Word abonnee
Meer

Golf

Joost Luiten: ‘Nu staat mijn zoontje op één’

Joost Luiten Joost Luiten (38) is al jaren het gezicht van golf in Nederland. Hij won zes toernooien op de Europese Tour, onder andere twee keer de KLM Open. In december vorig jaar werden hij en zijn vrouw Melanie de trotse ouders van zoontje Dex. Het leven lacht hem toe, maar dat is niet altijd zo geweest. Een burn-out beheerste een tijdje zijn leven. In Helden Magazine nummer 72 leggen we hem in aanloop naar de KLM Open – tussen 20 en 23 juni op The International in Amsterdam – vijf stellingen voor. [caption id="attachment_20104" align="alignnone" width="1200"] Trotse vader Joost met zoon Dex.[/caption] Sinds de geboorte van mijn zoontje Dex gooi ik mijn golfclubs niet meer in de boom “Ik ben misschien iets rustiger, maar die passie voor golf heb ik nog steeds. Wij zijn dag in dag uit bezig met dat spelletje en dat gaat zo in je kop zitten. Soms wordt het mij ook even te veel, dan knapt er iets en moet ik even mijn frustraties kwijt. Is niet altijd goed, maar het gebeurt in een split second. Dat ik mijn clubs in de boom gooide, ging viral.” Het gebeurde in november in Dubai dat je drie clubs in een boom gooide. Je klom er overigens niet zelf in om ze eruit te halen. Lachend: “Even nuanceren: ik gooide één club de boom in en die bleef hangen. Ik dacht: hoe krijg ik die er nu uit? Dus ik probeerde met een andere club die eruit te krijgen. Voor ik er erg in had, hingen er drie clubs in de boom. Een toeschouwer filmde dat en na afloop kwamen mensen van de Tour naar me toe met de vraag of ze het filmpje mochten gebruiken. De meeste spelers willen dat niet op social media hebben, maar ik dacht: waarom niet? Ik ben daar misschien wat makkelijker in dan anderen. Als ik het bij anderen zie gebeuren, lach ik me ook kapot. Toen ik het terugzag, moest ik heel hard lachen. Je moet ook een beetje zelfspot hebben, toch? Ik heb er heel veel reacties op gekregen van collega’s. Zij maakten er grapjes over, maar snapten tegelijkertijd precies waar ik doorheen ging op dat moment. Je hebt vandaag de dag met imago en sponsors te maken, maar ik vind: je moet jezelf niet te serieus nemen. Als iemand hier aanstoot aan neemt, tja...” Op 19 december afgelopen jaar werd je voor het eerst vader. Hoe is het leven als golfpapa? “Ik deel het leven iets anders in. Er is nu nog iets waar ik mijn focus op heb. Vroeger waren dat golf en mijn vrouw Melanie. Nu is daar ons zoontje Dex bijgekomen. Als ik in Nederland ben, merk ik vooral dat de indeling van mijn dagen anders is. Ik moet hem ook verzorgen, hij heeft aandacht nodig. Vind ik onwijs leuk, maar ik moest in het begin wel wennen. Hoe moest ik mijn tijd indelen? Wanneer had ik tijd om te trainen? Tot december stond golf op één en deelde ik de rest daaromheen in. Nu staat Dex op één en moet ik golf eromheen plannen als ik thuis ben. Het is ook heerlijk als ik drie weken weg ben geweest en het alleen maar golf, golf en nog eens golf is geweest, ik even afleiding heb als ik weer hier ben. Het vaderschap relativeert. Ik ben dus zeker als ik in Nederland vertoef wel veranderd.” Is het lastiger om van huis te gaan sinds je vader bent? “Nu nog niet. Ik ben al achttien jaar lang heel veel van huis weg. Er is altijd wel wat waar ik niet bij kan zijn of wat ik mis. Ik kan niet bij elk feestje zijn. Wat Dex betreft, denk ik dat ik het lastiger ga vinden om weg te gaan als hij doorkrijgt dat hij papa weer een tijdje moet missen. Dat hoor ik ook van collega’s die vader zijn. Nu heeft hij dat nog niet door en vind ik het lastiger om Mel alleen achter te laten. Zij moet al het werk met Dex in haar eentje doen.” Helden Magazine nummer 72 Het eerste gedeelte van het interview met Joost Luiten komt voort uit Helden Magazine nummer 72. Het extra dikke zomernummer van Helden staat volledig in het teken van drie grote sportevenementen: het EK voetbal in Duitsland, de Tour de France en de Olympische Spelen in Parijs. Op de cover van de 204 pagina's tellende editie schitteren drie rolmodellen van wereldklasse uit de Nederlandse atletiek: Femke Bol, Sifan Hassan en Lieke Klaver. Wat is het geheim van hun succes? Experts zoals Ellen van Langen, Caroline Feith, Bart Bennema en Gregory Sedoc delen hun inzichten. EK voetbal De sportzomer van 2024 wordt afgetrapt met het EK voetbal, dat op 14 juni begint. In deze Helden een verhaal over Ronald Koeman. Onder andere Frank Rijkaard, Ruud Gullit, broer Erwin Koeman, Guus Hiddink, Jordi Cruijff en Rafael van der Vaart delen hun mening over de bondscoach van het Nederlands elftal. Verder ging Helden naar Milaan voor een interview met revelatie Tijjani Reijnders en zijn vrouw. Daley Blind 106-voudig international - bespreekt zijn indrukwekkende carrière aan de hand van foto’s. Brian Brobbey over de bondscoach, Marco van Basten, zijn toekomst, zijn roots en racisme. Arie Haan gaat vijftig jaar terug in de tijd, naar het WK voetbal in West-Duitsland dat eindigde met een nationaal trauma. Jan Wouters blikt terug op het gewonnen EK van 1988, ook in Duitsland. Het is nog altijd de enige hoofdprijs van Oranje. Tour de France  Na het EK volgt de Tour de France, van 29 juni tot en met 21 juli. In deze Helden lees je een interview met sprinter Fabio Jakobsen en een portret van Mathieu van der Poel, die ook de olympische wegwedstrijd in Parijs rijdt. Jeroen Blijlevens en Steven de Jongh, ploegleiders bij Lidl-Trek, vertellen hun verhaal, en we vragen ons af: kan Sepp Kuss na de Vuelta ook de Tour winnen? Olympische Spelen De Olympische Spelen vinden plaats van 26 juli tot en met 11 augustus. Chef de mission Pieter van den Hoogenband kijkt terug op zijn gouden race twintig jaar geleden. Turnster Sanne Wevers bereidt zich voor op haar laatste kunstje, baanwielrenner Harrie Lavreysen spreekt over hoge verwachtingen, en BMX’er Niek Kimmann over zijn post-olympische dip. Sharon van Rouwendaal gaat voor goud in het openwater, roeizussen Bente en Ilse Paulis geven een dubbelinterview, en Simone van de Kraats hoopt op goud in het waterpolo. Bovendien gingen we op bezoek bij Tes Schouten, Caspar Corbeau en Arno Kamminga, de drie schoolslagmusketiers. Alle drie zijn ze een medaillekandidaat in Parijs. Voor het eerst sinds 1992 plaatse een Nederlands duo zich op de 500 meter kanosprint voor de Spelen. Hoog tijd om kennis te maken met Selma Konijn en Ruth Vorsselman. Triatlontopper Maya Kingma stelde ernstige misstanden aan de kaak binnen het topsportprogramma van de triatlonbond. Dat werd de triatleet niet door iedereen in dank afgenomen.
Joost Luiten Joost Luiten (38) is al jaren het gezicht van golf in Nederland. Hij won zes toernooien op de Europese Tour, onder andere twee keer de KLM Open. In december vorig jaar werden hij en zijn vrouw Melanie de trotse ouders van zoontje Dex. Het leven lacht hem toe, maar dat is niet altijd zo geweest. Een burn-out beheerste een tijdje zijn leven. In Helden Magazine nummer 72 leggen we hem in aanloop naar de KLM Open – tussen 20 en 23 juni op The International in Amsterdam – vijf stellingen voor. [caption id="attachment_20104" align="alignnone" width="1200"] Trotse vader Joost met zoon Dex.[/caption] Sinds de geboorte van mijn zoontje Dex gooi ik mijn golfclubs niet meer in de boom “Ik ben misschien iets rustiger, maar die passie voor golf heb ik nog steeds. Wij zijn dag in dag uit bezig met dat spelletje en dat gaat zo in je kop zitten. Soms wordt het mij ook even te veel, dan knapt er iets en moet ik even mijn frustraties kwijt. Is niet altijd goed, maar het gebeurt in een split second. Dat ik mijn clubs in de boom gooide, ging viral.” Het gebeurde in november in Dubai dat je drie clubs in een boom gooide. Je klom er overigens niet zelf in om ze eruit te halen. Lachend: “Even nuanceren: ik gooide één club de boom in en die bleef hangen. Ik dacht: hoe krijg ik die er nu uit? Dus ik probeerde met een andere club die eruit te krijgen. Voor ik er erg in had, hingen er drie clubs in de boom. Een toeschouwer filmde dat en na afloop kwamen mensen van de Tour naar me toe met de vraag of ze het filmpje mochten gebruiken. De meeste spelers willen dat niet op social media hebben, maar ik dacht: waarom niet? Ik ben daar misschien wat makkelijker in dan anderen. Als ik het bij anderen zie gebeuren, lach ik me ook kapot. Toen ik het terugzag, moest ik heel hard lachen. Je moet ook een beetje zelfspot hebben, toch? Ik heb er heel veel reacties op gekregen van collega’s. Zij maakten er grapjes over, maar snapten tegelijkertijd precies waar ik doorheen ging op dat moment. Je hebt vandaag de dag met imago en sponsors te maken, maar ik vind: je moet jezelf niet te serieus nemen. Als iemand hier aanstoot aan neemt, tja...” Op 19 december afgelopen jaar werd je voor het eerst vader. Hoe is het leven als golfpapa? “Ik deel het leven iets anders in. Er is nu nog iets waar ik mijn focus op heb. Vroeger waren dat golf en mijn vrouw Melanie. Nu is daar ons zoontje Dex bijgekomen. Als ik in Nederland ben, merk ik vooral dat de indeling van mijn dagen anders is. Ik moet hem ook verzorgen, hij heeft aandacht nodig. Vind ik onwijs leuk, maar ik moest in het begin wel wennen. Hoe moest ik mijn tijd indelen? Wanneer had ik tijd om te trainen? Tot december stond golf op één en deelde ik de rest daaromheen in. Nu staat Dex op één en moet ik golf eromheen plannen als ik thuis ben. Het is ook heerlijk als ik drie weken weg ben geweest en het alleen maar golf, golf en nog eens golf is geweest, ik even afleiding heb als ik weer hier ben. Het vaderschap relativeert. Ik ben dus zeker als ik in Nederland vertoef wel veranderd.” Is het lastiger om van huis te gaan sinds je vader bent? “Nu nog niet. Ik ben al achttien jaar lang heel veel van huis weg. Er is altijd wel wat waar ik niet bij kan zijn of wat ik mis. Ik kan niet bij elk feestje zijn. Wat Dex betreft, denk ik dat ik het lastiger ga vinden om weg te gaan als hij doorkrijgt dat hij papa weer een tijdje moet missen. Dat hoor ik ook van collega’s die vader zijn. Nu heeft hij dat nog niet door en vind ik het lastiger om Mel alleen achter te laten. Zij moet al het werk met Dex in haar eentje doen.” Helden Magazine nummer 72 Het eerste gedeelte van het interview met Joost Luiten komt voort uit Helden Magazine nummer 72. Het extra dikke zomernummer van Helden staat volledig in het teken van drie grote sportevenementen: het EK voetbal in Duitsland, de Tour de France en de Olympische Spelen in Parijs. Op de cover van de 204 pagina's tellende editie schitteren drie rolmodellen van wereldklasse uit de Nederlandse atletiek: Femke Bol, Sifan Hassan en Lieke Klaver. Wat is het geheim van hun succes? Experts zoals Ellen van Langen, Caroline Feith, Bart Bennema en Gregory Sedoc delen hun inzichten. EK voetbal De sportzomer van 2024 wordt afgetrapt met het EK voetbal, dat op 14 juni begint. In deze Helden een verhaal over Ronald Koeman. Onder andere Frank Rijkaard, Ruud Gullit, broer Erwin Koeman, Guus Hiddink, Jordi Cruijff en Rafael van der Vaart delen hun mening over de bondscoach van het Nederlands elftal. Verder ging Helden naar Milaan voor een interview met revelatie Tijjani Reijnders en zijn vrouw. Daley Blind 106-voudig international - bespreekt zijn indrukwekkende carrière aan de hand van foto’s. Brian Brobbey over de bondscoach, Marco van Basten, zijn toekomst, zijn roots en racisme. Arie Haan gaat vijftig jaar terug in de tijd, naar het WK voetbal in West-Duitsland dat eindigde met een nationaal trauma. Jan Wouters blikt terug op het gewonnen EK van 1988, ook in Duitsland. Het is nog altijd de enige hoofdprijs van Oranje. Tour de France  Na het EK volgt de Tour de France, van 29 juni tot en met 21 juli. In deze Helden lees je een interview met sprinter Fabio Jakobsen en een portret van Mathieu van der Poel, die ook de olympische wegwedstrijd in Parijs rijdt. Jeroen Blijlevens en Steven de Jongh, ploegleiders bij Lidl-Trek, vertellen hun verhaal, en we vragen ons af: kan Sepp Kuss na de Vuelta ook de Tour winnen? Olympische Spelen De Olympische Spelen vinden plaats van 26 juli tot en met 11 augustus. Chef de mission Pieter van den Hoogenband kijkt terug op zijn gouden race twintig jaar geleden. Turnster Sanne Wevers bereidt zich voor op haar laatste kunstje, baanwielrenner Harrie Lavreysen spreekt over hoge verwachtingen, en BMX’er Niek Kimmann over zijn post-olympische dip. Sharon van Rouwendaal gaat voor goud in het openwater, roeizussen Bente en Ilse Paulis geven een dubbelinterview, en Simone van de Kraats hoopt op goud in het waterpolo. Bovendien gingen we op bezoek bij Tes Schouten, Caspar Corbeau en Arno Kamminga, de drie schoolslagmusketiers. Alle drie zijn ze een medaillekandidaat in Parijs. Voor het eerst sinds 1992 plaatse een Nederlands duo zich op de 500 meter kanosprint voor de Spelen. Hoog tijd om kennis te maken met Selma Konijn en Ruth Vorsselman. Triatlontopper Maya Kingma stelde ernstige misstanden aan de kaak binnen het topsportprogramma van de triatlonbond. Dat werd de triatleet niet door iedereen in dank afgenomen.

Motorcross

Collin Veijer: Motormuis

Collin Veijer (19) zorgde er vorig seizoen voor dat Nederland voor het eerst sinds 33 jaar weer een Grand Prix-winnaar heeft in de motorsport. Op 12 november won hij de GP van Maleisië en dat in zijn debuutjaar. In aanloop naar zijn tweede seizoen in de Moto3, dat op 8 maart van start is gegaan, legden we hem in Helden Magazine 71 vier stellingen voor. Een gesprek over aandacht van vrouwen, motorsport-DNA, het Max Verstappen-effect en de wereldtitel. Sinds mijn eerste Grand Prix zege in de Moto3-klasse heb ik over aandacht van vrouwen niet te klagen Lachend: “Ik kijk daar eerlijk gezegd niet heel erg naar. Ik kreeg wel wat meer DM’s op Instagram binnen van vrouwen dan ik normaal krijg.” Wat is er allemaal veranderd in je leven na de overwinning op 12 november vorig jaar? “Vooral de aandacht. In de kring mensen die ik om mij heen heb, is er niks veranderd. Maar van buitenaf zie je wel dat wanneer je succes hebt, mensen je ineens heel leuk vinden. Daar zitten veel goede mensen tussen, maar ook wat mindere.” Heb je na de overwinning contact gehad met de laatste Nederlandse Grand Prix-winnaar Hans Spaan? “Ik heb geen persoonlijk contact met hem gehad, maar via Ziggo kreeg ik wel een videoboodschap van hem te zien. Dat was erg leuk.” Wat hebben je ouders tegen je gezegd na jouw overwinning? “Mijn vader is er altijd bij en maakt alles van dichtbij mee. Na de race zei hij tegen mij: ‘Leuk dat je hem gewonnen hebt, maar we zijn hier niet om één race te winnen. We zijn hier om er meerdere te winnen. Hou beide benen op de grond en ga niet gek doen.’” Heb je na de eerste GP-zege een cadeautje voor je ouders gekocht? “Nee, voor dat soort dingen zijn wij allemaal iets te nuchter.” Hoe verschilt jouw leven met dat van een normale negentienjarige? Lachend: “Ik krijg iets meer geld dan de gemiddelde negentienjarige. Ik ga sinds mijn zestiende niet meer naar school en ben elke dag aan het trainen. Dat doet de gemiddelde negentienjarige natuurlijk niet, die gaat gewoon nog naar school of is net begonnen met werken.” Wat vinden jouw oud-klasgenoten van wat je nu doet? “Met de meesten heb ik geen contact meer. Degenen die ik spreek, vinden het wel leuk, maar ik probeer gewoon zo normaal mogelijk tegen iedereen te doen. Ik voel me niet speciaal.” Lachend: “We doen allemaal ons ding en aan het einde van de dag poep ik ook gewoon.” ''Ik probeer gewoon zo normaal mogelijk tegen iedereen te doen, voel me niet speciaal. We doen allemaal ons ding en aan het einde van de dag poep ik ook gewoon.'' Zou je soms willen dat jouw leven iets meer op dat van een ‘normale’ negentienjarige leek? “Soms wel. Dat probeer ik in te halen in december. Dan kom ik vanuit Barcelona naar Nederland en ga ik naast het trainen af en toe met vrienden op stap en zie ik mijn familie wat meer. Ik ben de rest van het jaar vrij hard voor mezelf. Als ik een keer op stap ga, dan zorg ik dat ik de volgende dag gewoon weer op de fiets zit om aan mijn conditie te werken.” Helden Magazine 71 Het eerste gedeelte van het interview met Collin Veijer is afkomstig uit de tweede uitgave van 2024. De 71ste editie van Helden Magazine is voor het eerst in België te bewonderen! Deze mijlpaal wordt gevierd met twee verschillende sporters op de cover: Estavana Polman in Nederland en Wout van Aert in België. In een openhartig interview deelt Estavana Polman, het gezicht van het Nederlandse handbalteam, haar verhaal over de voorbereidingen op het olympisch kwalificatietoernooi. Daarbij komen ook haar persoonlijke uitdagingen, zoals haar relatie met Rafael van der Vaart, het moederschap en haar blessures ter sprake. Alleskunner Wout van Aert laat dit jaar de Tour de France schieten en kiest voor het eerst voor de Giro d’Italia. De Belgische renner spreekt zich uit over het nieuwe traject, Mathieu van der Poel, Visma-Lease a Bike en de Olympische Spelen. In deze editie van Helden wordt er ook veel aandacht besteed aan voetbal. Esmee Brugts, bekroond als Talent van het Jaar, maakte afgelopen zomer een droomtransfer naar FC Barcelona. Experts laten zich daarnaast uit over Jerdy Schouten, de sleutelspeler van PSV, dat op weg is naar het landskampioenschap en het EK met Oranje in Duitsland. We blikken terug op de legendarische wedstrijd tegen Portugal tijdens het WK van 2006 met Khalid Boulahrouz en bezoeken verdediger Bart Nieuwkoop in Rotterdam. Met Manchester City won Kevin De Bruyne alles wat er te winnen valt. Kenners spreken zich uit over onder meer zijn weergaloze traptechniek en fabuleuze inzicht. In ‘De Dag Dat Alles Misging’ kijken Sigi Lens en Edu Nandlal terug op de vliegtuigcrash in Suriname. Ze hebben de verschrikkelijke SLM-ramp overleefd die zich 35 jaar geleden heeft voorgedaan. Verder in de 140 pagina’s tellende editie deelt marathonloopster Anne Luijten haar bewogen jaar met de lezers. Ze liep de olympische limiet, trouwde, maar verloor ook haar trouwste fan: vader Jos. Zwemfenomeen Ian Thorpe blikt terug op zijn legendarische races en vriendschap met Pieter van den Hoogenband. Victoria Koblenko gaat in gesprek met Ranomi Kromowidjojo, drievoudig olympisch kampioen en zeventienvoudig wereldkampioen zwemmen en kickbokslegende Peter Aerts, een grootheid in Japan, spreekt onder meer over het oprichten van zijn eigen bond LEGEND.
Collin Veijer (19) zorgde er vorig seizoen voor dat Nederland voor het eerst sinds 33 jaar weer een Grand Prix-winnaar heeft in de motorsport. Op 12 november won hij de GP van Maleisië en dat in zijn debuutjaar. In aanloop naar zijn tweede seizoen in de Moto3, dat op 8 maart van start is gegaan, legden we hem in Helden Magazine 71 vier stellingen voor. Een gesprek over aandacht van vrouwen, motorsport-DNA, het Max Verstappen-effect en de wereldtitel. Sinds mijn eerste Grand Prix zege in de Moto3-klasse heb ik over aandacht van vrouwen niet te klagen Lachend: “Ik kijk daar eerlijk gezegd niet heel erg naar. Ik kreeg wel wat meer DM’s op Instagram binnen van vrouwen dan ik normaal krijg.” Wat is er allemaal veranderd in je leven na de overwinning op 12 november vorig jaar? “Vooral de aandacht. In de kring mensen die ik om mij heen heb, is er niks veranderd. Maar van buitenaf zie je wel dat wanneer je succes hebt, mensen je ineens heel leuk vinden. Daar zitten veel goede mensen tussen, maar ook wat mindere.” Heb je na de overwinning contact gehad met de laatste Nederlandse Grand Prix-winnaar Hans Spaan? “Ik heb geen persoonlijk contact met hem gehad, maar via Ziggo kreeg ik wel een videoboodschap van hem te zien. Dat was erg leuk.” Wat hebben je ouders tegen je gezegd na jouw overwinning? “Mijn vader is er altijd bij en maakt alles van dichtbij mee. Na de race zei hij tegen mij: ‘Leuk dat je hem gewonnen hebt, maar we zijn hier niet om één race te winnen. We zijn hier om er meerdere te winnen. Hou beide benen op de grond en ga niet gek doen.’” Heb je na de eerste GP-zege een cadeautje voor je ouders gekocht? “Nee, voor dat soort dingen zijn wij allemaal iets te nuchter.” Hoe verschilt jouw leven met dat van een normale negentienjarige? Lachend: “Ik krijg iets meer geld dan de gemiddelde negentienjarige. Ik ga sinds mijn zestiende niet meer naar school en ben elke dag aan het trainen. Dat doet de gemiddelde negentienjarige natuurlijk niet, die gaat gewoon nog naar school of is net begonnen met werken.” Wat vinden jouw oud-klasgenoten van wat je nu doet? “Met de meesten heb ik geen contact meer. Degenen die ik spreek, vinden het wel leuk, maar ik probeer gewoon zo normaal mogelijk tegen iedereen te doen. Ik voel me niet speciaal.” Lachend: “We doen allemaal ons ding en aan het einde van de dag poep ik ook gewoon.” ''Ik probeer gewoon zo normaal mogelijk tegen iedereen te doen, voel me niet speciaal. We doen allemaal ons ding en aan het einde van de dag poep ik ook gewoon.'' Zou je soms willen dat jouw leven iets meer op dat van een ‘normale’ negentienjarige leek? “Soms wel. Dat probeer ik in te halen in december. Dan kom ik vanuit Barcelona naar Nederland en ga ik naast het trainen af en toe met vrienden op stap en zie ik mijn familie wat meer. Ik ben de rest van het jaar vrij hard voor mezelf. Als ik een keer op stap ga, dan zorg ik dat ik de volgende dag gewoon weer op de fiets zit om aan mijn conditie te werken.” Helden Magazine 71 Het eerste gedeelte van het interview met Collin Veijer is afkomstig uit de tweede uitgave van 2024. De 71ste editie van Helden Magazine is voor het eerst in België te bewonderen! Deze mijlpaal wordt gevierd met twee verschillende sporters op de cover: Estavana Polman in Nederland en Wout van Aert in België. In een openhartig interview deelt Estavana Polman, het gezicht van het Nederlandse handbalteam, haar verhaal over de voorbereidingen op het olympisch kwalificatietoernooi. Daarbij komen ook haar persoonlijke uitdagingen, zoals haar relatie met Rafael van der Vaart, het moederschap en haar blessures ter sprake. Alleskunner Wout van Aert laat dit jaar de Tour de France schieten en kiest voor het eerst voor de Giro d’Italia. De Belgische renner spreekt zich uit over het nieuwe traject, Mathieu van der Poel, Visma-Lease a Bike en de Olympische Spelen. In deze editie van Helden wordt er ook veel aandacht besteed aan voetbal. Esmee Brugts, bekroond als Talent van het Jaar, maakte afgelopen zomer een droomtransfer naar FC Barcelona. Experts laten zich daarnaast uit over Jerdy Schouten, de sleutelspeler van PSV, dat op weg is naar het landskampioenschap en het EK met Oranje in Duitsland. We blikken terug op de legendarische wedstrijd tegen Portugal tijdens het WK van 2006 met Khalid Boulahrouz en bezoeken verdediger Bart Nieuwkoop in Rotterdam. Met Manchester City won Kevin De Bruyne alles wat er te winnen valt. Kenners spreken zich uit over onder meer zijn weergaloze traptechniek en fabuleuze inzicht. In ‘De Dag Dat Alles Misging’ kijken Sigi Lens en Edu Nandlal terug op de vliegtuigcrash in Suriname. Ze hebben de verschrikkelijke SLM-ramp overleefd die zich 35 jaar geleden heeft voorgedaan. Verder in de 140 pagina’s tellende editie deelt marathonloopster Anne Luijten haar bewogen jaar met de lezers. Ze liep de olympische limiet, trouwde, maar verloor ook haar trouwste fan: vader Jos. Zwemfenomeen Ian Thorpe blikt terug op zijn legendarische races en vriendschap met Pieter van den Hoogenband. Victoria Koblenko gaat in gesprek met Ranomi Kromowidjojo, drievoudig olympisch kampioen en zeventienvoudig wereldkampioen zwemmen en kickbokslegende Peter Aerts, een grootheid in Japan, spreekt onder meer over het oprichten van zijn eigen bond LEGEND.

Handbal

Estavana Polman: ‘Soms denk ik: Es, waarom doe je het nog?’

Estavana Polman (31) is al jaren het gezicht van het Nederlandse vrouwenhandbal. Haar lichaam heeft de nodige klappen gehad. Ze wil nog ‘knallen’ op de Spelen in Parijs en volgend jaar op het WK in eigen land. Ze is niet alleen handbalster, maar ook moeder van Jesslynn, stiefmoeder van Damián en vriendin van Rafael van der Vaart. Bovendien heeft ze geproefd van televisiewerk. In aanloop naar het olympisch kwalificatietoernooi in Spanje (11-14 april) spreekt ze zich uit. “Tsja, het leven is weleens anders geweest,” zegt Estavana Polman over de afgelopen periode in Helden Magazine 71. “Het is saai op het moment. Elke dag hetzelfde. Dag in dag uit naar de sportschool, veel fietsen. Het is telkens weer een mentale strijd. Keer op keer moet ik mezelf oppeppen, zeggen: kom op Es, je kunt het. Ik heb in de achterliggende periode ook een paar keer gedacht: nu kap ik ermee.” Dertien jaar was Estavana toen ze debuteerde in de handbal-eredivisie, op haar achttiende stond ze in het Nederlands team. We zijn dertien jaar verder en ze kan zeggen dat ze goud, zilver en brons won op een WK, zilver en brons op een EK pakte en vierde werd op de Spelen van 2016. Estavana is een van de boegbeelden van de meest succesvolle Nederlandse handbalgeneratie ooit. Maar de jaren beginnen ook te tellen. Fysieke ongemakken zijn nooit ver weg als handbalster, maar na de geboorte van Jesslynn in 2017 heeft Estavana meerdere keren terug moeten vechten na flinke blessures. Zoals ze dat ook eerder in haar leven moest doen toen ze op haar zestiende twee gebroken ruggenwervels opliep bij een ernstig auto-ongeluk in Duitsland, toen zij met het gezin op weg was naar de vakantiebestemming. Eenzaam Ook afgelopen jaar in Boekarest, waar ze na meer dan tien jaar in Denemarken is neergestreken met haar dochter van inmiddels zes en vriend Rafael van der Vaart – met wie ze sinds 2016 samen is –, heeft ze weer veel moeten revalideren. Waarvoor ze het doet? Ze wil deze zomer dolgraag meedoen aan de Spelen en in Parijs een medaille pakken. Ook wil ze volgend jaar het WK in eigen land meemaken. “Laatst waren we met het Nederlands team op Papendal bij elkaar. Zij konden lekker trainen en ik moest weer op de fiets in het krachthonk. Ik was daar weer eens in m’n eentje. Het was er stil en donker, ik zag die rij fietsen en zag ook het bordje ‘nooduitgang’. Even dacht ik: verdwijn gewoon door die achterdeur, Es, waarom doe je het nog? ''Ik zag die rij fietsen en zag ook het bordje 'nooduitgang'. Even dacht ik: verdwijn gewoon door die achterdeur. Die eenzaamheid...'' Die eenzaamheid... Als je fit bent en alles gaat goed, dan heb je veel mensen om je heen. Maar als het niet goed gaat, hoor of zie je die mensen niet. Je moet zelf zorgen dat je terugkomt. Ik heb gelukkig mijn gezin dat me er doorheen sleept. Maar Rafael gaat niet met mij op de fiets zitten en Jesslynn houdt niet mijn hand vast als ik de gym in loop. Ik krijg er motivatie van dat ik weet dat ze thuis zijn als ik getraind heb, dat ik dan niet alleen ben. Met Raf kan ik er over praten en ik kan bij hem mijn frustraties afreageren. Dat is fijn. Maar uiteindelijk moet ik zelf die weg afleggen. Ik sta er alleen voor, heb mezelf de afgelopen tijd goed leren kennen. Ik ben eigenlijk al drie jaar bezig met revalideren. In 2020 scheurde ik mijn kruisband en een jaar later, vlak voor de Spelen, gebeurde dat opnieuw. Weg Spelen. Ondertussen speelde ook al het gezeik met mijn oude club Esbjerg, waar ik jarenlang mijn hele ziel en zaligheid had gegeven en ineens niet meer welkom was. Eind 2022 vertrok ik naar Rapid Boekarest. Ik heb even gespeeld, maar vorig jaar zomer moest ik weer een knieoperatie ondergaan. Toen ik eindelijk kon spelen, raakte ik tot twee keer toe geblesseerd aan mijn kuit. Eerst aan de ene, toen aan de andere. Als je boven de dertig bent, is een spierblessure zo vervelend. Het lijkt wel of ik in een soort carrousel zit. Al die blessures, het lijkt wel niet te stoppen. Op een gegeven moment ben je er wel klaar mee. Maar toch ga ik door. Dat is mijn karakter, dat zit in mij. Als je Jesslynn vraagt wat mama altijd zegt, zal ze antwoorden: ‘Geef nooit op.’ Ik ben zo opgevoed dat als iets de eerste keer niet lukt, het vast de tweede keer lukt. En anders de derde keer wel. En er speelt nog iets mee: ik wil niet zo stoppen. Ik ken een hoop sporters die hun laatste wedstrijd hebben gespeeld zonder dat ze het wisten. Die gedachte vind ik heftig. Zolang ik het nog kan opbrengen, zolang er nog hoop is, ga ik ervoor. Al weet ik al wel dat mijn knie nooit meer zal worden zoals hij was. Ik heb er altijd last van en vrees dat dit ook de rest van mijn leven zo zal blijven.” Helden Magazine 71 Het eerste gedeelte van het interview met Estavana Polman is afkomstig uit de tweede uitgave van 2024. De 71ste editie van Helden Magazine is voor het eerst in België te bewonderen! Deze mijlpaal wordt gevierd met twee verschillende sporters op de cover: Estavana Polman in Nederland en Wout van Aert in België. Alleskunner Wout van Aert laat dit jaar de Tour de France schieten en kiest voor het eerst voor de Giro d’Italia. De Belgische renner spreekt zich uit over het nieuwe traject, Mathieu van der Poel, Visma-Lease a Bike en de Olympische Spelen. In deze editie van Helden wordt er ook veel aandacht besteed aan voetbal. Esmee Brugts, bekroond als Talent van het Jaar, maakte afgelopen zomer een droomtransfer naar FC Barcelona. Experts laten zich daarnaast uit over Jerdy Schouten, de sleutelspeler van PSV, dat op weg is naar het landskampioenschap en het EK met Oranje in Duitsland. We blikken terug op de legendarische wedstrijd tegen Portugal tijdens het WK van 2006 met Khalid Boulahrouz en bezoeken verdediger Bart Nieuwkoop in Rotterdam. Met Manchester City won Kevin De Bruyne alles wat er te winnen valt. Kenners spreken zich uit over onder meer zijn weergaloze traptechniek en fabuleuze inzicht. In ‘De Dag Dat Alles Misging’ kijken Sigi Lens en Edu Nandlal terug op de vliegtuigcrash in Suriname. Ze hebben de verschrikkelijke SLM-ramp overleefd die zich 35 jaar geleden heeft voorgedaan. Verder in de 140 pagina’s tellende editie deelt marathonloopster Anne Luijten haar bewogen jaar met de lezers. Ze liep de olympische limiet, trouwde, maar verloor ook haar trouwste fan: vader Jos. Zwemfenomeen Ian Thorpe blikt terug op zijn legendarische races en vriendschap met Pieter van den Hoogenband. Victoria Koblenko gaat in gesprek met Ranomi Kromowidjojo, drievoudig olympisch kampioen en zeventienvoudig wereldkampioen zwemmen. Kickbokslegende Peter Aerts, een grootheid in Japan, spreekt onder meer over het oprichten van zijn eigen bond LEGEND. Als laatste is de negentienjarige Collin Veijer de hoop van de Nederlandse motorsportfans, maar wie is hij?
Estavana Polman (31) is al jaren het gezicht van het Nederlandse vrouwenhandbal. Haar lichaam heeft de nodige klappen gehad. Ze wil nog ‘knallen’ op de Spelen in Parijs en volgend jaar op het WK in eigen land. Ze is niet alleen handbalster, maar ook moeder van Jesslynn, stiefmoeder van Damián en vriendin van Rafael van der Vaart. Bovendien heeft ze geproefd van televisiewerk. In aanloop naar het olympisch kwalificatietoernooi in Spanje (11-14 april) spreekt ze zich uit. “Tsja, het leven is weleens anders geweest,” zegt Estavana Polman over de afgelopen periode in Helden Magazine 71. “Het is saai op het moment. Elke dag hetzelfde. Dag in dag uit naar de sportschool, veel fietsen. Het is telkens weer een mentale strijd. Keer op keer moet ik mezelf oppeppen, zeggen: kom op Es, je kunt het. Ik heb in de achterliggende periode ook een paar keer gedacht: nu kap ik ermee.” Dertien jaar was Estavana toen ze debuteerde in de handbal-eredivisie, op haar achttiende stond ze in het Nederlands team. We zijn dertien jaar verder en ze kan zeggen dat ze goud, zilver en brons won op een WK, zilver en brons op een EK pakte en vierde werd op de Spelen van 2016. Estavana is een van de boegbeelden van de meest succesvolle Nederlandse handbalgeneratie ooit. Maar de jaren beginnen ook te tellen. Fysieke ongemakken zijn nooit ver weg als handbalster, maar na de geboorte van Jesslynn in 2017 heeft Estavana meerdere keren terug moeten vechten na flinke blessures. Zoals ze dat ook eerder in haar leven moest doen toen ze op haar zestiende twee gebroken ruggenwervels opliep bij een ernstig auto-ongeluk in Duitsland, toen zij met het gezin op weg was naar de vakantiebestemming. Eenzaam Ook afgelopen jaar in Boekarest, waar ze na meer dan tien jaar in Denemarken is neergestreken met haar dochter van inmiddels zes en vriend Rafael van der Vaart – met wie ze sinds 2016 samen is –, heeft ze weer veel moeten revalideren. Waarvoor ze het doet? Ze wil deze zomer dolgraag meedoen aan de Spelen en in Parijs een medaille pakken. Ook wil ze volgend jaar het WK in eigen land meemaken. “Laatst waren we met het Nederlands team op Papendal bij elkaar. Zij konden lekker trainen en ik moest weer op de fiets in het krachthonk. Ik was daar weer eens in m’n eentje. Het was er stil en donker, ik zag die rij fietsen en zag ook het bordje ‘nooduitgang’. Even dacht ik: verdwijn gewoon door die achterdeur, Es, waarom doe je het nog? ''Ik zag die rij fietsen en zag ook het bordje 'nooduitgang'. Even dacht ik: verdwijn gewoon door die achterdeur. Die eenzaamheid...'' Die eenzaamheid... Als je fit bent en alles gaat goed, dan heb je veel mensen om je heen. Maar als het niet goed gaat, hoor of zie je die mensen niet. Je moet zelf zorgen dat je terugkomt. Ik heb gelukkig mijn gezin dat me er doorheen sleept. Maar Rafael gaat niet met mij op de fiets zitten en Jesslynn houdt niet mijn hand vast als ik de gym in loop. Ik krijg er motivatie van dat ik weet dat ze thuis zijn als ik getraind heb, dat ik dan niet alleen ben. Met Raf kan ik er over praten en ik kan bij hem mijn frustraties afreageren. Dat is fijn. Maar uiteindelijk moet ik zelf die weg afleggen. Ik sta er alleen voor, heb mezelf de afgelopen tijd goed leren kennen. Ik ben eigenlijk al drie jaar bezig met revalideren. In 2020 scheurde ik mijn kruisband en een jaar later, vlak voor de Spelen, gebeurde dat opnieuw. Weg Spelen. Ondertussen speelde ook al het gezeik met mijn oude club Esbjerg, waar ik jarenlang mijn hele ziel en zaligheid had gegeven en ineens niet meer welkom was. Eind 2022 vertrok ik naar Rapid Boekarest. Ik heb even gespeeld, maar vorig jaar zomer moest ik weer een knieoperatie ondergaan. Toen ik eindelijk kon spelen, raakte ik tot twee keer toe geblesseerd aan mijn kuit. Eerst aan de ene, toen aan de andere. Als je boven de dertig bent, is een spierblessure zo vervelend. Het lijkt wel of ik in een soort carrousel zit. Al die blessures, het lijkt wel niet te stoppen. Op een gegeven moment ben je er wel klaar mee. Maar toch ga ik door. Dat is mijn karakter, dat zit in mij. Als je Jesslynn vraagt wat mama altijd zegt, zal ze antwoorden: ‘Geef nooit op.’ Ik ben zo opgevoed dat als iets de eerste keer niet lukt, het vast de tweede keer lukt. En anders de derde keer wel. En er speelt nog iets mee: ik wil niet zo stoppen. Ik ken een hoop sporters die hun laatste wedstrijd hebben gespeeld zonder dat ze het wisten. Die gedachte vind ik heftig. Zolang ik het nog kan opbrengen, zolang er nog hoop is, ga ik ervoor. Al weet ik al wel dat mijn knie nooit meer zal worden zoals hij was. Ik heb er altijd last van en vrees dat dit ook de rest van mijn leven zo zal blijven.” Helden Magazine 71 Het eerste gedeelte van het interview met Estavana Polman is afkomstig uit de tweede uitgave van 2024. De 71ste editie van Helden Magazine is voor het eerst in België te bewonderen! Deze mijlpaal wordt gevierd met twee verschillende sporters op de cover: Estavana Polman in Nederland en Wout van Aert in België. Alleskunner Wout van Aert laat dit jaar de Tour de France schieten en kiest voor het eerst voor de Giro d’Italia. De Belgische renner spreekt zich uit over het nieuwe traject, Mathieu van der Poel, Visma-Lease a Bike en de Olympische Spelen. In deze editie van Helden wordt er ook veel aandacht besteed aan voetbal. Esmee Brugts, bekroond als Talent van het Jaar, maakte afgelopen zomer een droomtransfer naar FC Barcelona. Experts laten zich daarnaast uit over Jerdy Schouten, de sleutelspeler van PSV, dat op weg is naar het landskampioenschap en het EK met Oranje in Duitsland. We blikken terug op de legendarische wedstrijd tegen Portugal tijdens het WK van 2006 met Khalid Boulahrouz en bezoeken verdediger Bart Nieuwkoop in Rotterdam. Met Manchester City won Kevin De Bruyne alles wat er te winnen valt. Kenners spreken zich uit over onder meer zijn weergaloze traptechniek en fabuleuze inzicht. In ‘De Dag Dat Alles Misging’ kijken Sigi Lens en Edu Nandlal terug op de vliegtuigcrash in Suriname. Ze hebben de verschrikkelijke SLM-ramp overleefd die zich 35 jaar geleden heeft voorgedaan. Verder in de 140 pagina’s tellende editie deelt marathonloopster Anne Luijten haar bewogen jaar met de lezers. Ze liep de olympische limiet, trouwde, maar verloor ook haar trouwste fan: vader Jos. Zwemfenomeen Ian Thorpe blikt terug op zijn legendarische races en vriendschap met Pieter van den Hoogenband. Victoria Koblenko gaat in gesprek met Ranomi Kromowidjojo, drievoudig olympisch kampioen en zeventienvoudig wereldkampioen zwemmen. Kickbokslegende Peter Aerts, een grootheid in Japan, spreekt onder meer over het oprichten van zijn eigen bond LEGEND. Als laatste is de negentienjarige Collin Veijer de hoop van de Nederlandse motorsportfans, maar wie is hij?

