Word abonnee
Meer

Waterpolo

Jelto Spijker: ‘Ik kies ervoor om ermee te koop te lopen’

Jelto Spijker Jelto Spijker (24) is een opvallende verschijning in de machowereld van het waterpolo. De keeper, die uitkomt in de Duitse competitie, had zeven jaar geleden zijn coming-out. Dit is zijn verhaal. “Als ik voetballer was geweest, was ik nooit uit de kast gekomen.” “Acht was ik toen ik via Aqua Fun, een jeugdprogramma waarbij alle watersporten aan bod kwamen, met waterpolo in aanraking kwam. Ik vond het leuk, kreeg een uitnodiging om bij ons in Veenendaal naar een wedstrijd van het eerste van VZC te komen kijken met mijn moeder. Toen ik dertien van die kleerkasten in badjas op zag komen en vervolgens voor spektakel in het water zag zorgen, was ik verkocht. Op mijn tiende werd ik keeper. Ik was niet de snelste zwemmer en ook niet altijd gemotiveerd om na balverlies heel hard terug te zwemmen. De trainer stelde voor om het eens als doelman te proberen. Waterpolo was heel belangrijk voor mij. Toen ik vier was, overleed mijn vader bij ons in de huiskamer aan een herseninfarct. Alles kwam vanaf dat moment op de schouders van mijn moeder terecht. Zij moest voor brood op de plank zorgen en er tegelijkertijd voor mijn drieënhalf jaar oudere broer Paul en mij zijn. De vaderfiguur die ik thuis miste, vond ik in het waterpolo. Er waren regels, er was discipline en de jeugdtrainers waren er om daarop te hameren. Ik leerde hoe ik me diende te gedragen en hoe ik met anderen om moest gaan. Lange tijd dacht ik dat het gemis van mijn vader geen grote impact op mij had. Ik was zo jong toen hij overleed, had amper echte herinneringen aan hem. Ik had last van woedeaanvallen, was niet de makkelijkste in de omgang, lag moeilijk in de groep en voelde me vaak onbegrepen. Met mijn broer had ik ook altijd ruzie. Ik denk dat het allemaal te maken had met het feit dat er thuis geen vader was. In de puberteit, zo rond mijn vijftiende, kreeg ik mijzelf meer onder controle. Op mijn zestiende kreeg ik het gevoel dat ik op jongens viel. Ik wilde het eerst zeker weten, bedacht: als ik nou probeer het mooiste meisje van de klas te versieren... Het lukte, maar toen ik met haar was, kreeg ik al heel snel de bevestiging van wat ik al dacht: ik val op mannen. Dat meisje van destijds is nog steeds een van mijn beste vriendinnen. Helden Magazine nummer 73  Het eerste gedeelte van het interview met Jelto Spijker komt voort uit Helden Magazine nummer 73. Deze editie staat in het teken van het nieuwe voetbalseizoen, biedt uitgebreide aandacht voor wielrennen en besteedt ruimschoots aandacht aan de Paralympische Spelen. Cody Gakpo, de ster van het Nederlands elftal bij het afgelopen EK, siert de cover van Helden. In Liverpool krijgt hij nu te maken met nieuwe trainer Arne Slot en zijn assistent John Heitinga. Kan hij The Reds ook bij de hand nemen?  Voetbal  Naast Gakpo, waarbij het in het verhaal ook gaat over zijn tijd bij regerend landskampioen PSV, ook een uitgebreid interview met John de Wolf. Hij vertelt over zijn tijd met Arne Slot, Quilindschy Hartman, alzheimer en zijn imago. We maken ook kennis met het nieuwe kroonjuweel van Ajax: Jorrel Hato. In een turbulente periode bij de Amsterdamse club, ontwikkelt hij zich stormachtig. Ian Maatsen had een geweldig seizoen: haalde de Champions League-finale, kreeg een uitnodiging voor het EK en maakte een transfer naar Aston Villa. Hij doet zijn bijzondere verhaal en Lasse Schöne blikt terug op de Europa League-finale van 2017.   Wielrennen  Tom Dumoulin liet in 2015 in de Ronde van Spanje voor het eerst zien dat er een ronderenner in hem schuilde. Hij blikt uitgebreid terug op zijn indrukwekkende carrière. Een geweldige loopbaan had ook Annemiek van Vleuten. Aan de hand van foto's neemt ze ons, in aanloop naar de Tour de France Femmes die in Nederland start, mee terug in de tijd. De Tour de France voor vrouwen eindigt op Alpe d'Huez. Peter Winnen weet wat het is om te winnen op 'de Nederlandse berg'; hij flikte het twee keer. Hij neemt ons mee.  Paralympische Spelen  Paralympisch boegbeeld en atlete Fleur Jong kreeg bezoek van Victoria Koblenko. Niels Vink, een van de beste quad-rolstoeltennissers, vertelt zijn verhaal. Dat doet ook verspringer en sprinter Joël de Jong, kind van een donorvader en op jonge leeftijd getroffen door botkanker. Dinja en Joeri van Liere vormen een bijzonder duo: Dinja nam als dressuuramazone deel aan de Olympische Spelen in Parijs, terwijl haar broer Joeri, die als motorcrosser een dwarslaesie opliep, naar Parijs gaat als rolstoelbasketballer. Een dubbelinterview.  
Jelto Spijker Jelto Spijker (24) is een opvallende verschijning in de machowereld van het waterpolo. De keeper, die uitkomt in de Duitse competitie, had zeven jaar geleden zijn coming-out. Dit is zijn verhaal. “Als ik voetballer was geweest, was ik nooit uit de kast gekomen.” “Acht was ik toen ik via Aqua Fun, een jeugdprogramma waarbij alle watersporten aan bod kwamen, met waterpolo in aanraking kwam. Ik vond het leuk, kreeg een uitnodiging om bij ons in Veenendaal naar een wedstrijd van het eerste van VZC te komen kijken met mijn moeder. Toen ik dertien van die kleerkasten in badjas op zag komen en vervolgens voor spektakel in het water zag zorgen, was ik verkocht. Op mijn tiende werd ik keeper. Ik was niet de snelste zwemmer en ook niet altijd gemotiveerd om na balverlies heel hard terug te zwemmen. De trainer stelde voor om het eens als doelman te proberen. Waterpolo was heel belangrijk voor mij. Toen ik vier was, overleed mijn vader bij ons in de huiskamer aan een herseninfarct. Alles kwam vanaf dat moment op de schouders van mijn moeder terecht. Zij moest voor brood op de plank zorgen en er tegelijkertijd voor mijn drieënhalf jaar oudere broer Paul en mij zijn. De vaderfiguur die ik thuis miste, vond ik in het waterpolo. Er waren regels, er was discipline en de jeugdtrainers waren er om daarop te hameren. Ik leerde hoe ik me diende te gedragen en hoe ik met anderen om moest gaan. Lange tijd dacht ik dat het gemis van mijn vader geen grote impact op mij had. Ik was zo jong toen hij overleed, had amper echte herinneringen aan hem. Ik had last van woedeaanvallen, was niet de makkelijkste in de omgang, lag moeilijk in de groep en voelde me vaak onbegrepen. Met mijn broer had ik ook altijd ruzie. Ik denk dat het allemaal te maken had met het feit dat er thuis geen vader was. In de puberteit, zo rond mijn vijftiende, kreeg ik mijzelf meer onder controle. Op mijn zestiende kreeg ik het gevoel dat ik op jongens viel. Ik wilde het eerst zeker weten, bedacht: als ik nou probeer het mooiste meisje van de klas te versieren... Het lukte, maar toen ik met haar was, kreeg ik al heel snel de bevestiging van wat ik al dacht: ik val op mannen. Dat meisje van destijds is nog steeds een van mijn beste vriendinnen. Helden Magazine nummer 73  Het eerste gedeelte van het interview met Jelto Spijker komt voort uit Helden Magazine nummer 73. Deze editie staat in het teken van het nieuwe voetbalseizoen, biedt uitgebreide aandacht voor wielrennen en besteedt ruimschoots aandacht aan de Paralympische Spelen. Cody Gakpo, de ster van het Nederlands elftal bij het afgelopen EK, siert de cover van Helden. In Liverpool krijgt hij nu te maken met nieuwe trainer Arne Slot en zijn assistent John Heitinga. Kan hij The Reds ook bij de hand nemen?  Voetbal  Naast Gakpo, waarbij het in het verhaal ook gaat over zijn tijd bij regerend landskampioen PSV, ook een uitgebreid interview met John de Wolf. Hij vertelt over zijn tijd met Arne Slot, Quilindschy Hartman, alzheimer en zijn imago. We maken ook kennis met het nieuwe kroonjuweel van Ajax: Jorrel Hato. In een turbulente periode bij de Amsterdamse club, ontwikkelt hij zich stormachtig. Ian Maatsen had een geweldig seizoen: haalde de Champions League-finale, kreeg een uitnodiging voor het EK en maakte een transfer naar Aston Villa. Hij doet zijn bijzondere verhaal en Lasse Schöne blikt terug op de Europa League-finale van 2017.   Wielrennen  Tom Dumoulin liet in 2015 in de Ronde van Spanje voor het eerst zien dat er een ronderenner in hem schuilde. Hij blikt uitgebreid terug op zijn indrukwekkende carrière. Een geweldige loopbaan had ook Annemiek van Vleuten. Aan de hand van foto's neemt ze ons, in aanloop naar de Tour de France Femmes die in Nederland start, mee terug in de tijd. De Tour de France voor vrouwen eindigt op Alpe d'Huez. Peter Winnen weet wat het is om te winnen op 'de Nederlandse berg'; hij flikte het twee keer. Hij neemt ons mee.  Paralympische Spelen  Paralympisch boegbeeld en atlete Fleur Jong kreeg bezoek van Victoria Koblenko. Niels Vink, een van de beste quad-rolstoeltennissers, vertelt zijn verhaal. Dat doet ook verspringer en sprinter Joël de Jong, kind van een donorvader en op jonge leeftijd getroffen door botkanker. Dinja en Joeri van Liere vormen een bijzonder duo: Dinja nam als dressuuramazone deel aan de Olympische Spelen in Parijs, terwijl haar broer Joeri, die als motorcrosser een dwarslaesie opliep, naar Parijs gaat als rolstoelbasketballer. Een dubbelinterview.  

Waterpolo

Simone van de Kraats: ‘Wij willen laten zien dat we geen eendagsvliegen zijn’

Simone van de Kraats Simone van de Kraats (23) werd vorig jaar wereldkampioen met de waterpolovrouwen en verkozen tot beste speelster van de wereld. Afgelopen januari veroverde ze ook nog de Europese titel. In Parijs gaat ze voor een olympische medaille. In Helden Magazine nummer 72 een gesprek over waterpologenen, het geloof, het lichaam, wapens, ongelijkheid en het belang van een olympische medaille in Parijs. “Ik vind het heerlijk om mijn hersens te laten kraken.” Wereldkampioen “Wij hebben op dit moment zo’n goede groep, tal van speelsters zijn van wereldklasse en spelen bij de beste clubs van de wereld. Dat we vorig jaar in Fukuoka de wereldtitel pakten door in de finale Spanje te verslaan na penalty’s was voor ons een geweldige ervaring. Wij speelden zo vrij. Het was de bekroning van de weg die al een tijd geleden is ingeslagen. Ik was zeventien toen ik bij het Nederlands team kwam, dat was in 2018. We waren er in 2021 bij tijdens de Spelen en werden zesde. In 2022 pakten we brons bij het WK, vorig jaar pakten we zilver in de wereldbeker en werden we wereldkampioen en dit jaar pakten we ook goud bij het EK. Onze Griekse bondscoach Evangelos Doudesis heeft een groot aandeel in het succes. Ik vind het wel belangrijk aan te geven dat zijn voorganger Arno Havenga al gestart was met het bouwen van het fundament, Eva was toen assistent. We hebben in de jaren voordat Eva het overnam successen gehad en ook de nodige sportieve tegenslagen, die hebben wij gebruikt om uiteindelijk succesvol te kunnen zijn. Van tegenslagen leer je het meest als je echt in de spiegel durft te kijken als individu en als team. Eva heeft ervoor gezorgd dat alle koppies dezelfde kant op staan, we gaan voor elkaar door het vuur. Dat we elkaar alles gunnen, is de kracht van het Nederlands team. We hebben de afgelopen tijd heel veel belangrijke wedstrijden gespeeld en daarin maakt het niet uit wie scoort of de assist geeft. Je wordt er niet op aangekeken als je een keer een mindere wedstrijd speelt, omdat de speelsters weten dat iedereen alles geeft. Je ziet bij veel teams toch vaak dat speelsters zich onttrekken aan de groep als ze minder spelen of juist uitblinken. Dat zie je bij ons niet. Dat is echt onze kracht. We hebben van de wereldtitel genoten, maar heel lang konden we er ook weer niet bij stil blijven staan. Daarna was er al snel weer een EK in eigen land, dat we ook wonnen, weer drie weken later was het WK in Doha waar we vijfde werden en nu maken we ons op voor de Spelen. En dat allemaal binnen een jaar tijd. En dan zijn er ook nog de wedstrijden met de club. Het geeft wel een beetje aan hoe hectisch ons leven is.” Waterpologeslacht “Waterpolo zit bij mijn drie jaar jongere broertje Thomas en mij in de genen. Mijn ouders speelden allebei in het eerste van De Waterkip – DWK – in Barneveld, hebben elkaar ontmoet in het zwembad. Als mijn vader en moeder een wedstrijd hadden, werden wij in het kinderbadje gedropt. Met onze vriendjes en vriendinnetjes van wie de ouders ook in het eerste speelden, waren wij lekker met een balletje aan het gooien. Als mijn vader en moeder hun wedstrijd hadden gespeeld, gooide ik vaak de bal in het grote zwembad en riep: spelen? Het was dus heel voor de hand liggend dat Thomas en ik ook gingen waterpoloën. Ik speelde op mijn dertiende al in het eerste van DWK en vertrok redelijk snel naar Polar Bears in Ede. Op mijn zeventiende, in 2018, debuteerde ik voor het Nederlands team, en na twee landtitels vertrok ik in 2021 naar Mataró, een topclub in Spanje. In Barneveld, waar ik ben geboren en nog vaak kom, leeft waterpolo enorm. Veel mensen daar zijn betrokken bij DWK. Als ik daar over straat loop, word ik vaak aangesproken. Na het WK was dat helemaal het geval. Mensen weten ook precies wat ik heb gepresteerd met Oranje en met m’n club, houden me goed in de gaten. Heel leuk. Op mijn beurt blijf ik DWK op de voet volgen. En niet alleen omdat mijn broer daar in het eerste zit en mijn vader zijn coach is. Het blijft toch ‘mijn clubje’ en Barneveld blijft mijn thuis.” Helden Magazine nummer 72 Het eerste gedeelte van het interview met Simone van de Kraats komt voort uit Helden Magazine nummer 72. Het extra dikke zomernummer van Helden staat volledig in het teken van drie grote sportevenementen: het EK voetbal in Duitsland, de Tour de France en de Olympische Spelen in Parijs. Op de cover van de 204 pagina's tellende editie schitteren drie rolmodellen van wereldklasse uit de Nederlandse atletiek: Femke Bol, Sifan Hassan en Lieke Klaver. Wat is het geheim van hun succes? Experts zoals Ellen van Langen, Caroline Feith, Bart Bennema en Gregory Sedoc delen hun inzichten. EK voetbal De sportzomer van 2024 wordt afgetrapt met het EK voetbal, dat op 14 juni begint. In deze Helden een verhaal over Ronald Koeman. Onder andere Frank Rijkaard, Ruud Gullit, broer Erwin Koeman, Guus Hiddink, Jordi Cruijff en Rafael van der Vaart delen hun mening over de bondscoach van het Nederlands elftal. Verder ging Helden naar Milaan voor een interview met revelatie Tijjani Reijnders en zijn vrouw. Daley Blind 106-voudig international - bespreekt zijn indrukwekkende carrière aan de hand van foto’s. Brian Brobbey over de bondscoach, Marco van Basten, zijn toekomst, zijn roots en racisme. Arie Haan gaat vijftig jaar terug in de tijd, naar het WK voetbal in West-Duitsland dat eindigde met een nationaal trauma. Jan Wouters blikt terug op het gewonnen EK van 1988, ook in Duitsland. Het is nog altijd de enige hoofdprijs van Oranje. Tour de France  Na het EK volgt de Tour de France, van 29 juni tot en met 21 juli. In deze Helden lees je een interview met sprinter Fabio Jakobsen en een portret van Mathieu van der Poel, die ook de olympische wegwedstrijd in Parijs rijdt. Jeroen Blijlevens en Steven de Jongh, ploegleiders bij Lidl-Trek, vertellen hun verhaal, en we vragen ons af: kan Sepp Kuss na de Vuelta ook de Tour winnen? Olympische Spelen De Olympische Spelen vinden plaats van 26 juli tot en met 11 augustus. Chef de mission Pieter van den Hoogenband kijkt terug op zijn gouden race twintig jaar geleden. Turnster Sanne Wevers bereidt zich voor op haar laatste kunstje, baanwielrenner Harrie Lavreysen spreekt over hoge verwachtingen, en BMX’er Niek Kimmann over zijn post-olympische dip. Sharon van Rouwendaal gaat voor goud in het openwater en roeizussen Bente en Ilse Paulis geven een dubbelinterview. Bovendien gingen we op bezoek bij Tes Schouten, Caspar Corbeau en Arno Kamminga, de drie schoolslagmusketiers. Alle drie zijn ze een medaillekandidaat in Parijs. Voor het eerst sinds 1992 plaatse een Nederlands duo zich op de 500 meter kanosprint voor de Spelen. Hoog tijd om kennis te maken met Selma Konijn en Ruth Vorsselman. Triatlontopper Maya Kingma stelde ernstige misstanden aan de kaak binnen het topsportprogramma van de triatlonbond. Dat werd de triatleet niet door iedereen in dank afgenomen. Joost Luiten is sinds kort vader en worstelde met golfyips. In aanloop naar de KLM Open, die hij twee keer won, doet hij zijn verhaal.
Simone van de Kraats Simone van de Kraats (23) werd vorig jaar wereldkampioen met de waterpolovrouwen en verkozen tot beste speelster van de wereld. Afgelopen januari veroverde ze ook nog de Europese titel. In Parijs gaat ze voor een olympische medaille. In Helden Magazine nummer 72 een gesprek over waterpologenen, het geloof, het lichaam, wapens, ongelijkheid en het belang van een olympische medaille in Parijs. “Ik vind het heerlijk om mijn hersens te laten kraken.” Wereldkampioen “Wij hebben op dit moment zo’n goede groep, tal van speelsters zijn van wereldklasse en spelen bij de beste clubs van de wereld. Dat we vorig jaar in Fukuoka de wereldtitel pakten door in de finale Spanje te verslaan na penalty’s was voor ons een geweldige ervaring. Wij speelden zo vrij. Het was de bekroning van de weg die al een tijd geleden is ingeslagen. Ik was zeventien toen ik bij het Nederlands team kwam, dat was in 2018. We waren er in 2021 bij tijdens de Spelen en werden zesde. In 2022 pakten we brons bij het WK, vorig jaar pakten we zilver in de wereldbeker en werden we wereldkampioen en dit jaar pakten we ook goud bij het EK. Onze Griekse bondscoach Evangelos Doudesis heeft een groot aandeel in het succes. Ik vind het wel belangrijk aan te geven dat zijn voorganger Arno Havenga al gestart was met het bouwen van het fundament, Eva was toen assistent. We hebben in de jaren voordat Eva het overnam successen gehad en ook de nodige sportieve tegenslagen, die hebben wij gebruikt om uiteindelijk succesvol te kunnen zijn. Van tegenslagen leer je het meest als je echt in de spiegel durft te kijken als individu en als team. Eva heeft ervoor gezorgd dat alle koppies dezelfde kant op staan, we gaan voor elkaar door het vuur. Dat we elkaar alles gunnen, is de kracht van het Nederlands team. We hebben de afgelopen tijd heel veel belangrijke wedstrijden gespeeld en daarin maakt het niet uit wie scoort of de assist geeft. Je wordt er niet op aangekeken als je een keer een mindere wedstrijd speelt, omdat de speelsters weten dat iedereen alles geeft. Je ziet bij veel teams toch vaak dat speelsters zich onttrekken aan de groep als ze minder spelen of juist uitblinken. Dat zie je bij ons niet. Dat is echt onze kracht. We hebben van de wereldtitel genoten, maar heel lang konden we er ook weer niet bij stil blijven staan. Daarna was er al snel weer een EK in eigen land, dat we ook wonnen, weer drie weken later was het WK in Doha waar we vijfde werden en nu maken we ons op voor de Spelen. En dat allemaal binnen een jaar tijd. En dan zijn er ook nog de wedstrijden met de club. Het geeft wel een beetje aan hoe hectisch ons leven is.” Waterpologeslacht “Waterpolo zit bij mijn drie jaar jongere broertje Thomas en mij in de genen. Mijn ouders speelden allebei in het eerste van De Waterkip – DWK – in Barneveld, hebben elkaar ontmoet in het zwembad. Als mijn vader en moeder een wedstrijd hadden, werden wij in het kinderbadje gedropt. Met onze vriendjes en vriendinnetjes van wie de ouders ook in het eerste speelden, waren wij lekker met een balletje aan het gooien. Als mijn vader en moeder hun wedstrijd hadden gespeeld, gooide ik vaak de bal in het grote zwembad en riep: spelen? Het was dus heel voor de hand liggend dat Thomas en ik ook gingen waterpoloën. Ik speelde op mijn dertiende al in het eerste van DWK en vertrok redelijk snel naar Polar Bears in Ede. Op mijn zeventiende, in 2018, debuteerde ik voor het Nederlands team, en na twee landtitels vertrok ik in 2021 naar Mataró, een topclub in Spanje. In Barneveld, waar ik ben geboren en nog vaak kom, leeft waterpolo enorm. Veel mensen daar zijn betrokken bij DWK. Als ik daar over straat loop, word ik vaak aangesproken. Na het WK was dat helemaal het geval. Mensen weten ook precies wat ik heb gepresteerd met Oranje en met m’n club, houden me goed in de gaten. Heel leuk. Op mijn beurt blijf ik DWK op de voet volgen. En niet alleen omdat mijn broer daar in het eerste zit en mijn vader zijn coach is. Het blijft toch ‘mijn clubje’ en Barneveld blijft mijn thuis.” Helden Magazine nummer 72 Het eerste gedeelte van het interview met Simone van de Kraats komt voort uit Helden Magazine nummer 72. Het extra dikke zomernummer van Helden staat volledig in het teken van drie grote sportevenementen: het EK voetbal in Duitsland, de Tour de France en de Olympische Spelen in Parijs. Op de cover van de 204 pagina's tellende editie schitteren drie rolmodellen van wereldklasse uit de Nederlandse atletiek: Femke Bol, Sifan Hassan en Lieke Klaver. Wat is het geheim van hun succes? Experts zoals Ellen van Langen, Caroline Feith, Bart Bennema en Gregory Sedoc delen hun inzichten. EK voetbal De sportzomer van 2024 wordt afgetrapt met het EK voetbal, dat op 14 juni begint. In deze Helden een verhaal over Ronald Koeman. Onder andere Frank Rijkaard, Ruud Gullit, broer Erwin Koeman, Guus Hiddink, Jordi Cruijff en Rafael van der Vaart delen hun mening over de bondscoach van het Nederlands elftal. Verder ging Helden naar Milaan voor een interview met revelatie Tijjani Reijnders en zijn vrouw. Daley Blind 106-voudig international - bespreekt zijn indrukwekkende carrière aan de hand van foto’s. Brian Brobbey over de bondscoach, Marco van Basten, zijn toekomst, zijn roots en racisme. Arie Haan gaat vijftig jaar terug in de tijd, naar het WK voetbal in West-Duitsland dat eindigde met een nationaal trauma. Jan Wouters blikt terug op het gewonnen EK van 1988, ook in Duitsland. Het is nog altijd de enige hoofdprijs van Oranje. Tour de France  Na het EK volgt de Tour de France, van 29 juni tot en met 21 juli. In deze Helden lees je een interview met sprinter Fabio Jakobsen en een portret van Mathieu van der Poel, die ook de olympische wegwedstrijd in Parijs rijdt. Jeroen Blijlevens en Steven de Jongh, ploegleiders bij Lidl-Trek, vertellen hun verhaal, en we vragen ons af: kan Sepp Kuss na de Vuelta ook de Tour winnen? Olympische Spelen De Olympische Spelen vinden plaats van 26 juli tot en met 11 augustus. Chef de mission Pieter van den Hoogenband kijkt terug op zijn gouden race twintig jaar geleden. Turnster Sanne Wevers bereidt zich voor op haar laatste kunstje, baanwielrenner Harrie Lavreysen spreekt over hoge verwachtingen, en BMX’er Niek Kimmann over zijn post-olympische dip. Sharon van Rouwendaal gaat voor goud in het openwater en roeizussen Bente en Ilse Paulis geven een dubbelinterview. Bovendien gingen we op bezoek bij Tes Schouten, Caspar Corbeau en Arno Kamminga, de drie schoolslagmusketiers. Alle drie zijn ze een medaillekandidaat in Parijs. Voor het eerst sinds 1992 plaatse een Nederlands duo zich op de 500 meter kanosprint voor de Spelen. Hoog tijd om kennis te maken met Selma Konijn en Ruth Vorsselman. Triatlontopper Maya Kingma stelde ernstige misstanden aan de kaak binnen het topsportprogramma van de triatlonbond. Dat werd de triatleet niet door iedereen in dank afgenomen. Joost Luiten is sinds kort vader en worstelde met golfyips. In aanloop naar de KLM Open, die hij twee keer won, doet hij zijn verhaal.

