Word abonnee
Meer

Waterpolo

Jelto Spijker: ‘Ik kies ervoor om ermee te koop te lopen’

Jelto Spijker Jelto Spijker (24) is een opvallende verschijning in de machowereld van het waterpolo. De keeper, die uitkomt in de Duitse competitie, had zeven jaar geleden zijn coming-out. Dit is zijn verhaal. “Als ik voetballer was geweest, was ik nooit uit de kast gekomen.” “Acht was ik toen ik via Aqua Fun, een jeugdprogramma waarbij alle watersporten aan bod kwamen, met waterpolo in aanraking kwam. Ik vond het leuk, kreeg een uitnodiging om bij ons in Veenendaal naar een wedstrijd van het eerste van VZC te komen kijken met mijn moeder. Toen ik dertien van die kleerkasten in badjas op zag komen en vervolgens voor spektakel in het water zag zorgen, was ik verkocht. Op mijn tiende werd ik keeper. Ik was niet de snelste zwemmer en ook niet altijd gemotiveerd om na balverlies heel hard terug te zwemmen. De trainer stelde voor om het eens als doelman te proberen. Waterpolo was heel belangrijk voor mij. Toen ik vier was, overleed mijn vader bij ons in de huiskamer aan een herseninfarct. Alles kwam vanaf dat moment op de schouders van mijn moeder terecht. Zij moest voor brood op de plank zorgen en er tegelijkertijd voor mijn drieënhalf jaar oudere broer Paul en mij zijn. De vaderfiguur die ik thuis miste, vond ik in het waterpolo. Er waren regels, er was discipline en de jeugdtrainers waren er om daarop te hameren. Ik leerde hoe ik me diende te gedragen en hoe ik met anderen om moest gaan. Lange tijd dacht ik dat het gemis van mijn vader geen grote impact op mij had. Ik was zo jong toen hij overleed, had amper echte herinneringen aan hem. Ik had last van woedeaanvallen, was niet de makkelijkste in de omgang, lag moeilijk in de groep en voelde me vaak onbegrepen. Met mijn broer had ik ook altijd ruzie. Ik denk dat het allemaal te maken had met het feit dat er thuis geen vader was. In de puberteit, zo rond mijn vijftiende, kreeg ik mijzelf meer onder controle. Op mijn zestiende kreeg ik het gevoel dat ik op jongens viel. Ik wilde het eerst zeker weten, bedacht: als ik nou probeer het mooiste meisje van de klas te versieren... Het lukte, maar toen ik met haar was, kreeg ik al heel snel de bevestiging van wat ik al dacht: ik val op mannen. Dat meisje van destijds is nog steeds een van mijn beste vriendinnen. Helden Magazine nummer 73  Het eerste gedeelte van het interview met Jelto Spijker komt voort uit Helden Magazine nummer 73. Deze editie staat in het teken van het nieuwe voetbalseizoen, biedt uitgebreide aandacht voor wielrennen en besteedt ruimschoots aandacht aan de Paralympische Spelen. Cody Gakpo, de ster van het Nederlands elftal bij het afgelopen EK, siert de cover van Helden. In Liverpool krijgt hij nu te maken met nieuwe trainer Arne Slot en zijn assistent John Heitinga. Kan hij The Reds ook bij de hand nemen?  Voetbal  Naast Gakpo, waarbij het in het verhaal ook gaat over zijn tijd bij regerend landskampioen PSV, ook een uitgebreid interview met John de Wolf. Hij vertelt over zijn tijd met Arne Slot, Quilindschy Hartman, alzheimer en zijn imago. We maken ook kennis met het nieuwe kroonjuweel van Ajax: Jorrel Hato. In een turbulente periode bij de Amsterdamse club, ontwikkelt hij zich stormachtig. Ian Maatsen had een geweldig seizoen: haalde de Champions League-finale, kreeg een uitnodiging voor het EK en maakte een transfer naar Aston Villa. Hij doet zijn bijzondere verhaal en Lasse Schöne blikt terug op de Europa League-finale van 2017.   Wielrennen  Tom Dumoulin liet in 2015 in de Ronde van Spanje voor het eerst zien dat er een ronderenner in hem schuilde. Hij blikt uitgebreid terug op zijn indrukwekkende carrière. Een geweldige loopbaan had ook Annemiek van Vleuten. Aan de hand van foto's neemt ze ons, in aanloop naar de Tour de France Femmes die in Nederland start, mee terug in de tijd. De Tour de France voor vrouwen eindigt op Alpe d'Huez. Peter Winnen weet wat het is om te winnen op 'de Nederlandse berg'; hij flikte het twee keer. Hij neemt ons mee.  Paralympische Spelen  Paralympisch boegbeeld en atlete Fleur Jong kreeg bezoek van Victoria Koblenko. Niels Vink, een van de beste quad-rolstoeltennissers, vertelt zijn verhaal. Dat doet ook verspringer en sprinter Joël de Jong, kind van een donorvader en op jonge leeftijd getroffen door botkanker. Dinja en Joeri van Liere vormen een bijzonder duo: Dinja nam als dressuuramazone deel aan de Olympische Spelen in Parijs, terwijl haar broer Joeri, die als motorcrosser een dwarslaesie opliep, naar Parijs gaat als rolstoelbasketballer. Een dubbelinterview.  
Jelto Spijker Jelto Spijker (24) is een opvallende verschijning in de machowereld van het waterpolo. De keeper, die uitkomt in de Duitse competitie, had zeven jaar geleden zijn coming-out. Dit is zijn verhaal. “Als ik voetballer was geweest, was ik nooit uit de kast gekomen.” “Acht was ik toen ik via Aqua Fun, een jeugdprogramma waarbij alle watersporten aan bod kwamen, met waterpolo in aanraking kwam. Ik vond het leuk, kreeg een uitnodiging om bij ons in Veenendaal naar een wedstrijd van het eerste van VZC te komen kijken met mijn moeder. Toen ik dertien van die kleerkasten in badjas op zag komen en vervolgens voor spektakel in het water zag zorgen, was ik verkocht. Op mijn tiende werd ik keeper. Ik was niet de snelste zwemmer en ook niet altijd gemotiveerd om na balverlies heel hard terug te zwemmen. De trainer stelde voor om het eens als doelman te proberen. Waterpolo was heel belangrijk voor mij. Toen ik vier was, overleed mijn vader bij ons in de huiskamer aan een herseninfarct. Alles kwam vanaf dat moment op de schouders van mijn moeder terecht. Zij moest voor brood op de plank zorgen en er tegelijkertijd voor mijn drieënhalf jaar oudere broer Paul en mij zijn. De vaderfiguur die ik thuis miste, vond ik in het waterpolo. Er waren regels, er was discipline en de jeugdtrainers waren er om daarop te hameren. Ik leerde hoe ik me diende te gedragen en hoe ik met anderen om moest gaan. Lange tijd dacht ik dat het gemis van mijn vader geen grote impact op mij had. Ik was zo jong toen hij overleed, had amper echte herinneringen aan hem. Ik had last van woedeaanvallen, was niet de makkelijkste in de omgang, lag moeilijk in de groep en voelde me vaak onbegrepen. Met mijn broer had ik ook altijd ruzie. Ik denk dat het allemaal te maken had met het feit dat er thuis geen vader was. In de puberteit, zo rond mijn vijftiende, kreeg ik mijzelf meer onder controle. Op mijn zestiende kreeg ik het gevoel dat ik op jongens viel. Ik wilde het eerst zeker weten, bedacht: als ik nou probeer het mooiste meisje van de klas te versieren... Het lukte, maar toen ik met haar was, kreeg ik al heel snel de bevestiging van wat ik al dacht: ik val op mannen. Dat meisje van destijds is nog steeds een van mijn beste vriendinnen. Helden Magazine nummer 73  Het eerste gedeelte van het interview met Jelto Spijker komt voort uit Helden Magazine nummer 73. Deze editie staat in het teken van het nieuwe voetbalseizoen, biedt uitgebreide aandacht voor wielrennen en besteedt ruimschoots aandacht aan de Paralympische Spelen. Cody Gakpo, de ster van het Nederlands elftal bij het afgelopen EK, siert de cover van Helden. In Liverpool krijgt hij nu te maken met nieuwe trainer Arne Slot en zijn assistent John Heitinga. Kan hij The Reds ook bij de hand nemen?  Voetbal  Naast Gakpo, waarbij het in het verhaal ook gaat over zijn tijd bij regerend landskampioen PSV, ook een uitgebreid interview met John de Wolf. Hij vertelt over zijn tijd met Arne Slot, Quilindschy Hartman, alzheimer en zijn imago. We maken ook kennis met het nieuwe kroonjuweel van Ajax: Jorrel Hato. In een turbulente periode bij de Amsterdamse club, ontwikkelt hij zich stormachtig. Ian Maatsen had een geweldig seizoen: haalde de Champions League-finale, kreeg een uitnodiging voor het EK en maakte een transfer naar Aston Villa. Hij doet zijn bijzondere verhaal en Lasse Schöne blikt terug op de Europa League-finale van 2017.   Wielrennen  Tom Dumoulin liet in 2015 in de Ronde van Spanje voor het eerst zien dat er een ronderenner in hem schuilde. Hij blikt uitgebreid terug op zijn indrukwekkende carrière. Een geweldige loopbaan had ook Annemiek van Vleuten. Aan de hand van foto's neemt ze ons, in aanloop naar de Tour de France Femmes die in Nederland start, mee terug in de tijd. De Tour de France voor vrouwen eindigt op Alpe d'Huez. Peter Winnen weet wat het is om te winnen op 'de Nederlandse berg'; hij flikte het twee keer. Hij neemt ons mee.  Paralympische Spelen  Paralympisch boegbeeld en atlete Fleur Jong kreeg bezoek van Victoria Koblenko. Niels Vink, een van de beste quad-rolstoeltennissers, vertelt zijn verhaal. Dat doet ook verspringer en sprinter Joël de Jong, kind van een donorvader en op jonge leeftijd getroffen door botkanker. Dinja en Joeri van Liere vormen een bijzonder duo: Dinja nam als dressuuramazone deel aan de Olympische Spelen in Parijs, terwijl haar broer Joeri, die als motorcrosser een dwarslaesie opliep, naar Parijs gaat als rolstoelbasketballer. Een dubbelinterview.  

Waterpolo

Simone van de Kraats: ‘Wij willen laten zien dat we geen eendagsvliegen zijn’

Simone van de Kraats Simone van de Kraats (23) werd vorig jaar wereldkampioen met de waterpolovrouwen en verkozen tot beste speelster van de wereld. Afgelopen januari veroverde ze ook nog de Europese titel. In Parijs gaat ze voor een olympische medaille. In Helden Magazine nummer 72 een gesprek over waterpologenen, het geloof, het lichaam, wapens, ongelijkheid en het belang van een olympische medaille in Parijs. “Ik vind het heerlijk om mijn hersens te laten kraken.” Wereldkampioen “Wij hebben op dit moment zo’n goede groep, tal van speelsters zijn van wereldklasse en spelen bij de beste clubs van de wereld. Dat we vorig jaar in Fukuoka de wereldtitel pakten door in de finale Spanje te verslaan na penalty’s was voor ons een geweldige ervaring. Wij speelden zo vrij. Het was de bekroning van de weg die al een tijd geleden is ingeslagen. Ik was zeventien toen ik bij het Nederlands team kwam, dat was in 2018. We waren er in 2021 bij tijdens de Spelen en werden zesde. In 2022 pakten we brons bij het WK, vorig jaar pakten we zilver in de wereldbeker en werden we wereldkampioen en dit jaar pakten we ook goud bij het EK. Onze Griekse bondscoach Evangelos Doudesis heeft een groot aandeel in het succes. Ik vind het wel belangrijk aan te geven dat zijn voorganger Arno Havenga al gestart was met het bouwen van het fundament, Eva was toen assistent. We hebben in de jaren voordat Eva het overnam successen gehad en ook de nodige sportieve tegenslagen, die hebben wij gebruikt om uiteindelijk succesvol te kunnen zijn. Van tegenslagen leer je het meest als je echt in de spiegel durft te kijken als individu en als team. Eva heeft ervoor gezorgd dat alle koppies dezelfde kant op staan, we gaan voor elkaar door het vuur. Dat we elkaar alles gunnen, is de kracht van het Nederlands team. We hebben de afgelopen tijd heel veel belangrijke wedstrijden gespeeld en daarin maakt het niet uit wie scoort of de assist geeft. Je wordt er niet op aangekeken als je een keer een mindere wedstrijd speelt, omdat de speelsters weten dat iedereen alles geeft. Je ziet bij veel teams toch vaak dat speelsters zich onttrekken aan de groep als ze minder spelen of juist uitblinken. Dat zie je bij ons niet. Dat is echt onze kracht. We hebben van de wereldtitel genoten, maar heel lang konden we er ook weer niet bij stil blijven staan. Daarna was er al snel weer een EK in eigen land, dat we ook wonnen, weer drie weken later was het WK in Doha waar we vijfde werden en nu maken we ons op voor de Spelen. En dat allemaal binnen een jaar tijd. En dan zijn er ook nog de wedstrijden met de club. Het geeft wel een beetje aan hoe hectisch ons leven is.” Waterpologeslacht “Waterpolo zit bij mijn drie jaar jongere broertje Thomas en mij in de genen. Mijn ouders speelden allebei in het eerste van De Waterkip – DWK – in Barneveld, hebben elkaar ontmoet in het zwembad. Als mijn vader en moeder een wedstrijd hadden, werden wij in het kinderbadje gedropt. Met onze vriendjes en vriendinnetjes van wie de ouders ook in het eerste speelden, waren wij lekker met een balletje aan het gooien. Als mijn vader en moeder hun wedstrijd hadden gespeeld, gooide ik vaak de bal in het grote zwembad en riep: spelen? Het was dus heel voor de hand liggend dat Thomas en ik ook gingen waterpoloën. Ik speelde op mijn dertiende al in het eerste van DWK en vertrok redelijk snel naar Polar Bears in Ede. Op mijn zeventiende, in 2018, debuteerde ik voor het Nederlands team, en na twee landtitels vertrok ik in 2021 naar Mataró, een topclub in Spanje. In Barneveld, waar ik ben geboren en nog vaak kom, leeft waterpolo enorm. Veel mensen daar zijn betrokken bij DWK. Als ik daar over straat loop, word ik vaak aangesproken. Na het WK was dat helemaal het geval. Mensen weten ook precies wat ik heb gepresteerd met Oranje en met m’n club, houden me goed in de gaten. Heel leuk. Op mijn beurt blijf ik DWK op de voet volgen. En niet alleen omdat mijn broer daar in het eerste zit en mijn vader zijn coach is. Het blijft toch ‘mijn clubje’ en Barneveld blijft mijn thuis.” Helden Magazine nummer 72 Het eerste gedeelte van het interview met Simone van de Kraats komt voort uit Helden Magazine nummer 72. Het extra dikke zomernummer van Helden staat volledig in het teken van drie grote sportevenementen: het EK voetbal in Duitsland, de Tour de France en de Olympische Spelen in Parijs. Op de cover van de 204 pagina's tellende editie schitteren drie rolmodellen van wereldklasse uit de Nederlandse atletiek: Femke Bol, Sifan Hassan en Lieke Klaver. Wat is het geheim van hun succes? Experts zoals Ellen van Langen, Caroline Feith, Bart Bennema en Gregory Sedoc delen hun inzichten. EK voetbal De sportzomer van 2024 wordt afgetrapt met het EK voetbal, dat op 14 juni begint. In deze Helden een verhaal over Ronald Koeman. Onder andere Frank Rijkaard, Ruud Gullit, broer Erwin Koeman, Guus Hiddink, Jordi Cruijff en Rafael van der Vaart delen hun mening over de bondscoach van het Nederlands elftal. Verder ging Helden naar Milaan voor een interview met revelatie Tijjani Reijnders en zijn vrouw. Daley Blind 106-voudig international - bespreekt zijn indrukwekkende carrière aan de hand van foto’s. Brian Brobbey over de bondscoach, Marco van Basten, zijn toekomst, zijn roots en racisme. Arie Haan gaat vijftig jaar terug in de tijd, naar het WK voetbal in West-Duitsland dat eindigde met een nationaal trauma. Jan Wouters blikt terug op het gewonnen EK van 1988, ook in Duitsland. Het is nog altijd de enige hoofdprijs van Oranje. Tour de France  Na het EK volgt de Tour de France, van 29 juni tot en met 21 juli. In deze Helden lees je een interview met sprinter Fabio Jakobsen en een portret van Mathieu van der Poel, die ook de olympische wegwedstrijd in Parijs rijdt. Jeroen Blijlevens en Steven de Jongh, ploegleiders bij Lidl-Trek, vertellen hun verhaal, en we vragen ons af: kan Sepp Kuss na de Vuelta ook de Tour winnen? Olympische Spelen De Olympische Spelen vinden plaats van 26 juli tot en met 11 augustus. Chef de mission Pieter van den Hoogenband kijkt terug op zijn gouden race twintig jaar geleden. Turnster Sanne Wevers bereidt zich voor op haar laatste kunstje, baanwielrenner Harrie Lavreysen spreekt over hoge verwachtingen, en BMX’er Niek Kimmann over zijn post-olympische dip. Sharon van Rouwendaal gaat voor goud in het openwater en roeizussen Bente en Ilse Paulis geven een dubbelinterview. Bovendien gingen we op bezoek bij Tes Schouten, Caspar Corbeau en Arno Kamminga, de drie schoolslagmusketiers. Alle drie zijn ze een medaillekandidaat in Parijs. Voor het eerst sinds 1992 plaatse een Nederlands duo zich op de 500 meter kanosprint voor de Spelen. Hoog tijd om kennis te maken met Selma Konijn en Ruth Vorsselman. Triatlontopper Maya Kingma stelde ernstige misstanden aan de kaak binnen het topsportprogramma van de triatlonbond. Dat werd de triatleet niet door iedereen in dank afgenomen. Joost Luiten is sinds kort vader en worstelde met golfyips. In aanloop naar de KLM Open, die hij twee keer won, doet hij zijn verhaal.
Simone van de Kraats Simone van de Kraats (23) werd vorig jaar wereldkampioen met de waterpolovrouwen en verkozen tot beste speelster van de wereld. Afgelopen januari veroverde ze ook nog de Europese titel. In Parijs gaat ze voor een olympische medaille. In Helden Magazine nummer 72 een gesprek over waterpologenen, het geloof, het lichaam, wapens, ongelijkheid en het belang van een olympische medaille in Parijs. “Ik vind het heerlijk om mijn hersens te laten kraken.” Wereldkampioen “Wij hebben op dit moment zo’n goede groep, tal van speelsters zijn van wereldklasse en spelen bij de beste clubs van de wereld. Dat we vorig jaar in Fukuoka de wereldtitel pakten door in de finale Spanje te verslaan na penalty’s was voor ons een geweldige ervaring. Wij speelden zo vrij. Het was de bekroning van de weg die al een tijd geleden is ingeslagen. Ik was zeventien toen ik bij het Nederlands team kwam, dat was in 2018. We waren er in 2021 bij tijdens de Spelen en werden zesde. In 2022 pakten we brons bij het WK, vorig jaar pakten we zilver in de wereldbeker en werden we wereldkampioen en dit jaar pakten we ook goud bij het EK. Onze Griekse bondscoach Evangelos Doudesis heeft een groot aandeel in het succes. Ik vind het wel belangrijk aan te geven dat zijn voorganger Arno Havenga al gestart was met het bouwen van het fundament, Eva was toen assistent. We hebben in de jaren voordat Eva het overnam successen gehad en ook de nodige sportieve tegenslagen, die hebben wij gebruikt om uiteindelijk succesvol te kunnen zijn. Van tegenslagen leer je het meest als je echt in de spiegel durft te kijken als individu en als team. Eva heeft ervoor gezorgd dat alle koppies dezelfde kant op staan, we gaan voor elkaar door het vuur. Dat we elkaar alles gunnen, is de kracht van het Nederlands team. We hebben de afgelopen tijd heel veel belangrijke wedstrijden gespeeld en daarin maakt het niet uit wie scoort of de assist geeft. Je wordt er niet op aangekeken als je een keer een mindere wedstrijd speelt, omdat de speelsters weten dat iedereen alles geeft. Je ziet bij veel teams toch vaak dat speelsters zich onttrekken aan de groep als ze minder spelen of juist uitblinken. Dat zie je bij ons niet. Dat is echt onze kracht. We hebben van de wereldtitel genoten, maar heel lang konden we er ook weer niet bij stil blijven staan. Daarna was er al snel weer een EK in eigen land, dat we ook wonnen, weer drie weken later was het WK in Doha waar we vijfde werden en nu maken we ons op voor de Spelen. En dat allemaal binnen een jaar tijd. En dan zijn er ook nog de wedstrijden met de club. Het geeft wel een beetje aan hoe hectisch ons leven is.” Waterpologeslacht “Waterpolo zit bij mijn drie jaar jongere broertje Thomas en mij in de genen. Mijn ouders speelden allebei in het eerste van De Waterkip – DWK – in Barneveld, hebben elkaar ontmoet in het zwembad. Als mijn vader en moeder een wedstrijd hadden, werden wij in het kinderbadje gedropt. Met onze vriendjes en vriendinnetjes van wie de ouders ook in het eerste speelden, waren wij lekker met een balletje aan het gooien. Als mijn vader en moeder hun wedstrijd hadden gespeeld, gooide ik vaak de bal in het grote zwembad en riep: spelen? Het was dus heel voor de hand liggend dat Thomas en ik ook gingen waterpoloën. Ik speelde op mijn dertiende al in het eerste van DWK en vertrok redelijk snel naar Polar Bears in Ede. Op mijn zeventiende, in 2018, debuteerde ik voor het Nederlands team, en na twee landtitels vertrok ik in 2021 naar Mataró, een topclub in Spanje. In Barneveld, waar ik ben geboren en nog vaak kom, leeft waterpolo enorm. Veel mensen daar zijn betrokken bij DWK. Als ik daar over straat loop, word ik vaak aangesproken. Na het WK was dat helemaal het geval. Mensen weten ook precies wat ik heb gepresteerd met Oranje en met m’n club, houden me goed in de gaten. Heel leuk. Op mijn beurt blijf ik DWK op de voet volgen. En niet alleen omdat mijn broer daar in het eerste zit en mijn vader zijn coach is. Het blijft toch ‘mijn clubje’ en Barneveld blijft mijn thuis.” Helden Magazine nummer 72 Het eerste gedeelte van het interview met Simone van de Kraats komt voort uit Helden Magazine nummer 72. Het extra dikke zomernummer van Helden staat volledig in het teken van drie grote sportevenementen: het EK voetbal in Duitsland, de Tour de France en de Olympische Spelen in Parijs. Op de cover van de 204 pagina's tellende editie schitteren drie rolmodellen van wereldklasse uit de Nederlandse atletiek: Femke Bol, Sifan Hassan en Lieke Klaver. Wat is het geheim van hun succes? Experts zoals Ellen van Langen, Caroline Feith, Bart Bennema en Gregory Sedoc delen hun inzichten. EK voetbal De sportzomer van 2024 wordt afgetrapt met het EK voetbal, dat op 14 juni begint. In deze Helden een verhaal over Ronald Koeman. Onder andere Frank Rijkaard, Ruud Gullit, broer Erwin Koeman, Guus Hiddink, Jordi Cruijff en Rafael van der Vaart delen hun mening over de bondscoach van het Nederlands elftal. Verder ging Helden naar Milaan voor een interview met revelatie Tijjani Reijnders en zijn vrouw. Daley Blind 106-voudig international - bespreekt zijn indrukwekkende carrière aan de hand van foto’s. Brian Brobbey over de bondscoach, Marco van Basten, zijn toekomst, zijn roots en racisme. Arie Haan gaat vijftig jaar terug in de tijd, naar het WK voetbal in West-Duitsland dat eindigde met een nationaal trauma. Jan Wouters blikt terug op het gewonnen EK van 1988, ook in Duitsland. Het is nog altijd de enige hoofdprijs van Oranje. Tour de France  Na het EK volgt de Tour de France, van 29 juni tot en met 21 juli. In deze Helden lees je een interview met sprinter Fabio Jakobsen en een portret van Mathieu van der Poel, die ook de olympische wegwedstrijd in Parijs rijdt. Jeroen Blijlevens en Steven de Jongh, ploegleiders bij Lidl-Trek, vertellen hun verhaal, en we vragen ons af: kan Sepp Kuss na de Vuelta ook de Tour winnen? Olympische Spelen De Olympische Spelen vinden plaats van 26 juli tot en met 11 augustus. Chef de mission Pieter van den Hoogenband kijkt terug op zijn gouden race twintig jaar geleden. Turnster Sanne Wevers bereidt zich voor op haar laatste kunstje, baanwielrenner Harrie Lavreysen spreekt over hoge verwachtingen, en BMX’er Niek Kimmann over zijn post-olympische dip. Sharon van Rouwendaal gaat voor goud in het openwater en roeizussen Bente en Ilse Paulis geven een dubbelinterview. Bovendien gingen we op bezoek bij Tes Schouten, Caspar Corbeau en Arno Kamminga, de drie schoolslagmusketiers. Alle drie zijn ze een medaillekandidaat in Parijs. Voor het eerst sinds 1992 plaatse een Nederlands duo zich op de 500 meter kanosprint voor de Spelen. Hoog tijd om kennis te maken met Selma Konijn en Ruth Vorsselman. Triatlontopper Maya Kingma stelde ernstige misstanden aan de kaak binnen het topsportprogramma van de triatlonbond. Dat werd de triatleet niet door iedereen in dank afgenomen. Joost Luiten is sinds kort vader en worstelde met golfyips. In aanloop naar de KLM Open, die hij twee keer won, doet hij zijn verhaal.