Handbal

Heldenpraat met Angela Malestein

Angela Malestein is al jaren een van de vaste krachten van het Nederlands handbalteam. De rechterhoekspeler stond met de ploeg al verschillende keren op het podium op EK’s en WK’s en werd in 2019 zelfs wereldkampioen in Japan. Bij het WK in Noorwegen, Denemarken en Zweden (29 november- 17 december) is Angela weer van de partij. Deze oefening doe ik het liefst in de gym... Lachend: ‘‘Geen een. Als ik dan toch moet kiezen, ga ik voor oefeningen voor mijn benen. Ik wil het wel een beetje kunnen voelen als ik getraind heb.” Dit is op dit moment mijn favoriete artiest... ‘‘Dat zijn er twee: Justin Bieber en Omah Lay. Mijn favoriete nummer van Justin Bieber is Ghost en van Omah Lay is dat Soso.’’ Van deze persoon had ik vroeger posters op mijn kamer hangen... ‘‘Van Shakira. Ik was echt een die hard fan.’’ Als ik één andere sport mocht kiezen, dan koos ik voor... ‘‘Ik vind zwemmen en basketbal leuk. Om zelf te doen, maar ook om naar te kijken. Als er Nederlanders meedoen bij het zwemmen, volg ik dat, en soms kijk ik ook naar NBA-wedstrijden.’’ Helden Magazine 69 Het eerste gedeelte van Heldenpraat met Angela Malestein komt voort uit het dubbeldikke eindejaarsnummer van Helden. De laatste editie van 2023 staat traditioneel in het teken van een terugblik op het afgelopen sportjaar, waarop Femke Bol de cover siert. De atlete blikt uitgebreid terug op het jaar waarin alles wat ze aanraakte in goud leek te veranderen. Helden ging daarnaast in Engeland op bezoek bij Nathan Aké, die met Manchester City de landstitel, FA Cup en Champions League won. Hij werd samen met zijn echtgenote Kaylee, met wie hij al sinds zijn vijftiende samen is, geïnterviewd en gefotografeerd. Bijzonder was ook het bezoek aan de familie Schippers. Dafne nam afscheid van de atletiek en samen met haar ouders, zus en broer blikte ze terug op haar indrukwekkende carrière. In de 69ste editie van Helden komen tal van sporters aan het woord die 2023 kleur gaven. Wout Poels blikt terug op ritzeges in de Tour en Vuelta, maar ook op het verlies van ploeggenoot Gino Mäder. Golden Sisters Bente en Lieke Rogge werden samen wereldkampioen waterpolo. Femke Kok kroonde zich tot de eerste Nederlandse wereldkampioene op de 500 meter en toont zich zoals we haar niet eerder zagen. Karolien en Finn Florijn zijn gezegend met geweldige roeigenen, ze pakten allebei WK-goud; een dubbelinterview. Jeffrey Hoogland is koning op de kilometer. Hij werd voor de vierde keer wereldkampioen op ‘zijn’ afstand en verbeterde het wereldrecord. Een openhartig gesprek met de kilometervreter. Verder pakten zeilers Bart Lambriex en Floris van de Werken een hattrick aan wereldtitels. Over zeilen gesproken: Marit Bouwmeester keerde terug na de bevalling van haar dochter in 2022 en werd meteen weer Europees kampioen. Feyenoord werd ook kampioen en Lutsharel Geertruida had daar een belangrijk aandeel in. Hij doet zijn verhaal. Joey Veerman won in 2023 de KNVB-beker en werd vader. Een gesprek met de uitgesproken voetballer over wie veel mensen een mening hebben. Ook een verhaal over Lionel Messi en de club waar hij afgelopen zomer heen verhuisde, het Inter Miami van David Beckham. Een portret van Carlos Alcaraz, de nieuwe posterboy van het tennis die Novak Djokovic klopte in de finale op Wimbledon in dé wedstrijd van het jaar. En als laatste was het voor schaatscoach Kosta Poltavets en voetbaltrainer Anoush Dastgir juist een zwaar jaar, door de situatie in hun geboortelanden Oekraïne en Afghanistan. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 69 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.
Angela Malestein is al jaren een van de vaste krachten van het Nederlands handbalteam. De rechterhoekspeler stond met de ploeg al verschillende keren op het podium op EK’s en WK’s en werd in 2019 zelfs wereldkampioen in Japan. Bij het WK in Noorwegen, Denemarken en Zweden (29 november- 17 december) is Angela weer van de partij. Deze oefening doe ik het liefst in de gym... Lachend: ‘‘Geen een. Als ik dan toch moet kiezen, ga ik voor oefeningen voor mijn benen. Ik wil het wel een beetje kunnen voelen als ik getraind heb.” Dit is op dit moment mijn favoriete artiest... ‘‘Dat zijn er twee: Justin Bieber en Omah Lay. Mijn favoriete nummer van Justin Bieber is Ghost en van Omah Lay is dat Soso.’’ Van deze persoon had ik vroeger posters op mijn kamer hangen... ‘‘Van Shakira. Ik was echt een die hard fan.’’ Als ik één andere sport mocht kiezen, dan koos ik voor... ‘‘Ik vind zwemmen en basketbal leuk. Om zelf te doen, maar ook om naar te kijken. Als er Nederlanders meedoen bij het zwemmen, volg ik dat, en soms kijk ik ook naar NBA-wedstrijden.’’ Helden Magazine 69 Het eerste gedeelte van Heldenpraat met Angela Malestein komt voort uit het dubbeldikke eindejaarsnummer van Helden. De laatste editie van 2023 staat traditioneel in het teken van een terugblik op het afgelopen sportjaar, waarop Femke Bol de cover siert. De atlete blikt uitgebreid terug op het jaar waarin alles wat ze aanraakte in goud leek te veranderen. Helden ging daarnaast in Engeland op bezoek bij Nathan Aké, die met Manchester City de landstitel, FA Cup en Champions League won. Hij werd samen met zijn echtgenote Kaylee, met wie hij al sinds zijn vijftiende samen is, geïnterviewd en gefotografeerd. Bijzonder was ook het bezoek aan de familie Schippers. Dafne nam afscheid van de atletiek en samen met haar ouders, zus en broer blikte ze terug op haar indrukwekkende carrière. In de 69ste editie van Helden komen tal van sporters aan het woord die 2023 kleur gaven. Wout Poels blikt terug op ritzeges in de Tour en Vuelta, maar ook op het verlies van ploeggenoot Gino Mäder. Golden Sisters Bente en Lieke Rogge werden samen wereldkampioen waterpolo. Femke Kok kroonde zich tot de eerste Nederlandse wereldkampioene op de 500 meter en toont zich zoals we haar niet eerder zagen. Karolien en Finn Florijn zijn gezegend met geweldige roeigenen, ze pakten allebei WK-goud; een dubbelinterview. Jeffrey Hoogland is koning op de kilometer. Hij werd voor de vierde keer wereldkampioen op ‘zijn’ afstand en verbeterde het wereldrecord. Een openhartig gesprek met de kilometervreter. Verder pakten zeilers Bart Lambriex en Floris van de Werken een hattrick aan wereldtitels. Over zeilen gesproken: Marit Bouwmeester keerde terug na de bevalling van haar dochter in 2022 en werd meteen weer Europees kampioen. Feyenoord werd ook kampioen en Lutsharel Geertruida had daar een belangrijk aandeel in. Hij doet zijn verhaal. Joey Veerman won in 2023 de KNVB-beker en werd vader. Een gesprek met de uitgesproken voetballer over wie veel mensen een mening hebben. Ook een verhaal over Lionel Messi en de club waar hij afgelopen zomer heen verhuisde, het Inter Miami van David Beckham. Een portret van Carlos Alcaraz, de nieuwe posterboy van het tennis die Novak Djokovic klopte in de finale op Wimbledon in dé wedstrijd van het jaar. En als laatste was het voor schaatscoach Kosta Poltavets en voetbaltrainer Anoush Dastgir juist een zwaar jaar, door de situatie in hun geboortelanden Oekraïne en Afghanistan. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 69 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.

Golf

Anne van Dam: ‘Ik ben toch best aardig terechtgekomen’

  Anne van Dam (27) is de beste golfster [...]
  Anne van Dam (27) is de beste golfster van Nederland. Ze woont en speelt al sinds 2019 in Amerika. De komende tijd zal ze meer in Europa te zien zijn, te beginnen bij de Big Green Egg Open (8-10 september in Hilversum). “Golf mag, in de goede zin van het woord, best wat sexyer en aantrekkelijker gemaakt [...]

Handbal

Lois Abbingh en Tess Lieder: ‘Wij vrouwen doen dit gewoon’

Handbalsters Lois Abbingh (30) en Tess Lieder (29) zijn niet alleen ploeggenoten bij het Nederlands handbalteam, beste vriendinnen en schoonzussen, maar ook nog eens twee maanden na elkaar moeder geworden. Lois beviel in september van zoon Lev, Tess in november van dochter Flo. Lois Abbingh komt aangelopen met haar verloofde Joost Lieder en hun op 23 september geboren zoontje Lev. Vijf minuten later komt ook Tess Lieder, tot afgelopen zomer beter bekend als Tess Wester, aan op de locatie van de shoot met dochtertje Flo, op 18 november ter wereld gekomen. Ze wordt geholpen door de schoonmoeder van zowel Tess als Lois: Joke Lieder, moeder van Joost en voetballer Mart Lieder, de man van Tess. Oma knuffelt met de baby’s, verschoont luiers en geeft flesjes terwijl Lois en Tess klaar worden gemaakt voor de shoot in Fabriek Zuidermeer. Joost is fotograaf van beroep en wie beter dan hij kan zijn partner, zoontje, schoonzus en nichtje op de foto zetten? Terwijl Joost de shoot aan het voorbereiden is, praten Lois en Tess over hun band die verder rijkt dan ploeggenoten. Lois: “Het is bijzonder hoe het allemaal is gelopen.” Tess, lachend: “Die broers denken nog steeds dat ze ons veroverd hebben, maar wij hebben ze er keihard laten intuinen.” Geheimpje “We speelden in januari uit tegen Györ, de Hongaarse kampioen, toen ik dacht dat ik weleens zwanger zou kunnen zijn,” zegt Lois, die uitkomt voor Odense Håndbold in Denemarken. “Toen ik thuiskwam in Denemarken deed ik meteen een zwangerschapstest. Die bleek positief. Om elf uur ’s avonds was Joost pas thuis. Als afleiding ben ik rondjes door de stad gaan lopen. ’s Avonds heb ik het hem verteld, we waren zo blij. De ouders van Joost kwamen dat weekend naar Odense, hen konden we het meteen vertellen. Pas later heb ik het jou verteld, ik wilde dat persoonlijk doen.” Tess: “Je vertelde het toen we met het Nederlands team bij elkaar kwamen. Wij delen altijd een kamer. Ik zette mijn tas neer en pakte wat spulletjes uit. Jij zei ineens: ‘Dit is voorlopig mijn laatste keer bij het Nederlands team.’ Ik reageerde eerst een beetje onverschillig: o, oké. Daarna dacht ik: huh, ga je me nu vertellen dat je gaat stoppen? Toen zei je dat je zwanger was. Ik moest meteen huilen. Ik vond het zo’n bijzondere week. Binnen het team hadden wij samen een geheimpje. Ik keek ook op een andere manier naar jou. We speelden tegen Duitsland en wonnen in de laatste seconde, jij scoorde de winnende. Je speelde zo ontzettend goed en ik was zo trots op je.” Lois: “Ik was op dat moment elf weken zwanger. Tot dertien weken heb ik doorgespeeld. Bij het Nederlands team wist niemand van mijn zwangerschap. Ik had het bondscoach Per Johansson niet verteld, die was nieuw en had wel genoeg aan zijn hoofd. Eenmaal terug in Denemarken heb ik het onze Deense trainer verteld. De dag erna zat ik al aan de kant, dat was best gek. Ineens kon ik niet meer meedoen, terwijl ik al die tijd gewoon had doorgespeeld.” Tot vorige zomer was Tess ploeggenoot van Lois bij Odense. Na de Spelen in Tokio maakte ze de overstap naar het Roemeense CSM Boekarest. Ook voor Tess eindigde het seizoen vroegtijdig. Ook zij bleek zwanger te zijn tijdens diezelfde wedstrijd met het Nederlands team tegen Duitsland. Tess: “Ik viel in die wedstrijd op mijn hoofd. Ik had er niet heel veel last van, maar bleef toch een zeurderige hoofdpijn houden en was wat gevoelig voor licht. Ik vloog na die wedstrijd terug naar Roemenië. De klachten hielden aan. In Roemenië zeiden ze dat ik niet mocht keepen voordat er een CT-scan van mijn hoofd was gemaakt. Op die scan hadden ze iets gezien, wat vocht. Ik wilde dat laten onderzoeken in Nederland. Ik bleef maar hoofdpijn houden, en was tegelijkertijd zo moe en misselijk. Mart was net geopereerd aan zijn kruisband. Joost was bij Mart om hem te helpen. Ik moest voor onderzoek naar het ziekenhuis, maar ik was ook een dag over tijd. Mart zei: ‘Ik vind dat je een zwangerschapstest moet doen.’ Ik vond dat onzin, dacht dat die klachten door die val op mijn hoofd kwamen. Maar Mart stond erop. Toen Joost een half uurtje weg moest, zei hij: ‘Je gaat nu naar de drogist om een test te kopen.’ Die was positief. Vlak daarna kwam Joost terug. Mart en ik kregen de slappe lach. Joost dacht dat we hem belachelijk maakten. Toen vertelden we maar meteen dat ik zwanger was.” Lois: “Je belde mij daarna meteen via Facetime, dat doen wij nooit, dus ik dacht al: wat is hier aan de hand? Ik vond het geweldig, helemaal omdat we het tegelijk konden meemaken.” Van hun gezamenlijke kinderwens wisten ze nauwelijks af. Lois: “Ik heb weleens tegen jou geroepen dat ik het na de Spelen graag zou willen proberen. Maar je weet ook niet hoelang het duurt. Tijdens het WK in december was ik al gestopt met de pil.” Tess: “Tijdens een toernooi telden we altijd af aan de hand van jouw pillenstrip. Tijdens het WK hebben we dat niet gedaan. Er is helemaal geen belletje bij mij gaan rinkelen. Achteraf dacht ik: stom, ik had het kunnen weten. Bij Tess kwam de zwangerschap wat onverwachter. Tess: “Ik had net een contract in Roemenië getekend. Als je daar zwanger raakt tijdens je contract, dan wordt dat verscheurd en kun je vertrekken. Mart en ik hadden besloten dat we het na dat jaar Roemenië wilden proberen. Bovendien gingen we vorige zomer trouwen, ik wilde liever niet zwanger zijn op mijn eigen feest. We waren superblij toen ik zwanger bleek, maar ik vond het ook spannend. Toen ik dertien weken zwanger was, heb ik het verteld op de club. Ze waren enthousiast, dat viel me mee, maar een dag later kreeg ik een brief die ik moest ondertekenen. Mijn contract was ongeldig. Na mijn laatste wedstrijd, in mei vorig jaar, ben ik terug naar Nederland verhuisd. De laatste Champions Leaguewedstrijd heb ik nog kunnen spelen en ik heb maar drie competitiewedstrijden gemist. Voor de laatste wedstrijd ben ik nog naar Roemenië gevlogen om afscheid te nemen van het team.” Tess: 'Mart en ik hadden weleens tegen elkaar gezegd: hoe leuk zou het zijn... Maar we gingen er nooit van uit dat jullie ook echt een relatie zouden krijgen' Lois: “Het was heel leuk om onze zwangerschap samen te kunnen delen. Martine Smeets, onze vriendin en ploeggenoot bij het Nederlands team, bleek niet veel later ook nog eens zwanger, zij is in februari uitgerekend. In onze appgroep ging het continu van: ‘Hoe gaat dat dan bij jou? Hoeveel rompertjes moet ik kopen en in welke maat?’” Tess: “We hebben zo vaak tegen elkaar gezegd hoe bijzonder het is wat we samen allemaal al hebben meegemaakt. Het begon bij de Handbalacademie op Papendal. Daarna gingen we samenwonen bij onze eerste club in het buitenland, in Oldenburg. Later werden we ploeggenoten bij Odense.” Helden Magazine 65 Het eerste gedeelte van het verhaal van Lois Abbingh en Tess Lieder komt voort uit Helden Magazine 65. Er is volop aandacht voor de wintersporten én ook voor voetbal. Frank Rijkaard geeft sinds lange tijd weer eens een interview en spreekt onder meer over Cruijff, het Nederlands elftal en Lionel Messi. In deze editie lees je ook een uitgebreid interview met Dávid Hancko en Kristyna Pliskova. De een is een grote aanwinst voor Feyenoord, de ander is toptennisster. Én een gesprek met de populairste schaatser van dit moment, Jutta Leerdam. Verder interviews met de succesvolste Nederlandse olympiër ooit: Ireen Wüst, de eerste keeper op het afgelopen WK: Andries Noppert, twee grootheden in het rolstoeltennis: Diede de Groot en Esther Vergeer. Shorttrackster Xandra Velzeboer gaat als een komeet én Joep Wennemars is keihard bezig om uit de schaduw van zijn vader Erben te treden. Ook heeft het voetbalvirus nog altijd Guus Hiddink in zijn greep, werden Marc van de Kuilen en Luuk Veltink vrienden door het noodlot, verteld Juul Franssen over haar strijd met de judobond, spreekt Victoria Koblenko met olympisch kampioen openwater Ferry Weertman én staat bondscoach van de Oranjevrouwen: Andries Jonker stil bij De Nachtwacht. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 65 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van jouw Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.
Handbalsters Lois Abbingh (30) en Tess Lieder (29) zijn niet alleen ploeggenoten bij het Nederlands handbalteam, beste vriendinnen en schoonzussen, maar ook nog eens twee maanden na elkaar moeder geworden. Lois beviel in september van zoon Lev, Tess in november van dochter Flo. Lois Abbingh komt aangelopen met haar verloofde Joost Lieder en hun op 23 september geboren zoontje Lev. Vijf minuten later komt ook Tess Lieder, tot afgelopen zomer beter bekend als Tess Wester, aan op de locatie van de shoot met dochtertje Flo, op 18 november ter wereld gekomen. Ze wordt geholpen door de schoonmoeder van zowel Tess als Lois: Joke Lieder, moeder van Joost en voetballer Mart Lieder, de man van Tess. Oma knuffelt met de baby’s, verschoont luiers en geeft flesjes terwijl Lois en Tess klaar worden gemaakt voor de shoot in Fabriek Zuidermeer. Joost is fotograaf van beroep en wie beter dan hij kan zijn partner, zoontje, schoonzus en nichtje op de foto zetten? Terwijl Joost de shoot aan het voorbereiden is, praten Lois en Tess over hun band die verder rijkt dan ploeggenoten. Lois: “Het is bijzonder hoe het allemaal is gelopen.” Tess, lachend: “Die broers denken nog steeds dat ze ons veroverd hebben, maar wij hebben ze er keihard laten intuinen.” Geheimpje “We speelden in januari uit tegen Györ, de Hongaarse kampioen, toen ik dacht dat ik weleens zwanger zou kunnen zijn,” zegt Lois, die uitkomt voor Odense Håndbold in Denemarken. “Toen ik thuiskwam in Denemarken deed ik meteen een zwangerschapstest. Die bleek positief. Om elf uur ’s avonds was Joost pas thuis. Als afleiding ben ik rondjes door de stad gaan lopen. ’s Avonds heb ik het hem verteld, we waren zo blij. De ouders van Joost kwamen dat weekend naar Odense, hen konden we het meteen vertellen. Pas later heb ik het jou verteld, ik wilde dat persoonlijk doen.” Tess: “Je vertelde het toen we met het Nederlands team bij elkaar kwamen. Wij delen altijd een kamer. Ik zette mijn tas neer en pakte wat spulletjes uit. Jij zei ineens: ‘Dit is voorlopig mijn laatste keer bij het Nederlands team.’ Ik reageerde eerst een beetje onverschillig: o, oké. Daarna dacht ik: huh, ga je me nu vertellen dat je gaat stoppen? Toen zei je dat je zwanger was. Ik moest meteen huilen. Ik vond het zo’n bijzondere week. Binnen het team hadden wij samen een geheimpje. Ik keek ook op een andere manier naar jou. We speelden tegen Duitsland en wonnen in de laatste seconde, jij scoorde de winnende. Je speelde zo ontzettend goed en ik was zo trots op je.” Lois: “Ik was op dat moment elf weken zwanger. Tot dertien weken heb ik doorgespeeld. Bij het Nederlands team wist niemand van mijn zwangerschap. Ik had het bondscoach Per Johansson niet verteld, die was nieuw en had wel genoeg aan zijn hoofd. Eenmaal terug in Denemarken heb ik het onze Deense trainer verteld. De dag erna zat ik al aan de kant, dat was best gek. Ineens kon ik niet meer meedoen, terwijl ik al die tijd gewoon had doorgespeeld.” Tot vorige zomer was Tess ploeggenoot van Lois bij Odense. Na de Spelen in Tokio maakte ze de overstap naar het Roemeense CSM Boekarest. Ook voor Tess eindigde het seizoen vroegtijdig. Ook zij bleek zwanger te zijn tijdens diezelfde wedstrijd met het Nederlands team tegen Duitsland. Tess: “Ik viel in die wedstrijd op mijn hoofd. Ik had er niet heel veel last van, maar bleef toch een zeurderige hoofdpijn houden en was wat gevoelig voor licht. Ik vloog na die wedstrijd terug naar Roemenië. De klachten hielden aan. In Roemenië zeiden ze dat ik niet mocht keepen voordat er een CT-scan van mijn hoofd was gemaakt. Op die scan hadden ze iets gezien, wat vocht. Ik wilde dat laten onderzoeken in Nederland. Ik bleef maar hoofdpijn houden, en was tegelijkertijd zo moe en misselijk. Mart was net geopereerd aan zijn kruisband. Joost was bij Mart om hem te helpen. Ik moest voor onderzoek naar het ziekenhuis, maar ik was ook een dag over tijd. Mart zei: ‘Ik vind dat je een zwangerschapstest moet doen.’ Ik vond dat onzin, dacht dat die klachten door die val op mijn hoofd kwamen. Maar Mart stond erop. Toen Joost een half uurtje weg moest, zei hij: ‘Je gaat nu naar de drogist om een test te kopen.’ Die was positief. Vlak daarna kwam Joost terug. Mart en ik kregen de slappe lach. Joost dacht dat we hem belachelijk maakten. Toen vertelden we maar meteen dat ik zwanger was.” Lois: “Je belde mij daarna meteen via Facetime, dat doen wij nooit, dus ik dacht al: wat is hier aan de hand? Ik vond het geweldig, helemaal omdat we het tegelijk konden meemaken.” Van hun gezamenlijke kinderwens wisten ze nauwelijks af. Lois: “Ik heb weleens tegen jou geroepen dat ik het na de Spelen graag zou willen proberen. Maar je weet ook niet hoelang het duurt. Tijdens het WK in december was ik al gestopt met de pil.” Tess: “Tijdens een toernooi telden we altijd af aan de hand van jouw pillenstrip. Tijdens het WK hebben we dat niet gedaan. Er is helemaal geen belletje bij mij gaan rinkelen. Achteraf dacht ik: stom, ik had het kunnen weten. Bij Tess kwam de zwangerschap wat onverwachter. Tess: “Ik had net een contract in Roemenië getekend. Als je daar zwanger raakt tijdens je contract, dan wordt dat verscheurd en kun je vertrekken. Mart en ik hadden besloten dat we het na dat jaar Roemenië wilden proberen. Bovendien gingen we vorige zomer trouwen, ik wilde liever niet zwanger zijn op mijn eigen feest. We waren superblij toen ik zwanger bleek, maar ik vond het ook spannend. Toen ik dertien weken zwanger was, heb ik het verteld op de club. Ze waren enthousiast, dat viel me mee, maar een dag later kreeg ik een brief die ik moest ondertekenen. Mijn contract was ongeldig. Na mijn laatste wedstrijd, in mei vorig jaar, ben ik terug naar Nederland verhuisd. De laatste Champions Leaguewedstrijd heb ik nog kunnen spelen en ik heb maar drie competitiewedstrijden gemist. Voor de laatste wedstrijd ben ik nog naar Roemenië gevlogen om afscheid te nemen van het team.” Tess: 'Mart en ik hadden weleens tegen elkaar gezegd: hoe leuk zou het zijn... Maar we gingen er nooit van uit dat jullie ook echt een relatie zouden krijgen' Lois: “Het was heel leuk om onze zwangerschap samen te kunnen delen. Martine Smeets, onze vriendin en ploeggenoot bij het Nederlands team, bleek niet veel later ook nog eens zwanger, zij is in februari uitgerekend. In onze appgroep ging het continu van: ‘Hoe gaat dat dan bij jou? Hoeveel rompertjes moet ik kopen en in welke maat?’” Tess: “We hebben zo vaak tegen elkaar gezegd hoe bijzonder het is wat we samen allemaal al hebben meegemaakt. Het begon bij de Handbalacademie op Papendal. Daarna gingen we samenwonen bij onze eerste club in het buitenland, in Oldenburg. Later werden we ploeggenoten bij Odense.” Helden Magazine 65 Het eerste gedeelte van het verhaal van Lois Abbingh en Tess Lieder komt voort uit Helden Magazine 65. Er is volop aandacht voor de wintersporten én ook voor voetbal. Frank Rijkaard geeft sinds lange tijd weer eens een interview en spreekt onder meer over Cruijff, het Nederlands elftal en Lionel Messi. In deze editie lees je ook een uitgebreid interview met Dávid Hancko en Kristyna Pliskova. De een is een grote aanwinst voor Feyenoord, de ander is toptennisster. Én een gesprek met de populairste schaatser van dit moment, Jutta Leerdam. Verder interviews met de succesvolste Nederlandse olympiër ooit: Ireen Wüst, de eerste keeper op het afgelopen WK: Andries Noppert, twee grootheden in het rolstoeltennis: Diede de Groot en Esther Vergeer. Shorttrackster Xandra Velzeboer gaat als een komeet én Joep Wennemars is keihard bezig om uit de schaduw van zijn vader Erben te treden. Ook heeft het voetbalvirus nog altijd Guus Hiddink in zijn greep, werden Marc van de Kuilen en Luuk Veltink vrienden door het noodlot, verteld Juul Franssen over haar strijd met de judobond, spreekt Victoria Koblenko met olympisch kampioen openwater Ferry Weertman én staat bondscoach van de Oranjevrouwen: Andries Jonker stil bij De Nachtwacht. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 65 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van jouw Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.