Veldrijden

Mathieu van der Poel – Wonder op wielen

Mathieu van der Poel Mathieu van der Poel (29) won dit jaar voor de zesde keer de wereldtitel veldrijden. Hij won daarna de Ronde van Vlaanderen en Parijs-Roubaix. Nu zet VDP zijn zinnen op de Tour, die hij voor de vierde keer gaat rijden en waarin hij bij zijn debuut meteen een ritzege en het geel pakte. Daarna volgt de olympische wegwedstrijd, waarop hij debuteert. Een portret in Helden Magazine nummer 72 van het wielerfenomeen aan de hand van citaten door de jaren heen. [caption id="attachment_20111" align="alignnone" width="1667"] Mathieu in 2018.[/caption] Voetbal en tennis “Ik voetbalde en tenniste ook. Vooral voetbal ging goed, ik mocht zelfs even stagelopen bij Willem II, maar ben bij de laatste tien afgevallen. Maar de keuze was makkelijk hoor, het individuele in het fietsen sprak mij sowieso meer aan. Ik heb liefst alles in eigen hand. Toen ik begon met fietsen was het om het plezier. Dat is nog steeds mijn grootste doel, lol hebben.” Mathieu van der Poel in 2018 in Helden. Mentaal belastend “Ik heb altijd tegen Mathieu gezegd dat hij voor zijn 25ste niet naar de Tour moest gaan, want die wedstrijd is mentaal veel te belastend. Zeker als je een van de favorieten bent voor een ritzege of een klassement. Je moet daar klaar voor zijn. Als je al op jonge leeftijd je vizier op de grote rondes richt, dan moet je veel meer in de bergen trainen en ben je meer van huis voor trainingskampen. De kans dat je dat leven rond je dertigste zat bent, is realistisch. Als je pas later die grote rondes gaat rijden, kun je je carrière gemakkelijker rekken tot je 35ste. Ik kijk dan ook met enige argwaan naar sommige talenten die als tiener meteen naar de profs zijn overgestapt. Natuurlijk zijn Tadej Pogacar, Remco Evenepoel en Juan Ayuso uitzonderingen. Maar het is afwachten hoelang ze aan de top blijven en hoelang hun loopbaan gaat duren.” Adrie van der Poel in 2022 in Helden over de reden waarom Mathieu pas in 2021, op zijn 26ste, zijn eerste Tour reed en meteen een rit won en het geel pakte Helden Magazine nummer 72 Het eerste gedeelte van het portret van Mathieu van der Poel komt voort uit Helden Magazine nummer 72. Het extra dikke zomernummer van Helden staat volledig in het teken van drie grote sportevenementen: het EK voetbal in Duitsland, de Tour de France en de Olympische Spelen in Parijs. Op de cover van de 204 pagina's tellende editie schitteren drie rolmodellen van wereldklasse uit de Nederlandse atletiek: Femke Bol, Sifan Hassan en Lieke Klaver. Wat is het geheim van hun succes? Experts zoals Ellen van Langen, Caroline Feith, Bart Bennema en Gregory Sedoc delen hun inzichten. EK voetbal De sportzomer van 2024 wordt afgetrapt met het EK voetbal, dat op 14 juni begint. In deze Helden een verhaal over Ronald Koeman. Onder andere Frank Rijkaard, Ruud Gullit, broer Erwin Koeman, Guus Hiddink, Jordi Cruijff en Rafael van der Vaart delen hun mening over de bondscoach van het Nederlands elftal. Verder ging Helden naar Milaan voor een interview met revelatie Tijjani Reijnders en zijn vrouw. Daley Blind 106-voudig international - bespreekt zijn indrukwekkende carrière aan de hand van foto’s. Brian Brobbey over de bondscoach, Marco van Basten, zijn toekomst, zijn roots en racisme. Arie Haan gaat vijftig jaar terug in de tijd, naar het WK voetbal in West-Duitsland dat eindigde met een nationaal trauma. Jan Wouters blikt terug op het gewonnen EK van 1988, ook in Duitsland. Het is nog altijd de enige hoofdprijs van Oranje. Tour de France  Na het EK volgt de Tour de France, van 29 juni tot en met 21 juli. In deze Helden lees je een interview met sprinter Fabio Jakobsen. Jeroen Blijlevens en Steven de Jongh, ploegleiders bij Lidl-Trek, vertellen hun verhaal, en we vragen ons af: kan Sepp Kuss na de Vuelta ook de Tour winnen? Olympische Spelen De Olympische Spelen vinden plaats van 26 juli tot en met 11 augustus. Chef de mission Pieter van den Hoogenband kijkt terug op zijn gouden race twintig jaar geleden. Turnster Sanne Wevers bereidt zich voor op haar laatste kunstje, baanwielrenner Harrie Lavreysen spreekt over hoge verwachtingen, en BMX’er Niek Kimmann over zijn post-olympische dip. Sharon van Rouwendaal gaat voor goud in het openwater, roeizussen Bente en Ilse Paulis geven een dubbelinterview, en Simone van de Kraats hoopt op goud in het waterpolo. Bovendien gingen we op bezoek bij Tes Schouten, Caspar Corbeau en Arno Kamminga, de drie schoolslagmusketiers. Alle drie zijn ze een medaillekandidaat in Parijs. Voor het eerst sinds 1992 plaatse een Nederlands duo zich op de 500 meter kanosprint voor de Spelen. Hoog tijd om kennis te maken met Selma Konijn en Ruth Vorsselman. Triatlontopper Maya Kingma stelde ernstige misstanden aan de kaak binnen het topsportprogramma van de triatlonbond. Dat werd de triatleet niet door iedereen in dank afgenomen. Joost Luiten is sinds kort vader en worstelde met golfyips. In aanloop naar de KLM Open, die hij twee keer won, doet hij zijn verhaal.
Mathieu van der Poel Mathieu van der Poel (29) won dit jaar voor de zesde keer de wereldtitel veldrijden. Hij won daarna de Ronde van Vlaanderen en Parijs-Roubaix. Nu zet VDP zijn zinnen op de Tour, die hij voor de vierde keer gaat rijden en waarin hij bij zijn debuut meteen een ritzege en het geel pakte. Daarna volgt de olympische wegwedstrijd, waarop hij debuteert. Een portret in Helden Magazine nummer 72 van het wielerfenomeen aan de hand van citaten door de jaren heen. [caption id="attachment_20111" align="alignnone" width="1667"] Mathieu in 2018.[/caption] Voetbal en tennis “Ik voetbalde en tenniste ook. Vooral voetbal ging goed, ik mocht zelfs even stagelopen bij Willem II, maar ben bij de laatste tien afgevallen. Maar de keuze was makkelijk hoor, het individuele in het fietsen sprak mij sowieso meer aan. Ik heb liefst alles in eigen hand. Toen ik begon met fietsen was het om het plezier. Dat is nog steeds mijn grootste doel, lol hebben.” Mathieu van der Poel in 2018 in Helden. Mentaal belastend “Ik heb altijd tegen Mathieu gezegd dat hij voor zijn 25ste niet naar de Tour moest gaan, want die wedstrijd is mentaal veel te belastend. Zeker als je een van de favorieten bent voor een ritzege of een klassement. Je moet daar klaar voor zijn. Als je al op jonge leeftijd je vizier op de grote rondes richt, dan moet je veel meer in de bergen trainen en ben je meer van huis voor trainingskampen. De kans dat je dat leven rond je dertigste zat bent, is realistisch. Als je pas later die grote rondes gaat rijden, kun je je carrière gemakkelijker rekken tot je 35ste. Ik kijk dan ook met enige argwaan naar sommige talenten die als tiener meteen naar de profs zijn overgestapt. Natuurlijk zijn Tadej Pogacar, Remco Evenepoel en Juan Ayuso uitzonderingen. Maar het is afwachten hoelang ze aan de top blijven en hoelang hun loopbaan gaat duren.” Adrie van der Poel in 2022 in Helden over de reden waarom Mathieu pas in 2021, op zijn 26ste, zijn eerste Tour reed en meteen een rit won en het geel pakte Helden Magazine nummer 72 Het eerste gedeelte van het portret van Mathieu van der Poel komt voort uit Helden Magazine nummer 72. Het extra dikke zomernummer van Helden staat volledig in het teken van drie grote sportevenementen: het EK voetbal in Duitsland, de Tour de France en de Olympische Spelen in Parijs. Op de cover van de 204 pagina's tellende editie schitteren drie rolmodellen van wereldklasse uit de Nederlandse atletiek: Femke Bol, Sifan Hassan en Lieke Klaver. Wat is het geheim van hun succes? Experts zoals Ellen van Langen, Caroline Feith, Bart Bennema en Gregory Sedoc delen hun inzichten. EK voetbal De sportzomer van 2024 wordt afgetrapt met het EK voetbal, dat op 14 juni begint. In deze Helden een verhaal over Ronald Koeman. Onder andere Frank Rijkaard, Ruud Gullit, broer Erwin Koeman, Guus Hiddink, Jordi Cruijff en Rafael van der Vaart delen hun mening over de bondscoach van het Nederlands elftal. Verder ging Helden naar Milaan voor een interview met revelatie Tijjani Reijnders en zijn vrouw. Daley Blind 106-voudig international - bespreekt zijn indrukwekkende carrière aan de hand van foto’s. Brian Brobbey over de bondscoach, Marco van Basten, zijn toekomst, zijn roots en racisme. Arie Haan gaat vijftig jaar terug in de tijd, naar het WK voetbal in West-Duitsland dat eindigde met een nationaal trauma. Jan Wouters blikt terug op het gewonnen EK van 1988, ook in Duitsland. Het is nog altijd de enige hoofdprijs van Oranje. Tour de France  Na het EK volgt de Tour de France, van 29 juni tot en met 21 juli. In deze Helden lees je een interview met sprinter Fabio Jakobsen. Jeroen Blijlevens en Steven de Jongh, ploegleiders bij Lidl-Trek, vertellen hun verhaal, en we vragen ons af: kan Sepp Kuss na de Vuelta ook de Tour winnen? Olympische Spelen De Olympische Spelen vinden plaats van 26 juli tot en met 11 augustus. Chef de mission Pieter van den Hoogenband kijkt terug op zijn gouden race twintig jaar geleden. Turnster Sanne Wevers bereidt zich voor op haar laatste kunstje, baanwielrenner Harrie Lavreysen spreekt over hoge verwachtingen, en BMX’er Niek Kimmann over zijn post-olympische dip. Sharon van Rouwendaal gaat voor goud in het openwater, roeizussen Bente en Ilse Paulis geven een dubbelinterview, en Simone van de Kraats hoopt op goud in het waterpolo. Bovendien gingen we op bezoek bij Tes Schouten, Caspar Corbeau en Arno Kamminga, de drie schoolslagmusketiers. Alle drie zijn ze een medaillekandidaat in Parijs. Voor het eerst sinds 1992 plaatse een Nederlands duo zich op de 500 meter kanosprint voor de Spelen. Hoog tijd om kennis te maken met Selma Konijn en Ruth Vorsselman. Triatlontopper Maya Kingma stelde ernstige misstanden aan de kaak binnen het topsportprogramma van de triatlonbond. Dat werd de triatleet niet door iedereen in dank afgenomen. Joost Luiten is sinds kort vader en worstelde met golfyips. In aanloop naar de KLM Open, die hij twee keer won, doet hij zijn verhaal.

Veldrijden

Wout van Aert: Wouts wondere wereld

Wout van Aert (29) kiest dit jaar voor een andere aanpak. Hij sloeg de WK veldrijden over en zal dit jaar ook de Tour de France laten schieten. Zijn speerpunten dit jaar: de Vlaamse voorjaarsklassiekers, de Giro d’Italia en de Olympische Spelen. We spreken in Helden Magazine 71 de alleskunner van Visma-Lease a Bike in aanloop naar de Ronde van Vlaanderen, Parijs-Roubaix en de Giro. “Ik denk dat ik beter kan.” “In 2023 ben ik niet op mijn best geweest, heb me afgelopen jaar nooit zo gevoeld als in 2022. Ik had steeds het gevoel dat ik dat ene procentje miste. De resultaten waren nog best goed, maar ik denk dat ik beter kan,” zegt Wout van Aert. Conclusie eind vorig jaar: het moest anders. Wout won in 2021 de Amstel Gold Race, Gent-Wevelgem en drie etappes in de Tour de France: een bergrit die twee keer over de Mont Ventoux voerde, de tijdrit op de een-na-laatste dag en de afsluitende massasprint in Parijs. Het tekende zijn ongekende veelzijdigheid. Een jaar later? Wout won opnieuw drie etappes in de Tour, reed vier dagen in de gele trui en mocht de groene trui mee naar huis nemen. Ook won hij de prijs voor de meest strijdlustige renner én hij was de luxe meesterknecht van Jonas Vingegaard die de eerste Tourzege voor de ploeg, die toen nog Jumbo-Visma heette, pakte. In 2023 kon hij minder vaak juichen. Hij won de E3 Saxo Classic en werd tweede achter zijn eeuwige rivaal Mathieu van der Poel bij de WK-wegwedstrijd in Glasgow. Tijdens de Tour verrichtte hij opnieuw beulswerk voor Vingegaard, die zijn tweede eindzege pakte. Maar Wout won geen etappe en ging een paar dagen voordat Parijs werd bereikt naar huis om bij zijn hoogzwangere vrouw Sarah te zijn. Op 21 juli verwelkomden zij zoontje Jerome, broertje van Georges. Waar hij dat ene procentje liet liggen vorig jaar? Wout weet het wel. De belangrijkste reden: hij werd ziek nadat het crossseizoen erop zat. “Die ziekte heeft de voorbereiding op het wegseizoen verstoord. Het kostte me te veel energie om mijn topvorm te halen voor de klassiekers. Ik heb eigenlijk te veel ups en downs gekend tijdens het seizoen, mijn niveau is nooit stabiel geweest. Door het veldrijden had ik altijd maar een maand om me voor te bereiden op de voorjaarskoersen. Als alles goed ging, dan lukte het om me in die korte periode naar honderd procent toe te werken. Maar als het niet gaat zoals gepland, dan heb ik meteen een probleem en wordt het lastig om in topvorm te zijn in de maand april. Dat was vorig jaar dus het geval.” Na de evaluatie van 2023 besloot Wout in samenspraak met de ploegleiding dat zijn programma flink op de schop moest. Merijn Zeeman, sportief directeur van Visma-Lease a Bike gaf in Helden al eens aan dat ‘Wout niet alleen maar braaf aan tafel zit te luisteren’ als ze met hem praten. Hij gaat de discussie niet uit de weg, eist het maximale van zichzelf en het team. “Ik ben niet alleen voor mezelf extreem veeleisend, maar waarschijnlijk ook voor mijn omgeving,” zei Wout daar vorig jaar over in Helden. “Ik heb in de ploeg het gevoel dat de vrijheid er is om eigen inbreng te hebben. Marijn en ik hebben daardoor samen de ploeg beter gemaakt. Ik waardeer het enorm dat we op die manier kunnen samenwerken.” Om beter voor de dag te komen in 2024 besloot Wout om als drievoudig wereldkampioen veldrijden het WK in Tábor te laten schieten. Zijn oude liefde, de cross, moest pas op de plaats maken, zodat hij sterker en frisser is in de maand april. “De focus ligt nu meer op de weg. We besloten om heel veel crossen weg te strepen, met als belangrijkste reden om meer mentale vrijheid te krijgen en meer energie aan het begin van het wegseizoen te hebben. Ik heb een paar crossen gereden omdat het goed is om een uur lang all-in te gaan tegen mannen als Mathieu van der Poel en Tom Pidcock, dat nam ik mee naar de weg.” Zijn palmares is indrukwekkend, maar een overwinning in de Ronde van Vlaanderen en Parijs-Roubaix ontbreekt op zijn 29ste nog. Daar moet verandering in komen. En snel, wat Wout betreft. Helden Magazine 71 Het eerste gedeelte van het interview met Wout van Aert is afkomstig uit de tweede uitgave van 2024. De 71ste editie van Helden Magazine is voor het eerst in België te bewonderen! Deze mijlpaal wordt gevierd met twee verschillende sporters op de cover: Estavana Polman in Nederland en Wout van Aert in België. In een openhartig interview deelt Estavana Polman, het gezicht van het Nederlandse handbalteam, haar verhaal over de voorbereidingen op het olympisch kwalificatietoernooi. Daarbij komen ook haar persoonlijke uitdagingen, zoals haar relatie met Rafael van der Vaart, het moederschap en haar blessures ter sprake. In deze editie van Helden wordt er ook veel aandacht besteed aan voetbal. Esmee Brugts, bekroond als Talent van het Jaar, maakte afgelopen zomer een droomtransfer naar FC Barcelona. Experts laten zich daarnaast uit over Jerdy Schouten, de sleutelspeler van PSV, dat op weg is naar het landskampioenschap en het EK met Oranje in Duitsland. We blikken terug op de legendarische wedstrijd tegen Portugal tijdens het WK van 2006 met Khalid Boulahrouz en bezoeken verdediger Bart Nieuwkoop in Rotterdam. Met Manchester City won Kevin De Bruyne alles wat er te winnen valt. Kenners spreken zich uit over onder meer zijn weergaloze traptechniek en fabuleuze inzicht. In ‘De Dag Dat Alles Misging’ kijken Sigi Lens en Edu Nandlal terug op de vliegtuigcrash in Suriname. Ze hebben de verschrikkelijke SLM-ramp overleefd die zich 35 jaar geleden heeft voorgedaan. Verder in de 140 pagina’s tellende editie deelt marathonloopster Anne Luijten haar bewogen jaar met de lezers. Ze liep de olympische limiet, trouwde, maar verloor ook haar trouwste fan: vader Jos. Zwemfenomeen Ian Thorpe blikt terug op zijn legendarische races en vriendschap met Pieter van den Hoogenband. Victoria Koblenko gaat in gesprek met Ranomi Kromowidjojo, drievoudig olympisch kampioen en zeventienvoudig wereldkampioen zwemmen. Kickbokslegende Peter Aerts, een grootheid in Japan, spreekt onder meer over het oprichten van zijn eigen bond LEGEND. Als laatste is de negentienjarige Collin Veijer de hoop van de Nederlandse motorsportfans, maar wie is hij?
Wout van Aert (29) kiest dit jaar voor een andere aanpak. Hij sloeg de WK veldrijden over en zal dit jaar ook de Tour de France laten schieten. Zijn speerpunten dit jaar: de Vlaamse voorjaarsklassiekers, de Giro d’Italia en de Olympische Spelen. We spreken in Helden Magazine 71 de alleskunner van Visma-Lease a Bike in aanloop naar de Ronde van Vlaanderen, Parijs-Roubaix en de Giro. “Ik denk dat ik beter kan.” “In 2023 ben ik niet op mijn best geweest, heb me afgelopen jaar nooit zo gevoeld als in 2022. Ik had steeds het gevoel dat ik dat ene procentje miste. De resultaten waren nog best goed, maar ik denk dat ik beter kan,” zegt Wout van Aert. Conclusie eind vorig jaar: het moest anders. Wout won in 2021 de Amstel Gold Race, Gent-Wevelgem en drie etappes in de Tour de France: een bergrit die twee keer over de Mont Ventoux voerde, de tijdrit op de een-na-laatste dag en de afsluitende massasprint in Parijs. Het tekende zijn ongekende veelzijdigheid. Een jaar later? Wout won opnieuw drie etappes in de Tour, reed vier dagen in de gele trui en mocht de groene trui mee naar huis nemen. Ook won hij de prijs voor de meest strijdlustige renner én hij was de luxe meesterknecht van Jonas Vingegaard die de eerste Tourzege voor de ploeg, die toen nog Jumbo-Visma heette, pakte. In 2023 kon hij minder vaak juichen. Hij won de E3 Saxo Classic en werd tweede achter zijn eeuwige rivaal Mathieu van der Poel bij de WK-wegwedstrijd in Glasgow. Tijdens de Tour verrichtte hij opnieuw beulswerk voor Vingegaard, die zijn tweede eindzege pakte. Maar Wout won geen etappe en ging een paar dagen voordat Parijs werd bereikt naar huis om bij zijn hoogzwangere vrouw Sarah te zijn. Op 21 juli verwelkomden zij zoontje Jerome, broertje van Georges. Waar hij dat ene procentje liet liggen vorig jaar? Wout weet het wel. De belangrijkste reden: hij werd ziek nadat het crossseizoen erop zat. “Die ziekte heeft de voorbereiding op het wegseizoen verstoord. Het kostte me te veel energie om mijn topvorm te halen voor de klassiekers. Ik heb eigenlijk te veel ups en downs gekend tijdens het seizoen, mijn niveau is nooit stabiel geweest. Door het veldrijden had ik altijd maar een maand om me voor te bereiden op de voorjaarskoersen. Als alles goed ging, dan lukte het om me in die korte periode naar honderd procent toe te werken. Maar als het niet gaat zoals gepland, dan heb ik meteen een probleem en wordt het lastig om in topvorm te zijn in de maand april. Dat was vorig jaar dus het geval.” Na de evaluatie van 2023 besloot Wout in samenspraak met de ploegleiding dat zijn programma flink op de schop moest. Merijn Zeeman, sportief directeur van Visma-Lease a Bike gaf in Helden al eens aan dat ‘Wout niet alleen maar braaf aan tafel zit te luisteren’ als ze met hem praten. Hij gaat de discussie niet uit de weg, eist het maximale van zichzelf en het team. “Ik ben niet alleen voor mezelf extreem veeleisend, maar waarschijnlijk ook voor mijn omgeving,” zei Wout daar vorig jaar over in Helden. “Ik heb in de ploeg het gevoel dat de vrijheid er is om eigen inbreng te hebben. Marijn en ik hebben daardoor samen de ploeg beter gemaakt. Ik waardeer het enorm dat we op die manier kunnen samenwerken.” Om beter voor de dag te komen in 2024 besloot Wout om als drievoudig wereldkampioen veldrijden het WK in Tábor te laten schieten. Zijn oude liefde, de cross, moest pas op de plaats maken, zodat hij sterker en frisser is in de maand april. “De focus ligt nu meer op de weg. We besloten om heel veel crossen weg te strepen, met als belangrijkste reden om meer mentale vrijheid te krijgen en meer energie aan het begin van het wegseizoen te hebben. Ik heb een paar crossen gereden omdat het goed is om een uur lang all-in te gaan tegen mannen als Mathieu van der Poel en Tom Pidcock, dat nam ik mee naar de weg.” Zijn palmares is indrukwekkend, maar een overwinning in de Ronde van Vlaanderen en Parijs-Roubaix ontbreekt op zijn 29ste nog. Daar moet verandering in komen. En snel, wat Wout betreft. Helden Magazine 71 Het eerste gedeelte van het interview met Wout van Aert is afkomstig uit de tweede uitgave van 2024. De 71ste editie van Helden Magazine is voor het eerst in België te bewonderen! Deze mijlpaal wordt gevierd met twee verschillende sporters op de cover: Estavana Polman in Nederland en Wout van Aert in België. In een openhartig interview deelt Estavana Polman, het gezicht van het Nederlandse handbalteam, haar verhaal over de voorbereidingen op het olympisch kwalificatietoernooi. Daarbij komen ook haar persoonlijke uitdagingen, zoals haar relatie met Rafael van der Vaart, het moederschap en haar blessures ter sprake. In deze editie van Helden wordt er ook veel aandacht besteed aan voetbal. Esmee Brugts, bekroond als Talent van het Jaar, maakte afgelopen zomer een droomtransfer naar FC Barcelona. Experts laten zich daarnaast uit over Jerdy Schouten, de sleutelspeler van PSV, dat op weg is naar het landskampioenschap en het EK met Oranje in Duitsland. We blikken terug op de legendarische wedstrijd tegen Portugal tijdens het WK van 2006 met Khalid Boulahrouz en bezoeken verdediger Bart Nieuwkoop in Rotterdam. Met Manchester City won Kevin De Bruyne alles wat er te winnen valt. Kenners spreken zich uit over onder meer zijn weergaloze traptechniek en fabuleuze inzicht. In ‘De Dag Dat Alles Misging’ kijken Sigi Lens en Edu Nandlal terug op de vliegtuigcrash in Suriname. Ze hebben de verschrikkelijke SLM-ramp overleefd die zich 35 jaar geleden heeft voorgedaan. Verder in de 140 pagina’s tellende editie deelt marathonloopster Anne Luijten haar bewogen jaar met de lezers. Ze liep de olympische limiet, trouwde, maar verloor ook haar trouwste fan: vader Jos. Zwemfenomeen Ian Thorpe blikt terug op zijn legendarische races en vriendschap met Pieter van den Hoogenband. Victoria Koblenko gaat in gesprek met Ranomi Kromowidjojo, drievoudig olympisch kampioen en zeventienvoudig wereldkampioen zwemmen. Kickbokslegende Peter Aerts, een grootheid in Japan, spreekt onder meer over het oprichten van zijn eigen bond LEGEND. Als laatste is de negentienjarige Collin Veijer de hoop van de Nederlandse motorsportfans, maar wie is hij?

Mountainbiken

Fem van Empel: ‘Liever wat modder’

Fem van Empel (21) werd vorig jaar wereldkampioen veldrijden, maar laat ook van zich horen op de weg en in het mountainbiken. In aanloop naar het WK veldrijden (3 februari) gingen we op bezoek bij het multitalent dat rijdt in dienst van Team Visma-Lease a Bike. “Ik wilde altijd profvoetbalster worden.” “Na een cross zitten we meestal helemaal onder de modder. Ik vind het wel speciaal om na afloop met een zwart gezicht voor de camera te verschijnen, het ziet er toch ook wel stoer uit, toch?” Lachend: “Voor mij geen uitgebreide skincare routine hoor, dan liever wat modder,” zegt Fem van Empel. De pas 21-jarige Fem komt sinds januari vorig jaar uit voor Team Jumbo-Visma, inmiddels Team Visma-Lease a Bike. Ze is explosief en behendig. “Ik heb een goede bouw voor een wielrenster, ben vrij lang. Veel onderdelen van het veldrijden liggen mij: een paar keer van de fiets afspringen, korte looppassages en klimmetjes. Ik heb dan wel geluk met mijn bouw, maar het belangrijkst is training en voeding, hoor.” Fem komt sinds vorig jaar ook uit op de weg, mountainbiken doet ze al langer. De vergelijking met Mathieu van der Poel is snel gemaakt. “Er worden geregeld uitspraken gedaan als: ‘Fem heeft het profiel van die of die renner.’ En daarmee wordt ook op Mathieu van der Poel gedoeld. Maar ik word niet graag vergeleken met een ander, ook niet met Mathieu. Ieder heeft zijn eigen kwaliteiten. Bovendien hou ik niet zo van die aandacht, ik sta liever in de schaduw.” ‘Ik word niet graag vergeleken met een ander, ook niet met Mathieu van der Poel. Ieder heeft zijn eigen kwaliteiten. Bovendien hou ik niet zo van die aandacht’ Het verschil tussen de drie disciplines is groot, zegt Fem. “Ook qua sfeer. Veldrijden voelt als een grote familie, iedere week zie je dezelfde mensen, renners en verzorgers. Op de weg is het meer op het individu gericht. Ik voel er afgunst, de ploegen onderling groeten elkaar ook nauwelijks. Bij de cross is het heel gemoedelijk, iedereen zegt elkaar gedag. En in het mountainbiken is de sfeer zelfs nog relaxter dan in het veldrijden. Ik vind veldrijden het leukst, maar het meest uitdagende is het mountainbiken. Er komt zoveel bij kijken. Bij de verkenning sta ik soms al bovenaan te kijken van: moet ik hier nou naar beneden? Op de weg moet ik nog meer het spelletje, het tactische gedeelte, leren begrijpen. Op de weg wint niet altijd de beste en qua ploegenspel heb ik nog een hoop te leren. Vorig jaar heb ik voor het eerst van het wegwielrennen geproefd. Ik kon me redelijk staande houden bij een klimkoers of tijdens een vlakke etappe. Ik denk dat ik redelijk allround ben.” Helden Magazine 70 Het eerste gedeelte van het interview met Fem van Empel komt voort uit het eerste nummer van 2024. Jutta Leerdam schittert op de cover van de zeventigste editie van Helden. Ze heeft een grote schare fans en volgers. Hoe kijkt ze naar zichzelf? En hoe kijken anderen naar haar. ‘’Echt, schaatsen staat bij mij altijd voorop.’’ In Helden Magazine 70 is er veel aandacht voor de wintersporten. Het jonge Amerikaanse fenomeen Jordan Stolz vragen we naar zijn geheim en de samenwerking met Irene Schouten en Jillert Anema. Shorttrackzusjes Xandra en Michelle Velzeboer veroveren samen de wereld, een dubbelinterview in aanloop naar de WK in Rotterdam. Collega-shorttracker Jens van ’t Wout ontmoet Victoria Koblenko. Daarnaast is er ook aandacht voor voetbal. Peter Bosz is met PSV hard op weg naar zijn eerste landstitel. De kans is groot dat PSV zijn laatste club is als trainer. Calvin Stengs is helemaal terug, schittert bij Feyenoord en Oranje. We gingen langs bij Calvin, zijn vriendin Beau de Boer – dochter van Frank de Boer – en zoontje Saint. Frits Barend eert Ruud Geels, de vaak verguisde spits die in november overleed en oud-voetballer Michael Mols spreekt over de tumor die in zijn hoofd werd ontdekt. Verder kwam wielrenner Milan Vader in 2022 zwaar ten val, lag in coma en keerde na een lange revalidatie terug aan de top, met dank aan vriendin Ilse Lutke die niet van zijn zijde week. Tallon Griekspoor is de beste tennisser van Nederland, we spraken hem samen met zijn broers Kevin en Scott in aanloop naar de ABN AMRO Open. Als laatste stroomt het racen bij duizendpoot Tom Coronel door zijn bloed. “Max Verstappen is beter dan iedereen die ik ooit heb gezien.” Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 70 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van jouw favoriete sporters? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.
Fem van Empel (21) werd vorig jaar wereldkampioen veldrijden, maar laat ook van zich horen op de weg en in het mountainbiken. In aanloop naar het WK veldrijden (3 februari) gingen we op bezoek bij het multitalent dat rijdt in dienst van Team Visma-Lease a Bike. “Ik wilde altijd profvoetbalster worden.” “Na een cross zitten we meestal helemaal onder de modder. Ik vind het wel speciaal om na afloop met een zwart gezicht voor de camera te verschijnen, het ziet er toch ook wel stoer uit, toch?” Lachend: “Voor mij geen uitgebreide skincare routine hoor, dan liever wat modder,” zegt Fem van Empel. De pas 21-jarige Fem komt sinds januari vorig jaar uit voor Team Jumbo-Visma, inmiddels Team Visma-Lease a Bike. Ze is explosief en behendig. “Ik heb een goede bouw voor een wielrenster, ben vrij lang. Veel onderdelen van het veldrijden liggen mij: een paar keer van de fiets afspringen, korte looppassages en klimmetjes. Ik heb dan wel geluk met mijn bouw, maar het belangrijkst is training en voeding, hoor.” Fem komt sinds vorig jaar ook uit op de weg, mountainbiken doet ze al langer. De vergelijking met Mathieu van der Poel is snel gemaakt. “Er worden geregeld uitspraken gedaan als: ‘Fem heeft het profiel van die of die renner.’ En daarmee wordt ook op Mathieu van der Poel gedoeld. Maar ik word niet graag vergeleken met een ander, ook niet met Mathieu. Ieder heeft zijn eigen kwaliteiten. Bovendien hou ik niet zo van die aandacht, ik sta liever in de schaduw.” ‘Ik word niet graag vergeleken met een ander, ook niet met Mathieu van der Poel. Ieder heeft zijn eigen kwaliteiten. Bovendien hou ik niet zo van die aandacht’ Het verschil tussen de drie disciplines is groot, zegt Fem. “Ook qua sfeer. Veldrijden voelt als een grote familie, iedere week zie je dezelfde mensen, renners en verzorgers. Op de weg is het meer op het individu gericht. Ik voel er afgunst, de ploegen onderling groeten elkaar ook nauwelijks. Bij de cross is het heel gemoedelijk, iedereen zegt elkaar gedag. En in het mountainbiken is de sfeer zelfs nog relaxter dan in het veldrijden. Ik vind veldrijden het leukst, maar het meest uitdagende is het mountainbiken. Er komt zoveel bij kijken. Bij de verkenning sta ik soms al bovenaan te kijken van: moet ik hier nou naar beneden? Op de weg moet ik nog meer het spelletje, het tactische gedeelte, leren begrijpen. Op de weg wint niet altijd de beste en qua ploegenspel heb ik nog een hoop te leren. Vorig jaar heb ik voor het eerst van het wegwielrennen geproefd. Ik kon me redelijk staande houden bij een klimkoers of tijdens een vlakke etappe. Ik denk dat ik redelijk allround ben.” Helden Magazine 70 Het eerste gedeelte van het interview met Fem van Empel komt voort uit het eerste nummer van 2024. Jutta Leerdam schittert op de cover van de zeventigste editie van Helden. Ze heeft een grote schare fans en volgers. Hoe kijkt ze naar zichzelf? En hoe kijken anderen naar haar. ‘’Echt, schaatsen staat bij mij altijd voorop.’’ In Helden Magazine 70 is er veel aandacht voor de wintersporten. Het jonge Amerikaanse fenomeen Jordan Stolz vragen we naar zijn geheim en de samenwerking met Irene Schouten en Jillert Anema. Shorttrackzusjes Xandra en Michelle Velzeboer veroveren samen de wereld, een dubbelinterview in aanloop naar de WK in Rotterdam. Collega-shorttracker Jens van ’t Wout ontmoet Victoria Koblenko. Daarnaast is er ook aandacht voor voetbal. Peter Bosz is met PSV hard op weg naar zijn eerste landstitel. De kans is groot dat PSV zijn laatste club is als trainer. Calvin Stengs is helemaal terug, schittert bij Feyenoord en Oranje. We gingen langs bij Calvin, zijn vriendin Beau de Boer – dochter van Frank de Boer – en zoontje Saint. Frits Barend eert Ruud Geels, de vaak verguisde spits die in november overleed en oud-voetballer Michael Mols spreekt over de tumor die in zijn hoofd werd ontdekt. Verder kwam wielrenner Milan Vader in 2022 zwaar ten val, lag in coma en keerde na een lange revalidatie terug aan de top, met dank aan vriendin Ilse Lutke die niet van zijn zijde week. Tallon Griekspoor is de beste tennisser van Nederland, we spraken hem samen met zijn broers Kevin en Scott in aanloop naar de ABN AMRO Open. Als laatste stroomt het racen bij duizendpoot Tom Coronel door zijn bloed. “Max Verstappen is beter dan iedereen die ik ooit heb gezien.” Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 70 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van jouw favoriete sporters? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.

Autosport

De vijf gezichten van Tom Coronel

Het leven van Tom Coronel speelt zich af in de hoogste versnelling. Altijd, overal. Met een gerust hart kan hij de man met vijf gezichten genoemd worden: coureur, analist, ondernemer, entertainer en echtgenoot/ vader. Maar de kapstok waar alles aan hangt, is het racen. “Dat is waar ik iedere dag mijn bed voor uitkom.” Een monoloog voorafgaand aan een nieuw seizoen Formule 1, dat op 2 maart begint in Bahrein. De coureur “Ik heb een heel irritante prestatiedrang die ik goed kan gebruiken in de autosport en dan maakt het me niet uit waarin ik rijd, zolang het maar vier wielen heeft. Omdat ik het al 34 jaar doe, ken ik inmiddels alle trucjes wel. Ik weet zogezegd waar Abraham de mosterd haalt. Dat is ook het mooie aan racen, je verleert het nooit. Je moet alleen wel kilometers blijven maken om het gevoel scherp te houden, maar in principe word je niet langzamer. En dat blijkt nog altijd, gelukkig. Ik bedoel, ik ben 51 jaar, grijs en kaal, maar ik heb laatst in het Europees toerwagenkampioenschap weer een paar puppy’s laten zien dat je één ding never nooit moet doen: underestimate Tommy. Ik ben nog echt committed. En dat is de reden dat ik soms nog bijzondere dingen op de baan kan laten zien. Dat ik nog altijd zo gedreven ben, heeft een aantal redenen. Eén ervan is het reizen. Ik heb het reizen nodig. Dat is voor mij een soort verslaving. Ik ben in de eerste plaats een circuitdier. Als jij tegen mij zegt: ‘We gaan naar Barcelona’, dan denk ik niet aan die mooie gebouwen, musea of aan het strand. Nee, dan denk ik aan bocht negen. En als jij zegt Frankrijk, dan denk ik aan Paul Ricard. En bij Italië denk ik aan Imola of Monza. Racen is mijn referentie in het leven bij alles wat ik denk of doe. Er is niemand op de wereld die meer races rijdt dan ik. Bijna iedere dag ben ik wel op een circuit om te racen, les te geven, te testen of een presentatie te houden. Omdat ik verslaafd ben. Het is voor mij zowel levensbehoefte als levensstijl. Het racen, het reizen, de gezelligheid op het circuit; een beetje het zigeunerleven. Mijn teambaas François Verbist heeft al gezegd dat hij een zitje voor me vrijhoudt voor komend raceseizoen, in een oude Aston Martin. Vanaf 2001 rijd ik al toerwagens, maar ik wil nu GT’s gaan rijden. Een andere uitdaging. De toerwagens ken ik nu wel. Laatst op Monza was ik bij een test in mijn tweede ronde al twee seconden sneller dan de rest. Dan is het echt tijd voor iets anders. Ik heb mijn hele leven ook al GT’s gereden. In 2001 won ik vier GT-races. Dat is lang geleden, maar ja, een auto is een auto. Zolang je maar weet hoe je ’m de hoek om moet wurmen. Een GT is net even wat sterker, wat robuuster. Die moet je net even wat harder bij z’n ballen pakken. Dat lukt me wel.” Helden Magazine 70 Het eerste gedeelte van het interview met Tom Coronel komt voort uit het eerste nummer van 2024. Jutta Leerdam schittert op de cover van de zeventigste editie van Helden. Ze heeft een grote schare fans en volgers. Hoe kijkt ze naar zichzelf? En hoe kijken anderen naar haar. ‘’Echt, schaatsen staat bij mij altijd voorop.’’ In Helden Magazine 70 is er veel aandacht voor de wintersporten. Het jonge Amerikaanse fenomeen Jordan Stolz vragen we naar zijn geheim en de samenwerking met Irene Schouten en Jillert Anema. Shorttrackzusjes Xandra en Michelle Velzeboer veroveren samen de wereld, een dubbelinterview in aanloop naar de WK in Rotterdam. Collega-shorttracker Jens van ’t Wout ontmoet Victoria Koblenko. Daarnaast is er ook aandacht voor voetbal. Peter Bosz is met PSV hard op weg naar zijn eerste landstitel. De kans is groot dat PSV zijn laatste club is als trainer. Calvin Stengs is helemaal terug, schittert bij Feyenoord en Oranje. We gingen langs bij Calvin, zijn vriendin Beau de Boer – dochter van Frank de Boer – en zoontje Saint. Frits Barend eert Ruud Geels, de vaak verguisde spits die in november overleed en oud-voetballer Michael Mols spreekt over de tumor die in zijn hoofd werd ontdekt. Verder kwam wielrenner Milan Vader in 2022 zwaar ten val, lag in coma en keerde na een lange revalidatie terug aan de top, met dank aan vriendin Ilse Lutke die niet van zijn zijde week. Veldrijdster Fem van Empel is een multitalent, maar het is wel wennen dat iedereen haar vergelijkt met Mathieu van der Poel. Tallon Griekspoor is de beste tennisser van Nederland, we spraken hem samen met zijn broers Kevin en Scott in aanloop naar de ABN AMRO Open. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 70 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van jouw favoriete sporters? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.
Het leven van Tom Coronel speelt zich af in de hoogste versnelling. Altijd, overal. Met een gerust hart kan hij de man met vijf gezichten genoemd worden: coureur, analist, ondernemer, entertainer en echtgenoot/ vader. Maar de kapstok waar alles aan hangt, is het racen. “Dat is waar ik iedere dag mijn bed voor uitkom.” Een monoloog voorafgaand aan een nieuw seizoen Formule 1, dat op 2 maart begint in Bahrein. De coureur “Ik heb een heel irritante prestatiedrang die ik goed kan gebruiken in de autosport en dan maakt het me niet uit waarin ik rijd, zolang het maar vier wielen heeft. Omdat ik het al 34 jaar doe, ken ik inmiddels alle trucjes wel. Ik weet zogezegd waar Abraham de mosterd haalt. Dat is ook het mooie aan racen, je verleert het nooit. Je moet alleen wel kilometers blijven maken om het gevoel scherp te houden, maar in principe word je niet langzamer. En dat blijkt nog altijd, gelukkig. Ik bedoel, ik ben 51 jaar, grijs en kaal, maar ik heb laatst in het Europees toerwagenkampioenschap weer een paar puppy’s laten zien dat je één ding never nooit moet doen: underestimate Tommy. Ik ben nog echt committed. En dat is de reden dat ik soms nog bijzondere dingen op de baan kan laten zien. Dat ik nog altijd zo gedreven ben, heeft een aantal redenen. Eén ervan is het reizen. Ik heb het reizen nodig. Dat is voor mij een soort verslaving. Ik ben in de eerste plaats een circuitdier. Als jij tegen mij zegt: ‘We gaan naar Barcelona’, dan denk ik niet aan die mooie gebouwen, musea of aan het strand. Nee, dan denk ik aan bocht negen. En als jij zegt Frankrijk, dan denk ik aan Paul Ricard. En bij Italië denk ik aan Imola of Monza. Racen is mijn referentie in het leven bij alles wat ik denk of doe. Er is niemand op de wereld die meer races rijdt dan ik. Bijna iedere dag ben ik wel op een circuit om te racen, les te geven, te testen of een presentatie te houden. Omdat ik verslaafd ben. Het is voor mij zowel levensbehoefte als levensstijl. Het racen, het reizen, de gezelligheid op het circuit; een beetje het zigeunerleven. Mijn teambaas François Verbist heeft al gezegd dat hij een zitje voor me vrijhoudt voor komend raceseizoen, in een oude Aston Martin. Vanaf 2001 rijd ik al toerwagens, maar ik wil nu GT’s gaan rijden. Een andere uitdaging. De toerwagens ken ik nu wel. Laatst op Monza was ik bij een test in mijn tweede ronde al twee seconden sneller dan de rest. Dan is het echt tijd voor iets anders. Ik heb mijn hele leven ook al GT’s gereden. In 2001 won ik vier GT-races. Dat is lang geleden, maar ja, een auto is een auto. Zolang je maar weet hoe je ’m de hoek om moet wurmen. Een GT is net even wat sterker, wat robuuster. Die moet je net even wat harder bij z’n ballen pakken. Dat lukt me wel.” Helden Magazine 70 Het eerste gedeelte van het interview met Tom Coronel komt voort uit het eerste nummer van 2024. Jutta Leerdam schittert op de cover van de zeventigste editie van Helden. Ze heeft een grote schare fans en volgers. Hoe kijkt ze naar zichzelf? En hoe kijken anderen naar haar. ‘’Echt, schaatsen staat bij mij altijd voorop.’’ In Helden Magazine 70 is er veel aandacht voor de wintersporten. Het jonge Amerikaanse fenomeen Jordan Stolz vragen we naar zijn geheim en de samenwerking met Irene Schouten en Jillert Anema. Shorttrackzusjes Xandra en Michelle Velzeboer veroveren samen de wereld, een dubbelinterview in aanloop naar de WK in Rotterdam. Collega-shorttracker Jens van ’t Wout ontmoet Victoria Koblenko. Daarnaast is er ook aandacht voor voetbal. Peter Bosz is met PSV hard op weg naar zijn eerste landstitel. De kans is groot dat PSV zijn laatste club is als trainer. Calvin Stengs is helemaal terug, schittert bij Feyenoord en Oranje. We gingen langs bij Calvin, zijn vriendin Beau de Boer – dochter van Frank de Boer – en zoontje Saint. Frits Barend eert Ruud Geels, de vaak verguisde spits die in november overleed en oud-voetballer Michael Mols spreekt over de tumor die in zijn hoofd werd ontdekt. Verder kwam wielrenner Milan Vader in 2022 zwaar ten val, lag in coma en keerde na een lange revalidatie terug aan de top, met dank aan vriendin Ilse Lutke die niet van zijn zijde week. Veldrijdster Fem van Empel is een multitalent, maar het is wel wennen dat iedereen haar vergelijkt met Mathieu van der Poel. Tallon Griekspoor is de beste tennisser van Nederland, we spraken hem samen met zijn broers Kevin en Scott in aanloop naar de ABN AMRO Open. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 70 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van jouw favoriete sporters? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.

Zeilen

Marit Bouwmeester: Mama Marit op medaille jacht

Marit Bouwmeester (35) is de succesvolste Nederlandse zeilster ooit. Ze won olympisch goud, zilver en brons, werd vier keer wereldkampioen en vijf keer Europees kampioen. Haar laatste Europese titel veroverde ze niet lang nadat ze moeder was geworden van dochter Jessie Mae. Victoria Koblenko ging op bezoek. Jij komt uit een gezin van vijf. Werd sport als hoofdgerecht opgediend in jullie gezin? “Mijn ouders waren geen fanatieke zeilers, maar wel sportfanaten. We komen uit Friesland, deden van alles; mijn broer, zus en ik. Korfballen bijvoorbeeld.” Jullie gingen alle drie ook zeilen. Hoe is zeilen in het gezin geïntroduceerd? “Opa deed mee aan de Sneekweek en mijn broer Roelof riep: ‘Dat wil ik ook!’ Mijn ouders hebben het begrip positief stimuleren uitgevonden, dus niets was te gek voor hen. We gingen naar de lokale zeilschool. Eerst mijn broer, daarna ik en later mijn zus. Onze ouders werden vrijwilliger bij de zeilschool en niet veel later hadden we ook een boot. Ik heb me pas veel later gerealiseerd dat het voor onze ouders financieel soms best een uidaging was. Ga maar na: drie kinderen die zeilen, af en toe buitenlandse reizen erbij.” Je was zes toen je begon en kwam op je twaalfde al in de nationale jeugdselectie terecht. “Ik was het enige meisje en kwam niet uit het westen, maar uit Friesland. Ik kwam er ook als laatste bij. Het was spannend, maar daardoor heb ik toen al leren vechten. Er waren betere zeilsters, dat stimuleerde me enorm.” Je promoveerde van Jong Oranje naar de echte kernploeg. “Ik was nooit de beste, het was bij mij in die tijd eigenlijk altijd ‘net niet’. Terugkijkend was dat mijn geluk. Ik moest er namelijk heel hard voor werken. Iedereen die meer talent had en van wie werd verwacht dat hij of zij het zou maken, heeft het niet gered. Ik haalde het door mijn doorzettingsvermogen. Mijn broer en zus zijn ook van die alleskunners. Ik oefende dag en nacht om te kunnen opboksen tegen mensen die veel dingen met twee vingers in de neus kunnen. Maar goed, met heel hard je best doen, kun je een eind komen, heb ik wel bewezen.” Voor het zeilen moest je al op jonge leeftijd de wereld over. Hoe vonden je ouders dat? “Ik ben in een heel veilige omgeving opgegroeid, maar moest op mijn dertiende al in mijn eentje op reis voor wedstrijden in Amerika en Dubai. Best avontuurlijk. Zeker als je bedenkt dat het nog niet de tijd was dat je met een smartphone iedereen op de hoogte kon houden. Ik had een belkaart en als ik een aansluitende vlucht miste in Amerika kwamen m’n ouders er vaak 24 uur later achter waar ik zat en waarom. Mijn ouders hadden vertrouwen in me, lieten me vrij, daardoor leerde ik snel volwassen beslissingen nemen.” Grensverleggend Je eerste coach, Mark Littlejohn, zei: ‘Er is geen tijd om lang te doen over volwassen worden. Je moet snel rationeel met situaties omgaan. Als een robot. Maakt niet uit of je blij bent of verdrietig, je moet doen wat je moet doen.’ Kon je met die aanpak meteen uit de voeten? “Ik was zestien, ben op een Engelsman afgestapt die goud had gewonnen en vroeg: hoe word ik olympisch kampioen? Dat was Mark. Hij omarmde mijn drive. We gingen intensief samenwerken. Hij huurde ex-olympisch kampioenen in om mij te leren wat topsport was. Ik mocht tegen al die toppers varen, maar verliezen was geen optie.” Was het niet te extreem voor een puberbrein? “Ik zou het nu nog steeds wel accepteren. Het was wel extreem, maar ik geloofde en geloof daar wel in. Ik zo het zo weer doen op die manier. Topsport is in mijn ogen ook: grensverleggen. Dat is part of the deal.” Het wierp ook zijn vruchten af, want je werd in 2011 de jongste wereldkampioen in de Laser Radial-klasse. “Het ging in een stijgende lijn, ik won alles. Totdat ik ineens tweede werd op de Spelen in 2012. Toen was ik in shock.” Jij was midden twintig, maar je coach vond het hebben van een relatie je prestaties op het water in de weg staan. Hoe kijk je ruim tien jaar later terug op zijn manier van coaching? “Hij was heel charismatisch en heel manipulatief. Er hoorden geen concessies bij topsport. Wellicht projecteerde hij zijn eigen gemiste kansen op mij. Zijn vrouw had hem ooit gevraagd niet naar een wedstrijd in Australië te gaan, waar hij zich had kunnen kwalificeren voor de Spelen. Het feit dat ik een relatie kreeg met topzeiler Ben Ainslie was net aan oké, maar het werd aan alle kanten gemanaged.” 'Mijn ex-coach was heel charismatisch en manipulatief. Er hoorden geen concessies bij topsport. Wellicht projecteerde hij zijn eigen gemiste kansen op mij' Mark Littlejohn liet jou via Skype weten dat hij stopte als je coach, omdat hij ging werken met een van de concurrenten nadat je zilver won. Hij noemde je ‘een loser die toch nooit olympisch kampioen zou worden’. Hoeveel impact had dat op je? “Het was het begin van een pittige periode. Bij tegenslag heb je altijd een keuze: kies je voor de slachtofferrol of maak je een nieuw plan? Maar dat weet ik nu achteraf. Ik was zestien toen ik bij hem aanklopte en had het hele recept van hoe ik kampioen moest worden bij hem gelaten. Ik had nooit zelf nagedacht.” Badbevalling Dat je het ook zelf kon, bewees je wel. In 2016 werd je olympisch kampioen, je werd nog drie keer wereldkampioen en pakte olympisch brons in 2021. Na de Spelen in Tokio was er ruimte voor je kinderwens. Hoe is dat proces als je aan de top van je sport staat? “Ik was toen 33 en ging rekenen. De Spelen waren net achter de rug, de volgende waren over drie jaar. Ik bedacht: het kost twee jaar om terug op topniveau te komen, dus stel dat het me gegeven is om zwanger te worden, dan is het nu ideaal, want dan ben ik weer topfit op de volgende Spelen.” Je raakte al snel zwanger en in mei 2022 kwam jullie dochtertje Jessie Mae ter wereld. Hoe heb je als topsporter je bevalling voorbereid? “Mijn bevalling heb ik aangepakt als een olympische campagne. Ik ben zelfs op mijn bevaldatum nog gaan sporten met het idee dat hoe langer ik door zou trainen, des te sneller ik weer op niveau zou zitten na de bevalling. Ik heb experts gesproken over wat de beste manier was om te bevallen met het oog op een snel herstel.” Lachend: “De badbevalling duurde uiteindelijk achttien uur, mijn langste badsessie ooit.” Is het gevoel van moeder worden te vergelijken met olympisch kampioen worden? “Dat is lastig vergelijken... Ik heb me nog nooit tegelijkertijd zo kwetsbaar en sterk gevoeld als vlak na de geboorte van onze dochter. Dan liep i over straat en dacht bij elke vrouw met kinderen: wow, jij hebt het gewoon gedaan. Ik dacht als ik een vrouw met een klein kindje zag, meteen: wij zijn zo sterk!” Jij koos al heel snel weer voor de topsport, ging al snel na de bevalling weer hard trainen. Heb je last gehad van de ‘moedermaffia’? “Ja, dat wel. Na zes weken wilde ik mijn hormonenachtbaan afbouwen en dus stopte ik met borstvoeding. De meningen die mensen daar over hadden, vond ik wel heftig.” Ik durf het bijna niet te vragen, maar wanneer begon je weer met trainen? “Na twee weken ben ik weer begonnen met voorzichtig trainen. Er ging een wereld voor me open. Al die vrouwelijke klachten daar beneden... Bizar. Niemand vertelt je hoe dat snel moet helen. Dus ik heb mijn fysieke trainers er een project van laten maken. Francoise en Jorgos hebben me toen onwijs geholpen. Van bekkenbodemfysio tot allerlei apparaatjes die me hielpen.” Lachend: “Er was één keer een hilarisch moment: ik had een koffer vol van die speeltjes mee op trainingskamp. Bij de douane dacht ik: maak de koffer alsjeblieft niet open, want ik weet niet hoe ik al die elektrostimulatie, kegels en spelletjes moet uitleggen...” Het is dus niet zo vreemd dat jij als bloedfanatiek en als een trainingsbeest wordt bestempeld. “Bij mij is het al jarenlang: twee trainingssessies per dag, zes dagen op rij. Maar er is wel wat veranderd. Vroeger zei ik: mijn lichaam moet naar mij luisteren, tegenwoordig is het andersom. Ik mag niet te veel druk op de wervelkolom hebben. Er zijn twee wervels die iets sneller schuiven. Daar doe ik elke dag oefeningen voor. Collateral damage van topsport is ook dat het kraakbeen van mijn knieën wat is aangetast.” Je werd in mei niet lang na je comeback meteen alweer Europees kampioen en bij de WK in Scheveningen lag je lang op medaillekoers, maar werd je uiteindelijk net vierde. Volgend jaar zijn de Spelen, wanneer weet je definitief dat jij je op kan maken voor je vierde deelname? “Op 12 januari weet ik of ik erbij ben in Marseille, waar het olympisch zeiltoernooi wordt gehouden volgend jaar. Op 5 januari begint de WK in de ILCA 6-klasse, voorheen de Laser Radial. 31 december vertrek ik al richting Argentinië, waar het toernooi wordt gehouden. Dat wordt een lekker saai oud & nieuw. Mijn hele team gaat al met kerst die kant op en ik arriveer later om nog wat langer met die kleine samen te zijn. We hebben afgesproken dat Jessie niet meegaat naar prestatie-evenementen.” Betekent dat dat jullie dochter wel meegaat als je op trainingskamp bent? “Ja. Ik heb een oppas van goud, zij is een vriendin van een van mijn fysieke trainers. Ze weet wat topsport inhoudt, het meereizen met trainingskampen is practice what you preach.” ‘Mijn bevalling heb ik aangepakt als een olympische campagne. Ik ben zelfs op mijn bevaldatum nog gaan sporten’ Hip & happening Jij ligt mijlenver voor op de concurrentie in eigen land. Er mag één zeiler per klasse namens Nederland naar de Spelen. Zijn die zeilklassen eigenlijk met hun tijd meegegaan? “Ik denk dat het beter zou zijn om minder klassen voor vrouwen te hebben, maar zeilen is best een conservatieve sport. Zeilen heeft moeite met verandering, op vele vlakken. Je kunt de sport met de huidige technologie best kijkvriendelijker maken, bijvoorbeeld door het gebruik van drones. Het zeilen kan heel hip & happening gemaakt worden, maar het zijn vaak de oudere mensen die de scepter zwaaien in onze sport.” Zie jij kansen voor jezelf om bij te dragen aan die vernieuwing? “We zijn met mijn team gestart om de sport meer meetbaar te maken. Daarnaast komt er een Marit Bouwmeester Academy om de sport toegankelijker te maken. Zeilen heeft nog steeds een elitair imago en ik wil ertoe bijdragen die drempel te verlagen.” Is dit het fundament voor een carrière na de topsport? “Ja, ik wil graag iets terugdoen voor de sport. Ik heb deze droom van mij gedeeld met het Watersportverbond en zij waren heel erg enthousiast. Inmiddels ben ik ook in gesprek met diverse mooie bedrijven om dit goed neer te kunnen zetten. Met de stoomversnelling waarin het nu is beland, hopen we komende zomer los te gaan met een evenement waar kids de hele zomer kunnen komen om te zeilen. Wij leveren de boten en coaches. Het is puur voor de fun, puur om kennis te maken met het zeilen.” Wat heeft het zeilen jou gebracht? “Zeilen heeft me veel plezier gebracht, veel van de wereld laten zien. Mijn passie is mijn beroep geworden en dat is een voorrecht.” Je geeft veel inspirerende lezingen voor bedrijven. Wat geef je mee over je mindset? “Ik vind sportpsychologie enorm interessant. Je bent een eigen rem op je prestatie. Je krijgt de lessen gemakkelijk aangereikt in sport, maar in het bedrijfsleven is het niet altijd duidelijk waar verbeterpunten liggen. Hoe kun je optimaal presteren? Ik geloof in de ‘groeimindset’. Je moet dingen leren zien als uitdagingen, de kracht van ‘nog niet’.” Je doelt op de professor Carol Dweck-methode? “Precies! Inzetten op feedback in plaats van de prestatie, geloof hebben in de learning curve. Snel schakelen na een tegenslag is gewoon te trainen. Ik droom van nog een olympische medaille, maar moet me eerst op korte termijn focussen op een taak.” Hoe heeft het jou geholpen om met de dieptepunten om te gaan? “Je hebt altijd een keuze tussen de letters U en B. Kies je voor de Uitdagingen of voor de Bedreigingen?” Beschrijf de periode eens waarin de uitdagingen zich opstapelden? Je coach verliet je, je relatie met de eerdergenoemde zeiler ging uit, je werd zestiende op de WK, terwijl je daarvoor alles won. Hoe klim je uit zo’n dal? “Ik had niet in de gaten dat ik in de slachtofferrol zat. De mensen die mij van informatie voorzagen, liepen allemaal bij me weg. Met mijn familie heb ik een stappenplan gemaakt. De oude coach van mijn broer, Jaap Zielhuis, liet me zelf nadenken, om zo van afhankelijk naar onafhankelijk te gaan. Stap voor stap leerde ik taakgericht te werk te gaan. Voor die tijd stond ik ook nooit stil bij successen.” Hoeveel tijd zat er tussen het dieptepunt en opnieuw winnen? “We zijn in het najaar van 2013 begonnen en in de zomer van 2014 werd ik wereldkampioen.” Wat waren de uitdagingen? “Ik dacht altijd: als ik alles goed doe, dan win ik. Daarna beredeneerde ik: en toch kan iemand het dan nog beter doen dan ik. Ik was altijd bezig met het zeilen van de race van mijn leven op de Spelen. Ik realiseerde me dat die gedachte voor veel te veel druk zorgt. Dan bedacht ik: als ik mijn niveau dermate opkrik in de jaren ervoor, dan kan ik op tachtig procent ook nog winnen. Ik heb geen controle over mijn tegenstanders, maar als ik niet daadkrachtig of slagvaardig ben, verlies ik sowieso. Als je de doelen zo formuleert, is verlies makkelijker te dragen. Door zo te redeneren heb ik het proces naar mezelf toe gehaald. Ik evalueer het proces in plaats van alleen het resultaat. Het beste recept om over tegenslagen heen te komen, is een heel duidelijk doel en een richting te hebben.” ‘Na twee weken ben ik weer begonnen met voorzichtig trainen. Er ging een wereld voor me open. Al die