Word abonnee

Voetbal

Georginio Wijnaldum: ‘Ik wil de beste vader zijn voor mijn kinderen’

ANP / Getty Images

Voetbal

Georginio Wijnaldum: ‘Ik wil de beste vader zijn voor mijn kinderen’

door: Barbara & Frits Barend
27 mei 2021
27 tot 32 minuten lezen

Georginio Wijnaldum is aanvoerder van het Nederlands elftal. De middenvelder van Liverpool is uitgegroeid tot een speler van internationale allure en een onmisbare schakel van Oranje. Hij was nog maar zestien toen hij debuteerde bij Feyenoord, daarna zagen we hem de afgelopen veertien jaar volwassen worden als voetballer en mens.

Een piepjong ventje met dreadlocks maakte in april 2007 zijn debuut in het eerste van Feyenoord. Met zijn zestien jaar en 148 dagen was hij de jongste debutant ooit van de Rotterdamse club. Zijn naam: Georginio Wijnaldum. Het kroonjuweel van de club had steevast een glimlach van oor tot oor. Hij werd meteen gebombardeerd tot de man die eerst Feyenoord en later het Nederlands elftal bij de hand zou nemen.

De Europese topclubs hadden hem vanaf zijn debuut op de radar. Gini maakte in 2011 de overstap naar PSV. Het was een keuze tussen het hoofd en het hart. In Eindhoven kon hij de volgende stap maken. Daar groeide hij uit tot international en werd aanvoerder van PSV. Na vier jaar waagde hij de stap naar het buitenland, naar Newcastle United. Georginio maakte in dat ene seizoen zoveel indruk dat topclub Liverpool hem voor 30 miljoen euro haalde.

In de stad van The Beatles zette hij de laatste stap naar de absolute top. Hij werd een onmisbare schakel in het elftal van Jürgen Klopp, won de Champions League in 2019 en vorig jaar de eerste landstitel met The Reds in dertig jaar. En ook in Oranje vond hij zijn draai, waar de kritiek aanvankelijk was dat hij het goede spel van Liverpool niet wist mee te nemen naar het nationaal elftal. Alle schroom heeft hij van zich af gespeeld. Op zijn dertigste is hij aanvoerder van Oranje en de aanvoerdersband droeg hij ook bij Liverpool.

De jongen die debuteerde met dreadlocks is nu een volwassen kerel en vader met kort haar en een stoppelbaardje. Maar de lach op zijn gezicht is gebleven. “Ik denk dat anderen blijer zijn met het aanvoerderschap dan ik,” zegt Georginio. “Natuurlijk, het is een geweldige eer, maar ik heb er wel een dubbel gevoel bij. Bij Liverpool ben ik vierde aanvoerder, krijg de band als de andere drie geblesseerd zijn. Dan heb ik de band liever niet, dat betekent dat we een sterker team hebben. Bij het Nederlands elftal zie ik Virgil van Dijk als de echte leider, maar hij is helaas geblesseerd.

En weet je? Ik vind Kevin Strootman ook een veel betere aanvoerder dan ik. Kevin was met iedereen bezig, pakte iedereen aan. In de EK-kwalificatiewedstrijd tegen Duitsland in 2019 werden we in de eerste helft overlopen en kwamen we met 1-0 achter. Kevin kwam in de rust naar me toen en zei: ‘Gini, ik wil meer zien van je, je moet gedurfder spelen. Je loopt maar mee.’ Hij pakte iedereen aan en had gelijk, terwijl hij zelf niet speelde. Kevin is een geboren leider. Ik had die opmerking van hem op dat moment nodig. En Virgil is net zo.”

Wat voor aanvoerder ben jij?
“Ik ben ook wel bezig met de jonge jongens en denk ook dat de anderen mijn mening accepteren, maar Kevin en Virgil brengen wat meer. Daarom is het ook zo jammer dat Kevin niet is geselecteerd voor het EK. En niet alleen om zijn leidinggevende capaciteiten, hoor, ik vind dat hij ook voetballend nog wat kan toevoegen. Ook Ryan Babel had ik er graag bij gehad. Sommige jongens zijn zo belangrijk in en voor het team. Maar het staat de trainers vrij om andere keuzes te maken. Ik heb mijn mening gegeven. Dat kan ook bij Frank de Boer, hij staat heel erg open voor meningen van anderen. Hij bespreekt dingen met ons en vaak doet hij ook wat met onze input. Hij moet de keuzes maken, want als iemand erop wordt afgerekend, is het de trainer.”

Speelt Memphis Depay een rol in dat proces?
“Zeker. In de media wordt hij soms nog gezien als iemand die alleen aan zichzelf denkt, maar Memphis is echt bezig met het team. Hij is nu de tweede aanvoerder, maar hij kan evengoed de band dragen. Ik denk dat veel mensen verbaasd zullen staan als ze weten hoe Memphis het team op sleeptouw neemt. Dan krijgt iedereen meteen een heel ander beeld van hem als mens.”

In korte tijd is Oranje een heel hecht team geworden in en buiten het veld. Jullie spreken je uit, zijn niet op je mondje gevallen, leven jullie eigen levens. Hoe sterk is die band?
“Heel sterk. We waren altijd trots om voor Oranje uit te komen, maar iedereen kijkt er ook echt naar uit om weer samen te komen. In de periode dat het niet zo goed ging, was het niet zo leuk. Een tijdlang had ik het echt moeilijk bij het Nederlands elftal. Ook omdat ik de kans niet kreeg om op mijn eigen positie te spelen en me niet gewaardeerd voelde. Dat gevoel is helemaal verdwenen.

De ploeg is hecht, iedereen helpt elkaar. Het is belangrijk om dat gevoel goed te bewaken. Als er iemand binnenkomt die er heel anders in staat dan wij, zal hij het moeilijk krijgen. Dan past hij niet in de groep. We zijn ook heel eerlijk naar elkaar toe, iedereen durft zijn mening te geven en mag dat ook doen. We zijn er heel erg mee bezig dat iedereen moet durven zeggen wat hij denkt. Vragen ook aan elkaar wat beter kan, daar sparren we dan over. We zijn heel begaan met elkaar, spelen spelletjes, voeren gesprekken. En als er uit die gesprekken weer dingen komen die goed kunnen zijn voor het team, dan geven we dat meteen door aan de trainer. Op dat vlak heb je aan Frank een goeie, hij staat ook echt open voor onze ideeën.

Georginio Wijnaldum
In de Premier League maken spelers voor elke wedstrijd een kniebuiging waarmee ze hun steun betuigen aan de Black lives matter-beweging

Voorheen, toen we in Noordwijk bijeenkwamen, gebeurde het vaak dat iedereen in z’n eentje naar z’n kamer ging. Sinds we in Zeist zitten, doet bijna niemand dat meer. Ronald Koeman heeft dat proces in gang gezet en eigenlijk is er niet veel veran­ derd sinds zijn vertrek. Ook met de staf en met de directie van de KNVB is de klik er. Zoiets heb ik niet eerder meegemaakt bij het Nederlands elftal.”

Flinke klus

Als gevolg van het coronavirus zijn er in korte tijd heel veel wedstrijden gespeeld. In aanloop naar het EK speelde Georginio bijna alle wedstrijden bij zijn club, waar tal van spelers te maken kregen met blessures. “Poeh, ik ben wel moe, hoor. Het was een van de zwaarste seizoen uit m’n carrière. En dan is het soms na tegenslagen in het voetbal moeilijk om een goede vader te zijn. Dan ben ik echt blij dat mijn vriendin soms zegt: ‘Rust maar even uit, ik ben wel even papa en mama tegelijk.’ Dat is soms wel moeilijk voor je kinderen,” verzucht hij.

Georginio is vader van vier kinderen: twee meisjes van tien en zes en twee jongens van drie en één. “Maar corona heeft, en begrijp me niet verkeerd, me ook mooie dingen gebracht. Ik heb echt meer vader voor mijn kinderen kunnen zijn, was veel meer thuis dan anders. Voor corona ging ik van trainingskamp naar trainingskamp en van hotel naar hotel. Ineens kon ik hele dagen met hen doorbrengen. Ik stond samen met de kinderen op, dat was echt genieten. Daarna een paar uurtjes naar de club om te trainen en vervolgens at ik gewoon weer thuis bij m’n gezin. Heerlijk. Vanmorgen heb ik de jongste naar de crèche gebracht. En als ik straks heb getraind, ben ik op tijd thuis om ze nog te zien voordat ze naar bed moeten.

Als ik zie hoeveel sterker de band met mijn oudste zoon is geworden… Voor corona was ik in zijn ogen de strenge vader, wilde hij alleen maar bij mama zijn. Doordat ik veel meer thuis was, kon ik lekker met hem voetballen in de tuin of spelletjes met hem spelen. Hij trekt nu helemaal naar me toe. Het is al zo erg dat hij zegt graag met papa te willen chillen. Dat doet me echt goed.”

Heb je aan thuisonderwijs gedaan met de kinderen?
“Ja, en ik zat soms zelf ook met vragen. Ik heb tegen de lerares­ sen van mijn dochters gezegd dat ik zoveel respect voor hen heb. Ik ben altijd goed geweest in rekenen. Dan legde ik het zo uit aan mijn oudste dochter dat ze het begreep. Kwam ik drie minuten later terug en zei ze: ‘Ik snap het niet.’ Ik vond het lastig om op die momenten m’n geduld te bewaren, dacht: ik heb het je net verteld. Dan legde ik het nog een keer uit en ondertussen stond de jongste ook alweer te wachten omdat ik met haar aan het knutselen was. Leraressen hebben achttien kinderen in de klas, hoe doen die dat? Ik had al moeite met het gelijktijdig helpen van twee kinderen!

Ik heb het daar ook met teamgenoten over gehad en zij hadden precies dezelfde er­varingen met hun kinderen. Mijn vriendin was ook nog een keer met onze twee zoontjes in Nederland, was ik twee dagen alleen met m’n dochters. Dat was ook goed, heb ik veel van geleerd. Ik heb gemerkt wat ervoor nodig is om in je eentje kinderen op te moeten voeden. Dat is een flinke klus. Vader van vier kinderen zijn is niet altijd makkelijk. Ik probeer echt een goede vader te zijn, maar soms heb ik gewoon te weinig tijd. Ik heb me voorgenomen elke dag een betere vader te worden.”

Je twee dochters wonen met hun moeder in Nederland en konden net als jij door corona niet zomaar heen en weer reizen. Hoe moeilijk was dat voor je?
“Het was lastig toen er geen vluchten naar Engeland mogelijk waren. Gelukkig zijn ze alweer een paar keer langs geweest nu het weer makkelijker is om te reizen.”

Je hebt een groot deel van je leven bij je oma gewoond en zij was altijd je grootste fan. Was je bezorgd om haar?
“Tuurlijk. Ik heb haar de laatste tijd ook niet veel kunnen zien, mis haar heel erg. Ik ben ook nauwelijks in Nederland geweest de laatste tijd. En als ik er was, dan was het voor het Nederlands elftal, moest ik op Schiphol meteen de bus in naar de bubbel. Ik spreek haar niet elke dag omdat ze niet zo handig is met telefoons, maar we hebben nog wel vaak contact. Ze komt helaas ook niet meer heel vaak kijken als ik moet voetbal­len. Maar gelukkig was ze er wel bij in Madrid toen we de Champions League wonnen. Maar goed, laten we niet doen alsof ik het heel zwaar heb. Ik heb veel geluk gehad. Andere mensen hebben het veel zwaarder.”

Sportpsycholoog

Na het kampioenschap van vorig jaar beleefde Liverpool een tegenvallend seizoen. “Het werd door blessures en coronageval­len steeds moeilijker om te pieken op de momenten dat het moest. Manchester City werd kampioen, had een fittere selec­tie dan wij afgelopen seizoen. Gaandeweg het seizoen ging het frisse er bij ons wel vanaf.”

Hoe ging jij om met de tegenvallende resultaten?
“Ik nam het zoals het was. We hebben afgelopen jaren veel succes gehad. Het zat altijd mee en afgelopen jaar zat het vaak tegen. En dan voel je de druk toenemen. Mensen riepen over mij bijvoorbeeld ineens: ‘Hij doet zijn best niet, want hij gaat weg, hij is met zijn hoofd al bij ander clubs. De fans worden beïnvloed door de verhalen in de media en als ik dan een mindere wedstrijd speel, beginnen ze over de verhalen die ze hebben gehoord of gelezen. De ene wedstrijd speelde ik beter dan de andere, maar ik heb keer op keer alles gegeven. Mijn vingers hebben afgelopen jaar wel een paar keer gejeukt, ik wilde graag reageren op de onzinverhalen.”

Georginio Wijnaldum
Liverpool-trainer Jürgen Klopp en Georginio Wijnaldum

Je had het over social media. Steeds meer topsporters bekennen dat de druk zo ontzettend hoog is in deze tijd. Mede doordat iedereen meteen een mening over hen heeft en die post. Herken je dat?
“Ja, de druk is soms zo hoog, dat het invloed heeft op m’n privé­ leven. Dat is niet nieuw. Mijn laatste seizoen bij Feyenoord was ook heel zwaar. We hadden een heel jonge ploeg, verloren veel wedstrijden, Feyenoord onwaardig. In de media werd constant belicht dat we het zo slecht deden. Dat zorgde voor heel veel druk. Moeilijk om mee om te gaan, omdat ik in de jeugd van Feyenoord gewend was altijd te winnen. Ik heb bij Feyenoord ook hulp gehad van een sportpsycholoog die me leerde om met bepaalde technieken om te gaan met de druk van buitenaf.

‘Omdat wij stelling hebben genomen tegen racisme moeten we dan ook iets zeggen over de situatie in Israël?’

Ik had er vooral veel moeite mee hoe mensen over me dachten. Als er iets over mij werd gezegd, dan zat ik daar echt mee, dacht ik: waarom zegt iemand dat? Als ik een goede wedstrijd had gespeeld zonder te scoren, dan waren er altijd mensen die riepen dat ik niet goed had gefunctioneerd. Dat trok ik me dan meteen heel erg aan. Ik heb echt moeten leren om te accepteren dat ik geen invloed heb op al die meningen. Die worden toch wel gegeven. De sessies met de sportpsycholoog hebben me echt geholpen om te leren begrijpen dat mensen nu eenmaal een oordeel over je hebben. Ik kan het nu veel beter van me af laten glijden. Maar soms is het nog weleens lastig.”

Je vertelde net dat je het vervelend vond dat je steeds in verband werd gebracht met andere clubs als het minder ging. Wat maakt het nog meer lastig als het even tegenzit?
“Wat mij nog steeds raakt, is dat alles wordt gelinkt aan onze prestaties. Ik heb het idee dat als we niet presteren, het niet wordt geaccepteerd dat we ook andere dingen doen dan voet­ballen. Ik heb het gevoel dat mensen dan vinden dat je niet je mening mag geven en niet even mag genieten. Wij zijn ook normale mensen, hoor. Als het bij jullie even niet zo loopt op het werk, gaan mensen toch ook niet roepen dat het belachelijk is dat je even lekker op vakantie gaat? Ik heb er moeite mee dat alles wat we doen meteen gelinkt wordt aan onze prestaties op het veld. Wat dat betreft gaat Memphis daar veel beter mee om dan ik. Hij leeft gewoon zijn leven. Trekt zich er niet veel van aan wat anderen daarvan vinden.”

Dialoog

Hoe ga jij om met social media?
“Ik vind het soms lastig, omdat ik het gevoel heb dat ik niet altijd mezelf kan zijn. Je moet kijken wanneer je iets post en wat je post. Je kunt bijvoorbeeld niet te laat in de avond iets posten, want dan denken mensen dat je te laat naar bed gaat en niet goed genoeg voor je sport leeft. Veel sporters spelen op safe, snap ik. Je hebt er die gewoon nog hun mening geven, vind ik mooi. Ik post wat voor mij goed voelt.”

Word je vaak racistisch bejegend op social media?
“Vaak genoeg. Ik denk dat het niet alleen bruine of zwarte spelers overkomt, maar dat ook blanke spelers er last van heb­ben. Het is blijkbaar normaal op social media. Het is ook zo makkelijk om een een fake account aan te maken en de vreselijkste dingen te roepen. Ik zou nu een account kunnen maken, naar de site van Virgil kunnen gaan en er racistische dingen op kunnen zetten. Dat is toch bizar en belachelijk? Instagram, Facebook en Twitter moeten ervoor zorgen dat dit soort uitlatingen geweerd worden van social media. Er moet echt tegen opgetreden worden. Ik weet niet wat social media hieraan doen om het te voorkomen.”

Jij was het dus eens met die actie van spelers in de Premier League om drie dagen de socials te boycotten?
“Ik was het zeker eens met die actie.”

Er was kritiek op de KNVB en veel clubs in Nederland omdat zij zich niet aansloten bij die actie. Wat vond jij daarvan?
“Ik heb me daar niet zo mee beziggehouden. Misschien waren ze niet voldoende op de hoogte. In dat geval kan ik be­grijpen dat ze niet mee hebben gedaan. Kijk, ik moet me ook niet uitlaten over de problemen in Israël en de Gazastrook. Ik weet niet precies wat er gaande is, dus post ik er niets over. Van sporters wordt daarentegen wel verwacht dat we vaak ergens onze mening over geven.”

‘Ik had er vooral veel moeite mee hoe mensen over mij dachten. Als er iets over mij werd gezegd, dan zat ik daar echt mee, dacht ik: waarom zegt iemand dat?’

Zorgt het voor extra druk dat van sporters wordt verwacht dat ze zich uiten over maatschappelijke issues?
“Veel mensen vinden dat wij gezien onze status kunnen bijdragen aan noodzakelijke veranderingen. Er wordt verwacht dat we van ons laten horen. Dat is deels oneerlijk, omdat het je bij wijze van spreken niet wordt gegund als je een keer geen mening hebt. Omdat wij stelling hebben genomen tegen racis­me moeten we dan ook iets zeggen over de situatie in Israël? En als je je ergens niet mee bemoeit, mag je meteen nergens meer iets van vinden. Dat is de wereld waar we nu in leven. Moeilijk. Iedereen moet toch zijn mening kunnen geven als hij of zij dat wil? Dat is een vrije keuze, het moet niet zo zijn dat een ander bepaalt wanneer je iets wel of niet mag vinden.”

Met het Nederlands elftal hebben jullie stelling genomen tegen racisme. Die actie ging de wereld over.
“Je kunt niet ontkennen dat er mede door voetballers iets in gang is gezet. Ik ben trots op spelers die hun nek uitsteken. Ook omdat ik weet dat ze daar niet altijd leuke reacties op krijgen. Er zijn veel mensen die wellicht naar me luisteren omdat ik een voetballer ben. Dat is eigenlijk vreemd, maar hoort bij de tijd waarin we leven. Als sporter moet je je realiseren dat je het ook doet voor de mensen die geen stem hebben. Ik ben ook iemand van de dialoog, alleen is dat niet altijd mogelijk.”

Georginio Wijnaldum en Virgil van Dijk
Liverpool-ploeggenoten Virgil van Dijk en Georginio met een replica van
de wereldbeker voor clubs in 2019

Jürgen Klopp

Je bent pas dertig en hebt al een hele carrière achter de rug.
“Ja, ik sta er af en toe weleens bij stil. Ik ben trots en blij hoe het is gegaan. Zeker als je kijkt naar de stappen die ik heb gemaakt om de top te bereiken. Ik heb ook wel tegenslagen gekend, zoals de slepende rugblessure in het seizoen 2013­/2014 waar­ door ik er een half jaar uit was en wat minder plezier had in het voetbal. Ik herstelde gelukkig op tijd en werd ook nog gese­lecteerd voor het WK in 2014. Daarna werd ik nog kampioen met PSV en toen nam ik een stap die niet iedereen verwachtte.”

Je doelt op de overgang naar Newcastle United?
“Ja. Ik wilde per se naar de Premier League. Newcastle was niet het beste team, maar die stap is heel belangrijk geweest voor m’n ontwikkeling. Ik koos bewust voor een club onder de top, omdat ik de zekerheid wilde dat ik elke wedstrijd zou spelen. Tijdens mijn vakantie sprak ik manager Steve McClaren en hij overtuigde me voor Newcastle te kiezen.

Tijdens de onderhan­delingen meldde Everton zich ook en deed me zowel financieel als voetbaltechnisch zo’n mooi aanbod dat ik op een gegeven moment dacht: ik ga naar Everton. Mijn manager Humphry Nijman vond dat ik dat niet kon maken. ‘Als je eenmaal je jawoord hebt gegeven, dan moet je daarbij blijven.’ Had hij gelijk in. Ik kwam in een hecht team. Wat fijn was: Vurnon Anita, Siem de Jong, Tim Krul en Daryl Janmaat speelden er ook. Ik had daar zoveel plezier. Ik werd meteen opgenomen in het team, mijn medespelers hielpen me om goed te presteren. We degra­deerden, maar ik hou nog steeds van de club en de stad. Na de training was ik altijd op straat te vinden. Ik was alleen thuis als ik moest rusten. Ik leerde ook lokale mensen kennen met wie ik dagelijks omging.

Jeremain Lens woonde in dezelfde straat, ik zag hem elke dag, hoewel hij bij de grote rivaal Sunderland speelde. We hadden samen bij PSV gespeeld, die klik was er vanaf het eerste moment met hem. In Newcastle zou je bijna denken dat we bij elkaar woonden, zo vaak kwamen we bij elkaar over de vloer. Na de training gingen we een koffietje drinken en wat lunchen. Ik dronk overigens meestal warme chocomel. Jeremain is nu een van mijn beste vrienden, hij zat ook op de tribune toen we de Champions League­finale en de Super Cup speelden met Liverpool.”

Stond je er zelf ook van te kijken dat Liverpool bij je aanklopte terwijl je pas een seizoen in de Premier League had gespeeld en ook nog was gedegradeerd met Newcastle?
“Nou… Toen ik eenmaal gewend was aan de Premier League stond ik wel vrij snel open voor een volgende stap. Liverpool en Tottenham Hotspur werden allebei concreet, maar Spurs kwam er niet uit met Newcastle. Vervolgens heb ik zo’n goed gesprek gehad met manager Jürgen Klopp.”

Hoe verliep dat gesprek dan?
“Hij nodigde Humphry en mij uit in zijn huis. Alleen had hij een heel grote hond, en ik ben bang voor honden. Hij zei nog: ‘Hij doet niks.’ Maar ik was zo bang, dat Jürgen de hond uiteindelijk in een andere kamer heeft gezet. Zijn assistent Pepijn Lijnders was ook aanwezig. We hebben eerst gesproken over hoe we in het leven staan. Ik vertelde dat ik net terug was van vakantie, dat ik met mijn vriendin op pad was geweest en ook nog met mijn oma een eiland had bezocht. Hij wilde weten wat mijn oma voor mij betekende, hoe belangrijk familie voor me is. Mijn hechte band met mijn familie beviel hem wel, Jürgen is ook een familieman. Hij wilde ook weten hoe ik ben opgegroeid en vertelde ook wat over zichzelf. Pas daarna ging het over voetbal.”

Wat spreekt je aan in Klopp?
“Hij is zo begaan met zijn spelers. Net als heel veel mensen dacht ook ik altijd dat zijn optredens op het veld een act waren, maar hij is gewoon echt zo. Hij gedraagt zich op de training niet anders. Als je op de training iets heel goed hebt gedaan, dan rent hij op je af om je te omhelzen. Maar hij kan ook heel boos worden als het niet loopt. Hij is gewoon een heel emotio­nele man. In het begin vond ik het weleens lastig hoe dominant hij kon zijn, hij kon zo schreeuwen. Ik zei weleens wat terug, ook omdat ik niet begreep wat hij bedoelde.

Hij vertelde ook weleens dat hij Nederlanders maar bemoei­ zieke personen vindt die altijd een weerwoord hebben en denken dat ze het beter weten. In het begin realiseerde ik me dat niet zo, maar ik denk eigenlijk wel dat hij gelijk heeft. Nederlanders denken dat ze alles beter weten, komen ook heel arrogant over wanneer ze over voetbal praten. Voor ons is dat normaal gedrag, zeker als je alleen maar met Nederlanders omgaat. Ik begreep op een gegeven moment precies wat Klopp bedoel­de. Hij ging echt met me aan de slag, triggerde me enorm. Ik ben helemaal aan hem gewend, heb er geen moeite meer mee als hij tegen me schreeuwt. Dan denk ik juist: hij bedoelt het goed en weet het beter.”

Wat zag hij voor jou als de ideale positie?
“Toen ik hem de eerste keer sprak, zei ik: ik ben een nummer 10. Dat heb ik altijd gezegd en vind ik nog steeds. Maar Klopp zei: ‘Nee, ik wil met twee nummers 8 spelen en jij bent een van die twee. Jij kunt heel goed de balans bewaken, dus ik laat je misschien ook wel als nummer 6 spelen.’ Dat is niet mijn positie, vond ik, maar hij legde het zo uit dat ik me er wel in kon vinden. Het heeft me wel even tijd gekost om echt te wennen aan het systeem dat hij speelde.”

Nummer 10

Ronald Koeman zag in 2018 in jou wel een echte nummer tien. Hij zette je op die positie in het Nederlands elftal en heeft al meerdere keren te kennen gegeven zeer gecharmeerd van je te zijn.
“Onder Koeman werd ik eindelijk weer de nummer 10 die ik ooit was. Uit tegen Frankrijk was mijn eerste wedstrijd op 10 onder Koeman. Ik scoorde niet, maar vond dat het best aardig was gegaan. Iedereen was lovend, maar Koeman liet mij zien dat ik helemaal niet zo goed had gespeeld, dat ik het team benadeelde omdat ik eigenlijk ook als links­ en rechtshalf had gespeeld, waardoor Frankrijk in de eerste helft dominant kon zijn. Niemand had echt druk gezet op hun verdedigende middenvelder, vertelde hij, dat was mijn taak.

Koeman is echt met me bezig geweest, heeft met beelden laten zien hoe ik moest spelen. Ik mocht niet te veel terugzakken om de andere middenvelders te helpen, omdat ik daarmee de tegenstander een vrije man op het middenveld gaf. Toen ik dat inzag, hield ik veel meer energie over om aan te vallen, om te scoren. Koeman is de eerste bondscoach die me echt als nummer 10 zag. Hij had ook een heel goed plan van aanpak. Want ik moet eerlijk zeggen dat de spelers om me heen er ook voor zorgden dat ik op 10 kon excelleren.”

‘Iedereen was lovend, maar Koeman liet mij zien dat ik helemaal niet zo goed had gespeeld. Hij is echt met me bezig geweest, heeft met beelden laten zien hoe ik moest spelen’

Als je terugkwam bij Liverpool, en je had op 10 gespeeld, wat zei Klopp dan?
“‘Wij spelen anders,’ zei hij dan. En dat is ook zo. Ja, en dan krijg je supporters van Liverpool die zeggen dat ik in Oranje wel veel scoor, maar niet in het rood van Liverpool. Daar heb ik me dan maar bij neer te leggen.”

Bondscoach Frank de Boer stelde jouw positie op 10 weer ter discussie…
“Hij is wat gaan schuiven, ja. Ik heb aangegeven waar ik denk dat ik het beste tot mijn recht kom en dan moet hij de keuze maken. Ik weet niet of ik op 10, op rechts of links ga spelen. Frenkie wil heel graag betrokken worden bij de opbouw en wil ook nog goals maken. Hij wil het eigenlijk allebei. Ik ben liever betrokken bij de tweede fase, die na de opbouw.”

Georginio Wijnaldum en Frank de Boer
Georginio en bondscoach Frank de Boer

Wat verwacht jij van het EK?
“Ik keek er vorig seizoen al naar uit, als team waren we ook echt teleurgesteld dat het niet doorging. Het wordt ons eerste toernooi in zeven jaar. We hebben een aantal toernooien gemist waardoor heel veel jongens niet weten hoe het is om een groot toernooi mee te maken. Ik ben een van de weinigen die het wel weet, omdat ik het WK in 2014 heb meegemaakt. Een eind­ toernooi is de kers op de taart. Het is toch prachtig als je aan het einde van het seizoen nog een mooi toernooi mag spelen tegen de beste teams van Europa? Daar is deze nieuwe generatie bij het Nederlands elftal echt aan toe. Ik denk dat we hoge ogen kunnen gooien.”

Waar droom jij nog van als voetballer?
“Dat ik zo lang mogelijk kan blijven voetballen. Als ik kijk naar Zlatan Ibrahimovic of Cristiano Ronaldo, ben ik echt jaloers. Hoe mooi is het om op die leeftijd nog zo fit te zijn. Mijn ultieme droom is zo lang mogelijk op zo’n niveau mee te gaan. En wat ik nog heel graag zou willen meemaken, is het WK van 2026 in Amerika.”

Georginio Wijnaldum

Wie is jouw grote held?

“Denzel Washington, die man vind ik helemaal geweldig. Dat komt ook vanwege de eerste film die ik van hem heb gezien, John Q. Hij was in die film de vader van een sportende zoon die ineens last kreeg van zijn hart en een transplantatie moest ondergaan. Het gezin had daar het geld niet voor. Wat hij als vader deed om zijn zoon te redden, ontroerde mij. Ook omdat ik altijd bij mijn oma was en de relatie met mijn vader juist niet optimaal was. Ineens zag ik een vader die zoveel deed voor zijn zoon…

Vanaf de dag dat ik John Q zag, ben ik helemaal weg van Denzel. Ik wil hem heel graag ontmoeten en heb het via Liverpool ook geprobeerd. Ik heb contact gezocht, een mail opgesteld waarom ik hem wil ontmoeten. Hij is een wereld­ ster, de hele wereld wil iets van hem, dus ze wilden precies weten waarom ik hem zou willen zien. De club heeft die mail gestuurd, maar toen kwam corona… Ik ga het zeker nog een keer proberen. Als vader denk ik vaak aan die film. Ik probeer de beste vader te zijn voor mijn vier kinderen. Het is niet altijd even makkelijk en ik maak genoeg fouten. Soms ben ik niet zo’n goede vader, maar ik leer elke dag.”

Helden Magazine 57

Het verhaal van Georginio Wijnaldum komt voort uit Helden Magazine 57. Het dubbeldik zomernummer staat volledig in het teken van de Olympische Spelen in Tokio en het EK voetbal.

In Helden Magazine 57 lees je een uitgebreid interview met Dafne Schippers en haar broer Derek over hun speciale band. Spraken we keepster en boegbeeld van de Nederlandse handbalsters: Tess Wester over trouwen, de liefde en het moederschap. En ook een gesprek met en over Mathieu van der Poel, het fenomeen debuteert dit jaar in de Tour de France en rijdt een maand later de olympische mountainbikerace.

Met assistent-bondscoach Ruud van Nistelrooij, Denzelf Dumfries en Wout Weghorst blikken we uitgebreid vooruit op het EK. Hoe goed is daarnaast Frenkie de Jong? We vroegen het aan acht kenners. Verder in het EK-gedeelte een interview met Memphis Depay en John Bosman blikt terug op het EK van 1988.

Ook in Helden Magazine 57 staat er geen maat op Annemiek van Vleuten meer sinds haar dramatische val tijdens de Spelen in Rio. Praat Sifan Hassan over het geloof, de liefde, haar geheim, de toekomst en goede espresso. Bespreekt chef de mission van de Nederlandse olympische ploeg: Pieter van den Hoogenbandde mensen die hem inspireren. Praat de stille kracht van de hockeysters: Eva de Goede over poseren voor Sports Illustrated en tafelvoetballen met Neymar én wint Marianne Vos minder vaak, maar is ze wel gelukkiger.

Verder praten we met de vier krachtpatsers van het baansprinten: Roy van den Berg, Matthijs Büchli, Jeffrey Hoogland en Harrie Lavreysen. Spreekt Vivianne Miedema openhartig over haar wens om ooit voor Feyenoord te spelen, zwaait Epke Zonderland in Tokio af, wist Arno Kamminga zelf lange tijd niet hoe goed hij was én pakten Alexander Brouwer en Robert Meeuwsen in 2016 de eerste Nederlandse olympische medaille in het beachvolleybal. Victoria Koblenko stapte daarnaast met Nicolas Heiner in de boot én staat Sarina Wiegman in de ‘Leeuwinnen in het Rijks’ stil bij De serenade van Judith Leyster.

Krijg jij geen genoeg van alle inspirerende sportverhalen? Kies het abonnement dat bij jou past én wordt abonnee. Zo ontvang je telkens de nieuwste edities op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Wil je een Helden Magazine cadeau doen? Het is ook mogelijk om een abonnement cadeau te doen, deze abonnementen lopen automatisch af. Daarnaast zijn de recentste exemplaren ook gemakkelijk te bestellen via onze webshop.

Delen: