Word abonnee

Voetbal

Voetbal

Mats Wieffer: ‘Een kijkje door de Mats Wiefferbril’

Pas een jaar geleden pikte Feyenoord Mats Wieffer [...]
Pas een jaar geleden pikte Feyenoord Mats Wieffer (23) op uit de eerste divisie. Hij speelde zich in de kijker, werd landskampioen en wist bondscoach Ronald Koeman te imponeren in het Nederlands elftal. Geduld wordt beloond, bewees de middenvelder. “Het is wel heel erg, hè. Overal waar ik kom, promoveren we of worden we kampioen.” “Of er iemand is die mij met beide benen op de grond houdt? Dat is bij mij niet nodig. Ik ben van de Twentse nuchterheid, gewoon normaal. Het is niet dat ik me anders ga gedragen als het goed gaat. En mocht dat wel zo zijn, dan zeggen mijn ouders of vriendin er wel wat van,” zegt Mats Wieffer in aanloop naar een nieuw seizoen met Feyenoord. In 2022 speelde de middenvelder nog in de eerste divisie bij Excelsior, waarmee hij promoveerde. Vorige zomer wilde Feyenoord hem hebben. De tweede seizoenshelft speelde Mats zich in de basis en amper twee maanden later speelde hij in een Oranjeshirt. En o ja, hij haalde de kwartfinale van de Europa League en werd landskampioen met Feyenoord. “In mijn vakantie heb ik nagedacht over wat me allemaal is overkomen. Ik realiseer me dat het ongelooflijk is. In het voetbal heb je geen tijd om na te denken. Het gaat zo snel, je gaat dingen al snel normaal vinden. Heel soms denk ik: het is wel apart wat er allemaal is gebeurd, eigenlijk kan het helemaal niet.” Droomde jij als jongetje van een carrière als profvoetballer? “Niet echt. Ik had ook geen posters van voetballers aan de muur hangen, of zo. Ik heb ook nooit hoge verwachtingen gehad. Toen ik jong was, vond ik die toernooien in het buitenland wel heel leuk. Pas in onder 16 en 17 zag ik dat jongens voor het eerst gingen meetrainen met het eerste elftal. Toen kwam die droom om het zelf te halen steeds vaker langs en ook dichterbij. Daarvoor had ik dat besef helemaal niet en ook geen idee wat er als profvoetballer van me werd gevraagd.” Past de voetbalwereld bij je? “Soms gebeuren er dingen die ik helemaal niks vind. Als er wat beloofd wordt en het gebeurt niet, bijvoorbeeld. Maar daar word je hard van en ik weet inmiddels niet beter. Als tienjarig jongetje begon ik al bij FC Twente, dus na dertien jaar ben ik het inmiddels wel een beetje gewend.” En het imago dat erbij hoort? Jij bent een van de weinige voetballers zonder tatoeages. “Als een speler onder de tattoos wil zitten, moet hij dat lekker doen. Ik ben er niet van, zal er niet snel een nemen. Ik maak me er ook niet druk om, iedereen moet doen wat hij wil.” Je bent goed bevriend met ploeggenoot Quilindschy Hartman, die niet vies is van tatoeages. Heb je het tijdens etentjes over wat hij nu weer van plan is te laten zetten? Lachend: “Bij hem gaat het aardig hard, inderdaad. Qua uiterlijk denk je misschien dat hij heel anders is dan ik, maar wat persoonlijkheid betreft lijken wij enorm op elkaar.” Wat doe jij als je niet voetbalt? “Op de club doen we kaartspelletjes en thuis kijk ik graag naar een serietje. Ik kijk nu Lord of the Rings, die had ik nog nooit gezien.” Kwartiertje Mats groeide samen met oudere broer Rens en zusje Bente op in het Twentse dorp Borne. Hij begon met voetballen bij RKSV NEO. “Ik heb nooit gedacht: wow, wat ben ik goed. Maar op een gegeven moment werd ik vroegtijdig doorgeschoven naar een ouder team. Ik maakte veel goals en was dus aanvallend wel goed.”Collega-international Wout Weghorst, die ook bij NEO speelde, was nog even zijn trainer. “Wout heeft mij denk ik zo’n tien keer training gegeven. Ik herinner me daar niet zo veel meer van. Achteraf is dat wel speciaal. Bij NEO had ik een mooie tijd, maar zo lang is het ook niet geweest.” Op zijn negende klopte FC Twente bij hem aan voor een stage, een jaar later werd Mats opgenomen in de jeugdopleiding. “Ik begon in de spits. Na een paar jaar werd ik aanvallende middenvelder. In Enschede ging ik naar een nieuwe middelbare school. Ik was een late leerling, de jongens bij wie ik in de klas kwam, kende ik niet. Ik vond dat in het begin heel spannend, maar uiteindelijk waren het mijn leukste jaren. Samen met al die jongens, die vrienden werden, maakten we de mooiste dingen mee. Het was druk, dat wel. Iedere ochtend werd ik om zeven uur opgehaald door zo’n busje en kwam ik ’s avonds pas om half acht thuis.” Het voetbaltalent heeft Mats van zijn vader. Lachend: “Dat wil hij ook wel graag horen.” Zijn moeder heeft gevolleybald. “Mijn zusje volleybalt ook, bij Apollo 8 op het tweede niveau. Rens heeft ook lang gevoetbald, nu heeft hij er niks meer mee. Toen ik in de eerste seizoenshelft nog op de bank zat bij Feyenoord, kwam hij nooit naar De Kuip. Dan zei hij: ‘Ik moet helemaal naar Rotterdam rijden vanuit Twente om jou te zien en dan weet ik niet eens of je invalt. Dat kwartiertje dat je misschien speelt, kan ik ook thuis op tv zien.’ Daar gaf ik hem groot gelijk in. Thuis kijkt Rens volgens mij geregeld naar mijn wedstrijden. En als ik weet dat ik speel, vindt hij het leuk om af en toe te komen.” Niet alleen voetbal, maar ook school speelde een grote rol in zijn leven. “Mijn vader was vroeger leraar op een middelbare school voor kinderen met ADHD. Van mijn ouders moesten we serieus met school bezig zijn. Ik was ook een serieuze jongen, kon er niet tegen als ik slechte cijfers haalde. Ik heb uiteindelijk mijn havo afgerond. Op de hogeschool in Enschede wilde ik een studie volgen, maar na drie weken kon ik dat al niet meer combineren met voetbal.” Helden Magazine editie 68 Het eerste gedeelte van het verhaal van Mats Wieffer komt voort uit Helden Magazine nummer 68. Max Verstappen kleurt de wereld oranje. Max Verstappen is hard op weg om voor het derde jaar op rij de wereldtitel Formule 1 te pakken. In aanloop naar de Grand Prix van Zandvoort, die hij afgelopen twee jaar won, siert hij de cover van Helden. We volgden de coureur vanuit de paddock en zagen hoe moeilijk het is voor ploeggenoot Sergio Perez om staande te blijven in zijn schaduw. In de 68ste editie van Helden ook volop aandacht voor het nieuwe voetbalseizoen. Maurice Steijn werd tot veler verrassing de nieuwe trainer van Ajax. Een groot interview met de man die na een teleurstellend seizoen voor nieuwe successen moet zorgen. Luuk de Jong is spits en aanvoerder van PSV, hij vertelt over bondscoach Ronald Koeman, oud-trainer Ruud van Nistelrooij, nieuwe trainer Peter Bosz, oud-ploeggenoot Xavi Simons en nieuwe teamgenoot Noa Lang. Ryan Gravenberch kende een lastig eerste seizoen bij Bayern München. Hij wil er dit seizoen staan en weer een vaste waarde voor Oranje worden. Verder in de nieuwe Helden. Atleten Lieke Klaver en Terrence Agard vormen een razendsnel koppel. Turners Loran de Munck en Casimir Schmidt zijn maatjes en tegenpolen. Laura Dijkema en Nika Daalderop over de hectiek van het leven als volleybalsters in den vreemde. Anne van Dam is de beste golfster van Nederland, ze vertelt over anger management, wonen in Amerika en de Big Green Egg Open. Hockeyster Laurien Leurink won met Oranje alles wat er te winnen viel. Mede door de ongeneeslijke ziekte van zus Marije zwaaide ze af. Ook is er veel aandacht voor de European Para Championships in Rotterdam. Een gesprek met rolstoelbasketbalster Bo Kramer, bij wie op jonge leeftijd botkanker in haar been werd geconstateerd. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine editie 68! Wil je geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Abonneer je nu snel en ontvang de Helden Magazine op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Blijf daarnaast op de hoogte van het recentste sportnieuws en leuke winacties door je aan te melden op onze nieuwsbrief en volg ons op onze social mediakanalen.

Voetbal

Jackie Groenen: ‘Het is best een gek leven’

Jackie Groenen (27) werd Europees kampioen in 2017, schoot [...]
Jackie Groenen (27) werd Europees kampioen in 2017, schoot Oranje naar de WK-finale in 2019 en speelde bij clubs als Chelsea, Eintracht Frankfurt en Manchester United. Vorige zomer maakte ze een transfer naar Paris Saint-Germain en werd daarmee de duurste Nederlandse voetbalster ooit. In aanloop naar het WK gingen we bij haar op bezoek in Parijs en legden haar uitspraken voor. We ontmoetten elkaar bij FCR Duisburg, daarna zijn we teamgenoten geworden bij het nationaal elftal. Nu spelen we samen in Parijs. Ik kan mijn ei bij Jackie kwijt, maar kan ook lekker met haar naar de stad om te shoppen.’ Lieke Martens in Helden de podcast, zomer 2023. Jackie Groenen, lachend: “Lieke en ik moeten een beetje bij elkaar uit de buurt blijven. We shoppen graag samen, maar soms moeten we elkaar echt tegenhouden, en zeggen: deze week kopen we niks.” In 2012 speelden Jackie en Lieke Martens twee jaar samen bij FCR Duisburg. Nu, ruim tien jaar later, zijn ze weer ploeggenoten bij Paris Saint-Germain. Jackie: “We zijn samen opgegroeid, hebben tussendoor bij andere clubs gespeeld, maar komen op een of andere manier altijd weer bij elkaar terecht. Ik ben trots op de vriendschap die we hebben. Lieke is een krachtig persoon, maar ook heel gevoelig. Ik kan precies aan haar gezicht zien als ze het ergens niet mee eens is, zij heeft dat ook bij mij. Wij kennen elkaar door en door.” Al in 2015 maakte Lieke Martens haar debuut voor het Nederlands elftal, Jackie volgde een jaar later. Samen werden ze Europees kampioen in 2017. Voor de hele ploeg, maar vooral voor Jackie en nóg meer voor Lieke, stond het leven op zijn kop. Lieke werd gekozen tot Europees- en wereldvoetbalster van het jaar en stond vanaf dat moment in de schijnwerpers. Jackie: “Voor Lieke is het heel veel geweest. Er kwamen dingen op haar af waar ze weinig controle over had en ze kreeg te maken met enorme verwachtingen. Mensen vergeten soms dat dingen die ze zeggen ook bij haar aankomen. Verwijten van anderen raken haar heel diep. Daar hebben we het geregeld over gehad, hoe je daar het beste mee om kunt gaan. We willen op het veld, maar ook buiten het veld gelukkig zijn. We willen ons ook ontwikkelen als persoon. Een van de belangrijkste dingen in het leven is dat je goed doet voor anderen. Lieke probeert altijd het goede te doen voor iedereen.” Na het EK in 2017 vertrok Lieke naar Barcelona. Jackie speelde toen bij Frankfurt en maakte twee jaar later een transfer naar Manchester United. “Via WhatsApp hebben wij altijd contact gehouden en bij het Nederlands elftal zochten wij elkaar altijd op. Nu zien we elkaar dagelijks en maken we situaties van elkaar van dichtbij mee. Dat is anders dan als je ver van elkaar vandaan woont.” Mede dankzij Lieke speelt Jackie nu in Parijs. “Lieke appte iets van: ‘Kom ook hierheen.’ Ik stuurde terug: nou, dat lijkt me eigenlijk wel een goed idee. Zo is het balletje gaan rollen.” ‘Jackie draait makkelijk weg, heeft geweldige steekpasses en brengt agressiviteit in ons spel. Zij maakt het team beter.’ Sarina Wiegman in BN De Stem, zomer 2017 “Sarina is de flip geweest in mijn carrière. Zij haalde me bij het Nederlands elftal, door haar ben ik de speelster geworden die ik nu ben, ik heb alles aan Sarina te danken. Dat heb ik haar ook verteld. Toen zij bekendmaakte te stoppen als bondscoach, appte ik haar als grapje dat ik het haar nooit zou vergeven. Ik ben heel blij dat wij hebben mogen samenwerken. Zij heeft grote stappen in mijn carrière meegemaakt, maar ik ook in die van haar. De stap naar Oranje kwam voor mij uit het niets en Sarina is inmiddels tot drie keer toe uitgeroepen tot FIFA coach van het jaar.” Jackie speelde als jong meisje in Duitsland. Ze kwam heel even uit voor de nationale jeugdelftallen, maar was eigenlijk allang in de vergetelheid geraakt bij de KNVB. Op haar zestiende debuteerde ze in de Bundesliga voor Duisburg. Ze speelde tussendoor nog een jaar bij Chelsea, maar keerde in 2015 terug in de Duitse competitie, bij Frankfurt. “Ik had een prima leven in Duitsland, speelde op het hoogste niveau dat ik me toen kon voorstellen. Er werd nooit naar mij geïnformeerd en er kwam nooit iemand uit Nederland voor mij kijken. De Duitse competitie was op dat moment de sterkste die er was en ik had net de move gemaakt naar Frankfurt, dat de Champions League had gewonnen. Ik was goed op weg.” In januari 2016 haalde Wiegman haar bij de selectie. “Ik had net besloten dat het Nederlands elftal er voor mij niet meer in zou zitten, die hoop had ik opzijgeschoven en ik had daar ook vrede mee. Toen ik ineens toch uitgenodigd werd, dacht ik: we gaan het wel zien. Eerlijk gezegd had ik geen ambities meer bij Oranje. Ik ging er vrij onbezonnen in, kende bijna niemand. Iedereen binnen de ploeg was zo ongeveer met elkaar opgegroeid in Nederland. Ik kwam als eenling binnen.” Vanaf het moment dat Jackie geselecteerd werd voor de Oranjevrouwen veranderde er een boel. “Toen ik in Duitsland speelde, zeiden familie en vrienden geregeld tegen mij: ‘Leuk hoor, dat voetbal, maar wat studeer je eigenlijk?’ Mijn oma zei altijd: ‘Wanneer ga je echt beginnen?’ Het EK heeft een groot verschil gemaakt, toen zag ik er pas een carrière in en werd ik officieel voetballer.” Het ging snel met Jackie. Tijdens het EK maakte het grote publiek kennis met haar. Ze werd bekend om haar lach buiten het veld en om haar onnavolgbare acties op het middenveld. “Je kunt zien wat vertrouwen doet met een speelster. Ik heb altijd het vertrouwen gevoeld van Sarina, kon heel erg mezelf zijn. Dat zag je terug in mijn spel.” Inmiddels zijn we zes jaar verder en is er veel gebeurd in Jackies leven. “Ik ben van Frankfurt naar Manchester verhuisd en vorige zomer naar Parijs. Mensen vragen naar mijn verhaal, dat vind ik bijzonder. Ik heb veel dingen meegemaakt waarvan ik niet had verwacht dat die binnen mijn actieve jaren in het vrouwenvoetbal zouden gebeuren. Wat mij nog steeds raakt is dat ik meiden zie met een shirt aan met mijn naam op hun rug. Dat had ik nou niet bepaald verwacht toen ik in Duitsland speelde. Het idee dat ik nu een voorbeeldfunctie heb, is mooi. Ik neem dat nog niet altijd even serieus omdat ik het niet altijd zo voel, maar als ik kinderen zie lopen in mijn shirt, dan komt dat wel even binnen.” Onder Wiegman werd er meer succes geboekt: de Oranjevrouwen bereikten de WK-finale in 2019, waarin met 2-0 werd verloren van de Verenigde Staten, en kwalificeerden zich voor de Olympische Spelen in 2021 in Tokio, waarin ze het in de kwartfinale na strafschoppen opnieuw moesten afleggen tegen Amerika. Wiegman maakte na de Spelen bekend te stoppen als bondscoach. De Brit Mark Parsons volgde haar op, verdere resultaten bleven uit. “Ik vind niet dat wij met Nederland zijn achtergebleven. Je ziet zelden een land dat vijf toernooien op rij wint. Na een groot toernooi zijn er altijd ontwikkelingen binnen een team: er zijn spelers die oververmoeid raken, er komen nieuwe speelsters bij en er komt ineens veel druk vanuit de media. Want zo zijn we ook wel in Nederland: na een overwinning is niks goed genoeg. Ieder team gaat door fases. Wat kwaliteit betreft zouden wij nog steeds ieder toernooi kunnen winnen, maar om dat te bereiken moet alles ook goed vallen. Ik kan me herinneren dat er in de EK-finale tegen Denemarken nog een bal van hun op de lat kwam. Als die erin was gegaan, dan was onze Europese titel ver weg geweest.” Op het EK van vorig jaar verloren de Oranjevrouwen in de kwartfinale van Frankrijk. Engeland, met Wiegman aan het roer, werd Europees kampioen. “In Engeland heeft het vrouwenvoetbal zo’n vlucht genomen na het EK. De clubs zijn ontzettend aan het professionaliseren, er wordt veel geïnvesteerd bij de vrouwen. Bij het nationale team hebben ze het geluk dat er veel speelsters ook in de Engelse competitie rondlopen, dat helpt in het promoten ervan. Dat is bij ons achtergebleven nadat wij het EK wonnen in 2017: niemand van de topspeelsters was actief in de eredivisie. Dat valt misschien te bereiken, maar dan moet er bij alle clubs een switch komen. Dat had eigenlijk meteen na het EK moeten gebeuren.” Helden Magazine editie 67 Het eerste gedeelte van het verhaal van Jackie Groenen komt voort uit Helden Magazine nummer 67, het Sportzomerboek, waar zij de cover siert samen met Mathieu van der Poel, Sifan Hassan, Quilindschy Hartman & Lieke Martens. De 67ste editie van Helden is een dubbeldik Sportzomerboek, waarin er volop aandacht is voor de Tour de France voor mannen en vrouwen, het WK voetbal, en het landskampioenschap van Feyenoord. Verder in Helden 67 uitgebreide interviews met: alleskunner Sifan Hassan in aanloop naar de WK atletiek, baanwielrenner Roy van den Berg, hockeysters Sanne Koolen en Pien Sanders, zwemster Marrit Steenbergen is sterker dan ooit, Kiran Badloe over de metamorfose van windsurfer naar foiler, Botic van de Zandschulp op weg naar de absolute tennistop, coureur en analist Giedo van der Garde over Nyck de Vries en Jos en Max Verstappen, en nog veel meer inspirerende verhalen. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine editie 67! Wil je geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Abonneer je nu snel en ontvang de Helden Magazine op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Blijf daarnaast op de hoogte van het recentste sportnieuws en leuke winacties door je aan te melden op onze nieuwsbrief en volg ons op onze social mediakanalen.  

Voetbal

Lieke Martens: ‘Ik wil ook gewoon huisje, boompje, beestje’

Al jarenlang staat Lieke Martens (30) in de schijnwerpers. [...]
Al jarenlang staat Lieke Martens (30) in de schijnwerpers. Ze werd Europees kampioen in 2017 en in dat jaar uitgeroepen tot Europees- en wereldvoetbalster van het jaar. Ze speelde vijf jaar bij Barcelona, waarmee ze in 2021 de Champions League won. Vorige zomer maakte ze een transfer naar Paris Saint- Germain. Maar een leven in de luwte lonkt ook. Parijs is de stad van de liefde en de mode. Je woont samen met je verloofde Benjamin van Leer en jullie hond Iki. Is het plaatje nu compleet voor jou? “Ik ben hier gelukkig met Benjamin en onze hond. Familie en vrienden uit Limburg komen geregeld langs. Mijn ouders houden niet zo van vliegen, hier kunnen ze met de auto of de trein heen. De afgelopen jaren heb ik ze wel gezien, maar ook ontzettend veel gemist. Als er iets aan de hand is, kan ik hen nu bellen en dan zijn ze er vanavond.” Je woont in Saint-Germain-en-Laye, een klein dorpje net buiten Parijs. Ben je weleens in het centrum van Parijs te vinden? “Ik vind Parijs heel mooi en binnen twintig minuten ben ik met de trein op de Champs-Élysées. Hier in Saint-Germain- en-Laye is het anders, het is een internationaal dorp, er wonen veel expats, veel Fransen spreken hier Engels. Ik ga geregeld naar de stad om te shoppen of een leuk restaurantje te bezoeken, maar wij zijn het liefst hier. Ik ga iedere dag naar het park om met Iki te lopen. Aan het eind van het park heb je een prachtig uitzicht over de hele stad en zie je de Eiffeltoren.” Word je herkend in het centrum van Parijs? “Nee. In Barcelona was dat wel het geval. Het vrouwenvoetbal is zo gaan leven in Spanje, sinds we in 2021 de Champions League wonnen met Barcelona. Een beetje vergelijkbaar met wat er in Nederland gebeurde na het EK in 2017. Op een terras werd ik standaard aangesproken.” Voorloper Vanaf het gewonnen EK in 2017 is het Lieke voor, Lieke na. Denk je weleens: wat heb ik al veel meegemaakt? “Nee, maar dat wordt wel door mijn omgeving tegen mij gezegd, om mij bewust te maken van wat er allemaal is gebeurd. Je zit als voetbalster in een bubbel, maar als je jezelf de beste speelster van de wereld mag noemen, dan mag je daar best bij stilstaan. Het is zonde dat ik me dat pas later realiseerde.” Je maakte de meest bizarre dingen mee: zat in een privéjet met Lionel Messi en stond vlak daarna op het podium met Cristiano Ronaldo om de prijs voor Europees voetbalster van het jaar in ontvangst te nemen. Later werd je ook nog uitgeroepen tot wereldvoetbalster van het jaar. Wat deed die aandacht met jou? “Het is nooit een doel geweest om beste voetbalster van de wereld te worden, ik wilde alleen het EK winnen. Het werd een rollercoaster voor mij. Ik had het nooit willen missen, maar van nature ben ik niet iemand die graag op de voorgrond treedt. Ik hou eigenlijk helemaal niet zo van aandacht.” Wat vond je er lastig aan? “Dat ik een voorbeeld werd voor jonge meiden vond ik heel leuk. Ik vond het mooi om die extra push voor meiden te zijn, dat ze zagen dat ze echt iets konden bereiken in het vrouwenvoetbal. Maar voetbal is een teamsport, ik heb me nooit meer dan een ander gevoeld, maar ík was degene die de aandacht kreeg. Ik was daardoor ook een uitschieter op commercieel gebied.” Je had een rol in een tv-reclame van chipsmerk Lays en werd een van de gezichten van sieradenmerk Zinzi. Voelde jij je bezwaard naar andere speelsters? “Dat niet, maar ik ben een persoon die graag deelt. De focus lag in die tijd vooral op mij. Ik ben blij dat er nu ook andere meiden het gezicht zijn van bepaalde merken. De mannen verdienen al ontzettend veel bij hun club, maar bij de vrouwen is dat niet zo. Als je dan wat bij kunt verdienen met commerciële deals, dan is dat mooi. Ik weet dat ik daarin de voorloper ben geweest en vind het fijn om te zien dat er nu meerdere meiden de vruchten van kunnen plukken.” Veranderde die aandacht jou, werd je er achterdochtig van? “Dat niet, maar ik werd wel beperkt in mijn vrijheid. Toen Benjamin en ik een relatie kregen, was dat lastig. Ik zat geregeld in het vliegtuig naar Nederland om hem te kunnen zien. Dan vloog ik liever met Vueling, omdat ik wist dat er meer Spanjaarden in het vliegtuig zaten, dan met Transavia. Er was ook een tijd dat Benjamin en ik niet meer uit eten gingen, omdat ik dan steeds werd aangesproken. Voor de fans wil ik eigenlijk altijd tijd maken, maar als je elkaar maar anderhalve dag ziet, dan wil ik dat moment even koesteren. Dan bleven we thuis en hoefde ik niemand teleur te stellen.” Jij had graag een leven in de schaduw gewild. Snap jij een type als Jutta Leerdam, die geen problemen heeft met de schijnwerpers en wel geeft om likes op sociale media? “Ik heb ook een piek meegemaakt op sociale media, maar had er nog veel meer uit kunnen halen. Ik vind het wel goed zo, ben voetbalster. En niet dat dat nou het belangrijkste is, maar ik begrijp Jutta wel, door in social media te investeren kun je het jezelf financieel ook makkelijk maken voor de tijd na je sportcarrière. Ik denk niet dat ik nog heel hard hoef te werken na het voetbal. Ik mag in mijn handjes knijpen dat ik een van de weinigen ben die dat kan, ik hoop dat er nog velen volgen.” Offers Op je vijftiende ging je al uit huis, naar het CTO Talententeam in Amsterdam. Heb jij een normale jeugd gehad? “Ik heb een mooie jeugd gehad, ben opgegroeid met twee broers en een jongere zus. We hebben hutten gebouwd en ik ging altijd met mijn broers voetballen of skeeleren. Ik was altijd buiten. Ik ben dus zeker kind geweest, maar de puberperiode heb ik overgeslagen. Ik ging nooit uit met vriendinnen. Vijftien jaar lang woon ik al alleen, waarvan de meeste jaren in het buitenland, de helft van mijn leven dus. Ik heb veel gemist in die jaren.” Je speelde in Nederland, Duitsland, België, Zweden, daarna in Spanje bij Barcelona en nu in Parijs. Hoe groot zijn de offers die je hebt moeten maken? “Ik heb er nooit moeite mee gehad dat ik verjaardagen en feestjes moest missen, maar nu ik dertig ben, wordt het anders. Vriendinnen gaan trouwen en krijgen kinderen. Een goede vriendin van mij is moeder geworden, maar haar kindje kon ik pas na zes maanden zien. Ik loop continu achter de feiten aan. Mijn vrienden zijn zo belangrijk voor me, op die momenten wil ik er gewoon bij zijn, maar moet ik ze teleurstellen. Bruiloften en geboortes zijn herinneringen voor het leven. Binnenkort moet ik een bruiloft van een van mijn beste vriendinnen missen. Dat vind ik heel moeilijk.” Je wordt er emotioneel van. Wat raakt jou nu zo? “Dat ik moeilijke gesprekken heb met mensen die dicht bij mij staan. Die mensen kwamen voor mij naar Zweden, Barcelona en nu naar Parijs. Zij doen zoveel voor mij, maar ik kan weinig teruggeven.” Onder vuur Jij was ook geregeld onderwerp van gesprek. Tijdens het EK vorig jaar, waarin jullie in de kwartfinale werden uitgeschakeld door Frankrijk, was dat ook zo. In de media werd geroepen dat je je beste tijd wel zo’n beetje had gehad. Heb jij moeite met meningen van anderen? “Er zijn altijd meningen, zeker als je een bepaalde status hebt. Ik heb er alleen moeite mee als het niet feitelijk is. Ik vind het jammer dat journalisten en verslaggevers speelsters in het vrouwenvoetbal niet volgen gedurende het seizoen. Ze weten dan vaak helemaal niet hoe je hebt gepresteerd gedurende het seizoen, maar papegaaien dan een mening na die ze zelf ergens hebben opgevangen. Voor het EK van vorig jaar had ik een van mijn beste seizoenen ooit. Qua goals en assists stond ik net achter Alèxia Putellas, die al twee keer achter elkaar, in 2021 en 2022, was uitgeroepen tot beste speelster van de wereld. In de voorbereiding op het EK ben ik belangrijk geweest met een goal in de oefenwedstrijd tegen Engeland en twee assist in de WK-kwalificatiewedstrijd tegen Wit-Rusland. Maar tijdens het EK werd er geschreven en gezegd dat ik een matig seizoen draaide bij Barcelona en kon ik er zogenaamd niks meer van. Dan denk ik: hebben jullie gezien wat ik heb gedaan dit seizoen? Totaal onjuist. Tegenwoordig is het zo: wie de gekste dingen roept, mag op tv. Ik vind dat ver gaan. Ik vind het belangrijk dat je respectvol en netjes over elkaar praat. Natuurlijk mag je kritisch zijn en over mij zeggen dat ik een slechte wedstrijd heb gespeeld wanneer dat zo is, daar heb ik geen problemen mee, maar soms denk ik: er zitten gewoon bepaalde gedachtes achter bij degene die het roept. Die willen doen aan beeldvorming. Mensen geloven wat er wordt gezegd op tv. Ik ben niet iemand die op de voorgrond wil treden, maar je hoeft ook niet bewust aan mijn poten te zagen.” Zat jij tijdens dat EK vorig jaar wel lekker in je vel? “In aanloop naar het toernooi voelde ik me goed, maar al vanaf de eerste wedstrijd van het EK, tegen Zweden, volgde er zoveel ongefundeerde kritiek. Dat kwam ook door de uitvallers: keepster Sari van Veenendaal viel geblesseerd weg, over haar werd er altijd al geroepen: ze is goed of slecht. Vivianne Miedema, over wie ook altijd wat wordt gezegd, was uitgevallen met covid. Er was er nog maar één over, dat was ik. Er was niemand die voor mij op kon staan, want bondscoach Mark Parsons lag zelf onder vuur vanwege ons spel. Ik heb me wel alleen gevoeld. Tijdens het EK was ik minder fris in mijn hoofd door alle kritiek die op me afkwam. Ik ben ook maar een mens.” Je raakte ook nog geblesseerd tijdens het EK aan je voet, in de laatste groepswedstrijd tegen Zwitserland, en moest de selectie verlaten. Daar werd een beetje geheimzinnig over gedaan. “Ik was echt geblesseerd. Van de aanhechting aan het bot had ik al een tijd last. Ik ging op nieuwe voetbalschoenen spelen waar ik me niet fijn bij voelde, het was een stuggere schoen. In de tweede helft voelde ik ineens: plop. Een scheurtje aan de onderkant van mijn voet. Dat was balen.” Had je tijdens het EK meer gehoopt op steun van je omgeving? “Wie had mij dat moeten geven dan? Benjamin was er voor me. Hij herkent dingen uit het voetbal. De mannen- wereld is nog tien keer harder. Ik kan altijd mijn ei kwijt bij hem en dan snapt hij mij ook nog eens. Bij mijn moeder lucht ik ook mijn hart.” Familie Kluivert De afgelopen vijf jaar voetbalde je in Barcelona. Na het EK in 2017 maakte je die transfer. Hoe kijk je terug op die jaren? “Ik denk dat ik veel aan Barcelona heb gehad, maar zij ook aan mij. We hebben elkaar naar een hoger niveau getild. Ik kijk nog steeds met veel plezier naar het voetbal van Barcelona. Ze doen het heel erg goed, dat zal de komende jaren ook wel zo blijven.” Je werd er drie keer landskampioen en stond drie keer in de finale van de Champions League, die je in 2021 won. Waren het sportief gezien tot nu toe je beste jaren? “Ja. Ik ben er trots op dat ik ook een groot aandeel had in de halve finale en finale van de Champions League in het jaar dat we hem wonnen.” Je had ook te maken met blessureleed. Vlak voor het WK in 2019 raakte je geblesseerd aan je teen, je speelde het WK met injecties. “In de training voor de Champions League-finale ging er iemand op mijn teen staan. Daarna werd het heel gevoelig. Ik wilde per se het WK spelen, dus besloten we het op deze manier op te lossen. Ik kreeg een spuit voor de wedstrijd, en een in de rust. Als ik zo’n injectie had gehad, voelde ik bijna niks, maar tussen de wedstrijden door kon ik amper lopen. Mentaal gezien was dat best lastig. Ik heb er ook de prijs voor moeten betalen, heb zes maanden moeten revalideren.” Je hebt eerder ook aangegeven dat je in Barcelona soms eenzaam was. “Ik mag niet klagen, had iedere dag de zon op mijn kop. Maar in die gekke covidtijd met lockdowns en allerlei reisrestricties voelde ik me inderdaad soms eenzaam. Ik kwam dan iedere dag thuis in een leeg appartement. Mijn teamgenoten kwamen allemaal uit de buurt, die hadden familie en vrienden of een relatie bij zich. Na een training was het van: ga jij nog iets doen? Het antwoord was meestal ‘nee’. Dan ging ik naar huis. Ik sleepte mezelf wel naar buiten, hoor, dacht dan: oké, Liek, vandaag ga je de stad in en even lekker lunchen. Maar dat doe je ook niet iedere dag. Gelukkig kon ik via Facetime nog contact hebben met veel mensen uit Nederland.” Heb je in die tijd getwijfeld om weg te gaan uit Spanje? “Soms, maar ik ben een doorzetter. Er hoeft maar een lichtpuntje te zijn en dan sta ik er weer. Er zijn heus wel momenten geweest dat ik dacht: ik ben er nu helemaal klaar mee. Ik was niet depressief, wel eenzaam. Ik wil mezelf absoluut niet als zielig neerzetten, maar mannen nemen hun hele familie mee, wij doen het alleen.” Er woonden meerdere Nederlanders in Barcelona. Ging je weleens naar de familie Koeman of Kluivert, of naar Frenkie de Jong en zijn vriendin Mikky? “Bij de familie Kluivert heb ik weleens gegeten en met Mikky heb ik een keer gepadeld. We hadden contact, maar ik liep er de deur niet plat. Als ik werd uitgenodigd, dan ging ik en voelde ik me heel welkom, maar ik vroeg niet: hé, mag ik even langskomen? Ik hou er niet van om mezelf op te dringen. Maar die hele covidperiode blijft een gekke tijd.” Paparazzi In je tijd bij Barcelona ontmoette je jouw grote liefde Benjamin van Leer, voormalig keeper van onder meer Ajax. Hoe hebben jullie elkaar ontmoet? “Heel cliché, via Instagram. Ik was met het Nederlands elftal op de Algarve Cup en lag met Kika van Es op de kamer. Ik was net een half jaar vrijgezel en dacht: wat een leuke vent, die ga ik volgen. Binnen een half uur kreeg ik een berichtje van hem. We raakten aan de praat via de chat en diezelfde avond belden we met elkaar, drie uur lang. Er was meteen een klik.” Wanneer zagen jullie elkaar voor het eerst? “De eerste drie weken hebben we moeten facetimen voordat we een gaatje in de agenda vonden. De eerste ontmoeting was heel gek. Ik stond op dat moment best wel in the picture. Ik landde in Amsterdam om elf uur, maar hij had nog training tot twee uur, speelde toen nog bij Ajax. Hij vond het niks als ik een paar uur in mijn eentje door de stad zou zwerven, dus zei hij: ‘Wacht maar in mijn appartement op mij.’ Ik zat dus in zijn huis op hem te wachten.” Lachend: “Ik zat te facetimen met Kika en weet nog dat ik zei: hoe moet ik nou reageren als hij thuiskomt; welkom in je eigen huis?” Jullie hebben de relatie een paar maanden geheim weten te houden... “In het gebouw waarin Benjamin woonde, waren af en toe paparazzi aan het rondkijken en ze hebben ook aan mensen gevraagd of wij wat hadden. Via Instagram maakten we het pas maanden later bekend. Het was fijn dat we rustig de tijd hadden elkaar te leren kennen.” Waarom is Benjamin de ware? Lachend: “Hij is heel lief en zorgzaam en heel knap. Zijn innerlijk is nog veel mooier dan zijn uiterlijk. Hij is Moluks, dat zorgzame zit ook in die cultuur.” Hij vroeg je in 2021 ten huwelijk. Hoe ging het aanzoek? “We waren vier jaar samen. Ik had ooit weleens laten vallen dat het me leuk leek om te trouwen, maar ik ben niet zo iemand die dan denkt: hallo, wanneer gebeurt het nou eens? Benjamin had mijn vader om mijn hand gevraagd. Als Benjamin naar Barcelona kwam, deden we altijd iets speciaals, chic uit eten, of zo, omdat we elkaar zo weinig zagen. Die keer zei hij ook: ‘Ik heb iets georganiseerd.’ Vanuit Nederland had hij de locatie afgehuurd en een hotel geboekt. Mijn voetbalspullen had hij ingepakt en in de kofferbak van de auto gelegd, want de volgende dag moest ik weer trainen.” Lachend: “Hij had alles meegenomen, maar was mijn sportbeha vergeten. Hij wilde me beneden aan de trappen van het kasteeltje ten huwelijk vragen, maar we parkeerden aan de zijkant, dat was boven. Het regende ook nog. Hij zei iets van: ‘De tafel is nog niet klaar, je moet nog even naar de tuin lopen.’ Ik moest die trappen naar beneden, snapte er niks van. Hij wilde het aanzoek per se beneden doen, omdat dat voor de foto’s het mooiste was. Ik moest een klein traantje laten. Daarna hebben we wat foto’s gemaakt, onze ouders, broers en zussen gebeld en zijn we lekker gaan eten.” Geeft Benjamin je rust? “Ja, ik ben happy. Ik wil ook gewoon huisje, boompje, beestje. Normale dingen in het leven zijn zo belangrijk. Dat we nu samen gezellig door een dorpje kunnen lopen, was niet normaal voor ons, dat deden wij nooit. Ik kijk soms meer uit naar het wandelingetje in het park met onze hond, dan naar een training. Het normale leven lonkt soms. Ik vind voetbal nog steeds hartstikke leuk, maar ik was toe aan het leven dat ik nu heb, dichter bij huis, en met Benjamin en mijn hond. Die dingen heb ik echt gemist de afgelopen jaren, kun je niet vinden als je in je eentje in het buitenland zit. Dan moet je keuzes maken. Soms ging ik voor anderhalve dag terug naar Nederland om Benjamin te zien, maar het liefst zag ik dan ook mijn familie en vrienden. Dat ging niet. Nu is dat wat makkelijker, wonen we al samen en kan ik bewust naar Nederland om iedereen te zien.” Hoe zien Benjamins weken eruit? “Hij is makelaar in Zuid-Spanje en op dit moment best druk. De klant bepaalt. Als er mensen zijn die interesse hebben, dan schikt hij zich daarnaar.” Lionel Messi Vorige zomer vertrok je transfervrij naar Paris Saint-Germain. “Na vijf jaar Barcelona was ik toe aan iets anders: Benjamin en ik wilden samen in een mooie stad wonen, maar wat dichter bij huis. Ik kon op safe spelen en bij Barcelona blijven. Ik was er geliefd, maar aan de andere kant dacht ik: waarom niet, ik ga de uitdaging aan. Ik heb altijd contact gehad met Paris Saint-Germain, heb het altijd een interessante optie gevonden. De club doet mee om de prijzen en de Champions League, maar heeft nog net dat laatste zetje nodig om hem te winnen. De timing waarop ik vertrok, vlak voor het EK, was wel lastig, ik wilde Barcelona niet teleurstellen. Ze wilden me graag houden, maar ik heb de keuze gemaakt om naar Paris Saint-Germain te gaan.” Waren ze boos op je? “Ze vonden het niet leuk, maar ze weten de reden. Verder zeg ik er liever niet veel over. Ik heb in Barcelona geen afscheid gehad. Op sociale media werden alle spelers die vertrokken bedankt, behalve ik. Na vijf jaar waarin ik alles heb gegeven voor de club en we elkaar naar een hoger niveau hebben getild, kon er geen bedankje af. Ik was transfervrij en heb gezegd dat het een optie was om te blijven, maar dat ik mijn mogelijkheden aan het afwegen was. In deze fase van je carrière is het ook belangrijk dat je goed kijkt naar de verschillende financiële aanbiedingen, het gaat ook om de toekomst. En als het verschil heel groot is, dan is het normaal dat je ook dat soort zaken in je uiteindelijke beslissing mee laat wegen.” Hoe anders gaat het er aan toe bij Paris Saint-Germain? “De cultuur is heel anders. Ik had hier niet moeten zijn als achttienjarig meisje, je moet tegen een stootje kunnen. We spelen ook heel ander voetbal dan bij Barcelona of het Nederlands elftal. Bij Barcelona waren we heel erg voetballend gericht, werkten we met patronen. Hier is het meer: gaan met die banaan. De dertigjarige Lieke kan dit aan.” Jackie Groenen volgde jou naar Parijs. Wat betekent zij voor jou? “Als tieners speelden we al samen bij Duisburg in Duitsland. Toen hadden we al een goede klik. Daarna werden we teamgenoten bij het Nederlands elf- tal. We hebben altijd contact gehouden, maar nu we weer samen spelen, klopt het helemaal. Er werden meerdere speelsters geopperd, ik zei meteen: je moet Jackie hebben. Jack en ik zijn een beetje hetzelfde. Naast het veld houden we van gezel- ligheid en van meidendingen. We doen ook geregeld wat leuks met zijn vieren, met haar vriend erbij. Bij een uitwed- strijd gaan de mannen samen tapas eten.” Heb je contact met de mannenploeg hier, met Lionel Messi en Neymar die ook in Barcelona speelden? “Nee, we zien hen nooit. Tijdens het Ballon d’Or-gala vorig jaar, ik speelde nog bij Barcelona en Messi zat al bij PSG, vlogen wij met de speelsters naar het gala. Iedereen zei gedag tegen Messi, maar ik dacht: moet ik hem nou gedag zeggen? Ik keek achterom en zag hem zwaaien, specifiek naar mij.” Lachend: “Hij weet dus wel wie ik ben.” De buurman Het WK staat voor de deur. Andries Jonker volgde na het EK de ontslagen Mark Parsons op. Ben je blij met hem als bondscoach? “Ja, ik ben heel blij met Andries. Hij eist veel van ons en dat hebben we nodig. Hij heeft een harde hand, maar ook een goed hart. Hij haalt het beste uit elk individu, waardoor het team beter wordt. Ons spel wordt echt beter.” Wat verwacht hij van jou? “Hij zegt dat ik vooral moet genieten, mezelf moet zijn en er het beste uit moet halen. Ik hoef niet hand in hand met een trainer te lopen, maar wil wel een goede relatie met iemand hebben. Ik zeg niet dat ik dat met Mark Parsons niet had, maar het voelt goed onder Andries Jonker.” Ben jij iemand die bevestiging nodig heeft van een coach? “Ik had geen lekker EK gespeeld. Het is dan fijn dat een nieuwe coach het nog steeds in mij ziet zitten. Ik hoef echt niet alle veren in mijn reet, maar het is wel fijn om vertrouwen te krijgen en te horen dat iemand je nodig heeft.” Andries Jonker zei: ‘Lieke is nog altijd een speelster van de buitencategorie. Als je in trainingen en wedstrijden ziet hoe zij de bal aan de voet heeft. Dat is net iets anders dan bijna alle anderen. “Mijn spel is de afgelopen jaren wel veranderd, maar mijn techniek niet. Dat komt ook omdat ik vroeger echt heel veel op het pleintje heb gevoetbald. Zoveel, dat de buurman er gek van werd.” Hoe is jouw spel veranderd? “Vroeger dacht ik: elke bal die ik krijg, moet naar voren en ik moet een actie maken. Laatst speelde ik bij het Nederlands elftal in plaats van linksbuiten als aanvallende middenvelder, op tien, en kon ik rustig het overzicht behouden en beslissen op welke momenten ik een actie zou maken. Ik ben bewuster van mijn spel, een volwassenen voetballer geworden. Ik denk dat de Lieke van 2017 leuker was om naar te kijken, maar de Lieke van nu is betrouwbaar en kan nog steeds het verschil maken.” Is jouw rol in de ploeg veranderd? “Ik ben een leider op het veld en vind het leuk om mijn ervaring te delen met jonge meiden. Ik merk dat zij het fijn vinden om met me te praten, die drempel is er niet. Ik zou het niet leuk vinden als jonge meiden denken: aan Lieke durven we niks te vragen. Maar ik ben niet zozeer een leider buiten het veld, ga beter op in een leuke rol als ‘een van de groep’.” Vivianne Miedema heeft zich de af- gelopen jaren erg uitgesproken over maatschappelijke kwesties. Hoe kijk je naar die, meer activistische, rol? Lachend: “Ik vind het heel goed dat Viv dat doet, Merel van Dongen doet het ook. Ik had mijn Instagram-account ook meer kunnen gebruiken, mijn stem meer laten horen. Maar ben ik daar het type voor? Voel ik me daar fijn bij? Nee. Ik doe dingen die bij me passen en waar ik me goed bij voel.” Impulsief Van een klein meisje werd je een volwassen speelster. Wat valt er nog te wensen? “Een voetbalcarrière is maar kort. Ik probeer er nog zoveel mogelijk uit te halen. Ik wil terugkijken en denken: ik heb mezelf niks tekortgedaan. Ik heb nog een contract voor twee jaar in Parijs en hoop dat we iets moois kunnen presteren op het WK.” Zie jij jezelf over vijf jaar met een kleine Benjamin of Lieke door Parijs lopen? “Nou, niet door Parijs, eerder door Zuid- Spanje. Benjamin en ik houden heel erg van de zon en hebben zelf ook iets gekocht daar, in een dorp vlakbij Marbella. Wij vinden het leven daar wat relaxter, wat meer in de luwte.” Zie jij jezelf tijdens je carrière nog moeder worden? “Ik weet niet of ik dat zou kunnen, denk dat ik dan toe ben aan een ander leven. Ik zou het misschien best kunnen opbrengen, maar ik weet niet of ik het zou willen.” Wat is jouw beeld van dat andere leven? “Tegen familie en vrienden zeg ik altijd: het eerste wat ik ga doen als ik ben gestopt is onverwacht langskomen en bij jullie de deur platlopen. En anders ben ik in de zon te vinden. Ik zou ook nog wel wat van de wereld willen zien.” Hoelang zie je jezelf nog voetballen? “In ieder geval nog twee jaar. En wat daarna gebeurt, zien we dan wel.” Helden Magazine editie 67 Het verhaal van Lieke Martens komt voort uit Helden Magazine nummer 67, het Sportzomerboek, waar zij de cover siert samen met Mathieu van der Poel, Sifan Hassan, Quilindschy Hartman & Jackie Groenen. De 67ste editie van Helden is een dubbeldik Sportzomerboek, waarin er volop aandacht is voor de Tour de France voor mannen en vrouwen, het WK voetbal, en het landskampioenschap van Feyenoord. Verder in Helden 67 uitgebreide interviews met: alleskunner Sifan Hassan in aanloop naar de WK atletiek, baanwielrenner Roy van den Berg, hockeysters Sanne Koolen en Pien Sanders, zwemster Marrit Steenbergen is sterker dan ooit, Kiran Badloe over de metamorfose van windsurfer naar foiler, Botic van de Zandschulp op weg naar de absolute tennistop, coureur en analist Giedo van der Garde over Nyck de Vries en Jos en Max Verstappen, en nog veel meer inspirerende verhalen. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine editie 67! Wil je geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Abonneer je nu snel en ontvang de Helden Magazine op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Blijf daarnaast op de hoogte van het recentste sportnieuws en leuke winacties door je aan te melden op onze nieuwsbrief en volg ons op onze social mediakanalen.

Voetbal

Kerstin Casperij: ‘Van bloemetjesplukker tot sterspeler’

Kerstin Casparij (22) is een tweebenige back en maakt deel [...]
Kerstin Casparij (22) is een tweebenige back en maakt deel uit van een nieuwe lichting Oranjevrouwen. Ze maakte na het EK van vorig jaar een transfer naar Manchester City. We nodigden Kerstin uit in het Rijksmuseum voor de serie Leeuwinnen in het Rijks en stonden stil bij Winterlandschap met schaatsers van Hendrick Avercamp. “Winterlandschap met schaatsers is het bekendste werk van Hendrick Avercamp,” zegt rondleidster Romy Muste, terwijl Kerstin Casparij gefotografeerd wordt voor het winterse tafereel uit 1608. Ze vervolgt: “Honderden mensen zijn op het ijs te vinden; de meesten voor het vermaak, anderen zijn uit noodzaak aan het werk. Je ziet kinderen spelen, mensen die zijn uitgegleden en zelfs dieren wagen een poging op het bevroren water. Ook zijn er ‘ondeugende’ tafereeltjes te vinden, zoals een vrijend stel en iemand die een grote boodschap doet onder een gekantelde boot. En kraaien en een hondje doen zich tegoed aan het karkas van een doodgevroren paard.” Kerstin kijkt ernaar en zegt: “Het is een soort Waar is Wally?-boek, je blijft er maar naar kijken.” Bagageband Jij komt uit Heerenveen. Had het gekund dat wij jou niet als topvoetbalster, maar als topschaatsster hadden geïnterviewd? Lachend: “Ik ben inderdaad opgegroeid met schaatsen. Wij schaatsten altijd op de bevroren slootjes rondom ons huis. Ik zat in de klas met schaatsster Michelle de Jong en laat mijn tattoos zetten door voormalig shorttracker Dylan Hoogerwerf. Maar mijn ouders zijn oud-judoka’s, ik ben ook op de judomat begonnen. Op een dag kwam ik thuis en riep: ik wil voetballen. Ik heb het eerst nog allebei gedaan, tot ik het niet meer kon combineren. Ik koos voor voetbal en heb nooit meer achteromgekeken.” Op voetbalgebied groeide jij zo’n beetje op met Daphne van Domselaar, keepster en ploeggenoot bij de Oranjevrouwen en voormalig ploeggenoot bij FC Twente. “Wij zijn heel goede vriendinnen, kennen elkaar vanuit de regioteams en daarna waren we twee guppy’s bij Oranje onder 15. In die tijd had je twee CTO-talententeams, die van Eindhoven en Amsterdam. De meeste meiden zaten bij zo’n team en kenden elkaar. Daphne en ik zaten niet bij een CTO en trokken daardoor vanzelf naar elkaar toe. Later kwamen we erachter dat wij veel op elkaar lijken wat interesses en karakter betreft.” Lachend: “Daphne voelt bijna als mijn, iets meer meisjesachtige, zus. In mijn laatste jaar bij FC Twente bedachten we bijnamen voor elkaar: ik was geen Kerstin meer, maar Annefleur en Daphne was Elenore. Puike redding Elenore, riep ik dan over het veld.” Daphne en jij braken vorig jaar door bij de Oranjevrouwen. Jij maakte jouw debuut op 22 oktober 2021 tegen Cyprus. “Ik mocht invallen voor Daniëlle van de Donk. Ik was trots en blij, het was ook nog eens prachtig weer. Maar ik was er vrij nuchter onder, hoor.” Tijdens het EK van vorig jaar in Engeland stonden Daphne en jij voor het eerst in de schijnwerpers. Hoe heb je dat ervaren? “Voor het team was het geen hoogtepunt, maar voor ons was het wel een heel mooie ervaring, omdat het ons eerste eindtoernooi was. Na het EK wist iedereen wie Daphne was, zij viel heel erg op doordat ze Sari van Veenendaal moest vervangen die geblesseerd raakte en het ook nog eens heel goed deed. Ik stond wat minder in de schijnwerpers.” Je kwam erin in de poulewedstrijd tegen Portugal en stond in de basis in de kwartfinale tegen Frankrijk die jullie met 1-0 verloren na verlenging. “Verliezen met 1-0 van Frankrijk in de extra tijd is geen schande. Er waren meiden die covid hadden gehad en er waren veel wisselingen in het team. Uiteindelijk is het altijd balen als je eruit vliegt. Ondanks het resultaat is het wel een heel mooie ervaring geweest.” Veel meiden die in 2017 Europees kampioen werden met Oranje trekken nog steeds de kar. Denk aan Sherida Spitse, Daniëlle van de Donk, Lieke Martens en Jackie Groenen. Hoe kijk jij daarnaar? “Het zou mooi zijn als het stokje binnenkort wordt overgedragen. Ik denk dat het een natuurlijk proces is en je het daar niet aan de lunchtafel over hoeft te hebben. Het moet vanzelf gaan, maar het is ook niet iets dat binnen een jaar gebeurt. Voor ons is het heel fijn dat die speelsters er nog zijn. Zij brengen hun ervaring over op ons.” Waar was jij zes jaar geleden toen Oranje Europees kampioen werd? “Ik was met mijn familie op vakantie op Fuerteventura. Het was prachtig weer en wij zaten binnen de openingswedstrijd te kijken. Ze wonnen met 1-0 van Noorwegen, een heel grote tegenstander. Ik riep: ik denk dat Oranje Europees kampioen gaat worden. Op de dag van de finale vlogen wij terug. Wij landden op Schiphol en ik zag dat ze voor stonden. Toen bleek dat Nederland gewonnen had, stonden we bij de bagageband. Heel Schiphol was aan het juichen. Toen kwam bij mij het besef: mensen kijken echt naar vrouwenvoetbal en zijn oprecht blij.” Keek jij in die tijd specifiek naar een speelster? “Ik was in die tijd nog middenvelder en keek naar Daniëlle van de Donk, ik was een beetje zo’n zelfde type speelster.” Hoe raar is het dat je, zes jaar nadat je als meisje bij de bagageband stond, nu met haar samenspeelt? “Het is een cliché, maar het is snel gegaan. En het is mooi om te zien dat Daniëlle en die andere oudere meiden nog steeds zo goed presteren.” Hoe heb jij het vrouwenvoetbal zien veranderen in zes jaar tijd? “Het niveau is veel hoger geworden. Sinds 2017 is er veel meer interesse voor het vrouwenvoetbal en zijn er investeerders bijgekomen. De faciliteiten voor de eerste teams zijn enorm verbeterd, maar ook voor de jeugd. Het is nu een heel andere wereld. De gedachte dat het vrouwenvoetbal zich alleen maar blijft ontwikkelen, is fijn. Ik ben benieuwd hoe het er over zes jaar uitziet.” Helden Magazine editie 67 Het eerste gedeelte van het verhaal van Kerstin Casperij komt voort uit Helden Magazine nummer 67, het Sportzomerboek, waar Mathieu van der Poel de cover siert samen met Sifan Hassan, Quilindschy Hartman, Lieke Martens & Jackie Groenen. De 67ste editie van Helden is een dubbeldik Sportzomerboek, waarin er volop aandacht is voor de Tour de France voor mannen en vrouwen, het WK voetbal, en het landskampioenschap van Feyenoord. Verder in Helden 67 uitgebreide interviews met: alleskunner Sifan Hassan in aanloop naar de WK atletiek, baanwielrenner Roy van den Berg, hockeysters Sanne Koolen en Pien Sanders, zwemster Marrit Steenbergen is sterker dan ooit, wielrenster Demi Vollering, Kiran Badloe over de metamorfose van windsurfer naar foiler, Botic van de Zandschulp op weg naar de absolute tennistop, coureur en analist Giedo van der Garde over Nyck de Vries en Jos en Max Verstappen, en nog veel meer inspirerende verhalen. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine editie 67! Wil je geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Abonneer je nu snel en ontvang de Helden Magazine op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Blijf daarnaast op de hoogte van het recentste sportnieuws en leuke winacties door je aan te melden op onze nieuwsbrief en volg ons op onze social mediakanalen.

Voetbal

Jean-Paul Boëtius: ‘Geloof, hoop & liefde’

Teelbalkanker. Die diagnose kreeg Jean-Paul Boëtius (29) [...]
Teelbalkanker. Die diagnose kreeg Jean-Paul Boëtius (29) op 28 september vorig jaar. Twee dagen later werd hij geopereerd. Het kind van Feyenoord, dat op zijn achttiende debuteerde in De Kuip en meteen scoorde, is via FC Basel, Racing Genk en FSV Mainz bij Hertha BSC terechtgekomen. De eenmalig international woont in Berlijn met vriendin Liza en hun dochtertje Ginn. Hij vertelt zijn opmerkelijke levensverhaal en verklaart waarom hij nooit echt doorbrak. Ziek “Het gaat privé prima met me, ik voel me heel goed. Ik ben hersteld van teelbalkanker en mijn vriendin Liza en ik genieten elke dag van onze kleine meid,” zegt Jean-Paul Boëtius bij hem thuis in Berlijn, waar hij nu een klein jaar voetbalt en woont met zijn vriendin Liza en hun dochtertje Ginn. “Ik ben gelukkig nog voetballer, maar met Hertha BSC ging het afgelopen seizoen helaas niet goed. Ik heb de ploeg ook niet veel kunnen helpen, na de teelbalkanker heb ik ook nog mijn schouderblad gebroken.” Is het zo dat topsporters vaak zo bezig zijn met presteren, dat ze zich niet altijd realiseren hoe belangrijk gezondheid is? “Ik zit wat dat betreft anders in elkaar, was en ben me elke dag bewust van de zegeningen van het leven. Ik ben elke dag dankbaar als de mensen om me heen gezond zijn. Toen de kanker bij me werd geconstateerd, dacht ik wel even: wauw, dat kan mij dus ook overkomen...” Hoe ontdekte je vorig jaar dat het mis was? “Ik zie het als een plicht om daar heel open over te zijn, hoop dat ik daarmee andere mannen attendeer. Ik zat weleens met mijn hand in mijn broek en zei dan tegen mijn vriendin: Lies, ik weet niet wat het is, maar het voelt alsof er iets op een bal zit. Die ene bal voelde als een eikeltje met een dop erop, de andere voelde glad. Ik trok niet meteen aan de bel, wilde niet te kleinzerig zijn. Liza vroeg of ik me kon herinneren of het altijd zo was geweest en zei tegelijk: ‘Als het jou opvalt, is er misschien toch iets aan de hand.’ Ik had geen pijn en voelde me ook niet ziek. Uiteindelijk besloot ik me tijdens de interlandperiode in september toch te laten checken.” Liza: “Ik vond dat hij zich meteen moest laten controleren.” Jean-Paul knikt: “Voordat ik me liet checken, had ik wat gegoogeld en wist eigenlijk al dat er iets mis was. Ik had tegen onze fysiotherapeut gezegd dat ik pijn had met plassen, een soort branderig gevoel, en had ontdekt dat zoiets op een tumor kan duiden.” Liza: “Toen jij me dat vertelde, zei ik meteen: en nu laat je je controleren. Maar dan zei jij elke keer weer dat het niet uitkwam, omdat er een belangrijke wedstrijd voor de deur stond.” Jean-Paul: “Twee dagen voordat ik naar de dokter ging, voelde ik een heftig, branderig gevoel in die ene bal. Ik ben op woensdag na de training naar de dokter gegaan, die zei dat 99 procent van de mannen met zo’n branderig gevoel niets mankeert. Bij mij had hij ook dat gevoel, toch maakte hij een echo. De dokter zag meteen dat het mis was. ‘Ik moet je de waarheid vertellen,’ zei hij, ‘je hebt een tumor.’ Dat dacht ik al, antwoordde ik.” Was je niet in shock? Jean-Paul: “Nee, ik had iets van: als iemand het moet krijgen, dan ik maar, want dan weet ik zeker dat het goed komt. Natuurlijk dacht ik aan die kleine, maar nogmaals: ik wist dat het goed zou komen. Ik voelde dat het voor mij nog niet het moment was om te gaan. Ik belde Lies en zei: schat, niet schrikken, maar het is niet goed, ik kom vanmiddag niet naar huis, ga naar een gespecialiseerde uroloog in een ander ziekenhuis die me meteen wil zien om zich goed voor te bereiden op de operatie. Op vrijdag, dus twee dagen later, ben ik al geopereerd.” Liza: “Ik heb mijn moeder gebeld die meteen hierheen is gevlogen, zodat zij indien nodig op onze dochter kon passen en ik bij Jean-Paul kon zijn.” Jean-Paul: “Meteen na de operatie kreeg ik de bevestiging dat het kwaadaardig was. Omdat we er toch op tijd bij waren, was er geen sprake van uitzaaiingen. Moet je nagaan dat ik al vier maanden eerder de eerste signalen had gekregen. Wacht dus nooit met raadplegen van de dokter als je iets geks voelt.” Hoe verliep de operatie? “Ik kreeg een algehele narcose waarna de hele rechterteelbal werd verwijderd. Voor de zekerheid heb ik van tevoren sperma afgegeven omdat ze niet wisten of ik na de operatie nog vruchtbaar zou zijn. Uiteindelijk bleek ik ook na de operatie nog vruchtbaar, maar voor de zekerheid bewaren ze dat ingevroren sperma wel. Ik ben geweldig behandeld.” Hoe reageerden ze bij je club Hertha BSC toen je vertelde dat je ziek was? “Iedereen binnen de club schrok, was in shock, maar reageerde geweldig. Mijn toenmalige trainer, Sandro Schwarz, met wie ik een supergoede band had, was emotioneel, had echt een brok in zijn keel toen hij het de jongens ging vertellen. Hij kwam de dag na de operatie meteen langs. Hij was zo betrokken.” Liza: “Zijn vrouw en hij komen nog altijd bij ons over de vloer, er is een soort vader-zoonband tussen hem en Jean-Paul ontstaan. De club heeft ook heel correct met ons overlegd hoe we het gezamenlijk naar buiten zouden brengen. Uiteindelijk hebben we dat op de dag van de operatie gedaan.” Jean-Paul: “Deyovaisio Zeefuik, die destijds hier nog speelde, was helemaal down. ‘Ik kan wel huilen,’ zei hij. Hij kwam de avond dat ik het slechte nieuws had gehoord langs en vroeg zich af hoe ik met een glimlach op mijn gezicht thuis kon zitten. En natuurlijk heb ik zelf ook wel gehuild, maar dat kwam vooral door de lieve berichten die ik na de operatie van iedereen kreeg.” Liza: “Die waren zo hartverwarmend, jouw inbox zat vol.” Jean-Paul: “De eerste persoon buiten mijn vrouw die ik inlichtte, was Jeremiah St. Juste. En diezelfde avond heb ik heel lang gebeld met Mitchell te Vrede.” Liza: “Ik zat hier alleen met de kleine op de bank, had mijn moeder gebeld en een ticket geboekt, zodat ze hierheen kon komen. Toen stuurde Mitchell mij een berichtje: ‘Ik hoorde het net, Lies, ik wens je heel veel sterkte. Hij komt er sterker uit. Als je met me wilt praten, bel me.’ We hadden altijd wel wat contact na de tijd van Jean-Paul en hem bij Feyenoord samen, maar het is niet dat ik Mitchell elke dag sprak. Ik heb hem op een gegeven moment toch gebeld en moest toen zo huilen. Ik weet niet waar dat vandaan kwam, want ook ik was positief. Mitchell zei: ‘Huil maar gewoon, het is ook echt heel erg schrikken. Het woord kanker is zo’n beladen woord.’ Hij heeft me echt een hart onder de riem gestoken, dat was heel fijn.” Jean-Paul: “Kenny Tete belde ook meteen. Ik heb onwijs veel reacties ontvangen, het liefst had ik iedereen meteen geantwoord, maar dat ging niet, sommigen heb ik pas een week later geantwoord. Bovendien was ik ook nog wel een beetje groggy na de operatie.” Je noemt Mitchell te Vrede. Bij hem werd in 2017 ook teelbalkanker geconstateerd. Vlak voor jou kreeg ook je ploeggenoot Marco Richter dezelfde diagnose. En in die periode bleek ook Sébastien Haller teelbalkanker te hebben... “Ja, dat is wel gek. Sébastien had een veel agressievere vorm dan ik en moest een zware chemokuur ondergaan. Hij had mijn nummer gevraagd aan Steven Berghuis toen hij hoorde van mijn kanker, en stuurde me meteen een bericht. Sinds die tijd wisselen we ervaringen uit en sturen we elkaar opbeurende appjes. Toen we in februari tegen Borussia Dortmund speelden, hebben we kennis met elkaar gemaakt. Het voelde alsof we elkaar al jaren kenden, op de een of andere manier is er toch een hechte band, alsof je geen onbekende van elkaar bent en iets deelt dat je met niemand anders kunt delen. Ik ben zo blij voor hem dat hij helemaal terug is. Helaas verloren we de wedstrijd wel...” Helden Magazine editie 67 Het eerste gedeelte van het verhaal van Jean-Paul Boëtius komt voort uit Helden Magazine nummer 67, het Sportzomerboek, waar Mathieu van der Poel de cover siert samen met Sifan Hassan, Quilindschy Hartman, Lieke Martens & Jackie Groenen. De 67ste editie van Helden is een dubbeldik Sportzomerboek, waarin er volop aandacht is voor de Tour de France voor mannen en vrouwen, het WK voetbal, en het landskampioenschap van Feyenoord. Verder in Helden 67 uitgebreide interviews met: alleskunner Sifan Hassan in aanloop naar de WK atletiek, baanwielrenner Roy van den Berg, hockeysters Sanne Koolen en Pien Sanders, zwemster Marrit Steenbergen is sterker dan ooit, wielrenster Demi Vollering, Kiran Badloe over de metamorfose van windsurfer naar foiler, Botic van de Zandschulp op weg naar de absolute tennistop, coureur en analist Giedo van der Garde over Nyck de Vries en Jos en Max Verstappen, en nog veel meer inspirerende verhalen. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine editie 67! Wil je geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Abonneer je nu snel en ontvang de Helden Magazine op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Blijf daarnaast op de hoogte van het recentste sportnieuws en leuke winacties door je aan te melden op onze nieuwsbrief en volg ons op onze social mediakanalen.

Voetbal

Kenneth Taylor: ‘Ik heb nou eenmaal weinig geduld’

De ontwikkeling van Kenneth Taylor (20) gaat in [...]
De ontwikkeling van Kenneth Taylor (20) gaat in sneltreinvaart. Sinds dit seizoen is hij vaste waarde op het middenveld van Ajax en als jonkie maakte hij al onderdeel uit van de WK-selectie in Qatar. We legden hem een elftal namen voor. Van Brian Brobbey tot Kevin De Bruyne en van John Heitinga tot Ronald Koeman. Brian Brobbey “Mijn ploeggenoot Brian Brobbey is mijn beste vriend. We spelen al vanaf de F1 samen bij Ajax. Brian en ik praten veel over voetbal, soms komen er mooie herinneringen van vroeger naar boven. We sliepen tijdens toernooien meestal samen op de kamer, ook bij de nationale jeugdelftallen,” vertelt Kenneth Taylor. Met jongens als Ryan Gravenberch, die vorig jaar naar Bayern München vertrok, Ki-Jana Hoever, die inmiddels uitkomt voor het Engelse Stoke City, Donny Warmerdam, spelend bij Jong Ajax, Jayden Braaf, die bij Verona in Italië speelt, en Brobbey maakte Kenneth deel uit van een succesvolle lichting. “We vormden een mooie vriendengroep, bleven geregeld bij elkaar slapen. We sliepen bij mijn ouders in Heiloo, of ik logeerde bij hun ouders. Als we klaar waren met een training of wedstrijd voetbalden we thuis gewoon verder. Na school ging ik naar De Toekomst. We trainden drie keer in de week en speelden een wedstrijd, waren vier dagen per week op de club. Als ik nu de F’jes zie voetballen en lol trappen, dan mis ik die tijd.” Maatje Brobbey vertrok in juli 2021 op zijn negentiende transfervrij naar de Duitse club RB Leipzig. Hij zag te weinig perspectief, nadat Ajax de Franse spits Sébastien Haller had gehaald. “Ik zei tegen Brian: moet je toch niet hier blijven?Aan de andere kant begreep ik hem ook. Mensen riepen maar wat, maar kenden zijn situatie niet. Zij zien niet hoe het eraan toegaat in de top van het voetbal. Ik heb Brian gesteund in zijn keuze toen hij liet blijken dat hij echt wilde gaan.” Een jaar later kocht Ajax Brobbey terug. “Ik had veel contact met hem en wist ook eerder dat Brian weer zou terugkeren. Ik was blij dat hij terugkwam. Het is in Duitsland niet gegaan hoe hij wilde. Soms pakken keuzes goed uit en soms slecht. Brian heeft daar veel van geleerd, wordt er weer beter van, dus ik zie zijn overstap achteraf niet als een slechte keuze.” Vader Harald “Mijn vader is vanaf de eerste dag dat ik voetbal bij mijn wedstrijden aanwezig, maar bij de belangrijkste momenten uit mijn carrière was hij er niet:mijn debuut in het eerst elftal van Ajax op 12 december 2020, thuis tegen PEC Zwolle, mijn Champions League-debuut in 2021 in Lissabon tegen Sporting en mijn debuut in het Nederlands elftal tegen Polen. Hij vindt het zo erg dat hij die wedstrijden heeft gemist. Ik plaag hem er weleens mee. Mijn moeder is ook erg betrokken bij mijn carrière, maar het meeste deel ik toch met mijn vader. Hij heeft zelf gevoetbald op het hoogste amateurniveau, ik praat heel veel over voetbal met hem. De band met mijn vijf jaar oudere broer Jim is ook heel goed. Hij komt nooit naar mijn wedstrijden kijken, heeft niets met voetbal. Jim werkt in de wegenbouw, bedenkt wegen en infrastructuur. Ik vind het juist leuk dat we andere interesses hebben.” Kenneth begon zijn carrière bij De Foresters in Heiloo en werd op zijn zevende gescout door Ajax. “We speelden een toernooi op De Toekomst en ik kreeg na afloop een brief dat ik stage mocht komen lopen. Per ronde volgde er een nieuwe brief waarin stond of ik verder mocht. Op woensdag kwamen die brieven altijd binnen, ik vroeg dan om de vijf minuten aan mijn ouders of die er al was. Als bleek dat ik weer verder mocht, stond ik te juichen in de woonkamer met mijn ouders.” School was voor Kenneth noodzakelijk kwaad: “Op mijn zestiende heb ik de vmbo-tl afgerond, daarna zat ik nog tot mijn achttiende op college De Toekomst, de school van Ajax. Maar alleen omdat het moest.” Op het veld ging het als een trein. Op zijn zeventiende sloot hij al aan bij het eerste elftal. “Ik vertel mijn ouders geregeld hoe dankbaar ik hen ben, maar ze willen nooit dat ik iets leuks voor ze koop. Ik heb ze weleens verrast, hoor, heb ze laatst bijvoorbeeld een vakantie cadeau gegeven.” Erik ten Hag “Ik had een prima band met Erik ten Hag, kon altijd bij hem terecht als ik met iets zat en heb veel van hem geleerd. Maar voor mij was het ook lastig onder Ten Hag,” zegt Kenneth. De middenvelder werd twee keer landskampioen onder de voormalig trainer van Ajax, in 2021 en 2022, maar veel speeltijd kreeg hij niet. “Het eerste jaar dat ik bij de selectie kwam, had ik weinig verwachtingen. Het was al fantastisch dat ik erbij zat. Het seizoen erop viel ik af en toe in, maar ik wilde heel graag meer spelen. Dat merkte de trainer aan mij. Hij stelde voor om mij te verhuren, zodat ik meer speelminuten kon maken. Dat wilde ik niet, ik wilde slagen bij Ajax. Aan het einde van vorig seizoen kreeg ik een ik paar keer een basisplaats. Van mij geen slecht woord over Ten Hag. Ook als ik op de bank zat en naar zijn besprekingen luisterde, leerde ik veel. We hadden een heel goed team, ik was nog jong en als ik er nu op terugkijk, is het helemaal niet raar dat ik niet de voorkeur kreeg. Maar toen ik in die situatie zat, was het lastig. Ik heb nou eenmaal heel weinig geduld, ook in het normale leven.” 'Van mij geen slecht woord over Ten Hag. Ook als ik op de bank zat en naar zijn besprekingen luisterde, leerde ik veel' Vorige zomer vertrok Erik ten Hag met assistent Mitchell van der Gaag naar Manchester United. “Ik volg hem op de voet. Hij doet het hartstikke goed bij United, is tactisch zo sterk. Met Mitchell vormt hij een perfect duo.” Ryan Gravenberch “Er werd geroepen dat ik de opvolger van Ryan Gravenberch was toen hij vorige zomer vertrok naar Bayern München. Ik kwam inderdaad op zijn positie op het middenveld te staan.” De transfer van Ryan pakte dus goed uit voor Kenneth, hij werd een vaste waarde bij Ajax. “Dat zie ik niet zo. Ik vond het jammer dat hij vertrok, had liever samen met hem op het middenveld gestaan.” In Duitsland kan de nog maar twintigjarige Gravenberch niet altijd op speelminuten rekenen. “Ryan is nog jong, ik heb veel vertrouwen in hem. We hebben nog geregeld contact, ik heb hem net nog gesproken. Hij had kaartjes nodig voor een wedstrijd van ons.” In het verleden bleek ook bij andere Ajax-spelers dat een transfer naar het buitenland niet altijd een garantie voor succes was. “Dat het bij sommige spelers in het buitenland niet zo goed is gegaan, betekent niet meteen dat hetzelfde geldt voor de volgende speler die vertrekt. Je hebt het zelf in de hand. Als je niet goed speelt of traint, is het logisch dat je op de bank belandt. Ik vind het te makkelijk om te roepen dat spelers na hun vertrek bij Ajax waarschijnlijk toch niet slagen in het buitenland.” Daley Blind volgde Gravenberch naar München in januari. “Heel jammer dat Daley weg is gegaan en hoe het bij Ajax met hem is gelopen. Daley was een soort mentor voor mij, heeft me enorm geholpen. Hij noemde mij altijd zijn ‘kleine ik’. Hij herkende soms dingen bij mij die hij vroeger zelf ook deed, als ik eens heel boos werd, bijvoorbeeld.” Alfred Schreuder Alfred Schreuder volgde de naar United vertrokken Ten Hag op. “Schreuder stelde mij standaard op, daar ben ik hem dankbaar voor. De eerste seizoenshelft voelde een beetje dubbel voor mij. Met mij persoonlijk ging het goed, ik scoorde geregeld en ging met het Nederlands elftal mee naar het WK. Met Ajax begonnen we het seizoen goed, maar langzaamaan werden de resultaten helaas minder.” Oom Charles Taylor “Mijn vader komt uit een heel groot gezin met dertien kinderen. Charles is mijn oom, hij woont ook in Heiloo. Ik spreek hem af en toe via de app. Hij is helaas heel ziek nu,” vertelt Kenneth. Behalve zijn oom was Charles Taylor ook jarenlang chef-sport bij De Telegraaf. “Ik had het heel raar gevonden als hij nu over mij zou schrijven... Ik hou niet van media-aandacht, sta niet graag in de belangstelling, maar snap dat het bij mijn vak hoort. De aandacht die het voetbal met zich meebrengt vind ik niet per se zwaar, maar als ik had kunnen kiezen, had ik mijn leven liever wat anoniemer gehouden.” Kenneth ligt wekelijks onder een vergrootglas. “In het begin was dat even wennen, hoor. Dan las ik weleens positieve berichten, maar er was ook kritiek. Dat hoort er nou eenmaal bij, iedere voetballer heeft daarmee te maken. Ik moet zorgen dat het mij niet beïnvloedt. Ik ben vrij nuchter en los mijn problemen liever zelf op. Als er echt iets speelt, deel ik dat met mijn vader of zaakwaar- nemer. Bij Ajax hebben we een sportpsycholoog, daar spreek ik af en toe ook mee, niet omdat ik op dit moment problemen heb, maar gewoon om even bij te praten.” ‘Ik weet nog dat ik binnenliep in Zeist toen de voorbereiding op het WK begon en Van Gaal zei: ‘Dat had je zeker niet verwacht, Kenneth’’ Louis van Gaal “Ik vind Louis van Gaal een heel goede trainer. Heel duidelijk, daar hou ik van,” zegt Kenneth. Van Gaal liet hem in september 2022 debuteren voor het Nederlands elftal in de Nations League- wedstrijd tegen Polen. “Het shirt waarin ik mijn debuut maakte, heb ik ingelijst, dat hangt nu boven mijn bed.” Dat Van Gaal hem bij Oranje haalde, kwam voor hem als een grote verrassing. “Ik vond het al mooi dat ik bij de voorselectie zat. We waren op de club, ik was eigenlijk vergeten dat de definitieve selectie van het Nederlands elftal om twaalf uur bekendgemaakt zou worden. Davy Klaassen en Remko Pasveer kwamen in de gym naar me toe, vroegen: ‘En, zit je erbij?’ Ik had geen idee. Zij hadden al wel de lijst gezien, Remko zat er voor het eerst bij. Toen ik zag dat ik ook was opgenomen in de selectie kwam iedereen naar me toe. Ik moest lachen en werd er een beetje ongemakkelijk van. Ik belde meteen mijn vader, mijn ouders waren ontzettend trots en ik kreeg berichtjes van de familie.” Twee maanden later maakte Kenneth ook nog eens deel uit van de WK- selectie: “Dat had ik al helemaal niet verwacht. Ik weet nog dat ik arriveerde in Zeist voor de voorbereiding op het WK en de bondscoach zei: ‘Dat had je zeker niet verwacht, Kenneth.’ Hij zei dat ik ‘geleverd’ had, goede resultaten had laten zien, en dat ik daarom was opgenomen in de selectie.” In de derde poulewedstrijd tegen Qatar verving Kenneth vlak voor tijd Frenkie de Jong. “Ik heb nooit zoveel zenuwen voor een wedstrijd, ook niet als ik moet invallen, alleen gezonde spanning. We stonden met 2-0 voor toen ik erin kwam. Ik was aan het genieten op het veld. Mijn ouders zaten op de tribune.” De uitschakeling door Argentinië in de kwartfinale na penalty’s kwam hard bij hem aan. “De jongens hadden zo hard gestreden om terug te komen tot 2-2, zo zuur dat het net niet lukte. Argentinië won later ook nog eens het WK. Ik weet zeker dat wij wereldkampioen hadden kunnen zijn.” Xavi Simons “Xavi Simons is een jaar jonger dan ik. Hij is een vriend geworden, we hebben geregeld contact. Xavi heeft al veel meegemaakt. Ik vraag weleens aan hem hoe het was bij Barcelona en Paris Saint- Germain. Op het WK moesten we tegen het Argentinië van Lionel Messi en Xavi kent hem natuurlijk. Hij vertelde alleen maar positieve dingen over Messi, dat hij heel veel heeft geleerd in Parijs. Gaaf dat Xavi tussen al die sterren heeft gespeeld. Bij PSV doet hij het nu ook goed.” Xavi Simons maakte zijn debuut in het Nederlands elftal op het WK. “Wij waren de jongste spelers in de selectie, trokken veel met elkaar op en keken onze ogen uit.” Met spelers als Tyrell Malacia en Jeremie Frimpong maken Kenneth en Xavi deel uit van een nieuwe generatie internationals. “Of wij anders zijn dan de meer ervaren spelers vind ik moeilijk te zeg- gen. Ik weet niet hoe zij waren op hun twintigste. Ik geloof wel dat generaties verschillen, mijn oma weet ook niet hoe een iPhone werkt. De oudere spelers zijn begaan met ons, helpen ons waar ze kunnen, want voor ons is het allemaal nieuw. Als je iets vraagt, staat iedereen voor je klaar.” Ronald Koeman Kenneth krijgt nu te maken met Ronald Koeman als bondscoach. “Onlangs maakte Koeman een rondje langs alle clubs, hij kwam ook bij Ajax en daar heb ik hem voor het eerst ontmoet. Ik vond hem meteen een heel aardige man. We spraken even over voetbal. Van zijn carrière heb ik niet veel meegekregen, ik weet natuurlijk wel waar Koeman allemaal heeft gespeeld.” In zijn eerste periode als bondscoach haalde Koeman de finale van de Nations League in 2019. Met Koeman aan het roer doet Nederland in juni in eigen land ook mee aan de Final Four van de Nations League. “De verwachtingen zijn hoog. Ik heb sowieso vertrouwen in het Nederlands elftal, onder welke trainer dan ook. ‘Als Heitinga bij Onder 19 boos op ons was, kon hij flink schreeuwen. Nu geeft hij ons nog steeds op ons donder in de kleedkamer als hij dat nodig vindt’ John Heitinga “Ik ken onze huidige trainer al heel lang. John Heitinga is belangrijk geweest in mijn carrière, heeft enorm bijgedragen aan mijn ontwikkeling,” vertelt Kenneth. Bij Ajax onder 19 had Kenneth al te maken met Heitinga, later bij Jong Ajax weer, en nu bij het eerste elftal. “Hij heeft zich heel erg ontwikkeld als trainer, maar als persoon is hij niet veranderd in al die jaren. Als hij bij Onder 19 boos op ons was, kon hij flink schreeuwen. Nu geeft hij ons nog steeds op ons donder in de kleedkamer als hij dat nodig vindt.”John Heitinga volgde begin februari Alfred Schreuder op als hoofdtrainer. “We hebben met het hele team veel gesprekken met hem gevoerd. Het goede gevoel in de ploeg kwam vooral terug omdat we weer wonnen. De sfeer werd beter, we hadden het onderling weer leuk met elkaar. Ik hoop dat we deze lijn kunnen doortrekken.” Hoe Kenneth de toekomst voor zich ziet na Ajax? “Een droomclub heb ik niet. Ik vind veel clubs mooi: Real Madrid, Barcelona, Arsenal, Manchester United, noem maar op. Zou het mooi vinden om ooit in het buitenland te spelen, maar een bepaald pad heb ik nog niet voor mezelf uitgestippeld. Ik leef van dag tot dag.” Helden Magazine 66 Het eerste gedeelte van het verhaal van Kenneth Taylor komt voort uit Helden Magazine 66. De 66ste editie staat in het teken van ‘nieuwe Helden’. Op zijn 28ste heeft Nyck de Vries een stoeltje in de Formule 1 bemachtigd. Helden ging bij hem langs in Monaco en sprak hem over het bizarre leven dat hij leidt. In deze editie lees je ook een uitgebreid interview met duizendpoot Rico Verhoeven. Hij is al tien jaar wereldkampioen kickboksen, succesvol ondernemer, vader én acteur. Ook een gesprek met Daphne van Domselaar. Bij het EK van 2022 werd de doelvrouw van FC Twente gebombardeerd tot nieuwe held en is nu de eerste keeper van Nederland. Daarnaast spraken we met Xavi Simons, wie al sinds jongs af aan in the picture staat én breekt marathonloopster Nienke Brinkman record na record. Verder in Helden 66 interviews met de trainer van Feyenoord: Arne Slot, de winnaar van het tennistoernooi van Rosmalen: Tim van Rijthoven, goede vrienden en wielrenners: Fabio Jakobsen en Julius van den Berg én paralympisch zwemkampioene: Chantalle Zijderveld. José de Cauwer is oud-renner en wieleranalist van de VRT. Een gesprek over onder meer Mathieu van der Poel, Remco Evenepoel en Jonas Vingegaard. Klaas-Jan Huntelaar blikt terug op de koninklijke avond in Madrid. Victoria Koblenko spreekt paralympisch wielerkampioen Tristan Bangma. Als laatste verteld Nouchka Fontijn in ‘De dag dat alles misging’ dat ze dacht dat ze wereldkampioen was én Fenna Kalma is de aanstormende spits van de Oranjevrouwen. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 66 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van jouw Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.

Voetbal

Fenna Kalma: De kunst van het scoren

Fenna Kalma (23) is een van de nieuwe gezichten [...]
Fenna Kalma (23) is een van de nieuwe gezichten van de Oranjevrouwen en scoort erop los bij FC Twente. In 2022 werd ze wereldtopscorer van het jaar en uitgeroepen tot beste speelster van de eredivisie. We nodigden Fenna uit in het Rijksmuseum voor de serie Leeuwinnen in het Rijks en stonden stil bij Boslandschap met een vrolijk gezelschap in een wagen van Meindert Hobbema. “Meindert Hobbema kon goed het landschap en het licht vangen. Dat zie je terug in Boslandschap met een vrolijk gezelschap in de wagen, zijn bekendste schilderij,” vertelt rondleidster Rennette Kwakkenbos aan Fenna Kalma, terwijl we door de Eregalerij van het Rijksmuseum lopen. “Je ziet dat de boomtoppen zich hoog uitstrekken en de bladeren glanzen in de zon. Hobbema belichtte zijn bomen van achteren. Dat geeft het schilderij extra diepte.” Fenna, opgegroeid in een bosrijke omgeving in Friesland, luistert geïnteresseerd: “Ik kan me wel vinden in dit schilderij. Ik kom sinds ik klein ben in de Haulsterbossen bij Haskerhorne en ken die op mijn duimpje. Liep altijd met mijn oortjes in, maar de laatste tijd heb ik juist geen muziek op. Ik luister naar de vogeltjes en speel met onze hond Nynke, een zwarte labrador. Als de zon dan ook nog schijnt, geniet ik volop.” Kunst Jacob van Ruisdael was de leermeester van Meindert Hobbema. Wie was jouw leermeester? “Ik heb van verschillende trainers veel geleerd, heb van iedereen wat opgestoken, maar als ik een persoon moet noemen, dan is dat Roeland ten Berge, mijn voormalig trainer bij sc Heerenveen. Hij heeft mij geleerd om van het spel te genieten.” Je maakte in 2022 liefst 45 doelpunten, meer dan welke speelster dan ook in alle competities wereldwijd. Je laat het overkomen alsof scoren heel simpel is. “Om een bruggetje te maken naar de plek waar we nu zijn: scoren is een kunst. Wat mensen vaak niet zien is dat je voordat je kunt scoren in die positie moet komen door specifieke loopacties. Ik denk dat dat een kunst is die je moet beheersen als spits.” Hoe leer je dat? “Je leert dat door het heel veel te doen, door in wedstrijden en trainingen altijd je loopacties te maken, maar het is ook voor een groot deel intuïtie. Het is dus deels aangeboren, denk ik.” Wat maakt jou nou zo goed als spits? “Het is belangrijk dat ik met mijn teamgenoten de juiste afstemming heb; zij moeten weten waar ik sta en ik moet weten waar zij de bal gaan geven. Dit is al mijn vierde seizoen bij FC Twente, dus die afstemming is goed. Daarnaast heb ik een enorme drive om te scoren en assists te geven. Ik ben ook redelijk lang voor een vrouw, dus ik steek er nog weleens bovenuit wat handig is bij het koppen.” Je bent ook uitgeroepen tot beste speelster van de eredivisie vorig jaar. Wat deed die uitverkiezing met jou? “Als je ziet hoeveel goede speelsters er in de eredivisie lopen, dan is het mooi dat juist ik werd uitgekozen. Ik ben er trots op.” Jullie hebben dit seizoen al drie keer met 9-0 gewonnen en jij stevent af op je derde landstitel met Twente. Er wordt geroepen dat je naar het buitenland moet gaan om te laten zien hoe goed je echt bent “Mensen vinden overal iets van. Dat snap ik ook, hoor. Natuurlijk kun je vraagtekens zetten bij drie keer met 9-0 winnen. Er zijn ook wedstrijden die moeilijker zijn en ik vind dat ik mezelf juist in die wedstrijden moet uitdagen.” Vind je het niveauverschil in de eredivisie vrouwen te groot? “Uitslagen als 9-0 moeten eigenlijk niet kunnen. Je kunt je vraagtekens zetten bij dat niveauverschil, uiteindelijk moeten alle teams straks mee gaan komen en professionaliseren. Vrouwenteams moeten aansluiten bij de mannentak van de club en zorgen dat de faciliteiten beter worden, dan worden de teams ook beter. Er zijn genoeg voetballende meiden, maar die moeten wel een plek hebben om zichzelf te kunnen ontwikkelen.” Ondanks jouw ontwikkeling en goede statistieken werd jij door voormalig bondscoach Mark Parsons niet opgenomen in de EK selectie vorig jaar. Hoe groot was die teleurstelling? “Niet zo groot, omdat ik het hele jaar al niet bij het team zat. Ik verwachtte niet dat ik erbij zou zitten. Of het ook terecht was? Het was een keuze van de trainer en daar had ik mee te dealen, of ik het er nou mee eens was of niet.” Wim Hof Je begon met voetballen bij VV Oudehaske. Hoe ben jij in het voetbal gerold? “Als ik mijn ouders moet geloven, mocht ik een sport uitkiezen na het behalen van mijn zwemdiploma. Ik riep: voetbal!” Heb jij daar altijd in jongensteams gespeeld? “Ja, je had toen geen meisjesteam. Het was voor mij en voor hen helemaal niet raar dat ik met de jongens meedeed. Tegenstanders hadden nog weleens iets van: hé, een meisje. Maar als ze zagen dat ik leuk meedeed, hoorde je er niemand meer over. Ik heb het laatst opgezocht: ik heb in mijn tijd daar precies honderd doelpunten gemaakt.” Op je veertiende ging je al uit huis om te spelen bij CTO, het talententeam van Amsterdam. Hoe was het om zo jong het huis al uit te gaan? “Het was een bijzondere tijd. Ik dacht eerst: Amsterdam, dat gaan we natuurlijk niet doen. Ik had op dat moment nog nooit in een tram gezeten. Mijn ouders zeiden dat ik er best een keer kon gaan kijken. Dat heb ik gedaan en ik vond het meteen heel leuk. Ik dacht: ik kan altijd nog terug als het niet bevalt. We speelden op vrijdag, dan kwamen mijn ouders kijken, en daarna reed ik met hen terug naar Friesland. Op zondagavond vertrok ik weer naar Amsterdam. Het heeft me enorm geholpen in mijn ontwikkeling.” Hoe betrokken zijn je broer Lion en je ouders bij jouw carrière geweest? “Mijn ouders brachten me overal naartoe waar ik moest zijn. Als zij dat niet gedaan hadden, dan had ik hier nu niet gezeten. Zij waren er altijd en mijn moeder is er nog steeds altijd. Lion komt ook wanneer hij kan.” Jij bent op jonge leeftijd je vader verloren. Jouw vader Klaas overleed in 2021 plotseling, tijdens een vakantie in Zwitserland, op 51-jarige leeftijd. Jij zei: ‘Er is een leven voor en na de dood van mijn vader.’ “Het leven is niet meer hetzelfde. Ik ga met het idee naar bed dat ik geen vader meer heb en sta ermee op. Het ergste in mijn leven heb ik al meegemaakt, er is niks meer dat mij echt van slag maakt. Sinds zijn dood kan ik dingen beter relativeren.” 'Ik ga met het idee naar bed dat ik geen vader meer heb en sta ermee op: Het ergste in mijn leven heb ik al meegemaakt, er is niks meer dat mij echt van slag maakt' Je wijst na een goal met twee vingers de lucht in. “Het is iets symbolisch en kleins, maar voor mij iets heel groots. Als ik scoor vind ik het mooi om het doelpunt aan mijn vader op te dragen. Dat geeft extra lading aan een goal. Ik wil extra graag scoren om het met hem te vieren. Het brengt een bepaalde kracht in mij naar boven.” Helden Magazine 66 Het eerste gedeelte van het verhaal van Fenna Kalma komt voort uit Helden Magazine 66. De 66ste editie staat in het teken van ‘nieuwe Helden’. Op zijn 28ste heeft Nyck de Vries een stoeltje in de Formule 1 bemachtigd. Helden ging bij hem langs in Monaco en sprak hem over het bizarre leven dat hij leidt. In deze editie lees je ook een uitgebreid interview met duizendpoot Rico Verhoeven. Hij is al tien jaar wereldkampioen kickboksen, succesvol ondernemer, vader én acteur. Ook een gesprek met Daphne van Domselaar. Bij het EK van 2022 werd de doelvrouw van FC Twente gebombardeerd tot nieuwe held en is nu de eerste keeper van Nederland. Daarnaast spraken we met Xavi Simons, wie al sinds jongs af aan in the picture staat én breekt marathonloopster Nienke Brinkman record na record. Verder in Helden 66 interviews met de trainer van Feyenoord: Arne Slot, de winnaar van het tennistoernooi van Rosmalen: Tim van Rijthoven, goede vrienden en wielrenners: Fabio Jakobsen en Julius van den Berg, één van de kroonjuwelen van Ajax: Kenneth Taylor én paralympisch zwemkampioene: Chantalle Zijderveld. José de Cauwer is oud-renner en wieleranalist van de VRT. Een gesprek over onder meer Mathieu van der Poel, Remco Evenepoel en Jonas Vingegaard. Klaas-Jan Huntelaar blikt terug op de koninklijke avond in Madrid. Victoria Koblenko spreekt paralympisch wielerkampioen Tristan Bangma. Als laatste verteld Nouchka Fontijn in ‘De dag dat alles misging’ dat ze dacht dat ze wereldkampioen was. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 66 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van jouw Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.

Voetbal

Xavi Simons: De X-factor

Xavi Simons was jarenlang het wonderkind van FC Barcelona. Op zijn [...]
Xavi Simons was jarenlang het wonderkind van FC Barcelona. Op zijn zestiende vertrokken naar Paris Saint Germain waar hij speelde met wereldsterren als Lionel Messi, Kylian Mbappé en Neymar. Na zijn overstap naar PSV maakte hij grote indruk, opp het WK debuteerde hij voor het Nederlands elftal en afgelopen seizoen speelde hij een sterk seizoen voor RB Leipzig. Mindere tijden waren er ook voor de 21-jarige Xavi Simons, die al zijn hele leven in de schijnwerpers staat. In Helden deed hij zijn verhaal. “Ik ben in Amsterdam geboren, we woonden toen ik klein was in Sloten. Mijn moeder Peggy keek vlak na mijn geboorte naar een wedstrijd van Barcelona en hoorde de naam Xavi. Ze had me nog geen naam gegeven en wist toen: mijn zoon moet Xavi heten. Xavi Hernández, nu trainer van Barcelona, is ook mijn held. Ik ben weleens met hem op de foto geweest, die staat op mijn Instagrampagina, maar ik ken hem niet persoonlijk. Ik denk wel dat hij weet dat ik Xavi heet vanwege hem. Het is ook wel toevallig dat ik uiteindelijk ook bij Barcelona terecht ben gekomen toen Xavi daar nog steeds in het eerste speelde. Apple Store Toen ik drie was, besloot mijn moeder naar Spanje te verhuizen. Mijn oma woonde al in Spanje met mijn oudste tante en mijn moeder wilde een beter leven voor mijn zeven jaar oudere broer Faustino, haarzelf en mij en dacht dat we dat daar zouden krijgen. We woonden met z’n drieën in een klein dorpje, Rojales, vlakbij Alicante. Daar komen mijn beste vrienden vandaan, een gemixte groep van nationaliteiten, veel van hen komen uit Zuid-Amerika. Ik kom nog geregeld in Rojales, kan er mezelf zijn, hoef er niet rond te lopen met een capuchon en pet op. Mensen vragen daar weleens of ze op de foto met me mogen, maar dat zijn vooral jongeren. Oudere inwoners zien mij als de kleine Xavi die wat groter is geworden. Mijn moeder, broer en zusje zijn de belangrijkste personen in mijn leven. Kenza is bijna tien en het prinsesje van ons gezin, ze is tien jaar jonger dan ik. Faustino en ik zijn op dezelfde dag en tijd geboren, op 21 april om twaalf uur ’s middags. Mijn broer vervulde een vaderrol, heeft mij altijd beschermd en voelde zich verantwoordelijk voor me. Wij hadden het niet breed. Mijn moeder zat in haar eentje met drie kinderen in Spanje. Ze zorgde voor ons, er was altijd eten, maar om de eindjes aan elkaar te knopen, werkte ze twaalf uur per dag, van acht uur ’s ochtends tot acht uur ’s avonds, bij de klantenservice in de Apple Store. Mijn moeder wilde nooit laten blijken dat ze het zwaar had. Ik was nog zo jong, heb dat ook nooit in de gaten gehad. Faustino vertelde mij later dat het geregeld voorkwam dat mijn moeder ons te eten gaf, maar zelf niks meer had. Tegen mijn broer zei ze dan dat ze al gegeten had, dat was natuurlijk niet zo. Pas rond mijn vijftiende kreeg ik in de gaten wat er speelde. Dan wilde ik iets hebben en zei mijn moeder: ‘Sorry Xa, dat kan nu echt niet.’ Toen ik me realiseerde hoe moeilijk mijn moeder het heeft gehad, deed me dat veel, en nog steeds. Toch kijk ik terug op een mooie, warme jeugd. Zo knap van mijn moeder. Handtekening Sinds ik heel klein was, liet mijn moeder iedereen in het dorp weten dat haar zoon goed kon voetballen. Op mijn zesde werd ik gescout door Barcelona. Het was niet alleen mijn droom die uitkwam, maar ook die van mijn moeder. Toen ik eenmaal bij jeugdcomplex La Masía aankwam, vroeg ze me of ik het echt wel wilde. Natuurlijk, zei ik. Vlak daarna zijn we met zijn drieen naar Barcelona verhuisd. We woonden in een oud appartementje, waar mijn moeder volgens mij niet heel happy was. Maar ze deed alles om mijn droom waar te maken, om ervoor te zorgen dat ik kon voetballen. Bij Barça speelde ik veel toernooien. Mijn moeder werkte vaak extra om ervoor te zorgen dat zij of mijn broer met mij mee kon, een van hen was er altijd bij. Vanaf mijn elfde was ik doordeweeks hele dagen op La Masía, maar ik sliep thuis. Mijn moeder vond me te jong om er al te wonen. Mijn broer bracht me om half zeven ’s ochtends op de fiets. De taxi bracht me om half tien ’s avonds weer naar huis. Een paar jaar later ben ik er wel gaan wonen en kwam ik in de weekenden thuis. Bij Barça won ik vier keer op rij de Ballon d’Or, de prijs voor de beste jeugdspeler. Er waren zoveel jongens die toernooien speelden, maar juist ík won die prijzen. Op dat moment deed het niet veel met me, ik besefte niet hoe bijzonder dat was. Als ik zo’n prijs gewonnen had, dacht ik meteen aan het volgende toernooi. Ik sta van jongs af aan in the picture. Was het niet om het voetbal, dan was het wel om mijn haar. Misschien dat ik ook daardoor beroemd ben geworden. Ik heb niet gekozen voor mijn haar, ik heb het van mijn moeder. Als twaalfjarige jongen vroegen fans al om een handtekening en of ze met me op de foto mochten als ik na een wedstrijd met teamgenoten het veld afliep. Ik dacht: waarom willen ze mijn handtekening? Ik vond het maar raar. Als ik een wedstrijd had verloren, wilden fans ook op de foto, maar daar had ik dan natuurlijk geen zin in. Thuis zei mijn broer dan: ‘Ik snap het Xa, maar die mensen rijden twee uur met de auto speciaal voor jou.’ Faustino had gelijk en hield mij met beide benen op de grond in het voetbalgekke Spanje. ‘Vroeger twijfelden mensen, werd er geroepen: ‘We weten niet of Xavi goed kan voetballen, hij heeft alleen heel veel Instagram-volgers’’ Rond mijn dertiende vertrok Faustino naar Amerika, waar hij als trainer aan de slag ging. Dat was pittig. Ik had mijn zusje nog wel thuis, maar zij was toen pas één. Ook voor mijn moeder was het zwaar, Faustino deed heel veel thuis. Voor mijn broer was het in Amerika ook lastig om mij te blijven volgen. Als hij sliep, moest ik voetballen. Ik miste hem zo erg, en wilde de volgende stap in mijn carrière alleen nemen met het hele gezin: dus met mijn moeder, broer en zusje erbij. Ik vroeg Faustino of hij daar open voor stond. Hij besloot om met ons mee te gaan naar Parijs, kwam voor mij na bijna drie jaar terug uit Amerika. Neymar Meningen van anderen leg ik normaal gesproken snel naast mij neer, maar toen ik naar Paris Saint-Germain vertrok, ontplofte er een bom in de Spaanse media. Er werd van alles over me geschreven en mensen geloofden dat. Ik las niet veel, maar kreeg wel van alles doorgestuurd. Berichten op Instagram zag ik wel. Ik ga nog weleens uitleggen wat dat met een zestienjarige jongen doet. Mijn broer zei: ‘Xa, vergeet wat mensen over je zeggen, het is niet belangrijk. Het belangrijkst zijn jouw familie en de mensen die van je houden.’ Ergens kon ik de reacties ook wel begrijpen. Ik was een kind van de club, die de hele jeugdopleiding van Barcelona had doorlopen. Ik ga míjn verhaal op het juiste moment vertellen. Met Faustino heb ik urenlang gesproken over die overstap. Het was niet zomaar iets. Ik had mijn hele jeugd in Spanje gewoond. Mijn zusje was destijds vier en moest ook haar vriendinnetjes achterlaten, maar we gingen er met zijn allen voor. Van mijn eerste salaris bij PSG heb ik kleren gekocht voor mijn moeder, broer en zusje. Het was fijn om iets terug te kunnen doen. Bij Paris Saint-Germain speelden de beste spelers ter wereld, mannen als Lionel Messi, Neymar en Kylian Mbappé. Op mijn zeventiende werd ik al doorgeschoven naar het eerste. Ik trainde iedere dag met die gasten, maakte wedstrijden mee, zag hoe ze zich gedroegen buiten het veld en met fans omgingen. Ik heb zoveel geleerd. Misschien denken mensen: Xavi heeft niet veel gespeeld bij PSG. Maar wat wil je: Messi en Neymar had ik voor me. Ik kwam geregeld bij Neymar thuis. Hij heeft een belangrijke rol gespeeld in die periode, Neymar kende me nog van zijn tijd in Barcelona, hij hielp me en beschermde me. Ik was als een broertje voor hem. We hebben nog steeds contact. Mensen hebben een bepaald beeld van Neymar, maar ze zien alleen de voetballer. Buiten het veld is hij een heel goed mens.“ Barretje Bij Barcelona was ik nog het grote talent, in Parijs werd ik gezien als de jonge wereldster. Mijn wereld stond op z’n kop. Ik kwam in Parijs aan met ruim een miljoen volgers op Instagram, dat liep in korte tijd op tot in de miljoenen. In interviews gaat het vaak over het aantal volgers dat ik heb, dat vind ik best irritant. Vroeger twijfelden mensen, werd er geroepen: ‘We weten niet of Xavi goed kan voetballen, hij heeft alleen heel veel Instagram-volgers.’ Ik wil op het veld laten zien dat ik de beste versie van mezelf ben, niet online. Heb niet gekozen voor de aandacht. Ik heb fantastische dingen meegemaakt, maar heb ook een groot gedeelte van mijn jeugd gemist. Doordat ik bekend ben, heb ik niet meegemaakt wat een normale jongen van zestien meemaakt. Ik ben nog nooit op vrijdagmiddag na school naar een barretje gegaan om wat te drinken met vrienden. Op stap gaan met vrienden heb ik nog nooit gedaan, want uiteindelijk zal er altijd iemand een foto of video maken en op sociale media zetten. Ik besef dat ik pas negentien ben en al veel heb meegemaakt. Ik heb mooie tijden gekend, maar ook mindere. Uiteindelijk leer je veel van slechte momenten in het leven, zowel op voetbalgebied als privé. Ik had in het verleden mensen om mij heen die het minder goed met mij voor hadden. Ik heb geen wraakgevoelens, zal nooit iets slechts over iemand zeggen, kies er dan voor om niet meer met je om te gaan. Sinds een jaar spreek ik geregeld met een psycholoog in Spanje. Ik wilde weten waar sommige gevoelens vandaan kwamen. Hij leert mij dingen te snappen, een plek te geven en weer verder te kunnen. De druk die wij voetballers ervaren, is pittig. Op het veld voel ik die niet, erbuiten wel. Op dit moment zit ik in een goede fase, ik voel me lekker, ervaar geen stress. De psycholoog is er ook om te voorkomen dat ik me over twee jaar heel anders voel. Ik wil me zo blijven voelen zoals ik me nu voel. Van Nistelrooy Ik speelde tussen de beste spelers ter wereld in Parijs, maar twee jaar geleden voelde ik dat het niet genoeg was voor mijn ontwikkeling om de ene keer tien of vijftien minuten te spelen, en de wedstrijd erna weer helemaal niet. Ik wilde meters maken, stabiliteit creëren en mezelf laten zien op het veld. Zo zou ik in Nederland ook meer in the picture komen bij bondscoach Louis van Gaal. Vroeger riep ik altijd: ik wil niet terug naar Nederland, maar tot nu toe is het misschien wel de beste keuze in mijn carrière geweest. Ik wist dat Ruud van Nistelrooij de nieuwe trainer zou worden van PSV, hij heeft veel contact met mij gezocht. Hij heeft ook Sergio Ramos en Georginio Wijnaldum, voormalig ploeggenoten van mij bij PSG, gesproken over mij. Ik dacht: hij wil echt graag dat ik kom. Ik had nog twee weken vakantie en zei tegen de trainer: misschien reageer ik dan even niet. Hij zei: ‘Dat geeft niet, ik blijf je toch berichten sturen.’ Dat bleef hij ook doen, de hele zomer. Het voetbal vergat ik bijna; hoe hij als mens is, vind ik heel bijzonder. In het begin van het seizoen zei de trainer: ‘We gaan stap voor stap kijken hoe je je ontwikkelt in de groep.’ Dat is snel gegaan. De trainer laat nu merken dat ik belangrijk ben. Ik ben pas negentien, maar ook ik kan mijn mening geven en word serieus genomen. Het is een eer om met Ruud van Nistelrooij te werken, hij is zo’n grote speler geweest. Ik heb beelden teruggekeken van hem en van anderen gehoord hoe hij was als speler. Ze vertelden dat hij ook woedend kon worden op het veld. Ik heb hem goed leren kennen, herken mezelf ook wel in hem. De passie die hij heeft, heb ik ook. Ik hoop net zo’n carrière te kunnen krijgen als hij. Bij PSV heb ik dankzij de trainer geleerd om op het veld, maar ook erbuiten, beter te leren communiceren. Ik wilde vroeger nooit met een trainer praten, alleen met spelers. Ik was ook erg verlegen. Nog steeds ben ik een rustige jongen, ik luister liever eerst voordat ik wat zeg. Maar inmiddels weet ik dat ik met de trainer en de hele staf moet praten om goede resultaten te kunnen behalen. Veel van mijn ploeggenoten zijn mijn vrienden geworden. In Eindhoven ga ik veel met de latino’s om, maar ook met de jongens uit Parijs ben ik nog bevriend. Ik spreek vijf talen: Spaans, Catalaans, Engels, Frans en Nederlands, en kan met iedereen communiceren. Mijn beste vriend is Alejandro Baldé. Met hem heb ik de jeugdopleiding van Barcelona doorlopen. Onze moeders raakten ook bevriend, en onze broers werden goede maten. Alejandro speelt nu in het eerste van Barcelona. Terwijl ik mijn debuut in het eerste maakte bij Paris Saint-Germain op mijn zeventiende, deed hij dat bij Barcelona. En hij heeft net als ik zijn debuut gemaakt op het WK. Legende In november kreeg ik een mail toen ik op de club was, daarin stond dat ik bij de WK-selectie zat. Ik was heel blij en verrast, iedereen bij PSV feliciteerde me. Als je mij vorige zomer had verteld dat ik naar het WK zou gaan, had ik het niet geloofd. Eenmaal thuis wachtte mijn familie me op. Mijn moeder begon te huilen. Ik moest denken aan alles wat zij en wij als gezin hadden meegemaakt, en vond het ook voor haar een mooie beloning. Ze fluisterde in mijn oor: ‘We hebben het samen gedaan.’ Ik moest toen ook huilen. Mijn broer wil altijd laten zien dat hij de stoere man thuis is, hij hoefde niet te huilen, maar ik wist hoe trots hij op me was. Vooraf had ik veel dingen over Louis van Gaal gehoord. Ik vond hem een heel bijzondere trainer. Op de eerste dag bij het Nederlands elftal had ik meteen al een gesprek met hem, dat was best pittig. De bondscoach liet me meteen mijn plek weten, zei: ‘Je bent hier voor het eerst als jonkie, moet dingen leren, zien en meemaken. En wie weet komt jouw kans op het veld.’ Hij was heel eerlijk. Mooi. Het WK was als een droom. Het mooiste was het groepsgevoel; iedereen was blij voor elkaar, dat had ik nog nooit op die manier meegemaakt. Er was geen jaloezie of afgunst. Toen ik mijn debuut had gemaakt in de achtste finale tegen de Verenigde Staten was iedereen blij voor mij. Ik kreeg het haasje en een cadeautje van sieradenmerk Gassan. Ik was de jongste Nederlandse speler ooit die in een knock-outfase zijn debuut had gemaakt voor Oranje; ik heb geschiedenis geschreven, bizar. Nu zijn we een nieuwe fase ingegaan met bondscoach Ronald Koeman. In het team zitten zoveel sterren: Virgil van Dijk, Frenkie de Jong, Memphis Depay. Ik kan niet wachten om met die grote spelers in het veld te staan. Natuurlijk heb ik ook meegekregen dat Rafael van der Vaart riep dat het Nederlands elftal om mij heen gebouwd moet worden. Het is fantastisch dat zo’n legende dat heeft gezegd, maar als ik daar te veel over na ga denken, kan het alleen maar fout gaan. Bloemetje Na al die jaren weten wij als gezin: we made it. Mijn moeder kan de zorg over mij loslaten. Ik heb Faustino en andere goede mensen om mij heen. Mijn moeder kan zich nu focussen op mijn zusje. Kenza tennist. Ze neemt het serieus. Wij denken: als ze er maar van geniet. Wat ik vroeger niet kon doen of heb- ben, wil ik Kenza wel geven. In Eindhoven doe ik alles samen met Faustino. We wonen voor het eerst met zijn tweeën, Faustino zorgt voor het eten, maar heeft ook zijn eigen leven, hoor. Mijn moeder en Kenza zien we ongeveer twee keer per maand. Ik wil dat mijn moeder nu geniet van het leven, dat ze doet wat ze vroeger niet kon. Na jarenlang zweten heeft ze genoeg voor ons gedaan. Ik help haar financieel. Wat van mij is, is ook van mijn moeder, broer en zusje. Ik zeg niet vaak hardop tegen mijn moeder dat ik haar dankbaar ben, maar laat haar wel merken dat ze alles voor mij is. Ik hou ervan om dingetjes voor haar te kopen of haar te verrassen met een bloemetje. Mijn moeder zegt ook geregeld: ‘Xavi, je hebt al veel bereikt, maar er komt nog veel meer moois aan.’ Mijn doel voor dit seizoen is om het beste uit mezelf te halen en om prijzen te pakken. We hebben het juiste team ervoor. Wat de toekomst verder brengt, zal blijken. Ik hoop nog een keer met Alejandro Baldé in één elftal te kunnen spelen, waar dat dan ook is. Bij Barcelona met Xavi als trainer? Dat zou wat zijn!” Helden Magazine 66 Het verhaal van Xavi Simons komt voort uit Helden Magazine 66. De 66ste editie staat in het teken van ‘nieuwe Helden’. Op zijn 28ste heeft Nyck de Vries een stoeltje in de Formule 1 bemachtigd. Helden ging bij hem langs in Monaco en sprak hem over het bizarre leven dat hij leidt. In deze editie lees je ook een uitgebreid interview met duizendpoot Rico Verhoeven. Hij is al tien jaar wereldkampioen kickboksen, succesvol ondernemer, vader én acteur. Ook een gesprek met Daphne van Domselaar. Bij het EK van 2022 werd de doelvrouw van FC Twente gebombardeerd tot nieuwe held en is nu de eerste keeper van Nederland. Daarnaast breekt marathonloopster Nienke Brinkman record na record. Verder in Helden 66 interviews met de trainer van Feyenoord: Arne Slot, de winnaar van het tennistoernooi van Rosmalen: Tim van Rijthoven, goede vrienden en wielrenners: Fabio Jakobsen en Julius van den Berg, één van de kroonjuwelen van Ajax: Kenneth Taylor én paralympisch zwemkampioene: Chantalle Zijderveld. José de Cauwer is oud-renner en wieleranalist van de VRT. Een gesprek over onder meer Mathieu van der Poel, Remco Evenepoel en Jonas Vingegaard. Klaas-Jan Huntelaar blikt terug op de koninklijke avond in Madrid. Victoria Koblenko spreekt paralympisch wielerkampioen Tristan Bangma. Als laatste verteld Nouchka Fontijn in ‘De dag dat alles misging’ dat ze dacht dat ze wereldkampioen was én Fenna Kalma is de aanstormende spits van de Oranjevrouwen. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 66 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van jouw Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.