vrouwelijke klachten daar beneden... Bizar. Niemand vertelt je hoe dat snel moet helen’ Dumbells Je dochter is anderhalf. Ze zal later vast denken: hoe heeft mama het toch geflikt om medailles te winnen terwijl ze er ook voor mij moest zijn. Lachend: “Dat is gelukt door heel hard te hijgen op de fiets. Tijdens corona hebben we een gym gebouwd rondom het huis. Als ik tegenwoordig de farmers walk doe met dumbells, dan doet Jessie me na met gewichtjes van één kilo. En toen ze laatst hard ging hijgen, begreep ik dat ze mij nadeed terwijl ik op de fiets zat te trainen. De discipline krijgt ze van ons met de paplepel ingegoten.” Elke moeder die dit leest, zal zich afvragen hoe jij het doet. Met een peuter thuis en je toch klaarmaken voor de Spelen. “Dat kan ik niet alleen, hoor. Mijn ouders komen uit Friesland om op te passen, zij zijn vervroegd met pensioen gegaan. Daarnaast ben ik Allianz, partner van het Watersportverbond, en mijn privésponsors heel dankbaar. Ze zijn cruciaal in deze olympische campagne. Dankzij hen kan ik het mij onder andere permitteren dat ik een oppas heb en mijn dochter kan meenemen op trainingskampen. En natuurlijk de allerbelangrijkste is mijn partner Diederick. Hij is een geweldige vader, vanaf het begin al. Terwijl ik er even tijd voor nodig had om in mijn moederrol te groeien.” Wat is de succesformule van jullie liefdesrelatie? “Elkaar veel gunnen. En tegelijkertijd is het uitdagend, het ouderschap. We zijn eigenlijk een goedlopend en opererend ‘bedrijf’, maar soms is het uitdagend om ook nog partners te zijn. Dit jaar zijn we tien jaar samen. Topsport trekt me soms de serieuze kant op en dan ben ik gezegend met Diederick zijn humor en luchtigheid. We zijn er voor elkaar, zijn superflexibel en doen niet moeilijk.” Je vierde Spelen komen in zicht... Wordt dit je laatste kunstje? “De Eiffeltoren staat al op mijn nachtkastje, zoals een Cristo Redentor-beeldje ook al maanden voorafgaand aan de Spelen in Rio daar had gestaan. Maar nu ben ik dankbaar dat ik tegelijkertijd het moederschap mag ervaren... Ik weet niet exact wanneer ik ga stoppen, maar gevoelsmatig gok ik dat er niet nog een olympische cyclus in zit. Volgend jaar word ik 36, er is veel slijtage aan mijn lichaam. Hopelijk kan ik mijn carrière met goud afsluiten.” Helden Magazine 69 Het verhaal van Marit Bouwmeester komt voort uit het dubbeldikke eindejaarsnummer van Helden. De laatste editie van 2023 staat traditioneel in het teken van een terugblik op het afgelopen sportjaar, waarop Femke Bol de cover siert. De atlete blikt uitgebreid terug op het jaar waarin alles wat ze aanraakte in goud leek te veranderen. Helden ging daarnaast in Engeland op bezoek bij Nathan Aké, die met Manchester City de landstitel, FA Cup en Champions League won. Hij werd samen met zijn echtgenote Kaylee, met wie hij al sinds zijn vijftiende samen is, geïnterviewd en gefotografeerd. Bijzonder was ook het bezoek aan de familie Schippers. Dafne nam afscheid van de atletiek en samen met haar ouders, zus en broer blikte ze terug op haar indrukwekkende carrière. In de 69ste editie van Helden komen tal van sporters aan het woord die 2023 kleur gaven. Wout Poels blikt terug op ritzeges in de Tour en Vuelta, maar ook op het verlies van ploeggenoot Gino Mäder. Golden Sisters Bente en Lieke Rogge werden samen wereldkampioen waterpolo. Femke Kok kroonde zich tot de eerste Nederlandse wereldkampioene op de 500 meter en toont zich zoals we haar niet eerder zagen. Karolien en Finn Florijn zijn gezegend met geweldige roeigenen, ze pakten allebei WK-goud; een dubbelinterview. Jeffrey Hoogland is koning op de kilometer. Hij werd voor de vierde keer wereldkampioen op ‘zijn’ afstand en verbeterde het wereldrecord. Een openhartig gesprek met de kilometervreter. Verder pakten zeilers Bart Lambriex en Floris van de Werken een hattrick aan wereldtitels. Feyenoord werd kampioen en Lutsharel Geertruida had daar een belangrijk aandeel in. Hij doet zijn verhaal. Joey Veerman won in 2023 de KNVB-beker en werd vader. Een gesprek met de uitgesproken voetballer over wie veel mensen een mening hebben. Ook een verhaal over Lionel Messi en de club waar hij afgelopen zomer heen verhuisde, het Inter Miami van David Beckham. Een portret van Carlos Alcaraz, de nieuwe posterboy van het tennis die Novak Djokovic klopte in de finale op Wimbledon in dé wedstrijd van het jaar. En als laatste was het voor schaatscoach Kosta Poltavets en voetbaltrainer Anoush Dastgir juist een zwaar jaar, door de situatie in hun geboortelanden Oekraïne en Afghanistan. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 69 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.
Marit Bouwmeester (35) is de succesvolste Nederlandse zeilster ooit. Ze won olympisch goud, zilver en brons, werd vier keer wereldkampioen en vijf keer Europees kampioen. Haar laatste Europese titel veroverde ze niet lang nadat ze moeder was geworden van dochter Jessie Mae. Victoria Koblenko ging op bezoek. Jij komt uit een gezin van vijf. Werd sport als hoofdgerecht opgediend in jullie gezin? “Mijn ouders waren geen fanatieke zeilers, maar wel sportfanaten. We komen uit Friesland, deden van alles; mijn broer, zus en ik. Korfballen bijvoorbeeld.” Jullie gingen alle drie ook zeilen. Hoe is zeilen in het gezin geïntroduceerd? “Opa deed mee aan de Sneekweek en mijn broer Roelof riep: ‘Dat wil ik ook!’ Mijn ouders hebben het begrip positief stimuleren uitgevonden, dus niets was te gek voor hen. We gingen naar de lokale zeilschool. Eerst mijn broer, daarna ik en later mijn zus. Onze ouders werden vrijwilliger bij de zeilschool en niet veel later hadden we ook een boot. Ik heb me pas veel later gerealiseerd dat het voor onze ouders financieel soms best een uidaging was. Ga maar na: drie kinderen die zeilen, af en toe buitenlandse reizen erbij.” Je was zes toen je begon en kwam op je twaalfde al in de nationale jeugdselectie terecht. “Ik was het enige meisje en kwam niet uit het westen, maar uit Friesland. Ik kwam er ook als laatste bij. Het was spannend, maar daardoor heb ik toen al leren vechten. Er waren betere zeilsters, dat stimuleerde me enorm.” Je promoveerde van Jong Oranje naar de echte kernploeg. “Ik was nooit de beste, het was bij mij in die tijd eigenlijk altijd ‘net niet’. Terugkijkend was dat mijn geluk. Ik moest er namelijk heel hard voor werken. Iedereen die meer talent had en van wie werd verwacht dat hij of zij het zou maken, heeft het niet gered. Ik haalde het door mijn doorzettingsvermogen. Mijn broer en zus zijn ook van die alleskunners. Ik oefende dag en nacht om te kunnen opboksen tegen mensen die veel dingen met twee vingers in de neus kunnen. Maar goed, met heel hard je best doen, kun je een eind komen, heb ik wel bewezen.” Voor het zeilen moest je al op jonge leeftijd de wereld over. Hoe vonden je ouders dat? “Ik ben in een heel veilige omgeving opgegroeid, maar moest op mijn dertiende al in mijn eentje op reis voor wedstrijden in Amerika en Dubai. Best avontuurlijk. Zeker als je bedenkt dat het nog niet de tijd was dat je met een smartphone iedereen op de hoogte kon houden. Ik had een belkaart en als ik een aansluitende vlucht miste in Amerika kwamen m’n ouders er vaak 24 uur later achter waar ik zat en waarom. Mijn ouders hadden vertrouwen in me, lieten me vrij, daardoor leerde ik snel volwassen beslissingen nemen.” Grensverleggend Je eerste coach, Mark Littlejohn, zei: ‘Er is geen tijd om lang te doen over volwassen worden. Je moet snel rationeel met situaties omgaan. Als een robot. Maakt niet uit of je blij bent of verdrietig, je moet doen wat je moet doen.’ Kon je met die aanpak meteen uit de voeten? “Ik was zestien, ben op een Engelsman afgestapt die goud had gewonnen en vroeg: hoe word ik olympisch kampioen? Dat was Mark. Hij omarmde mijn drive. We gingen intensief samenwerken. Hij huurde ex-olympisch kampioenen in om mij te leren wat topsport was. Ik mocht tegen al die toppers varen, maar verliezen was geen optie.” Was het niet te extreem voor een puberbrein? “Ik zou het nu nog steeds wel accepteren. Het was wel extreem, maar ik geloofde en geloof daar wel in. Ik zo het zo weer doen op die manier. Topsport is in mijn ogen ook: grensverleggen. Dat is part of the deal.” Het wierp ook zijn vruchten af, want je werd in 2011 de jongste wereldkampioen in de Laser Radial-klasse. “Het ging in een stijgende lijn, ik won alles. Totdat ik ineens tweede werd op de Spelen in 2012. Toen was ik in shock.” Jij was midden twintig, maar je coach vond het hebben van een relatie je prestaties op het water in de weg staan. Hoe kijk je ruim tien jaar later terug op zijn manier van coaching? “Hij was heel charismatisch en heel manipulatief. Er hoorden geen concessies bij topsport. Wellicht projecteerde hij zijn eigen gemiste kansen op mij. Zijn vrouw had hem ooit gevraagd niet naar een wedstrijd in Australië te gaan, waar hij zich had kunnen kwalificeren voor de Spelen. Het feit dat ik een relatie kreeg met topzeiler Ben Ainslie was net aan oké, maar het werd aan alle kanten gemanaged.” 'Mijn ex-coach was heel charismatisch en manipulatief. Er hoorden geen concessies bij topsport. Wellicht projecteerde hij zijn eigen gemiste kansen op mij' Mark Littlejohn liet jou via Skype weten dat hij stopte als je coach, omdat hij ging werken met een van de concurrenten nadat je zilver won. Hij noemde je ‘een loser die toch nooit olympisch kampioen zou worden’. Hoeveel impact had dat op je? “Het was het begin van een pittige periode. Bij tegenslag heb je altijd een keuze: kies je voor de slachtofferrol of maak je een nieuw plan? Maar dat weet ik nu achteraf. Ik was zestien toen ik bij hem aanklopte en had het hele recept van hoe ik kampioen moest worden bij hem gelaten. Ik had nooit zelf nagedacht.” Badbevalling Dat je het ook zelf kon, bewees je wel. In 2016 werd je olympisch kampioen, je werd nog drie keer wereldkampioen en pakte olympisch brons in 2021. Na de Spelen in Tokio was er ruimte voor je kinderwens. Hoe is dat proces als je aan de top van je sport staat? “Ik was toen 33 en ging rekenen. De Spelen waren net achter de rug, de volgende waren over drie jaar. Ik bedacht: het kost twee jaar om terug op topniveau te komen, dus stel dat het me gegeven is om zwanger te worden, dan is het nu ideaal, want dan ben ik weer topfit op de volgende Spelen.” Je raakte al snel zwanger en in mei 2022 kwam jullie dochtertje Jessie Mae ter wereld. Hoe heb je als topsporter je bevalling voorbereid? “Mijn bevalling heb ik aangepakt als een olympische campagne. Ik ben zelfs op mijn bevaldatum nog gaan sporten met het idee dat hoe langer ik door zou trainen, des te sneller ik weer op niveau zou zitten na de bevalling. Ik heb experts gesproken over wat de beste manier was om te bevallen met het oog op een snel herstel.” Lachend: “De badbevalling duurde uiteindelijk achttien uur, mijn langste badsessie ooit.” Is het gevoel van moeder worden te vergelijken met olympisch kampioen worden? “Dat is lastig vergelijken... Ik heb me nog nooit tegelijkertijd zo kwetsbaar en sterk gevoeld als vlak na de geboorte van onze dochter. Dan liep i over straat en dacht bij elke vrouw met kinderen: wow, jij hebt het gewoon gedaan. Ik dacht als ik een vrouw met een klein kindje zag, meteen: wij zijn zo sterk!” Jij koos al heel snel weer voor de topsport, ging al snel na de bevalling weer hard trainen. Heb je last gehad van de ‘moedermaffia’? “Ja, dat wel. Na zes weken wilde ik mijn hormonenachtbaan afbouwen en dus stopte ik met borstvoeding. De meningen die mensen daar over hadden, vond ik wel heftig.” Ik durf het bijna niet te vragen, maar wanneer begon je weer met trainen? “Na twee weken ben ik weer begonnen met voorzichtig trainen. Er ging een wereld voor me open. Al die vrouwelijke klachten daar beneden... Bizar. Niemand vertelt je hoe dat snel moet helen. Dus ik heb mijn fysieke trainers er een project van laten maken. Francoise en Jorgos hebben me toen onwijs geholpen. Van bekkenbodemfysio tot allerlei apparaatjes die me hielpen.” Lachend: “Er was één keer een hilarisch moment: ik had een koffer vol van die speeltjes mee op trainingskamp. Bij de douane dacht ik: maak de koffer alsjeblieft niet open, want ik weet niet hoe ik al die elektrostimulatie, kegels en spelletjes moet uitleggen...” Het is dus niet zo vreemd dat jij als bloedfanatiek en als een trainingsbeest wordt bestempeld. “Bij mij is het al jarenlang: twee trainingssessies per dag, zes dagen op rij. Maar er is wel wat veranderd. Vroeger zei ik: mijn lichaam moet naar mij luisteren, tegenwoordig is het andersom. Ik mag niet te veel druk op de wervelkolom hebben. Er zijn twee wervels die iets sneller schuiven. Daar doe ik elke dag oefeningen voor. Collateral damage van topsport is ook dat het kraakbeen van mijn knieën wat is aangetast.” Je werd in mei niet lang na je comeback meteen alweer Europees kampioen en bij de WK in Scheveningen lag je lang op medaillekoers, maar werd je uiteindelijk net vierde. Volgend jaar zijn de Spelen, wanneer weet je definitief dat jij je op kan maken voor je vierde deelname? “Op 12 januari weet ik of ik erbij ben in Marseille, waar het olympisch zeiltoernooi wordt gehouden volgend jaar. Op 5 januari begint de WK in de ILCA 6-klasse, voorheen de Laser Radial. 31 december vertrek ik al richting Argentinië, waar het toernooi wordt gehouden. Dat wordt een lekker saai oud & nieuw. Mijn hele team gaat al met kerst die kant op en ik arriveer later om nog wat langer met die kleine samen te zijn. We hebben afgesproken dat Jessie niet meegaat naar prestatie-evenementen.” Betekent dat dat jullie dochter wel meegaat als je op trainingskamp bent? “Ja. Ik heb een oppas van goud, zij is een vriendin van een van mijn fysieke trainers. Ze weet wat topsport inhoudt, het meereizen met trainingskampen is practice what you preach.” ‘Mijn bevalling heb ik aangepakt als een olympische campagne. Ik ben zelfs op mijn bevaldatum nog gaan sporten’ Hip & happening Jij ligt mijlenver voor op de concurrentie in eigen land. Er mag één zeiler per klasse namens Nederland naar de Spelen. Zijn die zeilklassen eigenlijk met hun tijd meegegaan? “Ik denk dat het beter zou zijn om minder klassen voor vrouwen te hebben, maar zeilen is best een conservatieve sport. Zeilen heeft moeite met verandering, op vele vlakken. Je kunt de sport met de huidige technologie best kijkvriendelijker maken, bijvoorbeeld door het gebruik van drones. Het zeilen kan heel hip & happening gemaakt worden, maar het zijn vaak de oudere mensen die de scepter zwaaien in onze sport.” Zie jij kansen voor jezelf om bij te dragen aan die vernieuwing? “We zijn met mijn team gestart om de sport meer meetbaar te maken. Daarnaast komt er een Marit Bouwmeester Academy om de sport toegankelijker te maken. Zeilen heeft nog steeds een elitair imago en ik wil ertoe bijdragen die drempel te verlagen.” Is dit het fundament voor een carrière na de topsport? “Ja, ik wil graag iets terugdoen voor de sport. Ik heb deze droom van mij gedeeld met het Watersportverbond en zij waren heel erg enthousiast. Inmiddels ben ik ook in gesprek met diverse mooie bedrijven om dit goed neer te kunnen zetten. Met de stoomversnelling waarin het nu is beland, hopen we komende zomer los te gaan met een evenement waar kids de hele zomer kunnen komen om te zeilen. Wij leveren de boten en coaches. Het is puur voor de fun, puur om kennis te maken met het zeilen.” Wat heeft het zeilen jou gebracht? “Zeilen heeft me veel plezier gebracht, veel van de wereld laten zien. Mijn passie is mijn beroep geworden en dat is een voorrecht.” Je geeft veel inspirerende lezingen voor bedrijven. Wat geef je mee over je mindset? “Ik vind sportpsychologie enorm interessant. Je bent een eigen rem op je prestatie. Je krijgt de lessen gemakkelijk aangereikt in sport, maar in het bedrijfsleven is het niet altijd duidelijk waar verbeterpunten liggen. Hoe kun je optimaal presteren? Ik geloof in de ‘groeimindset’. Je moet dingen leren zien als uitdagingen, de kracht van ‘nog niet’.” Je doelt op de professor Carol Dweck-methode? “Precies! Inzetten op feedback in plaats van de prestatie, geloof hebben in de learning curve. Snel schakelen na een tegenslag is gewoon te trainen. Ik droom van nog een olympische medaille, maar moet me eerst op korte termijn focussen op een taak.” Hoe heeft het jou geholpen om met de dieptepunten om te gaan? “Je hebt altijd een keuze tussen de letters U en B. Kies je voor de Uitdagingen of voor de Bedreigingen?” Beschrijf de periode eens waarin de uitdagingen zich opstapelden? Je coach verliet je, je relatie met de eerdergenoemde zeiler ging uit, je werd zestiende op de WK, terwijl je daarvoor alles won. Hoe klim je uit zo’n dal? “Ik had niet in de gaten dat ik in de slachtofferrol zat. De mensen die mij van informatie voorzagen, liepen allemaal bij me weg. Met mijn familie heb ik een stappenplan gemaakt. De oude coach van mijn broer, Jaap Zielhuis, liet me zelf nadenken, om zo van afhankelijk naar onafhankelijk te gaan. Stap voor stap leerde ik taakgericht te werk te gaan. Voor die tijd stond ik ook nooit stil bij successen.” Hoeveel tijd zat er tussen het dieptepunt en opnieuw winnen? “We zijn in het najaar van 2013 begonnen en in de zomer van 2014 werd ik wereldkampioen.” Wat waren de uitdagingen? “Ik dacht altijd: als ik alles goed doe, dan win ik. Daarna beredeneerde ik: en toch kan iemand het dan nog beter doen dan ik. Ik was altijd bezig met het zeilen van de race van mijn leven op de Spelen. Ik realiseerde me dat die gedachte voor veel te veel druk zorgt. Dan bedacht ik: als ik mijn niveau dermate opkrik in de jaren ervoor, dan kan ik op tachtig procent ook nog winnen. Ik heb geen controle over mijn tegenstanders, maar als ik niet daadkrachtig of slagvaardig ben, verlies ik sowieso. Als je de doelen zo formuleert, is verlies makkelijker te dragen. Door zo te redeneren heb ik het proces naar mezelf toe gehaald. Ik evalueer het proces in plaats van alleen het resultaat. Het beste recept om over tegenslagen heen te komen, is een heel duidelijk doel en een richting te hebben.” ‘Na twee weken ben ik weer begonnen met voorzichtig trainen. Er ging een wereld voor me open. Al die vrouwelijke klachten daar beneden... Bizar. Niemand vertelt je hoe dat snel moet helen’ Dumbells Je dochter is anderhalf. Ze zal later vast denken: hoe heeft mama het toch geflikt om medailles te winnen terwijl ze er ook voor mij moest zijn. Lachend: “Dat is gelukt door heel hard te hijgen op de fiets. Tijdens corona hebben we een gym gebouwd rondom het huis. Als ik tegenwoordig de farmers walk doe met dumbells, dan doet Jessie me na met gewichtjes van één kilo. En toen ze laatst hard ging hijgen, begreep ik dat ze mij nadeed terwijl ik op de fiets zat te trainen. De discipline krijgt ze van ons met de paplepel ingegoten.” Elke moeder die dit leest, zal zich afvragen hoe jij het doet. Met een peuter thuis en je toch klaarmaken voor de Spelen. “Dat kan ik niet alleen, hoor. Mijn ouders komen uit Friesland om op te passen, zij zijn vervroegd met pensioen gegaan. Daarnaast ben ik Allianz, partner van het Watersportverbond, en mijn privésponsors heel dankbaar. Ze zijn cruciaal in deze olympische campagne. Dankzij hen kan ik het mij onder andere permitteren dat ik een oppas heb en mijn dochter kan meenemen op trainingskampen. En natuurlijk de allerbelangrijkste is mijn partner Diederick. Hij is een geweldige vader, vanaf het begin al. Terwijl ik er even tijd voor nodig had om in mijn moederrol te groeien.” Wat is de succesformule van jullie liefdesrelatie? “Elkaar veel gunnen. En tegelijkertijd is het uitdagend, het ouderschap. We zijn eigenlijk een goedlopend en opererend ‘bedrijf’, maar soms is het uitdagend om ook nog partners te zijn. Dit jaar zijn we tien jaar samen. Topsport trekt me soms de serieuze kant op en dan ben ik gezegend met Diederick zijn humor en luchtigheid. We zijn er voor elkaar, zijn superflexibel en doen niet moeilijk.” Je vierde Spelen komen in zicht... Wordt dit je laatste kunstje? “De Eiffeltoren staat al op mijn nachtkastje, zoals een Cristo Redentor-beeldje ook al maanden voorafgaand aan de Spelen in Rio daar had gestaan. Maar nu ben ik dankbaar dat ik tegelijkertijd het moederschap mag ervaren... Ik weet niet exact wanneer ik ga stoppen, maar gevoelsmatig gok ik dat er niet nog een olympische cyclus in zit. Volgend jaar word ik 36, er is veel slijtage aan mijn lichaam. Hopelijk kan ik mijn carrière met goud afsluiten.” Helden Magazine 69 Het verhaal van Marit Bouwmeester komt voort uit het dubbeldikke eindejaarsnummer van Helden. De laatste editie van 2023 staat traditioneel in het teken van een terugblik op het afgelopen sportjaar, waarop Femke Bol de cover siert. De atlete blikt uitgebreid terug op het jaar waarin alles wat ze aanraakte in goud leek te veranderen. Helden ging daarnaast in Engeland op bezoek bij Nathan Aké, die met Manchester City de landstitel, FA Cup en Champions League won. Hij werd samen met zijn echtgenote Kaylee, met wie hij al sinds zijn vijftiende samen is, geïnterviewd en gefotografeerd. Bijzonder was ook het bezoek aan de familie Schippers. Dafne nam afscheid van de atletiek en samen met haar ouders, zus en broer blikte ze terug op haar indrukwekkende carrière. In de 69ste editie van Helden komen tal van sporters aan het woord die 2023 kleur gaven. Wout Poels blikt terug op ritzeges in de Tour en Vuelta, maar ook op het verlies van ploeggenoot Gino Mäder. Golden Sisters Bente en Lieke Rogge werden samen wereldkampioen waterpolo. Femke Kok kroonde zich tot de eerste Nederlandse wereldkampioene op de 500 meter en toont zich zoals we haar niet eerder zagen. Karolien en Finn Florijn zijn gezegend met geweldige roeigenen, ze pakten allebei WK-goud; een dubbelinterview. Jeffrey Hoogland is koning op de kilometer. Hij werd voor de vierde keer wereldkampioen op ‘zijn’ afstand en verbeterde het wereldrecord. Een openhartig gesprek met de kilometervreter. Verder pakten zeilers Bart Lambriex en Floris van de Werken een hattrick aan wereldtitels. Feyenoord werd kampioen en Lutsharel Geertruida had daar een belangrijk aandeel in. Hij doet zijn verhaal. Joey Veerman won in 2023 de KNVB-beker en werd vader. Een gesprek met de uitgesproken voetballer over wie veel mensen een mening hebben. Ook een verhaal over Lionel Messi en de club waar hij afgelopen zomer heen verhuisde, het Inter Miami van David Beckham. Een portret van Carlos Alcaraz, de nieuwe posterboy van het tennis die Novak Djokovic klopte in de finale op Wimbledon in dé wedstrijd van het jaar. En als laatste was het voor schaatscoach Kosta Poltavets en voetbaltrainer Anoush Dastgir juist een zwaar jaar, door de situatie in hun geboortelanden Oekraïne en Afghanistan. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 69 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.

Waterpolo

Bente en Lieke Rogge: Golden sisters

Bente (26) en Lieke Rogge (22) werden op 28 juli in Japan wereldkampioen. Het was de eerste wereldtitel in 32 jaar tijd van de Nederlandse waterpolovrouwen. Het succes kwam de zussen niet aanwaaien, ze moesten allebei flinke tegenslagen overwinnen. Helden legde het duo zes stellingen voor. Wij bijten elke dag nog even in die gouden WK-medaille om te kijken of hij wel echt is Bente, lachend: “Dat nou ook weer niet.” Lieke: “Maar hij ligt nog net niet onder m’n kussen.” Bente: “Bij mij is de medaille nog heel prominent aanwezig als je de woonkamer binnenkomt, hij gaat nog een heel mooi plekje krijgen.” Lieke: “Elke keer als ik de medaille aan iemand laat zien, denk ik: o, wat is hij mooi, hè.” Zochten jullie elkaar als eerste op toen jullie na een zenuwslopende finale tegen Spanje, die werd beslist na strafworpen, de wereldtitel veroverden? Bente: “Lieke lag nog met onze keepster en vier andere speelsters in het water, was een van de strafworpnemers. Ik zat met de andere meiden op de bank. Dus Lieke was niet de eerste die ik knuffelde. Daarna zochten we elkaar wel snel op.” Lieke: “Met alle meiden is het speciaal om zo’n moment te delen, maar met je zus is het net wat specialer.” Wat zeiden jullie op dat moment tegen elkaar? Lieke, lachend: “Ik zei: ik ben heel trots op jou.” Bente: “En ik zei in tranen: ik ben ook heel trots op jou.” Het is ook heel bijzonder om samen wereldkampioen te worden. Bente: “Veel mensen zeggen tegen ons: ‘Wat cool dat je dit met je zusje hebt gedaan.’ Wij staan daar normaal gesproken niet zo bij stil, liggen al van jongs af aan samen in het water. Maar elke keer als iemand ons erop wijst dat het mooi en bijzonder is, besef ik dat ook.” [caption id="attachment_19073" align="alignnone" width="2560"] Bente Rogge[/caption] Neem ons eens mee naar de WK-finale op 28 juli. Lieke: “Het momentum wisselde steeds. We stonden eerst achter, daarna voor, vervolgens had Spanje weer de beste papieren.” Bente: “In de vierde en laatste periode kwamen wij drie doelpunten voor. Normaal gesproken is de buit dan binnen.” Lieke: “Ik dacht in die laatste periode: dit gaat goed. Maar ik durfde niet te denken dat we er al waren. Toen we een minuut voor tijd een doelpunt voor stonden, dacht ik: we komen dichtbij.” Bente: “Ik staarde echt naar de klok, dacht telkens: laat de tijd nu alsjeblieft voorbij zijn. Het werd toch weer gelijk: 12-12. Dat was wel even zuur.” Lieke, jij moest een strafworp nemen met een wereldtitel op het spel. Was dat het spannendste moment uit jouw leven tot nu toe? Lieke: “Normaal zou ik zeggen van wel, maar ik was op dat moment zo gefocust. Ik dacht alleen maar: ik ga hem in die hoek schieten en ik gooi op mijn allerhardst. Eigenlijk was ik niet zenuwachtig, terwijl ik dat vooraf wel had verwacht. Ik was zenuwachtiger voor de andere meiden die er een moesten nemen.” En Bente, was jij juist extra zenuwachtig toen je zusje er een moest nemen? Bente: “Lieke neemt bij onze club ZV De Zaan ook altijd de strafworpen. Als zij er een neemt, zwem ik altijd al terug omdat het een zekerheidje is dat de bal erin gaat. Maar in de WK-finale was het anders, dacht ik: o jee, mijn zusje... Tijdens haar eerste eindtoernooi en met al die druk op haar schouders...” We lazen dat het maken van een moeilijke legpuzzel jullie enorm heeft geholpen om het hoofd leeg te maken tijdens het WK. Lieke knikt: “We hadden een hotelkamer omgebouwd tot woonkamer. Een fijne ruimte om te kunnen ontspannen. Je kon daar Super Mario Kart spelen, koffiedrinken en er lagen puzzels. Wij hebben zelf niet gepuzzeld, maar er waren meiden die niets anders aan het doen waren dan puzzelen.” Bente: “Wij hebben gekleurd, hebben altijd een heel grote kleurplaat mee en het doel is altijd om die af te hebben voor het einde van het toernooi.” Lieke: “Die in Fukuoka was echt heel groot, iets van twee bij drie meter. Het was een wereldkaart met heel veel grote steden erop. De Eiffeltoren, de Toren van Pisa; er stond van alles op wat ingekleurd moest worden.” Bente: “Die kleurplaat plakten we met tape op een van de muren. Op de laatste dag hebben we hem afgemaakt. Net als puzzelen helpt het ons om even het hoofd leeg te maken en te ontspannen in aanloop naar een wedstrijd.” Het was de eerste Nederlandse wereldtitel in het waterpolo in 32 jaar. Wat is het geheim van jullie ploeg? Bente: “Wij hebben een ploeg waarvan de speelsters ook deels zijn geselecteerd op hun karakter. Iedereen zet het team op één, we willen alles voor elkaar doen. De groep is heel hecht, in en buiten het water.” Hebben jullie speciale sessies gehad om deze groep zo hecht te maken? Lieke: “We doen af en toe leuke dingen met elkaar, maar in deze groep was er op voorhand weinig voor nodig om heel hecht te worden. We hoefden niet met elkaar rond de tafel om te bespreken hoe iemand benaderd moest worden of om onze karaktereigenschappen in kaart te brengen. De sleutel van ons succes is voor mijn gevoel dat iedereen zichzelf mag en kan zijn. Als iemand even een momentje voor zichzelf wil hebben, dan maakt niemand daar een punt van. Of als iemand bij je aanklopt, dan probeer je te helpen. Doordat het zo klikt naast het water, klikt het ook automatisch in het water. Tijdens het WK hebben we twee keer met z’n allen samengezeten en gevraagd hoe iedereen zich voelde en of iemand nog iets nodig had.” Onze gouden medailles hebben heel veel tranen gekost Lieke: “Wat het WK betreft, waren het tranen van geluk.” Lieke, jij werd lang bestempeld als een supertalent, maar besloot in 2019 niet meer voor het nationaal team uit te komen. Pas begin dit jaar maakte jij je debuut. Lieke: “Het was leuk om te horen dat iedereen me een groot talent vond, maar ik had wel altijd het gevoel dat ik de verwachtingen waar moest maken. Waterpolo begon me steeds meer tegen te staan. Ook doordat de verwachtingen zo hoog waren bij mij en iedereen dacht dat het mij zo makkelijk afging, bleef ik maar doorgaan. Op een gegeven moment had ik het helemaal niet meer naar mijn zin. In 2019 zou ik de overstap maken naar de A-selectie. De Spelen in Tokio kwamen eraan, de voorbereiding was in volle gang en ik moest fulltime mee in het programma. Het trainen ging me zo tegenstaan, ik stapte elke dag met tegenzin in de auto. Ik zei bijna elke dag tegen Bente: ik heb echt geen zin vandaag. Als de training voorbij was, kwam de opluchting. Ik heb maanden, misschien wel een jaar met dat gevoel rondgelopen. Op een dag stond ik in het krachthonk, ik deed een oefening die net te zwaar voor me was. De stang viel en voor mijn gevoel viel op dat moment ook mijn hele ziel op de grond. Ik begon heel hard te huilen. Bente stond naast me en zei: ‘We gaan nu naar de bondscoach, want je trekt het gewoon niet meer.’ Ik heb tegen Arno Havenga, destijds de bondscoach, verteld dat ik wilde stoppen, omdat ik het echt niet leuk meer vond. Na dat gesprek bracht de videoman me naar het station. Ik belde mijn beste vriendin toen ik op de trein stond te wachten en vertelde dat ik was gestopt. Er viel een last van mijn schouders. Ik kan er nu nog emotioneel van worden. Zo moeilijk was het om te accepteren dat wat ik altijd het liefste deed in mijn leven, me zo was gaan tegenstaan. Een burn-out vind ik een zwaar woord, maar misschien was het dat wel.” Lieke: 'Ik kan er nu nog emotioneel van worden. Zo moeilijk was het om te accepteren dat wat ik altijd het liefste deed in mijn leven, me zo was gaan tegenstaan'. Bente: “Lieke was er heel goed in om in het zwembad de schijn op te houden dat het allemaal goed ging. Ik hoorde wat voorafging aan elke training en dat maakte het niet leuker om samen naar een training te gaan. Ik probeerde haar elke keer te motiveren, zei: we gaan gewoon even trainen, het komt wel weer goed. En dat maandenlang. De ene keer was het heftiger dan de andere keer. Vooral in periodes met veel wedstrijden ging het beter, daar haalde ze plezier uit. Maar als we lange tijd in Zeist moesten trainen, had ze het zwaar. Ik heb vaak gevraagd: als je je zo voelt, waarom doe je het dan nog? Daar kon ze niet echt antwoord op geven en dan weet je dat het een keer fout gaat, dan ga je over de grens.” Lieke: “Ik lachte het altijd maar een beetje weg. Toen ik het tegen de bondscoach vertelde, zei hij: ‘Ik vind het zo erg dat ik het niet aan je heb gezien.’” Hoe ging het nadat het besluit was genomen? Lieke: “Ik viel een beetje in een zwart gat. Ik bleef wel bij de club spelen, ging van een fulltime programma naar vier keer in de week anderhalf uur trainen. Ik heb veel getwijfeld, dacht: heb ik wel goed gedaan aan dit besluit? En er waren ook momenten dat ik dacht: is dit het nou? Je kon ook bij de club aan m’n gezicht zien dat ik er niet het plezier in had van vroeger. Ik was heel erg zoekende. Met mijn vriend, die ook waterpoloër is, ging ik geregeld krachttraining doen. Dat vond ik wel leuk. Hij heeft me ook heel erg geholpen, hielp mij om dingen kleiner te maken, omdat ik de neiging had om dingen in mijn hoofd veel groter te maken dan ze waren. Hij kon me rustig maken.”   Hoe kwam de terugkeer bij het nationaal team tot stand? Lieke: “We speelden in december vorig jaar Europa Cup met De Zaan tegen Europees kampioen Olympiakos en verloren met 15-16. Niemand had verwacht dat wij het als clubje uit Nederland zo goed zouden doen. Ik begon te huilen van blijdschap toen ik het water uitstapte, had er eindelijk weer zoveel plezier in. Een week later belde de nieuwe bondscoach Evangelos Doudesis of ik misschien terug wilde keren. Ik zei: als je me dat twee maanden terug had gevraagd, had ik je uitgelachen en ‘nee’ gezegd. Ik had net mijn diploma fysiotherapie gehaald en dacht toen de bondscoach me vroeg: ik voel me goed, waarom niet? Het vuurtje was weer aangewakkerd.” Bente, jij hebt ook een lastige periode achter de rug. De vorige bondscoach, Arno Havenga, besloot je niet mee te nemen naar de Spelen in Tokio. Bente: “Dat was een zwarte dag. Ik heb mentale coaching nodig gehad om weer verder te kunnen.” Zag je de beslissing van de bondscoach niet aankomen? Bente: “In eerste instantie niet, ik had voor mijn gevoel een bijdrage geleverd aan de olympische kwalificatie. Nadat we zeker waren van deelname aan de Spelen ben ik naar Amerika gegaan om mijn studie biomedische wetenschappen af te ronden. Toen ik in Arizona zat, heb ik een paar maanden weinig contact gehad met de bondscoach. Na terugkomst ontstond er wat meer twijfel, zei een stemmetje in mijn hoofd dat ik weleens de laatste zou kunnen zijn die ging afvallen voor de Spelen. Tijdens een trainingskamp voor Tokio had iedereen een persoonlijk gesprek met Arno en toen voelde ik echt dat het voor mij de verkeerde kant op ging vallen. Drie dagen later werd de definitieve selectie bekend en ik had al gezegd tegen mensen om me heen: bereid je er maar op voor dat jullie mij op moeten vangen, want ik ga denk ik niet mee naar de Spelen.” Hoe was je eraan toe toen het onheilspellende bericht kwam? Bente: “Ik wilde alleen maar op bed liggen, wilde niets zien op social media van wat er in aanloop naar de Spelen werd gedeeld door ploeggenoten. Ik heb ook heel weinig van de Spelen in Tokio meegekregen.” Lieke: “Ik wist hoe graag ze naar de Spelen wilde en hoe hard ze ervoor had gewerkt. Haar droom werd haar ontnomen en ik zag hoeveel pijn dat haar deed. Ik vond het heel moeilijk om haar zo verdrietig te zien. Aan de andere kant heeft het misschien ook geholpen dat ik ook niet helemaal in het waterpolo zat op dat moment, waardoor we samen afleiding konden zoeken. We zijn in die periode voor het eerst in tien jaar met onze ouders op vakantie gegaan. We hebben veel gesurft in Frankrijk, konden even loskomen van het waterpolowereldje.” Heb je overwogen helemaal met waterpolo te stoppen, Bente? Bente: “Mijn eerste ingeving was: ik kap ermee. Mijn omgeving zei: ‘Geef het eerst even wat tijd, want je kunt nu geen rationele beslissingen nemen.’ Na een maand of twee voelde ik dat ik waterpolo nog veel te leuk vond. Ik zou alleen mezelf ermee hebben als ik stopte.” Hoe hebben de tegenslagen jullie gevormd? Lieke: “Het heeft Bente nog meer gevormd. Voor mij was het belangrijk dat ik het plezier weer terug ging vinden. Bente werkte er keihard voor en toch viel ze er net naast...” Bente: “Ik had de eerlijkheid van onze huidige bondscoach nodig, wilde van hem horen wat ik beter moest doen. Evangelos was voorheen assistent van Arno Havenga en heeft heel eerlijk aangegeven waarom ik in 2021 niet klaar was voor de Spelen. Hij zei dat ik misschien wat te comfortabel was met hoe alles ging. Hij had misschien wel een punt, want ik heb me nooit zorgen gemaakt om mijn plek bij het nationaal team. Ik heb altijd keihard gewerkt, maar ben nu nóg scherper, ben me er meer van bewust dat ik elke dag bezig moet zijn met dingen die nog iets beter kunnen.” Ben je wat meer een twijfelaar geworden? Bente: “Zeker weten, en daar heb ik nu nog steeds last van. Mijn zelfvertrouwen is flink naar beneden gehaald. Het duurt echt wel even voordat je dat weer hebt opgebouwd. De prestaties die we de afgelopen tijd hebben geboekt, helpen daar natuurlijk bij.” Bente: 'Ik heb er nog steeds last van dat ik vlak voor de Spelen afviel. Mijn zelfvertrouwen is flink naar beneden gehaald. Het duurt wel even voordat je dat weer hebt opgebouwd.' Lieke: “Jij bent het slot op de verdediging. Sinds je bent afgevallen voor de Spelen heb je weer een stap gemaakt. Aanvallers hebben echt heel veel moeite met jou, dat is zo tof om te zien.” Het is dat we allebei aan waterpolo doen, maar verder zijn we elkaars tegenpolen Bente: “We hebben verschillende karakters, maar tegenpolen zijn we niet. We vinden ook dezelfde dingen leuk: shoppen, lekker lunchen.” Lieke: “We zeggen ook vaak dat we niet alleen zussen, maar ook beste vriendinnen zijn.” Hoe is waterpolo in jullie leven gekomen? Bente: “Ik deed als kind basisplan, de voorloper van wedstrijdzwemmen. Ik had een vriendje dat daarnaast ook aan waterpolo deed. Dat wilde ik ook proberen. Ik was zeven en heb lang waterpolo en zwemmen gecombineerd.” Lieke: “Ik was zes toen ik net als Bente op waterpolo ging. Ik heb ook nog lang op korfbal gezeten, deed op een gegeven moment zelfs vijf sporten tegelijk. Uiteindelijk moest ik kiezen, het was een lastige keuze tussen korfbal en waterpolo.” Wat deed het jou als oudere zus dat Lieke altijd als toptalent werd bestempeld, Bente? Bente: “Ik was aan de ene kant trots, maar het maakte het voor mij tegelijkertijd soms moeilijker. Ik moest er harder voor werken. Maar dat went ook.” Lieke: “Het was voor mij ook niet altijd makkelijk om dat stempel te krijgen. Mensen hadden daardoor sneller de indruk dat het mij allemaal maar aan kwam waaien. Bente heeft een geweldige mentaliteit, zet ergens haar tanden in en laat niet meer los. Dat is iets wat ik minder heb en dat zorgde er misschien mede voor dat ik in 2019 besloot te stoppen bij het nationaal team. Bente is meer een doorzetter dan ik. Ik was er denk ik te veel aan gewend geraakt dat het allemaal makkelijk ging. Op het moment dat het moeilijker werd en ik ergens harder voor moest werken, ging het mis en verloor ik het plezier.” Bente: “Ik kan dingen niet loslaten als iets me nog niet is gelukt. Dat had ik ook na de Spelen die ik miste. Ik was nog niet klaar, kon het niet loslaten. Het mooie van Lieke is juist dat ze zo vrij is als ze in het water ligt, zij doet heel veel op gevoel. Met dat geweldige schot erbij, maakt dat Lieke zo gevaarlijk is.” Jullie hebben ook allebei in Amerika gestudeerd en gespeeld. Bente: “Ik heb mijn studie daar afgerond. Het was de enige plek waar ik mijn studie en waterpolo kon combineren.” Lieke knikt: “De combinatie topsport en studeren is in Nederland heel lastig. Ik heb mijn studie fysiotherapie afgerond omdat ik stopte bij het Nederlands team. Je ziet nu ook dat jeugdspelers in het waterpolo een keuze gaan maken tussen sport en studie. In het waterpolo is niet heel veel geld te verdienen, dus velen kiezen voor school. Doodzonde.” Lieke, jij bent maar een paar maanden in Amerika geweest. Lieke: “Vier maanden. Ik kon daar niet aarden. Amerikanen zijn niet helemaal mijn mensen. Kijk, Bente heeft een ‘Amerika-knop’. Als wij landen in Amerika gaat die aan en is ze ineens net een Amerikaan. Dan herken ik mijn eigen zus niet meer. Ik ben veel te nuchter, eerder een Hollandse boerin. Ik zat met allemaal Amerikaanse meiden in het waterpoloteam. Na een week zeiden meiden al tegen me: ‘I love you so much.’ En weer een week later keken ze me niet aan. In de kleedkamer werd er achter de rug van anderen om flink geroddeld. Misschien zijn wij Nederlanders een beetje hard, maar ik heb liever iemand die rechtdoorzee is. Alles beter dan nep.” Bente: “Ik zat daar al twee jaar toen Lieke kwam, had het geluk dat teamgenoot Maud Koopman ook studeerde aan dezelfde universiteit en er waren nog meer meiden uit Europa. Daardoor werd het makkelijker om mijn weg te vinden daar. Wat betreft die Amerikaknop, dat klopt wel. Ik heb een manier gevonden om mee te gaan in wat Lieke verstaat onder ‘het Amerikaanse gelul’. Ik voel me juist overal heel erg welkom in Amerika. Iedereen vraagt: ‘How are you?’ Met iedereen kun je een praatje maken. Ik vind juist dat dat in Nederland anders is, daar moet je veel meer je best doen als je ergens nieuw in een groep komt.” Jullie zijn wereldkampioen, maar werken allebei naast het waterpolo. De een in de farmaceutische industrie en de ander als fysiotherapeute. Is dat niet raar? Bente: “Wij hoeven niet te werken, maar wij halen er allebei veel energie uit om naast waterpolo andere dingen te doen. We krijgen ook de vrijheid om iets naast onze sport te doen en hebben daar dus voor gekozen. En waterpolo staat op één, hoor. Het is ook fijn om nu al iets achter de hand te hebben. Een topsportcarrière kan ook zomaar voorbij zijn.” Evangelos Doudedis is onze verlosser Bente: “Dat zou betekenen dat het voor zijn komst helemaal niet goed ging; dat is niet zo. Maar ik denk wel dat Eva de sleutel tot succes heeft gevonden voor dit team.” Lieke: “Hij heeft een heel duidelijke visie, stapt daar niet vanaf. En zijn aanpak werkt.” Bente: “Duidelijkheid is precies wat deze groep nodig heeft. We weten allemaal waar we aan toe zijn. Eva probeert ons elke dag een beetje meer mee te nemen in zijn filosofie. Ik denk dat alle speelsters ervan onder de indruk zijn hoe hij zijn visie overbrengt.” Lieke: “En zijn beleving; Eva kan zo opgaan in het spel. Wij zijn veel nuchterder, denken als we hem aan het werk zien: een beetje rustiger kan misschien ook. Tegelijkertijd is het heel mooi om zijn bevlogenheid te zien. En hij blijft ook gewoon een Griek, is veel minder van de planning. Eva denkt: we gaan vandaag trainen en we zien wel hoelang en hoe laat het wordt.” Wat is het verschil met de periode-Havenga? Bente: “Eva zette als assistent van Arno ook al voor een deel de tactische lijnen uit. Het is niet zo dat we nu heel anders te werk gaan. Het grootste verschil is in mijn ogen hoe we als groep met elkaar omgaan. Iedereen krijgt de vrijheid om zichzelf te zijn en is daar ook niet bang voor. Onder Eva is dat gevoel sterker geworden.” Jullie zijn ook allebei onomstreden onder Doudesis. Gaan jullie daarom nog meer door het vuur voor hem? Bente: “Ik wil altijd alles geven, maar zijn beleving, passie en filosofie werken erg aanstekelijk. Als iemand zo heilig ergens in gelooft, zo duidelijk uitspreekt hoeveel vertrouwen hij in ons heeft, dan wil en ga je dat ook geloven.” Lieke: “Dat gevoegd bij de vrijheid die wij krijgen om zijn programma te volgen. Dat is ook fijn voor de mentale gesteldheid, dat je het zo in kunt vullen dat het voor jou fijn voelt. Het is mogelijk om naast de sport te werken of studeren, je mag in het buitenland spelen. Voorheen was het toch vooral de bedoeling om samen te trainen in Zeist, zeker in een olympisch jaar.” Het klinkt als dat jullie meer eigen verantwoordelijkheid hebben. Lieke: “Ja, en daardoor zet je ook makkelijker een stapje extra. Je hebt niet het gevoel dat je alleen maar doet wat je wordt opgedragen. Je moet nog steeds je uren maken en hard werken, maar je kunt de invulling wel voor een deel zelf bepalen.” Als ik ga trouwen is mijn zus de eerste die ik vraag om getuige te zijn In koor: “Ja!”   Bente, jij hebt een relatie met Mick van den Bree, ook jullie hoofdcoach bij ZV De Zaan. En Lieke, jij hebt een relatie met waterpoloër Bradley Sap. Was het bij het aangaan van een relatie een vereiste dat jullie vriend ook gek was van waterpolo? Bente, lachend: “Waterpolo is in Nederland een klein wereldje, iedereen kent elkaar.” Lieke, lachend: “Probeer dan maar eens een andere man tegen te komen.” Is er naast waterpolo en werk nog wel tijd voor de liefde? Bente: “Mick en ik zien elkaar ook dagelijks bij de club en wonen samen in Haarlem, dus we zien elkaar heel vaak. Voor Bradley en Lieke is het een grotere uitdaging om elkaar te zien.” Lieke knikt: “Wij wonen nog niet samen. Soms trainen we allebei nog tot laat in de avond. Als je dan de volgende dag weer vroeg van huis moet... Het is soms passen en meten, maar tegelijkertijd is het fijn om allebei een eigen leven te hebben.” Bente, nemen Mick en jij het ‘werk’ vaak mee naar huis? Bente: “In het zwembad is Mick de coach en ik de speelster, ik moet me daar ook niet anders gedragen. Zoals Mick zich niet anders moet gedragen tegen mij dan tegen andere speelsters. Daar voeren we wel gesprekken over. Thuis praten we ook over wat er tijdens de training of wedstrijd is gebeurd, maar we proberen heel erg het waterpolo in het zwembad te laten. Dat is best een uitdaging, want eigenlijk praten we het liefst de hele dag over waterpolo. Soms moeten we echt even tegen elkaar zeggen: ‘Oké, nu is het even klaar met waterpolo. Ander onderwerp.’” Soms wil een spelersgroep ook even roddelen over de trainer, toch? Bente, lachend: “Als dat gebeurt, houden ze mij daar denk ik buiten.” Lieke: “Over Mick wordt niet veel geroddeld, hoor. Hij doet het goed en voor de andere meiden is het duidelijk hoe de situatie is. Toen Mick de kans kreeg om hoofdcoach te worden is dat ook met het team besproken. Iedereen wist van de relatie van Bente en Mick en heeft ermee ingestemd dat Mick de coach werd.” Na deze wereldtitel weten we dat de ogen op ons zijn gericht in Parijs Lieke: “In februari is er alweer een WK, dan moeten we er eerst maar weer staan. En ja, als je een jaar voor de Spelen wereldkampioen wordt, zullen er bepaalde verwachtingen zijn in Parijs.” Jullie kwalificeerden je op het WK meteen voor de Spelen, zijn jullie niet bang dat tegenstanders nog meer berekend op jullie zullen zijn? Lieke: “We hebben niet het idee dat wat we op het WK lieten zien onze piek was. Wij kunnen over een jaar nog beter zijn.” Bente: “Bij ons zal het vertrouwen alleen maar groter zijn, doordat we op het WK hebben gezien dat we de goede lijn te pakken hebben. Het is bij ons heel vaak ‘net niet’ geweest, dus het is fijn om vlak voor de Spelen ook eens te ervaren hoe het is om succes te hebben. We weten nu dat we het ook op de belangrijkste momenten kunnen.” Maar er zal nu anders naar jullie worden gekeken, dat zorgt wellicht ook voor meer druk. Bente: “Daar zal Eva afgelopen tijd zeker over na hebben gedacht en hij zal met een plan komen om ervoor te zorgen dat het WK niet onze piek was. We zullen daar zeker gesprekken over gaan voeren.” Lieke: “Eva zegt altijd dat we nederig moeten blijven. Ik weet nu al dat hij daar een jaar lang op zal blijven hameren.” In 2008 werden de Nederlandse waterpolovrouwen ‘zomaar’ olympisch kampioen, daarna bleef nieuw succes aanvankelijk uit. Hoe gaan jullie ervoor zorgen dat de wereldtitel de aftrap is van een periode waarin jullie het waterpolo dicteren? Lieke: “Door niet te denken dat we er nu al zijn omdat we een keer wereldkampioen zijn geworden. Dat is niet genoeg.” Bente: “Eén keer zou nog toeval kunnen zijn, en ik wil niet dat dit een toevalstreffer was.” Een paar jaar geleden werden de handbalvrouwen wereldkampioen en tal van meiden uit dat team groeiden uit tot boegbeelden. Zijn jullie er klaar voor om visitekaartjes van jullie sport te zijn? Bente: “Ik wil iedereen laten zien dat wij aan een heel toffe sport doen.” Lieke: “Daar zet ik me ook graag voor in.” Tijdens het Sportgala zullen jullie gelden als grote kanshebbers voor de titel Sportploeg van het Jaar. Dan kunnen jullie je ook eens op een andere manier presenteren dan in badpak en met een cap op. Bente: “We hebben het daar best wel vaak over. Wij stappen natuurlijk altijd als verzopen katjes het water uit en worden dan geïnterviewd. Sta je daar weer met je natte haren.” Bente: 'Wij stappen altijd als verzopen katjes het water uit en worden dan geïnterviewd. Het sportgala is een mooie kans om ons op een andere manier te laten zien'. Lieke: “Als we een badmuts en een cap op hebben, krijgen mensen niet het meest charmante beeld van ons.” Bente: “Het Sportgala is een mooie kans om ons op een andere manier te laten zien.” Helden Magazine 69 Het verhaal van Bente en Lieke Rogge komt voort uit het dubbeldikke eindejaarsnummer van Helden. De laatste editie van 2023 staat traditioneel in het teken van een terugblik op het afgelopen sportjaar, waarop Femke Bol de cover siert. De atlete blikt uitgebreid terug op het jaar waarin alles wat ze aanraakte in goud leek te veranderen. Helden ging daarnaast in Engeland op bezoek bij Nathan Aké, die met Manchester City de landstitel, FA Cup en Champions League won. Hij werd samen met zijn echtgenote Kaylee, met wie hij al sinds zijn vijftiende samen is, geïnterviewd en gefotografeerd. Bijzonder was ook het bezoek aan de familie Schippers. Dafne nam afscheid van de atletiek en samen met haar ouders, zus en broer blikte ze terug op haar indrukwekkende carrière. In de 69ste editie van Helden komen tal van sporters aan het woord die 2023 kleur gaven. Wout Poels blikt terug op ritzeges in de Tour en Vuelta, maar ook op het verlies van ploeggenoot Gino Mäder. Femke Kok kroonde zich tot de eerste Nederlandse wereldkampioene op de 500 meter en toont zich zoals we haar niet eerder zagen. Karolien en Finn Florijn zijn gezegend met geweldige roeigenen, ze pakten allebei WK-goud; een dubbelinterview. Jeffrey Hoogland is koning op de kilometer. Hij werd voor de vierde keer wereldkampioen op ‘zijn’ afstand en verbeterde het wereldrecord. Een openhartig gesprek met de kilometervreter. Verder pakten zeilers Bart Lambriex en Floris van de Werken een hattrick aan wereldtitels. Over zeilen gesproken: Marit Bouwmeester keerde terug na de bevalling van haar dochter in 2022 en werd meteen weer Europees kampioen. Feyenoord werd ook kampioen en Lutsharel Geertruida had daar een belangrijk aandeel in. Hij doet zijn verhaal. Joey Veerman won in 2023 de KNVB-beker en werd vader. Een gesprek met de uitgesproken voetballer over wie veel mensen een mening hebben. Ook een verhaal over Lionel Messi en de club waar hij afgelopen zomer heen verhuisde, het Inter Miami van David Beckham. Een portret van Carlos Alcaraz, de nieuwe posterboy van het tennis die Novak Djokovic klopte in de finale op Wimbledon in dé wedstrijd van het jaar. En als laatste was het voor schaatscoach Kosta Poltavets en voetbaltrainer Anoush Dastgir juist een zwaar jaar, door de situatie in hun geboortelanden Oekraïne en Afghanistan. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 69 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.
