Word abonnee
Meer

Tennis

Niels Vink: ‘Bizar dat een bacterie dit kan doen’

Niels Vink Niels Vink (21) verloor door een meningokokkenbacterie beide benen en de topjes van zijn vingers. Als rolstoeltennisser in de quad-klasse bereikte hij de eerste plaats op de wereldranglijst en won hij tot op heden vijf grandslamtitels. Zijn grote rivaal? Landgenoot Sam Schröder. Zijn grote concurrent in de strijd om paralympisch goud in het enkelspel en zijn kompaan in de strijd om goud in het dubbelspel. Voor de fotoshoot trekt Niels Vink ‘zijn benen’ en de spijkerbroek even uit en zet ze, Nikes eronder, rechtop neer bij het bankje. Hij gaat in zijn rolstoel zitten. Voor Niels de gewoonste zaak van de wereld. “Ik was een keer in Toverland en toen ik in een attractie ging, bleef mijn moeder wachten. Ik trok mijn benen uit en die stonden daar naast de attractie. Kwam er een kind aanlopen en dat vroeg waar de andere helft van dat kind met die benen was... Ineens was ík de attractie.” Bacteriële infectie Niels had net zijn eerste verjaardag gevierd toen het misging. Hij werd aangevallen door een meningokokkenbacterie. Vlak na kerst in 2003 zaten zijn ouders plots bij hem te waken aan het ziekenhuisbed. Een bacteriële infectie takelde de kleine Niels toe. Zijn benen moesten geamputeerd, net als zijn vingertoppen. Zijn ouders vreesden dat Niels het niet zou redden. “Ik weet er gelukkig niks van. Voor mijn ouders moet het verschrikkelijk zijn geweest.” Foto’s van toen zijn er, maar die heeft Niels nog nooit gezien. “Ik wil ze liever niet zien, wil er niet aan worden herinnerd, omdat ik het niet bewust heb meegemaakt. Misschien wil ik de foto’s zien als ik ouder ben.” Uiteraard had wat Niels overkwam grote impact op het gezin. “Tijdens kerst heeft mama het altijd moeilijk gehad, omdat het in die dagen gebeurde. Daarom vind ik het altijd fijn thuis te zijn met de kerstdagen. En als mama mij dan ziet lachen, vergeet ze het weer.” Als kind liet hij zich niet tegenhouden, ondanks zijn beperkingen. “Ik kroop door de gymzaal en had verder een normale jeugd. Als een ander kind vroeg hoe ik de trap opkwam, dan liet ik dat zien. En daarna gingen we weer verder met spelen, zo makkelijk zijn kinderen. Ik was gewoon Niels. En Stiphout is klein, dus zo’n beetje iedereen wist wat er was gebeurd.” Zijn dorpsgenoten volgen hem op de voet. “Nadat ik op de Paralympische Spelen van Tokio goud en brons had gewonnen, duurde een bezoek aan de supermarkt makkelijk een uur, kinderen wilden met mij op de foto. En in het nabijgelegen Helmond voel ik me ook thuis. Mijn kleuterleraar is daar sportwethouder, ik ken de burgemeester goed, word er vaak voor iets gevraagd. Bij het nieuwe gemeentehuis werd ik als een van de bekende Helmonders gevraagd een tegeltje te zetten. Ik mocht ook het nieuwe gebouw van mijn oude middelbare school openen.” ‘Tegenwoordig kun je kosmetisch iets laten doen aan de littekens, maar dat hoeft voor mij niet. Dit is wie ik ben. Ik heb geen schaamte’ Niels kijkt naar zijn littekens. “Bizar dat een bacterie dit kan doen... Iedereen draagt ’m bij zich, bij mij ontpopte die bacterie zich. Gewoon domme pech.’’ Niels heeft ook littekens op zijn armen en een plekje op zijn gezicht. ‘‘Tegenwoordig kun je kosmetisch iets laten doen aan de littekens, maar dat hoeft voor mij niet. Dit is wie ik ben. Ik heb geen schaamte. Ik besef dat het er heftig uitziet, maar vind het ook wel grappig, zoals met de broek en benen uittrekken. Als ik een relatie zou krijgen? Nervositeit? Nee, hoor. Tja, dit is gewoon wie ik ben.” Helden Magazine nummer 73  Het eerste gedeelte van het interview met Niels Vink komt voort uit Helden Magazine nummer 73. Deze editie staat in het teken van het nieuwe voetbalseizoen, biedt uitgebreide aandacht voor wielrennen en besteedt ruimschoots aandacht aan de Paralympische Spelen. Cody Gakpo, de ster van het Nederlands elftal bij het afgelopen EK, siert de cover van Helden. In Liverpool krijgt hij nu te maken met nieuwe trainer Arne Slot en zijn assistent John Heitinga. Kan hij The Reds ook bij de hand nemen?  Voetbal  Naast Gakpo, waarbij het in het verhaal ook gaat over zijn tijd bij regerend landskampioen PSV, ook een uitgebreid interview met John de Wolf. Hij vertelt over zijn tijd met Arne Slot, Quilindschy Hartman, alzheimer en zijn imago. We maken ook kennis met het nieuwe kroonjuweel van Ajax: Jorrel Hato. In een turbulente periode bij de Amsterdamse club, ontwikkelt hij zich stormachtig. Ian Maatsen had een geweldig seizoen: haalde de Champions League-finale, kreeg een uitnodiging voor het EK en maakte een transfer naar Aston Villa. Hij doet zijn bijzondere verhaal en Lasse Schöne blikt terug op de Europa League-finale van 2017.   Wielrennen  Tom Dumoulin liet in 2015 in de Ronde van Spanje voor het eerst zien dat er een ronderenner in hem schuilde. Hij blikt uitgebreid terug op zijn indrukwekkende carrière. Een geweldige loopbaan had ook Annemiek van Vleuten. Aan de hand van foto's neemt ze ons, in aanloop naar de Tour de France Femmes die in Nederland start, mee terug in de tijd. De Tour de France voor vrouwen eindigt op Alpe d'Huez. Peter Winnen weet wat het is om te winnen op 'de Nederlandse berg'; hij flikte het twee keer. Hij neemt ons mee.  Paralympische Spelen  Paralympisch boegbeeld en atlete Fleur Jong kreeg bezoek van Victoria Koblenko. Verspringer en sprinter Joël de Jong doet zijn verhaal, kind van een donorvader en op jonge leeftijd getroffen door botkanker. Dinja en Joeri van Liere vormen een bijzonder duo: Dinja nam als dressuuramazone deel aan de Olympische Spelen in Parijs, terwijl haar broer Joeri, die als motorcrosser een dwarslaesie opliep, naar Parijs gaat als rolstoelbasketballer. Een dubbelinterview.   Nog meer Helden  Verder in deze editie van Helden: tennisser Jesper de Jong vertelt in aanloop naar de US Open onder andere over Carlos Alcaraz, Jannik Sinner, Tallon Griekspoor en zijn trouwste fan: zijn opa. Jelto Spijker is een opvallende verschijning in de machowereld van het waterpolo; hij is keeper en kwam op zijn zeventiende uit de kast. En nog veel meer! 
Niels Vink Niels Vink (21) verloor door een meningokokkenbacterie beide benen en de topjes van zijn vingers. Als rolstoeltennisser in de quad-klasse bereikte hij de eerste plaats op de wereldranglijst en won hij tot op heden vijf grandslamtitels. Zijn grote rivaal? Landgenoot Sam Schröder. Zijn grote concurrent in de strijd om paralympisch goud in het enkelspel en zijn kompaan in de strijd om goud in het dubbelspel. Voor de fotoshoot trekt Niels Vink ‘zijn benen’ en de spijkerbroek even uit en zet ze, Nikes eronder, rechtop neer bij het bankje. Hij gaat in zijn rolstoel zitten. Voor Niels de gewoonste zaak van de wereld. “Ik was een keer in Toverland en toen ik in een attractie ging, bleef mijn moeder wachten. Ik trok mijn benen uit en die stonden daar naast de attractie. Kwam er een kind aanlopen en dat vroeg waar de andere helft van dat kind met die benen was... Ineens was ík de attractie.” Bacteriële infectie Niels had net zijn eerste verjaardag gevierd toen het misging. Hij werd aangevallen door een meningokokkenbacterie. Vlak na kerst in 2003 zaten zijn ouders plots bij hem te waken aan het ziekenhuisbed. Een bacteriële infectie takelde de kleine Niels toe. Zijn benen moesten geamputeerd, net als zijn vingertoppen. Zijn ouders vreesden dat Niels het niet zou redden. “Ik weet er gelukkig niks van. Voor mijn ouders moet het verschrikkelijk zijn geweest.” Foto’s van toen zijn er, maar die heeft Niels nog nooit gezien. “Ik wil ze liever niet zien, wil er niet aan worden herinnerd, omdat ik het niet bewust heb meegemaakt. Misschien wil ik de foto’s zien als ik ouder ben.” Uiteraard had wat Niels overkwam grote impact op het gezin. “Tijdens kerst heeft mama het altijd moeilijk gehad, omdat het in die dagen gebeurde. Daarom vind ik het altijd fijn thuis te zijn met de kerstdagen. En als mama mij dan ziet lachen, vergeet ze het weer.” Als kind liet hij zich niet tegenhouden, ondanks zijn beperkingen. “Ik kroop door de gymzaal en had verder een normale jeugd. Als een ander kind vroeg hoe ik de trap opkwam, dan liet ik dat zien. En daarna gingen we weer verder met spelen, zo makkelijk zijn kinderen. Ik was gewoon Niels. En Stiphout is klein, dus zo’n beetje iedereen wist wat er was gebeurd.” Zijn dorpsgenoten volgen hem op de voet. “Nadat ik op de Paralympische Spelen van Tokio goud en brons had gewonnen, duurde een bezoek aan de supermarkt makkelijk een uur, kinderen wilden met mij op de foto. En in het nabijgelegen Helmond voel ik me ook thuis. Mijn kleuterleraar is daar sportwethouder, ik ken de burgemeester goed, word er vaak voor iets gevraagd. Bij het nieuwe gemeentehuis werd ik als een van de bekende Helmonders gevraagd een tegeltje te zetten. Ik mocht ook het nieuwe gebouw van mijn oude middelbare school openen.” ‘Tegenwoordig kun je kosmetisch iets laten doen aan de littekens, maar dat hoeft voor mij niet. Dit is wie ik ben. Ik heb geen schaamte’ Niels kijkt naar zijn littekens. “Bizar dat een bacterie dit kan doen... Iedereen draagt ’m bij zich, bij mij ontpopte die bacterie zich. Gewoon domme pech.’’ Niels heeft ook littekens op zijn armen en een plekje op zijn gezicht. ‘‘Tegenwoordig kun je kosmetisch iets laten doen aan de littekens, maar dat hoeft voor mij niet. Dit is wie ik ben. Ik heb geen schaamte. Ik besef dat het er heftig uitziet, maar vind het ook wel grappig, zoals met de broek en benen uittrekken. Als ik een relatie zou krijgen? Nervositeit? Nee, hoor. Tja, dit is gewoon wie ik ben.” Helden Magazine nummer 73  Het eerste gedeelte van het interview met Niels Vink komt voort uit Helden Magazine nummer 73. Deze editie staat in het teken van het nieuwe voetbalseizoen, biedt uitgebreide aandacht voor wielrennen en besteedt ruimschoots aandacht aan de Paralympische Spelen. Cody Gakpo, de ster van het Nederlands elftal bij het afgelopen EK, siert de cover van Helden. In Liverpool krijgt hij nu te maken met nieuwe trainer Arne Slot en zijn assistent John Heitinga. Kan hij The Reds ook bij de hand nemen?  Voetbal  Naast Gakpo, waarbij het in het verhaal ook gaat over zijn tijd bij regerend landskampioen PSV, ook een uitgebreid interview met John de Wolf. Hij vertelt over zijn tijd met Arne Slot, Quilindschy Hartman, alzheimer en zijn imago. We maken ook kennis met het nieuwe kroonjuweel van Ajax: Jorrel Hato. In een turbulente periode bij de Amsterdamse club, ontwikkelt hij zich stormachtig. Ian Maatsen had een geweldig seizoen: haalde de Champions League-finale, kreeg een uitnodiging voor het EK en maakte een transfer naar Aston Villa. Hij doet zijn bijzondere verhaal en Lasse Schöne blikt terug op de Europa League-finale van 2017.   Wielrennen  Tom Dumoulin liet in 2015 in de Ronde van Spanje voor het eerst zien dat er een ronderenner in hem schuilde. Hij blikt uitgebreid terug op zijn indrukwekkende carrière. Een geweldige loopbaan had ook Annemiek van Vleuten. Aan de hand van foto's neemt ze ons, in aanloop naar de Tour de France Femmes die in Nederland start, mee terug in de tijd. De Tour de France voor vrouwen eindigt op Alpe d'Huez. Peter Winnen weet wat het is om te winnen op 'de Nederlandse berg'; hij flikte het twee keer. Hij neemt ons mee.  Paralympische Spelen  Paralympisch boegbeeld en atlete Fleur Jong kreeg bezoek van Victoria Koblenko. Verspringer en sprinter Joël de Jong doet zijn verhaal, kind van een donorvader en op jonge leeftijd getroffen door botkanker. Dinja en Joeri van Liere vormen een bijzonder duo: Dinja nam als dressuuramazone deel aan de Olympische Spelen in Parijs, terwijl haar broer Joeri, die als motorcrosser een dwarslaesie opliep, naar Parijs gaat als rolstoelbasketballer. Een dubbelinterview.   Nog meer Helden  Verder in deze editie van Helden: tennisser Jesper de Jong vertelt in aanloop naar de US Open onder andere over Carlos Alcaraz, Jannik Sinner, Tallon Griekspoor en zijn trouwste fan: zijn opa. Jelto Spijker is een opvallende verschijning in de machowereld van het waterpolo; hij is keeper en kwam op zijn zeventiende uit de kast. En nog veel meer! 

Tennis

Jesper de Jong: ‘Als tennisser moet je een beetje gek zijn’

Jesper de Jong Jesper de Jong (24) speelde in januari zijn eerste grandslamtoernooi. Op de Australian Open bereikte hij de tweede ronde, waarin hij verloor van de huidige nummer één van de wereld, Jannik Sinner. Ook op Roland Garros haalde hij de tweede ronde, daarin pakte hij een set tegen latere winnaar Carlos Alcaraz. Helden ging in aanloop naar de US Open (26 augustus – 8 september) bij hem langs in Zandvoort. Jannik Sinner & Carlos Alcaraz “Zij gaan de komende tien jaar onze sport domineren. De manier waarop Sinner en Alcaraz zich profileren op en naast de baan is bewonderenswaardig. Ik kijk veel naar hen. Bij Alcaraz kijk ik vooral naar zijn gedrag. Het tennisgedeelte is moeilijk af te kijken; zijn lichaamsbouw heb ik niet. Maar ik kan wel wat leren van zijn professionaliteit en hoe hij mentaal op de baan staat. Alcaraz en Sinner zijn zeker op mentaal gebied grote voorbeelden. Zij balen ook heus wel als het even niet goed gaat, maar het heeft amper invloed. Alcaraz laat een teleurstelling nog iets meer zien dan Sinner. Sinner is echt een ijskonijn, laat niks merken. Bij de beste drie spelers van dit moment hoort in mijn ogen ook nog Holger Rune. Qua type speler lijkt hij een beetje op Novak Djokovic. Sinner kun je meer met Roger Federer vergelijken en Alcaraz lijkt op Rafael Nadal. Van allemaal kan ik wat leren. Rune heeft weer een ongelooflijke vechtersmentaliteit.” Zijn die spelers toegankelijk; heb je contact met hen? “Sinner en Alcaraz zijn dat absoluut. Rune ken ik van vroeger, van de jeugdtoernooien. We speelden geregeld tegen elkaar. Hij heeft zijn eerste titel bij de profs gewonnen door mij te verslaan in de finale. Hij zegt me gedag, maar Sinner en Alcaraz zijn wat toegankelijker. Maar het contact is vrij oppervlakkig, hoor.” Jij kwalificeerde je in januari bij de Australian Open voor het eerst voor het hoofdtoernooi van een grandslamtoernooi. Op de foto aan de muur in je huis in Zandvoort hangt een foto waarop je op je rug op de baan ligt. Jij had net de derde en laatste kwalificatiewedstrijd gewonnen van de Argentijn Camilo Ugo Carabelli. “Het was een absurde wedstrijd. We speelden drie uur lang in 35 graden in Melbourne. Er zat zoveel spanning op. Ik had een matchpoint op 5-4 in de derde set, werd gebroken en niet veel later mocht hij de wedstrijd uitserveren, maar brak ik hem. De supertiebreak won ik met 10-7. Ik was al een aantal keren dichtbij kwalificatie geweest. Op de US Open van 2022 stond ik een set en een break voor, maar verloor alsnog. Op Roland Garros lukte het vorig jaar ook niet, na een grote voorsprong. Het was een struggle, maar in Australië lukte het me eindelijk om me te kwalificeren voor een grandslamtoernooi.” Helden Magazine nummer 73  Het eerste gedeelte van het interview met Jesper de Jong komt voort uit Helden Magazine nummer 73. Deze editie staat in het teken van het nieuwe voetbalseizoen, biedt uitgebreide aandacht voor wielrennen en besteedt ruimschoots aandacht aan de Paralympische Spelen. Cody Gakpo, de ster van het Nederlands elftal bij het afgelopen EK, siert de cover van Helden. In Liverpool krijgt hij nu te maken met nieuwe trainer Arne Slot en zijn assistent John Heitinga. Kan hij The Reds ook bij de hand nemen?  Voetbal  Naast Gakpo, waarbij het in het verhaal ook gaat over zijn tijd bij regerend landskampioen PSV, ook een uitgebreid interview met John de Wolf. Hij vertelt over zijn tijd met Arne Slot, Quilindschy Hartman, alzheimer en zijn imago. We maken ook kennis met het nieuwe kroonjuweel van Ajax: Jorrel Hato. In een turbulente periode bij de Amsterdamse club, ontwikkelt hij zich stormachtig. Ian Maatsen had een geweldig seizoen: haalde de Champions League-finale, kreeg een uitnodiging voor het EK en maakte een transfer naar Aston Villa. Hij doet zijn bijzondere verhaal en Lasse Schöne blikt terug op de Europa League-finale van 2017.   Wielrennen  Tom Dumoulin liet in 2015 in de Ronde van Spanje voor het eerst zien dat er een ronderenner in hem schuilde. Hij blikt uitgebreid terug op zijn indrukwekkende carrière. Een geweldige loopbaan had ook Annemiek van Vleuten. Aan de hand van foto's neemt ze ons, in aanloop naar de Tour de France Femmes die in Nederland start, mee terug in de tijd. De Tour de France voor vrouwen eindigt op Alpe d'Huez. Peter Winnen weet wat het is om te winnen op 'de Nederlandse berg'; hij flikte het twee keer. Hij neemt ons mee.  Paralympische Spelen  Paralympisch boegbeeld en atlete Fleur Jong kreeg bezoek van Victoria Koblenko. Niels Vink, een van de beste quad-rolstoeltennissers, vertelt zijn verhaal. Dat doet ook verspringer en sprinter Joël de Jong, kind van een donorvader en op jonge leeftijd getroffen door botkanker. Dinja en Joeri van Liere vormen een bijzonder duo: Dinja nam als dressuuramazone deel aan de Olympische Spelen in Parijs, terwijl haar broer Joeri, die als motorcrosser een dwarslaesie opliep, naar Parijs gaat als rolstoelbasketballer. Een dubbelinterview.  
Jesper de Jong Jesper de Jong (24) speelde in januari zijn eerste grandslamtoernooi. Op de Australian Open bereikte hij de tweede ronde, waarin hij verloor van de huidige nummer één van de wereld, Jannik Sinner. Ook op Roland Garros haalde hij de tweede ronde, daarin pakte hij een set tegen latere winnaar Carlos Alcaraz. Helden ging in aanloop naar de US Open (26 augustus – 8 september) bij hem langs in Zandvoort. Jannik Sinner & Carlos Alcaraz “Zij gaan de komende tien jaar onze sport domineren. De manier waarop Sinner en Alcaraz zich profileren op en naast de baan is bewonderenswaardig. Ik kijk veel naar hen. Bij Alcaraz kijk ik vooral naar zijn gedrag. Het tennisgedeelte is moeilijk af te kijken; zijn lichaamsbouw heb ik niet. Maar ik kan wel wat leren van zijn professionaliteit en hoe hij mentaal op de baan staat. Alcaraz en Sinner zijn zeker op mentaal gebied grote voorbeelden. Zij balen ook heus wel als het even niet goed gaat, maar het heeft amper invloed. Alcaraz laat een teleurstelling nog iets meer zien dan Sinner. Sinner is echt een ijskonijn, laat niks merken. Bij de beste drie spelers van dit moment hoort in mijn ogen ook nog Holger Rune. Qua type speler lijkt hij een beetje op Novak Djokovic. Sinner kun je meer met Roger Federer vergelijken en Alcaraz lijkt op Rafael Nadal. Van allemaal kan ik wat leren. Rune heeft weer een ongelooflijke vechtersmentaliteit.” Zijn die spelers toegankelijk; heb je contact met hen? “Sinner en Alcaraz zijn dat absoluut. Rune ken ik van vroeger, van de jeugdtoernooien. We speelden geregeld tegen elkaar. Hij heeft zijn eerste titel bij de profs gewonnen door mij te verslaan in de finale. Hij zegt me gedag, maar Sinner en Alcaraz zijn wat toegankelijker. Maar het contact is vrij oppervlakkig, hoor.” Jij kwalificeerde je in januari bij de Australian Open voor het eerst voor het hoofdtoernooi van een grandslamtoernooi. Op de foto aan de muur in je huis in Zandvoort hangt een foto waarop je op je rug op de baan ligt. Jij had net de derde en laatste kwalificatiewedstrijd gewonnen van de Argentijn Camilo Ugo Carabelli. “Het was een absurde wedstrijd. We speelden drie uur lang in 35 graden in Melbourne. Er zat zoveel spanning op. Ik had een matchpoint op 5-4 in de derde set, werd gebroken en niet veel later mocht hij de wedstrijd uitserveren, maar brak ik hem. De supertiebreak won ik met 10-7. Ik was al een aantal keren dichtbij kwalificatie geweest. Op de US Open van 2022 stond ik een set en een break voor, maar verloor alsnog. Op Roland Garros lukte het vorig jaar ook niet, na een grote voorsprong. Het was een struggle, maar in Australië lukte het me eindelijk om me te kwalificeren voor een grandslamtoernooi.” Helden Magazine nummer 73  Het eerste gedeelte van het interview met Jesper de Jong komt voort uit Helden Magazine nummer 73. Deze editie staat in het teken van het nieuwe voetbalseizoen, biedt uitgebreide aandacht voor wielrennen en besteedt ruimschoots aandacht aan de Paralympische Spelen. Cody Gakpo, de ster van het Nederlands elftal bij het afgelopen EK, siert de cover van Helden. In Liverpool krijgt hij nu te maken met nieuwe trainer Arne Slot en zijn assistent John Heitinga. Kan hij The Reds ook bij de hand nemen?  Voetbal  Naast Gakpo, waarbij het in het verhaal ook gaat over zijn tijd bij regerend landskampioen PSV, ook een uitgebreid interview met John de Wolf. Hij vertelt over zijn tijd met Arne Slot, Quilindschy Hartman, alzheimer en zijn imago. We maken ook kennis met het nieuwe kroonjuweel van Ajax: Jorrel Hato. In een turbulente periode bij de Amsterdamse club, ontwikkelt hij zich stormachtig. Ian Maatsen had een geweldig seizoen: haalde de Champions League-finale, kreeg een uitnodiging voor het EK en maakte een transfer naar Aston Villa. Hij doet zijn bijzondere verhaal en Lasse Schöne blikt terug op de Europa League-finale van 2017.   Wielrennen  Tom Dumoulin liet in 2015 in de Ronde van Spanje voor het eerst zien dat er een ronderenner in hem schuilde. Hij blikt uitgebreid terug op zijn indrukwekkende carrière. Een geweldige loopbaan had ook Annemiek van Vleuten. Aan de hand van foto's neemt ze ons, in aanloop naar de Tour de France Femmes die in Nederland start, mee terug in de tijd. De Tour de France voor vrouwen eindigt op Alpe d'Huez. Peter Winnen weet wat het is om te winnen op 'de Nederlandse berg'; hij flikte het twee keer. Hij neemt ons mee.  Paralympische Spelen  Paralympisch boegbeeld en atlete Fleur Jong kreeg bezoek van Victoria Koblenko. Niels Vink, een van de beste quad-rolstoeltennissers, vertelt zijn verhaal. Dat doet ook verspringer en sprinter Joël de Jong, kind van een donorvader en op jonge leeftijd getroffen door botkanker. Dinja en Joeri van Liere vormen een bijzonder duo: Dinja nam als dressuuramazone deel aan de Olympische Spelen in Parijs, terwijl haar broer Joeri, die als motorcrosser een dwarslaesie opliep, naar Parijs gaat als rolstoelbasketballer. Een dubbelinterview.  

BMX

Niek Kimmann: ‘Ik ben bezig met een grote ontdekkingsreis’

Niek Kimmann Olympisch goud, wereldtitels; Niek Kimmann won alles wat er te winnen valt als BMX’er. Na de Spelen in Tokio had hij het moeilijk en kreeg hij te maken met een postolympische dip. Maar in aanloop naar Parijs staat hij er weer. Een monoloog in Helden Magazine nummer 72 over goud, vallen en weer opstaan met de aanstaande vader. “Ik ben na de Spelen in Tokio zoekende geweest. Ik begon op mijn zevende met fietsen, was twaalf toen BMX’en een olympische sport werd. Van jongs af aan waren de Spelen mijn grote doel, daar wilde ik op een dag heen. Ik werd op mijn achttiende wereldkampioen bij de junioren en een jaar later, in 2015, ook meteen bij de senioren. Het bleef maar goed gaan. Als ik het ene doel had bereikt, ging ik door naar het volgende. Ik was ook nooit tevreden. Als ik een nationale wedstrijd won, dacht ik: leuk, maar dit is geen Europese wedstrijd. Als ik een Europese wedstrijd won, zei ik tegen mezelf: dit is geen WK. En toen ik wereldkampioen werd, redeneerde ik: mooi, maar dit zijn niet de Spelen. In mijn hoofd zat ook steeds: als ik op de Spelen geen medaille pak, dan voelt dat als falen. Ik was daar al die jaren heel extreem in. Voortdurend waren de Spelen die heel heldere stip op de horizon. Als je ergens al meer dan de helft van je leven naartoe hebt geleefd en je bereikt meteen het allerhoogste, dan is dat heel erg mooi. Olympisch kampioen, beter wordt het niet als sportman. Meteen daarna werd ik ook nog eens wereldkampioen in eigen land. Zo bizar. En toen had ik dus alles bereikt waarvan ik had gedroomd. Voor het eerst was ik tevreden. Heel comfortabel als je dat kunt zijn over jezelf, maar al snel was het heel oncomfortabel om me zo comfortabel te voelen. Omdat ik nooit dat gevoel had gehad. Al snel kwam die ene vraag omhoog: welke kant wil ik nu op, wat ga ik doen? Tot en met de Spelen was het pad dat ik moest bewandelen heel duidelijk en ineens was er geen pad meer. Ik kreeg te maken met een postolympische dip. Maar doordat er door het uitstellen van de Spelen in Tokio slechts drie jaar zat tot Parijs besloot ik maar gewoon door te gaan. Ik kon erop wachten dat het misging, dat gebeurde in 2022. Ik ben in het jaar na de Spelen naar Amerika gegaan om de USABMX Nationals, een serie wedstrijden daar, te rijden. In Europa kende ik alle banen op mijn duimpje en daar was bijna alles nieuw voor me. Op die manier probeerde ik nieuwe prikkels te krijgen. Ik had in 2021 alles gewonnen wat er te winnen viel, dan sluipt in je hoofd: elk doel wat ik stel, haal ik. Ik had de standaard voor mezelf in 2021 zo hoog gelegd en ergens bekroop me toen de angst dat er een moment zou komen dat ik mijn doelen niet zou halen en dat mijn illusie naar de klote zou gaan. Achteraf was ik in 2022 bang om een hard doel te stellen, ik deed eigenlijk van alles wat. Want dan had ik voor mezelf ook een excuus als ik mijn doelen niet haalde. Dat kon ik tegen mezelf zeggen: ja, maar ik ging er ook niet vol voor. Ik was mezelf aan het saboteren. Op een gegeven moment dacht ik: wie probeer je nou eigenlijk voor de gek te houden? Topsport is: geen excuses. En ik was juist op zoek naar excuses. Dat had ik nooit gehad. Maar het ontstond doordat ik tot en met de Spelen de lat zo vreselijk hoog voor mezelf had gelegd. Ik zei op een gegeven moment tegen mezelf: je moet een doel stellen, daar vol voor gaan en als je het dan niet haalt, is het ook goed. Dat is makkelijker gezegd dan gedaan. 'Ik was mezelf aan het saboteren. Op een gegeven moment dacht ik: wie probeer je nou eigenlijk voor de gek te houden?' Ik was in 2022 ineens helemaal klaar met BMX’en, heb drie maanden lang mijn fiets niet aangeraakt. In die periode ben ik heel veel boeken gaan lezen, autobiografieën van sporters om erachter te komen hoe zij met zulke situaties zijn omgegaan. Ik vond het ook interessant om Tom Dumoulin in die periode te volgen. Hij had de Giro gewonnen, was wereldkampioen tijdrijden geworden, werd tweede in de Tour en op de Spelen en was op het moment dat ik zoekende was ook zoekende. Ik merkte ook dat de meeste sporters die zoekende waren drie jaar later gestopt waren met topsport. Dat gaf me niet veel vertrouwen. Ik realiseerde me dat het vooral belangrijk was dat ik mijn eigen weg zou zoeken. Ik heb in die periode ook met een sportpsycholoog gesproken en veel met mijn ouders gekletst.” Helden Magazine nummer 72 Het eerste gedeelte van het interview met Niek Kimmann komt voort uit Helden Magazine nummer 72. Het extra dikke zomernummer van Helden staat volledig in het teken van drie grote sportevenementen: het EK voetbal in Duitsland, de Tour de France en de Olympische Spelen in Parijs. Op de cover van de 204 pagina's tellende editie schitteren drie rolmodellen van wereldklasse uit de Nederlandse atletiek: Femke Bol, Sifan Hassan en Lieke Klaver. Wat is het geheim van hun succes? Experts zoals Ellen van Langen, Caroline Feith, Bart Bennema en Gregory Sedoc delen hun inzichten. EK voetbal De sportzomer van 2024 wordt afgetrapt met het EK voetbal, dat op 14 juni begint. In deze Helden een verhaal over Ronald Koeman. Onder andere Frank Rijkaard, Ruud Gullit, broer Erwin Koeman, Guus Hiddink, Jordi Cruijff en Rafael van der Vaart delen hun mening over de bondscoach van het Nederlands elftal. Verder ging Helden naar Milaan voor een interview met revelatie Tijjani Reijnders en zijn vrouw. Daley Blind 106-voudig international - bespreekt zijn indrukwekkende carrière aan de hand van foto’s. Brian Brobbey over de bondscoach, Marco van Basten, zijn toekomst, zijn roots en racisme. Arie Haan gaat vijftig jaar terug in de tijd, naar het WK voetbal in West-Duitsland dat eindigde met een nationaal trauma. Jan Wouters blikt terug op het gewonnen EK van 1988, ook in Duitsland. Het is nog altijd de enige hoofdprijs van Oranje. Tour de France  Na het EK volgt de Tour de France, van 29 juni tot en met 21 juli. In deze Helden lees je een interview met sprinter Fabio Jakobsen en een portret van Mathieu van der Poel, die ook de olympische wegwedstrijd in Parijs rijdt. Jeroen Blijlevens en Steven de Jongh, ploegleiders bij Lidl-Trek, vertellen hun verhaal, en we vragen ons af: kan Sepp Kuss na de Vuelta ook de Tour winnen? Olympische Spelen De Olympische Spelen vinden plaats van 26 juli tot en met 11 augustus. Chef de mission Pieter van den Hoogenband kijkt terug op zijn gouden race twintig jaar geleden. Turnster Sanne Wevers bereidt zich voor op haar laatste kunstje, en baanwielrenner Harrie Lavreysen spreekt over hoge verwachtingen. Sharon van Rouwendaal gaat voor goud in het openwater, roeizussen Bente en Ilse Paulis geven een dubbelinterview, en Simone van de Kraats hoopt op goud in het waterpolo. Bovendien gingen we op bezoek bij Tes Schouten, Caspar Corbeau en Arno Kamminga, de drie schoolslagmusketiers. Alle drie zijn ze een medaillekandidaat in Parijs. Voor het eerst sinds 1992 plaatse een Nederlands duo zich op de 500 meter kanosprint voor de Spelen. Hoog tijd om kennis te maken met Selma Konijn en Ruth Vorsselman. Triatlontopper Maya Kingma stelde ernstige misstanden aan de kaak binnen het topsportprogramma van de triatlonbond. Dat werd de triatleet niet door iedereen in dank afgenomen. Joost Luiten is sinds kort vader en worstelde met golfyips. In aanloop naar de KLM Open, die hij twee keer won, doet hij zijn verhaal.
Niek Kimmann Olympisch goud, wereldtitels; Niek Kimmann won alles wat er te winnen valt als BMX’er. Na de Spelen in Tokio had hij het moeilijk en kreeg hij te maken met een postolympische dip. Maar in aanloop naar Parijs staat hij er weer. Een monoloog in Helden Magazine nummer 72 over goud, vallen en weer opstaan met de aanstaande vader. “Ik ben na de Spelen in Tokio zoekende geweest. Ik begon op mijn zevende met fietsen, was twaalf toen BMX’en een olympische sport werd. Van jongs af aan waren de Spelen mijn grote doel, daar wilde ik op een dag heen. Ik werd op mijn achttiende wereldkampioen bij de junioren en een jaar later, in 2015, ook meteen bij de senioren. Het bleef maar goed gaan. Als ik het ene doel had bereikt, ging ik door naar het volgende. Ik was ook nooit tevreden. Als ik een nationale wedstrijd won, dacht ik: leuk, maar dit is geen Europese wedstrijd. Als ik een Europese wedstrijd won, zei ik tegen mezelf: dit is geen WK. En toen ik wereldkampioen werd, redeneerde ik: mooi, maar dit zijn niet de Spelen. In mijn hoofd zat ook steeds: als ik op de Spelen geen medaille pak, dan voelt dat als falen. Ik was daar al die jaren heel extreem in. Voortdurend waren de Spelen die heel heldere stip op de horizon. Als je ergens al meer dan de helft van je leven naartoe hebt geleefd en je bereikt meteen het allerhoogste, dan is dat heel erg mooi. Olympisch kampioen, beter wordt het niet als sportman. Meteen daarna werd ik ook nog eens wereldkampioen in eigen land. Zo bizar. En toen had ik dus alles bereikt waarvan ik had gedroomd. Voor het eerst was ik tevreden. Heel comfortabel als je dat kunt zijn over jezelf, maar al snel was het heel oncomfortabel om me zo comfortabel te voelen. Omdat ik nooit dat gevoel had gehad. Al snel kwam die ene vraag omhoog: welke kant wil ik nu op, wat ga ik doen? Tot en met de Spelen was het pad dat ik moest bewandelen heel duidelijk en ineens was er geen pad meer. Ik kreeg te maken met een postolympische dip. Maar doordat er door het uitstellen van de Spelen in Tokio slechts drie jaar zat tot Parijs besloot ik maar gewoon door te gaan. Ik kon erop wachten dat het misging, dat gebeurde in 2022. Ik ben in het jaar na de Spelen naar Amerika gegaan om de USABMX Nationals, een serie wedstrijden daar, te rijden. In Europa kende ik alle banen op mijn duimpje en daar was bijna alles nieuw voor me. Op die manier probeerde ik nieuwe prikkels te krijgen. Ik had in 2021 alles gewonnen wat er te winnen viel, dan sluipt in je hoofd: elk doel wat ik stel, haal ik. Ik had de standaard voor mezelf in 2021 zo hoog gelegd en ergens bekroop me toen de angst dat er een moment zou komen dat ik mijn doelen niet zou halen en dat mijn illusie naar de klote zou gaan. Achteraf was ik in 2022 bang om een hard doel te stellen, ik deed eigenlijk van alles wat. Want dan had ik voor mezelf ook een excuus als ik mijn doelen niet haalde. Dat kon ik tegen mezelf zeggen: ja, maar ik ging er ook niet vol voor. Ik was mezelf aan het saboteren. Op een gegeven moment dacht ik: wie probeer je nou eigenlijk voor de gek te houden? Topsport is: geen excuses. En ik was juist op zoek naar excuses. Dat had ik nooit gehad. Maar het ontstond doordat ik tot en met de Spelen de lat zo vreselijk hoog voor mezelf had gelegd. Ik zei op een gegeven moment tegen mezelf: je moet een doel stellen, daar vol voor gaan en als je het dan niet haalt, is het ook goed. Dat is makkelijker gezegd dan gedaan. 'Ik was mezelf aan het saboteren. Op een gegeven moment dacht ik: wie probeer je nou eigenlijk voor de gek te houden?' Ik was in 2022 ineens helemaal klaar met BMX’en, heb drie maanden lang mijn fiets niet aangeraakt. In die periode ben ik heel veel boeken gaan lezen, autobiografieën van sporters om erachter te komen hoe zij met zulke situaties zijn omgegaan. Ik vond het ook interessant om Tom Dumoulin in die periode te volgen. Hij had de Giro gewonnen, was wereldkampioen tijdrijden geworden, werd tweede in de Tour en op de Spelen en was op het moment dat ik zoekende was ook zoekende. Ik merkte ook dat de meeste sporters die zoekende waren drie jaar later gestopt waren met topsport. Dat gaf me niet veel vertrouwen. Ik realiseerde me dat het vooral belangrijk was dat ik mijn eigen weg zou zoeken. Ik heb in die periode ook met een sportpsycholoog gesproken en veel met mijn ouders gekletst.” Helden Magazine nummer 72 Het eerste gedeelte van het interview met Niek Kimmann komt voort uit Helden Magazine nummer 72. Het extra dikke zomernummer van Helden staat volledig in het teken van drie grote sportevenementen: het EK voetbal in Duitsland, de Tour de France en de Olympische Spelen in Parijs. Op de cover van de 204 pagina's tellende editie schitteren drie rolmodellen van wereldklasse uit de Nederlandse atletiek: Femke Bol, Sifan Hassan en Lieke Klaver. Wat is het geheim van hun succes? Experts zoals Ellen van Langen, Caroline Feith, Bart Bennema en Gregory Sedoc delen hun inzichten. EK voetbal De sportzomer van 2024 wordt afgetrapt met het EK voetbal, dat op 14 juni begint. In deze Helden een verhaal over Ronald Koeman. Onder andere Frank Rijkaard, Ruud Gullit, broer Erwin Koeman, Guus Hiddink, Jordi Cruijff en Rafael van der Vaart delen hun mening over de bondscoach van het Nederlands elftal. Verder ging Helden naar Milaan voor een interview met revelatie Tijjani Reijnders en zijn vrouw. Daley Blind 106-voudig international - bespreekt zijn indrukwekkende carrière aan de hand van foto’s. Brian Brobbey over de bondscoach, Marco van Basten, zijn toekomst, zijn roots en racisme. Arie Haan gaat vijftig jaar terug in de tijd, naar het WK voetbal in West-Duitsland dat eindigde met een nationaal trauma. Jan Wouters blikt terug op het gewonnen EK van 1988, ook in Duitsland. Het is nog altijd de enige hoofdprijs van Oranje. Tour de France  Na het EK volgt de Tour de France, van 29 juni tot en met 21 juli. In deze Helden lees je een interview met sprinter Fabio Jakobsen en een portret van Mathieu van der Poel, die ook de olympische wegwedstrijd in Parijs rijdt. Jeroen Blijlevens en Steven de Jongh, ploegleiders bij Lidl-Trek, vertellen hun verhaal, en we vragen ons af: kan Sepp Kuss na de Vuelta ook de Tour winnen? Olympische Spelen De Olympische Spelen vinden plaats van 26 juli tot en met 11 augustus. Chef de mission Pieter van den Hoogenband kijkt terug op zijn gouden race twintig jaar geleden. Turnster Sanne Wevers bereidt zich voor op haar laatste kunstje, en baanwielrenner Harrie Lavreysen spreekt over hoge verwachtingen. Sharon van Rouwendaal gaat voor goud in het openwater, roeizussen Bente en Ilse Paulis geven een dubbelinterview, en Simone van de Kraats hoopt op goud in het waterpolo. Bovendien gingen we op bezoek bij Tes Schouten, Caspar Corbeau en Arno Kamminga, de drie schoolslagmusketiers. Alle drie zijn ze een medaillekandidaat in Parijs. Voor het eerst sinds 1992 plaatse een Nederlands duo zich op de 500 meter kanosprint voor de Spelen. Hoog tijd om kennis te maken met Selma Konijn en Ruth Vorsselman. Triatlontopper Maya Kingma stelde ernstige misstanden aan de kaak binnen het topsportprogramma van de triatlonbond. Dat werd de triatleet niet door iedereen in dank afgenomen. Joost Luiten is sinds kort vader en worstelde met golfyips. In aanloop naar de KLM Open, die hij twee keer won, doet hij zijn verhaal.

Tennis

Tallon Griekspoor: ‘Eén voor allen, allen voor één’

