Word abonnee

Voetbal

Een gouden duo

Jasper Faber

Voetbal

Een gouden duo

door: Barbara Barend, Frits Barend & Jasper Boks
20 januari 2021
4 tot 9 minuten lezen

Theo Janssen en Rafael van der Vaart hebben veel gemeen. Ze zijn generatiegenoten, linkspoten, levensgenieters en niet zo lang geleden gestopt met voetbal. En ze zijn allebei voetbalanalisten bij Studio Voetbal die niet te beroerd zijn om hun mening te geven. We schotelden hen zeven stellingen voor.

Wij hebben alles uit onze carrières gehaald

Rafael, lachend: “Geef jij daar eerst even antwoord op, Theo?”
Theo: “De meeste mensen zullen vinden van niet, bij mij. Maar als mens heb ik wel alles uit het leven gehaald. Ik heb geleefd, dingen gedaan die je als voetballer misschien niet zou moeten doen. Ik heb weleens op het veld gestaan dat ik het hele stadion zag draaien.”
Rafael: “Ja, dat kwam natuurlijk omdat je tegen ons speelde.”
Theo, lachend: “Het is gebeurd dat ploeggenoten tegen me zeiden: ‘Neem maar even een pepermuntje…’ Maar op die momenten speelde ik vaak ook gewoon een prima wedstrijd, hoor. Ik vond het nu eenmaal veel belangrijker om leuke dingen te doen, om lekker met vrienden op pad te gaan. Voetbal was leuk, maar ik heb het altijd meer als een hobby dan als m’n werk gezien.”
Theo, jij bent nu jeugdtrainer van Vitesse. Wat zeg je tegen een jeugdspeler van wie jij denkt dat hij beter een pepermuntje kan nemen?
Theo: “Ik zou hem wel even aanspreken. Het is nu ook een heel andere tijd. Jongens als Rafael en ik voetbalden de hele dag op straat, dat zie je niet meer. De talentjes van nu spelen allemaal al vanaf hun tiende bij een betaald voetbalclub en horen op die leeftijd al de hele dag door wat ze wel en niet moeten doen. Ik kwam pas op m’n vijftiende bij Vitesse, voor die tijd speelde ik met m’n vrienden bij de amateurs van Vitesse 1892. Maar tegelijkertijd durf ik wel te zeggen dat je talenten zoals uit onze generatie, nu niet meer ziet.”
Vind je echt dat er minder talent is?
Theo: “Nou, ik denk dat ik wel wat meer interlands had gespeeld als ik in de huidige periode mijn beste tijd als voetballer had gehad. Ha, dan was ik recordinternational geworden! Ik had jongens als Rafael en Wesley Sneijder voor me op het middenveld bij Oranje. Hij zit er nu bij, maar ik vond Rafael de beste speler die we hadden. Dat had vooral te maken met zijn balaanname. Die was altijd goed, maakte niet uit hoe hij de bal aangespeeld kreeg. Welke Nederlandse speler van nu legt de bal meteen dood en kan meteen door voetballen? Op dat gebied was Raf geniaal.”
Rafael: “En Theo is misschien wel de Nederlandse voetballer met het beste linkerbeen ooit. Ik kon een bal ook wel aardig neerleggen, maar die crosspasses over een meter of zestig van hem! En dat al op jonge leeftijd, hè. Theo is ruim anderhalf jaar ouder dan ik. Ik weet nog dat we meededen aan het Terborg Toernooi voor jeugdteams in Groningen en ik keek echt tegen Theo op. Hij was het grote talent, had toen al meegedaan met het eerste van Vitesse. Ik herinner me nog dat je toen blond haar had.”
Theo, lachend: “Waarschijnlijk had ik het net nog even geverfd.”
Rafael: “Jij was echt zo’n schoffie. En dat hij zo in elkaar stak, maakte hem ook zo goed. Theo had schijt aan alles. Dat had je in die tijd ook wel een beetje nodig om je staande te houden. Zie je nu niet meer. Als Steven Berghuis zegt dat hij weinig plezier haalt uit de manier waarop Feyenoord zijn wedstrijden wint, dan is meteen iedereen boos. Dat kan hij niet zeggen omdat hij aanvoerder is. Ik denk juist: daar is toch geen speld tussen te krijgen? Wij konden dat tenminste nog wel gewoon roepen.”

Het volledige verhaal lezen? Dat kan via Blendle. Je kunt het magazine ook in de winkel halen óf online bestellen!

Delen: