Word abonnee

Schaatsen

Jutta Leerdam: ‘Ik ben nog niet waar ik wil zijn’

ANP, Getty Images, Instagram Jutta

Schaatsen

Jutta Leerdam: ‘Ik ben nog niet waar ik wil zijn’

door: Jasper Boks & Jaap Stalenburg
24 januari 2023
24 tot 29 minuten lezen

Jutta Leerdam (24) valt niet alleen op door haar prestaties, maar ook door haar uiterlijk. Afgaande op het aantal volgers op sociale media is zij de populairste Nederlandse sportvrouw van dit moment. Sinds afgelopen zomer komt Jutta uit voor Team Jumbo-Visma en is ze ‘los’. Zo pakte ze in januari met groot machtsvertoon de Europese titel sprint. Dat belooft wat voor de WK afstanden, van 2 tot en met 5 maart in Heerenveen.

Met haar lange blonde haren die ze na een race alle ruimte geeft om mee te wapperen in de door haar snelheid veroorzaakte wind en de zwarte eyeliner op en naast haar ogen – haar trademark – is ze alweer een paar jaar een opvallende verschijning op het ijs. Maar ook naast het ijs is de net 24-jarige Jutta Leerdam dat, getuige haar Instagram account. Ze heeft 3,6 miljoen volgers en dat aantal stijgt nog altijd gestaag. Afgaand op sociale media is geen enkele andere Nederlandse sportster populairder dan zij.

Modemerk Dior en andere sponsors hebben haar omarmd. Er zijn nog tal van bedrijven die dingen naar haar hand. Jutta overstijgt namelijk vijf jaar nadat ze prof werd haar sport. De keerzijde daarvan merkt ze ook: entertainmentprogramma’s als SBS Shownieuws en RTL Boulevard hebben haar ontdekt en roddeltante Yvonne Coldeweijer en haar ‘spionnen’ houden haar ook in de gaten.

Desondanks blijft Jutta presteren. Wat heet. Nadat ze vorig jaar olympisch zilver pakte op de 1000 meter en wereldkampioen sprint werd, is ze sinds haar overstap naar Team Jumbo-Visma, afgelopen zomer, tot dusver dit seizoen helemaal ‘los’. Ze won alle vier de wereldbekerwedstrijden op de 1000 meter in november en december en stond ook op de 500 meter vaak op het podium. In januari won ze met groot machtsvertoon de EK sprint in Hamar.

Jutta Leerdam
@juttaleerdam

Geoliede machine

Hoe bevalt de overstap naar Jumbo-Visma?
“Heel goed. Ik heb een klik met Jac Orie, geloof echt in zijn aanpak. En ik heb het heel leuk met iedereen in de ploeg. Ik heb niks te klagen. Het is een geoliede machine. Voor mijn gevoel ben ik deze zomer in een rijdende trein gestapt waar alles goed geregeld is. Het enige wat ik hoef te doen, is keihard trainen en zorgen dat ik zo goed mogelijk word. Ik ben goed opgevangen door m’n teamgenoten en heb een goede klik met Jac.

Ik merk dat wij dezelfde Westlandse humor hebben en open naar elkaar zijn. Dat is in mijn ogen de beste manier hoe je met een coach samenwerkt. Ik zit gewoon lekker in mijn vel en ben gefocust op hard schaatsen en het iets simpeler maken voor mezelf. Dat bevalt me heel goed dit jaar, ik zit er wel goed in. Ik heb heel veel dingen veranderd dit jaar en dat ik dan ondanks al die veranderingen harder rij dan ooit, dat is super fijn.”

Jumbo-Visma wilde jou al eerder aantrekken. Waarom kwam het dit keer wel tot een overgang?
“Tijdens de Olympische Spelen in Beijing hoorde ik al dat ze me graag wilden hebben. Ik heb toen gezegd dat ik me ook nog goed op de WK sprint wilde focussen en dat ik na het seizoen in gesprek wilde. Jac en ik hebben elkaar gebeld. Daarna zijn we vaker in gesprek gegaan.”

Tekst gaat verder onder de foto

Jutta Leerdam

Orie heeft bij een eerste gesprek met een beoogde versterking de neiging om meteen te vertellen wat na het bestuderen van zijn of haar waardes iemand in zich zou kunnen hebben. Hoe schatte hij jou in?
“Hij zei niet gedetailleerd wat ik zou kunnen, maar hij zei wel meteen: ‘Je gaat al hard, maar je kunt nog veel harder.’ Na de eerste trainingen en testen kwam hij naar me toe en riep: ‘Er zit bij jou nog veel meer rek in dan ik dacht.’”

Waar zit die rek in?
“Die zit eigenlijk in van alles. Sowieso in m’n techniek. Wat kracht betreft, zat het al heel goed. Daarover waren ze verrast. Ze wisten ook al dat ik heel sterk was, maar toen ze de testen zagen, werden ze nog enthousiaster. Met het aanscherpen van de techniek zou ik mijn kracht nog beter kwijt kunnen op het ijs, beredeneerden ze bij Jumbo-Visma. Als ik mijn basisconditie nog wat verder omhoog zou krijgen, kon het alleen maar beter gaan.

Bij het gewest Zuid-Holland heb ik vroeger heel veel gefietst. Zoveel dat het mijn strot uitkwam. Afgelopen jaar heb ik heel specifiek getraind. Heel veel op techniek en sprongen. Dit jaar richten we ons meer op de basisconditie zodat ik nog beter kan zijn aan het einde van het seizoen. De eerste stap is om mij heel fit te krijgen, zodat ik tijdens het seizoen ook nog stappen kan maken.”

Is dat ook weleens lastig om dingen op een andere manier te doen dan je gewend was?
“Voorheen trainde ik veel meer op het ijs. Maar ja, de WK afstanden zijn pas in maart. Jac wilde me niet te veel op het ijs hebben aan het begin van het seizoen. Ik heb het idee dat ze me een beetje proberen af te remmen om goed het hele seizoen door te komen.”

Hoe gaat de samenwerking tussen Jac en jou?
“Ik ben heel direct. Als ik dingen denk, gooi ik die er meteen uit. Ook met het idee dat Jac dan precies weet wat er speelt, zodat hij met die informatie wat kan doen. Aan opkroppen doe ik niet. Dan ben ik het kwijt en hopelijk kan Jac er iets mee.”

Je was afgelopen jaren kopvrouw van je eigen team. Je bepaalde alles zelf. Nu stap je in een bestaand concept. Is dat wennen?
“Het is vooral anders. Voorheen draaide alles om mij. Nu zit ik in een team met meerdere toppers. Het is ook wel lekker dat ik me af en toe achter het team kan verschuilen, dat niet alles alleen maar om mij draait. Ik kan bij Jumbo-Visma ook gewoon even mijn eigen ding doen binnen het team zonder dat meteen de focus volop op mij ligt. Ik kan ook even lekker met de jongens trainen. Dat voorheen de focus op mij lag, is ook erg leerzaam geweest. Maar om de volgende stap te kunnen zetten, was het goed dat ik in een team kwam met iets meer body. Er is ook meer rust om mij heen bij de ploeg. Ik denk dat dit de voorwaarden zijn om nog beter te worden.”

Voorheen had je een team dat volledig op jou toegespitst was. Jac Orie verdeelt zijn tijd over meerdere schaatsers. Is dat wennen?
“Ja, ik had hiervoor met Kosta Poltavets en Rutger Tijssen eigenlijk twee personal coaches. Alles draaide ook tijdens de trainingen om mij. Ik kreeg continu feedback. Daar heb ik superveel van geleerd. Nu krijg ik niet na elke training feedback, omdat Jac zijn aandacht moet verdelen. Ik moet daardoor meer naar mijn eigen gevoel luisteren. Wat voel ik? Wat werkt voor mij goed? Met dat soort dingen ben ik nu zelf veel meer bezig. Daar leer ik ook weer van. Ik word niet meer continu gecorrigeerd.

In het begin vond ik dat eng, werd ik toch een beetje onzeker, dacht ik: doe ik het wel goed? Ik was heel erg op zoek naar bevestiging. Nu heb ik die al veel minder nodig. Ik krijg meer vertrouwen in mezelf. En als ik ergens over twijfel, trek ik meteen aan de bel. Zelfstandiger worden hoort ook bij de volgende stap zetten. Voorheen kreeg ik zoveel feedback dat ik de hele tijd aan het nadenken was.

Alle informatie die ik heb gehad, gebruik ik ook om mezelf te corrigeren. Ik word steeds meer een stabiele factor. Maar het is niet zo dat ik nu aan mijn lot word overgelaten, hoor. De aanwijzingen zijn alleen wat algemener. Aan Jac merk ik wel dat hij zich er heel bewust van is dat Jutta ook harder moet rijden.”

Groeien in het seizoen

Je won olympisch zilver en werd wereldkampioen sprint. Hoe zijn de maanden daarna geweest?
“Het zijn hectische maanden geweest. Toch heeft al die tijd vooropgestaan: hoe word ik een betere versie van mezelf als sporter? Dit seizoen heb ik ook de ruimte om mezelf te ontwikkelen. Eind 2021 moest ik in december al heel goed zijn, moest ik er staan op het olympisch kwalificatietoernooi. Daarna moest ik goed zijn op de Spelen en vervolgens nog op de WK sprint. Dit seizoen is zo anders. De belangrijkste wedstrijden, vooral de WK afstanden in Heerenveen, zijn pas in maart. Dan moet ik op m’n best zijn. Voor die tijd is er dus ruimte om aan mezelf te werken. Die ruimte is er nu. Het is perfect om te wennen aan een andere trainingsopbouw en aanpak. Er is geen reden voor paniek als het even minder gaat dan ik gewend was, omdat ik pas in maart op mijn best moet zijn. Ik vind dat fijn.

‘Ik was niet anders gewend dan dat ik een seizoen heel slecht begon, dat iedereen me omver reed in wedstrijden’

Vroeger was het ook altijd mijn kracht om in het seizoen te groeien. Ik was niet anders gewend dan dat ik een seizoen heel slecht begon, dat iedereen me omver reed in wedstrijden. Bij de junioren was ik vaak niet goed genoeg om mee te mogen naar de eerste World Cups van het seizoen. Er mochten altijd vier of vijf meiden mee en ik zat daar vaak niet tussen. Maar aan het einde van het seizoen werd ik wel mooi wereldkampioen junioren. Ik ben niet iemand die snel in paniek raakt, weet dat hoe meer ik op het ijs heb gestaan, des te meer gevoel ik krijg. Bij mij wordt altijd alles rechtgetrokken. Ik was destijds in de voorbereiding op het seizoen ook heel veel aan het fietsen. Dat doen we nu bij Jumbo-Visma ook.”

Wanneer voelde Jumbo-Visma voor jou als vertrouwd?
“Tijdens het trainingskamp in Cecina, begin september. Dat komt ook doordat ik met Dai Dai N’tab in het team zit en hij is mijn beste vriend. Hij is zo relaxed. Het voelt zo fijn om iemand om me heen te hebben bij wie ik me heel erg vertrouwd voel. Kai Verbij kende ik ook al vanuit Reggeborgh. Merel Conijn zat vorig jaar ook al bij mij in het team. In Cecina werden de laatste twijfels weggenomen. Het trainen ging heel goed, de testen wezen uit dat ik heel goed bezig was. Toen wist ik: ik zit hier helemaal op m’n plek. Ik zat ook zo goed in m’n vel.”

Jutta Leerdam
@juttaleerdam

Er wordt vaak gezegd dat sporters huiverig zijn voor veranderingen, toch?
“Ik heb in mijn carrière al heel vaak dingen veranderd. Daar heb ik enorm veel van geleerd, als sporter en als mens. Als ik die beslissingen niet had genomen, had ik nu niet op het punt gestaan waar ik sta. De beslissing om op jonge leeftijd een eigen team te beginnen, is zo goed voor mij geweest. Er gaan ook echt nog wel veranderingen plaatsvinden in mijn loopbaan. Maar vooropstaat dat ik altijd terugga naar mezelf. Alle dingen die ik doe, doe ik met maar één reden: omdat ze goed zijn voor mij.”

Eigen merk

Heb je lang getwijfeld om bij Jumbo-Visma te tekenen?
“Ja, best wel. Er moesten eerst wat dingen anders om überhaupt de overstap te kunnen en willen maken. We moesten eerst wat meer op één lijn zitten, zonder daarover heel erg in detail te treden. Dat was de reden van mijn twijfel. Het heeft even geduurd voordat die dingen voor elkaar waren. Uiteindelijk was alles geregeld waardoor ik mezelf als merk en als sporter kon ontwikkelen bij Jumbo-Visma.”

Het ging dus vooral om de mogelijk­heden die jij kreeg om jezelf ook als merk te blijven ontwikkelen?
“Ja, ik heb natuurlijk ook een eigen merk. Als ik die niet op een bepaalde manier verder kon ontwikkelen, was het voor mij niet mogelijk om de overstap te maken. Op sportief vlak was ik er snel uit met Jac. Ik voelde al heel snel dat ik als sporter beter zou worden bij Jumbo-Visma. En uiteindelijk zijn ook de andere punten gelukkig goed gekomen. Bij Jumbo-Visma kan ik mezelf verder ontwikkelen als sporter en merk. Heel fijn dat ik veel vrijheid heb gekregen. Dat is iets wat ze doorgaans minder doen bij de sporters van deze ploeg. Dat is voor hun ook nieuw. Als ik die vrijheid niet had gehad, dan had ik me ook niet op m’n plek gevoeld, had ik me misschien ook minder gerespecteerd gevoeld.”

Je bent gehaald als het boegbeeld van de grootste schaatsploeg van Nederland. Zorgde dat ook voor extra druk?
“Natuurlijk, maar bij Worldstream-Corendon heb ik veel meer druk ervaren. Dat was extreem. Toen we de ploeg begonnen, hadden we alleen Worldstream als sponsor. Er was nog een tweede grote sponsor nodig. Ik kreeg echt te horen: ‘Jutta, je moet aan het begin van het seizoen meteen presteren, want anders komt er geen nieuwe sponsor binnen en hebben we een begrotingstekort.’ Daarnaast voelde ik een verantwoordelijkheid naar Worldstream toe. Ik wilde het ook heel graag goed doen voor hen, want zij hadden hun nek uitgestoken voor mij. Maar zoals ik al zei: daar heb ik ook van geleerd. Ik weet dat ik ook onder die immense druk overeind ben gebleven, toen bleef ik ook goed schaatsen. Het vertrouwen dat ik goed kan presteren onder druk neem ik mee in de rest van mijn carrière. Ik heb daar echt veel zelfvertrouwen van gekregen.”

Is die druk nu weggevallen?
“Nee. Ik ben namelijk nog niet waar ik wil zijn. Ik leg mezelf ook heel erg veel druk op. En ik wil het ook nog steeds heel erg goed doen voor alle mensen en bedrijven die in mij geloven: de ploeg, mijn sponsors, Jumbo-Visma. Maar goed, het is wel een andere druk dan ik vorig jaar voelde. Er zijn nu meerdere goede schaatsers, de ploeg valt of staat niet alleen met mijn prestaties.”

Jutta Leerdam
@juttaleerdam

Breuk met Verweij

Op privégebied is er ook het een en ander veranderd. Vlak voor het seizoen liep je relatie met Koen Verweij stuk.
“Dat speelde eigenlijk al vorig seizoen. Het was vooral lastig tijdens het olympische seizoen als je merkt dat je relatie niet helemaal meer honderd procent lekker gaat. Toen was het niet fijn en afgelopen zomer, toen het officieel klaar was, natuurlijk ook. Koen en ik zijn heel veel met elkaar samen geweest, zo’n beetje 24/7. Het was wennen om hem ineens niet meer om me heen te hebben. Het was ook niet makkelijk.”

Koen was ook belangrijk voor jou als schaatser, toch?
“Ja, zeker weten. Koen gaf me ook heel veel zelfvertrouwen. Voor mijn carrière is hij heel goed geweest. Het is ook gek dat ik alles wat ik meemaak als topsporter niet meer met hem deel. We waren heel veel van elkaar: zakenpartners, vriend en vriendin en ook nog heel goede vrienden. Ik probeer me nu te focussen op mezelf beter maken, probeer alles uit mezelf te laten komen. Ik word hier heel goed opgevangen, heb goede coaches en mensen om me heen. Het is een heel andere basis dan ik gewend was.”

Heeft iemand de rol van Koen overgenomen op schaats­gebied?
“Ik doe het nu zelf. Natuurlijk helpen de coaches bij Jumbo-Visma me goed, maar ik wil heel graag alles wat ik doe weer vanuit mijn eigen gevoel doen. Neem Ireen Wüst. Zij heeft tijdens haar carrière in zoveel verschillende situaties gezeten. Telkens presteerde ze. Waarom? Omdat zij zelf heel goed haar eigen trucje kent. Tijdens de Spelen heb ik ook bewezen dat ik het in m’n eentje kan. Ik wil no matter what kunnen presteren. Ik heb al bewezen dat ik dat kan en wil die lijn doortrekken.”

Tijdens de Spelen was je best vaak solo aan het trainen, waar schaatsers uit de grotere ploegen met elkaar optrokken. Was het ook niet lastig om je eigen koers te varen?
“Natuurlijk. Nu kan ik gebruikmaken van het treintje van Jumbo-Visma op het ijs en is er de mogelijkheid me af en toe even te verschuilen. Toen ik in mijn eentje in Beijing was, was ik me er ook heel bewust van dat ik op de Spelen was. In een ploeg met meer body kun je ook af en toe wat meer ontspanning krijgen op en naast het ijs. Het is nu gewoon fijner. Ik kan in het spoor van de jongens mee. En als ik voor mezelf wil trainen, kan dat ook. Het voelt wat relaxter.

Als ik terugdenk aan de Spelen, dan kan ik zeggen dat het wel beter was geweest als er wat meer afleiding was geweest. Ook in het olympisch dorp. Ik trok eigenlijk alleen maar op met mijn coach en mijn fysiotherapeut. Het was heel gezellig, ik heb een leuke tijd met hen gehad, maar op het ijs was ik alleen. Maar goed, ik heb aan mezelf bewezen dat ik het ook alleen kan, dat is ook wat waard.”

Tekst gaat verder onder de foto

Jutta Leerdam

Wat kan jou nog van je stuk brengen?
“Dat vraag ik me ook af. Bij mij is het zo dat ik zo verschrikkelijk graag beter wil worden als schaatser. Daarvoor moet alles wijken. Als er iets in mijn leven gebeurt, denk ik als eerste: gaat het mijn schaatsen beïnvloeden? Die tunnelvisie heb ik al, ik vind het zo belangrijk dat randzaken mijn schaatsen niet in de weg staan. Als je ziet wat ik de laatste jaren allemaal heb meegemaakt, dan kun je je afvragen wat mij nog van mijn stuk gaat brengen. Ik weet het niet. Laten we hopen dat ik daar ook niet achter hoef te komen.”

Focusmodus

Is het ook weleens lastig om zo in de picture te staan?
“Dat is het wel af en toe. Maar als er dingen om mij heen gebeuren, lukt het me toch altijd om me af te sluiten, om de focusmodus te vinden. Het schaatsen is op die momenten mijn escape. En het is ook waar ik heel blij van word. Als alle dingen die ik doe ten koste zouden gaan van het schaatsen en mijn prestaties, dan zou ik mezelf saboteren. Als dingen ervoor gaan zorgen dat ik uit mijn focus word gehaald, dan is het mis. Ik ben pas gelukkig als het goed gaat met schaatsen. Als dat goed gaat, is er ook pas ruimte voor andere dingen.”

Je bent ook een merk en influencer. Je hebt heel veel volgers. Ben je ook steeds bezig met Jutta het merk? Zorgt dat nooit voor een spagaat?
“Influencer zijn kost ook zeker tijd, maar ik vind het ook leuk om te laten zien wat ik doe, wat me bezighoudt en wie ik ben. Zolang het mijn sport niet in de weg staat, doe ik het graag. Het is bij mij heel simpel: als dingen die ik naast het schaatsen doe ten koste gaan van de sport, dan doe ik het niet. Tot nu toe is dat nog niet het geval geweest. De dingen die ik ernaast doe, doe ik heel erg op gevoel. Als het moeten wordt, doe ik het niet. En als ik dat gevoel krijg, dan zal ik mezelf afremmen.

‘Ik vind het heel belangrijk om mezelf te laten zien, maar het is niet belangrijker dan het schaatsen’

Ik vind het heel belangrijk om mezelf te laten zien, maar het is niet belangrijker dan het schaatsen. Zolang het mijn prestaties niet schaadt, ga ik door met hoe ik het nu doe. Het gaat nu goed met mijn sport, dus kan ik het ernaast doen. Zolang ik het leuk vind, kost het me ook geen energie. Sterker, het zorgt nu alleen maar voor positieve energie.”

Tekst gaat verder onder de foto

Jutta Leerdam

Hoe leuk vind jij het dat veel kinderen rondlopen met opvallende zwarte eyeliner, toch jouw handelsmerk?
“Dat vind ik wel grappig. Ik zie het steeds meer om me heen. Alleen maar een compliment, toch? Ik doe het al mijn hele leven, het hoort inmiddels wel een beetje bij me.”

Gewoon rammen

Je bent een specialist op de 1000 meter, kan ook prima uit de voeten op de 500 meter. Wat kun jij op de 1500 meter?
“De 1000 meter blijft mijn favoriete afstand, die blijft ook centraal staan. De 500 meter blijf ik ook doen. Ik denk dat de 1500 meter ook mijn ding zou kunnen zijn. Dat betekent wel dat ik meer 1500-metergericht ga trainen. Ik rij hem nu vanuit de 1000 meter en doe de 1500 meter er gewoon bij. Op een goede dag kan ik ook op die afstand goed presteren, vorig jaar bij de NK reed ik bijna een baanrecord. Ik moet hem alleen op een heel andere manier rijden dan bijvoorbeeld Antoinette de Jong. Ik moet het hebben van snel beginnen, gebruikmaken van mijn power. Antoinette moet het juist hebben van een heel goede slotronde.

Jac zegt altijd tegen me dat ik de 1500 meter ook heel hard moet kunnen rijden. Als we een tijdrit fietsen van 3000 meter, dan maakt hij uit mijn waardes op dat ik ook een goede 1500 meter moet kunnen rijden. Die langere inspanning kan ik ook goed aan. Ik heb gewoon power, het is bij mij: gewoon rammen.

Alle fietstrainingen gingen ook heel goed. Ze zeggen weleens tegen me dat ik ook goed zou kunnen baanwielrennen. Ik heb het weleens overwogen, maar ik weet niet of ik het heel leuk vind met het sturen op de baan. Voor de lol heb ik het weleens gedaan, dat ging best goed. Ik vond het wel eng. In de bochten hoog fietsen, dan kijk je een soort afgrond in als je naar beneden kijkt. Ik ben niet bang aangelegd, maar ik hoef ook niet zo nodig dood, zeg maar. Ik zie mezelf nog niet echt bovenaan de boarding rijden op zo’n steile baan. Ach, misschien ooit, maar dan wil ik natuurlijk wel meteen meedoen aan de Olympische Spelen. Maar ook als ik zo’n switch ooit een keer maak, wil ik ook gewoon blijven schaatsen, hoor.”

Laurine van Riessen maakte na het schaatsen de overstap naar de baan.
“Laurine heeft ook bij Jac geschaatst. Zij had op de tijdrit over 3000 meter het record staan en dat heb ik onlangs met zeven seconden verbroken. Misschien zit er nog een andere carrière in. Mijn oude coach Kosta zei ook altijd: ‘Ik zou maar eens overwegen om ook te gaan baanwielrennen.’ Ik weet het niet, misschien een keer.”

Jutta Leerdam
@juttaleerdam

Taboedoorbrekend

Jutta gebruikt haar status als boegbeeld van het schaatsen om voor jonge vrouwen en sporters belangrijke thema’s aan te stippen. Ze kreeg dit seizoen al veel reacties op taboedoor­brekende interviews. In december, tijdens de wereldbekerwedstrijden in Calgary vertelde ze voor de camera van de NOS over haar menstruatieklachten, dat is best een ‘ding’ in de sport. Topsporters hoor je daar niet vaak over, maar Jutta komt uit een gezin waarin alles bespreekbaar is en vond het goed om dit onderwerp ook eens voor de camera aan te dragen. Alle kranten, Linda, Elle, Women’s Health en Het Jeugdjournaal pikten het op en roemden haar om het ter sprake brengen van het delicate onderwerp.

Eind december, bij de NK sprint in Thialf, was ze opnieuw open. Ze had net een baanrecord gereden op de 1000 meter toen ze voor de camera van de NOS vertelde over haar uitdagingen met rigoureus afvallen. Een thema dat speelt bij veel jonge vrouwen. Ze vertelde dat ze liever voor zichzelf is geworden en dat ze in is gaan zien dat ze lichaamsvet nodig heeft om goed te kunnen presteren. Jutta ging voor het door haar gewonnen EK sprint in Noorwegen in De Telegraaf dieper in op dat thema. Ze vertelde dat ze vanaf haar zestiende vooral in de zomer begon met obsessief afvallen. Dag in dag uit was ze met haar gewicht bezig. Ze at te weinig, terwijl ze ondertussen keihard trainde.

Haar vetpercentage werd ongezond laag, met ‘alle lichamelijke gevolgen van dien’. Ze dacht lange tijd dat het extreme afvallen tot betere prestaties op het ijs zou zorgen. Dat bleek niet het geval. Ze gebruikte de zomer niet om sterker te worden, maar om gewicht te verliezen, waardoor ze later tijdens het schaatsseizoen altijd een klap kreeg en niet alles uit haar potentie haalde. Daarnaast had ze stress doordat ze in de winter flink in
gewicht aankwam, ‘het was een flinke struggle’.

Afgelopen zomer besloot ze voor het eerst niet terug te grijpen op het crash-dieet. Haar relatie was net ten einde en ze had net de overstap gemaakt naar een nieuwe ploeg. Het credo van Jac Orie is ‘meten is weten’. Hij zou het sowieso niet accepteren als ze rigoureus af zou vallen omdat ze dan ook spierkracht af zou breken. De aanpak bij Jumbo-Visma zorgde ervoor dat ze op hetzelfde gewicht zit als vorige winter tijdens de Spelen, maar zonder in de zomer af te vallen. Jutta voelt zich sterker dan ooit, doordat ze de heftige prikkels van het afvallen niet heeft ervaren. Ze heeft ingezien wat te weinig eten met haar lichaam deed en wilde die boodschap ook graag goed overbrengen, omdat veel mensen er last van hebben. Opnieuw werd Jutta geroemd om het bespreekbaar maken van een zeker voor veel jonge vrouwen belangrijk thema.

Jutta Leerdam
Jutta viert haart 24e verjaardag op 30 december 2022 @juttaleerdam

Wie is de echte Jutta Leerdam?
“Een open, eerlijk, vrolijk, gedreven en perfectionistisch persoon. Vooral mijn gedrevenheid en discipline hebben ervoor gezorgd dat ik sta waar ik sta in mijn carrière. Als laatste zou ik mijzelf omschrijven als een familiemens. Familie is mijn alles en staat bij mij altijd op één. Ik haal daar veel liefde en kracht uit.”

Het is misschien een beetje een ongrijpbaar begrip, maar ben je meer in balans?
“Ja, dat sowieso en dat bewijs ik elke wedstrijd. Balans is ook dat ik een bepaald basisniveau heb dat goed is. Ik voel me goed en dat zie ik ook terug op het ijs. Ik ben altijd wel heel gelukkig. Het is een beetje gek om te zeggen, maar ik ben nog nooit in mijn leven een soort van ongelukkig geweest. Ik ben altijd wel blij. Elke dag sta ik op en spring ik uit mijn bed. Ik ben best wel een blij persoon, dat is nooit veranderd, maar op het ijs voel ik me nog meer in mijn kracht en dat geeft nog meer zelfvertrouwen.

Helden Magazine 65

Het verhaal van Jutta Leerdam komt voort uit Helden Magazine 65. Er is volop aandacht voor de wintersporten én ook voor voetbal. Frank Rijkaard geeft sinds lange tijd weer eens een interview en spreekt onder meer over Cruijff, het Nederlands elftal en Lionel Messi.

In deze editie lees je ook een uitgebreid interview met Lois Abbingh en Tess Lieder – voorheen Wester -. De handbalcollega’s zijn vriendinnen, schoonzussen en sinds kort ook allebei moeder. Daarnaast spraken we met Dávid Hancko en Kristyna Pliskova. De een is een grote aanwinst voor Feyenoord, de ander is toptennisster. 

Verder interviews met de succesvolste Nederlandse olympiër ooit: Ireen Wüst, de eerste keeper op het afgelopen WK: Andries Noppert, twee grootheden in het rolstoeltennis: Diede de Groot en Esther Vergeer. Shorttrackster Xandra Velzeboer gaat als een komeet én Joep Wennemars is keihard bezig om uit de schaduw van zijn vader Erben te treden.

Ook heeft het voetbalvirus nog altijd Guus Hiddink in zijn greep, werden Marc van de Kuilen en Luuk Veltink vrienden door het noodlot, verteld Juul Franssen over haar strijd met de judobond, spreekt Victoria Koblenko met olympisch kampioen openwater Ferry Weertman én staat bondscoach van de Oranjevrouwen: Andries Jonker stil bij De Nachtwacht.

Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 65 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van jouw Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.

Delen: