Roularta Media Group, dat het versterken van haar positie op de Nederlandse magazinemarkt als belangrijk strategisch speerpunt benoemt. De overname van Helden Magazine draagt in belangrijke mate bij aan de invulling van deze strategie. Helden Magazine is opgericht in 2009 vanuit een journalistiek hart en uit liefde voor het verhaal achter de sporter. Helden brengt échte verhalen over sportprestaties, plezier, goud én de andere kant van de medaille. Verhalen die prikkelen. Over de strijd achter de prestatie en achter het falen. Oprechte verhalen die raken. Verhalen die inspireren, bewonderen, verwonderen en nieuw perspectief bieden. Het printbereik van Helden bedraagt 175.000 per editie en heeft een maandelijks digitaal bereik van 1,8 miljoen impressies vanuit de website en socials. De podcast wordt door ruim 20.000 luisteraars per maand beluisterd. Erwin van Luit, CEO van Roularta Media Nederland: “Dat we Helden Magazine mogen toevoegen aan ons portfolio is voor ons bedrijf weer een mooie stap in de uitrol van onze groeistrategie. Het is een geweldig mediamerk en een prachtig product met veel potentie om verder uit te bouwen. Ik ben ook erg blij dat Barbara Barend aan de titel verbonden blijft. We hebben er veel zin in om samen met haar en het team achter Helden de titel verder door te ontwikkelen en te laten groeien.” Barbara Barend, founder en directeur van Helden: “Ik ben ontzettend blij dat we Helden op deze manier duurzaam kunnen voortzetten. Met veel plezier hebben we Helden de afgelopen jaren zelfstandig gemaakt. Nu is de tijd aangebroken onderdeel te worden van een grotere club om ook de volgende stappen te kunnen zetten.” Financiële details over de transactie worden niet bekendgemaakt.
Roularta Media Nederland neemt Helden Magazine over. De overname past bij de ambitie van RMN om haar positie op de Nederlandse magazinemarkt verder uit te bouwen. Voor Helden Magazine past de verkoop van de titel bij de ambitie om vanuit een grote tijdschriftenorganisatie de volgende stappen op het beoogde groeipad te zetten. Roularta Media Nederland (RMN) is de op één na grootste magazine uitgever van Nederland en exploiteert met ruim 240 professionals 30 magazinemerken die een gezamenlijke omzet van 70 miljoen euro realiseren. RMN maakt deel uit van de internationale Roularta Media Group, dat het versterken van haar positie op de Nederlandse magazinemarkt als belangrijk strategisch speerpunt benoemt. De overname van Helden Magazine draagt in belangrijke mate bij aan de invulling van deze strategie. Helden Magazine is opgericht in 2009 vanuit een journalistiek hart en uit liefde voor het verhaal achter de sporter. Helden brengt échte verhalen over sportprestaties, plezier, goud én de andere kant van de medaille. Verhalen die prikkelen. Over de strijd achter de prestatie en achter het falen. Oprechte verhalen die raken. Verhalen die inspireren, bewonderen, verwonderen en nieuw perspectief bieden. Het printbereik van Helden bedraagt 175.000 per editie en heeft een maandelijks digitaal bereik van 1,8 miljoen impressies vanuit de website en socials. De podcast wordt door ruim 20.000 luisteraars per maand beluisterd. Erwin van Luit, CEO van Roularta Media Nederland: “Dat we Helden Magazine mogen toevoegen aan ons portfolio is voor ons bedrijf weer een mooie stap in de uitrol van onze groeistrategie. Het is een geweldig mediamerk en een prachtig product met veel potentie om verder uit te bouwen. Ik ben ook erg blij dat Barbara Barend aan de titel verbonden blijft. We hebben er veel zin in om samen met haar en het team achter Helden de titel verder door te ontwikkelen en te laten groeien.” Barbara Barend, founder en directeur van Helden: “Ik ben ontzettend blij dat we Helden op deze manier duurzaam kunnen voortzetten. Met veel plezier hebben we Helden de afgelopen jaren zelfstandig gemaakt. Nu is de tijd aangebroken onderdeel te worden van een grotere club om ook de volgende stappen te kunnen zetten.” Financiële details over de transactie worden niet bekendgemaakt.