Handbal

Luc Steins: ‘Messi van het handbal’

Hij moest afrekenen met vooroordelen, was volgens velen te klein. Maar Luc Steins haalde de top. Hij speelt op zijn 27ste bij Paris Saint-Germain, de club van Lionel Messi, en gaat in januari voor het eerst sinds 1961 met de Nederlandse handbalmannen naar het WK. Maar Luc vecht ook tegen groot verdriet. Zie hem het met zijn 1 meter 73 opnemen tegen reuzen in de dekking. Luc Steins weet niet anders, heeft geleerd zijn kleine gestalte optimaal te gebruiken en wurmt zich geregeld tussen die lange mannen door. Vaak ongrijpbaar, maar de lichtgewicht loopt ook tegen heel wat klappen op. “‘Je moet er niet als een gek ingaan,’ zegt mijn oma weleens als zij een wedstrijd heeft gezien. Luister oma, als ik dat niet doe, dan hebben ze niks aan me, zeg ik dan. ‘Als je maar op jezelf let hè, jong.’ Soms ben ik bont en blauw. Maar als ik me de dag na een wedstrijd niet beurs voel, dan heb ik het idee dat ik niet mijn spel heb gespeeld of alles heb hoeven geven. Vaak heb ik mijn beste wedstrijden gespeeld als ik me de dag erna fysiek slecht voel.” 'Ik had altijd zo'n zorgeloos leven, handbal kon op één staan. En nu hangt er een tikkende tijdbom boven ons hoofd' Zoals begin dit jaar toen hij met Oranje een prima EK speelde. Thuisland Hongarije werd verslagen en de ploeg werd tiende. Luc is niet het enige ‘kleinduimpje’, ook Dani Baijens van Hamburger SV en Kay Smits van SC Magdeburg hebben normale lengtes bij het Nederlands team. Kleine Nederlander Een jongensdroom, in de knop gebroken. Zo leek het toen Luc als kind te horen kreeg dat hij te klein zou zijn om ver te komen als handballer. “Met de Limburgse afdelingsselectie speelden we een toernooi en ik werd verkozen tot beste speler, maar op het scoutingslijstje voor de nationale jeugdselectie kwam mijn naam vervolgens niet voor, omdat ik in de toekomst toch zou afhaken. Er zijn gelukkig toch trainers opgestaan die zeiden dat ze me op z’n minst een kans konden geven.” De jongeling, die opgroeide bij het Limburgse Lions, liet zich niet uit het veld slaan. Maar hij moest keer op keer het vertrouwen winnen. Op zijn 21ste, zes jaar terug, vertrok hij van Lions naar Frankrijk. Naar opleidingsclub Massy. Om net als internationals als Gerrie Eijlers, Fabian van Olphen, Mark Bult en Arjan Haenen zijn droom na te jagen. Hij kon al na een seizoen een stapje hogerop, ging mee met zijn coach naar Tremblay. “Daar zaten veelal jongens die aan hun eigen hachje dachten. Ik was een makkelijk slachtoffer, omdat ik niet van me afbeet. ‘Die kleine Nederlander komt net kijken, wat gaat die ons hier leren?’ klonk het. Zij beseften niet wat ik in de toekomst voor het team had kunnen betekenen. De trainer moest zijn oren laten hangen naar de oudere spelers. Dat begreep ik ook wel, hij was nog jong. Ik heb die periode gebruikt om fysiek gezien nóg meer in mezelf te investeren, zodat ik daar de rest van mijn leven profijt van zou hebben. Ik ben daar volwassen geworden, sta niet meer zo snel te kijken van iets.” Toulouse haalde hem in 2019. De trainer keek wél naar de kwaliteiten van Luc. “Al na twee wedstrijden in de voorbereiding maakte hij een gebaar alsof hij me de sleutels van het team gaf. Ik mocht beslissen wat er in de aanval op het veld gebeurde, qua systeem. Ik kreeg vrijheid. De jongens accepteerden mijn leiderschap, ook al was ik nieuw.” Wie het laatst lacht, lacht het best. Na één seizoen hing topclub Paris Saint-Germain aan de lijn, ze wilden hem huren. De club, bijna jaarlijks deel­nemer aan de Final Four van de Champions League, besloot al snel dat ze hem over wilden nemen. Bij de grootverdieners, van ‘twee meter hoog en twee meter breed’, had hij respect afgedwongen. “Spelers moeten geregeld lachen op de training, als ik met een schijnbeweging ervoor zorg dat de grote spelers zowat hun enkel breken.” Messi Hoe anders wordt er tegenwoordig tegen hem aangekeken. Le Parisien verhaalde over ‘de onweerstaanbare beklimming van de kleinste speler van de Star League’. Luc is ook niet langer een uitzondering. “Bijna elke club in Frankrijk heeft een speler van mijn lengte, het is een trend aan het worden. Met kleine, beweeglijke spelers kun je een ander speltype spelen. Hartstikke mooi om te zien hoe dat is geëvolueerd. Dat maakt het handbal voor iedereen toegankelijk.” Luc is al twee keer gekozen als beste speler van de eerste divisie en werd de afgelopen twee seizoenen ook verkozen tot beste van alle handballers in de eredivisie. Door zijn geringe lengte en handigheid kreeg hij jaren terug al de bijnaam ‘Messi van het handbal’. Laat de echte Lionel Messi, drie centimeter kleiner dan Luc, sinds vorig jaar zomer nou ook voor Paris Saint-Germain spelen... En niet alleen Messi, ook Neymar en Kylian Mbappé spelen bij de voetbalafdeling. “De wereld van die voetballers is totaal niet te vergelijken met mijn situatie. Daar gaan zulke grote bedragen in om, elke dag staan de media er vol van, dan heb je geen sociaal leven.” Het kwam nog niet van een ontmoeting met de voetbalsterren. “Wellicht straks, want er werden voor de coronapandemie gezamenlijke activiteiten georganiseerd, zoals met Kerst en de seizoenafsluiting. Ik heb al wel wedstrijden gezien in het Parc des Princes. We hebben de luxe dat we op de viptribune mogen zitten, tussen de bobo’s. Dan moet ik mijn beste kloffie uit de kast trekken. Binnenkort ga ik bij de voetbalsters Lieke Martens en Jackie Groenen kijken, die sinds kort ook voor Paris Saint-Germain spelen.” Luc woont inmiddels in een goede wijk in Parijs, maar hij heeft ook de andere kant van de stad gezien. “Mijn vriendin en ik hebben in de buitenwijken gewoond, daar wonen gezinnen die niet rond kunnen komen. We voelden ons niet altijd veilig. De meeste Parisiens zijn trotse en ook arrogante mensen. Doe mij maar een trekker met wat koeien op een Limburgse heuvel. Hier word je eerder met je handbaltassen van de roltrap geduwd dan dat iemand vraagt: zal ik je helpen? Ik begin gelukkig ook de mooie kant van Parijs meer te waarderen.” Leuke-momenten-pot Het scheelde weinig of Luc had afgelopen zomer PSG verruild voor de Poolse en Europese topclub Kielce, waarvan de Nederlander Bertus Servaas eigenaar is. “Ik heb er serieus over nagedacht, Kielce kwam met een moeilijk te weerstaan bod. Toen handelde PSG ook opeens heel snel.” Hij bleef in Parijs. “Ik heb voor stabiliteit gekozen, er speelde en speelt zoveel op privégebied dat het verstandiger was om in Parijs te blijven. Mijn vriendin had een moeilijke tijd en anderhalf jaar geleden is bij mijn vader lymfeklierkanker gecon- stateerd. Vlak voor het vertrek naar Hongarije voor het EK kreeg hij er een licht hartinfarct bovenop. Van een man die op 58-jarige leeftijd een medisch dossier had van één regel, veranderde dat volledig. Hij kreeg een nieuwe behandeling, vanuit Amerika overgewaaid. Van de zomer leken alle lichten op groen te staan, de toekomst zag er goed uit. Na een zwaar seizoen ging ik met mijn vriendin op vakantie naar Kroatië en daar kregen we te horen dat de kanker weliswaar op de meeste plekken weg was, maar op één plek waren de cellen weer gegroeid en die bleken resistent tegen de nieuwe behandeling. Er is niks meer aan te doen, het is een aflopende zaak... Als de pijn ondraaglijk wordt, wil hij er zelf voor kiezen dat het genoeg is geweest, zodat we nog afscheid kunnen nemen van elkaar. We hebben een ‘leuke-momenten-pot’ gemaakt, waarin iedereen zijn of haar opgeschreven herinneringen heeft gestopt. Dat geeft iets tastbaars en zorgt dat we ook straks terug kunnen denken aan die mooie tijden als mijn vader er niet meer is.” ‘Er is niks meer aan te doen. Als de pijn ondraag- lijk wordt, wil hij er zelf voor kiezen dat het genoeg is geweest, zodat we nog afscheid kunnen nemen van elkaar’ Luc en zijn vriendin vierden nog vakantie met zijn ouders en met zijn eveneens handballende broer en oud-international Ivo – tijdens het EK in Hongarije waren ze nog teamgenoten – en diens vriendin. “Ik probeer van elk moment dat we samen zijn te genieten. Dat is niet altijd gemakkelijk, want elke keer als je ‘doei’ zegt, weet je niet of het de laatste keer was dat je elkaar hebt gezien. Mijn vader is eind september nog hier geweest in Parijs. Ik wist dat dat de laatste keer was. Ik sloot me er tijdens de wedstrijd voor af, want in de voorbereiding op het seizoen deed ik dat niet en kon ik er opeens helemaal niks meer van.” Zijn ouders stonden altijd voor hem en zijn broer klaar. “We zijn heel close, ze hebben alles met Ivo en mij meebeleefd, dat is onbetaalbaar. Toen ik bij Tremblay een moeilijke tijd had, stonden ze bij elke thuiswedstrijd voor de deur, om er voor me te zijn. Niks was te gek. Ze wisten dat het mijn droom was. Ineens is handbal niet meer het belangrijkste... We spelen soms drie wedstrijden per week, er is weinig tijd om bij de situatie stil te staan, aan het begin van dit seizoen stond ik soms op een training en dacht: what the fuck doe ik hier eigenlijk? Ik had altijd zo’n zorgeloos leven, handbal kon op één staan. En nu hangt er een tikkende tijdbom boven ons hoofd die elk moment kan ontploffen...’’ Weinig aanwas In januari mag het Nederlands mannenteam mede dankzij Luc voor het eerst sinds 1961 meedoen aan het WK. Tijdens de play-off voor kwalificatie lootte Oranje in het voorjaar met Portugal de sterkst mogelijke tegenstander en werd de ploeg na winst in Zuid-Europa thuis toch uitgeschakeld. Oranje kreeg later alsnog een wildcard dankzij de goede prestaties van de laatste tijd en de lobby van de Nederlandse handbalbond. Deelnemen aan een WK met Oranje, het is waar hij als jochie van droomde, maar door de situatie van zijn vader, kan hij daar minder van genieten. Wat Luc ook aan het hart gaat, is de wetenschap dat zijn vader er tegen die tijd niet meer is. Dat hij tijdens het WK het wakend oog, de instemmende knikjes en simpelweg zijn aanwezigheid zal missen. “Hoe ik ga reageren als mijn vader er niet meer is, weet ik niet. Maar dat het voor ons als gezin een zware periode gaat worden daarna, is zeker.” Onder de nieuwe bondscoach Staffan Olsson, een Zweedse handballegende en opvolger van Erlingur Richardsson uit IJsland, gaat Oranje desondanks proberen te stunten. “Wij kunnen niet spelen als Frankrijk of Denemarken, hebben andere type spelers. Het is vernieuwend handbal, out of the box. Door deelname aan het WK kunnen we ons verder ontwikkelen. Een aantal jongens heeft inmiddels de stap gemaakt naar een grotere club.” Luc hoopt dat de bond blijft investeren in de handbalopleiding. “Daar zet ik me ook voor in, door clinics te geven tijdens hand- balkampen. Er is een zorgelijke situatie. Als ik kijk naar Limburg, dat een handbalbolwerk was, dan is er sprake van weinig aan- was. Het is leuk dat wij nu als nationale ploeg mooie resultaten boeken, maar als er geen structurele doorstroming is, zijn we in no time terug bij af. Die gedachte gaat me aan het hart. Want handbal is de mooiste en een van de meest complexe sporten die er is. Snelheid, klappen uitdelen en opvangen, respect voor elkaar, de grens opzoeken, springen, hard schieten, slim zijn en je hebt incasseringsvermogen nodig. Om dat mee te krijgen als kind, daar heeft de maatschappij ook iets aan.” Stiekem droomt Luc van de Olympische Spelen. Het zou het handbalsprookje compleet maken. “Hier in Parijs, in 2024, dat zou heel mooi zijn, maar als je realistisch bent, komen de Spelen net iets te vroeg. Hopelijk vier jaar later, hoewel het dan met mijn leeftijd penibel wordt.” Helden Magazine 64 Het verhaal van Luc Steins komt voort uit Helden Magazine 64. In het dubbeldikke eindejaarsnummer blikken we terug op het sportjaar 2022 én is er volop aandacht voor het WK Voetbal in Qatar. Virgil van Dijk siert samen met Irene Schouten de cover. Voor Schouten kon het jaar 2022 niet op. Ze won drie olympische titels, de wereldtitel allround en trouwde. In de WK-special lees je interviews met Denzel Dumfries, Matthijs de Ligt, Cody Gakpo en Soufiane Touzani. Daarnaast vertellen vriendinnen Candy-Rae en Laura Benschop over hun leven met WK-gangers Daley Blind en Davy Klaassen én een reconstructie van het masterplan van Van Gaal. Verder in deze editie een uitgebreid interview met olympisch shorttrackkampioen Suzanne Schulting en coach Jeroen Otter. Een terugblik op een bewogen wielerjaar met Merijn Zeeman, Kjeld Nuis kende een jaar vol pieken en dalen én Annemiek van Vleuten presteerde het onmogelijke. Daarnaast liet Dylan van Baarle zien dat zijn tweede plek op het WK in 2021 geen toeval was. Thomas Krol won op zijn eerste Spelen meteen goud en zilver. Maar het ging niet vanzelf. Giovanni van Bronckhorst kende een geweldig eerste jaar bij Rangers FC. John van ’t Schip won in 1987 de Europa Cup II met Ajax en Hennie Stamsnijder won in 1981 als eerste Nederlander de wereldtitel veldrijden. Als laatste wil Susila Cruijff het gedachtegoed van haar vader voortzetten en blikt voetbalster Vanity Lewerissa terug op een moeilijke tijd. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 64 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van jouw Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.
Hij moest afrekenen met vooroordelen, was volgens velen te klein. Maar Luc Steins haalde de top. Hij speelt op zijn 27ste bij Paris Saint-Germain, de club van Lionel Messi, en gaat in januari voor het eerst sinds 1961 met de Nederlandse handbalmannen naar het WK. Maar Luc vecht ook tegen groot verdriet. Zie hem het met zijn 1 meter 73 opnemen tegen reuzen in de dekking. Luc Steins weet niet anders, heeft geleerd zijn kleine gestalte optimaal te gebruiken en wurmt zich geregeld tussen die lange mannen door. Vaak ongrijpbaar, maar de lichtgewicht loopt ook tegen heel wat klappen op. “‘Je moet er niet als een gek ingaan,’ zegt mijn oma weleens als zij een wedstrijd heeft gezien. Luister oma, als ik dat niet doe, dan hebben ze niks aan me, zeg ik dan. ‘Als je maar op jezelf let hè, jong.’ Soms ben ik bont en blauw. Maar als ik me de dag na een wedstrijd niet beurs voel, dan heb ik het idee dat ik niet mijn spel heb gespeeld of alles heb hoeven geven. Vaak heb ik mijn beste wedstrijden gespeeld als ik me de dag erna fysiek slecht voel.” 'Ik had altijd zo'n zorgeloos leven, handbal kon op één staan. En nu hangt er een tikkende tijdbom boven ons hoofd' Zoals begin dit jaar toen hij met Oranje een prima EK speelde. Thuisland Hongarije werd verslagen en de ploeg werd tiende. Luc is niet het enige ‘kleinduimpje’, ook Dani Baijens van Hamburger SV en Kay Smits van SC Magdeburg hebben normale lengtes bij het Nederlands team. Kleine Nederlander Een jongensdroom, in de knop gebroken. Zo leek het toen Luc als kind te horen kreeg dat hij te klein zou zijn om ver te komen als handballer. “Met de Limburgse afdelingsselectie speelden we een toernooi en ik werd verkozen tot beste speler, maar op het scoutingslijstje voor de nationale jeugdselectie kwam mijn naam vervolgens niet voor, omdat ik in de toekomst toch zou afhaken. Er zijn gelukkig toch trainers opgestaan die zeiden dat ze me op z’n minst een kans konden geven.” De jongeling, die opgroeide bij het Limburgse Lions, liet zich niet uit het veld slaan. Maar hij moest keer op keer het vertrouwen winnen. Op zijn 21ste, zes jaar terug, vertrok hij van Lions naar Frankrijk. Naar opleidingsclub Massy. Om net als internationals als Gerrie Eijlers, Fabian van Olphen, Mark Bult en Arjan Haenen zijn droom na te jagen. Hij kon al na een seizoen een stapje hogerop, ging mee met zijn coach naar Tremblay. “Daar zaten veelal jongens die aan hun eigen hachje dachten. Ik was een makkelijk slachtoffer, omdat ik niet van me afbeet. ‘Die kleine Nederlander komt net kijken, wat gaat die ons hier leren?’ klonk het. Zij beseften niet wat ik in de toekomst voor het team had kunnen betekenen. De trainer moest zijn oren laten hangen naar de oudere spelers. Dat begreep ik ook wel, hij was nog jong. Ik heb die periode gebruikt om fysiek gezien nóg meer in mezelf te investeren, zodat ik daar de rest van mijn leven profijt van zou hebben. Ik ben daar volwassen geworden, sta niet meer zo snel te kijken van iets.” Toulouse haalde hem in 2019. De trainer keek wél naar de kwaliteiten van Luc. “Al na twee wedstrijden in de voorbereiding maakte hij een gebaar alsof hij me de sleutels van het team gaf. Ik mocht beslissen wat er in de aanval op het veld gebeurde, qua systeem. Ik kreeg vrijheid. De jongens accepteerden mijn leiderschap, ook al was ik nieuw.” Wie het laatst lacht, lacht het best. Na één seizoen hing topclub Paris Saint-Germain aan de lijn, ze wilden hem huren. De club, bijna jaarlijks deel­nemer aan de Final Four van de Champions League, besloot al snel dat ze hem over wilden nemen. Bij de grootverdieners, van ‘twee meter hoog en twee meter breed’, had hij respect afgedwongen. “Spelers moeten geregeld lachen op de training, als ik met een schijnbeweging ervoor zorg dat de grote spelers zowat hun enkel breken.” Messi Hoe anders wordt er tegenwoordig tegen hem aangekeken. Le Parisien verhaalde over ‘de onweerstaanbare beklimming van de kleinste speler van de Star League’. Luc is ook niet langer een uitzondering. “Bijna elke club in Frankrijk heeft een speler van mijn lengte, het is een trend aan het worden. Met kleine, beweeglijke spelers kun je een ander speltype spelen. Hartstikke mooi om te zien hoe dat is geëvolueerd. Dat maakt het handbal voor iedereen toegankelijk.” Luc is al twee keer gekozen als beste speler van de eerste divisie en werd de afgelopen twee seizoenen ook verkozen tot beste van alle handballers in de eredivisie. Door zijn geringe lengte en handigheid kreeg hij jaren terug al de bijnaam ‘Messi van het handbal’. Laat de echte Lionel Messi, drie centimeter kleiner dan Luc, sinds vorig jaar zomer nou ook voor Paris Saint-Germain spelen... En niet alleen Messi, ook Neymar en Kylian Mbappé spelen bij de voetbalafdeling. “De wereld van die voetballers is totaal niet te vergelijken met mijn situatie. Daar gaan zulke grote bedragen in om, elke dag staan de media er vol van, dan heb je geen sociaal leven.” Het kwam nog niet van een ontmoeting met de voetbalsterren. “Wellicht straks, want er werden voor de coronapandemie gezamenlijke activiteiten georganiseerd, zoals met Kerst en de seizoenafsluiting. Ik heb al wel wedstrijden gezien in het Parc des Princes. We hebben de luxe dat we op de viptribune mogen zitten, tussen de bobo’s. Dan moet ik mijn beste kloffie uit de kast trekken. Binnenkort ga ik bij de voetbalsters Lieke Martens en Jackie Groenen kijken, die sinds kort ook voor Paris Saint-Germain spelen.” Luc woont inmiddels in een goede wijk in Parijs, maar hij heeft ook de andere kant van de stad gezien. “Mijn vriendin en ik hebben in de buitenwijken gewoond, daar wonen gezinnen die niet rond kunnen komen. We voelden ons niet altijd veilig. De meeste Parisiens zijn trotse en ook arrogante mensen. Doe mij maar een trekker met wat koeien op een Limburgse heuvel. Hier word je eerder met je handbaltassen van de roltrap geduwd dan dat iemand vraagt: zal ik je helpen? Ik begin gelukkig ook de mooie kant van Parijs meer te waarderen.” Leuke-momenten-pot Het scheelde weinig of Luc had afgelopen zomer PSG verruild voor de Poolse en Europese topclub Kielce, waarvan de Nederlander Bertus Servaas eigenaar is. “Ik heb er serieus over nagedacht, Kielce kwam met een moeilijk te weerstaan bod. Toen handelde PSG ook opeens heel snel.” Hij bleef in Parijs. “Ik heb voor stabiliteit gekozen, er speelde en speelt zoveel op privégebied dat het verstandiger was om in Parijs te blijven. Mijn vriendin had een moeilijke tijd en anderhalf jaar geleden is bij mijn vader lymfeklierkanker gecon- stateerd. Vlak voor het vertrek naar Hongarije voor het EK kreeg hij er een licht hartinfarct bovenop. Van een man die op 58-jarige leeftijd een medisch dossier had van één regel, veranderde dat volledig. Hij kreeg een nieuwe behandeling, vanuit Amerika overgewaaid. Van de zomer leken alle lichten op groen te staan, de toekomst zag er goed uit. Na een zwaar seizoen ging ik met mijn vriendin op vakantie naar Kroatië en daar kregen we te horen dat de kanker weliswaar op de meeste plekken weg was, maar op één plek waren de cellen weer gegroeid en die bleken resistent tegen de nieuwe behandeling. Er is niks meer aan te doen, het is een aflopende zaak... Als de pijn ondraaglijk wordt, wil hij er zelf voor kiezen dat het genoeg is geweest, zodat we nog afscheid kunnen nemen van elkaar. We hebben een ‘leuke-momenten-pot’ gemaakt, waarin iedereen zijn of haar opgeschreven herinneringen heeft gestopt. Dat geeft iets tastbaars en zorgt dat we ook straks terug kunnen denken aan die mooie tijden als mijn vader er niet meer is.” ‘Er is niks meer aan te doen. Als de pijn ondraag- lijk wordt, wil hij er zelf voor kiezen dat het genoeg is geweest, zodat we nog afscheid kunnen nemen van elkaar’ Luc en zijn vriendin vierden nog vakantie met zijn ouders en met zijn eveneens handballende broer en oud-international Ivo – tijdens het EK in Hongarije waren ze nog teamgenoten – en diens vriendin. “Ik probeer van elk moment dat we samen zijn te genieten. Dat is niet altijd gemakkelijk, want elke keer als je ‘doei’ zegt, weet je niet of het de laatste keer was dat je elkaar hebt gezien. Mijn vader is eind september nog hier geweest in Parijs. Ik wist dat dat de laatste keer was. Ik sloot me er tijdens de wedstrijd voor af, want in de voorbereiding op het seizoen deed ik dat niet en kon ik er opeens helemaal niks meer van.” Zijn ouders stonden altijd voor hem en zijn broer klaar. “We zijn heel close, ze hebben alles met Ivo en mij meebeleefd, dat is onbetaalbaar. Toen ik bij Tremblay een moeilijke tijd had, stonden ze bij elke thuiswedstrijd voor de deur, om er voor me te zijn. Niks was te gek. Ze wisten dat het mijn droom was. Ineens is handbal niet meer het belangrijkste... We spelen soms drie wedstrijden per week, er is weinig tijd om bij de situatie stil te staan, aan het begin van dit seizoen stond ik soms op een training en dacht: what the fuck doe ik hier eigenlijk? Ik had altijd zo’n zorgeloos leven, handbal kon op één staan. En nu hangt er een tikkende tijdbom boven ons hoofd die elk moment kan ontploffen...’’ Weinig aanwas In januari mag het Nederlands mannenteam mede dankzij Luc voor het eerst sinds 1961 meedoen aan het WK. Tijdens de play-off voor kwalificatie lootte Oranje in het voorjaar met Portugal de sterkst mogelijke tegenstander en werd de ploeg na winst in Zuid-Europa thuis toch uitgeschakeld. Oranje kreeg later alsnog een wildcard dankzij de goede prestaties van de laatste tijd en de lobby van de Nederlandse handbalbond. Deelnemen aan een WK met Oranje, het is waar hij als jochie van droomde, maar door de situatie van zijn vader, kan hij daar minder van genieten. Wat Luc ook aan het hart gaat, is de wetenschap dat zijn vader er tegen die tijd niet meer is. Dat hij tijdens het WK het wakend oog, de instemmende knikjes en simpelweg zijn aanwezigheid zal missen. “Hoe ik ga reageren als mijn vader er niet meer is, weet ik niet. Maar dat het voor ons als gezin een zware periode gaat worden daarna, is zeker.” Onder de nieuwe bondscoach Staffan Olsson, een Zweedse handballegende en opvolger van Erlingur Richardsson uit IJsland, gaat Oranje desondanks proberen te stunten. “Wij kunnen niet spelen als Frankrijk of Denemarken, hebben andere type spelers. Het is vernieuwend handbal, out of the box. Door deelname aan het WK kunnen we ons verder ontwikkelen. Een aantal jongens heeft inmiddels de stap gemaakt naar een grotere club.” Luc hoopt dat de bond blijft investeren in de handbalopleiding. “Daar zet ik me ook voor in, door clinics te geven tijdens hand- balkampen. Er is een zorgelijke situatie. Als ik kijk naar Limburg, dat een handbalbolwerk was, dan is er sprake van weinig aan- was. Het is leuk dat wij nu als nationale ploeg mooie resultaten boeken, maar als er geen structurele doorstroming is, zijn we in no time terug bij af. Die gedachte gaat me aan het hart. Want handbal is de mooiste en een van de meest complexe sporten die er is. Snelheid, klappen uitdelen en opvangen, respect voor elkaar, de grens opzoeken, springen, hard schieten, slim zijn en je hebt incasseringsvermogen nodig. Om dat mee te krijgen als kind, daar heeft de maatschappij ook iets aan.” Stiekem droomt Luc van de Olympische Spelen. Het zou het handbalsprookje compleet maken. “Hier in Parijs, in 2024, dat zou heel mooi zijn, maar als je realistisch bent, komen de Spelen net iets te vroeg. Hopelijk vier jaar later, hoewel het dan met mijn leeftijd penibel wordt.” Helden Magazine 64 Het verhaal van Luc Steins komt voort uit Helden Magazine 64. In het dubbeldikke eindejaarsnummer blikken we terug op het sportjaar 2022 én is er volop aandacht voor het WK Voetbal in Qatar. Virgil van Dijk siert samen met Irene Schouten de cover. Voor Schouten kon het jaar 2022 niet op. Ze won drie olympische titels, de wereldtitel allround en trouwde. In de WK-special lees je interviews met Denzel Dumfries, Matthijs de Ligt, Cody Gakpo en Soufiane Touzani. Daarnaast vertellen vriendinnen Candy-Rae en Laura Benschop over hun leven met WK-gangers Daley Blind en Davy Klaassen én een reconstructie van het masterplan van Van Gaal. Verder in deze editie een uitgebreid interview met olympisch shorttrackkampioen Suzanne Schulting en coach Jeroen Otter. Een terugblik op een bewogen wielerjaar met Merijn Zeeman, Kjeld Nuis kende een jaar vol pieken en dalen én Annemiek van Vleuten presteerde het onmogelijke. Daarnaast liet Dylan van Baarle zien dat zijn tweede plek op het WK in 2021 geen toeval was. Thomas Krol won op zijn eerste Spelen meteen goud en zilver. Maar het ging niet vanzelf. Giovanni van Bronckhorst kende een geweldig eerste jaar bij Rangers FC. John van ’t Schip won in 1987 de Europa Cup II met Ajax en Hennie Stamsnijder won in 1981 als eerste Nederlander de wereldtitel veldrijden. Als laatste wil Susila Cruijff het gedachtegoed van haar vader voortzetten en blikt voetbalster Vanity Lewerissa terug op een moeilijke tijd. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 64 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van jouw Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.

Schaken

Jorden van Foreest: Geboren om te schaken

Jorden van Foreest won vorig jaar ‘zomaar’ het Tata Steel-schaaktoernooi. Hij werd de eerste Nederlandse winnaar sinds Jan Timman in 1985. In aanloop naar de nieuwe editie (14-30 januari, Wijk aan Zee) gaat Victoria Koblenko bij de 22-jarige schaakgrootmeester langs in hotel de Orangerie in Brugge, de stad waar hij is gaan wonen voor de liefde. Na het zien van de documentaire ‘De stelling van Foreest' heb ik veel waardering gekregen voor jouw ouders. In de docu zien we hoe je ouders hun zes kinderen leren denken. Zelfstandig denkvermogen ontwikkelden zij door onder meer thuisonderwijs en door jou en je vier broers en zusje op jonge leeftijd te leren schaken. Wat herinner jij je nog van de eerste keer achter een schaakbord? “We waren net verhuisd van Zutphen naar Groningen, ik was zes jaar. Ik heb een plaatje in mijn hoofd van hoe die huurwoning er toen uitzag en hoe ik daar de vloer moest bezemen. Mijn vader heeft me toen de regels geleerd. Niet met een plan, maar voor de lol. Mijn vader gaf me er een schaakboekje bij. Met zo’n koninginnendiploma.” Was je meteen fanatiek? “Ik vond het meteen best wel leuk en had een deal met mijn vader: hij had in Groningen gestudeerd, herinnerde zich een schaakcafé en als ik het schaakboekje uit had met de basisregels, dan zouden we in dat café een chocomel gaan drinken. Helaas konden we het niet meer vinden. Pas vijf of zes jaar later vonden we een alternatief schaakcafé.” Wat is het mooiste wat je van je ouders hebt geleerd? “Het spel zelf. En daarnaast al het ondersteunende advies. We hebben zo vaak aan tafel gezeten met de vraag: hoe kunnen we jou nog beter laten spelen? Die gesprekken zijn altijd onwijs waardevol het ging niet alleen over het schaaktechnische, maar ook over mijn psyche. Mijn ouders hebben altijd gedacht: hoe helpen we je naar de beste mentale staat?” Domme fout Hoe was je eerste toernooi? “Van mijn eerste toernooi herinner ik me een arbiter die ik heel streng vond, ik was toen zes of zeven. Dat liet een enorme indruk achter en daarna duurde het drie jaar voordat ik weer een toernooi durfde te spelen. Later begreep ik uit de Groningse schaakgemeenschap dat het een heel vriendelijke man was. Maar al die regels van een toernooi, al die kinderen én die arbiter hadden veel indruk gemaakt.” Wanneer won je je eerste toernooi? “Dat was het Nederlandse kampioenschap onder de tien jaar in 2009.” Wat me fascineert aan schaken is dat je niet alleen met strategie en tactiek bezig moet zijn, maar ook moet leren omgaan met verlies. Voor kinderen is dat vaak een uitdaging. Hoe was dat voor jou? “De partijen die ik verloor, vond ik erg pijnlijk. Ik denk niet dat ik een goede verliezer was. Mijn ouders deden hun best voor mijn schaakcarrière en als ik in hun perceptie een domme fout maakte, dan was de sfeer thuis niet goed. Uiteindelijk raak je gewend aan winnen, maar ook aan verliezen.” Je speelt dus niet alleen tegen je tegenstander, maar je neemt het ook op tegen je zelfbeeld? “Ja, je verliest een stukje zelfvertrouwen door een nederlaag. Ik weet nog goed dat ik in Wijk aan Zee zo slecht speelde toen ik achttien was, dat ik maanden twijfelde of ik het wel kon en of ik door moest gaan met schaken.” 'Ik doe wel ademhalingsoefeningen van Wim Hof en ik neem koude douches tijdens toernooien' Is die onzekerheid alleen aan schaken gerelateerd? “Niet alleen. Ik twijfel altijd over mezelf. Gaat het wel goed komen allemaal? Of kan ik niet beter wat anders doen? Maar als ik goed speel, dan heb ik minder last van die onzekerheid. Maar dat opgebouwde vertrouwen kan je met één slechte zet verbrijzelen. Dan ben ik voor m’n gevoel weer helemaal niks.” Helden Magazine 60 Het eerste gedeelte van het verhaal van Jorden van Foreest komt voort uit Helden Magazine 60. Deze editie staat voor een groot deel in het teken van de Olympische Spelen, waar Golden Girl Suzanne Schulting vier jaar geleden ‘zomaar’ olympisch kampioen werd en nu de favoriet is op elke afstand. In Helden Magazine 60 lees je een uitgebreid interview met succesvolste Nederlandse olympiër, Ireen Wüst. Ook spraken we Thomas Krol over onder meer zijn transformatie en Kjeld Nuis. Krijgt Sven Kramer in aanloop naar zijn laatste Spelen tien stellingen voorgelegd, spreken we met Antoinette de Jong over trouwen en een nieuwe koers én lacht het leven Irene Schouten toe, al weet ze ook maar al te goed hoe de andere kant van de medaille eruitziet. Ook in Helden Magazine 60 wist Botic van de Zandschulp in 2021 de sprong naar de top honderd te maken, maar dat is pas het begin voor de 26-jarige tennisser. Een gesprek met Peter Bosz over stress, Ajax en zijn ambitie om op een dag bondscoach te worden. Naast speler van Atalanta Bergamo en Oranje is Marten de Roon ook influencer. Op basis van 10 social media-posts gingen wij het gesprek met de voetballer aan. En hoe goed is Lionel Messi nog? We vroegen het aan Ronald Koeman, Henk ten Cate, Ruud Gullit, Giovanni van Bronckhorst, Ron Vlaar en Edwin Winkels. Verder zijn Chris Vos en Lisa Bunschoten de beste paralympische snowboarders van Nederland. In aanloop naar de Paralympics gingen we bij hen langs, een reconstructie van het olympisch goud op de 1000 meter met Gerard van Velde én Samantha van Diemen staat in de ‘Leeuwinnen in het Rijks’ stil bij De Liefdesbrief. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 60 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.
Jorden van Foreest won vorig jaar ‘zomaar’ het Tata Steel-schaaktoernooi. Hij werd de eerste Nederlandse winnaar sinds Jan Timman in 1985. In aanloop naar de nieuwe editie (14-30 januari, Wijk aan Zee) gaat Victoria Koblenko bij de 22-jarige schaakgrootmeester langs in hotel de Orangerie in Brugge, de stad waar hij is gaan wonen voor de liefde. Na het zien van de documentaire ‘De stelling van Foreest' heb ik veel waardering gekregen voor jouw ouders. In de docu zien we hoe je ouders hun zes kinderen leren denken. Zelfstandig denkvermogen ontwikkelden zij door onder meer thuisonderwijs en door jou en je vier broers en zusje op jonge leeftijd te leren schaken. Wat herinner jij je nog van de eerste keer achter een schaakbord? “We waren net verhuisd van Zutphen naar Groningen, ik was zes jaar. Ik heb een plaatje in mijn hoofd van hoe die huurwoning er toen uitzag en hoe ik daar de vloer moest bezemen. Mijn vader heeft me toen de regels geleerd. Niet met een plan, maar voor de lol. Mijn vader gaf me er een schaakboekje bij. Met zo’n koninginnendiploma.” Was je meteen fanatiek? “Ik vond het meteen best wel leuk en had een deal met mijn vader: hij had in Groningen gestudeerd, herinnerde zich een schaakcafé en als ik het schaakboekje uit had met de basisregels, dan zouden we in dat café een chocomel gaan drinken. Helaas konden we het niet meer vinden. Pas vijf of zes jaar later vonden we een alternatief schaakcafé.” Wat is het mooiste wat je van je ouders hebt geleerd? “Het spel zelf. En daarnaast al het ondersteunende advies. We hebben zo vaak aan tafel gezeten met de vraag: hoe kunnen we jou nog beter laten spelen? Die gesprekken zijn altijd onwijs waardevol het ging niet alleen over het schaaktechnische, maar ook over mijn psyche. Mijn ouders hebben altijd gedacht: hoe helpen we je naar de beste mentale staat?” Domme fout Hoe was je eerste toernooi? “Van mijn eerste toernooi herinner ik me een arbiter die ik heel streng vond, ik was toen zes of zeven. Dat liet een enorme indruk achter en daarna duurde het drie jaar voordat ik weer een toernooi durfde te spelen. Later begreep ik uit de Groningse schaakgemeenschap dat het een heel vriendelijke man was. Maar al die regels van een toernooi, al die kinderen én die arbiter hadden veel indruk gemaakt.” Wanneer won je je eerste toernooi? “Dat was het Nederlandse kampioenschap onder de tien jaar in 2009.” Wat me fascineert aan schaken is dat je niet alleen met strategie en tactiek bezig moet zijn, maar ook moet leren omgaan met verlies. Voor kinderen is dat vaak een uitdaging. Hoe was dat voor jou? “De partijen die ik verloor, vond ik erg pijnlijk. Ik denk niet dat ik een goede verliezer was. Mijn ouders deden hun best voor mijn schaakcarrière en als ik in hun perceptie een domme fout maakte, dan was de sfeer thuis niet goed. Uiteindelijk raak je gewend aan winnen, maar ook aan verliezen.” Je speelt dus niet alleen tegen je tegenstander, maar je neemt het ook op tegen je zelfbeeld? “Ja, je verliest een stukje zelfvertrouwen door een nederlaag. Ik weet nog goed dat ik in Wijk aan Zee zo slecht speelde toen ik achttien was, dat ik maanden twijfelde of ik het wel kon en of ik door moest gaan met schaken.” 'Ik doe wel ademhalingsoefeningen van Wim Hof en ik neem koude douches tijdens toernooien' Is die onzekerheid alleen aan schaken gerelateerd? “Niet alleen. Ik twijfel altijd over mezelf. Gaat het wel goed komen allemaal? Of kan ik niet beter wat anders doen? Maar als ik goed speel, dan heb ik minder last van die onzekerheid. Maar dat opgebouwde vertrouwen kan je met één slechte zet verbrijzelen. Dan ben ik voor m’n gevoel weer helemaal niks.” Helden Magazine 60 Het eerste gedeelte van het verhaal van Jorden van Foreest komt voort uit Helden Magazine 60. Deze editie staat voor een groot deel in het teken van de Olympische Spelen, waar Golden Girl Suzanne Schulting vier jaar geleden ‘zomaar’ olympisch kampioen werd en nu de favoriet is op elke afstand. In Helden Magazine 60 lees je een uitgebreid interview met succesvolste Nederlandse olympiër, Ireen Wüst. Ook spraken we Thomas Krol over onder meer zijn transformatie en Kjeld Nuis. Krijgt Sven Kramer in aanloop naar zijn laatste Spelen tien stellingen voorgelegd, spreken we met Antoinette de Jong over trouwen en een nieuwe koers én lacht het leven Irene Schouten toe, al weet ze ook maar al te goed hoe de andere kant van de medaille eruitziet. Ook in Helden Magazine 60 wist Botic van de Zandschulp in 2021 de sprong naar de top honderd te maken, maar dat is pas het begin voor de 26-jarige tennisser. Een gesprek met Peter Bosz over stress, Ajax en zijn ambitie om op een dag bondscoach te worden. Naast speler van Atalanta Bergamo en Oranje is Marten de Roon ook influencer. Op basis van 10 social media-posts gingen wij het gesprek met de voetballer aan. En hoe goed is Lionel Messi nog? We vroegen het aan Ronald Koeman, Henk ten Cate, Ruud Gullit, Giovanni van Bronckhorst, Ron Vlaar en Edwin Winkels. Verder zijn Chris Vos en Lisa Bunschoten de beste paralympische snowboarders van Nederland. In aanloop naar de Paralympics gingen we bij hen langs, een reconstructie van het olympisch goud op de 1000 meter met Gerard van Velde én Samantha van Diemen staat in de ‘Leeuwinnen in het Rijks’ stil bij De Liefdesbrief. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 60 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.

Handbal

Tess Wester: ‘Ik hoop dat ik een coole tante ben’

Tess Wester (28) is al jaren een van de boegbeelden van het Nederlands handbalteam. De keepster reeg de successen aaneen en werd onder meer wereldkampioen in 2019. Tegenwoordig gaat Tess ook als getrouwde vrouw door het leven. We bespraken haar leven aan de hand van muzieknummers. Dua Lipa - Don't start now “Tijdens een toernooi draai ik altijd één nummer grijs. De mooiste herinneingen heb ik aan het WK van 2019 in Japan, toen we wereldkampioen werden. Het nummer van Dua Lipa had ik nog net niet 24 uur per dag op repeat staan. Rinka Duijndam was dat toernooi onze dj. Zij draaide het nummer ook via de speakers in de bus. Dan luisterde ik even mee en deed ik daarna gauw mijn oortjes weer in om hem nog een keer te luisteren. Het nummer gaf mij zo’n boost, ik kon mezelf er bijna mee hypnotiseren. Dat WK is natuurlijk een van de hoogtepunten van mijn handbalcarrière. Maar die gouden medaille hadden we nooit gewonnen zonder het WK in 2015, toen we zilver haalden. Daar hebben we ons echt op de kaart gezet. Het was mijn tweede toernooi met het Nederlands team, maar het eerste toernooi waarin ik alles speelde. Als jongste keepster ooit verdiende ik een plek in het All Star Team. Als je puur naar de statistieken kijkt, was ik in 2015 beter dan in 2019. Ik stond er zo onbevangen in, niemand keek naar me en ik zat op een roze wolk. Maar ik ben trotser op de manier waarop ik heb gespeeld in 2019. In vier jaar tijd was er zoveel meer druk bijgekomen. De verwachtingen van buitenaf waren ineens torenhoog, daar heb ik het best lastig mee gehad. Ik moest leren wat er op die belangrijke momenten met me gebeurde. In Japan kon ik er staan op het moment dat het ook echt moest. Ik ben liever een keepster die niet de beste cijfers en statistieken haalt, maar wel met een gouden plak om haar nek staat, omdat ik het op het juiste moment heb laten zien. Terugkijken in het leven van een topsporter is dodelijk, maar ik ben best trots op wat ik in al die jaren heb bereikt. Het handbal is ontzettend gaan leven in Nederland. Toen ik twaalf jaar was, had ik geen handbalsters tegen wie ik opkeek. Jongens en meisjes van nu hebben dat wel. Ik vind het gaaf dat ik een uithangbord voor de sport kan zijn, heb daar ook hard voor gewerkt. Als handbalster voel ik me inmiddels best oud. Het is fijn dat ik ervaring meebreng, daardoor ben ik wat beter voorbereid dan vroeger en word ik niet meer zo snel verrast. Maar ik ben ook mijn onbevangenheid kwijt. Ik handbal al zo lang. Het plezier wordt niet minder, maar ik benader mijn sport op een andere manier dan vroeger. Ik leef van overwinning naar overwinning. Soms vergeet ik hoe bijzonder het ook is. Bij de jonkies zit nog veel meer dat gevoel van: wat ontzettend gaaf dat ik dit mag doen. 'En nu niet gaan lachen, maar ik heb tot mijn dertiende hobo gespeeld. Een beetje een nerderig, maar ook bijzonder instrument. Als kind wilde ik graag bijzonder zijn' De laatste jaren is er veel veranderd binnen de ploeg. Oudere speelsters stopten en jongere speelsters stonden op. We moeten nog een nieuwe dynamiek vinden in het team. Daar liepen we vorig jaar tijdens het EK tegenaan. Dat kwam ook doordat we Estavana Polman en Delaila Amega moesten missen vanwege blessures. Er viel zoveel weg. We werden zesde, voor het eerst sinds 2015 speelden we niet om de medailles. Ik wil niet zeggen dat we op ons bek zijn gegaan, maar er is wel veel gebeurd. Voor onze ploeg is het best goed dat de Spelen vanwege corona een jaar werden uitgesteld en dat we eerst het EK hebben gespeeld. Anders was dit misschien in Tokio gebeurd.” Paul de Leeuw - Ik heb je lief “Dit nummer slaat op mijn ouders. Het wordt altijd gedraaid op hun trouwdag of op andere mooie momenten. Paul de Leeuw zingt: ‘Alsof ik in je bloed zit, ik zonder jou niet leven kan.’ Dat is ook hoe ik kijk naar mijn ouders. Zij zijn ontzettend belangrijk voor me en zitten in mijn bloed. Mijn vader heeft in zijn trouwring de tekst ‘in je bloed’ gegraveerd. Mijn moeder heeft haar trouwring aan een kettinkje hangen, zij kan geen ringen dragen vanwege haar ziekte. Ze heeft een heel zeldzame auto-immuunziekte die het kraakbeen in haar lichaam vernietigt. Thuis hebben we het niet veel over haar ziekte. Natuurlijk weten we van bepaalde onderzoeken en behandeltrajecten af, maar het is niet dat wij iedere dag alles door de mangel halen. Wij zeggen altijd: het gaat stabiel kut. Het gaat zeker niet goed met mijn moeder, maar ze gaat er ook niet dood aan. Dat kan bot klinken, maar wij houden nou eenmaal niet van zeuren. Dat is ook een beetje de grove humor die wij hebben. Er zijn continu veranderingen in haar leven, dingen in haar lichaam die achteruitgaan, waardoor de artsen toch weer verder onderzoek willen doen. Maar omdat er zo weinig bekend is, gaan ze bij alles een nieuw traject in. Ze zijn continu aan het testen en haar aan het onderzoeken. Mijn moeder zal ook nooit zeggen dat het niet goed gaat, ze klaagt nooit. Ze is zo’n stoer wijf en heeft zoveel humor, dat heb ik echt van haar meegekregen. Samen lachen we om de meest botte en grove dingen. En ze heeft zelfspot. Haar e-mails sluit ze af met de tekst: ‘I am as fat and wrinkeled as Daisy the elephant, but otherwise I am okay.’ Dat zegt genoeg.” Helden Magazine 57 Het eerste gedeelte van het verhaal van Tess Wester komt voort uit Helden Magazine 57. Het dubbeldik zomernummer staat volledig in het teken van de Olympische Spelen in Tokio en het EK voetbal. In Helden Magazine 57 lees je een uitgebreid interview met Dafne Schippers en haar broer Derek over hun speciale band én spraken we met en over Mathieu van der Poel, het fenomeen debuteert dit jaar in de Tour de France en rijdt een maand later de olympische mountainbikerace. Met aanvoerder Georginio Wijnaldum, assistent-bondscoach Ruud van Nistelrooij, Denzelf Dumfries en Wout Weghorst blikken we uitgebreid vooruit op het EK. Hoe goed is daarnaast Frenkie de Jong? We vroegen het aan acht kenners. Verder in het EK-gedeelte een interview met Memphis Depay en John Bosman blikt terug op het EK van 1988. Ook in Helden Magazine 57 staat er geen maat op Annemiek van Vleuten meer sinds haar dramatische val tijdens de Spelen in Rio. Praat Sifan Hassan over het geloof, de liefde, haar geheim, de toekomst en goede espresso. Bespreekt chef de mission van de Nederlandse olympische ploeg: Pieter van den Hoogenbandde mensen die hem inspireren. Praat de stille kracht van de hockeysters: Eva de Goede over poseren voor Sports Illustrated en tafelvoetballen met Neymar én wint Marianne Vos minder vaak, maar is ze wel gelukkiger. Verder praten we met de vier krachtpatsers van het baansprinten: Roy van den Berg, Matthijs Büchli, Jeffrey Hoogland en Harrie Lavreysen. Spreekt Vivianne Miedema openhartig over haar wens om ooit voor Feyenoord te spelen, zwaait Epke Zonderland in Tokio af, wist Arno Kamminga zelf lange tijd niet hoe goed hij was én pakten Alexander Brouwer en Robert Meeuwsen in 2016 de eerste Nederlandse olympische medaille in het beachvolleybal. Victoria Koblenko stapte daarnaast met Nicolas Heiner in de boot én staat Sarina Wiegman in de ‘Leeuwinnen in het Rijks’ stil bij De serenade van Judith Leyster. Krijg jij geen genoeg van alle inspirerende sportverhalen? Kies het abonnement dat bij jou past én wordt abonnee. Zo ontvang je telkens de nieuwste edities op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Wil je een Helden Magazine cadeau doen? Het is ook mogelijk om een abonnement cadeau te doen, deze abonnementen lopen automatisch af. Daarnaast zijn de recentste exemplaren ook gemakkelijk te bestellen via onze webshop.
Tess Wester (28) is al jaren een van de boegbeelden van het Nederlands handbalteam. De keepster reeg de successen aaneen en werd onder meer wereldkampioen in 2019. Tegenwoordig gaat Tess ook als getrouwde vrouw door het leven. We bespraken haar leven aan de hand van muzieknummers. Dua Lipa - Don't start now “Tijdens een toernooi draai ik altijd één nummer grijs. De mooiste herinneingen heb ik aan het WK van 2019 in Japan, toen we wereldkampioen werden. Het nummer van Dua Lipa had ik nog net niet 24 uur per dag op repeat staan. Rinka Duijndam was dat toernooi onze dj. Zij draaide het nummer ook via de speakers in de bus. Dan luisterde ik even mee en deed ik daarna gauw mijn oortjes weer in om hem nog een keer te luisteren. Het nummer gaf mij zo’n boost, ik kon mezelf er bijna mee hypnotiseren. Dat WK is natuurlijk een van de hoogtepunten van mijn handbalcarrière. Maar die gouden medaille hadden we nooit gewonnen zonder het WK in 2015, toen we zilver haalden. Daar hebben we ons echt op de kaart gezet. Het was mijn tweede toernooi met het Nederlands team, maar het eerste toernooi waarin ik alles speelde. Als jongste keepster ooit verdiende ik een plek in het All Star Team. Als je puur naar de statistieken kijkt, was ik in 2015 beter dan in 2019. Ik stond er zo onbevangen in, niemand keek naar me en ik zat op een roze wolk. Maar ik ben trotser op de manier waarop ik heb gespeeld in 2019. In vier jaar tijd was er zoveel meer druk bijgekomen. De verwachtingen van buitenaf waren ineens torenhoog, daar heb ik het best lastig mee gehad. Ik moest leren wat er op die belangrijke momenten met me gebeurde. In Japan kon ik er staan op het moment dat het ook echt moest. Ik ben liever een keepster die niet de beste cijfers en statistieken haalt, maar wel met een gouden plak om haar nek staat, omdat ik het op het juiste moment heb laten zien. Terugkijken in het leven van een topsporter is dodelijk, maar ik ben best trots op wat ik in al die jaren heb bereikt. Het handbal is ontzettend gaan leven in Nederland. Toen ik twaalf jaar was, had ik geen handbalsters tegen wie ik opkeek. Jongens en meisjes van nu hebben dat wel. Ik vind het gaaf dat ik een uithangbord voor de sport kan zijn, heb daar ook hard voor gewerkt. Als handbalster voel ik me inmiddels best oud. Het is fijn dat ik ervaring meebreng, daardoor ben ik wat beter voorbereid dan vroeger en word ik niet meer zo snel verrast. Maar ik ben ook mijn onbevangenheid kwijt. Ik handbal al zo lang. Het plezier wordt niet minder, maar ik benader mijn sport op een andere manier dan vroeger. Ik leef van overwinning naar overwinning. Soms vergeet ik hoe bijzonder het ook is. Bij de jonkies zit nog veel meer dat gevoel van: wat ontzettend gaaf dat ik dit mag doen. 'En nu niet gaan lachen, maar ik heb tot mijn dertiende hobo gespeeld. Een beetje een nerderig, maar ook bijzonder instrument. Als kind wilde ik graag bijzonder zijn' De laatste jaren is er veel veranderd binnen de ploeg. Oudere speelsters stopten en jongere speelsters stonden op. We moeten nog een nieuwe dynamiek vinden in het team. Daar liepen we vorig jaar tijdens het EK tegenaan. Dat kwam ook doordat we Estavana Polman en Delaila Amega moesten missen vanwege blessures. Er viel zoveel weg. We werden zesde, voor het eerst sinds 2015 speelden we niet om de medailles. Ik wil niet zeggen dat we op ons bek zijn gegaan, maar er is wel veel gebeurd. Voor onze ploeg is het best goed dat de Spelen vanwege corona een jaar werden uitgesteld en dat we eerst het EK hebben gespeeld. Anders was dit misschien in Tokio gebeurd.” Paul de Leeuw - Ik heb je lief “Dit nummer slaat op mijn ouders. Het wordt altijd gedraaid op hun trouwdag of op andere mooie momenten. Paul de Leeuw zingt: ‘Alsof ik in je bloed zit, ik zonder jou niet leven kan.’ Dat is ook hoe ik kijk naar mijn ouders. Zij zijn ontzettend belangrijk voor me en zitten in mijn bloed. Mijn vader heeft in zijn trouwring de tekst ‘in je bloed’ gegraveerd. Mijn moeder heeft haar trouwring aan een kettinkje hangen, zij kan geen ringen dragen vanwege haar ziekte. Ze heeft een heel zeldzame auto-immuunziekte die het kraakbeen in haar lichaam vernietigt. Thuis hebben we het niet veel over haar ziekte. Natuurlijk weten we van bepaalde onderzoeken en behandeltrajecten af, maar het is niet dat wij iedere dag alles door de mangel halen. Wij zeggen altijd: het gaat stabiel kut. Het gaat zeker niet goed met mijn moeder, maar ze gaat er ook niet dood aan. Dat kan bot klinken, maar wij houden nou eenmaal niet van zeuren. Dat is ook een beetje de grove humor die wij hebben. Er zijn continu veranderingen in haar leven, dingen in haar lichaam die achteruitgaan, waardoor de artsen toch weer verder onderzoek willen doen. Maar omdat er zo weinig bekend is, gaan ze bij alles een nieuw traject in. Ze zijn continu aan het testen en haar aan het onderzoeken. Mijn moeder zal ook nooit zeggen dat het niet goed gaat, ze klaagt nooit. Ze is zo’n stoer wijf en heeft zoveel humor, dat heb ik echt van haar meegekregen. Samen lachen we om de meest botte en grove dingen. En ze heeft zelfspot. Haar e-mails sluit ze af met de tekst: ‘I am as fat and wrinkeled as Daisy the elephant, but otherwise I am okay.’ Dat zegt genoeg.” Helden Magazine 57 Het eerste gedeelte van het verhaal van Tess Wester komt voort uit Helden Magazine 57. Het dubbeldik zomernummer staat volledig in het teken van de Olympische Spelen in Tokio en het EK voetbal. In Helden Magazine 57 lees je een uitgebreid interview met Dafne Schippers en haar broer Derek over hun speciale band én spraken we met en over Mathieu van der Poel, het fenomeen debuteert dit jaar in de Tour de France en rijdt een maand later de olympische mountainbikerace. Met aanvoerder Georginio Wijnaldum, assistent-bondscoach Ruud van Nistelrooij, Denzelf Dumfries en Wout Weghorst blikken we uitgebreid vooruit op het EK. Hoe goed is daarnaast Frenkie de Jong? We vroegen het aan acht kenners. Verder in het EK-gedeelte een interview met Memphis Depay en John Bosman blikt terug op het EK van 1988. Ook in Helden Magazine 57 staat er geen maat op Annemiek van Vleuten meer sinds haar dramatische val tijdens de Spelen in Rio. Praat Sifan Hassan over het geloof, de liefde, haar geheim, de toekomst en goede espresso. Bespreekt chef de mission van de Nederlandse olympische ploeg: Pieter van den Hoogenbandde mensen die hem inspireren. Praat de stille kracht van de hockeysters: Eva de Goede over poseren voor Sports Illustrated en tafelvoetballen met Neymar én wint Marianne Vos minder vaak, maar is ze wel gelukkiger. Verder praten we met de vier krachtpatsers van het baansprinten: Roy van den Berg, Matthijs Büchli, Jeffrey Hoogland en Harrie Lavreysen. Spreekt Vivianne Miedema openhartig over haar wens om ooit voor Feyenoord te spelen, zwaait Epke Zonderland in Tokio af, wist Arno Kamminga zelf lange tijd niet hoe goed hij was én pakten Alexander Brouwer en Robert Meeuwsen in 2016 de eerste Nederlandse olympische medaille in het beachvolleybal. Victoria Koblenko stapte daarnaast met Nicolas Heiner in de boot én staat Sarina Wiegman in de ‘Leeuwinnen in het Rijks’ stil bij De serenade van Judith Leyster. Krijg jij geen genoeg van alle inspirerende sportverhalen? Kies het abonnement dat bij jou past én wordt abonnee. Zo ontvang je telkens de nieuwste edities op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Wil je een Helden Magazine cadeau doen? Het is ook mogelijk om een abonnement cadeau te doen, deze abonnementen lopen automatisch af. Daarnaast zijn de recentste exemplaren ook gemakkelijk te bestellen via onze webshop.

Motorcross

Zonta van den Goorbergh: Project Zonta

Zonta van den Goorbergh (14) wil in de voetsporen van zijn vader, oud-MotoGP-coureur Jurgen van den Goorbergh, treden. Zoals Max Verstappen aan de hand werd genomen door zijn vader Jos, doet Jurgen dat nu met Zonta. Helden ging langs bij de familie waar alles in het teken staat van motorsport. Racen, racen en nog eens racen. Daar draait het om bij de familie Van den Goorbergh. Het gezin woont in Breda in een huis met een aangrenzende loods vol motoren, racepakken, helmen, een kantoor vol prijzen, een werkplaats om te sleutelen en er staat een camper om mee af te reizen naar de circuits. Zonta van den Goorbergh naar de wereldtop van het wegracen krijgen is een familiemissie. En met de deelname aan de European Talent Cup én de Red Bull MotoGP Rookies Cup begint die missie serieuze vormen aan te nemen. Het is immers dé opstap naar de MotoGP, de Formule 1 van de motorsport. De motorsport zit bij de veertienjarige Zonta in het dna. Vader Jurgen, vijftig inmiddels, was jarenlang het gezicht van de motorsport in Nederland. Hij schopte het tot de MotoGP, had als beste resultaat een vierde plek in een grand prix en stoomt nu zijn zoon klaar voor een carrière zoals hij die heeft gehad. Jurgen is de chef monteur van Zonta, zoekt sponsors voor het raceavontuur van zijn zoon en rijdt met de camper naar alle circuits toe. Maar er zijn er meer die intensief betrokken zijn bij Project Zonta. Oom Patrick van den Goorbergh, die ook uitkwam in de MotoGP en als beste resultaat een zesde plek in een GP had, is de rider coach en data analist van zijn neefje en verzorgt de banden. Neef Tiger, de achttienjarige zoon van Patrick, gaat sinds 2019 mee als monteur van Zonta naar de European Talent Cup. Zus Quincy, twee jaar ouder dan Zonta, monteert video’s van de races van haar broertje en helpt hem met zijn huiswerk. Moeder Misha is de officemanager, zij regelt alles achter de schermen. Wat vind jij ervan dat de hele familie in dienst is van jouw racecarrière? Zonta: “Natuurlijk is het fijn om het met m'n familie te doen. Ze staan dichtbij me en weten meteen wat er aan de hand is als er iets is.” Jurgen: “Door de ervaring die Patrick en ik hebben, kunnen we Zonta dingen heel goed bijbrengen. Als we over twee of drie jaar de stap maken naar het Junior WK of de Moto3, dan kunnen we kijken of we terechtkunnen bij een team. Het is ook weleens lastig dat we familie zijn, want er zijn momenten dat we ook streng moeten zijn. Het is altijd zoeken naar een middenweg, maar ik denk dat het voor Zonta toch een voordeel is dat wij hem met de hele familie helpen. Hij heeft jongetjes om zich heen die in een groot team zitten, bij hen ziet het er allemaal heel mooi uit, maar presteren doen ze niet. Bij die teams is het gewoon: hier heb je een zak met centen. Uiteindelijk doen wij het beter met minder budget.” Misha: “Ik denk dat Zonta zich er niet van bewust is dat iedereen in de familie met hem bezig is. Hij heeft niet in de gaten dat ik mijn vrije avond aan de bedrijfsadministratie besteed of dat Quincy na zijn wedstrijd een filmpje maakt, terwijl zij ook nog haar huiswerk wil doen.” Patrick: “Zonta moet zich gewoon focussen op het rijden.” Jurgen: “Om hem echt op het allerhoogste niveau te krijgen, weet ik gewoon wat er nodig is voor Zonta.” Sprookje De link met Max Verstappen is snel gelegd. Jurgen: “Jos en Max hebben hetzelfde meegemaakt. Jos heeft een carrière gehad in de Formule 1 en besloot met zijn zoon hetzelfde pad te bewandelen. Hij kon met al zijn kennis Max waarschuwen voor de valkuilen. Dat is bij ons hetzelfde.” Hebben jullie profijt van het succes van Max Verstappen? Jurgen: ''Het is zeker niet nadelig. Dankzij Max is het makkelijker om mensen over te halen. We zijn op dezelfde manier bezig, maar dan in de motorsport. Zonta heeft drie mooie sponsors achter zich staan die er ook echt in geloven. Daarnaast zijn er nog mensen die hem ondersteunen met materialen.” Misha: “Het voordeel van het Verstappen-verhaal is dat mensen hebben gezien dat deze aanpak succesvol kan zijn. Max begon ook op jonge leeftijd en kwam mede dankzij de kennis van zijn vader waar hij nu is. Mensen hebben dat sprookje zien gebeuren. Ze zien in dat het een voordeel is dat Zonta ook op jonge leeftijd is begonnen en dat hij ook gebruik kan maken van alle kennis die onder dit dak zit.” Jurgen: “We willen gewoon laten zien dat een Nederlander ook de top kan bereiken, hoewel we een klein motorsportland zijn. Max is op dit moment de beste Formule 1-coureur die er is, als hij de allerbeste auto heeft, wordt hij wereldkampioen. Waarom zou een Nederlander dat ook niet in de MotoGP kunnen? Wij denken dat het kan, anders waren we hier ook niet aan begonnen.” 'Dankzij Max Verstappen is het makkelijker om mensen over te halen. We zijn op dezelfde manier bezig, maar dan in de motorsport' Dacht je toen je wist dat jullie in verwachting waren van een zoon: mooi, daar gaan we een topcoureur van maken? Jurgen: “Nee, ik dacht niet meteen al aan een motorcoureur, hoor. Echt niet!” Zonta, hoe oud was je toen je voor het eerst op een motor zat? “Ik was drie toen ik op een klein elektrisch trailmotortje reed. Ik kon nog amper praten, maar vond het meteen leuk.” Misha: “De loods stond hier vol met motoren: Dakar-motors, crossmotors, een enduramotor, noem maar op. Zoals bij een voetbalgezin overal ballen liggen en bij een wielrennersgezin overal fietsen staan en er automatisch gefietst wordt, zo werd er bij ons motor gereden. Toen kwamen ook net die elektrische motortjes. Hij kreeg er een voor zijn derde verjaardag.” Jurgen: “Nou kreeg... hij moest er wel wat voor doen.” Misha: “Zonta moest eerst kunnen fietsen, want je kunt niet motorrijden als je niet kunt fietsen. Dat ging vrij snel, hij was tweeënhalf toen hij kon fietsen. Maar hij moest ook zijn speen inleveren. Je mocht geen tut als je wilde motorrijden. Overdag had hij zijn motorfiets, maar als hij ’s avonds naar bed ging, zei Zonta: ‘Zal ik mijn motorfiets teruggeven, want ik wil eigenlijk mijn speen wel weer.’ Dan antwoordde ik: dat kan niet schatje, je kunt niet motorrijden en een speen hebben. Het heeft een aantal weken geduurd, maar uiteindelijk viel zijn keuze toch op de motor. We hebben natuurlijk mazzel met de loods hier. Tiger kwam in de weekenden ook vaak langs. Toen ze wat groter werden, hadden we hele stellages buiten en gingen ze binnendoor en buitenom springen met de motor.” Quincy: “Er waren hele constructies in de tuin gebouwd. Van springschansen tot banken die platlagen, waar een plank overheen lag.” Misha: “Levensgevaarlijk, maar die passie is dus al snel begonnen.” Zonta: “Als ik eraan terugdenk, zou ik het nu niet meer durven.” Wanneer ontdekten jullie dat Zonta echt talent had? Zonta: “Toen ik in de NSF100 Cup reed bij Molenaar. Ik was elf, het was het eerste jaar dat ik echt races reed. Ik startte een wedstrijd vanaf de vijftiende plek en won. Terwijl ik racete tegen jongens die al een aantal jaren in die klasse reden.” Jurgen: “Daaraan kon je het al zien, ja. In het begin waren er veel valpartijen en moest de rijstijl nog worden aangepast. Zonta kwam vanuit de motorcross, daarin duw je veel met de motorfiets. Na driekwart jaar vielen alle puzzelstukjes op hun plek en had hij ineens het ronderecord te pakken op de Junior Track. En dat tussen jongens die al zeven of acht jaar lang op racebanen reden.” Patrick: “Het was eigenlijk een beetje zoals het bij ons is gegaan, Jurgen. Ook Zonta stapte koud op een motor...” Ja, waren jullie ook zo jong? Patrick: “Ik was achttien.” Jurgen: “Ik ben vanaf mijn zestiende gaan racen, maar je moest eigenlijk achttien zijn en je rijbewijs hebben. Dus ik heb veel illegaal gereden.” Hoe oud waren jullie toen je op het niveau was waar Zonta nu op zijn veertiende is? Patrick: “Ik denk dat wij 21 of 22 waren.” Jurgen: “Toen reden wij net allebei GP, samen met Max Biaggi. In 1997 ging ik 500cc rijden, dat was toen de hoogste raceklasse, wat nu MotoGP is. Ik was destijds 27. De jongens van nu liggen zo’n acht jaar op ons voor.” Kijken jullie weleens met Zonta naar oude beelden uit jullie tijd? Jurgen: “Die zijn er nauwelijks.” Patrick: “Er zijn ook totaal geen raakvlakken meer.” Jurgen: “De rijstijl is nu zo anders. Als je ziet hoe het racen geëvolueerd is, dat is bizar. Ze raken bijna met de ellebogen de grond. Dat zag je in onze tijd niet.” Misha: “Ik was een tijdje terug oude foto’s aan het scannen, dus ik liet een foto aan Zonta zien en zei: kijk, dat is papa. Wat was het eerste dat jij zei?” Zonta, lachend: “Ik riep: als ik dat zo doe, dan krijg ik een knal voor m’n kop!” Jeffrey Herlings Zonta debuteerde in 2019 in de European Talent Cup en de Red Bull MotoGP Rookies Cup. Met zijn dertien jaar was hij de jongste van het veld. Zonta: “Het was een heel leerzaam jaar. Ik heb er veel nieuwe vrienden bij en ik ken nu iedereen op de paddock. Dat maakt het veel leuker.” Jurgen: “Aan het begin van het seizoen was het doel om een aantal keer in de top vijftien te komen in de Rookies Cup. Zonta werd uiteindelijk dertiende, reed elke race in de punten en heeft zelfs al in de kopgroep meegereden tussen jongens van zestien jaar. We lopen nu eigenlijk op de planning vooruit. Hij is pas veertien.” Wat is dan precies de planning? Jurgen: “We gaan nu nog een jaar hetzelfde doen, dus European Talent Cup en Red Bull Rookies Cup. Vanaf 2021 is het dan de bedoeling om op een echte WK Junior motorfiets te rijden.” Wie is jouw grote voorbeeld, Zonta? “Marc Márquez (achtvoudig wereldkampioen en huidig MotoGP-kampioen, red.), vanwege zijn rijstijl en vrolijkheid. Ook als er iets negatiefs gebeurt, blijft hij vrolijk. Ik heb hem in 2017 voor het eerst ontmoet toen ik in het Marc Márquez Junior Motor Camp zat. Nu zie ik hem, en ook andere MotoGP-coureurs, weleens op de paddock als ik daar ben voor de Red Bull Rookies Cup. Márquez is heel aardig en niet te vol van zichzelf. En hij is heel snel en gefocust.” Maar je rijdt met nummer 84, dat is te danken aan een andere coureur. Zonta: “Ja, dat is het nummer van Jeffrey Herlings. Dat is nog uit mijn motorcrosstijd, waar ik mee begon toen ik acht jaar was. Jeffrey was toen nog mijn grote voorbeeld.” Misha: “Als je hem vroeger vroeg wat hij wilde worden zei hij: ‘Wereldkampioen motorcross.’ Wegrace bestond niet in zijn ogen.” Wanneer verkoos je het wegracen boven het motorcrossen? Zonta: “Nóóit!” Jurgen, lachend: “Zijn ouders hebben dat besluit voor hem genomen.” Zonta: “Ik kon gewoon niet kiezen en toen heeft papa het besluit genomen. Volgens mij hebben jullie niet eens overlegd.” Misha: “Jawel, wij hebben veel gesprekken met je gevoerd.” Jurgen: “Zonta hoorde als motorcrosser bij de top tien van Nederland van zijn leeftijdscategorie, stond zelfs aan de leiding in het kampioenschap toen we ermee stopten. Niemand geloofde ons toen we vertelden dat ze ons niet meer zouden zien. De keuze voor het wegracen heb ik genomen door mijn eigen achtergrond. Ik weet er veel van en heb geen verstand van crossen. Wel heb ik de Dakar Rally gereden, maar dat wil niet zeggen dat ik een goede motorcrosser ben. Ik weet niet eens hoe ik goed een springbult moet pakken. We kregen de kans om het wegracen te testen in de Molenaar NSF100 Cup en dat ging meteen goed. Toen zijn we ons daarop gaan focussen. De ervaring van het motorcrossen komt ook weer goed van pas bij het wegracen, er zat wel een plan achter het crossen. Dat was ook de reden dat Zonta aan BMX’en heeft gedaan. Daardoor is zijn start heel goed bij de race.” Zonta: “Ik heb de NSF één jaar gedaan en toen ze me vroegen of ik dat nog een jaar wilde, zei ik nee. Ik had er geen plezier meer in. Zat aan mijn limiet, had baanrecords gereden en wilde verder. Ik kon niet meer harder.” Yogalesje Zonta brengt op zijn veertiende al twintig weekenden per jaar door in het buitenland. Misha rekende in 2019 uit dat hun zoon in totaal meer dan honderd dagen niet thuis sliep. Jurgen: “Ook om te trainen zijn we veel in het buitenland. We hebben een mooie camper die tijdens het seizoen op een vaste plek in Valencia staat. Eigenlijk alles wat je kunt bedenken, zit erin: douche, toilet, keukentje, bedden, airconditioning, televisie en een mooie werkplaats. We hebben het dus best goed voor elkaar.” Hoe vind je het om zoveel op pad te zijn met je vader, Zonta? “Ik vind het niet heel erg. Als papa over de snelweg rijdt, zit ik meestal achterin, dan lig ik lekker in het bedje.” Jurgen: “Anders wordt hij ziek... Maar het is niet zo dat Zonta altijd met me meerijdt in de camper. De lange reizen gaat hij met Patrick en Tiger mee met het vliegtuig. Ik rijd dan met het materiaal. Zonta zit natuurlijk ook op school, dus hij moet zo snel mogelijk weer terug zijn.” Hoe is het racen te combineren met school? Zonta: “Het is druk, ik heb ook veel toetsen die ik nog moet inhalen. Mama en Quincy helpen mij ook met school. Maar het gaat heel goed.” Misha: “Hij werkt er heel hard voor. Er kan onderweg weleens wat geleerd worden, maar niet in een raceweekend. Dan ligt de focus op racen en moet je niet ook nog eens willen leren voor een proefwerk biologie.” Zonta: “Ik moet ook wel mijn best doen, want ik doe havo en als ik nu niet blijf zitten, dan ben ik op m’n zestiende van school af. Als ik op die leeftijd nog examen moet doen en ik rijd tegelijkertijd in het WK met twintig wedstrijden per jaar over de hele wereld, dan ga ik het niet halen. Ik mag dus niet blijven zitten, anders moet ik naar de mavo toe.” En hoe zit het met vriendjes en vriendinnetjes? Jurgen en Tiger: “Nou, dat laatste zit wel snor!” Zonta, lachend: “Stelletje eikels! Op school en in het racen heb ik vrienden.” Misha: “Je moet jezelf op school alleen af en toe opnieuw voorstellen. Soms komt hij na vier weken weer eens binnenvallen.” Wat doe je in je vrije tijd? Zonta, lachend: “Ik heb geen vrije tijd.” Jurgen: “Gamen...” Welk spel speel je dan? Zonta: “Vooral MotoGP 19... Maar als ik een weekend vrij ben, dan ga ik naar vrienden toe of zij komen hier.” Jurgen, lachend: “En het liefst gaan ze dan motorrijden!” Word je er nooit moe van dat alles om racen draait, Misha? “Jawel. Ik ben altijd bezig, altijd aan het vooruitplannen en het regelen. Dat geldt ook voor Jurgen. Maar de eerste dag dat ze weg zijn, zit ik meestal met Quincy op de bank. Na een yogalesje denk ik vaak even: hèhè, iedereen is opgezouten.” Wat vind jij er als moeder van dat jouw zoon zo’n risicovolle sport beoefent? Misha: “Ik heb weleens geroepen: dammen mag ook. Jurgen en ik zijn jarenlang bezig geweest met het racen. Maar nu gaat het wel om m’n kind. Dat is af en toe wel een dingetje, zeker als het niet goed gaat of als er wat gebeurt.” Zonta: “Mam gaf gewoon niets om jou pap, en ze strest om mij!” Misha: “Dat is niet waar, want als papa nu de Dakar Rally rijdt, heb ik slapeloze nachten en ligt de telefoon naast me. Maar Jurgen was volwassen en wilde gewoon heel thuiskomen, hij was geen crasher, dus om hem hoefde ik me niet druk te maken.” Hoe beleef je zijn races? Misha: “Uiterst geconcentreerd. Ik zie alles, veelal vanaf de bank. Ik heb de tijdwaarneming altijd aanstaan. De moeder van Patrick en Jurgen liep tijdens de start altijd rondjes met de hond en kwam halverwege de wedstrijd binnen. Dat kan ik me niet voorstellen. Ik zou er wel vaker bij willen zijn om input te geven, af en toe een kus en een knuffel en om successen mee te vieren. Maar Quincy zat afgelopen tijd in de eindexamenklas havo. Ik kon haar niet elk weekend meenemen. Dan heb ik het nog niet eens over de kosten. Hotelletje, autootje, je bent zo duizend euro kwijt. En dan heb ik zelf ook nog een baan.” Maar kijk je naar de race of kijk je naar Zonta? Misha: “Ik kijk naar Zonta. Ja, dat is precies zoals het is: ik kijk naar Zonta.” Jurgen: “Ik heb hetzelfde. Ik kijk naar hem als rijder, maar ook als mijn zoon. Dus ik wil ook dat hij alles zo veilig mogelijk doet en probeer alleen maar merken aan hem te verbinden die goed zijn. En we rijden op goede circuits. Ik bedoel, we gaan niet op stratencircuits rijden.” Misha: “Jurgen heeft wel één ding geleerd: bel me niet op een racedag. Als je me dan ’s middags belt, dan redeneer ik meteen dat er iets aan de hand moet zijn. Waarom zou je me anders bellen? Dan denk ik: foute boel, sleutelbeentje op z’n minst. Ik heb dat ook ooit gehad met de manager van Jurgen, die me belde om iets onbenulligs. Ik voel mijn hart nog in mijn keel zitten. Als er gereden wordt, moet je niet bellen. Het is gewoon zo spannend.” Heb je al zware blessures opgelopen? Zonta: “Een gebroken voet, schouder bezeerd, mijn sleutelbeen is er een aantal keren uitgeschoten. Maar dat hoort allemaal een beetje bij het racen. Als ik crash, is altijd mijn eerste reactie dat ik zo snel mogelijk weer op die motor moet. Ik heb een keer gehad dat ik opstond en zo weer neerviel. Toen kwamen er officials naar me toe met een brancard. Ik dacht: als ik daar op kom te liggen, is het foute boel. Ik kreeg echter de motor niet aan de praat, waardoor ik toch naar het medical center moest voor een check: lichte hersenschudding. Maar ook als er iets gebroken is, wil ik gewoon doorrijden.” Juiste instelling Over zijn doelstellingen voor de komende tijd is Zonta heel duidelijk: kampioen worden in zowel de European Talent Cup als de Red Bull Rookies Cup. Jurgen nuanceert: “Kampioen worden hoeft helemaal niet. Dat moet je straks doen als je Moto3 rijdt.” Patrick: “Nu moet je vooral laten zien dat je snelheid en talent hebt. Verder jezelf blijven ontwikkelen. Je moet er snel staan en laten zien dat je het gevecht durft aan te gaan.” Jurgen: “Als je zestien of zeventien bent, moet je zorgen dat je het WK Moto3 rijdt. Dus eerst bewijzen dat je goed genoeg bent. Zo is dat ook bij Max Verstappen gegaan. En dan moet je als Nederlander geluk hebben dat je een kans krijgt bij een goed team.” Wat is jouw droom, Zonta? Zonta: “Kampioen worden in de MotoGP.” Is dat haalbaar? Jurgen: “Ja. Het hoeven echt niet alleen maar Spanjaarden of Italianen te zijn die kampioen worden. Hoe hoog het motorcrossniveau hier in Nederland is, zo hoog is het wegraceniveau daar. We zijn de helft van het jaar ook in Spanje. Daar gebeurt het. Met de juiste instelling, het doorzettingsvermogen en het stappenplan is het zeker mogelijk.” Misha: “En geluk. Er komt veel meer bij kijken dan alleen een stappenplan. Laten we eerlijk zijn.” Waarin onderscheidt Zonta zich ten opzichte van de rest? Patrick: “Het belangrijkste is talent. Met alleen hard werken word je geen kampioen.” Helden Magazine 53 Het verhaal van Zonta van den Goorbergh komt voort uit Helden Magazine nummer 53. In de 53ste editie blikken onder meer Robin en Bouchra van Persie uitgebreid terug op hún carrière, want zo voelt dat. Een gesprek over Louis van Gaal, Oranje, Feyenoord, racisme, homo-acceptatie, de toekomst én de liefde. Daarnaast verbindt niet alleen het zwemmen Femke Heemskerk, Kira Toussaint en Ranomi Kromowidjojo, maar ook het feit dat ze alle drie bijna gelijktijdig ten huwelijk zijn gevraagd. Daarnaast vertellen Joël en Naomi Veltman hoe zij er in goede en slechte tijden voor elkaar zijn, laat Guus Hiddink zijn licht schijnen over de rentree van Arjen Robben, Oranje en racisme én schittert aanstaande moeder Stefanie van der Gragt in de rubriek ‘Leeuwinnen in het Rijks.’ Verder in de 53ste editie van Helden spraken we met ploeggenoten met hetzelfde doel: Tom Dumoulin en Primoz Roglic. Blikten we met Laurens ten Dam terug op zijn loopbaan én vertelt Lorena Wiebes openhartig over de drugsverslaving van haar broer en hoeveel impact dat op haar en het gezin heeft gehad. Ook ging Helden langs bij de pas vijftienjarige Keet Oldenbeuving. Ze werd in 2019 Europees kampioen en won de NOC*NSF Young Talent Award. Theo Lucius voelt vijftien jaar na het mislopen van de Champions League-finale nog steeds de kater.Victoria Koblenko ging langs bij oud-voetballer Bryan Roy én Tessie Savelkouls raakte op 9 februari dit jaar zwaar geblesseerd, de kans dat ze ooit nog kan judoën is klein. Krijg jij geen genoeg van alle inspirerende sportverhalen? Kies het abonnement dat bij jou past én wordt abonnee. Zo ontvang je telkens de nieuwste edities op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Wil je een Helden Magazine cadeau doen? Het is ook mogelijk om een abonnement cadeau te doen, deze abonnementen lopen automatisch af. Daarnaast zijn de recentste exemplaren ook gemakkelijk te bestellen via onze webshop.
Zonta van den Goorbergh (14) wil in de voetsporen van zijn vader, oud-MotoGP-coureur Jurgen van den Goorbergh, treden. Zoals Max Verstappen aan de hand werd genomen door zijn vader Jos, doet Jurgen dat nu met Zonta. Helden ging langs bij de familie waar alles in het teken staat van motorsport. Racen, racen en nog eens racen. Daar draait het om bij de familie Van den Goorbergh. Het gezin woont in Breda in een huis met een aangrenzende loods vol motoren, racepakken, helmen, een kantoor vol prijzen, een werkplaats om te sleutelen en er staat een camper om mee af te reizen naar de circuits. Zonta van den Goorbergh naar de wereldtop van het wegracen krijgen is een familiemissie. En met de deelname aan de European Talent Cup én de Red Bull MotoGP Rookies Cup begint die missie serieuze vormen aan te nemen. Het is immers dé opstap naar de MotoGP, de Formule 1 van de motorsport. De motorsport zit bij de veertienjarige Zonta in het dna. Vader Jurgen, vijftig inmiddels, was jarenlang het gezicht van de motorsport in Nederland. Hij schopte het tot de MotoGP, had als beste resultaat een vierde plek in een grand prix en stoomt nu zijn zoon klaar voor een carrière zoals hij die heeft gehad. Jurgen is de chef monteur van Zonta, zoekt sponsors voor het raceavontuur van zijn zoon en rijdt met de camper naar alle circuits toe. Maar er zijn er meer die intensief betrokken zijn bij Project Zonta. Oom Patrick van den Goorbergh, die ook uitkwam in de MotoGP en als beste resultaat een zesde plek in een GP had, is de rider coach en data analist van zijn neefje en verzorgt de banden. Neef Tiger, de achttienjarige zoon van Patrick, gaat sinds 2019 mee als monteur van Zonta naar de European Talent Cup. Zus Quincy, twee jaar ouder dan Zonta, monteert video’s van de races van haar broertje en helpt hem met zijn huiswerk. Moeder Misha is de officemanager, zij regelt alles achter de schermen. Wat vind jij ervan dat de hele familie in dienst is van jouw racecarrière? Zonta: “Natuurlijk is het fijn om het met m'n familie te doen. Ze staan dichtbij me en weten meteen wat er aan de hand is als er iets is.” Jurgen: “Door de ervaring die Patrick en ik hebben, kunnen we Zonta dingen heel goed bijbrengen. Als we over twee of drie jaar de stap maken naar het Junior WK of de Moto3, dan kunnen we kijken of we terechtkunnen bij een team. Het is ook weleens lastig dat we familie zijn, want er zijn momenten dat we ook streng moeten zijn. Het is altijd zoeken naar een middenweg, maar ik denk dat het voor Zonta toch een voordeel is dat wij hem met de hele familie helpen. Hij heeft jongetjes om zich heen die in een groot team zitten, bij hen ziet het er allemaal heel mooi uit, maar presteren doen ze niet. Bij die teams is het gewoon: hier heb je een zak met centen. Uiteindelijk doen wij het beter met minder budget.” Misha: “Ik denk dat Zonta zich er niet van bewust is dat iedereen in de familie met hem bezig is. Hij heeft niet in de gaten dat ik mijn vrije avond aan de bedrijfsadministratie besteed of dat Quincy na zijn wedstrijd een filmpje maakt, terwijl zij ook nog haar huiswerk wil doen.” Patrick: “Zonta moet zich gewoon focussen op het rijden.” Jurgen: “Om hem echt op het allerhoogste niveau te krijgen, weet ik gewoon wat er nodig is voor Zonta.” Sprookje De link met Max Verstappen is snel gelegd. Jurgen: “Jos en Max hebben hetzelfde meegemaakt. Jos heeft een carrière gehad in de Formule 1 en besloot met zijn zoon hetzelfde pad te bewandelen. Hij kon met al zijn kennis Max waarschuwen voor de valkuilen. Dat is bij ons hetzelfde.” Hebben jullie profijt van het succes van Max Verstappen? Jurgen: ''Het is zeker niet nadelig. Dankzij Max is het makkelijker om mensen over te halen. We zijn op dezelfde manier bezig, maar dan in de motorsport. Zonta heeft drie mooie sponsors achter zich staan die er ook echt in geloven. Daarnaast zijn er nog mensen die hem ondersteunen met materialen.” Misha: “Het voordeel van het Verstappen-verhaal is dat mensen hebben gezien dat deze aanpak succesvol kan zijn. Max begon ook op jonge leeftijd en kwam mede dankzij de kennis van zijn vader waar hij nu is. Mensen hebben dat sprookje zien gebeuren. Ze zien in dat het een voordeel is dat Zonta ook op jonge leeftijd is begonnen en dat hij ook gebruik kan maken van alle kennis die onder dit dak zit.” Jurgen: “We willen gewoon laten zien dat een Nederlander ook de top kan bereiken, hoewel we een klein motorsportland zijn. Max is op dit moment de beste Formule 1-coureur die er is, als hij de allerbeste auto heeft, wordt hij wereldkampioen. Waarom zou een Nederlander dat ook niet in de MotoGP kunnen? Wij denken dat het kan, anders waren we hier ook niet aan begonnen.” 'Dankzij Max Verstappen is het makkelijker om mensen over te halen. We zijn op dezelfde manier bezig, maar dan in de motorsport' Dacht je toen je wist dat jullie in verwachting waren van een zoon: mooi, daar gaan we een topcoureur van maken? Jurgen: “Nee, ik dacht niet meteen al aan een motorcoureur, hoor. Echt niet!” Zonta, hoe oud was je toen je voor het eerst op een motor zat? “Ik was drie toen ik op een klein elektrisch trailmotortje reed. Ik kon nog amper praten, maar vond het meteen leuk.” Misha: “De loods stond hier vol met motoren: Dakar-motors, crossmotors, een enduramotor, noem maar op. Zoals bij een voetbalgezin overal ballen liggen en bij een wielrennersgezin overal fietsen staan en er automatisch gefietst wordt, zo werd er bij ons motor gereden. Toen kwamen ook net die elektrische motortjes. Hij kreeg er een voor zijn derde verjaardag.” Jurgen: “Nou kreeg... hij moest er wel wat voor doen.” Misha: “Zonta moest eerst kunnen fietsen, want je kunt niet motorrijden als je niet kunt fietsen. Dat ging vrij snel, hij was tweeënhalf toen hij kon fietsen. Maar hij moest ook zijn speen inleveren. Je mocht geen tut als je wilde motorrijden. Overdag had hij zijn motorfiets, maar als hij ’s avonds naar bed ging, zei Zonta: ‘Zal ik mijn motorfiets teruggeven, want ik wil eigenlijk mijn speen wel weer.’ Dan antwoordde ik: dat kan niet schatje, je kunt niet motorrijden en een speen hebben. Het heeft een aantal weken geduurd, maar uiteindelijk viel zijn keuze toch op de motor. We hebben natuurlijk mazzel met de loods hier. Tiger kwam in de weekenden ook vaak langs. Toen ze wat groter werden, hadden we hele stellages buiten en gingen ze binnendoor en buitenom springen met de motor.” Quincy: “Er waren hele constructies in de tuin gebouwd. Van springschansen tot banken die platlagen, waar een plank overheen lag.” Misha: “Levensgevaarlijk, maar die passie is dus al snel begonnen.” Zonta: “Als ik eraan terugdenk, zou ik het nu niet meer durven.” Wanneer ontdekten jullie dat Zonta echt talent had? Zonta: “Toen ik in de NSF100 Cup reed bij Molenaar. Ik was elf, het was het eerste jaar dat ik echt races reed. Ik startte een wedstrijd vanaf de vijftiende plek en won. Terwijl ik racete tegen jongens die al een aantal jaren in die klasse reden.” Jurgen: “Daaraan kon je het al zien, ja. In het begin waren er veel valpartijen en moest de rijstijl nog worden aangepast. Zonta kwam vanuit de motorcross, daarin duw je veel met de motorfiets. Na driekwart jaar vielen alle puzzelstukjes op hun plek en had hij ineens het ronderecord te pakken op de Junior Track. En dat tussen jongens die al zeven of acht jaar lang op racebanen reden.” Patrick: “Het was eigenlijk een beetje zoals het bij ons is gegaan, Jurgen. Ook Zonta stapte koud op een motor...” Ja, waren jullie ook zo jong? Patrick: “Ik was achttien.” Jurgen: “Ik ben vanaf mijn zestiende gaan racen, maar je moest eigenlijk achttien zijn en je rijbewijs hebben. Dus ik heb veel illegaal gereden.” Hoe oud waren jullie toen je op het niveau was waar Zonta nu op zijn veertiende is? Patrick: “Ik denk dat wij 21 of 22 waren.” Jurgen: “Toen reden wij net allebei GP, samen met Max Biaggi. In 1997 ging ik 500cc rijden, dat was toen de hoogste raceklasse, wat nu MotoGP is. Ik was destijds 27. De jongens van nu liggen zo’n acht jaar op ons voor.” Kijken jullie weleens met Zonta naar oude beelden uit jullie tijd? Jurgen: “Die zijn er nauwelijks.” Patrick: “Er zijn ook totaal geen raakvlakken meer.” Jurgen: “De rijstijl is nu zo anders. Als je ziet hoe het racen geëvolueerd is, dat is bizar. Ze raken bijna met de ellebogen de grond. Dat zag je in onze tijd niet.” Misha: “Ik was een tijdje terug oude foto’s aan het scannen, dus ik liet een foto aan Zonta zien en zei: kijk, dat is papa. Wat was het eerste dat jij zei?” Zonta, lachend: “Ik riep: als ik dat zo doe, dan krijg ik een knal voor m’n kop!” Jeffrey Herlings Zonta debuteerde in 2019 in de European Talent Cup en de Red Bull MotoGP Rookies Cup. Met zijn dertien jaar was hij de jongste van het veld. Zonta: “Het was een heel leerzaam jaar. Ik heb er veel nieuwe vrienden bij en ik ken nu iedereen op de paddock. Dat maakt het veel leuker.” Jurgen: “Aan het begin van het seizoen was het doel om een aantal keer in de top vijftien te komen in de Rookies Cup. Zonta werd uiteindelijk dertiende, reed elke race in de punten en heeft zelfs al in de kopgroep meegereden tussen jongens van zestien jaar. We lopen nu eigenlijk op de planning vooruit. Hij is pas veertien.” Wat is dan precies de planning? Jurgen: “We gaan nu nog een jaar hetzelfde doen, dus European Talent Cup en Red Bull Rookies Cup. Vanaf 2021 is het dan de bedoeling om op een echte WK Junior motorfiets te rijden.” Wie is jouw grote voorbeeld, Zonta? “Marc Márquez (achtvoudig wereldkampioen en huidig MotoGP-kampioen, red.), vanwege zijn rijstijl en vrolijkheid. Ook als er iets negatiefs gebeurt, blijft hij vrolijk. Ik heb hem in 2017 voor het eerst ontmoet toen ik in het Marc Márquez Junior Motor Camp zat. Nu zie ik hem, en ook andere MotoGP-coureurs, weleens op de paddock als ik daar ben voor de Red Bull Rookies Cup. Márquez is heel aardig en niet te vol van zichzelf. En hij is heel snel en gefocust.” Maar je rijdt met nummer 84, dat is te danken aan een andere coureur. Zonta: “Ja, dat is het nummer van Jeffrey Herlings. Dat is nog uit mijn motorcrosstijd, waar ik mee begon toen ik acht jaar was. Jeffrey was toen nog mijn grote voorbeeld.” Misha: “Als je hem vroeger vroeg wat hij wilde worden zei hij: ‘Wereldkampioen motorcross.’ Wegrace bestond niet in zijn ogen.” Wanneer verkoos je het wegracen boven het motorcrossen? Zonta: “Nóóit!” Jurgen, lachend: “Zijn ouders hebben dat besluit voor hem genomen.” Zonta: “Ik kon gewoon niet kiezen en toen heeft papa het besluit genomen. Volgens mij hebben jullie niet eens overlegd.” Misha: “Jawel, wij hebben veel gesprekken met je gevoerd.” Jurgen: “Zonta hoorde als motorcrosser bij de top tien van Nederland van zijn leeftijdscategorie, stond zelfs aan de leiding in het kampioenschap toen we ermee stopten. Niemand geloofde ons toen we vertelden dat ze ons niet meer zouden zien. De keuze voor het wegracen heb ik genomen door mijn eigen achtergrond. Ik weet er veel van en heb geen verstand van crossen. Wel heb ik de Dakar Rally gereden, maar dat wil niet zeggen dat ik een goede motorcrosser ben. Ik weet niet eens hoe ik goed een springbult moet pakken. We kregen de kans om het wegracen te testen in de Molenaar NSF100 Cup en dat ging meteen goed. Toen zijn we ons daarop gaan focussen. De ervaring van het motorcrossen komt ook weer goed van pas bij het wegracen, er zat wel een plan achter het crossen. Dat was ook de reden dat Zonta aan BMX’en heeft gedaan. Daardoor is zijn start heel goed bij de race.” Zonta: “Ik heb de NSF één jaar gedaan en toen ze me vroegen of ik dat nog een jaar wilde, zei ik nee. Ik had er geen plezier meer in. Zat aan mijn limiet, had baanrecords gereden en wilde verder. Ik kon niet meer harder.” Yogalesje Zonta brengt op zijn veertiende al twintig weekenden per jaar door in het buitenland. Misha rekende in 2019 uit dat hun zoon in totaal meer dan honderd dagen niet thuis sliep. Jurgen: “Ook om te trainen zijn we veel in het buitenland. We hebben een mooie camper die tijdens het seizoen op een vaste plek in Valencia staat. Eigenlijk alles wat je kunt bedenken, zit erin: douche, toilet, keukentje, bedden, airconditioning, televisie en een mooie werkplaats. We hebben het dus best goed voor elkaar.” Hoe vind je het om zoveel op pad te zijn met je vader, Zonta? “Ik vind het niet heel erg. Als papa over de snelweg rijdt, zit ik meestal achterin, dan lig ik lekker in het bedje.” Jurgen: “Anders wordt hij ziek... Maar het is niet zo dat Zonta altijd met me meerijdt in de camper. De lange reizen gaat hij met Patrick en Tiger mee met het vliegtuig. Ik rijd dan met het materiaal. Zonta zit natuurlijk ook op school, dus hij moet zo snel mogelijk weer terug zijn.” Hoe is het racen te combineren met school? Zonta: “Het is druk, ik heb ook veel toetsen die ik nog moet inhalen. Mama en Quincy helpen mij ook met school. Maar het gaat heel goed.” Misha: “Hij werkt er heel hard voor. Er kan onderweg weleens wat geleerd worden, maar niet in een raceweekend. Dan ligt de focus op racen en moet je niet ook nog eens willen leren voor een proefwerk biologie.” Zonta: “Ik moet ook wel mijn best doen, want ik doe havo en als ik nu niet blijf zitten, dan ben ik op m’n zestiende van school af. Als ik op die leeftijd nog examen moet doen en ik rijd tegelijkertijd in het WK met twintig wedstrijden per jaar over de hele wereld, dan ga ik het niet halen. Ik mag dus niet blijven zitten, anders moet ik naar de mavo toe.” En hoe zit het met vriendjes en vriendinnetjes? Jurgen en Tiger: “Nou, dat laatste zit wel snor!” Zonta, lachend: “Stelletje eikels! Op school en in het racen heb ik vrienden.” Misha: “Je moet jezelf op school alleen af en toe opnieuw voorstellen. Soms komt hij na vier weken weer eens binnenvallen.” Wat doe je in je vrije tijd? Zonta, lachend: “Ik heb geen vrije tijd.” Jurgen: “Gamen...” Welk spel speel je dan? Zonta: “Vooral MotoGP 19... Maar als ik een weekend vrij ben, dan ga ik naar vrienden toe of zij komen hier.” Jurgen, lachend: “En het liefst gaan ze dan motorrijden!” Word je er nooit moe van dat alles om racen draait, Misha? “Jawel. Ik ben altijd bezig, altijd aan het vooruitplannen en het regelen. Dat geldt ook voor Jurgen. Maar de eerste dag dat ze weg zijn, zit ik meestal met Quincy op de bank. Na een yogalesje denk ik vaak even: hèhè, iedereen is opgezouten.” Wat vind jij er als moeder van dat jouw zoon zo’n risicovolle sport beoefent? Misha: “Ik heb weleens geroepen: dammen mag ook. Jurgen en ik zijn jarenlang bezig geweest met het racen. Maar nu gaat het wel om m’n kind. Dat is af en toe wel een dingetje, zeker als het niet goed gaat of als er wat gebeurt.” Zonta: “Mam gaf gewoon niets om jou pap, en ze strest om mij!” Misha: “Dat is niet waar, want als papa nu de Dakar Rally rijdt, heb ik slapeloze nachten en ligt de telefoon naast me. Maar Jurgen was volwassen en wilde gewoon heel thuiskomen, hij was geen crasher, dus om hem hoefde ik me niet druk te maken.” Hoe beleef je zijn races? Misha: “Uiterst geconcentreerd. Ik zie alles, veelal vanaf de bank. Ik heb de tijdwaarneming altijd aanstaan. De moeder van Patrick en Jurgen liep tijdens de start altijd rondjes met de hond en kwam halverwege de wedstrijd binnen. Dat kan ik me niet voorstellen. Ik zou er wel vaker bij willen zijn om input te geven, af en toe een kus en een knuffel en om successen mee te vieren. Maar Quincy zat afgelopen tijd in de eindexamenklas havo. Ik kon haar niet elk weekend meenemen. Dan heb ik het nog niet eens over de kosten. Hotelletje, autootje, je bent zo duizend euro kwijt. En dan heb ik zelf ook nog een baan.” Maar kijk je naar de race of kijk je naar Zonta? Misha: “Ik kijk naar Zonta. Ja, dat is precies zoals het is: ik kijk naar Zonta.” Jurgen: “Ik heb hetzelfde. Ik kijk naar hem als rijder, maar ook als mijn zoon. Dus ik wil ook dat hij alles zo veilig mogelijk doet en probeer alleen maar merken aan hem te verbinden die goed zijn. En we rijden op goede circuits. Ik bedoel, we gaan niet op stratencircuits rijden.” Misha: “Jurgen heeft wel één ding geleerd: bel me niet op een racedag. Als je me dan ’s middags belt, dan redeneer ik meteen dat er iets aan de hand moet zijn. Waarom zou je me anders bellen? Dan denk ik: foute boel, sleutelbeentje op z’n minst. Ik heb dat ook ooit gehad met de manager van Jurgen, die me belde om iets onbenulligs. Ik voel mijn hart nog in mijn keel zitten. Als er gereden wordt, moet je niet bellen. Het is gewoon zo spannend.” Heb je al zware blessures opgelopen? Zonta: “Een gebroken voet, schouder bezeerd, mijn sleutelbeen is er een aantal keren uitgeschoten. Maar dat hoort allemaal een beetje bij het racen. Als ik crash, is altijd mijn eerste reactie dat ik zo snel mogelijk weer op die motor moet. Ik heb een keer gehad dat ik opstond en zo weer neerviel. Toen kwamen er officials naar me toe met een brancard. Ik dacht: als ik daar op kom te liggen, is het foute boel. Ik kreeg echter de motor niet aan de praat, waardoor ik toch naar het medical center moest voor een check: lichte hersenschudding. Maar ook als er iets gebroken is, wil ik gewoon doorrijden.” Juiste instelling Over zijn doelstellingen voor de komende tijd is Zonta heel duidelijk: kampioen worden in zowel de European Talent Cup als de Red Bull Rookies Cup. Jurgen nuanceert: “Kampioen worden hoeft helemaal niet. Dat moet je straks doen als je Moto3 rijdt.” Patrick: “Nu moet je vooral laten zien dat je snelheid en talent hebt. Verder jezelf blijven ontwikkelen. Je moet er snel staan en laten zien dat je het gevecht durft aan te gaan.” Jurgen: “Als je zestien of zeventien bent, moet je zorgen dat je het WK Moto3 rijdt. Dus eerst bewijzen dat je goed genoeg bent. Zo is dat ook bij Max Verstappen gegaan. En dan moet je als Nederlander geluk hebben dat je een kans krijgt bij een goed team.” Wat is jouw droom, Zonta? Zonta: “Kampioen worden in de MotoGP.” Is dat haalbaar? Jurgen: “Ja. Het hoeven echt niet alleen maar Spanjaarden of Italianen te zijn die kampioen worden. Hoe hoog het motorcrossniveau hier in Nederland is, zo hoog is het wegraceniveau daar. We zijn de helft van het jaar ook in Spanje. Daar gebeurt het. Met de juiste instelling, het doorzettingsvermogen en het stappenplan is het zeker mogelijk.” Misha: “En geluk. Er komt veel meer bij kijken dan alleen een stappenplan. Laten we eerlijk zijn.” Waarin onderscheidt Zonta zich ten opzichte van de rest? Patrick: “Het belangrijkste is talent. Met alleen hard werken word je geen kampioen.” Helden Magazine 53 Het verhaal van Zonta van den Goorbergh komt voort uit Helden Magazine nummer 53. In de 53ste editie blikken onder meer Robin en Bouchra van Persie uitgebreid terug op hún carrière, want zo voelt dat. Een gesprek over Louis van Gaal, Oranje, Feyenoord, racisme, homo-acceptatie, de toekomst én de liefde. Daarnaast verbindt niet alleen het zwemmen Femke Heemskerk, Kira Toussaint en Ranomi Kromowidjojo, maar ook het feit dat ze alle drie bijna gelijktijdig ten huwelijk zijn gevraagd. Daarnaast vertellen Joël en Naomi Veltman hoe zij er in goede en slechte tijden voor elkaar zijn, laat Guus Hiddink zijn licht schijnen over de rentree van Arjen Robben, Oranje en racisme én schittert aanstaande moeder Stefanie van der Gragt in de rubriek ‘Leeuwinnen in het Rijks.’ Verder in de 53ste editie van Helden spraken we met ploeggenoten met hetzelfde doel: Tom Dumoulin en Primoz Roglic. Blikten we met Laurens ten Dam terug op zijn loopbaan én vertelt Lorena Wiebes openhartig over de drugsverslaving van haar broer en hoeveel impact dat op haar en het gezin heeft gehad. Ook ging Helden langs bij de pas vijftienjarige Keet Oldenbeuving. Ze werd in 2019 Europees kampioen en won de NOC*NSF Young Talent Award. Theo Lucius voelt vijftien jaar na het mislopen van de Champions League-finale nog steeds de kater.Victoria Koblenko ging langs bij oud-voetballer Bryan Roy én Tessie Savelkouls raakte op 9 februari dit jaar zwaar geblesseerd, de kans dat ze ooit nog kan judoën is klein. Krijg jij geen genoeg van alle inspirerende sportverhalen? Kies het abonnement dat bij jou past én wordt abonnee. Zo ontvang je telkens de nieuwste edities op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Wil je een Helden Magazine cadeau doen? Het is ook mogelijk om een abonnement cadeau te doen, deze abonnementen lopen automatisch af. Daarnaast zijn de recentste exemplaren ook gemakkelijk te bestellen via onze webshop.