Bente (26) en Lieke Rogge (22) werden op 28 juli in Japan wereldkampioen. Het was de eerste wereldtitel in 32 jaar tijd van de Nederlandse waterpolovrouwen. Het succes kwam de zussen niet aanwaaien, ze moesten allebei flinke tegenslagen overwinnen. Helden legde het duo zes stellingen voor. Wij bijten elke dag nog even in die gouden WK-medaille om te kijken of hij wel echt is Bente, lachend: “Dat nou ook weer niet.” Lieke: “Maar hij ligt nog net niet onder m’n kussen.” Bente: “Bij mij is de medaille nog heel prominent aanwezig als je de woonkamer binnenkomt, hij gaat nog een heel mooi plekje krijgen.” Lieke: “Elke keer als ik de medaille aan iemand laat zien, denk ik: o, wat is hij mooi, hè.” Zochten jullie elkaar als eerste op toen jullie na een zenuwslopende finale tegen Spanje, die werd beslist na strafworpen, de wereldtitel veroverden? Bente: “Lieke lag nog met onze keepster en vier andere speelsters in het water, was een van de strafworpnemers. Ik zat met de andere meiden op de bank. Dus Lieke was niet de eerste die ik knuffelde. Daarna zochten we elkaar wel snel op.” Lieke: “Met alle meiden is het speciaal om zo’n moment te delen, maar met je zus is het net wat specialer.” Wat zeiden jullie op dat moment tegen elkaar? Lieke, lachend: “Ik zei: ik ben heel trots op jou.” Bente: “En ik zei in tranen: ik ben ook heel trots op jou.” Het is ook heel bijzonder om samen wereldkampioen te worden. Bente: “Veel mensen zeggen tegen ons: ‘Wat cool dat je dit met je zusje hebt gedaan.’ Wij staan daar normaal gesproken niet zo bij stil, liggen al van jongs af aan samen in het water. Maar elke keer als iemand ons erop wijst dat het mooi en bijzonder is, besef ik dat ook.” [caption id="attachment_19073" align="alignnone" width="2560"] Bente Rogge[/caption] Neem ons eens mee naar de WK-finale op 28 juli. Lieke: “Het momentum wisselde steeds. We stonden eerst achter, daarna voor, vervolgens had Spanje weer de beste papieren.” Bente: “In de vierde en laatste periode kwamen wij drie doelpunten voor. Normaal gesproken is de buit dan binnen.” Lieke: “Ik dacht in die laatste periode: dit gaat goed. Maar ik durfde niet te denken dat we er al waren. Toen we een minuut voor tijd een doelpunt voor stonden, dacht ik: we komen dichtbij.” Bente: “Ik staarde echt naar de klok, dacht telkens: laat de tijd nu alsjeblieft voorbij zijn. Het werd toch weer gelijk: 12-12. Dat was wel even zuur.” Lieke, jij moest een strafworp nemen met een wereldtitel op het spel. Was dat het spannendste moment uit jouw leven tot nu toe? Lieke: “Normaal zou ik zeggen van wel, maar ik was op dat moment zo gefocust. Ik dacht alleen maar: ik ga hem in die hoek schieten en ik gooi op mijn allerhardst. Eigenlijk was ik niet zenuwachtig, terwijl ik dat vooraf wel had verwacht. Ik was zenuwachtiger voor de andere meiden die er een moesten nemen.” En Bente, was jij juist extra zenuwachtig toen je zusje er een moest nemen? Bente: “Lieke neemt bij onze club ZV De Zaan ook altijd de strafworpen. Als zij er een neemt, zwem ik altijd al terug omdat het een zekerheidje is dat de bal erin gaat. Maar in de WK-finale was het anders, dacht ik: o jee, mijn zusje... Tijdens haar eerste eindtoernooi en met al die druk op haar schouders...” We lazen dat het maken van een moeilijke legpuzzel jullie enorm heeft geholpen om het hoofd leeg te maken tijdens het WK. Lieke knikt: “We hadden een hotelkamer omgebouwd tot woonkamer. Een fijne ruimte om te kunnen ontspannen. Je kon daar Super Mario Kart spelen, koffiedrinken en er lagen puzzels. Wij hebben zelf niet gepuzzeld, maar er waren meiden die niets anders aan het doen waren dan puzzelen.” Bente: “Wij hebben gekleurd, hebben altijd een heel grote kleurplaat mee en het doel is altijd om die af te hebben voor het einde van het toernooi.” Lieke: “Die in Fukuoka was echt heel groot, iets van twee bij drie meter. Het was een wereldkaart met heel veel grote steden erop. De Eiffeltoren, de Toren van Pisa; er stond van alles op wat ingekleurd moest worden.” Bente: “Die kleurplaat plakten we met tape op een van de muren. Op de laatste dag hebben we hem afgemaakt. Net als puzzelen helpt het ons om even het hoofd leeg te maken en te ontspannen in aanloop naar een wedstrijd.” Het was de eerste Nederlandse wereldtitel in het waterpolo in 32 jaar. Wat is het geheim van jullie ploeg? Bente: “Wij hebben een ploeg waarvan de speelsters ook deels zijn geselecteerd op hun karakter. Iedereen zet het team op één, we willen alles voor elkaar doen. De groep is heel hecht, in en buiten het water.” Hebben jullie speciale sessies gehad om deze groep zo hecht te maken? Lieke: “We doen af en toe leuke dingen met elkaar, maar in deze groep was er op voorhand weinig voor nodig om heel hecht te worden. We hoefden niet met elkaar rond de tafel om te bespreken hoe iemand benaderd moest worden of om onze karaktereigenschappen in kaart te brengen. De sleutel van ons succes is voor mijn gevoel dat iedereen zichzelf mag en kan zijn. Als iemand even een momentje voor zichzelf wil hebben, dan maakt niemand daar een punt van. Of als iemand bij je aanklopt, dan probeer je te helpen. Doordat het zo klikt naast het water, klikt het ook automatisch in het water. Tijdens het WK hebben we twee keer met z’n allen samengezeten en gevraagd hoe iedereen zich voelde en of iemand nog iets nodig had.” Onze gouden medailles hebben heel veel tranen gekost Lieke: “Wat het WK betreft, waren het tranen van geluk.” Lieke, jij werd lang bestempeld als een supertalent, maar besloot in 2019 niet meer voor het nationaal team uit te komen. Pas begin dit jaar maakte jij je debuut. Lieke: “Het was leuk om te horen dat iedereen me een groot talent vond, maar ik had wel altijd het gevoel dat ik de verwachtingen waar moest maken. Waterpolo begon me steeds meer tegen te staan. Ook doordat de verwachtingen zo hoog waren bij mij en iedereen dacht dat het mij zo makkelijk afging, bleef ik maar doorgaan. Op een gegeven moment had ik het helemaal niet meer naar mijn zin. In 2019 zou ik de overstap maken naar de A-selectie. De Spelen in Tokio kwamen eraan, de voorbereiding was in volle gang en ik moest fulltime mee in het programma. Het trainen ging me zo tegenstaan, ik stapte elke dag met tegenzin in de auto. Ik zei bijna elke dag tegen Bente: ik heb echt geen zin vandaag. Als de training voorbij was, kwam de opluchting. Ik heb maanden, misschien wel een jaar met dat gevoel rondgelopen. Op een dag stond ik in het krachthonk, ik deed een oefening die net te zwaar voor me was. De stang viel en voor mijn gevoel viel op dat moment ook mijn hele ziel op de grond. Ik begon heel hard te huilen. Bente stond naast me en zei: ‘We gaan nu naar de bondscoach, want je trekt het gewoon niet meer.’ Ik heb tegen Arno Havenga, destijds de bondscoach, verteld dat ik wilde stoppen, omdat ik het echt niet leuk meer vond. Na dat gesprek bracht de videoman me naar het station. Ik belde mijn beste vriendin toen ik op de trein stond te wachten en vertelde dat ik was gestopt. Er viel een last van mijn schouders. Ik kan er nu nog emotioneel van worden. Zo moeilijk was het om te accepteren dat wat ik altijd het liefste deed in mijn leven, me zo was gaan tegenstaan. Een burn-out vind ik een zwaar woord, maar misschien was het dat wel.” Lieke: 'Ik kan er nu nog emotioneel van worden. Zo moeilijk was het om te accepteren dat wat ik altijd het liefste deed in mijn leven, me zo was gaan tegenstaan'. Bente: “Lieke was er heel goed in om in het zwembad de schijn op te houden dat het allemaal goed ging. Ik hoorde wat voorafging aan elke training en dat maakte het niet leuker om samen naar een training te gaan. Ik probeerde haar elke keer te motiveren, zei: we gaan gewoon even trainen, het komt wel weer goed. En dat maandenlang. De ene keer was het heftiger dan de andere keer. Vooral in periodes met veel wedstrijden ging het beter, daar haalde ze plezier uit. Maar als we lange tijd in Zeist moesten trainen, had ze het zwaar. Ik heb vaak gevraagd: als je je zo voelt, waarom doe je het dan nog? Daar kon ze niet echt antwoord op geven en dan weet je dat het een keer fout gaat, dan ga je over de grens.” Lieke: “Ik lachte het altijd maar een beetje weg. Toen ik het tegen de bondscoach vertelde, zei hij: ‘Ik vind het zo erg dat ik het niet aan je heb gezien.’” Hoe ging het nadat het besluit was genomen? Lieke: “Ik viel een beetje in een zwart gat. Ik bleef wel bij de club spelen, ging van een fulltime programma naar vier keer in de week anderhalf uur trainen. Ik heb veel getwijfeld, dacht: heb ik wel goed gedaan aan dit besluit? En er waren ook momenten dat ik dacht: is dit het nou? Je kon ook bij de club aan m’n gezicht zien dat ik er niet het plezier in had van vroeger. Ik was heel erg zoekende. Met mijn vriend, die ook waterpoloër is, ging ik geregeld krachttraining doen. Dat vond ik wel leuk. Hij heeft me ook heel erg geholpen, hielp mij om dingen kleiner te maken, omdat ik de neiging had om dingen in mijn hoofd veel groter te maken dan ze waren. Hij kon me rustig maken.”   Hoe kwam de terugkeer bij het nationaal team tot stand? Lieke: “We speelden in december vorig jaar Europa Cup met De Zaan tegen Europees kampioen Olympiakos en verloren met 15-16. Niemand had verwacht dat wij het als clubje uit Nederland zo goed zouden doen. Ik begon te huilen van blijdschap toen ik het water uitstapte, had er eindelijk weer zoveel plezier in. Een week later belde de nieuwe bondscoach Evangelos Doudesis of ik misschien terug wilde keren. Ik zei: als je me dat twee maanden terug had gevraagd, had ik je uitgelachen en ‘nee’ gezegd. Ik had net mijn diploma fysiotherapie gehaald en dacht toen de bondscoach me vroeg: ik voel me goed, waarom niet? Het vuurtje was weer aangewakkerd.” Bente, jij hebt ook een lastige periode achter de rug. De vorige bondscoach, Arno Havenga, besloot je niet mee te nemen naar de Spelen in Tokio. Bente: “Dat was een zwarte dag. Ik heb mentale coaching nodig gehad om weer verder te kunnen.” Zag je de beslissing van de bondscoach niet aankomen? Bente: “In eerste instantie niet, ik had voor mijn gevoel een bijdrage geleverd aan de olympische kwalificatie. Nadat we zeker waren van deelname aan de Spelen ben ik naar Amerika gegaan om mijn studie biomedische wetenschappen af te ronden. Toen ik in Arizona zat, heb ik een paar maanden weinig contact gehad met de bondscoach. Na terugkomst ontstond er wat meer twijfel, zei een stemmetje in mijn hoofd dat ik weleens de laatste zou kunnen zijn die ging afvallen voor de Spelen. Tijdens een trainingskamp voor Tokio had iedereen een persoonlijk gesprek met Arno en toen voelde ik echt dat het voor mij de verkeerde kant op ging vallen. Drie dagen later werd de definitieve selectie bekend en ik had al gezegd tegen mensen om me heen: bereid je er maar op voor dat jullie mij op moeten vangen, want ik ga denk ik niet mee naar de Spelen.” Hoe was je eraan toe toen het onheilspellende bericht kwam? Bente: “Ik wilde alleen maar op bed liggen, wilde niets zien op social media van wat er in aanloop naar de Spelen werd gedeeld door ploeggenoten. Ik heb ook heel weinig van de Spelen in Tokio meegekregen.” Lieke: “Ik wist hoe graag ze naar de Spelen wilde en hoe hard ze ervoor had gewerkt. Haar droom werd haar ontnomen en ik zag hoeveel pijn dat haar deed. Ik vond het heel moeilijk om haar zo verdrietig te zien. Aan de andere kant heeft het misschien ook geholpen dat ik ook niet helemaal in het waterpolo zat op dat moment, waardoor we samen afleiding konden zoeken. We zijn in die periode voor het eerst in tien jaar met onze ouders op vakantie gegaan. We hebben veel gesurft in Frankrijk, konden even loskomen van het waterpolowereldje.” Heb je overwogen helemaal met waterpolo te stoppen, Bente? Bente: “Mijn eerste ingeving was: ik kap ermee. Mijn omgeving zei: ‘Geef het eerst even wat tijd, want je kunt nu geen rationele beslissingen nemen.’ Na een maand of twee voelde ik dat ik waterpolo nog veel te leuk vond. Ik zou alleen mezelf ermee hebben als ik stopte.” Hoe hebben de tegenslagen jullie gevormd? Lieke: “Het heeft Bente nog meer gevormd. Voor mij was het belangrijk dat ik het plezier weer terug ging vinden. Bente werkte er keihard voor en toch viel ze er net naast...” Bente: “Ik had de eerlijkheid van onze huidige bondscoach nodig, wilde van hem horen wat ik beter moest doen. Evangelos was voorheen assistent van Arno Havenga en heeft heel eerlijk aangegeven waarom ik in 2021 niet klaar was voor de Spelen. Hij zei dat ik misschien wat te comfortabel was met hoe alles ging. Hij had misschien wel een punt, want ik heb me nooit zorgen gemaakt om mijn plek bij het nationaal team. Ik heb altijd keihard gewerkt, maar ben nu nóg scherper, ben me er meer van bewust dat ik elke dag bezig moet zijn met dingen die nog iets beter kunnen.” Ben je wat meer een twijfelaar geworden? Bente: “Zeker weten, en daar heb ik nu nog steeds last van. Mijn zelfvertrouwen is flink naar beneden gehaald. Het duurt echt wel even voordat je dat weer hebt opgebouwd. De prestaties die we de afgelopen tijd hebben geboekt, helpen daar natuurlijk bij.” Bente: 'Ik heb er nog steeds last van dat ik vlak voor de Spelen afviel. Mijn zelfvertrouwen is flink naar beneden gehaald. Het duurt wel even voordat je dat weer hebt opgebouwd.' Lieke: “Jij bent het slot op de verdediging. Sinds je bent afgevallen voor de Spelen heb je weer een stap gemaakt. Aanvallers hebben echt heel veel moeite met jou, dat is zo tof om te zien.” Het is dat we allebei aan waterpolo doen, maar verder zijn we elkaars tegenpolen Bente: “We hebben verschillende karakters, maar tegenpolen zijn we niet. We vinden ook dezelfde dingen leuk: shoppen, lekker lunchen.” Lieke: “We zeggen ook vaak dat we niet alleen zussen, maar ook beste vriendinnen zijn.” Hoe is waterpolo in jullie leven gekomen? Bente: “Ik deed als kind basisplan, de voorloper van wedstrijdzwemmen. Ik had een vriendje dat daarnaast ook aan waterpolo deed. Dat wilde ik ook proberen. Ik was zeven en heb lang waterpolo en zwemmen gecombineerd.” Lieke: “Ik was zes toen ik net als Bente op waterpolo ging. Ik heb ook nog lang op korfbal gezeten, deed op een gegeven moment zelfs vijf sporten tegelijk. Uiteindelijk moest ik kiezen, het was een lastige keuze tussen korfbal en waterpolo.” Wat deed het jou als oudere zus dat Lieke altijd als toptalent werd bestempeld, Bente? Bente: “Ik was aan de ene kant trots, maar het maakte het voor mij tegelijkertijd soms moeilijker. Ik moest er harder voor werken. Maar dat went ook.” Lieke: “Het was voor mij ook niet altijd makkelijk om dat stempel te krijgen. Mensen hadden daardoor sneller de indruk dat het mij allemaal maar aan kwam waaien. Bente heeft een geweldige mentaliteit, zet ergens haar tanden in en laat niet meer los. Dat is iets wat ik minder heb en dat zorgde er misschien mede voor dat ik in 2019 besloot te stoppen bij het nationaal team. Bente is meer een doorzetter dan ik. Ik was er denk ik te veel aan gewend geraakt dat het allemaal makkelijk ging. Op het moment dat het moeilijker werd en ik ergens harder voor moest werken, ging het mis en verloor ik het plezier.” Bente: “Ik kan dingen niet loslaten als iets me nog niet is gelukt. Dat had ik ook na de Spelen die ik miste. Ik was nog niet klaar, kon het niet loslaten. Het mooie van Lieke is juist dat ze zo vrij is als ze in het water ligt, zij doet heel veel op gevoel. Met dat geweldige schot erbij, maakt dat Lieke zo gevaarlijk is.” Jullie hebben ook allebei in Amerika gestudeerd en gespeeld. Bente: “Ik heb mijn studie daar afgerond. Het was de enige plek waar ik mijn studie en waterpolo kon combineren.” Lieke knikt: “De combinatie topsport en studeren is in Nederland heel lastig. Ik heb mijn studie fysiotherapie afgerond omdat ik stopte bij het Nederlands team. Je ziet nu ook dat jeugdspelers in het waterpolo een keuze gaan maken tussen sport en studie. In het waterpolo is niet heel veel geld te verdienen, dus velen kiezen voor school. Doodzonde.” Lieke, jij bent maar een paar maanden in Amerika geweest. Lieke: “Vier maanden. Ik kon daar niet aarden. Amerikanen zijn niet helemaal mijn mensen. Kijk, Bente heeft een ‘Amerika-knop’. Als wij landen in Amerika gaat die aan en is ze ineens net een Amerikaan. Dan herken ik mijn eigen zus niet meer. Ik ben veel te nuchter, eerder een Hollandse boerin. Ik zat met allemaal Amerikaanse meiden in het waterpoloteam. Na een week zeiden meiden al tegen me: ‘I love you so much.’ En weer een week later keken ze me niet aan. In de kleedkamer werd er achter de rug van anderen om flink geroddeld. Misschien zijn wij Nederlanders een beetje hard, maar ik heb liever iemand die rechtdoorzee is. Alles beter dan nep.” Bente: “Ik zat daar al twee jaar toen Lieke kwam, had het geluk dat teamgenoot Maud Koopman ook studeerde aan dezelfde universiteit en er waren nog meer meiden uit Europa. Daardoor werd het makkelijker om mijn weg te vinden daar. Wat betreft die Amerikaknop, dat klopt wel. Ik heb een manier gevonden om mee te gaan in wat Lieke verstaat onder ‘het Amerikaanse gelul’. Ik voel me juist overal heel erg welkom in Amerika. Iedereen vraagt: ‘How are you?’ Met iedereen kun je een praatje maken. Ik vind juist dat dat in Nederland anders is, daar moet je veel meer je best doen als je ergens nieuw in een groep komt.” Jullie zijn wereldkampioen, maar werken allebei naast het waterpolo. De een in de farmaceutische industrie en de ander als fysiotherapeute. Is dat niet raar? Bente: “Wij hoeven niet te werken, maar wij halen er allebei veel energie uit om naast waterpolo andere dingen te doen. We krijgen ook de vrijheid om iets naast onze sport te doen en hebben daar dus voor gekozen. En waterpolo staat op één, hoor. Het is ook fijn om nu al iets achter de hand te hebben. Een topsportcarrière kan ook zomaar voorbij zijn.” Evangelos Doudedis is onze verlosser Bente: “Dat zou betekenen dat het voor zijn komst helemaal niet goed ging; dat is niet zo. Maar ik denk wel dat Eva de sleutel tot succes heeft gevonden voor dit team.” Lieke: “Hij heeft een heel duidelijke visie, stapt daar niet vanaf. En zijn aanpak werkt.” Bente: “Duidelijkheid is precies wat deze groep nodig heeft. We weten allemaal waar we aan toe zijn. Eva probeert ons elke dag een beetje meer mee te nemen in zijn filosofie. Ik denk dat alle speelsters ervan onder de indruk zijn hoe hij zijn visie overbrengt.” Lieke: “En zijn beleving; Eva kan zo opgaan in het spel. Wij zijn veel nuchterder, denken als we hem aan het werk zien: een beetje rustiger kan misschien ook. Tegelijkertijd is het heel mooi om zijn bevlogenheid te zien. En hij blijft ook gewoon een Griek, is veel minder van de planning. Eva denkt: we gaan vandaag trainen en we zien wel hoelang en hoe laat het wordt.” Wat is het verschil met de periode-Havenga? Bente: “Eva zette als assistent van Arno ook al voor een deel de tactische lijnen uit. Het is niet zo dat we nu heel anders te werk gaan. Het grootste verschil is in mijn ogen hoe we als groep met elkaar omgaan. Iedereen krijgt de vrijheid om zichzelf te zijn en is daar ook niet bang voor. Onder Eva is dat gevoel sterker geworden.” Jullie zijn ook allebei onomstreden onder Doudesis. Gaan jullie daarom nog meer door het vuur voor hem? Bente: “Ik wil altijd alles geven, maar zijn beleving, passie en filosofie werken erg aanstekelijk. Als iemand zo heilig ergens in gelooft, zo duidelijk uitspreekt hoeveel vertrouwen hij in ons heeft, dan wil en ga je dat ook geloven.” Lieke: “Dat gevoegd bij de vrijheid die wij krijgen om zijn programma te volgen. Dat is ook fijn voor de mentale gesteldheid, dat je het zo in kunt vullen dat het voor jou fijn voelt. Het is mogelijk om naast de sport te werken of studeren, je mag in het buitenland spelen. Voorheen was het toch vooral de bedoeling om samen te trainen in Zeist, zeker in een olympisch jaar.” Het klinkt als dat jullie meer eigen verantwoordelijkheid hebben. Lieke: “Ja, en daardoor zet je ook makkelijker een stapje extra. Je hebt niet het gevoel dat je alleen maar doet wat je wordt opgedragen. Je moet nog steeds je uren maken en hard werken, maar je kunt de invulling wel voor een deel zelf bepalen.” Als ik ga trouwen is mijn zus de eerste die ik vraag om getuige te zijn In koor: “Ja!”   Bente, jij hebt een relatie met Mick van den Bree, ook jullie hoofdcoach bij ZV De Zaan. En Lieke, jij hebt een relatie met waterpoloër Bradley Sap. Was het bij het aangaan van een relatie een vereiste dat jullie vriend ook gek was van waterpolo? Bente, lachend: “Waterpolo is in Nederland een klein wereldje, iedereen kent elkaar.” Lieke, lachend: “Probeer dan maar eens een andere man tegen te komen.” Is er naast waterpolo en werk nog wel tijd voor de liefde? Bente: “Mick en ik zien elkaar ook dagelijks bij de club en wonen samen in Haarlem, dus we zien elkaar heel vaak. Voor Bradley en Lieke is het een grotere uitdaging om elkaar te zien.” Lieke knikt: “Wij wonen nog niet samen. Soms trainen we allebei nog tot laat in de avond. Als je dan de volgende dag weer vroeg van huis moet... Het is soms passen en meten, maar tegelijkertijd is het fijn om allebei een eigen leven te hebben.” Bente, nemen Mick en jij het ‘werk’ vaak mee naar huis? Bente: “In het zwembad is Mick de coach en ik de speelster, ik moet me daar ook niet anders gedragen. Zoals Mick zich niet anders moet gedragen tegen mij dan tegen andere speelsters. Daar voeren we wel gesprekken over. Thuis praten we ook over wat er tijdens de training of wedstrijd is gebeurd, maar we proberen heel erg het waterpolo in het zwembad te laten. Dat is best een uitdaging, want eigenlijk praten we het liefst de hele dag over waterpolo. Soms moeten we echt even tegen elkaar zeggen: ‘Oké, nu is het even klaar met waterpolo. Ander onderwerp.’” Soms wil een spelersgroep ook even roddelen over de trainer, toch? Bente, lachend: “Als dat gebeurt, houden ze mij daar denk ik buiten.” Lieke: “Over Mick wordt niet veel geroddeld, hoor. Hij doet het goed en voor de andere meiden is het duidelijk hoe de situatie is. Toen Mick de kans kreeg om hoofdcoach te worden is dat ook met het team besproken. Iedereen wist van de relatie van Bente en Mick en heeft ermee ingestemd dat Mick de coach werd.” Na deze wereldtitel weten we dat de ogen op ons zijn gericht in Parijs Lieke: “In februari is er alweer een WK, dan moeten we er eerst maar weer staan. En ja, als je een jaar voor de Spelen wereldkampioen wordt, zullen er bepaalde verwachtingen zijn in Parijs.” Jullie kwalificeerden je op het WK meteen voor de Spelen, zijn jullie niet bang dat tegenstanders nog meer berekend op jullie zullen zijn? Lieke: “We hebben niet het idee dat wat we op het WK lieten zien onze piek was. Wij kunnen over een jaar nog beter zijn.” Bente: “Bij ons zal het vertrouwen alleen maar groter zijn, doordat we op het WK hebben gezien dat we de goede lijn te pakken hebben. Het is bij ons heel vaak ‘net niet’ geweest, dus het is fijn om vlak voor de Spelen ook eens te ervaren hoe het is om succes te hebben. We weten nu dat we het ook op de belangrijkste momenten kunnen.” Maar er zal nu anders naar jullie worden gekeken, dat zorgt wellicht ook voor meer druk. Bente: “Daar zal Eva afgelopen tijd zeker over na hebben gedacht en hij zal met een plan komen om ervoor te zorgen dat het WK niet onze piek was. We zullen daar zeker gesprekken over gaan voeren.” Lieke: “Eva zegt altijd dat we nederig moeten blijven. Ik weet nu al dat hij daar een jaar lang op zal blijven hameren.” In 2008 werden de Nederlandse waterpolovrouwen ‘zomaar’ olympisch kampioen, daarna bleef nieuw succes aanvankelijk uit. Hoe gaan jullie ervoor zorgen dat de wereldtitel de aftrap is van een periode waarin jullie het waterpolo dicteren? Lieke: “Door niet te denken dat we er nu al zijn omdat we een keer wereldkampioen zijn geworden. Dat is niet genoeg.” Bente: “Eén keer zou nog toeval kunnen zijn, en ik wil niet dat dit een toevalstreffer was.” Een paar jaar geleden werden de handbalvrouwen wereldkampioen en tal van meiden uit dat team groeiden uit tot boegbeelden. Zijn jullie er klaar voor om visitekaartjes van jullie sport te zijn? Bente: “Ik wil iedereen laten zien dat wij aan een heel toffe sport doen.” Lieke: “Daar zet ik me ook graag voor in.” Tijdens het Sportgala zullen jullie gelden als grote kanshebbers voor de titel Sportploeg van het Jaar. Dan kunnen jullie je ook eens op een andere manier presenteren dan in badpak en met een cap op. Bente: “We hebben het daar best wel vaak over. Wij stappen natuurlijk altijd als verzopen katjes het water uit en worden dan geïnterviewd. Sta je daar weer met je natte haren.” Bente: 'Wij stappen altijd als verzopen katjes het water uit en worden dan geïnterviewd. Het sportgala is een mooie kans om ons op een andere manier te laten zien'. Lieke: “Als we een badmuts en een cap op hebben, krijgen mensen niet het meest charmante beeld van ons.” Bente: “Het Sportgala is een mooie kans om ons op een andere manier te laten zien.” Helden Magazine 69 Het verhaal van Bente en Lieke Rogge komt voort uit het dubbeldikke eindejaarsnummer van Helden. De laatste editie van 2023 staat traditioneel in het teken van een terugblik op het afgelopen sportjaar, waarop Femke Bol de cover siert. De atlete blikt uitgebreid terug op het jaar waarin alles wat ze aanraakte in goud leek te veranderen. Helden ging daarnaast in Engeland op bezoek bij Nathan Aké, die met Manchester City de landstitel, FA Cup en Champions League won. Hij werd samen met zijn echtgenote Kaylee, met wie hij al sinds zijn vijftiende samen is, geïnterviewd en gefotografeerd. Bijzonder was ook het bezoek aan de familie Schippers. Dafne nam afscheid van de atletiek en samen met haar ouders, zus en broer blikte ze terug op haar indrukwekkende carrière. In de 69ste editie van Helden komen tal van sporters aan het woord die 2023 kleur gaven. Wout Poels blikt terug op ritzeges in de Tour en Vuelta, maar ook op het verlies van ploeggenoot Gino Mäder. Femke Kok kroonde zich tot de eerste Nederlandse wereldkampioene op de 500 meter en toont zich zoals we haar niet eerder zagen. Karolien en Finn Florijn zijn gezegend met geweldige roeigenen, ze pakten allebei WK-goud; een dubbelinterview. Jeffrey Hoogland is koning op de kilometer. Hij werd voor de vierde keer wereldkampioen op ‘zijn’ afstand en verbeterde het wereldrecord. Een openhartig gesprek met de kilometervreter. Verder pakten zeilers Bart Lambriex en Floris van de Werken een hattrick aan wereldtitels. Over zeilen gesproken: Marit Bouwmeester keerde terug na de bevalling van haar dochter in 2022 en werd meteen weer Europees kampioen. Feyenoord werd ook kampioen en Lutsharel Geertruida had daar een belangrijk aandeel in. Hij doet zijn verhaal. Joey Veerman won in 2023 de KNVB-beker en werd vader. Een gesprek met de uitgesproken voetballer over wie veel mensen een mening hebben. Ook een verhaal over Lionel Messi en de club waar hij afgelopen zomer heen verhuisde, het Inter Miami van David Beckham. Een portret van Carlos Alcaraz, de nieuwe posterboy van het tennis die Novak Djokovic klopte in de finale op Wimbledon in dé wedstrijd van het jaar. En als laatste was het voor schaatscoach Kosta Poltavets en voetbaltrainer Anoush Dastgir juist een zwaar jaar, door de situatie in hun geboortelanden Oekraïne en Afghanistan. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 69 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.

Zeilen

Bart Lambriex en Floris van de Werken: ‘Het is maar een stukje goud’

Bart Lambriex (25) en Floris van de Werken (28) werden afgelopen zomer voor de derde keer op rij wereldkampioen in de meest prestigieuze klasse van het olympische zeilen: de 49er. Het Dream Team gaat stoïcijns op het volgende doel af: goud op de Olympische Spelen in Parijs. Wij gingen bij hen langs in Scheveningen. Bart Lambriex en Floris van de Werken schudden elkaar rustig de hand in het Nationaal Topzeilcentrum in Scheveningen. De twee zitten normaal gesproken bijna dagelijks samen in een boot, maar zien elkaar voor het eerst in anderhalve maand nadat ze in Scheveningen voor de derde keer op rij wereldkampioen werden in hun klasse, de 49er. Geen omhelzing of enthousiaste begroeting, maar: “Hé, sorry dat ik te laat ben, hoor, alles goed?” Stuurman Bart komt vijf minuten na Floris met natte haren en een nonchalante glimlach binnen lopen. Bemanning Floris knikt rustig: “Ja, man, goed hoor.” Op het water bereiken ze al balancerend snelheden van zo’n 45 kilometer per uur. Buiten de boot zijn het rustige, nuchtere types, die aan weinig woorden genoeg hebben. Het valt even stil. Totdat het over zeilen gaat en er even later gevraagd wordt naar hun derde wereldtitel van dit jaar. Floris: “Het is best bijzonder, ik zag hem niet aankomen. Maar ik wist vroeger al: als ik dit met iemand kan bereiken, dan is het wel met Bart.” Bart: “Ik had het ook niet verwacht. Het is wel altijd het doel geweest, dan is het best leuk dat het lukt. En ook nog op thuiswater. Er stonden een hoop familie en vrienden op de pier.” Floris knikt: “Gedurende de week kregen we veel succeswensen. Mensen die normaal niet betrokken zijn, kregen er dit keer wel wat van mee. Extra leuk als je dan wint.” Jeugdkamp De twee zeilers kennen elkaar al jaren. Bart: “Ik was acht toen ik jou voor het eerst zag. Ik zeilde in de optimist. Jij gaf training aan mij op een jeugdkamp in Friesland. Jij zeilde toen ook in de optimist, maar was een stuk beter, je bent ook drie jaar ouder.” Floris: “Ik was die week door mijn enkel gegaan, dus ik kon niet meer lopen. Ik ging in de coachboot mee en gaf Bart wat tips.” Bart: “Ik begon net met wedstrijdzeilen en jij was een van de beste van Nederland. Ik keek tegen je op.” Floris: “Ik zeilde lekker mijn rondjes en soms ging het best goed. Het spelletje zelf begreep ik toen nog niet zo goed. Pas veel later begon ik de sport wat beter te doorgronden en had ik door wat ik ervoor moest doen.” Bart: “Bij mij ging het iets sneller. Ik ging op mijn tiende naar mijn eerste WK. De beste vijf van Nederland werden daarvoor geselecteerd. In de optimist werd ik al een keer tweede op de WK.” Allebei zijn ze opgegroeid met het water. Floris met twee broers in Hoorn, Bart met een broer en een zus in Haarlem. Floris: “Mijn ouders hadden een kajuitboot en daar toerden ze een beetje op met mij en mijn twee broers. Ze waren geen wedstrijdzeilers, waren vroeger vooral actief in de triatlonsport. Ik ben dus wel opgegroeid met het idee dat het belangrijk is om fit en gezond te zijn. Mijn ouders vonden het belangrijk dat ik aan sport deed. Met mijn broer Laurens heb ik nog een tijdje samen in een boot gezeild.” Bart: “Mijn ouders hebben veel wedstrijden gezeild. Mijn moeder ging als reserve naar de Olympische Spelen. Mijn vader deed mee aan de Olympische Spelen in 1984, in de Tornado-klasse. Wij hadden een vakantiehuisje in Friesland waar ze mijn broer, zus en mij leerden zeilen.” Bart werd in Nederland van jongs af aan al gezien als het grote zeiltalent. Bart: “Ieder jaar wordt in Nederland de Conny van Rietschoten Trofee uitgereikt, een prijs aan de beste zeiler of zeilteam van het jaar. Er is ook een talentprijs, waar ik voor werd genomineerd. Dat was best bijzonder voor een jongen van elf jaar hoor, maar ik voelde toen nog niet dat men vanuit het Watersportverbond dacht: die Bart gaat het maken.” Centjes Na de jeugdboot optimist zeilden Bart en Floris in tweemansboten. Het KPN Sportfonds besloot na de Spelen van 2016 het Watersportverbond te ondersteunen en een tweejarig traject in te gaan met zes zeilers in de 49er-klasse, die bekendstaat als de koningsklasse van het olympische zeilen, met als ambitieus doel: de eerste Nederlandse deelname in de 49er op de Olympische Spelen. De zes zeilers zouden rouleren, om uiteindelijk het sterkste team te kunnen vormen. Ook Floris had de kans om aan te sluiten, maar besloot anders. ‘Mijn broer was drugsverslaafd, het was bij ons thuis dus niet meer zo stabiel. Ik had geen geld en kon het ook niet meer opbrengen om de sport uit te oefenen’ Floris: “Voordat KPN besloot dit traject te ondersteunen, had ik al even in de 49er gezeild, maar het werd toen nog nauwelijks ondersteund door het Watersportverbond. Ik had het lastig. Mijn ouders hadden mij altijd gesteund, ook financieel. Op mijn achttiende zeiden ze: ‘Je bent volwassen en moet het nu zelf uitzoeken, zelf bedenken hoe je het gaat regelen.’ Thuis speelden er meer dingen, mijn broer was drugsverslaafd, het was bij ons dus niet meer zo stabiel. Ik had geen geld en kon het ook niet meer opbrengen om de sport uit te oefenen zoals ik dat voor ogen had. Dat roulatiesysteem zag ik ook niet zitten. Ik wilde toen al graag met Bart in de boot, maar dat kon niet. Had geen energie om iedere keer weer met iemand anders in de boot te zitten, besloot ermee te stoppen. Ik ben gaan coachen en in de ‘grotebotenwereld’ terechtgekomen.” Bart: “Ik koos bewust voor het traject met het KPN Sportfonds. Twee jaar lang werden we financieel ondersteund. Dat was heel fijn, zeilen is een dure sport. We kregen een startbedrag waarmee we materiaal konden kopen en waardoor we er bijvoorbeeld voor konden kiezen om naar een belangrijke wedstrijd in Miami te gaan. In die twee jaar tijd hebben we ons daardoor enorm kunnen ontwikkelen.” Na ruim een jaar kwam het sterkste team uit de bus: stuurman Bart, samen met bemanning Pim van Vugt. Hun ontwikkeling ging zo hard, dat het doel werd bereikt. Bart en Pim kwalificeerden zich als eerste Nederlandse 49er-team ooit voor de Spelen en eindigden in Tokio als zesde. Floris keek vanaf de zijlijn toe. Floris: “Ik was hartstikke blij voor Bart en Pim, gunde het die gasten heel erg, heb hen altijd gevolgd. Maar ik had zelf natuurlijk ook graag in die boot willen zitten, had mijn olympische zeilcarrière nooit af weten te maken.” Na de Spelen in Tokio besloot Bart niet verder te gaan met Pim. Bart: “Pim en ik waren een heel goed duo, maar ik had niet het gevoel dat wij samen goud konden winnen. Onze samenwerking en communicatie liepen niet zoals het in een goed team zou moeten lopen. Vanuit de bond werd mijn keuze niet gestimuleerd. Zij zagen de resultaten van mij en Pim en waren juist tevreden. Ik zag het anders, vond het gewoon net niet goed genoeg.” Dus pakte Bart de telefoon. Bart: “Ik wilde door in de 49er, en dacht meteen aan Floris. Ik had al een paar keer eerder met hem gezeild, tijdens mijn eerste dagen in een 49er, en wist dat het prima klikte. Ik belde jou op en vroeg of je wat wilde drinken.” Floris: “Ik dacht: misschien wil je advies over iets, wist niet dat het over de 49er ging. Toen je vroeg of ik geïnteresseerd was om weer terug te keren als zeiler en om het met jou samen te proberen, heb ik er niet lang over na hoeven denken. Ik dacht: als er een kans is om mijn sportcarrière nog een succesvol vervolg te geven, dan is dit ’m. Had op dat moment geen andere verplichtingen of restricties. Ik had genoeg centjes verdiend, was zeven maanden in Australië geweest en later in het Caribisch gebied, had op grote boten mijn geld verdiend en heel veel geleerd over mezelf en over werken in een team. Toen jij me vroeg, kon ik er ook echt vol voor gaan. Maar tegelijkertijd had ik lang niet in de 49er gezeild. Ik heb jou ook gewaarschuwd, zei: besef dat je met mij misschien eerst een stap terug moet doen voordat je vooruit kunt.” Bart: “We zeilden een EK als test. Dat ging goed en ik had het gevoel dat we veel progressie konden maken. Twee maanden later stond ons eerste WK op het programma. In de tussentijd gingen we met sprongen vooruit zodat we meteen wereldkampioen werden.” Rocket science “Veel mensen vragen ons waarom wij nou zo’n goed team zijn,” zegt Floris. “Wij weten heel goed hoe wij als team beter moeten worden en wat voor attitude daarvoor nodig is. Ook onze coach Rick Peacock helpt ons daar natuurlijk bij.” Bart knikt: “Wij zijn een goede match. Naast een goede zeiler is Floris ook een goede teamspeler.” Floris: “Jij kan enorm gefocust zijn, dan voel ik geen twijfel bij jouw beslissingen en weten we dat we het hardst van iedereen gaan. Daar krijg ik dan ook veel vertrouwen van.” Bart: “Ik ben niet zo afhankelijk van invloeden van buitenaf, ideeën en gedachten van anderen interesseren mij niet zo. Ik twijfel ook bijna nooit. Ons samenspel klopt gewoon. Kort door de bocht is het zo dat ik stuur en de beslissingen neem, bepaal waar we heen gaan, en Floris ervoor zorgt dat we hard gaan.” Floris: “Voor een wedstrijd delen we onze tactische ideeën en bepalen we hoe we het willen doen.” Bart: “Maar in het zeilen blijven de condities veranderen. Wij zijn flexibel, passen die plannen continu aan.” Floris: “We proberen veel te zeggen met weinig woorden. We praten niet meer dan nodig. Of we tijdens een wedstrijd weleens boos op elkaar zijn? Tuurlijk. Ik word dan heel stil, ga aan mezelf twijfelen en over dingen nadenken. Bart is altijd wat meer uitbundiger dan ik.” Bart, lachend: “Ik raak dan een beetje gefrustreerd.” Floris: “Het is de kunst om die irritatiemomenten kort en krachtig te laten zijn.” Een jaar na hun eerste wereldtitel prolongeerden Bart en Floris hun titel op de WK in Canada. Deze zomer werden ze in Scheveningen dus voor de derde keer wereldkampioen. Floris: “Het verschil met onze concurrenten lijkt op papier groter dan het is, hoor.” Bart: “Waar wij misschien beter in zijn, is dat wij heel gestructureerd werken. Als er iets fout gaat, gaan we daar heel diep op in en zorgen we dat we er maximaal van leren. Soms zijn die gesprekken moeilijk of gevoelig, maar we gaan ze niet uit de weg.” Floris: “Ik merk ook dat veel teams het moeilijk vinden om tijdens een wedstrijd heel specifiek iets onder de knie te krijgen. Als wij iets willen oefenen, maakt het resultaat ons niet uit. Wij willen pas pieken op een WK en de Spelen. In de winter zijn we een keer zeventiende geworden in een trainingswedstrijd omdat we ons focusten op onze start. Deze zomer bij de WK merkten we daar pas het resultaat van.” Of een drievoudig wereldkampioen ook door concurrenten nauwlettend in de gaten gehouden wordt? Bart: “Geen idee, dat boeit mij ook echt niet.” Floris: “Ik zie wel dat mensen soms denken dat we rocket science in handen hebben. Dat we bepaalde standen op de boot hebben die speciaal zijn. Soms komt er dan een coach of een ander team even bij ons kijken.” Bart knikt: “Ja, dan denken ze dat we een speciale boot hebben, of zo.” Floris, lachend: “En dan denken wij: wat zijn mensen toch dom.” Tijdens trainingsperiodes en wedstrijden in het buitenland delen de mannen vaak een accommodatie met Odile van Aanholt en Annette Duetz, het 49erFX- vrouwenteam, dat in 2022 tegelijkertijd met de mannen wereldkampioen werd en dit jaar als tweede eindigde op de WK. Bart: “Het is heel fijn om dit met elkaar te doen, dat we ook met iemand kunnen praten buiten ons team. We snappen elkaar, want we doen hetzelfde.” Floris: “Soms is het fijn om een third opinion te hebben in een bepaalde situatie. We lopen tegen dezelfde dingen aan. Vaak praat ik met Annette, die ook bemanning is. Samen kunnen we sneller een probleem oplossen dan alleen.” Naast dat ze zeilcollega’s zijn, hebben Bart en Odile al jarenlang een relatie. Bart, lachend: “Het gaat thuis best vaak over zeilen. Voor Odile zou dat wel iets minder mogen, voor mij soms iets meer. Het is in ieder geval heel fijn dat we elkaar begrijpen.” Ook Floris heeft een relatie met een zeilster. Na de Spelen in Parijs volgend jaar geeft hij zijn jawoord aan Laser-zeilster Maxime Jonker. Floris: “We zijn onze bruiloft nu aan het organiseren, zodat we de rest van het jaar daar geen zorgen over hebben.” Bart, lachend: “Ik sta gelukkig ook op hun gastenlijst, samen met Odile en Annette.” Terwijl Odile en Bart beiden heel succesvol zijn in hun klasse en zich al hebben gekwalificeerd voor de Spelen in Parijs, heeft Maxime de pech dat Marit Bouwmeester, olympisch kampioen en meervoudig wereldkampioen, haar grootste concurrent is voor dat ene Nederlandse olympische ticket in hun klasse. Floris: “Tijdens de WK had Max het mentaal zwaar, ze eindigde buiten de top tien. Ze heeft er altijd voor gekozen om Marit te challengen. Die heeft al heel wat gewonnen, maar Max denkt dat zij dat ook kan. Daar heb ik veel respect voor. Ze rent haar dromen achterna, haar doorzettingsvermogen is een voorbeeld voor mij. Maar thuis zeg ik altijd: ik ben je verloofde, niet je coach. Ik probeer gesprekken over zeilen te voorkomen. Als Max om mijn mening vraagt, dan geef ik die eerlijk. Maar soms hoort zij liever iets anders.” Materiaal In maart zeilen de mannen nog een WK op Lanzarote, waar ze hun vierde wereldtitel op rij kunnen winnen, maar 2024 staat vooral in het teken van de Spelen. Voor Floris wordt het zijn olympische debuut. Bart: “Ik heb Floris nog niks verteld over de Spelen en hoe het eraan toegaat. Dat merk je ter plekke wel, toch? In de zeilsport kan van alles gebeuren. Als we een week heel weinig wind hebben, dan wordt iemand anders olympisch kampi- oen dan als het een week heel hard waait. Wij kunnen met beide omstandigheden olympisch kampioen worden.” Floris: “Met veel wind zijn er teams die sneller zijn dan wij en met weinig wind zijn er ook teams die sneller zijn. Statistisch gezien hebben wij de meeste kans op goud als we wisselende condities hebben, wij zijn allround.” Ondertussen zijn Bart en Floris ook met andere dingen bezig dan alleen de 49er. Floris:“Ieder jaar coach ik ook nog wat buitenlandse jongens. In oktober heb ik een paar 49er-teams gecoacht in Miami. Ook al zijn dat niet de allerbeste ploegen, het helpt mij om andere teams van de buitenkant te bestuderen, dat maakt Bart en mij ook beter. En ik heb er een hoop lol in.” Bart: “Ik ben bezig met de Youth America’s Cup en de Women’s America’s Cup. We gaan in beide disciplines meedoen met een Nederlands team. We trainen veel in een simulator, dat blijf ik het komende jaar ook af en toe doen. Anderhalve maand na de Spelen worden die wedstrijden gehouden.” Floris: “Helaas val ik niet meer onder de jeugd, maar ik droom na mijn olympische carrière ook van het professionele zeilen als de America’s Cup of de Sail GP, een andere league in het zeilen waar ze met foilende catamarans werken.” Bart knikt: “Daar kun je tot een redelijk late leeftijd mee door blijven gaan.” Floris: “Maar voorlopig zijn we nog niet klaar met olympisch zeilen.” Eén ding is zeker: als een van de topfavorieten zal het team op de Spelen verschijnen. Floris: “Onbewust voel ik die druk al. Bij mij ontstaat er dan een soort superfocus.” Bart: “Ik voel nu nog geen druk, maar dat zal tegen die tijd vast wel komen. Mensen geven toch een stuk meer om de Olympische Spelen dan om een WK. Aan de andere kant: het is maar materiaal hoor, een klein stukje goud.” Helden Magazine 69 Het verhaal van Bart Lambriex en Floris van de Werken komt voort uit het dubbeldikke eindejaarsnummer van Helden. De laatste editie van 2023 staat traditioneel in het teken van een terugblik op het afgelopen sportjaar, waarop Femke Bol de cover siert. De atlete blikt uitgebreid terug op het jaar waarin alles wat ze aanraakte in goud leek te veranderen. Helden ging daarnaast in Engeland op bezoek bij Nathan Aké, die met Manchester City de landstitel, FA Cup en Champions League won. Hij werd samen met zijn echtgenote Kaylee, met wie hij al sinds zijn vijftiende samen is, geïnterviewd en gefotografeerd. Bijzonder was ook het bezoek aan de familie Schippers. Dafne nam afscheid van de atletiek en samen met haar ouders, zus en broer blikte ze terug op haar indrukwekkende carrière. In de 69ste editie van Helden komen tal van sporters aan het woord die 2023 kleur gaven. Wout Poels blikt terug op ritzeges in de Tour en Vuelta, maar ook op het verlies van ploeggenoot Gino Mäder. Golden Sisters Bente en Lieke Rogge werden samen wereldkampioen waterpolo. Femke Kok kroonde zich tot de eerste Nederlandse wereldkampioene op de 500 meter en toont zich zoals we haar niet eerder zagen. Karolien en Finn Florijn zijn gezegend met geweldige roeigenen, ze pakten allebei WK-goud; een dubbelinterview. Jeffrey Hoogland is koning op de kilometer. Hij werd voor de vierde keer wereldkampioen op ‘zijn’ afstand en verbeterde het wereldrecord. Een openhartig gesprek met de kilometervreter. Verder keerde Marit Bouwmeester terug na de bevalling van haar dochter in 2022 en werd meteen weer Europees kampioen. Feyenoord werd ook kampioen en Lutsharel Geertruida had daar een belangrijk aandeel in. Hij doet zijn verhaal. Joey Veerman won in 2023 de KNVB-beker en werd vader. Een gesprek met de uitgesproken voetballer over wie veel mensen een mening hebben. Ook een verhaal over Lionel Messi en de club waar hij afgelopen zomer heen verhuisde, het Inter Miami van David Beckham. Een portret van Carlos Alcaraz, de nieuwe posterboy van het tennis die Novak Djokovic klopte in de finale op Wimbledon in dé wedstrijd van het jaar. En als laatste was het voor schaatscoach Kosta Poltavets en voetbaltrainer Anoush Dastgir juist een zwaar jaar, door de situatie in hun geboortelanden Oekraïne en Afghanistan. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 69 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.
Bart Lambriex (25) en Floris van de Werken (28) werden afgelopen zomer voor de derde keer op rij wereldkampioen in de meest prestigieuze klasse van het olympische zeilen: de 49er. Het Dream Team gaat stoïcijns op het volgende doel af: goud op de Olympische Spelen in Parijs. Wij gingen bij hen langs in Scheveningen. Bart Lambriex en Floris van de Werken schudden elkaar rustig de hand in het Nationaal Topzeilcentrum in Scheveningen. De twee zitten normaal gesproken bijna dagelijks samen in een boot, maar zien elkaar voor het eerst in anderhalve maand nadat ze in Scheveningen voor de derde keer op rij wereldkampioen werden in hun klasse, de 49er. Geen omhelzing of enthousiaste begroeting, maar: “Hé, sorry dat ik te laat ben, hoor, alles goed?” Stuurman Bart komt vijf minuten na Floris met natte haren en een nonchalante glimlach binnen lopen. Bemanning Floris knikt rustig: “Ja, man, goed hoor.” Op het water bereiken ze al balancerend snelheden van zo’n 45 kilometer per uur. Buiten de boot zijn het rustige, nuchtere types, die aan weinig woorden genoeg hebben. Het valt even stil. Totdat het over zeilen gaat en er even later gevraagd wordt naar hun derde wereldtitel van dit jaar. Floris: “Het is best bijzonder, ik zag hem niet aankomen. Maar ik wist vroeger al: als ik dit met iemand kan bereiken, dan is het wel met Bart.” Bart: “Ik had het ook niet verwacht. Het is wel altijd het doel geweest, dan is het best leuk dat het lukt. En ook nog op thuiswater. Er stonden een hoop familie en vrienden op de pier.” Floris knikt: “Gedurende de week kregen we veel succeswensen. Mensen die normaal niet betrokken zijn, kregen er dit keer wel wat van mee. Extra leuk als je dan wint.” Jeugdkamp De twee zeilers kennen elkaar al jaren. Bart: “Ik was acht toen ik jou voor het eerst zag. Ik zeilde in de optimist. Jij gaf training aan mij op een jeugdkamp in Friesland. Jij zeilde toen ook in de optimist, maar was een stuk beter, je bent ook drie jaar ouder.” Floris: “Ik was die week door mijn enkel gegaan, dus ik kon niet meer lopen. Ik ging in de coachboot mee en gaf Bart wat tips.” Bart: “Ik begon net met wedstrijdzeilen en jij was een van de beste van Nederland. Ik keek tegen je op.” Floris: “Ik zeilde lekker mijn rondjes en soms ging het best goed. Het spelletje zelf begreep ik toen nog niet zo goed. Pas veel later begon ik de sport wat beter te doorgronden en had ik door wat ik ervoor moest doen.” Bart: “Bij mij ging het iets sneller. Ik ging op mijn tiende naar mijn eerste WK. De beste vijf van Nederland werden daarvoor geselecteerd. In de optimist werd ik al een keer tweede op de WK.” Allebei zijn ze opgegroeid met het water. Floris met twee broers in Hoorn, Bart met een broer en een zus in Haarlem. Floris: “Mijn ouders hadden een kajuitboot en daar toerden ze een beetje op met mij en mijn twee broers. Ze waren geen wedstrijdzeilers, waren vroeger vooral actief in de triatlonsport. Ik ben dus wel opgegroeid met het idee dat het belangrijk is om fit en gezond te zijn. Mijn ouders vonden het belangrijk dat ik aan sport deed. Met mijn broer Laurens heb ik nog een tijdje samen in een boot gezeild.” Bart: “Mijn ouders hebben veel wedstrijden gezeild. Mijn moeder ging als reserve naar de Olympische Spelen. Mijn vader deed mee aan de Olympische Spelen in 1984, in de Tornado-klasse. Wij hadden een vakantiehuisje in Friesland waar ze mijn broer, zus en mij leerden zeilen.” Bart werd in Nederland van jongs af aan al gezien als het grote zeiltalent. Bart: “Ieder jaar wordt in Nederland de Conny van Rietschoten Trofee uitgereikt, een prijs aan de beste zeiler of zeilteam van het jaar. Er is ook een talentprijs, waar ik voor werd genomineerd. Dat was best bijzonder voor een jongen van elf jaar hoor, maar ik voelde toen nog niet dat men vanuit het Watersportverbond dacht: die Bart gaat het maken.” Centjes Na de jeugdboot optimist zeilden Bart en Floris in tweemansboten. Het KPN Sportfonds besloot na de Spelen van 2016 het Watersportverbond te ondersteunen en een tweejarig traject in te gaan met zes zeilers in de 49er-klasse, die bekendstaat als de koningsklasse van het olympische zeilen, met als ambitieus doel: de eerste Nederlandse deelname in de 49er op de Olympische Spelen. De zes zeilers zouden rouleren, om uiteindelijk het sterkste team te kunnen vormen. Ook Floris had de kans om aan te sluiten, maar besloot anders. ‘Mijn broer was drugsverslaafd, het was bij ons thuis dus niet meer zo stabiel. Ik had geen geld en kon het ook niet meer opbrengen om de sport uit te oefenen’ Floris: “Voordat KPN besloot dit traject te ondersteunen, had ik al even in de 49er gezeild, maar het werd toen nog nauwelijks ondersteund door het Watersportverbond. Ik had het lastig. Mijn ouders hadden mij altijd gesteund, ook financieel. Op mijn achttiende zeiden ze: ‘Je bent volwassen en moet het nu zelf uitzoeken, zelf bedenken hoe je het gaat regelen.’ Thuis speelden er meer dingen, mijn broer was drugsverslaafd, het was bij ons dus niet meer zo stabiel. Ik had geen geld en kon het ook niet meer opbrengen om de sport uit te oefenen zoals ik dat voor ogen had. Dat roulatiesysteem zag ik ook niet zitten. Ik wilde toen al graag met Bart in de boot, maar dat kon niet. Had geen energie om iedere keer weer met iemand anders in de boot te zitten, besloot ermee te stoppen. Ik ben gaan coachen en in de ‘grotebotenwereld’ terechtgekomen.” Bart: “Ik koos bewust voor het traject met het KPN Sportfonds. Twee jaar lang werden we financieel ondersteund. Dat was heel fijn, zeilen is een dure sport. We kregen een startbedrag waarmee we materiaal konden kopen en waardoor we er bijvoorbeeld voor konden kiezen om naar een belangrijke wedstrijd in Miami te gaan. In die twee jaar tijd hebben we ons daardoor enorm kunnen ontwikkelen.” Na ruim een jaar kwam het sterkste team uit de bus: stuurman Bart, samen met bemanning Pim van Vugt. Hun ontwikkeling ging zo hard, dat het doel werd bereikt. Bart en Pim kwalificeerden zich als eerste Nederlandse 49er-team ooit voor de Spelen en eindigden in Tokio als zesde. Floris keek vanaf de zijlijn toe. Floris: “Ik was hartstikke blij voor Bart en Pim, gunde het die gasten heel erg, heb hen altijd gevolgd. Maar ik had zelf natuurlijk ook graag in die boot willen zitten, had mijn olympische zeilcarrière nooit af weten te maken.” Na de Spelen in Tokio besloot Bart niet verder te gaan met Pim. Bart: “Pim en ik waren een heel goed duo, maar ik had niet het gevoel dat wij samen goud konden winnen. Onze samenwerking en communicatie liepen niet zoals het in een goed team zou moeten lopen. Vanuit de bond werd mijn keuze niet gestimuleerd. Zij zagen de resultaten van mij en Pim en waren juist tevreden. Ik zag het anders, vond het gewoon net niet goed genoeg.” Dus pakte Bart de telefoon. Bart: “Ik wilde door in de 49er, en dacht meteen aan Floris. Ik had al een paar keer eerder met hem gezeild, tijdens mijn eerste dagen in een 49er, en wist dat het prima klikte. Ik belde jou op en vroeg of je wat wilde drinken.” Floris: “Ik dacht: misschien wil je advies over iets, wist niet dat het over de 49er ging. Toen je vroeg of ik geïnteresseerd was om weer terug te keren als zeiler en om het met jou samen te proberen, heb ik er niet lang over na hoeven denken. Ik dacht: als er een kans is om mijn sportcarrière nog een succesvol vervolg te geven, dan is dit ’m. Had op dat moment geen andere verplichtingen of restricties. Ik had genoeg centjes verdiend, was zeven maanden in Australië geweest en later in het Caribisch gebied, had op grote boten mijn geld verdiend en heel veel geleerd over mezelf en over werken in een team. Toen jij me vroeg, kon ik er ook echt vol voor gaan. Maar tegelijkertijd had ik lang niet in de 49er gezeild. Ik heb jou ook gewaarschuwd, zei: besef dat je met mij misschien eerst een stap terug moet doen voordat je vooruit kunt.” Bart: “We zeilden een EK als test. Dat ging goed en ik had het gevoel dat we veel progressie konden maken. Twee maanden later stond ons eerste WK op het programma. In de tussentijd gingen we met sprongen vooruit zodat we meteen wereldkampioen werden.” Rocket science “Veel mensen vragen ons waarom wij nou zo’n goed team zijn,” zegt Floris. “Wij weten heel goed hoe wij als team beter moeten worden en wat voor attitude daarvoor nodig is. Ook onze coach Rick Peacock helpt ons daar natuurlijk bij.” Bart knikt: “Wij zijn een goede match. Naast een goede zeiler is Floris ook een goede teamspeler.” Floris: “Jij kan enorm gefocust zijn, dan voel ik geen twijfel bij jouw beslissingen en weten we dat we het hardst van iedereen gaan. Daar krijg ik dan ook veel vertrouwen van.” Bart: “Ik ben niet zo afhankelijk van invloeden van buitenaf, ideeën en gedachten van anderen interesseren mij niet zo. Ik twijfel ook bijna nooit. Ons samenspel klopt gewoon. Kort door de bocht is het zo dat ik stuur en de beslissingen neem, bepaal waar we heen gaan, en Floris ervoor zorgt dat we hard gaan.” Floris: “Voor een wedstrijd delen we onze tactische ideeën en bepalen we hoe we het willen doen.” Bart: “Maar in het zeilen blijven de condities veranderen. Wij zijn flexibel, passen die plannen continu aan.” Floris: “We proberen veel te zeggen met weinig woorden. We praten niet meer dan nodig. Of we tijdens een wedstrijd weleens boos op elkaar zijn? Tuurlijk. Ik word dan heel stil, ga aan mezelf twijfelen en over dingen nadenken. Bart is altijd wat meer uitbundiger dan ik.” Bart, lachend: “Ik raak dan een beetje gefrustreerd.” Floris: “Het is de kunst om die irritatiemomenten kort en krachtig te laten zijn.” Een jaar na hun eerste wereldtitel prolongeerden Bart en Floris hun titel op de WK in Canada. Deze zomer werden ze in Scheveningen dus voor de derde keer wereldkampioen. Floris: “Het verschil met onze concurrenten lijkt op papier groter dan het is, hoor.” Bart: “Waar wij misschien beter in zijn, is dat wij heel gestructureerd werken. Als er iets fout gaat, gaan we daar heel diep op in en zorgen we dat we er maximaal van leren. Soms zijn die gesprekken moeilijk of gevoelig, maar we gaan ze niet uit de weg.” Floris: “Ik merk ook dat veel teams het moeilijk vinden om tijdens een wedstrijd heel specifiek iets onder de knie te krijgen. Als wij iets willen oefenen, maakt het resultaat ons niet uit. Wij willen pas pieken op een WK en de Spelen. In de winter zijn we een keer zeventiende geworden in een trainingswedstrijd omdat we ons focusten op onze start. Deze zomer bij de WK merkten we daar pas het resultaat van.” Of een drievoudig wereldkampioen ook door concurrenten nauwlettend in de gaten gehouden wordt? Bart: “Geen idee, dat boeit mij ook echt niet.” Floris: “Ik zie wel dat mensen soms denken dat we rocket science in handen hebben. Dat we bepaalde standen op de boot hebben die speciaal zijn. Soms komt er dan een coach of een ander team even bij ons kijken.” Bart knikt: “Ja, dan denken ze dat we een speciale boot hebben, of zo.” Floris, lachend: “En dan denken wij: wat zijn mensen toch dom.” Tijdens trainingsperiodes en wedstrijden in het buitenland delen de mannen vaak een accommodatie met Odile van Aanholt en Annette Duetz, het 49erFX- vrouwenteam, dat in 2022 tegelijkertijd met de mannen wereldkampioen werd en dit jaar als tweede eindigde op de WK. Bart: “Het is heel fijn om dit met elkaar te doen, dat we ook met iemand kunnen praten buiten ons team. We snappen elkaar, want we doen hetzelfde.” Floris: “Soms is het fijn om een third opinion te hebben in een bepaalde situatie. We lopen tegen dezelfde dingen aan. Vaak praat ik met Annette, die ook bemanning is. Samen kunnen we sneller een probleem oplossen dan alleen.” Naast dat ze zeilcollega’s zijn, hebben Bart en Odile al jarenlang een relatie. Bart, lachend: “Het gaat thuis best vaak over zeilen. Voor Odile zou dat wel iets minder mogen, voor mij soms iets meer. Het is in ieder geval heel fijn dat we elkaar begrijpen.” Ook Floris heeft een relatie met een zeilster. Na de Spelen in Parijs volgend jaar geeft hij zijn jawoord aan Laser-zeilster Maxime Jonker. Floris: “We zijn onze bruiloft nu aan het organiseren, zodat we de rest van het jaar daar geen zorgen over hebben.” Bart, lachend: “Ik sta gelukkig ook op hun gastenlijst, samen met Odile en Annette.” Terwijl Odile en Bart beiden heel succesvol zijn in hun klasse en zich al hebben gekwalificeerd voor de Spelen in Parijs, heeft Maxime de pech dat Marit Bouwmeester, olympisch kampioen en meervoudig wereldkampioen, haar grootste concurrent is voor dat ene Nederlandse olympische ticket in hun klasse. Floris: “Tijdens de WK had Max het mentaal zwaar, ze eindigde buiten de top tien. Ze heeft er altijd voor gekozen om Marit te challengen. Die heeft al heel wat gewonnen, maar Max denkt dat zij dat ook kan. Daar heb ik veel respect voor. Ze rent haar dromen achterna, haar doorzettingsvermogen is een voorbeeld voor mij. Maar thuis zeg ik altijd: ik ben je verloofde, niet je coach. Ik probeer gesprekken over zeilen te voorkomen. Als Max om mijn mening vraagt, dan geef ik die eerlijk. Maar soms hoort zij liever iets anders.” Materiaal In maart zeilen de mannen nog een WK op Lanzarote, waar ze hun vierde wereldtitel op rij kunnen winnen, maar 2024 staat vooral in het teken van de Spelen. Voor Floris wordt het zijn olympische debuut. Bart: “Ik heb Floris nog niks verteld over de Spelen en hoe het eraan toegaat. Dat merk je ter plekke wel, toch? In de zeilsport kan van alles gebeuren. Als we een week heel weinig wind hebben, dan wordt iemand anders olympisch kampi- oen dan als het een week heel hard waait. Wij kunnen met beide omstandigheden olympisch kampioen worden.” Floris: “Met veel wind zijn er teams die sneller zijn dan wij en met weinig wind zijn er ook teams die sneller zijn. Statistisch gezien hebben wij de meeste kans op goud als we wisselende condities hebben, wij zijn allround.” Ondertussen zijn Bart en Floris ook met andere dingen bezig dan alleen de 49er. Floris:“Ieder jaar coach ik ook nog wat buitenlandse jongens. In oktober heb ik een paar 49er-teams gecoacht in Miami. Ook al zijn dat niet de allerbeste ploegen, het helpt mij om andere teams van de buitenkant te bestuderen, dat maakt Bart en mij ook beter. En ik heb er een hoop lol in.” Bart: “Ik ben bezig met de Youth America’s Cup en de Women’s America’s Cup. We gaan in beide disciplines meedoen met een Nederlands team. We trainen veel in een simulator, dat blijf ik het komende jaar ook af en toe doen. Anderhalve maand na de Spelen worden die wedstrijden gehouden.” Floris: “Helaas val ik niet meer onder de jeugd, maar ik droom na mijn olympische carrière ook van het professionele zeilen als de America’s Cup of de Sail GP, een andere league in het zeilen waar ze met foilende catamarans werken.” Bart knikt: “Daar kun je tot een redelijk late leeftijd mee door blijven gaan.” Floris: “Maar voorlopig zijn we nog niet klaar met olympisch zeilen.” Eén ding is zeker: als een van de topfavorieten zal het team op de Spelen verschijnen. Floris: “Onbewust voel ik die druk al. Bij mij ontstaat er dan een soort superfocus.” Bart: “Ik voel nu nog geen druk, maar dat zal tegen die tijd vast wel komen. Mensen geven toch een stuk meer om de Olympische Spelen dan om een WK. Aan de andere kant: het is maar materiaal hoor, een klein stukje goud.” Helden Magazine 69 Het verhaal van Bart Lambriex en Floris van de Werken komt voort uit het dubbeldikke eindejaarsnummer van Helden. De laatste editie van 2023 staat traditioneel in het teken van een terugblik op het afgelopen sportjaar, waarop Femke Bol de cover siert. De atlete blikt uitgebreid terug op het jaar waarin alles wat ze aanraakte in goud leek te veranderen. Helden ging daarnaast in Engeland op bezoek bij Nathan Aké, die met Manchester City de landstitel, FA Cup en Champions League won. Hij werd samen met zijn echtgenote Kaylee, met wie hij al sinds zijn vijftiende samen is, geïnterviewd en gefotografeerd. Bijzonder was ook het bezoek aan de familie Schippers. Dafne nam afscheid van de atletiek en samen met haar ouders, zus en broer blikte ze terug op haar indrukwekkende carrière. In de 69ste editie van Helden komen tal van sporters aan het woord die 2023 kleur gaven. Wout Poels blikt terug op ritzeges in de Tour en Vuelta, maar ook op het verlies van ploeggenoot Gino Mäder. Golden Sisters Bente en Lieke Rogge werden samen wereldkampioen waterpolo. Femke Kok kroonde zich tot de eerste Nederlandse wereldkampioene op de 500 meter en toont zich zoals we haar niet eerder zagen. Karolien en Finn Florijn zijn gezegend met geweldige roeigenen, ze pakten allebei WK-goud; een dubbelinterview. Jeffrey Hoogland is koning op de kilometer. Hij werd voor de vierde keer wereldkampioen op ‘zijn’ afstand en verbeterde het wereldrecord. Een openhartig gesprek met de kilometervreter. Verder keerde Marit Bouwmeester terug na de bevalling van haar dochter in 2022 en werd meteen weer Europees kampioen. Feyenoord werd ook kampioen en Lutsharel Geertruida had daar een belangrijk aandeel in. Hij doet zijn verhaal. Joey Veerman won in 2023 de KNVB-beker en werd vader. Een gesprek met de uitgesproken voetballer over wie veel mensen een mening hebben. Ook een verhaal over Lionel Messi en de club waar hij afgelopen zomer heen verhuisde, het Inter Miami van David Beckham. Een portret van Carlos Alcaraz, de nieuwe posterboy van het tennis die Novak Djokovic klopte in de finale op Wimbledon in dé wedstrijd van het jaar. En als laatste was het voor schaatscoach Kosta Poltavets en voetbaltrainer Anoush Dastgir juist een zwaar jaar, door de situatie in hun geboortelanden Oekraïne en Afghanistan. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 69 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.

Zeilen

Odile van Aanholt en Annette Duetz: ‘We zijn nog net geen getrouwd stel’

