Word abonnee

Wielrennen

De Helden van Jetze Plat

Maurits Giesen

Wielrennen

De Helden van Jetze Plat

door: Jasper Boks
31 mei 2022
20 tot 25 minuten lezen

Jetze Plat (30) is al jarenlang de te kloppen man in het handbiken en op de paralympische triatlon. In Tokio pakte hij in vier dagen tijd drie keer goud. Hij is een inspiratiebron voor velen. Helden vroeg hem naar zijn helden.

Ernst van Dyk

“In 2008 mocht ik naar Beijing met een talententeam om naar de Paralympics te kijken. Ik was net zeventien, was een nationaal handbiketalent. De Zuid-Afrikaanse handbiker Ernst van Dyk, een beer van een vent, won goud in China. Ernst had toen al heel veel gewonnen, was een icoon in het handbiken. Door hem ging ik na 2008 veel professioneler met mijn sport om, maar ik ging niet blindelings kopiëren wat hij deed.

Ik ben van jongs af aan al eigenwijs, heb altijd graag mijn eigen weg uitgestippeld met hulp van mensen om me heen. Bovendien wist ik toen al dat de aanpak van een ander niet een blauwdruk voor succes bij mij zou zijn. Ik gebruikte Ernst eerder als een stip op de horizon, dacht: als het me lukt om hem op een dag het leven zuur te maken als handbiker, dan zou dat mooi zijn.”

Is dat gebeurd?
“Ja, ik heb hem meerdere keren verslagen. Ik heb hem ook leren kennen en daardoor werd hij toch een minder grote held voor me dan hij in 2008 nog was. Het is gebeurd dat hij na een wedstrijd die ik won protest tegen mij aantekende. Dat sloeg nergens op. Dat onderstreept mijn opvatting dat het misschien beter is om je held nooit te leren kennen, want dan valt het vaak tegen. Neemt niet weg dat het nog altijd heel knap is wat hij allemaal heeft gepresteerd.”

Jij won in Tokio als handbiker de tijdrit, de wegwedstrijd en je won de triatlon. Die drie gouden medailles op de Paralympische Spelen in vier dagen tijd waren ongekend.
“Ik ben in 2013 het handbiken en de triatlon op hoog niveau gaan combineren. In Rio won ik goud op de triatlon en brons in de wegwedstrijd handbiken. Het is een flink proces geweest om in beide onderdelen de beste te worden. Onwerkelijk dat het gelukt is.”

Misschien hangt een foto van jou op de koelkast bij veel jonge handbikers en triatleten, ben jij voor hen die stip op de horizon?
“Dat is toch een vette eer? Ernst van Dyk motiveerde mij om elke dag alles uit mezelf te halen. Alleen maar gaaf als jonge gasten in weer en wind aan het trainen zijn met in hun hoofd om op een dag mij te verslaan.”

Ben jij je ervan bewust dat mensen jou als een inspiratiebron zien?
“Stiekem wel steeds meer. Als mensen me maar niet zo op een voetstuk plaatsen dat ze niet meer op mij af durven te stappen. Ik ben altijd heel toegankelijk en bescheiden geweest en dat is niet veranderd door de prijzen die ik heb gewonnen. Ik jaag in eerste instantie gouden medailles na, maar ik zie het ook als mijn roeping om mijn sport bekender te maken. De achterliggende gedachte daarbij is dat ik mensen in revalidatiecentra wil laten zien dat met een beperking het leven niet voorbij is.”

Vragen talenten je vaak om tips?
“Ja, ik ontmoet geregeld mensen die net zijn begonnen met handbiken en hen probeer ik te helpen. Via sociale media krijg ik ook vaak vragen. Of ze vertellen me hun verhaal en laten me weten dat ze voor hun gevoel weer vrijheid hebben sinds ze de handbike hebben ontdekt. Daar word ik dan weer heel blij van. Tijdens wedstrijden moedig ik jonge talenten ook vaak aan. Ik ben iemand die mensen graag motiveert.”

Ouders Hans en Maria

Mijn moeder is drie jaar geleden op zestigjarige leeftijd overleden aan beenmergkanker. Ruim een jaar eerder werd de ziekte bij haar geconstateerd. Wat ik zo verdrietig vind, is dat zij nog helemaal niet klaar was met het leven. Mijn vader en moeder zijn zo belangrijk voor me geweest, zeker toen ik jong was. Zij hebben ervoor gezorgd dat ik ondanks mijn lichamelijke beperking al vroeg heel zelfstandig werd. Het belangrijkste besluit is dat ze ervoor hebben gekozen om mij in m’n jeugd op een handbike te zetten en daarop naar school te laten gaan, in plaats van dat ik elke dag met de taxi werd gebracht en gehaald. Dat is een levensbepalende beslissing geweest.”

Er werd thuis geen uitzondering voor jou gemaakt, toch?
“Ik moest ook gewoon helpen in het huishouden, de afwas doen. Ik kreeg ook niet meer aandacht dan m’n oudere broer Matthijs, oudere zus Kirsten en jongere zus Marit.”

Wat is de invloed van je ouders geweest op je sportcarrière?
“Nou, ze lieten me vooral heel erg vrij. Maar wat ik zeker van hen heb meegekregen, is dat je ergens voor moet knokken. Ik ben van jongs af aan een doordouwer, een aanpakker. Mijn ouders hebben ook veel meegemaakt en ook altijd heel hard gewerkt. Mijn vader heeft een autospuiterij, ze hadden vier kinderen thuis van wie er één een beperking had. Er was altijd wel wat. Bewonderenswaardig wat ze hebben opgebouwd ondanks allerlei tegenslagen. Bij ons thuis werd ook nooit geklaagd. Ik was dus ook van het niet zeuren, maar dat had ook een nadeel: ik kropte dingen heel erg op. Nu weet ik: een keer klagen of je frustraties uiten, mag best als dat oplucht.”

Hoe moeilijk vond je het dat je moeder het niet meer mee heeft mogen maken dat je drie keer goud won in Tokio?
“Mijn moeder ging het sowieso niet om die gouden medailles, ze was net zo blij en trots op me geweest als ik vierde was geworden in Tokio. Mijn moeder wees me er altijd op dat het bijzonder is dat ik dit mag doen, dat ik de wereld over reis en met mijn sport m’n geld verdien. Ik mis mijn moeder vooral in het dagelijks leven. Als ik raad nodig had bij bepaalde keuzes die ik moest maken, ging ik vaak naar mijn moeder toe. Zij had altijd zo’n nuchtere kijk op dingen.”

Praat je nog met haar, hoewel ze er niet meer is?
“Ik ben geregeld bij haar graf. Op die momenten kijk ik eerder of alles netjes is, dan dat ik tegen haar praat.”

Alessandro Zanardi

“Hij is eerst autocoureur geweest, heeft in de Formule 1 gereden. Door een zware crash verloor hij beide benen, waarna hij zich ging toeleggen op het handbiken. Alessandro is een ongelooflijke inspiratiebron voor me geweest. Dat is hij nog steeds, want hij is er gelukkig nog, al is dat door weer een ongeluk, twee jaar geleden, niet in de beste staat van leven. Hij is voor mij een held omdat hij geweldige prestaties geleverd heeft, maar daarnaast is hij ook een fantastisch mens. We waren concurrenten, maar hadden op of rond het podium ook altijd goede gesprekken.”

Hij is ook een toonbeeld van veerkracht.
“Absoluut. De bevlogenheid als coureur nam hij mee in zijn nieuwe sport. Met een nieuw lichaam ging hij opnieuw all-in. Hij keek altijd of hij met zijn materiaal nog een verschil kon maken, liep op dat vlak altijd voorop. Alessandro zorgde daarmee dat ik daar oog voor ging hebben. Maar waar ik hem ook om bewonderde, is dat hij ook nog heel toegankelijk en vriendelijk was. Je wil niet weten hoe groot hij is in Italië. Als ik zag hoe het er bij hem aan toeging… Iedereen wilde wat van hem. Ik zou af en toe helemaal gek zijn geworden, hij niet.”

Waar was jij toen je hoorde dat hij twee jaar terug opnieuw een zwaar ongeluk had gekregen, dat hij tijdens een training tegen een vrachtwagen was geklapt en maanden vocht voor zijn leven?
“Ik was op trainingsstage. Lange tijd wist niemand echt hoe het ervoor stond met hem, of hij het zou overleven. Nog altijd is de situatie heel triest. Hoeveel pech kan een mens hebben? Alessandro zocht altijd de rand op. Hij deed tijdens wedstrijden en trainingen soms dingen waarvan ik dacht: dat had ook heel anders af kunnen lopen. In zijn hoofd dacht hij misschien nog steeds dat hij Formule 1-coureur was. Dat was ook zijn kracht, want voor zijn doen ging alles na het autoracen in slow motion.”

Wanneer heb je hem voor het laatst gezien?
“Bij het WK in Emmen in 2019 waar ik de wereldtitels op de tijdrit en in de wegwedstrijd pakte. We hebben daar ook nog gezellig met elkaar gekletst.”

Ben jij iemand die contact probeert te zoeken met familie of vrienden?
“Ik heb weleens geappt met mensen die dicht bij hem staan om mijn medeleven te tonen. Tegelijkertijd wil ik me juist niet opdringen. Ik denk dan snel: zitten ze wel op mij te wachten? Zanardi is ook de laatste om wie ik me zorgen hoef te maken of mensen wel medeleven met hem tonen.”

Broer Matthijs

“Matthijs heeft me ook erg geholpen om de puzzelstukjes in mijn leven op de juiste plek te krijgen. Mijn broer is zes jaar ouder dan ik, maar betrok me overal bij. Alles wat hij deed, wilde ik ook. Hij reed bijvoorbeeld op brommertjes, dus ging ik dat ook doen. Ik moest het door mijn lichamelijke beperking wel allemaal op mijn eigen manier doen. Dus bedacht ik manieren waarop ik toch kon doen wat Matthijs deed. Onbewust motiveerde hij me extra om dingen voor elkaar te krijgen. Matthijs was belangrijk bij het opbouwen van zelfvertrouwen en zorgde er ook voor dat ik tegen een stootje kon.

Als ik met Matthijs was, dan gingen we geregeld over het randje. Ik viel geregeld en dat zorgde er ook voor dat ik sterker en zelfstandiger werd. Daardoor kon ik er ook beter mee omgaan als er op school een keer iets werd gezegd wat niet zo leuk was. Ik ben nooit heel erg gepest, hoor, het was alleen even een issue toen ik naar de middelbare school ging, waar niemand me kende. Sommigen moesten even aan me wennen. En dan waren er weleens opmerkingen waar ik verdrietig van werd. Maar ja, dat heeft bijna elk kind toch?

‘Ik ben nooit heel erg gepest, hoor, het was alleen even een issue toen ik naar de middelbare school ging, waar niemand me kende. Sommigen moesten even aan me wennen

Ik was dus niet echt een prooi voor pesters, ben ook altijd wel zelfverzekerd geweest, ook door de sport. Ik was ook van jongs af aan aan het sporten, gebruikte altijd mijn schouders en armen. Zowel mentaal en fysiek was ik op sommige punten ook weer verder dan mijn leeftijdgenoten.”

Je hebt inderdaad een indrukwekkend bovenlichaam.
“De spieropbouw heb ik van jongs af aan gehad. Mijn moeder zei altijd voor de grap dat ik zulke grote handen heb, doordat ik honderd keer per dag viel en me altijd op moest vangen met m’n handen. Vanaf het moment dat ik kon lopen, gebruikte ik al m’n armen als ik een trapje op moest. Fietsen deed ik ook al vanaf heel jong met behulp van m’n armen. Daardoor ontwikkelde mijn lichaam al vroeg spieren.”

Als ik dat zo hoor, ben jij ook wel een toonbeeld van veerkracht.
“Het is voor mij vanzelfsprekend dat dingen gaan met vallen en opstaan. Letterlijk en figuurlijk. Als het tegenzit, ga ik niet als een dood vogeltje in de hoek zitten. Ik zoek juist meteen naar oplossingen. Het heeft ook met mijn mindset te maken, ik ben van nature nu eenmaal iemand die het glas half vol ziet. Na een tegenslag treur ik niet te lang.

Een jaar voor de Paralympics liep ik bij een ongeluk met de motor een scheur in een nekwervel op. Daar baalde ik even flink van. Daarna dacht ik: aan die blessure kan ik niets veranderen, maar wat kan ik doen om mijn herstel te bespoedigen en niet te veel achterstand op te lopen?

De coronapandemie was voor elke sporter op weg naar Tokio ook een tegenslag. Ik was met een fietsmaat naar Spanje gereden om te trainen toen daar de lockdown begon. We mochten niet meer op de weg fietsen, dus na drie dagen zijn we het hele stuk weer teruggereden. Je kunt gaan treuren en balen, maar ook bedenken wat je wél kunt doen. Met mijn broer heb ik de corona-tijdritcompetitie in het leven geroepen.

Met zijn tweeën hebben we in de polder in Noord-Holland wedstrijdjes gedaan. Matthijs op de racefiets, ik op de handbike. De beste tegenstander is m’n broer, daar wil ik nooit van verliezen. We reden ons het snot voor ogen. Hij heeft me geholpen om af en toe echt diep het rood in te gaan om te proberen hem voor te blijven. Een geweldige manier om fit en gemotiveerd te blijven. Een stukje van mijn gouden medailles komt ook zeker Matthijs toe.”

Hoe onderhoud jij je lichaam?
“Van huis uit heb ik altijd meegekregen dat ik gezonde voeding moest gebruiken. In aanloop naar belangrijke wedstrijden zorg ik altijd dat ik alle voedingsstoffen tot me neem: dus voldoende eiwitten en koolhydraten. Ik heb een duidelijk voedingsschema, weet precies wat ik eet. Ik ben daar al jaren mee bezig. Doordat ik dat goed heb uitgezocht, hoef ik ook niet te compenseren met allerlei shakes.

Ik spar geregeld over mijn voedingsschema met een diëtist. Maar denk nou niet dat ik een Excelsheet heb waarop tot op de gram nauwkeurig genoteerd staat wat ik elke dag mag eten. Met voeding is het vooral ook een kwestie van gezond verstand gebruiken. Dus niet te veel ongezonde dingen eten. Die haal ik dan ook niet in huis. Als je bij mij de koelkast opentrekt, zie je alleen maar gezonde dingen. Kwark, groente, water.”

Je bent ook ambassadeur van Campina.
“Klopt. Campina moedigt mensen aan om gezonder te leven doormiddel van een goed ontbijt en voldoende beweging. Ik vind het ook belangrijk dat in deze tijd mensen erop worden gewezen hoe ze gezond kunnen leven en kunnen werken aan hun fysieke gezondheid.”

Kees van Breukelen

“Guido Vroemen is mijn coach en Johan Versluis is mijn krachttrainer. Zij vormen mijn begeleidingsteam. En Kees is mijn klankbord op de achtergrond. Kees heeft mij op mijn tiende m’n eerste handbike uitgeleend waarmee ik mee kon doen aan wedstrijden. Hij was een beetje mijn sportvader, heeft me zien opgroeien. Kees is mijn hoofdcoach geweest tot 2011. Hij is van huis uit geen trainer, is vroeger gymdocent geweest. En hij heeft zelf veel gehandbiket omdat hij een bedrijf in handbikes had.

Kees maakte mij heel zelfstandig als sporter, liet mij altijd opschrijven wat ik aan het doen was en dat evalueerden we dan. Hij heeft nooit een schema voor me opgesteld, dat moest ik zelf doen. Door daarna gesprekken te voeren, leerde ik mezelf kennen en dingen herkennen die mij hielpen om zelf een goed trainingsschema op te stellen.

Ik zal ook nooit vergeten dat hij rond de Paralympics in Beijing van 2008 een A4’tje had gemaakt. Op dat papiertje stond dat ik in Londen, in 2012, nog geen medaille zou halen, in Rio zou ik één medaille pakken en in Tokio moest het dan twee keer goud worden. Ik combineerde het handbiken toen nog niet met de triatlon. Wat hij destijds op het A4’tje schreef, is precies uitgekomen: geen medaille in Londen, brons in Rio en twee keer goud met handbiken in Tokio.

Daar blijkt achteraf wel uit hoe goed hij mij toen al kende. Maar dat A4’tje, dat ik nog steeds heb, vertelt ook hoe weinig druk hij me oplegde, hij kwam niet met te ambitieuze plannen, wist ook heel goed dat het niveau heel hoog was en dat ik echt wel een paar jaar nodig had om te leren en aan te pikken bij de wereldtop. Ook nadat hij stopte als mijn coach, was hij nog jarenlang degene die ik als eerste belde na een wedstrijd. Hij gaf dan ook altijd heel goede feedback.”

Spreek je Kees nog vaak?
“Ja. Ik organiseer eens per jaar een etentje met mijn begeleidingsteam en nodig Kees ook altijd uit. Vorig jaar zei Kees: ‘Ik wil heel graag nog bij de etentjes zijn, maar ik wil niet langer deel uitmaken van jouw begeleidingsteam, want ik kan je niet zoveel meer leren.’ Dat siert hem. Neemt niet weg dat hij nog altijd belangrijk is voor me. Ik bel hem nog steeds als ik vragen heb of ergens mee zit. Kees is ook een beetje mijn mental coach.”

Maarten van der Weijden

“Heel knap dat hij, nadat hij genezen was van leukemie, er toch in geslaagd is om olympisch kampioen openwater te worden. Maar wat Maarten voor mij echt een held maakt, is dat hij zijn naam en de sport is gaan gebruiken om geld in te zamelen voor de bestrijding van kanker. Zo mooi dat iemand zich met ziel en zaligheid inzet voor de goede zaak. Door de ziekte van mijn moeder kwam dat nog dichterbij.

Als topsporter ben je, zeker in de beginjaren, vooral met jezelf bezig. Elke dag neem je beslissingen die om jou draaien. Langzaamaan kom ik in de fase dat ik het ook leuk vind om anderen te helpen. Maarten heeft die switch als geen ander gemaakt. Hij verzint ook nog eens unieke uitdagingen die enorm aanslaan. Ga het maar bedenken om een Elfstedentocht van tweehonderd kilometer te zwemmen. En zorg dan ook nog maar eens dat het hele land jou op de voet volgt. Petje af. Ik heb Maarten een paar keer ontmoet, kan niets aan hem bedenken waarom hij ook maar een beetje minder mijn held is dan ik al vond.”

Maarten stopte in 2008 als topsporter, vlak nadat hij olympisch goud had gewonnen. Er komt een dag dat ook aan jouw hegemonie een einde komt.
“Ik hoop dat ik de touwtjes zelf in handen hou, dat ik voor die tijd al heb gezegd dat het mooi is geweest.”

Jij hebt afgelopen jaren alle doelen behaald, alles gewonnen wat je wilde winnen en je bent al tijden ongeslagen. Hoe belangrijk is dat voor je?
“Ik vind het heel belangrijk dat ik alles heb gewonnen wat ik wilde winnen, maar al die overwinningen zijn ook ten koste gegaan van dingen. Jarenlang heb ik niet eens doorgehad wat ik allemaal heb gedaan en gelaten om mijn doelen te bereiken. Sinds Tokio zie ik meer in wat ik allemaal voor mijn sport moet laten. Ik word een gelukkig mens van gouden medailles, maar ik denk dat ik nog gelukkiger word als buiten de sport het leven ook mooi en goed is. Het is best gevaarlijk als je daar als topsporter over na gaat denken.”

Wat zijn nog doelen voor de komende tijd? Je hebt in 2017 de Ironman op Hawaï gewonnen…
“De Paralympics in Parijs zijn al over twee jaar en ik wil sowieso daar nog in actie komen. Na Rio had ik meer tijd, had ik de ruimte om me toe te leggen op de Ironman. Want dat vergt een andere manier van trainen. De Ironman in 2017 ging ook nog eens heel erg goed, dus als ik meedoe, dan is het mijn doel om het beter te doen dan destijds. Dat betekent dat ik me nog beter moet voorbereiden. Die ruimte is er nu helaas niet. Verder merk ik dat ik nu niet het vuurtje voel branden zoals ik dat tot en met Tokio voelde.

Ik merk dat ik het nu lastig vind om meer dan dertig uur in de week te moeten trainen. De Ironman laat ik voorlopig dus rusten. Het is nu vooral zaak om het vuurtje weer op te poken, om op een rijtje te zetten wat ik nog wil en hoe ik mijn doelen wil bereiken.”

‘Ik heb Maarten van der Weijden een paar keer ontmoet, kan niets aan hem bedenken waarom hij ook maar een beetje minder mijn held is dan ik al vond’

Wat zit er in je hoofd? Wil je weer voor drie keer goud gaan in Parijs?
“Nou, ik heb dit jaar een zijstap gemaakt naar het wheelen van marathons. Dat is ook een heel sterke competitie, die zit ook geïntegreerd in de grote marathons wereldwijd. Ik had dit jaar de marathon van Boston willen doen, maar ik mocht niet meedoen omdat ik nog geen kwalificatietijd kan overleggen. Helaas werd er geen uitzondering voor me gemaakt.

Eind dit jaar wil ik meedoen aan de marathons van Londen, New York en Parijs. In mijn achterhoofd zit om op de marathon mee te doen op de Paralympics. Maar tegelijkertijd wil ik voorkomen dat ik een soort circusact word, ik wil wel uitkomen op onderdelen waarop ik ook goud kan winnen. Maar door me toe te leggen op het wheelen van marathons, kan ik wel dat vuurtje in mij weer laten branden.”

Maarten is sinds hij stopte wel altijd op zoek gegaan naar nieuwe uitdagingen in het leven. Denk jij dat jij dat ook zal doen als je gestopt bent?
“Ik denk dat ik minder de drang zal voelen als Maarten om nog te leven als een op-en-top atleet.”

Wat zijn dingen waar je naar uitkijkt als de sportcarrière erop zit?
“Ik wil de periode na de sport gebruiken om iets anders eindelijk eens heel goed te kunnen doen. Ik zou het heel vet vinden om talenten – valide sporters en atleten met een beperking – met ziel en zaligheid te helpen. Of ik wil me inzetten voor de gehele Nederlandse sport om te kijken op welke vlakken er nog winst te boeken is. Ik voel heel erg de behoefte om mee te denken en te praten, maar het komt er nu niet van om het goed te doen. Over twee jaar zijn de Paralympics in Parijs alweer. Ik heb nu nog geen tijd om naast mijn sport en sponsorverplichtingen nog een paar uur in de week er iets bij te doen.”

Helden Magazine 62

Het verhaal van Jetze Plat komt voort uit Helden Magazine 62. In deze dubbeldikke editie schittert naast Vivianne Miedema, Ruud Gullit op de cover. Gullit spreekt zich uit over Max Verstappen, Marco van Basten, Louis van Gaal, Erik ten Hag, Ronald Koeman, Virgil van Dijk, Memphis Depay en de Black Lives Matter-discussie.

De Oranje Leeuwinnen gaan in Engeland proberen hun Europese titel van 2017 te prolongeren. In het EK vrouwenvoetbal gedeelte spraken we met Dominique Janssen, Jackie Groenen, Jill Roord & Lynn Wilms, Shanice van der Sanden en bondscoach Mark Parsons.

In Helden Magazine 62 lees je nog meer interviews en reportages over voetbal. Een gesprek met Luis Sinisterra en zijn trotse moeder. Trainer en oud-voetballer Wim Jonk over Johan Cruijff, Louis van Gaal en Dennis Bergkamp. Molukse voetbalhelden Simon Tahamata & Jack Soumaru én keeper van landskampioen Ajax: Remko Pasveer.

Ook spraken we de in korte tijd uitgegroeide boegbeeld van de Nederlandse atletiek: Femke Bol, blikken we samen met drievoudig olympisch kampioen, hockeyster Lidewij Welten en een gesprek met Thomas Dekker over een leven van vallen en opstaan. Daarnaast nemen we de carrière door van mountainbike pionier Bart Brentjes.

Verder was Tim Montgomery de snelste man op aarde, is Cees Bol sprinter bij Team DSM en is Lewis Hamilton de succesvolste Formule 1-coureur aller tijden. Victoria Koblenko daarnaast interviewde Mister Nice Guy en marathonloper Björn Koreman én hockeyster Marijn Veen vertelt over de moeilijke tijd in aanloop naar het WK.

Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 62 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.

Delen: