Word abonnee
Meer

Baanwielrennen

Harrie Lavreysen: ‘Ik laat me niet gek maken’

Harrie Lavreysen Harrie Lavreysen (27) is de te kloppen man in Parijs. De baanwielrenner heerst al jaren op de sprint, met de Nederlandse ploeg en individueel. Hoe gaat hij om met de immense verwachtingen? Hoe slaagt hij erin om al zo lang zijn sport te domineren? We leggen hem in Helden Magazine nummer 72 voor vertrek naar Parijs zeven stellingen voor. Ik eet, slaap en drink baanwielrennen “Ik sta ermee op en ga ermee naar bed, ben de hele dag bezig om te kijken of ik nog beter kan worden. Denk nou niet dat ik knettergek ben, of dat ik echt als een monnik leef, maar alle keuzes die ik maak, staan in het teken van baanwielrennen. Zeker in aanloop naar de Spelen. Steeds stel ik mezelf de vraag: word ik hier beter van?” Heb jij nog andere hobby’s dan baanwielrennen? “Niet echt. Als mensen die vraag stellen, antwoord ik vaak: films kijken. Daar kan ik nog wel voor gaan zitten. Maar verder...” Sta jij ondanks twee gouden olympische medailles en dertien wereldtitels nog voor elke training te popelen om weer de baan op te gaan? “Nou... Ik heb ook trainingen waarvan ik op voorhand al weet dat die heel veel pijn gaan doen. Maar ook dan denk ik: die heb ik nodig om weer ietsje beter te worden. Kijk, het is ook leuk om te trainen en makkelijker op te brengen als je steeds beloond wordt voor alle inspanningen.” Jij vertelde al eens eerder dat jij het verschil maakt doordat jij je lichaam in een bepaalde hoek kunt houden als je door de bochten rijdt en daardoor je krachten nog heel goed kwijt kunt waar dat bij concurrenten minder het geval is. En dat je voortdurend bezig bent jezelf en de concurrentie te analyseren. Knikt: “Daarbij komt nog dat ik door de jaren heen mijn lichaam beter heb leren kennen. Een aantal jaren geleden maakte mijn trainer Hugo Haak de trainingsprogramma’s en die voerde ik vervolgens uit. Nu schrijf ik ze ook zelf. Er zijn dus met de jaren wat dingen veranderd, maar de instelling is nog steeds dezelfde: dagelijks bezig zijn met verbeteren en steeds mezelf de vraag stellen of het goed is wat ik doe. Dat analyseren blijft erbij horen. Ook van de concurrentie. We hebben een database van wedstrijden. Bij elke wedstrijd is er iemand van ons aanwezig die niet alleen ons, maar ook alle concurrenten filmt. Ik kan heel makkelijk wedstrijden van mezelf en van een willekeurige concurrent opzoeken. Tijdens trainingen wordt ook alles gefilmd, zodat ik die meteen kan terugkijken.” Is die toewijding en discipline de sleutel van het succes? “Als ik een wedstrijd heb gereden, kan ik het wel even loslaten, maar al snel grijp ik terug op mijn routines. Voor de volgende wedstrijd ben ik al mijn tegenstanders alweer aan het bestuderen. Begin dit jaar deed ik niet mee aan de wereldbekerwedstrijd in Australië. Dat nam niet weg dat ik wel alles heb bekeken. Ik mag mezelf niet laten verrassen, moet zien wat voor ritten de andere renners gereden hebben. In een olympisch jaar ben ik daar nog scherper op.” Helden Magazine nummer 72 Het eerste gedeelte van het interview met Harrie Lavreysen komt voort uit Helden Magazine nummer 72. Het extra dikke zomernummer van Helden staat volledig in het teken van drie grote sportevenementen: het EK voetbal in Duitsland, de Tour de France en de Olympische Spelen in Parijs. Op de cover van de 204 pagina's tellende editie schitteren drie rolmodellen van wereldklasse uit de Nederlandse atletiek: Femke Bol, Sifan Hassan en Lieke Klaver. Wat is het geheim van hun succes? Experts zoals Ellen van Langen, Caroline Feith, Bart Bennema en Gregory Sedoc delen hun inzichten. EK voetbal De sportzomer van 2024 wordt afgetrapt met het EK voetbal, dat op 14 juni begint. In deze Helden een verhaal over Ronald Koeman. Onder andere Frank Rijkaard, Ruud Gullit, broer Erwin Koeman, Guus Hiddink, Jordi Cruijff en Rafael van der Vaart delen hun mening over de bondscoach van het Nederlands elftal. Verder ging Helden naar Milaan voor een interview met revelatie Tijjani Reijnders en zijn vrouw. Daley Blind 106-voudig international - bespreekt zijn indrukwekkende carrière aan de hand van foto’s. Brian Brobbey over de bondscoach, Marco van Basten, zijn toekomst, zijn roots en racisme. Arie Haan gaat vijftig jaar terug in de tijd, naar het WK voetbal in West-Duitsland dat eindigde met een nationaal trauma. Jan Wouters blikt terug op het gewonnen EK van 1988, ook in Duitsland. Het is nog altijd de enige hoofdprijs van Oranje. Tour de France  Na het EK volgt de Tour de France, van 29 juni tot en met 21 juli. In deze Helden lees je een interview met sprinter Fabio Jakobsen en een portret van Mathieu van der Poel, die ook de olympische wegwedstrijd in Parijs rijdt. Jeroen Blijlevens en Steven de Jongh, ploegleiders bij Lidl-Trek, vertellen hun verhaal, en we vragen ons af: kan Sepp Kuss na de Vuelta ook de Tour winnen? Olympische Spelen De Olympische Spelen vinden plaats van 26 juli tot en met 11 augustus. Chef de mission Pieter van den Hoogenband kijkt terug op zijn gouden race twintig jaar geleden. Turnster Sanne Wevers bereidt zich voor op haar laatste kunstje, en BMX’er Niek Kimmann over zijn post-olympische dip. Sharon van Rouwendaal gaat voor goud in het openwater, roeizussen Bente en Ilse Paulis geven een dubbelinterview, en Simone van de Kraats hoopt op goud in het waterpolo. Bovendien gingen we op bezoek bij Tes Schouten, Caspar Corbeau en Arno Kamminga, de drie schoolslagmusketiers. Alle drie zijn ze een medaillekandidaat in Parijs. Voor het eerst sinds 1992 plaatse een Nederlands duo zich op de 500 meter kanosprint voor de Spelen. Hoog tijd om kennis te maken met Selma Konijn en Ruth Vorsselman. Triatlontopper Maya Kingma stelde ernstige misstanden aan de kaak binnen het topsportprogramma van de triatlonbond. Dat werd de triatleet niet door iedereen in dank afgenomen. Joost Luiten is sinds kort vader en worstelde met golfyips. In aanloop naar de KLM Open, die hij twee keer won, doet hij zijn verhaal.
Harrie Lavreysen Harrie Lavreysen (27) is de te kloppen man in Parijs. De baanwielrenner heerst al jaren op de sprint, met de Nederlandse ploeg en individueel. Hoe gaat hij om met de immense verwachtingen? Hoe slaagt hij erin om al zo lang zijn sport te domineren? We leggen hem in Helden Magazine nummer 72 voor vertrek naar Parijs zeven stellingen voor. Ik eet, slaap en drink baanwielrennen “Ik sta ermee op en ga ermee naar bed, ben de hele dag bezig om te kijken of ik nog beter kan worden. Denk nou niet dat ik knettergek ben, of dat ik echt als een monnik leef, maar alle keuzes die ik maak, staan in het teken van baanwielrennen. Zeker in aanloop naar de Spelen. Steeds stel ik mezelf de vraag: word ik hier beter van?” Heb jij nog andere hobby’s dan baanwielrennen? “Niet echt. Als mensen die vraag stellen, antwoord ik vaak: films kijken. Daar kan ik nog wel voor gaan zitten. Maar verder...” Sta jij ondanks twee gouden olympische medailles en dertien wereldtitels nog voor elke training te popelen om weer de baan op te gaan? “Nou... Ik heb ook trainingen waarvan ik op voorhand al weet dat die heel veel pijn gaan doen. Maar ook dan denk ik: die heb ik nodig om weer ietsje beter te worden. Kijk, het is ook leuk om te trainen en makkelijker op te brengen als je steeds beloond wordt voor alle inspanningen.” Jij vertelde al eens eerder dat jij het verschil maakt doordat jij je lichaam in een bepaalde hoek kunt houden als je door de bochten rijdt en daardoor je krachten nog heel goed kwijt kunt waar dat bij concurrenten minder het geval is. En dat je voortdurend bezig bent jezelf en de concurrentie te analyseren. Knikt: “Daarbij komt nog dat ik door de jaren heen mijn lichaam beter heb leren kennen. Een aantal jaren geleden maakte mijn trainer Hugo Haak de trainingsprogramma’s en die voerde ik vervolgens uit. Nu schrijf ik ze ook zelf. Er zijn dus met de jaren wat dingen veranderd, maar de instelling is nog steeds dezelfde: dagelijks bezig zijn met verbeteren en steeds mezelf de vraag stellen of het goed is wat ik doe. Dat analyseren blijft erbij horen. Ook van de concurrentie. We hebben een database van wedstrijden. Bij elke wedstrijd is er iemand van ons aanwezig die niet alleen ons, maar ook alle concurrenten filmt. Ik kan heel makkelijk wedstrijden van mezelf en van een willekeurige concurrent opzoeken. Tijdens trainingen wordt ook alles gefilmd, zodat ik die meteen kan terugkijken.” Is die toewijding en discipline de sleutel van het succes? “Als ik een wedstrijd heb gereden, kan ik het wel even loslaten, maar al snel grijp ik terug op mijn routines. Voor de volgende wedstrijd ben ik al mijn tegenstanders alweer aan het bestuderen. Begin dit jaar deed ik niet mee aan de wereldbekerwedstrijd in Australië. Dat nam niet weg dat ik wel alles heb bekeken. Ik mag mezelf niet laten verrassen, moet zien wat voor ritten de andere renners gereden hebben. In een olympisch jaar ben ik daar nog scherper op.” Helden Magazine nummer 72 Het eerste gedeelte van het interview met Harrie Lavreysen komt voort uit Helden Magazine nummer 72. Het extra dikke zomernummer van Helden staat volledig in het teken van drie grote sportevenementen: het EK voetbal in Duitsland, de Tour de France en de Olympische Spelen in Parijs. Op de cover van de 204 pagina's tellende editie schitteren drie rolmodellen van wereldklasse uit de Nederlandse atletiek: Femke Bol, Sifan Hassan en Lieke Klaver. Wat is het geheim van hun succes? Experts zoals Ellen van Langen, Caroline Feith, Bart Bennema en Gregory Sedoc delen hun inzichten. EK voetbal De sportzomer van 2024 wordt afgetrapt met het EK voetbal, dat op 14 juni begint. In deze Helden een verhaal over Ronald Koeman. Onder andere Frank Rijkaard, Ruud Gullit, broer Erwin Koeman, Guus Hiddink, Jordi Cruijff en Rafael van der Vaart delen hun mening over de bondscoach van het Nederlands elftal. Verder ging Helden naar Milaan voor een interview met revelatie Tijjani Reijnders en zijn vrouw. Daley Blind 106-voudig international - bespreekt zijn indrukwekkende carrière aan de hand van foto’s. Brian Brobbey over de bondscoach, Marco van Basten, zijn toekomst, zijn roots en racisme. Arie Haan gaat vijftig jaar terug in de tijd, naar het WK voetbal in West-Duitsland dat eindigde met een nationaal trauma. Jan Wouters blikt terug op het gewonnen EK van 1988, ook in Duitsland. Het is nog altijd de enige hoofdprijs van Oranje. Tour de France  Na het EK volgt de Tour de France, van 29 juni tot en met 21 juli. In deze Helden lees je een interview met sprinter Fabio Jakobsen en een portret van Mathieu van der Poel, die ook de olympische wegwedstrijd in Parijs rijdt. Jeroen Blijlevens en Steven de Jongh, ploegleiders bij Lidl-Trek, vertellen hun verhaal, en we vragen ons af: kan Sepp Kuss na de Vuelta ook de Tour winnen? Olympische Spelen De Olympische Spelen vinden plaats van 26 juli tot en met 11 augustus. Chef de mission Pieter van den Hoogenband kijkt terug op zijn gouden race twintig jaar geleden. Turnster Sanne Wevers bereidt zich voor op haar laatste kunstje, en BMX’er Niek Kimmann over zijn post-olympische dip. Sharon van Rouwendaal gaat voor goud in het openwater, roeizussen Bente en Ilse Paulis geven een dubbelinterview, en Simone van de Kraats hoopt op goud in het waterpolo. Bovendien gingen we op bezoek bij Tes Schouten, Caspar Corbeau en Arno Kamminga, de drie schoolslagmusketiers. Alle drie zijn ze een medaillekandidaat in Parijs. Voor het eerst sinds 1992 plaatse een Nederlands duo zich op de 500 meter kanosprint voor de Spelen. Hoog tijd om kennis te maken met Selma Konijn en Ruth Vorsselman. Triatlontopper Maya Kingma stelde ernstige misstanden aan de kaak binnen het topsportprogramma van de triatlonbond. Dat werd de triatleet niet door iedereen in dank afgenomen. Joost Luiten is sinds kort vader en worstelde met golfyips. In aanloop naar de KLM Open, die hij twee keer won, doet hij zijn verhaal.

Baanwielrennen

Jeffrey Hoogland: Kilometer vreter

Jeffrey Hoogland (30) pakte op de Spelen in Parijs goud op de teamsprint. Daarnaast verbeterde hij  vorig jaar in Mexico het wereldrecord op de tijdrit van 1000 meter. Een verhaal over intense pijn, twijfels en een nieuwe goudjacht met de koning van de kilometer. “Na elke kilometer schreeuwt mijn lichaam tegen me: doe dit alsjeblieft nooit meer.” “De pijn die ik voel op de kilometer is niet in woorden uit te drukken. In één minuut sloop je je spieren. Je moet het meemaken om te weten hoe dat voelt. Ik begin vanuit stilstand met een heel zwaar verzet, op zeeniveau vaak 68 tanden voor en 15 achter, versnellingen zitten immers niet op een baanfiets. De eerste ronde gebruik ik om op snelheid te komen, dan denk ik alleen maar: trappen, je moet harder, kom op sneller. De eerste anderhalve ronde is het puur explosief bezig zijn, tot ik een topsnelheid van meer dan 75 kilometer per uur bereik. De tweede ronde gaat nog wel, dan is het zaak dat tempo vast te houden. Maar na vijfhonderd meter begint de verzuring in m’n benen. Bij elke trap meer. In de derde ronde lukt het nog wel om te fietsen, maar daarna kom je op een niveau van fight or flight, dat is een state of mind waarin mensen in paniek kunnen raken. Uit wat voor hout je bent gesneden blijkt in zo’n stresssituatie. De natuurlijke reacties van lichaam en geest zijn: ik moet hier weg, vluchten! Op dat moment komt de oermens in mij naar boven. In die vierde en laatste ronde knalt het melkzuur zo’n beetje uit m’n oren. Wat ik in die laatste ronde doe, voelt niet eens meer als fietsen. Het is eigenlijk meer mee peddelen, want de pure kracht is weggevloeid. Door de pijn heen, verstand op nul, puur op mentaliteit de finish halen. Dat knokken tegen mezelf is ook wat het mooi en uitdagend maakt. Niet op dat moment, hoor, maar wel als je er, zoals ik nu, op terugkijkt en over nadenkt. 'De natuurlijke reacties van lichaam en geest zijn: Ik moet hier weg, vluchten! Op dat moment komt de oermens in mij naar boven. Door die pijn heen' Die laatste meters voelt het bijna alsof ik niet meer op aarde ben, dan wordt het licht in mijn hoofd. In het begin kijk ik altijd langs en over mijn handen heen. Ik wil zien waar ik heen stuur, dan rij ik ook de meest vloeiende lijn. Maar in de laatste ronde zakt mijn bovenlichaam in door de vermoeidheid. Ik moet de energie letterlijk uit mijn kleine teen halen. Zolang je nog spanning op je benen hebt, voel je dus wel de enorme verzuring, maar op een of andere manier associeer ik die dan nog niet met pijn, dat heb ik geblokkeerd. Maar zodra ik de finish gepasseerd ben en de druk gaat van m’n benen af, dan lijkt het of ze zijn ontploft vanbinnen. Zoveel pijn voel ik dan ineens. Toen ik in 2018 in Apeldoorn voor het eerst wereldkampioen werd op de kilometer kon ik niet eens meer lopen. Ik lag meteen op de grond toen ik van m’n fiets kwam, lopen ging niet meer, ik moest echt worden ondersteund naar het middenterrein. Tegenwoordig gaat dat beter. Hoe zwaarder de versnelling is die ik met de jaren ben gaan ronddraaien, des te beter ik de inspanning aankan. De kilometer is een combinatie van uithoudingsvermogen en kracht. Met een zwaarder verzet draait het meer om kracht en raak ik minder snel buiten adem en ben ik na afloop minder gesloopt. Neemt niet weg dat na elke kilometer mijn lichaam tegen me schreeuwt: doe dit alsjeblieft nooit meer. Na een kilometer heb ik nog een week lang last van mijn lijf, benen en longen. De dagen erna heb ik last van, zoals wij het noemen, de ‘kilokuch’. Een heel droge, nare hoest waar je niets aan kunt doen. Dat geeft wel aan hoe erg ik m’n longen heb gesloopt. Na een week rust ben ik vaak weer het mannetje. Ik weet nog dat ik na mijn eerste wereldtitel op de kilometer meteen met mijn vriendin Shanne Braspennincx op wintersport ging. Pas aan het einde van de vakantie kwam ik weer een beetje op adem. Op een of andere manier ben ik elke keer als er iets te halen valt op de kilometer de pijn van de vorige keer weer vergeten. Nou ja, vergeten... Als ik in de startmachine sta, dan ben ik er niet bang voor. Het wordt natuurlijk niks als je op je fiets zit en je denkt: ik ga zoveel pijn hebben, moet ik wel van start? Ik hou van de uitdaging. Het is een minuut lang all out gaan. Daar kun je heel zenuwachtig van worden, maar mij helpen nervositeit en spanning juist om scherper te worden en me goed te voelen.” Kunst “Ik rij helemaal niet graag een kilometer, tenzij er iets te halen valt. Voor mij is het eigenlijk een bijnummer, aangezien deze discipline na de Spelen van 2004 van de olympische agenda verdween. Ik train er ook niet echt voor, vaak gaat een dag voor de WK het stuur voor de kilometer pas op m’n fiets. Lange tijd heb ik ook niet heel erg op de aerodynamica gelet wat betreft mijn houding op de fiets. Het was vaak gewoon: hard van start gaan, daarna op het stuur gaan liggen en dan komt het wel goed. Sinds ik in 2015 bij de EK voor het eerst de kilometer reed, ben ik ongeslagen. Als ik start, win ik goud. Bizar. Ik krijg geregeld de vraag of ik gemaakt ben voor de kilometer. Eigenlijk ben ik gemaakt voor de 500 meter, ik moet alleen nog twee rondjes langer door. Ik heb van jongs af aan, ook door mijn achtergrond als BMX’er, een goede start. Daarnaast heb ik als sprinter veel power. In de teamsprint neem ik altijd de derde ronde voor mijn rekening. Maar ik moet wel zeggen dat een kilometer echt wel zwaarder is dan de teamsprint. Het is een ronde langer en ik moet alles zelf doen. Op de teamsprint zit ik eerst in de slipstream van starter Roy van den Berg en van Harrie Lavreysen, die de tweede ronde voor z’n rekening neemt. Vergeleken bij de kilometer rij ik de eerste twee rondes op de teamsprint redelijk ontspannen, daarna ben ik aan de beurt en moet ik een ronde knallen. Maar goed, die teamsprint helpt natuurlijk wel om een goede kilometer te rijden. Voorheen moesten baanrenners het op de kilometer juist hebben van de laatste twee ronden. Er werd destijds met lichtere verzetten gereden, renners met meer inhoud gingen vaak wel twee seconden langzamer van start. Die achterstand maakten ze op het einde wel goed op de pure sprinters, die dan inkakten. Tegenwoordig is het materiaal veel verder ontwikkeld. De fiets, de aerodynamische pakken en helmen zorgen ervoor dat een sprinter langer zijn snelheid vast kan houden. Daarnaast wordt er op een hoger niveau getraind, lukt het om een zwaarder verzet rond te blijven trappen. De snelheden zijn hoger en worden langer vastgehouden. Daardoor zijn de jongens van de langere adem nu kansloos. Het is: alles aanspannen in dat lijf en gaan. Het is eigenlijk een soort kunst geworden.” Wereldrecord “Nadat ik dit jaar in Glasgow mijn vierde wereldtitel op de kilometer pakte, dacht ik: en nu kunnen we voor het wereldrecord gaan. François Pervis reed op 7 december 2013 in het Mexicaanse Aguascalientes, een baan op 1700 meter boven zeeniveau, een tijd van 56,303. Een bizar snelle tijd, maar ik dacht al een tijdje dat het mogelijk was die tijd te verbeteren, omdat we tien jaar verder zijn, het materiaal beter is en de renners weer sterker en sneller zijn. Ik had wel een voorwaarde voordat ik het record aan zou vallen: ik moest in Glasgow eerst de wereldtitel prolongeren. Ik vond het niet kunnen om het wereldrecord aan te vallen, terwijl ik niet eens de beste van de wereld was. Dat was mijn eer te na. Daardoor kwam er ook extra druk op de kilometer bij de WK. Toen ik op 8 augustus mijn vierde wereldtitel pakte, kon ik de aanval op het wereldrecord aankondigen. Het was een late call. Veel moest nog geregeld worden om op 31 oktober het record aan te kunnen vallen in Aguascalientes. Het begon met het scheppen van de voorwaarden. Mijn management House of Sports en Shanne, die ook heel goed is in het regelen en organiseren, hebben mij daar heel erg bij geholpen. Ik ben heel dankbaar dat mooie partners als AP Support, de Nederlandse Loterij, AGU, Yamaha, Omnisport, HiPRO en de KNWU mij hebben ondersteund, waardoor ik een wedstrijd helemaal voor mij alleen in Mexico kon organiseren. Normaal gesproken hebben Shanne en ik het thuis nooit over fietsen, maar dat was de afgelopen tijd wel anders. In tegenstelling tot voorheen ben ik in aanloop naar de wereldrecordpoging natuurlijk wel heel intensief gaan trainen op de kilometer. Het kilometerstuur zat standaard op mijn fiets. We hebben gekeken naar mijn houding, die kon aerodynamischer. Het was beter om mijn hoofd minder omhoog te houden dan ik gewend was en dus ook minder ver vooruit te kijken. Dat was weer een heel andere houding, was wennen. Daar hebben we eerst op de roller en daarna op de baan heel hard aan gewerkt. Dat het dan lukt, in een tijd van 55,433, 0,896 seconden sneller dan het oude record, is de ultieme bekroning.” Burn-out “De aanval op het wereldrecord was de afgelopen tijd een mooie prikkel. Na de Spelen had ik juist moeite om gemotiveerd te blijven. Tien jaar lang had ik heel intensief voor mijn sport geleefd. Mensen weten nog hoe het was tijdens de lockdown, dat ineens jouw wereldje heel klein werd. Dat is eigenlijk hoe mijn leven al jaren was. Alles stond in het teken van het fietsen, voor andere dingen was amper ruimte. Het is heftig om jarenlang jezelf restricties op te leggen, binnen een vaste structuur te leven en amper tijd voor sociale contacten te hebben. Wij hadden de ambitie om de beste te worden op de teamsprint, gingen nog extremer te werk om ons grote doel te halen. Ik ben juist iemand die van nature op z’n tijd wat afleiding nodig heeft, moet soms m’n hoofd leegmaken. Voor mij betekent dat: af en toe lekker crossen met de motor of afspreken met vrienden. Ik word gek als ik dag in dag uit met maar één ding bezig ben. Tot en met de Spelen in Tokio moest dat allemaal wijken. Mijn leven draaide om fietsen, fietsen en nog eens fietsen. Ons grote doel, goud winnen op de teamsprint, haalden we. Daarnaast pakte ik zilver op de sprint. Ik was in mijn beste vorm ooit in Tokio, was zo trots op wat ik had bereikt, maar merkte ook dat ik op het randje zat van wat tegenwoordig vaak al snel als een burn-out wordt bestempeld. Ik was er na de Spelen even klaar mee om alleen maar met fietsen bezig te zijn, was al heel erg blij met mijn carrière en zag ertegen op om meteen weer aan een nieuwe olympische cyclus te moeten beginnen. En ik moest er niet aan denken meteen weer als een kluizenaar te leven voor m’n sport, vond het ook belangrijk om ‘mens’ te zijn, om er te zijn voor mijn vrienden, die al die jaren begrip toonden voor mijn leven als topsporter. Daar ben ik ze enorm dankbaar voor, maar tegelijkertijd had ik wel vaak het gevoel dat ik iets miste. Het zette me ook aan het denken en al voor de Spelen realiseerde ik me dat het leven uit meer bestaat dan fietsen. Ik had daar ook gesprekken over met mijn vrienden na Tokio. Ik vertelde dat ik het gewoon niet meer leuk vond, dat ik er zo klaar mee was en dat het in aanloop naar de Spelen zo extreem zwaar was geweest. En dat alleen maar om zo’n medaille te halen, zei ik. Ik ging die medailles downgraden, dacht: zijn die het waard om daar zoveel voor op te geven? Mijn vrienden probeerden me op te beuren, zeiden: ‘Je hebt toch iets moois bereikt? Wij hebben ons werk en dat is ook niet altijd zaligmakend.’ Mijn gevoel om het fietsen even op een lager pitje te zetten, werd versterkt door Shanne. Zij was in Tokio olympisch kampioen geworden op de keirin, had een enorm voldaan gevoel, maar stond er na terugkomst net zo in als ik: er is meer in het leven. En natuurlijk is het ook makkelijker om zo te denken als je allebei olympisch goud thuis hebt liggen. Voor Tokio hadden Shanne en ik een huis gekocht in Haarle, vlakbij Nijverdal waar mijn roots liggen, met het plan dat na de Spelen te gaan verbouwen. In eerste instantie dachten we een paar dingen aan te passen, maar het mondde uit in een gigantische verbouwing. Ik deed veel dingen zelf en was dus heel veel tijd kwijt aan ons huis. Ik trainde wel, maar mijn focus lag lange tijd meer op de verbouwing dan op het fietsen. En dan is het volkomen logisch dat ik op de sprint eerder werd uitgeschakeld dan ik gewend was en ik niet het niveau had van voorheen. Eigenlijk vond ik het ook wel prettig om bijna twee seizoenen zonder druk en verwachtingen te fietsen, op een gegeven moment verwachtte voor mijn gevoel niemand meer iets van mij en dat vond ik prima. De verklaring was simpel: ik was niet helemaal goed bezig met mijn sport.” Legacy “Ik had nog de ambitie om naast de teamsprint ook individueel olympisch goud te pakken, maar daarvoor moest eerst het vuurtje in mij weer gaan branden. En dat duurde even. Dit jaar ging ik al wel weer mee in het stramien van wereldbekerwedstrijden rijden, ik sloot weer echt aan bij de jongens. Al moest ik ook nog af en toe thuis zijn voor de finishing touches van de verbouwing. In aanloop naar de WK begon ik ook weer echt hard te trainen. Mijn coach Mehdi Kordi heeft ook een belangrijke rol gespeeld om dat vuurtje weer te laten branden. Hij was het die steeds begon over het wereldrecord op de kilometer. ‘Je hebt een mooie carrière, maar je kunt ook echt een legacy nalaten als je dat record pakt. Jij bent de beste op de kilometer, wil je dat record dan niet?’ Bij dat record dacht ik altijd: dat is een belachelijk snelle tijd. Ik wist natuurlijk ook dat het op hoogte was gerealiseerd en rijden in ijle lucht maakt een groot verschil met sprinten op zeeniveau. Ik dacht dat ik de capaciteiten had om het te kunnen verbeteren, wachtte op een moment dat ik het record aan zou kunnen vallen, maar er waren de afgelopen jaren simpelweg geen wedstrijden meer op grote hoogte. Doordat Mehdi er steeds over begon, dacht ik: misschien moet ik zelf dan maar de omstandigheden creëren om het record aan te vallen. En toen dat in mijn hoofd ging zitten, had ik weer een doel om voor te trainen. De gedachte aan het record heeft mij de afgelopen tijd op de been gehouden als topsporter. Mehdi heeft dat heel slim gedaan. Ik had dat zetje echt nodig. De aanval op dat record zorgde er ook voor dat ik gemotiveerd ben om er alles uit te halen op weg naar de Spelen. Ik wil in Parijs nog één keer de beste Jeffrey laten zien. Als ik dit record niet had gehad om naar toe te leven, was het maar de vraag of die nog tevoorschijn zou komen.” Onrust “Bij de WK in Glasgow haalde ik naast onze wereldtitel op de teamsprint en het goud op de kilometer nog op een andere manier het nieuws. Er werd breed uitgemeten dat er een bom was gelegd onder de succesvolle teamsprint, dat het niet goed zat tussen Harrie en mij door uitspraken die ik deed. Ik heb in Glasgow dingen geroepen uit emotie, waardoor onrust ontstond. Ik had helemaal geen zin om erover te praten, maar heb ik toch uitspraken gedaan, ook omdat ik de sprint nog niet helemaal had verwerkt. Dan zei ik: Harry was voor mij de afgelopen twee jaar geen realistische sparringpartner meer, ik kreeg training na training op mijn flikker en dat motiveert ook niet. En ik riep dat het ieder voor zich was. Uitspraken uit pure emotie. Harrie is de beste van de beste op de sprint. Als ik me dan ook nog een tijd focus op de verbouwing van ons huis, dan is het niet raar dat je op je donder krijgt. Met mijn uitspraken gingen de journalisten daarna natuurlijk naar Harrie en voor we het wisten, bestond in de media het beeld dat er ruzie in de tent was. De volgende ochtend zaten Harrie en ik naast elkaar op het vliegveld en we zeiden tegen elkaar: ‘Wat is ons allemaal overkomen? We hebben toch geen ruzie?’ Nee, dat hadden we niet. ‘Zullen we maar gewoon verder gaan dan?’ Het is goed tussen Harrie en mij. Ik snap ook dat er de afgelopen jaren is ingezoomd op de strijd tussen Harrie en mij. Het is natuurlijk ook een aparte situatie dat we bij grote toernooien eerst teamgenoten zijn op de teamsprint en daarna elkaars grootste concurrenten op de individuele sprint. Het is uniek dat de beste sprinters allebei uit Nederland komen. En ja, in Parijs zal ik het ook weer tegen Harrie op moeten nemen. Hij is de te kloppen man op de sprint. Jarenlang, tot en met de Spelen in Tokio, ontliepen we elkaar heel weinig. Ik probeer niet te veel met hem bezig te zijn, maar voornamelijk te kijken naar mezelf. Hoe kan ik me nog ontwikkelen? Wat kan ik bedenken om hem te verslaan? Met Harrie, maar ook met Roy van den Berg, Matthijs Büchli, Nils van ’t Hoenderdaal, oud-bondscoach René Wolff en alle anderen met wie wij als baansprinters de groei hebben doorgemaakt, heb ik een band voor de rest van m’n leven. Door de manier waarop wij onze sport beleven, door de wijze waarop we dag in dag uit elkaar op een hoger niveau hebben gebracht. Ook buiten het fietsen om is die klik er. Roy heeft na de Spelen een barbecue georganiseerd, we hebben het ook gezellig samen.” Rugklachten Vanaf de WK tot en met de recordpoging is het stuur voor de kilometer niet meer van mijn fiets geweest. Mijn trainingsschema’s waren de afgelopen tijd daardoor anders dan die van de andere sprinters. Vanaf nu gaat het vizier op de Spelen, waar we op de teamsprint uiteraard onze titel willen prolongeren. Roy, Harrie en ik weten precies wat we daarvoor moeten doen. Als wij allemaal ons niveau halen, zijn we in principe onverslaanbaar. Het klinkt misschien arrogant als ik zeg: zet ons met z’n drieën bij elkaar en het kan bijna niet missen. Wat een luxe om dat uit te kunnen spreken. We zullen veel samen gaan trainen en proberen het beste in elkaar naar boven te brengen de komende tijd, zoals we dat voor de Spelen in Tokio ook deden. Het traject zal er wel iets anders uitzien, aangezien ik ook geregeld in Spanje wil trainen, waar Shanne en ik een appartement hebben. Ik vind het fijn om af en toe in een andere omgeving te trainen, dat is ook weer verfrissend. Ik zal me in elk geval heel erg focussen op de juiste dingen doen, fysiek weer zo goed worden als mogelijk. Dan kan ik weer strijden om het goud, met de teamsprint en individueel. Het einde van mijn topsportcarrière komt langzaamaan in zicht. Ik ben dertig, kijk ook wel uit naar een leven zonder de fiets. Om mijn sport op het niveau te doen zoals ik dat al jaren doe, is heel intensief. Ik merk dat ook aan mijn lichaam, heb mezelf zo belast dat ik last krijg van slijtage. Vooral mijn rug is vaak pijnlijk. Met name als ik toewerk naar een piekmoment, waarin ik zoveel van mijn lichaam vraag, gaat alles pijn doen. Topsport is niet gezond. En als je ziet hoe bizar het niveau is toegenomen in het baanwielrennen de afgelopen tien jaar... Ik denk dat we tegen het maximale aanzitten van wat een menselijk lichaam aankan. Als je ziet hoe wij tekeergaan op de sprint. En toch zal de sport ook nadat ik ben gestopt zich weer doorontwikkelen. Ik ben niet bang dat ik na m’n carrière rondloop met chronische rugklachten. Veel van de lichamelijke ongemakken komen ook voort uit het feit dat ik nu simpelweg te veel spieren heb, de spierspanning is zo hoog. Als ik straks mijn lichaam rust kan gunnen, zal die afnemen. Na de Spelen in Tokio heb ik al gemerkt dat ik in het dagelijks leven nergens last van had toen het fietsen op een lager pitje stond. Dat stelde me ook gerust. Of Parijs mijn laatste kunstje wordt, weet ik nu nog niet. Het zal sowieso mijn derde en laatste deelname aan de Spelen zijn. Misschien gun ik me erna eerst weer even rust en bedenk ik dan weer iets. Bij mij weet je het maar nooit als ik ergens een uitdaging in zie.” Trouwen “Ik realiseer me steeds meer dat ik zoveel te danken heb aan mijn sport. Negen wereldtitels, olympisch goud en zilver, het wereldrecord. Allemaal geweldig. Maar ik heb ook mijn vriendin leren kennen dankzij de topsport. Wat nog ontbreekt is een ring om mijn en haar vinger, ja. Dat is nu nog even lastig te plannen, ik ben nog even heel egoïstisch bezig. Trouwen is iets voor in mijn nieuwe leven, haha. Dan heb ik meteen weer een mooi nieuw doel. Helden Magazine 69 Het verhaal van Jeffrey Hoogland komt voort uit het dubbeldikke eindejaarsnummer van Helden. De laatste editie van 2023 staat traditioneel in het teken van een terugblik op het afgelopen sportjaar, waarop Femke Bol de cover siert. De atlete blikt uitgebreid terug op het jaar waarin alles wat ze aanraakte in goud leek te veranderen. Helden ging daarnaast in Engeland op bezoek bij Nathan Aké, die met Manchester City de landstitel, FA Cup en Champions League won. Hij werd samen met zijn echtgenote Kaylee, met wie hij al sinds zijn vijftiende samen is, geïnterviewd en gefotografeerd. Bijzonder was ook het bezoek aan de familie Schippers. Dafne nam afscheid van de atletiek en samen met haar ouders, zus en broer blikte ze terug. In de 69ste editie van Helden komen tal van sporters aan het woord die 2023 kleur gaven. Wout Poels blikt terug op ritzeges in de Tour en Vuelta, maar ook op het verlies van ploeggenoot Gino Mäder. Golden Sisters Bente en Lieke Rogge werden samen wereldkampioen waterpolo. Femke Kok kroonde zich tot de eerste Nederlandse wereldkampioene op de 500 meter en toont zich zoals we haar niet eerder zagen. Karolien en Finn Florijn zijn gezegend met geweldige roeigenen, ze pakten allebei WK-goud; een dubbelinterview. Verder pakten zeilers Bart Lambriex en Floris van de Werken een hattrick aan wereldtitels. Over zeilen gesproken: Marit Bouwmeester keerde terug na de bevalling van haar dochter in 2022 en werd meteen weer Europees kampioen. Feyenoord werd ook kampioen en Lutsharel Geertruida had daar een belangrijk aandeel in. Hij doet zijn verhaal. Joey Veerman won in 2023 de KNVB-beker en werd vader. Een gesprek met de uitgesproken voetballer over wie veel mensen een mening hebben. Ook een verhaal over Lionel Messi en de club waar hij afgelopen zomer heen verhuisde, het Inter Miami van David Beckham. Een portret van Carlos Alcaraz, de nieuwe posterboy van het tennis. En als laatste was het voor schaatscoach Kosta Poltavets en voetbaltrainer Anoush Dastgir juist een zwaar jaar, door de situatie in hun geboortelanden Oekraïne en Afghanistan. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 69 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.
Jeffrey Hoogland (30) pakte op de Spelen in Parijs goud op de teamsprint. Daarnaast verbeterde hij  vorig jaar in Mexico het wereldrecord op de tijdrit van 1000 meter. Een verhaal over intense pijn, twijfels en een nieuwe goudjacht met de koning van de kilometer. “Na elke kilometer schreeuwt mijn lichaam tegen me: doe dit alsjeblieft nooit meer.” “De pijn die ik voel op de kilometer is niet in woorden uit te drukken. In één minuut sloop je je spieren. Je moet het meemaken om te weten hoe dat voelt. Ik begin vanuit stilstand met een heel zwaar verzet, op zeeniveau vaak 68 tanden voor en 15 achter, versnellingen zitten immers niet op een baanfiets. De eerste ronde gebruik ik om op snelheid te komen, dan denk ik alleen maar: trappen, je moet harder, kom op sneller. De eerste anderhalve ronde is het puur explosief bezig zijn, tot ik een topsnelheid van meer dan 75 kilometer per uur bereik. De tweede ronde gaat nog wel, dan is het zaak dat tempo vast te houden. Maar na vijfhonderd meter begint de verzuring in m’n benen. Bij elke trap meer. In de derde ronde lukt het nog wel om te fietsen, maar daarna kom je op een niveau van fight or flight, dat is een state of mind waarin mensen in paniek kunnen raken. Uit wat voor hout je bent gesneden blijkt in zo’n stresssituatie. De natuurlijke reacties van lichaam en geest zijn: ik moet hier weg, vluchten! Op dat moment komt de oermens in mij naar boven. In die vierde en laatste ronde knalt het melkzuur zo’n beetje uit m’n oren. Wat ik in die laatste ronde doe, voelt niet eens meer als fietsen. Het is eigenlijk meer mee peddelen, want de pure kracht is weggevloeid. Door de pijn heen, verstand op nul, puur op mentaliteit de finish halen. Dat knokken tegen mezelf is ook wat het mooi en uitdagend maakt. Niet op dat moment, hoor, maar wel als je er, zoals ik nu, op terugkijkt en over nadenkt. 'De natuurlijke reacties van lichaam en geest zijn: Ik moet hier weg, vluchten! Op dat moment komt de oermens in mij naar boven. Door die pijn heen' Die laatste meters voelt het bijna alsof ik niet meer op aarde ben, dan wordt het licht in mijn hoofd. In het begin kijk ik altijd langs en over mijn handen heen. Ik wil zien waar ik heen stuur, dan rij ik ook de meest vloeiende lijn. Maar in de laatste ronde zakt mijn bovenlichaam in door de vermoeidheid. Ik moet de energie letterlijk uit mijn kleine teen halen. Zolang je nog spanning op je benen hebt, voel je dus wel de enorme verzuring, maar op een of andere manier associeer ik die dan nog niet met pijn, dat heb ik geblokkeerd. Maar zodra ik de finish gepasseerd ben en de druk gaat van m’n benen af, dan lijkt het of ze zijn ontploft vanbinnen. Zoveel pijn voel ik dan ineens. Toen ik in 2018 in Apeldoorn voor het eerst wereldkampioen werd op de kilometer kon ik niet eens meer lopen. Ik lag meteen op de grond toen ik van m’n fiets kwam, lopen ging niet meer, ik moest echt worden ondersteund naar het middenterrein. Tegenwoordig gaat dat beter. Hoe zwaarder de versnelling is die ik met de jaren ben gaan ronddraaien, des te beter ik de inspanning aankan. De kilometer is een combinatie van uithoudingsvermogen en kracht. Met een zwaarder verzet draait het meer om kracht en raak ik minder snel buiten adem en ben ik na afloop minder gesloopt. Neemt niet weg dat na elke kilometer mijn lichaam tegen me schreeuwt: doe dit alsjeblieft nooit meer. Na een kilometer heb ik nog een week lang last van mijn lijf, benen en longen. De dagen erna heb ik last van, zoals wij het noemen, de ‘kilokuch’. Een heel droge, nare hoest waar je niets aan kunt doen. Dat geeft wel aan hoe erg ik m’n longen heb gesloopt. Na een week rust ben ik vaak weer het mannetje. Ik weet nog dat ik na mijn eerste wereldtitel op de kilometer meteen met mijn vriendin Shanne Braspennincx op wintersport ging. Pas aan het einde van de vakantie kwam ik weer een beetje op adem. Op een of andere manier ben ik elke keer als er iets te halen valt op de kilometer de pijn van de vorige keer weer vergeten. Nou ja, vergeten... Als ik in de startmachine sta, dan ben ik er niet bang voor. Het wordt natuurlijk niks als je op je fiets zit en je denkt: ik ga zoveel pijn hebben, moet ik wel van start? Ik hou van de uitdaging. Het is een minuut lang all out gaan. Daar kun je heel zenuwachtig van worden, maar mij helpen nervositeit en spanning juist om scherper te worden en me goed te voelen.” Kunst “Ik rij helemaal niet graag een kilometer, tenzij er iets te halen valt. Voor mij is het eigenlijk een bijnummer, aangezien deze discipline na de Spelen van 2004 van de olympische agenda verdween. Ik train er ook niet echt voor, vaak gaat een dag voor de WK het stuur voor de kilometer pas op m’n fiets. Lange tijd heb ik ook niet heel erg op de aerodynamica gelet wat betreft mijn houding op de fiets. Het was vaak gewoon: hard van start gaan, daarna op het stuur gaan liggen en dan komt het wel goed. Sinds ik in 2015 bij de EK voor het eerst de kilometer reed, ben ik ongeslagen. Als ik start, win ik goud. Bizar. Ik krijg geregeld de vraag of ik gemaakt ben voor de kilometer. Eigenlijk ben ik gemaakt voor de 500 meter, ik moet alleen nog twee rondjes langer door. Ik heb van jongs af aan, ook door mijn achtergrond als BMX’er, een goede start. Daarnaast heb ik als sprinter veel power. In de teamsprint neem ik altijd de derde ronde voor mijn rekening. Maar ik moet wel zeggen dat een kilometer echt wel zwaarder is dan de teamsprint. Het is een ronde langer en ik moet alles zelf doen. Op de teamsprint zit ik eerst in de slipstream van starter Roy van den Berg en van Harrie Lavreysen, die de tweede ronde voor z’n rekening neemt. Vergeleken bij de kilometer rij ik de eerste twee rondes op de teamsprint redelijk ontspannen, daarna ben ik aan de beurt en moet ik een ronde knallen. Maar goed, die teamsprint helpt natuurlijk wel om een goede kilometer te rijden. Voorheen moesten baanrenners het op de kilometer juist hebben van de laatste twee ronden. Er werd destijds met lichtere verzetten gereden, renners met meer inhoud gingen vaak wel twee seconden langzamer van start. Die achterstand maakten ze op het einde wel goed op de pure sprinters, die dan inkakten. Tegenwoordig is het materiaal veel verder ontwikkeld. De fiets, de aerodynamische pakken en helmen zorgen ervoor dat een sprinter langer zijn snelheid vast kan houden. Daarnaast wordt er op een hoger niveau getraind, lukt het om een zwaarder verzet rond te blijven trappen. De snelheden zijn hoger en worden langer vastgehouden. Daardoor zijn de jongens van de langere adem nu kansloos. Het is: alles aanspannen in dat lijf en gaan. Het is eigenlijk een soort kunst geworden.” Wereldrecord “Nadat ik dit jaar in Glasgow mijn vierde wereldtitel op de kilometer pakte, dacht ik: en nu kunnen we voor het wereldrecord gaan. François Pervis reed op 7 december 2013 in het Mexicaanse Aguascalientes, een baan op 1700 meter boven zeeniveau, een tijd van 56,303. Een bizar snelle tijd, maar ik dacht al een tijdje dat het mogelijk was die tijd te verbeteren, omdat we tien jaar verder zijn, het materiaal beter is en de renners weer sterker en sneller zijn. Ik had wel een voorwaarde voordat ik het record aan zou vallen: ik moest in Glasgow eerst de wereldtitel prolongeren. Ik vond het niet kunnen om het wereldrecord aan te vallen, terwijl ik niet eens de beste van de wereld was. Dat was mijn eer te na. Daardoor kwam er ook extra druk op de kilometer bij de WK. Toen ik op 8 augustus mijn vierde wereldtitel pakte, kon ik de aanval op het wereldrecord aankondigen. Het was een late call. Veel moest nog geregeld worden om op 31 oktober het record aan te kunnen vallen in Aguascalientes. Het begon met het scheppen van de voorwaarden. Mijn management House of Sports en Shanne, die ook heel goed is in het regelen en organiseren, hebben mij daar heel erg bij geholpen. Ik ben heel dankbaar dat mooie partners als AP Support, de Nederlandse Loterij, AGU, Yamaha, Omnisport, HiPRO en de KNWU mij hebben ondersteund, waardoor ik een wedstrijd helemaal voor mij alleen in Mexico kon organiseren. Normaal gesproken hebben Shanne en ik het thuis nooit over fietsen, maar dat was de afgelopen tijd wel anders. In tegenstelling tot voorheen ben ik in aanloop naar de wereldrecordpoging natuurlijk wel heel intensief gaan trainen op de kilometer. Het kilometerstuur zat standaard op mijn fiets. We hebben gekeken naar mijn houding, die kon aerodynamischer. Het was beter om mijn hoofd minder omhoog te houden dan ik gewend was en dus ook minder ver vooruit te kijken. Dat was weer een heel andere houding, was wennen. Daar hebben we eerst op de roller en daarna op de baan heel hard aan gewerkt. Dat het dan lukt, in een tijd van 55,433, 0,896 seconden sneller dan het oude record, is de ultieme bekroning.” Burn-out “De aanval op het wereldrecord was de afgelopen tijd een mooie prikkel. Na de Spelen had ik juist moeite om gemotiveerd te blijven. Tien jaar lang had ik heel intensief voor mijn sport geleefd. Mensen weten nog hoe het was tijdens de lockdown, dat ineens jouw wereldje heel klein werd. Dat is eigenlijk hoe mijn leven al jaren was. Alles stond in het teken van het fietsen, voor andere dingen was amper ruimte. Het is heftig om jarenlang jezelf restricties op te leggen, binnen een vaste structuur te leven en amper tijd voor sociale contacten te hebben. Wij hadden de ambitie om de beste te worden op de teamsprint, gingen nog extremer te werk om ons grote doel te halen. Ik ben juist iemand die van nature op z’n tijd wat afleiding nodig heeft, moet soms m’n hoofd leegmaken. Voor mij betekent dat: af en toe lekker crossen met de motor of afspreken met vrienden. Ik word gek als ik dag in dag uit met maar één ding bezig ben. Tot en met de Spelen in Tokio moest dat allemaal wijken. Mijn leven draaide om fietsen, fietsen en nog eens fietsen. Ons grote doel, goud winnen op de teamsprint, haalden we. Daarnaast pakte ik zilver op de sprint. Ik was in mijn beste vorm ooit in Tokio, was zo trots op wat ik had bereikt, maar merkte ook dat ik op het randje zat van wat tegenwoordig vaak al snel als een burn-out wordt bestempeld. Ik was er na de Spelen even klaar mee om alleen maar met fietsen bezig te zijn, was al heel erg blij met mijn carrière en zag ertegen op om meteen weer aan een nieuwe olympische cyclus te moeten beginnen. En ik moest er niet aan denken meteen weer als een kluizenaar te leven voor m’n sport, vond het ook belangrijk om ‘mens’ te zijn, om er te zijn voor mijn vrienden, die al die jaren begrip toonden voor mijn leven als topsporter. Daar ben ik ze enorm dankbaar voor, maar tegelijkertijd had ik wel vaak het gevoel dat ik iets miste. Het zette me ook aan het denken en al voor de Spelen realiseerde ik me dat het leven uit meer bestaat dan fietsen. Ik had daar ook gesprekken over met mijn vrienden na Tokio. Ik vertelde dat ik het gewoon niet meer leuk vond, dat ik er zo klaar mee was en dat het in aanloop naar de Spelen zo extreem zwaar was geweest. En dat alleen maar om zo’n medaille te halen, zei ik. Ik ging die medailles downgraden, dacht: zijn die het waard om daar zoveel voor op te geven? Mijn vrienden probeerden me op te beuren, zeiden: ‘Je hebt toch iets moois bereikt? Wij hebben ons werk en dat is ook niet altijd zaligmakend.’ Mijn gevoel om het fietsen even op een lager pitje te zetten, werd versterkt door Shanne. Zij was in Tokio olympisch kampioen geworden op de keirin, had een enorm voldaan gevoel, maar stond er na terugkomst net zo in als ik: er is meer in het leven. En natuurlijk is het ook makkelijker om zo te denken als je allebei olympisch goud thuis hebt liggen. Voor Tokio hadden Shanne en ik een huis gekocht in Haarle, vlakbij Nijverdal waar mijn roots liggen, met het plan dat na de Spelen te gaan verbouwen. In eerste instantie dachten we een paar dingen aan te passen, maar het mondde uit in een gigantische verbouwing. Ik deed veel dingen zelf en was dus heel veel tijd kwijt aan ons huis. Ik trainde wel, maar mijn focus lag lange tijd meer op de verbouwing dan op het fietsen. En dan is het volkomen logisch dat ik op de sprint eerder werd uitgeschakeld dan ik gewend was en ik niet het niveau had van voorheen. Eigenlijk vond ik het ook wel prettig om bijna twee seizoenen zonder druk en verwachtingen te fietsen, op een gegeven moment verwachtte voor mijn gevoel niemand meer iets van mij en dat vond ik prima. De verklaring was simpel: ik was niet helemaal goed bezig met mijn sport.” Legacy “Ik had nog de ambitie om naast de teamsprint ook individueel olympisch goud te pakken, maar daarvoor moest eerst het vuurtje in mij weer gaan branden. En dat duurde even. Dit jaar ging ik al wel weer mee in het stramien van wereldbekerwedstrijden rijden, ik sloot weer echt aan bij de jongens. Al moest ik ook nog af en toe thuis zijn voor de finishing touches van de verbouwing. In aanloop naar de WK begon ik ook weer echt hard te trainen. Mijn coach Mehdi Kordi heeft ook een belangrijke rol gespeeld om dat vuurtje weer te laten branden. Hij was het die steeds begon over het wereldrecord op de kilometer. ‘Je hebt een mooie carrière, maar je kunt ook echt een legacy nalaten als je dat record pakt. Jij bent de beste op de kilometer, wil je dat record dan niet?’ Bij dat record dacht ik altijd: dat is een belachelijk snelle tijd. Ik wist natuurlijk ook dat het op hoogte was gerealiseerd en rijden in ijle lucht maakt een groot verschil met sprinten op zeeniveau. Ik dacht dat ik de capaciteiten had om het te kunnen verbeteren, wachtte op een moment dat ik het record aan zou kunnen vallen, maar er waren de afgelopen jaren simpelweg geen wedstrijden meer op grote hoogte. Doordat Mehdi er steeds over begon, dacht ik: misschien moet ik zelf dan maar de omstandigheden creëren om het record aan te vallen. En toen dat in mijn hoofd ging zitten, had ik weer een doel om voor te trainen. De gedachte aan het record heeft mij de afgelopen tijd op de been gehouden als topsporter. Mehdi heeft dat heel slim gedaan. Ik had dat zetje echt nodig. De aanval op dat record zorgde er ook voor dat ik gemotiveerd ben om er alles uit te halen op weg naar de Spelen. Ik wil in Parijs nog één keer de beste Jeffrey laten zien. Als ik dit record niet had gehad om naar toe te leven, was het maar de vraag of die nog tevoorschijn zou komen.” Onrust “Bij de WK in Glasgow haalde ik naast onze wereldtitel op de teamsprint en het goud op de kilometer nog op een andere manier het nieuws. Er werd breed uitgemeten dat er een bom was gelegd onder de succesvolle teamsprint, dat het niet goed zat tussen Harrie en mij door uitspraken die ik deed. Ik heb in Glasgow dingen geroepen uit emotie, waardoor onrust ontstond. Ik had helemaal geen zin om erover te praten, maar heb ik toch uitspraken gedaan, ook omdat ik de sprint nog niet helemaal had verwerkt. Dan zei ik: Harry was voor mij de afgelopen twee jaar geen realistische sparringpartner meer, ik kreeg training na training op mijn flikker en dat motiveert ook niet. En ik riep dat het ieder voor zich was. Uitspraken uit pure emotie. Harrie is de beste van de beste op de sprint. Als ik me dan ook nog een tijd focus op de verbouwing van ons huis, dan is het niet raar dat je op je donder krijgt. Met mijn uitspraken gingen de journalisten daarna natuurlijk naar Harrie en voor we het wisten, bestond in de media het beeld dat er ruzie in de tent was. De volgende ochtend zaten Harrie en ik naast elkaar op het vliegveld en we zeiden tegen elkaar: ‘Wat is ons allemaal overkomen? We hebben toch geen ruzie?’ Nee, dat hadden we niet. ‘Zullen we maar gewoon verder gaan dan?’ Het is goed tussen Harrie en mij. Ik snap ook dat er de afgelopen jaren is ingezoomd op de strijd tussen Harrie en mij. Het is natuurlijk ook een aparte situatie dat we bij grote toernooien eerst teamgenoten zijn op de teamsprint en daarna elkaars grootste concurrenten op de individuele sprint. Het is uniek dat de beste sprinters allebei uit Nederland komen. En ja, in Parijs zal ik het ook weer tegen Harrie op moeten nemen. Hij is de te kloppen man op de sprint. Jarenlang, tot en met de Spelen in Tokio, ontliepen we elkaar heel weinig. Ik probeer niet te veel met hem bezig te zijn, maar voornamelijk te kijken naar mezelf. Hoe kan ik me nog ontwikkelen? Wat kan ik bedenken om hem te verslaan? Met Harrie, maar ook met Roy van den Berg, Matthijs Büchli, Nils van ’t Hoenderdaal, oud-bondscoach René Wolff en alle anderen met wie wij als baansprinters de groei hebben doorgemaakt, heb ik een band voor de rest van m’n leven. Door de manier waarop wij onze sport beleven, door de wijze waarop we dag in dag uit elkaar op een hoger niveau hebben gebracht. Ook buiten het fietsen om is die klik er. Roy heeft na de Spelen een barbecue georganiseerd, we hebben het ook gezellig samen.” Rugklachten Vanaf de WK tot en met de recordpoging is het stuur voor de kilometer niet meer van mijn fiets geweest. Mijn trainingsschema’s waren de afgelopen tijd daardoor anders dan die van de andere sprinters. Vanaf nu gaat het vizier op de Spelen, waar we op de teamsprint uiteraard onze titel willen prolongeren. Roy, Harrie en ik weten precies wat we daarvoor moeten doen. Als wij allemaal ons niveau halen, zijn we in principe onverslaanbaar. Het klinkt misschien arrogant als ik zeg: zet ons met z’n drieën bij elkaar en het kan bijna niet missen. Wat een luxe om dat uit te kunnen spreken. We zullen veel samen gaan trainen en proberen het beste in elkaar naar boven te brengen de komende tijd, zoals we dat voor de Spelen in Tokio ook deden. Het traject zal er wel iets anders uitzien, aangezien ik ook geregeld in Spanje wil trainen, waar Shanne en ik een appartement hebben. Ik vind het fijn om af en toe in een andere omgeving te trainen, dat is ook weer verfrissend. Ik zal me in elk geval heel erg focussen op de juiste dingen doen, fysiek weer zo goed worden als mogelijk. Dan kan ik weer strijden om het goud, met de teamsprint en individueel. Het einde van mijn topsportcarrière komt langzaamaan in zicht. Ik ben dertig, kijk ook wel uit naar een leven zonder de fiets. Om mijn sport op het niveau te doen zoals ik dat al jaren doe, is heel intensief. Ik merk dat ook aan mijn lichaam, heb mezelf zo belast dat ik last krijg van slijtage. Vooral mijn rug is vaak pijnlijk. Met name als ik toewerk naar een piekmoment, waarin ik zoveel van mijn lichaam vraag, gaat alles pijn doen. Topsport is niet gezond. En als je ziet hoe bizar het niveau is toegenomen in het baanwielrennen de afgelopen tien jaar... Ik denk dat we tegen het maximale aanzitten van wat een menselijk lichaam aankan. Als je ziet hoe wij tekeergaan op de sprint. En toch zal de sport ook nadat ik ben gestopt zich weer doorontwikkelen. Ik ben niet bang dat ik na m’n carrière rondloop met chronische rugklachten. Veel van de lichamelijke ongemakken komen ook voort uit het feit dat ik nu simpelweg te veel spieren heb, de spierspanning is zo hoog. Als ik straks mijn lichaam rust kan gunnen, zal die afnemen. Na de Spelen in Tokio heb ik al gemerkt dat ik in het dagelijks leven nergens last van had toen het fietsen op een lager pitje stond. Dat stelde me ook gerust. Of Parijs mijn laatste kunstje wordt, weet ik nu nog niet. Het zal sowieso mijn derde en laatste deelname aan de Spelen zijn. Misschien gun ik me erna eerst weer even rust en bedenk ik dan weer iets. Bij mij weet je het maar nooit als ik ergens een uitdaging in zie.” Trouwen “Ik realiseer me steeds meer dat ik zoveel te danken heb aan mijn sport. Negen wereldtitels, olympisch goud en zilver, het wereldrecord. Allemaal geweldig. Maar ik heb ook mijn vriendin leren kennen dankzij de topsport. Wat nog ontbreekt is een ring om mijn en haar vinger, ja. Dat is nu nog even lastig te plannen, ik ben nog even heel egoïstisch bezig. Trouwen is iets voor in mijn nieuwe leven, haha. Dan heb ik meteen weer een mooi nieuw doel. Helden Magazine 69 Het verhaal van Jeffrey Hoogland komt voort uit het dubbeldikke eindejaarsnummer van Helden. De laatste editie van 2023 staat traditioneel in het teken van een terugblik op het afgelopen sportjaar, waarop Femke Bol de cover siert. De atlete blikt uitgebreid terug op het jaar waarin alles wat ze aanraakte in goud leek te veranderen. Helden ging daarnaast in Engeland op bezoek bij Nathan Aké, die met Manchester City de landstitel, FA Cup en Champions League won. Hij werd samen met zijn echtgenote Kaylee, met wie hij al sinds zijn vijftiende samen is, geïnterviewd en gefotografeerd. Bijzonder was ook het bezoek aan de familie Schippers. Dafne nam afscheid van de atletiek en samen met haar ouders, zus en broer blikte ze terug. In de 69ste editie van Helden komen tal van sporters aan het woord die 2023 kleur gaven. Wout Poels blikt terug op ritzeges in de Tour en Vuelta, maar ook op het verlies van ploeggenoot Gino Mäder. Golden Sisters Bente en Lieke Rogge werden samen wereldkampioen waterpolo. Femke Kok kroonde zich tot de eerste Nederlandse wereldkampioene op de 500 meter en toont zich zoals we haar niet eerder zagen. Karolien en Finn Florijn zijn gezegend met geweldige roeigenen, ze pakten allebei WK-goud; een dubbelinterview. Verder pakten zeilers Bart Lambriex en Floris van de Werken een hattrick aan wereldtitels. Over zeilen gesproken: Marit Bouwmeester keerde terug na de bevalling van haar dochter in 2022 en werd meteen weer Europees kampioen. Feyenoord werd ook kampioen en Lutsharel Geertruida had daar een belangrijk aandeel in. Hij doet zijn verhaal. Joey Veerman won in 2023 de KNVB-beker en werd vader. Een gesprek met de uitgesproken voetballer over wie veel mensen een mening hebben. Ook een verhaal over Lionel Messi en de club waar hij afgelopen zomer heen verhuisde, het Inter Miami van David Beckham. Een portret van Carlos Alcaraz, de nieuwe posterboy van het tennis. En als laatste was het voor schaatscoach Kosta Poltavets en voetbaltrainer Anoush Dastgir juist een zwaar jaar, door de situatie in hun geboortelanden Oekraïne en Afghanistan. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 69 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.

Taekwondo

Reshmie Oogink: ‘Corona? Ik?’

Met hoge verwachtingen was ze aan boord van de KL681 richting Japan gestapt. Alle ellende had ze achter zich gelaten; van de uitschakeling in de kwartfinale op de Spelen in Rio, waar ze vlak voor tijd nog op winst had gestaan, tot de voorbereiding richting Tokio met een aantal zware blessures. Vanwege corona was ze heel voorzichtig geweest, maar drie dagen na aankomst in Tokio kreeg taekwondoka Reshmie Oogink te horen dat ze besmet was. Haar olympische deelname was beëindigd voor die begonnen was. “Daar ging mijn olympische medaille. Alsof er een bulldozer over mijn droom was gereden. Ik was zo goed en fit, had zo graag willen laten zien wat ik kan en Rio willen rechtzetten. Ik kon het niet geloven. Corona? Ik, die zo voorzichtig was geweest? Vanaf Rio was ik al van tegenslag naar tegenslag gegaan. In december 2016 was m’n kruisband ingescheurd tijdens een wedstrijd tegen de Amerikaanse van wie ik een paar maanden eerder op de Spelen had verloren. De zware revalidatie werd in 2017 op het WK beloond met een bronzen medaille. Maar niet veel later, op de GP van Londen, scheurde ik bij een trap m’n kruisband weer in. Met het oog op Tokio hebben we tot een operatie besloten. De revalidatie heb ik vrijwel alleen gedaan, met m’n fysiotherapeut als controleur op de achtergrond. Op het WK van 2019 merkte ik dat het me nog aan ritme ontbrak. Maar ik was er weer en dat ritme zou ik op andere toernooien weer kunnen oppakken. 'Ik kon geen woord uitbrengen, heb alleen maar gejankt. En toen hoorde ik: 'O, die heeft covid' De Spelen werden door corona een jaar opgeschoven. Op dat moment zat ik zonder werk en dus ook zonder inkomsten. Ik vroeg me af: hoe ga ik dat jaar extra financieel doorkomen? Ik heb NOC*NSF gebeld en kreeg de A-status. Daardoor kon ik me weer gaan richten op wat ik zo graag wilde: nog een keer shinen. Maar eind oktober 2020 brak ik m’n teen. Dat betekende zes weken lang op een andere manier trainen: trappen zonder iets te raken. Toen ik in december weer volle bak kon trappen, werd bekend gemaakt dat het olympisch kwalificatietoernooi verschoven was: van januari naar mei." Helden Magazine 59 Het eerste gedeelte van het verhaal van Reshmie Oogink komt voort uit Helden Magazine 59. Sifan Hassan is onze Held van het Jaar en siert de cover van het dubbeldik eindejaarsnummer. Ze kwam, zag en overwon. Hassan deed wat niemand voor haar deed: drie olympische medailles winnen op de middellange afstanden op dezelfde Spelen. Heel bijzonder is ook het verzoek dat Barbara Barend kreeg van Bibian Mentel. Vlak voor haar overlijden, op 29 maart dit jaar, wilde Bibian nog een keer een groot interview geven met het verzoek het verhaal na haar overlijden te publiceren. In het verhaal spreekt zij nog één keer iedereen toe die haar lief hebben.  In Helden Magazine 59 lees je een uitgebreid interview met Fabio Jakobsen en zijn aanstaande vrouw Delore. Ze blikken samen terug op de zware val in Polen, waarbij Fabio bijna het leven verloor én hoe hij zich dit jaar heeft teruggevochten. Daarnaast spraken we een van de sterkhouders van Ajax, Daley Blind in het bijzijn van zijn vrouw, dochter, moeder en twee zussen. Rolstoeltennisster Diede de Groot won dit jaar de Golden Slam. De dubbelvier zorgden voor het eerste olympische roeigoud bij de mannen in 25 jaar én Sjinkie Knegt vertelt over het leven na het ongeluk met de houtkachel. Ook in Helden Magazine 59 hebben Jeffrey Hoogland en Shanne Braspennincx het mooi geflikt met z’n tweeën, beloonde Tom Dumoulin zijn terugkeer met olympisch zilver op de tijdrit en groeide Denzel Dumfries uit tot de Held van Oranje tijdens het EK. Overigens vertelt Frédérique Matla over haar weg naar de top, won Abdi Nageeye niet alleen olympisch zilver op de marathon, maar coachte hij ondertussen ook zijn maatje naar brons en is Harrie Lavreysen de koning van de sprint. Verder zijn vrienden Niek Kimmann en Jelle van Gorkom allebei in het bezit van een olympische medaille. Dai Dai N’tab was ooit een feestbeest, nu is hij een van de snelste schaatsers van het land. Sanne van Dijke won olympisch brons, maar verloor in aanloop naar de Spelen haar broer en daarna haar trainingsmaatje. Victoria Koblenko ontmoet daarnaast olympisch kampioen Kiran Badloe én Caitlin Dijkstra staat in de ‘Leeuwinnen in het Rijks’ stil bij De Liefdesbrief. Krijg jij geen genoeg van alle inspirerende sportverhalen? Kies het abonnement dat bij jou past én wordt abonnee. Zo ontvang je telkens de nieuwste edities op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Wil je een Helden Magazine cadeau doen? Het is ook mogelijk om een abonnement cadeau te doen, deze abonnementen lopen automatisch af. Daarnaast zijn de recentste exemplaren ook gemakkelijk te bestellen via onze webshop.
Met hoge verwachtingen was ze aan boord van de KL681 richting Japan gestapt. Alle ellende had ze achter zich gelaten; van de uitschakeling in de kwartfinale op de Spelen in Rio, waar ze vlak voor tijd nog op winst had gestaan, tot de voorbereiding richting Tokio met een aantal zware blessures. Vanwege corona was ze heel voorzichtig geweest, maar drie dagen na aankomst in Tokio kreeg taekwondoka Reshmie Oogink te horen dat ze besmet was. Haar olympische deelname was beëindigd voor die begonnen was. “Daar ging mijn olympische medaille. Alsof er een bulldozer over mijn droom was gereden. Ik was zo goed en fit, had zo graag willen laten zien wat ik kan en Rio willen rechtzetten. Ik kon het niet geloven. Corona? Ik, die zo voorzichtig was geweest? Vanaf Rio was ik al van tegenslag naar tegenslag gegaan. In december 2016 was m’n kruisband ingescheurd tijdens een wedstrijd tegen de Amerikaanse van wie ik een paar maanden eerder op de Spelen had verloren. De zware revalidatie werd in 2017 op het WK beloond met een bronzen medaille. Maar niet veel later, op de GP van Londen, scheurde ik bij een trap m’n kruisband weer in. Met het oog op Tokio hebben we tot een operatie besloten. De revalidatie heb ik vrijwel alleen gedaan, met m’n fysiotherapeut als controleur op de achtergrond. Op het WK van 2019 merkte ik dat het me nog aan ritme ontbrak. Maar ik was er weer en dat ritme zou ik op andere toernooien weer kunnen oppakken. 'Ik kon geen woord uitbrengen, heb alleen maar gejankt. En toen hoorde ik: 'O, die heeft covid' De Spelen werden door corona een jaar opgeschoven. Op dat moment zat ik zonder werk en dus ook zonder inkomsten. Ik vroeg me af: hoe ga ik dat jaar extra financieel doorkomen? Ik heb NOC*NSF gebeld en kreeg de A-status. Daardoor kon ik me weer gaan richten op wat ik zo graag wilde: nog een keer shinen. Maar eind oktober 2020 brak ik m’n teen. Dat betekende zes weken lang op een andere manier trainen: trappen zonder iets te raken. Toen ik in december weer volle bak kon trappen, werd bekend gemaakt dat het olympisch kwalificatietoernooi verschoven was: van januari naar mei." Helden Magazine 59 Het eerste gedeelte van het verhaal van Reshmie Oogink komt voort uit Helden Magazine 59. Sifan Hassan is onze Held van het Jaar en siert de cover van het dubbeldik eindejaarsnummer. Ze kwam, zag en overwon. Hassan deed wat niemand voor haar deed: drie olympische medailles winnen op de middellange afstanden op dezelfde Spelen. Heel bijzonder is ook het verzoek dat Barbara Barend kreeg van Bibian Mentel. Vlak voor haar overlijden, op 29 maart dit jaar, wilde Bibian nog een keer een groot interview geven met het verzoek het verhaal na haar overlijden te publiceren. In het verhaal spreekt zij nog één keer iedereen toe die haar lief hebben.  In Helden Magazine 59 lees je een uitgebreid interview met Fabio Jakobsen en zijn aanstaande vrouw Delore. Ze blikken samen terug op de zware val in Polen, waarbij Fabio bijna het leven verloor én hoe hij zich dit jaar heeft teruggevochten. Daarnaast spraken we een van de sterkhouders van Ajax, Daley Blind in het bijzijn van zijn vrouw, dochter, moeder en twee zussen. Rolstoeltennisster Diede de Groot won dit jaar de Golden Slam. De dubbelvier zorgden voor het eerste olympische roeigoud bij de mannen in 25 jaar én Sjinkie Knegt vertelt over het leven na het ongeluk met de houtkachel. Ook in Helden Magazine 59 hebben Jeffrey Hoogland en Shanne Braspennincx het mooi geflikt met z’n tweeën, beloonde Tom Dumoulin zijn terugkeer met olympisch zilver op de tijdrit en groeide Denzel Dumfries uit tot de Held van Oranje tijdens het EK. Overigens vertelt Frédérique Matla over haar weg naar de top, won Abdi Nageeye niet alleen olympisch zilver op de marathon, maar coachte hij ondertussen ook zijn maatje naar brons en is Harrie Lavreysen de koning van de sprint. Verder zijn vrienden Niek Kimmann en Jelle van Gorkom allebei in het bezit van een olympische medaille. Dai Dai N’tab was ooit een feestbeest, nu is hij een van de snelste schaatsers van het land. Sanne van Dijke won olympisch brons, maar verloor in aanloop naar de Spelen haar broer en daarna haar trainingsmaatje. Victoria Koblenko ontmoet daarnaast olympisch kampioen Kiran Badloe én Caitlin Dijkstra staat in de ‘Leeuwinnen in het Rijks’ stil bij De Liefdesbrief. Krijg jij geen genoeg van alle inspirerende sportverhalen? Kies het abonnement dat bij jou past én wordt abonnee. Zo ontvang je telkens de nieuwste edities op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Wil je een Helden Magazine cadeau doen? Het is ook mogelijk om een abonnement cadeau te doen, deze abonnementen lopen automatisch af. Daarnaast zijn de recentste exemplaren ook gemakkelijk te bestellen via onze webshop.

Darten

Raymond van Barneveld: ‘Ik ben het sukkeltje aan het worden’

Hij werd al vijf keer wereldkampioen, maar staat ook alweer een paar jaar droog wat individuele hoofdprijzen betreft. Om gek van te worden, vindt Raymond van Barneveld. Met Victoria Koblenko spreekt hij in aanloop naar het WK darts (13 december-1 januari) over de pijn van verliezen, stress en diabetes. En hij filosofeert over stoppen met darts. “Er is een burn-out bij me vastgesteld.” “Ik ben al drie jaar aan het nadenken. Ik zoek in mezelf antwoord op de vraag: waarom nog? Ik ben al jarenlang amper thuis. Dat valt me steeds zwaarder, zeker doordat ik al een tijd geen grote prijzen meer win,” zegt Raymond van Barneveld, de man die darts in Nederland op de kaart zette en vijf keer wereldkampioen werd. “Telkens krijg ik weer die bokshand ­ schoen op m’n kin, elke keer moet ik die nederlaag weer verwerken. Telkens weer die pijn, dat ben ik zat. Tegelijkertijd is de kick om dat podium op te gaan er nog. Reizen naar de andere kant van de wereld en daar aanbeden worden went nooit. Maar uiteindelijk moet je van binnen happy zijn. Neem de avonden waarop we voor de Premier League in Ahoy spelen, dan ben ik een gelukkig mens.” Je wordt een jaar lang gevolgd voor een documentaire op RTL 7 die tijdens het WK te zien is op tv. Gaan we je zien zoals we je nog niet kennen? “Veel mensen denken dat ik zomaar dat podium kom oplopen en even m’n kunstje doe. Maar zo is het niet. Ik wil mensen een inzicht geven wat er allemaal komt kijken bij het leven dat ik leid.” STRESS Hoe ziet voor jou een ongelukkige avond eruit? “Na afloop van een nederlaag zit ik vaak vol ongeloof. Er zijn talloze avonden dat ik bij het ingooien veertig of vijftig keer 180 gooi. Eenmaal op het podium lukt me dat vervolgens één of twee keer. Je hebt op het podium natuurlijk allerlei issues. De verlichting is anders, je hebt te maken met luchtverplaatsing en je voelt de stress van het moeten. Darts blijft een mentaal spel. Ik heb ongelooflijk veel avonden gehad dat ik na een wedstrijd op mijn hotelkamer lag en me afvroeg wat er was gebeurd. Vroeger waren er maar een paar tegenstanders tegen wie ik in de problemen kon komen, nu lijkt het of iedereen voor mij een lastige tegenstander is. Het is alsof ik m’n concentratie niet vast kan houden. Hoelang wil ik mezelf nog pijnigen? Ik heb heel mooie dingen gedaan, maar het lijkt niet meer te lukken.” 'Hoelang wil ik mezelf nog pijnigen? Ik heb heel mooie dingen gedaan, maar het lijkt niet meer te lukken’ Waarom niet? “Ik ben 51, heb al een paar jaar diabetes. Dat helpt natuurlijk niet mee. Tijdens een partij komt het voor dat ik me het ene moment heel lekker voel. Dan heb ik het gevoel dat ik 38 ben. Maar vijf minuten later kan ik me ineens voelen als iemand van 83. Als men dit leest, zijn er vast mensen die denken: hij heeft weer wat te zeiken. Maar misschien is mijn diabetes niet door verkeerde voeding ontstaan, maar door de stress.” Hoe voer jij jouw strijd met ‘sluipmoordenaar’ diabetes? “Ik probeer nog steeds op m’n gewicht te letten, maar tegenwoordig wil ik af en toe ook gewoon iets kunnen snacken. Ik ben in zeven jaar dertig kilo afgevallen, heb er alles aan gedaan, maar de diabetes blijft. Koude handen, tintelende vingers, wazig zicht. Dat is een ramp. Ik ben nu dus van mening dat het door spanningen komt waarmee ik te maken heb tijdens wedstrijden. We hebben met een soort scanner gemeten hoe hoog m’n stressniveau was op het podium. Dat was drie keer hoger dan normaal. Als ik vier dagen achter elkaar moet spelen, dan heb ik te maken met heel veel stress. Het lichaam reageert daar gewoon op. Als je dan ook nog bedenkt dat ik zo’n beetje 48 van de 52 weken per jaar op pad ben...” Helden Magazine 44 Het eerste gedeelte van het verhaal van Raymond van Barneveld komt voort uit Helden Magazine 44 waar Kjeld Nuis de cover siert. Nuis is de Held van het Jaar geworden. De tweevoudig olympisch kampioen kent ook de andere kant van de medaille. Verder in de 44ste editie van Helden, Tom Dumoulin over zijn successen, de Tour en de Giro, Virgil van Dijk de aanvoerder van het vernieuwde Oranje en Liverpool, schorttrackster Suzanne Schulting, tennisster Kiki Bertens, de winnaar van de Ronde van Vlaanderen Niki Terpstra, handbalster Yvette Broch, schaatser Sven Kramer, de successen van de Nederlandse sportvrouwen, zwemmer Nyls Korstanje, bokser Peter Müllenberg, voetballer Davy Klaassen, en Frenkie de Jong en vriendin Mikky ontmoeten Wendy Rommedahl. Krijg jij geen genoeg van alle inspirerende sportverhalen? Kies het abonnement dat bij jou past én wordt abonnee. Zo ontvang je telkens de nieuwste edities op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Wil je een Helden Magazine cadeau doen? Het is ook mogelijk om een abonnement cadeau te doen, deze abonnementen lopen automatisch af. Daarnaast zijn de recentste exemplaren ook gemakkelijk te bestellen via onze webshop.
Hij werd al vijf keer wereldkampioen, maar staat ook alweer een paar jaar droog wat individuele hoofdprijzen betreft. Om gek van te worden, vindt Raymond van Barneveld. Met Victoria Koblenko spreekt hij in aanloop naar het WK darts (13 december-1 januari) over de pijn van verliezen, stress en diabetes. En hij filosofeert over stoppen met darts. “Er is een burn-out bij me vastgesteld.” “Ik ben al drie jaar aan het nadenken. Ik zoek in mezelf antwoord op de vraag: waarom nog? Ik ben al jarenlang amper thuis. Dat valt me steeds zwaarder, zeker doordat ik al een tijd geen grote prijzen meer win,” zegt Raymond van Barneveld, de man die darts in Nederland op de kaart zette en vijf keer wereldkampioen werd. “Telkens krijg ik weer die bokshand ­ schoen op m’n kin, elke keer moet ik die nederlaag weer verwerken. Telkens weer die pijn, dat ben ik zat. Tegelijkertijd is de kick om dat podium op te gaan er nog. Reizen naar de andere kant van de wereld en daar aanbeden worden went nooit. Maar uiteindelijk moet je van binnen happy zijn. Neem de avonden waarop we voor de Premier League in Ahoy spelen, dan ben ik een gelukkig mens.” Je wordt een jaar lang gevolgd voor een documentaire op RTL 7 die tijdens het WK te zien is op tv. Gaan we je zien zoals we je nog niet kennen? “Veel mensen denken dat ik zomaar dat podium kom oplopen en even m’n kunstje doe. Maar zo is het niet. Ik wil mensen een inzicht geven wat er allemaal komt kijken bij het leven dat ik leid.” STRESS Hoe ziet voor jou een ongelukkige avond eruit? “Na afloop van een nederlaag zit ik vaak vol ongeloof. Er zijn talloze avonden dat ik bij het ingooien veertig of vijftig keer 180 gooi. Eenmaal op het podium lukt me dat vervolgens één of twee keer. Je hebt op het podium natuurlijk allerlei issues. De verlichting is anders, je hebt te maken met luchtverplaatsing en je voelt de stress van het moeten. Darts blijft een mentaal spel. Ik heb ongelooflijk veel avonden gehad dat ik na een wedstrijd op mijn hotelkamer lag en me afvroeg wat er was gebeurd. Vroeger waren er maar een paar tegenstanders tegen wie ik in de problemen kon komen, nu lijkt het of iedereen voor mij een lastige tegenstander is. Het is alsof ik m’n concentratie niet vast kan houden. Hoelang wil ik mezelf nog pijnigen? Ik heb heel mooie dingen gedaan, maar het lijkt niet meer te lukken.” 'Hoelang wil ik mezelf nog pijnigen? Ik heb heel mooie dingen gedaan, maar het lijkt niet meer te lukken’ Waarom niet? “Ik ben 51, heb al een paar jaar diabetes. Dat helpt natuurlijk niet mee. Tijdens een partij komt het voor dat ik me het ene moment heel lekker voel. Dan heb ik het gevoel dat ik 38 ben. Maar vijf minuten later kan ik me ineens voelen als iemand van 83. Als men dit leest, zijn er vast mensen die denken: hij heeft weer wat te zeiken. Maar misschien is mijn diabetes niet door verkeerde voeding ontstaan, maar door de stress.” Hoe voer jij jouw strijd met ‘sluipmoordenaar’ diabetes? “Ik probeer nog steeds op m’n gewicht te letten, maar tegenwoordig wil ik af en toe ook gewoon iets kunnen snacken. Ik ben in zeven jaar dertig kilo afgevallen, heb er alles aan gedaan, maar de diabetes blijft. Koude handen, tintelende vingers, wazig zicht. Dat is een ramp. Ik ben nu dus van mening dat het door spanningen komt waarmee ik te maken heb tijdens wedstrijden. We hebben met een soort scanner gemeten hoe hoog m’n stressniveau was op het podium. Dat was drie keer hoger dan normaal. Als ik vier dagen achter elkaar moet spelen, dan heb ik te maken met heel veel stress. Het lichaam reageert daar gewoon op. Als je dan ook nog bedenkt dat ik zo’n beetje 48 van de 52 weken per jaar op pad ben...” Helden Magazine 44 Het eerste gedeelte van het verhaal van Raymond van Barneveld komt voort uit Helden Magazine 44 waar Kjeld Nuis de cover siert. Nuis is de Held van het Jaar geworden. De tweevoudig olympisch kampioen kent ook de andere kant van de medaille. Verder in de 44ste editie van Helden, Tom Dumoulin over zijn successen, de Tour en de Giro, Virgil van Dijk de aanvoerder van het vernieuwde Oranje en Liverpool, schorttrackster Suzanne Schulting, tennisster Kiki Bertens, de winnaar van de Ronde van Vlaanderen Niki Terpstra, handbalster Yvette Broch, schaatser Sven Kramer, de successen van de Nederlandse sportvrouwen, zwemmer Nyls Korstanje, bokser Peter Müllenberg, voetballer Davy Klaassen, en Frenkie de Jong en vriendin Mikky ontmoeten Wendy Rommedahl. Krijg jij geen genoeg van alle inspirerende sportverhalen? Kies het abonnement dat bij jou past én wordt abonnee. Zo ontvang je telkens de nieuwste edities op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Wil je een Helden Magazine cadeau doen? Het is ook mogelijk om een abonnement cadeau te doen, deze abonnementen lopen automatisch af. Daarnaast zijn de recentste exemplaren ook gemakkelijk te bestellen via onze webshop.