Odile van Aanholt (25) en Annette Duetz (29) zeilen pas een jaar samen in de olympische 49erFX-klasse. Ze werden in dat jaar meteen Europees- en wereldkampioen. In aanloop naar het WK zeilen in Scheveningen (10 t/m 20 augustus) gingen we bij hen op bezoek. Met een gebruinde huid en een grote lach op het gezicht komen zeilsters Odile van Aanholt (stuurvrouw) en Annette Duetz (haar bemanning) aan op de locatie van de shoot. Tussen trainingskampen en wereldbekerwedstrijden door zijn ze een weekje thuis. “Wij zijn nog niet eens de helft van het jaar in Nederland,” vertelt Annette. [caption id="attachment_19829" align="alignnone" width="2560"] Annette Duetz[/caption] Zeilen is de leukste sport die er is Odile vult aan: “In de winter zijn we veel op trainingskamp. En voor een belangrijke wedstrijd zijn we een week van tevoren op de locatie om ons voor te bereiden; om gewend te raken aan het water en zeker te weten dat we ons materiaal op orde hebben.” Odile en Annette zijn dus bijna altijd op het water te vinden en reizen van de ene mooie locatie naar de andere. Of het beeld dat de buitenwereld van zeilers en surfers heeft, van living the dream, ook klopt? Odile, lachend: “Best wel. Meerdere keren per dag heb ik geluksmomentjes.” Annette: “Zeilen is de leukste sport die er is. We zijn altijd buiten en op mooie plekken. Een droomleven. Natuurlijk zijn we ook hard aan het werk. Per dag zijn we minimaal drie uur op het water en daarnaast doen we dan nog een fysieke training. Kracht- of conditietraining, maar wij vinden het ook leuk om te boulderen of een potje padel te spelen.” Odile: “We trainen meestal zo’n vijf dagen achter elkaar en dan hebben we een rustdag. Het klaarmaken van de boot en het verzorgen van ons materiaal neemt ook veel tijd in beslag.” Annette: “Het onderhoud aan het materiaal doen wij zelf en de logistiek ook. Vorige week moest onze boot van Mallorca naar Hyères in Frankrijk. Bij kleine afstanden rijden we zelf, maar meestal is er een vrijwilliger die onze spullen naar een andere locatie brengt.” Odile: “De puzzel van wat waarnaartoe moet en wanneer, maken wij zelf. En als er bijvoorbeeld een dure veerboot moet worden geboekt, dan laten we dat over aan de teammanager van het Watersportverbond.” [caption id="attachment_19830" align="alignnone" width="2560"] Odile van Aanholt[/caption] Annette: “De grote lijnen stippelen we van tevoren uit. We maken een jaarplanning waarin staat aan welke wedstrijden we meedoen en waar we naartoe willen op trainingskamp. Zo moeten we, als we op lichte wind willen trainen, ook naar een gebied waar de kans groot is dat het weinig waait. Maar de concrete invulling houden we vaak nog open. Soms is iemand net wat minder fit of besluiten we dat we ergens een paar dagen langer willen blijven. Vliegtickets boeken we pas kort van tevoren.” Odile: “Dan komt het dus weleens voordat je in de taxi naar Schiphol zit en je je boekingsbevestiging niet kunt vinden. Dan blijkt ineens dat je nog niet hebt geboekt...” Annette, lachend: “Dat heb jij al twee keer gehad, toch?” Olympische Vlag Odile wijst naar een kettinkje dat ze omheeft. Het bedeltje heeft de vorm van het Caribische eiland Curaçao. Als jongste van vier kinderen groeide ze er op, tot haar twaalfde. “Zo is Curaçao altijd bij me. Mijn ouders wonen er nog steeds. Nederland voelt voor mij inmiddels ook als thuis, maar Curaçao voelt toch anders. Ik heb er geen Google Maps nodig, ik ken het eiland op mijn duimpje.” Odile komt uit een zeilfamilie. Vader Cor nam deel aan de Olympische Spelen in 2000, zus Philipine deed in 2012 en 2016 als zeilster mee aan de Spelen. Haar broers Ard en Just zeilen ook; Just is net als Odile met een olympische campagne bezig, onder de vlag van Aruba. Odile: “Mijn moeder zat in de paardensport, zij was een beetje het buitenbeentje, maar kan inmiddels ook goed zeilen.” Ze vervolgt: “Als baby zat ik al bij mijn vader in de boot en op mijn vierde ging ik voor het eerst op zeilles. Ik ben de eerste wereldkampioen in een olympische klasse van de familie. Dat voelt een beetje gek, omdat ik de jongste ben. Mijn zus en broer zijn weer heel goed in andere dingen. Zij hebben een heel sociaal leven en mooie bachelors- en masterdiploma’s. Mijn ouders zijn zo lief dat ze mij een cadeautje geven als ik Europees- of wereldkampioen ben geworden. ‘Dit is jouw bachelorsdiploma,’ zeggen ze dan.” Op haar twaalfde ging Odile naar de middelbare school in Nederland. “Dat was een LOOT-school. Ik zat toen al veel in het buitenland voor het zeilen. Mijn vader of moeder was bij mij in Nederland, ik verbleef ook vaak bij mijn opa en oma. Mijn ouders hebben nu een ‘familiehuis’ in Naarden, daar komen we samen als we in Nederland zijn.Tijdens de coronapandemie hebben we elkaar daar veel gezien. We kookten samen, deden spelletjes, net als vroeger.” Tot 2010 was het mogelijk om als sporter uit Curaçao voor de Nederlandse Antillen uit te komen. Toen de Antillen ophielden te bestaan, heeft Curaçao geprobeerd een olympische vlag te krijgen, maar dat werd afgewezen. Aruba had er al eerder een gekregen. “Als atleet kon ik kiezen: Aruba of Nederland. Veel sporters kozen ervoor om voor Aruba uit te komen, dat lag ook dichter bij mijn hart. Maar als ik voor Nederland uit zou komen, had ik de meeste kans om de beste zeilster te worden.” Per land mag er in de zeilsport maar één team of individu per klasse deelnemen aan de Spelen en dat heeft Odile ervaren. “Ik koos bewust voor heel pittige concurrentie.” De kwalificatie voor de Spelen in Tokio in 2021 verloor Odile, samen met haar voormalig zeilpartner Marieke Jongens, op een haar na van voormalig zeilster Annemiek Bekkering en haar huidige zeilmaatje Annette. “De concurrentiestrijd tussen ons was heel lang leuk, we maakten elkaar beter, maar de laatste paar maanden kozen we onze eigen weg. Uiteindelijk wonnen jullie de selectie omdat jullie simpelweg beter waren. Ik was de underdog, moest nog leren. Pijnlijk voor ons, maar het was de realiteit. Als ik voor Aruba was uitgekomen, had ik wel naar Tokio kunnen gaan. Maar ik weet ook dat ik veel verder ben als sporter dan wanneer ik voor Aruba had gekozen.” Ook Annette is het zeilen met de paplepel ingegoten. Haar ouders, Hans Duetz en Marion Bultman, waren allebei topzeilers, haar moeder schopte het tot de Spelen van 1988 in Zuid-Korea. “Wij hadden in mijn jeugd een vakantiehuisje in Friesland. Op het Friese water heb ik leren zeilen. Mijn ouders probeerden de liefde voor de sport op mij en mijn zus Carolien over te brengen, maar hebben ons nooit gepusht om wedstrijden te zeilen. Dat wilden wij zelf; heen en weer varen op de plas vonden we maar saai. Mijn zus en ik zijn toen in de 29er gestapt, de kleinere versie van de boot waarin we nu zeilen. We zijn trainingen gaan volgen en het werd al snel een uit de hand gelopen hobby. Ineens deden we mee aan EK’s en WK’s.” Container Met Annemiek Bekkering vormde Annette acht jaar lang een duo in de 49erFX-klasse. Ze namen deel aan de Olympische Spelen in 2016 in Rio, waar ze als zevende eindigden. In 2018 en 2019 werden ze wereldkampioen, en op de Spelen in 2021 in Tokio veroverden ze brons. In dat jaar werd juist Odile met Elise de Ruijter wereldkampioen. Odile: “Toch had ik het moeilijk in dat jaar. Ik had zo graag ook in Tokio gestaan en tegen die anderen gestreden. Tegelijkertijd geeft het me nu extra veel vuur: dat gaat me niet weer gebeuren.” Na de Spelen in Tokio stopte Annemiek Bekkering met zeilen en bleef Annette alleen achter. Odile zag haar kans schoon. “Lang durfde ik niet na te denken over de mogelijkheid om met Annette in een boot te stappen, zij was iemand van het andere team. Maar voor de Spelen al waren er veel mensen die tegen mij zeiden: ‘Annette gaat vast met jou varen.’ Binnen het Watersportverbond hadden ze dat ook al bedacht, maar wij hadden er zelf nog helemaal niet over nagedacht. Met Elise was ik wereldkampioen geworden, met haar zeilde ik ook heel goed.” Annette: “Na de Spelen wilde ik er juist even tussenuit, mijn hoofd leegmaken.” Odile: “Ik heb uiteindelijk het eerste telefoontje gepleegd. Ik vroeg of je koffie wilde drinken.” Annette: “Vanaf dat moment zat het ook in mijn hoofd. Annemiek wilde niet verder, ik wel. Jij was de perfecte keuze. Je bent een heel goede zeilster en ik vond je toen al een leuke meid.” Odile: “Het was moeilijk om afscheid te nemen van Elise. Uiteindelijk moest ik bepalen met wie ik de beste kansen had. Annette heeft zoveel ervaring. Ik zat met buikpijn tegenover Elise in een café, met trillende stem vertelde ik het haar. Gelukkig pakte ze het goed op.” Hun eerste wedstrijd samen zeilden Odile en Annette op Mallorca in april vorig jaar. Annette: “Het klikte meteen tussen ons. Voor de afsluitende medalrace was het goud al binnen.” Odile: “Na afloop zouden we beslissen of we met elkaar verder wilden. We gingen naar een cafeetje en zeiden daar officieel ‘ja’ tegen elkaar.” Annette: “Het was een mooi moment. Ik wist al dat jij heel talentvol was, maar dan is het nog maar afwachten of het in de boot klikt en of we complementair aan elkaar zijn. Het beviel goed. Jij pakte in de boot meteen de regie, kon moeilijke beslissingen ook alleen maken.” Odile: “Los van elkaar zijn wij heel goede zeilsters. Het hielp ook dat we wisten dat we niet veel tijd hadden: we hadden op dat moment nog maar tweeënhalf jaar tot de Spelen in Parijs. We waren enorm gefocust en alles wat minder belangrijk was, lieten we meteen los. Met onze coach Kaj Böcker stelden we een prioriteitenlijst op, en introduceerden we onze vier S’en, de vier punten waarvan wij denken dat we er een kampioenschap mee winnen. De start van de wedstrijd, strategie, snelheid en smile. Want het moet wel leuk blijven.” Indian Matchmaking In juli vorig jaar werden Odile en Annette Europees kampioen in het Deense Aarhus en in september wereldkampioen in Halifax, Canada. Odile: “We hadden het niet zien aankomen. Voor het WK hadden we een lastige voorbereiding omdat de container met onze boot niet was aangekomen. We hadden een boot geleend van de Amerikanen. Dat maakte ons onzeker. Pas twee dagen voor de start van het WK kwam onze eigen boot aan. Net op tijd wisten we een goed gevoel te krijgen.” Annette: “Tijdens het EK waren onze starts nog heel slecht, maar we hadden fenomenale inhaalraces. Tijdens het WK gingen onze starts juist heel goed en waren we onoverwinnelijk. En hoewel het resultaat fantastisch was, voelde het niet zo, omdat er nog steeds veel dingen waren die verbeterd konden en kunnen worden.” Odile: “We moeten nog beter worden met licht weer. Met weinig wind kunnen we ons niet uitstrekken buiten de boot, maar moeten we samen heel rustig op de boot bewegen en elkaar goed aanvoelen. Wanneer beweegt de een en wanneer de ander; dat moet synchroon lopen. Ook onze starts kunnen nog altijd beter.” Annette: “Onze pieken zijn heel hoog, maar onze dalen ook nog.” Odile: “Of het weleens botst tussen ons? Op de wal nooit. We vinden dezelfde dingen leuk: koffiedrinken, boulderen, boeken lezen... We zijn echt vriendinnen geworden. In de boot hebben wij het weleens moeilijk. Meestal gaat dat dan over onze snelheid. Dan is de een heel hard aan het werk om de boot harder te laten gaan en de ander ook, maar dan werken we elkaar net tegen.” Annette: “We kunnen nog beter met elkaar communiceren.” Odile: “Ik ben heel open. Als er met mij iets is, dan deel ik dat meteen met jou. Dan vind ik het ook vrij makkelijk om te zeggen op welke manier ik graag geholpen wil worden.” Annette: “Ik denk sneller: ik los het zelf wel even op. Daarin kunnen we veel van elkaar leren.” Odile, lachend: “We voelen ons nog net geen getrouwd stel, maar het is makkelijker om sommige dingen met jou te bespreken dan met mijn eigen vriend. We begrijpen elkaar heel goed. Een groot deel van de dag leven we ook samen.” Odiles vriend is de 24-jarige Bart Lambriex, die, tegelijkertijd met Odile en Annette, in Canada wereldkampioen werd met Floris van de Werken in de 49er-klasse. Odile: “Het is bijzonder dat we allebei in dezelfde periode succes hebben. Dat is ook weleens anders geweest. Toen ik de kwalificatie van de Spelen misliep, ging het met Bart juist heel goed. Hij ging wel naar de Spelen in Tokio en werd daar zevende. We hadden in het verleden geregeld momenten dat de een de ander aan het supporten was. Nu zijn we allebei aan het pieken.” Annette: “We hebben allebei onze eigen trainingsgroep, maar we trainen geregeld op dezelfde locatie. Als we ergens mee zitten op zeilgebied, zijn zij de eersten die ons helpen.” Odile: “We slapen meestal ook in hetzelfde huis als we in het buitenland zijn.” Annette: “We zijn allemaal goede vrienden van elkaar, het is niet raar dat Odile en Bart ook een stel zijn. Floris en ik voe- len ons geen third wheel, of zo." Odile: “In Canada hielpen we elkaar ook aan de overwinning. Na afloop van een wedstrijddag discussieerden we nog over de wind en hoe we gingen chillen. We keken de serie Indian Matchmaking.” Annette, lachend: “Alhoewel de jongens dat niet echt leuk vonden.” Ook coach Kaj is altijd aanwezig. Het toeval wil dat hij weer de vriend is van Annettes voormalige zeilpartner Annemiek Bekkering. Odile: “Onze boot heet Pien, vernoemd naar hun dochter die vorig jaar geboren werd.” Annette: “Dat hebben we gedaan omdat Kaj zo weinig erkenning kreeg. Hij was nooit de hoofdcoach, maar trainde altijd de talenten. Hij verdient ook die erkenning. Kaj betekent veel voor ons.” Odile: “Jouw vriend Luc is ook enorm betrokken. Hij is onze social mediamanager. Luc fietst graag, en neemt ons vaak mee op een fietstour. Hij is dus ook onze fietstrainer. Het voelt als één grote familie, we doen het echt met zijn allen.” Inmiddels krijgen Odile en Annette, als regerend wereldkampioenen, ook iets meer media-aandacht. Annette: “Dat is leuk, hoor, maar daar doen we het niet voor. We doen het omdat we de sport heel leuk vinden.” Helaas is de zeilsport nog altijd geen vetpot voor hen. Er zijn sponsors en ze komen rond, maar grote verdiensten zijn er niet. Annette: “Als je soms prijzengelden hoort van andere sporten... Ja, dat zouden wij soms ook graag willen.” Odile, lachend: “Mijn omgeving is er vooral boos over. Mijn zus werkt in de financiële wereld, zij zegt altijd: ‘Als ik zie hoe hard je werkt en hoe succesvol je bent, dan staat dat in schril contrast met de mannen in de wereld waarin ik werk.’ Soms beaam ik dat dan, maar ik weet ook: het heeft toch geen zin. Maar het is wel leuk om af en toe wat erkenning te krijgen.” Wachtrij De winter stond in het teken van het afstuderen van Annette, trainen en verbeteren. Maar er waren ook tegenslagen. “Na het WK wilde ik mijn studie technische natuurkunde afronden. Ik heb onderzoek gedaan naar windmodellen in Marseille, de plek waar voor ons de Spelen worden gehouden volgend jaar, en hoe je die het beste voor het zeilen kunt gebruiken. Alle weerkaarten heb ik bestudeerd. Heel handig.” Odile, lachend: “Ik hoef me over het weer geen zorgen te maken in Marseille, Annette is onze weervrouw.” Annette: “Al die kennis helpt natuurlijk, al moeten we toch op het moment zelf beslissen hoe we met het weer en de wind omgaan.” Odile: “Na jouw afstuderen zijn we naar Oman gegaan om te trainen. Toen ging alles nog goed, maar tijdens het volgende trainingskamp in Portugal kreeg ik covid. Ik was er altijd vrij nuchter over, totdat ik er deze zomer achter kwam dat ik astma heb. Vorig jaar moest ik al veel kuchen, en ik snapte niet waar dat door kwam. Het bleek astma te zijn, dat kun je blijkbaar op latere leeftijd ontwikkelen. Mijn longen moesten best lang herstellen.” Annette: “Toen jij ziek was, was ik veel aan het wielrennen. Tijdens een training gleed ik knullig onderuit. Ik had last van mijn nek en dat ging maar niet over. Uiteindelijk bleek dat mijn ruggengraat scheef stond. Dat heeft ook een tijd geduurd. Zeilen is een belastende sport voor je rug, die moet echt sterk zijn. Ik heb er drie maanden last van gehad.” Inmiddels zijn Odile en Annette back on track. Op het eerste evenement van het jaar, op Mallorca, wonnen ze zilver. De tweede wereldbeker, in Hyères, wonnen ze met overmacht. Annette: “Het Braziliaanse team is een grote concurrent van ons, zij zijn tweevoudig olympisch kampioen en varen al twaalf jaar samen. Zweden en Spanje zijn ook kanshebbers, dat zijn teams die goed zijn met harde wind. Wij zijn allround, dat is onze kracht.” Odile: “We zitten in een trainingsgroepje met de Zweedse meiden, de nummer twee van het WK van vorig jaar, een Pools team, de nummer vier, en een Noors team dat heel goed is met weinig wind. We hebben zoveel variatie dat we altijd worden uitgedaagd in trainingen.” De verwachtingen zijn hoog. Annette en Odile zijn immers regerend Europees- en wereldkampioen. Het WK dat deze zomer in Scheveningen wordt gehouden, is een mooie test. Annette: “Iedereen denkt: jullie hebben thuisvoordeel, maar we trainen hier bijna nooit. De omstandigheden zijn zo anders dan de plek waar de Spelen gehouden worden.” Na het WK in Scheveningen staat echt alles in het teken van de Spelen. Voor Annette, die al olympisch brons op zak heeft, wordt het haar derde deelname, voor Odile haar eerste. Odile: “Ik wil racen met die olympische ringen in mijn zeil, ervaren wat die druk van zo’n groot toernooi met mij doet en dan goed presteren. Ik krijg al kriebels als ik eraan denk.” Helden Magazine editie 67 Het eerste gedeelte van het verhaal van Odile van Aanholt en Annette Duetz komt voort uit Helden Magazine nummer 67, het Sportzomerboek, waar Mathieu van der Poel de cover siert samen met Sifan Hassan, Quilindschy Hartman, Lieke Martens & Jackie Groenen. De 67ste editie van Helden is een dubbeldik Sportzomerboek, waarin er volop aandacht is voor de Tour de France voor mannen en vrouwen, het WK voetbal, en het landskampioenschap van Feyenoord. Verder in Helden 67 uitgebreide interviews met: alleskunner Sifan Hassan in aanloop naar de WK atletiek, hockeysters Sanne Koolen en Pien Sanders, zwemster Marrit Steenbergen is sterker dan ooit, wielrenster Demi Vollering, Kiran Badloe over de metamorfose van windsurfer naar foiler, Botic van de Zandschulp op weg naar de absolute tennistop, coureur en analist Giedo van der Garde over Nyck de Vries en Jos en Max Verstappen, en nog veel meer inspirerende verhalen. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine editie 67!
Odile van Aanholt (25) en Annette Duetz (29) zeilen pas een jaar samen in de olympische 49erFX-klasse. Ze werden in dat jaar meteen Europees- en wereldkampioen. In aanloop naar het WK zeilen in Scheveningen (10 t/m 20 augustus) gingen we bij hen op bezoek. Met een gebruinde huid en een grote lach op het gezicht komen zeilsters Odile van Aanholt (stuurvrouw) en Annette Duetz (haar bemanning) aan op de locatie van de shoot. Tussen trainingskampen en wereldbekerwedstrijden door zijn ze een weekje thuis. “Wij zijn nog niet eens de helft van het jaar in Nederland,” vertelt Annette. [caption id="attachment_19829" align="alignnone" width="2560"] Annette Duetz[/caption] Zeilen is de leukste sport die er is Odile vult aan: “In de winter zijn we veel op trainingskamp. En voor een belangrijke wedstrijd zijn we een week van tevoren op de locatie om ons voor te bereiden; om gewend te raken aan het water en zeker te weten dat we ons materiaal op orde hebben.” Odile en Annette zijn dus bijna altijd op het water te vinden en reizen van de ene mooie locatie naar de andere. Of het beeld dat de buitenwereld van zeilers en surfers heeft, van living the dream, ook klopt? Odile, lachend: “Best wel. Meerdere keren per dag heb ik geluksmomentjes.” Annette: “Zeilen is de leukste sport die er is. We zijn altijd buiten en op mooie plekken. Een droomleven. Natuurlijk zijn we ook hard aan het werk. Per dag zijn we minimaal drie uur op het water en daarnaast doen we dan nog een fysieke training. Kracht- of conditietraining, maar wij vinden het ook leuk om te boulderen of een potje padel te spelen.” Odile: “We trainen meestal zo’n vijf dagen achter elkaar en dan hebben we een rustdag. Het klaarmaken van de boot en het verzorgen van ons materiaal neemt ook veel tijd in beslag.” Annette: “Het onderhoud aan het materiaal doen wij zelf en de logistiek ook. Vorige week moest onze boot van Mallorca naar Hyères in Frankrijk. Bij kleine afstanden rijden we zelf, maar meestal is er een vrijwilliger die onze spullen naar een andere locatie brengt.” Odile: “De puzzel van wat waarnaartoe moet en wanneer, maken wij zelf. En als er bijvoorbeeld een dure veerboot moet worden geboekt, dan laten we dat over aan de teammanager van het Watersportverbond.” [caption id="attachment_19830" align="alignnone" width="2560"] Odile van Aanholt[/caption] Annette: “De grote lijnen stippelen we van tevoren uit. We maken een jaarplanning waarin staat aan welke wedstrijden we meedoen en waar we naartoe willen op trainingskamp. Zo moeten we, als we op lichte wind willen trainen, ook naar een gebied waar de kans groot is dat het weinig waait. Maar de concrete invulling houden we vaak nog open. Soms is iemand net wat minder fit of besluiten we dat we ergens een paar dagen langer willen blijven. Vliegtickets boeken we pas kort van tevoren.” Odile: “Dan komt het dus weleens voordat je in de taxi naar Schiphol zit en je je boekingsbevestiging niet kunt vinden. Dan blijkt ineens dat je nog niet hebt geboekt...” Annette, lachend: “Dat heb jij al twee keer gehad, toch?” Olympische Vlag Odile wijst naar een kettinkje dat ze omheeft. Het bedeltje heeft de vorm van het Caribische eiland Curaçao. Als jongste van vier kinderen groeide ze er op, tot haar twaalfde. “Zo is Curaçao altijd bij me. Mijn ouders wonen er nog steeds. Nederland voelt voor mij inmiddels ook als thuis, maar Curaçao voelt toch anders. Ik heb er geen Google Maps nodig, ik ken het eiland op mijn duimpje.” Odile komt uit een zeilfamilie. Vader Cor nam deel aan de Olympische Spelen in 2000, zus Philipine deed in 2012 en 2016 als zeilster mee aan de Spelen. Haar broers Ard en Just zeilen ook; Just is net als Odile met een olympische campagne bezig, onder de vlag van Aruba. Odile: “Mijn moeder zat in de paardensport, zij was een beetje het buitenbeentje, maar kan inmiddels ook goed zeilen.” Ze vervolgt: “Als baby zat ik al bij mijn vader in de boot en op mijn vierde ging ik voor het eerst op zeilles. Ik ben de eerste wereldkampioen in een olympische klasse van de familie. Dat voelt een beetje gek, omdat ik de jongste ben. Mijn zus en broer zijn weer heel goed in andere dingen. Zij hebben een heel sociaal leven en mooie bachelors- en masterdiploma’s. Mijn ouders zijn zo lief dat ze mij een cadeautje geven als ik Europees- of wereldkampioen ben geworden. ‘Dit is jouw bachelorsdiploma,’ zeggen ze dan.” Op haar twaalfde ging Odile naar de middelbare school in Nederland. “Dat was een LOOT-school. Ik zat toen al veel in het buitenland voor het zeilen. Mijn vader of moeder was bij mij in Nederland, ik verbleef ook vaak bij mijn opa en oma. Mijn ouders hebben nu een ‘familiehuis’ in Naarden, daar komen we samen als we in Nederland zijn.Tijdens de coronapandemie hebben we elkaar daar veel gezien. We kookten samen, deden spelletjes, net als vroeger.” Tot 2010 was het mogelijk om als sporter uit Curaçao voor de Nederlandse Antillen uit te komen. Toen de Antillen ophielden te bestaan, heeft Curaçao geprobeerd een olympische vlag te krijgen, maar dat werd afgewezen. Aruba had er al eerder een gekregen. “Als atleet kon ik kiezen: Aruba of Nederland. Veel sporters kozen ervoor om voor Aruba uit te komen, dat lag ook dichter bij mijn hart. Maar als ik voor Nederland uit zou komen, had ik de meeste kans om de beste zeilster te worden.” Per land mag er in de zeilsport maar één team of individu per klasse deelnemen aan de Spelen en dat heeft Odile ervaren. “Ik koos bewust voor heel pittige concurrentie.” De kwalificatie voor de Spelen in Tokio in 2021 verloor Odile, samen met haar voormalig zeilpartner Marieke Jongens, op een haar na van voormalig zeilster Annemiek Bekkering en haar huidige zeilmaatje Annette. “De concurrentiestrijd tussen ons was heel lang leuk, we maakten elkaar beter, maar de laatste paar maanden kozen we onze eigen weg. Uiteindelijk wonnen jullie de selectie omdat jullie simpelweg beter waren. Ik was de underdog, moest nog leren. Pijnlijk voor ons, maar het was de realiteit. Als ik voor Aruba was uitgekomen, had ik wel naar Tokio kunnen gaan. Maar ik weet ook dat ik veel verder ben als sporter dan wanneer ik voor Aruba had gekozen.” Ook Annette is het zeilen met de paplepel ingegoten. Haar ouders, Hans Duetz en Marion Bultman, waren allebei topzeilers, haar moeder schopte het tot de Spelen van 1988 in Zuid-Korea. “Wij hadden in mijn jeugd een vakantiehuisje in Friesland. Op het Friese water heb ik leren zeilen. Mijn ouders probeerden de liefde voor de sport op mij en mijn zus Carolien over te brengen, maar hebben ons nooit gepusht om wedstrijden te zeilen. Dat wilden wij zelf; heen en weer varen op de plas vonden we maar saai. Mijn zus en ik zijn toen in de 29er gestapt, de kleinere versie van de boot waarin we nu zeilen. We zijn trainingen gaan volgen en het werd al snel een uit de hand gelopen hobby. Ineens deden we mee aan EK’s en WK’s.” Container Met Annemiek Bekkering vormde Annette acht jaar lang een duo in de 49erFX-klasse. Ze namen deel aan de Olympische Spelen in 2016 in Rio, waar ze als zevende eindigden. In 2018 en 2019 werden ze wereldkampioen, en op de Spelen in 2021 in Tokio veroverden ze brons. In dat jaar werd juist Odile met Elise de Ruijter wereldkampioen. Odile: “Toch had ik het moeilijk in dat jaar. Ik had zo graag ook in Tokio gestaan en tegen die anderen gestreden. Tegelijkertijd geeft het me nu extra veel vuur: dat gaat me niet weer gebeuren.” Na de Spelen in Tokio stopte Annemiek Bekkering met zeilen en bleef Annette alleen achter. Odile zag haar kans schoon. “Lang durfde ik niet na te denken over de mogelijkheid om met Annette in een boot te stappen, zij was iemand van het andere team. Maar voor de Spelen al waren er veel mensen die tegen mij zeiden: ‘Annette gaat vast met jou varen.’ Binnen het Watersportverbond hadden ze dat ook al bedacht, maar wij hadden er zelf nog helemaal niet over nagedacht. Met Elise was ik wereldkampioen geworden, met haar zeilde ik ook heel goed.” Annette: “Na de Spelen wilde ik er juist even tussenuit, mijn hoofd leegmaken.” Odile: “Ik heb uiteindelijk het eerste telefoontje gepleegd. Ik vroeg of je koffie wilde drinken.” Annette: “Vanaf dat moment zat het ook in mijn hoofd. Annemiek wilde niet verder, ik wel. Jij was de perfecte keuze. Je bent een heel goede zeilster en ik vond je toen al een leuke meid.” Odile: “Het was moeilijk om afscheid te nemen van Elise. Uiteindelijk moest ik bepalen met wie ik de beste kansen had. Annette heeft zoveel ervaring. Ik zat met buikpijn tegenover Elise in een café, met trillende stem vertelde ik het haar. Gelukkig pakte ze het goed op.” Hun eerste wedstrijd samen zeilden Odile en Annette op Mallorca in april vorig jaar. Annette: “Het klikte meteen tussen ons. Voor de afsluitende medalrace was het goud al binnen.” Odile: “Na afloop zouden we beslissen of we met elkaar verder wilden. We gingen naar een cafeetje en zeiden daar officieel ‘ja’ tegen elkaar.” Annette: “Het was een mooi moment. Ik wist al dat jij heel talentvol was, maar dan is het nog maar afwachten of het in de boot klikt en of we complementair aan elkaar zijn. Het beviel goed. Jij pakte in de boot meteen de regie, kon moeilijke beslissingen ook alleen maken.” Odile: “Los van elkaar zijn wij heel goede zeilsters. Het hielp ook dat we wisten dat we niet veel tijd hadden: we hadden op dat moment nog maar tweeënhalf jaar tot de Spelen in Parijs. We waren enorm gefocust en alles wat minder belangrijk was, lieten we meteen los. Met onze coach Kaj Böcker stelden we een prioriteitenlijst op, en introduceerden we onze vier S’en, de vier punten waarvan wij denken dat we er een kampioenschap mee winnen. De start van de wedstrijd, strategie, snelheid en smile. Want het moet wel leuk blijven.” Indian Matchmaking In juli vorig jaar werden Odile en Annette Europees kampioen in het Deense Aarhus en in september wereldkampioen in Halifax, Canada. Odile: “We hadden het niet zien aankomen. Voor het WK hadden we een lastige voorbereiding omdat de container met onze boot niet was aangekomen. We hadden een boot geleend van de Amerikanen. Dat maakte ons onzeker. Pas twee dagen voor de start van het WK kwam onze eigen boot aan. Net op tijd wisten we een goed gevoel te krijgen.” Annette: “Tijdens het EK waren onze starts nog heel slecht, maar we hadden fenomenale inhaalraces. Tijdens het WK gingen onze starts juist heel goed en waren we onoverwinnelijk. En hoewel het resultaat fantastisch was, voelde het niet zo, omdat er nog steeds veel dingen waren die verbeterd konden en kunnen worden.” Odile: “We moeten nog beter worden met licht weer. Met weinig wind kunnen we ons niet uitstrekken buiten de boot, maar moeten we samen heel rustig op de boot bewegen en elkaar goed aanvoelen. Wanneer beweegt de een en wanneer de ander; dat moet synchroon lopen. Ook onze starts kunnen nog altijd beter.” Annette: “Onze pieken zijn heel hoog, maar onze dalen ook nog.” Odile: “Of het weleens botst tussen ons? Op de wal nooit. We vinden dezelfde dingen leuk: koffiedrinken, boulderen, boeken lezen... We zijn echt vriendinnen geworden. In de boot hebben wij het weleens moeilijk. Meestal gaat dat dan over onze snelheid. Dan is de een heel hard aan het werk om de boot harder te laten gaan en de ander ook, maar dan werken we elkaar net tegen.” Annette: “We kunnen nog beter met elkaar communiceren.” Odile: “Ik ben heel open. Als er met mij iets is, dan deel ik dat meteen met jou. Dan vind ik het ook vrij makkelijk om te zeggen op welke manier ik graag geholpen wil worden.” Annette: “Ik denk sneller: ik los het zelf wel even op. Daarin kunnen we veel van elkaar leren.” Odile, lachend: “We voelen ons nog net geen getrouwd stel, maar het is makkelijker om sommige dingen met jou te bespreken dan met mijn eigen vriend. We begrijpen elkaar heel goed. Een groot deel van de dag leven we ook samen.” Odiles vriend is de 24-jarige Bart Lambriex, die, tegelijkertijd met Odile en Annette, in Canada wereldkampioen werd met Floris van de Werken in de 49er-klasse. Odile: “Het is bijzonder dat we allebei in dezelfde periode succes hebben. Dat is ook weleens anders geweest. Toen ik de kwalificatie van de Spelen misliep, ging het met Bart juist heel goed. Hij ging wel naar de Spelen in Tokio en werd daar zevende. We hadden in het verleden geregeld momenten dat de een de ander aan het supporten was. Nu zijn we allebei aan het pieken.” Annette: “We hebben allebei onze eigen trainingsgroep, maar we trainen geregeld op dezelfde locatie. Als we ergens mee zitten op zeilgebied, zijn zij de eersten die ons helpen.” Odile: “We slapen meestal ook in hetzelfde huis als we in het buitenland zijn.” Annette: “We zijn allemaal goede vrienden van elkaar, het is niet raar dat Odile en Bart ook een stel zijn. Floris en ik voe- len ons geen third wheel, of zo." Odile: “In Canada hielpen we elkaar ook aan de overwinning. Na afloop van een wedstrijddag discussieerden we nog over de wind en hoe we gingen chillen. We keken de serie Indian Matchmaking.” Annette, lachend: “Alhoewel de jongens dat niet echt leuk vonden.” Ook coach Kaj is altijd aanwezig. Het toeval wil dat hij weer de vriend is van Annettes voormalige zeilpartner Annemiek Bekkering. Odile: “Onze boot heet Pien, vernoemd naar hun dochter die vorig jaar geboren werd.” Annette: “Dat hebben we gedaan omdat Kaj zo weinig erkenning kreeg. Hij was nooit de hoofdcoach, maar trainde altijd de talenten. Hij verdient ook die erkenning. Kaj betekent veel voor ons.” Odile: “Jouw vriend Luc is ook enorm betrokken. Hij is onze social mediamanager. Luc fietst graag, en neemt ons vaak mee op een fietstour. Hij is dus ook onze fietstrainer. Het voelt als één grote familie, we doen het echt met zijn allen.” Inmiddels krijgen Odile en Annette, als regerend wereldkampioenen, ook iets meer media-aandacht. Annette: “Dat is leuk, hoor, maar daar doen we het niet voor. We doen het omdat we de sport heel leuk vinden.” Helaas is de zeilsport nog altijd geen vetpot voor hen. Er zijn sponsors en ze komen rond, maar grote verdiensten zijn er niet. Annette: “Als je soms prijzengelden hoort van andere sporten... Ja, dat zouden wij soms ook graag willen.” Odile, lachend: “Mijn omgeving is er vooral boos over. Mijn zus werkt in de financiële wereld, zij zegt altijd: ‘Als ik zie hoe hard je werkt en hoe succesvol je bent, dan staat dat in schril contrast met de mannen in de wereld waarin ik werk.’ Soms beaam ik dat dan, maar ik weet ook: het heeft toch geen zin. Maar het is wel leuk om af en toe wat erkenning te krijgen.” Wachtrij De winter stond in het teken van het afstuderen van Annette, trainen en verbeteren. Maar er waren ook tegenslagen. “Na het WK wilde ik mijn studie technische natuurkunde afronden. Ik heb onderzoek gedaan naar windmodellen in Marseille, de plek waar voor ons de Spelen worden gehouden volgend jaar, en hoe je die het beste voor het zeilen kunt gebruiken. Alle weerkaarten heb ik bestudeerd. Heel handig.” Odile, lachend: “Ik hoef me over het weer geen zorgen te maken in Marseille, Annette is onze weervrouw.” Annette: “Al die kennis helpt natuurlijk, al moeten we toch op het moment zelf beslissen hoe we met het weer en de wind omgaan.” Odile: “Na jouw afstuderen zijn we naar Oman gegaan om te trainen. Toen ging alles nog goed, maar tijdens het volgende trainingskamp in Portugal kreeg ik covid. Ik was er altijd vrij nuchter over, totdat ik er deze zomer achter kwam dat ik astma heb. Vorig jaar moest ik al veel kuchen, en ik snapte niet waar dat door kwam. Het bleek astma te zijn, dat kun je blijkbaar op latere leeftijd ontwikkelen. Mijn longen moesten best lang herstellen.” Annette: “Toen jij ziek was, was ik veel aan het wielrennen. Tijdens een training gleed ik knullig onderuit. Ik had last van mijn nek en dat ging maar niet over. Uiteindelijk bleek dat mijn ruggengraat scheef stond. Dat heeft ook een tijd geduurd. Zeilen is een belastende sport voor je rug, die moet echt sterk zijn. Ik heb er drie maanden last van gehad.” Inmiddels zijn Odile en Annette back on track. Op het eerste evenement van het jaar, op Mallorca, wonnen ze zilver. De tweede wereldbeker, in Hyères, wonnen ze met overmacht. Annette: “Het Braziliaanse team is een grote concurrent van ons, zij zijn tweevoudig olympisch kampioen en varen al twaalf jaar samen. Zweden en Spanje zijn ook kanshebbers, dat zijn teams die goed zijn met harde wind. Wij zijn allround, dat is onze kracht.” Odile: “We zitten in een trainingsgroepje met de Zweedse meiden, de nummer twee van het WK van vorig jaar, een Pools team, de nummer vier, en een Noors team dat heel goed is met weinig wind. We hebben zoveel variatie dat we altijd worden uitgedaagd in trainingen.” De verwachtingen zijn hoog. Annette en Odile zijn immers regerend Europees- en wereldkampioen. Het WK dat deze zomer in Scheveningen wordt gehouden, is een mooie test. Annette: “Iedereen denkt: jullie hebben thuisvoordeel, maar we trainen hier bijna nooit. De omstandigheden zijn zo anders dan de plek waar de Spelen gehouden worden.” Na het WK in Scheveningen staat echt alles in het teken van de Spelen. Voor Annette, die al olympisch brons op zak heeft, wordt het haar derde deelname, voor Odile haar eerste. Odile: “Ik wil racen met die olympische ringen in mijn zeil, ervaren wat die druk van zo’n groot toernooi met mij doet en dan goed presteren. Ik krijg al kriebels als ik eraan denk.” Helden Magazine editie 67 Het eerste gedeelte van het verhaal van Odile van Aanholt en Annette Duetz komt voort uit Helden Magazine nummer 67, het Sportzomerboek, waar Mathieu van der Poel de cover siert samen met Sifan Hassan, Quilindschy Hartman, Lieke Martens & Jackie Groenen. De 67ste editie van Helden is een dubbeldik Sportzomerboek, waarin er volop aandacht is voor de Tour de France voor mannen en vrouwen, het WK voetbal, en het landskampioenschap van Feyenoord. Verder in Helden 67 uitgebreide interviews met: alleskunner Sifan Hassan in aanloop naar de WK atletiek, hockeysters Sanne Koolen en Pien Sanders, zwemster Marrit Steenbergen is sterker dan ooit, wielrenster Demi Vollering, Kiran Badloe over de metamorfose van windsurfer naar foiler, Botic van de Zandschulp op weg naar de absolute tennistop, coureur en analist Giedo van der Garde over Nyck de Vries en Jos en Max Verstappen, en nog veel meer inspirerende verhalen. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine editie 67!