Word abonnee

Voetbal

Rafael van der Vaart en Theo Janssen: Een gouden duo

Jasper Faber

Voetbal

Rafael van der Vaart en Theo Janssen: Een gouden duo

door: Barbara Barend, Frits Barend & Jasper Boks
20 januari 2021
11 tot 16 minuten lezen

Theo Janssen en Rafael van der Vaart hebben veel gemeen. Ze zijn generatiegenoten, linkspoten, levensgenieters en niet zo lang geleden gestopt met voetbal. En ze zijn allebei voetbalanalisten bij Studio Voetbal die niet te beroerd zijn om hun mening te geven. We schotelden hen zeven stellingen voor.

Wij hebben alles uit onze carrières gehaald

Rafael, lachend: “Geef jij daar eerst even antwoord op, Theo?”

Theo: “De meeste mensen zullen vinden van niet, bij mij. Maar als mens heb ik wel alles uit het leven gehaald. Ik heb geleefd, dingen gedaan die je als voetballer misschien niet zou moeten doen. Ik heb weleens op het veld gestaan dat ik het hele stadion zag draaien.”

Rafael: “Ja, dat kwam natuurlijk omdat je tegen ons speelde.”

Theo, lachend: “Het is gebeurd dat ploeggenoten tegen me zeiden: ‘Neem maar even een pepermuntje…’ Maar op die momenten speelde ik vaak ook gewoon een prima wedstrijd, hoor. Ik vond het nu eenmaal veel belangrijker om leuke dingen te doen, om lekker met vrienden op pad te gaan. Voetbal was leuk, maar ik heb het altijd meer als een hobby dan als m’n werk gezien.”

Theo, jij bent nu jeugdtrainer van Vitesse. Wat zeg je tegen een jeugdspeler van wie jij denkt dat hij beter een pepermuntje kan nemen?
Theo: “Ik zou hem wel even aanspreken. Het is nu ook een heel andere tijd. Jongens als Rafael en ik voetbalden de hele dag op straat, dat zie je niet meer. De talentjes van nu spelen allemaal al vanaf hun tiende bij een betaald voetbalclub en horen op die leeftijd al de hele dag door wat ze wel en niet moeten doen. Ik kwam pas op m’n vijftiende bij Vitesse, voor die tijd speelde ik met m’n vrienden bij de amateurs van Vitesse 1892. Maar tegelijkertijd durf ik wel te zeggen dat je talenten zoals uit onze generatie, nu niet meer ziet.”

Tekst gaat verder onder de foto

Theo Janssen

Vind je echt dat er minder talent is?
Theo: “Nou, ik denk dat ik wel wat meer interlands had gespeeld als ik in de huidige periode mijn beste tijd als voetballer had gehad. Ha, dan was ik recordinternational geworden! Ik had jongens als Rafael en Wesley Sneijder voor me op het middenveld bij Oranje. Hij zit er nu bij, maar ik vond Rafael de beste speler die we hadden. Dat had vooral te maken met zijn balaanname. Die was altijd goed, maakte niet uit hoe hij de bal aangespeeld kreeg. Welke Nederlandse speler van nu legt de bal meteen dood en kan meteen door voetballen? Op dat gebied was Raf geniaal.”

Rafael: “En Theo is misschien wel de Nederlandse voetballer met het beste linkerbeen ooit. Ik kon een bal ook wel aardig neerleggen, maar die crosspasses over een meter of zestig van hem! En dat al op jonge leeftijd, hè. Theo is ruim anderhalf jaar ouder dan ik. Ik weet nog dat we meededen aan het Terborg Toernooi voor jeugdteams in Groningen en ik keek echt tegen Theo op. Hij was het grote talent, had toen al meegedaan met het eerste van Vitesse. Ik herinner me nog dat je toen blond haar had.”

Theo, lachend: “Waarschijnlijk had ik het net nog even geverfd.”

Rafael: “Jij was echt zo’n schoffie. En dat hij zo in elkaar stak, maakte hem ook zo goed. Theo had schijt aan alles. Dat had je in die tijd ook wel een beetje nodig om je staande te houden. Zie je nu niet meer. Als Steven Berghuis zegt dat hij weinig plezier haalt uit de manier waarop Feyenoord zijn wedstrijden wint, dan is meteen iedereen boos. Dat kan hij niet zeggen omdat hij aanvoerder is. Ik denk juist: daar is toch geen speld tussen te krijgen? Wij konden dat tenminste nog wel gewoon roepen.”

Jullie zijn allebei jongens van de straat, toch?
Theo knikt: “Ik heb het idee dat als wij eenmaal op het veld stonden we wat meer ten koste van alles wilden winnen. Als het niet op de goede manier ging, dan maar op de slechte. En dat betekende: schoppen, iedereen verrot schelden, zuigen bij de tegenstander, spelen met het publiek. We zochten naar manieren om toch de wedstrijd te laten kantelen. Dat is het straatvoetballersinstinct.”

Rafael: “Ik heb Theo ballen zien geven, zo mooi. Ik herinner me een stiffie over de keeper toen je bij Twente speelde. Die hakbal van mij tegen Feyenoord kwam op als poepen. Dat is denk ik de straat in ons. Schijt hebben aan iets en het gewoon doen. Wij dachten: er zitten mensen in het stadion en die willen we laten genieten.”

Jullie waren ook allebei levensgenieters.
Rafael: “En daarom kunnen we het zo goed met elkaar vinden. Kun jij je het trainingskamp voor het WK onder 19 in Argentinië nog herinneren in 2001? We moesten corners nemen en de ene na de andere bal legden we allebei fantastisch neer. En Louis van Gaal, die er toen bij kwam omdat hij meeging naar het WK als coach, maar applaudisseren en schreeuwen naar jou. Jij dacht alleen maar: die man is gek. Jij had het al snel bekeken.”

Theo: “Ik zei dat het in m’n lies was geschoten toen we weer corners moesten oefenen. Toen ze me behandelden zei ik telkens ‘au’ als ze ergens drukten. Er was niets aan de hand, maar ik wilde daar weg. De voorbereiding was heel lang. Toen Van Gaal erbij kwam, was ik ineens geen aanvoerder meer. Ik speelde altijd met nummer vier en kreeg plotseling nummer dertien of veertien. En Van Gaal zei telkens dat ik op de bank zou zitten. Ik dacht: wat is dit? Hij was de hele tijd met me bezig. Misschien was zijn intentie heel goed, maar ik werd er helemaal gek van. Elke dag kwam hij weer naar me toe om te vertellen wat er allemaal niet goed was. Ik speelde wel telkens, maar ik merkte dat hij heel erg gecharmeerd was van sommige spelers en dat liet hij ook duidelijk blijken.

Theo: ‘Ik heb destijds nooit spijt gehad dat ik best vaak heb afgezegd voor Oranje. Ik had nooit een weekend vrij. Behalve als het Nederlands elftal speelde’

De druppel was voor mij dat de dokter of fysiotherapeut publiekelijk verrot werd gescholden door Van Gaal omdat zijn stropdas niet goed zat. Ik dacht: pff, hier heb ik geen zin meer in. De training erna raakte ik ‘geblesseerd’. Ik ging naar Van Gaal en zei dat ik naar huis wilde. Hij zei: ‘Samen uit, samen thuis.’ Ik zei: leuk en aardig, maar ik ga toch echt naar huis. Van Gaal zei weer: ‘Jij gaat niet naar huis.’ Toen vertelde ik dat ik zelf wel zou regelen dat ik terug kon. Uiteindelijk liet hij me gaan, ben ik samen met Jürgen Colin, die geblesseerd was geraakt, terug naar Nederland gevlogen.”

Rafael: “Maar terugkomend op de stelling: ik denk dat ik er als voetballer wel alles uit heb gehaald. Ik leefde ook op de manier waarop ik wilde leven. Het was bij mij niet zo extreem als bij Theo. Ik genoot vooral ná een wedstrijd, dacht dan: straks met vrienden heerlijk wat drinken. Dat genieten hadden wij nodig om goed te kunnen spelen. Ik liep laatst rond in Zeist waar het Nederlands elftal toen zat en dacht: ik weet niet of ik in deze tijd tot twee interlands was gekomen.

Van een afstand lijkt het alsof iedereen alleen maar met voetbal bezig is. Knap hoor, maar ik denk niet dat ik dat op had kunnen brengen. Alles wat er vandaag de dag bij komt kijken, krachttraining, een test hier en een test daar; ik word al moe als ik ernaar kijk. Ik denk dat het ook een reden is dat ik het voetbal geen moment heb gemist sinds ik ben gestopt.”

Tekst gaat verder onder de foto

Rafael van der Vaart

Help, ons type voetballers wordt met uitsterven bedreigd!

Theo: “Het voetbal van nu wordt helemaal doorgemeten. De middenvelders van nu lopen iets van veertien kilometer per wedstrijd, terwijl wij tot een kilometer of tien kwamen. Ze zijn dus alleen maar aan het rennen en vliegen. Maar de echt slimme spelers die op het juiste moment een paar meter lopen om vrij te komen, zie je niet meer.”

Rafael: “Als je altijd naar de verkeerde kleur speelt, moet je natuurlijk best veel rennen. Iedereen is lyrisch over Madueke van PSV. Hij is een geweldenaar als het gaat om ballen afpakken. Maar van de honderd ballen die hij verovert, komt dat 98 keer omdat hij zijn eigen fouten aan het herstellen is. Waarom waren we zo blij dat Hakim Ziyech nog in Nederland voetbalde? Waarom baalden we dat Mohamed Ihattaren aan het begin van deze competitie de lijn die hij had ingezet niet wist door te trekken? Omdat je spelers die met hun techniek het verschil kunnen maken, niet veel meer ziet. Daarom is het zo verschrikkelijk jammer dat Abdelhak Nouri nooit heeft kunnen laten zien waartoe hij in staat was geweest.

Rafael: ‘Wij kunnen moeilijk zeggen dat we nog een sixpack hebben. Nou ja, die hebben we wel, maar die hebben we heel goed verstopt’

Geen enkele twijfel over zijn kwaliteiten, maar ik heb mijn twijfels of hij de kans had gekregen om dat te laten zien in het eerste van Ajax. Over Naci Ünüvar wordt ook gezegd dat hij een goeie is. Maar ik zie hem niet spelen in het eerste. Dan wordt er gezegd dat hij nog maar zeventien of achttien is. Nou, op die leeftijd speelden wij al in het eerste. Terwijl Ajax juist spelers met een uitstekende techniek, die mensen vrij voor de goal kunnen zetten, hard nodig heeft. Het lijkt wel of zulke types veel minder de kans krijgen om te laten zien wat ze kunnen. Dat is toch gek? In onze tijd was techniek de basis. Daarmee groeiden wij op in Nederland. Als we naar een buitenlandse club gingen, blonken we op dat vlak ook meteen uit.

Onze aannames, het passen en trappen; dat konden ze daar niet zoals wij dat konden. In onze tijd hadden die creatieve spelers meer kans gehad om bij een topclub te komen. Maar na al die seizoenen wedstrijden analyseren voor de NOS en Ziggo, begrijp ik helaas ook dat het in het moderne voetbal zonder fysieke basis onmogelijk is om uit te blinken. Maar dan toch liever een speler die echt goed kan voetballen, iemand met een goede techniek dus.”

Theo: “Er werd ook nog veel vaker met een echte nummer tien gespeeld dan nu.”

Helden Magazine 55

Het eerste gedeelte van het verhaal van het ‘gouden duo’ komt voort uit Helden Magazine nummer 55. De 55ste editie staat in het teken van Gouden duo’s. Kjeld Nuis en Joy Beune zijn naast collega’s ook geliefden. Over hun relatie was veel te doen. Voor het eerst doen ze samen hun verhaal.

Naast het verhaal van Kjeld Nuis en Joy Beune lees je veel meer interviews en reportages met én over jouw favoriete Nederlandse topsporters. Zo beleefde Femke Bol haar internationale doorbraak, doet Dylan Groenewegen voor het eerst uitgebreid zijn verhaal over De Val, waarbij collega Fabio Jakobsen zwaargewond raakte en blikt Wilco Kelderman terug op de bloedstollende ontknoping van zijn derde plek in de Giro.

Ook in de 55ste editie van Helden spraken we vrienden en sinds kort weer ploeggenoten: Kai Verbij, Thomas Krol en Dai Dai N’Tab. Gingen we langs bij drievoudig olympisch kampioene, Jorien ter Mors over onder meer KiKa, Lara van Ruijven en de liefde. Is Tonny Vilhena gelukkig in Rusland bij FC Krasnodar en won Richard Krajicek 25 jaar geleden Wimbledon. Vandaag de dag heeft hij een andere uitdaging: toernooidirecteur van het ABN AMRO WTT zijn in coronatijd.

Verder maakte speler van Atalanta Bergamo en Oranje, Hans Hateboer de verschrikkingen van corona in het zwaargetroffen Bergamo van dichtbij mee. Wil Carsten Nienhuis naar de Olympische Spelen als alpineskiër en ziet paralympisch wielrenner Tristan Bangma bijna niets, maar door de nieuwste 5G-technologie kan hij ‘zien’ met zijn oren. In ‘de dag dat alles misging’ blikt Adelinde Cornelissen terug op de Spelen van 2016 en staan we stil met Aniek Nouwen in de ‘Leeuwinnen in het Rijks’.

Krijg jij geen genoeg van alle inspirerende sportverhalen? Kies het abonnement dat bij jou past én wordt abonnee. Zo ontvang je telkens de nieuwste edities op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Wil je een Helden Magazine cadeau doen? Het is ook mogelijk om een abonnement cadeau te doen, deze abonnementen lopen automatisch af. Daarnaast zijn de recentste exemplaren ook gemakkelijk te bestellen via onze webshop.

Delen: