Word abonnee

Wielrennen

Tom Dumoulin: De regie terug in eigen hand

Raymond Kerckhoffs

Wielrennen

Tom Dumoulin: De regie terug in eigen hand

door: Raymond Kerckhoffs
9 november 2021
21 tot 26 minuten lezen

Tom Dumoulin verbaasde met olympisch zilver op de tijdrit in Tokio. Maar de belangrijkste overwinning in 2021 boekte de renner van Jumbo-Visma op zichzelf. Juist door alle successen in de afgelopen jaren was hij de regie over zijn eigen leven en loopbaan grotendeels kwijtgeraakt. Tom nam een break. Na drie maanden rust besefte hij weer wat hem richting zijn Giro-zege in 2017 zo goed en gelukkig maakte.

Tekst gaat verder onder de foto

Tom Dumoulin

Zijn rechterarm zit nog in een brace verpakt, nadat hij tijdens een trainingstocht in de Ardennen door een auto werd geschept en zijn pols brak. Er kon meteen een streep door de WK. “Ik kan dit vrij makkelijk relativeren,” stelt Tom Dumoulin, “voor de ‘oude’ Tom zou de wereld zijn vergaan, maar dat gevoel heb ik nu niet gekend. Natuurlijk baalde ik enorm. Maar als je goed in je vel zit, kun je dit soort tegen­ slagen veel makkelijker naast je neerleggen. Ik blijf niet meer te lang in zo’n teleurstelling hangen. Uit 2021 haal ik voldoende vertrouwen om heel optimistisch naar het nieuwe wielerseizoen uit te kijken. Ik heb er nu al zin in.”

De ‘oude’ en de ‘nieuwe’ Tom, het klinkt zo wollig. Kan er een 2.0­versie van iemand bestaan? Of heeft iemand gewoon zoveel over zichzelf geleerd dat hij heel goed weet wat goed en slecht voor hem is? “Ik heb in 2021 sowieso heel veel over mezelf geleerd. Ik ben dit jaar veel gelukkiger geweest dan in de voorgaande drie jaren. Het jaar begon heel zuur. Ik liep vorige winter echt op mijn laatste benen. Eigenlijk heel vorig jaar al, maar dat gevoel heb ik continu voor me uit weten te schuiven.

Een mens kan veel wanneer hij per se moet en wil. De klap kwam in de winter. Ik kwam niet meer vooruit. Mijn seizoen eindigde met een opgave in de Vuelta, ik was volledig leeg. Na het seizoen heb ik vier weken de fiets niet aangeraakt. Ik hoopte door die rustperiode met een schone lei aan 2021 te kunnen beginnen.

In mijn eerste trainingsweek merkte ik al dat ik me nog niet goed voelde. Ik was nog steeds niet fit, begon vermoeid aan de voorbereiding op het nieuwe jaar. Ik bleef toch doorfietsen in de hoop dat het vanzelf beter zou worden. Maar het werd alleen maar slechter. In januari hield ik het niet eens vol om twee uur lang te fietsen. Ik voelde me de rest van de dag na zo’n tocht ziek en ellendig, lag dan uren uitgeteld op de bank. Mijn lichaam heeft op dat moment aan de rem getrokken. Wanneer je je zo zwak voelt, raak je het totale plezier in het fietsen kwijt. Ik begon er zelfs een hekel aan te krijgen, kon niet anders dan in januari de knoop doorhakken en stoppen. Op die manier kon ik niet doorgaan.”

Zware rugzak

Waren het mentale of fysieke problemen die tot deze burn-out leidden?
“Het zal een combinatie geweest zijn. Ik denk dat de problematiek op het mentale vlak is begonnen. Ik liep vast, omdat ik met sommige dingen moeilijk kon omgaan en dat niet goed voor mezelf heb opgelost. Iets dat bij mij misschien al sinds 2017 speelde. Hoe wil ik in het leven staan? Hoe wil ik het vak uitoefenen? Dat soort vragen stelde ik me al sinds de eindzege van de Giro d’Italia in 2017. Als je dat niet oplost of je blijft, zoals ik, alleen maar doorgaan, dan trekt je lichaam op een zeker punt fysiek aan de rem.”

De beslissing om een break te nemen zal niet makkelijk zijn geweest
“Dat was heel moeilijk. Ik nam het besluit op het trainings­kamp met de ploeg in Alicante. Meteen nadat ik de woorden had uitgesproken naar de teamleiding viel er een zware rug­ zak, zo’n last, van mijn schouders. Echt ongelooflijk. Ik voelde direct dat er rust in mijn leven kwam.”

Maakten die verwachtingen juist die rugzak zo zwaar?
“Ja, inderdaad. Ik moest even helemaal niks meer. Het was heel lang geleden dat ik dat gevoel had gekend. Ik wist niet wat ik over twee weken of over drie maanden zou doen, dat voelde heel fijn. Het deed me ook goed dat ik door iedereen meteen met rust werd gelaten. Iedereen leek de situatie waarin ik zat te begrijpen en te respecteren.”

Hoe blij ben je nu dat je toen die rigoureuze stap hebt gezet?
“Heel erg blij. Het was zeker een kwestie van durven. Maar als ik dat besluit toen niet had genomen, hadden we hier nu waarschijnlijk niet gezeten. Dan was ik vrijwel zeker gestopt met wielrennen.”

Op een andere manier had je de liefde voor het wielrennen niet meer kunnen terugvinden?
“Nee, zeker niet. Dan had ik misschien nog voortgekabbeld. Misschien dit jaar nog, misschien volgend jaar nog. Maar dan was het echt klaar geweest. Dan had ik mijn carrière waarschijn­ lijk met een vervelend gevoel moeten afsluiten. De vrijheid die ik nu voel dankzij die break is enorm belangrijk. Daardoor heb ik het plezier in de sport weer helemaal teruggevonden. Het heeft even geduurd, maar ik ben nu helemaal opgeknapt.”

‘Bijna niemand stond er meer bij stil wat en hoe ík het eigenlijk wilde. Er werden bijna continu keuzes voor mij gemaakt’

Was je overtraind?
“Ik ben een fitte, jonge gast die gewend is om probleemloos vijf of zes uur op de fiets te zitten. Als je ineens geen twee uur meer kunt fietsen zonder helemaal uitgeput te zijn, dan mag je dat wel overtraind noemen. Natuurlijk hebben we in die periode mijn bloedwaardes laten checken en die waren op dat moment ook superslecht. Dat toonde eigenlijk standaard het overtrainingssyndroom aan.”

De wetenschap drukt tegenwoordig zo’n belangrijk stempel op de wielersport. Waarom heeft de begeleiding dit niet eerder zien aankomen?
“Je kunt niet alleen aan bloedwaardes zien of iemand over­traind is. Meestal zijn er al fysieke klachten en worden die later bevestigd met een bloedbeeld. Het is niet zo dat men vooraf aan de hand van een bloedbeeld kan concluderen dat iemand over reached of overtraind dreigt te raken. Zo werkt het niet. Het is iets dat erin sluipt.

Wetenschappelijk kun je met overtraining ook niet aangeven of een maand rust voldoende is of dat je nog langer afstand van de sport moet nemen. Ik denk dat het nodig was dat ik mijn rock bottom bereikte, waardoor ik wist dat het noodzakelijk was om afstand van het wielrennen te nemen. Ik wist in januari voor honderd procent zeker dat ik het niet meer zou trek­ ken. Het allerbelangrijkste is geweest dat ik zelf de beslis­sing heb genomen.

Als een trainer tegen mij had gezegd: ‘Tom je moet nu gaan rusten’, dan had het mentaal waarschijnlijk niet hetzelfde effect gehad. Dan had ik mezelf niet de vragen gesteld waarmee ik mezelf nu wel heb geconfronteerd. Daardoor heb ik nu het gevoel dat ik een aantal zaken in mijn hoofd heb opgelost, waardoor ik een stuk belastbaarder ben.”

Welke vragen stelde jezelf dan?
“Waarom vind ik de wielersport nog leuk? Wat vind ik niet leuk? Hoe kan het dat ik met dit ongelukkige gevoel rondloop sinds 2017? Is het omdat ik herkend word in de stad? Is mijn bekendheid de druppel die de emmer doet overlopen? Zijn het de media? Is het te veel trainen? Is het te veel van huis zijn? Wat vind ik wel en niet leuk aan het fietsen?”

Is het belangrijkste dat je de regie over je eigen leven weer terug moest krijgen?
“Ja, ik had die periode nodig om erachter te komen dat dat mij dwars zat. Die paar mensen die met me in de stad op de foto willen, af en toe een interview geven of sponsorverplichtingen, daar heb ik geen problemen mee.

Ik ben in zak en as geraakt, omdat ik sinds 2017 het gevoel had dat ik werd geleefd. Alle mensen om me heen wilden het maximale uit mij halen. Dat was niet verkeerd, want dat wilde ik ook. Alleen wilden ze dat doel bereiken door een hele omgeving rond mij te creëren met op alle gebieden topexperts die bepaalden wat het beste voor mij was. Iedereen wilde met de beste wil van de wereld een bijdrage leveren om mij beter te maken.

Bijna niemand stond er nog bij stil wat en hoe ík het eigenlijk wilde. Er wer­den bijna continu keuzes voor mij gemaakt, waardoor ik zelf niet meer kon aangeven welke richting ik het beste achtte. Dat voelde geregeld heel beklemmend.”

‘Bondscoach Koos Moerenhout gaf me juist dat laatste zetje dat ik toen nodig had. Iemand die zei: ‘Tom ik geloof in jou’’

Kun je daar een voorbeeld van geven?
“Vorige winter zijn we naar de windtunnel geweest. Ik wilde op dat moment eigenlijk het liefst zelf die nieuwe tijdritfiets ontdek­ken. Zelf aanvoelen hoe die fiets het best kon worden afgesteld. Als ik dat ont­dekt had en nog vragen had, dan wilde ik naar de windtunnel om te kijken hoe we de door mij ontdekte beste houding verder konden optimaliseren. Nu werd mijn houding met de beste bedoe­lingen en met de beste experts helemaal in de windtunnel bepaald.

Dat was niet de weg die ik wilde bewandelen. Ik ben een persoon die zelf zaken wil ondervinden. Het was voor mij belangrijk om in te zien dat ik richting de toekomst weer zelf meer de regie moest pakken. Zo heb ik dat eigenlijk tot aan mijn eindzege in de Giro altijd gedaan. De leiding van Jumbo­Visma begrijpt gelukkig heel goed wat ik bedoel en ik ben ook dankbaar voor de vrijheid die zij me hebben gegeven. Het werkt nu voor mij heel bevrijdend om weer meer eigen keuzes te maken.”

Bevoorrecht

Hoe belangrijk was je bezoek als ‘supporter’ aan de Amstel Gold Race in de periode dat je een pauze had ingelast?
“Eigenlijk veel belangrijker dan ik had verwacht. Ik ging weer eens als een buitenstaander naar een koers. Ik voelde me die dag opnieuw die kleine jongen die in zijn woonplaats Maastricht naar de Amstel Gold Race ging kijken. Dat vond ik altijd heel speciaal en onbewust heeft dat vroeger een zaadje bij mij geplant. Dat zaadje werd nu opnieuw geplant. Ik vond het gaaf om bij een wielerwedstrijd te zijn, om al die ploeg­ bussen en renners te zien. Ik stond met het enthousiasme van een jongetje achter de dranghekken te kijken van: o, daar is Alaphilippe en daar komt Valverde. Stom hè?”

Heb je daardoor ook ervaren hoe mensen nu naar jou kijken?
“Het werd me die dag weer duidelijk hoe blij men­ sen kunnen worden dat ik op dit hoge niveau fiets. Ineens voelde ik me tijdens die Amstel Gold Race heel bevoorrecht. Van: wow, het bestaan van profwielrenner op dit niveau is toch wel gaaf. Wij leven vaak in een cocon, maar dit aspect van de topsport mag je niet vergeten. Die dag ervaarde ik weer hoe gaaf het is om in zo’n grote en mooie sport een van de belangrijke mannen te zijn.”

Bondscoach Koos Moerenhout heeft in die moeilijke periode onvoorwaardelijk achter je gestaan. Hij hield het olympische ticket voor de tijdrit in al die maanden vrij voor jou. Hoe belangrijk is dat geweest?
“Heel bijzonder hoe hij volledig achter mij is blijven staan en alle vertrouwen in mij bleef houden. Hij gaf al in een eerste gesprek aan dat ik alle tijd moest nemen. Koos vond dat ik allang en breed bewezen had dat ik de enige Nederlandse renner was die een medaillekandidaat in Tokio kon zijn.

Tekst gaat verder onder de foto

Tom Dumoulin

Hij wist dat het vanuit de situatie waarin ik zat heel lastig zou worden om voor de medailles te gaan, maar sprak openlijk uit dat hij in mij geloofde. Toen ik eind april bij hem aanklopte dat ik de uitdaging wilde aangaan, was er bij hem geen twijfel om mij te selecteren. Dat was zeker speciaal, want ik kwam fysiek van heel ver en had bijna twee maanden niet gefietst.”

Waren dat de emoties die je na de tijdrit toonde bij de omhelzing met Moerenhout?
“Ja, dat kwam eruit. Eigenlijk sta je als bondscoach altijd een beetje aan de zijlijn. Koos coacht en traint me immers niet. We hielden van afstand wel altijd een beetje contact, maar dat was zeker niet op een dagelijkse basis. En toch hadden we allebei in Tokio het gevoel dat we het samen aan het doen waren.”

Heeft Moerenhout een groot aandeel in het feit dat jij nog wielrenner bent?
“Ik denk het wel. Koos gaf me juist dat laatste zetje dat ik toen nodig had. Iemand die zei: ‘Tom ik geloof in jou.’ Hij heeft altijd aangegeven dat hij met mij in de kans geloofde om een medaille te pakken. Hij nam het risico om mij te selecteren, want ergens wisten we dat de voorbereiding verre van perfect was en dat de tijd heel kort was om een top­ prestatie neer te zetten.”

Had je het gevoel dat er veel druk op je stond in Tokio?
“Dat viel wel mee. Ik had er ook vrede mee gehad wanneer het minder goed had uitge­pakt. Ik heb met veel te weinig trainingsuren iets gedaan wat eigenlijk niet kan. Juist daardoor geeft die zilveren medaille me nu heel veel vertrouwen. Dat maakt toch wel duidelijk dat in mijn aan­ pak iets zit dat in elk geval voor míj goed werkt.

Het belang­rijkste op dat moment was dat ik het proces naar Tokio heel leuk vond. Ik vond de liefde terug voor het werken naar grote doelen, het maximale uit mezelf halen. Ik had weer zelf de regie en dat gaf veel plezier en voldoening. Het was een fijne periode.”

Hoe anders was die voorbereiding dan de normale weg die je de laatste jaren naar grote doelen volgde?
“Heel anders. Ik had nu de volledige regie, normaal gespro­ken werd ik grotendeels door mijn ploegen gestuurd. Ik ben van het ene extreme naar het andere gegaan. Al besef ik nu ook dat er wat mij betreft richting de toekomst ook een middenweg mag zijn.

In het proces naar Tokio heb ik geleerd dat mijn aanpak ook succesvol is, dat die aanpak wel past bij de persoon die ik ben. Ik denk zelf graag na over zaken en ik vind het ook heel leuk om uit te puzzelen welke training op dat moment het meest geschikt voor mij is. Zo heb ik twee keer zelf mijn hoogtestages naar Livigno gepland, want ik heb daar ook een bepaald idee over wat bij mij het beste werkt.”

Welke trainingsmethode werkt bij jou dan het beste?
“Ik ben iemand die in de trainingen ook mijn gevoel volgt. Sommigen houden zich tot op de minuut en de kilometer aan een schema. Ik probeer ook naar mijn lichaam te luisteren. Richting Tokio was daar ruimte voor. Het kwam weleens voor dat ik een ochtend besloot om het anders aan te pakken en bijvoorbeeld niet met de race­ fiets te trainen, maar met de mountainbike. Ook heb ik bewust gekozen om twee en niet drie weken op hoogte­ stage te blijven.

Mijn ervaring leert dat ik het in de derde week steeds vervelender be­ gin te vinden, waardoor ik dan met een slecht gevoel huiswaarts keer. Het maken van mijn eigen keuzes werkt bij mij extra motiverend. Anderen zitten anders in elkaar en willen het liefst een vast schema van begin mei tot aan de Tour heel nauwgezet volgen.”

In Livigno kwam je Annemiek van Vleuten tegen. Zij is op haar manier ook heel succesvol en veroverde de olympische titel op de tijdrit bij de vrouwen.
“Zij heeft inderdaad haar eigen dingetjes en maniertjes. Annemiek is daar behoorlijk extreem in. Al heeft ze daar een modus in gevonden die voor haar heel gewoon en natuurlijk aanvoelt. Wij kijken er soms van de buitenkant raar van op wanneer we haar trainingscijfers zien.

Een training van acht uur in de Alpen, dan denk je meteen dat ze maniakaal bezig is. Zij beleeft dit heel anders. Zij stapt op de fiets met het gevoel dat ze zes of zeven uur heerlijk gaat fietsen door de mooiste omgeving van Europa. Daar geniet ze van. Wij zien dan die ritten op Strava verschijnen en oordelen daar dan heel anders over. Dat laat mij ook weer inzien dat je goed kunt presteren wanneer je een modus hebt gevonden die voor jou werkt.

Trouwens, ik vind Primoz Roglic ook extreem. Zodra het licht wordt gaat hij joggen, vervolgens doet hij zijn rek­ en strek­ oefeningen. Eerst traint hij soms nog op de tijdritfiets om na het ontbijt de training met de rest van de ploeg op te pak­ ken. Primoz doet ook veel meer dan een ander. Hij heeft er een ritme in gevonden waar hij zich heel goed bij voelt, zodat het voor hem normaal is. Voor hem voelt dat niet als een opoffering.”

Godswonder

Gaat de ploeg je in de toekomst nu ook meer vrijheid geven in je trainingsaanpak?
“Jumbo­Visma staat daar zeker voor open. Zij willen me een bepaalde ruimte geven. Ze hebben in Tokio gezien dat mijn route ook succesvol kan zijn. Het is best bijzonder dat ze mij die vrijheid naar de Spelen hebben gegeven. Daar spreekt vertrouwen uit. Ik ben dan ook blij voor hen dat ik het heb kunnen waarmaken.

Het is niet zo dat ik een einzelgänger ben. Absoluut niet. Ik ben onderdeel van een ploeg en vind het juist heel fijn om zaken met de ploeg aan te pakken. Juist uit die samenwerking haal ik heel veel positieve energie. Daar wil ik me zeker niet aan onttrekken. Ik wil zeker een team player zijn.”

Toch is het gek dat iemand die drie keer op het podium van een grote ronde heeft gestaan, het gevoel heeft dat hij zijn omgeving nog moet laten zien dat zijn aanpak best goed is. “Het is eigenlijk heel cru dat die ruimte er tot aan die Giro­zege in 2017 wél was. Hoe beter ik ging presteren, des te minder ruimte er voor mijn eigen inbreng was. Er kwamen steeds meer experts bij en iedereen was vooral bezig om vanuit zijn visie mij beter te maken.”

Was je met je eigen aanpak verder gekomen?
“Dat durf ik niet te zeggen. Ik weet wel dat ik dan niet zo’n noodgedwongen break in mijn loopbaan had moeten inlassen.”

Hoeveel vertrouwen in de toekomst heeft die zilveren medaille je gegeven?
“Dat resultaat heeft me vleugels gegeven. Dit was zeker een overwinning op mezelf. En om mezelf een beetje op de borst te kloppen: er zijn niet veel wielrenners die dit gepresteerd had­ den op deze wijze en in zo’n korte tijd. Het was voor mij een bevestiging dat ik nog altijd een van de betere renners van de wereld ben.”

Was je dat vertrouwen in jezelf dan kwijt?
“Ja, dat was ik helemaal kwijt. Tokio was het eerste moment sinds het WK in 2018 in Innsbruck dat ik weer eens liet zien dat ik een bijzondere wielrenner ben. Als je dan bijna drie jaar niet meer zo’n prestatie neerzet, nemen de twijfels toch een beetje de overhand.”

Maar je raakte in 2019 in de Giro geblesseerd aan je knie, reed een jaar geen wedstrijden… In 2020 keerde je terug in het peloton, had je Team Sunweb verruild voor Jumbo- Visma.
“In 2020 werd ik dan wel zevende in de Tour de France, maar had ik voor mijn gevoel een heel slecht jaar. Ik zat zo belabberd in mijn vel dat ik niet trots kon zijn op m’n pres­taties. Ik kon niet relativeren dat ik op sommige dagen bij de beste renners uit het peloton hoorde, die realiteitszin was helemaal weg. Mentaal en fysiek liep ik de hele tijd op mijn achterste poten. Ik was me daarvan bewust en droeg dat in alle wedstrijden met mij mee. Dat ik toen nog in de Tour in de top tien eindigde mag een godswonder heten.”

Na de Spelen kon je in de Benelux Tour weer met de besten in een wegwedstrijd wedijveren.
“In de Ardennen­rit in de Benelux Tour zag ik voor het eerst weer een sprankje van de oude Tom terug. Een dag later voelde ik me rond de Muur van Geraardsbergen helemaal niet goed. In de finale probeerde ik de klim van Denderoord volle bak op te rijden.

Ik had nog een goede één minuut­waarde, waar­ mee ik mezelf verbaasde. Dat ik met een minder goed gevoel nog bij bijna iedereen kon wegrijden en als derde eindigde, gaf me vertrouwen dat ik een heel sterke laatste maand zou rijden. Uiteindelijk is dat door die polsbreuk anders gelopen, maar bij die val is mijn vertrouwen richting 2022 niet gebroken.”

Denk je in de toekomst weer aan een klassement in de grote rondes?
“Ik ben wielrenner geworden om het maximale uit mezelf te halen. Het proberen om resultaten te halen, vind ik nog altijd het mooiste wat er is. Ik word er niet gelukkig van wanneer ik alleen maar voor anderen op kop moet gaan rijden. Dan kan ik ook op 95 procent van mijn kunnen een grote waarde voor de ploeg zijn.

Alleen al het gevoel dat je op 95 procent goed kunt presteren… Dat past niet bij mijn ambitieniveau. Ik wil voor die honderd procent gaan. Ik wil zelf nog korte uitslagen rijden en natuurlijk het liefst winnen. In welke koersen zien we deze winter wel. Maar grote rondes sluit ik zeker niet uit. Dat blijf ik heel uitdagend vinden en ik weet dat ik daar heel goed in kan zijn.”

Helden Magazine 59

Het verhaal van Tom Dumoulin komt voort uit Helden Magazine 59. Sifan Hassan is onze Held van het Jaar en siert de cover van het dubbeldik eindejaarsnummer. Ze kwam, zag en overwon. Hassan deed wat niemand voor haar deed: drie olympische medailles winnen op de middellange afstanden op dezelfde Spelen.

Heel bijzonder is ook het verzoek dat Barbara Barend kreeg van Bibian Mentel. Vlak voor haar overlijden, op 29 maart dit jaar, wilde Bibian nog een keer een groot interview geven met het verzoek het verhaal na haar overlijden te publiceren. In het verhaal spreekt zij nog één keer iedereen toe die haar lief hebben. 

In Helden Magazine 59 lees je een uitgebreid interview met Fabio Jakobsen en zijn aanstaande vrouw Delore. Ze blikken samen terug op de zware val in Polen, waarbij Fabio bijna het leven verloor én hoe hij zich dit jaar heeft teruggevochten. Daarnaast spraken we een van de sterkhouders van Ajax, Daley Blind in het bijzijn van zijn vrouw, dochter, moeder en twee zussen. Rolstoeltennisster Diede de Groot won dit jaar de Golden Slam. De dubbelvier zorgden voor het eerste olympische roeigoud bij de mannen in 25 jaar én Sjinkie Knegt vertelt over het leven na het ongeluk met de houtkachel.

Ook in Helden Magazine 59 hebben Jeffrey Hoogland en Shanne Braspennincx het mooi geflikt met z’n tweeën, groeide Denzel Dumfries uit tot de Held van Oranje tijdens het EK. Overigens vertelt Frédérique Matla over haar weg naar de top, won Abdi Nageeye niet alleen olympisch zilver op de marathon, maar coachte hij ondertussen ook zijn maatje naar brons en is Harrie Lavreysen de koning van de sprint.

Verder zijn vrienden Niek Kimmann en Jelle van Gorkom allebei in het bezit van een olympische medaille. Dai Dai N’tab was ooit een feestbeest, nu is hij een van de snelste schaatsers van het land. Sanne van Dijke won olympisch brons, maar verloor in aanloop naar de Spelen haar broer en daarna haar trainingsmaatje. Reshmie Oogink blikt in ‘De dag dat’ terug op het moment dat ze in Tokio te horen kreeg dat ze corona had. Victoria Koblenko ontmoet daarnaast olympisch kampioen Kiran Badloe én Caitlin Dijkstra staat in de ‘Leeuwinnen in het Rijks’ stil bij De Liefdesbrief.

Krijg jij geen genoeg van alle inspirerende sportverhalen? Kies het abonnement dat bij jou past én wordt abonnee. Zo ontvang je telkens de nieuwste edities op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Wil je een Helden Magazine cadeau doen? Het is ook mogelijk om een abonnement cadeau te doen, deze abonnementen lopen automatisch af. Daarnaast zijn de recentste exemplaren ook gemakkelijk te bestellen via onze webshop.

Delen: