Word abonnee

Wielrennen

Marianne Vos: ‘Lekker nuchter, daar hou ik van’

Maurits Giesen

Wielrennen

Marianne Vos: ‘Lekker nuchter, daar hou ik van’

door: Jasper Boks & Marlies van Cleeff
27 mei 2021
13 tot 18 minuten lezen

Marianne Vos is al jaren het boegbeeld van het vrouwenwielrennen. Ze is meervoudig wereldkampioen en tweevoudig olympisch kampioen in verschillende disciplines, maar kreeg in haar carrière ook te maken met een fysieke burn-out. Inmiddels maakt de 34-jarige wielrenster zich op voor haar vierde Olympische Spelen. We haalden met haar herinneringen op.

‘“Het gaat niet om dat stuk metaal in mijn kast, maar om de herinneringen. Om de momenten waar je samen naartoe hebt geleefd en met elkaar hebt meegemaakt. Dat vind ik het mooiste van het wielrennen. Maar het is makkelijk praten als je al olympisch goud in de kast hebt liggen, hoor,” zegt Marianne Vos. “De wegwedstrijd op de Spelen in Londen in 2012 was een absoluut hoogtepunt. Het was beestenweer. Veertig kilometer voor de finish ging ik in de aanval. Ik lag met Elizabeth Armitstead en Olga Zabelinskaja voorop, de tijdsverschillen wisten we niet. In de verte achter ons zagen we grijze koplampen schijnen. Dat betekende dat het jagende peloton eraan kwam. Het moment dat ik als eerste over de finish kwam, is wel een van de meest ultieme momenten van euforie. Die dag viel de puzzel precies in elkaar, het spelletje was perfect gespeeld.”

Afzien

Dit voorjaar was het weer raak voor Marianne. In Gent-Wevelgem klopte ze de concurrentie in de massasprint en een maand later schreef ze de Amstel Gold Race op haar naam door in een eveneens zinderende finale landgenoten Demi Vollering en Annemiek van Vleuten achter zich te laten. Het waren twee overwinningen die nog ontbraken op haar uitpuilende palmares. Bovendien had ze al sinds 2013 geen voorjaarsklassiekers meer gewonnen. “Dat wist ik niet eens, ik ben niet zo bezig met statistieken. Dit jaar waren het twee vliegen in één klap.”

Marianne was achttien toen ze haar eerste wereldtitel veroverde in het veldrijden, er volgden er daarna nog zes. Op de baan werd ze twee keer wereldkampioen en in 2008 olympisch kampioen. Op de weg werd ze drie keer wereldkampioen en pakte ze dus olympisch goud in 2012. Ook schreef ze bijna alle wedstrijden minimaal één keer op haar naam. “Er blijft nog wat te wensen over, hoor. Parijs-Roubaix wordt dit jaar ook voor het eerst gereden door vrouwen, dus dat is automatisch een nieuw doel.”

Het vrouwenwielrennen is volop in ontwikkeling. Sinds dit jaar is ook Team Jumbo-Visma met een vrouwenploeg in het peloton te vinden, met Marianne als blikvanger. “Het is mooi dat zo’n grote, professionele ploeg het vrouwenwielrennen heeft omarmd. Dat zegt veel over de groei van onze sport. Steeds meer rensters kunnen als fulltime professional hun vak uitoefenen. Wereldwijd zie je het niveau enorm stijgen bij de vrouwen. Het wordt daardoor ook een stuk lastiger om te winnen.”

Fysieke burn-out

Er is nog een reden waarom Marianne afgelopen jaren minder heeft gewonnen dan, pakweg, tien jaar geleden. “Ik heb het geluk gehad dat ik in het begin van mijn loopbaan veelal voorspoed kende. Dat ik daarna ook tegenslagen kreeg, vind ik vanzelfsprekend. Die horen erbij, die krijgt elke topsporter,” zegt Marianne. Ze doelt op de periode in 2014 en 2015 toen haar lichaam haperde. Verplichte rust stond op het programma. “Het was niet zo dat ik niet meer wilde fietsen, maar ik kon de belasting niet meer aan. Ik herstelde slecht en noem het zoiets als een fysieke burn-out.”

Het maakte dat ze tijd kreeg voor andere dingen. Zo kocht ze een motor en nam lessen. Lachend: “Een vroege midlifecrisis zou je het kunnen noemen. Ik had altijd het idee dat ik motorrijden heel leuk zou vinden, maar het kwam er nooit van. Nu dacht ik: het is tijd voor die motor. Maar ik was snel genezen, vond fietsen veel leuker.”

Na ruim een half jaar keerde ze terug in het peloton. “In het begin was het lastig. Mijn hele ‘zijn’ identificeerde ik tot dat moment met de koers, met uitslagen. Mensen vonden het jarenlang vanzelfsprekend dat ik won. Ik was altijd maar bezig om die verwachtingen waar te maken. Ik voelde ook constant de verantwoordelijkheid om de sport te helpen. Dat was ik verplicht, vond ik, omdat de sport mij ook zoveel had gebracht. Het werkte ontnuchterend dat ik ineens niet meer de beste was, maar het was ook prettig om te merken dat ik meer was dan alleen die naam in de uitslag.”

Tekst gaat verder onder de foto

Marianne Vos

Wielrensters Anna van der Breggen, Annemiek van Vleuten, Chantal van den Broek-Blaak en Ellen van Dijk waren tijdens haar gedwongen pauze opgestaan. “Daarvoor waren die meiden er ook al, maar ze waren meer tot bloei gekomen. Ik vond dat alleen maar mooi, hoefde ik niet langer alleen die kar te trekken. Er waren ineens veel meer rensters die wonnen, naar wie ook geluisterd moest worden. Natuurlijk heb ik op momenten gedacht: poeh, wat rijden die meiden hard. Dat was soms ook lastig.”

Het duurde lang voordat Marianne weer kon afzien als voor haar fysieke burn-out. “Na een slechte dag kon het weken duren voordat ik weer op de rails stond. Op die manier vond ik er niks aan. Topsport is niet rustig aan doen. Mijn geduld raakte op. Er zijn momenten geweest dat ik dacht: zo hoeft het voor mij niet meer. Wat mij al die tijd op de been hield, was de hang naar competitie. Als bleek dat anderen in wedstrijden beter waren, dan baalde ik, maar ik kon dan ook heel rustig tegen mezelf zeggen: ”jij bent nu niet goed genoeg.

Ik kon de motivatie houden om de volgende dag m’n bed uit te stappen met de drive om het beter te doen dan de dag ervoor en die meiden in de volgende wedstrijd te verslaan. Ik heb altijd het gevoel gehad dat ik het spel nog kon winnen. Eigenlijk voel ik me sinds vorig jaar weer helemaal de oude.”

‘Ik had altijd het idee dat ik motorrijden heel leuk zou vinden, dus toen dacht ik: het wordt tijd voor een motor. Maar ik was snel genezen, vond fietsen veel leuker’

Een andere wielrenster is Marianne door haar gedwongen pauze niet geworden, vindt ze. “Wat wel veranderd is: ik leef meer in het moment. Voorheen was ik altijd met de toekomst bezig, met de volgende wedstrijd, waardoor ik niet stilstond bij wat ik presteerde. Ik kan nu meer genieten van het trainen, van het samen op pad zijn met de ploeg. Voorheen schaalde ik dat allemaal onder het kopje ‘randzaken’. Tegelijkertijd zei ik overal ‘ja’ tegen omdat ik vond dat het erbij hoorde, maar waardoor ik uiteindelijk mezelf voorbijliep. Nu durf ik op de rem te trappen als ik ergens niet veel zin in heb.

‘Nee’ zeggen is nog steeds niet een van m’n sterkste punten, maar ik heb geleerd mensen om me heen te verzamelen die dat af en toe voor mij doen. Ik denk dat ik nu nog meer mezelf ben en durf te zijn. Ik hoef geen rol meer te spelen en heb inmiddels ook een fijne relatie en durf meer voor mezelf op te komen. Dat heeft mij een blijer en gelukkiger mens gemaakt.”

Scholiertje

Waar Marianne te vinden was, waren ook haar ouders Henk en Conny en broer Anton. In een camper reden ze achter hun fietsende dochter aan. Ze waren niet alleen haar mentale steun en toeverlaat, maar vervoerden ook haar spullen. Moeder Conny deed de was, vader Henk functioneerde als mecanicien en coach, Anton hielp met de site en maakte foto’s. “Zonder hen weet ik niet hoe mijn carrière eruit zou hebben gezien. Mijn ouders en broer zijn mijn grootste fans. Ze weten hoe dankbaar ik hen ben en dat zeg ik ook, maar waarschijnlijk niet vaak genoeg.”

Marianne kwam al op jonge leeftijd in de belangstelling te staan. “Erkenning en waardering voor wat ik doe, is prettig. Maar vol die schijnwerpers op me gericht krijgen, daar zat ik niet heel erg op te wachten. Als ik door de stad liep of op een terrasje ging zitten en werd aangesproken, voelde ik me ongemakkelijk. Daar moest ik echt aan wennen. Nu vind ik het geen probleem meer, maar als scholiertje vond ik dat moeilijk.” Ook haar ouders en broer kregen met de overweldigende aandacht te maken.

“Vooral voor mijn broer vond ik het vervelend. Hij werd ineens ‘de broer van’ in plaats van Anton. Daar kon ik niets aan doen, maar ik vond het sneu dat hij altijd de vraag kreeg hoe het met mij ging en dat er nooit naar zijn welzijn werd gevraagd. Hij werd niet meer gezien om wie hij was. Dat heeft hem wel in de weg gezeten. Het is knap hoe hij zich daaraan heeft weten te ontworstelen. Hij is nu Anton Vos de wielerfotograaf, daar ben ik heel blij om.”

Inmiddels wordt niet alleen Marianne een dagje ouder, ook haar ouders worden dat. Vorig jaar belandden ze alle drie op de operatietafel. “Ik heb een liesoperatie gehad en mijn moeder moest geopereerd worden aan haar bovenarm, die ze had gebroken. Mijn vader heeft meerdere tegenslagen gehad de afgelopen jaren, maar hij komt er elke keer weer sterk uit. Vorig jaar heeft hij een galblaasoperatie moeten ondergaan en hij had daarna verschillende ontstekingen. Gelukkig is dat onder controle. Maar dan besef je wel hoe belangrijk gezondheid is. We genieten nu met elkaar meer van de mooie momenten.”

TikTok

Met generatiegenoten als Amy Pieters, Lucinda Brand, Chantal van den Broek- Blaak, Ellen van Dijk, Anna van der Breggen en Annemiek van Vleuten is Marianne zo’n beetje opgegroeid. “We zien elkaar wekelijks, zijn heel goede collega’s en met veel van hen ben ik ooit ook ploeggenoten geweest. We kennen elkaar door en door en willen allemaal de beste zijn, maar gunnen elkaar het succes ook.”

Annemiek van Vleuten fungeerde jarenlang als Mariannes ploeggenoot en trouwe knecht. Inmiddels is ze kopvrouw van Movistar, meervoudig wereldkampioene en rijgt ze de zeges aaneen. “Annemiek is later met wielrennen begonnen en heeft zich door de jaren heen steeds verder ontwikkeld. Ze heeft vaak wedstrijden voor mij gereden. In de tijd dat we ploeggenoten waren, was ze nog heel erg bezig zichzelf te ontdekken. Ze was heel goed, maar soms liet ze kansen liggen. Ik denk dat ze heeft geleerd de kansen te grijpen. En dat doet ze nu volop. Dat vind ik schitterend.” Op de Olympische Spelen in Rio in 2016 maakte Marianne van dichtbij de vreselijke val van Annemiek mee, die op dat moment onbedreigd op weg was naar goud in de wegwedstrijd.

Marianne was de eerste die haar opzocht in het ziekenhuis en nam haar op sleeptouw toen ze terug mocht keren in het olympisch dorp. Eenmaal thuis gaf Marianne haar een foto op canvas van Annemiek in actie tijdens de wegwedstrijd in Rio, met daarop een uitspraak van Winston Churchill: ‘Success is not final, failure is not fatal: it is the courage to continue that counts.’ “Ik probeerde Annemiek te steunen na haar val. Dat had zij ook voor mij gedaan. We lagen als ploeggenoten vaak bij elkaar op de kamer en hebben zoveel met elkaar gedeeld. Wij hebben elkaar meegemaakt tijdens mooie en minder mooie momenten en begrijpen elkaar goed, die klik is er altijd geweest.”

‘Het werkte ontnuchterend dat ik ineens niet meer de beste was, maar het was ook prettig om te merken dat ik meer was dan alleen die naam in de uitslag’

Ze heeft generatiegenoten zien opbloeien, maar maakte ook de opkomst van social media mee. Marianne schudt lachend haar hoofd, zegt: “Ik denk weleens: ik ben honderd jaar te laat geboren. Het vrouwenwielrennen heeft mede door de komst van social media een enorme boost gekregen, dus ik zie absoluut de meerwaarde. Ook voor sponsors en het delen van mijn eigen verhaal met fans en volgers. Desalnietemin vind ik persoonlijk contact fijner en blijft dat het belangrijkst voor mij. Ik vind het heerlijk dat ik normaal over straat kan en dat veel mensen me niet eens herkennen. Lekker nuchter, daar hou ik van. Maar ik voel ook weer niet zo’n enorme generatiekloof, hoor. Het lijkt nu alsof ik me helemaal afsluit voor TikTok en Snapchat, maar dat is niet zo.”

Tekst gaat verder onder de foto

Marianne Vos

Afzien

Haar liefde voor het wielrennen blijft groot. “Ik dacht altijd dat ik het tegen deze tijd wel gezien zou hebben.” Marianne kan dan inmiddels 34 zijn, aan stoppen denkt ze nog niet. Ze tekende vorig jaar een contract voor drie jaar bij Team Jumbo-Visma. “Ik ga graag nog even door. Zolang gezondheid en omstandigheden het toelaten en ik mee kan doen met het spelletje vind ik het prachtig om te doen.”

Deze zomer zal Marianne in Tokio al voor de vierde keer haar opwachting maken op de Olympische Spelen. “Het parkoers ligt mij wel, maar we hebben zoveel goede rensters dat er meerdere scenario’s mogelijk zijn.” Het besef dat het leven na het wielrennen dichterbij komt, is er ook. “Ik weet ook dat het een keer stopt, ben daar niet bang voor. Er komt dan vast wel wat anders op mijn pad. Maar ik ben wel zo thuis in de sport- en de wielerwereld dat ik er niet zomaar uit zal stappen. Ik ben een liefhebber, vind sport veel te mooi.”

Helden Magazine 57

Het verhaal van Marianne Vos komt voort uit Helden Magazine 57. Het dubbeldik zomernummer staat volledig in het teken van de Olympische Spelen in Tokio en het EK voetbal.

In Helden Magazine 57 lees je een uitgebreid interview met Dafne Schippers en haar broer Derek over hun speciale band. Spraken we keepster en boegbeeld van de Nederlandse handbalsters: Tess Wester over trouwen, de liefde en het moederschap. En ook een gesprek met en over Mathieu van der Poel, het fenomeen debuteert dit jaar in de Tour de France en rijdt een maand later de olympische mountainbikerace.

Met aanvoerder Georginio Wijnaldum, assistent-bondscoach Ruud van Nistelrooij, Denzelf Dumfries en Wout Weghorst blikken we uitgebreid vooruit op het EK. Hoe goed is daarnaast Frenkie de Jong? We vroegen het aan acht kenners. Verder in het EK-gedeelte een interview met Memphis Depay en John Bosman blikt terug op het EK van 1988.

Ook in Helden Magazine 57 staat er geen maat op Annemiek van Vleuten meer sinds haar dramatische val tijdens de Spelen in Rio. Praat Sifan Hassan over het geloof, de liefde, haar geheim, de toekomst en goede espresso. Bespreekt chef de mission van de Nederlandse olympische ploeg: Pieter van den Hoogenband de mensen die hem inspireren én praat de stille kracht van de hockeysters: Eva de Goede over poseren voor Sports Illustrated en tafelvoetballen met Neymar.

Verder praten we met de vier krachtpatsers van het baansprinten: Roy van den Berg, Matthijs Büchli, Jeffrey Hoogland en Harrie Lavreysen. Spreekt Vivianne Miedema openhartig over haar wens om ooit voor Feyenoord te spelen, zwaait Epke Zonderland in Tokio af, wist Arno Kamminga zelf lange tijd niet hoe goed hij was én pakten Alexander Brouwer en Robert Meeuwsen in 2016 de eerste Nederlandse olympische medaille in het beachvolleybal. Victoria Koblenko stapte daarnaast met Nicolas Heiner in de boot én staat Sarina Wiegman in de ‘Leeuwinnen in het Rijks’ stil bij De serenade van Judith Leyster.

Krijg jij geen genoeg van alle inspirerende sportverhalen? Kies het abonnement dat bij jou past én wordt abonnee. Zo ontvang je telkens de nieuwste edities op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Wil je een Helden Magazine cadeau doen? Het is ook mogelijk om een abonnement cadeau te doen, deze abonnementen lopen automatisch af. Daarnaast zijn de recentste exemplaren ook gemakkelijk te bestellen via onze webshop.

Delen: