Word abonnee
Meer

Motorcross

Collin Veijer: Motormuis

Collin Veijer (19) zorgde er vorig seizoen voor dat Nederland voor het eerst sinds 33 jaar weer een Grand Prix-winnaar heeft in de motorsport. Op 12 november won hij de GP van Maleisië en dat in zijn debuutjaar. In aanloop naar zijn tweede seizoen in de Moto3, dat op 8 maart van start is gegaan, legden we hem in Helden Magazine 71 vier stellingen voor. Een gesprek over aandacht van vrouwen, motorsport-DNA, het Max Verstappen-effect en de wereldtitel. Sinds mijn eerste Grand Prix zege in de Moto3-klasse heb ik over aandacht van vrouwen niet te klagen Lachend: “Ik kijk daar eerlijk gezegd niet heel erg naar. Ik kreeg wel wat meer DM’s op Instagram binnen van vrouwen dan ik normaal krijg.” Wat is er allemaal veranderd in je leven na de overwinning op 12 november vorig jaar? “Vooral de aandacht. In de kring mensen die ik om mij heen heb, is er niks veranderd. Maar van buitenaf zie je wel dat wanneer je succes hebt, mensen je ineens heel leuk vinden. Daar zitten veel goede mensen tussen, maar ook wat mindere.” Heb je na de overwinning contact gehad met de laatste Nederlandse Grand Prix-winnaar Hans Spaan? “Ik heb geen persoonlijk contact met hem gehad, maar via Ziggo kreeg ik wel een videoboodschap van hem te zien. Dat was erg leuk.” Wat hebben je ouders tegen je gezegd na jouw overwinning? “Mijn vader is er altijd bij en maakt alles van dichtbij mee. Na de race zei hij tegen mij: ‘Leuk dat je hem gewonnen hebt, maar we zijn hier niet om één race te winnen. We zijn hier om er meerdere te winnen. Hou beide benen op de grond en ga niet gek doen.’” Heb je na de eerste GP-zege een cadeautje voor je ouders gekocht? “Nee, voor dat soort dingen zijn wij allemaal iets te nuchter.” Hoe verschilt jouw leven met dat van een normale negentienjarige? Lachend: “Ik krijg iets meer geld dan de gemiddelde negentienjarige. Ik ga sinds mijn zestiende niet meer naar school en ben elke dag aan het trainen. Dat doet de gemiddelde negentienjarige natuurlijk niet, die gaat gewoon nog naar school of is net begonnen met werken.” Wat vinden jouw oud-klasgenoten van wat je nu doet? “Met de meesten heb ik geen contact meer. Degenen die ik spreek, vinden het wel leuk, maar ik probeer gewoon zo normaal mogelijk tegen iedereen te doen. Ik voel me niet speciaal.” Lachend: “We doen allemaal ons ding en aan het einde van de dag poep ik ook gewoon.” ''Ik probeer gewoon zo normaal mogelijk tegen iedereen te doen, voel me niet speciaal. We doen allemaal ons ding en aan het einde van de dag poep ik ook gewoon.'' Zou je soms willen dat jouw leven iets meer op dat van een ‘normale’ negentienjarige leek? “Soms wel. Dat probeer ik in te halen in december. Dan kom ik vanuit Barcelona naar Nederland en ga ik naast het trainen af en toe met vrienden op stap en zie ik mijn familie wat meer. Ik ben de rest van het jaar vrij hard voor mezelf. Als ik een keer op stap ga, dan zorg ik dat ik de volgende dag gewoon weer op de fiets zit om aan mijn conditie te werken.” Helden Magazine 71 Het eerste gedeelte van het interview met Collin Veijer is afkomstig uit de tweede uitgave van 2024. De 71ste editie van Helden Magazine is voor het eerst in België te bewonderen! Deze mijlpaal wordt gevierd met twee verschillende sporters op de cover: Estavana Polman in Nederland en Wout van Aert in België. In een openhartig interview deelt Estavana Polman, het gezicht van het Nederlandse handbalteam, haar verhaal over de voorbereidingen op het olympisch kwalificatietoernooi. Daarbij komen ook haar persoonlijke uitdagingen, zoals haar relatie met Rafael van der Vaart, het moederschap en haar blessures ter sprake. Alleskunner Wout van Aert laat dit jaar de Tour de France schieten en kiest voor het eerst voor de Giro d’Italia. De Belgische renner spreekt zich uit over het nieuwe traject, Mathieu van der Poel, Visma-Lease a Bike en de Olympische Spelen. In deze editie van Helden wordt er ook veel aandacht besteed aan voetbal. Esmee Brugts, bekroond als Talent van het Jaar, maakte afgelopen zomer een droomtransfer naar FC Barcelona. Experts laten zich daarnaast uit over Jerdy Schouten, de sleutelspeler van PSV, dat op weg is naar het landskampioenschap en het EK met Oranje in Duitsland. We blikken terug op de legendarische wedstrijd tegen Portugal tijdens het WK van 2006 met Khalid Boulahrouz en bezoeken verdediger Bart Nieuwkoop in Rotterdam. Met Manchester City won Kevin De Bruyne alles wat er te winnen valt. Kenners spreken zich uit over onder meer zijn weergaloze traptechniek en fabuleuze inzicht. In ‘De Dag Dat Alles Misging’ kijken Sigi Lens en Edu Nandlal terug op de vliegtuigcrash in Suriname. Ze hebben de verschrikkelijke SLM-ramp overleefd die zich 35 jaar geleden heeft voorgedaan. Verder in de 140 pagina’s tellende editie deelt marathonloopster Anne Luijten haar bewogen jaar met de lezers. Ze liep de olympische limiet, trouwde, maar verloor ook haar trouwste fan: vader Jos. Zwemfenomeen Ian Thorpe blikt terug op zijn legendarische races en vriendschap met Pieter van den Hoogenband. Victoria Koblenko gaat in gesprek met Ranomi Kromowidjojo, drievoudig olympisch kampioen en zeventienvoudig wereldkampioen zwemmen en kickbokslegende Peter Aerts, een grootheid in Japan, spreekt onder meer over het oprichten van zijn eigen bond LEGEND.
Collin Veijer (19) zorgde er vorig seizoen voor dat Nederland voor het eerst sinds 33 jaar weer een Grand Prix-winnaar heeft in de motorsport. Op 12 november won hij de GP van Maleisië en dat in zijn debuutjaar. In aanloop naar zijn tweede seizoen in de Moto3, dat op 8 maart van start is gegaan, legden we hem in Helden Magazine 71 vier stellingen voor. Een gesprek over aandacht van vrouwen, motorsport-DNA, het Max Verstappen-effect en de wereldtitel. Sinds mijn eerste Grand Prix zege in de Moto3-klasse heb ik over aandacht van vrouwen niet te klagen Lachend: “Ik kijk daar eerlijk gezegd niet heel erg naar. Ik kreeg wel wat meer DM’s op Instagram binnen van vrouwen dan ik normaal krijg.” Wat is er allemaal veranderd in je leven na de overwinning op 12 november vorig jaar? “Vooral de aandacht. In de kring mensen die ik om mij heen heb, is er niks veranderd. Maar van buitenaf zie je wel dat wanneer je succes hebt, mensen je ineens heel leuk vinden. Daar zitten veel goede mensen tussen, maar ook wat mindere.” Heb je na de overwinning contact gehad met de laatste Nederlandse Grand Prix-winnaar Hans Spaan? “Ik heb geen persoonlijk contact met hem gehad, maar via Ziggo kreeg ik wel een videoboodschap van hem te zien. Dat was erg leuk.” Wat hebben je ouders tegen je gezegd na jouw overwinning? “Mijn vader is er altijd bij en maakt alles van dichtbij mee. Na de race zei hij tegen mij: ‘Leuk dat je hem gewonnen hebt, maar we zijn hier niet om één race te winnen. We zijn hier om er meerdere te winnen. Hou beide benen op de grond en ga niet gek doen.’” Heb je na de eerste GP-zege een cadeautje voor je ouders gekocht? “Nee, voor dat soort dingen zijn wij allemaal iets te nuchter.” Hoe verschilt jouw leven met dat van een normale negentienjarige? Lachend: “Ik krijg iets meer geld dan de gemiddelde negentienjarige. Ik ga sinds mijn zestiende niet meer naar school en ben elke dag aan het trainen. Dat doet de gemiddelde negentienjarige natuurlijk niet, die gaat gewoon nog naar school of is net begonnen met werken.” Wat vinden jouw oud-klasgenoten van wat je nu doet? “Met de meesten heb ik geen contact meer. Degenen die ik spreek, vinden het wel leuk, maar ik probeer gewoon zo normaal mogelijk tegen iedereen te doen. Ik voel me niet speciaal.” Lachend: “We doen allemaal ons ding en aan het einde van de dag poep ik ook gewoon.” ''Ik probeer gewoon zo normaal mogelijk tegen iedereen te doen, voel me niet speciaal. We doen allemaal ons ding en aan het einde van de dag poep ik ook gewoon.'' Zou je soms willen dat jouw leven iets meer op dat van een ‘normale’ negentienjarige leek? “Soms wel. Dat probeer ik in te halen in december. Dan kom ik vanuit Barcelona naar Nederland en ga ik naast het trainen af en toe met vrienden op stap en zie ik mijn familie wat meer. Ik ben de rest van het jaar vrij hard voor mezelf. Als ik een keer op stap ga, dan zorg ik dat ik de volgende dag gewoon weer op de fiets zit om aan mijn conditie te werken.” Helden Magazine 71 Het eerste gedeelte van het interview met Collin Veijer is afkomstig uit de tweede uitgave van 2024. De 71ste editie van Helden Magazine is voor het eerst in België te bewonderen! Deze mijlpaal wordt gevierd met twee verschillende sporters op de cover: Estavana Polman in Nederland en Wout van Aert in België. In een openhartig interview deelt Estavana Polman, het gezicht van het Nederlandse handbalteam, haar verhaal over de voorbereidingen op het olympisch kwalificatietoernooi. Daarbij komen ook haar persoonlijke uitdagingen, zoals haar relatie met Rafael van der Vaart, het moederschap en haar blessures ter sprake. Alleskunner Wout van Aert laat dit jaar de Tour de France schieten en kiest voor het eerst voor de Giro d’Italia. De Belgische renner spreekt zich uit over het nieuwe traject, Mathieu van der Poel, Visma-Lease a Bike en de Olympische Spelen. In deze editie van Helden wordt er ook veel aandacht besteed aan voetbal. Esmee Brugts, bekroond als Talent van het Jaar, maakte afgelopen zomer een droomtransfer naar FC Barcelona. Experts laten zich daarnaast uit over Jerdy Schouten, de sleutelspeler van PSV, dat op weg is naar het landskampioenschap en het EK met Oranje in Duitsland. We blikken terug op de legendarische wedstrijd tegen Portugal tijdens het WK van 2006 met Khalid Boulahrouz en bezoeken verdediger Bart Nieuwkoop in Rotterdam. Met Manchester City won Kevin De Bruyne alles wat er te winnen valt. Kenners spreken zich uit over onder meer zijn weergaloze traptechniek en fabuleuze inzicht. In ‘De Dag Dat Alles Misging’ kijken Sigi Lens en Edu Nandlal terug op de vliegtuigcrash in Suriname. Ze hebben de verschrikkelijke SLM-ramp overleefd die zich 35 jaar geleden heeft voorgedaan. Verder in de 140 pagina’s tellende editie deelt marathonloopster Anne Luijten haar bewogen jaar met de lezers. Ze liep de olympische limiet, trouwde, maar verloor ook haar trouwste fan: vader Jos. Zwemfenomeen Ian Thorpe blikt terug op zijn legendarische races en vriendschap met Pieter van den Hoogenband. Victoria Koblenko gaat in gesprek met Ranomi Kromowidjojo, drievoudig olympisch kampioen en zeventienvoudig wereldkampioen zwemmen en kickbokslegende Peter Aerts, een grootheid in Japan, spreekt onder meer over het oprichten van zijn eigen bond LEGEND.

Shorttrack

Xandra en Michelle Velzeboer: ‘Bij ons is dat filter weg’

Xandra en Michelle Velzeboer zijn zusjes, shorttrackers en huisgenoten. De een, Xandra, heeft op haar 22ste al zes wereldtitels en olympisch goud op zak. De ander, Michelle, is twintig en klopt hard op de deur. We leggen hen acht stellingen voor in aanloop naar de WK in Ahoy (15-17 maart), waar ze samen goud hopen te winnen op de relay. Het is dat we allebei aan shorttrack doen, maar verder zijn we tegenpolen Xandra: “We hebben verschillende karakters, maar tegenpolen vind ik een te groot woord.” Michelle: “Ik denk dat jij van jongs af aan wat zelfverzekerder bent dan ik, Xan. En jij bent ook wat overheersender.” Xandra, lachend: “Ik weet niet of dat echt zo is, of dat jij dat gevoel gewoon hebt. Ik zoek jou minder snel op als ik ergens mee zit dan jij mij, deel het dan eerder met mijn vriend Dennis of onze ouders. Terwijl jij juist eerder bij mij aanklopt, Mies. Niet lullig bedoeld, maar ik vraag jou niet zo snel om advies en denk ook dat ik dat minder snel aan zou nemen. Ik ben toch anderhalf jaar ouder en dus de ‘grote’ zus...” Michelle: “Dat snap ik ook, hoor. Ik denk ook niet dat ik jou goed genoeg kan helpen met dingen waar jij tegenaan loopt.” Ben jij ook een beetje de beschermende grote zus voor Michelle? Xandra: “Nou, als Mies zich ergens zorgen om maakt, dan kan ik me er weer zorgen om maken dat zij ergens mee zit. Ik heb dan het gevoel dat ik iets op moet lossen voor haar.” Is jullie band veranderd met de jaren? Michelle: “Niet heel erg. We konden toen we nog thuis bij onze ouders woonden soms wel echt ruzie hebben en dat gebeurt soms nog weleens. Dan kan het er pittig aan toegaan. We beoefenen dezelfde sport, trainen samen, wonen bij elkaar en voorheen volgden we ook nog dezelfde studie. We zagen elkaar dus zo’n beetje dag en nacht, dat kan ook weleens voor irritatie zorgen.” Xandra: “De emmer kan af en toe overlopen en dan komt alles er in één keer uit. Daarna kunnen we weer een tijdje vooruit.” Michelle: “Op het ijs hebben we nooit echt ruzie.” Xandra: “De anderen hebben het in elk geval niet door. Als jij er even niet lekker in zit, dan ga ik niet zeggen: wat vervelend voor je. Nee, dan roep ik juist: kom op, niet zeuren, doorgaan! Dan reageer ik eerder een beetje bozig.” Michelle: “En op zo’n moment denk en zeg ik: jij hebt makkelijk praten, bij jou gaat het altijd goed.” Xandra: “Ik kan tegelijkertijd weleens ergens onzeker over doen en dan zeg jij: ‘Dat slaat echt nergens op dat je daar onzeker over bent. Je rijdt gewoon goed.’” Is er ook weleens sprake van een concurrentiestrijd tussen jullie? Xandra: “Nou, ik ben heel competitief. Vroeger wilde ik echt niet dat Mies ergens beter in was dan ik.” Michelle, lachend: “Dat is tegenwoordig nog niet veel anders, hoor.” Michelle: ‘Ik was alleen maar op één been aan het zwieren, zat ook op ballet. Ik was veel meer een meisje-meisje dan jij, Xan. Jij was van de stoere dingen’ Xandra: “Doordat we anderhalf jaar in leeftijd verschillen, zaten we het ene jaar in dezelfde leeftijdscategorie en het andere jaar niet. In de jaren dat we het tegen elkaar op moesten nemen, zeiden andere ouders geregeld tegen mij: ‘Nou, pas maar op, want je zusje komt eraan. Ze gaat je straks verslaan.’ Vreselijk als mensen dat zeiden. Nu sta ik er anders in. Ik vind het juist heel vet als we samen A-finales rijden, dat hebben we al een paar keer gedaan. Hoe mooi is het dat we samen aan de start staan en allebei wereldkampioen kunnen worden?” Helden Magazine 70 Het eerste gedeelte van het interview met Xandra en Michelle Velzeboer komt voort uit het eerste nummer van 2024. Jutta Leerdam schittert op de cover van de zeventigste editie van Helden. Ze heeft een grote schare fans en volgers. Hoe kijkt ze naar zichzelf? En hoe kijken anderen naar haar. ‘’Echt, schaatsen staat bij mij altijd voorop.’’ In Helden Magazine 70 is er veel aandacht voor de wintersporten. Het jonge Amerikaanse fenomeen Jordan Stolz vragen we naar zijn geheim en de samenwerking met Irene Schouten en Jillert Anema. Shorttracker Jens van ’t Wout ontmoet Victoria Koblenko. Daarnaast is er ook aandacht voor voetbal. Peter Bosz is met PSV hard op weg naar zijn eerste landstitel. De kans is groot dat PSV zijn laatste club is als trainer. Calvin Stengs is helemaal terug, schittert bij Feyenoord en Oranje. We gingen langs bij Calvin, zijn vriendin Beau de Boer – dochter van Frank de Boer – en zoontje Saint. Frits Barend eert Ruud Geels, de vaak verguisde spits die in november overleed en oud-voetballer Michael Mols spreekt over de tumor die in zijn hoofd werd ontdekt. Verder kwam wielrenner Milan Vader in 2022 zwaar ten val, lag in coma en keerde na een lange revalidatie terug aan de top, met dank aan vriendin Ilse Lutke die niet van zijn zijde week. Veldrijdster Fem van Empel is een multitalent, maar het is wel wennen dat iedereen haar vergelijkt met Mathieu van der Poel. Tallon Griekspoor is de beste tennisser van Nederland, we spraken hem samen met zijn broers Kevin en Scott in aanloop naar de ABN AMRO Open. Als laatste stroomt het racen bij duizendpoot Tom Coronel door zijn bloed. “Max Verstappen is beter dan iedereen die ik ooit heb gezien.” Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 70 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van jouw favoriete sporters? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.
Xandra en Michelle Velzeboer zijn zusjes, shorttrackers en huisgenoten. De een, Xandra, heeft op haar 22ste al zes wereldtitels en olympisch goud op zak. De ander, Michelle, is twintig en klopt hard op de deur. We leggen hen acht stellingen voor in aanloop naar de WK in Ahoy (15-17 maart), waar ze samen goud hopen te winnen op de relay. Het is dat we allebei aan shorttrack doen, maar verder zijn we tegenpolen Xandra: “We hebben verschillende karakters, maar tegenpolen vind ik een te groot woord.” Michelle: “Ik denk dat jij van jongs af aan wat zelfverzekerder bent dan ik, Xan. En jij bent ook wat overheersender.” Xandra, lachend: “Ik weet niet of dat echt zo is, of dat jij dat gevoel gewoon hebt. Ik zoek jou minder snel op als ik ergens mee zit dan jij mij, deel het dan eerder met mijn vriend Dennis of onze ouders. Terwijl jij juist eerder bij mij aanklopt, Mies. Niet lullig bedoeld, maar ik vraag jou niet zo snel om advies en denk ook dat ik dat minder snel aan zou nemen. Ik ben toch anderhalf jaar ouder en dus de ‘grote’ zus...” Michelle: “Dat snap ik ook, hoor. Ik denk ook niet dat ik jou goed genoeg kan helpen met dingen waar jij tegenaan loopt.” Ben jij ook een beetje de beschermende grote zus voor Michelle? Xandra: “Nou, als Mies zich ergens zorgen om maakt, dan kan ik me er weer zorgen om maken dat zij ergens mee zit. Ik heb dan het gevoel dat ik iets op moet lossen voor haar.” Is jullie band veranderd met de jaren? Michelle: “Niet heel erg. We konden toen we nog thuis bij onze ouders woonden soms wel echt ruzie hebben en dat gebeurt soms nog weleens. Dan kan het er pittig aan toegaan. We beoefenen dezelfde sport, trainen samen, wonen bij elkaar en voorheen volgden we ook nog dezelfde studie. We zagen elkaar dus zo’n beetje dag en nacht, dat kan ook weleens voor irritatie zorgen.” Xandra: “De emmer kan af en toe overlopen en dan komt alles er in één keer uit. Daarna kunnen we weer een tijdje vooruit.” Michelle: “Op het ijs hebben we nooit echt ruzie.” Xandra: “De anderen hebben het in elk geval niet door. Als jij er even niet lekker in zit, dan ga ik niet zeggen: wat vervelend voor je. Nee, dan roep ik juist: kom op, niet zeuren, doorgaan! Dan reageer ik eerder een beetje bozig.” Michelle: “En op zo’n moment denk en zeg ik: jij hebt makkelijk praten, bij jou gaat het altijd goed.” Xandra: “Ik kan tegelijkertijd weleens ergens onzeker over doen en dan zeg jij: ‘Dat slaat echt nergens op dat je daar onzeker over bent. Je rijdt gewoon goed.’” Is er ook weleens sprake van een concurrentiestrijd tussen jullie? Xandra: “Nou, ik ben heel competitief. Vroeger wilde ik echt niet dat Mies ergens beter in was dan ik.” Michelle, lachend: “Dat is tegenwoordig nog niet veel anders, hoor.” Michelle: ‘Ik was alleen maar op één been aan het zwieren, zat ook op ballet. Ik was veel meer een meisje-meisje dan jij, Xan. Jij was van de stoere dingen’ Xandra: “Doordat we anderhalf jaar in leeftijd verschillen, zaten we het ene jaar in dezelfde leeftijdscategorie en het andere jaar niet. In de jaren dat we het tegen elkaar op moesten nemen, zeiden andere ouders geregeld tegen mij: ‘Nou, pas maar op, want je zusje komt eraan. Ze gaat je straks verslaan.’ Vreselijk als mensen dat zeiden. Nu sta ik er anders in. Ik vind het juist heel vet als we samen A-finales rijden, dat hebben we al een paar keer gedaan. Hoe mooi is het dat we samen aan de start staan en allebei wereldkampioen kunnen worden?” Helden Magazine 70 Het eerste gedeelte van het interview met Xandra en Michelle Velzeboer komt voort uit het eerste nummer van 2024. Jutta Leerdam schittert op de cover van de zeventigste editie van Helden. Ze heeft een grote schare fans en volgers. Hoe kijkt ze naar zichzelf? En hoe kijken anderen naar haar. ‘’Echt, schaatsen staat bij mij altijd voorop.’’ In Helden Magazine 70 is er veel aandacht voor de wintersporten. Het jonge Amerikaanse fenomeen Jordan Stolz vragen we naar zijn geheim en de samenwerking met Irene Schouten en Jillert Anema. Shorttracker Jens van ’t Wout ontmoet Victoria Koblenko. Daarnaast is er ook aandacht voor voetbal. Peter Bosz is met PSV hard op weg naar zijn eerste landstitel. De kans is groot dat PSV zijn laatste club is als trainer. Calvin Stengs is helemaal terug, schittert bij Feyenoord en Oranje. We gingen langs bij Calvin, zijn vriendin Beau de Boer – dochter van Frank de Boer – en zoontje Saint. Frits Barend eert Ruud Geels, de vaak verguisde spits die in november overleed en oud-voetballer Michael Mols spreekt over de tumor die in zijn hoofd werd ontdekt. Verder kwam wielrenner Milan Vader in 2022 zwaar ten val, lag in coma en keerde na een lange revalidatie terug aan de top, met dank aan vriendin Ilse Lutke die niet van zijn zijde week. Veldrijdster Fem van Empel is een multitalent, maar het is wel wennen dat iedereen haar vergelijkt met Mathieu van der Poel. Tallon Griekspoor is de beste tennisser van Nederland, we spraken hem samen met zijn broers Kevin en Scott in aanloop naar de ABN AMRO Open. Als laatste stroomt het racen bij duizendpoot Tom Coronel door zijn bloed. “Max Verstappen is beter dan iedereen die ik ooit heb gezien.” Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 70 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van jouw favoriete sporters? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.

Shorttrack

Jens van’t Wout: ‘Naast schaatsen kan ik helemaal niets’

Jens van ’t Wout (22) is het boegbeeld van een nieuwe generatie mannelijke shorttrackers. Victoria Koblenko trok naar Heerenveen om kennis te maken in aanloop naar de WK shorttrack (15-17 maart) in Rotterdam. “Eigenlijk komt het allemaal op hetzelfde neer: ik moet niet te veel denken, maar gewoon doen.” Een jaar geleden stond je met je broer Melle in Helden. Toen gold je nog een beetje als het grote, opkomende talent. Inmiddels zijn we onder andere drie Europese titels en een wereldtitel verder. Wat was het hoogtepunt van het afgelopen jaar? “Mijn eerste gouden medaille bij de World Cup in Salt Lake City. Ik won de 1500 meter en die overwinning had ik helemaal niet aan zien komen. Het jaar ervoor was ik niet eens in de buurt van een medaille gekomen. Ik won ineens aan het begin van vorig seizoen met een dikke voorsprong. Een dag later won ik ook meteen goud op mijn ‘slechtste’ afstand: de 500 meter.” Heb je al een verklaring voor waarom je ineens wel won? “Ervaring. Ik heb mezelf echt eerst moeten leren kennen om vertrouwen te kunnen halen uit mezelf. Als shorttracker moest ik in heel veel dingen vertrouwen krijgen: dat ik op kop kon rijden, dat ik niet te moe werd of dat ik ingehaald werd aan het einde en dat ik lang genoeg kon wachten voordat ik tot aanvallen overging. Stuk voor stuk zaken die heel grote impact hebben op het ijs. Eigenlijk komt het allemaal op hetzelfde neer: ik moet niet te veel denken, maar gewoon doen. Doen wat m’n lichaam wil doen: gewoon schaatsen.” ‘Gewoon’ schaatsen? Jij haalt er goud mee, dus zo gewoon is het niet. “Wat ik bedoel is dat je op je instinct af moet gaan als shorttracker.” ‘Ik denk dat ik zelfs liever heb dat mijn broer eerste wordt. Als ik zie wat hij er allemaal voor doet... Hij trok mij vroeger al altijd mee’ Veel sporters hoor ik altijd over ‘in een flow komen’. Kun jij mij uitleggen hoe je dat doet? “Ik focus me op het moment. Dat is nu een automatisme geworden, maar voorheen deed ik dat minder. Ik moet niet te veel vooruitdenken. De opdracht is heel simpel: ik moet naar de eerste plek, maar hoe ga ik dat doen? Dat is vaak niet te plannen. Het is een schakel van kleine kettingreacties. Plannen heeft daarom ook niet zoveel zin. Hoe het gaat verlopen? Geen idee. Als je je daaraan kunt overgeven, ben je al een heel eind. Je moet je als shorttracker over kunnen geven aan het nu.” Helden Magazine 70 Het eerste gedeelte van het interview met Jens van 't Wout komt voort uit het eerste nummer van 2024. Jutta Leerdam schittert op de cover van de zeventigste editie van Helden. Ze heeft een grote schare fans en volgers. Hoe kijkt ze naar zichzelf? En hoe kijken anderen naar haar. ‘’Echt, schaatsen staat bij mij altijd voorop.’’ In Helden Magazine 70 is er veel aandacht voor de wintersporten. Het jonge Amerikaanse fenomeen Jordan Stolz vragen we naar zijn geheim en de samenwerking met Irene Schouten en Jillert Anema. Shorttrackzusjes Xandra en Michelle Velzeboer veroveren samen de wereld, een dubbelinterview in aanloop naar de WK in Rotterdam. Daarnaast is er ook aandacht voor voetbal. Peter Bosz is met PSV hard op weg naar zijn eerste landstitel. De kans is groot dat PSV zijn laatste club is als trainer. Calvin Stengs is helemaal terug, schittert bij Feyenoord en Oranje. We gingen langs bij Calvin, zijn vriendin Beau de Boer – dochter van Frank de Boer – en zoontje Saint. Frits Barend eert Ruud Geels, de vaak verguisde spits die in november overleed en oud-voetballer Michael Mols spreekt over de tumor die in zijn hoofd werd ontdekt. Verder kwam wielrenner Milan Vader in 2022 zwaar ten val, lag in coma en keerde na een lange revalidatie terug aan de top, met dank aan vriendin Ilse Lutke die niet van zijn zijde week. Veldrijdster Fem van Empel is een multitalent, maar het is wel wennen dat iedereen haar vergelijkt met Mathieu van der Poel. Tallon Griekspoor is de beste tennisser van Nederland, we spraken hem samen met zijn broers Kevin en Scott in aanloop naar de ABN AMRO Open. Als laatste stroomt het racen bij duizendpoot Tom Coronel door zijn bloed. “Max Verstappen is beter dan iedereen die ik ooit heb gezien.” Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 70 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van jouw favoriete sporters? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.
Jens van ’t Wout (22) is het boegbeeld van een nieuwe generatie mannelijke shorttrackers. Victoria Koblenko trok naar Heerenveen om kennis te maken in aanloop naar de WK shorttrack (15-17 maart) in Rotterdam. “Eigenlijk komt het allemaal op hetzelfde neer: ik moet niet te veel denken, maar gewoon doen.” Een jaar geleden stond je met je broer Melle in Helden. Toen gold je nog een beetje als het grote, opkomende talent. Inmiddels zijn we onder andere drie Europese titels en een wereldtitel verder. Wat was het hoogtepunt van het afgelopen jaar? “Mijn eerste gouden medaille bij de World Cup in Salt Lake City. Ik won de 1500 meter en die overwinning had ik helemaal niet aan zien komen. Het jaar ervoor was ik niet eens in de buurt van een medaille gekomen. Ik won ineens aan het begin van vorig seizoen met een dikke voorsprong. Een dag later won ik ook meteen goud op mijn ‘slechtste’ afstand: de 500 meter.” Heb je al een verklaring voor waarom je ineens wel won? “Ervaring. Ik heb mezelf echt eerst moeten leren kennen om vertrouwen te kunnen halen uit mezelf. Als shorttracker moest ik in heel veel dingen vertrouwen krijgen: dat ik op kop kon rijden, dat ik niet te moe werd of dat ik ingehaald werd aan het einde en dat ik lang genoeg kon wachten voordat ik tot aanvallen overging. Stuk voor stuk zaken die heel grote impact hebben op het ijs. Eigenlijk komt het allemaal op hetzelfde neer: ik moet niet te veel denken, maar gewoon doen. Doen wat m’n lichaam wil doen: gewoon schaatsen.” ‘Gewoon’ schaatsen? Jij haalt er goud mee, dus zo gewoon is het niet. “Wat ik bedoel is dat je op je instinct af moet gaan als shorttracker.” ‘Ik denk dat ik zelfs liever heb dat mijn broer eerste wordt. Als ik zie wat hij er allemaal voor doet... Hij trok mij vroeger al altijd mee’ Veel sporters hoor ik altijd over ‘in een flow komen’. Kun jij mij uitleggen hoe je dat doet? “Ik focus me op het moment. Dat is nu een automatisme geworden, maar voorheen deed ik dat minder. Ik moet niet te veel vooruitdenken. De opdracht is heel simpel: ik moet naar de eerste plek, maar hoe ga ik dat doen? Dat is vaak niet te plannen. Het is een schakel van kleine kettingreacties. Plannen heeft daarom ook niet zoveel zin. Hoe het gaat verlopen? Geen idee. Als je je daaraan kunt overgeven, ben je al een heel eind. Je moet je als shorttracker over kunnen geven aan het nu.” Helden Magazine 70 Het eerste gedeelte van het interview met Jens van 't Wout komt voort uit het eerste nummer van 2024. Jutta Leerdam schittert op de cover van de zeventigste editie van Helden. Ze heeft een grote schare fans en volgers. Hoe kijkt ze naar zichzelf? En hoe kijken anderen naar haar. ‘’Echt, schaatsen staat bij mij altijd voorop.’’ In Helden Magazine 70 is er veel aandacht voor de wintersporten. Het jonge Amerikaanse fenomeen Jordan Stolz vragen we naar zijn geheim en de samenwerking met Irene Schouten en Jillert Anema. Shorttrackzusjes Xandra en Michelle Velzeboer veroveren samen de wereld, een dubbelinterview in aanloop naar de WK in Rotterdam. Daarnaast is er ook aandacht voor voetbal. Peter Bosz is met PSV hard op weg naar zijn eerste landstitel. De kans is groot dat PSV zijn laatste club is als trainer. Calvin Stengs is helemaal terug, schittert bij Feyenoord en Oranje. We gingen langs bij Calvin, zijn vriendin Beau de Boer – dochter van Frank de Boer – en zoontje Saint. Frits Barend eert Ruud Geels, de vaak verguisde spits die in november overleed en oud-voetballer Michael Mols spreekt over de tumor die in zijn hoofd werd ontdekt. Verder kwam wielrenner Milan Vader in 2022 zwaar ten val, lag in coma en keerde na een lange revalidatie terug aan de top, met dank aan vriendin Ilse Lutke die niet van zijn zijde week. Veldrijdster Fem van Empel is een multitalent, maar het is wel wennen dat iedereen haar vergelijkt met Mathieu van der Poel. Tallon Griekspoor is de beste tennisser van Nederland, we spraken hem samen met zijn broers Kevin en Scott in aanloop naar de ABN AMRO Open. Als laatste stroomt het racen bij duizendpoot Tom Coronel door zijn bloed. “Max Verstappen is beter dan iedereen die ik ooit heb gezien.” Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 70 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van jouw favoriete sporters? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.

Autosport

De vijf gezichten van Tom Coronel

Het leven van Tom Coronel speelt zich af in de hoogste versnelling. Altijd, overal. Met een gerust hart kan hij de man met vijf gezichten genoemd worden: coureur, analist, ondernemer, entertainer en echtgenoot/ vader. Maar de kapstok waar alles aan hangt, is het racen. “Dat is waar ik iedere dag mijn bed voor uitkom.” Een monoloog voorafgaand aan een nieuw seizoen Formule 1, dat op 2 maart begint in Bahrein. De coureur “Ik heb een heel irritante prestatiedrang die ik goed kan gebruiken in de autosport en dan maakt het me niet uit waarin ik rijd, zolang het maar vier wielen heeft. Omdat ik het al 34 jaar doe, ken ik inmiddels alle trucjes wel. Ik weet zogezegd waar Abraham de mosterd haalt. Dat is ook het mooie aan racen, je verleert het nooit. Je moet alleen wel kilometers blijven maken om het gevoel scherp te houden, maar in principe word je niet langzamer. En dat blijkt nog altijd, gelukkig. Ik bedoel, ik ben 51 jaar, grijs en kaal, maar ik heb laatst in het Europees toerwagenkampioenschap weer een paar puppy’s laten zien dat je één ding never nooit moet doen: underestimate Tommy. Ik ben nog echt committed. En dat is de reden dat ik soms nog bijzondere dingen op de baan kan laten zien. Dat ik nog altijd zo gedreven ben, heeft een aantal redenen. Eén ervan is het reizen. Ik heb het reizen nodig. Dat is voor mij een soort verslaving. Ik ben in de eerste plaats een circuitdier. Als jij tegen mij zegt: ‘We gaan naar Barcelona’, dan denk ik niet aan die mooie gebouwen, musea of aan het strand. Nee, dan denk ik aan bocht negen. En als jij zegt Frankrijk, dan denk ik aan Paul Ricard. En bij Italië denk ik aan Imola of Monza. Racen is mijn referentie in het leven bij alles wat ik denk of doe. Er is niemand op de wereld die meer races rijdt dan ik. Bijna iedere dag ben ik wel op een circuit om te racen, les te geven, te testen of een presentatie te houden. Omdat ik verslaafd ben. Het is voor mij zowel levensbehoefte als levensstijl. Het racen, het reizen, de gezelligheid op het circuit; een beetje het zigeunerleven. Mijn teambaas François Verbist heeft al gezegd dat hij een zitje voor me vrijhoudt voor komend raceseizoen, in een oude Aston Martin. Vanaf 2001 rijd ik al toerwagens, maar ik wil nu GT’s gaan rijden. Een andere uitdaging. De toerwagens ken ik nu wel. Laatst op Monza was ik bij een test in mijn tweede ronde al twee seconden sneller dan de rest. Dan is het echt tijd voor iets anders. Ik heb mijn hele leven ook al GT’s gereden. In 2001 won ik vier GT-races. Dat is lang geleden, maar ja, een auto is een auto. Zolang je maar weet hoe je ’m de hoek om moet wurmen. Een GT is net even wat sterker, wat robuuster. Die moet je net even wat harder bij z’n ballen pakken. Dat lukt me wel.” Helden Magazine 70 Het eerste gedeelte van het interview met Tom Coronel komt voort uit het eerste nummer van 2024. Jutta Leerdam schittert op de cover van de zeventigste editie van Helden. Ze heeft een grote schare fans en volgers. Hoe kijkt ze naar zichzelf? En hoe kijken anderen naar haar. ‘’Echt, schaatsen staat bij mij altijd voorop.’’ In Helden Magazine 70 is er veel aandacht voor de wintersporten. Het jonge Amerikaanse fenomeen Jordan Stolz vragen we naar zijn geheim en de samenwerking met Irene Schouten en Jillert Anema. Shorttrackzusjes Xandra en Michelle Velzeboer veroveren samen de wereld, een dubbelinterview in aanloop naar de WK in Rotterdam. Collega-shorttracker Jens van ’t Wout ontmoet Victoria Koblenko. Daarnaast is er ook aandacht voor voetbal. Peter Bosz is met PSV hard op weg naar zijn eerste landstitel. De kans is groot dat PSV zijn laatste club is als trainer. Calvin Stengs is helemaal terug, schittert bij Feyenoord en Oranje. We gingen langs bij Calvin, zijn vriendin Beau de Boer – dochter van Frank de Boer – en zoontje Saint. Frits Barend eert Ruud Geels, de vaak verguisde spits die in november overleed en oud-voetballer Michael Mols spreekt over de tumor die in zijn hoofd werd ontdekt. Verder kwam wielrenner Milan Vader in 2022 zwaar ten val, lag in coma en keerde na een lange revalidatie terug aan de top, met dank aan vriendin Ilse Lutke die niet van zijn zijde week. Veldrijdster Fem van Empel is een multitalent, maar het is wel wennen dat iedereen haar vergelijkt met Mathieu van der Poel. Tallon Griekspoor is de beste tennisser van Nederland, we spraken hem samen met zijn broers Kevin en Scott in aanloop naar de ABN AMRO Open. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 70 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van jouw favoriete sporters? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.
Het leven van Tom Coronel speelt zich af in de hoogste versnelling. Altijd, overal. Met een gerust hart kan hij de man met vijf gezichten genoemd worden: coureur, analist, ondernemer, entertainer en echtgenoot/ vader. Maar de kapstok waar alles aan hangt, is het racen. “Dat is waar ik iedere dag mijn bed voor uitkom.” Een monoloog voorafgaand aan een nieuw seizoen Formule 1, dat op 2 maart begint in Bahrein. De coureur “Ik heb een heel irritante prestatiedrang die ik goed kan gebruiken in de autosport en dan maakt het me niet uit waarin ik rijd, zolang het maar vier wielen heeft. Omdat ik het al 34 jaar doe, ken ik inmiddels alle trucjes wel. Ik weet zogezegd waar Abraham de mosterd haalt. Dat is ook het mooie aan racen, je verleert het nooit. Je moet alleen wel kilometers blijven maken om het gevoel scherp te houden, maar in principe word je niet langzamer. En dat blijkt nog altijd, gelukkig. Ik bedoel, ik ben 51 jaar, grijs en kaal, maar ik heb laatst in het Europees toerwagenkampioenschap weer een paar puppy’s laten zien dat je één ding never nooit moet doen: underestimate Tommy. Ik ben nog echt committed. En dat is de reden dat ik soms nog bijzondere dingen op de baan kan laten zien. Dat ik nog altijd zo gedreven ben, heeft een aantal redenen. Eén ervan is het reizen. Ik heb het reizen nodig. Dat is voor mij een soort verslaving. Ik ben in de eerste plaats een circuitdier. Als jij tegen mij zegt: ‘We gaan naar Barcelona’, dan denk ik niet aan die mooie gebouwen, musea of aan het strand. Nee, dan denk ik aan bocht negen. En als jij zegt Frankrijk, dan denk ik aan Paul Ricard. En bij Italië denk ik aan Imola of Monza. Racen is mijn referentie in het leven bij alles wat ik denk of doe. Er is niemand op de wereld die meer races rijdt dan ik. Bijna iedere dag ben ik wel op een circuit om te racen, les te geven, te testen of een presentatie te houden. Omdat ik verslaafd ben. Het is voor mij zowel levensbehoefte als levensstijl. Het racen, het reizen, de gezelligheid op het circuit; een beetje het zigeunerleven. Mijn teambaas François Verbist heeft al gezegd dat hij een zitje voor me vrijhoudt voor komend raceseizoen, in een oude Aston Martin. Vanaf 2001 rijd ik al toerwagens, maar ik wil nu GT’s gaan rijden. Een andere uitdaging. De toerwagens ken ik nu wel. Laatst op Monza was ik bij een test in mijn tweede ronde al twee seconden sneller dan de rest. Dan is het echt tijd voor iets anders. Ik heb mijn hele leven ook al GT’s gereden. In 2001 won ik vier GT-races. Dat is lang geleden, maar ja, een auto is een auto. Zolang je maar weet hoe je ’m de hoek om moet wurmen. Een GT is net even wat sterker, wat robuuster. Die moet je net even wat harder bij z’n ballen pakken. Dat lukt me wel.” Helden Magazine 70 Het eerste gedeelte van het interview met Tom Coronel komt voort uit het eerste nummer van 2024. Jutta Leerdam schittert op de cover van de zeventigste editie van Helden. Ze heeft een grote schare fans en volgers. Hoe kijkt ze naar zichzelf? En hoe kijken anderen naar haar. ‘’Echt, schaatsen staat bij mij altijd voorop.’’ In Helden Magazine 70 is er veel aandacht voor de wintersporten. Het jonge Amerikaanse fenomeen Jordan Stolz vragen we naar zijn geheim en de samenwerking met Irene Schouten en Jillert Anema. Shorttrackzusjes Xandra en Michelle Velzeboer veroveren samen de wereld, een dubbelinterview in aanloop naar de WK in Rotterdam. Collega-shorttracker Jens van ’t Wout ontmoet Victoria Koblenko. Daarnaast is er ook aandacht voor voetbal. Peter Bosz is met PSV hard op weg naar zijn eerste landstitel. De kans is groot dat PSV zijn laatste club is als trainer. Calvin Stengs is helemaal terug, schittert bij Feyenoord en Oranje. We gingen langs bij Calvin, zijn vriendin Beau de Boer – dochter van Frank de Boer – en zoontje Saint. Frits Barend eert Ruud Geels, de vaak verguisde spits die in november overleed en oud-voetballer Michael Mols spreekt over de tumor die in zijn hoofd werd ontdekt. Verder kwam wielrenner Milan Vader in 2022 zwaar ten val, lag in coma en keerde na een lange revalidatie terug aan de top, met dank aan vriendin Ilse Lutke die niet van zijn zijde week. Veldrijdster Fem van Empel is een multitalent, maar het is wel wennen dat iedereen haar vergelijkt met Mathieu van der Poel. Tallon Griekspoor is de beste tennisser van Nederland, we spraken hem samen met zijn broers Kevin en Scott in aanloop naar de ABN AMRO Open. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 70 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van jouw favoriete sporters? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.

Overig

Blikvangers van 2023

2023 was ook het jaar van Max Verstappen, Demi Vollering, de [...]
2023 was ook het jaar van Max Verstappen, Demi Vollering, de Jumbo-Visma-ploeg, Noah Lyles, Faith Kipyogon, Sanne Wevers, Simone Biles, Xavi Simons, Esmee Brugts, de Spaanse voetbalvrouwen en het demasqué van Ajax. Ze komen voorbij in het jaaroverzicht in beeld. Recordjacht En dat is wereldtitel nummer drie. Vorig jaar dacht iedereen al [...]

Overig

Peter Heerschop eert

Peter Heerschop eert Annemiek van Vleuten, Mathieu van der Poel én Sifan Hassan in het eindejaarsnummer van Helden Magazine. Annemiek van Vleuten Als Eddy Merckx een vrouw was, dan was hij Annemiek van Vleuten. Of andersom. Laat ik beginnen met een greep uit een erelijst: olympisch kampioen en twee keer wereldkampioene tijdrijden, twee keer wereldkampioene op de weg, vijf keer winnares van de Giro, drie keer winnares van de Vuelta en één keer winnares van de Tour de France. Ze won twee keer de Ronde van Vlaanderen, Luik-Bastenaken-Luik en de Strade Bianche. Ze won in 2022 alle drie de grote rondes, de wereldtitel én Luik-Bastenaken-Luik. Op haar 39ste. Dan weet iedere sportliefhebber dat ik het heb over Annemiek van Vleuten. De Alleskunner, Half Mens Half Fiets, Zij Die Kan Afzien Met Een Glimlach, De Kannibaal In Schaapskleren, De Doorzetter, De Veelvraat, Mevrouwtje Regenboogtrui, Prinses Van De Soepele Pedaaltred, De Elegante Beuker In De Bergen, Vrouw Die Altijd Weer Opstaat. Dan heb ik het over TAAKAGA: The Artist Always Known As Gewoon Annemiek. Annemiek van Vleuten werd geboren op 8 oktober 1982 in Vleuten. Gaan we al. Dat kunnen alleen de hele groten; geboren worden in een stad die naar jou is genoemd. Ze is dit jaar gestopt met wielrennen. Ik zal proberen te beschrijven waarom haar indrukwekkende carrière niet onopgemerkt is gebleven, te beginnen met de uitspraak dat je de hele groten vooral herkent aan hoe ze omgaan met tegenslag. Ik stond langs de route bij de olympische wegwedstrijd in Rio in 2016. Vlak voor de lange afdaling het enge bos in, op 200 meter van een heel gladde bocht. Annemiek was de sterkste in koers, had samen met de Amerikaanse Mara Abbott een voorsprong van 45 seconden op een achtervolgend groepje met onder anderen Anna van der Breggen en de Italiaanse Elisa Longo Borghini. Het was inmiddels licht gaan regenen, het was glad. Abbott durfde niet echt af te dalen. Annemiek was de betere afdaler en pakte meteen 50 meter voorsprong en liep daarna snel uit. Het olympisch goud kon haar niet meer ontgaan. Totdat, nee toch... Annemiek miste een bocht en knalde vol op een stoeprand van 50 centimeter. Ze bleef doodstil liggen, leek buiten bewustzijn. De ontknoping van de wedstrijd werd een thriller, die werd gewonnen door Anna van der Breggen. Een geweldige winnares, maar hoe was het met Annemiek? Mathieu van der Poel Mathieu van der Poel is een wonder op twee wielen, op welk terrein dan ook. Hij is een sportief multitalent. In zijn jeugd deed hij aan turnen, tennis, atletiek en voetbal. Hij zat zelfs een jaar op de talentenschool van Willem II, de club waar de vier jaar oudere Virgil van Dijk begon. Had dus ook gekund dat hij topvoetballer was geworden. De atletiek zien we sowieso terug in zijn loopprestaties bij het veldrijden en het turnen bij zijn onwaarschijnlijke balans en evenwichtscapriolen. Alles is samengekomen in één wielrenner. MvdP is de eerste en enige wielrenner die medailles won bij WK’s op de weg, veldrijden, mountainbiken en gravel. En daarom, ik zeg het maar gewoon: Mathieu van der Poel is een van de beste wielrenners ooit. Een paar voorbeelden uit 2023. Mathieu won de wielerklassieker Parijs-Roubaix in april, nadat hij een paar weken eerder ook al Milaan-San Remo had gewonnen. Ik ben normaal gesproken geen complotdenker, maar ik vraag me toch af: is het echt gebeurd? Mathieu reed namelijk Parijs-Roubaix met een gemiddelde van 47 kilometer per uur. Let wel: die koers is 256 km lang, gaat over kasseien en zandweggetjes. Er is altijd sprake van wind of regen, valpartijen, lekke banden en veel meer gedoe. 47 kilometer per uur fietsen, vijfenhalf uur achter elkaar stoempen, ontwijken, balanceren, rekenen en iedere pijn en uitputting ontkennen. Het is onvoorstelbaar. Ik heb op de fiets ook weleens 47 kilometer per uur gehaald. Van de Cauberg af, met wind in de rug en dan gedurende dertig seconden. Wat MvdP doet? Onvoorstelbaar. Hij is ook veldrijder. Mathieu haalde alleen bij de senioren al 151 overwinningen. Op 5 februari dit jaar won hij in Hoogerheide voor de vijfde keer de wereldtitel. Een wedstrijd veldrijden duurt bij Mathieu ongeveer een uur. Hij komt af en toe, zo voelt het, 57 minuten eerder binnen dan de nummer twee. De keren dat hij niet won, deed hij waarschijnlijk niet mee. Of hij verloor nipt van Wout van Aert. Soms. Mathieu en Wout zijn gedroomde jeugdrivalen. Sifan Hassan Ik citeer Wikipedia: ‘Sifan Hassan is een Nederlandse atlete van Ethiopische afkomst die zich heeft toegelegd op de middellange en lange afstanden. Wereldkampioen 5000 en 10.000 meter in 2019. In 2008 werd zij door haar moeder naar Nederland gestuurd. Ze is alleen. In het opvangcentrum. Ze voelt zich doodongelukkig. Ze mag niet weg, ze mag er niet uit. Maar ze wil rennen.’ Er staat daar nog wel meer, maar er staat bijvoorbeeld niet: ‘Sifan Hassan is een absoluut fenomeen in de atletiek.’ Er staat niet: ‘Zij doet dingen die, totdat zij ze liet zien, absoluut voor onmogelijk werden gehouden.’ Sifan liep bij de afgelopen Olympische Spelen zowel de 1500 meter, de 5000 meter als de 10.000 meter. En op alle drie de afstanden haalde ze een medaille: twee keer goud, één keer brons. Uniek. En niet zo lang daarna won ze ook nog eens haar eerste marathon in een bizar snelle tijd. En op haar tweede marathon won ze weer, in de op een na snelste tijd ooit. Dat kan dus eigenlijk allemaal helemaal niet. We hebben het over verzurings- en zuurstofopnametechnisch nogal verschillende afstanden. De snelheid die je nodig hebt bij het trainen voor de ene afstand, verlies je bij het trainen voor de andere afstand. Nou ja, bij Sifan Hassan geldt dat dus niet. Sifan loopt altijd goed. Ze zeggen dat gierzwaluwen kunnen slapen terwijl ze vliegen. Sifan kan waarschijnlijk rennen tijdens het slapen. En ze loopt slim. Ze leest elke race ook als geen ander. De ene keer vanaf het begin op kop, de volgende juist weer tot bijna de laatste ronde vrijwel achteraan, vertrouwend op haar versnelling in de laatste 300 meter. Loerend als een jachtluipaard met het uithoudingsvermogen van een jagende roedel wolven. Een paar voorbeelden van haar unieke kwaliteiten. Op de Spelen van Tokio in 2021 liep ze dus drie verschillende afstanden. Ze had zich de ene dag geplaatst voor de finale op de 5000 meter, de volgende dag was de serie van de 1500 meter, waarin ze eerst helemaal achteraan ging lopen. Vervolgens liep ze, bij wijze van spreken, een stukje achterstevoren en strikte ze na twee rondjes haar veters. Na drie rondjes werd ze gehinderd en viel. Maar ze stond op, haalde de hele bende in en won alsnog haar serie. Een paar uur later liep ze de finale van de 5000 meter. Sifan liep lang op de negende of tiende plek. In de laatste ronde gaf ze gas. Het werd een sprint van 400 meter. Ongekend, er zijn geen woorden voor. Zoveel macht in zo’n klein lichaam. Als een panter. Helden Magazine 69 De eerste gedeeltes van de ode van Peter Heerschop aan Annemiek van Vleuten, Mathieu van der Poel en Sifan Hassan komt voort uit het dubbeldikke eindejaarsnummer van Helden. De laatste editie van 2023 staat traditioneel in het teken van een terugblik op het afgelopen sportjaar, waarop Femke Bol de cover siert. De atlete blikt uitgebreid terug op het jaar waarin alles wat ze aanraakte in goud leek te veranderen. Helden ging daarnaast in Engeland op bezoek bij Nathan Aké, die met Manchester City de landstitel, FA Cup en Champions League won. Hij werd samen met zijn echtgenote Kaylee, met wie hij al sinds zijn vijftiende samen is, geïnterviewd en gefotografeerd. Bijzonder was ook het bezoek aan de familie Schippers. Dafne nam afscheid van de atletiek en samen met haar ouders, zus en broer blikte ze terug op haar indrukwekkende carrière. In de 69ste editie van Helden komen tal van sporters aan het woord die 2023 kleur gaven. Wout Poels blikt terug op ritzeges in de Tour en Vuelta, maar ook op het verlies van ploeggenoot Gino Mäder. Golden Sisters Bente en Lieke Rogge werden samen wereldkampioen waterpolo. Femke Kok kroonde zich tot de eerste Nederlandse wereldkampioene op de 500 meter en toont zich zoals we haar niet eerder zagen. Karolien en Finn Florijn zijn gezegend met geweldige roeigenen, ze pakten allebei WK-goud; een dubbelinterview. Jeffrey Hoogland is koning op de kilometer. Hij werd voor de vierde keer wereldkampioen op ‘zijn’ afstand en verbeterde het wereldrecord. Een openhartig gesprek met de kilometervreter. Verder pakten zeilers Bart Lambriex en Floris van de Werken een hattrick aan wereldtitels. Over zeilen gesproken: Marit Bouwmeester keerde terug na de bevalling van haar dochter in 2022 en werd meteen weer Europees kampioen. Feyenoord werd ook kampioen en Lutsharel Geertruida had daar een belangrijk aandeel in. Hij doet zijn verhaal. Joey Veerman won in 2023 de KNVB-beker en werd vader. Een gesprek met de uitgesproken voetballer over wie veel mensen een mening hebben. Ook een verhaal over Lionel Messi en de club waar hij afgelopen zomer heen verhuisde, het Inter Miami van David Beckham. Een portret van Carlos Alcaraz, de nieuwe posterboy van het tennis die Novak Djokovic klopte in de finale op Wimbledon in dé wedstrijd van het jaar. En als laatste was het voor schaatscoach Kosta Poltavets en voetbaltrainer Anoush Dastgir juist een zwaar jaar, door de situatie in hun geboortelanden Oekraïne en Afghanistan. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 69 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.
Peter Heerschop eert Annemiek van Vleuten, Mathieu van der Poel én Sifan Hassan in het eindejaarsnummer van Helden Magazine. Annemiek van Vleuten Als Eddy Merckx een vrouw was, dan was hij Annemiek van Vleuten. Of andersom. Laat ik beginnen met een greep uit een erelijst: olympisch kampioen en twee keer wereldkampioene tijdrijden, twee keer wereldkampioene op de weg, vijf keer winnares van de Giro, drie keer winnares van de Vuelta en één keer winnares van de Tour de France. Ze won twee keer de Ronde van Vlaanderen, Luik-Bastenaken-Luik en de Strade Bianche. Ze won in 2022 alle drie de grote rondes, de wereldtitel én Luik-Bastenaken-Luik. Op haar 39ste. Dan weet iedere sportliefhebber dat ik het heb over Annemiek van Vleuten. De Alleskunner, Half Mens Half Fiets, Zij Die Kan Afzien Met Een Glimlach, De Kannibaal In Schaapskleren, De Doorzetter, De Veelvraat, Mevrouwtje Regenboogtrui, Prinses Van De Soepele Pedaaltred, De Elegante Beuker In De Bergen, Vrouw Die Altijd Weer Opstaat. Dan heb ik het over TAAKAGA: The Artist Always Known As Gewoon Annemiek. Annemiek van Vleuten werd geboren op 8 oktober 1982 in Vleuten. Gaan we al. Dat kunnen alleen de hele groten; geboren worden in een stad die naar jou is genoemd. Ze is dit jaar gestopt met wielrennen. Ik zal proberen te beschrijven waarom haar indrukwekkende carrière niet onopgemerkt is gebleven, te beginnen met de uitspraak dat je de hele groten vooral herkent aan hoe ze omgaan met tegenslag. Ik stond langs de route bij de olympische wegwedstrijd in Rio in 2016. Vlak voor de lange afdaling het enge bos in, op 200 meter van een heel gladde bocht. Annemiek was de sterkste in koers, had samen met de Amerikaanse Mara Abbott een voorsprong van 45 seconden op een achtervolgend groepje met onder anderen Anna van der Breggen en de Italiaanse Elisa Longo Borghini. Het was inmiddels licht gaan regenen, het was glad. Abbott durfde niet echt af te dalen. Annemiek was de betere afdaler en pakte meteen 50 meter voorsprong en liep daarna snel uit. Het olympisch goud kon haar niet meer ontgaan. Totdat, nee toch... Annemiek miste een bocht en knalde vol op een stoeprand van 50 centimeter. Ze bleef doodstil liggen, leek buiten bewustzijn. De ontknoping van de wedstrijd werd een thriller, die werd gewonnen door Anna van der Breggen. Een geweldige winnares, maar hoe was het met Annemiek? Mathieu van der Poel Mathieu van der Poel is een wonder op twee wielen, op welk terrein dan ook. Hij is een sportief multitalent. In zijn jeugd deed hij aan turnen, tennis, atletiek en voetbal. Hij zat zelfs een jaar op de talentenschool van Willem II, de club waar de vier jaar oudere Virgil van Dijk begon. Had dus ook gekund dat hij topvoetballer was geworden. De atletiek zien we sowieso terug in zijn loopprestaties bij het veldrijden en het turnen bij zijn onwaarschijnlijke balans en evenwichtscapriolen. Alles is samengekomen in één wielrenner. MvdP is de eerste en enige wielrenner die medailles won bij WK’s op de weg, veldrijden, mountainbiken en gravel. En daarom, ik zeg het maar gewoon: Mathieu van der Poel is een van de beste wielrenners ooit. Een paar voorbeelden uit 2023. Mathieu won de wielerklassieker Parijs-Roubaix in april, nadat hij een paar weken eerder ook al Milaan-San Remo had gewonnen. Ik ben normaal gesproken geen complotdenker, maar ik vraag me toch af: is het echt gebeurd? Mathieu reed namelijk Parijs-Roubaix met een gemiddelde van 47 kilometer per uur. Let wel: die koers is 256 km lang, gaat over kasseien en zandweggetjes. Er is altijd sprake van wind of regen, valpartijen, lekke banden en veel meer gedoe. 47 kilometer per uur fietsen, vijfenhalf uur achter elkaar stoempen, ontwijken, balanceren, rekenen en iedere pijn en uitputting ontkennen. Het is onvoorstelbaar. Ik heb op de fiets ook weleens 47 kilometer per uur gehaald. Van de Cauberg af, met wind in de rug en dan gedurende dertig seconden. Wat MvdP doet? Onvoorstelbaar. Hij is ook veldrijder. Mathieu haalde alleen bij de senioren al 151 overwinningen. Op 5 februari dit jaar won hij in Hoogerheide voor de vijfde keer de wereldtitel. Een wedstrijd veldrijden duurt bij Mathieu ongeveer een uur. Hij komt af en toe, zo voelt het, 57 minuten eerder binnen dan de nummer twee. De keren dat hij niet won, deed hij waarschijnlijk niet mee. Of hij verloor nipt van Wout van Aert. Soms. Mathieu en Wout zijn gedroomde jeugdrivalen. Sifan Hassan Ik citeer Wikipedia: ‘Sifan Hassan is een Nederlandse atlete van Ethiopische afkomst die zich heeft toegelegd op de middellange en lange afstanden. Wereldkampioen 5000 en 10.000 meter in 2019. In 2008 werd zij door haar moeder naar Nederland gestuurd. Ze is alleen. In het opvangcentrum. Ze voelt zich doodongelukkig. Ze mag niet weg, ze mag er niet uit. Maar ze wil rennen.’ Er staat daar nog wel meer, maar er staat bijvoorbeeld niet: ‘Sifan Hassan is een absoluut fenomeen in de atletiek.’ Er staat niet: ‘Zij doet dingen die, totdat zij ze liet zien, absoluut voor onmogelijk werden gehouden.’ Sifan liep bij de afgelopen Olympische Spelen zowel de 1500 meter, de 5000 meter als de 10.000 meter. En op alle drie de afstanden haalde ze een medaille: twee keer goud, één keer brons. Uniek. En niet zo lang daarna won ze ook nog eens haar eerste marathon in een bizar snelle tijd. En op haar tweede marathon won ze weer, in de op een na snelste tijd ooit. Dat kan dus eigenlijk allemaal helemaal niet. We hebben het over verzurings- en zuurstofopnametechnisch nogal verschillende afstanden. De snelheid die je nodig hebt bij het trainen voor de ene afstand, verlies je bij het trainen voor de andere afstand. Nou ja, bij Sifan Hassan geldt dat dus niet. Sifan loopt altijd goed. Ze zeggen dat gierzwaluwen kunnen slapen terwijl ze vliegen. Sifan kan waarschijnlijk rennen tijdens het slapen. En ze loopt slim. Ze leest elke race ook als geen ander. De ene keer vanaf het begin op kop, de volgende juist weer tot bijna de laatste ronde vrijwel achteraan, vertrouwend op haar versnelling in de laatste 300 meter. Loerend als een jachtluipaard met het uithoudingsvermogen van een jagende roedel wolven. Een paar voorbeelden van haar unieke kwaliteiten. Op de Spelen van Tokio in 2021 liep ze dus drie verschillende afstanden. Ze had zich de ene dag geplaatst voor de finale op de 5000 meter, de volgende dag was de serie van de 1500 meter, waarin ze eerst helemaal achteraan ging lopen. Vervolgens liep ze, bij wijze van spreken, een stukje achterstevoren en strikte ze na twee rondjes haar veters. Na drie rondjes werd ze gehinderd en viel. Maar ze stond op, haalde de hele bende in en won alsnog haar serie. Een paar uur later liep ze de finale van de 5000 meter. Sifan liep lang op de negende of tiende plek. In de laatste ronde gaf ze gas. Het werd een sprint van 400 meter. Ongekend, er zijn geen woorden voor. Zoveel macht in zo’n klein lichaam. Als een panter. Helden Magazine 69 De eerste gedeeltes van de ode van Peter Heerschop aan Annemiek van Vleuten, Mathieu van der Poel en Sifan Hassan komt voort uit het dubbeldikke eindejaarsnummer van Helden. De laatste editie van 2023 staat traditioneel in het teken van een terugblik op het afgelopen sportjaar, waarop Femke Bol de cover siert. De atlete blikt uitgebreid terug op het jaar waarin alles wat ze aanraakte in goud leek te veranderen. Helden ging daarnaast in Engeland op bezoek bij Nathan Aké, die met Manchester City de landstitel, FA Cup en Champions League won. Hij werd samen met zijn echtgenote Kaylee, met wie hij al sinds zijn vijftiende samen is, geïnterviewd en gefotografeerd. Bijzonder was ook het bezoek aan de familie Schippers. Dafne nam afscheid van de atletiek en samen met haar ouders, zus en broer blikte ze terug op haar indrukwekkende carrière. In de 69ste editie van Helden komen tal van sporters aan het woord die 2023 kleur gaven. Wout Poels blikt terug op ritzeges in de Tour en Vuelta, maar ook op het verlies van ploeggenoot Gino Mäder. Golden Sisters Bente en Lieke Rogge werden samen wereldkampioen waterpolo. Femke Kok kroonde zich tot de eerste Nederlandse wereldkampioene op de 500 meter en toont zich zoals we haar niet eerder zagen. Karolien en Finn Florijn zijn gezegend met geweldige roeigenen, ze pakten allebei WK-goud; een dubbelinterview. Jeffrey Hoogland is koning op de kilometer. Hij werd voor de vierde keer wereldkampioen op ‘zijn’ afstand en verbeterde het wereldrecord. Een openhartig gesprek met de kilometervreter. Verder pakten zeilers Bart Lambriex en Floris van de Werken een hattrick aan wereldtitels. Over zeilen gesproken: Marit Bouwmeester keerde terug na de bevalling van haar dochter in 2022 en werd meteen weer Europees kampioen. Feyenoord werd ook kampioen en Lutsharel Geertruida had daar een belangrijk aandeel in. Hij doet zijn verhaal. Joey Veerman won in 2023 de KNVB-beker en werd vader. Een gesprek met de uitgesproken voetballer over wie veel mensen een mening hebben. Ook een verhaal over Lionel Messi en de club waar hij afgelopen zomer heen verhuisde, het Inter Miami van David Beckham. Een portret van Carlos Alcaraz, de nieuwe posterboy van het tennis die Novak Djokovic klopte in de finale op Wimbledon in dé wedstrijd van het jaar. En als laatste was het voor schaatscoach Kosta Poltavets en voetbaltrainer Anoush Dastgir juist een zwaar jaar, door de situatie in hun geboortelanden Oekraïne en Afghanistan. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 69 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.