Darten

Raymond van Barneveld: ‘Ga tegen mij niet zeggen dat tweede ook goed is’

Zijn eerste wereldtitel won Raymond van Barneveld op 11 januari 1998. De wereld is veranderd de afgelopen twintig jaar. En ook de darter is dat: hij is vijftig, opa, heeft suikerziekte en is tegenwoordig de underdog. Andere dingen zijn nog hetzelfde: zoals de pijn van een nederlaag. In aanloop naar het WK (14 december-1 januari) blikt de vijfvoudig wereldkampioen terug. GEKKENHUIS “Ik gooide die 76 met m’n laatste pijlen op 11 januari 1998 en daarna viel ik op m’n knieën. Mijn leven was voorgoed veranderd. In 1995 had ik de finale van de Embassy gehaald. Het was mijn droom om profdarter te worden, maar die eindstrijd halen was niet voldoende, ik moest ’m winnen. Ik was twee jaar best gefrustreerd. Af en toe werd ik gebeld om een demonstratie te geven, maar mijn baan als postbode kon ik niet vaarwel zeggen. Bij de PTT dachten ze met me mee, hoor. Ik hoefde op zaterdagen niet te werken en later ook niet meer op maandagen, zodat ik zo goed mogelijk met m’n sport bezig kon zijn. Dat ik niet altijd aanwezig was, zorgde ook voor wat ergernis bij collega’s. Ik werd voorgetrokken, vonden ze. Zal wel, maar ik maakte de PTT in die tijd ook populair. In december 1997 was ik nog heel druk met de post in aanloop naar de kerstdagen. Nietsvermoedend bracht ik die dagen m’n laatste bundel post weg. Na de Embassy-titel kon ik wél prof worden. Brandstaff bood zich aan als hoofdsponsor. Met mijn manager Ad Schoofs en goede vriend en caller Albert John, die in 2002 om het leven kwam bij een scooterongeluk, gingen we in een busje het hele land door. Ik opende winkeltjes, kwam langs op bedrijfsfeesten en werd gevraagd op te komen dagen bij beurzen. In 1999 werd het helemaal een gekkenhuis. Er was geen voetbal op tv, miljoenen stem- den af op de Embassy. En ik won opnieuw een zenuwslopende finale met 6-5. Het leek wel of ik in m’n eentje The Beatles was. Niet normaal wat een mensenmenigte op Schiphol toen ik terugkwam. En nu zijn we twintig jaar verder. Mijn vader zei altijd: ‘Als je eenmaal kinderen hebt, gaat het leven twee keer zo hard.’ Nou, als je succes hebt in het leven, vliegt de tijd ook. Ik mis die tijd van twintig jaar terug. Het plezier, de lol. Ik ben vijftig, maar heb nergens tijd voor. Niet voor m’n gezin, vrije tijd heb ik amper, vakanties gaan eraan onderdoor. Het is zwaar. Mensen denken vaak: wat klaagt die Van Barneveld nou, hij heeft toch geld zat? Leuk, dat geld, maar het is ook fijn als je de kans krijgt om er leuke dingen mee te doen. Van de 52 weekenden in het jaar, ben ik er zo’n beetje 48 van huis.” ‘Best moeilijk dat het niet meer allemaal om mij draait. Vroeger was ík de man, wilde iedereen met míj op de foto’ UNDERDOG & VAN GERWEN “Jarenlang heb ik op een onverharde weg vol keien en kuilen gereden. Voor alle andere darters heb ik de weg geasfalteerd. Ik ben de pionier, heb nooit anderen om advies kunnen vragen, rij nog altijd op die onverharde weg. Ik vind het best moeilijk dat het niet meer allemaal om mij draait. Vroeger was ík de man, wilde iedereen met míj op de foto. Als ik nu naast Michael van Gerwen, Phil Taylor of Gary Anderson sta, sta ik er een beetje verloren bij. Iedereen is met hen bezig. Nu is Michael de grote man en ik ben de underdog. Ik herken veel van mezelf in hem. Mike is een slimme jongen, heeft huisjes gekocht met het geld dat hij verdient, geïnvesteerd. Ik beschouw Michael wel als een vriend van me, ben laatst ook op zijn babyfeestje geweest, heb ik kleertjes voor de kleine meegenomen. Ja, Mike heeft het prima voor elkaar. Prachtig huis, gigantische tuin. Het geld komt met bakken binnen, hij verdient een miljoen per jaar. Jaloers... dat is niet het juiste woord. Maar toen ik m’n eerste wereldtitel won, kreeg ik daar 32.000 pond voor, terwijl de wereldtitel nu 400.000 pond oplevert. Dan denk ik, was dat twintig jaar terug maar zo. De stap om profdarter te worden is nu veel kleiner door de verdiensten. Ja, en als ik dan de nieuwe generatie, die is opgegroeid met smartphones, zie... ‘U’ zeggen is er niet meer bij. Hoe vaak ik door jeugdspelers word toegesproken met ‘jij’. Dan zeg ik: ik heb niet met je in de klas gezeten, vriend, ben vijftig, zeg gewoon netjes u of meneer. Ik was veel meer onderdanig, had respect voor de spelers die veel hadden bereikt. Ik heb altijd in mezelf geïnvesteerd, ben Engelse lessen gaan nemen, zodat ik me beter kon presenteren. Dat leverde weer sponsors op. Veel van de jonge jongens zie ik daar niet over nadenken. Ik begrijp het niet. Zoals er ook nog jongens zijn die roepen dat ze als voorbereiding op een BDO-toernooi een paar biertjes pakken. Killing! Dan denk ik: ben je alleen maar aan het slapen geweest? Ik heb jarenlang geprobeerd dat stempel van die drank ervanaf te krijgen. Door dat soort domme uitspraken blijven mensen roepen dat darts geen topsport is. Michael heeft nu wat ik had, maar hij werkt er óók keihard voor. Heel knap wat hij laat zien. Phil Taylor voor laten gaan, dat heb ik in de loop der jaren wel moeten en kunnen accepteren. Maar ik had er nooit bij stilgestaan dat er een Nederlander zou komen die Phil en mij voorbij zou gaan. Ik ben nu ook nog eens de nummer twee van Nederland... Helden Magazine 39 Het eerste gedeelte van het verhaal van Raymond van Barneveld komt voort uit Helden Magazine 39 waar Tom Dumoulin de cover siert. Dumoulin won de Giro en de wereldtitels tijdrijden met de ploeg en individueel. In het extra dikke nummer is er daarnaast volop aandacht voor onder meer de aankomende Winterspelen in Pyeongchang en een terugblik naar het sportjaar 2017. Verder in de 39ste editie van Helden, Europees kampioen, beste voetbalster van Europa en de wereld Lieke Martens, wielrenster Anna van der Breggen over haar wens: de regenboogtrui, Richard Krajicek over uitvliegende kinderen, coachen en het ABN AMRO WTT, schaatser Sven Kramer, schaatsters Ireen Wüst en Irene Schouten, alpineskiër Maarten Meiners, voetbaltrainer Peter Bosz, de Nederlandse bobsleemannen, shorttrackster Suzanne Schulting, oud-keeper Patrick Lodewijks, Henk Grol, Dione Housheer, Anish Giri en Wendy Rommedahl. Krijg jij geen genoeg van alle inspirerende sportverhalen? Kies het abonnement dat bij jou past én wordt abonnee. Zo ontvang je telkens de nieuwste edities op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Wil je een Helden Magazine cadeau doen? Het is ook mogelijk om een abonnement cadeau te doen, deze abonnementen lopen automatisch af. Daarnaast zijn de recentste exemplaren ook gemakkelijk te bestellen via onze webshop.
Zijn eerste wereldtitel won Raymond van Barneveld op 11 januari 1998. De wereld is veranderd de afgelopen twintig jaar. En ook de darter is dat: hij is vijftig, opa, heeft suikerziekte en is tegenwoordig de underdog. Andere dingen zijn nog hetzelfde: zoals de pijn van een nederlaag. In aanloop naar het WK (14 december-1 januari) blikt de vijfvoudig wereldkampioen terug. GEKKENHUIS “Ik gooide die 76 met m’n laatste pijlen op 11 januari 1998 en daarna viel ik op m’n knieën. Mijn leven was voorgoed veranderd. In 1995 had ik de finale van de Embassy gehaald. Het was mijn droom om profdarter te worden, maar die eindstrijd halen was niet voldoende, ik moest ’m winnen. Ik was twee jaar best gefrustreerd. Af en toe werd ik gebeld om een demonstratie te geven, maar mijn baan als postbode kon ik niet vaarwel zeggen. Bij de PTT dachten ze met me mee, hoor. Ik hoefde op zaterdagen niet te werken en later ook niet meer op maandagen, zodat ik zo goed mogelijk met m’n sport bezig kon zijn. Dat ik niet altijd aanwezig was, zorgde ook voor wat ergernis bij collega’s. Ik werd voorgetrokken, vonden ze. Zal wel, maar ik maakte de PTT in die tijd ook populair. In december 1997 was ik nog heel druk met de post in aanloop naar de kerstdagen. Nietsvermoedend bracht ik die dagen m’n laatste bundel post weg. Na de Embassy-titel kon ik wél prof worden. Brandstaff bood zich aan als hoofdsponsor. Met mijn manager Ad Schoofs en goede vriend en caller Albert John, die in 2002 om het leven kwam bij een scooterongeluk, gingen we in een busje het hele land door. Ik opende winkeltjes, kwam langs op bedrijfsfeesten en werd gevraagd op te komen dagen bij beurzen. In 1999 werd het helemaal een gekkenhuis. Er was geen voetbal op tv, miljoenen stem- den af op de Embassy. En ik won opnieuw een zenuwslopende finale met 6-5. Het leek wel of ik in m’n eentje The Beatles was. Niet normaal wat een mensenmenigte op Schiphol toen ik terugkwam. En nu zijn we twintig jaar verder. Mijn vader zei altijd: ‘Als je eenmaal kinderen hebt, gaat het leven twee keer zo hard.’ Nou, als je succes hebt in het leven, vliegt de tijd ook. Ik mis die tijd van twintig jaar terug. Het plezier, de lol. Ik ben vijftig, maar heb nergens tijd voor. Niet voor m’n gezin, vrije tijd heb ik amper, vakanties gaan eraan onderdoor. Het is zwaar. Mensen denken vaak: wat klaagt die Van Barneveld nou, hij heeft toch geld zat? Leuk, dat geld, maar het is ook fijn als je de kans krijgt om er leuke dingen mee te doen. Van de 52 weekenden in het jaar, ben ik er zo’n beetje 48 van huis.” ‘Best moeilijk dat het niet meer allemaal om mij draait. Vroeger was ík de man, wilde iedereen met míj op de foto’ UNDERDOG & VAN GERWEN “Jarenlang heb ik op een onverharde weg vol keien en kuilen gereden. Voor alle andere darters heb ik de weg geasfalteerd. Ik ben de pionier, heb nooit anderen om advies kunnen vragen, rij nog altijd op die onverharde weg. Ik vind het best moeilijk dat het niet meer allemaal om mij draait. Vroeger was ík de man, wilde iedereen met míj op de foto. Als ik nu naast Michael van Gerwen, Phil Taylor of Gary Anderson sta, sta ik er een beetje verloren bij. Iedereen is met hen bezig. Nu is Michael de grote man en ik ben de underdog. Ik herken veel van mezelf in hem. Mike is een slimme jongen, heeft huisjes gekocht met het geld dat hij verdient, geïnvesteerd. Ik beschouw Michael wel als een vriend van me, ben laatst ook op zijn babyfeestje geweest, heb ik kleertjes voor de kleine meegenomen. Ja, Mike heeft het prima voor elkaar. Prachtig huis, gigantische tuin. Het geld komt met bakken binnen, hij verdient een miljoen per jaar. Jaloers... dat is niet het juiste woord. Maar toen ik m’n eerste wereldtitel won, kreeg ik daar 32.000 pond voor, terwijl de wereldtitel nu 400.000 pond oplevert. Dan denk ik, was dat twintig jaar terug maar zo. De stap om profdarter te worden is nu veel kleiner door de verdiensten. Ja, en als ik dan de nieuwe generatie, die is opgegroeid met smartphones, zie... ‘U’ zeggen is er niet meer bij. Hoe vaak ik door jeugdspelers word toegesproken met ‘jij’. Dan zeg ik: ik heb niet met je in de klas gezeten, vriend, ben vijftig, zeg gewoon netjes u of meneer. Ik was veel meer onderdanig, had respect voor de spelers die veel hadden bereikt. Ik heb altijd in mezelf geïnvesteerd, ben Engelse lessen gaan nemen, zodat ik me beter kon presenteren. Dat leverde weer sponsors op. Veel van de jonge jongens zie ik daar niet over nadenken. Ik begrijp het niet. Zoals er ook nog jongens zijn die roepen dat ze als voorbereiding op een BDO-toernooi een paar biertjes pakken. Killing! Dan denk ik: ben je alleen maar aan het slapen geweest? Ik heb jarenlang geprobeerd dat stempel van die drank ervanaf te krijgen. Door dat soort domme uitspraken blijven mensen roepen dat darts geen topsport is. Michael heeft nu wat ik had, maar hij werkt er óók keihard voor. Heel knap wat hij laat zien. Phil Taylor voor laten gaan, dat heb ik in de loop der jaren wel moeten en kunnen accepteren. Maar ik had er nooit bij stilgestaan dat er een Nederlander zou komen die Phil en mij voorbij zou gaan. Ik ben nu ook nog eens de nummer twee van Nederland... Helden Magazine 39 Het eerste gedeelte van het verhaal van Raymond van Barneveld komt voort uit Helden Magazine 39 waar Tom Dumoulin de cover siert. Dumoulin won de Giro en de wereldtitels tijdrijden met de ploeg en individueel. In het extra dikke nummer is er daarnaast volop aandacht voor onder meer de aankomende Winterspelen in Pyeongchang en een terugblik naar het sportjaar 2017. Verder in de 39ste editie van Helden, Europees kampioen, beste voetbalster van Europa en de wereld Lieke Martens, wielrenster Anna van der Breggen over haar wens: de regenboogtrui, Richard Krajicek over uitvliegende kinderen, coachen en het ABN AMRO WTT, schaatser Sven Kramer, schaatsters Ireen Wüst en Irene Schouten, alpineskiër Maarten Meiners, voetbaltrainer Peter Bosz, de Nederlandse bobsleemannen, shorttrackster Suzanne Schulting, oud-keeper Patrick Lodewijks, Henk Grol, Dione Housheer, Anish Giri en Wendy Rommedahl. Krijg jij geen genoeg van alle inspirerende sportverhalen? Kies het abonnement dat bij jou past én wordt abonnee. Zo ontvang je telkens de nieuwste edities op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Wil je een Helden Magazine cadeau doen? Het is ook mogelijk om een abonnement cadeau te doen, deze abonnementen lopen automatisch af. Daarnaast zijn de recentste exemplaren ook gemakkelijk te bestellen via onze webshop.

Dammen

De Fab Four

Met wereldkampioen Roel Boomstra, Jan Groenendijk, Martijn van IJzendoorn en Wouter Sipma heeft Nederland vier jonge topdammers. Tussen 1 en 15 oktober strijden ze om de wereldtitel in Estland.
Met wereldkampioen Roel Boomstra, Jan Groenendijk, Martijn van IJzendoorn en Wouter Sipma heeft Nederland vier jonge topdammers. Tussen 1 en 15 oktober strijden ze om de wereldtitel in Estland.

Dressuur

Twee ruiters op een kussen

Dressuurruiters Edward Gal (39) en Hans Peter Minderhoud (35) droomden beiden van een toekomst met een vrouw. Gevoelens voor mannen kenden ze niet, totdat ze elkaar tegenkwamen. En als twee mannenzielen zich tot elkaar aangetrokken voelen, kunnen ook topruiters hun verlangens niet beteugelen. Edward: ‘Toen ik Hans Peter voor het eerst op een hengstenshow ontmoette, vond ik hem wel leuk, maar ik had nog geen vlinders in mijn buik. Mijn aandacht ging nooit uit naar jongens, want ik was alleen met paarden bezig en woonde samen met mijn vriendin Nicole Werner.’ Hans-Peter: ‘Bij mij kwam die eerste ontmoeting pats-boem! binnen. Het was direct duidelijk. Ook al was ik voor het eerst verliefd op een man, ik gaf er meteen aan toe. Ik kon en wilde het niet tegenhouden en wist vrij snel dat ik met hem verder wilde.’ Edward: ‘Ik vond Hans Peter wel aantrekkelijk, maar het leek me lastig om intiem te zijn met een man. Alleen al het idee om met een man samen te wonen en met die harige benen in één bed te liggen! Ik was ook bang om de droom van Nicole en mij los te laten: Samen de stal beheren - zij de manager, ik de ruiter - en later kinderen krijgen. Ik verkeerde in een ware tweestrijd. De paarden merkten ook dat ik niet lekker in mijn vel zat. Ik raakte geïrriteerd en vloekte als iets niet lukte; de trainingen verliepen moeizaam.’ Hans Peter: ‘Die jaren waren inderdaad heftig. Edward had schuldgevoelens naar Nicole en was bang dat er uiteindelijk geen paard meer op stal zou staan en dat zijn levenswerk instortte. Ik riep dan: “Bekijk het maar, ik wil dit niet!” Bonje. We spraken elkaar twee dagen niet en dan begon het weer van voren af aan. Ik heb Ed echt uit de kast moeten sleuren!’ Edward: ‘Na een relatie van dertien jaar ging ik uiteindelijk weg bij Nicole. Aan onze band als broer en zus kwam toen een eind. Hans Peter bleef volharden, maar ik hield hem nog steeds op afstand. Een jaar later was ik een beetje gewend aan het idee dat ik verliefd was op een man en zijn we gaan samenwonen.’ Hans Peter: ‘Ik had niet het gevoel dat mijn bedrijf instortte als ik met een jongen zou verdergaan. Voor mij was het een feit waarmee ik goed uit de voeten kon. Omdat Edward nog worstelde, ging ik er in het begin wel voorzichtig mee om.’ Edward: ‘Ik keek inderdaad eerst de kat uit de boom en zweeg over onze relatie, omdat ik bang was dat sponsors en investeerders zouden a aken. Stel je voor dat een van hen zou zeggen: “Ja, dahag. Ik laat mijn paard niet door een homo berijden!” Maar dat gebeurde niet, het zat alleen maar in mijn hoofd. Nu zie ik het niet meer als een risico voor mijn sportieve loopbaan. In de paardenwereld heb je zo veel homostellen, het doet er niet meer toe. ‘Mooi aangeklede vrouwen krijgen nog steeds mijn aandacht, maar ik wil niet meer met een vrouw naar bed. Ik kijk ook helemaal niet naar andere mannen; Hans Peter is de eerste en enige voor mij. Al met al ben ik heel tevreden. Voordat ik Hans Peter leerde kennen had ik, als die had bestaan, wel een pil willen slikken tegen mijn homoseksualiteit. Maar nu heb ik dat gevoel niet meer.’ Hans Peter: ‘Ik weet dat Ed een sterke kinderwens heeft. Dat hij homo is, vindt hij niet meer zo’n punt, maar dat we kinderloos blijven, blijft moeilijk voor hem. Ik geloof dat hij er inmiddels wel meer vrede mee heeft. We hebben nu zo’n ontzettend druk leven, ik kies echt voor de sport, daar passen kinderen voor mij nog niet in. En Edward wil eerst goud winnen op de Spelen in Londen.’ Edward: ‘Ik heb ook nooit gekozen voor een leven als homo, het is ons overkomen. Er is maar één homo waar ik echt trots op ben en dat is Hans Peter. In grote lijnen denken hij en ik hetzelfde. Je kunt zeggen dat twee zielen elkaar hebben gevonden.’ Hans Peter: ‘Ja, ik ben supergelukkig met Ed.’ Helden Magazine Krijg jij geen genoeg van alle inspirerende sportverhalen? Kies het abonnement dat bij jou past én wordt abonnee. Zo ontvang je telkens de nieuwste edities op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Wil je een Helden Magazine cadeau doen? Het is ook mogelijk om een abonnement cadeau te doen, deze abonnementen lopen automatisch af. Daarnaast zijn de recentste exemplaren ook gemakkelijk te bestellen via onze webshop.
Dressuurruiters Edward Gal (39) en Hans Peter Minderhoud (35) droomden beiden van een toekomst met een vrouw. Gevoelens voor mannen kenden ze niet, totdat ze elkaar tegenkwamen. En als twee mannenzielen zich tot elkaar aangetrokken voelen, kunnen ook topruiters hun verlangens niet beteugelen. Edward: ‘Toen ik Hans Peter voor het eerst op een hengstenshow ontmoette, vond ik hem wel leuk, maar ik had nog geen vlinders in mijn buik. Mijn aandacht ging nooit uit naar jongens, want ik was alleen met paarden bezig en woonde samen met mijn vriendin Nicole Werner.’ Hans-Peter: ‘Bij mij kwam die eerste ontmoeting pats-boem! binnen. Het was direct duidelijk. Ook al was ik voor het eerst verliefd op een man, ik gaf er meteen aan toe. Ik kon en wilde het niet tegenhouden en wist vrij snel dat ik met hem verder wilde.’ Edward: ‘Ik vond Hans Peter wel aantrekkelijk, maar het leek me lastig om intiem te zijn met een man. Alleen al het idee om met een man samen te wonen en met die harige benen in één bed te liggen! Ik was ook bang om de droom van Nicole en mij los te laten: Samen de stal beheren - zij de manager, ik de ruiter - en later kinderen krijgen. Ik verkeerde in een ware tweestrijd. De paarden merkten ook dat ik niet lekker in mijn vel zat. Ik raakte geïrriteerd en vloekte als iets niet lukte; de trainingen verliepen moeizaam.’ Hans Peter: ‘Die jaren waren inderdaad heftig. Edward had schuldgevoelens naar Nicole en was bang dat er uiteindelijk geen paard meer op stal zou staan en dat zijn levenswerk instortte. Ik riep dan: “Bekijk het maar, ik wil dit niet!” Bonje. We spraken elkaar twee dagen niet en dan begon het weer van voren af aan. Ik heb Ed echt uit de kast moeten sleuren!’ Edward: ‘Na een relatie van dertien jaar ging ik uiteindelijk weg bij Nicole. Aan onze band als broer en zus kwam toen een eind. Hans Peter bleef volharden, maar ik hield hem nog steeds op afstand. Een jaar later was ik een beetje gewend aan het idee dat ik verliefd was op een man en zijn we gaan samenwonen.’ Hans Peter: ‘Ik had niet het gevoel dat mijn bedrijf instortte als ik met een jongen zou verdergaan. Voor mij was het een feit waarmee ik goed uit de voeten kon. Omdat Edward nog worstelde, ging ik er in het begin wel voorzichtig mee om.’ Edward: ‘Ik keek inderdaad eerst de kat uit de boom en zweeg over onze relatie, omdat ik bang was dat sponsors en investeerders zouden a aken. Stel je voor dat een van hen zou zeggen: “Ja, dahag. Ik laat mijn paard niet door een homo berijden!” Maar dat gebeurde niet, het zat alleen maar in mijn hoofd. Nu zie ik het niet meer als een risico voor mijn sportieve loopbaan. In de paardenwereld heb je zo veel homostellen, het doet er niet meer toe. ‘Mooi aangeklede vrouwen krijgen nog steeds mijn aandacht, maar ik wil niet meer met een vrouw naar bed. Ik kijk ook helemaal niet naar andere mannen; Hans Peter is de eerste en enige voor mij. Al met al ben ik heel tevreden. Voordat ik Hans Peter leerde kennen had ik, als die had bestaan, wel een pil willen slikken tegen mijn homoseksualiteit. Maar nu heb ik dat gevoel niet meer.’ Hans Peter: ‘Ik weet dat Ed een sterke kinderwens heeft. Dat hij homo is, vindt hij niet meer zo’n punt, maar dat we kinderloos blijven, blijft moeilijk voor hem. Ik geloof dat hij er inmiddels wel meer vrede mee heeft. We hebben nu zo’n ontzettend druk leven, ik kies echt voor de sport, daar passen kinderen voor mij nog niet in. En Edward wil eerst goud winnen op de Spelen in Londen.’ Edward: ‘Ik heb ook nooit gekozen voor een leven als homo, het is ons overkomen. Er is maar één homo waar ik echt trots op ben en dat is Hans Peter. In grote lijnen denken hij en ik hetzelfde. Je kunt zeggen dat twee zielen elkaar hebben gevonden.’ Hans Peter: ‘Ja, ik ben supergelukkig met Ed.’ Helden Magazine Krijg jij geen genoeg van alle inspirerende sportverhalen? Kies het abonnement dat bij jou past én wordt abonnee. Zo ontvang je telkens de nieuwste edities op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Wil je een Helden Magazine cadeau doen? Het is ook mogelijk om een abonnement cadeau te doen, deze abonnementen lopen automatisch af. Daarnaast zijn de recentste exemplaren ook gemakkelijk te bestellen via onze webshop.