Kevin, Scott (beiden 33) en Tallon Griekspoor (27) zijn niet alleen broers, ze zijn ook brothers in arms. Ze schopten het alle drie tot tennisprof. Tweelingbroers Kevin en Scott stopten in 2017 en 2019 door fysieke ongemakken en gingen aan de slag in het familiebedrijf, een groot aannemingsbedrijf in Nieuw-Vennep. Tallon ging door. Hij won in 2023 twee ATP-toernooien en sloot het jaar af als nummer 23 van de wereld. Een gesprek met de Drie Musketiers in aanloop naar de ABN AMRO Open (10-18 februari). Het is een drukte van belang bij Griekspoor BV in Nieuw-Vennep. Het bouw- en aannemingsbedrijf werd in de jaren zestig van de vorige eeuw opgezet door Joop Griekspoor, die destijds begon met het uitbaggeren van sloten in de Haarlemmermeer. Het bedrijf werd steeds groter. Zoons Ron en Frank werden daarna CEO en inmiddels is ook de derde generatie nauw betrokken bij het familiebedrijf. De tweeling Kevin en Scott reisde nog niet zo lang geleden als tennisprofs de wereld rond, maar geeft nu mede sturing aan het bedrijf dat hun achternaam draagt. En dan is er nog Tallon Griekspoor: vijfenhalf jaar jonger en dus de benjamin van het stel, maar ook de beste tennisser van Nederland. In 2023 won hij twee ATP-toernooien – in het Indiase Puna en in Rosmalen – haalde de finale in Washington en de halve finale van de ABN AMRO Open. Ook bereikte hij zijn hoogste ranking (21) ooit en sloot het jaar uiteindelijk af als de nummer 23 van de wereld. Tijd om de drie broers samen te brengen op vertrouwde grond. Niet alleen het familiebedrijf bevindt zich hier, ook het ouderlijk huis was hier gevestigd. Ze reden er rond op hun crossfietsjes en brachten uren door op de tennisbaan die speciaal voor hen werd aangelegd. Wat nou als jullie kleine broertje een wedstrijd speelt terwijl jullie aan het werk zijn? Kevin: “Nou, dan staat de tv aan of we kijken via een livestream op de iPad en die zetten we dan naast de computer. Scott en ik zitten bij elkaar op kantoor, dus er is altijd wel een van ons die zegt: ‘Hij gaat zo beginnen.’” Scott: “Wij leven heel erg mee met Tallon.” Hoe was het om hem in 2023 twee ATP- toernooien te zien winnen? Scott: “Fantastisch. De toernooizege in Pune, vorig jaar januari, kwam ook voor ons een beetje onverwachts. De tweede was misschien nog wel mooier. Winnen in eigen land, veel mooier wordt het toch niet?” Denken jullie nooit: ons broertje flikt wat ons niet is gelukt? Kevin, lachend: “Nee, zo denken wij totaal niet. We zijn alleen maar heel erg trots. Zo mooi wat hij nu al heeft bereikt. En we gunnen hem nog veel meer.” Niet bang De gedachten van Tallon gaan terug naar afgelopen zomer toen hij het ATP- toernooi van Rosmalen won. “Ik speel graag in eigen land, heb altijd geroepen dat ik train om uiteindelijk op de mooiste en grootste banen te spelen. Voor mij horen de centercourts in Ahoy en Rosmalen daarbij. De titel pakken op Rosmalen was zo mooi. Mijn familie en vrienden waren er de hele week bij. Mijn vader, Kevin en Scott reden telkens op en neer, hoe laat ik ook speelde. Ze hadden hun werk en daardoor liep het in het bedrijf misschien wat stroever, maar dat maakte hen niet uit.” Dus het was een dure week voor Griekspoor BV? Kevin, lachend: “Ja.” Tallon, terwijl hij zijn broers aankijkt: “Maar ik heb ook reclame gemaakt, hè.” Dan serieus: “Mijn successen zijn er ook dankzij mijn familie, met name Kevin en Scott. Wij hebben altijd samen getraind en veel met elkaar gereisd. Het is heel bijzonder dat wij dit als broers met zijn drieën hebben meegemaakt. Hoeveel families kunnen dat nu zeggen? Ik vond het ook heel jammer dat eerst Kevin en daarna Scott stopte. Stond ik er ineens alleen voor. Het mooie was dat ook toen ze gestopt waren, ze nog met mij meegereisd zijn. Ze waren er voor me toen ik het lastig had en nu vind ik het extra mooi dat ik de successen met mijn broers kan delen.” Scott: ‘Tallon liep vroeger de kantjes er weleens vanaf. Dan dachten Kevin en ik: nou jongen, het zou niet verkeerd zijn als je wat meer van ons had’ Kevin: “Een paar jaar geleden had niemand gedacht dat Tallon het zou schoppen tot de 21ste plaats op de wereldranglijst. Zijn persoonlijkheid of karakter springt er voor mij uit. Ik wil niet zeggen dat hij een bluffer is, maar Tallon is niet bang voor de grote banen. Ik had er juist altijd meer moeite mee als ik op de grotere banen moest spelen, dan had ik stress en was ik zenuwachtig. Als ik naar Tal kijk: die heeft dat totaal niet. Tallon durft ook gewoon te zeggen waar het op staat, hij verschuilt zich niet en zegt eerlijk wat hij denkt. Naast een goed team om je heen verzamelen en de tenniskwaliteiten, is dat wel een houding of instelling waarmee je het ver kunt schoppen.” Helden Magazine 70 Het eerste gedeelte van het interview met Tallon, Kevin en Scott Griekspoor komt voort uit het eerste nummer van 2024. Jutta Leerdam schittert op de cover van de zeventigste editie van Helden. Ze heeft een grote schare fans en volgers. Hoe kijkt ze naar zichzelf? En hoe kijken anderen naar haar. ‘’Echt, schaatsen staat bij mij altijd voorop.’’ In Helden Magazine 70 is er veel aandacht voor de wintersporten. Het jonge Amerikaanse fenomeen Jordan Stolz vragen we naar zijn geheim en de samenwerking met Irene Schouten en Jillert Anema. Shorttrackzusjes Xandra en Michelle Velzeboer veroveren samen de wereld, een dubbelinterview in aanloop naar de WK in Rotterdam. Collega-shorttracker Jens van ’t Wout ontmoet Victoria Koblenko. Daarnaast is er ook aandacht voor voetbal. Peter Bosz is met PSV hard op weg naar zijn eerste landstitel. De kans is groot dat PSV zijn laatste club is als trainer. Calvin Stengs is helemaal terug, schittert bij Feyenoord en Oranje. We gingen langs bij Calvin, zijn vriendin Beau de Boer – dochter van Frank de Boer – en zoontje Saint. Frits Barend eert Ruud Geels, de vaak verguisde spits die in november overleed en oud-voetballer Michael Mols spreekt over de tumor die in zijn hoofd werd ontdekt. Verder kwam wielrenner Milan Vader in 2022 zwaar ten val, lag in coma en keerde na een lange revalidatie terug aan de top, met dank aan vriendin Ilse Lutke die niet van zijn zijde week. Veldrijdster Fem van Empel is een multitalent, maar het is wel wennen dat iedereen haar vergelijkt met Mathieu van der Poel. Als laatste stroomt het racen bij duizendpoot Tom Coronel door zijn bloed. “Max Verstappen is beter dan iedereen die ik ooit heb gezien.” Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 70 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van jouw favoriete sporters? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.
Kevin, Scott (beiden 33) en Tallon Griekspoor (27) zijn niet alleen broers, ze zijn ook brothers in arms. Ze schopten het alle drie tot tennisprof. Tweelingbroers Kevin en Scott stopten in 2017 en 2019 door fysieke ongemakken en gingen aan de slag in het familiebedrijf, een groot aannemingsbedrijf in Nieuw-Vennep. Tallon ging door. Hij won in 2023 twee ATP-toernooien en sloot het jaar af als nummer 23 van de wereld. Een gesprek met de Drie Musketiers in aanloop naar de ABN AMRO Open (10-18 februari). Het is een drukte van belang bij Griekspoor BV in Nieuw-Vennep. Het bouw- en aannemingsbedrijf werd in de jaren zestig van de vorige eeuw opgezet door Joop Griekspoor, die destijds begon met het uitbaggeren van sloten in de Haarlemmermeer. Het bedrijf werd steeds groter. Zoons Ron en Frank werden daarna CEO en inmiddels is ook de derde generatie nauw betrokken bij het familiebedrijf. De tweeling Kevin en Scott reisde nog niet zo lang geleden als tennisprofs de wereld rond, maar geeft nu mede sturing aan het bedrijf dat hun achternaam draagt. En dan is er nog Tallon Griekspoor: vijfenhalf jaar jonger en dus de benjamin van het stel, maar ook de beste tennisser van Nederland. In 2023 won hij twee ATP-toernooien – in het Indiase Puna en in Rosmalen – haalde de finale in Washington en de halve finale van de ABN AMRO Open. Ook bereikte hij zijn hoogste ranking (21) ooit en sloot het jaar uiteindelijk af als de nummer 23 van de wereld. Tijd om de drie broers samen te brengen op vertrouwde grond. Niet alleen het familiebedrijf bevindt zich hier, ook het ouderlijk huis was hier gevestigd. Ze reden er rond op hun crossfietsjes en brachten uren door op de tennisbaan die speciaal voor hen werd aangelegd. Wat nou als jullie kleine broertje een wedstrijd speelt terwijl jullie aan het werk zijn? Kevin: “Nou, dan staat de tv aan of we kijken via een livestream op de iPad en die zetten we dan naast de computer. Scott en ik zitten bij elkaar op kantoor, dus er is altijd wel een van ons die zegt: ‘Hij gaat zo beginnen.’” Scott: “Wij leven heel erg mee met Tallon.” Hoe was het om hem in 2023 twee ATP- toernooien te zien winnen? Scott: “Fantastisch. De toernooizege in Pune, vorig jaar januari, kwam ook voor ons een beetje onverwachts. De tweede was misschien nog wel mooier. Winnen in eigen land, veel mooier wordt het toch niet?” Denken jullie nooit: ons broertje flikt wat ons niet is gelukt? Kevin, lachend: “Nee, zo denken wij totaal niet. We zijn alleen maar heel erg trots. Zo mooi wat hij nu al heeft bereikt. En we gunnen hem nog veel meer.” Niet bang De gedachten van Tallon gaan terug naar afgelopen zomer toen hij het ATP- toernooi van Rosmalen won. “Ik speel graag in eigen land, heb altijd geroepen dat ik train om uiteindelijk op de mooiste en grootste banen te spelen. Voor mij horen de centercourts in Ahoy en Rosmalen daarbij. De titel pakken op Rosmalen was zo mooi. Mijn familie en vrienden waren er de hele week bij. Mijn vader, Kevin en Scott reden telkens op en neer, hoe laat ik ook speelde. Ze hadden hun werk en daardoor liep het in het bedrijf misschien wat stroever, maar dat maakte hen niet uit.” Dus het was een dure week voor Griekspoor BV? Kevin, lachend: “Ja.” Tallon, terwijl hij zijn broers aankijkt: “Maar ik heb ook reclame gemaakt, hè.” Dan serieus: “Mijn successen zijn er ook dankzij mijn familie, met name Kevin en Scott. Wij hebben altijd samen getraind en veel met elkaar gereisd. Het is heel bijzonder dat wij dit als broers met zijn drieën hebben meegemaakt. Hoeveel families kunnen dat nu zeggen? Ik vond het ook heel jammer dat eerst Kevin en daarna Scott stopte. Stond ik er ineens alleen voor. Het mooie was dat ook toen ze gestopt waren, ze nog met mij meegereisd zijn. Ze waren er voor me toen ik het lastig had en nu vind ik het extra mooi dat ik de successen met mijn broers kan delen.” Scott: ‘Tallon liep vroeger de kantjes er weleens vanaf. Dan dachten Kevin en ik: nou jongen, het zou niet verkeerd zijn als je wat meer van ons had’ Kevin: “Een paar jaar geleden had niemand gedacht dat Tallon het zou schoppen tot de 21ste plaats op de wereldranglijst. Zijn persoonlijkheid of karakter springt er voor mij uit. Ik wil niet zeggen dat hij een bluffer is, maar Tallon is niet bang voor de grote banen. Ik had er juist altijd meer moeite mee als ik op de grotere banen moest spelen, dan had ik stress en was ik zenuwachtig. Als ik naar Tal kijk: die heeft dat totaal niet. Tallon durft ook gewoon te zeggen waar het op staat, hij verschuilt zich niet en zegt eerlijk wat hij denkt. Naast een goed team om je heen verzamelen en de tenniskwaliteiten, is dat wel een houding of instelling waarmee je het ver kunt schoppen.” Helden Magazine 70 Het eerste gedeelte van het interview met Tallon, Kevin en Scott Griekspoor komt voort uit het eerste nummer van 2024. Jutta Leerdam schittert op de cover van de zeventigste editie van Helden. Ze heeft een grote schare fans en volgers. Hoe kijkt ze naar zichzelf? En hoe kijken anderen naar haar. ‘’Echt, schaatsen staat bij mij altijd voorop.’’ In Helden Magazine 70 is er veel aandacht voor de wintersporten. Het jonge Amerikaanse fenomeen Jordan Stolz vragen we naar zijn geheim en de samenwerking met Irene Schouten en Jillert Anema. Shorttrackzusjes Xandra en Michelle Velzeboer veroveren samen de wereld, een dubbelinterview in aanloop naar de WK in Rotterdam. Collega-shorttracker Jens van ’t Wout ontmoet Victoria Koblenko. Daarnaast is er ook aandacht voor voetbal. Peter Bosz is met PSV hard op weg naar zijn eerste landstitel. De kans is groot dat PSV zijn laatste club is als trainer. Calvin Stengs is helemaal terug, schittert bij Feyenoord en Oranje. We gingen langs bij Calvin, zijn vriendin Beau de Boer – dochter van Frank de Boer – en zoontje Saint. Frits Barend eert Ruud Geels, de vaak verguisde spits die in november overleed en oud-voetballer Michael Mols spreekt over de tumor die in zijn hoofd werd ontdekt. Verder kwam wielrenner Milan Vader in 2022 zwaar ten val, lag in coma en keerde na een lange revalidatie terug aan de top, met dank aan vriendin Ilse Lutke die niet van zijn zijde week. Veldrijdster Fem van Empel is een multitalent, maar het is wel wennen dat iedereen haar vergelijkt met Mathieu van der Poel. Als laatste stroomt het racen bij duizendpoot Tom Coronel door zijn bloed. “Max Verstappen is beter dan iedereen die ik ooit heb gezien.” Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 70 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van jouw favoriete sporters? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.

Tennis

Carlos Alcaraz: Een ‘zieke mix’