Kickboksen

Rico Verhoeven: ‘Je moet mij niet in een doosje willen stoppen’

Het zijn roerige tijden voor Rico Verhoeven (33). In april is de première van Black Lotus, de internationale film waarin hij de hoofdrol speelt. Tegelijkertijd revalideert Rico, al tien jaar lang ongeslagen wereldkampioen kickboksen, van een zware knieblessure. Daarnaast is hij ook nog succesvol ondernemer én vader. Helden ging op bezoek bij de duizendpoot. Rico de kickbokser Het zweet gutst nog van zijn lichaam. Rico Verhoeven heeft er samen met vriendin Naomy net een trainingssessie opzitten in de gym in zijn huis in Halsteren. Dennis Krauweel, al zeventien jaar zijn trainer, steun en toeverlaat, zit aan de keukentafel, terwijl Rico naast hem nog staat uit te hijgen. Het is een gezellige drukte in huize Verhoeven. Het is vakantie en dochters Mikayla, Jazlynn en zoon Vince uit zijn eerdere relatie zijn aan het spelen. Op de tv in de keuken worden tekenfilms vertoond. Op de grond ligt het spel Twister. Normaal gesproken speelt Rico ook een potje mee met de kids, maar voorlopig zit dat er even niet in. Hij is aan het revalideren van een zware knieblessure, die hij rond de jaarwisseling opliep tijdens de training. Rico, al tien jaar lang ongeslagen als wereldkampioen kickboksen, hoopte zijn titel voor de twaalfde keer met succes te verdedigen tegen de Kroaat Antonio Plazibat, maar dat gevecht moest worden uitgesteld. “Die knie lag goed aan diggelen,” zegt Rico nadat hij snel heeft gedoucht en zichzelf in een zwart trainingspak heeft gestoken. “Dat je lichamelijk niet kunt doen wat je gewend bent, is frustrerend, maar zwaarder is wat er mentaal gebeurt.” Hij heeft op bijna 34-jarige leeftijd wel vaker moeten herstellen van fysiek ongemak. Denk alleen al aan de jaap in zijn gezicht tijdens zijn laatste gewonnen titelgevecht tegen Jamal Ben Saddik waardoor zijn eigen telefoon hem niet eens meer herkende. “Ik denk dat ik wel weet wat pijn is, heb vaak genoeg dingen gebroken in mijn handen en benen en ben weleens in het ziekenhuis geweest, maar dit was een heel andere pijn. Dit is de eerste keer dat ik echt geopereerd moest worden: het was heel intens en pijnlijk, mentaal een heel andere uitdaging.” 'Ik durf te zeggen dat het verschil in die wedstrijd tegen Ben Saddik, toen mijn oog er bijna uit viel, was dat ik durfde te sterven in de ring' Hij klopte ook aan bij collega-sporters, vertelt Rico. “Ik heb Memphis Depay meerdere malen aan de telefoon gehad, hij heeft ook met een zware knieblessure te kampen gehad. Patrick Kluivert heb ik ook gesproken. En ik heb meteen contact gezocht met een van de beste fysiotherapeuten uit het vak, met wie ik al langer samenwerk en die veel topsporters behandelt. Fijn om met hen te kunnen sparren en de mentale uitdagingen te bespreken.” Zeker in de periode vlak na de operatie, waarin hij bijna niet mocht en kon bewegen, had hij het zwaar. “Ik ging twijfelen aan mezelf. Doe ik dit al te lang? Word ik te oud? Is het tijd om te stoppen? Allemaal vragen die opkwamen doordat ik ging twijfelen aan m’n lichaam. Ik ben zeker bezig geweest met de gedachte: wat als ik het dadelijk niet meer kan opbrengen? Normaal gesproken trigger ik mezelf door keihard te trainen, mezelf letterlijk te pijnigen. Als ik het mezelf lichamelijk zo zwaar maak, trigger ik mezelf mentaal. Toen ik niet kon trainen, moest ik op zoek naar andere manieren om mezelf mentaal uit te dagen. Ik ben in die periode vaak in een ijsbad gaan zitten om mezelf te pijnigen. En dan niet voor een minuutje, nee, ik ging er zes of zeven minuten in. Als ik zat te shaken in het ijskoude water dacht ik: Rico, je gaat er mooi niet uit, dit is de enige manier waarop je je nu lichamelijk en mentaal kunt pijnigen en triggeren.” Hij kreeg ook mentale hulp, verklapt hij. “Binnen mijn team is er ook iemand die mij mentaal coacht. Daarnaast maak ik de laatste jaren gebruik van een psycholoog, met wie ik eens in de zoveel tijd praat. De ene periode klop ik wat vaker aan, de andere minder. Er gebeurt veel in mijn leven, die emmer vult zich continu. Op het moment dat die dreigt over te lopen, is het fijn dat er iemand is die kan helpen hem te legen.” Hij geeft meteen toe dat de reden waarom hij al zo lang te boek staat als King of Kickboxing het feit is dat hij mentaal sterker is dan de concurrentie. “We zijn allemaal sterk, groot en fit. Ik hoor vaak mensen zeggen: ‘Rico is fitter dan de rest.’ Het is niet dat ik een of ander wondermiddel heb om fitter te zijn dan de anderen, hoor. Onzin. Het enige wondermiddel zit tussen mijn oren. Ik durf te zeggen dat het verschil in die wedstrijd tegen Ben Saddik, toen mijn oog er bijna uit viel, was dat ik durfde te sterven in de ring. Neem het tweede gevecht tegen Badr Hari. Hij tikte me aan, ik zakte door m’n benen. Voor de rest had ik niet veel schade. Ik stond weer op. Op zulke momenten denk ik: de wedstrijd is pas gevochten als de vijf rondes voorbij zijn. Het gevecht is nooit beslist voordat de laatste bel klinkt, zo kijk ik er altijd naar. Iemand kan zijn tegenstander zwaar domineren, maar met één hoge trap kan het afgelopen zijn. Daar moet je continu beducht op zijn. En voor mij geldt: als ik in de ring sta, houd ik er nooit een andere agenda op na. Ik doe het niet om bekendheid of meer geld te verdienen. Het zijn lekkere dingen die erbij komen, hoor, maar het heeft nooit mijn prioriteit. Voor mij is het: ik wil laten zien dat ik de allerbeste ben. Dat is de enige drijfveer en de enige manier waarop ik mezelf al die jaren kan pushen.” De revalidatie is in volle gang, hij kan zijn lichaam weer pijnigen tijdens de intensieve trainingen. Maar voorlopig zie je Rico nog niet terug in de ring. Kickboksbond Glory maakte onlangs bekend dat Plazibat in juni gaat vechten om de zogenaamde interim-titel, terwijl Rico ook zijn kampioensring behoudt. Als hij weer topfit is, kan hij het opnemen tegen de interim-kampioen. “Ik vind dat een heel goede oplossing. In de media werd geroepen dat ik mijn titel moet gaan delen, maar dat is helemaal niet waar. In mijn volgende match zal ik mijn titel verdedigen tegen de winnaar van dat gevecht.” Glory kondigde ook aan een jaarlijks toernooi te willen organiseren waarbij acht zwaargewichten het tegen elkaar opnemen. “Echt een topidee,” zegt Rico, “het geeft weer wat reuring binnen de divisie en een mogelijkheid voor een nieuwe zwaargewicht om zichzelf in de spotlights te vechten. Wellicht komt er ooit een moment dat ik denk: ik wil mezelf nog één keer bizar triggeren en ik doe ook mee aan dat toernooi, maar dat is voorlopig niet het geval. Hopelijk kan ik in oktober mijn titel verdedigen en eind van het jaar is dat nieuwe toernooi. Daar zal dan weer een titeluitdager uit kunnen komen.” Rico op social Hij is gewend dat mensen een mening over hem hebben, staat al jaren aan de top, laat zijn gezicht geregeld zien in talkshows, ook roddelbladen hebben hem ‘ontdekt’. “Ik leef al jaren in een glazen huis, ja,” erkent hij. “Als mensen mij zien rijden in telkens een andere dikke auto, denken ze: hij gooit al zijn geld stuk aan auto’s, kijk hem nou dik doen. Dat ik in een autobedrijf ben gestapt, waarvan ik mede-eigenaar ben en waardoor ik de mogelijkheid heb om vaak van auto te wisselen, weten ze niet. Ach, dat is nu eenmaal de manier waarop mensen vaak naar anderen kijken. Ik probeer altijd overal juist een positieve draai aan te geven. Als iemand een kast van een huis koopt of ik zie iemand rondrijden in een Ferrari, dan denk ik juist: mooi man, daar zal je hard voor gewerkt hebben. Dat is een heel andere benadering. Ik probeer mijn succes ook altijd te delen met mensen. Ik vind het heel belangrijk om mensen blij te maken, probeer hen te motiveren en te steunen. En ik wil zoveel mogelijk delen. Zo sta ik in het leven. Ik train al jaren met Benny Adegbuyi, hij behoort tot de top vijf bij Glory en ik heb ook al twee keer een titelgevecht tegen hem gehad. Ik hoor geregeld: ‘Waarom ga je dan met je concurrent trainen, zijn doel is jou te verslaan.’ Maar doordat wij samen trainen worden we allebei beter, dat is mijn positieve mindset.” Helden Magazine 66 Het eerste gedeelte van het verhaal van Rico Verhoeven komt voort uit Helden Magazine 66. De 66ste editie staat in het teken van ‘nieuwe Helden’. Op zijn 28ste heeft Nyck de Vries een stoeltje in de Formule 1 bemachtigd. Helden ging bij hem langs in Monaco en sprak hem over het bizarre leven dat hij leidt. In deze editie lees je ook een uitgebreid interview met Daphne van Domselaar. Bij het EK van 2022 werd de doelvrouw van FC Twente gebombardeerd tot nieuwe held en is nu de eerste keeper van Nederland. Daarnaast spraken we met Xavi Simons, wie al sinds jongs af aan in the picture staat én breekt marathonloopster Nienke Brinkman record na record. Verder in Helden 66 interviews met de trainer van Feyenoord: Arne Slot, de winnaar van het tennistoernooi van Rosmalen: Tim van Rijthoven, goede vrienden en wielrenners: Fabio Jakobsen en Julius van den Berg, één van de kroonjuwelen van Ajax: Kenneth Taylor én paralympisch zwemkampioene: Chantalle Zijderveld. José de Cauwer is oud-renner en wieleranalist van de VRT. Een gesprek over onder meer Mathieu van der Poel, Remco Evenepoel en Jonas Vingegaard. Klaas-Jan Huntelaar blikt terug op de koninklijke avond in Madrid. Victoria Koblenko spreekt paralympisch wielerkampioen Tristan Bangma. Als laatste verteld Nouchka Fontijn in ‘De dag dat alles misging’ dat ze dacht dat ze wereldkampioen was én Fenna Kalma is de aanstormende spits van de Oranjevrouwen. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 66 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van jouw Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.
Het zijn roerige tijden voor Rico Verhoeven (33). In april is de première van Black Lotus, de internationale film waarin hij de hoofdrol speelt. Tegelijkertijd revalideert Rico, al tien jaar lang ongeslagen wereldkampioen kickboksen, van een zware knieblessure. Daarnaast is hij ook nog succesvol ondernemer én vader. Helden ging op bezoek bij de duizendpoot. Rico de kickbokser Het zweet gutst nog van zijn lichaam. Rico Verhoeven heeft er samen met vriendin Naomy net een trainingssessie opzitten in de gym in zijn huis in Halsteren. Dennis Krauweel, al zeventien jaar zijn trainer, steun en toeverlaat, zit aan de keukentafel, terwijl Rico naast hem nog staat uit te hijgen. Het is een gezellige drukte in huize Verhoeven. Het is vakantie en dochters Mikayla, Jazlynn en zoon Vince uit zijn eerdere relatie zijn aan het spelen. Op de tv in de keuken worden tekenfilms vertoond. Op de grond ligt het spel Twister. Normaal gesproken speelt Rico ook een potje mee met de kids, maar voorlopig zit dat er even niet in. Hij is aan het revalideren van een zware knieblessure, die hij rond de jaarwisseling opliep tijdens de training. Rico, al tien jaar lang ongeslagen als wereldkampioen kickboksen, hoopte zijn titel voor de twaalfde keer met succes te verdedigen tegen de Kroaat Antonio Plazibat, maar dat gevecht moest worden uitgesteld. “Die knie lag goed aan diggelen,” zegt Rico nadat hij snel heeft gedoucht en zichzelf in een zwart trainingspak heeft gestoken. “Dat je lichamelijk niet kunt doen wat je gewend bent, is frustrerend, maar zwaarder is wat er mentaal gebeurt.” Hij heeft op bijna 34-jarige leeftijd wel vaker moeten herstellen van fysiek ongemak. Denk alleen al aan de jaap in zijn gezicht tijdens zijn laatste gewonnen titelgevecht tegen Jamal Ben Saddik waardoor zijn eigen telefoon hem niet eens meer herkende. “Ik denk dat ik wel weet wat pijn is, heb vaak genoeg dingen gebroken in mijn handen en benen en ben weleens in het ziekenhuis geweest, maar dit was een heel andere pijn. Dit is de eerste keer dat ik echt geopereerd moest worden: het was heel intens en pijnlijk, mentaal een heel andere uitdaging.” 'Ik durf te zeggen dat het verschil in die wedstrijd tegen Ben Saddik, toen mijn oog er bijna uit viel, was dat ik durfde te sterven in de ring' Hij klopte ook aan bij collega-sporters, vertelt Rico. “Ik heb Memphis Depay meerdere malen aan de telefoon gehad, hij heeft ook met een zware knieblessure te kampen gehad. Patrick Kluivert heb ik ook gesproken. En ik heb meteen contact gezocht met een van de beste fysiotherapeuten uit het vak, met wie ik al langer samenwerk en die veel topsporters behandelt. Fijn om met hen te kunnen sparren en de mentale uitdagingen te bespreken.” Zeker in de periode vlak na de operatie, waarin hij bijna niet mocht en kon bewegen, had hij het zwaar. “Ik ging twijfelen aan mezelf. Doe ik dit al te lang? Word ik te oud? Is het tijd om te stoppen? Allemaal vragen die opkwamen doordat ik ging twijfelen aan m’n lichaam. Ik ben zeker bezig geweest met de gedachte: wat als ik het dadelijk niet meer kan opbrengen? Normaal gesproken trigger ik mezelf door keihard te trainen, mezelf letterlijk te pijnigen. Als ik het mezelf lichamelijk zo zwaar maak, trigger ik mezelf mentaal. Toen ik niet kon trainen, moest ik op zoek naar andere manieren om mezelf mentaal uit te dagen. Ik ben in die periode vaak in een ijsbad gaan zitten om mezelf te pijnigen. En dan niet voor een minuutje, nee, ik ging er zes of zeven minuten in. Als ik zat te shaken in het ijskoude water dacht ik: Rico, je gaat er mooi niet uit, dit is de enige manier waarop je je nu lichamelijk en mentaal kunt pijnigen en triggeren.” Hij kreeg ook mentale hulp, verklapt hij. “Binnen mijn team is er ook iemand die mij mentaal coacht. Daarnaast maak ik de laatste jaren gebruik van een psycholoog, met wie ik eens in de zoveel tijd praat. De ene periode klop ik wat vaker aan, de andere minder. Er gebeurt veel in mijn leven, die emmer vult zich continu. Op het moment dat die dreigt over te lopen, is het fijn dat er iemand is die kan helpen hem te legen.” Hij geeft meteen toe dat de reden waarom hij al zo lang te boek staat als King of Kickboxing het feit is dat hij mentaal sterker is dan de concurrentie. “We zijn allemaal sterk, groot en fit. Ik hoor vaak mensen zeggen: ‘Rico is fitter dan de rest.’ Het is niet dat ik een of ander wondermiddel heb om fitter te zijn dan de anderen, hoor. Onzin. Het enige wondermiddel zit tussen mijn oren. Ik durf te zeggen dat het verschil in die wedstrijd tegen Ben Saddik, toen mijn oog er bijna uit viel, was dat ik durfde te sterven in de ring. Neem het tweede gevecht tegen Badr Hari. Hij tikte me aan, ik zakte door m’n benen. Voor de rest had ik niet veel schade. Ik stond weer op. Op zulke momenten denk ik: de wedstrijd is pas gevochten als de vijf rondes voorbij zijn. Het gevecht is nooit beslist voordat de laatste bel klinkt, zo kijk ik er altijd naar. Iemand kan zijn tegenstander zwaar domineren, maar met één hoge trap kan het afgelopen zijn. Daar moet je continu beducht op zijn. En voor mij geldt: als ik in de ring sta, houd ik er nooit een andere agenda op na. Ik doe het niet om bekendheid of meer geld te verdienen. Het zijn lekkere dingen die erbij komen, hoor, maar het heeft nooit mijn prioriteit. Voor mij is het: ik wil laten zien dat ik de allerbeste ben. Dat is de enige drijfveer en de enige manier waarop ik mezelf al die jaren kan pushen.” De revalidatie is in volle gang, hij kan zijn lichaam weer pijnigen tijdens de intensieve trainingen. Maar voorlopig zie je Rico nog niet terug in de ring. Kickboksbond Glory maakte onlangs bekend dat Plazibat in juni gaat vechten om de zogenaamde interim-titel, terwijl Rico ook zijn kampioensring behoudt. Als hij weer topfit is, kan hij het opnemen tegen de interim-kampioen. “Ik vind dat een heel goede oplossing. In de media werd geroepen dat ik mijn titel moet gaan delen, maar dat is helemaal niet waar. In mijn volgende match zal ik mijn titel verdedigen tegen de winnaar van dat gevecht.” Glory kondigde ook aan een jaarlijks toernooi te willen organiseren waarbij acht zwaargewichten het tegen elkaar opnemen. “Echt een topidee,” zegt Rico, “het geeft weer wat reuring binnen de divisie en een mogelijkheid voor een nieuwe zwaargewicht om zichzelf in de spotlights te vechten. Wellicht komt er ooit een moment dat ik denk: ik wil mezelf nog één keer bizar triggeren en ik doe ook mee aan dat toernooi, maar dat is voorlopig niet het geval. Hopelijk kan ik in oktober mijn titel verdedigen en eind van het jaar is dat nieuwe toernooi. Daar zal dan weer een titeluitdager uit kunnen komen.” Rico op social Hij is gewend dat mensen een mening over hem hebben, staat al jaren aan de top, laat zijn gezicht geregeld zien in talkshows, ook roddelbladen hebben hem ‘ontdekt’. “Ik leef al jaren in een glazen huis, ja,” erkent hij. “Als mensen mij zien rijden in telkens een andere dikke auto, denken ze: hij gooit al zijn geld stuk aan auto’s, kijk hem nou dik doen. Dat ik in een autobedrijf ben gestapt, waarvan ik mede-eigenaar ben en waardoor ik de mogelijkheid heb om vaak van auto te wisselen, weten ze niet. Ach, dat is nu eenmaal de manier waarop mensen vaak naar anderen kijken. Ik probeer altijd overal juist een positieve draai aan te geven. Als iemand een kast van een huis koopt of ik zie iemand rondrijden in een Ferrari, dan denk ik juist: mooi man, daar zal je hard voor gewerkt hebben. Dat is een heel andere benadering. Ik probeer mijn succes ook altijd te delen met mensen. Ik vind het heel belangrijk om mensen blij te maken, probeer hen te motiveren en te steunen. En ik wil zoveel mogelijk delen. Zo sta ik in het leven. Ik train al jaren met Benny Adegbuyi, hij behoort tot de top vijf bij Glory en ik heb ook al twee keer een titelgevecht tegen hem gehad. Ik hoor geregeld: ‘Waarom ga je dan met je concurrent trainen, zijn doel is jou te verslaan.’ Maar doordat wij samen trainen worden we allebei beter, dat is mijn positieve mindset.” Helden Magazine 66 Het eerste gedeelte van het verhaal van Rico Verhoeven komt voort uit Helden Magazine 66. De 66ste editie staat in het teken van ‘nieuwe Helden’. Op zijn 28ste heeft Nyck de Vries een stoeltje in de Formule 1 bemachtigd. Helden ging bij hem langs in Monaco en sprak hem over het bizarre leven dat hij leidt. In deze editie lees je ook een uitgebreid interview met Daphne van Domselaar. Bij het EK van 2022 werd de doelvrouw van FC Twente gebombardeerd tot nieuwe held en is nu de eerste keeper van Nederland. Daarnaast spraken we met Xavi Simons, wie al sinds jongs af aan in the picture staat én breekt marathonloopster Nienke Brinkman record na record. Verder in Helden 66 interviews met de trainer van Feyenoord: Arne Slot, de winnaar van het tennistoernooi van Rosmalen: Tim van Rijthoven, goede vrienden en wielrenners: Fabio Jakobsen en Julius van den Berg, één van de kroonjuwelen van Ajax: Kenneth Taylor én paralympisch zwemkampioene: Chantalle Zijderveld. José de Cauwer is oud-renner en wieleranalist van de VRT. Een gesprek over onder meer Mathieu van der Poel, Remco Evenepoel en Jonas Vingegaard. Klaas-Jan Huntelaar blikt terug op de koninklijke avond in Madrid. Victoria Koblenko spreekt paralympisch wielerkampioen Tristan Bangma. Als laatste verteld Nouchka Fontijn in ‘De dag dat alles misging’ dat ze dacht dat ze wereldkampioen was én Fenna Kalma is de aanstormende spits van de Oranjevrouwen. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 66 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van jouw Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.

Shorttrack

Xandra Velzeboer: ‘Ik moet me niet blindstaren op likes’

Shorttracken zit bij Xandra Velzeboer in haar DNA. De hele familie is in de ban van de sport. Vorig jaar, op haar twintigste, won ze olympisch goud op de aflossing en daarna greep ze de wereldtitel op de 500 meter. We legden Xandra een lijstje met namen voor. Van tante Monique en zusje Michelle tot Jutta Leerdam en Suzanne Schulting. Monique, Simone, Alex en Marc Velzeboer Bij het noemen van de naam Velzeboer denkt iedereen meteen aan shorttrack. Monique, Simone, Alex en Marc Velzeboer waren pioniers van de sport in de jaren tachtig en negentig en zorgden voor de eerste Nederlandse successen. En nu zijn daar Xandra en haar zusje Michelle, dochters van Marc, die als een komeet gaan. Xandra: “Tante Monique heeft goud, zilver en brons gewonnen op de Spelen in Calgary in 1988. Ik heb de beelden teruggezien. Interessant om te zien hoe de sport is veranderd de afgelopen dertig jaar. Het materiaal is heel erg veranderd en daardoor ook de manier van schaatsen.” De familie Velzeboer is close, mede doordat de sport hen bindt. “Mijn tantes en oom volgen de wedstrijden van mij en mijn zusje op de voet. Voor een wedstrijd krijg ik meestal een berichtje en erna bel ik ook weleens met een van hen. Het racen is hetzelfde gebleven, dat is niet veranderd. Maar het meeste contact over shorttrack heb ik met mijn vader. Hij heeft mij nog schaatsles gegeven. Toen mijn vader was gestopt met shorttrack heeft hij lang niet op het ijs gestaan. Toen mijn zusje en ik zijn gaan shorttracken is hij bij onze club training gaan geven en ging hij weer mee schaatsen. Dat doet hij nu nog weleens. We praten thuis ook veel over onze sport. Mijn moeder heeft vroeger niet geschaatst, maar vindt de sport wel heel mooi, zij is tijdens onze wedstrijden heel zenuwachtig. Schaatsen was zeker geen must bij ons vroeger, ik heb ook nog andere sporten gedaan, zoals skeeleren en hockey. Ik dacht altijd dat de liefde voor schaatsen wat later bij mij is ontstaan, maar ik zag laatst een filmpje van toen ik vijf jaar was. Er werd me gevraagd wat ik wilde worden later en ik riep hard: schaatser! Als er in de winter natuurijs lag, gingen we met de hele familie schaatsen. Daardoor ben ik op schaatsles gegaan in Den Bosch. Het shorttrackteam Brabant trainde daar ook, zo ben ik in het shorttracken gerold. Op mijn zeventiende ben ik van Culemborg, waar ik ben opgegroeid, naar Heerenveen verhuisd. Ik werd gevraagd voor de nationale selectie en wilde dat grote doel najagen: de Spelen halen. Dat is al gelukt.” Dat shorttracken niet zonder gevaar is, weet Xandra ook van jongs af aan. Tante Simone brak bij een val in de olympische B-finale op de 500 meter van 1988 haar rug. Tante Monique raakte in 1993 verlamd door een val tijdens een trainingskamp in het Franse Font-Romeu. “De val van Simone was vlak voor de A-finale. Monique zag haar zus afgevoerd worden met een brancard, moest toen zelf rijden en werd olympisch kampioen. Dat moet bizar zijn geweest. Ik heb mijn tante nooit zien lopen, ken haar niet anders dan in een rolstoel. Met Monique heb ik nooit over het ongeluk gesproken. Wel met mijn vader, hij was erbij. Op de plek waar Monique viel, stonden op dat moment nog geen kussens in de boarding. Toen wij in 2020 in Font-Romeu waren en Lara van Ruijven daar tijdens ons trainingskamp overleed, kwam dat extra hard binnen, omdat Monique daar is gevallen. De situatie was heel anders, want Lara overleed door een auto-immuunziekte. Maar ik ging me toen wel realiseren hoe heftig het is om van de ene op de andere dag niet meer te kunnen lopen. Sindsdien ben ik me meer bewust van de gevaren dan vroeger, maar het is niet zo dat ik tijdens het schaatsen nadenk over wat er kan gebeuren. De ongelukken van mijn tantes hebben natuurlijk grote impact gehad op de familie. Mijn vader is voorzichtiger geworden in de loop der jaren. Mijn zusje en ik schaatsen met een extra nekbeschermer, die hij heeft bedacht.” Monique stortte zich na haar dwarslaesie op fotografie. Xandra leert veel van haar tante. “Monique heeft me geleerd dat ik me altijd moet focussen op het positieve. Mijn tante zit in een rolstoel, maar is altijd op zoek naar dingen die ze wel kan doen. Ze gaat gewoon mee op wintersport en de berg af in een zitski. Onbewust neem ik dat mee. Bij tegenslag probeer ik niet in het negatieve te blijven hangen.” Suzanne Schulting Ze is de koningin van het shorttracken. Suzanne Schulting won in 2018 olympisch goud op de 1000 meter en brons op de relay. Bij de afgelopen Spelen kwamen daar nog twee gouden, een zilveren en een bronzen olympische medaille bij. En Suzanne won in de tussentijd ook een handvol wereld- en Europese titels. Xandra werd vorig jaar met Suzanne olympisch kampioen op de relay en pakte daarna de wereldtitel op de 500 meter in Montreal. Ze is niet langer alleen ploeggenoot, maar ontpopt zich ook als de grote concurrent van Suzanne Schulting. “Een aantal jaar geleden was ik nog het jonkie, had ik Suzanne minder te bieden. Ik kon me enorm optrekken aan Suzanne en de rest van de vrouwen tijdens trainingen. Ik keek heel goed naar de meiden, kon van hen afkijken. Mijn doel op dat moment was om wereldkampioen bij de junioren te worden. Ik zit nu op een heel ander niveau, het is nu zo dat Suzanne en ik elkaar sterker maken. Simpelweg door met en tegen elkaar te rijden op trainingen. Ik kijk minder naar haar dan voorheen, we zitten nu op een niveau dat iedereen zijn eigen verbeterpuntjes heeft en daar hebben we het vooral met de coach over. Neemt niet weg dat we elkaar tips geven. Ook met het doel om elkaar beter te maken met het oog op de relay. We zijn samen bezig om nog sterker te worden en we willen voorkomen dat we worden ingehaald bij de wissels. Op dit moment zijn wij het sterkste team in de aflossing, we merken dat andere landen van alles aan het proberen zijn om iets te vinden waarop ze ons kunnen pakken, en wij willen ervoor zorgen dat we de beste blijven. Inmiddels zijn we ook concurrenten, ja. Ik denk dat Suzanne mij inmiddels wel als een gevaar ziet. In de relay willen we samen winnen, op de individuele afstanden willen we van elkaar winnen. Dat zorgt weleens voor kleine ergernissen. Logisch ook, we trainen het hele jaar met elkaar, zien elkaar iedere dag en reizen met elkaar de wereld over. Maar die ergernissen zijn er ook soms met anderen, hoor. Suzanne en ik zijn heel goede collega’s. We kunnen het hartstikke gezellig hebben met elkaar. Met alle dames in de ploeg trouwens. We werken goed samen en drinken ook weleens koffie met zijn allen. Maar we lopen niet de deur bij elkaar plat.” 'Inmiddels zijn we ook concurrenten, ja. Ik denk dat Suzanne Schulting mij inmiddels wel als een gevaar ziet' Suzanne Schulting heeft laten zien dat het mogelijk is om als Nederlandse shorttrackster de beste van de wereld te worden. “Ploeggenoot Yara van Kerkhof vertelt weleens hoe het een paar jaar geleden was, toen was het doel om als Nederlandse shorttracker kwartfinales te rijden. Er is veel veranderd. Vanaf het moment dat Suzanne olympisch kampioen op de 1000 meter werd in 2018, zijn wij met het hele team veel gaan winnen. Maar vergeet ook Sjinkie Knegt niet. Hij won in 2014 olympisch brons, in 2018 zilver en hij werd wereldkampioen in 2015. Dat was al een teken dat wij heel goed bezig waren.” Xandra maakt nu, op haar 21ste, deel uit van de wereldtop. “Vroeger keek ik op tegen de Italiaanse shorttrackster Arianna Fontana. Nu rijd ik tegen haar. Best gek. Ik was als kind ook van het handtekeningen verzamelen. Onze bondscoach Niels Kerstholt schaatste toen nog, ik heb een handtekening van hem. En ook die van Sjinkie, Yara en Rianne de Vries. Nu kom ik hen dagelijks tegen.” Lara van Ruijven De gedachten gaan terug naar de relay in Beijing. Over de kracht van de aflossingsploeg zegt Xandra: “We kunnen met zijn allen heel lang heel hard schaatsen. Vaak zie je dat er bij ieder land wel iemand is die iets minder is. Dat is bij ons niet het geval. Vooral voor de halve finale op de Spelen waren we erg zenuwachtig. We moesten tegen Italië en China, twee heel sterke landen. Dat we de finale haalden, was zo’n opluchting. Yara van Kerkhof zei voor de finale tegen ons: ‘We moeten er ook gewoon heel erg van genieten dat we als favoriet de finale ingaan.’ Dat maakte ons rustig. Het kan een last zijn, die favorietenrol, maar het kan ook fantastisch zijn om de finale in te gaan als je weet dat je de beste bent.” Het kwartet Yara van Kerkhof, Selma Poutsma, Suzanne Schulting en Xandra Velzeboer reed bijna de hele finale op kop. Op een paar meter na. “Tijdens de race werd ik bij de wissel ingehaald door een Chinese. Ik dacht: jij gaat mij nu niet inhalen! Ik besloot haar meteen terug te pakken. Het was een goede keuze om volle bak buitenom te gaan. Ik heb die actie een aantal keer teruggekeken. Het was een gaaf moment in de relay. Ik zag daarna al dat ik ver voor reed. Toen ik Suzanne die laatste duw gaf, zag ik de rest een stuk later langskomen. Ik dacht toen al: we hebben gewonnen. Maar die gedachte mocht ik nog niet toelaten. Dat brengt ongeluk, toch?” De ploeg reed rond met een hartje op het pak, een verwijzing naar de op 10 juli 2020 op slechts 27-jarige leeftijd aan een auto-immuunziekte overleden ploeggenote Lara van Ruijven. In 2018 won zij met Schulting, Van Kerkhof en Jorien ter Mors op miraculeuze wijze olympisch brons op de relay. Ook Rianne de Vries maakte deel uit van dat team. “Het was een heel heftige periode voor het team en voor de andere meiden die jarenlang met Lara relays reden. Voor hen was het nog veel heftiger dan voor mij. Lara, Yara, Suzanne en Rianne hadden zichzelf zo verbeterd op de relay. Er stond zo’n sterk team, ik kon daar zo inrollen. Lara heeft er ook voor gezorgd dat wij olympisch kampioen konden worden.” Xandra maakte Lara ook mee vanaf het moment dat ze bij de nationale selectie kwam. “Lara was aardig tegen iedereen. Sommige sporters krijgen sterallures als ze goed worden, zij niet. Lara was wereldkampioen geworden op de 500 meter in 2019, maar dat merkte je niet aan haar. Ze had geen greintje arrogantie in zich. Toen ik als broekie erbij kwam, keek ik op tegen al die oudere meiden en jongens in de ploeg. Lara wilde mij altijd helpen. Zij heeft mij geleerd dat het heel belangrijk is hoe je bent als mens. Sinds haar overlijden sta ik er meer bij stil dat het belangrijk is dat ik mijn sport leuk blijf vinden. Ik heb met mezelf afgesproken: als ik dit leven niet meer leuk vind, stop ik. Topsport kan zwaar zijn. Je moet niet alleen de wedstrijden leuk vinden, maar ook de trainingen. Lara vond dat ook heel belangrijk.” Een maand na de Spelen werd Xandra wereldkampioen op de afstand waarop Lara drie jaar eerder de beste van de wereld was. “De Spelen waren het hoofddoel. Daar kon ik maanden van tevoren zenuwachtig van worden. Ik had eerder een keer brons gehaald op een individuele afstand bij een wereldbeker. Ik hoorde al wel bij de top, maar was geen favoriet voor een medaille. De 500 meter op de Spelen waren een teleurstelling, ik werd uitgeschakeld in de kwartfinale. Maar dat heeft er uiteindelijk wel voor gezorgd dat ik wereldkampioen kon worden. Met Suzanne reed ik vaak de snelste tijd op de 500 meter, daaraan kon ik zien dat het goed zat, maar mijn start was nog minder ten opzichte van echte sprinters. Als je op de eerste positie start en iemand start naast je die sneller is, kun je klem komen te zitten. Dat gebeurde op de Spelen. De start was het enige waar ik nog aan kon denken. Op het WK liet ik dat los, dat pakte goed uit.” Michelle Velzeboer Er is op dit moment niet langer één Velzeboer waar op gelet moeten worden, maar er zijn er twee. Michelle Velzeboer, negentien jaar jong, won vorig jaar zilver en brons op de WK juniore en reed dit jaar al wereldbekerwedstrijden bij de senioren, won in december zelfs al haar eerste wereldbekermedaille: zilver op de 500 meter in Almaty in Kazachstan. “Tijdens het wereldbekerdebuut van Michelle wonnen we meteen samen goud op de relay. We hebben bij elkaar de medaille omgehangen, hartstikke leuk. Soms voelt het alsof ik haar een beetje onder mijn hoede moet nemen. Ik heb al ervaring met een olympisch traject en alle belangrijke wedstrijden die erbij horen. Maar ik denk ook dat het goed is als Michelle dingen zelf uitvogelt, dan leert ze wat goed voor haar is in plaats van dat ze hetzelfde doet als ik. Wij lijken op elkaar qua type schaatser, hebben dezelfde stijl. We zijn allebei fel, hebben dat katachtige. Michelle rijdt net als ik ook een heel goede 500 meter. Ik vrees het moment nog niet dat Michelle mij voorbijstreeft, maar word wel competitief van die gedachte. Dat was vroeger al zo. Zo had ik een hekel aan zwemles. Toen ik mijn A-diploma had gehaald, vond ik het mooi geweest. Mijn zusje vond zwemmen wel leuk en ging voor haar B-diploma. Dat kon ik niet verkroppen. Na een jaar ben ik weer begonnen met zwemles. Ik dacht: Michelle mag niet beter zwemmen dan ik. Ons B- diploma hebben we toen samen gehaald. Hoewel, ik had hem nog net iets eerder, daar was ik heel blij mee.” Lachend: “Dat concurrentiegevoel zit dus toch vrij diep. Het gaat ook vast gebeuren dat ze van me wint. Dat is dan maar zo. Ik vind het ook heel leuk om te zien dat zij zo vooruitgaat en dat we nu samen de relay rijden. Het lijkt me hartstikke mooi om straks samen in A-finales te staan. En ja, dat zal soms ook moeilijk zijn omdat we dan ook grote concurrenten zijn van elkaar.” Xandra vertelt dat ze een heel hechte band heeft met haar zus. “Ik ben iets extraverter dan Michelle, maar we hebben allebei een sterke mening. We schelen maar anderhalf jaar, wonen samen in Heerenveen en sporten samen. Michelle studeert net als ik Lifescience & Technology in Groningen, maar doet net een andere richting. Zij volgt een technischere richting dan ik, ik volg de richting biomedische wetenschappen, dat valt onder biologie. Gelukkig maar, anders lijkt het echt alsof we helemaal hetzelfde leven leiden.” Lachend: “Natuurlijk botsen we ook weleens. Op je zusje reageer je je het makkelijkst af als je moe bent na een training.” Michelle kan ook af en toe optreden als model voor Xandra. “Als ik niet hoef te schaatsen of studeren, teken ik graag. Ik maak portretten van Michelle, vriendinnen of willekeurige mensen die ik nateken van Pinterest. Mijn opa schilderde, ik denk dat ik het van hem heb.” Dennis Visser Xandra woont niet alleen in een huis met Michelle, maar ook met haar vriend Dennis Visser. “En met onze kat Henkie,” zegt Xandra. Zij en Dennis leerden elkaar drie jaar geleden kennen via het shorttracken. “We trainden samen, gingen met elkaar naar wedstrijden en zo is de vonk overgesprongen. In 2021 is hij gestopt met shorttrack vanwege een rugblessure. Het is fijn dat Dennis weet hoe de sport in elkaar steekt en wat ik meemaak. Dennis weet dat ik niet zomaar even uit eten kan of iets leuks kan gaan doen en hoe het leven als topsporter eruitziet. Ik kan heel goed met hem praten, maar omdat hij niet meer in de ploeg zit, kan hij er nu met een helikopterblik naar kijken.” Jeroen Otter Xandra werkte tot vorig jaar samen met Jeroen Otter, de architect van het succes van de shorttrackers de afgelopen jaren. Hij was sinds 2010 bondscoach en nam na afgelopen seizoen een sabbatical. “Jeroen heeft een grote rol gespeeld in het begin van mijn professionele schaatscarrière. Ik was op dat moment een jonkie en wist nog niet exact wat goed voor mij was. Nu heb ik in drie jaar tijd, met hem als coach, veel ervaring opgedaan, waardoor ik dat beter weet.” Jeroen Otter bestempelde zijn jonge pupil vorig jaar als ‘een tijger’. Xandra werd zijn laatste wereldkampioen voordat hij een pauze besloot in te lassen. “Voor de WK zei hij tegen mij dat ik wereldkampioen kon worden op de 500 meter. Wat Jeroen precies zei na mijn overwinning weet ik niet meer, maar het was natuurlijk geweldig. We vlogen elkaar in de armen. Na het seizoen vertelde Jeroen dat hij een sabbatical zou nemen. Ik vond het vooral belangrijk wie hem zou vervangen. Bij Jeroen wist ik heel goed dat ik voor een groot toernooi fit zou zijn. Hij was heel goed in de opbouw naar belangrijke wedstrijden toe, ik vertrouwde volledig op Jeroen wat dat betreft. Bij een nieuwe coach is het afwachten of hij je ook wedstrijdfit maakt.” Suzanne Schulting liet al weten dat ze de mogelijkheden wil onderzoeken om samen met Jeroen Otter een commerciële shorttrackploeg op te zetten. “Ik heb er wat over gelezen en denk dat het goed kan zijn voor de sport als er een commerciële ploeg komt. Interessant.” Niels Kerstholt De opvolger van Jeroen Otter was een oude bekende: Niels Kerstholt. Hij stopte in 2014 met shorttrack, werd in 2018 coach van de talenten. “Ik had al een jaar onder hem getraind, maar toen was ik zestien. Ik vond het vooral heel belangrijk hoe het trainingsschema eruit zou zien onder Niels.” Het was even wennen. “Niet alleen voor mij, maar voor iedereen. De hele staf was nieuw. Niet alleen Jeroen was weg. Het was goed dat we in het najaar meteen goed presteerden, dat gaf vertrouwen dat de aanpak van Niels ook aanslaat. De vraag is nog hoe we het gaan doen op de WK. Daar wil ik op mijn best zijn. Zoals ik net al zei: Jeroen wist altijd heel goed hoe je op het juiste moment op je best was. Maar ik heb een goed gevoel over de afgelopen maanden. Ik kan goed met Niels praten, vind hem toegankelijker dan Jeroen. Hij is ook jonger, dat helpt daar misschien ook bij. De aanpak is ook weer iets anders dan onder Jeroen. Niels laat ons bijvoorbeeld veel meer fietsen dan voorheen.” Jens en Melle van ’t Wout Er staan niet alleen dagelijks twee shorttrackende zussen op het ijs in Thialf, er zijn ook twee shorttrackende broers in de Nederlandse ploeg: Jens en Melle van ’t Wout. “Het is niet dat wij een broers-en-zussen-kliekje vormen, hoor, de verstandhouding met Jens en Melle is niet anders dan die met andere ploeggenoten. Maar het zou stiekem natuurlijk wel leuk zijn om een keer met z’n vieren een mixed relay te rijden, met twee keer Velzeboer en twee keer Van ’t Wout.” Jens, Melle, Michelle en Xandra zijn ook exponenten van een nieuwe generatie shorttrackers. “Er zit wel een gat tussen de jongeren en ouderen in ons team. Suzanne hangt er qua leeftijd een beetje tussenin. De ploeg is nu flink verjongd, dat vind ik leuk. We kennen elkaar al lang vanuit de jeugd.” Het is niet zo dat er nu heel andere muziek in de kleedkamer wordt gedraaid. Lachend: “Er zijn alleen minder Friezen, er wordt eindelijk gewoon Nederlands gepraat in de kleedkamer.” Jorien ter Mors “Ik zie Jorien ter Mors een beetje als de pionier van het shorttracken bij de vrouwen van de afgelopen tien jaar. Ik heb niet meer met haar geschaatst, zij had al de overstap gemaakt naar de langebaan toen ik erbij kwam,” zegt Xandra. Jorien ter Mors besloot het shorttracken te combineren met de langebaan. Met groot succes. Ze won in 2014 olympisch goud op de 1500 meter en de ploegenachtervolging. In 2018 werd ze wereldkampioen sprint en olympisch kampioen op de 1000 meter. Op die Spelen won ze ook olympisch brons als shortrackster op de relay. 'Ik heb niet de ambitie om ooit de overstap te maken naar de langebaan. Mijn langebaantrainingen zien er niet uit. Ik kan er niks van' “Ik heb niet de ambitie om ooit de overstap te maken naar de langebaan. Mijn langebaantrainingen zien er niet uit. Die doe ik ook niet voor de lol, zijn een verplicht onderdeel van ons trainingsschema. Ik kan er niks van. Drie jaar geleden stond ik pas voor het eerst op de klapschaats. Snel uit met die dingen, dacht ik. Inmiddels ben ik er iets beter in geworden, maar je ziet me nog altijd chagrijnig rondrijden op de langebaan. Ik focus me liever op het shorttracken.” Jutta Leerdam Vandaag de dag is het ook belangrijk hoe een sporter zich presenteert. Jutta Leerdam is iemand die daar heel erg mee bezig is. Zij is naast langebaanschaatser ook een merk. Ze heeft een grote schare fans die haar volgen op sociale media, bedrijven staan klaar met lucratieve sponsordeals. “Ik ken haar niet goed, maar zie natuurlijk dat Jutta het heel goed doet. Ze is niet alleen een goede schaatsster, maar ook een influencer en een bekende Nederlander. Ik ben geen BN’er, al merkte ik wel dat ik na de Spelen meer herkend werd op straat. Leuk, dat voelde als erkenning voor mijn prestaties en het betekent ook dat het shorttracken steeds populairder wordt. Jutta zet zich heel goed neer als een merk. Ik bespreek met mijn management hoe ik mezelf neer wil zetten, daar hebben we ook wel een strategie voor. Ik doe het niet zoals Jutta, hoeft ook niet. Moet doen wat bij mij past. Ik ben niet heel erg bezig met het aantal volgers dat ik heb, maar vind het wel belangrijk hoe ik overkom in interviews. Ik moet mezelf zijn, geen rol spelen, dat heeft toch geen zin. Tegelijkertijd is het wel steeds belangrijker, ook met het oog op sponsors, om jezelf aantrekkelijker te maken. Het gaat allang niet meer alleen om prestaties. Maar goed, bij mij staat presteren op één. Mijn grote doel is om op de individuele afstanden voor goud te gaan op de Spelen in 2026. En het zou heel mooi zijn om samen met mijn zusje Michelle voor olympisch goud te gaan op de relay. Verder moet het niet zo zijn dat ik me blind moet staren op likes.” Helden Magazine 65 Het verhaal van Xandra Velzeboer komt voort uit Helden Magazine 65. Er is volop aandacht voor de wintersporten én ook voor voetbal. Frank Rijkaard geeft sinds lange tijd weer eens een interview en spreekt onder meer over Cruijff, het Nederlands elftal en Lionel Messi. In deze editie lees je ook een uitgebreid interview met Lois Abbingh en Tess Lieder – voorheen Wester -. De handbalcollega’s zijn vriendinnen, schoonzussen en sinds kort ook allebei moeder. Daarnaast spraken we met Dávid Hancko en Kristyna Pliskova. De een is een grote aanwinst voor Feyenoord, de ander is toptennisster. Én een gesprek met de populairste schaatser van dit moment, Jutta Leerdam. Verder interviews met de succesvolste Nederlandse olympiër ooit: Ireen Wüst, de eerste keeper op het afgelopen WK: Andries Noppert, twee grootheden in het rolstoeltennis: Diede de Groot en Esther Vergeer én Joep Wennemars is keihard bezig om uit de schaduw van zijn vader Erben te treden. Ook heeft het voetbalvirus nog altijd Guus Hiddink in zijn greep, werden Marc van de Kuilen en Luuk Veltink vrienden door het noodlot, verteld Juul Franssen over haar strijd met de judobond, spreekt Victoria Koblenko met olympisch kampioen openwater Ferry Weertman én staat bondscoach van de Oranjevrouwen: Andries Jonker stil bij De Nachtwacht. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 65 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van jouw Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.
Shorttracken zit bij Xandra Velzeboer in haar DNA. De hele familie is in de ban van de sport. Vorig jaar, op haar twintigste, won ze olympisch goud op de aflossing en daarna greep ze de wereldtitel op de 500 meter. We legden Xandra een lijstje met namen voor. Van tante Monique en zusje Michelle tot Jutta Leerdam en Suzanne Schulting. Monique, Simone, Alex en Marc Velzeboer Bij het noemen van de naam Velzeboer denkt iedereen meteen aan shorttrack. Monique, Simone, Alex en Marc Velzeboer waren pioniers van de sport in de jaren tachtig en negentig en zorgden voor de eerste Nederlandse successen. En nu zijn daar Xandra en haar zusje Michelle, dochters van Marc, die als een komeet gaan. Xandra: “Tante Monique heeft goud, zilver en brons gewonnen op de Spelen in Calgary in 1988. Ik heb de beelden teruggezien. Interessant om te zien hoe de sport is veranderd de afgelopen dertig jaar. Het materiaal is heel erg veranderd en daardoor ook de manier van schaatsen.” De familie Velzeboer is close, mede doordat de sport hen bindt. “Mijn tantes en oom volgen de wedstrijden van mij en mijn zusje op de voet. Voor een wedstrijd krijg ik meestal een berichtje en erna bel ik ook weleens met een van hen. Het racen is hetzelfde gebleven, dat is niet veranderd. Maar het meeste contact over shorttrack heb ik met mijn vader. Hij heeft mij nog schaatsles gegeven. Toen mijn vader was gestopt met shorttrack heeft hij lang niet op het ijs gestaan. Toen mijn zusje en ik zijn gaan shorttracken is hij bij onze club training gaan geven en ging hij weer mee schaatsen. Dat doet hij nu nog weleens. We praten thuis ook veel over onze sport. Mijn moeder heeft vroeger niet geschaatst, maar vindt de sport wel heel mooi, zij is tijdens onze wedstrijden heel zenuwachtig. Schaatsen was zeker geen must bij ons vroeger, ik heb ook nog andere sporten gedaan, zoals skeeleren en hockey. Ik dacht altijd dat de liefde voor schaatsen wat later bij mij is ontstaan, maar ik zag laatst een filmpje van toen ik vijf jaar was. Er werd me gevraagd wat ik wilde worden later en ik riep hard: schaatser! Als er in de winter natuurijs lag, gingen we met de hele familie schaatsen. Daardoor ben ik op schaatsles gegaan in Den Bosch. Het shorttrackteam Brabant trainde daar ook, zo ben ik in het shorttracken gerold. Op mijn zeventiende ben ik van Culemborg, waar ik ben opgegroeid, naar Heerenveen verhuisd. Ik werd gevraagd voor de nationale selectie en wilde dat grote doel najagen: de Spelen halen. Dat is al gelukt.” Dat shorttracken niet zonder gevaar is, weet Xandra ook van jongs af aan. Tante Simone brak bij een val in de olympische B-finale op de 500 meter van 1988 haar rug. Tante Monique raakte in 1993 verlamd door een val tijdens een trainingskamp in het Franse Font-Romeu. “De val van Simone was vlak voor de A-finale. Monique zag haar zus afgevoerd worden met een brancard, moest toen zelf rijden en werd olympisch kampioen. Dat moet bizar zijn geweest. Ik heb mijn tante nooit zien lopen, ken haar niet anders dan in een rolstoel. Met Monique heb ik nooit over het ongeluk gesproken. Wel met mijn vader, hij was erbij. Op de plek waar Monique viel, stonden op dat moment nog geen kussens in de boarding. Toen wij in 2020 in Font-Romeu waren en Lara van Ruijven daar tijdens ons trainingskamp overleed, kwam dat extra hard binnen, omdat Monique daar is gevallen. De situatie was heel anders, want Lara overleed door een auto-immuunziekte. Maar ik ging me toen wel realiseren hoe heftig het is om van de ene op de andere dag niet meer te kunnen lopen. Sindsdien ben ik me meer bewust van de gevaren dan vroeger, maar het is niet zo dat ik tijdens het schaatsen nadenk over wat er kan gebeuren. De ongelukken van mijn tantes hebben natuurlijk grote impact gehad op de familie. Mijn vader is voorzichtiger geworden in de loop der jaren. Mijn zusje en ik schaatsen met een extra nekbeschermer, die hij heeft bedacht.” Monique stortte zich na haar dwarslaesie op fotografie. Xandra leert veel van haar tante. “Monique heeft me geleerd dat ik me altijd moet focussen op het positieve. Mijn tante zit in een rolstoel, maar is altijd op zoek naar dingen die ze wel kan doen. Ze gaat gewoon mee op wintersport en de berg af in een zitski. Onbewust neem ik dat mee. Bij tegenslag probeer ik niet in het negatieve te blijven hangen.” Suzanne Schulting Ze is de koningin van het shorttracken. Suzanne Schulting won in 2018 olympisch goud op de 1000 meter en brons op de relay. Bij de afgelopen Spelen kwamen daar nog twee gouden, een zilveren en een bronzen olympische medaille bij. En Suzanne won in de tussentijd ook een handvol wereld- en Europese titels. Xandra werd vorig jaar met Suzanne olympisch kampioen op de relay en pakte daarna de wereldtitel op de 500 meter in Montreal. Ze is niet langer alleen ploeggenoot, maar ontpopt zich ook als de grote concurrent van Suzanne Schulting. “Een aantal jaar geleden was ik nog het jonkie, had ik Suzanne minder te bieden. Ik kon me enorm optrekken aan Suzanne en de rest van de vrouwen tijdens trainingen. Ik keek heel goed naar de meiden, kon van hen afkijken. Mijn doel op dat moment was om wereldkampioen bij de junioren te worden. Ik zit nu op een heel ander niveau, het is nu zo dat Suzanne en ik elkaar sterker maken. Simpelweg door met en tegen elkaar te rijden op trainingen. Ik kijk minder naar haar dan voorheen, we zitten nu op een niveau dat iedereen zijn eigen verbeterpuntjes heeft en daar hebben we het vooral met de coach over. Neemt niet weg dat we elkaar tips geven. Ook met het doel om elkaar beter te maken met het oog op de relay. We zijn samen bezig om nog sterker te worden en we willen voorkomen dat we worden ingehaald bij de wissels. Op dit moment zijn wij het sterkste team in de aflossing, we merken dat andere landen van alles aan het proberen zijn om iets te vinden waarop ze ons kunnen pakken, en wij willen ervoor zorgen dat we de beste blijven. Inmiddels zijn we ook concurrenten, ja. Ik denk dat Suzanne mij inmiddels wel als een gevaar ziet. In de relay willen we samen winnen, op de individuele afstanden willen we van elkaar winnen. Dat zorgt weleens voor kleine ergernissen. Logisch ook, we trainen het hele jaar met elkaar, zien elkaar iedere dag en reizen met elkaar de wereld over. Maar die ergernissen zijn er ook soms met anderen, hoor. Suzanne en ik zijn heel goede collega’s. We kunnen het hartstikke gezellig hebben met elkaar. Met alle dames in de ploeg trouwens. We werken goed samen en drinken ook weleens koffie met zijn allen. Maar we lopen niet de deur bij elkaar plat.” 'Inmiddels zijn we ook concurrenten, ja. Ik denk dat Suzanne Schulting mij inmiddels wel als een gevaar ziet' Suzanne Schulting heeft laten zien dat het mogelijk is om als Nederlandse shorttrackster de beste van de wereld te worden. “Ploeggenoot Yara van Kerkhof vertelt weleens hoe het een paar jaar geleden was, toen was het doel om als Nederlandse shorttracker kwartfinales te rijden. Er is veel veranderd. Vanaf het moment dat Suzanne olympisch kampioen op de 1000 meter werd in 2018, zijn wij met het hele team veel gaan winnen. Maar vergeet ook Sjinkie Knegt niet. Hij won in 2014 olympisch brons, in 2018 zilver en hij werd wereldkampioen in 2015. Dat was al een teken dat wij heel goed bezig waren.” Xandra maakt nu, op haar 21ste, deel uit van de wereldtop. “Vroeger keek ik op tegen de Italiaanse shorttrackster Arianna Fontana. Nu rijd ik tegen haar. Best gek. Ik was als kind ook van het handtekeningen verzamelen. Onze bondscoach Niels Kerstholt schaatste toen nog, ik heb een handtekening van hem. En ook die van Sjinkie, Yara en Rianne de Vries. Nu kom ik hen dagelijks tegen.” Lara van Ruijven De gedachten gaan terug naar de relay in Beijing. Over de kracht van de aflossingsploeg zegt Xandra: “We kunnen met zijn allen heel lang heel hard schaatsen. Vaak zie je dat er bij ieder land wel iemand is die iets minder is. Dat is bij ons niet het geval. Vooral voor de halve finale op de Spelen waren we erg zenuwachtig. We moesten tegen Italië en China, twee heel sterke landen. Dat we de finale haalden, was zo’n opluchting. Yara van Kerkhof zei voor de finale tegen ons: ‘We moeten er ook gewoon heel erg van genieten dat we als favoriet de finale ingaan.’ Dat maakte ons rustig. Het kan een last zijn, die favorietenrol, maar het kan ook fantastisch zijn om de finale in te gaan als je weet dat je de beste bent.” Het kwartet Yara van Kerkhof, Selma Poutsma, Suzanne Schulting en Xandra Velzeboer reed bijna de hele finale op kop. Op een paar meter na. “Tijdens de race werd ik bij de wissel ingehaald door een Chinese. Ik dacht: jij gaat mij nu niet inhalen! Ik besloot haar meteen terug te pakken. Het was een goede keuze om volle bak buitenom te gaan. Ik heb die actie een aantal keer teruggekeken. Het was een gaaf moment in de relay. Ik zag daarna al dat ik ver voor reed. Toen ik Suzanne die laatste duw gaf, zag ik de rest een stuk later langskomen. Ik dacht toen al: we hebben gewonnen. Maar die gedachte mocht ik nog niet toelaten. Dat brengt ongeluk, toch?” De ploeg reed rond met een hartje op het pak, een verwijzing naar de op 10 juli 2020 op slechts 27-jarige leeftijd aan een auto-immuunziekte overleden ploeggenote Lara van Ruijven. In 2018 won zij met Schulting, Van Kerkhof en Jorien ter Mors op miraculeuze wijze olympisch brons op de relay. Ook Rianne de Vries maakte deel uit van dat team. “Het was een heel heftige periode voor het team en voor de andere meiden die jarenlang met Lara relays reden. Voor hen was het nog veel heftiger dan voor mij. Lara, Yara, Suzanne en Rianne hadden zichzelf zo verbeterd op de relay. Er stond zo’n sterk team, ik kon daar zo inrollen. Lara heeft er ook voor gezorgd dat wij olympisch kampioen konden worden.” Xandra maakte Lara ook mee vanaf het moment dat ze bij de nationale selectie kwam. “Lara was aardig tegen iedereen. Sommige sporters krijgen sterallures als ze goed worden, zij niet. Lara was wereldkampioen geworden op de 500 meter in 2019, maar dat merkte je niet aan haar. Ze had geen greintje arrogantie in zich. Toen ik als broekie erbij kwam, keek ik op tegen al die oudere meiden en jongens in de ploeg. Lara wilde mij altijd helpen. Zij heeft mij geleerd dat het heel belangrijk is hoe je bent als mens. Sinds haar overlijden sta ik er meer bij stil dat het belangrijk is dat ik mijn sport leuk blijf vinden. Ik heb met mezelf afgesproken: als ik dit leven niet meer leuk vind, stop ik. Topsport kan zwaar zijn. Je moet niet alleen de wedstrijden leuk vinden, maar ook de trainingen. Lara vond dat ook heel belangrijk.” Een maand na de Spelen werd Xandra wereldkampioen op de afstand waarop Lara drie jaar eerder de beste van de wereld was. “De Spelen waren het hoofddoel. Daar kon ik maanden van tevoren zenuwachtig van worden. Ik had eerder een keer brons gehaald op een individuele afstand bij een wereldbeker. Ik hoorde al wel bij de top, maar was geen favoriet voor een medaille. De 500 meter op de Spelen waren een teleurstelling, ik werd uitgeschakeld in de kwartfinale. Maar dat heeft er uiteindelijk wel voor gezorgd dat ik wereldkampioen kon worden. Met Suzanne reed ik vaak de snelste tijd op de 500 meter, daaraan kon ik zien dat het goed zat, maar mijn start was nog minder ten opzichte van echte sprinters. Als je op de eerste positie start en iemand start naast je die sneller is, kun je klem komen te zitten. Dat gebeurde op de Spelen. De start was het enige waar ik nog aan kon denken. Op het WK liet ik dat los, dat pakte goed uit.” Michelle Velzeboer Er is op dit moment niet langer één Velzeboer waar op gelet moeten worden, maar er zijn er twee. Michelle Velzeboer, negentien jaar jong, won vorig jaar zilver en brons op de WK juniore en reed dit jaar al wereldbekerwedstrijden bij de senioren, won in december zelfs al haar eerste wereldbekermedaille: zilver op de 500 meter in Almaty in Kazachstan. “Tijdens het wereldbekerdebuut van Michelle wonnen we meteen samen goud op de relay. We hebben bij elkaar de medaille omgehangen, hartstikke leuk. Soms voelt het alsof ik haar een beetje onder mijn hoede moet nemen. Ik heb al ervaring met een olympisch traject en alle belangrijke wedstrijden die erbij horen. Maar ik denk ook dat het goed is als Michelle dingen zelf uitvogelt, dan leert ze wat goed voor haar is in plaats van dat ze hetzelfde doet als ik. Wij lijken op elkaar qua type schaatser, hebben dezelfde stijl. We zijn allebei fel, hebben dat katachtige. Michelle rijdt net als ik ook een heel goede 500 meter. Ik vrees het moment nog niet dat Michelle mij voorbijstreeft, maar word wel competitief van die gedachte. Dat was vroeger al zo. Zo had ik een hekel aan zwemles. Toen ik mijn A-diploma had gehaald, vond ik het mooi geweest. Mijn zusje vond zwemmen wel leuk en ging voor haar B-diploma. Dat kon ik niet verkroppen. Na een jaar ben ik weer begonnen met zwemles. Ik dacht: Michelle mag niet beter zwemmen dan ik. Ons B- diploma hebben we toen samen gehaald. Hoewel, ik had hem nog net iets eerder, daar was ik heel blij mee.” Lachend: “Dat concurrentiegevoel zit dus toch vrij diep. Het gaat ook vast gebeuren dat ze van me wint. Dat is dan maar zo. Ik vind het ook heel leuk om te zien dat zij zo vooruitgaat en dat we nu samen de relay rijden. Het lijkt me hartstikke mooi om straks samen in A-finales te staan. En ja, dat zal soms ook moeilijk zijn omdat we dan ook grote concurrenten zijn van elkaar.” Xandra vertelt dat ze een heel hechte band heeft met haar zus. “Ik ben iets extraverter dan Michelle, maar we hebben allebei een sterke mening. We schelen maar anderhalf jaar, wonen samen in Heerenveen en sporten samen. Michelle studeert net als ik Lifescience & Technology in Groningen, maar doet net een andere richting. Zij volgt een technischere richting dan ik, ik volg de richting biomedische wetenschappen, dat valt onder biologie. Gelukkig maar, anders lijkt het echt alsof we helemaal hetzelfde leven leiden.” Lachend: “Natuurlijk botsen we ook weleens. Op je zusje reageer je je het makkelijkst af als je moe bent na een training.” Michelle kan ook af en toe optreden als model voor Xandra. “Als ik niet hoef te schaatsen of studeren, teken ik graag. Ik maak portretten van Michelle, vriendinnen of willekeurige mensen die ik nateken van Pinterest. Mijn opa schilderde, ik denk dat ik het van hem heb.” Dennis Visser Xandra woont niet alleen in een huis met Michelle, maar ook met haar vriend Dennis Visser. “En met onze kat Henkie,” zegt Xandra. Zij en Dennis leerden elkaar drie jaar geleden kennen via het shorttracken. “We trainden samen, gingen met elkaar naar wedstrijden en zo is de vonk overgesprongen. In 2021 is hij gestopt met shorttrack vanwege een rugblessure. Het is fijn dat Dennis weet hoe de sport in elkaar steekt en wat ik meemaak. Dennis weet dat ik niet zomaar even uit eten kan of iets leuks kan gaan doen en hoe het leven als topsporter eruitziet. Ik kan heel goed met hem praten, maar omdat hij niet meer in de ploeg zit, kan hij er nu met een helikopterblik naar kijken.” Jeroen Otter Xandra werkte tot vorig jaar samen met Jeroen Otter, de architect van het succes van de shorttrackers de afgelopen jaren. Hij was sinds 2010 bondscoach en nam na afgelopen seizoen een sabbatical. “Jeroen heeft een grote rol gespeeld in het begin van mijn professionele schaatscarrière. Ik was op dat moment een jonkie en wist nog niet exact wat goed voor mij was. Nu heb ik in drie jaar tijd, met hem als coach, veel ervaring opgedaan, waardoor ik dat beter weet.” Jeroen Otter bestempelde zijn jonge pupil vorig jaar als ‘een tijger’. Xandra werd zijn laatste wereldkampioen voordat hij een pauze besloot in te lassen. “Voor de WK zei hij tegen mij dat ik wereldkampioen kon worden op de 500 meter. Wat Jeroen precies zei na mijn overwinning weet ik niet meer, maar het was natuurlijk geweldig. We vlogen elkaar in de armen. Na het seizoen vertelde Jeroen dat hij een sabbatical zou nemen. Ik vond het vooral belangrijk wie hem zou vervangen. Bij Jeroen wist ik heel goed dat ik voor een groot toernooi fit zou zijn. Hij was heel goed in de opbouw naar belangrijke wedstrijden toe, ik vertrouwde volledig op Jeroen wat dat betreft. Bij een nieuwe coach is het afwachten of hij je ook wedstrijdfit maakt.” Suzanne Schulting liet al weten dat ze de mogelijkheden wil onderzoeken om samen met Jeroen Otter een commerciële shorttrackploeg op te zetten. “Ik heb er wat over gelezen en denk dat het goed kan zijn voor de sport als er een commerciële ploeg komt. Interessant.” Niels Kerstholt De opvolger van Jeroen Otter was een oude bekende: Niels Kerstholt. Hij stopte in 2014 met shorttrack, werd in 2018 coach van de talenten. “Ik had al een jaar onder hem getraind, maar toen was ik zestien. Ik vond het vooral heel belangrijk hoe het trainingsschema eruit zou zien onder Niels.” Het was even wennen. “Niet alleen voor mij, maar voor iedereen. De hele staf was nieuw. Niet alleen Jeroen was weg. Het was goed dat we in het najaar meteen goed presteerden, dat gaf vertrouwen dat de aanpak van Niels ook aanslaat. De vraag is nog hoe we het gaan doen op de WK. Daar wil ik op mijn best zijn. Zoals ik net al zei: Jeroen wist altijd heel goed hoe je op het juiste moment op je best was. Maar ik heb een goed gevoel over de afgelopen maanden. Ik kan goed met Niels praten, vind hem toegankelijker dan Jeroen. Hij is ook jonger, dat helpt daar misschien ook bij. De aanpak is ook weer iets anders dan onder Jeroen. Niels laat ons bijvoorbeeld veel meer fietsen dan voorheen.” Jens en Melle van ’t Wout Er staan niet alleen dagelijks twee shorttrackende zussen op het ijs in Thialf, er zijn ook twee shorttrackende broers in de Nederlandse ploeg: Jens en Melle van ’t Wout. “Het is niet dat wij een broers-en-zussen-kliekje vormen, hoor, de verstandhouding met Jens en Melle is niet anders dan die met andere ploeggenoten. Maar het zou stiekem natuurlijk wel leuk zijn om een keer met z’n vieren een mixed relay te rijden, met twee keer Velzeboer en twee keer Van ’t Wout.” Jens, Melle, Michelle en Xandra zijn ook exponenten van een nieuwe generatie shorttrackers. “Er zit wel een gat tussen de jongeren en ouderen in ons team. Suzanne hangt er qua leeftijd een beetje tussenin. De ploeg is nu flink verjongd, dat vind ik leuk. We kennen elkaar al lang vanuit de jeugd.” Het is niet zo dat er nu heel andere muziek in de kleedkamer wordt gedraaid. Lachend: “Er zijn alleen minder Friezen, er wordt eindelijk gewoon Nederlands gepraat in de kleedkamer.” Jorien ter Mors “Ik zie Jorien ter Mors een beetje als de pionier van het shorttracken bij de vrouwen van de afgelopen tien jaar. Ik heb niet meer met haar geschaatst, zij had al de overstap gemaakt naar de langebaan toen ik erbij kwam,” zegt Xandra. Jorien ter Mors besloot het shorttracken te combineren met de langebaan. Met groot succes. Ze won in 2014 olympisch goud op de 1500 meter en de ploegenachtervolging. In 2018 werd ze wereldkampioen sprint en olympisch kampioen op de 1000 meter. Op die Spelen won ze ook olympisch brons als shortrackster op de relay. 'Ik heb niet de ambitie om ooit de overstap te maken naar de langebaan. Mijn langebaantrainingen zien er niet uit. Ik kan er niks van' “Ik heb niet de ambitie om ooit de overstap te maken naar de langebaan. Mijn langebaantrainingen zien er niet uit. Die doe ik ook niet voor de lol, zijn een verplicht onderdeel van ons trainingsschema. Ik kan er niks van. Drie jaar geleden stond ik pas voor het eerst op de klapschaats. Snel uit met die dingen, dacht ik. Inmiddels ben ik er iets beter in geworden, maar je ziet me nog altijd chagrijnig rondrijden op de langebaan. Ik focus me liever op het shorttracken.” Jutta Leerdam Vandaag de dag is het ook belangrijk hoe een sporter zich presenteert. Jutta Leerdam is iemand die daar heel erg mee bezig is. Zij is naast langebaanschaatser ook een merk. Ze heeft een grote schare fans die haar volgen op sociale media, bedrijven staan klaar met lucratieve sponsordeals. “Ik ken haar niet goed, maar zie natuurlijk dat Jutta het heel goed doet. Ze is niet alleen een goede schaatsster, maar ook een influencer en een bekende Nederlander. Ik ben geen BN’er, al merkte ik wel dat ik na de Spelen meer herkend werd op straat. Leuk, dat voelde als erkenning voor mijn prestaties en het betekent ook dat het shorttracken steeds populairder wordt. Jutta zet zich heel goed neer als een merk. Ik bespreek met mijn management hoe ik mezelf neer wil zetten, daar hebben we ook wel een strategie voor. Ik doe het niet zoals Jutta, hoeft ook niet. Moet doen wat bij mij past. Ik ben niet heel erg bezig met het aantal volgers dat ik heb, maar vind het wel belangrijk hoe ik overkom in interviews. Ik moet mezelf zijn, geen rol spelen, dat heeft toch geen zin. Tegelijkertijd is het wel steeds belangrijker, ook met het oog op sponsors, om jezelf aantrekkelijker te maken. Het gaat allang niet meer alleen om prestaties. Maar goed, bij mij staat presteren op één. Mijn grote doel is om op de individuele afstanden voor goud te gaan op de Spelen in 2026. En het zou heel mooi zijn om samen met mijn zusje Michelle voor olympisch goud te gaan op de relay. Verder moet het niet zo zijn dat ik me blind moet staren op likes.” Helden Magazine 65 Het verhaal van Xandra Velzeboer komt voort uit Helden Magazine 65. Er is volop aandacht voor de wintersporten én ook voor voetbal. Frank Rijkaard geeft sinds lange tijd weer eens een interview en spreekt onder meer over Cruijff, het Nederlands elftal en Lionel Messi. In deze editie lees je ook een uitgebreid interview met Lois Abbingh en Tess Lieder – voorheen Wester -. De handbalcollega’s zijn vriendinnen, schoonzussen en sinds kort ook allebei moeder. Daarnaast spraken we met Dávid Hancko en Kristyna Pliskova. De een is een grote aanwinst voor Feyenoord, de ander is toptennisster. Én een gesprek met de populairste schaatser van dit moment, Jutta Leerdam. Verder interviews met de succesvolste Nederlandse olympiër ooit: Ireen Wüst, de eerste keeper op het afgelopen WK: Andries Noppert, twee grootheden in het rolstoeltennis: Diede de Groot en Esther Vergeer én Joep Wennemars is keihard bezig om uit de schaduw van zijn vader Erben te treden. Ook heeft het voetbalvirus nog altijd Guus Hiddink in zijn greep, werden Marc van de Kuilen en Luuk Veltink vrienden door het noodlot, verteld Juul Franssen over haar strijd met de judobond, spreekt Victoria Koblenko met olympisch kampioen openwater Ferry Weertman én staat bondscoach van de Oranjevrouwen: Andries Jonker stil bij De Nachtwacht. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 65 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van jouw Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.

Judo

Juul Franssen: ‘De onbevangenheid heb ik nu weer terug’

De drie bronzen medailles – WK 2018, 2019 en EK 2020 – hebben toch het gedroomde geluk niet gebracht; evenmin de olympische deelname van 2021. Als vijfjarige had Juul Franssen (33) kennisgemaakt met de judomat, een klein half jaar geleden nam ze afscheid. Strijdbaar vertelt ze 27 jaar na haar kennismaking met haar sport waarom ze weer dat ‘onbevangen meisje’ wilde worden en hoe ze daarin geslaagd is. “Judo was vanaf het begin één groot feest. Ook omdat ik mijn teveel aan energie – nu zou dat ADHD genoemd worden – er in kwijt kon. Mijn eerste échte hoogtepunt was het WK-goud voor teams in 2010, met een geweldige groep meiden onder leiding van Marjolein van Unen, Cor van der Geest en Chris de Korte. Ik was een jonge hond, onbevangen en won van iedereen. Ik kon mijn olympische droom achterna; tot de judobond eind 2016, na de Spelen van Rio, besloot te centraliseren en alle judoka’s fulltime op Papendal wilde hebben. Daar werd ‘maatwerk’ beloofd. Maar ik wilde niet fulltime op Papendal trainen, maar bij mijn team blijven. Ik was vanuit Reuver, het Limburgse dorp waar ik altijd gewoond had, naar Rotterdam gegaan om bij de club van Chris de Korte, ook de trainer van mijn olympische held Mark Huizinga, de best mogelijke judoka te worden. Daar zei ik in het begin iedereen op straat met m’n zachte g heel vriendelijk gedag; zoals in Reuver, waar iedereen iedereen kent. Maar in Rotterdam werd ik dan aangekeken met ‘wat moet je van me’- blikken. Dus heb ik me snel aangepast. Ik was op mijn plek bij m’n trainer Mark van der Ham en de mensen op de club en blij met m’n vorderingen. Dat ging ik niet op het spel zetten om fulltime naar Papendal te verhuizen en te gaan werken onder trainers zonder EK-, WK- en olympische ervaring. Door mijn weigering moest ik in gesprek met de toenmalig technisch directeur van de bond, Henry Bonnes. Die vertelde me dat ze, als ik bleef weigeren, m’n A-status van het NOC*NSF zouden afnemen waardoor ik ook m’n auto en m’n inkomen als topsporter kwijt zou raken. Allebei hebben we genotuleerd, maar er zat geen enkele overeenkomst in die notities. Ik stond met m’n rug tegen de muur, voelde me heel eenzaam en heb daarom de hulp ingeroepen van NL Sporter en hun jurist Hetteke Frima. We hebben de bond zelf voorstellen gedaan, waar ze het niet mee eens waren. Dagelijks had ik contact met Hetteke, die me samen met advocaat Wil van Megen dag en nacht heeft bijgestaan, en een hele goeie vriendin is geworden. In december, een maand na de Grand Slam in Abu Dhabi, werd ik weer uitgenodigd door de technisch directeur. 'Tja, Ik loop niet als een mak schaap mee, verzet me tegen machtsmisbruik. Omdat ik uit de selectie was gezet had ik ook geen andere keuze' Het ‘gesprek’ bleek een mededeling te zijn die per brief werd bevestigd: ik was uit de selectie gezet. Ik heb doorgetraind, maar ook nagedacht en met Hetteke overlegd over volgende stappen. Op 13 januari, een kleine maand later, hebben we er een persbericht uitgegooid: we spannen een kort geding aan tegen de judobond. Helden Magazine 65 Het eerste gedeelte van het verhaal van Juul Franssen komt voort uit Helden Magazine 65. Er is volop aandacht voor de wintersporten én ook voor voetbal. Frank Rijkaard geeft sinds lange tijd weer eens een interview. Hij spreekt onder meer over Cruijff, het Nederlands elftal en Lionel Messi. In deze editie lees je ook een uitgebreid interview met Lois Abbingh en Tess Lieder – voorheen Wester -. De handbalcollega’s zijn vriendinnen, schoonzussen en sinds kort ook allebei moeder. Daarnaast spraken we met Dávid Hancko en Kristyna Pliskova. De een is een grote aanwinst voor Feyenoord, de ander is toptennisster. Én een gesprek met de populairste schaatser van dit moment, Jutta Leerdam. Verder interviews met de succesvolste Nederlandse olympiër ooit: Ireen Wüst. De eerste keeper op het afgelopen WK: Andries Noppert, twee grootheden in het rolstoeltennis: Diede de Groot en Esther Vergeer. Shorttrackster Xandra Velzeboer gaat als een komeet. En Joep Wennemars is keihard bezig om uit de schaduw van zijn vader Erben te treden. Ook heeft het voetbalvirus nog altijd Guus Hiddink in zijn greep. Werden Marc van de Kuilen en Luuk Veltink vrienden door het noodlot. Spreekt Victoria Koblenko met olympisch kampioen openwater Ferry Weertman. En staat bondscoach van de Oranjevrouwen: Andries Jonker stil bij De Nachtwacht. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 65 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van jouw Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.
De drie bronzen medailles – WK 2018, 2019 en EK 2020 – hebben toch het gedroomde geluk niet gebracht; evenmin de olympische deelname van 2021. Als vijfjarige had Juul Franssen (33) kennisgemaakt met de judomat, een klein half jaar geleden nam ze afscheid. Strijdbaar vertelt ze 27 jaar na haar kennismaking met haar sport waarom ze weer dat ‘onbevangen meisje’ wilde worden en hoe ze daarin geslaagd is. “Judo was vanaf het begin één groot feest. Ook omdat ik mijn teveel aan energie – nu zou dat ADHD genoemd worden – er in kwijt kon. Mijn eerste échte hoogtepunt was het WK-goud voor teams in 2010, met een geweldige groep meiden onder leiding van Marjolein van Unen, Cor van der Geest en Chris de Korte. Ik was een jonge hond, onbevangen en won van iedereen. Ik kon mijn olympische droom achterna; tot de judobond eind 2016, na de Spelen van Rio, besloot te centraliseren en alle judoka’s fulltime op Papendal wilde hebben. Daar werd ‘maatwerk’ beloofd. Maar ik wilde niet fulltime op Papendal trainen, maar bij mijn team blijven. Ik was vanuit Reuver, het Limburgse dorp waar ik altijd gewoond had, naar Rotterdam gegaan om bij de club van Chris de Korte, ook de trainer van mijn olympische held Mark Huizinga, de best mogelijke judoka te worden. Daar zei ik in het begin iedereen op straat met m’n zachte g heel vriendelijk gedag; zoals in Reuver, waar iedereen iedereen kent. Maar in Rotterdam werd ik dan aangekeken met ‘wat moet je van me’- blikken. Dus heb ik me snel aangepast. Ik was op mijn plek bij m’n trainer Mark van der Ham en de mensen op de club en blij met m’n vorderingen. Dat ging ik niet op het spel zetten om fulltime naar Papendal te verhuizen en te gaan werken onder trainers zonder EK-, WK- en olympische ervaring. Door mijn weigering moest ik in gesprek met de toenmalig technisch directeur van de bond, Henry Bonnes. Die vertelde me dat ze, als ik bleef weigeren, m’n A-status van het NOC*NSF zouden afnemen waardoor ik ook m’n auto en m’n inkomen als topsporter kwijt zou raken. Allebei hebben we genotuleerd, maar er zat geen enkele overeenkomst in die notities. Ik stond met m’n rug tegen de muur, voelde me heel eenzaam en heb daarom de hulp ingeroepen van NL Sporter en hun jurist Hetteke Frima. We hebben de bond zelf voorstellen gedaan, waar ze het niet mee eens waren. Dagelijks had ik contact met Hetteke, die me samen met advocaat Wil van Megen dag en nacht heeft bijgestaan, en een hele goeie vriendin is geworden. In december, een maand na de Grand Slam in Abu Dhabi, werd ik weer uitgenodigd door de technisch directeur. 'Tja, Ik loop niet als een mak schaap mee, verzet me tegen machtsmisbruik. Omdat ik uit de selectie was gezet had ik ook geen andere keuze' Het ‘gesprek’ bleek een mededeling te zijn die per brief werd bevestigd: ik was uit de selectie gezet. Ik heb doorgetraind, maar ook nagedacht en met Hetteke overlegd over volgende stappen. Op 13 januari, een kleine maand later, hebben we er een persbericht uitgegooid: we spannen een kort geding aan tegen de judobond. Helden Magazine 65 Het eerste gedeelte van het verhaal van Juul Franssen komt voort uit Helden Magazine 65. Er is volop aandacht voor de wintersporten én ook voor voetbal. Frank Rijkaard geeft sinds lange tijd weer eens een interview. Hij spreekt onder meer over Cruijff, het Nederlands elftal en Lionel Messi. In deze editie lees je ook een uitgebreid interview met Lois Abbingh en Tess Lieder – voorheen Wester -. De handbalcollega’s zijn vriendinnen, schoonzussen en sinds kort ook allebei moeder. Daarnaast spraken we met Dávid Hancko en Kristyna Pliskova. De een is een grote aanwinst voor Feyenoord, de ander is toptennisster. Én een gesprek met de populairste schaatser van dit moment, Jutta Leerdam. Verder interviews met de succesvolste Nederlandse olympiër ooit: Ireen Wüst. De eerste keeper op het afgelopen WK: Andries Noppert, twee grootheden in het rolstoeltennis: Diede de Groot en Esther Vergeer. Shorttrackster Xandra Velzeboer gaat als een komeet. En Joep Wennemars is keihard bezig om uit de schaduw van zijn vader Erben te treden. Ook heeft het voetbalvirus nog altijd Guus Hiddink in zijn greep. Werden Marc van de Kuilen en Luuk Veltink vrienden door het noodlot. Spreekt Victoria Koblenko met olympisch kampioen openwater Ferry Weertman. En staat bondscoach van de Oranjevrouwen: Andries Jonker stil bij De Nachtwacht. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 65 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van jouw Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.

Shorttrack

Suzanne Schulting & Jeroen Otter: ‘Wij hebben wel wat meegemaakt’

Shorttrackkampioen Suzanne Schulting en voormalig bondscoach Jeroen Otter werkten jarenlang succesvol samen, met als hoogtepunt: twee gouden, een zilveren en een bronzen medaille op de Spelen in Beijing dit jaar. Maar ook buiten de ijsbaan maakten ze samen veel mee. We spraken hen over hun successen en verdriet, Jeroens sabbatical en hun toekomstplannen. “In interviews met atleten hoor je weleens: het zou geweldig zijn als ik op het podium beland. Typisch zo’n langebaanuitspraak,” zegt Jeroen Otter terwijl hij Suzanne Schulting aankijkt. “Jij durft wel uit te spreken: ‘Ik kom hier om te winnen.’ En dan doe je dat ook. Jij bent een veelvraat.” Jeroen: 'Wat ik graag zie, is dat Suzanne in 2030 kan zeggen: Ik ben niet alleen een postergirl voor de sport geweest, maar ik heb de sport ook ontwikkeld' Suzanne: “Wij hebben dezelfde gedachten en versterken elkaar.” Jeroen: “Wij denken allebei groot, durven in het abstracte te denken, in wat mogelijk is. Dat is voor een coach geweldig, je vindt niet gauw iemand die hetzelfde denkt. Tegelijkertijd heb jij iemand nodig die met je meegaat in jouw manier van denken. Anders word jij als atleet onbewust klein gehouden.” Ruim twaalf jaar was Jeroen bondscoach van de Nederlandse shorttrackers, waarvan hij er zeven met Suzanne samenwerkte. Na de WK shorttrack in april dit jaar besloot Jeroen een sabbatical van een jaar te nemen. Jeroen: “In het begin hield ik als coach heel erg vast aan mijn eigen kennis, daarna werden meningen en ervaringen van atleten belangrijker. Als je dan met een kanjer als Suus kan werken, dan maakt dat het plaatje compleet. Door jou ben ik een betere coach geworden. Naar jou ben ik gaan luisteren. Dat is niet omdat jij alles wint, maar omdat jij je durft uit te spreken en met goede voorstellen komt. Wij voelen elkaar perfect aan.” Suzanne, nu 25, stroomde op haar zeventiende van Jong Oranje door naar de nationale shorttrackploeg. Suzanne: “Ik had flink wat te leren. Niet alleen op het ijs, ook op mentaal vlak. Op mijn zeventiende had ik een enorm grote bek en ik wist wat ik wilde. Ik was nog te gretig waardoor het juist niet lukte en ik fouten maakte. Jij hebt me op mijn bek laten gaan. Daardoor heb ik kunnen groeien en ben ik de atleet geworden die ik nu ben. We hebben vaak genoeg een meningsverschil, het kan soms hard tegen hard gaan. Wij kunnen zeggen wat we denken, er wordt niet altijd maar ‘ja en amen’ geknikt.” Lachend: “Meestal heb jij wel gelijk.” Jeroen: “Ik ben de laatste jaren meer met jou opgetrokken dan met mijn eigen dochter. Vaak heb ik het met jou en de andere schaatsers ook niet over schaatsgerelateerde zaken. Buiten het schaatsen zijn ze net als iedere andere leeftijdsgenoot op zoek in het leven.” Suzanne knikt: “Wat er in mijn privéleven gebeurt, heeft invloed op het schaatsen. Ik heb persoonlijke dingen met jou besproken die ik op een later moment pas met mijn ouders heb gedeeld. Jij gaf altijd eerlijk je mening. Jij wist zelfs eerder dan mijn ouders dat ik een punt wilde zetten achter mijn vorige relatie.” Ook haar nieuwe vriend Sam van Royen, die ze in april op de redactie van het tv-programma Vandaag Inside ontmoette waar ze te gast was, is inmiddels ‘goedgekeurd’ door Jeroen. Jeroen: “Ik heb Sam afgelopen zomer ontmoet op de bruiloft van onze embedded scientist Bjorn de Laat. Jij hebt iemand nodig die tegen jou op kan boksen. Natuurlijk is het in een relatie soms fijn om het gevoel te hebben dat je alles voor het zeggen hebt, maar niet te lang, hoor. Deze relatie voelt gelijkwaardig.” Suzanne: “Sam komt uit een familie die goed is met taal. Hij gebruikt soms ook woorden waarvan ik denk: wat zeg jij nou? Waar haal je het vandaan en wat betekent het? Jeroen schudt ook altijd van die rare woorden uit zijn mouw. Zij hadden meteen een klik.” Randzaken Suzanne veroverde in 2018 olympisch goud op de 1000 meter in Pyeongchang. Het was het startpunt voor nog veel meer succes. Maar terwijl de wereld- en Europese titels binnenstroomden, sloeg het noodlot binnen het team toe. In januari 2019 liep Sjinkie Knegt door een ongeluk met een houtkachel ernstige brandwonden op. Sjinkie lag zeven weken lang in het ziekenhuis. En er was het tragische overlijden van Lara van Ruijven, in juli 2020 in een Frans ziekenhuis. Lara overleed aan een auto-immuunziekte toen de ploeg op trainingskamp was. Suzanne: “Jij bent sinds het overlijden van Lara meer gaan relativeren. Er zijn andere dingen in het leven belangrijker dan shorttrack. Dat heeft het hele team gemerkt.” Jeroen: “Het is vreselijk dat je dit soort dingen nodig hebt om te beseffen wat belangrijk is. Tegelijkertijd is het ook een bevestiging dat je in het leven moet doen wat je het allerleukst vindt, het kan zomaar over zijn.” Suzanne: “Het zijn drie pittige jaren geweest. Als je er middenin zit, dan heb je dat wat minder in de gaten. Ik was constant aan het toewerken naar een nieuw doel waar ik me in kon vastbijten. Wat er dan allemaal buiten de baan gebeurt, ga je bijna als randzaken zien, hoe gek dat ook klinkt.” Suzanne werd allround wereldkampioen in 2019 en prolongeerde die titel in 2021 in Dordrecht, waarbij ze goud pakte op alle afstanden. In 2020 werd het WK afgelast vanwege de coronapandemie. Ook werd ze tweemaal Europees kampioen. Als regerend olympisch kampioen reisde ze in januari dit jaar af naar Beijing als de te kloppen vrouw op alle afstanden. Suzanne: “Deze Spelen waren het tegenovergestelde van die van vier jaar geleden. In Pyeongchang was alles nieuw, ik vond alles spannend, ging er als een stuiterbal doorheen. Vier jaar geleden genoot ik er niet van, ik had te veel stress van alle prikkels die erbij kwamen kijken. Nu wist ik wat er ging komen, dat was fijn. Maar de druk was groot. Vier jaar geleden waren er atleten die beter waren dan ik. Daarna werd het mijn doel om geen eendagsvlieg te zijn. Ik wilde meerdere keren Europees en wereldkampioen worden en weer als olympisch kampioen op het podium staan. Toen de Spelen dichterbij kwamen, had ik al redelijk wat doelen gehaald. Die Europese- en wereldtitels kon ik afvinken. De Spelen in Beijing waren niet ideaal, mijn familie was er niet en vanwege de coronapandemie was er geen vol stadion. Laat ik maar genieten van wat er wel is, dacht ik. Mijn gevoel was goed. Ik had een fantastisch team om me heen, de sfeer onderling was goed en de trainingen gingen fantastisch. Van de voorbereiding heb ik genoten. In Beijing wilde ik minimaal twee keer goud en op elke afstand een medaille winnen.” Helden Magazine 64 Het eerste gedeelte van het verhaal van Suzanne Schulting en Jeroen Otter komt voort uit Helden Magazine 64. In het dubbeldikke eindejaarsnummer blikken we terug op het sportjaar 2022 én is er volop aandacht voor het WK Voetbal in Qatar. Virgil van Dijk siert samen met Irene Schouten de cover. Voor Schouten kon het jaar 2022 niet op. Ze won drie olympische titels, de wereldtitel allround en trouwde. In de WK-special lees je interviews met Denzel Dumfries, Matthijs de Ligt, Cody Gakpo en Soufiane Touzani. Daarnaast vertellen vriendinnen Candy-Rae en Laura Benschop over hun leven met WK-gangers Daley Blind en Davy Klaassen én een reconstructie van het masterplan van Van Gaal. Verder in deze editie een uitgebreid interview met een van de architecten van het succes van wielerploeg Jumbo-Visma: Merijn Zeeman, Kjeld Nuis kende een jaar vol pieken en dalen én Annemiek van Vleuten presteerde het onmogelijke. Daarnaast liet Dylan van Baarle zien dat zijn tweede plek op het WK in 2021 geen toeval was en is Luc Steins de handballende Messi van Paris Saint-Germain. Thomas Krol won op zijn eerste Spelen meteen goud en zilver. Maar het ging niet vanzelf. Giovanni van Bronckhorst kende een geweldig eerste jaar bij Rangers FC. John van ’t Schip won in 1987 de Europa Cup II met Ajax en Hennie Stamsnijder won in 1981 als eerste Nederlander de wereldtitel veldrijden. Als laatste wil Susila Cruijff het gedachtegoed van haar vader voortzetten en blikt voetbalster Vanity Lewerissa terug op een moeilijke tijd. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 64 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van jouw Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.
Shorttrackkampioen Suzanne Schulting en voormalig bondscoach Jeroen Otter werkten jarenlang succesvol samen, met als hoogtepunt: twee gouden, een zilveren en een bronzen medaille op de Spelen in Beijing dit jaar. Maar ook buiten de ijsbaan maakten ze samen veel mee. We spraken hen over hun successen en verdriet, Jeroens sabbatical en hun toekomstplannen. “In interviews met atleten hoor je weleens: het zou geweldig zijn als ik op het podium beland. Typisch zo’n langebaanuitspraak,” zegt Jeroen Otter terwijl hij Suzanne Schulting aankijkt. “Jij durft wel uit te spreken: ‘Ik kom hier om te winnen.’ En dan doe je dat ook. Jij bent een veelvraat.” Jeroen: 'Wat ik graag zie, is dat Suzanne in 2030 kan zeggen: Ik ben niet alleen een postergirl voor de sport geweest, maar ik heb de sport ook ontwikkeld' Suzanne: “Wij hebben dezelfde gedachten en versterken elkaar.” Jeroen: “Wij denken allebei groot, durven in het abstracte te denken, in wat mogelijk is. Dat is voor een coach geweldig, je vindt niet gauw iemand die hetzelfde denkt. Tegelijkertijd heb jij iemand nodig die met je meegaat in jouw manier van denken. Anders word jij als atleet onbewust klein gehouden.” Ruim twaalf jaar was Jeroen bondscoach van de Nederlandse shorttrackers, waarvan hij er zeven met Suzanne samenwerkte. Na de WK shorttrack in april dit jaar besloot Jeroen een sabbatical van een jaar te nemen. Jeroen: “In het begin hield ik als coach heel erg vast aan mijn eigen kennis, daarna werden meningen en ervaringen van atleten belangrijker. Als je dan met een kanjer als Suus kan werken, dan maakt dat het plaatje compleet. Door jou ben ik een betere coach geworden. Naar jou ben ik gaan luisteren. Dat is niet omdat jij alles wint, maar omdat jij je durft uit te spreken en met goede voorstellen komt. Wij voelen elkaar perfect aan.” Suzanne, nu 25, stroomde op haar zeventiende van Jong Oranje door naar de nationale shorttrackploeg. Suzanne: “Ik had flink wat te leren. Niet alleen op het ijs, ook op mentaal vlak. Op mijn zeventiende had ik een enorm grote bek en ik wist wat ik wilde. Ik was nog te gretig waardoor het juist niet lukte en ik fouten maakte. Jij hebt me op mijn bek laten gaan. Daardoor heb ik kunnen groeien en ben ik de atleet geworden die ik nu ben. We hebben vaak genoeg een meningsverschil, het kan soms hard tegen hard gaan. Wij kunnen zeggen wat we denken, er wordt niet altijd maar ‘ja en amen’ geknikt.” Lachend: “Meestal heb jij wel gelijk.” Jeroen: “Ik ben de laatste jaren meer met jou opgetrokken dan met mijn eigen dochter. Vaak heb ik het met jou en de andere schaatsers ook niet over schaatsgerelateerde zaken. Buiten het schaatsen zijn ze net als iedere andere leeftijdsgenoot op zoek in het leven.” Suzanne knikt: “Wat er in mijn privéleven gebeurt, heeft invloed op het schaatsen. Ik heb persoonlijke dingen met jou besproken die ik op een later moment pas met mijn ouders heb gedeeld. Jij gaf altijd eerlijk je mening. Jij wist zelfs eerder dan mijn ouders dat ik een punt wilde zetten achter mijn vorige relatie.” Ook haar nieuwe vriend Sam van Royen, die ze in april op de redactie van het tv-programma Vandaag Inside ontmoette waar ze te gast was, is inmiddels ‘goedgekeurd’ door Jeroen. Jeroen: “Ik heb Sam afgelopen zomer ontmoet op de bruiloft van onze embedded scientist Bjorn de Laat. Jij hebt iemand nodig die tegen jou op kan boksen. Natuurlijk is het in een relatie soms fijn om het gevoel te hebben dat je alles voor het zeggen hebt, maar niet te lang, hoor. Deze relatie voelt gelijkwaardig.” Suzanne: “Sam komt uit een familie die goed is met taal. Hij gebruikt soms ook woorden waarvan ik denk: wat zeg jij nou? Waar haal je het vandaan en wat betekent het? Jeroen schudt ook altijd van die rare woorden uit zijn mouw. Zij hadden meteen een klik.” Randzaken Suzanne veroverde in 2018 olympisch goud op de 1000 meter in Pyeongchang. Het was het startpunt voor nog veel meer succes. Maar terwijl de wereld- en Europese titels binnenstroomden, sloeg het noodlot binnen het team toe. In januari 2019 liep Sjinkie Knegt door een ongeluk met een houtkachel ernstige brandwonden op. Sjinkie lag zeven weken lang in het ziekenhuis. En er was het tragische overlijden van Lara van Ruijven, in juli 2020 in een Frans ziekenhuis. Lara overleed aan een auto-immuunziekte toen de ploeg op trainingskamp was. Suzanne: “Jij bent sinds het overlijden van Lara meer gaan relativeren. Er zijn andere dingen in het leven belangrijker dan shorttrack. Dat heeft het hele team gemerkt.” Jeroen: “Het is vreselijk dat je dit soort dingen nodig hebt om te beseffen wat belangrijk is. Tegelijkertijd is het ook een bevestiging dat je in het leven moet doen wat je het allerleukst vindt, het kan zomaar over zijn.” Suzanne: “Het zijn drie pittige jaren geweest. Als je er middenin zit, dan heb je dat wat minder in de gaten. Ik was constant aan het toewerken naar een nieuw doel waar ik me in kon vastbijten. Wat er dan allemaal buiten de baan gebeurt, ga je bijna als randzaken zien, hoe gek dat ook klinkt.” Suzanne werd allround wereldkampioen in 2019 en prolongeerde die titel in 2021 in Dordrecht, waarbij ze goud pakte op alle afstanden. In 2020 werd het WK afgelast vanwege de coronapandemie. Ook werd ze tweemaal Europees kampioen. Als regerend olympisch kampioen reisde ze in januari dit jaar af naar Beijing als de te kloppen vrouw op alle afstanden. Suzanne: “Deze Spelen waren het tegenovergestelde van die van vier jaar geleden. In Pyeongchang was alles nieuw, ik vond alles spannend, ging er als een stuiterbal doorheen. Vier jaar geleden genoot ik er niet van, ik had te veel stress van alle prikkels die erbij kwamen kijken. Nu wist ik wat er ging komen, dat was fijn. Maar de druk was groot. Vier jaar geleden waren er atleten die beter waren dan ik. Daarna werd het mijn doel om geen eendagsvlieg te zijn. Ik wilde meerdere keren Europees en wereldkampioen worden en weer als olympisch kampioen op het podium staan. Toen de Spelen dichterbij kwamen, had ik al redelijk wat doelen gehaald. Die Europese- en wereldtitels kon ik afvinken. De Spelen in Beijing waren niet ideaal, mijn familie was er niet en vanwege de coronapandemie was er geen vol stadion. Laat ik maar genieten van wat er wel is, dacht ik. Mijn gevoel was goed. Ik had een fantastisch team om me heen, de sfeer onderling was goed en de trainingen gingen fantastisch. Van de voorbereiding heb ik genoten. In Beijing wilde ik minimaal twee keer goud en op elke afstand een medaille winnen.” Helden Magazine 64 Het eerste gedeelte van het verhaal van Suzanne Schulting en Jeroen Otter komt voort uit Helden Magazine 64. In het dubbeldikke eindejaarsnummer blikken we terug op het sportjaar 2022 én is er volop aandacht voor het WK Voetbal in Qatar. Virgil van Dijk siert samen met Irene Schouten de cover. Voor Schouten kon het jaar 2022 niet op. Ze won drie olympische titels, de wereldtitel allround en trouwde. In de WK-special lees je interviews met Denzel Dumfries, Matthijs de Ligt, Cody Gakpo en Soufiane Touzani. Daarnaast vertellen vriendinnen Candy-Rae en Laura Benschop over hun leven met WK-gangers Daley Blind en Davy Klaassen én een reconstructie van het masterplan van Van Gaal. Verder in deze editie een uitgebreid interview met een van de architecten van het succes van wielerploeg Jumbo-Visma: Merijn Zeeman, Kjeld Nuis kende een jaar vol pieken en dalen én Annemiek van Vleuten presteerde het onmogelijke. Daarnaast liet Dylan van Baarle zien dat zijn tweede plek op het WK in 2021 geen toeval was en is Luc Steins de handballende Messi van Paris Saint-Germain. Thomas Krol won op zijn eerste Spelen meteen goud en zilver. Maar het ging niet vanzelf. Giovanni van Bronckhorst kende een geweldig eerste jaar bij Rangers FC. John van ’t Schip won in 1987 de Europa Cup II met Ajax en Hennie Stamsnijder won in 1981 als eerste Nederlander de wereldtitel veldrijden. Als laatste wil Susila Cruijff het gedachtegoed van haar vader voortzetten en blikt voetbalster Vanity Lewerissa terug op een moeilijke tijd. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 64 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van jouw Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.