Shorttrack

Xandra en Michelle Velzeboer: ‘Bij ons is dat filter weg’

Xandra en Michelle Velzeboer zijn zusjes, shorttrackers en huisgenoten. De een, Xandra, heeft op haar 22ste al zes wereldtitels en olympisch goud op zak. De ander, Michelle, is twintig en klopt hard op de deur. We leggen hen acht stellingen voor in aanloop naar de WK in Ahoy (15-17 maart), waar ze samen goud hopen te winnen op de relay. Het is dat we allebei aan shorttrack doen, maar verder zijn we tegenpolen Xandra: “We hebben verschillende karakters, maar tegenpolen vind ik een te groot woord.” Michelle: “Ik denk dat jij van jongs af aan wat zelfverzekerder bent dan ik, Xan. En jij bent ook wat overheersender.” Xandra, lachend: “Ik weet niet of dat echt zo is, of dat jij dat gevoel gewoon hebt. Ik zoek jou minder snel op als ik ergens mee zit dan jij mij, deel het dan eerder met mijn vriend Dennis of onze ouders. Terwijl jij juist eerder bij mij aanklopt, Mies. Niet lullig bedoeld, maar ik vraag jou niet zo snel om advies en denk ook dat ik dat minder snel aan zou nemen. Ik ben toch anderhalf jaar ouder en dus de ‘grote’ zus...” Michelle: “Dat snap ik ook, hoor. Ik denk ook niet dat ik jou goed genoeg kan helpen met dingen waar jij tegenaan loopt.” Ben jij ook een beetje de beschermende grote zus voor Michelle? Xandra: “Nou, als Mies zich ergens zorgen om maakt, dan kan ik me er weer zorgen om maken dat zij ergens mee zit. Ik heb dan het gevoel dat ik iets op moet lossen voor haar.” Is jullie band veranderd met de jaren? Michelle: “Niet heel erg. We konden toen we nog thuis bij onze ouders woonden soms wel echt ruzie hebben en dat gebeurt soms nog weleens. Dan kan het er pittig aan toegaan. We beoefenen dezelfde sport, trainen samen, wonen bij elkaar en voorheen volgden we ook nog dezelfde studie. We zagen elkaar dus zo’n beetje dag en nacht, dat kan ook weleens voor irritatie zorgen.” Xandra: “De emmer kan af en toe overlopen en dan komt alles er in één keer uit. Daarna kunnen we weer een tijdje vooruit.” Michelle: “Op het ijs hebben we nooit echt ruzie.” Xandra: “De anderen hebben het in elk geval niet door. Als jij er even niet lekker in zit, dan ga ik niet zeggen: wat vervelend voor je. Nee, dan roep ik juist: kom op, niet zeuren, doorgaan! Dan reageer ik eerder een beetje bozig.” Michelle: “En op zo’n moment denk en zeg ik: jij hebt makkelijk praten, bij jou gaat het altijd goed.” Xandra: “Ik kan tegelijkertijd weleens ergens onzeker over doen en dan zeg jij: ‘Dat slaat echt nergens op dat je daar onzeker over bent. Je rijdt gewoon goed.’” Is er ook weleens sprake van een concurrentiestrijd tussen jullie? Xandra: “Nou, ik ben heel competitief. Vroeger wilde ik echt niet dat Mies ergens beter in was dan ik.” Michelle, lachend: “Dat is tegenwoordig nog niet veel anders, hoor.” Michelle: ‘Ik was alleen maar op één been aan het zwieren, zat ook op ballet. Ik was veel meer een meisje-meisje dan jij, Xan. Jij was van de stoere dingen’ Xandra: “Doordat we anderhalf jaar in leeftijd verschillen, zaten we het ene jaar in dezelfde leeftijdscategorie en het andere jaar niet. In de jaren dat we het tegen elkaar op moesten nemen, zeiden andere ouders geregeld tegen mij: ‘Nou, pas maar op, want je zusje komt eraan. Ze gaat je straks verslaan.’ Vreselijk als mensen dat zeiden. Nu sta ik er anders in. Ik vind het juist heel vet als we samen A-finales rijden, dat hebben we al een paar keer gedaan. Hoe mooi is het dat we samen aan de start staan en allebei wereldkampioen kunnen worden?” Helden Magazine 70 Het eerste gedeelte van het interview met Xandra en Michelle Velzeboer komt voort uit het eerste nummer van 2024. Jutta Leerdam schittert op de cover van de zeventigste editie van Helden. Ze heeft een grote schare fans en volgers. Hoe kijkt ze naar zichzelf? En hoe kijken anderen naar haar. ‘’Echt, schaatsen staat bij mij altijd voorop.’’ In Helden Magazine 70 is er veel aandacht voor de wintersporten. Het jonge Amerikaanse fenomeen Jordan Stolz vragen we naar zijn geheim en de samenwerking met Irene Schouten en Jillert Anema. Shorttracker Jens van ’t Wout ontmoet Victoria Koblenko. Daarnaast is er ook aandacht voor voetbal. Peter Bosz is met PSV hard op weg naar zijn eerste landstitel. De kans is groot dat PSV zijn laatste club is als trainer. Calvin Stengs is helemaal terug, schittert bij Feyenoord en Oranje. We gingen langs bij Calvin, zijn vriendin Beau de Boer – dochter van Frank de Boer – en zoontje Saint. Frits Barend eert Ruud Geels, de vaak verguisde spits die in november overleed en oud-voetballer Michael Mols spreekt over de tumor die in zijn hoofd werd ontdekt. Verder kwam wielrenner Milan Vader in 2022 zwaar ten val, lag in coma en keerde na een lange revalidatie terug aan de top, met dank aan vriendin Ilse Lutke die niet van zijn zijde week. Veldrijdster Fem van Empel is een multitalent, maar het is wel wennen dat iedereen haar vergelijkt met Mathieu van der Poel. Tallon Griekspoor is de beste tennisser van Nederland, we spraken hem samen met zijn broers Kevin en Scott in aanloop naar de ABN AMRO Open. Als laatste stroomt het racen bij duizendpoot Tom Coronel door zijn bloed. “Max Verstappen is beter dan iedereen die ik ooit heb gezien.” Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 70 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van jouw favoriete sporters? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.
Xandra en Michelle Velzeboer zijn zusjes, shorttrackers en huisgenoten. De een, Xandra, heeft op haar 22ste al zes wereldtitels en olympisch goud op zak. De ander, Michelle, is twintig en klopt hard op de deur. We leggen hen acht stellingen voor in aanloop naar de WK in Ahoy (15-17 maart), waar ze samen goud hopen te winnen op de relay. Het is dat we allebei aan shorttrack doen, maar verder zijn we tegenpolen Xandra: “We hebben verschillende karakters, maar tegenpolen vind ik een te groot woord.” Michelle: “Ik denk dat jij van jongs af aan wat zelfverzekerder bent dan ik, Xan. En jij bent ook wat overheersender.” Xandra, lachend: “Ik weet niet of dat echt zo is, of dat jij dat gevoel gewoon hebt. Ik zoek jou minder snel op als ik ergens mee zit dan jij mij, deel het dan eerder met mijn vriend Dennis of onze ouders. Terwijl jij juist eerder bij mij aanklopt, Mies. Niet lullig bedoeld, maar ik vraag jou niet zo snel om advies en denk ook dat ik dat minder snel aan zou nemen. Ik ben toch anderhalf jaar ouder en dus de ‘grote’ zus...” Michelle: “Dat snap ik ook, hoor. Ik denk ook niet dat ik jou goed genoeg kan helpen met dingen waar jij tegenaan loopt.” Ben jij ook een beetje de beschermende grote zus voor Michelle? Xandra: “Nou, als Mies zich ergens zorgen om maakt, dan kan ik me er weer zorgen om maken dat zij ergens mee zit. Ik heb dan het gevoel dat ik iets op moet lossen voor haar.” Is jullie band veranderd met de jaren? Michelle: “Niet heel erg. We konden toen we nog thuis bij onze ouders woonden soms wel echt ruzie hebben en dat gebeurt soms nog weleens. Dan kan het er pittig aan toegaan. We beoefenen dezelfde sport, trainen samen, wonen bij elkaar en voorheen volgden we ook nog dezelfde studie. We zagen elkaar dus zo’n beetje dag en nacht, dat kan ook weleens voor irritatie zorgen.” Xandra: “De emmer kan af en toe overlopen en dan komt alles er in één keer uit. Daarna kunnen we weer een tijdje vooruit.” Michelle: “Op het ijs hebben we nooit echt ruzie.” Xandra: “De anderen hebben het in elk geval niet door. Als jij er even niet lekker in zit, dan ga ik niet zeggen: wat vervelend voor je. Nee, dan roep ik juist: kom op, niet zeuren, doorgaan! Dan reageer ik eerder een beetje bozig.” Michelle: “En op zo’n moment denk en zeg ik: jij hebt makkelijk praten, bij jou gaat het altijd goed.” Xandra: “Ik kan tegelijkertijd weleens ergens onzeker over doen en dan zeg jij: ‘Dat slaat echt nergens op dat je daar onzeker over bent. Je rijdt gewoon goed.’” Is er ook weleens sprake van een concurrentiestrijd tussen jullie? Xandra: “Nou, ik ben heel competitief. Vroeger wilde ik echt niet dat Mies ergens beter in was dan ik.” Michelle, lachend: “Dat is tegenwoordig nog niet veel anders, hoor.” Michelle: ‘Ik was alleen maar op één been aan het zwieren, zat ook op ballet. Ik was veel meer een meisje-meisje dan jij, Xan. Jij was van de stoere dingen’ Xandra: “Doordat we anderhalf jaar in leeftijd verschillen, zaten we het ene jaar in dezelfde leeftijdscategorie en het andere jaar niet. In de jaren dat we het tegen elkaar op moesten nemen, zeiden andere ouders geregeld tegen mij: ‘Nou, pas maar op, want je zusje komt eraan. Ze gaat je straks verslaan.’ Vreselijk als mensen dat zeiden. Nu sta ik er anders in. Ik vind het juist heel vet als we samen A-finales rijden, dat hebben we al een paar keer gedaan. Hoe mooi is het dat we samen aan de start staan en allebei wereldkampioen kunnen worden?” Helden Magazine 70 Het eerste gedeelte van het interview met Xandra en Michelle Velzeboer komt voort uit het eerste nummer van 2024. Jutta Leerdam schittert op de cover van de zeventigste editie van Helden. Ze heeft een grote schare fans en volgers. Hoe kijkt ze naar zichzelf? En hoe kijken anderen naar haar. ‘’Echt, schaatsen staat bij mij altijd voorop.’’ In Helden Magazine 70 is er veel aandacht voor de wintersporten. Het jonge Amerikaanse fenomeen Jordan Stolz vragen we naar zijn geheim en de samenwerking met Irene Schouten en Jillert Anema. Shorttracker Jens van ’t Wout ontmoet Victoria Koblenko. Daarnaast is er ook aandacht voor voetbal. Peter Bosz is met PSV hard op weg naar zijn eerste landstitel. De kans is groot dat PSV zijn laatste club is als trainer. Calvin Stengs is helemaal terug, schittert bij Feyenoord en Oranje. We gingen langs bij Calvin, zijn vriendin Beau de Boer – dochter van Frank de Boer – en zoontje Saint. Frits Barend eert Ruud Geels, de vaak verguisde spits die in november overleed en oud-voetballer Michael Mols spreekt over de tumor die in zijn hoofd werd ontdekt. Verder kwam wielrenner Milan Vader in 2022 zwaar ten val, lag in coma en keerde na een lange revalidatie terug aan de top, met dank aan vriendin Ilse Lutke die niet van zijn zijde week. Veldrijdster Fem van Empel is een multitalent, maar het is wel wennen dat iedereen haar vergelijkt met Mathieu van der Poel. Tallon Griekspoor is de beste tennisser van Nederland, we spraken hem samen met zijn broers Kevin en Scott in aanloop naar de ABN AMRO Open. Als laatste stroomt het racen bij duizendpoot Tom Coronel door zijn bloed. “Max Verstappen is beter dan iedereen die ik ooit heb gezien.” Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 70 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van jouw favoriete sporters? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.

Mountainbiken

Fem van Empel: ‘Liever wat modder’

Fem van Empel (21) werd vorig jaar wereldkampioen veldrijden, maar laat ook van zich horen op de weg en in het mountainbiken. In aanloop naar het WK veldrijden (3 februari) gingen we op bezoek bij het multitalent dat rijdt in dienst van Team Visma-Lease a Bike. “Ik wilde altijd profvoetbalster worden.” “Na een cross zitten we meestal helemaal onder de modder. Ik vind het wel speciaal om na afloop met een zwart gezicht voor de camera te verschijnen, het ziet er toch ook wel stoer uit, toch?” Lachend: “Voor mij geen uitgebreide skincare routine hoor, dan liever wat modder,” zegt Fem van Empel. De pas 21-jarige Fem komt sinds januari vorig jaar uit voor Team Jumbo-Visma, inmiddels Team Visma-Lease a Bike. Ze is explosief en behendig. “Ik heb een goede bouw voor een wielrenster, ben vrij lang. Veel onderdelen van het veldrijden liggen mij: een paar keer van de fiets afspringen, korte looppassages en klimmetjes. Ik heb dan wel geluk met mijn bouw, maar het belangrijkst is training en voeding, hoor.” Fem komt sinds vorig jaar ook uit op de weg, mountainbiken doet ze al langer. De vergelijking met Mathieu van der Poel is snel gemaakt. “Er worden geregeld uitspraken gedaan als: ‘Fem heeft het profiel van die of die renner.’ En daarmee wordt ook op Mathieu van der Poel gedoeld. Maar ik word niet graag vergeleken met een ander, ook niet met Mathieu. Ieder heeft zijn eigen kwaliteiten. Bovendien hou ik niet zo van die aandacht, ik sta liever in de schaduw.” ‘Ik word niet graag vergeleken met een ander, ook niet met Mathieu van der Poel. Ieder heeft zijn eigen kwaliteiten. Bovendien hou ik niet zo van die aandacht’ Het verschil tussen de drie disciplines is groot, zegt Fem. “Ook qua sfeer. Veldrijden voelt als een grote familie, iedere week zie je dezelfde mensen, renners en verzorgers. Op de weg is het meer op het individu gericht. Ik voel er afgunst, de ploegen onderling groeten elkaar ook nauwelijks. Bij de cross is het heel gemoedelijk, iedereen zegt elkaar gedag. En in het mountainbiken is de sfeer zelfs nog relaxter dan in het veldrijden. Ik vind veldrijden het leukst, maar het meest uitdagende is het mountainbiken. Er komt zoveel bij kijken. Bij de verkenning sta ik soms al bovenaan te kijken van: moet ik hier nou naar beneden? Op de weg moet ik nog meer het spelletje, het tactische gedeelte, leren begrijpen. Op de weg wint niet altijd de beste en qua ploegenspel heb ik nog een hoop te leren. Vorig jaar heb ik voor het eerst van het wegwielrennen geproefd. Ik kon me redelijk staande houden bij een klimkoers of tijdens een vlakke etappe. Ik denk dat ik redelijk allround ben.” Helden Magazine 70 Het eerste gedeelte van het interview met Fem van Empel komt voort uit het eerste nummer van 2024. Jutta Leerdam schittert op de cover van de zeventigste editie van Helden. Ze heeft een grote schare fans en volgers. Hoe kijkt ze naar zichzelf? En hoe kijken anderen naar haar. ‘’Echt, schaatsen staat bij mij altijd voorop.’’ In Helden Magazine 70 is er veel aandacht voor de wintersporten. Het jonge Amerikaanse fenomeen Jordan Stolz vragen we naar zijn geheim en de samenwerking met Irene Schouten en Jillert Anema. Shorttrackzusjes Xandra en Michelle Velzeboer veroveren samen de wereld, een dubbelinterview in aanloop naar de WK in Rotterdam. Collega-shorttracker Jens van ’t Wout ontmoet Victoria Koblenko. Daarnaast is er ook aandacht voor voetbal. Peter Bosz is met PSV hard op weg naar zijn eerste landstitel. De kans is groot dat PSV zijn laatste club is als trainer. Calvin Stengs is helemaal terug, schittert bij Feyenoord en Oranje. We gingen langs bij Calvin, zijn vriendin Beau de Boer – dochter van Frank de Boer – en zoontje Saint. Frits Barend eert Ruud Geels, de vaak verguisde spits die in november overleed en oud-voetballer Michael Mols spreekt over de tumor die in zijn hoofd werd ontdekt. Verder kwam wielrenner Milan Vader in 2022 zwaar ten val, lag in coma en keerde na een lange revalidatie terug aan de top, met dank aan vriendin Ilse Lutke die niet van zijn zijde week. Tallon Griekspoor is de beste tennisser van Nederland, we spraken hem samen met zijn broers Kevin en Scott in aanloop naar de ABN AMRO Open. Als laatste stroomt het racen bij duizendpoot Tom Coronel door zijn bloed. “Max Verstappen is beter dan iedereen die ik ooit heb gezien.” Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 70 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van jouw favoriete sporters? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.
Fem van Empel (21) werd vorig jaar wereldkampioen veldrijden, maar laat ook van zich horen op de weg en in het mountainbiken. In aanloop naar het WK veldrijden (3 februari) gingen we op bezoek bij het multitalent dat rijdt in dienst van Team Visma-Lease a Bike. “Ik wilde altijd profvoetbalster worden.” “Na een cross zitten we meestal helemaal onder de modder. Ik vind het wel speciaal om na afloop met een zwart gezicht voor de camera te verschijnen, het ziet er toch ook wel stoer uit, toch?” Lachend: “Voor mij geen uitgebreide skincare routine hoor, dan liever wat modder,” zegt Fem van Empel. De pas 21-jarige Fem komt sinds januari vorig jaar uit voor Team Jumbo-Visma, inmiddels Team Visma-Lease a Bike. Ze is explosief en behendig. “Ik heb een goede bouw voor een wielrenster, ben vrij lang. Veel onderdelen van het veldrijden liggen mij: een paar keer van de fiets afspringen, korte looppassages en klimmetjes. Ik heb dan wel geluk met mijn bouw, maar het belangrijkst is training en voeding, hoor.” Fem komt sinds vorig jaar ook uit op de weg, mountainbiken doet ze al langer. De vergelijking met Mathieu van der Poel is snel gemaakt. “Er worden geregeld uitspraken gedaan als: ‘Fem heeft het profiel van die of die renner.’ En daarmee wordt ook op Mathieu van der Poel gedoeld. Maar ik word niet graag vergeleken met een ander, ook niet met Mathieu. Ieder heeft zijn eigen kwaliteiten. Bovendien hou ik niet zo van die aandacht, ik sta liever in de schaduw.” ‘Ik word niet graag vergeleken met een ander, ook niet met Mathieu van der Poel. Ieder heeft zijn eigen kwaliteiten. Bovendien hou ik niet zo van die aandacht’ Het verschil tussen de drie disciplines is groot, zegt Fem. “Ook qua sfeer. Veldrijden voelt als een grote familie, iedere week zie je dezelfde mensen, renners en verzorgers. Op de weg is het meer op het individu gericht. Ik voel er afgunst, de ploegen onderling groeten elkaar ook nauwelijks. Bij de cross is het heel gemoedelijk, iedereen zegt elkaar gedag. En in het mountainbiken is de sfeer zelfs nog relaxter dan in het veldrijden. Ik vind veldrijden het leukst, maar het meest uitdagende is het mountainbiken. Er komt zoveel bij kijken. Bij de verkenning sta ik soms al bovenaan te kijken van: moet ik hier nou naar beneden? Op de weg moet ik nog meer het spelletje, het tactische gedeelte, leren begrijpen. Op de weg wint niet altijd de beste en qua ploegenspel heb ik nog een hoop te leren. Vorig jaar heb ik voor het eerst van het wegwielrennen geproefd. Ik kon me redelijk staande houden bij een klimkoers of tijdens een vlakke etappe. Ik denk dat ik redelijk allround ben.” Helden Magazine 70 Het eerste gedeelte van het interview met Fem van Empel komt voort uit het eerste nummer van 2024. Jutta Leerdam schittert op de cover van de zeventigste editie van Helden. Ze heeft een grote schare fans en volgers. Hoe kijkt ze naar zichzelf? En hoe kijken anderen naar haar. ‘’Echt, schaatsen staat bij mij altijd voorop.’’ In Helden Magazine 70 is er veel aandacht voor de wintersporten. Het jonge Amerikaanse fenomeen Jordan Stolz vragen we naar zijn geheim en de samenwerking met Irene Schouten en Jillert Anema. Shorttrackzusjes Xandra en Michelle Velzeboer veroveren samen de wereld, een dubbelinterview in aanloop naar de WK in Rotterdam. Collega-shorttracker Jens van ’t Wout ontmoet Victoria Koblenko. Daarnaast is er ook aandacht voor voetbal. Peter Bosz is met PSV hard op weg naar zijn eerste landstitel. De kans is groot dat PSV zijn laatste club is als trainer. Calvin Stengs is helemaal terug, schittert bij Feyenoord en Oranje. We gingen langs bij Calvin, zijn vriendin Beau de Boer – dochter van Frank de Boer – en zoontje Saint. Frits Barend eert Ruud Geels, de vaak verguisde spits die in november overleed en oud-voetballer Michael Mols spreekt over de tumor die in zijn hoofd werd ontdekt. Verder kwam wielrenner Milan Vader in 2022 zwaar ten val, lag in coma en keerde na een lange revalidatie terug aan de top, met dank aan vriendin Ilse Lutke die niet van zijn zijde week. Tallon Griekspoor is de beste tennisser van Nederland, we spraken hem samen met zijn broers Kevin en Scott in aanloop naar de ABN AMRO Open. Als laatste stroomt het racen bij duizendpoot Tom Coronel door zijn bloed. “Max Verstappen is beter dan iedereen die ik ooit heb gezien.” Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 70 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van jouw favoriete sporters? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.

Mountainbiken

Milan Vader: ‘Het is een wonder dat ik hier zit’

Milan Vader (27) kwam op 8 april 2022 hard ten val. Hij vocht dagenlang voor zijn leven in een ziekenhuis in Bilbao, lag twaalf dagen in coma. Vriendin Ilse Lutke (21) week niet van zijn zijde en stond hem bij tijdens zijn revalidatie. In oktober 2023 bekroonde hij zijn comeback met een ritzege en de eindoverwinning in World Tour-koers Ronde van Guangxi. Samen blikken ze terug op de val en de wederopstanding. Vrolijk lachend komen Milan Vader en Ilse Lutke de lobby van Cityhotel Wood binnengewandeld. Milan heeft het warme Spanje, waar hij zich voorbereid op het nieuwe wielerseizoen, voor even ingeruild voor geboorteplaats Middelburg. Even wat zaken regelen, tijd doorbrengen met zijn vriendin en ouders en dan snel weer terug naar Alicante, waar hij een appartement heeft. Ilse komt hem daar geregeld opzoeken, pendelt ook nog op en neer tussen Assen, waar ze vandaan komt, en de hoofdstad van Zeeland. Milan begint smakelijk te vertellen over hun eerste afspraak. “Ik kreeg een berichtje van jou op Instagram, dacht meteen: wat een mooie meid. We hebben over en weer berichtjes gestuurd via de chat en Ilse vroeg al snel of we konden bellen. We hingen meteen vier uur en elf minuten met elkaar aan de lijn. En dat met iemand die ik nog nooit had ontmoet, dat vond ik heel speciaal. Ik dacht meteen: nu moet ik doorpakken, want over een paar dagen ga ik voor training naar Spanje. Ik vroeg of ze het goed vond dat ik bij haar langskwam in Assen. Op pakjesavond 2020 zat ik daar. De pizzarette stond op tafel, ik leerde meteen jouw ouders kennen en bleef slapen.” Triomfantelijk lachend: “Toen was het geregeld.” Ilse: “Ik ben inmiddels gestopt, maar was in die tijd ook een fanatieke mountainbiker. Vriendinnen zeiden tijdens het NK in Sittard van 2020: ‘We kwamen net Milan Vader tegen.’ Ik wist niet wie jij was, besloot je te volgen en dacht: laat ik eens een berichtje sturen.” Milan: “Toen ik terugkwam uit Spanje stond je me samen met mijn vader op te wachten op het vliegveld en bent meteen met ons meegegaan naar Middelburg. En drie jaar later gaan we hier samenwonen.” Ze zijn druk bezig met het interieur van hun nieuwe huis, kunnen niet wachten tot een nieuw hoofdstuk in hun leven begint. De band is sterk, mede door wat ze afgelopen tijd mee hebben gemaakt. De val Milan ging het mountainbiken na de Spelen in Tokio – waar hij tiende werd – combineren met het wegwielrennen. Zijn trainer Tim Heemskerk wees hem er al een paar keer op dat hij het fysiek had om ook goed uit de voeten te kunnen op de weg. Toen Heemskerk de overstap maakte naar Team Jumbo-Visma liet hij de naam van Milan vallen en toonde de waardes die hij trapte. In februari 2022 maakte Milan vlak voor zijn 26ste verjaardag zijn debuut als wegrenner in de Ronde van Valencia. “Het was toch ook een gok om mij de kans te geven, iedereen vond het mooi dat het meteen zo goed ging.” Daarna reed hij Strade Bianche en mocht hij zijn opwachting maken in de Ronde van Baskenland. Op 8 april was de vijfde etappe, zijn negende koersdag als wegrenner. Ilse: “Ik was op de terugweg van Groningen, waar ik de opleiding Sport & Beweging volgde, naar Assen toen ik werd gebeld door jouw vader. Hij zei dat je was gevallen. ‘Het lijkt erop dat het niet heel erg is,’ zei hij.” Milan: “Het eerste bericht was dat ik mijn sleutelbeen en een paar ribben had gebroken. Kan gebeuren.” Ilse: “Later belde jouw vader opnieuw om te zeggen dat het toch ernstiger was. Toen kwam het telefoontje dat jouw ouders naar het ziekenhuis in Bilbao moesten komen. Ze vroegen of ik mee wilde. Ik heb meteen mijn koffer gepakt.” Milan: “Ik weet niets meer van de val, heb van horen zeggen dat ik tijdens een afdaling in een bocht met mijn pedaal het asfalt raakte en daardoor over mijn stuur vloog, zo over de vangrail de afgrond in. Er was ook nog een versie die luidt dat ik te veel snelheid had en daardoor de bocht niet hield. Door mijn fietscomputer konden ze opmaken dat ik met 68 kilometer per uur tegen de vangrail knalde. Ik ben al met al zo’n twintig meter door de lucht gevlogen en zo’n twee etages lager neergekomen, terwijl mijn fiets nog boven, tegen de vangrail lag.” Tomás Rodriguez was de ronde-arts. Hij zag eerst Kobe Goossens van Intermarché- Wanty. De Belg was in dezelfde bocht gevallen en wees meteen naar beneden: daar lag iemand die harder hulp nodig had. Toen de arts aankwam bij Milan, lag die op zijn buik in het gras. Bewusteloos. Toen Rodriguez bij hem was, kwam hij weer bij. “Het schijnt dat ik boos en opstandig was. Ik wilde op eigen kracht de ambulance instappen, dacht dat ik dat wel kon.” Milan vertelt dat hij geluk had dat de ronde-arts in het dagelijks leven hart- en vaatchirurg is. “Hij had al snel door dat ik geen zuurstof kreeg. Ik had een klaplong en een geperforeerde long en de halsslagaders waren beschadigd. Tijdens een noodstop heeft hij me geïntubeerd. Hij bracht ter plekke een beademingsbuis aan, zodat ik weer zuurstof binnenkreeg. In het ziekenhuis ben ik meteen geopereerd. Doordat ik waarschijnlijk op mijn hoofd en bovenlichaam ben geland, was het helemaal mis met mijn halsslagaders, de rechter was gescheurd en de linker beschadigd. Ze hebben in mijn rechterslagader een stent van vijftien centimeter geplaatst, van mijn nek, bij mijn oor langs tot mijn hersenen aan toe.” Ilse werd door haar ouders naar Bergen op Zoom gebracht en stapte daar om half elf ’s avonds bij Patrick en Ingrid, de ouders van Milan, en Damy, zijn vier jaar jongere broertje, in de auto. “De reis was vreselijk, die onzekerheid... We hebben tijdens de autorit verschillende scenario’s doorgenomen. Hoe moest het verder met ons als jij verlamd – of erger – een kasplantje zou zijn? Ik zei meteen: mocht dat het geval zijn, dan blijf ik bij hem en zien we het wel.” Ilse: ‘We hebben verschillende scenario’s doorgenomen. Hoe moest het verder met ons als jij verlamd – of erger – een kas- plantje zou zijn? Ik zei meteen: dan blijf ik bij hem’ Milan: “Mijn vader zei dat, heb ik van hem begrepen, omdat hij had gehoord dat er iets met mijn halsslagader was en toen realiseerde hij zich dat er ook iets mis kon zijn met de bloed- en zuurstoftoevoer naar mijn hersenen. Vandaar dat filosoferen. Mijn vader zei tegen je: ‘Jij bent nog jong, hebt nog een heel leven voor je. Er zijn nog genoeg andere leuke jongens.’” Ilse: “En toen zei ik: maar ik hou toch het meest van Milan.” Helden Magazine 70 Het eerste gedeelte van het interview met Milan Vader en Ilse Lutke komt voort uit het eerste nummer van 2024. Jutta Leerdam schittert op de cover van de zeventigste editie van Helden. Ze heeft een grote schare fans en volgers. Hoe kijkt ze naar zichzelf? En hoe kijken anderen naar haar. ‘’Echt, schaatsen staat bij mij altijd voorop.’’ In Helden Magazine 70 is er veel aandacht voor de wintersporten. Het jonge Amerikaanse fenomeen Jordan Stolz vragen we naar zijn geheim en de samenwerking met Irene Schouten en Jillert Anema. Shorttrackzusjes Xandra en Michelle Velzeboer veroveren samen de wereld, een dubbelinterview in aanloop naar de WK in Rotterdam. Collega-shorttracker Jens van ’t Wout ontmoet Victoria Koblenko. Daarnaast is er ook aandacht voor voetbal. Peter Bosz is met PSV hard op weg naar zijn eerste landstitel. De kans is groot dat PSV zijn laatste club is als trainer. Calvin Stengs is helemaal terug, schittert bij Feyenoord en Oranje. We gingen langs bij Calvin, zijn vriendin Beau de Boer – dochter van Frank de Boer – en zoontje Saint. Frits Barend eert Ruud Geels, de vaak verguisde spits die in november overleed en oud-voetballer Michael Mols spreekt over de tumor die in zijn hoofd werd ontdekt. Verder is veldrijdster Fem van Empel een multitalent, maar het is wel wennen dat iedereen haar vergelijkt met Mathieu van der Poel. Tallon Griekspoor is de beste tennisser van Nederland, we spraken hem samen met zijn broers Kevin en Scott in aanloop naar de ABN AMRO Open. Als laatste stroomt het racen bij duizendpoot Tom Coronel door zijn bloed. “Max Verstappen is beter dan iedereen die ik ooit heb gezien.” Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 70 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van jouw favoriete sporters? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.
Milan Vader (27) kwam op 8 april 2022 hard ten val. Hij vocht dagenlang voor zijn leven in een ziekenhuis in Bilbao, lag twaalf dagen in coma. Vriendin Ilse Lutke (21) week niet van zijn zijde en stond hem bij tijdens zijn revalidatie. In oktober 2023 bekroonde hij zijn comeback met een ritzege en de eindoverwinning in World Tour-koers Ronde van Guangxi. Samen blikken ze terug op de val en de wederopstanding. Vrolijk lachend komen Milan Vader en Ilse Lutke de lobby van Cityhotel Wood binnengewandeld. Milan heeft het warme Spanje, waar hij zich voorbereid op het nieuwe wielerseizoen, voor even ingeruild voor geboorteplaats Middelburg. Even wat zaken regelen, tijd doorbrengen met zijn vriendin en ouders en dan snel weer terug naar Alicante, waar hij een appartement heeft. Ilse komt hem daar geregeld opzoeken, pendelt ook nog op en neer tussen Assen, waar ze vandaan komt, en de hoofdstad van Zeeland. Milan begint smakelijk te vertellen over hun eerste afspraak. “Ik kreeg een berichtje van jou op Instagram, dacht meteen: wat een mooie meid. We hebben over en weer berichtjes gestuurd via de chat en Ilse vroeg al snel of we konden bellen. We hingen meteen vier uur en elf minuten met elkaar aan de lijn. En dat met iemand die ik nog nooit had ontmoet, dat vond ik heel speciaal. Ik dacht meteen: nu moet ik doorpakken, want over een paar dagen ga ik voor training naar Spanje. Ik vroeg of ze het goed vond dat ik bij haar langskwam in Assen. Op pakjesavond 2020 zat ik daar. De pizzarette stond op tafel, ik leerde meteen jouw ouders kennen en bleef slapen.” Triomfantelijk lachend: “Toen was het geregeld.” Ilse: “Ik ben inmiddels gestopt, maar was in die tijd ook een fanatieke mountainbiker. Vriendinnen zeiden tijdens het NK in Sittard van 2020: ‘We kwamen net Milan Vader tegen.’ Ik wist niet wie jij was, besloot je te volgen en dacht: laat ik eens een berichtje sturen.” Milan: “Toen ik terugkwam uit Spanje stond je me samen met mijn vader op te wachten op het vliegveld en bent meteen met ons meegegaan naar Middelburg. En drie jaar later gaan we hier samenwonen.” Ze zijn druk bezig met het interieur van hun nieuwe huis, kunnen niet wachten tot een nieuw hoofdstuk in hun leven begint. De band is sterk, mede door wat ze afgelopen tijd mee hebben gemaakt. De val Milan ging het mountainbiken na de Spelen in Tokio – waar hij tiende werd – combineren met het wegwielrennen. Zijn trainer Tim Heemskerk wees hem er al een paar keer op dat hij het fysiek had om ook goed uit de voeten te kunnen op de weg. Toen Heemskerk de overstap maakte naar Team Jumbo-Visma liet hij de naam van Milan vallen en toonde de waardes die hij trapte. In februari 2022 maakte Milan vlak voor zijn 26ste verjaardag zijn debuut als wegrenner in de Ronde van Valencia. “Het was toch ook een gok om mij de kans te geven, iedereen vond het mooi dat het meteen zo goed ging.” Daarna reed hij Strade Bianche en mocht hij zijn opwachting maken in de Ronde van Baskenland. Op 8 april was de vijfde etappe, zijn negende koersdag als wegrenner. Ilse: “Ik was op de terugweg van Groningen, waar ik de opleiding Sport & Beweging volgde, naar Assen toen ik werd gebeld door jouw vader. Hij zei dat je was gevallen. ‘Het lijkt erop dat het niet heel erg is,’ zei hij.” Milan: “Het eerste bericht was dat ik mijn sleutelbeen en een paar ribben had gebroken. Kan gebeuren.” Ilse: “Later belde jouw vader opnieuw om te zeggen dat het toch ernstiger was. Toen kwam het telefoontje dat jouw ouders naar het ziekenhuis in Bilbao moesten komen. Ze vroegen of ik mee wilde. Ik heb meteen mijn koffer gepakt.” Milan: “Ik weet niets meer van de val, heb van horen zeggen dat ik tijdens een afdaling in een bocht met mijn pedaal het asfalt raakte en daardoor over mijn stuur vloog, zo over de vangrail de afgrond in. Er was ook nog een versie die luidt dat ik te veel snelheid had en daardoor de bocht niet hield. Door mijn fietscomputer konden ze opmaken dat ik met 68 kilometer per uur tegen de vangrail knalde. Ik ben al met al zo’n twintig meter door de lucht gevlogen en zo’n twee etages lager neergekomen, terwijl mijn fiets nog boven, tegen de vangrail lag.” Tomás Rodriguez was de ronde-arts. Hij zag eerst Kobe Goossens van Intermarché- Wanty. De Belg was in dezelfde bocht gevallen en wees meteen naar beneden: daar lag iemand die harder hulp nodig had. Toen de arts aankwam bij Milan, lag die op zijn buik in het gras. Bewusteloos. Toen Rodriguez bij hem was, kwam hij weer bij. “Het schijnt dat ik boos en opstandig was. Ik wilde op eigen kracht de ambulance instappen, dacht dat ik dat wel kon.” Milan vertelt dat hij geluk had dat de ronde-arts in het dagelijks leven hart- en vaatchirurg is. “Hij had al snel door dat ik geen zuurstof kreeg. Ik had een klaplong en een geperforeerde long en de halsslagaders waren beschadigd. Tijdens een noodstop heeft hij me geïntubeerd. Hij bracht ter plekke een beademingsbuis aan, zodat ik weer zuurstof binnenkreeg. In het ziekenhuis ben ik meteen geopereerd. Doordat ik waarschijnlijk op mijn hoofd en bovenlichaam ben geland, was het helemaal mis met mijn halsslagaders, de rechter was gescheurd en de linker beschadigd. Ze hebben in mijn rechterslagader een stent van vijftien centimeter geplaatst, van mijn nek, bij mijn oor langs tot mijn hersenen aan toe.” Ilse werd door haar ouders naar Bergen op Zoom gebracht en stapte daar om half elf ’s avonds bij Patrick en Ingrid, de ouders van Milan, en Damy, zijn vier jaar jongere broertje, in de auto. “De reis was vreselijk, die onzekerheid... We hebben tijdens de autorit verschillende scenario’s doorgenomen. Hoe moest het verder met ons als jij verlamd – of erger – een kasplantje zou zijn? Ik zei meteen: mocht dat het geval zijn, dan blijf ik bij hem en zien we het wel.” Ilse: ‘We hebben verschillende scenario’s doorgenomen. Hoe moest het verder met ons als jij verlamd – of erger – een kas- plantje zou zijn? Ik zei meteen: dan blijf ik bij hem’ Milan: “Mijn vader zei dat, heb ik van hem begrepen, omdat hij had gehoord dat er iets met mijn halsslagader was en toen realiseerde hij zich dat er ook iets mis kon zijn met de bloed- en zuurstoftoevoer naar mijn hersenen. Vandaar dat filosoferen. Mijn vader zei tegen je: ‘Jij bent nog jong, hebt nog een heel leven voor je. Er zijn nog genoeg andere leuke jongens.’” Ilse: “En toen zei ik: maar ik hou toch het meest van Milan.” Helden Magazine 70 Het eerste gedeelte van het interview met Milan Vader en Ilse Lutke komt voort uit het eerste nummer van 2024. Jutta Leerdam schittert op de cover van de zeventigste editie van Helden. Ze heeft een grote schare fans en volgers. Hoe kijkt ze naar zichzelf? En hoe kijken anderen naar haar. ‘’Echt, schaatsen staat bij mij altijd voorop.’’ In Helden Magazine 70 is er veel aandacht voor de wintersporten. Het jonge Amerikaanse fenomeen Jordan Stolz vragen we naar zijn geheim en de samenwerking met Irene Schouten en Jillert Anema. Shorttrackzusjes Xandra en Michelle Velzeboer veroveren samen de wereld, een dubbelinterview in aanloop naar de WK in Rotterdam. Collega-shorttracker Jens van ’t Wout ontmoet Victoria Koblenko. Daarnaast is er ook aandacht voor voetbal. Peter Bosz is met PSV hard op weg naar zijn eerste landstitel. De kans is groot dat PSV zijn laatste club is als trainer. Calvin Stengs is helemaal terug, schittert bij Feyenoord en Oranje. We gingen langs bij Calvin, zijn vriendin Beau de Boer – dochter van Frank de Boer – en zoontje Saint. Frits Barend eert Ruud Geels, de vaak verguisde spits die in november overleed en oud-voetballer Michael Mols spreekt over de tumor die in zijn hoofd werd ontdekt. Verder is veldrijdster Fem van Empel een multitalent, maar het is wel wennen dat iedereen haar vergelijkt met Mathieu van der Poel. Tallon Griekspoor is de beste tennisser van Nederland, we spraken hem samen met zijn broers Kevin en Scott in aanloop naar de ABN AMRO Open. Als laatste stroomt het racen bij duizendpoot Tom Coronel door zijn bloed. “Max Verstappen is beter dan iedereen die ik ooit heb gezien.” Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 70 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van jouw favoriete sporters? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.

Shorttrack

Jens van’t Wout: ‘Naast schaatsen kan ik helemaal niets’

Jens van ’t Wout (22) is het boegbeeld van een nieuwe generatie mannelijke shorttrackers. Victoria Koblenko trok naar Heerenveen om kennis te maken in aanloop naar de WK shorttrack (15-17 maart) in Rotterdam. “Eigenlijk komt het allemaal op hetzelfde neer: ik moet niet te veel denken, maar gewoon doen.” Een jaar geleden stond je met je broer Melle in Helden. Toen gold je nog een beetje als het grote, opkomende talent. Inmiddels zijn we onder andere drie Europese titels en een wereldtitel verder. Wat was het hoogtepunt van het afgelopen jaar? “Mijn eerste gouden medaille bij de World Cup in Salt Lake City. Ik won de 1500 meter en die overwinning had ik helemaal niet aan zien komen. Het jaar ervoor was ik niet eens in de buurt van een medaille gekomen. Ik won ineens aan het begin van vorig seizoen met een dikke voorsprong. Een dag later won ik ook meteen goud op mijn ‘slechtste’ afstand: de 500 meter.” Heb je al een verklaring voor waarom je ineens wel won? “Ervaring. Ik heb mezelf echt eerst moeten leren kennen om vertrouwen te kunnen halen uit mezelf. Als shorttracker moest ik in heel veel dingen vertrouwen krijgen: dat ik op kop kon rijden, dat ik niet te moe werd of dat ik ingehaald werd aan het einde en dat ik lang genoeg kon wachten voordat ik tot aanvallen overging. Stuk voor stuk zaken die heel grote impact hebben op het ijs. Eigenlijk komt het allemaal op hetzelfde neer: ik moet niet te veel denken, maar gewoon doen. Doen wat m’n lichaam wil doen: gewoon schaatsen.” ‘Gewoon’ schaatsen? Jij haalt er goud mee, dus zo gewoon is het niet. “Wat ik bedoel is dat je op je instinct af moet gaan als shorttracker.” ‘Ik denk dat ik zelfs liever heb dat mijn broer eerste wordt. Als ik zie wat hij er allemaal voor doet... Hij trok mij vroeger al altijd mee’ Veel sporters hoor ik altijd over ‘in een flow komen’. Kun jij mij uitleggen hoe je dat doet? “Ik focus me op het moment. Dat is nu een automatisme geworden, maar voorheen deed ik dat minder. Ik moet niet te veel vooruitdenken. De opdracht is heel simpel: ik moet naar de eerste plek, maar hoe ga ik dat doen? Dat is vaak niet te plannen. Het is een schakel van kleine kettingreacties. Plannen heeft daarom ook niet zoveel zin. Hoe het gaat verlopen? Geen idee. Als je je daaraan kunt overgeven, ben je al een heel eind. Je moet je als shorttracker over kunnen geven aan het nu.” Helden Magazine 70 Het eerste gedeelte van het interview met Jens van 't Wout komt voort uit het eerste nummer van 2024. Jutta Leerdam schittert op de cover van de zeventigste editie van Helden. Ze heeft een grote schare fans en volgers. Hoe kijkt ze naar zichzelf? En hoe kijken anderen naar haar. ‘’Echt, schaatsen staat bij mij altijd voorop.’’ In Helden Magazine 70 is er veel aandacht voor de wintersporten. Het jonge Amerikaanse fenomeen Jordan Stolz vragen we naar zijn geheim en de samenwerking met Irene Schouten en Jillert Anema. Shorttrackzusjes Xandra en Michelle Velzeboer veroveren samen de wereld, een dubbelinterview in aanloop naar de WK in Rotterdam. Daarnaast is er ook aandacht voor voetbal. Peter Bosz is met PSV hard op weg naar zijn eerste landstitel. De kans is groot dat PSV zijn laatste club is als trainer. Calvin Stengs is helemaal terug, schittert bij Feyenoord en Oranje. We gingen langs bij Calvin, zijn vriendin Beau de Boer – dochter van Frank de Boer – en zoontje Saint. Frits Barend eert Ruud Geels, de vaak verguisde spits die in november overleed en oud-voetballer Michael Mols spreekt over de tumor die in zijn hoofd werd ontdekt. Verder kwam wielrenner Milan Vader in 2022 zwaar ten val, lag in coma en keerde na een lange revalidatie terug aan de top, met dank aan vriendin Ilse Lutke die niet van zijn zijde week. Veldrijdster Fem van Empel is een multitalent, maar het is wel wennen dat iedereen haar vergelijkt met Mathieu van der Poel. Tallon Griekspoor is de beste tennisser van Nederland, we spraken hem samen met zijn broers Kevin en Scott in aanloop naar de ABN AMRO Open. Als laatste stroomt het racen bij duizendpoot Tom Coronel door zijn bloed. “Max Verstappen is beter dan iedereen die ik ooit heb gezien.” Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 70 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van jouw favoriete sporters? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.
Jens van ’t Wout (22) is het boegbeeld van een nieuwe generatie mannelijke shorttrackers. Victoria Koblenko trok naar Heerenveen om kennis te maken in aanloop naar de WK shorttrack (15-17 maart) in Rotterdam. “Eigenlijk komt het allemaal op hetzelfde neer: ik moet niet te veel denken, maar gewoon doen.” Een jaar geleden stond je met je broer Melle in Helden. Toen gold je nog een beetje als het grote, opkomende talent. Inmiddels zijn we onder andere drie Europese titels en een wereldtitel verder. Wat was het hoogtepunt van het afgelopen jaar? “Mijn eerste gouden medaille bij de World Cup in Salt Lake City. Ik won de 1500 meter en die overwinning had ik helemaal niet aan zien komen. Het jaar ervoor was ik niet eens in de buurt van een medaille gekomen. Ik won ineens aan het begin van vorig seizoen met een dikke voorsprong. Een dag later won ik ook meteen goud op mijn ‘slechtste’ afstand: de 500 meter.” Heb je al een verklaring voor waarom je ineens wel won? “Ervaring. Ik heb mezelf echt eerst moeten leren kennen om vertrouwen te kunnen halen uit mezelf. Als shorttracker moest ik in heel veel dingen vertrouwen krijgen: dat ik op kop kon rijden, dat ik niet te moe werd of dat ik ingehaald werd aan het einde en dat ik lang genoeg kon wachten voordat ik tot aanvallen overging. Stuk voor stuk zaken die heel grote impact hebben op het ijs. Eigenlijk komt het allemaal op hetzelfde neer: ik moet niet te veel denken, maar gewoon doen. Doen wat m’n lichaam wil doen: gewoon schaatsen.” ‘Gewoon’ schaatsen? Jij haalt er goud mee, dus zo gewoon is het niet. “Wat ik bedoel is dat je op je instinct af moet gaan als shorttracker.” ‘Ik denk dat ik zelfs liever heb dat mijn broer eerste wordt. Als ik zie wat hij er allemaal voor doet... Hij trok mij vroeger al altijd mee’ Veel sporters hoor ik altijd over ‘in een flow komen’. Kun jij mij uitleggen hoe je dat doet? “Ik focus me op het moment. Dat is nu een automatisme geworden, maar voorheen deed ik dat minder. Ik moet niet te veel vooruitdenken. De opdracht is heel simpel: ik moet naar de eerste plek, maar hoe ga ik dat doen? Dat is vaak niet te plannen. Het is een schakel van kleine kettingreacties. Plannen heeft daarom ook niet zoveel zin. Hoe het gaat verlopen? Geen idee. Als je je daaraan kunt overgeven, ben je al een heel eind. Je moet je als shorttracker over kunnen geven aan het nu.” Helden Magazine 70 Het eerste gedeelte van het interview met Jens van 't Wout komt voort uit het eerste nummer van 2024. Jutta Leerdam schittert op de cover van de zeventigste editie van Helden. Ze heeft een grote schare fans en volgers. Hoe kijkt ze naar zichzelf? En hoe kijken anderen naar haar. ‘’Echt, schaatsen staat bij mij altijd voorop.’’ In Helden Magazine 70 is er veel aandacht voor de wintersporten. Het jonge Amerikaanse fenomeen Jordan Stolz vragen we naar zijn geheim en de samenwerking met Irene Schouten en Jillert Anema. Shorttrackzusjes Xandra en Michelle Velzeboer veroveren samen de wereld, een dubbelinterview in aanloop naar de WK in Rotterdam. Daarnaast is er ook aandacht voor voetbal. Peter Bosz is met PSV hard op weg naar zijn eerste landstitel. De kans is groot dat PSV zijn laatste club is als trainer. Calvin Stengs is helemaal terug, schittert bij Feyenoord en Oranje. We gingen langs bij Calvin, zijn vriendin Beau de Boer – dochter van Frank de Boer – en zoontje Saint. Frits Barend eert Ruud Geels, de vaak verguisde spits die in november overleed en oud-voetballer Michael Mols spreekt over de tumor die in zijn hoofd werd ontdekt. Verder kwam wielrenner Milan Vader in 2022 zwaar ten val, lag in coma en keerde na een lange revalidatie terug aan de top, met dank aan vriendin Ilse Lutke die niet van zijn zijde week. Veldrijdster Fem van Empel is een multitalent, maar het is wel wennen dat iedereen haar vergelijkt met Mathieu van der Poel. Tallon Griekspoor is de beste tennisser van Nederland, we spraken hem samen met zijn broers Kevin en Scott in aanloop naar de ABN AMRO Open. Als laatste stroomt het racen bij duizendpoot Tom Coronel door zijn bloed. “Max Verstappen is beter dan iedereen die ik ooit heb gezien.” Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 70 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van jouw favoriete sporters? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.

Zeilen

Marit Bouwmeester: Mama Marit op medaille jacht

Marit Bouwmeester (35) is de succesvolste Nederlandse zeilster ooit. Ze won olympisch goud, zilver en brons, werd vier keer wereldkampioen en vijf keer Europees kampioen. Haar laatste Europese titel veroverde ze niet lang nadat ze moeder was geworden van dochter Jessie Mae. Victoria Koblenko ging op bezoek. Jij komt uit een gezin van vijf. Werd sport als hoofdgerecht opgediend in jullie gezin? “Mijn ouders waren geen fanatieke zeilers, maar wel sportfanaten. We komen uit Friesland, deden van alles; mijn broer, zus en ik. Korfballen bijvoorbeeld.” Jullie gingen alle drie ook zeilen. Hoe is zeilen in het gezin geïntroduceerd? “Opa deed mee aan de Sneekweek en mijn broer Roelof riep: ‘Dat wil ik ook!’ Mijn ouders hebben het begrip positief stimuleren uitgevonden, dus niets was te gek voor hen. We gingen naar de lokale zeilschool. Eerst mijn broer, daarna ik en later mijn zus. Onze ouders werden vrijwilliger bij de zeilschool en niet veel later hadden we ook een boot. Ik heb me pas veel later gerealiseerd dat het voor onze ouders financieel soms best een uidaging was. Ga maar na: drie kinderen die zeilen, af en toe buitenlandse reizen erbij.” Je was zes toen je begon en kwam op je twaalfde al in de nationale jeugdselectie terecht. “Ik was het enige meisje en kwam niet uit het westen, maar uit Friesland. Ik kwam er ook als laatste bij. Het was spannend, maar daardoor heb ik toen al leren vechten. Er waren betere zeilsters, dat stimuleerde me enorm.” Je promoveerde van Jong Oranje naar de echte kernploeg. “Ik was nooit de beste, het was bij mij in die tijd eigenlijk altijd ‘net niet’. Terugkijkend was dat mijn geluk. Ik moest er namelijk heel hard voor werken. Iedereen die meer talent had en van wie werd verwacht dat hij of zij het zou maken, heeft het niet gered. Ik haalde het door mijn doorzettingsvermogen. Mijn broer en zus zijn ook van die alleskunners. Ik oefende dag en nacht om te kunnen opboksen tegen mensen die veel dingen met twee vingers in de neus kunnen. Maar goed, met heel hard je best doen, kun je een eind komen, heb ik wel bewezen.” Voor het zeilen moest je al op jonge leeftijd de wereld over. Hoe vonden je ouders dat? “Ik ben in een heel veilige omgeving opgegroeid, maar moest op mijn dertiende al in mijn eentje op reis voor wedstrijden in Amerika en Dubai. Best avontuurlijk. Zeker als je bedenkt dat het nog niet de tijd was dat je met een smartphone iedereen op de hoogte kon houden. Ik had een belkaart en als ik een aansluitende vlucht miste in Amerika kwamen m’n ouders er vaak 24 uur later achter waar ik zat en waarom. Mijn ouders hadden vertrouwen in me, lieten me vrij, daardoor leerde ik snel volwassen beslissingen nemen.” Grensverleggend Je eerste coach, Mark Littlejohn, zei: ‘Er is geen tijd om lang te doen over volwassen worden. Je moet snel rationeel met situaties omgaan. Als een robot. Maakt niet uit of je blij bent of verdrietig, je moet doen wat je moet doen.’ Kon je met die aanpak meteen uit de voeten? “Ik was zestien, ben op een Engelsman afgestapt die goud had gewonnen en vroeg: hoe word ik olympisch kampioen? Dat was Mark. Hij omarmde mijn drive. We gingen intensief samenwerken. Hij huurde ex-olympisch kampioenen in om mij te leren wat topsport was. Ik mocht tegen al die toppers varen, maar verliezen was geen optie.” Was het niet te extreem voor een puberbrein? “Ik zou het nu nog steeds wel accepteren. Het was wel extreem, maar ik geloofde en geloof daar wel in. Ik zo het zo weer doen op die manier. Topsport is in mijn ogen ook: grensverleggen. Dat is part of the deal.” Het wierp ook zijn vruchten af, want je werd in 2011 de jongste wereldkampioen in de Laser Radial-klasse. “Het ging in een stijgende lijn, ik won alles. Totdat ik ineens tweede werd op de Spelen in 2012. Toen was ik in shock.” Jij was midden twintig, maar je coach vond het hebben van een relatie je prestaties op het water in de weg staan. Hoe kijk je ruim tien jaar later terug op zijn manier van coaching? “Hij was heel charismatisch en heel manipulatief. Er hoorden geen concessies bij topsport. Wellicht projecteerde hij zijn eigen gemiste kansen op mij. Zijn vrouw had hem ooit gevraagd niet naar een wedstrijd in Australië te gaan, waar hij zich had kunnen kwalificeren voor de Spelen. Het feit dat ik een relatie kreeg met topzeiler Ben Ainslie was net aan oké, maar het werd aan alle kanten gemanaged.” 'Mijn ex-coach was heel charismatisch en manipulatief. Er hoorden geen concessies bij topsport. Wellicht projecteerde hij zijn eigen gemiste kansen op mij' Mark Littlejohn liet jou via Skype weten dat hij stopte als je coach, omdat hij ging werken met een van de concurrenten nadat je zilver won. Hij noemde je ‘een loser die toch nooit olympisch kampioen zou worden’. Hoeveel impact had dat op je? “Het was het begin van een pittige periode. Bij tegenslag heb je altijd een keuze: kies je voor de slachtofferrol of maak je een nieuw plan? Maar dat weet ik nu achteraf. Ik was zestien toen ik bij hem aanklopte en had het hele recept van hoe ik kampioen moest worden bij hem gelaten. Ik had nooit zelf nagedacht.” Badbevalling Dat je het ook zelf kon, bewees je wel. In 2016 werd je olympisch kampioen, je werd nog drie keer wereldkampioen en pakte olympisch brons in 2021. Na de Spelen in Tokio was er ruimte voor je kinderwens. Hoe is dat proces als je aan de top van je sport staat? “Ik was toen 33 en ging rekenen. De Spelen waren net achter de rug, de volgende waren over drie jaar. Ik bedacht: het kost twee jaar om terug op topniveau te komen, dus stel dat het me gegeven is om zwanger te worden, dan is het nu ideaal, want dan ben ik weer topfit op de volgende Spelen.” Je raakte al snel zwanger en in mei 2022 kwam jullie dochtertje Jessie Mae ter wereld. Hoe heb je als topsporter je bevalling voorbereid? “Mijn bevalling heb ik aangepakt als een olympische campagne. Ik ben zelfs op mijn bevaldatum nog gaan sporten met het idee dat hoe langer ik door zou trainen, des te sneller ik weer op niveau zou zitten na de bevalling. Ik heb experts gesproken over wat de beste manier was om te bevallen met het oog op een snel herstel.” Lachend: “De badbevalling duurde uiteindelijk achttien uur, mijn langste badsessie ooit.” Is het gevoel van moeder worden te vergelijken met olympisch kampioen worden? “Dat is lastig vergelijken... Ik heb me nog nooit tegelijkertijd zo kwetsbaar en sterk gevoeld als vlak na de geboorte van onze dochter. Dan liep i over straat en dacht bij elke vrouw met kinderen: wow, jij hebt het gewoon gedaan. Ik dacht als ik een vrouw met een klein kindje zag, meteen: wij zijn zo sterk!” Jij koos al heel snel weer voor de topsport, ging al snel na de bevalling weer hard trainen. Heb je last gehad van de ‘moedermaffia’? “Ja, dat wel. Na zes weken wilde ik mijn hormonenachtbaan afbouwen en dus stopte ik met borstvoeding. De meningen die mensen daar over hadden, vond ik wel heftig.” Ik durf het bijna niet te vragen, maar wanneer begon je weer met trainen? “Na twee weken ben ik weer begonnen met voorzichtig trainen. Er ging een wereld voor me open. Al die vrouwelijke klachten daar beneden... Bizar. Niemand vertelt je hoe dat snel moet helen. Dus ik heb mijn fysieke trainers er een project van laten maken. Francoise en Jorgos hebben me toen onwijs geholpen. Van bekkenbodemfysio tot allerlei apparaatjes die me hielpen.” Lachend: “Er was één keer een hilarisch moment: ik had een koffer vol van die speeltjes mee op trainingskamp. Bij de douane dacht ik: maak de koffer alsjeblieft niet open, want ik weet niet hoe ik al die elektrostimulatie, kegels en spelletjes moet uitleggen...” Het is dus niet zo vreemd dat jij als bloedfanatiek en als een trainingsbeest wordt bestempeld. “Bij mij is het al jarenlang: twee trainingssessies per dag, zes dagen op rij. Maar er is wel wat veranderd. Vroeger zei ik: mijn lichaam moet naar mij luisteren, tegenwoordig is het andersom. Ik mag niet te veel druk op de wervelkolom hebben. Er zijn twee wervels die iets sneller schuiven. Daar doe ik elke dag oefeningen voor. Collateral damage van topsport is ook dat het kraakbeen van mijn knieën wat is aangetast.” Je werd in mei niet lang na je comeback meteen alweer Europees kampioen en bij de WK in Scheveningen lag je lang op medaillekoers, maar werd je uiteindelijk net vierde. Volgend jaar zijn de Spelen, wanneer weet je definitief dat jij je op kan maken voor je vierde deelname? “Op 12 januari weet ik of ik erbij ben in Marseille, waar het olympisch zeiltoernooi wordt gehouden volgend jaar. Op 5 januari begint de WK in de ILCA 6-klasse, voorheen de Laser Radial. 31 december vertrek ik al richting Argentinië, waar het toernooi wordt gehouden. Dat wordt een lekker saai oud & nieuw. Mijn hele team gaat al met kerst die kant op en ik arriveer later om nog wat langer met die kleine samen te zijn. We hebben afgesproken dat Jessie niet meegaat naar prestatie-evenementen.” Betekent dat dat jullie dochter wel meegaat als je op trainingskamp bent? “Ja. Ik heb een oppas van goud, zij is een vriendin van een van mijn fysieke trainers. Ze weet wat topsport inhoudt, het meereizen met trainingskampen is practice what you preach.” ‘Mijn bevalling heb ik aangepakt als een olympische campagne. Ik ben zelfs op mijn bevaldatum nog gaan sporten’ Hip & happening Jij ligt mijlenver voor op de concurrentie in eigen land. Er mag één zeiler per klasse namens Nederland naar de Spelen. Zijn die zeilklassen eigenlijk met hun tijd meegegaan? “Ik denk dat het beter zou zijn om minder klassen voor vrouwen te hebben, maar zeilen is best een conservatieve sport. Zeilen heeft moeite met verandering, op vele vlakken. Je kunt de sport met de huidige technologie best kijkvriendelijker maken, bijvoorbeeld door het gebruik van drones. Het zeilen kan heel hip & happening gemaakt worden, maar het zijn vaak de oudere mensen die de scepter zwaaien in onze sport.” Zie jij kansen voor jezelf om bij te dragen aan die vernieuwing? “We zijn met mijn team gestart om de sport meer meetbaar te maken. Daarnaast komt er een Marit Bouwmeester Academy om de sport toegankelijker te maken. Zeilen heeft nog steeds een elitair imago en ik wil ertoe bijdragen die drempel te verlagen.” Is dit het fundament voor een carrière na de topsport? “Ja, ik wil graag iets terugdoen voor de sport. Ik heb deze droom van mij gedeeld met het Watersportverbond en zij waren heel erg enthousiast. Inmiddels ben ik ook in gesprek met diverse mooie bedrijven om dit goed neer te kunnen zetten. Met de stoomversnelling waarin het nu is beland, hopen we komende zomer los te gaan met een evenement waar kids de hele zomer kunnen komen om te zeilen. Wij leveren de boten en coaches. Het is puur voor de fun, puur om kennis te maken met het zeilen.” Wat heeft het zeilen jou gebracht? “Zeilen heeft me veel plezier gebracht, veel van de wereld laten zien. Mijn passie is mijn beroep geworden en dat is een voorrecht.” Je geeft veel inspirerende lezingen voor bedrijven. Wat geef je mee over je mindset? “Ik vind sportpsychologie enorm interessant. Je bent een eigen rem op je prestatie. Je krijgt de lessen gemakkelijk aangereikt in sport, maar in het bedrijfsleven is het niet altijd duidelijk waar verbeterpunten liggen. Hoe kun je optimaal presteren? Ik geloof in de ‘groeimindset’. Je moet dingen leren zien als uitdagingen, de kracht van ‘nog niet’.” Je doelt op de professor Carol Dweck-methode? “Precies! Inzetten op feedback in plaats van de prestatie, geloof hebben in de learning curve. Snel schakelen na een tegenslag is gewoon te trainen. Ik droom van nog een olympische medaille, maar moet me eerst op korte termijn focussen op een taak.” Hoe heeft het jou geholpen om met de dieptepunten om te gaan? “Je hebt altijd een keuze tussen de letters U en B. Kies je voor de Uitdagingen of voor de Bedreigingen?” Beschrijf de periode eens waarin de uitdagingen zich opstapelden? Je coach verliet je, je relatie met de eerdergenoemde zeiler ging uit, je werd zestiende op de WK, terwijl je daarvoor alles won. Hoe klim je uit zo’n dal? “Ik had niet in de gaten dat ik in de slachtofferrol zat. De mensen die mij van informatie voorzagen, liepen allemaal bij me weg. Met mijn familie heb ik een stappenplan gemaakt. De oude coach van mijn broer, Jaap Zielhuis, liet me zelf nadenken, om zo van afhankelijk naar onafhankelijk te gaan. Stap voor stap leerde ik taakgericht te werk te gaan. Voor die tijd stond ik ook nooit stil bij successen.” Hoeveel tijd zat er tussen het dieptepunt en opnieuw winnen? “We zijn in het najaar van 2013 begonnen en in de zomer van 2014 werd ik wereldkampioen.” Wat waren de uitdagingen? “Ik dacht altijd: als ik alles goed doe, dan win ik. Daarna beredeneerde ik: en toch kan iemand het dan nog beter doen dan ik. Ik was altijd bezig met het zeilen van de race van mijn leven op de Spelen. Ik realiseerde me dat die gedachte voor veel te veel druk zorgt. Dan bedacht ik: als ik mijn niveau dermate opkrik in de jaren ervoor, dan kan ik op tachtig procent ook nog winnen. Ik heb geen controle over mijn tegenstanders, maar als ik niet daadkrachtig of slagvaardig ben, verlies ik sowieso. Als je de doelen zo formuleert, is verlies makkelijker te dragen. Door zo te redeneren heb ik het proces naar mezelf toe gehaald. Ik evalueer het proces in plaats van alleen het resultaat. Het beste recept om over tegenslagen heen te komen, is een heel duidelijk doel en een richting te hebben.” ‘Na twee weken ben ik weer begonnen met voorzichtig trainen. Er ging een wereld voor me open. Al die vrouwelijke klachten daar beneden... Bizar. Niemand vertelt je hoe dat snel moet helen’ Dumbells Je dochter is anderhalf. Ze zal later vast denken: hoe heeft mama het toch geflikt om medailles te winnen terwijl ze er ook voor mij moest zijn. Lachend: “Dat is gelukt door heel hard te hijgen op de fiets. Tijdens corona hebben we een gym gebouwd rondom het huis. Als ik tegenwoordig de farmers walk doe met dumbells, dan doet Jessie me na met gewichtjes van één kilo. En toen ze laatst hard ging hijgen, begreep ik dat ze mij nadeed terwijl ik op de fiets zat te trainen. De discipline krijgt ze van ons met de paplepel ingegoten.” Elke moeder die dit leest, zal zich afvragen hoe jij het doet. Met een peuter thuis en je toch klaarmaken voor de Spelen. “Dat kan ik niet alleen, hoor. Mijn ouders komen uit Friesland om op te passen, zij zijn vervroegd met pensioen gegaan. Daarnaast ben ik Allianz, partner van het Watersportverbond, en mijn privésponsors heel dankbaar. Ze zijn cruciaal in deze olympische campagne. Dankzij hen kan ik het mij onder andere permitteren dat ik een oppas heb en mijn dochter kan meenemen op trainingskampen. En natuurlijk de allerbelangrijkste is mijn partner Diederick. Hij is een geweldige vader, vanaf het begin al. Terwijl ik er even tijd voor nodig had om in mijn moederrol te groeien.” Wat is de succesformule van jullie liefdesrelatie? “Elkaar veel gunnen. En tegelijkertijd is het uitdagend, het ouderschap. We zijn eigenlijk een goedlopend en opererend ‘bedrijf’, maar soms is het uitdagend om ook nog partners te zijn. Dit jaar zijn we tien jaar samen. Topsport trekt me soms de serieuze kant op en dan ben ik gezegend met Diederick zijn humor en luchtigheid. We zijn er voor elkaar, zijn superflexibel en doen niet moeilijk.” Je vierde Spelen komen in zicht... Wordt dit je laatste kunstje? “De Eiffeltoren staat al op mijn nachtkastje, zoals een Cristo Redentor-beeldje ook al maanden voorafgaand aan de Spelen in Rio daar had gestaan. Maar nu ben ik dankbaar dat ik tegelijkertijd het moederschap mag ervaren... Ik weet niet exact wanneer ik ga stoppen, maar gevoelsmatig gok ik dat er niet nog een olympische cyclus in zit. Volgend jaar word ik 36, er is veel slijtage aan mijn lichaam. Hopelijk kan ik mijn carrière met goud afsluiten.” Helden Magazine 69 Het verhaal van Marit Bouwmeester komt voort uit het dubbeldikke eindejaarsnummer van Helden. De laatste editie van 2023 staat traditioneel in het teken van een terugblik op het afgelopen sportjaar, waarop Femke Bol de cover siert. De atlete blikt uitgebreid terug op het jaar waarin alles wat ze aanraakte in goud leek te veranderen. Helden ging daarnaast in Engeland op bezoek bij Nathan Aké, die met Manchester City de landstitel, FA Cup en Champions League won. Hij werd samen met zijn echtgenote Kaylee, met wie hij al sinds zijn vijftiende samen is, geïnterviewd en gefotografeerd. Bijzonder was ook het bezoek aan de familie Schippers. Dafne nam afscheid van de atletiek en samen met haar ouders, zus en broer blikte ze terug op haar indrukwekkende carrière. In de 69ste editie van Helden komen tal van sporters aan het woord die 2023 kleur gaven. Wout Poels blikt terug op ritzeges in de Tour en Vuelta, maar ook op het verlies van ploeggenoot Gino Mäder. Golden Sisters Bente en Lieke Rogge werden samen wereldkampioen waterpolo. Femke Kok kroonde zich tot de eerste Nederlandse wereldkampioene op de 500 meter en toont zich zoals we haar niet eerder zagen. Karolien en Finn Florijn zijn gezegend met geweldige roeigenen, ze pakten allebei WK-goud; een dubbelinterview. Jeffrey Hoogland is koning op de kilometer. Hij werd voor de vierde keer wereldkampioen op ‘zijn’ afstand en verbeterde het wereldrecord. Een openhartig gesprek met de kilometervreter. Verder pakten zeilers Bart Lambriex en Floris van de Werken een hattrick aan wereldtitels. Feyenoord werd kampioen en Lutsharel Geertruida had daar een belangrijk aandeel in. Hij doet zijn verhaal. Joey Veerman won in 2023 de KNVB-beker en werd vader. Een gesprek met de uitgesproken voetballer over wie veel mensen een mening hebben. Ook een verhaal over Lionel Messi en de club waar hij afgelopen zomer heen verhuisde, het Inter Miami van David Beckham. Een portret van Carlos Alcaraz, de nieuwe posterboy van het tennis die Novak Djokovic klopte in de finale op Wimbledon in dé wedstrijd van het jaar. En als laatste was het voor schaatscoach Kosta Poltavets en voetbaltrainer Anoush Dastgir juist een zwaar jaar, door de situatie in hun geboortelanden Oekraïne en Afghanistan. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 69 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.
Marit Bouwmeester (35) is de succesvolste Nederlandse zeilster ooit. Ze won olympisch goud, zilver en brons, werd vier keer wereldkampioen en vijf keer Europees kampioen. Haar laatste Europese titel veroverde ze niet lang nadat ze moeder was geworden van dochter Jessie Mae. Victoria Koblenko ging op bezoek. Jij komt uit een gezin van vijf. Werd sport als hoofdgerecht opgediend in jullie gezin? “Mijn ouders waren geen fanatieke zeilers, maar wel sportfanaten. We komen uit Friesland, deden van alles; mijn broer, zus en ik. Korfballen bijvoorbeeld.” Jullie gingen alle drie ook zeilen. Hoe is zeilen in het gezin geïntroduceerd? “Opa deed mee aan de Sneekweek en mijn broer Roelof riep: ‘Dat wil ik ook!’ Mijn ouders hebben het begrip positief stimuleren uitgevonden, dus niets was te gek voor hen. We gingen naar de lokale zeilschool. Eerst mijn broer, daarna ik en later mijn zus. Onze ouders werden vrijwilliger bij de zeilschool en niet veel later hadden we ook een boot. Ik heb me pas veel later gerealiseerd dat het voor onze ouders financieel soms best een uidaging was. Ga maar na: drie kinderen die zeilen, af en toe buitenlandse reizen erbij.” Je was zes toen je begon en kwam op je twaalfde al in de nationale jeugdselectie terecht. “Ik was het enige meisje en kwam niet uit het westen, maar uit Friesland. Ik kwam er ook als laatste bij. Het was spannend, maar daardoor heb ik toen al leren vechten. Er waren betere zeilsters, dat stimuleerde me enorm.” Je promoveerde van Jong Oranje naar de echte kernploeg. “Ik was nooit de beste, het was bij mij in die tijd eigenlijk altijd ‘net niet’. Terugkijkend was dat mijn geluk. Ik moest er namelijk heel hard voor werken. Iedereen die meer talent had en van wie werd verwacht dat hij of zij het zou maken, heeft het niet gered. Ik haalde het door mijn doorzettingsvermogen. Mijn broer en zus zijn ook van die alleskunners. Ik oefende dag en nacht om te kunnen opboksen tegen mensen die veel dingen met twee vingers in de neus kunnen. Maar goed, met heel hard je best doen, kun je een eind komen, heb ik wel bewezen.” Voor het zeilen moest je al op jonge leeftijd de wereld over. Hoe vonden je ouders dat? “Ik ben in een heel veilige omgeving opgegroeid, maar moest op mijn dertiende al in mijn eentje op reis voor wedstrijden in Amerika en Dubai. Best avontuurlijk. Zeker als je bedenkt dat het nog niet de tijd was dat je met een smartphone iedereen op de hoogte kon houden. Ik had een belkaart en als ik een aansluitende vlucht miste in Amerika kwamen m’n ouders er vaak 24 uur later achter waar ik zat en waarom. Mijn ouders hadden vertrouwen in me, lieten me vrij, daardoor leerde ik snel volwassen beslissingen nemen.” Grensverleggend Je eerste coach, Mark Littlejohn, zei: ‘Er is geen tijd om lang te doen over volwassen worden. Je moet snel rationeel met situaties omgaan. Als een robot. Maakt niet uit of je blij bent of verdrietig, je moet doen wat je moet doen.’ Kon je met die aanpak meteen uit de voeten? “Ik was zestien, ben op een Engelsman afgestapt die goud had gewonnen en vroeg: hoe word ik olympisch kampioen? Dat was Mark. Hij omarmde mijn drive. We gingen intensief samenwerken. Hij huurde ex-olympisch kampioenen in om mij te leren wat topsport was. Ik mocht tegen al die toppers varen, maar verliezen was geen optie.” Was het niet te extreem voor een puberbrein? “Ik zou het nu nog steeds wel accepteren. Het was wel extreem, maar ik geloofde en geloof daar wel in. Ik zo het zo weer doen op die manier. Topsport is in mijn ogen ook: grensverleggen. Dat is part of the deal.” Het wierp ook zijn vruchten af, want je werd in 2011 de jongste wereldkampioen in de Laser Radial-klasse. “Het ging in een stijgende lijn, ik won alles. Totdat ik ineens tweede werd op de Spelen in 2012. Toen was ik in shock.” Jij was midden twintig, maar je coach vond het hebben van een relatie je prestaties op het water in de weg staan. Hoe kijk je ruim tien jaar later terug op zijn manier van coaching? “Hij was heel charismatisch en heel manipulatief. Er hoorden geen concessies bij topsport. Wellicht projecteerde hij zijn eigen gemiste kansen op mij. Zijn vrouw had hem ooit gevraagd niet naar een wedstrijd in Australië te gaan, waar hij zich had kunnen kwalificeren voor de Spelen. Het feit dat ik een relatie kreeg met topzeiler Ben Ainslie was net aan oké, maar het werd aan alle kanten gemanaged.” 'Mijn ex-coach was heel charismatisch en manipulatief. Er hoorden geen concessies bij topsport. Wellicht projecteerde hij zijn eigen gemiste kansen op mij' Mark Littlejohn liet jou via Skype weten dat hij stopte als je coach, omdat hij ging werken met een van de concurrenten nadat je zilver won. Hij noemde je ‘een loser die toch nooit olympisch kampioen zou worden’. Hoeveel impact had dat op je? “Het was het begin van een pittige periode. Bij tegenslag heb je altijd een keuze: kies je voor de slachtofferrol of maak je een nieuw plan? Maar dat weet ik nu achteraf. Ik was zestien toen ik bij hem aanklopte en had het hele recept van hoe ik kampioen moest worden bij hem gelaten. Ik had nooit zelf nagedacht.” Badbevalling Dat je het ook zelf kon, bewees je wel. In 2016 werd je olympisch kampioen, je werd nog drie keer wereldkampioen en pakte olympisch brons in 2021. Na de Spelen in Tokio was er ruimte voor je kinderwens. Hoe is dat proces als je aan de top van je sport staat? “Ik was toen 33 en ging rekenen. De Spelen waren net achter de rug, de volgende waren over drie jaar. Ik bedacht: het kost twee jaar om terug op topniveau te komen, dus stel dat het me gegeven is om zwanger te worden, dan is het nu ideaal, want dan ben ik weer topfit op de volgende Spelen.” Je raakte al snel zwanger en in mei 2022 kwam jullie dochtertje Jessie Mae ter wereld. Hoe heb je als topsporter je bevalling voorbereid? “Mijn bevalling heb ik aangepakt als een olympische campagne. Ik ben zelfs op mijn bevaldatum nog gaan sporten met het idee dat hoe langer ik door zou trainen, des te sneller ik weer op niveau zou zitten na de bevalling. Ik heb experts gesproken over wat de beste manier was om te bevallen met het oog op een snel herstel.” Lachend: “De badbevalling duurde uiteindelijk achttien uur, mijn langste badsessie ooit.” Is het gevoel van moeder worden te vergelijken met olympisch kampioen worden? “Dat is lastig vergelijken... Ik heb me nog nooit tegelijkertijd zo kwetsbaar en sterk gevoeld als vlak na de geboorte van onze dochter. Dan liep i over straat en dacht bij elke vrouw met kinderen: wow, jij hebt het gewoon gedaan. Ik dacht als ik een vrouw met een klein kindje zag, meteen: wij zijn zo sterk!” Jij koos al heel snel weer voor de topsport, ging al snel na de bevalling weer hard trainen. Heb je last gehad van de ‘moedermaffia’? “Ja, dat wel. Na zes weken wilde ik mijn hormonenachtbaan afbouwen en dus stopte ik met borstvoeding. De meningen die mensen daar over hadden, vond ik wel heftig.” Ik durf het bijna niet te vragen, maar wanneer begon je weer met trainen? “Na twee weken ben ik weer begonnen met voorzichtig trainen. Er ging een wereld voor me open. Al die vrouwelijke klachten daar beneden... Bizar. Niemand vertelt je hoe dat snel moet helen. Dus ik heb mijn fysieke trainers er een project van laten maken. Francoise en Jorgos hebben me toen onwijs geholpen. Van bekkenbodemfysio tot allerlei apparaatjes die me hielpen.” Lachend: “Er was één keer een hilarisch moment: ik had een koffer vol van die speeltjes mee op trainingskamp. Bij de douane dacht ik: maak de koffer alsjeblieft niet open, want ik weet niet hoe ik al die elektrostimulatie, kegels en spelletjes moet uitleggen...” Het is dus niet zo vreemd dat jij als bloedfanatiek en als een trainingsbeest wordt bestempeld. “Bij mij is het al jarenlang: twee trainingssessies per dag, zes dagen op rij. Maar er is wel wat veranderd. Vroeger zei ik: mijn lichaam moet naar mij luisteren, tegenwoordig is het andersom. Ik mag niet te veel druk op de wervelkolom hebben. Er zijn twee wervels die iets sneller schuiven. Daar doe ik elke dag oefeningen voor. Collateral damage van topsport is ook dat het kraakbeen van mijn knieën wat is aangetast.” Je werd in mei niet lang na je comeback meteen alweer Europees kampioen en bij de WK in Scheveningen lag je lang op medaillekoers, maar werd je uiteindelijk net vierde. Volgend jaar zijn de Spelen, wanneer weet je definitief dat jij je op kan maken voor je vierde deelname? “Op 12 januari weet ik of ik erbij ben in Marseille, waar het olympisch zeiltoernooi wordt gehouden volgend jaar. Op 5 januari begint de WK in de ILCA 6-klasse, voorheen de Laser Radial. 31 december vertrek ik al richting Argentinië, waar het toernooi wordt gehouden. Dat wordt een lekker saai oud & nieuw. Mijn hele team gaat al met kerst die kant op en ik arriveer later om nog wat langer met die kleine samen te zijn. We hebben afgesproken dat Jessie niet meegaat naar prestatie-evenementen.” Betekent dat dat jullie dochter wel meegaat als je op trainingskamp bent? “Ja. Ik heb een oppas van goud, zij is een vriendin van een van mijn fysieke trainers. Ze weet wat topsport inhoudt, het meereizen met trainingskampen is practice what you preach.” ‘Mijn bevalling heb ik aangepakt als een olympische campagne. Ik ben zelfs op mijn bevaldatum nog gaan sporten’ Hip & happening Jij ligt mijlenver voor op de concurrentie in eigen land. Er mag één zeiler per klasse namens Nederland naar de Spelen. Zijn die zeilklassen eigenlijk met hun tijd meegegaan? “Ik denk dat het beter zou zijn om minder klassen voor vrouwen te hebben, maar zeilen is best een conservatieve sport. Zeilen heeft moeite met verandering, op vele vlakken. Je kunt de sport met de huidige technologie best kijkvriendelijker maken, bijvoorbeeld door het gebruik van drones. Het zeilen kan heel hip & happening gemaakt worden, maar het zijn vaak de oudere mensen die de scepter zwaaien in onze sport.” Zie jij kansen voor jezelf om bij te dragen aan die vernieuwing? “We zijn met mijn team gestart om de sport meer meetbaar te maken. Daarnaast komt er een Marit Bouwmeester Academy om de sport toegankelijker te maken. Zeilen heeft nog steeds een elitair imago en ik wil ertoe bijdragen die drempel te verlagen.” Is dit het fundament voor een carrière na de topsport? “Ja, ik wil graag iets terugdoen voor de sport. Ik heb deze droom van mij gedeeld met het Watersportverbond en zij waren heel erg enthousiast. Inmiddels ben ik ook in gesprek met diverse mooie bedrijven om dit goed neer te kunnen zetten. Met de stoomversnelling waarin het nu is beland, hopen we komende zomer los te gaan met een evenement waar kids de hele zomer kunnen komen om te zeilen. Wij leveren de boten en coaches. Het is puur voor de fun, puur om kennis te maken met het zeilen.” Wat heeft het zeilen jou gebracht? “Zeilen heeft me veel plezier gebracht, veel van de wereld laten zien. Mijn passie is mijn beroep geworden en dat is een voorrecht.” Je geeft veel inspirerende lezingen voor bedrijven. Wat geef je mee over je mindset? “Ik vind sportpsychologie enorm interessant. Je bent een eigen rem op je prestatie. Je krijgt de lessen gemakkelijk aangereikt in sport, maar in het bedrijfsleven is het niet altijd duidelijk waar verbeterpunten liggen. Hoe kun je optimaal presteren? Ik geloof in de ‘groeimindset’. Je moet dingen leren zien als uitdagingen, de kracht van ‘nog niet’.” Je doelt op de professor Carol Dweck-methode? “Precies! Inzetten op feedback in plaats van de prestatie, geloof hebben in de learning curve. Snel schakelen na een tegenslag is gewoon te trainen. Ik droom van nog een olympische medaille, maar moet me eerst op korte termijn focussen op een taak.” Hoe heeft het jou geholpen om met de dieptepunten om te gaan? “Je hebt altijd een keuze tussen de letters U en B. Kies je voor de Uitdagingen of voor de Bedreigingen?” Beschrijf de periode eens waarin de uitdagingen zich opstapelden? Je coach verliet je, je relatie met de eerdergenoemde zeiler ging uit, je werd zestiende op de WK, terwijl je daarvoor alles won. Hoe klim je uit zo’n dal? “Ik had niet in de gaten dat ik in de slachtofferrol zat. De mensen die mij van informatie voorzagen, liepen allemaal bij me weg. Met mijn familie heb ik een stappenplan gemaakt. De oude coach van mijn broer, Jaap Zielhuis, liet me zelf nadenken, om zo van afhankelijk naar onafhankelijk te gaan. Stap voor stap leerde ik taakgericht te werk te gaan. Voor die tijd stond ik ook nooit stil bij successen.” Hoeveel tijd zat er tussen het dieptepunt en opnieuw winnen? “We zijn in het najaar van 2013 begonnen en in de zomer van 2014 werd ik wereldkampioen.” Wat waren de uitdagingen? “Ik dacht altijd: als ik alles goed doe, dan win ik. Daarna beredeneerde ik: en toch kan iemand het dan nog beter doen dan ik. Ik was altijd bezig met het zeilen van de race van mijn leven op de Spelen. Ik realiseerde me dat die gedachte voor veel te veel druk zorgt. Dan bedacht ik: als ik mijn niveau dermate opkrik in de jaren ervoor, dan kan ik op tachtig procent ook nog winnen. Ik heb geen controle over mijn tegenstanders, maar als ik niet daadkrachtig of slagvaardig ben, verlies ik sowieso. Als je de doelen zo formuleert, is verlies makkelijker te dragen. Door zo te redeneren heb ik het proces naar mezelf toe gehaald. Ik evalueer het proces in plaats van alleen het resultaat. Het beste recept om over tegenslagen heen te komen, is een heel duidelijk doel en een richting te hebben.” ‘Na twee weken ben ik weer begonnen met voorzichtig trainen. Er ging een wereld voor me open. Al die vrouwelijke klachten daar beneden... Bizar. Niemand vertelt je hoe dat snel moet helen’ Dumbells Je dochter is anderhalf. Ze zal later vast denken: hoe heeft mama het toch geflikt om medailles te winnen terwijl ze er ook voor mij moest zijn. Lachend: “Dat is gelukt door heel hard te hijgen op de fiets. Tijdens corona hebben we een gym gebouwd rondom het huis. Als ik tegenwoordig de farmers walk doe met dumbells, dan doet Jessie me na met gewichtjes van één kilo. En toen ze laatst hard ging hijgen, begreep ik dat ze mij nadeed terwijl ik op de fiets zat te trainen. De discipline krijgt ze van ons met de paplepel ingegoten.” Elke moeder die dit leest, zal zich afvragen hoe jij het doet. Met een peuter thuis en je toch klaarmaken voor de Spelen. “Dat kan ik niet alleen, hoor. Mijn ouders komen uit Friesland om op te passen, zij zijn vervroegd met pensioen gegaan. Daarnaast ben ik Allianz, partner van het Watersportverbond, en mijn privésponsors heel dankbaar. Ze zijn cruciaal in deze olympische campagne. Dankzij hen kan ik het mij onder andere permitteren dat ik een oppas heb en mijn dochter kan meenemen op trainingskampen. En natuurlijk de allerbelangrijkste is mijn partner Diederick. Hij is een geweldige vader, vanaf het begin al. Terwijl ik er even tijd voor nodig had om in mijn moederrol te groeien.” Wat is de succesformule van jullie liefdesrelatie? “Elkaar veel gunnen. En tegelijkertijd is het uitdagend, het ouderschap. We zijn eigenlijk een goedlopend en opererend ‘bedrijf’, maar soms is het uitdagend om ook nog partners te zijn. Dit jaar zijn we tien jaar samen. Topsport trekt me soms de serieuze kant op en dan ben ik gezegend met Diederick zijn humor en luchtigheid. We zijn er voor elkaar, zijn superflexibel en doen niet moeilijk.” Je vierde Spelen komen in zicht... Wordt dit je laatste kunstje? “De Eiffeltoren staat al op mijn nachtkastje, zoals een Cristo Redentor-beeldje ook al maanden voorafgaand aan de Spelen in Rio daar had gestaan. Maar nu ben ik dankbaar dat ik tegelijkertijd het moederschap mag ervaren... Ik weet niet exact wanneer ik ga stoppen, maar gevoelsmatig gok ik dat er niet nog een olympische cyclus in zit. Volgend jaar word ik 36, er is veel slijtage aan mijn lichaam. Hopelijk kan ik mijn carrière met goud afsluiten.” Helden Magazine 69 Het verhaal van Marit Bouwmeester komt voort uit het dubbeldikke eindejaarsnummer van Helden. De laatste editie van 2023 staat traditioneel in het teken van een terugblik op het afgelopen sportjaar, waarop Femke Bol de cover siert. De atlete blikt uitgebreid terug op het jaar waarin alles wat ze aanraakte in goud leek te veranderen. Helden ging daarnaast in Engeland op bezoek bij Nathan Aké, die met Manchester City de landstitel, FA Cup en Champions League won. Hij werd samen met zijn echtgenote Kaylee, met wie hij al sinds zijn vijftiende samen is, geïnterviewd en gefotografeerd. Bijzonder was ook het bezoek aan de familie Schippers. Dafne nam afscheid van de atletiek en samen met haar ouders, zus en broer blikte ze terug op haar indrukwekkende carrière. In de 69ste editie van Helden komen tal van sporters aan het woord die 2023 kleur gaven. Wout Poels blikt terug op ritzeges in de Tour en Vuelta, maar ook op het verlies van ploeggenoot Gino Mäder. Golden Sisters Bente en Lieke Rogge werden samen wereldkampioen waterpolo. Femke Kok kroonde zich tot de eerste Nederlandse wereldkampioene op de 500 meter en toont zich zoals we haar niet eerder zagen. Karolien en Finn Florijn zijn gezegend met geweldige roeigenen, ze pakten allebei WK-goud; een dubbelinterview. Jeffrey Hoogland is koning op de kilometer. Hij werd voor de vierde keer wereldkampioen op ‘zijn’ afstand en verbeterde het wereldrecord. Een openhartig gesprek met de kilometervreter. Verder pakten zeilers Bart Lambriex en Floris van de Werken een hattrick aan wereldtitels. Feyenoord werd kampioen en Lutsharel Geertruida had daar een belangrijk aandeel in. Hij doet zijn verhaal. Joey Veerman won in 2023 de KNVB-beker en werd vader. Een gesprek met de uitgesproken voetballer over wie veel mensen een mening hebben. Ook een verhaal over Lionel Messi en de club waar hij afgelopen zomer heen verhuisde, het Inter Miami van David Beckham. Een portret van Carlos Alcaraz, de nieuwe posterboy van het tennis die Novak Djokovic klopte in de finale op Wimbledon in dé wedstrijd van het jaar. En als laatste was het voor schaatscoach Kosta Poltavets en voetbaltrainer Anoush Dastgir juist een zwaar jaar, door de situatie in hun geboortelanden Oekraïne en Afghanistan. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 69 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.

Waterpolo

Bente en Lieke Rogge: Golden sisters

Bente (26) en Lieke Rogge (22) werden op 28 juli in Japan wereldkampioen. Het was de eerste wereldtitel in 32 jaar tijd van de Nederlandse waterpolovrouwen. Het succes kwam de zussen niet aanwaaien, ze moesten allebei flinke tegenslagen overwinnen. Helden legde het duo zes stellingen voor. Wij bijten elke dag nog even in die gouden WK-medaille om te kijken of hij wel echt is Bente, lachend: “Dat nou ook weer niet.” Lieke: “Maar hij ligt nog net niet onder m’n kussen.” Bente: “Bij mij is de medaille nog heel prominent aanwezig als je de woonkamer binnenkomt, hij gaat nog een heel mooi plekje krijgen.” Lieke: “Elke keer als ik de medaille aan iemand laat zien, denk ik: o, wat is hij mooi, hè.” Zochten jullie elkaar als eerste op toen jullie na een zenuwslopende finale tegen Spanje, die werd beslist na strafworpen, de wereldtitel veroverden? Bente: “Lieke lag nog met onze keepster en vier andere speelsters in het water, was een van de strafworpnemers. Ik zat met de andere meiden op de bank. Dus Lieke was niet de eerste die ik knuffelde. Daarna zochten we elkaar wel snel op.” Lieke: “Met alle meiden is het speciaal om zo’n moment te delen, maar met je zus is het net wat specialer.” Wat zeiden jullie op dat moment tegen elkaar? Lieke, lachend: “Ik zei: ik ben heel trots op jou.” Bente: “En ik zei in tranen: ik ben ook heel trots op jou.” Het is ook heel bijzonder om samen wereldkampioen te worden. Bente: “Veel mensen zeggen tegen ons: ‘Wat cool dat je dit met je zusje hebt gedaan.’ Wij staan daar normaal gesproken niet zo bij stil, liggen al van jongs af aan samen in het water. Maar elke keer als iemand ons erop wijst dat het mooi en bijzonder is, besef ik dat ook.” [caption id="attachment_19073" align="alignnone" width="2560"] Bente Rogge[/caption] Neem ons eens mee naar de WK-finale op 28 juli. Lieke: “Het momentum wisselde steeds. We stonden eerst achter, daarna voor, vervolgens had Spanje weer de beste papieren.” Bente: “In de vierde en laatste periode kwamen wij drie doelpunten voor. Normaal gesproken is de buit dan binnen.” Lieke: “Ik dacht in die laatste periode: dit gaat goed. Maar ik durfde niet te denken dat we er al waren. Toen we een minuut voor tijd een doelpunt voor stonden, dacht ik: we komen dichtbij.” Bente: “Ik staarde echt naar de klok, dacht telkens: laat de tijd nu alsjeblieft voorbij zijn. Het werd toch weer gelijk: 12-12. Dat was wel even zuur.” Lieke, jij moest een strafworp nemen met een wereldtitel op het spel. Was dat het spannendste moment uit jouw leven tot nu toe? Lieke: “Normaal zou ik zeggen van wel, maar ik was op dat moment zo gefocust. Ik dacht alleen maar: ik ga hem in die hoek schieten en ik gooi op mijn allerhardst. Eigenlijk was ik niet zenuwachtig, terwijl ik dat vooraf wel had verwacht. Ik was zenuwachtiger voor de andere meiden die er een moesten nemen.” En Bente, was jij juist extra zenuwachtig toen je zusje er een moest nemen? Bente: “Lieke neemt bij onze club ZV De Zaan ook altijd de strafworpen. Als zij er een neemt, zwem ik altijd al terug omdat het een zekerheidje is dat de bal erin gaat. Maar in de WK-finale was het anders, dacht ik: o jee, mijn zusje... Tijdens haar eerste eindtoernooi en met al die druk op haar schouders...” We lazen dat het maken van een moeilijke legpuzzel jullie enorm heeft geholpen om het hoofd leeg te maken tijdens het WK. Lieke knikt: “We hadden een hotelkamer omgebouwd tot woonkamer. Een fijne ruimte om te kunnen ontspannen. Je kon daar Super Mario Kart spelen, koffiedrinken en er lagen puzzels. Wij hebben zelf niet gepuzzeld, maar er waren meiden die niets anders aan het doen waren dan puzzelen.” Bente: “Wij hebben gekleurd, hebben altijd een heel grote kleurplaat mee en het doel is altijd om die af te hebben voor het einde van het toernooi.” Lieke: “Die in Fukuoka was echt heel groot, iets van twee bij drie meter. Het was een wereldkaart met heel veel grote steden erop. De Eiffeltoren, de Toren van Pisa; er stond van alles op wat ingekleurd moest worden.” Bente: “Die kleurplaat plakten we met tape op een van de muren. Op de laatste dag hebben we hem afgemaakt. Net als puzzelen helpt het ons om even het hoofd leeg te maken en te ontspannen in aanloop naar een wedstrijd.” Het was de eerste Nederlandse wereldtitel in het waterpolo in 32 jaar. Wat is het geheim van jullie ploeg? Bente: “Wij hebben een ploeg waarvan de speelsters ook deels zijn geselecteerd op hun karakter. Iedereen zet het team op één, we willen alles voor elkaar doen. De groep is heel hecht, in en buiten het water.” Hebben jullie speciale sessies gehad om deze groep zo hecht te maken? Lieke: “We doen af en toe leuke dingen met elkaar, maar in deze groep was er op voorhand weinig voor nodig om heel hecht te worden. We hoefden niet met elkaar rond de tafel om te bespreken hoe iemand benaderd moest worden of om onze karaktereigenschappen in kaart te brengen. De sleutel van ons succes is voor mijn gevoel dat iedereen zichzelf mag en kan zijn. Als iemand even een momentje voor zichzelf wil hebben, dan maakt niemand daar een punt van. Of als iemand bij je aanklopt, dan probeer je te helpen. Doordat het zo klikt naast het water, klikt het ook automatisch in het water. Tijdens het WK hebben we twee keer met z’n allen samengezeten en gevraagd hoe iedereen zich voelde en of iemand nog iets nodig had.” Onze gouden medailles hebben heel veel tranen gekost Lieke: “Wat het WK betreft, waren het tranen van geluk.” Lieke, jij werd lang bestempeld als een supertalent, maar besloot in 2019 niet meer voor het nationaal team uit te komen. Pas begin dit jaar maakte jij je debuut. Lieke: “Het was leuk om te horen dat iedereen me een groot talent vond, maar ik had wel altijd het gevoel dat ik de verwachtingen waar moest maken. Waterpolo begon me steeds meer tegen te staan. Ook doordat de verwachtingen zo hoog waren bij mij en iedereen dacht dat het mij zo makkelijk afging, bleef ik maar doorgaan. Op een gegeven moment had ik het helemaal niet meer naar mijn zin. In 2019 zou ik de overstap maken naar de A-selectie. De Spelen in Tokio kwamen eraan, de voorbereiding was in volle gang en ik moest fulltime mee in het programma. Het trainen ging me zo tegenstaan, ik stapte elke dag met tegenzin in de auto. Ik zei bijna elke dag tegen Bente: ik heb echt geen zin vandaag. Als de training voorbij was, kwam de opluchting. Ik heb maanden, misschien wel een jaar met dat gevoel rondgelopen. Op een dag stond ik in het krachthonk, ik deed een oefening die net te zwaar voor me was. De stang viel en voor mijn gevoel viel op dat moment ook mijn hele ziel op de grond. Ik begon heel hard te huilen. Bente stond naast me en zei: ‘We gaan nu naar de bondscoach, want je trekt het gewoon niet meer.’ Ik heb tegen Arno Havenga, destijds de bondscoach, verteld dat ik wilde stoppen, omdat ik het echt niet leuk meer vond. Na dat gesprek bracht de videoman me naar het station. Ik belde mijn beste vriendin toen ik op de trein stond te wachten en vertelde dat ik was gestopt. Er viel een last van mijn schouders. Ik kan er nu nog emotioneel van worden. Zo moeilijk was het om te accepteren dat wat ik altijd het liefste deed in mijn leven, me zo was gaan tegenstaan. Een burn-out vind ik een zwaar woord, maar misschien was het dat wel.” Lieke: 'Ik kan er nu nog emotioneel van worden. Zo moeilijk was het om te accepteren dat wat ik altijd het liefste deed in mijn leven, me zo was gaan tegenstaan'. Bente: “Lieke was er heel goed in om in het zwembad de schijn op te houden dat het allemaal goed ging. Ik hoorde wat voorafging aan elke training en dat maakte het niet leuker om samen naar een training te gaan. Ik probeerde haar elke keer te motiveren, zei: we gaan gewoon even trainen, het komt wel weer goed. En dat maandenlang. De ene keer was het heftiger dan de andere keer. Vooral in periodes met veel wedstrijden ging het beter, daar haalde ze plezier uit. Maar als we lange tijd in Zeist moesten trainen, had ze het zwaar. Ik heb vaak gevraagd: als je je zo voelt, waarom doe je het dan nog? Daar kon ze niet echt antwoord op geven en dan weet je dat het een keer fout gaat, dan ga je over de grens.” Lieke: “Ik lachte het altijd maar een beetje weg. Toen ik het tegen de bondscoach vertelde, zei hij: ‘Ik vind het zo erg dat ik het niet aan je heb gezien.’” Hoe ging het nadat het besluit was genomen? Lieke: “Ik viel een beetje in een zwart gat. Ik bleef wel bij de club spelen, ging van een fulltime programma naar vier keer in de week anderhalf uur trainen. Ik heb veel getwijfeld, dacht: heb ik wel goed gedaan aan dit besluit? En er waren ook momenten dat ik dacht: is dit het nou? Je kon ook bij de club aan m’n gezicht zien dat ik er niet het plezier in had van vroeger. Ik was heel erg zoekende. Met mijn vriend, die ook waterpoloër is, ging ik geregeld krachttraining doen. Dat vond ik wel leuk. Hij heeft me ook heel erg geholpen, hielp mij om dingen kleiner te maken, omdat ik de neiging had om dingen in mijn hoofd veel groter te maken dan ze waren. Hij kon me rustig maken.”   Hoe kwam de terugkeer bij het nationaal team tot stand? Lieke: “We speelden in december vorig jaar Europa Cup met De Zaan tegen Europees kampioen Olympiakos en verloren met 15-16. Niemand had verwacht dat wij het als clubje uit Nederland zo goed zouden doen. Ik begon te huilen van blijdschap toen ik het water uitstapte, had er eindelijk weer zoveel plezier in. Een week later belde de nieuwe bondscoach Evangelos Doudesis of ik misschien terug wilde keren. Ik zei: als je me dat twee maanden terug had gevraagd, had ik je uitgelachen en ‘nee’ gezegd. Ik had net mijn diploma fysiotherapie gehaald en dacht toen de bondscoach me vroeg: ik voel me goed, waarom niet? Het vuurtje was weer aangewakkerd.” Bente, jij hebt ook een lastige periode achter de rug. De vorige bondscoach, Arno Havenga, besloot je niet mee te nemen naar de Spelen in Tokio. Bente: “Dat was een zwarte dag. Ik heb mentale coaching nodig gehad om weer verder te kunnen.” Zag je de beslissing van de bondscoach niet aankomen? Bente: “In eerste instantie niet, ik had voor mijn gevoel een bijdrage geleverd aan de olympische kwalificatie. Nadat we zeker waren van deelname aan de Spelen ben ik naar Amerika gegaan om mijn studie biomedische wetenschappen af te ronden. Toen ik in Arizona zat, heb ik een paar maanden weinig contact gehad met de bondscoach. Na terugkomst ontstond er wat meer twijfel, zei een stemmetje in mijn hoofd dat ik weleens de laatste zou kunnen zijn die ging afvallen voor de Spelen. Tijdens een trainingskamp voor Tokio had iedereen een persoonlijk gesprek met Arno en toen voelde ik echt dat het voor mij de verkeerde kant op ging vallen. Drie dagen later werd de definitieve selectie bekend en ik had al gezegd tegen mensen om me heen: bereid je er maar op voor dat jullie mij op moeten vangen, want ik ga denk ik niet mee naar de Spelen.” Hoe was je eraan toe toen het onheilspellende bericht kwam? Bente: “Ik wilde alleen maar op bed liggen, wilde niets zien op social media van wat er in aanloop naar de Spelen werd gedeeld door ploeggenoten. Ik heb ook heel weinig van de Spelen in Tokio meegekregen.” Lieke: “Ik wist hoe graag ze naar de Spelen wilde en hoe hard ze ervoor had gewerkt. Haar droom werd haar ontnomen en ik zag hoeveel pijn dat haar deed. Ik vond het heel moeilijk om haar zo verdrietig te zien. Aan de andere kant heeft het misschien ook geholpen dat ik ook niet helemaal in het waterpolo zat op dat moment, waardoor we samen afleiding konden zoeken. We zijn in die periode voor het eerst in tien jaar met onze ouders op vakantie gegaan. We hebben veel gesurft in Frankrijk, konden even loskomen van het waterpolowereldje.” Heb je overwogen helemaal met waterpolo te stoppen, Bente? Bente: “Mijn eerste ingeving was: ik kap ermee. Mijn omgeving zei: ‘Geef het eerst even wat tijd, want je kunt nu geen rationele beslissingen nemen.’ Na een maand of twee voelde ik dat ik waterpolo nog veel te leuk vond. Ik zou alleen mezelf ermee hebben als ik stopte.” Hoe hebben de tegenslagen jullie gevormd? Lieke: “Het heeft Bente nog meer gevormd. Voor mij was het belangrijk dat ik het plezier weer terug ging vinden. Bente werkte er keihard voor en toch viel ze er net naast...” Bente: “Ik had de eerlijkheid van onze huidige bondscoach nodig, wilde van hem horen wat ik beter moest doen. Evangelos was voorheen assistent van Arno Havenga en heeft heel eerlijk aangegeven waarom ik in 2021 niet klaar was voor de Spelen. Hij zei dat ik misschien wat te comfortabel was met hoe alles ging. Hij had misschien wel een punt, want ik heb me nooit zorgen gemaakt om mijn plek bij het nationaal team. Ik heb altijd keihard gewerkt, maar ben nu nóg scherper, ben me er meer van bewust dat ik elke dag bezig moet zijn met dingen die nog iets beter kunnen.” Ben je wat meer een twijfelaar geworden? Bente: “Zeker weten, en daar heb ik nu nog steeds last van. Mijn zelfvertrouwen is flink naar beneden gehaald. Het duurt echt wel even voordat je dat weer hebt opgebouwd. De prestaties die we de afgelopen tijd hebben geboekt, helpen daar natuurlijk bij.” Bente: 'Ik heb er nog steeds last van dat ik vlak voor de Spelen afviel. Mijn zelfvertrouwen is flink naar beneden gehaald. Het duurt wel even voordat je dat weer hebt opgebouwd.' Lieke: “Jij bent het slot op de verdediging. Sinds je bent afgevallen voor de Spelen heb je weer een stap gemaakt. Aanvallers hebben echt heel veel moeite met jou, dat is zo tof om te zien.” Het is dat we allebei aan waterpolo doen, maar verder zijn we elkaars tegenpolen Bente: “We hebben verschillende karakters, maar tegenpolen zijn we niet. We vinden ook dezelfde dingen leuk: shoppen, lekker lunchen.” Lieke: “We zeggen ook vaak dat we niet alleen zussen, maar ook beste vriendinnen zijn.” Hoe is waterpolo in jullie leven gekomen? Bente: “Ik deed als kind basisplan, de voorloper van wedstrijdzwemmen. Ik had een vriendje dat daarnaast ook aan waterpolo deed. Dat wilde ik ook proberen. Ik was zeven en heb lang waterpolo en zwemmen gecombineerd.” Lieke: “Ik was zes toen ik net als Bente op waterpolo ging. Ik heb ook nog lang op korfbal gezeten, deed op een gegeven moment zelfs vijf sporten tegelijk. Uiteindelijk moest ik kiezen, het was een lastige keuze tussen korfbal en waterpolo.” Wat deed het jou als oudere zus dat Lieke altijd als toptalent werd bestempeld, Bente? Bente: “Ik was aan de ene kant trots, maar het maakte het voor mij tegelijkertijd soms moeilijker. Ik moest er harder voor werken. Maar dat went ook.” Lieke: “Het was voor mij ook niet altijd makkelijk om dat stempel te krijgen. Mensen hadden daardoor sneller de indruk dat het mij allemaal maar aan kwam waaien. Bente heeft een geweldige mentaliteit, zet ergens haar tanden in en laat niet meer los. Dat is iets wat ik minder heb en dat zorgde er misschien mede voor dat ik in 2019 besloot te stoppen bij het nationaal team. Bente is meer een doorzetter dan ik. Ik was er denk ik te veel aan gewend geraakt dat het allemaal makkelijk ging. Op het moment dat het moeilijker werd en ik ergens harder voor moest werken, ging het mis en verloor ik het plezier.” Bente: “Ik kan dingen niet loslaten als iets me nog niet is gelukt. Dat had ik ook na de Spelen die ik miste. Ik was nog niet klaar, kon het niet loslaten. Het mooie van Lieke is juist dat ze zo vrij is als ze in het water ligt, zij doet heel veel op gevoel. Met dat geweldige schot erbij, maakt dat Lieke zo gevaarlijk is.” Jullie hebben ook allebei in Amerika gestudeerd en gespeeld. Bente: “Ik heb mijn studie daar afgerond. Het was de enige plek waar ik mijn studie en waterpolo kon combineren.” Lieke knikt: “De combinatie topsport en studeren is in Nederland heel lastig. Ik heb mijn studie fysiotherapie afgerond omdat ik stopte bij het Nederlands team. Je ziet nu ook dat jeugdspelers in het waterpolo een keuze gaan maken tussen sport en studie. In het waterpolo is niet heel veel geld te verdienen, dus velen kiezen voor school. Doodzonde.” Lieke, jij bent maar een paar maanden in Amerika geweest. Lieke: “Vier maanden. Ik kon daar niet aarden. Amerikanen zijn niet helemaal mijn mensen. Kijk, Bente heeft een ‘Amerika-knop’. Als wij landen in Amerika gaat die aan en is ze ineens net een Amerikaan. Dan herken ik mijn eigen zus niet meer. Ik ben veel te nuchter, eerder een Hollandse boerin. Ik zat met allemaal Amerikaanse meiden in het waterpoloteam. Na een week zeiden meiden al tegen me: ‘I love you so much.’ En weer een week later keken ze me niet aan. In de kleedkamer werd er achter de rug van anderen om flink geroddeld. Misschien zijn wij Nederlanders een beetje hard, maar ik heb liever iemand die rechtdoorzee is. Alles beter dan nep.” Bente: “Ik zat daar al twee jaar toen Lieke kwam, had het geluk dat teamgenoot Maud Koopman ook studeerde aan dezelfde universiteit en er waren nog meer meiden uit Europa. Daardoor werd het makkelijker om mijn weg te vinden daar. Wat betreft die Amerikaknop, dat klopt wel. Ik heb een manier gevonden om mee te gaan in wat Lieke verstaat onder ‘het Amerikaanse gelul’. Ik voel me juist overal heel erg welkom in Amerika. Iedereen vraagt: ‘How are you?’ Met iedereen kun je een praatje maken. Ik vind juist dat dat in Nederland anders is, daar moet je veel meer je best doen als je ergens nieuw in een groep komt.” Jullie zijn wereldkampioen, maar werken allebei naast het waterpolo. De een in de farmaceutische industrie en de ander als fysiotherapeute. Is dat niet raar? Bente: “Wij hoeven niet te werken, maar wij halen er allebei veel energie uit om naast waterpolo andere dingen te doen. We krijgen ook de vrijheid om iets naast onze sport te doen en hebben daar dus voor gekozen. En waterpolo staat op één, hoor. Het is ook fijn om nu al iets achter de hand te hebben. Een topsportcarrière kan ook zomaar voorbij zijn.” Evangelos Doudedis is onze verlosser Bente: “Dat zou betekenen dat het voor zijn komst helemaal niet goed ging; dat is niet zo. Maar ik denk wel dat Eva de sleutel tot succes heeft gevonden voor dit team.” Lieke: “Hij heeft een heel duidelijke visie, stapt daar niet vanaf. En zijn aanpak werkt.” Bente: “Duidelijkheid is precies wat deze groep nodig heeft. We weten allemaal waar we aan toe zijn. Eva probeert ons elke dag een beetje meer mee te nemen in zijn filosofie. Ik denk dat alle speelsters ervan onder de indruk zijn hoe hij zijn visie overbrengt.” Lieke: “En zijn beleving; Eva kan zo opgaan in het spel. Wij zijn veel nuchterder, denken als we hem aan het werk zien: een beetje rustiger kan misschien ook. Tegelijkertijd is het heel mooi om zijn bevlogenheid te zien. En hij blijft ook gewoon een Griek, is veel minder van de planning. Eva denkt: we gaan vandaag trainen en we zien wel hoelang en hoe laat het wordt.” Wat is het verschil met de periode-Havenga? Bente: “Eva zette als assistent van Arno ook al voor een deel de tactische lijnen uit. Het is niet zo dat we nu heel anders te werk gaan. Het grootste verschil is in mijn ogen hoe we als groep met elkaar omgaan. Iedereen krijgt de vrijheid om zichzelf te zijn en is daar ook niet bang voor. Onder Eva is dat gevoel sterker geworden.” Jullie zijn ook allebei onomstreden onder Doudesis. Gaan jullie daarom nog meer door het vuur voor hem? Bente: “Ik wil altijd alles geven, maar zijn beleving, passie en filosofie werken erg aanstekelijk. Als iemand zo heilig ergens in gelooft, zo duidelijk uitspreekt hoeveel vertrouwen hij in ons heeft, dan wil en ga je dat ook geloven.” Lieke: “Dat gevoegd bij de vrijheid die wij krijgen om zijn programma te volgen. Dat is ook fijn voor de mentale gesteldheid, dat je het zo in kunt vullen dat het voor jou fijn voelt. Het is mogelijk om naast de sport te werken of studeren, je mag in het buitenland spelen. Voorheen was het toch vooral de bedoeling om samen te trainen in Zeist, zeker in een olympisch jaar.” Het klinkt als dat jullie meer eigen verantwoordelijkheid hebben. Lieke: “Ja, en daardoor zet je ook makkelijker een stapje extra. Je hebt niet het gevoel dat je alleen maar doet wat je wordt opgedragen. Je moet nog steeds je uren maken en hard werken, maar je kunt de invulling wel voor een deel zelf bepalen.” Als ik ga trouwen is mijn zus de eerste die ik vraag om getuige te zijn In koor: “Ja!”   Bente, jij hebt een relatie met Mick van den Bree, ook jullie hoofdcoach bij ZV De Zaan. En Lieke, jij hebt een relatie met waterpoloër Bradley Sap. Was het bij het aangaan van een relatie een vereiste dat jullie vriend ook gek was van waterpolo? Bente, lachend: “Waterpolo is in Nederland een klein wereldje, iedereen kent elkaar.” Lieke, lachend: “Probeer dan maar eens een andere man tegen te komen.” Is er naast waterpolo en werk nog wel tijd voor de liefde? Bente: “Mick en ik zien elkaar ook dagelijks bij de club en wonen samen in Haarlem, dus we zien elkaar heel vaak. Voor Bradley en Lieke is het een grotere uitdaging om elkaar te zien.” Lieke knikt: “Wij wonen nog niet samen. Soms trainen we allebei nog tot laat in de avond. Als je dan de volgende dag weer vroeg van huis moet... Het is soms passen en meten, maar tegelijkertijd is het fijn om allebei een eigen leven te hebben.” Bente, nemen Mick en jij het ‘werk’ vaak mee naar huis? Bente: “In het zwembad is Mick de coach en ik de speelster, ik moet me daar ook niet anders gedragen. Zoals Mick zich niet anders moet gedragen tegen mij dan tegen andere speelsters. Daar voeren we wel gesprekken over. Thuis praten we ook over wat er tijdens de training of wedstrijd is gebeurd, maar we proberen heel erg het waterpolo in het zwembad te laten. Dat is best een uitdaging, want eigenlijk praten we het liefst de hele dag over waterpolo. Soms moeten we echt even tegen elkaar zeggen: ‘Oké, nu is het even klaar met waterpolo. Ander onderwerp.’” Soms wil een spelersgroep ook even roddelen over de trainer, toch? Bente, lachend: “Als dat gebeurt, houden ze mij daar denk ik buiten.” Lieke: “Over Mick wordt niet veel geroddeld, hoor. Hij doet het goed en voor de andere meiden is het duidelijk hoe de situatie is. Toen Mick de kans kreeg om hoofdcoach te worden is dat ook met het team besproken. Iedereen wist van de relatie van Bente en Mick en heeft ermee ingestemd dat Mick de coach werd.” Na deze wereldtitel weten we dat de ogen op ons zijn gericht in Parijs Lieke: “In februari is er alweer een WK, dan moeten we er eerst maar weer staan. En ja, als je een jaar voor de Spelen wereldkampioen wordt, zullen er bepaalde verwachtingen zijn in Parijs.” Jullie kwalificeerden je op het WK meteen voor de Spelen, zijn jullie niet bang dat tegenstanders nog meer berekend op jullie zullen zijn? Lieke: “We hebben niet het idee dat wat we op het WK lieten zien onze piek was. Wij kunnen over een jaar nog beter zijn.” Bente: “Bij ons zal het vertrouwen alleen maar groter zijn, doordat we op het WK hebben gezien dat we de goede lijn te pakken hebben. Het is bij ons heel vaak ‘net niet’ geweest, dus het is fijn om vlak voor de Spelen ook eens te ervaren hoe het is om succes te hebben. We weten nu dat we het ook op de belangrijkste momenten kunnen.” Maar er zal nu anders naar jullie worden gekeken, dat zorgt wellicht ook voor meer druk. Bente: “Daar zal Eva afgelopen tijd zeker over na hebben gedacht en hij zal met een plan komen om ervoor te zorgen dat het WK niet onze piek was. We zullen daar zeker gesprekken over gaan voeren.” Lieke: “Eva zegt altijd dat we nederig moeten blijven. Ik weet nu al dat hij daar een jaar lang op zal blijven hameren.” In 2008 werden de Nederlandse waterpolovrouwen ‘zomaar’ olympisch kampioen, daarna bleef nieuw succes aanvankelijk uit. Hoe gaan jullie ervoor zorgen dat de wereldtitel de aftrap is van een periode waarin jullie het waterpolo dicteren? Lieke: “Door niet te denken dat we er nu al zijn omdat we een keer wereldkampioen zijn geworden. Dat is niet genoeg.” Bente: “Eén keer zou nog toeval kunnen zijn, en ik wil niet dat dit een toevalstreffer was.” Een paar jaar geleden werden de handbalvrouwen wereldkampioen en tal van meiden uit dat team groeiden uit tot boegbeelden. Zijn jullie er klaar voor om visitekaartjes van jullie sport te zijn? Bente: “Ik wil iedereen laten zien dat wij aan een heel toffe sport doen.” Lieke: “Daar zet ik me ook graag voor in.” Tijdens het Sportgala zullen jullie gelden als grote kanshebbers voor de titel Sportploeg van het Jaar. Dan kunnen jullie je ook eens op een andere manier presenteren dan in badpak en met een cap op. Bente: “We hebben het daar best wel vaak over. Wij stappen natuurlijk altijd als verzopen katjes het water uit en worden dan geïnterviewd. Sta je daar weer met je natte haren.” Bente: 'Wij stappen altijd als verzopen katjes het water uit en worden dan geïnterviewd. Het sportgala is een mooie kans om ons op een andere manier te laten zien'. Lieke: “Als we een badmuts en een cap op hebben, krijgen mensen niet het meest charmante beeld van ons.” Bente: “Het Sportgala is een mooie kans om ons op een andere manier te laten zien.” Helden Magazine 69 Het verhaal van Bente en Lieke Rogge komt voort uit het dubbeldikke eindejaarsnummer van Helden. De laatste editie van 2023 staat traditioneel in het teken van een terugblik op het afgelopen sportjaar, waarop Femke Bol de cover siert. De atlete blikt uitgebreid terug op het jaar waarin alles wat ze aanraakte in goud leek te veranderen. Helden ging daarnaast in Engeland op bezoek bij Nathan Aké, die met Manchester City de landstitel, FA Cup en Champions League won. Hij werd samen met zijn echtgenote Kaylee, met wie hij al sinds zijn vijftiende samen is, geïnterviewd en gefotografeerd. Bijzonder was ook het bezoek aan de familie Schippers. Dafne nam afscheid van de atletiek en samen met haar ouders, zus en broer blikte ze terug op haar indrukwekkende carrière. In de 69ste editie van Helden komen tal van sporters aan het woord die 2023 kleur gaven. Wout Poels blikt terug op ritzeges in de Tour en Vuelta, maar ook op het verlies van ploeggenoot Gino Mäder. Femke Kok kroonde zich tot de eerste Nederlandse wereldkampioene op de 500 meter en toont zich zoals we haar niet eerder zagen. Karolien en Finn Florijn zijn gezegend met geweldige roeigenen, ze pakten allebei WK-goud; een dubbelinterview. Jeffrey Hoogland is koning op de kilometer. Hij werd voor de vierde keer wereldkampioen op ‘zijn’ afstand en verbeterde het wereldrecord. Een openhartig gesprek met de kilometervreter. Verder pakten zeilers Bart Lambriex en Floris van de Werken een hattrick aan wereldtitels. Over zeilen gesproken: Marit Bouwmeester keerde terug na de bevalling van haar dochter in 2022 en werd meteen weer Europees kampioen. Feyenoord werd ook kampioen en Lutsharel Geertruida had daar een belangrijk aandeel in. Hij doet zijn verhaal. Joey Veerman won in 2023 de KNVB-beker en werd vader. Een gesprek met de uitgesproken voetballer over wie veel mensen een mening hebben. Ook een verhaal over Lionel Messi en de club waar hij afgelopen zomer heen verhuisde, het Inter Miami van David Beckham. Een portret van Carlos Alcaraz, de nieuwe posterboy van het tennis die Novak Djokovic klopte in de finale op Wimbledon in dé wedstrijd van het jaar. En als laatste was het voor schaatscoach Kosta Poltavets en voetbaltrainer Anoush Dastgir juist een zwaar jaar, door de situatie in hun geboortelanden Oekraïne en Afghanistan. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 69 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.
Bente (26) en Lieke Rogge (22) werden op 28 juli in Japan wereldkampioen. Het was de eerste wereldtitel in 32 jaar tijd van de Nederlandse waterpolovrouwen. Het succes kwam de zussen niet aanwaaien, ze moesten allebei flinke tegenslagen overwinnen. Helden legde het duo zes stellingen voor. Wij bijten elke dag nog even in die gouden WK-medaille om te kijken of hij wel echt is Bente, lachend: “Dat nou ook weer niet.” Lieke: “Maar hij ligt nog net niet onder m’n kussen.” Bente: “Bij mij is de medaille nog heel prominent aanwezig als je de woonkamer binnenkomt, hij gaat nog een heel mooi plekje krijgen.” Lieke: “Elke keer als ik de medaille aan iemand laat zien, denk ik: o, wat is hij mooi, hè.” Zochten jullie elkaar als eerste op toen jullie na een zenuwslopende finale tegen Spanje, die werd beslist na strafworpen, de wereldtitel veroverden? Bente: “Lieke lag nog met onze keepster en vier andere speelsters in het water, was een van de strafworpnemers. Ik zat met de andere meiden op de bank. Dus Lieke was niet de eerste die ik knuffelde. Daarna zochten we elkaar wel snel op.” Lieke: “Met alle meiden is het speciaal om zo’n moment te delen, maar met je zus is het net wat specialer.” Wat zeiden jullie op dat moment tegen elkaar? Lieke, lachend: “Ik zei: ik ben heel trots op jou.” Bente: “En ik zei in tranen: ik ben ook heel trots op jou.” Het is ook heel bijzonder om samen wereldkampioen te worden. Bente: “Veel mensen zeggen tegen ons: ‘Wat cool dat je dit met je zusje hebt gedaan.’ Wij staan daar normaal gesproken niet zo bij stil, liggen al van jongs af aan samen in het water. Maar elke keer als iemand ons erop wijst dat het mooi en bijzonder is, besef ik dat ook.” [caption id="attachment_19073" align="alignnone" width="2560"] Bente Rogge[/caption] Neem ons eens mee naar de WK-finale op 28 juli. Lieke: “Het momentum wisselde steeds. We stonden eerst achter, daarna voor, vervolgens had Spanje weer de beste papieren.” Bente: “In de vierde en laatste periode kwamen wij drie doelpunten voor. Normaal gesproken is de buit dan binnen.” Lieke: “Ik dacht in die laatste periode: dit gaat goed. Maar ik durfde niet te denken dat we er al waren. Toen we een minuut voor tijd een doelpunt voor stonden, dacht ik: we komen dichtbij.” Bente: “Ik staarde echt naar de klok, dacht telkens: laat de tijd nu alsjeblieft voorbij zijn. Het werd toch weer gelijk: 12-12. Dat was wel even zuur.” Lieke, jij moest een strafworp nemen met een wereldtitel op het spel. Was dat het spannendste moment uit jouw leven tot nu toe? Lieke: “Normaal zou ik zeggen van wel, maar ik was op dat moment zo gefocust. Ik dacht alleen maar: ik ga hem in die hoek schieten en ik gooi op mijn allerhardst. Eigenlijk was ik niet zenuwachtig, terwijl ik dat vooraf wel had verwacht. Ik was zenuwachtiger voor de andere meiden die er een moesten nemen.” En Bente, was jij juist extra zenuwachtig toen je zusje er een moest nemen? Bente: “Lieke neemt bij onze club ZV De Zaan ook altijd de strafworpen. Als zij er een neemt, zwem ik altijd al terug omdat het een zekerheidje is dat de bal erin gaat. Maar in de WK-finale was het anders, dacht ik: o jee, mijn zusje... Tijdens haar eerste eindtoernooi en met al die druk op haar schouders...” We lazen dat het maken van een moeilijke legpuzzel jullie enorm heeft geholpen om het hoofd leeg te maken tijdens het WK. Lieke knikt: “We hadden een hotelkamer omgebouwd tot woonkamer. Een fijne ruimte om te kunnen ontspannen. Je kon daar Super Mario Kart spelen, koffiedrinken en er lagen puzzels. Wij hebben zelf niet gepuzzeld, maar er waren meiden die niets anders aan het doen waren dan puzzelen.” Bente: “Wij hebben gekleurd, hebben altijd een heel grote kleurplaat mee en het doel is altijd om die af te hebben voor het einde van het toernooi.” Lieke: “Die in Fukuoka was echt heel groot, iets van twee bij drie meter. Het was een wereldkaart met heel veel grote steden erop. De Eiffeltoren, de Toren van Pisa; er stond van alles op wat ingekleurd moest worden.” Bente: “Die kleurplaat plakten we met tape op een van de muren. Op de laatste dag hebben we hem afgemaakt. Net als puzzelen helpt het ons om even het hoofd leeg te maken en te ontspannen in aanloop naar een wedstrijd.” Het was de eerste Nederlandse wereldtitel in het waterpolo in 32 jaar. Wat is het geheim van jullie ploeg? Bente: “Wij hebben een ploeg waarvan de speelsters ook deels zijn geselecteerd op hun karakter. Iedereen zet het team op één, we willen alles voor elkaar doen. De groep is heel hecht, in en buiten het water.” Hebben jullie speciale sessies gehad om deze groep zo hecht te maken? Lieke: “We doen af en toe leuke dingen met elkaar, maar in deze groep was er op voorhand weinig voor nodig om heel hecht te worden. We hoefden niet met elkaar rond de tafel om te bespreken hoe iemand benaderd moest worden of om onze karaktereigenschappen in kaart te brengen. De sleutel van ons succes is voor mijn gevoel dat iedereen zichzelf mag en kan zijn. Als iemand even een momentje voor zichzelf wil hebben, dan maakt niemand daar een punt van. Of als iemand bij je aanklopt, dan probeer je te helpen. Doordat het zo klikt naast het water, klikt het ook automatisch in het water. Tijdens het WK hebben we twee keer met z’n allen samengezeten en gevraagd hoe iedereen zich voelde en of iemand nog iets nodig had.” Onze gouden medailles hebben heel veel tranen gekost Lieke: “Wat het WK betreft, waren het tranen van geluk.” Lieke, jij werd lang bestempeld als een supertalent, maar besloot in 2019 niet meer voor het nationaal team uit te komen. Pas begin dit jaar maakte jij je debuut. Lieke: “Het was leuk om te horen dat iedereen me een groot talent vond, maar ik had wel altijd het gevoel dat ik de verwachtingen waar moest maken. Waterpolo begon me steeds meer tegen te staan. Ook doordat de verwachtingen zo hoog waren bij mij en iedereen dacht dat het mij zo makkelijk afging, bleef ik maar doorgaan. Op een gegeven moment had ik het helemaal niet meer naar mijn zin. In 2019 zou ik de overstap maken naar de A-selectie. De Spelen in Tokio kwamen eraan, de voorbereiding was in volle gang en ik moest fulltime mee in het programma. Het trainen ging me zo tegenstaan, ik stapte elke dag met tegenzin in de auto. Ik zei bijna elke dag tegen Bente: ik heb echt geen zin vandaag. Als de training voorbij was, kwam de opluchting. Ik heb maanden, misschien wel een jaar met dat gevoel rondgelopen. Op een dag stond ik in het krachthonk, ik deed een oefening die net te zwaar voor me was. De stang viel en voor mijn gevoel viel op dat moment ook mijn hele ziel op de grond. Ik begon heel hard te huilen. Bente stond naast me en zei: ‘We gaan nu naar de bondscoach, want je trekt het gewoon niet meer.’ Ik heb tegen Arno Havenga, destijds de bondscoach, verteld dat ik wilde stoppen, omdat ik het echt niet leuk meer vond. Na dat gesprek bracht de videoman me naar het station. Ik belde mijn beste vriendin toen ik op de trein stond te wachten en vertelde dat ik was gestopt. Er viel een last van mijn schouders. Ik kan er nu nog emotioneel van worden. Zo moeilijk was het om te accepteren dat wat ik altijd het liefste deed in mijn leven, me zo was gaan tegenstaan. Een burn-out vind ik een zwaar woord, maar misschien was het dat wel.” Lieke: 'Ik kan er nu nog emotioneel van worden. Zo moeilijk was het om te accepteren dat wat ik altijd het liefste deed in mijn leven, me zo was gaan tegenstaan'. Bente: “Lieke was er heel goed in om in het zwembad de schijn op te houden dat het allemaal goed ging. Ik hoorde wat voorafging aan elke training en dat maakte het niet leuker om samen naar een training te gaan. Ik probeerde haar elke keer te motiveren, zei: we gaan gewoon even trainen, het komt wel weer goed. En dat maandenlang. De ene keer was het heftiger dan de andere keer. Vooral in periodes met veel wedstrijden ging het beter, daar haalde ze plezier uit. Maar als we lange tijd in Zeist moesten trainen, had ze het zwaar. Ik heb vaak gevraagd: als je je zo voelt, waarom doe je het dan nog? Daar kon ze niet echt antwoord op geven en dan weet je dat het een keer fout gaat, dan ga je over de grens.” Lieke: “Ik lachte het altijd maar een beetje weg. Toen ik het tegen de bondscoach vertelde, zei hij: ‘Ik vind het zo erg dat ik het niet aan je heb gezien.’” Hoe ging het nadat het besluit was genomen? Lieke: “Ik viel een beetje in een zwart gat. Ik bleef wel bij de club spelen, ging van een fulltime programma naar vier keer in de week anderhalf uur trainen. Ik heb veel getwijfeld, dacht: heb ik wel goed gedaan aan dit besluit? En er waren ook momenten dat ik dacht: is dit het nou? Je kon ook bij de club aan m’n gezicht zien dat ik er niet het plezier in had van vroeger. Ik was heel erg zoekende. Met mijn vriend, die ook waterpoloër is, ging ik geregeld krachttraining doen. Dat vond ik wel leuk. Hij heeft me ook heel erg geholpen, hielp mij om dingen kleiner te maken, omdat ik de neiging had om dingen in mijn hoofd veel groter te maken dan ze waren. Hij kon me rustig maken.”   Hoe kwam de terugkeer bij het nationaal team tot stand? Lieke: “We speelden in december vorig jaar Europa Cup met De Zaan tegen Europees kampioen Olympiakos en verloren met 15-16. Niemand had verwacht dat wij het als clubje uit Nederland zo goed zouden doen. Ik begon te huilen van blijdschap toen ik het water uitstapte, had er eindelijk weer zoveel plezier in. Een week later belde de nieuwe bondscoach Evangelos Doudesis of ik misschien terug wilde keren. Ik zei: als je me dat twee maanden terug had gevraagd, had ik je uitgelachen en ‘nee’ gezegd. Ik had net mijn diploma fysiotherapie gehaald en dacht toen de bondscoach me vroeg: ik voel me goed, waarom niet? Het vuurtje was weer aangewakkerd.” Bente, jij hebt ook een lastige periode achter de rug. De vorige bondscoach, Arno Havenga, besloot je niet mee te nemen naar de Spelen in Tokio. Bente: “Dat was een zwarte dag. Ik heb mentale coaching nodig gehad om weer verder te kunnen.” Zag je de beslissing van de bondscoach niet aankomen? Bente: “In eerste instantie niet, ik had voor mijn gevoel een bijdrage geleverd aan de olympische kwalificatie. Nadat we zeker waren van deelname aan de Spelen ben ik naar Amerika gegaan om mijn studie biomedische wetenschappen af te ronden. Toen ik in Arizona zat, heb ik een paar maanden weinig contact gehad met de bondscoach. Na terugkomst ontstond er wat meer twijfel, zei een stemmetje in mijn hoofd dat ik weleens de laatste zou kunnen zijn die ging afvallen voor de Spelen. Tijdens een trainingskamp voor Tokio had iedereen een persoonlijk gesprek met Arno en toen voelde ik echt dat het voor mij de verkeerde kant op ging vallen. Drie dagen later werd de definitieve selectie bekend en ik had al gezegd tegen mensen om me heen: bereid je er maar op voor dat jullie mij op moeten vangen, want ik ga denk ik niet mee naar de Spelen.” Hoe was je eraan toe toen het onheilspellende bericht kwam? Bente: “Ik wilde alleen maar op bed liggen, wilde niets zien op social media van wat er in aanloop naar de Spelen werd gedeeld door ploeggenoten. Ik heb ook heel weinig van de Spelen in Tokio meegekregen.” Lieke: “Ik wist hoe graag ze naar de Spelen wilde en hoe hard ze ervoor had gewerkt. Haar droom werd haar ontnomen en ik zag hoeveel pijn dat haar deed. Ik vond het heel moeilijk om haar zo verdrietig te zien. Aan de andere kant heeft het misschien ook geholpen dat ik ook niet helemaal in het waterpolo zat op dat moment, waardoor we samen afleiding konden zoeken. We zijn in die periode voor het eerst in tien jaar met onze ouders op vakantie gegaan. We hebben veel gesurft in Frankrijk, konden even loskomen van het waterpolowereldje.” Heb je overwogen helemaal met waterpolo te stoppen, Bente? Bente: “Mijn eerste ingeving was: ik kap ermee. Mijn omgeving zei: ‘Geef het eerst even wat tijd, want je kunt nu geen rationele beslissingen nemen.’ Na een maand of twee voelde ik dat ik waterpolo nog veel te leuk vond. Ik zou alleen mezelf ermee hebben als ik stopte.” Hoe hebben de tegenslagen jullie gevormd? Lieke: “Het heeft Bente nog meer gevormd. Voor mij was het belangrijk dat ik het plezier weer terug ging vinden. Bente werkte er keihard voor en toch viel ze er net naast...” Bente: “Ik had de eerlijkheid van onze huidige bondscoach nodig, wilde van hem horen wat ik beter moest doen. Evangelos was voorheen assistent van Arno Havenga en heeft heel eerlijk aangegeven waarom ik in 2021 niet klaar was voor de Spelen. Hij zei dat ik misschien wat te comfortabel was met hoe alles ging. Hij had misschien wel een punt, want ik heb me nooit zorgen gemaakt om mijn plek bij het nationaal team. Ik heb altijd keihard gewerkt, maar ben nu nóg scherper, ben me er meer van bewust dat ik elke dag bezig moet zijn met dingen die nog iets beter kunnen.” Ben je wat meer een twijfelaar geworden? Bente: “Zeker weten, en daar heb ik nu nog steeds last van. Mijn zelfvertrouwen is flink naar beneden gehaald. Het duurt echt wel even voordat je dat weer hebt opgebouwd. De prestaties die we de afgelopen tijd hebben geboekt, helpen daar natuurlijk bij.” Bente: 'Ik heb er nog steeds last van dat ik vlak voor de Spelen afviel. Mijn zelfvertrouwen is flink naar beneden gehaald. Het duurt wel even voordat je dat weer hebt opgebouwd.' Lieke: “Jij bent het slot op de verdediging. Sinds je bent afgevallen voor de Spelen heb je weer een stap gemaakt. Aanvallers hebben echt heel veel moeite met jou, dat is zo tof om te zien.” Het is dat we allebei aan waterpolo doen, maar verder zijn we elkaars tegenpolen Bente: “We hebben verschillende karakters, maar tegenpolen zijn we niet. We vinden ook dezelfde dingen leuk: shoppen, lekker lunchen.” Lieke: “We zeggen ook vaak dat we niet alleen zussen, maar ook beste vriendinnen zijn.” Hoe is waterpolo in jullie leven gekomen? Bente: “Ik deed als kind basisplan, de voorloper van wedstrijdzwemmen. Ik had een vriendje dat daarnaast ook aan waterpolo deed. Dat wilde ik ook proberen. Ik was zeven en heb lang waterpolo en zwemmen gecombineerd.” Lieke: “Ik was zes toen ik net als Bente op waterpolo ging. Ik heb ook nog lang op korfbal gezeten, deed op een gegeven moment zelfs vijf sporten tegelijk. Uiteindelijk moest ik kiezen, het was een lastige keuze tussen korfbal en waterpolo.” Wat deed het jou als oudere zus dat Lieke altijd als toptalent werd bestempeld, Bente? Bente: “Ik was aan de ene kant trots, maar het maakte het voor mij tegelijkertijd soms moeilijker. Ik moest er harder voor werken. Maar dat went ook.” Lieke: “Het was voor mij ook niet altijd makkelijk om dat stempel te krijgen. Mensen hadden daardoor sneller de indruk dat het mij allemaal maar aan kwam waaien. Bente heeft een geweldige mentaliteit, zet ergens haar tanden in en laat niet meer los. Dat is iets wat ik minder heb en dat zorgde er misschien mede voor dat ik in 2019 besloot te stoppen bij het nationaal team. Bente is meer een doorzetter dan ik. Ik was er denk ik te veel aan gewend geraakt dat het allemaal makkelijk ging. Op het moment dat het moeilijker werd en ik ergens harder voor moest werken, ging het mis en verloor ik het plezier.” Bente: “Ik kan dingen niet loslaten als iets me nog niet is gelukt. Dat had ik ook na de Spelen die ik miste. Ik was nog niet klaar, kon het niet loslaten. Het mooie van Lieke is juist dat ze zo vrij is als ze in het water ligt, zij doet heel veel op gevoel. Met dat geweldige schot erbij, maakt dat Lieke zo gevaarlijk is.” Jullie hebben ook allebei in Amerika gestudeerd en gespeeld. Bente: “Ik heb mijn studie daar afgerond. Het was de enige plek waar ik mijn studie en waterpolo kon combineren.” Lieke knikt: “De combinatie topsport en studeren is in Nederland heel lastig. Ik heb mijn studie fysiotherapie afgerond omdat ik stopte bij het Nederlands team. Je ziet nu ook dat jeugdspelers in het waterpolo een keuze gaan maken tussen sport en studie. In het waterpolo is niet heel veel geld te verdienen, dus velen kiezen voor school. Doodzonde.” Lieke, jij bent maar een paar maanden in Amerika geweest. Lieke: “Vier maanden. Ik kon daar niet aarden. Amerikanen zijn niet helemaal mijn mensen. Kijk, Bente heeft een ‘Amerika-knop’. Als wij landen in Amerika gaat die aan en is ze ineens net een Amerikaan. Dan herken ik mijn eigen zus niet meer. Ik ben veel te nuchter, eerder een Hollandse boerin. Ik zat met allemaal Amerikaanse meiden in het waterpoloteam. Na een week zeiden meiden al tegen me: ‘I love you so much.’ En weer een week later keken ze me niet aan. In de kleedkamer werd er achter de rug van anderen om flink geroddeld. Misschien zijn wij Nederlanders een beetje hard, maar ik heb liever iemand die rechtdoorzee is. Alles beter dan nep.” Bente: “Ik zat daar al twee jaar toen Lieke kwam, had het geluk dat teamgenoot Maud Koopman ook studeerde aan dezelfde universiteit en er waren nog meer meiden uit Europa. Daardoor werd het makkelijker om mijn weg te vinden daar. Wat betreft die Amerikaknop, dat klopt wel. Ik heb een manier gevonden om mee te gaan in wat Lieke verstaat onder ‘het Amerikaanse gelul’. Ik voel me juist overal heel erg welkom in Amerika. Iedereen vraagt: ‘How are you?’ Met iedereen kun je een praatje maken. Ik vind juist dat dat in Nederland anders is, daar moet je veel meer je best doen als je ergens nieuw in een groep komt.” Jullie zijn wereldkampioen, maar werken allebei naast het waterpolo. De een in de farmaceutische industrie en de ander als fysiotherapeute. Is dat niet raar? Bente: “Wij hoeven niet te werken, maar wij halen er allebei veel energie uit om naast waterpolo andere dingen te doen. We krijgen ook de vrijheid om iets naast onze sport te doen en hebben daar dus voor gekozen. En waterpolo staat op één, hoor. Het is ook fijn om nu al iets achter de hand te hebben. Een topsportcarrière kan ook zomaar voorbij zijn.” Evangelos Doudedis is onze verlosser Bente: “Dat zou betekenen dat het voor zijn komst helemaal niet goed ging; dat is niet zo. Maar ik denk wel dat Eva de sleutel tot succes heeft gevonden voor dit team.” Lieke: “Hij heeft een heel duidelijke visie, stapt daar niet vanaf. En zijn aanpak werkt.” Bente: “Duidelijkheid is precies wat deze groep nodig heeft. We weten allemaal waar we aan toe zijn. Eva probeert ons elke dag een beetje meer mee te nemen in zijn filosofie. Ik denk dat alle speelsters ervan onder de indruk zijn hoe hij zijn visie overbrengt.” Lieke: “En zijn beleving; Eva kan zo opgaan in het spel. Wij zijn veel nuchterder, denken als we hem aan het werk zien: een beetje rustiger kan misschien ook. Tegelijkertijd is het heel mooi om zijn bevlogenheid te zien. En hij blijft ook gewoon een Griek, is veel minder van de planning. Eva denkt: we gaan vandaag trainen en we zien wel hoelang en hoe laat het wordt.” Wat is het verschil met de periode-Havenga? Bente: “Eva zette als assistent van Arno ook al voor een deel de tactische lijnen uit. Het is niet zo dat we nu heel anders te werk gaan. Het grootste verschil is in mijn ogen hoe we als groep met elkaar omgaan. Iedereen krijgt de vrijheid om zichzelf te zijn en is daar ook niet bang voor. Onder Eva is dat gevoel sterker geworden.” Jullie zijn ook allebei onomstreden onder Doudesis. Gaan jullie daarom nog meer door het vuur voor hem? Bente: “Ik wil altijd alles geven, maar zijn beleving, passie en filosofie werken erg aanstekelijk. Als iemand zo heilig ergens in gelooft, zo duidelijk uitspreekt hoeveel vertrouwen hij in ons heeft, dan wil en ga je dat ook geloven.” Lieke: “Dat gevoegd bij de vrijheid die wij krijgen om zijn programma te volgen. Dat is ook fijn voor de mentale gesteldheid, dat je het zo in kunt vullen dat het voor jou fijn voelt. Het is mogelijk om naast de sport te werken of studeren, je mag in het buitenland spelen. Voorheen was het toch vooral de bedoeling om samen te trainen in Zeist, zeker in een olympisch jaar.” Het klinkt als dat jullie meer eigen verantwoordelijkheid hebben. Lieke: “Ja, en daardoor zet je ook makkelijker een stapje extra. Je hebt niet het gevoel dat je alleen maar doet wat je wordt opgedragen. Je moet nog steeds je uren maken en hard werken, maar je kunt de invulling wel voor een deel zelf bepalen.” Als ik ga trouwen is mijn zus de eerste die ik vraag om getuige te zijn In koor: “Ja!”   Bente, jij hebt een relatie met Mick van den Bree, ook jullie hoofdcoach bij ZV De Zaan. En Lieke, jij hebt een relatie met waterpoloër Bradley Sap. Was het bij het aangaan van een relatie een vereiste dat jullie vriend ook gek was van waterpolo? Bente, lachend: “Waterpolo is in Nederland een klein wereldje, iedereen kent elkaar.” Lieke, lachend: “Probeer dan maar eens een andere man tegen te komen.” Is er naast waterpolo en werk nog wel tijd voor de liefde? Bente: “Mick en ik zien elkaar ook dagelijks bij de club en wonen samen in Haarlem, dus we zien elkaar heel vaak. Voor Bradley en Lieke is het een grotere uitdaging om elkaar te zien.” Lieke knikt: “Wij wonen nog niet samen. Soms trainen we allebei nog tot laat in de avond. Als je dan de volgende dag weer vroeg van huis moet... Het is soms passen en meten, maar tegelijkertijd is het fijn om allebei een eigen leven te hebben.” Bente, nemen Mick en jij het ‘werk’ vaak mee naar huis? Bente: “In het zwembad is Mick de coach en ik de speelster, ik moet me daar ook niet anders gedragen. Zoals Mick zich niet anders moet gedragen tegen mij dan tegen andere speelsters. Daar voeren we wel gesprekken over. Thuis praten we ook over wat er tijdens de training of wedstrijd is gebeurd, maar we proberen heel erg het waterpolo in het zwembad te laten. Dat is best een uitdaging, want eigenlijk praten we het liefst de hele dag over waterpolo. Soms moeten we echt even tegen elkaar zeggen: ‘Oké, nu is het even klaar met waterpolo. Ander onderwerp.’” Soms wil een spelersgroep ook even roddelen over de trainer, toch? Bente, lachend: “Als dat gebeurt, houden ze mij daar denk ik buiten.” Lieke: “Over Mick wordt niet veel geroddeld, hoor. Hij doet het goed en voor de andere meiden is het duidelijk hoe de situatie is. Toen Mick de kans kreeg om hoofdcoach te worden is dat ook met het team besproken. Iedereen wist van de relatie van Bente en Mick en heeft ermee ingestemd dat Mick de coach werd.” Na deze wereldtitel weten we dat de ogen op ons zijn gericht in Parijs Lieke: “In februari is er alweer een WK, dan moeten we er eerst maar weer staan. En ja, als je een jaar voor de Spelen wereldkampioen wordt, zullen er bepaalde verwachtingen zijn in Parijs.” Jullie kwalificeerden je op het WK meteen voor de Spelen, zijn jullie niet bang dat tegenstanders nog meer berekend op jullie zullen zijn? Lieke: “We hebben niet het idee dat wat we op het WK lieten zien onze piek was. Wij kunnen over een jaar nog beter zijn.” Bente: “Bij ons zal het vertrouwen alleen maar groter zijn, doordat we op het WK hebben gezien dat we de goede lijn te pakken hebben. Het is bij ons heel vaak ‘net niet’ geweest, dus het is fijn om vlak voor de Spelen ook eens te ervaren hoe het is om succes te hebben. We weten nu dat we het ook op de belangrijkste momenten kunnen.” Maar er zal nu anders naar jullie worden gekeken, dat zorgt wellicht ook voor meer druk. Bente: “Daar zal Eva afgelopen tijd zeker over na hebben gedacht en hij zal met een plan komen om ervoor te zorgen dat het WK niet onze piek was. We zullen daar zeker gesprekken over gaan voeren.” Lieke: “Eva zegt altijd dat we nederig moeten blijven. Ik weet nu al dat hij daar een jaar lang op zal blijven hameren.” In 2008 werden de Nederlandse waterpolovrouwen ‘zomaar’ olympisch kampioen, daarna bleef nieuw succes aanvankelijk uit. Hoe gaan jullie ervoor zorgen dat de wereldtitel de aftrap is van een periode waarin jullie het waterpolo dicteren? Lieke: “Door niet te denken dat we er nu al zijn omdat we een keer wereldkampioen zijn geworden. Dat is niet genoeg.” Bente: “Eén keer zou nog toeval kunnen zijn, en ik wil niet dat dit een toevalstreffer was.” Een paar jaar geleden werden de handbalvrouwen wereldkampioen en tal van meiden uit dat team groeiden uit tot boegbeelden. Zijn jullie er klaar voor om visitekaartjes van jullie sport te zijn? Bente: “Ik wil iedereen laten zien dat wij aan een heel toffe sport doen.” Lieke: “Daar zet ik me ook graag voor in.” Tijdens het Sportgala zullen jullie gelden als grote kanshebbers voor de titel Sportploeg van het Jaar. Dan kunnen jullie je ook eens op een andere manier presenteren dan in badpak en met een cap op. Bente: “We hebben het daar best wel vaak over. Wij stappen natuurlijk altijd als verzopen katjes het water uit en worden dan geïnterviewd. Sta je daar weer met je natte haren.” Bente: 'Wij stappen altijd als verzopen katjes het water uit en worden dan geïnterviewd. Het sportgala is een mooie kans om ons op een andere manier te laten zien'. Lieke: “Als we een badmuts en een cap op hebben, krijgen mensen niet het meest charmante beeld van ons.” Bente: “Het Sportgala is een mooie kans om ons op een andere manier te laten zien.” Helden Magazine 69 Het verhaal van Bente en Lieke Rogge komt voort uit het dubbeldikke eindejaarsnummer van Helden. De laatste editie van 2023 staat traditioneel in het teken van een terugblik op het afgelopen sportjaar, waarop Femke Bol de cover siert. De atlete blikt uitgebreid terug op het jaar waarin alles wat ze aanraakte in goud leek te veranderen. Helden ging daarnaast in Engeland op bezoek bij Nathan Aké, die met Manchester City de landstitel, FA Cup en Champions League won. Hij werd samen met zijn echtgenote Kaylee, met wie hij al sinds zijn vijftiende samen is, geïnterviewd en gefotografeerd. Bijzonder was ook het bezoek aan de familie Schippers. Dafne nam afscheid van de atletiek en samen met haar ouders, zus en broer blikte ze terug op haar indrukwekkende carrière. In de 69ste editie van Helden komen tal van sporters aan het woord die 2023 kleur gaven. Wout Poels blikt terug op ritzeges in de Tour en Vuelta, maar ook op het verlies van ploeggenoot Gino Mäder. Femke Kok kroonde zich tot de eerste Nederlandse wereldkampioene op de 500 meter en toont zich zoals we haar niet eerder zagen. Karolien en Finn Florijn zijn gezegend met geweldige roeigenen, ze pakten allebei WK-goud; een dubbelinterview. Jeffrey Hoogland is koning op de kilometer. Hij werd voor de vierde keer wereldkampioen op ‘zijn’ afstand en verbeterde het wereldrecord. Een openhartig gesprek met de kilometervreter. Verder pakten zeilers Bart Lambriex en Floris van de Werken een hattrick aan wereldtitels. Over zeilen gesproken: Marit Bouwmeester keerde terug na de bevalling van haar dochter in 2022 en werd meteen weer Europees kampioen. Feyenoord werd ook kampioen en Lutsharel Geertruida had daar een belangrijk aandeel in. Hij doet zijn verhaal. Joey Veerman won in 2023 de KNVB-beker en werd vader. Een gesprek met de uitgesproken voetballer over wie veel mensen een mening hebben. Ook een verhaal over Lionel Messi en de club waar hij afgelopen zomer heen verhuisde, het Inter Miami van David Beckham. Een portret van Carlos Alcaraz, de nieuwe posterboy van het tennis die Novak Djokovic klopte in de finale op Wimbledon in dé wedstrijd van het jaar. En als laatste was het voor schaatscoach Kosta Poltavets en voetbaltrainer Anoush Dastgir juist een zwaar jaar, door de situatie in hun geboortelanden Oekraïne en Afghanistan. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 69 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.

Zeilen

Bart Lambriex en Floris van de Werken: ‘Het is maar een stukje goud’

Bart Lambriex (25) en Floris van de Werken (28) werden afgelopen zomer voor de derde keer op rij wereldkampioen in de meest prestigieuze klasse van het olympische zeilen: de 49er. Het Dream Team gaat stoïcijns op het volgende doel af: goud op de Olympische Spelen in Parijs. Wij gingen bij hen langs in Scheveningen. Bart Lambriex en Floris van de Werken schudden elkaar rustig de hand in het Nationaal Topzeilcentrum in Scheveningen. De twee zitten normaal gesproken bijna dagelijks samen in een boot, maar zien elkaar voor het eerst in anderhalve maand nadat ze in Scheveningen voor de derde keer op rij wereldkampioen werden in hun klasse, de 49er. Geen omhelzing of enthousiaste begroeting, maar: “Hé, sorry dat ik te laat ben, hoor, alles goed?” Stuurman Bart komt vijf minuten na Floris met natte haren en een nonchalante glimlach binnen lopen. Bemanning Floris knikt rustig: “Ja, man, goed hoor.” Op het water bereiken ze al balancerend snelheden van zo’n 45 kilometer per uur. Buiten de boot zijn het rustige, nuchtere types, die aan weinig woorden genoeg hebben. Het valt even stil. Totdat het over zeilen gaat en er even later gevraagd wordt naar hun derde wereldtitel van dit jaar. Floris: “Het is best bijzonder, ik zag hem niet aankomen. Maar ik wist vroeger al: als ik dit met iemand kan bereiken, dan is het wel met Bart.” Bart: “Ik had het ook niet verwacht. Het is wel altijd het doel geweest, dan is het best leuk dat het lukt. En ook nog op thuiswater. Er stonden een hoop familie en vrienden op de pier.” Floris knikt: “Gedurende de week kregen we veel succeswensen. Mensen die normaal niet betrokken zijn, kregen er dit keer wel wat van mee. Extra leuk als je dan wint.” Jeugdkamp De twee zeilers kennen elkaar al jaren. Bart: “Ik was acht toen ik jou voor het eerst zag. Ik zeilde in de optimist. Jij gaf training aan mij op een jeugdkamp in Friesland. Jij zeilde toen ook in de optimist, maar was een stuk beter, je bent ook drie jaar ouder.” Floris: “Ik was die week door mijn enkel gegaan, dus ik kon niet meer lopen. Ik ging in de coachboot mee en gaf Bart wat tips.” Bart: “Ik begon net met wedstrijdzeilen en jij was een van de beste van Nederland. Ik keek tegen je op.” Floris: “Ik zeilde lekker mijn rondjes en soms ging het best goed. Het spelletje zelf begreep ik toen nog niet zo goed. Pas veel later begon ik de sport wat beter te doorgronden en had ik door wat ik ervoor moest doen.” Bart: “Bij mij ging het iets sneller. Ik ging op mijn tiende naar mijn eerste WK. De beste vijf van Nederland werden daarvoor geselecteerd. In de optimist werd ik al een keer tweede op de WK.” Allebei zijn ze opgegroeid met het water. Floris met twee broers in Hoorn, Bart met een broer en een zus in Haarlem. Floris: “Mijn ouders hadden een kajuitboot en daar toerden ze een beetje op met mij en mijn twee broers. Ze waren geen wedstrijdzeilers, waren vroeger vooral actief in de triatlonsport. Ik ben dus wel opgegroeid met het idee dat het belangrijk is om fit en gezond te zijn. Mijn ouders vonden het belangrijk dat ik aan sport deed. Met mijn broer Laurens heb ik nog een tijdje samen in een boot gezeild.” Bart: “Mijn ouders hebben veel wedstrijden gezeild. Mijn moeder ging als reserve naar de Olympische Spelen. Mijn vader deed mee aan de Olympische Spelen in 1984, in de Tornado-klasse. Wij hadden een vakantiehuisje in Friesland waar ze mijn broer, zus en mij leerden zeilen.” Bart werd in Nederland van jongs af aan al gezien als het grote zeiltalent. Bart: “Ieder jaar wordt in Nederland de Conny van Rietschoten Trofee uitgereikt, een prijs aan de beste zeiler of zeilteam van het jaar. Er is ook een talentprijs, waar ik voor werd genomineerd. Dat was best bijzonder voor een jongen van elf jaar hoor, maar ik voelde toen nog niet dat men vanuit het Watersportverbond dacht: die Bart gaat het maken.” Centjes Na de jeugdboot optimist zeilden Bart en Floris in tweemansboten. Het KPN Sportfonds besloot na de Spelen van 2016 het Watersportverbond te ondersteunen en een tweejarig traject in te gaan met zes zeilers in de 49er-klasse, die bekendstaat als de koningsklasse van het olympische zeilen, met als ambitieus doel: de eerste Nederlandse deelname in de 49er op de Olympische Spelen. De zes zeilers zouden rouleren, om uiteindelijk het sterkste team te kunnen vormen. Ook Floris had de kans om aan te sluiten, maar besloot anders. ‘Mijn broer was drugsverslaafd, het was bij ons thuis dus niet meer zo stabiel. Ik had geen geld en kon het ook niet meer opbrengen om de sport uit te oefenen’ Floris: “Voordat KPN besloot dit traject te ondersteunen, had ik al even in de 49er gezeild, maar het werd toen nog nauwelijks ondersteund door het Watersportverbond. Ik had het lastig. Mijn ouders hadden mij altijd gesteund, ook financieel. Op mijn achttiende zeiden ze: ‘Je bent volwassen en moet het nu zelf uitzoeken, zelf bedenken hoe je het gaat regelen.’ Thuis speelden er meer dingen, mijn broer was drugsverslaafd, het was bij ons dus niet meer zo stabiel. Ik had geen geld en kon het ook niet meer opbrengen om de sport uit te oefenen zoals ik dat voor ogen had. Dat roulatiesysteem zag ik ook niet zitten. Ik wilde toen al graag met Bart in de boot, maar dat kon niet. Had geen energie om iedere keer weer met iemand anders in de boot te zitten, besloot ermee te stoppen. Ik ben gaan coachen en in de ‘grotebotenwereld’ terechtgekomen.” Bart: “Ik koos bewust voor het traject met het KPN Sportfonds. Twee jaar lang werden we financieel ondersteund. Dat was heel fijn, zeilen is een dure sport. We kregen een startbedrag waarmee we materiaal konden kopen en waardoor we er bijvoorbeeld voor konden kiezen om naar een belangrijke wedstrijd in Miami te gaan. In die twee jaar tijd hebben we ons daardoor enorm kunnen ontwikkelen.” Na ruim een jaar kwam het sterkste team uit de bus: stuurman Bart, samen met bemanning Pim van Vugt. Hun ontwikkeling ging zo hard, dat het doel werd bereikt. Bart en Pim kwalificeerden zich als eerste Nederlandse 49er-team ooit voor de Spelen en eindigden in Tokio als zesde. Floris keek vanaf de zijlijn toe. Floris: “Ik was hartstikke blij voor Bart en Pim, gunde het die gasten heel erg, heb hen altijd gevolgd. Maar ik had zelf natuurlijk ook graag in die boot willen zitten, had mijn olympische zeilcarrière nooit af weten te maken.” Na de Spelen in Tokio besloot Bart niet verder te gaan met Pim. Bart: “Pim en ik waren een heel goed duo, maar ik had niet het gevoel dat wij samen goud konden winnen. Onze samenwerking en communicatie liepen niet zoals het in een goed team zou moeten lopen. Vanuit de bond werd mijn keuze niet gestimuleerd. Zij zagen de resultaten van mij en Pim en waren juist tevreden. Ik zag het anders, vond het gewoon net niet goed genoeg.” Dus pakte Bart de telefoon. Bart: “Ik wilde door in de 49er, en dacht meteen aan Floris. Ik had al een paar keer eerder met hem gezeild, tijdens mijn eerste dagen in een 49er, en wist dat het prima klikte. Ik belde jou op en vroeg of je wat wilde drinken.” Floris: “Ik dacht: misschien wil je advies over iets, wist niet dat het over de 49er ging. Toen je vroeg of ik geïnteresseerd was om weer terug te keren als zeiler en om het met jou samen te proberen, heb ik er niet lang over na hoeven denken. Ik dacht: als er een kans is om mijn sportcarrière nog een succesvol vervolg te geven, dan is dit ’m. Had op dat moment geen andere verplichtingen of restricties. Ik had genoeg centjes verdiend, was zeven maanden in Australië geweest en later in het Caribisch gebied, had op grote boten mijn geld verdiend en heel veel geleerd over mezelf en over werken in een team. Toen jij me vroeg, kon ik er ook echt vol voor gaan. Maar tegelijkertijd had ik lang niet in de 49er gezeild. Ik heb jou ook gewaarschuwd, zei: besef dat je met mij misschien eerst een stap terug moet doen voordat je vooruit kunt.” Bart: “We zeilden een EK als test. Dat ging goed en ik had het gevoel dat we veel progressie konden maken. Twee maanden later stond ons eerste WK op het programma. In de tussentijd gingen we met sprongen vooruit zodat we meteen wereldkampioen werden.” Rocket science “Veel mensen vragen ons waarom wij nou zo’n goed team zijn,” zegt Floris. “Wij weten heel goed hoe wij als team beter moeten worden en wat voor attitude daarvoor nodig is. Ook onze coach Rick Peacock helpt ons daar natuurlijk bij.” Bart knikt: “Wij zijn een goede match. Naast een goede zeiler is Floris ook een goede teamspeler.” Floris: “Jij kan enorm gefocust zijn, dan voel ik geen twijfel bij jouw beslissingen en weten we dat we het hardst van iedereen gaan. Daar krijg ik dan ook veel vertrouwen van.” Bart: “Ik ben niet zo afhankelijk van invloeden van buitenaf, ideeën en gedachten van anderen interesseren mij niet zo. Ik twijfel ook bijna nooit. Ons samenspel klopt gewoon. Kort door de bocht is het zo dat ik stuur en de beslissingen neem, bepaal waar we heen gaan, en Floris ervoor zorgt dat we hard gaan.” Floris: “Voor een wedstrijd delen we onze tactische ideeën en bepalen we hoe we het willen doen.” Bart: “Maar in het zeilen blijven de condities veranderen. Wij zijn flexibel, passen die plannen continu aan.” Floris: “We proberen veel te zeggen met weinig woorden. We praten niet meer dan nodig. Of we tijdens een wedstrijd weleens boos op elkaar zijn? Tuurlijk. Ik word dan heel stil, ga aan mezelf twijfelen en over dingen nadenken. Bart is altijd wat meer uitbundiger dan ik.” Bart, lachend: “Ik raak dan een beetje gefrustreerd.” Floris: “Het is de kunst om die irritatiemomenten kort en krachtig te laten zijn.” Een jaar na hun eerste wereldtitel prolongeerden Bart en Floris hun titel op de WK in Canada. Deze zomer werden ze in Scheveningen dus voor de derde keer wereldkampioen. Floris: “Het verschil met onze concurrenten lijkt op papier groter dan het is, hoor.” Bart: “Waar wij misschien beter in zijn, is dat wij heel gestructureerd werken. Als er iets fout gaat, gaan we daar heel diep op in en zorgen we dat we er maximaal van leren. Soms zijn die gesprekken moeilijk of gevoelig, maar we gaan ze niet uit de weg.” Floris: “Ik merk ook dat veel teams het moeilijk vinden om tijdens een wedstrijd heel specifiek iets onder de knie te krijgen. Als wij iets willen oefenen, maakt het resultaat ons niet uit. Wij willen pas pieken op een WK en de Spelen. In de winter zijn we een keer zeventiende geworden in een trainingswedstrijd omdat we ons focusten op onze start. Deze zomer bij de WK merkten we daar pas het resultaat van.” Of een drievoudig wereldkampioen ook door concurrenten nauwlettend in de gaten gehouden wordt? Bart: “Geen idee, dat boeit mij ook echt niet.” Floris: “Ik zie wel dat mensen soms denken dat we rocket science in handen hebben. Dat we bepaalde standen op de boot hebben die speciaal zijn. Soms komt er dan een coach of een ander team even bij ons kijken.” Bart knikt: “Ja, dan denken ze dat we een speciale boot hebben, of zo.” Floris, lachend: “En dan denken wij: wat zijn mensen toch dom.” Tijdens trainingsperiodes en wedstrijden in het buitenland delen de mannen vaak een accommodatie met Odile van Aanholt en Annette Duetz, het 49erFX- vrouwenteam, dat in 2022 tegelijkertijd met de mannen wereldkampioen werd en dit jaar als tweede eindigde op de WK. Bart: “Het is heel fijn om dit met elkaar te doen, dat we ook met iemand kunnen praten buiten ons team. We snappen elkaar, want we doen hetzelfde.” Floris: “Soms is het fijn om een third opinion te hebben in een bepaalde situatie. We lopen tegen dezelfde dingen aan. Vaak praat ik met Annette, die ook bemanning is. Samen kunnen we sneller een probleem oplossen dan alleen.” Naast dat ze zeilcollega’s zijn, hebben Bart en Odile al jarenlang een relatie. Bart, lachend: “Het gaat thuis best vaak over zeilen. Voor Odile zou dat wel iets minder mogen, voor mij soms iets meer. Het is in ieder geval heel fijn dat we elkaar begrijpen.” Ook Floris heeft een relatie met een zeilster. Na de Spelen in Parijs volgend jaar geeft hij zijn jawoord aan Laser-zeilster Maxime Jonker. Floris: “We zijn onze bruiloft nu aan het organiseren, zodat we de rest van het jaar daar geen zorgen over hebben.” Bart, lachend: “Ik sta gelukkig ook op hun gastenlijst, samen met Odile en Annette.” Terwijl Odile en Bart beiden heel succesvol zijn in hun klasse en zich al hebben gekwalificeerd voor de Spelen in Parijs, heeft Maxime de pech dat Marit Bouwmeester, olympisch kampioen en meervoudig wereldkampioen, haar grootste concurrent is voor dat ene Nederlandse olympische ticket in hun klasse. Floris: “Tijdens de WK had Max het mentaal zwaar, ze eindigde buiten de top tien. Ze heeft er altijd voor gekozen om Marit te challengen. Die heeft al heel wat gewonnen, maar Max denkt dat zij dat ook kan. Daar heb ik veel respect voor. Ze rent haar dromen achterna, haar doorzettingsvermogen is een voorbeeld voor mij. Maar thuis zeg ik altijd: ik ben je verloofde, niet je coach. Ik probeer gesprekken over zeilen te voorkomen. Als Max om mijn mening vraagt, dan geef ik die eerlijk. Maar soms hoort zij liever iets anders.” Materiaal In maart zeilen de mannen nog een WK op Lanzarote, waar ze hun vierde wereldtitel op rij kunnen winnen, maar 2024 staat vooral in het teken van de Spelen. Voor Floris wordt het zijn olympische debuut. Bart: “Ik heb Floris nog niks verteld over de Spelen en hoe het eraan toegaat. Dat merk je ter plekke wel, toch? In de zeilsport kan van alles gebeuren. Als we een week heel weinig wind hebben, dan wordt iemand anders olympisch kampi- oen dan als het een week heel hard waait. Wij kunnen met beide omstandigheden olympisch kampioen worden.” Floris: “Met veel wind zijn er teams die sneller zijn dan wij en met weinig wind zijn er ook teams die sneller zijn. Statistisch gezien hebben wij de meeste kans op goud als we wisselende condities hebben, wij zijn allround.” Ondertussen zijn Bart en Floris ook met andere dingen bezig dan alleen de 49er. Floris:“Ieder jaar coach ik ook nog wat buitenlandse jongens. In oktober heb ik een paar 49er-teams gecoacht in Miami. Ook al zijn dat niet de allerbeste ploegen, het helpt mij om andere teams van de buitenkant te bestuderen, dat maakt Bart en mij ook beter. En ik heb er een hoop lol in.” Bart: “Ik ben bezig met de Youth America’s Cup en de Women’s America’s Cup. We gaan in beide disciplines meedoen met een Nederlands team. We trainen veel in een simulator, dat blijf ik het komende jaar ook af en toe doen. Anderhalve maand na de Spelen worden die wedstrijden gehouden.” Floris: “Helaas val ik niet meer onder de jeugd, maar ik droom na mijn olympische carrière ook van het professionele zeilen als de America’s Cup of de Sail GP, een andere league in het zeilen waar ze met foilende catamarans werken.” Bart knikt: “Daar kun je tot een redelijk late leeftijd mee door blijven gaan.” Floris: “Maar voorlopig zijn we nog niet klaar met olympisch zeilen.” Eén ding is zeker: als een van de topfavorieten zal het team op de Spelen verschijnen. Floris: “Onbewust voel ik die druk al. Bij mij ontstaat er dan een soort superfocus.” Bart: “Ik voel nu nog geen druk, maar dat zal tegen die tijd vast wel komen. Mensen geven toch een stuk meer om de Olympische Spelen dan om een WK. Aan de andere kant: het is maar materiaal hoor, een klein stukje goud.” Helden Magazine 69 Het verhaal van Bart Lambriex en Floris van de Werken komt voort uit het dubbeldikke eindejaarsnummer van Helden. De laatste editie van 2023 staat traditioneel in het teken van een terugblik op het afgelopen sportjaar, waarop Femke Bol de cover siert. De atlete blikt uitgebreid terug op het jaar waarin alles wat ze aanraakte in goud leek te veranderen. Helden ging daarnaast in Engeland op bezoek bij Nathan Aké, die met Manchester City de landstitel, FA Cup en Champions League won. Hij werd samen met zijn echtgenote Kaylee, met wie hij al sinds zijn vijftiende samen is, geïnterviewd en gefotografeerd. Bijzonder was ook het bezoek aan de familie Schippers. Dafne nam afscheid van de atletiek en samen met haar ouders, zus en broer blikte ze terug op haar indrukwekkende carrière. In de 69ste editie van Helden komen tal van sporters aan het woord die 2023 kleur gaven. Wout Poels blikt terug op ritzeges in de Tour en Vuelta, maar ook op het verlies van ploeggenoot Gino Mäder. Golden Sisters Bente en Lieke Rogge werden samen wereldkampioen waterpolo. Femke Kok kroonde zich tot de eerste Nederlandse wereldkampioene op de 500 meter en toont zich zoals we haar niet eerder zagen. Karolien en Finn Florijn zijn gezegend met geweldige roeigenen, ze pakten allebei WK-goud; een dubbelinterview. Jeffrey Hoogland is koning op de kilometer. Hij werd voor de vierde keer wereldkampioen op ‘zijn’ afstand en verbeterde het wereldrecord. Een openhartig gesprek met de kilometervreter. Verder keerde Marit Bouwmeester terug na de bevalling van haar dochter in 2022 en werd meteen weer Europees kampioen. Feyenoord werd ook kampioen en Lutsharel Geertruida had daar een belangrijk aandeel in. Hij doet zijn verhaal. Joey Veerman won in 2023 de KNVB-beker en werd vader. Een gesprek met de uitgesproken voetballer over wie veel mensen een mening hebben. Ook een verhaal over Lionel Messi en de club waar hij afgelopen zomer heen verhuisde, het Inter Miami van David Beckham. Een portret van Carlos Alcaraz, de nieuwe posterboy van het tennis die Novak Djokovic klopte in de finale op Wimbledon in dé wedstrijd van het jaar. En als laatste was het voor schaatscoach Kosta Poltavets en voetbaltrainer Anoush Dastgir juist een zwaar jaar, door de situatie in hun geboortelanden Oekraïne en Afghanistan. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 69 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.
Bart Lambriex (25) en Floris van de Werken (28) werden afgelopen zomer voor de derde keer op rij wereldkampioen in de meest prestigieuze klasse van het olympische zeilen: de 49er. Het Dream Team gaat stoïcijns op het volgende doel af: goud op de Olympische Spelen in Parijs. Wij gingen bij hen langs in Scheveningen. Bart Lambriex en Floris van de Werken schudden elkaar rustig de hand in het Nationaal Topzeilcentrum in Scheveningen. De twee zitten normaal gesproken bijna dagelijks samen in een boot, maar zien elkaar voor het eerst in anderhalve maand nadat ze in Scheveningen voor de derde keer op rij wereldkampioen werden in hun klasse, de 49er. Geen omhelzing of enthousiaste begroeting, maar: “Hé, sorry dat ik te laat ben, hoor, alles goed?” Stuurman Bart komt vijf minuten na Floris met natte haren en een nonchalante glimlach binnen lopen. Bemanning Floris knikt rustig: “Ja, man, goed hoor.” Op het water bereiken ze al balancerend snelheden van zo’n 45 kilometer per uur. Buiten de boot zijn het rustige, nuchtere types, die aan weinig woorden genoeg hebben. Het valt even stil. Totdat het over zeilen gaat en er even later gevraagd wordt naar hun derde wereldtitel van dit jaar. Floris: “Het is best bijzonder, ik zag hem niet aankomen. Maar ik wist vroeger al: als ik dit met iemand kan bereiken, dan is het wel met Bart.” Bart: “Ik had het ook niet verwacht. Het is wel altijd het doel geweest, dan is het best leuk dat het lukt. En ook nog op thuiswater. Er stonden een hoop familie en vrienden op de pier.” Floris knikt: “Gedurende de week kregen we veel succeswensen. Mensen die normaal niet betrokken zijn, kregen er dit keer wel wat van mee. Extra leuk als je dan wint.” Jeugdkamp De twee zeilers kennen elkaar al jaren. Bart: “Ik was acht toen ik jou voor het eerst zag. Ik zeilde in de optimist. Jij gaf training aan mij op een jeugdkamp in Friesland. Jij zeilde toen ook in de optimist, maar was een stuk beter, je bent ook drie jaar ouder.” Floris: “Ik was die week door mijn enkel gegaan, dus ik kon niet meer lopen. Ik ging in de coachboot mee en gaf Bart wat tips.” Bart: “Ik begon net met wedstrijdzeilen en jij was een van de beste van Nederland. Ik keek tegen je op.” Floris: “Ik zeilde lekker mijn rondjes en soms ging het best goed. Het spelletje zelf begreep ik toen nog niet zo goed. Pas veel later begon ik de sport wat beter te doorgronden en had ik door wat ik ervoor moest doen.” Bart: “Bij mij ging het iets sneller. Ik ging op mijn tiende naar mijn eerste WK. De beste vijf van Nederland werden daarvoor geselecteerd. In de optimist werd ik al een keer tweede op de WK.” Allebei zijn ze opgegroeid met het water. Floris met twee broers in Hoorn, Bart met een broer en een zus in Haarlem. Floris: “Mijn ouders hadden een kajuitboot en daar toerden ze een beetje op met mij en mijn twee broers. Ze waren geen wedstrijdzeilers, waren vroeger vooral actief in de triatlonsport. Ik ben dus wel opgegroeid met het idee dat het belangrijk is om fit en gezond te zijn. Mijn ouders vonden het belangrijk dat ik aan sport deed. Met mijn broer Laurens heb ik nog een tijdje samen in een boot gezeild.” Bart: “Mijn ouders hebben veel wedstrijden gezeild. Mijn moeder ging als reserve naar de Olympische Spelen. Mijn vader deed mee aan de Olympische Spelen in 1984, in de Tornado-klasse. Wij hadden een vakantiehuisje in Friesland waar ze mijn broer, zus en mij leerden zeilen.” Bart werd in Nederland van jongs af aan al gezien als het grote zeiltalent. Bart: “Ieder jaar wordt in Nederland de Conny van Rietschoten Trofee uitgereikt, een prijs aan de beste zeiler of zeilteam van het jaar. Er is ook een talentprijs, waar ik voor werd genomineerd. Dat was best bijzonder voor een jongen van elf jaar hoor, maar ik voelde toen nog niet dat men vanuit het Watersportverbond dacht: die Bart gaat het maken.” Centjes Na de jeugdboot optimist zeilden Bart en Floris in tweemansboten. Het KPN Sportfonds besloot na de Spelen van 2016 het Watersportverbond te ondersteunen en een tweejarig traject in te gaan met zes zeilers in de 49er-klasse, die bekendstaat als de koningsklasse van het olympische zeilen, met als ambitieus doel: de eerste Nederlandse deelname in de 49er op de Olympische Spelen. De zes zeilers zouden rouleren, om uiteindelijk het sterkste team te kunnen vormen. Ook Floris had de kans om aan te sluiten, maar besloot anders. ‘Mijn broer was drugsverslaafd, het was bij ons thuis dus niet meer zo stabiel. Ik had geen geld en kon het ook niet meer opbrengen om de sport uit te oefenen’ Floris: “Voordat KPN besloot dit traject te ondersteunen, had ik al even in de 49er gezeild, maar het werd toen nog nauwelijks ondersteund door het Watersportverbond. Ik had het lastig. Mijn ouders hadden mij altijd gesteund, ook financieel. Op mijn achttiende zeiden ze: ‘Je bent volwassen en moet het nu zelf uitzoeken, zelf bedenken hoe je het gaat regelen.’ Thuis speelden er meer dingen, mijn broer was drugsverslaafd, het was bij ons dus niet meer zo stabiel. Ik had geen geld en kon het ook niet meer opbrengen om de sport uit te oefenen zoals ik dat voor ogen had. Dat roulatiesysteem zag ik ook niet zitten. Ik wilde toen al graag met Bart in de boot, maar dat kon niet. Had geen energie om iedere keer weer met iemand anders in de boot te zitten, besloot ermee te stoppen. Ik ben gaan coachen en in de ‘grotebotenwereld’ terechtgekomen.” Bart: “Ik koos bewust voor het traject met het KPN Sportfonds. Twee jaar lang werden we financieel ondersteund. Dat was heel fijn, zeilen is een dure sport. We kregen een startbedrag waarmee we materiaal konden kopen en waardoor we er bijvoorbeeld voor konden kiezen om naar een belangrijke wedstrijd in Miami te gaan. In die twee jaar tijd hebben we ons daardoor enorm kunnen ontwikkelen.” Na ruim een jaar kwam het sterkste team uit de bus: stuurman Bart, samen met bemanning Pim van Vugt. Hun ontwikkeling ging zo hard, dat het doel werd bereikt. Bart en Pim kwalificeerden zich als eerste Nederlandse 49er-team ooit voor de Spelen en eindigden in Tokio als zesde. Floris keek vanaf de zijlijn toe. Floris: “Ik was hartstikke blij voor Bart en Pim, gunde het die gasten heel erg, heb hen altijd gevolgd. Maar ik had zelf natuurlijk ook graag in die boot willen zitten, had mijn olympische zeilcarrière nooit af weten te maken.” Na de Spelen in Tokio besloot Bart niet verder te gaan met Pim. Bart: “Pim en ik waren een heel goed duo, maar ik had niet het gevoel dat wij samen goud konden winnen. Onze samenwerking en communicatie liepen niet zoals het in een goed team zou moeten lopen. Vanuit de bond werd mijn keuze niet gestimuleerd. Zij zagen de resultaten van mij en Pim en waren juist tevreden. Ik zag het anders, vond het gewoon net niet goed genoeg.” Dus pakte Bart de telefoon. Bart: “Ik wilde door in de 49er, en dacht meteen aan Floris. Ik had al een paar keer eerder met hem gezeild, tijdens mijn eerste dagen in een 49er, en wist dat het prima klikte. Ik belde jou op en vroeg of je wat wilde drinken.” Floris: “Ik dacht: misschien wil je advies over iets, wist niet dat het over de 49er ging. Toen je vroeg of ik geïnteresseerd was om weer terug te keren als zeiler en om het met jou samen te proberen, heb ik er niet lang over na hoeven denken. Ik dacht: als er een kans is om mijn sportcarrière nog een succesvol vervolg te geven, dan is dit ’m. Had op dat moment geen andere verplichtingen of restricties. Ik had genoeg centjes verdiend, was zeven maanden in Australië geweest en later in het Caribisch gebied, had op grote boten mijn geld verdiend en heel veel geleerd over mezelf en over werken in een team. Toen jij me vroeg, kon ik er ook echt vol voor gaan. Maar tegelijkertijd had ik lang niet in de 49er gezeild. Ik heb jou ook gewaarschuwd, zei: besef dat je met mij misschien eerst een stap terug moet doen voordat je vooruit kunt.” Bart: “We zeilden een EK als test. Dat ging goed en ik had het gevoel dat we veel progressie konden maken. Twee maanden later stond ons eerste WK op het programma. In de tussentijd gingen we met sprongen vooruit zodat we meteen wereldkampioen werden.” Rocket science “Veel mensen vragen ons waarom wij nou zo’n goed team zijn,” zegt Floris. “Wij weten heel goed hoe wij als team beter moeten worden en wat voor attitude daarvoor nodig is. Ook onze coach Rick Peacock helpt ons daar natuurlijk bij.” Bart knikt: “Wij zijn een goede match. Naast een goede zeiler is Floris ook een goede teamspeler.” Floris: “Jij kan enorm gefocust zijn, dan voel ik geen twijfel bij jouw beslissingen en weten we dat we het hardst van iedereen gaan. Daar krijg ik dan ook veel vertrouwen van.” Bart: “Ik ben niet zo afhankelijk van invloeden van buitenaf, ideeën en gedachten van anderen interesseren mij niet zo. Ik twijfel ook bijna nooit. Ons samenspel klopt gewoon. Kort door de bocht is het zo dat ik stuur en de beslissingen neem, bepaal waar we heen gaan, en Floris ervoor zorgt dat we hard gaan.” Floris: “Voor een wedstrijd delen we onze tactische ideeën en bepalen we hoe we het willen doen.” Bart: “Maar in het zeilen blijven de condities veranderen. Wij zijn flexibel, passen die plannen continu aan.” Floris: “We proberen veel te zeggen met weinig woorden. We praten niet meer dan nodig. Of we tijdens een wedstrijd weleens boos op elkaar zijn? Tuurlijk. Ik word dan heel stil, ga aan mezelf twijfelen en over dingen nadenken. Bart is altijd wat meer uitbundiger dan ik.” Bart, lachend: “Ik raak dan een beetje gefrustreerd.” Floris: “Het is de kunst om die irritatiemomenten kort en krachtig te laten zijn.” Een jaar na hun eerste wereldtitel prolongeerden Bart en Floris hun titel op de WK in Canada. Deze zomer werden ze in Scheveningen dus voor de derde keer wereldkampioen. Floris: “Het verschil met onze concurrenten lijkt op papier groter dan het is, hoor.” Bart: “Waar wij misschien beter in zijn, is dat wij heel gestructureerd werken. Als er iets fout gaat, gaan we daar heel diep op in en zorgen we dat we er maximaal van leren. Soms zijn die gesprekken moeilijk of gevoelig, maar we gaan ze niet uit de weg.” Floris: “Ik merk ook dat veel teams het moeilijk vinden om tijdens een wedstrijd heel specifiek iets onder de knie te krijgen. Als wij iets willen oefenen, maakt het resultaat ons niet uit. Wij willen pas pieken op een WK en de Spelen. In de winter zijn we een keer zeventiende geworden in een trainingswedstrijd omdat we ons focusten op onze start. Deze zomer bij de WK merkten we daar pas het resultaat van.” Of een drievoudig wereldkampioen ook door concurrenten nauwlettend in de gaten gehouden wordt? Bart: “Geen idee, dat boeit mij ook echt niet.” Floris: “Ik zie wel dat mensen soms denken dat we rocket science in handen hebben. Dat we bepaalde standen op de boot hebben die speciaal zijn. Soms komt er dan een coach of een ander team even bij ons kijken.” Bart knikt: “Ja, dan denken ze dat we een speciale boot hebben, of zo.” Floris, lachend: “En dan denken wij: wat zijn mensen toch dom.” Tijdens trainingsperiodes en wedstrijden in het buitenland delen de mannen vaak een accommodatie met Odile van Aanholt en Annette Duetz, het 49erFX- vrouwenteam, dat in 2022 tegelijkertijd met de mannen wereldkampioen werd en dit jaar als tweede eindigde op de WK. Bart: “Het is heel fijn om dit met elkaar te doen, dat we ook met iemand kunnen praten buiten ons team. We snappen elkaar, want we doen hetzelfde.” Floris: “Soms is het fijn om een third opinion te hebben in een bepaalde situatie. We lopen tegen dezelfde dingen aan. Vaak praat ik met Annette, die ook bemanning is. Samen kunnen we sneller een probleem oplossen dan alleen.” Naast dat ze zeilcollega’s zijn, hebben Bart en Odile al jarenlang een relatie. Bart, lachend: “Het gaat thuis best vaak over zeilen. Voor Odile zou dat wel iets minder mogen, voor mij soms iets meer. Het is in ieder geval heel fijn dat we elkaar begrijpen.” Ook Floris heeft een relatie met een zeilster. Na de Spelen in Parijs volgend jaar geeft hij zijn jawoord aan Laser-zeilster Maxime Jonker. Floris: “We zijn onze bruiloft nu aan het organiseren, zodat we de rest van het jaar daar geen zorgen over hebben.” Bart, lachend: “Ik sta gelukkig ook op hun gastenlijst, samen met Odile en Annette.” Terwijl Odile en Bart beiden heel succesvol zijn in hun klasse en zich al hebben gekwalificeerd voor de Spelen in Parijs, heeft Maxime de pech dat Marit Bouwmeester, olympisch kampioen en meervoudig wereldkampioen, haar grootste concurrent is voor dat ene Nederlandse olympische ticket in hun klasse. Floris: “Tijdens de WK had Max het mentaal zwaar, ze eindigde buiten de top tien. Ze heeft er altijd voor gekozen om Marit te challengen. Die heeft al heel wat gewonnen, maar Max denkt dat zij dat ook kan. Daar heb ik veel respect voor. Ze rent haar dromen achterna, haar doorzettingsvermogen is een voorbeeld voor mij. Maar thuis zeg ik altijd: ik ben je verloofde, niet je coach. Ik probeer gesprekken over zeilen te voorkomen. Als Max om mijn mening vraagt, dan geef ik die eerlijk. Maar soms hoort zij liever iets anders.” Materiaal In maart zeilen de mannen nog een WK op Lanzarote, waar ze hun vierde wereldtitel op rij kunnen winnen, maar 2024 staat vooral in het teken van de Spelen. Voor Floris wordt het zijn olympische debuut. Bart: “Ik heb Floris nog niks verteld over de Spelen en hoe het eraan toegaat. Dat merk je ter plekke wel, toch? In de zeilsport kan van alles gebeuren. Als we een week heel weinig wind hebben, dan wordt iemand anders olympisch kampi- oen dan als het een week heel hard waait. Wij kunnen met beide omstandigheden olympisch kampioen worden.” Floris: “Met veel wind zijn er teams die sneller zijn dan wij en met weinig wind zijn er ook teams die sneller zijn. Statistisch gezien hebben wij de meeste kans op goud als we wisselende condities hebben, wij zijn allround.” Ondertussen zijn Bart en Floris ook met andere dingen bezig dan alleen de 49er. Floris:“Ieder jaar coach ik ook nog wat buitenlandse jongens. In oktober heb ik een paar 49er-teams gecoacht in Miami. Ook al zijn dat niet de allerbeste ploegen, het helpt mij om andere teams van de buitenkant te bestuderen, dat maakt Bart en mij ook beter. En ik heb er een hoop lol in.” Bart: “Ik ben bezig met de Youth America’s Cup en de Women’s America’s Cup. We gaan in beide disciplines meedoen met een Nederlands team. We trainen veel in een simulator, dat blijf ik het komende jaar ook af en toe doen. Anderhalve maand na de Spelen worden die wedstrijden gehouden.” Floris: “Helaas val ik niet meer onder de jeugd, maar ik droom na mijn olympische carrière ook van het professionele zeilen als de America’s Cup of de Sail GP, een andere league in het zeilen waar ze met foilende catamarans werken.” Bart knikt: “Daar kun je tot een redelijk late leeftijd mee door blijven gaan.” Floris: “Maar voorlopig zijn we nog niet klaar met olympisch zeilen.” Eén ding is zeker: als een van de topfavorieten zal het team op de Spelen verschijnen. Floris: “Onbewust voel ik die druk al. Bij mij ontstaat er dan een soort superfocus.” Bart: “Ik voel nu nog geen druk, maar dat zal tegen die tijd vast wel komen. Mensen geven toch een stuk meer om de Olympische Spelen dan om een WK. Aan de andere kant: het is maar materiaal hoor, een klein stukje goud.” Helden Magazine 69 Het verhaal van Bart Lambriex en Floris van de Werken komt voort uit het dubbeldikke eindejaarsnummer van Helden. De laatste editie van 2023 staat traditioneel in het teken van een terugblik op het afgelopen sportjaar, waarop Femke Bol de cover siert. De atlete blikt uitgebreid terug op het jaar waarin alles wat ze aanraakte in goud leek te veranderen. Helden ging daarnaast in Engeland op bezoek bij Nathan Aké, die met Manchester City de landstitel, FA Cup en Champions League won. Hij werd samen met zijn echtgenote Kaylee, met wie hij al sinds zijn vijftiende samen is, geïnterviewd en gefotografeerd. Bijzonder was ook het bezoek aan de familie Schippers. Dafne nam afscheid van de atletiek en samen met haar ouders, zus en broer blikte ze terug op haar indrukwekkende carrière. In de 69ste editie van Helden komen tal van sporters aan het woord die 2023 kleur gaven. Wout Poels blikt terug op ritzeges in de Tour en Vuelta, maar ook op het verlies van ploeggenoot Gino Mäder. Golden Sisters Bente en Lieke Rogge werden samen wereldkampioen waterpolo. Femke Kok kroonde zich tot de eerste Nederlandse wereldkampioene op de 500 meter en toont zich zoals we haar niet eerder zagen. Karolien en Finn Florijn zijn gezegend met geweldige roeigenen, ze pakten allebei WK-goud; een dubbelinterview. Jeffrey Hoogland is koning op de kilometer. Hij werd voor de vierde keer wereldkampioen op ‘zijn’ afstand en verbeterde het wereldrecord. Een openhartig gesprek met de kilometervreter. Verder keerde Marit Bouwmeester terug na de bevalling van haar dochter in 2022 en werd meteen weer Europees kampioen. Feyenoord werd ook kampioen en Lutsharel Geertruida had daar een belangrijk aandeel in. Hij doet zijn verhaal. Joey Veerman won in 2023 de KNVB-beker en werd vader. Een gesprek met de uitgesproken voetballer over wie veel mensen een mening hebben. Ook een verhaal over Lionel Messi en de club waar hij afgelopen zomer heen verhuisde, het Inter Miami van David Beckham. Een portret van Carlos Alcaraz, de nieuwe posterboy van het tennis die Novak Djokovic klopte in de finale op Wimbledon in dé wedstrijd van het jaar. En als laatste was het voor schaatscoach Kosta Poltavets en voetbaltrainer Anoush Dastgir juist een zwaar jaar, door de situatie in hun geboortelanden Oekraïne en Afghanistan. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 69 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.

Volleybal

Laura Dijkema & Nika Daalderop: ‘Globetrotters’

Ze zijn allebei lang en blond en reizen voor het volleybal al jarenlang de wereld rond. Daarnaast zijn ze al jaren vaste waarde van de Nederlandse volleybalvrouwen. Spelverdeelster Laura Dijkema (33) en passer/loper Nika Daalderop (24) willen samen naar de Spelen in Parijs, maar eerst het EK vanaf 15 augustus en reageren op onze zes stellingen. Het voelt soms alsof wij volleybalmoeder en -dochter zijn Laura: “Oh my God. Niet mee eens, hoor. Toch?” Nika: “Het voelt eerder als zussen.” Laura: “Ik zie jou soms inderdaad eerder als een nieuw, klein zusje. Nou ja, klein... Jij bent veel langer dan ik en ook heel volwassen voor je leeftijd.” Jullie schelen bijna negen jaar, wat herinneren jullie je nog van de eerste ontmoeting? Nika: “Voordat ik voor het eerst met het Nederlands team mee ging trainen, heb ik alle namen gegoogeld, zodat ik een beetje wist wie wie was. Jou kende ik al wel van naam, jij was een beetje het gezicht van het Nederlands team. Maar onze eerste ontmoeting... Weet jij die nog?” Laura knikt: “Onze fysiotherapeute had tegen mij al gezegd: ‘Bij Jong Oranje speelt een meisje dat heel veel potentie en talent heeft, maar het is nog de vraag of ze doorgaat met volleybal, want ze kan ook model worden.’ Toen kwam dat meisje uit Amsterdam binnen bij ons om mee te trainen... Ik vond jou meteen leuk, want je maakte meteen een praatje met me. De meeste jonge, nieuwe meiden zijn heel bleu en verlegen, maar jij had een beetje die Amsterdamse bravoure.” Nika: “Er waren wel meiden voor wie ik een beetje bang was, hoor. Ik ga geen namen noemen. En er waren er een paar bij wie ik me meteen goed voelde. Jij was ook iemand die meteen een praatje maakte met de jonge meiden.” Jullie zijn in 2018 en 2019 ook ploeggenoten geweest bij Firenze. Waarom klikt het zo goed tussen jullie? Laura: “Het eerste seizoen gingen we nog niet heel veel met elkaar om, maar in het tweede wel. Iedere vrije avond gingen we samen The Voice of Holland kijken op de bank. Toen merkte ik ook dat we dezelfde interesses hebben. We houden allebei van die crime scene-achtige series.” Nika: “En we hebben dezelfde humor, zijn allebei gek van Amsterdam.” En gingen jullie ook samen shoppen of af en toe op stap? Laura: “We waren meer van het bankhangen met een groentesoepje erbij. Of we aten samen wraps. Want we zijn ook taste sisters, vinden dezelfde dingen lekker en lusten dezelfde dingen niet.” Nika: “We houden allebei niet van vis.” Beschrijf jij Laura eens, Nika? Nika: “Lau is heel positief, zorgzaam en grappig. Ze staat altijd voor iedereen klaar. En ze is een doorzetter. Lau is ook altijd in voor iets leuks. En ze is heel ondernemend, dat zie je ook aan haar kledinglijn die ze is begonnen. Gewoon een heel leuk mens.” Laura: “Ik word hier wel een beetje ongemakkelijk van, hoor.” Beschrijf jij Nika eens? Laura: “Nika kijkt altijd eerst een beetje de kat uit de boom. Maar als je haar beter leert kennen, is ze zo grappig en lief. Jij bent ook zorgzaam en soms een beetje rebels.” Jullie zien elkaar nu alleen bij het Nederlands team. Appen en bellen jullie elkaar vaak? Nika: “We hebben bijna elke dag wel contact.” Laura: “Als we twee dagen geen contact hebben, maak ik me meteen zorgen.” Nika: “We appen elkaar over de dagelijkse dingen. Een beetje ventileren wat we meemaken. Als ik op volleybalgebied ergens mee zit, dan app of bel ik Lau, want bij haar kan ik echt alles kwijt. Ook de leuke dingen, hoor.” Laura, hoe kijk jij naar de meiden die de laatste tijd zijn doorgebroken bij het Nederlands team? Laura: “Geweldig om te zien. Er zit zoveel potentie in de spelersgroep. Ik heb alleen het gevoel dat de afgelopen jaren er niet echt uit is gehaald wat erin zit. Nu, met de nieuwe bondscoach Felix Koslowski, verandert dat. Hij heeft gekozen voor een andere manier van trainen en spelen. Veel speelsters komen veel beter tot hun recht. Ik zie het voor de toekomst zonnig in. Misschien komen de Spelen in Parijs nog iets te vroeg, maar daarna gaan we veel van dit Nederlands team horen.” Hoe zou jij de nieuwe generatie omschrijven? Laura: “Onze generatie overkwam alles een beetje. Als ik kijk naar de speelsters die er de laatste tijd bij zijn gekomen: veel van hen hebben lang in het talententeam op Papendal gespeeld, zij zijn best verwend geweest, alles werd voor hen geregeld. Dat is goed voor hen geweest, maar het is belangrijk dat die speelsters nu allemaal de stap naar het buitenland hebben gemaakt en vlieguren maken. In het buitenland word je volwassen, als mens en speelster. Op dat laatste vlak kan de huidige selectie nog stappen maken.” Merk jij dat Laura met haar 33 jaar een beetje de wijze vrouw van de nationale ploeg is? Nika, lachend: “Ze is niet de wijsneus, maar de wijsvrouw. Lau heeft zoveel ervaring, zoveel meegemaakt. En ze kan alles ook nog eens heel goed overbrengen op de jonge meiden. Zij is een leider, in het veld trekt zij echt de kar.” Hoe beleefde jij trouwens de Spelen in Rio, waarop Nederland vierde werd? Je had al je debuut gemaakt in Oranje, maar bondscoach Giovanni Guidetti nam je destijds niet mee. Nika: “Er was nog niet echt een kans dat ik mee zou gaan, hoor...” Laura, lachend: “Hoe oud was je toen? Twaalf?” Nika, lachend: “Achttien. Ik had net een paar keer meegetraind en was toen ook nog aan het beachvolleyballen.” Laura, jij maakt al twee jaar de podcast Over de top met collega-volleybalsters Robin de Kruijf, Myrthe Schoot en Maret Grothues. Zij zwaaiden allemaal af bij Oranje. Mis je hen om je heen? Laura: “Natuurlijk. Met Maret heb ik zeven jaar een kamer gedeeld tijdens toernooien. Ik zag haar meer dan mijn familie. Robin, Myrthe en Maret waren ook allemaal persoonlijkheden waar een team veel aan heeft. Zij gingen altijd voorop in de strijd. Jongen meiden kunnen veel van zulke speelsters leren.” Helden Magazine editie 68 Het eerste gedeelte van het verhaal van Laura Dijkema en Nika Daalderop komt voort uit Helden Magazine nummer 68. Max Verstappen kleurt de wereld oranje. Max Verstappen is hard op weg om voor het derde jaar op rij de wereldtitel Formule 1 te pakken. In aanloop naar de Grand Prix van Zandvoort, die hij afgelopen twee jaar won, siert hij de cover van Helden. We volgden de coureur vanuit de paddock en zagen hoe moeilijk het is voor ploeggenoot Sergio Perez om staande te blijven in zijn schaduw. In de 68ste editie van Helden ook volop aandacht voor het nieuwe voetbalseizoen. Een gesprek met Mats Wieffer, dé ontdekking van vorig seizoen, over zijn doorbraak bij Feyenoord en Oranje. Maurice Steijn werd tot veler verrassing de nieuwe trainer van Ajax. Een groot interview met de man die na een teleurstellend seizoen voor nieuwe successen moet zorgen. Luuk de Jong is spits en aanvoerder van PSV, hij vertelt over bondscoach Ronald Koeman, oud-trainer Ruud van Nistelrooij, nieuwe trainer Peter Bosz, oud-ploeggenoot Xavi Simons en nieuwe teamgenoot Noa Lang. Ryan Gravenberch kende een lastig eerste seizoen bij Bayern München. Hij wil er dit seizoen staan en weer een vaste waarde voor Oranje worden. Verder in de nieuwe Helden. Atleten Lieke Klaver en Terrence Agard vormen een razendsnel koppel. Turners Loran de Munck en Casimir Schmidt zijn maatjes en tegenpolen. Anne van Dam is de beste golfster van Nederland, ze vertelt over anger management, wonen in Amerika en de Big Green Egg Open. Hockeyster Laurien Leurink won met Oranje alles wat er te winnen viel. Mede door de ongeneeslijke ziekte van zus Marije zwaaide ze af. Ook is er veel aandacht voor de European Para Championships in Rotterdam. Een gesprek met rolstoelbasketbalster Bo Kramer, bij wie op jonge leeftijd botkanker in haar been werd geconstateerd. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine editie 68! Wil je geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Abonneer je nu snel en ontvang de Helden Magazine op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Blijf daarnaast op de hoogte van het recentste sportnieuws en leuke winacties door je aan te melden op onze nieuwsbrief en volg ons op onze social mediakanalen.
Ze zijn allebei lang en blond en reizen voor het volleybal al jarenlang de wereld rond. Daarnaast zijn ze al jaren vaste waarde van de Nederlandse volleybalvrouwen. Spelverdeelster Laura Dijkema (33) en passer/loper Nika Daalderop (24) willen samen naar de Spelen in Parijs, maar eerst het EK vanaf 15 augustus en reageren op onze zes stellingen. Het voelt soms alsof wij volleybalmoeder en -dochter zijn Laura: “Oh my God. Niet mee eens, hoor. Toch?” Nika: “Het voelt eerder als zussen.” Laura: “Ik zie jou soms inderdaad eerder als een nieuw, klein zusje. Nou ja, klein... Jij bent veel langer dan ik en ook heel volwassen voor je leeftijd.” Jullie schelen bijna negen jaar, wat herinneren jullie je nog van de eerste ontmoeting? Nika: “Voordat ik voor het eerst met het Nederlands team mee ging trainen, heb ik alle namen gegoogeld, zodat ik een beetje wist wie wie was. Jou kende ik al wel van naam, jij was een beetje het gezicht van het Nederlands team. Maar onze eerste ontmoeting... Weet jij die nog?” Laura knikt: “Onze fysiotherapeute had tegen mij al gezegd: ‘Bij Jong Oranje speelt een meisje dat heel veel potentie en talent heeft, maar het is nog de vraag of ze doorgaat met volleybal, want ze kan ook model worden.’ Toen kwam dat meisje uit Amsterdam binnen bij ons om mee te trainen... Ik vond jou meteen leuk, want je maakte meteen een praatje met me. De meeste jonge, nieuwe meiden zijn heel bleu en verlegen, maar jij had een beetje die Amsterdamse bravoure.” Nika: “Er waren wel meiden voor wie ik een beetje bang was, hoor. Ik ga geen namen noemen. En er waren er een paar bij wie ik me meteen goed voelde. Jij was ook iemand die meteen een praatje maakte met de jonge meiden.” Jullie zijn in 2018 en 2019 ook ploeggenoten geweest bij Firenze. Waarom klikt het zo goed tussen jullie? Laura: “Het eerste seizoen gingen we nog niet heel veel met elkaar om, maar in het tweede wel. Iedere vrije avond gingen we samen The Voice of Holland kijken op de bank. Toen merkte ik ook dat we dezelfde interesses hebben. We houden allebei van die crime scene-achtige series.” Nika: “En we hebben dezelfde humor, zijn allebei gek van Amsterdam.” En gingen jullie ook samen shoppen of af en toe op stap? Laura: “We waren meer van het bankhangen met een groentesoepje erbij. Of we aten samen wraps. Want we zijn ook taste sisters, vinden dezelfde dingen lekker en lusten dezelfde dingen niet.” Nika: “We houden allebei niet van vis.” Beschrijf jij Laura eens, Nika? Nika: “Lau is heel positief, zorgzaam en grappig. Ze staat altijd voor iedereen klaar. En ze is een doorzetter. Lau is ook altijd in voor iets leuks. En ze is heel ondernemend, dat zie je ook aan haar kledinglijn die ze is begonnen. Gewoon een heel leuk mens.” Laura: “Ik word hier wel een beetje ongemakkelijk van, hoor.” Beschrijf jij Nika eens? Laura: “Nika kijkt altijd eerst een beetje de kat uit de boom. Maar als je haar beter leert kennen, is ze zo grappig en lief. Jij bent ook zorgzaam en soms een beetje rebels.” Jullie zien elkaar nu alleen bij het Nederlands team. Appen en bellen jullie elkaar vaak? Nika: “We hebben bijna elke dag wel contact.” Laura: “Als we twee dagen geen contact hebben, maak ik me meteen zorgen.” Nika: “We appen elkaar over de dagelijkse dingen. Een beetje ventileren wat we meemaken. Als ik op volleybalgebied ergens mee zit, dan app of bel ik Lau, want bij haar kan ik echt alles kwijt. Ook de leuke dingen, hoor.” Laura, hoe kijk jij naar de meiden die de laatste tijd zijn doorgebroken bij het Nederlands team? Laura: “Geweldig om te zien. Er zit zoveel potentie in de spelersgroep. Ik heb alleen het gevoel dat de afgelopen jaren er niet echt uit is gehaald wat erin zit. Nu, met de nieuwe bondscoach Felix Koslowski, verandert dat. Hij heeft gekozen voor een andere manier van trainen en spelen. Veel speelsters komen veel beter tot hun recht. Ik zie het voor de toekomst zonnig in. Misschien komen de Spelen in Parijs nog iets te vroeg, maar daarna gaan we veel van dit Nederlands team horen.” Hoe zou jij de nieuwe generatie omschrijven? Laura: “Onze generatie overkwam alles een beetje. Als ik kijk naar de speelsters die er de laatste tijd bij zijn gekomen: veel van hen hebben lang in het talententeam op Papendal gespeeld, zij zijn best verwend geweest, alles werd voor hen geregeld. Dat is goed voor hen geweest, maar het is belangrijk dat die speelsters nu allemaal de stap naar het buitenland hebben gemaakt en vlieguren maken. In het buitenland word je volwassen, als mens en speelster. Op dat laatste vlak kan de huidige selectie nog stappen maken.” Merk jij dat Laura met haar 33 jaar een beetje de wijze vrouw van de nationale ploeg is? Nika, lachend: “Ze is niet de wijsneus, maar de wijsvrouw. Lau heeft zoveel ervaring, zoveel meegemaakt. En ze kan alles ook nog eens heel goed overbrengen op de jonge meiden. Zij is een leider, in het veld trekt zij echt de kar.” Hoe beleefde jij trouwens de Spelen in Rio, waarop Nederland vierde werd? Je had al je debuut gemaakt in Oranje, maar bondscoach Giovanni Guidetti nam je destijds niet mee. Nika: “Er was nog niet echt een kans dat ik mee zou gaan, hoor...” Laura, lachend: “Hoe oud was je toen? Twaalf?” Nika, lachend: “Achttien. Ik had net een paar keer meegetraind en was toen ook nog aan het beachvolleyballen.” Laura, jij maakt al twee jaar de podcast Over de top met collega-volleybalsters Robin de Kruijf, Myrthe Schoot en Maret Grothues. Zij zwaaiden allemaal af bij Oranje. Mis je hen om je heen? Laura: “Natuurlijk. Met Maret heb ik zeven jaar een kamer gedeeld tijdens toernooien. Ik zag haar meer dan mijn familie. Robin, Myrthe en Maret waren ook allemaal persoonlijkheden waar een team veel aan heeft. Zij gingen altijd voorop in de strijd. Jongen meiden kunnen veel van zulke speelsters leren.” Helden Magazine editie 68 Het eerste gedeelte van het verhaal van Laura Dijkema en Nika Daalderop komt voort uit Helden Magazine nummer 68. Max Verstappen kleurt de wereld oranje. Max Verstappen is hard op weg om voor het derde jaar op rij de wereldtitel Formule 1 te pakken. In aanloop naar de Grand Prix van Zandvoort, die hij afgelopen twee jaar won, siert hij de cover van Helden. We volgden de coureur vanuit de paddock en zagen hoe moeilijk het is voor ploeggenoot Sergio Perez om staande te blijven in zijn schaduw. In de 68ste editie van Helden ook volop aandacht voor het nieuwe voetbalseizoen. Een gesprek met Mats Wieffer, dé ontdekking van vorig seizoen, over zijn doorbraak bij Feyenoord en Oranje. Maurice Steijn werd tot veler verrassing de nieuwe trainer van Ajax. Een groot interview met de man die na een teleurstellend seizoen voor nieuwe successen moet zorgen. Luuk de Jong is spits en aanvoerder van PSV, hij vertelt over bondscoach Ronald Koeman, oud-trainer Ruud van Nistelrooij, nieuwe trainer Peter Bosz, oud-ploeggenoot Xavi Simons en nieuwe teamgenoot Noa Lang. Ryan Gravenberch kende een lastig eerste seizoen bij Bayern München. Hij wil er dit seizoen staan en weer een vaste waarde voor Oranje worden. Verder in de nieuwe Helden. Atleten Lieke Klaver en Terrence Agard vormen een razendsnel koppel. Turners Loran de Munck en Casimir Schmidt zijn maatjes en tegenpolen. Anne van Dam is de beste golfster van Nederland, ze vertelt over anger management, wonen in Amerika en de Big Green Egg Open. Hockeyster Laurien Leurink won met Oranje alles wat er te winnen viel. Mede door de ongeneeslijke ziekte van zus Marije zwaaide ze af. Ook is er veel aandacht voor de European Para Championships in Rotterdam. Een gesprek met rolstoelbasketbalster Bo Kramer, bij wie op jonge leeftijd botkanker in haar been werd geconstateerd. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine editie 68! Wil je geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Abonneer je nu snel en ontvang de Helden Magazine op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Blijf daarnaast op de hoogte van het recentste sportnieuws en leuke winacties door je aan te melden op onze nieuwsbrief en volg ons op onze social mediakanalen.