Hij won in 2022 al de US Open en werd de jongste nummer één van de wereld. Maar nadat Carlos Alcaraz (20) op Wimbledon in de finale – en in dé sportwedstrijd van het jaar – Novak Djokovic versloeg, weet iedereen het zeker: de toekomst van het mannentennis is in goede handen. ‘Wat hij laat zien, hebben we nog nooit gezien.’ Hij poseerde begin 2023 in alleen een onderbroek voor de campagne Calvins or nothing van kledingmerk Calvin Klein. Niet veel later was Louis Vuitton er als de kippen bij om hem binnen te hengelen als een van de dertien ambassadeurs – en als enige sporter – die het Franse modehuis wereldwijd vertegenwoordigt. Nike had de golden boy van het tennis al in 2020 aan zich gekoppeld – zeventien was hij destijds – en bedacht voor hem dit jaar de slogan ‘Don’t belong to an era, start your own.’ Vrij vertaald: behoor niet tot een tijdperk, begin er zelf een. Rolex en BMW zijn nog twee merken die maar wat graag geassocieerd wilden worden met hem. Jeugdige charme, een ondeugende, jongensachtige glimlach en – bovenal – star quality; het is de cocktail die Carlos Alcaraz in korte tijd razendpopulair heeft gemaakt. Hij veroverde eerst de kinderen, toen de vrouwen en daarna de rest van de tennisvolgers. Inmiddels weten ook mensen die het tennis amper volgen van zijn bestaan. Na Boris Becker, Steffi Graf, Andre Agassi, Venus en Serena Williams en Rafael Nadal is er weer iemand met zoveel uitstraling, dat zijn imago de sport nog voor zijn 21ste ver overstijgt. Alcaraz duikt niet alleen op in de sportkaternen van kranten en in sportmagazines, maar ook in modetijdschrift Vogue. Draagt hij zoals afgelopen zomer op Wimbledon een wit vissershoedje van Nike, dan is dat meteen nieuws en weet het sportmerk dat de zogenoemde bucket hats over de toonbank zullen vliegen. Een harde opslag opgevolgd door een harde forehand. Novak Djokovic slaat de bal in het net, waarna Alcaraz zich languit op zijn rug op het gras van het centercourt van Wimbledon laat vallen. Na bijna vijf uur tennis is op zondag 16 juli het onvoorstelbare gebeurd. Djokovic was de grote favoriet, had Wimbledon immers al zeven keer gewonnen en was sinds 2017 niet verslagen op het ‘heilige gras’. Alcaraz had voordat hij naar Wimbledon ging slechts elf potjes gespeeld op gras, al zat daar wel de titel op Queen’s tussen. Djokovic had een paar weken eerder zijn 23ste grandslamtitel in het enkelspel gewonnen op Roland Garros, mede door in de halve finale af te rekenen met Alcaraz, die verkrampte onder de druk en de hype die rond hem was ontstaan. Djokovic won de eerste set in minder dan een half uur met 6-1, maar daarna beet Alcaraz zich vast in zijn zestien jaar oudere tegenstander. De Spanjaard die ter motivatie en inspiratie vaak Rocky-films kijkt, vocht zich als een Rocky Balboa – het boksende personage van Sylvester Stallone – terug in de wedstrijd. Hij won de tiebreak van de tweede set, terwijl Djokovic veertien tiebreaks op rij had gewonnen tijdens grandslamtoernooien, en pakte vervolgens de derde set met 6-1. Daarna wisselde het momentum, Djokovic won de vierde set met 6-3 en de succesvolste tennisser ooit leek, zoals zo vaak als het spannend werd, door te drukken. Alcaraz liet zien ook mentaal al heel snel volwassen te zijn, hij brak zijn tegenstander meteen. Djokovic maakte die break in de volgende game ongedaan, waarna de jonge Spanjaard opnieuw door de service van zijn tegenstander brak. Snelheid en kracht afgewisseld met finesse, een staaltje ongekend verdedigen, onnavolgbare returns met de forehand en dubbelhandige backhand, dropshots; het hele arsenaal van Alcaraz kwam voorbij. Na een weergaloos punt toonde hij letterlijk zijn spierballen aan het publiek, dat op de banken stond. Nadat Djokovic zijn opponent had teruggedrongen achter de baseline, maar Alcaraz met kunst- en vliegwerk de bal steeds terugkreeg om uiteindelijk met een dubbelhandige backhand gepasseerd te worden aan het net, sloeg Nole uit pure frustratie zijn racket kapot tegen de netpaal. Hij was geklopt met zijn eigen wapens. Bij 5-4 liet hij op eigen service nog eens zien waarom iedereen hem al een tijd bestempelt als de nieuwe tennissensatie. Hij maakte eerst een punt met zijn handelsmerk: het dropshot. Daarna toonde hij het publiek, onder wie zangeres Ariana Grande, acteurs Brad Pitt, Hugh Jackman, Daniel Craig en Emma Watson, de Spaanse koning Felipe en de Britse royals William en Kate, een schitterende topspinlob, gevolgd door keiharde opslagen en een forehandwinner op matchpoint. Op matchpoint dacht hij terug aan de Wimbledon-finale van 2019. Federer stond in de vijfde set 8-7 en 40-15 voor tegen Djokovic, de 21ste grandslamtitel voor de op dat moment 38-jarige Federer leek in de knip. Maar Djokovic wist de twee matchpoints weg te werken, pakte de break en won uiteindelijk de tiebreak van de vijfde set bij 12-12. Federer won nooit meer een grandslamtoernooi. ‘Als je de vijfde set ingaat tegen Djokovic dan komen meteen een heleboel statistieken in je hoofd omhoog, zoals dat hij tien jaar lang geen wedstrijd had verloren op het centercourt van Wimbledon,’ aldus Alcaraz. ‘Op matchpoint dacht ik terug aan Federer in 2019 en zei tegen mezelf: alsjeblieft Carlos, laat wat Federer overkwam jou niet gebeuren. Er zijn zoveel wedstrijden en finales waarin Djokovic verslagen leek, maar die hij uiteindelijk toch won. Dat iemand als Federer zo verloor was wreed.’ Alcaraz: 'Federer had zoveel klasse, liet mensen op een andere manier naar tennis kijken. Naar hem kijken was als kijken naar een kunstwerk. Ik raakte betoverd door hem' Met een glimlach van oor tot oor stamelt hij na het beslissende punt: ‘Om Novak in zijn beste vorm te verslaan op dit toneel en geschiedenis te schrijven is geweldig. Het is goed voor de nieuwe generatie dat ze mij hem hebben zien verslaan, zodat ze nu kunnen denken dat zij dit ook kunnen.’ Djokovic is verbaasd dat Alcaraz zich veel sneller dan verwacht spelen op gras eigen heeft gemaakt: ‘Hij verraste mij, hij verraste iedereen.’ En tegen Alcaraz: ‘Ik dacht dat ik problemen met jou zou hebben op gravel en hardcourt, maar niet op gras.’ Het laatste woord is van de ene koning aan de andere. ‘Nu ik heb gewonnen, hoop ik dat u naar meer wedstrijden komt kijken,’ grapt Alcaraz tegen koning Felipe. Met de Wimbledon-titel op zak is iedereen het erover eens dat er eindelijk een wisseling van de wacht in het mannentennis gaande is. In 2022 won Alcaraz al zijn eerste grandslamtitel door de US Open te winnen en na het toernooi werd hij met zijn negentien jaar en vier maanden en zes dagen de jongste nummer één van de wereld bij de mannen. Maar in New York had hij het niet op hoeven nemen tegen Djokovic, die Amerika niet inkwam omdat hij zich weigerde te vaccineren tegen het coronavirus. Dat hij uitgerekend op Wimbledon wint van de Serviër neemt de laatste scepsis weg. Alcaraz is in Londen de eerste die de streak van ‘De Grote Vier’ doorbreekt. Sinds 2002 werden de grandslamtitels in het enkelspel bij de mannen verdeeld over Roger Federer, Rafael Nadal, Andy Murray en Djokovic. Het geeft maar weer aan dat een einde van een tijdperk aanstaande is. Federer is immers eind vorig jaar met pensioen gegaan, Nadal is vaker geblesseerd dan fit en de verwachting is dat 2024 zijn laatste jaar op de tour zal zijn, Murray heeft door verschillende operaties zijn oude niveau afgelopen jaren niet meer gehaald. Alleen Djokovic is still going strong, is nog superfit, maar ook al 36. Djokovic heeft de afgelopen jaren tal van spelers op zien komen van wie werd gedacht dat zij de macht over zouden nemen, maar telkens bleken ze de verwachtingen niet waar te kunnen maken. Ze moesten het doen met de kruimels die vooral Nadal en Djokovic de laatste jaren lieten liggen. Met Alcaraz is het een ander verhaal. ‘Een grote knuffel, geniet van het moment kampioen!’ post Nadal op social media nadat hij op tv zijn landgenoot Wimbledon ziet winnen. Djokovic onderkent tijdens de persconferentie na zijn nederlaag in de finale ook dat Alcaraz van een ander kaliber is. Hij noemt hem een complete speler, iemand die wat betreft mentale veerkracht en volwassenheid zijn leeftijd ver vooruit is. ‘De mensen hadden het de afgelopen twaalf maanden al over hem, zeiden dat zijn spel elementen bevat van Roger, Rafael en mij. Ik ben het daar mee eens. Hij verenigt het beste van drie werelden. Ik heb om eerlijk te zijn nog nooit tegen een speler als Alcaraz gespeeld.’ Brad Gilbert is oud-tennisser, tv-analist en was coach van onder anderen Andre Agassi en is dat nu van kersverse US Open-winnares Coco Gauff. In Vogue zei hij dat de generatie Federer/ Nadal/Murray/Djokovic eigenlijk drie generaties die daarna kwamen, heeft weggevaagd. Die kwamen er niet aan te pas doordat die vier een monopolie hadden wat betreft grandslamtitels. Over de nieuwe sensatie bij de mannen zei Gilbert: ‘Iedereen moedigt hem aan omdat het zo mooi is om naar hem te kijken. Hij is zo vasthoudend. Op welke ondergrond en waar hij ook speelt, past hij zich heel makkelijk aan.’ Wat heeft Alcaraz dan wat andere tennissers van nu niet hebben? Het is een combinatie van lef, aanpassingsvermogen, kracht, originaliteit, tactisch inzicht en een speelstijl die vernieuwend is. Hij gaat soms in een split of spagaat op de baseline om een bal te halen en staat daarna meteen weer klaar, hij lijkt de baan soms te gebruiken als een trampoline als je ziet hoe hoog en makkelijk hij springt, hij heeft een indrukwekkende opslag en een heel goede tweede service en hij heeft ijswater door de aderen stromen, anders zou hij op spannende momenten niet met dropshots komen. Gilbert: ‘Ik zou niet verbaasd zijn als hij over vijf jaar al zes of zeven grandslamtitels heeft gewonnen. Het zouden er zelfs tien kunnen zijn. Geluk speelt ook een grote factor. Hij moet blessurevrij blijven, want met zijn manier van spelen vraagt hij heel veel van zijn lichaam.’ • Alcaraz groeide op in El Palmar, een dorpje nabij Murcia. Tennis zat bij hem in het dna. Zijn opa, ook Carlos genaamd, tenniste al en transformeerde iets van veertig jaar geleden een kleiduivenschietbaan in een tennisclub. De vader van Alcaraz, ook Carlos genaamd, was een groot tennistalent, maar stopte door een gebrek aan financiële middelen en ging ook bij de tennisclub aan de slag als leraar en nam uiteindelijk de boel over. Hij drukte zijn vier zoons Alvaro, Carlos, Jaime en Sergio van jongs af aan een racket in de handen. Carlos, na zijn drie jaar oudere broer Alvaro, de een-na-oudste van het stel, begon op zijn vierde met tennis en liep elke dag rond op de club, omdat zijn moeder bij IKEA werkte. Volgens de overlevering begon hij te huilen als hij moest stoppen met tennis. Al snel werd duidelijk dat de kleine Carlos een groot talent was, maar het geld ontbrak om hem te kunnen ondersteunen. Alfonso Lopes Rueda bleek de reddende engel. Hij was niet alleen een vriend van de familie, maar ook directeur van de lokale yoghurt- en toetjesproducent Postres Reina. Het bedrijf ging Carlos vanaf zijn tiende sponsoren, waardoor hij naar jeugdtoernooien in Spanje en het buitenland kon en de beste coaches uit de regio kon betalen in ruil voor een logo van Postres Reina op z’n borst. Een jaar later stond sportmanagementbureau IMG al op de stoep en niet veel later had hij contracten met sportkledingmerk Lotto en racketmerk Babolat te pakken. De naam Alcaraz werd steeds vaker genoemd in het rijtje toekomstige toptennissers. Op zijn vijftiende ging hij in zee met Juan Carlos Ferrero, voormalig nummer één van de wereld en in 2003 winnaar van Roland Garros door in de finale Martin Verkerk te verslaan. Ferrero, die in 2012 stopte met tennis, had voordat hij zich in 2018 aan ‘Project Alcaraz’ verbond met Alexander Zverev gewerkt. ‘Ik had al veel over hem gehoord,’ vertelde Ferrero tegen Vogue, ‘vooral dat hij op de baan veel dingen deed die kinderen normaal gesproken niet doen, zoals het slaan van dropshots en lobs. Ook kwam hij vaak naar het net, terwijl veel van zijn leeftijdgenoten op de baseline blijven. Hij vocht bovendien voor elk punt en was heel dynamisch.’ Alcaraz: ‘Ik was als kind al erg talentvol, maar heb ook altijd heel hard gewerkt. Met alleen talent kom je nergens. Juan Carlos is heel belangrijk voor mijn ontwikkeling geweest, op professioneel en persoonlijk vlak. Als we samen zijn, hebben we het niet alleen over tennis, maar over alle andere dingen in het leven. Hij is eigenlijk een coach en vriend ineen.’ Er was veel werk aan de winkel, want de diamant moest flink gepolijst worden. ‘Vandaag de dag zijn alle spelers net beesten,’ aldus Ferrero, die als speler juist eerder iel was en de bijnaam El Mosquito had. ‘De meeste spelers spelen om te vernietigen, niet om te bouwen. Carlos kan ook heel hard slaan, maar is tegelijkertijd iemand die ook een punt op kan bouwen, is van nature heel creatief. Veel spelers vinden het bovendien lastig om de belangrijke punten te spelen. Carlos vindt dat juist het leukst en dat maakt hem speciaal. Dat is ook een heel goed teken met het oog op de toekomst.’ Niet alleen op de baan werd er hard gewerkt, ook op mentaal vlak werd hulp ingeschakeld. Psychologe Isabel Balaguer ging met hem aan de slag. Alcaraz: ‘Ik had moeite mijn emoties onder controle te houden. Op mijn vijftiende, zestiende gooide ik vaak met mijn racket en brak er af en toe een.’ Het was zo erg dat hij geregeld in huilen uitbarstte op de baan en na een nederlaag weigerde de baan te verlaten. ‘Ik was destijds een heel ander persoon,’ vertelde Alcaraz in The New York Times. ‘Ik genoot er veel minder van dan nu. Was altijd kwaad, zeurde veel. Dankzij Isabel is het veel beter geworden. Ik werd rustiger en daardoor begon ik veel meer van tennis te genieten. Gedurende een jaar wordt er heel veel van me gevraagd en is het essentieel om rustig te blijven. Daarnaast is het voor mij belangrijk om de baan op te stappen met een lach.’ • Hij timmert flink aan de weg. Niet alleen als tennisser, maar ook als ‘merk’. Hij volgt al een tijd Engelse les in de avonduren. Als hij op de baan een microfoon voor zijn neus krijgt, heeft hij er geen problemen mee om op charismatische wijze zijn verhaal te doen. Nadal was op zijn twintigste schuchter en wist niet hoe snel hij over moest schakelen op Spaans als mensen lachten als hij ‘happy’ uitsprak als ‘geppy’. Veel andere Spaanse tennissers bleken ook niet bepaald een talenknobbel te hebben. Alcaraz, die als tiener al zijn eigen liefdadigheidsstichting oprichtte waarmee hij mensen met het downsyndroom helpt, kan zich prima redden, glimlacht als hij spreekt en maakt grappen. Er wordt anders naar hem gekeken, maar zelf is hij niet veranderd door de successen. Hij heeft nog dezelfde vrienden – die hem Carlitos of Charlie noemen – als in zijn jeugd, hangt met hen rond in het park, kletst over voetbal – Alcaraz is supporter van Real Madrid – of speelt een potje schaak met hen. ‘Schaken vind ik geweldig. Ik vind het mooi om me erg te moeten concenteren, me te wapenen tegen de strategie van mijn tegenstander en vooruit te denken. Heel veel dingen in schaken komen overeen met tennissen. Je moet constant vooruit proberen te denken waar de tegenstander de bal zal slaan, je moet eigenlijk proberen een sprongetje vooruit in de tijd te maken en proberen iets te doen waarbij de tegenstander zich niet prettig zal voelen.’Federer: ‘Hij heeft alle wapens, kan wedstrijden op heel veel verschillende manieren winnen en dat is een kwaliteit die grote kampioenen bezitten’ • Sinds hij in februari 2020 op zijn zestiende debuteerde op de ATP Tour ging hij met reuzenstappen omhoog op de wereldranglijst. Eind 2021 won hij de Next Gen ATP Finals, het toernooi waaraan jaarlijks de grootste tennistalenten meedoen. In 2022 versloeg hij in Madrid een dag na zijn negentiende verjaardag Nadal in de kwartfinale. Hij werd de eerste tiener die de koning van het gravel, alleen al veertien keer winnaar van Roland Garros, versloeg op diens favoriete ondergrond. Een ronde later versloeg hij Djokovic. Nog nooit was iemand erin geslaagd om de twee tennisreuzen achter elkaar en op hetzelfde toernooi te verslaan. Alcaraz versloeg in de finale vervolgens Alexander Zverev. De eerste jaren werd uiteraard vooral de vergelijking met Nadal gemaakt, die ook al als tiener de top bereikte. Ze groeiden allebei op gravel op in Spanje, hadden beiden hun vechtersmentaliteit en atletisch vermogen als wapens. Daarnaast golden ze meteen als publiekslievelingen. Maar waar Nadal in zijn eerste jaren vooral excelleerde op gravel, bleek Alcaraz meteen op alle ondergronden uit de voeten te kunnen. Hij heeft immers al grandslamtitels op hardcourt en gras te pakken en won ook graveltoernooien. Dat hij heel allround is, bewijst hij elke wedstrijd. Hij kan heel agressief vanaf de baseline spelen, dicteert rally’s daar vandaan met harde klappen of zware topspinballen en slaat winners met zijn forehand. Zoals Nadal dat kan. In de verdediging gedrongen kan hij met zijn loopvermogen en geweldige voetenwerk de meest onmogelijke ballen halen en het initiatief overnemen of met een geweldige passeerbal met zijn dubbelhandige backhand komen. Zoals Djokovic dat doet. Djokovic stelt op Wimbledon na zijn nederlaag niet voor niets: ‘Het is indrukwekkend. Hij heeft de Spaanse stierenmentaliteit, heeft het competitieve, de vechtersmentaliteit en de ongelooflijke verdediging die we door de jaren heen van Rafa hebben gezien. Hij heeft ook een backhand waar hij heel mooi naartoe glijdt en die heeft weer overeenkomsten met mijn backhand. De dubbelhandige backhand, het verdedigen, de kwaliteiten om je aan te passen; dat zijn al jaren mijn kwaliteiten. Dat heeft hij ook.’ Maar Alcaraz schudt daarnaast op de meest onwaarschijnlijke momenten met succes dropshots uit zijn mouw, maar heeft er ook geen moeite mee om naar het net te komen om de bal af te smashen of te volleren. Hij bezit over een indrukwekkend balgevoel, heeft al tal van voor onmogelijk gehouden ballen geslagen. Zoals in de halve finale op Roland Garros toen hij een dropshot van Djokovic haalde, die de bal vervolgens in het open veld bij de baseline neerlegde. Alcaraz sprintte achter de bal aan, tegen beter weten in, dacht iedereen. Met zijn rug naar het net sloeg hij de bal zonder te kijken langs zijn verbouwereerde tegenstander die aan het net stond. Het leverde hem applaus van een lachende Djokovic op en een staande ovatie van het publiek. Wie zo’n ongelooflijke bal eerder had geslagen? Federer, de man van wie Alcaraz vroeger posters op zijn slaapkamer had hangen en die zijn grote voorbeeld is. ‘Rafa is iemand naar wie ik altijd heb gekeken. Ik bewonder hem heel erg,’ zei hij in Vogue, ‘maar Federer had zoveel klasse, liet mensen op een andere manier naar tennis kijken. Naar Federer kijken was als kijken naar een kunstwerk. Hij had elegantie, was magnifiek. Ik raakte betoverd door hem.’ Paul Annacone, oud-trainer van Federer en Pete Sampras, noemde hem vorig jaar de meest talentvolle teenager aller tijden. Oud-tennisser Ivan Ljubicic, na zijn loopbaan eveneens coach van Federer, was eerder dit jaar de eerste die het aandurfde hem als een mix van de beste drie tennissers aller tijden, Djokovic, Nadal en Federer – winnaars van respectievelijk 24, 22 en 20 grandslamtitels – te bestempelen. ‘Wat hij laat zien, hebben we nog nooit gezien. Hij is een of andere zieke mix van Djokovic, Federer en Nadal.’ Federer, die na zijn afscheid eind 2022 zei dat hij het jammer vond dat hij het nooit in een wedstrijd op had kunnen nemen tegen Alcaraz, reageerde tegenover CNN lachend: ‘Zei Ivan dat? Dat is nogal een compliment. Op zijn leeftijd laat hij ongelooflijke dingen zien. Ik vind het niet leuk om heel veel druk op jonge spelers te leggen, maar hij is iemand die zegt: ‘Ik ga naar Wimbledon of Parijs om te winnen.’ Hij legt de druk dus ook hoog bij zichzelf en dat vind ik geweldig. En daarom kan ik over hem ook wel zeggen dat hij in de toekomst schitterende dingen gaat bereiken. Hij heeft alle wapens, kan wedstrijden op heel veel verschillende manieren winnen en dat is een kwaliteit die grote kampioenen bezitten. Hij kan meerdere grandslamtitels winnen en hopelijk blijft hij ook jarenlang nummer één van de wereld.’ Nadal, die onlangs aangaf graag met Alcaraz te willen dubbelen op de Spelen in Parijs als zijn lichaam het toelaat, was terughoudender met bespiegelingen over zijn zeventien jaar jongere landgenoot. ‘We moeten voorzichtig zijn in onze oordelen over hem. De vooruitzichten zijn fantastisch, hij heeft power en is ambitieus, maar in de carrière van elke topsporter kunnen zoveel dingen gebeuren. Het is lastig om hem te adviseren. Ik ben er sowieso slecht in om advies te geven, omdat ik altijd meer heb geleerd door te kijken dan van woorden. Maar als ik hem iets zou mee willen geven, is het: blijf jezelf verbeteren of probeer dat in elk geval, want dat is wat je gemotiveerd houdt.’ • De woorden van Nadal zullen zijn coach als muziek in de oren hebben geklonken. Ferrero: ‘Wij, de mensen om hem heen, zijn ook een beetje bezorgd. Carlos heeft de kwaliteiten om een van de beste tennissers ooit te worden. Dat is duidelijk. Maar er kunnen nog heel veel dingen gebeuren. Hij is jong, er zijn nog heel veel dingen die hij niet ziet. We weten allemaal wat de risico’s zijn: feesten, afgeleid worden, niet geconcentreerd bezig zijn met tennis. Als je de kans krijgt om de rich and famous te ontmoeten, dan is het makkelijk om de weg kwijt te raken. Iedereen zal hem vertellen dat hij geweldig is, maar de mensen dicht om hem heen zullen de realiteit in het oog moeten houden. Hij kan nog op alle vlakken beter worden: zijn vasthoudendheid, zijn houding op moeilijke momenten, volwassenheid op de baan. We moeten blijven werken aan zijn zwakkere punten. De familie van Carlos speelt een heel belangrijke rol om hem met beide benen op de grond te houden.’ Broer Alvaro gaat geregeld met hem mee. Tijdens de US Open van vorig jaar deelden ze een hotelkamer, zoals ze vroeger een stapelbed deelden. Wat betreft de liefde: voor vrouwen is Alcaraz een interessant ‘object’. Hij zou een tijdje een relatie met Maria Gonzalez Gimenez hebben gehad, die net als hij in Murcia trainde. Maar hij geeft aan al een tijd als single door het leven te gaan. Tennis komt vooralsnog voor het meisje. ‘Het is lastig om nooit lang op één plek te zijn. Het is moeilijk om iemand te vinden met wie je dingen kunt delen als je altijd op een andere plek op de wereld bent,’ aldus Alcaraz. Ook geld, dat nu binnenstroomt dankzij astronomische bedragen aan prijzengeld en sponsorinkomsten, brengt hem niet van de wijs, verzekerde hij al. ‘Mijn vader past op het geld. Ik ben nog jong en heb mijn grillen. Ik ben gek van Nike-sneakers en vooral van de vintage- modellen. Die zijn behoorlijk duur en moeilijk te vinden. Er zijn een paar Jordans, Dunk Lows en schoenen van Travis Scott die ik graag wil hebben. Ik wil graag een heel mooie collectie verza- melen. Verder ben ik heel normaal en nederig. Ik besteed niet veel aandacht aan merken en auto’s. Als ik iets mooi of leuk vind, probeer ik het te kopen, maar uiteindelijk houdt mijn vader mijn uitgaven in de gaten.’ Alcaraz snapt dat zijn familie en begeleidingsteam een vinger aan de pols houden. Hij verwees in Vogue naar de periode in 2022, toen hij net zijn eerste grandslamtitel had gewonnen. ‘Ik had het moeilijk nadat ik de US Open won. Toen ik daarna weer toernooien ging spelen, voelde ik stress. Misschien had ik onvoldoende gerealiseerd wat er was gebeurd. Ik had bereikt waar ik van kinds af aan van had gedroomd. Onbewust was mijn inspiratie een beetje afgenomen. Dat was lastig. Ik dacht: waar gaat dit heen?’ Dat hij af en toe nog moet wennen aan nieuwe situaties bleek bij de afgelopen US Open. Waar iedereen al reikhalzend uitkeek naar een nieuwe confrontatie tussen Djokovic en Alcaraz in de finale, verloor Alcaraz in vier sets van Daniil Medvedev in de halve finale. ‘Wat Rafa, Roger en Djokovic gedaan hebben, is bijna onmogelijk,’ realiseerde Alcaraz zich eerder al, ‘als je je eerste grandslamtitel hebt gewonnen, zie je in hoe gecompliceerd het is wat zij hebben gedaan. Zij bleven hongerig.’ Hoe hij zorgt dat hij dezelfde honger houdt als zijn illustere voorgangers? ‘Mijn droom, een grandslamtitel winnen, is al uitgekomen. Ik moeten zorgen dat ik nu nieuwe dromen heb die ik uit wil laten komen.’ Bronnen: Vogue, CNN, The New York Times, Evening Standard Helden Magazine 69 Het portret van Carlos Alcaraz komt voort uit het dubbeldikke eindejaarsnummer van Helden. De laatste editie van 2023 staat traditioneel in het teken van een terugblik op het afgelopen sportjaar. Femke Bol  siert de cover. De atlete blikt uitgebreid terug op het jaar waarin alles wat ze aanraakte in goud leek te veranderen. Helden ging daarnaast in Engeland op bezoek bij Nathan Aké. Hij won met Manchester City de landstitel, FA Cup en Champions League won. Hij werd samen met zijn echtgenote Kaylee, met wie hij al sinds zijn vijftiende samen is, geïnterviewd en gefotografeerd. Bijzonder was ook het bezoek aan de familie Schippers. Dafne nam afscheid van de atletiek en samen met haar ouders, zus en broer blikte ze terug op haar indrukwekkende carrière. In de 69ste editie van Helden komen tal van sporters aan het woord die 2023 kleur gaven. Wout Poels blikt terug op ritzeges in de Tour en Vuelta, maar ook op het verlies van ploeggenoot Gino Mäder. Golden Sisters Bente en Lieke Rogge werden samen wereldkampioen waterpolo. Femke Kok kroonde zich tot de eerste Nederlandse wereldkampioene op de 500 meter en toont zich zoals we haar niet eerder zagen. Karolien en Finn Florijn zijn gezegend met geweldige roeigenen, ze pakten allebei WK-goud; een dubbelinterview. Jeffrey Hoogland is koning op de kilometer. Hij werd voor de vierde keer wereldkampioen op ‘zijn’ afstand en verbeterde het wereldrecord. Een openhartig gesprek met de kilometervreter. Verder pakten zeilers Bart Lambriex en Floris van de Werken een hattrick aan wereldtitels. Over zeilen gesproken: Marit Bouwmeester keerde terug na de bevalling van haar dochter in 2022 en werd meteen weer Europees kampioen. Feyenoord werd ook kampioen en Lutsharel Geertruida had daar een belangrijk aandeel in. Hij doet zijn verhaal. Joey Veerman won in 2023 de KNVB-beker en werd vader. Een gesprek met de uitgesproken voetballer over wie veel mensen een mening hebben. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 69 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.
Hij won in 2022 al de US Open en werd de jongste nummer één van de wereld. Maar nadat Carlos Alcaraz (20) op Wimbledon in de finale – en in dé sportwedstrijd van het jaar – Novak Djokovic versloeg, weet iedereen het zeker: de toekomst van het mannentennis is in goede handen. ‘Wat hij laat zien, hebben we nog nooit gezien.’ Hij poseerde begin 2023 in alleen een onderbroek voor de campagne Calvins or nothing van kledingmerk Calvin Klein. Niet veel later was Louis Vuitton er als de kippen bij om hem binnen te hengelen als een van de dertien ambassadeurs – en als enige sporter – die het Franse modehuis wereldwijd vertegenwoordigt. Nike had de golden boy van het tennis al in 2020 aan zich gekoppeld – zeventien was hij destijds – en bedacht voor hem dit jaar de slogan ‘Don’t belong to an era, start your own.’ Vrij vertaald: behoor niet tot een tijdperk, begin er zelf een. Rolex en BMW zijn nog twee merken die maar wat graag geassocieerd wilden worden met hem. Jeugdige charme, een ondeugende, jongensachtige glimlach en – bovenal – star quality; het is de cocktail die Carlos Alcaraz in korte tijd razendpopulair heeft gemaakt. Hij veroverde eerst de kinderen, toen de vrouwen en daarna de rest van de tennisvolgers. Inmiddels weten ook mensen die het tennis amper volgen van zijn bestaan. Na Boris Becker, Steffi Graf, Andre Agassi, Venus en Serena Williams en Rafael Nadal is er weer iemand met zoveel uitstraling, dat zijn imago de sport nog voor zijn 21ste ver overstijgt. Alcaraz duikt niet alleen op in de sportkaternen van kranten en in sportmagazines, maar ook in modetijdschrift Vogue. Draagt hij zoals afgelopen zomer op Wimbledon een wit vissershoedje van Nike, dan is dat meteen nieuws en weet het sportmerk dat de zogenoemde bucket hats over de toonbank zullen vliegen. Een harde opslag opgevolgd door een harde forehand. Novak Djokovic slaat de bal in het net, waarna Alcaraz zich languit op zijn rug op het gras van het centercourt van Wimbledon laat vallen. Na bijna vijf uur tennis is op zondag 16 juli het onvoorstelbare gebeurd. Djokovic was de grote favoriet, had Wimbledon immers al zeven keer gewonnen en was sinds 2017 niet verslagen op het ‘heilige gras’. Alcaraz had voordat hij naar Wimbledon ging slechts elf potjes gespeeld op gras, al zat daar wel de titel op Queen’s tussen. Djokovic had een paar weken eerder zijn 23ste grandslamtitel in het enkelspel gewonnen op Roland Garros, mede door in de halve finale af te rekenen met Alcaraz, die verkrampte onder de druk en de hype die rond hem was ontstaan. Djokovic won de eerste set in minder dan een half uur met 6-1, maar daarna beet Alcaraz zich vast in zijn zestien jaar oudere tegenstander. De Spanjaard die ter motivatie en inspiratie vaak Rocky-films kijkt, vocht zich als een Rocky Balboa – het boksende personage van Sylvester Stallone – terug in de wedstrijd. Hij won de tiebreak van de tweede set, terwijl Djokovic veertien tiebreaks op rij had gewonnen tijdens grandslamtoernooien, en pakte vervolgens de derde set met 6-1. Daarna wisselde het momentum, Djokovic won de vierde set met 6-3 en de succesvolste tennisser ooit leek, zoals zo vaak als het spannend werd, door te drukken. Alcaraz liet zien ook mentaal al heel snel volwassen te zijn, hij brak zijn tegenstander meteen. Djokovic maakte die break in de volgende game ongedaan, waarna de jonge Spanjaard opnieuw door de service van zijn tegenstander brak. Snelheid en kracht afgewisseld met finesse, een staaltje ongekend verdedigen, onnavolgbare returns met de forehand en dubbelhandige backhand, dropshots; het hele arsenaal van Alcaraz kwam voorbij. Na een weergaloos punt toonde hij letterlijk zijn spierballen aan het publiek, dat op de banken stond. Nadat Djokovic zijn opponent had teruggedrongen achter de baseline, maar Alcaraz met kunst- en vliegwerk de bal steeds terugkreeg om uiteindelijk met een dubbelhandige backhand gepasseerd te worden aan het net, sloeg Nole uit pure frustratie zijn racket kapot tegen de netpaal. Hij was geklopt met zijn eigen wapens. Bij 5-4 liet hij op eigen service nog eens zien waarom iedereen hem al een tijd bestempelt als de nieuwe tennissensatie. Hij maakte eerst een punt met zijn handelsmerk: het dropshot. Daarna toonde hij het publiek, onder wie zangeres Ariana Grande, acteurs Brad Pitt, Hugh Jackman, Daniel Craig en Emma Watson, de Spaanse koning Felipe en de Britse royals William en Kate, een schitterende topspinlob, gevolgd door keiharde opslagen en een forehandwinner op matchpoint. Op matchpoint dacht hij terug aan de Wimbledon-finale van 2019. Federer stond in de vijfde set 8-7 en 40-15 voor tegen Djokovic, de 21ste grandslamtitel voor de op dat moment 38-jarige Federer leek in de knip. Maar Djokovic wist de twee matchpoints weg te werken, pakte de break en won uiteindelijk de tiebreak van de vijfde set bij 12-12. Federer won nooit meer een grandslamtoernooi. ‘Als je de vijfde set ingaat tegen Djokovic dan komen meteen een heleboel statistieken in je hoofd omhoog, zoals dat hij tien jaar lang geen wedstrijd had verloren op het centercourt van Wimbledon,’ aldus Alcaraz. ‘Op matchpoint dacht ik terug aan Federer in 2019 en zei tegen mezelf: alsjeblieft Carlos, laat wat Federer overkwam jou niet gebeuren. Er zijn zoveel wedstrijden en finales waarin Djokovic verslagen leek, maar die hij uiteindelijk toch won. Dat iemand als Federer zo verloor was wreed.’ Alcaraz: 'Federer had zoveel klasse, liet mensen op een andere manier naar tennis kijken. Naar hem kijken was als kijken naar een kunstwerk. Ik raakte betoverd door hem' Met een glimlach van oor tot oor stamelt hij na het beslissende punt: ‘Om Novak in zijn beste vorm te verslaan op dit toneel en geschiedenis te schrijven is geweldig. Het is goed voor de nieuwe generatie dat ze mij hem hebben zien verslaan, zodat ze nu kunnen denken dat zij dit ook kunnen.’ Djokovic is verbaasd dat Alcaraz zich veel sneller dan verwacht spelen op gras eigen heeft gemaakt: ‘Hij verraste mij, hij verraste iedereen.’ En tegen Alcaraz: ‘Ik dacht dat ik problemen met jou zou hebben op gravel en hardcourt, maar niet op gras.’ Het laatste woord is van de ene koning aan de andere. ‘Nu ik heb gewonnen, hoop ik dat u naar meer wedstrijden komt kijken,’ grapt Alcaraz tegen koning Felipe. Met de Wimbledon-titel op zak is iedereen het erover eens dat er eindelijk een wisseling van de wacht in het mannentennis gaande is. In 2022 won Alcaraz al zijn eerste grandslamtitel door de US Open te winnen en na het toernooi werd hij met zijn negentien jaar en vier maanden en zes dagen de jongste nummer één van de wereld bij de mannen. Maar in New York had hij het niet op hoeven nemen tegen Djokovic, die Amerika niet inkwam omdat hij zich weigerde te vaccineren tegen het coronavirus. Dat hij uitgerekend op Wimbledon wint van de Serviër neemt de laatste scepsis weg. Alcaraz is in Londen de eerste die de streak van ‘De Grote Vier’ doorbreekt. Sinds 2002 werden de grandslamtitels in het enkelspel bij de mannen verdeeld over Roger Federer, Rafael Nadal, Andy Murray en Djokovic. Het geeft maar weer aan dat een einde van een tijdperk aanstaande is. Federer is immers eind vorig jaar met pensioen gegaan, Nadal is vaker geblesseerd dan fit en de verwachting is dat 2024 zijn laatste jaar op de tour zal zijn, Murray heeft door verschillende operaties zijn oude niveau afgelopen jaren niet meer gehaald. Alleen Djokovic is still going strong, is nog superfit, maar ook al 36. Djokovic heeft de afgelopen jaren tal van spelers op zien komen van wie werd gedacht dat zij de macht over zouden nemen, maar telkens bleken ze de verwachtingen niet waar te kunnen maken. Ze moesten het doen met de kruimels die vooral Nadal en Djokovic de laatste jaren lieten liggen. Met Alcaraz is het een ander verhaal. ‘Een grote knuffel, geniet van het moment kampioen!’ post Nadal op social media nadat hij op tv zijn landgenoot Wimbledon ziet winnen. Djokovic onderkent tijdens de persconferentie na zijn nederlaag in de finale ook dat Alcaraz van een ander kaliber is. Hij noemt hem een complete speler, iemand die wat betreft mentale veerkracht en volwassenheid zijn leeftijd ver vooruit is. ‘De mensen hadden het de afgelopen twaalf maanden al over hem, zeiden dat zijn spel elementen bevat van Roger, Rafael en mij. Ik ben het daar mee eens. Hij verenigt het beste van drie werelden. Ik heb om eerlijk te zijn nog nooit tegen een speler als Alcaraz gespeeld.’ Brad Gilbert is oud-tennisser, tv-analist en was coach van onder anderen Andre Agassi en is dat nu van kersverse US Open-winnares Coco Gauff. In Vogue zei hij dat de generatie Federer/ Nadal/Murray/Djokovic eigenlijk drie generaties die daarna kwamen, heeft weggevaagd. Die kwamen er niet aan te pas doordat die vier een monopolie hadden wat betreft grandslamtitels. Over de nieuwe sensatie bij de mannen zei Gilbert: ‘Iedereen moedigt hem aan omdat het zo mooi is om naar hem te kijken. Hij is zo vasthoudend. Op welke ondergrond en waar hij ook speelt, past hij zich heel makkelijk aan.’ Wat heeft Alcaraz dan wat andere tennissers van nu niet hebben? Het is een combinatie van lef, aanpassingsvermogen, kracht, originaliteit, tactisch inzicht en een speelstijl die vernieuwend is. Hij gaat soms in een split of spagaat op de baseline om een bal te halen en staat daarna meteen weer klaar, hij lijkt de baan soms te gebruiken als een trampoline als je ziet hoe hoog en makkelijk hij springt, hij heeft een indrukwekkende opslag en een heel goede tweede service en hij heeft ijswater door de aderen stromen, anders zou hij op spannende momenten niet met dropshots komen. Gilbert: ‘Ik zou niet verbaasd zijn als hij over vijf jaar al zes of zeven grandslamtitels heeft gewonnen. Het zouden er zelfs tien kunnen zijn. Geluk speelt ook een grote factor. Hij moet blessurevrij blijven, want met zijn manier van spelen vraagt hij heel veel van zijn lichaam.’ • Alcaraz groeide op in El Palmar, een dorpje nabij Murcia. Tennis zat bij hem in het dna. Zijn opa, ook Carlos genaamd, tenniste al en transformeerde iets van veertig jaar geleden een kleiduivenschietbaan in een tennisclub. De vader van Alcaraz, ook Carlos genaamd, was een groot tennistalent, maar stopte door een gebrek aan financiële middelen en ging ook bij de tennisclub aan de slag als leraar en nam uiteindelijk de boel over. Hij drukte zijn vier zoons Alvaro, Carlos, Jaime en Sergio van jongs af aan een racket in de handen. Carlos, na zijn drie jaar oudere broer Alvaro, de een-na-oudste van het stel, begon op zijn vierde met tennis en liep elke dag rond op de club, omdat zijn moeder bij IKEA werkte. Volgens de overlevering begon hij te huilen als hij moest stoppen met tennis. Al snel werd duidelijk dat de kleine Carlos een groot talent was, maar het geld ontbrak om hem te kunnen ondersteunen. Alfonso Lopes Rueda bleek de reddende engel. Hij was niet alleen een vriend van de familie, maar ook directeur van de lokale yoghurt- en toetjesproducent Postres Reina. Het bedrijf ging Carlos vanaf zijn tiende sponsoren, waardoor hij naar jeugdtoernooien in Spanje en het buitenland kon en de beste coaches uit de regio kon betalen in ruil voor een logo van Postres Reina op z’n borst. Een jaar later stond sportmanagementbureau IMG al op de stoep en niet veel later had hij contracten met sportkledingmerk Lotto en racketmerk Babolat te pakken. De naam Alcaraz werd steeds vaker genoemd in het rijtje toekomstige toptennissers. Op zijn vijftiende ging hij in zee met Juan Carlos Ferrero, voormalig nummer één van de wereld en in 2003 winnaar van Roland Garros door in de finale Martin Verkerk te verslaan. Ferrero, die in 2012 stopte met tennis, had voordat hij zich in 2018 aan ‘Project Alcaraz’ verbond met Alexander Zverev gewerkt. ‘Ik had al veel over hem gehoord,’ vertelde Ferrero tegen Vogue, ‘vooral dat hij op de baan veel dingen deed die kinderen normaal gesproken niet doen, zoals het slaan van dropshots en lobs. Ook kwam hij vaak naar het net, terwijl veel van zijn leeftijdgenoten op de baseline blijven. Hij vocht bovendien voor elk punt en was heel dynamisch.’ Alcaraz: ‘Ik was als kind al erg talentvol, maar heb ook altijd heel hard gewerkt. Met alleen talent kom je nergens. Juan Carlos is heel belangrijk voor mijn ontwikkeling geweest, op professioneel en persoonlijk vlak. Als we samen zijn, hebben we het niet alleen over tennis, maar over alle andere dingen in het leven. Hij is eigenlijk een coach en vriend ineen.’ Er was veel werk aan de winkel, want de diamant moest flink gepolijst worden. ‘Vandaag de dag zijn alle spelers net beesten,’ aldus Ferrero, die als speler juist eerder iel was en de bijnaam El Mosquito had. ‘De meeste spelers spelen om te vernietigen, niet om te bouwen. Carlos kan ook heel hard slaan, maar is tegelijkertijd iemand die ook een punt op kan bouwen, is van nature heel creatief. Veel spelers vinden het bovendien lastig om de belangrijke punten te spelen. Carlos vindt dat juist het leukst en dat maakt hem speciaal. Dat is ook een heel goed teken met het oog op de toekomst.’ Niet alleen op de baan werd er hard gewerkt, ook op mentaal vlak werd hulp ingeschakeld. Psychologe Isabel Balaguer ging met hem aan de slag. Alcaraz: ‘Ik had moeite mijn emoties onder controle te houden. Op mijn vijftiende, zestiende gooide ik vaak met mijn racket en brak er af en toe een.’ Het was zo erg dat hij geregeld in huilen uitbarstte op de baan en na een nederlaag weigerde de baan te verlaten. ‘Ik was destijds een heel ander persoon,’ vertelde Alcaraz in The New York Times. ‘Ik genoot er veel minder van dan nu. Was altijd kwaad, zeurde veel. Dankzij Isabel is het veel beter geworden. Ik werd rustiger en daardoor begon ik veel meer van tennis te genieten. Gedurende een jaar wordt er heel veel van me gevraagd en is het essentieel om rustig te blijven. Daarnaast is het voor mij belangrijk om de baan op te stappen met een lach.’ • Hij timmert flink aan de weg. Niet alleen als tennisser, maar ook als ‘merk’. Hij volgt al een tijd Engelse les in de avonduren. Als hij op de baan een microfoon voor zijn neus krijgt, heeft hij er geen problemen mee om op charismatische wijze zijn verhaal te doen. Nadal was op zijn twintigste schuchter en wist niet hoe snel hij over moest schakelen op Spaans als mensen lachten als hij ‘happy’ uitsprak als ‘geppy’. Veel andere Spaanse tennissers bleken ook niet bepaald een talenknobbel te hebben. Alcaraz, die als tiener al zijn eigen liefdadigheidsstichting oprichtte waarmee hij mensen met het downsyndroom helpt, kan zich prima redden, glimlacht als hij spreekt en maakt grappen. Er wordt anders naar hem gekeken, maar zelf is hij niet veranderd door de successen. Hij heeft nog dezelfde vrienden – die hem Carlitos of Charlie noemen – als in zijn jeugd, hangt met hen rond in het park, kletst over voetbal – Alcaraz is supporter van Real Madrid – of speelt een potje schaak met hen. ‘Schaken vind ik geweldig. Ik vind het mooi om me erg te moeten concenteren, me te wapenen tegen de strategie van mijn tegenstander en vooruit te denken. Heel veel dingen in schaken komen overeen met tennissen. Je moet constant vooruit proberen te denken waar de tegenstander de bal zal slaan, je moet eigenlijk proberen een sprongetje vooruit in de tijd te maken en proberen iets te doen waarbij de tegenstander zich niet prettig zal voelen.’Federer: ‘Hij heeft alle wapens, kan wedstrijden op heel veel verschillende manieren winnen en dat is een kwaliteit die grote kampioenen bezitten’ • Sinds hij in februari 2020 op zijn zestiende debuteerde op de ATP Tour ging hij met reuzenstappen omhoog op de wereldranglijst. Eind 2021 won hij de Next Gen ATP Finals, het toernooi waaraan jaarlijks de grootste tennistalenten meedoen. In 2022 versloeg hij in Madrid een dag na zijn negentiende verjaardag Nadal in de kwartfinale. Hij werd de eerste tiener die de koning van het gravel, alleen al veertien keer winnaar van Roland Garros, versloeg op diens favoriete ondergrond. Een ronde later versloeg hij Djokovic. Nog nooit was iemand erin geslaagd om de twee tennisreuzen achter elkaar en op hetzelfde toernooi te verslaan. Alcaraz versloeg in de finale vervolgens Alexander Zverev. De eerste jaren werd uiteraard vooral de vergelijking met Nadal gemaakt, die ook al als tiener de top bereikte. Ze groeiden allebei op gravel op in Spanje, hadden beiden hun vechtersmentaliteit en atletisch vermogen als wapens. Daarnaast golden ze meteen als publiekslievelingen. Maar waar Nadal in zijn eerste jaren vooral excelleerde op gravel, bleek Alcaraz meteen op alle ondergronden uit de voeten te kunnen. Hij heeft immers al grandslamtitels op hardcourt en gras te pakken en won ook graveltoernooien. Dat hij heel allround is, bewijst hij elke wedstrijd. Hij kan heel agressief vanaf de baseline spelen, dicteert rally’s daar vandaan met harde klappen of zware topspinballen en slaat winners met zijn forehand. Zoals Nadal dat kan. In de verdediging gedrongen kan hij met zijn loopvermogen en geweldige voetenwerk de meest onmogelijke ballen halen en het initiatief overnemen of met een geweldige passeerbal met zijn dubbelhandige backhand komen. Zoals Djokovic dat doet. Djokovic stelt op Wimbledon na zijn nederlaag niet voor niets: ‘Het is indrukwekkend. Hij heeft de Spaanse stierenmentaliteit, heeft het competitieve, de vechtersmentaliteit en de ongelooflijke verdediging die we door de jaren heen van Rafa hebben gezien. Hij heeft ook een backhand waar hij heel mooi naartoe glijdt en die heeft weer overeenkomsten met mijn backhand. De dubbelhandige backhand, het verdedigen, de kwaliteiten om je aan te passen; dat zijn al jaren mijn kwaliteiten. Dat heeft hij ook.’ Maar Alcaraz schudt daarnaast op de meest onwaarschijnlijke momenten met succes dropshots uit zijn mouw, maar heeft er ook geen moeite mee om naar het net te komen om de bal af te smashen of te volleren. Hij bezit over een indrukwekkend balgevoel, heeft al tal van voor onmogelijk gehouden ballen geslagen. Zoals in de halve finale op Roland Garros toen hij een dropshot van Djokovic haalde, die de bal vervolgens in het open veld bij de baseline neerlegde. Alcaraz sprintte achter de bal aan, tegen beter weten in, dacht iedereen. Met zijn rug naar het net sloeg hij de bal zonder te kijken langs zijn verbouwereerde tegenstander die aan het net stond. Het leverde hem applaus van een lachende Djokovic op en een staande ovatie van het publiek. Wie zo’n ongelooflijke bal eerder had geslagen? Federer, de man van wie Alcaraz vroeger posters op zijn slaapkamer had hangen en die zijn grote voorbeeld is. ‘Rafa is iemand naar wie ik altijd heb gekeken. Ik bewonder hem heel erg,’ zei hij in Vogue, ‘maar Federer had zoveel klasse, liet mensen op een andere manier naar tennis kijken. Naar Federer kijken was als kijken naar een kunstwerk. Hij had elegantie, was magnifiek. Ik raakte betoverd door hem.’ Paul Annacone, oud-trainer van Federer en Pete Sampras, noemde hem vorig jaar de meest talentvolle teenager aller tijden. Oud-tennisser Ivan Ljubicic, na zijn loopbaan eveneens coach van Federer, was eerder dit jaar de eerste die het aandurfde hem als een mix van de beste drie tennissers aller tijden, Djokovic, Nadal en Federer – winnaars van respectievelijk 24, 22 en 20 grandslamtitels – te bestempelen. ‘Wat hij laat zien, hebben we nog nooit gezien. Hij is een of andere zieke mix van Djokovic, Federer en Nadal.’ Federer, die na zijn afscheid eind 2022 zei dat hij het jammer vond dat hij het nooit in een wedstrijd op had kunnen nemen tegen Alcaraz, reageerde tegenover CNN lachend: ‘Zei Ivan dat? Dat is nogal een compliment. Op zijn leeftijd laat hij ongelooflijke dingen zien. Ik vind het niet leuk om heel veel druk op jonge spelers te leggen, maar hij is iemand die zegt: ‘Ik ga naar Wimbledon of Parijs om te winnen.’ Hij legt de druk dus ook hoog bij zichzelf en dat vind ik geweldig. En daarom kan ik over hem ook wel zeggen dat hij in de toekomst schitterende dingen gaat bereiken. Hij heeft alle wapens, kan wedstrijden op heel veel verschillende manieren winnen en dat is een kwaliteit die grote kampioenen bezitten. Hij kan meerdere grandslamtitels winnen en hopelijk blijft hij ook jarenlang nummer één van de wereld.’ Nadal, die onlangs aangaf graag met Alcaraz te willen dubbelen op de Spelen in Parijs als zijn lichaam het toelaat, was terughoudender met bespiegelingen over zijn zeventien jaar jongere landgenoot. ‘We moeten voorzichtig zijn in onze oordelen over hem. De vooruitzichten zijn fantastisch, hij heeft power en is ambitieus, maar in de carrière van elke topsporter kunnen zoveel dingen gebeuren. Het is lastig om hem te adviseren. Ik ben er sowieso slecht in om advies te geven, omdat ik altijd meer heb geleerd door te kijken dan van woorden. Maar als ik hem iets zou mee willen geven, is het: blijf jezelf verbeteren of probeer dat in elk geval, want dat is wat je gemotiveerd houdt.’ • De woorden van Nadal zullen zijn coach als muziek in de oren hebben geklonken. Ferrero: ‘Wij, de mensen om hem heen, zijn ook een beetje bezorgd. Carlos heeft de kwaliteiten om een van de beste tennissers ooit te worden. Dat is duidelijk. Maar er kunnen nog heel veel dingen gebeuren. Hij is jong, er zijn nog heel veel dingen die hij niet ziet. We weten allemaal wat de risico’s zijn: feesten, afgeleid worden, niet geconcentreerd bezig zijn met tennis. Als je de kans krijgt om de rich and famous te ontmoeten, dan is het makkelijk om de weg kwijt te raken. Iedereen zal hem vertellen dat hij geweldig is, maar de mensen dicht om hem heen zullen de realiteit in het oog moeten houden. Hij kan nog op alle vlakken beter worden: zijn vasthoudendheid, zijn houding op moeilijke momenten, volwassenheid op de baan. We moeten blijven werken aan zijn zwakkere punten. De familie van Carlos speelt een heel belangrijke rol om hem met beide benen op de grond te houden.’ Broer Alvaro gaat geregeld met hem mee. Tijdens de US Open van vorig jaar deelden ze een hotelkamer, zoals ze vroeger een stapelbed deelden. Wat betreft de liefde: voor vrouwen is Alcaraz een interessant ‘object’. Hij zou een tijdje een relatie met Maria Gonzalez Gimenez hebben gehad, die net als hij in Murcia trainde. Maar hij geeft aan al een tijd als single door het leven te gaan. Tennis komt vooralsnog voor het meisje. ‘Het is lastig om nooit lang op één plek te zijn. Het is moeilijk om iemand te vinden met wie je dingen kunt delen als je altijd op een andere plek op de wereld bent,’ aldus Alcaraz. Ook geld, dat nu binnenstroomt dankzij astronomische bedragen aan prijzengeld en sponsorinkomsten, brengt hem niet van de wijs, verzekerde hij al. ‘Mijn vader past op het geld. Ik ben nog jong en heb mijn grillen. Ik ben gek van Nike-sneakers en vooral van de vintage- modellen. Die zijn behoorlijk duur en moeilijk te vinden. Er zijn een paar Jordans, Dunk Lows en schoenen van Travis Scott die ik graag wil hebben. Ik wil graag een heel mooie collectie verza- melen. Verder ben ik heel normaal en nederig. Ik besteed niet veel aandacht aan merken en auto’s. Als ik iets mooi of leuk vind, probeer ik het te kopen, maar uiteindelijk houdt mijn vader mijn uitgaven in de gaten.’ Alcaraz snapt dat zijn familie en begeleidingsteam een vinger aan de pols houden. Hij verwees in Vogue naar de periode in 2022, toen hij net zijn eerste grandslamtitel had gewonnen. ‘Ik had het moeilijk nadat ik de US Open won. Toen ik daarna weer toernooien ging spelen, voelde ik stress. Misschien had ik onvoldoende gerealiseerd wat er was gebeurd. Ik had bereikt waar ik van kinds af aan van had gedroomd. Onbewust was mijn inspiratie een beetje afgenomen. Dat was lastig. Ik dacht: waar gaat dit heen?’ Dat hij af en toe nog moet wennen aan nieuwe situaties bleek bij de afgelopen US Open. Waar iedereen al reikhalzend uitkeek naar een nieuwe confrontatie tussen Djokovic en Alcaraz in de finale, verloor Alcaraz in vier sets van Daniil Medvedev in de halve finale. ‘Wat Rafa, Roger en Djokovic gedaan hebben, is bijna onmogelijk,’ realiseerde Alcaraz zich eerder al, ‘als je je eerste grandslamtitel hebt gewonnen, zie je in hoe gecompliceerd het is wat zij hebben gedaan. Zij bleven hongerig.’ Hoe hij zorgt dat hij dezelfde honger houdt als zijn illustere voorgangers? ‘Mijn droom, een grandslamtitel winnen, is al uitgekomen. Ik moeten zorgen dat ik nu nieuwe dromen heb die ik uit wil laten komen.’ Bronnen: Vogue, CNN, The New York Times, Evening Standard Helden Magazine 69 Het portret van Carlos Alcaraz komt voort uit het dubbeldikke eindejaarsnummer van Helden. De laatste editie van 2023 staat traditioneel in het teken van een terugblik op het afgelopen sportjaar. Femke Bol  siert de cover. De atlete blikt uitgebreid terug op het jaar waarin alles wat ze aanraakte in goud leek te veranderen. Helden ging daarnaast in Engeland op bezoek bij Nathan Aké. Hij won met Manchester City de landstitel, FA Cup en Champions League won. Hij werd samen met zijn echtgenote Kaylee, met wie hij al sinds zijn vijftiende samen is, geïnterviewd en gefotografeerd. Bijzonder was ook het bezoek aan de familie Schippers. Dafne nam afscheid van de atletiek en samen met haar ouders, zus en broer blikte ze terug op haar indrukwekkende carrière. In de 69ste editie van Helden komen tal van sporters aan het woord die 2023 kleur gaven. Wout Poels blikt terug op ritzeges in de Tour en Vuelta, maar ook op het verlies van ploeggenoot Gino Mäder. Golden Sisters Bente en Lieke Rogge werden samen wereldkampioen waterpolo. Femke Kok kroonde zich tot de eerste Nederlandse wereldkampioene op de 500 meter en toont zich zoals we haar niet eerder zagen. Karolien en Finn Florijn zijn gezegend met geweldige roeigenen, ze pakten allebei WK-goud; een dubbelinterview. Jeffrey Hoogland is koning op de kilometer. Hij werd voor de vierde keer wereldkampioen op ‘zijn’ afstand en verbeterde het wereldrecord. Een openhartig gesprek met de kilometervreter. Verder pakten zeilers Bart Lambriex en Floris van de Werken een hattrick aan wereldtitels. Over zeilen gesproken: Marit Bouwmeester keerde terug na de bevalling van haar dochter in 2022 en werd meteen weer Europees kampioen. Feyenoord werd ook kampioen en Lutsharel Geertruida had daar een belangrijk aandeel in. Hij doet zijn verhaal. Joey Veerman won in 2023 de KNVB-beker en werd vader. Een gesprek met de uitgesproken voetballer over wie veel mensen een mening hebben. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 69 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.

Formule 1

Max Verstappen: Het is niet makkelijk om teamgenoot van Max Verstappen te zijn

De Formule 1 droomde van een echte titelstrijd. In plaats daarvan zorgt Max Verstappen net als vorig seizoen voor een one man show, de derde wereldtitel op rij kan hem bijna niet ontgaan. Ongewild maar flink geholpen door zijn enige rivaal en teamgenoot. Omdat Sergio Perez dit seizoen alles doet wat hij vooral niet moet doen. “Dit kan best nog leuk worden.” Damon Hill, ex-wereldkampioen en tegenwoordig Formule 1-analist voor televisie, zei het in Melbourne, voor de derde Grand Prix van het jaar. Hij had het over het seizoen dat leek af te stevenen op een duel tussen twee teamgenoten. De auto van Red Bull was immers zo snel dat de andere topteams al de handdoek hadden gegooid. Zowel in Bahrein als Jeddah was er een één-tweetje voor Red Bull. Max Verstappen won in Bahrein voor teamgenoot Sergio Pérez en in Saudi-Arabië waren de rollen omgekeerd. Hill, optimistisch: “Daarmee is het seizoen niet voorbij, hoor. Er valt altijd wat te beleven als twee teamgenoten bikkelen om de titel.” We hadden even de neiging om de wereldkampioen van 1996 te geloven. Hij is immers ervaringsdeskundige. Hill: “De dynamiek is helemaal anders, als je teamgenoot je titelrivaal is. Dat doet iets met een mens. Ik herinner me dat ik in Monza kip zat te eten, en dat Jacques Villeneuve (zijn teamgenoot in ‘96) een bout van mijn bord pikte toen hij voorbij wandelde. Grapje van hem. Ik ging helemaal door het lint, dacht dat hij psychologische spelletjes speelde.” Een week eerder, tijdens de GP van Saudi- Arabië, had Max Verstappen een spelletje gespeeld. Toen de ingenieurs vreesden dat de aandrijfas van de Red Bull RB19 op het punt stond het te begeven, vroegen ze hun coureurs om het tempo te verlagen. Pérez, op dat moment aan de leiding, gehoorzaamde. Tot hij merkte dat Verstappen deed alsof zijn neus bloedde en in de laatste ronde nog de snelste tijd neerzette, goed voor een punt waarmee de Nederlander en niet Pérez de leiding in het kampioenschap greep. De woordenwisseling tussen de teamgenoten na de race en kort voordat ze het podium op gingen, was fel. Geen vertrouwen meer Het zat er natuurlijk aan te komen. Pérez en Verstappen vertrouwen elkaar dit seizoen voor geen meter. Het is een gevolg van wat in 2022 gebeurde. Verstappen en zijn entourage verdachten Pérez ervan dat hij in Monaco opzettelijk gecrasht was in de kwalificaties, zodat Max geen snellere tijd meer kon neerzetten. Perez won daardoor die race. Later in het seizoen, in Brazilië, presenteerde Verstappen de rekening. Max was al wereldkampioen, maar weigerde Perez, die goede zaken kon doen voor de tweede plek in het kampioenschap, voorbij te laten, zoals het team hem vroeg. “Nu heeft iedereen gezien hoe hij in elkaar zit,” zei een boze Pérez. Sindsdien is er vaker kwaad bloed tussen de twee. De Mexicaan, voor de start van dit seizoen: “Als Red Bull me niet op gelijke voet met Verstappen zet, dan kunnen ze vergeten dat ik voor het team rij.” En toen hij de race in Jeddah won, twitterde Checo meteen om het team te bedanken en hij sloot af met: “Meer van dat. Ik wil wereldkampioen worden.” Red Bull greep meteen in: de tweet van Perez verdween na een paar minuten plots heel even. Om dan terug te keren zonder dat laatste zinnetje. Alles willen winnen en de ander niets gunnen: veel, zo niet alle, coureurs in de Formule 1 denken zo. Allemaal hebben ze een soort aangeboren egoïsme als ze in de auto stappen. Bij Max zit dat er nog veel dieper in. “Hij laat de kaas niet van zijn boterham nemen,” zei vader Jos Verstappen al toen zijn zoon in 2015 net zijn debuut had gemaakt op zijn zeventiende. “Formule 1 heeft niets te maken met de olympische gedachte,” zei Max tijdens een interview, “hier is het ieder voor zich.” Max Verstappen: 'Formule 1 heeft niets te maken met de olympische gedachte, hier is het ieder voor zich' Verstappen paste dat motto al snel toe in zijn eerste seizoen bij Toro Rosso, toen teamgenoot Carlos Sainz net verse banden had gekregen en duidelijk sneller reed dan Max, die vlak voor hem reed. De teamleiding gaf Verstappen het bevel om zijn teamgenoot voorbij te laten. Dat was ‘strategisch beter’ liet de leiding van Toro Rosso weten. Waarop Max kurkdroog antwoordde op het verzoek met: “No.” Senna en Prost Verstappen won trouwens de derde GP van het seizoen in Melbourne. Maar twee weken later, in Bakoe, was Pérez weer de winnaar. Hij won in Azerbeidzjan niet alleen op zondag, maar ook de zogenaamde ‘sprintrace’ die voor het eerst werd georganiseerd. Vader Antonio Pérez stelde na afloop: “Mijn zoon kan dit seizoen wereldkampioen worden.” De quote ging de wereld rond en zorgde in Mexico voor collectief enthousiasme. Vader Perez is immers politicus en zit in de Mexicaanse Tweede Kamer. Hij staat erom bekend graag oneliners te gebruiken, de media nemen zijn woorden altijd snel over. Pérez werd plots gebombardeerd tot serieuze kanshebber voor de titel in Mexico. Vader Pérez stelde: “Je kunt de rivaliteit tussen Verstappen en Checo gerust vergelijken met die in de grote jaren van Ayrton Senna en Alain Prost bij McLaren.” Na de race in Bakoe was het een leuke headline. Inmiddels is het een pijnlijke uitspraak, als je de stand in het kampioenschap ziet. Maar het was bovenal een uitspraak die zijn zoon niet geholpen heeft. Terug naar de interne strijd tussen Senna en Prost bij McLaren in 1988 en 1989. Wat overeenkomt met die periode is de dominantie van één team. Red Bull is net zo oppermachtig als McLaren toen was. De overwinning van Verstappen in Hongarije betekende de elfde zege van Red Bull dit seizoen in elf races tot nu toe. De laatste race van 2022, in Abu Dhabi, werd ook gewonnen, waardoor Red Bull in Hongarije een streak van twaalf zeges op rij te pakken had. De twaalfde zege op rij door één team betekende een record in de Formule. McLaren won er in 1988 elf op een rij. Maar destijds was de strijd tussen coureurs veel spannender. Senna won zeven van die races en Prost vier. Aan het einde van het seizoen was de stand 8-7 in het voordeel van Senna. Prost en hij waren enorm aan elkaar gewaagd. Bij Red Bull was de stand na de GP in Hongarije alleen dit seizoen 9-2 in het voordeel van Verstappen en met zege van Max in de slotrace van 2022 erbij zelfs 10-2. Hier gaat de vergelijking tussen Senna en Prost in 1988 dus volledig mank. Van spanning is geen sprake meer geweest na Azerbeidzjan en de uitspraken van vader Pérez. Verstappen zegt telkens dat cijfers en statistieken hem niet interesseren, maar hij ziet de kloof met zijn teamgenoot natuurlijk ook wel. Op Silverstone, begin juli, sprak Max die absoluut hard aan zijn gekomen bij Pérez. Toen hem werd gevraagd of de slechte kwalificatie van Pérez - hij haalde alweer de derde en beslissende kwalificatieronde niet - een probleem was, zei Max: “Voor het team is het zeer belangrijk dat we ook de wereldtitel bij de constructeurs pakken, en dus allebei punten pakken. Maar ik denk dat ik dat wel alleen voor elkaar krijg...” Helden Magazine editie 68 Het eerste gedeelte van het verhaal van Max Verstappen komt voort uit Helden Magazine nummer 68.Verstappen kleurt de wereld oranje. Max Verstappen is hard op weg om voor het derde jaar op rij de wereldtitel Formule 1 te pakken. In aanloop naar de Grand Prix van Zandvoort, die hij afgelopen twee jaar won, siert hij de cover van Helden. We volgden de coureur vanuit de paddock en zagen hoe moeilijk het is voor ploeggenoot Sergio Perez om staande te blijven in zijn schaduw. In de 68ste editie van Helden ook volop aandacht voor het nieuwe voetbalseizoen. Een gesprek met Mats Wieffer, dé ontdekking van vorig seizoen, over zijn doorbraak bij Feyenoord en Oranje. Maurice Steijn werd tot veler verrassing de nieuwe trainer van Ajax. Een groot interview met de man die na een teleurstellend seizoen voor nieuwe successen moet zorgen. Luuk de Jong is spits en aanvoerder van PSV, hij vertelt over bondscoach Ronald Koeman, oud-trainer Ruud van Nistelrooij, nieuwe trainer Peter Bosz, oud-ploeggenoot Xavi Simons en nieuwe teamgenoot Noa Lang. Ryan Gravenberch kende een lastig eerste seizoen bij Bayern München. Hij wil er dit seizoen staan en weer een vaste waarde voor Oranje worden. Verder in de nieuwe Helden. Atleten Lieke Klaver en Terrence Agard vormen een razendsnel koppel. Turners Loran de Munck en Casimir Schmidt zijn maatjes en tegenpolen. Laura Dijkema en Nika Daalderop over de hectiek van het leven als volleybalsters in den vreemde. Anne van Dam is de beste golfster van Nederland, ze vertelt over anger management, wonen in Amerika en de Big Green Egg Open. Hockeyster Laurien Leurink won met Oranje alles wat er te winnen viel. Mede door de ongeneeslijke ziekte van zus Marije zwaaide ze af. Ook is er veel aandacht voor de European Para Championships in Rotterdam. Een gesprek met rolstoelbasketbalster Bo Kramer, bij wie op jonge leeftijd botkanker in haar been werd geconstateerd. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine editie 68! Wil je geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Abonneer je nu snel en ontvang de Helden Magazine op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Blijf daarnaast op de hoogte van het recentste sportnieuws en leuke winacties door je aan te melden op onze nieuwsbrief en volg ons op onze social mediakanalen.
De Formule 1 droomde van een echte titelstrijd. In plaats daarvan zorgt Max Verstappen net als vorig seizoen voor een one man show, de derde wereldtitel op rij kan hem bijna niet ontgaan. Ongewild maar flink geholpen door zijn enige rivaal en teamgenoot. Omdat Sergio Perez dit seizoen alles doet wat hij vooral niet moet doen. “Dit kan best nog leuk worden.” Damon Hill, ex-wereldkampioen en tegenwoordig Formule 1-analist voor televisie, zei het in Melbourne, voor de derde Grand Prix van het jaar. Hij had het over het seizoen dat leek af te stevenen op een duel tussen twee teamgenoten. De auto van Red Bull was immers zo snel dat de andere topteams al de handdoek hadden gegooid. Zowel in Bahrein als Jeddah was er een één-tweetje voor Red Bull. Max Verstappen won in Bahrein voor teamgenoot Sergio Pérez en in Saudi-Arabië waren de rollen omgekeerd. Hill, optimistisch: “Daarmee is het seizoen niet voorbij, hoor. Er valt altijd wat te beleven als twee teamgenoten bikkelen om de titel.” We hadden even de neiging om de wereldkampioen van 1996 te geloven. Hij is immers ervaringsdeskundige. Hill: “De dynamiek is helemaal anders, als je teamgenoot je titelrivaal is. Dat doet iets met een mens. Ik herinner me dat ik in Monza kip zat te eten, en dat Jacques Villeneuve (zijn teamgenoot in ‘96) een bout van mijn bord pikte toen hij voorbij wandelde. Grapje van hem. Ik ging helemaal door het lint, dacht dat hij psychologische spelletjes speelde.” Een week eerder, tijdens de GP van Saudi- Arabië, had Max Verstappen een spelletje gespeeld. Toen de ingenieurs vreesden dat de aandrijfas van de Red Bull RB19 op het punt stond het te begeven, vroegen ze hun coureurs om het tempo te verlagen. Pérez, op dat moment aan de leiding, gehoorzaamde. Tot hij merkte dat Verstappen deed alsof zijn neus bloedde en in de laatste ronde nog de snelste tijd neerzette, goed voor een punt waarmee de Nederlander en niet Pérez de leiding in het kampioenschap greep. De woordenwisseling tussen de teamgenoten na de race en kort voordat ze het podium op gingen, was fel. Geen vertrouwen meer Het zat er natuurlijk aan te komen. Pérez en Verstappen vertrouwen elkaar dit seizoen voor geen meter. Het is een gevolg van wat in 2022 gebeurde. Verstappen en zijn entourage verdachten Pérez ervan dat hij in Monaco opzettelijk gecrasht was in de kwalificaties, zodat Max geen snellere tijd meer kon neerzetten. Perez won daardoor die race. Later in het seizoen, in Brazilië, presenteerde Verstappen de rekening. Max was al wereldkampioen, maar weigerde Perez, die goede zaken kon doen voor de tweede plek in het kampioenschap, voorbij te laten, zoals het team hem vroeg. “Nu heeft iedereen gezien hoe hij in elkaar zit,” zei een boze Pérez. Sindsdien is er vaker kwaad bloed tussen de twee. De Mexicaan, voor de start van dit seizoen: “Als Red Bull me niet op gelijke voet met Verstappen zet, dan kunnen ze vergeten dat ik voor het team rij.” En toen hij de race in Jeddah won, twitterde Checo meteen om het team te bedanken en hij sloot af met: “Meer van dat. Ik wil wereldkampioen worden.” Red Bull greep meteen in: de tweet van Perez verdween na een paar minuten plots heel even. Om dan terug te keren zonder dat laatste zinnetje. Alles willen winnen en de ander niets gunnen: veel, zo niet alle, coureurs in de Formule 1 denken zo. Allemaal hebben ze een soort aangeboren egoïsme als ze in de auto stappen. Bij Max zit dat er nog veel dieper in. “Hij laat de kaas niet van zijn boterham nemen,” zei vader Jos Verstappen al toen zijn zoon in 2015 net zijn debuut had gemaakt op zijn zeventiende. “Formule 1 heeft niets te maken met de olympische gedachte,” zei Max tijdens een interview, “hier is het ieder voor zich.” Max Verstappen: 'Formule 1 heeft niets te maken met de olympische gedachte, hier is het ieder voor zich' Verstappen paste dat motto al snel toe in zijn eerste seizoen bij Toro Rosso, toen teamgenoot Carlos Sainz net verse banden had gekregen en duidelijk sneller reed dan Max, die vlak voor hem reed. De teamleiding gaf Verstappen het bevel om zijn teamgenoot voorbij te laten. Dat was ‘strategisch beter’ liet de leiding van Toro Rosso weten. Waarop Max kurkdroog antwoordde op het verzoek met: “No.” Senna en Prost Verstappen won trouwens de derde GP van het seizoen in Melbourne. Maar twee weken later, in Bakoe, was Pérez weer de winnaar. Hij won in Azerbeidzjan niet alleen op zondag, maar ook de zogenaamde ‘sprintrace’ die voor het eerst werd georganiseerd. Vader Antonio Pérez stelde na afloop: “Mijn zoon kan dit seizoen wereldkampioen worden.” De quote ging de wereld rond en zorgde in Mexico voor collectief enthousiasme. Vader Perez is immers politicus en zit in de Mexicaanse Tweede Kamer. Hij staat erom bekend graag oneliners te gebruiken, de media nemen zijn woorden altijd snel over. Pérez werd plots gebombardeerd tot serieuze kanshebber voor de titel in Mexico. Vader Pérez stelde: “Je kunt de rivaliteit tussen Verstappen en Checo gerust vergelijken met die in de grote jaren van Ayrton Senna en Alain Prost bij McLaren.” Na de race in Bakoe was het een leuke headline. Inmiddels is het een pijnlijke uitspraak, als je de stand in het kampioenschap ziet. Maar het was bovenal een uitspraak die zijn zoon niet geholpen heeft. Terug naar de interne strijd tussen Senna en Prost bij McLaren in 1988 en 1989. Wat overeenkomt met die periode is de dominantie van één team. Red Bull is net zo oppermachtig als McLaren toen was. De overwinning van Verstappen in Hongarije betekende de elfde zege van Red Bull dit seizoen in elf races tot nu toe. De laatste race van 2022, in Abu Dhabi, werd ook gewonnen, waardoor Red Bull in Hongarije een streak van twaalf zeges op rij te pakken had. De twaalfde zege op rij door één team betekende een record in de Formule. McLaren won er in 1988 elf op een rij. Maar destijds was de strijd tussen coureurs veel spannender. Senna won zeven van die races en Prost vier. Aan het einde van het seizoen was de stand 8-7 in het voordeel van Senna. Prost en hij waren enorm aan elkaar gewaagd. Bij Red Bull was de stand na de GP in Hongarije alleen dit seizoen 9-2 in het voordeel van Verstappen en met zege van Max in de slotrace van 2022 erbij zelfs 10-2. Hier gaat de vergelijking tussen Senna en Prost in 1988 dus volledig mank. Van spanning is geen sprake meer geweest na Azerbeidzjan en de uitspraken van vader Pérez. Verstappen zegt telkens dat cijfers en statistieken hem niet interesseren, maar hij ziet de kloof met zijn teamgenoot natuurlijk ook wel. Op Silverstone, begin juli, sprak Max die absoluut hard aan zijn gekomen bij Pérez. Toen hem werd gevraagd of de slechte kwalificatie van Pérez - hij haalde alweer de derde en beslissende kwalificatieronde niet - een probleem was, zei Max: “Voor het team is het zeer belangrijk dat we ook de wereldtitel bij de constructeurs pakken, en dus allebei punten pakken. Maar ik denk dat ik dat wel alleen voor elkaar krijg...” Helden Magazine editie 68 Het eerste gedeelte van het verhaal van Max Verstappen komt voort uit Helden Magazine nummer 68.Verstappen kleurt de wereld oranje. Max Verstappen is hard op weg om voor het derde jaar op rij de wereldtitel Formule 1 te pakken. In aanloop naar de Grand Prix van Zandvoort, die hij afgelopen twee jaar won, siert hij de cover van Helden. We volgden de coureur vanuit de paddock en zagen hoe moeilijk het is voor ploeggenoot Sergio Perez om staande te blijven in zijn schaduw. In de 68ste editie van Helden ook volop aandacht voor het nieuwe voetbalseizoen. Een gesprek met Mats Wieffer, dé ontdekking van vorig seizoen, over zijn doorbraak bij Feyenoord en Oranje. Maurice Steijn werd tot veler verrassing de nieuwe trainer van Ajax. Een groot interview met de man die na een teleurstellend seizoen voor nieuwe successen moet zorgen. Luuk de Jong is spits en aanvoerder van PSV, hij vertelt over bondscoach Ronald Koeman, oud-trainer Ruud van Nistelrooij, nieuwe trainer Peter Bosz, oud-ploeggenoot Xavi Simons en nieuwe teamgenoot Noa Lang. Ryan Gravenberch kende een lastig eerste seizoen bij Bayern München. Hij wil er dit seizoen staan en weer een vaste waarde voor Oranje worden. Verder in de nieuwe Helden. Atleten Lieke Klaver en Terrence Agard vormen een razendsnel koppel. Turners Loran de Munck en Casimir Schmidt zijn maatjes en tegenpolen. Laura Dijkema en Nika Daalderop over de hectiek van het leven als volleybalsters in den vreemde. Anne van Dam is de beste golfster van Nederland, ze vertelt over anger management, wonen in Amerika en de Big Green Egg Open. Hockeyster Laurien Leurink won met Oranje alles wat er te winnen viel. Mede door de ongeneeslijke ziekte van zus Marije zwaaide ze af. Ook is er veel aandacht voor de European Para Championships in Rotterdam. Een gesprek met rolstoelbasketbalster Bo Kramer, bij wie op jonge leeftijd botkanker in haar been werd geconstateerd. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine editie 68! Wil je geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Abonneer je nu snel en ontvang de Helden Magazine op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Blijf daarnaast op de hoogte van het recentste sportnieuws en leuke winacties door je aan te melden op onze nieuwsbrief en volg ons op onze social mediakanalen.

Tennis

De twee gezichten van Botic van de Zandschulp

Botic van de Zandschulp (27) is in korte tijd uitgegroeid tot de beste tennisser van Nederland. Volgens kenners is hij hard op weg naar de absolute wereldtop. Hij heeft alles in zich om er te komen. Maar dan moet hij wel zijn driften onder controle krijgen, vertelt hij in aanloop naar Roland Garros en Wimbledon. Het leven buiten de tennisbaan? Voor veel opkomende tennisprofs is het niet bepaald een happy place. Constant in het vliegtuig, hotelkamer in, hotelkamer uit, omgaan met jetlags, teleurstellingen, urenlang trainen, wedstrijden spelen en tussendoor de tijd doden. Wie weinig moeite met dit leven heeft? Nederlands beste tennisser Botic van de Zandschulp. “Natuurlijk, het is soms eentonig, saai,” zegt hij, “je moet discipline op blijven brengen, goed op je lichaam passen, vroeg naar bed. Het is soms best een lastig en eenzaam bestaan, maar ik heb daar geen moeite mee. Ik houd van trainen en in m’n vrije tijd kijk ik vaak een serietje op m’n kamer. Wat mij het meeste moeite kost, is gek genoeg rustig blijven óp de baan.” Botic stond altijd al te boek als een groot talent. Hij werd in 2016 Nederlands kampioen, beklom in die periode de wereldranglijst, maar bleef steken door fysiek ongemak en omdat hij het zichzelf vaak moeilijk maakte tijdens wedstrijden. In het circuit werd weleens gefluisterd dat hij een tanker was; iemand die soms wedstrijden weggaf als het even tegenzat. Tijdens corona zette Botic de knop definitief om en maakte een flinke ontwikkeling door. Met een kwartfinaleplek op de US Open in 2021 wist hij zich vanuit het niets de top 100 in te slaan. Daarna steeg hij door, naar een plek in de mondiale top 30. De weg naar de absolute top gaat met vallen en opstaan, leerde de kopman van het Nederlands tennis toen hij in 2022 zijn eerste volledige seizoen op de ATP Tour draaide. Waar Botic buiten de baan kalm oogt, kan hij op de baan nog steeds zijn hoofd verliezen, al is dat in de loop der jaren een stuk minder geworden. “Je hebt als tennisser natuurlijk veel ups & downs, verliest bijna iedere week, speelt soms slecht, hebt te maken met lastige tegenstanders. Tijdens een wedstrijd kan het weleens donderen in mijn hoofd. Ik heb zo vaak gehad dat ik wist dat ik beter was, maar toch niet kon doordrukken. Dat heb ik nog steeds. Dit seizoen begon ik minder, doordat ik last had van een blessure en daarmee rondliep op de baan. Dan kan het weleens gebeuren dat het licht uitgaat, dat ik met mijn racket gooi, en ga zo maar door. Dat moet er echt uit.” Woede Waar die ergernissen en woede precies vandaan komen? KNLTB-coach Dennis Sporrel, die hem op verschillende toernooien begeleidde voordat Botic met Sven Groeneveld ging werken, heeft er wel een idee over. “Het komt doordat Botic alles perfect wil doen. Maar zoals bij veel sporten heb je het niet allemaal in eigen hand. Je moet soms ergens doorheen, met teleurstellingen omgaan, hebt te maken met tegenstanders die je verrassen of met pijntjes. Botic bereidt alles goed voor, is gedisciplineerd, traint keihard en laat geen procentje liggen.” Toch is dat niet altijd een garantie voor succes. En dat is frustrerend, legt Sporrel uit. “Doordat hij zo perfectionistisch is, kan hij zichzelf tijdens wedstrijden heel snel veroordelen. Hij hoeft één simpele bal te missen en hij staat te schelden. Wat dat betreft is hij hard voor zichzelf. Daar komt bij dat hij soms nog te veel bezig is met wat een tegenstander doet. Kost alleen maar energie. Je moet eerst zélf kwaliteit leveren.” Soms moeten zijn coaches of de mensen op de tribunes het weleens ontgelden. Het gedrag van Botic doet soms denken aan dat van Andy Murray, de nukkig ogende Schot die buiten de baan de vriendelijkheid zelve is. Hij lacht om de vergelijking: “Hij klopt alleen niet want als Murray kwaad wordt, gaat hij vaak beter spelen. Of hij zorgt er in ieder geval voor dat hij er het volgende punt geen last van heeft. Dat is bij mij wel anders. Ik blijf ermee rondlopen, kom er soms niet meer uit. Daarin heb ik mezelf echt moeten verbeteren. Soms riep ik op de baan verkeerde teksten. Ook mijn vriendin Floor heeft me daarmee geconfronteerd. Daarin is ze heel direct, en dat is goed. Mijn ergernis blijft een aandachtspunt, daar verlies ik punten en wedstrijden mee. Ik wéét dat ik me niet mag ergeren als iemand een goede bal slaat of geluk heeft, maar het blijft lastig.” Helden Magazine editie 67 Het eerste gedeelte van het verhaal van Botic van de Zandschulp komt voort uit Helden Magazine nummer 67, het Sportzomerboek, waar Mathieu van der Poel de cover siert samen met Sifan Hassan, Quilindschy Hartman, Lieke Martens & Jackie Groenen. De 67ste editie van Helden is een dubbeldik Sportzomerboek, waarin er volop aandacht is voor de Tour de France voor mannen en vrouwen, het WK voetbal, en het landskampioenschap van Feyenoord. Verder in Helden 67 uitgebreide interviews met: alleskunner Sifan Hassan in aanloop naar de WK atletiek, baanwielrenner Roy van den Berg, hockeysters Sanne Koolen en Pien Sanders, zwemster Marrit Steenbergen is sterker dan ooit, wielrenster Demi Vollering, Kiran Badloe over de metamorfose van windsurfer naar foiler, coureur en analist Giedo van der Garde over Nyck de Vries en Jos en Max Verstappen, en nog veel meer inspirerende verhalen. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine editie 67! Wil je geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Abonneer je nu snel en ontvang de Helden Magazine op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Blijf daarnaast op de hoogte van het recentste sportnieuws en leuke winacties door je aan te melden op onze nieuwsbrief en volg ons op onze social mediakanalen.
Botic van de Zandschulp (27) is in korte tijd uitgegroeid tot de beste tennisser van Nederland. Volgens kenners is hij hard op weg naar de absolute wereldtop. Hij heeft alles in zich om er te komen. Maar dan moet hij wel zijn driften onder controle krijgen, vertelt hij in aanloop naar Roland Garros en Wimbledon. Het leven buiten de tennisbaan? Voor veel opkomende tennisprofs is het niet bepaald een happy place. Constant in het vliegtuig, hotelkamer in, hotelkamer uit, omgaan met jetlags, teleurstellingen, urenlang trainen, wedstrijden spelen en tussendoor de tijd doden. Wie weinig moeite met dit leven heeft? Nederlands beste tennisser Botic van de Zandschulp. “Natuurlijk, het is soms eentonig, saai,” zegt hij, “je moet discipline op blijven brengen, goed op je lichaam passen, vroeg naar bed. Het is soms best een lastig en eenzaam bestaan, maar ik heb daar geen moeite mee. Ik houd van trainen en in m’n vrije tijd kijk ik vaak een serietje op m’n kamer. Wat mij het meeste moeite kost, is gek genoeg rustig blijven óp de baan.” Botic stond altijd al te boek als een groot talent. Hij werd in 2016 Nederlands kampioen, beklom in die periode de wereldranglijst, maar bleef steken door fysiek ongemak en omdat hij het zichzelf vaak moeilijk maakte tijdens wedstrijden. In het circuit werd weleens gefluisterd dat hij een tanker was; iemand die soms wedstrijden weggaf als het even tegenzat. Tijdens corona zette Botic de knop definitief om en maakte een flinke ontwikkeling door. Met een kwartfinaleplek op de US Open in 2021 wist hij zich vanuit het niets de top 100 in te slaan. Daarna steeg hij door, naar een plek in de mondiale top 30. De weg naar de absolute top gaat met vallen en opstaan, leerde de kopman van het Nederlands tennis toen hij in 2022 zijn eerste volledige seizoen op de ATP Tour draaide. Waar Botic buiten de baan kalm oogt, kan hij op de baan nog steeds zijn hoofd verliezen, al is dat in de loop der jaren een stuk minder geworden. “Je hebt als tennisser natuurlijk veel ups & downs, verliest bijna iedere week, speelt soms slecht, hebt te maken met lastige tegenstanders. Tijdens een wedstrijd kan het weleens donderen in mijn hoofd. Ik heb zo vaak gehad dat ik wist dat ik beter was, maar toch niet kon doordrukken. Dat heb ik nog steeds. Dit seizoen begon ik minder, doordat ik last had van een blessure en daarmee rondliep op de baan. Dan kan het weleens gebeuren dat het licht uitgaat, dat ik met mijn racket gooi, en ga zo maar door. Dat moet er echt uit.” Woede Waar die ergernissen en woede precies vandaan komen? KNLTB-coach Dennis Sporrel, die hem op verschillende toernooien begeleidde voordat Botic met Sven Groeneveld ging werken, heeft er wel een idee over. “Het komt doordat Botic alles perfect wil doen. Maar zoals bij veel sporten heb je het niet allemaal in eigen hand. Je moet soms ergens doorheen, met teleurstellingen omgaan, hebt te maken met tegenstanders die je verrassen of met pijntjes. Botic bereidt alles goed voor, is gedisciplineerd, traint keihard en laat geen procentje liggen.” Toch is dat niet altijd een garantie voor succes. En dat is frustrerend, legt Sporrel uit. “Doordat hij zo perfectionistisch is, kan hij zichzelf tijdens wedstrijden heel snel veroordelen. Hij hoeft één simpele bal te missen en hij staat te schelden. Wat dat betreft is hij hard voor zichzelf. Daar komt bij dat hij soms nog te veel bezig is met wat een tegenstander doet. Kost alleen maar energie. Je moet eerst zélf kwaliteit leveren.” Soms moeten zijn coaches of de mensen op de tribunes het weleens ontgelden. Het gedrag van Botic doet soms denken aan dat van Andy Murray, de nukkig ogende Schot die buiten de baan de vriendelijkheid zelve is. Hij lacht om de vergelijking: “Hij klopt alleen niet want als Murray kwaad wordt, gaat hij vaak beter spelen. Of hij zorgt er in ieder geval voor dat hij er het volgende punt geen last van heeft. Dat is bij mij wel anders. Ik blijf ermee rondlopen, kom er soms niet meer uit. Daarin heb ik mezelf echt moeten verbeteren. Soms riep ik op de baan verkeerde teksten. Ook mijn vriendin Floor heeft me daarmee geconfronteerd. Daarin is ze heel direct, en dat is goed. Mijn ergernis blijft een aandachtspunt, daar verlies ik punten en wedstrijden mee. Ik wéét dat ik me niet mag ergeren als iemand een goede bal slaat of geluk heeft, maar het blijft lastig.” Helden Magazine editie 67 Het eerste gedeelte van het verhaal van Botic van de Zandschulp komt voort uit Helden Magazine nummer 67, het Sportzomerboek, waar Mathieu van der Poel de cover siert samen met Sifan Hassan, Quilindschy Hartman, Lieke Martens & Jackie Groenen. De 67ste editie van Helden is een dubbeldik Sportzomerboek, waarin er volop aandacht is voor de Tour de France voor mannen en vrouwen, het WK voetbal, en het landskampioenschap van Feyenoord. Verder in Helden 67 uitgebreide interviews met: alleskunner Sifan Hassan in aanloop naar de WK atletiek, baanwielrenner Roy van den Berg, hockeysters Sanne Koolen en Pien Sanders, zwemster Marrit Steenbergen is sterker dan ooit, wielrenster Demi Vollering, Kiran Badloe over de metamorfose van windsurfer naar foiler, coureur en analist Giedo van der Garde over Nyck de Vries en Jos en Max Verstappen, en nog veel meer inspirerende verhalen. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine editie 67! Wil je geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Abonneer je nu snel en ontvang de Helden Magazine op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Blijf daarnaast op de hoogte van het recentste sportnieuws en leuke winacties door je aan te melden op onze nieuwsbrief en volg ons op onze social mediakanalen.

Formule 1

Giedo van der Garde: ‘Wat ben ik een geluksvogel’

Aan zijn carrière in de Formule 1 kwam in 2015 een abrupt einde. Giedo van der Garde (38) had het er lang moeilijk mee, maar herpakte zich. Inmiddels is hij zakenman, vader van drie kinderen, analist bij Viaplay en racet hij nog altijd. Victoria Koblenko ging bij hem langs en sprak met hem over Jos en Max Verstappen, Nyck de Vries, echtgenote Denise en schoonvader Marcel Boekhoorn. Helingsproces Wat is jouw levensmotto? “Het leven is te kort om moeilijk te doen. Je leeft maar één keer en je moet er alles uit halen.” Heb je er altijd zo in gestaan? “Nou nee. Nadat het Formule 1-team van Sauber in 2015 besloot me niet te laten rijden en mij uitkocht, was ik wel echt de weg kwijt. Dat duurde twee jaar lang.” Ik verken in deze rubriek vaker het zwarte gat van sporters na hun carrière. Is dat wat je bedoelt? “Ik zat als coureur op mijn hoogtepunt, dacht dat ik nog zeker een paar jaar Formule 1 ging rijden. Dat liep allemaal anders. Ik was dertig en realiseerde me dat ik nooit meer terug kon komen in de Formule 1.” De rechtszaak die je aanspande tegen Sauber won je met verve en de schadevergoeding was royaal. Dat hielp niet bij de verwerking? “Ik kreeg een zak geld mee, maar dat vulde het gat niet. Ik wilde racen. En door die rechtszaak wist ik dat een nieuwe kans in de Formule 1 was verkeken.” Wat deed je in die twee jaar dat je de weg kwijt was? “Ik ben veel gekke dingen gaan doen. Ik kwam geregeld om zes uur ’s ochtends thuis, dan ging mijn vrouw Denise net naar haar werk. Vervolgens lag ik de hele dag in bed en ’s avonds ging ik weer stappen. En dat vier of vijf keer per week. Ik kon wat me was overkomen geen plek geven. Formule 1 is één grote adrenaline-rush. Toen ik die ineens niet meer kreeg, ging ik het in andere dingen zoeken. Het was een helingsproces. Ik ben in mijn eentje ook reizen gaan maken. Van Las Vegas tot Curaçao. Thuis was het moeilijk in die periode. Want het gat van het gemis van de sport kon ook niet door het gezin worden gevuld. Ik moest losgelaten worden, zodat ik weer terug op aarde kon komen.” Dat moet voor je vrouw Denise ook niet makkelijk zijn geweest. “Ja, we zijn door een moeilijke periode gegaan toen ik uit de Formule 1 werd gezet. Denise en ik waren net getrouwd. Ze had een bedrijf en ik wist tegelijkertijd niet meer waar ik stond in mijn leven. Dat heeft tijd gekost. Maar ik dacht ook: als je elkaar al zo lang kent, dan moet je eruit kunnen komen.” Wat was de succesformule om uit het gat te klimmen? “Een coach. Zij heeft me echt geholpen, had meteen door dat als ik tegenover haar zou blijven zitten om langdurig te praten, het niet op zou schieten. Ze keek het een half uur aan en nam me mee voor een wandeling door het Vondelpark. We hebben ontelbare rondjes Vondelpark gelopen.” Wat waren de grootste leermomenten? “Heb je even? Kijk, als topsporter ben je echt een egoïst. Dat egostukje moet je leren opgeven of opzij kunnen zetten. Het is fijn als er een onafhankelijke derde persoon is die dat tegen je gaat zeggen.” Kon je na die gesprekken meteen naar de toekomst kijken of moest je eerst verwerken dat je Formule 1-carrière voorbij was? “Beide. Er bleek zoveel meer te zijn dan topsport. Daarvoor zag ik dat niet door de oogkleppen die ik jarenlang droeg. Het einde van mijn carrière in de Formule 1 voelde zo abrupt, dat ik niet zag dat er meerdere mogelijkheden waren en dat ik veel meer talenten heb dan hard in een auto rijden.” Jouw schoonvader, ondernemer en investeerder Marcel Boekhoorn, schijnt zich toen van zijn beste kant te hebben laten zien, toch? “Marcel belde op en zei: ‘Het gaat niet goed met jou. Kom jij maar eens een jaartje met mij meelopen.’ Dat heb ik gedaan. Ik heb in die periode elke deal die Marcel maakte van dichtbij meegemaakt. Superleerzaam. Daardoor kreeg ik steeds meer door dat ik meer in mijn mars had dan autorijden.” Heb je veel gehuild in de periode dat je zoekende was? “Ik huil niet snel, bijna nooit. Maar bij het overlijden van de oma van Denise stond ik te huilen als een kind. Drie kwartier lang. Ik kon niet stoppen, alles kwam eruit. Toen ik naar huis reed, voelde ik me eigenlijk best lekker. Topsport is keihard, daar hoort huilen niet bij. Je krijgt een tik als je dat doet. Is dat goed? Weet ik niet. Is dat slecht? Weet ik ook niet. Je hebt een mentaliteit aangeleerd in de sport die je de rest van je leven gaat helpen. Als ik nu een zakelijke deal doe, moet ie lukken. Links- of rechtsom.” Helden Magazine editie 67 Het eerste gedeelte van het verhaal van Giedo van der Garde komt voort uit Helden Magazine nummer 67, het Sportzomerboek, waar Mathieu van der Poel de cover siert samen met Sifan Hassan, Quilindschy Hartman, Lieke Martens & Jackie Groenen. De 67ste editie van Helden is een dubbeldik Sportzomerboek, waarin er volop aandacht is voor de Tour de France voor mannen en vrouwen, het WK voetbal, en het landskampioenschap van Feyenoord. Verder in Helden 67 uitgebreide interviews met: alleskunner Sifan Hassan in aanloop naar de WK atletiek, baanwielrenner Roy van den Berg, hockeysters Sanne Koolen en Pien Sanders, zwemster Marrit Steenbergen is sterker dan ooit, wielrenster Demi Vollering, Kiran Badloe over de metamorfose van windsurfer naar foiler, Botic van de Zandschulp op weg naar de absolute tennistop en nog veel meer inspirerende verhalen. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine editie 67! Wil je geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Abonneer je nu snel en ontvang de Helden Magazine op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Blijf daarnaast op de hoogte van het recentste sportnieuws en leuke winacties door je aan te melden op onze nieuwsbrief en volg ons op onze social mediakanalen.
Aan zijn carrière in de Formule 1 kwam in 2015 een abrupt einde. Giedo van der Garde (38) had het er lang moeilijk mee, maar herpakte zich. Inmiddels is hij zakenman, vader van drie kinderen, analist bij Viaplay en racet hij nog altijd. Victoria Koblenko ging bij hem langs en sprak met hem over Jos en Max Verstappen, Nyck de Vries, echtgenote Denise en schoonvader Marcel Boekhoorn. Helingsproces Wat is jouw levensmotto? “Het leven is te kort om moeilijk te doen. Je leeft maar één keer en je moet er alles uit halen.” Heb je er altijd zo in gestaan? “Nou nee. Nadat het Formule 1-team van Sauber in 2015 besloot me niet te laten rijden en mij uitkocht, was ik wel echt de weg kwijt. Dat duurde twee jaar lang.” Ik verken in deze rubriek vaker het zwarte gat van sporters na hun carrière. Is dat wat je bedoelt? “Ik zat als coureur op mijn hoogtepunt, dacht dat ik nog zeker een paar jaar Formule 1 ging rijden. Dat liep allemaal anders. Ik was dertig en realiseerde me dat ik nooit meer terug kon komen in de Formule 1.” De rechtszaak die je aanspande tegen Sauber won je met verve en de schadevergoeding was royaal. Dat hielp niet bij de verwerking? “Ik kreeg een zak geld mee, maar dat vulde het gat niet. Ik wilde racen. En door die rechtszaak wist ik dat een nieuwe kans in de Formule 1 was verkeken.” Wat deed je in die twee jaar dat je de weg kwijt was? “Ik ben veel gekke dingen gaan doen. Ik kwam geregeld om zes uur ’s ochtends thuis, dan ging mijn vrouw Denise net naar haar werk. Vervolgens lag ik de hele dag in bed en ’s avonds ging ik weer stappen. En dat vier of vijf keer per week. Ik kon wat me was overkomen geen plek geven. Formule 1 is één grote adrenaline-rush. Toen ik die ineens niet meer kreeg, ging ik het in andere dingen zoeken. Het was een helingsproces. Ik ben in mijn eentje ook reizen gaan maken. Van Las Vegas tot Curaçao. Thuis was het moeilijk in die periode. Want het gat van het gemis van de sport kon ook niet door het gezin worden gevuld. Ik moest losgelaten worden, zodat ik weer terug op aarde kon komen.” Dat moet voor je vrouw Denise ook niet makkelijk zijn geweest. “Ja, we zijn door een moeilijke periode gegaan toen ik uit de Formule 1 werd gezet. Denise en ik waren net getrouwd. Ze had een bedrijf en ik wist tegelijkertijd niet meer waar ik stond in mijn leven. Dat heeft tijd gekost. Maar ik dacht ook: als je elkaar al zo lang kent, dan moet je eruit kunnen komen.” Wat was de succesformule om uit het gat te klimmen? “Een coach. Zij heeft me echt geholpen, had meteen door dat als ik tegenover haar zou blijven zitten om langdurig te praten, het niet op zou schieten. Ze keek het een half uur aan en nam me mee voor een wandeling door het Vondelpark. We hebben ontelbare rondjes Vondelpark gelopen.” Wat waren de grootste leermomenten? “Heb je even? Kijk, als topsporter ben je echt een egoïst. Dat egostukje moet je leren opgeven of opzij kunnen zetten. Het is fijn als er een onafhankelijke derde persoon is die dat tegen je gaat zeggen.” Kon je na die gesprekken meteen naar de toekomst kijken of moest je eerst verwerken dat je Formule 1-carrière voorbij was? “Beide. Er bleek zoveel meer te zijn dan topsport. Daarvoor zag ik dat niet door de oogkleppen die ik jarenlang droeg. Het einde van mijn carrière in de Formule 1 voelde zo abrupt, dat ik niet zag dat er meerdere mogelijkheden waren en dat ik veel meer talenten heb dan hard in een auto rijden.” Jouw schoonvader, ondernemer en investeerder Marcel Boekhoorn, schijnt zich toen van zijn beste kant te hebben laten zien, toch? “Marcel belde op en zei: ‘Het gaat niet goed met jou. Kom jij maar eens een jaartje met mij meelopen.’ Dat heb ik gedaan. Ik heb in die periode elke deal die Marcel maakte van dichtbij meegemaakt. Superleerzaam. Daardoor kreeg ik steeds meer door dat ik meer in mijn mars had dan autorijden.” Heb je veel gehuild in de periode dat je zoekende was? “Ik huil niet snel, bijna nooit. Maar bij het overlijden van de oma van Denise stond ik te huilen als een kind. Drie kwartier lang. Ik kon niet stoppen, alles kwam eruit. Toen ik naar huis reed, voelde ik me eigenlijk best lekker. Topsport is keihard, daar hoort huilen niet bij. Je krijgt een tik als je dat doet. Is dat goed? Weet ik niet. Is dat slecht? Weet ik ook niet. Je hebt een mentaliteit aangeleerd in de sport die je de rest van je leven gaat helpen. Als ik nu een zakelijke deal doe, moet ie lukken. Links- of rechtsom.” Helden Magazine editie 67 Het eerste gedeelte van het verhaal van Giedo van der Garde komt voort uit Helden Magazine nummer 67, het Sportzomerboek, waar Mathieu van der Poel de cover siert samen met Sifan Hassan, Quilindschy Hartman, Lieke Martens & Jackie Groenen. De 67ste editie van Helden is een dubbeldik Sportzomerboek, waarin er volop aandacht is voor de Tour de France voor mannen en vrouwen, het WK voetbal, en het landskampioenschap van Feyenoord. Verder in Helden 67 uitgebreide interviews met: alleskunner Sifan Hassan in aanloop naar de WK atletiek, baanwielrenner Roy van den Berg, hockeysters Sanne Koolen en Pien Sanders, zwemster Marrit Steenbergen is sterker dan ooit, wielrenster Demi Vollering, Kiran Badloe over de metamorfose van windsurfer naar foiler, Botic van de Zandschulp op weg naar de absolute tennistop en nog veel meer inspirerende verhalen. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine editie 67! Wil je geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Abonneer je nu snel en ontvang de Helden Magazine op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Blijf daarnaast op de hoogte van het recentste sportnieuws en leuke winacties door je aan te melden op onze nieuwsbrief en volg ons op onze social mediakanalen.

Windsurfen

Kiran Badloe: ‘Ik wil iets unieks doen’

Kiran Badloe (28) won in 2021 olympisch goud als windsurfer. Daarna maakte hij de overstap naar de nieuwe olympische iQFoil-klasse. Kiran heeft letterlijk en figuurlijk een transformatie ondergaan, zo is hij ruim twintig kilo aangekomen. Na de laatste olympisch kampioen in de RS:X zou hij dolgraag de eerste gouden olympische plak als foiler pakken. In aanloop naar het WK in Den Haag (10-20 augustus) doet hij zijn verhaal. Nieuw lichaam “Vergelijk het met een langebaanschaatser die de overstap maakt naar het shorttracken. Die stapt in een andere wereld. Je trekt voor allebei de takken van sport schaatsen aan, maar daar houdt zo’n beetje de vergelijking op. Of neem een wegwielrenner die ineens besluit te gaan BMX’en. Je moet op allebei de fietsen trappen, maar verder is het totaal anders. Of een atleet die de overstap maakt van de 200 meter naar de 400 meter horden. Zo moet je mijn overstap van de RS:X-klasse naar de iQFoil- klasse ook zien. Ik vaar met een andere plank, met ander materiaal. Met windsurfen moest ik mijn board door het water sturen en nu zweef ik met mijn plank boven het water. Daar komen heel andere technieken bij kijken. Ik moet mijn zeil op een andere manier trimmen en doordat we met een hogere snelheid varen, moet ik ook de wind anders ‘lezen’ dan voorheen. En voor het foilen ben ik ook ruim twintig kilo aangekomen. Voorheen moest ik mijn board niet te diep in het water drukken, dat gaf te veel weerstand. Nu ik boven het water zweef, is het juist goed om de foil, het uitsteeksel onder de plank, in het water te drukken. De foil wil door de snelheid en de wind juist alleen maar het water uit. Je hebt gewicht nodig om dat tegen te houden, om tegendruk te geven. Mijn coach Aaron McIntosh zag dat de zwaardere jongens harder gingen, dus we wisten wat me te doen stond. Op de Spelen in Tokio woog ik rond de zeventig kilo en nu ben ik 94 kilo. En dat heb ik niet voor elkaar gekregen door dagelijks bij de McDonald’s te zitten. Ik heb het gedaan met veel krachttraining en door juist gezond te eten. Voorheen leefde ik op een paar eitjes, toast, avocado en een glaasje sap. Na mijn overstap ben ik vooral veel meer gaan eten, diëtisten zagen erop toe dat het op een verantwoorde manier gebeurde. Elke twee of drie uur moest ik wat eten. Veel koolhydraten en proteïnen. Ik heb heel wat eieren gegeten. En bakken havermout. In het begin protesteerde m’n lichaam ook wel, ik was niet gewend om zoveel te eten. Vaak had ik geen honger, maar moest ik toch eten. Ik gooide voor mijn ontbijt ook vaak een deel in de blender, als shake kreeg ik het sneller en beter weg. Ik heb ook een heel nieuwe garderobe aan moeten schaffen. Mijn vriendin Nicky kreeg qua uiterlijk een heel nieuwe vriend. Ik moest er even aan wennen als ik mezelf in de spiegel zag, maar ben er nu aan gewend. Ik merk dat het lichaam dat ik nu heb ook veel beter bij me past. Nicky en mijn ouders vinden het ook beter voor me hoe ik er nu uitzie. Ik ben 1,96 meter en ben jarenlang wel heel erg licht geweest. Dat was jarenlang ‘normaal’, maar eigenlijk zag ik er ongezond uit, ik was zo mager. Op foto’s van mij in aanloop naar de Spelen, toen ik toch nog even twee kilo lichter wilde zijn dan ik gewend was, zie je elk botje. Niet dat ik anorexia had, maar zwaar ondergewicht kun je het wel noemen. Ik had sinds mijn veertiende een routine wat eten betreft waardoor ik precies op mijn ideale gewicht voor de RS:X-klasse bleef. Ik kon af en toe gerust snoepen, omdat ik in de zon en tijdens trainingen toch heel veel calorieën verbrandde. Pas de afgelopen periode, waarin ik zwaarder werd, heb ik gemerkt dat ik jarenlang veel van mijn lichaam heb geëist. Ik merk dat ik veel minder slaap nodig heb, waar ik voorheen altijd powernaps nodig had om de dag door te komen. Ik was ook best vaak ziek. Als ergens de airco had aangestaan, dan kon ik daar al last van krijgen. Mijn weerstand is jarenlang gewoon heel laag geweest. Lange tijd wist ik niet beter. Ik dacht: ik ben topsporter, dus ik vraag veel van mijn lichaam en heb meer slaap nodig dan gemiddeld. Ik heb nu meer reserves en dat voelt goed. Afgesloten hoofdstuk Ik krijg vaak de vraag of ik het niet jammer vind dat de RS:X-klasse niet langer olympisch is. Ik had nog een paar jaar kunnen domineren als windsurfer, maar als ik heel eerlijk ben, denk ik dat ik zou zijn gestopt als alles hetzelfde zou zijn gebleven. Ik ben ooit gaan windsurfen met de droom om op een dag de beste van de wereld te zijn. Met Dorian van Rijsselberghe en onze coach Aaron hebben we de RS:X-klasse jarenlang gedomineerd. Ik won drie wereldtitels op rij, twee Europese titels en sloot af met de olympische titel. Fantastisch. Ik had alles bereikt wat ik wilde. Maar ik merkte ook al dat ik in aanloop naar de Spelen in Tokio was uitgeleerd als windsurfer. En juist uit het leren van nieuwe dingen haalde ik altijd zoveel plezier. Ik was klaar voor een nieuwe stap. Dat gold ook voor Dorian en Aaron. Het was niet voor niets dat wij met z’n drieën de lobby zijn gestart om het foilen de olympische status te bezorgen. We deden het al een tijdje voor de lol, vonden het alle drie eigenlijk mooier om te doen dan windsurfen. We hebben het bedrijf benaderd dat ons materiaal altijd verzorgde en Antonio, een bevriende advocaat, heeft geholpen om dingen op papier te zetten. Dorian en ik zijn met het materiaal aan de slag gegaan. Uiteindelijk hebben we ons idee om van foilen de nieuwe olympische klasse te maken gepresenteerd. Als je ziet hoeveel kinderen nu aan het foilen zijn, waar je voorheen steeds minder kinderen zag windsurfen; geweldig. In 2019 werd duidelijk dat foilen olympisch zou worden op de Spelen van 2024. Ik stond te popelen om de overstap te maken, maar moest eerst nog een jaar door met de RS:X. Toen de Spelen door de coronapandemie een jaar werden uitgesteld, werden dat er zelfs twee. Ik vond het mentaal zwaar, dacht vaak: mijn vrienden zijn al aan het foilen, zijn allemaal nieuwe dingen aan het leren en hebben een heel leuke tijd. Met Aaron – Dorian stopte toen duidelijk werd dat ik naar de Spelen mocht – was ik bezig aan een repeterend geheel. Ik wilde dolgraag olympisch goud winnen, dat ontbrak nog, vond het ook echt nog wel leuk om daarvoor te gaan, maar ik merkte ook dat ik de uitdaging miste van nieuwe dingen leren. Het voelde voor mij in aanloop naar de Spelen in Tokio vaak echt zo dat ik bezig was dat laatste vinkje te kunnen zetten. Na de Spelen was RS:X een afgesloten hoofdstuk voor me. Ik heb daarna nooit meer op die plank gestaan. Sterker: ik begreep dat het zeil waarmee ik voer tijdens de Spelen is verkocht aan een Zwitser. Materiaal voor de jeugd werd opgeruimd door de bond en daar bleek mijn olympische zeil dus ook tussen te zitten... Neemt niet weg dat ik natuurlijk met veel voldoening terugkijk op de hele RS:X-periode. We wilden niet alleen winnen, maar ook domineren. Dat is gelukt en geeft rust. Helden Magazine editie 67 Het eerste gedeelte van het verhaal van Kiran Badloe komt voort uit Helden Magazine nummer 67, het Sportzomerboek, waar Mathieu van der Poel de cover siert samen met, Sifan Hassan, Quilindschy Hartman, Lieke Martens & Jackie Groenen. De 67ste editie van Helden is een dubbeldik Sportzomerboek, waarin er volop aandacht is voor de Tour de France voor mannen en vrouwen, het WK voetbal, en het landskampioenschap van Feyenoord. Verder in Helden 67 uitgebreide interviews met: alleskunner Sifan Hassan in aanloop naar de WK atletiek, baanwielrenner Roy van den Berg, hockeysters Sanne Koolen en Pien Sanders, zwemster Marrit Steenbergen is sterker dan ooit, Botic van de Zandschulp op weg naar de absolute tennistop, coureur en analist Giedo van der Garde over Nyck de Vries en Jos en Max Verstappen, en nog veel meer inspirerende verhalen. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine editie 67! Wil je geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Abonneer je nu snel en ontvang de Helden Magazine op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Blijf daarnaast op de hoogte van het recentste sportnieuws en leuke winacties door je aan te melden op onze nieuwsbrief en volg ons op onze social mediakanalen.
Kiran Badloe (28) won in 2021 olympisch goud als windsurfer. Daarna maakte hij de overstap naar de nieuwe olympische iQFoil-klasse. Kiran heeft letterlijk en figuurlijk een transformatie ondergaan, zo is hij ruim twintig kilo aangekomen. Na de laatste olympisch kampioen in de RS:X zou hij dolgraag de eerste gouden olympische plak als foiler pakken. In aanloop naar het WK in Den Haag (10-20 augustus) doet hij zijn verhaal. Nieuw lichaam “Vergelijk het met een langebaanschaatser die de overstap maakt naar het shorttracken. Die stapt in een andere wereld. Je trekt voor allebei de takken van sport schaatsen aan, maar daar houdt zo’n beetje de vergelijking op. Of neem een wegwielrenner die ineens besluit te gaan BMX’en. Je moet op allebei de fietsen trappen, maar verder is het totaal anders. Of een atleet die de overstap maakt van de 200 meter naar de 400 meter horden. Zo moet je mijn overstap van de RS:X-klasse naar de iQFoil- klasse ook zien. Ik vaar met een andere plank, met ander materiaal. Met windsurfen moest ik mijn board door het water sturen en nu zweef ik met mijn plank boven het water. Daar komen heel andere technieken bij kijken. Ik moet mijn zeil op een andere manier trimmen en doordat we met een hogere snelheid varen, moet ik ook de wind anders ‘lezen’ dan voorheen. En voor het foilen ben ik ook ruim twintig kilo aangekomen. Voorheen moest ik mijn board niet te diep in het water drukken, dat gaf te veel weerstand. Nu ik boven het water zweef, is het juist goed om de foil, het uitsteeksel onder de plank, in het water te drukken. De foil wil door de snelheid en de wind juist alleen maar het water uit. Je hebt gewicht nodig om dat tegen te houden, om tegendruk te geven. Mijn coach Aaron McIntosh zag dat de zwaardere jongens harder gingen, dus we wisten wat me te doen stond. Op de Spelen in Tokio woog ik rond de zeventig kilo en nu ben ik 94 kilo. En dat heb ik niet voor elkaar gekregen door dagelijks bij de McDonald’s te zitten. Ik heb het gedaan met veel krachttraining en door juist gezond te eten. Voorheen leefde ik op een paar eitjes, toast, avocado en een glaasje sap. Na mijn overstap ben ik vooral veel meer gaan eten, diëtisten zagen erop toe dat het op een verantwoorde manier gebeurde. Elke twee of drie uur moest ik wat eten. Veel koolhydraten en proteïnen. Ik heb heel wat eieren gegeten. En bakken havermout. In het begin protesteerde m’n lichaam ook wel, ik was niet gewend om zoveel te eten. Vaak had ik geen honger, maar moest ik toch eten. Ik gooide voor mijn ontbijt ook vaak een deel in de blender, als shake kreeg ik het sneller en beter weg. Ik heb ook een heel nieuwe garderobe aan moeten schaffen. Mijn vriendin Nicky kreeg qua uiterlijk een heel nieuwe vriend. Ik moest er even aan wennen als ik mezelf in de spiegel zag, maar ben er nu aan gewend. Ik merk dat het lichaam dat ik nu heb ook veel beter bij me past. Nicky en mijn ouders vinden het ook beter voor me hoe ik er nu uitzie. Ik ben 1,96 meter en ben jarenlang wel heel erg licht geweest. Dat was jarenlang ‘normaal’, maar eigenlijk zag ik er ongezond uit, ik was zo mager. Op foto’s van mij in aanloop naar de Spelen, toen ik toch nog even twee kilo lichter wilde zijn dan ik gewend was, zie je elk botje. Niet dat ik anorexia had, maar zwaar ondergewicht kun je het wel noemen. Ik had sinds mijn veertiende een routine wat eten betreft waardoor ik precies op mijn ideale gewicht voor de RS:X-klasse bleef. Ik kon af en toe gerust snoepen, omdat ik in de zon en tijdens trainingen toch heel veel calorieën verbrandde. Pas de afgelopen periode, waarin ik zwaarder werd, heb ik gemerkt dat ik jarenlang veel van mijn lichaam heb geëist. Ik merk dat ik veel minder slaap nodig heb, waar ik voorheen altijd powernaps nodig had om de dag door te komen. Ik was ook best vaak ziek. Als ergens de airco had aangestaan, dan kon ik daar al last van krijgen. Mijn weerstand is jarenlang gewoon heel laag geweest. Lange tijd wist ik niet beter. Ik dacht: ik ben topsporter, dus ik vraag veel van mijn lichaam en heb meer slaap nodig dan gemiddeld. Ik heb nu meer reserves en dat voelt goed. Afgesloten hoofdstuk Ik krijg vaak de vraag of ik het niet jammer vind dat de RS:X-klasse niet langer olympisch is. Ik had nog een paar jaar kunnen domineren als windsurfer, maar als ik heel eerlijk ben, denk ik dat ik zou zijn gestopt als alles hetzelfde zou zijn gebleven. Ik ben ooit gaan windsurfen met de droom om op een dag de beste van de wereld te zijn. Met Dorian van Rijsselberghe en onze coach Aaron hebben we de RS:X-klasse jarenlang gedomineerd. Ik won drie wereldtitels op rij, twee Europese titels en sloot af met de olympische titel. Fantastisch. Ik had alles bereikt wat ik wilde. Maar ik merkte ook al dat ik in aanloop naar de Spelen in Tokio was uitgeleerd als windsurfer. En juist uit het leren van nieuwe dingen haalde ik altijd zoveel plezier. Ik was klaar voor een nieuwe stap. Dat gold ook voor Dorian en Aaron. Het was niet voor niets dat wij met z’n drieën de lobby zijn gestart om het foilen de olympische status te bezorgen. We deden het al een tijdje voor de lol, vonden het alle drie eigenlijk mooier om te doen dan windsurfen. We hebben het bedrijf benaderd dat ons materiaal altijd verzorgde en Antonio, een bevriende advocaat, heeft geholpen om dingen op papier te zetten. Dorian en ik zijn met het materiaal aan de slag gegaan. Uiteindelijk hebben we ons idee om van foilen de nieuwe olympische klasse te maken gepresenteerd. Als je ziet hoeveel kinderen nu aan het foilen zijn, waar je voorheen steeds minder kinderen zag windsurfen; geweldig. In 2019 werd duidelijk dat foilen olympisch zou worden op de Spelen van 2024. Ik stond te popelen om de overstap te maken, maar moest eerst nog een jaar door met de RS:X. Toen de Spelen door de coronapandemie een jaar werden uitgesteld, werden dat er zelfs twee. Ik vond het mentaal zwaar, dacht vaak: mijn vrienden zijn al aan het foilen, zijn allemaal nieuwe dingen aan het leren en hebben een heel leuke tijd. Met Aaron – Dorian stopte toen duidelijk werd dat ik naar de Spelen mocht – was ik bezig aan een repeterend geheel. Ik wilde dolgraag olympisch goud winnen, dat ontbrak nog, vond het ook echt nog wel leuk om daarvoor te gaan, maar ik merkte ook dat ik de uitdaging miste van nieuwe dingen leren. Het voelde voor mij in aanloop naar de Spelen in Tokio vaak echt zo dat ik bezig was dat laatste vinkje te kunnen zetten. Na de Spelen was RS:X een afgesloten hoofdstuk voor me. Ik heb daarna nooit meer op die plank gestaan. Sterker: ik begreep dat het zeil waarmee ik voer tijdens de Spelen is verkocht aan een Zwitser. Materiaal voor de jeugd werd opgeruimd door de bond en daar bleek mijn olympische zeil dus ook tussen te zitten... Neemt niet weg dat ik natuurlijk met veel voldoening terugkijk op de hele RS:X-periode. We wilden niet alleen winnen, maar ook domineren. Dat is gelukt en geeft rust. Helden Magazine editie 67 Het eerste gedeelte van het verhaal van Kiran Badloe komt voort uit Helden Magazine nummer 67, het Sportzomerboek, waar Mathieu van der Poel de cover siert samen met, Sifan Hassan, Quilindschy Hartman, Lieke Martens & Jackie Groenen. De 67ste editie van Helden is een dubbeldik Sportzomerboek, waarin er volop aandacht is voor de Tour de France voor mannen en vrouwen, het WK voetbal, en het landskampioenschap van Feyenoord. Verder in Helden 67 uitgebreide interviews met: alleskunner Sifan Hassan in aanloop naar de WK atletiek, baanwielrenner Roy van den Berg, hockeysters Sanne Koolen en Pien Sanders, zwemster Marrit Steenbergen is sterker dan ooit, Botic van de Zandschulp op weg naar de absolute tennistop, coureur en analist Giedo van der Garde over Nyck de Vries en Jos en Max Verstappen, en nog veel meer inspirerende verhalen. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine editie 67! Wil je geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Abonneer je nu snel en ontvang de Helden Magazine op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Blijf daarnaast op de hoogte van het recentste sportnieuws en leuke winacties door je aan te melden op onze nieuwsbrief en volg ons op onze social mediakanalen.

BMX

Heldenpraat: Merel Smulders

BMX’en zit bij de familie Smulders in het bloed. In de schaduw van haar drie jaar oudere zus Laura ontwikkelde ook Merel zich tot een van de beste BMX’ers ter wereld. In 2018 was het helemaal feest in huize Smulders: Laura won goud en Merel zilver bij de WK. Bij de Spelen in Tokio hield Merel de familie-eer hoog door olympisch brons te pakken. Wat gaat ze doen op de Spelen in Parijs? Mijn favoriete tv-programma is... “Ik kijk geen live televisie. Series kijk ik wel. Mijn favoriete serie is The Empress, die gaat over de Hongaarse koningin Sisi. Vroeger had mijn oma de Sisi-films op dvd, daardoor ben ik het gaan kijken.” Dit staat er bovenaan mijn bucketlist... “Naar Lapland gaan. Ik vind het Noorderlicht en de sneeuw echt prachtig.” Ik zou graag een dagje ruilen met... “Ruth Bader Ginsburg. Zij was een vrouwelijke rechter bij het hooggerechtshof van Amerika. Zij is mijn voorbeeld op het gebied van rechten. Onlangs is haar levensverhaal verfilmd, die film heet On the Basis of Sex. Nadat ik de opleiding marketing en communicatie had afgerond, twijfelde ik of ik ook nog een studie rechten wilde gaan volgen. Toen ik die film had gezien, wist ik zeker dat ik het moest gaan doen.” Mijn boekentip voor deze zomer... “Voor boekentips kun je mij bellen. Als je voor een roman wil gaan, dan raad ik Colleen Hoover aan. Verder vind ik dat iedereen een keer Het boek van vreugde van Desmond Tutu en de Dalai Lama moet lezen. En voor een boek ter motivatie raad ik het tweede boek van David Goggins aan: Never Finished: Unshackle your mind and win the war within.” Mijn favoriete vakantiebestemming is... “De mooiste landen waar ik ben geweest zijn Nieuw-Zeeland en Australië. De sfeer, de mensen, het weer; het is daar zo fijn en relaxed.” Mijn favoriete zomergerecht is... “Couscoussalade. Je kunt daar van alles doorheen doen. In de zomer vind ik dat heerlijk. Het is ook nog eens eenvoudig te maken en ideaal als mealprep.” Mijn celebrity-crush is... “Vroeger was dat altijd acteur Ryan Reynolds. Ik vond hem zo grappig. Nu is het Felix Mallard, die jongen uit de serie Ginny en Georgia.” Mijn grootste blunder is... “We waren een keer dat spelletje aan het doen waar je een kaartje met een naam op je voor- hoofd krijgt. Je moet dan door het stellen van vragen erachter komen wie er op dat kaartje staat. Laat ik nou net erg slecht zijn in namen. Ik dacht op een gegeven moment dat ik wist wie ik was en riep heel overtuigd: o, ik ben die zwemmer, Sven Kramer! Dat krijg ik tot op de dag van vandaag te horen.” Mijn duurste aankoop is... “Mijn camera. Het lijkt me leuk om ooit shots te maken op de bruiloft van een vriendin.” Het moment dat ik graag zou herbeleven, is... “De Spelen in Tokio. Ik denk dat ik er nu iets anders mee om zou gaan. Laura crashte in de halve finale, dat overschaduwde na afloop mijn finale en daardoor was ik wat ingetogener nadat ik brons won. Nu zou ik er meer van kunnen genieten, in plaats van mezelf slecht te voelen voor Laura.” Hoe ik graag herinnerd wil worden, is... “Als mens wil ik herinnerd worden als optimistisch en behulpzaam. Als sporter wil ik herinnerd worden als iemand die altijd opstond wanneer ze viel, die er altijd voor bleef vechten, ook al zat het niet altijd mee.” Helden Wil je geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Abonneer je nu snel en ontvang de Helden Magazine op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Blijf daarnaast op de hoogte van het recentste sportnieuws en leuke winacties door je aan te melden op onze nieuwsbrief en volg ons op onze social mediakanalen.
BMX’en zit bij de familie Smulders in het bloed. In de schaduw van haar drie jaar oudere zus Laura ontwikkelde ook Merel zich tot een van de beste BMX’ers ter wereld. In 2018 was het helemaal feest in huize Smulders: Laura won goud en Merel zilver bij de WK. Bij de Spelen in Tokio hield Merel de familie-eer hoog door olympisch brons te pakken. Wat gaat ze doen op de Spelen in Parijs? Mijn favoriete tv-programma is... “Ik kijk geen live televisie. Series kijk ik wel. Mijn favoriete serie is The Empress, die gaat over de Hongaarse koningin Sisi. Vroeger had mijn oma de Sisi-films op dvd, daardoor ben ik het gaan kijken.” Dit staat er bovenaan mijn bucketlist... “Naar Lapland gaan. Ik vind het Noorderlicht en de sneeuw echt prachtig.” Ik zou graag een dagje ruilen met... “Ruth Bader Ginsburg. Zij was een vrouwelijke rechter bij het hooggerechtshof van Amerika. Zij is mijn voorbeeld op het gebied van rechten. Onlangs is haar levensverhaal verfilmd, die film heet On the Basis of Sex. Nadat ik de opleiding marketing en communicatie had afgerond, twijfelde ik of ik ook nog een studie rechten wilde gaan volgen. Toen ik die film had gezien, wist ik zeker dat ik het moest gaan doen.” Mijn boekentip voor deze zomer... “Voor boekentips kun je mij bellen. Als je voor een roman wil gaan, dan raad ik Colleen Hoover aan. Verder vind ik dat iedereen een keer Het boek van vreugde van Desmond Tutu en de Dalai Lama moet lezen. En voor een boek ter motivatie raad ik het tweede boek van David Goggins aan: Never Finished: Unshackle your mind and win the war within.” Mijn favoriete vakantiebestemming is... “De mooiste landen waar ik ben geweest zijn Nieuw-Zeeland en Australië. De sfeer, de mensen, het weer; het is daar zo fijn en relaxed.” Mijn favoriete zomergerecht is... “Couscoussalade. Je kunt daar van alles doorheen doen. In de zomer vind ik dat heerlijk. Het is ook nog eens eenvoudig te maken en ideaal als mealprep.” Mijn celebrity-crush is... “Vroeger was dat altijd acteur Ryan Reynolds. Ik vond hem zo grappig. Nu is het Felix Mallard, die jongen uit de serie Ginny en Georgia.” Mijn grootste blunder is... “We waren een keer dat spelletje aan het doen waar je een kaartje met een naam op je voor- hoofd krijgt. Je moet dan door het stellen van vragen erachter komen wie er op dat kaartje staat. Laat ik nou net erg slecht zijn in namen. Ik dacht op een gegeven moment dat ik wist wie ik was en riep heel overtuigd: o, ik ben die zwemmer, Sven Kramer! Dat krijg ik tot op de dag van vandaag te horen.” Mijn duurste aankoop is... “Mijn camera. Het lijkt me leuk om ooit shots te maken op de bruiloft van een vriendin.” Het moment dat ik graag zou herbeleven, is... “De Spelen in Tokio. Ik denk dat ik er nu iets anders mee om zou gaan. Laura crashte in de halve finale, dat overschaduwde na afloop mijn finale en daardoor was ik wat ingetogener nadat ik brons won. Nu zou ik er meer van kunnen genieten, in plaats van mezelf slecht te voelen voor Laura.” Hoe ik graag herinnerd wil worden, is... “Als mens wil ik herinnerd worden als optimistisch en behulpzaam. Als sporter wil ik herinnerd worden als iemand die altijd opstond wanneer ze viel, die er altijd voor bleef vechten, ook al zat het niet altijd mee.” Helden Wil je geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Abonneer je nu snel en ontvang de Helden Magazine op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Blijf daarnaast op de hoogte van het recentste sportnieuws en leuke winacties door je aan te melden op onze nieuwsbrief en volg ons op onze social mediakanalen.