Voetbal

Arne Slot: ‘Een gouden greep’

Iedereen bij Feyenoord liep weg met Arne Slot. [...]
Iedereen bij Feyenoord liep weg met Arne Slot. Sinds zijn komst in 2021 ging het de Rotterdammers voor de wind. Dat bleef niet onopgemerkt, Liverpool haalde hem naar de Premier League. Bij the Reds is hij sterk begonnen. We maakten een rondje langs mensen die de trainer goed kennen om te vragen naar zijn kwaliteiten en toekomst. Trainer van Feyenoord, het is niet de makkelijkste baan van de wereld. De verwachtingen van het trouwe, maar veeleisende Legioen zijn altijd hoog. Tal van oefenmeesters sneuvelden door de jaren heen onder de druk in De Kuip. In 2021 ging Arne Slot aan de slag bij Feyenoord, als opvolger van Dick Advocaat die afscheid had genomen met een vijfde plek en op het nippertje een Europees ticket had veiliggesteld. De opdracht voor Slot: bouwen aan een nieuw elftal, een herkenbare speelstijl, jonge spelers de kans geven zodat zij op den duur met een mooi prijskaartje om de nek naar het buitenland zouden vertrekken. Slot, die als voetballer in achttien seizoenen uitkwam voor FC Zwolle, NAC en Sparta, wist dat al snel voor elkaar te krijgen, zoals hij als trainer ook al succesvol was geweest bij Cambuur en AZ. Hij voer zijn koers, bleef rustig en liet zich door niets of niemand van de wijs brengen. In zijn eerste seizoen loodste hij Feyenoord naar de derde plek in de eredivisie en de finale van de Conference League, die met 1-0 verloren ging tegen het AS Roma van José Mourinho. Tal van spelers hadden zich in de kijker gespeeld en gingen voor hoge bedragen naar het buitenland. Tyrell Malacia vertrok voor 17 miljoen euro naar Manchester United, Luis Sinisterra ging voor een bedrag van 25 miljoen – dat met bonussen nog op kan lopen – naar Leeds United, Fredrik Aursnes ging voor rond de 15 miljoen naar Benfica, ongeveer hetzelfde bedrag tikte Bournemouth af voor Marcos Senesi. Na het seizoen vertrokken ook Jens Toornstra en Bryan Linssen. Huurlingen Cyriel Dessers, Guus Til en Reiss Nelson verdwenen ook uit De Kuip. Slot liet zich niet van de wijs brengen. Ging stoïcijns verder met zijn assistenten Marino Pusic, John de Wolf en Sipke Hulshoff. Hij ging aan de slag met nieuwe spelers als Dávid Hancko, Quilindschy Hartman, Sebastian Szymanski, Quinten Timber, Mats Wieffer, Danilo, Javairo Dilrosun, Santiago Giménez, Oussama Idrissi en Igor Paixão. Opnieuw had hij de boel razendsnel op de rit. Zijn ploeg is in de race voor de landstitel en heeft op meerdere vlakken een geweldig seizoen. Het werk van de 44-jarige Slot is niet onopgemerkt gebleven. Tal van clubs hebben de trainer, die nog tot en met 2025 onder contract staat in Rotterdam, in het vizier. Gaat hij net als Erik ten Hag – die een vergelijkbare carrière als speler en trainer heeft gehad en afgelopen zomer naar Manchester United vertrok – de overstap maken naar een mooie buitenlandse club na dit seizoen? 70 miljoen “In het voorjaar van 2020 had ik een gesprek met Mino Raiola over een speler. Hij vroeg of ik bij het zoeken naar een mogelijke opvolger van Dick Advocaat, die had aangegeven in 2021 te willen stoppen bij Feyenoord, weleens had gedacht aan Arne Slot. Nee, zei ik, mede omdat het begin 2020 nog niet urgent was.” Aan het woord is Frank Arnesen, die begin 2020 technisch directeur van Feyenoord werd. “Vanaf dat moment ben ik Arne gaan volgen en me in hem gaan verdiepen. Ik ging kijken hoe hij zich opstelde in interviews, analyseerde hoe hij zijn elftallen liet voetballen, zodat ik me een beeld van hem als trainer kon vormen. In het najaar van 2020 heb ik hem vrijblijvend uitgenodigd voor een gesprek. We hebben twee goede gesprekken gevoerd over hoe we het voetbal zagen. Hij legde uit hoe hij vanuit een gedegen opbouw in hoog tempo aanvallend wilde spelen, precies zoals ik Feyenoord wilde laten opereren. Na die gesprekken heb ik de overige beleidsbepalers van Feyenoord ervan overtuigd dat we Slot moesten aanstellen als nieuwe trainer vanaf juli 2021. Eind 2020 tekende hij een tweejarig contract met een optie voor meer jaren.” AZ ontsloeg Slot in december 2020 op staande voet omdat de clubleiding het hem kwalijk nam dat hij hen niet had geïnformeerd over de gesprekken met Feyenoord en dacht dat Slot niet langer met zijn hoofd bij AZ was. Zijn assistent Pascal Jansen nam het over in Alkmaar. “Ik wist dat zijn contract bij AZ tot de zomer van 2021 liep en dat hij daarna vrij zou zijn. Dus had ik in mijn ogen het recht hem te benaderen,” stelt Arnesen. “Wat zich tussen AZ en hem heeft afgespeeld, was iets waarin ik me niet heb gemengd. Omdat Arne was ontslagen bij AZ, had hij in de maanden voordat hij begon tijd om met ons te overleggen hoe we het onder zijn leiding zouden gaan aanpakken en welke spelers we wilden halen. Met veel nieuwe aanwinsten in betrekkelijk korte tijd moest het van goed naar beter gaan. We hadden via mijn contacten in Europa ook geluk met de aankopen. We verkochten Steven Berghuis, maar haalden met Marcus Pedersen, Fredrik Aursnes, Guus Til en Gernot Trauner voor ons betaalbare, relatief goedkope spelers die meteen in het elftal pasten. Op advies van Arne haalden we Alireza Jahanbakhsh die hij net als Til kende uit zijn tijd bij AZ. Ik kende de directeur van Brighton waar Jahanbakhsh speelde, dat scheelde natuurlijk bij het halen van een speler uit de Premier League, zo’n club moet wel willen meewerken.” Ook Cyriel Dessers, goed voor negen doelpunten in de competitie en tien in Europa, kwam op huurbasis. “Hij wilde weg bij Racing Genk, Cyriel bleek zeker tegen het einde van het seizoen een gouden greep. Als ik terugkijk, is het echt verbazingwekkend hoe snel Slot van Feyenoord in 2021 een goed voetballend en winnend elftal heeft gemaakt.” Arnesen stak zijn nek uit voor Slot. “Ik wist dat hij het in zich had, anders had ik hem niet gehaald, maar Arne was natuurlijk geen garantie voor succes. Hij had maar twee jaar ervaring bij Cambuur en anderhalf jaar bij AZ. Feyenoord is wat druk betreft iets heel anders dan AZ. Het is altijd afwachten hoe een trainer daarmee omgaat. Je moet bij Feyenoord natuurlijk wel goede resultaten halen. Die kwamen al snel, het was een logisch gevolg van zijn filosofie en werkwijze. Ik heb grote bewondering hoe hij het uiteindelijk op zijn eigen manier heeft gedaan. Natuurlijk ben je als coach afhankelijk van je spelers, maar een goede coach maakt mede het verschil. Hij is verbaal heel sterk waardoor hij goed kan uitleggen hoe hij wil spelen. Zijn speelwijze met veel druk naar voren kost veel energie en kracht, mede omdat je niet altijd de bal hebt. Bij balverlies moet je zorgen dat je niet wordt uitgespeeld waardoor spelers soms zestig meter terug moeten sprinten om de bal te heroveren. Alle spelers begrepen vrij snel dat ze voor die speelwijze fysiek optimaal moesten zijn. Zijn manier van trainen zorgt er mede voor dat de spelers topfit zijn en ook zelden geblesseerd raken. Het knappe is dat Arne en zijn staf snel controle hadden over de hele spelersgroep, ook over spelers die geen basisplaats hadden.” In het voorjaar van 2022 liep Arnesen een infectie op die hem uiteindelijk in het ziekenhuis deed belanden. Hij moest worden geopereerd en zware antibioticakuren ondergaan waardoor hij tijdelijk niet dagelijks honderd procent inzetbaar was op kantoor. Desondanks, deels vanuit zijn bed, regelde hij de noodzakelijke transfers. “In augustus wilden de nieuwe directeur Dennis te Kloese en de voorzitter van de raad van commissarissen Toon van Bodegom een gesprek met me. Ik zei dat ik me weer geheel de oude voelde en me in staat achtte te werken voor Feyenoord als voorheen. Een week later hadden we een tweede gesprek en toen zeiden zij dat ze wilden dat ik zou opstappen. Dat is jullie goed recht, zei ik, als jullie willen dat ik stop, dan doe ik dat. Ik heb alles netjes afgehandeld, heb ze succes gewenst en ben weggegaan, al had ik graag willen blijven tot zeker het einde van dit seizoen. Arne vond het jammer dat ik weg moest, ik heb nog goed contact met hem, wens hem voor elke wedstrijd succes.” Arnesen volgt Feyenoord nog steeds met grote interesse. “Ik kijk met veel voldoening terug op de wijze waarop we in alle geledingen – van de scouting en de medische staf tot de trainers van het eerste elftal en de jeugdopleiding – in twee jaar tijd van Feyenoord een moderne voetbalorganisatie hebben gemaakt. We moesten na dat goede seizoen 2021-2022 noodgedwongen spelers verkopen. Ik wist dat we minimaal 50 miljoen zouden binnenhalen, een voor Feyenoord uniek bedrag aan transfers. Uiteindelijk hebben we voor meer dan 70 miljoen verkocht en ook weer een volwaardige selectie kunnen samenstellen.” Arnesen sluit af met een tip aan Slot: “Het is goed voor hem om minimaal nog een jaar bij Feyenoord te blijven.” Op de fiets Gertjan Verbeek was in het seizoen 2008-2009 trainer van Feyenoord. “Ik kende Arne lange tijd vooral als voetballer van teams waartegen wij met mijn clubs speelden,” zegt Verbeek. “We hebben allebei een huis in Zwolle en kwamen elkaar twee jaar geleden toevallig tegen op de fiets met de kinderen. Dat was vlak voordat hij naar Feyenoord ging. We hebben even met elkaar gesproken en wat gedronken. Het is niet zo dat hij mij advies heeft gevraagd of dat ik hem advies heb gegeven. Ik heb hem alleen gezegd dat hij naar een prachtige club ging en dat Feyenoord voor iedere trainer een geweldige uitdaging is.” Verbeek wilde, net als Slot, destijds bouwen aan een nieuw elftal, maar moest na een half jaar vertrekken. “Ik heb heel duidelijk ervaren dat je met veranderingen bij zo’n grote club op steun kunt rekenen, maar ook op veel weerstand. Ik denk wel dat Arne op een rustiger moment bij Feyenoord is binnengekomen dan ik, maar het is hoe dan ook heel knap wat hij vorig jaar in zijn eerste seizoen meteen heeft gepresteerd. Afgelopen zomer heeft hij in korte tijd weer een geheel nieuwe selectie moeten opbouwen.” Petje af van Verbeek voor Slot. “Er breken ook weer een paar jongens uit de eigen jeugd door. Dat Feyenoord dit seizoen de grote kandidaat is voor het kampioenschap, is geheel zijn verdienste. Hij weet ook precies wat voor spelers hij wil hebben, hij kan blijkbaar heel goed analyseren wat een speler kan en hoe die in het systeem dat hij wil spelen van waarde kan zijn. Het mooiste voorbeeld is Guus Til, die bij Feyenoord onmisbaar leek. Slot kende hem van AZ en wist precies hoe hij hem moest laten spelen. In elftallen onder Slot kwam Til als middenvelder altijd tot tien à vijftien doelpunten. En nu bij PSV?” Slot laat zich ook niet snel het hoofd op hol brengen, heeft een duidelijke carrièreplanning in zijn hoofd, denkt Verbeek. “Dat zie je ook aan zijn carrière, van Cambuur, via AZ naar Feyenoord. Ik zie hem ook niet te snel bij Feyenoord vertrekken. Er zal zeker interesse komen, maar als Feyenoord Champions League gaat spelen en de voorwaarden die hij stelt om te presteren worden gehonoreerd, zie ik hem nog zeker een seizoen blijven.” Slimme gozer Henk ten Cate werd in 2000 trainer van NAC. In 2001 stond Arne Slot, op dat moment speler van FC Zwolle in de eerste divisie, bovenaan zijn verlanglijstje. “Bij NAC was Alfred Schreuder centrale middenvelder, maar hij liep al tegen de dertig. We waren bang dat hij zou worden weggekocht, daarom wilde ik Slot erbij hebben. Ze leken op elkaar als voetballer, hoewel ik Slot meer een zogenaamde ‘10’ vond en Schreuder meer een ‘6’. Ze waren allebei niet de snelsten, maar zagen het spel, waren goed aan de bal en dachten na over het spel. En het waren geen schreeuwers, ze gaven op een natuurlijke manier leiding in het veld. Slot had overigens niet meteen een basisplaats, we hadden destijds ook nog Orlando Engelaar. Uiteindelijk heb ik drie jaar met Alfred en twee jaar met Arne gewerkt.” NAC eindigde in 2003 als vierde in de eredivisie, achter de traditionele top drie, een hoogtepunt in de clubgeschiedenis. “Ik kan niet zeggen dat ik toen al een toekomstig trainer in Arne zag, maar bemerkte wel dat hij bezig was met het tactische deel van het spel. Hij ging bij trainingen op een zinnige manier het gesprek met je aan over de bedoelingen achter een oefenvorm,” herinnert Ten Cate zich. Hij is onder de indruk van de trainer Slot. “Arne heeft voor het tweede achtereenvolgende seizoen van Feyenoord een goed draaiend elftal gemaakt. En daar gaat het om, dat je als trainer je elftal volgens jouw ideeën laat spelen en dat je je opvattingen kunt overbrengen. Ik zie in Arne ook een heel slimme gozer die niet alleen de club goed naar zijn hand zet, maar ook de media weet te bespelen. Dat is een kwaliteit die ik niet bezat. Ik kon niet diplomatiek zijn, was veel te direct. Arne is slimmer in de communicatie dan ik was.” Ten Cate was tevens trainer van Ajax, maar ook van Panathinaikos en assistent bij Barcelona en Chelsea. “Op dit moment doe ik niets meer in de voetballerij. Ik ben anderhalf jaar geleden gestopt en keer ook niet meer terug. Mijn persoonlijke opvatting is dat trainers van mijn leeftijd plaats moeten maken voor jongere collega’s, er zijn al zo weinig plekken voor trainers. Het is nu aan hen.” Verlengstuk Na vijf jaar NAC voetbalde Arne Slot drie seizoenen voor Sparta. Foeke Booy was daar van eind 2007 tot juli 2009 zijn trainer. “Toen ik tekende, stond Sparta stijf onderaan,” vertelt Booy, tegenwoordig technisch directeur van SC Cambuur. “Ik heb met alle spelers heel kort gesproken. Tegen Arne zei ik gechargeerd dat het gerucht ging dat Sparta bij balverlies eigenlijk met tien man speelde. Was cynisch bedoeld om aan te geven wat ik van hem verwachtte als we de bal niet hadden. Dat pakte hij heel goed op. Hij was tactisch heel sterk. Kon een aanvaller echt vrij voor de keeper zetten en werd mijn verlengstuk in het veld. Uiteindelijk heb ik anderhalf jaar heel prettig met hem gewerkt en hebben we Sparta beide seizoenen in de eredivisie weten te houden.” Dat de voetballer Slot zich als speler al intensief met tactiek bezighield, blijkt uit een anekdote waarover het AD ooit berichtte uit zijn tijd bij Sparta. Tegen het einde van het seizoen 2008-2009 hadden de Rotterdammers verloren van Volendam en thuis 0-0 gespeeld tegen het al gedegradeerde De Graafschap. Booy bedacht een tactiek voor de wedstrijd tegen Ajax, maar Slot kon zich daar niet in vinden. Slot destijds: ‘Dan gaan we jagen, word ik weer uitgefloten, heb ik het allemaal weer gedaan. Ik zou mezelf hangend op rechts zetten, geef ik de steekballetjes wel.’ Trainer Booy dacht even na en zei tegen zijn assistent Adri van Tiggelen: ‘Veeg onze tactiek maar van het bord, we gaan het doen zoals Arne het ziet.’ Sparta won op 3 mei 2009 met 4-0 van het Ajax van Marco van Basten. De waardering van Arne Slot voor Booy blijkt uit de uitnodiging die hij, destijds trainer van aartsrivaal Go Ahead Eagles, ontving voor de afscheidswedstrijd die PEC Zwolle in 2014 voor Slot organiseerde. Uiteraard volgt Booy hem nog altijd. “Bij Cambuur kon je zijn ideeën over voetbal al terugzien. AZ heeft een neusje voor talenten, want ze hebben Arne niet voor niets bij Cambuur weggehaald. Wat hij nu bij Feyenoord laat zien, is een logisch vervolg op wat we al hebben gezien bij AZ. Arne houdt van dynamische, technisch vaardige spelers met inhoud, die de baas moeten zijn op het veld. Dat vergt heel veel discipline van de spelers. Arne hanteert als trainer een hoge standaard waaraan iedereen moet voldoen. Ik vind het ook heel knap hoe hij dat gigantische Legioen bij Feyenoord achter zich heeft weten te krijgen. Wat ook opvalt, is dat hij op sommige momenten ontspanning toont met een zekere humor. Ik denk dat Arne van de drie trainers bij Ajax, PSV en Feyenoord door zijn ervaring het best met de druk kan omgaan. Mede daarom zie ik Feyenoord dit seizoen kampioen worden.” Ze hebben nog geregeld contact. “Als we elkaar zien, is het mooi, we weten wat we aan elkaar hebben. Toen ik twee jaar geleden werd getroffen door een hartaanval, stuurde hij meteen een appje. Dat typeert Arne.” Gevraagd naar de toekomst van Slot zegt Booy: “Ik denk dat hij nog een jaar bij Feyenoord blijft, op voorwaarde dat hij het gevoel heeft dat hij ook volgend seizoen weer mee kan doen om de titel. Het ligt dus aan de club of hij blijft.” Arnesen: 'Ik wist dat hij het in zich had, maar Arne was natuurlijk geen garantie voor succes. Hij had maar twee jaar ervaring bij Cambuur en anderhalf jaar bij AZ' Tactisch sterker “Toen ik vijf jaar geleden onder John van den Brom debuteerde in het eerste van AZ, drukte Arne Slot als assistent al zijn stempel op het elftal,” herinnert Calvin Stengs zich. Na het vertrek van Van den Brom naar Utrecht in 2019 werd Slot hoofdtrainer van AZ. “Ik debuteerde bij AZ als rechtsbuiten, maar zowel Van den Brom als Slot zag in mij ook een nummer tien.” Op 7 augustus 2017 in de wedstrijd tegen PSV liep Stengs een zware knieblessure op die hem vijftien maanden kostte. “Toen ik weer fit was, benadrukte Arne dat ik mijn creativiteit moest tonen en vooral het frivole in mijn spel moest houden. Ik was volgens Arne soms iets te kritisch naar mezelf. ‘Het geeft niet als je eens wat minder speelt,’ zei hij dan. Ik ben door Slot tactisch sterker geworden, waardoor ik het spel op een hoger niveau doorzie. Voor buitenstaanders is het misschien moeilijk te volgen, maar één stapje naar binnen of naar buiten kan net het verschil maken. Het jaar voordat hij naar Feyenoord ging, wonnen wij in De Kuip met 3-2.” In 2021 ging Slot naar Feyenoord en Stengs, op 28 februari voor het eerst vader geworden van zoontje Saint, vertrok naar OGC Nice. “Toen eind 2020 bekend werd dat Arne in de zomer van 2021 naar Feyenoord zou gaan, moest hij vertrekken. Hij was al weg voordat wij ’s ochtends zouden trainen. Als spelersgroep van AZ hebben we daarom nooit afscheid van hem kunnen nemen. Ik heb hem daarna nog wel gesproken hoor, laatst nog, toen de kleine was geboren. Omdat ik weinig speelde in Nice heeft Arne me afgelopen zomer gepolst of ik naar Feyenoord wilde komen. Uiteindelijk heb ik voor FC Antwerp gekozen.” Dessers: 'Voor mij staan Erik ten Hag en Arne Slot vooral tactisch ver boven bijna alle trainers met wie ik heb gewerkt' Stengs noemt Slot een toptrainer ‘die natuurlijk ook nog dingen moet leren’. “Hij is als mens heel rustig, kan zowel een- op-een als voor een hele groep op simpele wijze zijn ideeën overbrengen. Je ziet bij hem altijd nieuwe spelers bovendrijven die voor het Nederlands elftal worden geselecteerd, zoals ik onder hem bij AZ ook debuteerde in Oranje. Dat is ook zijn verdienste. Ooit komt hij bij een Europese topclub terecht, maar eerst zie ik hem naar een club onder de top gaan.” Agressieve speelwijze Bryan Linssen kan goed het verschil aangeven tussen het Feyenoord zónder en mét Arne Slot. De aanvaller kwam in 2020 over van Vitesse. In zijn eerste seizoen in Rotterdam, onder Dick Advocaat, werd de ploeg vijfde in de competitie. “Een hogere positie zat er ook niet in. Zo’n positie past natuurlijk niet bij Feyenoord.” In zijn tweede seizoen bij Feyenoord maakte hij Slot dus mee. “Vanaf het begin heeft Slot samen met zijn assistent Marino Pusic de hele speelstijl, die voor zijn komst toch meer defensief was, veranderd in een aanvallende, dwingende manier van spelen. Arne zorgde op een prettige manier voor nieuwe energie. Vanaf het begin trainden we heel intensief op het druk zetten en daarin vervulde ik samen met Guus Til door mijn agressieve speelwijze een heel belangrijke rol. Wij vormden een perfect duo in zijn speelwijze. Soms zei hij: ‘Doe in de spits maar wat je gevoel je ingeeft.’ Of hij riep me tijdens de wedstrijd even naar de kant, zei een zin en dan wist ik precies wat hij bedoelde. We spraken overigens niet alleen over mijn rol in het elftal, we bespraken ook zaken buiten het voetbal. Hij heeft het voordeel dat hij nog jong is, weet wat de jeugd van tegenwoordig bezighoudt.” De zogenoemde presentatiewedstrijd in De Kuip, tegen Atlético Madrid, zette volgens Linssen meteen de toon. “Die wonnen we niet alleen zeer verrassend met 2-1, maar vooral de teamspirit die tot uiting kwam bij een opstootje rond hun trainer Diego Simeone heeft iets teweeggebracht in het team. Slot heeft dat voorval het hele jaar als voorbeeld gesteld. Hoe we als spelers voor elkaar moesten opkomen, dat we elke wedstrijd voor elkaar door het vuur moesten gaan. Dat beroep doen op het teamgevoel zie je dit seizoen ook weer tot uiting komen in de houding van de wisselspelers. Dat Feyenoord net als vorig seizoen weer veel wedstrijden wint of gelijkspeelt in de slotfase. Heeft te maken met de teamspirit en de wijze van trainen. We trainden keihard, altijd met de bal en wedstrijd gerelateerd, maar tegelijk ook heel erg gericht op het op een verantwoorde wijze verbeteren van de conditie. Het is niet voor niets dat we ons het hele seizoen topfit voelden en met heel weinig blessures te maken hadden. Dat is dit seizoen niet anders.” Linssen geeft een inkijkje in de kleedkamer van vorig seizoen. “De wedstrijdbesprekingen waren van een heel hoog niveau. Arne motiveerde ons niet alleen, maar gaf ook heel gedetailleerde informatie over de tegenstander. Hij vertelde precies hoe we hen moesten bespelen om ons eigen spel te kunnen spelen. Als wat de trainer zegt negen van de tien keer uitkomt, geeft dat vertrouwen. In de trainingen hadden we vaak zijn hele plan al uitgevoerd, daarom geloofden we onvoorwaardelijk in zijn aanpak. Als ik straks terugkijk op mijn carrière, zal dat seizoen 2021-2022 bij Feyenoord zeker het mooiste en leukste seizoen uit mijn loopbaan zijn. Het spelen in De Kuip, de wetenschap dat je in negen van de tien thuiswedstrijden in de competitie veel beter bent dan de tegenstander en ook in uitwedstrijden vaak de bovenliggende partij bent, zijn onvergetelijke momenten. Aan het einde van het seizoen stonden we zelfs in de finale van de Conference League.” Linssen vertrok afgelopen zomer naar Urawa Red Diamonds in Japan. “Slot gaf eerlijk aan dat ik heus wel mijn minuten zou maken in het nieuwe seizoen, maar dat de rol van invaller ook dreigde.” Aanvallende filosofie Ook Cyriel Dessers speelde dus een belangrijke rol in het eerste seizoen van Arne Slot bij Feyenoord. De makkelijk scorende spits werd in korte tijd erg populair bij het Legioen. “Ik was op de laatste dag van de transferperiode net geland in Madrid om een huurcontract af te ronden met Leganés. In de loop van de middag ontstonden er problemen, waarop FC Antwerp, Nottingham Forest en Feyenoord interesse toonden,” vertelt Dessers. “Uiteindelijk heb ik voor Feyenoord gekozen. En op de luchthaven mijn contract getekend, mede omdat ik het gevoel had dat ik onder Arne Slot beter kon worden. Ik kijk heel veel voetbal, volg alles en was onder de indruk van zijn werkwijze. Je ziet dat zijn teams spelen volgens een heel duidelijke aanvallende filosofie met veel druk naar voren en veel spelers rond het zestienmetergebied van de tegenstander. Die speelwijze sprak mij aan.” Dessers speelde van 2017 tot en met 2019 bij FC Utrecht. Erik ten Hag was destijds zijn trainer. “Voor mij staan Erik en Arne vooral tactisch ver boven bijna alle trainers met wie ik heb gewerkt. Zij laten hun ploegen niet alleen aantrekkelijk spelen, maar zorgen ook voor resultaat. Daarnaast hebben ze allebei oog voor het menselijke aspect. Arne is heel correct en eerlijk, kijkt ook naar spelers buiten de basis, een kwaliteit die ik niet bij veel trainers heb meegemaakt. Ik had natuurlijk wel moeite met mijn aanvankelijke positie op de bank. Arne zei meteen heel eerlijk dat Bryan Linssen zijn eerste keus was, dat ik hard moest blijven werken, dat vroeg of laat door een blessure of schorsing mijn moment zou komen. ‘Dan moet je er staan,’ zei hij. Als speler is het niet fijn om te horen, maar wel duidelijk, daardoor zorgde hij ervoor dat ik mentaal aan boord bleef. Ik heb ook trainers meegemaakt die zoiets alleen zeiden om me aan het lijntje te houden.” Dessers speelt sinds afgelopen zomer voor Cremonese in Italië. “Ik heb een geweldig seizoen gehad, maar mijn droom was ook om ooit in Italië te spelen. Ik heb geen spijt, zie het seizoen bij Feyenoord als het hoogtepunt in mijn carrière.” Altijd welkom Giovanni van Bronckhorst “Feyenoord is door de hele structuur met veel geledingen zoals de directie, het bestuur, de vrienden en het Legioen een nogal gecompliceerde club. Dat maakt het werken voor een technische staf niet altijd even makkelijk,” zegt Gio. Die geldt als een van de succesvolste trainers van Feyenoord ooit. “Ik was een kind van Feyenoord toen ik in 2015 trainer werd. Dat was aan de ene kant een voordeel, aan de andere kant voelde ik daardoor meer druk. Arne heeft niet die achtergrond, dat maakt de wijze waarop hij van het begin af het Legioen achter zich heeft gekregen heel knap.” Van Bronckhorst werkte tot eind vorig jaar bij Glasgow Rangers en wacht op een nieuwe uitdaging. “Ik ben sinds mijn vertrek bij de Rangers een paar keer op het trainingscomplex geweest en als Arne weet dat ik er ben, word ik heel warm onthaald, ben ik altijd welkom. We hebben een paar keer samen geluncht, informeel koffiegedronken en we gaan een keer padellen. Dat doen we beiden graag. Hij heeft het naar zijn zin bij Feyenoord, dat merk ik aan alles. Zelf doe ik nu veel werk voor de technische commissie van de UEFA, maar als de kans zich voordoet bij een mooie buitenlandse club heb ik nog wel de energie en ambitie om het vak van trainer weer op te pakken. Ik heb als trainer een prachtige tijd gehad bij Feyenoord. Met vijf prijzen in vier jaar, maar mijn ambitie ligt op dit moment niet in Nederland.” Helden Magazine 66 Het verhaal van Arne Slot komt voort uit Helden Magazine 66. De 66ste editie staat in het teken van ‘nieuwe Helden’. Op zijn 28ste heeft Nyck de Vries een stoeltje in de Formule 1 bemachtigd. Helden ging bij hem langs in Monaco en sprak hem over het bizarre leven dat hij leidt. In deze editie lees je ook een uitgebreid interview met duizendpoot Rico Verhoeven. Hij is al tien jaar wereldkampioen kickboksen, succesvol ondernemer, vader én acteur. Ook een gesprek met Daphne van Domselaar. Bij het EK van 2022 werd de doelvrouw van FC Twente gebombardeerd tot nieuwe held. Daarnaast spraken we met Xavi Simons, wie al sinds jongs af aan in the picture staat. En breekt marathonloopster Nienke Brinkman record na record. Verder in Helden 66 interviews met de winnaar van het tennistoernooi van Rosmalen: Tim van Rijthoven. Goede vrienden en wielrenners: Fabio Jakobsen en Julius van den Berg. Eén van de kroonjuwelen van Ajax: Kenneth Taylor én paralympisch zwemkampioene: Chantalle Zijderveld. José de Cauwer is oud-renner en wieleranalist van de VRT. Een gesprek over onder meer Mathieu van der Poel, Remco Evenepoel en Jonas Vingegaard. Klaas-Jan Huntelaar blikt terug op de koninklijke avond in Madrid. Victoria Koblenko spreekt paralympisch wielerkampioen Tristan Bangma. Als laatste verteld Nouchka Fontijn in ‘De dag dat alles misging’ dat ze dacht dat ze wereldkampioen was. En Fenna Kalma is de aanstormende spits van de Oranjevrouwen. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 66 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van jouw Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.

Voetbal

Klaas-Jan Huntelaar: Een koninklijke avond

Madrid: stad van Prado en het Retiro Park. Het is ook de stad waar [...]
Madrid: stad van Prado en het Retiro Park. Het is ook de stad waar Ajax op 5 maart 2019 Real Madrid van de mat speelde. Ajax won de achtste finale van de Champions League met 4-1 en schakelde de titelverdediger uit. Klaas-Jan Huntelaar blikt terug in de serie City of Memories, een samenwerking tussen Ajax en TUI. “Ik heb een tijdje in Madrid gewoond, was zo met voetbal bezig dat ik eerder de rust dan de drukte opzocht in de periode dat wij er met het gezin zaten,” zegt Klaas-Jan Huntelaar over de periode in 2008 en 2009, toen hij uitkwam voor Real Madrid. “Ik heb wel veel gezien van de stad, maar ben niet alle toeristische trekpleisters afgelopen. Als cultuurliefhebber ben ik natuurlijk naar het Prado geweest, een van de grootste en beroemdste kunstmusea ter wereld, en naar het schitterende, centraal in de stad gelegen plein Plaza Mayor. Het Retiro Park was heel leuk, een heel groot stadspark, waar je rust vindt. Ik denk ook meteen aan lekker eten. In La Latina, de mooie oude wijk met smalle, middeleeuwse straatjes, kun je heel goed eten; goeie hammen en tapas. Er zijn daar ook heel leuke Baskische restaurantjes met vlees op een hete steen en je hebt er ook de beroemde El Rastro-vlooienmarkt. Maar bij Madrid denk ik als eerste aan Estadio Santiago Bernabéu, waar we met Real Madrid onze thuiswedstrijden speelden. In mijn ogen is dat het mooiste voetbalstadion ter wereld.” Ook na zijn vertrek bij De Koninklijke bleef hij een klik hebben met de Spaanse hoofdstad. “Ik ben nog een paar keer terug geweest in Madrid. Met Schalke 04 heb ik in de Champions League twee keer in Bernabéu gespeeld. En natuurlijk met Ajax.” Klaas-Jan doelt op de return in de achtste finale van de Champions League op 5 maart 2019. “Ik vond het leuk dat op een of andere manier Madrid altijd weer op mijn pad kwam.” Verlengstuk Klaas-Jan keerde in de zomer van 2017 terug in Amsterdam, waar hij tussen 2006 en 2008 ook had gespeeld. Mede dankzij 76 goals in 92 competitieduels voor Ajax haalde Real Madrid hem naar Spanje. Hij speelde daarna nog voor AC Milan en Schalke 04. Marcel Keizer was trainer van Ajax toen Klaas-Jan vlak voor zijn 34ste verjaardag zijn rentree maakte. Een klein half jaar later werd Keizer opgevolgd door Erik ten Hag. “Ik had al gezien dat er veel jonge talentvolle spelers op het punt van doorbreken stonden. Het idee was dat ik routine toe kon voegen aan de jonge selectie. Ajax had met Kasper Dolberg een jonge spits. Ik snapte dat de club hem zag als eerste optie, het was voor Ajax belangrijk dat hij zich zou ontwikkelen, maar ik kreeg ook te horen dat ik voldoende speeltijd zou krijgen. Wel heb ik gezegd dat het ook op die manier gecommuniceerd moest worden, dan zou ik niet telkens vragen krijgen. 'Ten Hag is vrij snel een toptrainer geworden. Dat merkte je in alles. Overal dacht hij over na. Alles wat hij deed, sneed hout' Ik kon het makkelijker parkeren dat ik de ene keer wel speelde en de andere keer niet. Als jonkie denk je maar aan één ding: elke minuut spelen om die weg omhoog voort te zetten. Ik had die weg omhoog al gehad, keerde terug met het idee om mijn carrière mooi af te sluiten. En ik wilde daar waar nodig jonge talenten helpen, werd eigenlijk een soort vaderfiguur, terwijl ik er ook nog middenin stond.” Er werd vaak een beroep gedaan op Klaas-Jan en hij ging door met wat hij altijd en overal had gedaan: scoren. Daarnaast probeerde hij zijn ervaring over te brengen op jonge spelers. Daar liepen er nogal wat van rond. Matthijs de Ligt, Frenkie de Jong, Donny van de Beek, Noussair Mazraoui, David Neres en Kasper Dolberg waren allemaal rond de twintig. “In mijn eerste periode bij Ajax was ik zelf zo’n leergierige, jonge speler. In die periode keerden Jaap Stam en Edgar Davids terug naar Nederland en gingen bij Ajax spelen. Ik heb goed naar hen gekeken. Het is geweldig om met spelers in de kleedkamer te zitten die hebben geschitterd op EK’s en WK’s. Ik merkte ook dat sommige jongens op die manier naar mij keken.” Klaas-Jan probeerde zijn ervaring op een natuurlijke wijze over te brengen. “Ik ben niet iemand die meteen hoog van de toren gaat blazen. Het is makkelijk om bij jonge jongens aan te geven wat er voor verbetering vatbaar is, maar ik wees ook juist heel erg op de dingen die wel al heel goed gingen. Ik vond het veel leuker om het proces naar succes op een positieve manier te begeleiden. Allemaal vonden ze het leuk om met mij over m’n ervaringen te praten. Er waren zoveel intelligente jongens die heel graag stappen wilden maken. Er was echt een klik met die gasten.” In zijn eerste jaar zag Ten Hag hem meteen al als zijn verlengstuk in het veld en de kleedkamer. “De trainer zocht mij ook wat meer op. Erik was nog een jonge trainer, maar er ontstond al snel een goede band tussen ons. De manier waarop hij naar voetbal keek, kwam overeen met de manier waarop ik dat doe. Ik keek goed hoe hij te werk ging. Hij is vrij snel een toptrainer geworden. Dat merkte je in alles. Overal dacht hij over na. Alles wat hij deed, sneed hout. Meestal had je als speler ook het idee dat wat hij aandroeg, het goede was. Het is zo belangrijk dat een trainer op het goede moment de juiste dingen zegt. Dan breng je een proces in een stroomversnelling, gaat iedereen zien dat wat de trainer zegt ook werkt. Hoe hij nu aan de slag is gegaan bij Manchester United doet me denken aan de beginperiode bij Ajax. Hij blijft bijna stoïcijns zijn koers varen. Erik weet dondersgoed wat hij wil en met zijn plan in het achterhoofd maakt hij ook zijn keuzes. Je ziet dat hij nu ook weer bezig is om de ideale samenstelling van zijn team te vinden, zoals hij dat ook deed bij Ajax.” Vlucht Ajax werd tweede achter PSV in het seizoen 2017-2018. “We hadden nog een erg jong team. Lasse Schöne en ik waren de enige dertigers in de selectie. Daarna kwam Hakim Ziyech die midden twintig was.” Jarenlang was het salarisplafond heilig geweest bij Ajax, waardoor het lastig was om goede spelers met de nodige ervaring aan te trekken. In de zomer van 2018 kreeg technisch directeur Marc Overmars toestemming om spelers een hoger salaris te bieden dan voorheen. Het lukte hem om Daley Blind over te nemen van Manchester United en Dusan Tadic van Southampton. “Dat Ajax twee jongens van dat kaliber terughaalde, was de sleutel voor het succes dat volgde. De ploeg kreeg met Dusan en Daley erbij de juiste samenstelling en balans, er waren een paar ankers die zorgden voor een bepaalde kwaliteit, stabiliteit en mentaliteit. Het team kreeg een ruggengraat. Het was belangrijk voor de jonge spelers dat ze houvast hadden, je zag dat de ontwikkeling van de jonge jongens ineens een vlucht nam. Helden Magazine 66 Het eerste gedeelte van het verhaal van Klaas-Jan Huntelaar komt voort uit Helden Magazine 66. De 66ste editie staat in het teken van ‘nieuwe Helden’. Op zijn 28ste heeft Nyck de Vries een stoeltje in de Formule 1 bemachtigd. Helden ging bij hem langs in Monaco en sprak hem over het bizarre leven dat hij leidt. In deze editie lees je ook een uitgebreid interview met duizendpoot Rico Verhoeven. Hij is al tien jaar wereldkampioen kickboksen, succesvol ondernemer, vader én acteur. Ook een gesprek met Daphne van Domselaar. Bij het EK van 2022 werd de doelvrouw van FC Twente gebombardeerd tot nieuwe held en is nu de eerste keeper van Nederland. Daarnaast spraken we met Xavi Simons, wie al sinds jongs af aan in the picture staat én breekt marathonloopster Nienke Brinkman record na record. Verder in Helden 66 interviews met de trainer van Feyenoord: Arne Slot, de winnaar van het tennistoernooi van Rosmalen: Tim van Rijthoven, goede vrienden en wielrenners: Fabio Jakobsen en Julius van den Berg, één van de kroonjuwelen van Ajax: Kenneth Taylor én paralympisch zwemkampioene: Chantalle Zijderveld. José de Cauwer is oud-renner en wieleranalist van de VRT. Een gesprek over onder meer Mathieu van der Poel, Remco Evenepoel en Jonas Vingegaard. Victoria Koblenko spreekt paralympisch wielerkampioen Tristan Bangma. Als laatste verteld Nouchka Fontijn in ‘De dag dat alles misging’ dat ze dacht dat ze wereldkampioen was én Fenna Kalma is de aanstormende spits van de Oranjevrouwen. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 66 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van jouw Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.