Word abonnee
Meer

Baanwielrennen

Harrie Lavreysen: ‘Ik laat me niet gek maken’

Harrie Lavreysen Harrie Lavreysen (27) is de te kloppen man in Parijs. De baanwielrenner heerst al jaren op de sprint, met de Nederlandse ploeg en individueel. Hoe gaat hij om met de immense verwachtingen? Hoe slaagt hij erin om al zo lang zijn sport te domineren? We leggen hem in Helden Magazine nummer 72 voor vertrek naar Parijs zeven stellingen voor. Ik eet, slaap en drink baanwielrennen “Ik sta ermee op en ga ermee naar bed, ben de hele dag bezig om te kijken of ik nog beter kan worden. Denk nou niet dat ik knettergek ben, of dat ik echt als een monnik leef, maar alle keuzes die ik maak, staan in het teken van baanwielrennen. Zeker in aanloop naar de Spelen. Steeds stel ik mezelf de vraag: word ik hier beter van?” Heb jij nog andere hobby’s dan baanwielrennen? “Niet echt. Als mensen die vraag stellen, antwoord ik vaak: films kijken. Daar kan ik nog wel voor gaan zitten. Maar verder...” Sta jij ondanks twee gouden olympische medailles en dertien wereldtitels nog voor elke training te popelen om weer de baan op te gaan? “Nou... Ik heb ook trainingen waarvan ik op voorhand al weet dat die heel veel pijn gaan doen. Maar ook dan denk ik: die heb ik nodig om weer ietsje beter te worden. Kijk, het is ook leuk om te trainen en makkelijker op te brengen als je steeds beloond wordt voor alle inspanningen.” Jij vertelde al eens eerder dat jij het verschil maakt doordat jij je lichaam in een bepaalde hoek kunt houden als je door de bochten rijdt en daardoor je krachten nog heel goed kwijt kunt waar dat bij concurrenten minder het geval is. En dat je voortdurend bezig bent jezelf en de concurrentie te analyseren. Knikt: “Daarbij komt nog dat ik door de jaren heen mijn lichaam beter heb leren kennen. Een aantal jaren geleden maakte mijn trainer Hugo Haak de trainingsprogramma’s en die voerde ik vervolgens uit. Nu schrijf ik ze ook zelf. Er zijn dus met de jaren wat dingen veranderd, maar de instelling is nog steeds dezelfde: dagelijks bezig zijn met verbeteren en steeds mezelf de vraag stellen of het goed is wat ik doe. Dat analyseren blijft erbij horen. Ook van de concurrentie. We hebben een database van wedstrijden. Bij elke wedstrijd is er iemand van ons aanwezig die niet alleen ons, maar ook alle concurrenten filmt. Ik kan heel makkelijk wedstrijden van mezelf en van een willekeurige concurrent opzoeken. Tijdens trainingen wordt ook alles gefilmd, zodat ik die meteen kan terugkijken.” Is die toewijding en discipline de sleutel van het succes? “Als ik een wedstrijd heb gereden, kan ik het wel even loslaten, maar al snel grijp ik terug op mijn routines. Voor de volgende wedstrijd ben ik al mijn tegenstanders alweer aan het bestuderen. Begin dit jaar deed ik niet mee aan de wereldbekerwedstrijd in Australië. Dat nam niet weg dat ik wel alles heb bekeken. Ik mag mezelf niet laten verrassen, moet zien wat voor ritten de andere renners gereden hebben. In een olympisch jaar ben ik daar nog scherper op.” Helden Magazine nummer 72 Het eerste gedeelte van het interview met Harrie Lavreysen komt voort uit Helden Magazine nummer 72. Het extra dikke zomernummer van Helden staat volledig in het teken van drie grote sportevenementen: het EK voetbal in Duitsland, de Tour de France en de Olympische Spelen in Parijs. Op de cover van de 204 pagina's tellende editie schitteren drie rolmodellen van wereldklasse uit de Nederlandse atletiek: Femke Bol, Sifan Hassan en Lieke Klaver. Wat is het geheim van hun succes? Experts zoals Ellen van Langen, Caroline Feith, Bart Bennema en Gregory Sedoc delen hun inzichten. EK voetbal De sportzomer van 2024 wordt afgetrapt met het EK voetbal, dat op 14 juni begint. In deze Helden een verhaal over Ronald Koeman. Onder andere Frank Rijkaard, Ruud Gullit, broer Erwin Koeman, Guus Hiddink, Jordi Cruijff en Rafael van der Vaart delen hun mening over de bondscoach van het Nederlands elftal. Verder ging Helden naar Milaan voor een interview met revelatie Tijjani Reijnders en zijn vrouw. Daley Blind 106-voudig international - bespreekt zijn indrukwekkende carrière aan de hand van foto’s. Brian Brobbey over de bondscoach, Marco van Basten, zijn toekomst, zijn roots en racisme. Arie Haan gaat vijftig jaar terug in de tijd, naar het WK voetbal in West-Duitsland dat eindigde met een nationaal trauma. Jan Wouters blikt terug op het gewonnen EK van 1988, ook in Duitsland. Het is nog altijd de enige hoofdprijs van Oranje. Tour de France  Na het EK volgt de Tour de France, van 29 juni tot en met 21 juli. In deze Helden lees je een interview met sprinter Fabio Jakobsen en een portret van Mathieu van der Poel, die ook de olympische wegwedstrijd in Parijs rijdt. Jeroen Blijlevens en Steven de Jongh, ploegleiders bij Lidl-Trek, vertellen hun verhaal, en we vragen ons af: kan Sepp Kuss na de Vuelta ook de Tour winnen? Olympische Spelen De Olympische Spelen vinden plaats van 26 juli tot en met 11 augustus. Chef de mission Pieter van den Hoogenband kijkt terug op zijn gouden race twintig jaar geleden. Turnster Sanne Wevers bereidt zich voor op haar laatste kunstje, en BMX’er Niek Kimmann over zijn post-olympische dip. Sharon van Rouwendaal gaat voor goud in het openwater, roeizussen Bente en Ilse Paulis geven een dubbelinterview, en Simone van de Kraats hoopt op goud in het waterpolo. Bovendien gingen we op bezoek bij Tes Schouten, Caspar Corbeau en Arno Kamminga, de drie schoolslagmusketiers. Alle drie zijn ze een medaillekandidaat in Parijs. Voor het eerst sinds 1992 plaatse een Nederlands duo zich op de 500 meter kanosprint voor de Spelen. Hoog tijd om kennis te maken met Selma Konijn en Ruth Vorsselman. Triatlontopper Maya Kingma stelde ernstige misstanden aan de kaak binnen het topsportprogramma van de triatlonbond. Dat werd de triatleet niet door iedereen in dank afgenomen. Joost Luiten is sinds kort vader en worstelde met golfyips. In aanloop naar de KLM Open, die hij twee keer won, doet hij zijn verhaal.
Harrie Lavreysen Harrie Lavreysen (27) is de te kloppen man in Parijs. De baanwielrenner heerst al jaren op de sprint, met de Nederlandse ploeg en individueel. Hoe gaat hij om met de immense verwachtingen? Hoe slaagt hij erin om al zo lang zijn sport te domineren? We leggen hem in Helden Magazine nummer 72 voor vertrek naar Parijs zeven stellingen voor. Ik eet, slaap en drink baanwielrennen “Ik sta ermee op en ga ermee naar bed, ben de hele dag bezig om te kijken of ik nog beter kan worden. Denk nou niet dat ik knettergek ben, of dat ik echt als een monnik leef, maar alle keuzes die ik maak, staan in het teken van baanwielrennen. Zeker in aanloop naar de Spelen. Steeds stel ik mezelf de vraag: word ik hier beter van?” Heb jij nog andere hobby’s dan baanwielrennen? “Niet echt. Als mensen die vraag stellen, antwoord ik vaak: films kijken. Daar kan ik nog wel voor gaan zitten. Maar verder...” Sta jij ondanks twee gouden olympische medailles en dertien wereldtitels nog voor elke training te popelen om weer de baan op te gaan? “Nou... Ik heb ook trainingen waarvan ik op voorhand al weet dat die heel veel pijn gaan doen. Maar ook dan denk ik: die heb ik nodig om weer ietsje beter te worden. Kijk, het is ook leuk om te trainen en makkelijker op te brengen als je steeds beloond wordt voor alle inspanningen.” Jij vertelde al eens eerder dat jij het verschil maakt doordat jij je lichaam in een bepaalde hoek kunt houden als je door de bochten rijdt en daardoor je krachten nog heel goed kwijt kunt waar dat bij concurrenten minder het geval is. En dat je voortdurend bezig bent jezelf en de concurrentie te analyseren. Knikt: “Daarbij komt nog dat ik door de jaren heen mijn lichaam beter heb leren kennen. Een aantal jaren geleden maakte mijn trainer Hugo Haak de trainingsprogramma’s en die voerde ik vervolgens uit. Nu schrijf ik ze ook zelf. Er zijn dus met de jaren wat dingen veranderd, maar de instelling is nog steeds dezelfde: dagelijks bezig zijn met verbeteren en steeds mezelf de vraag stellen of het goed is wat ik doe. Dat analyseren blijft erbij horen. Ook van de concurrentie. We hebben een database van wedstrijden. Bij elke wedstrijd is er iemand van ons aanwezig die niet alleen ons, maar ook alle concurrenten filmt. Ik kan heel makkelijk wedstrijden van mezelf en van een willekeurige concurrent opzoeken. Tijdens trainingen wordt ook alles gefilmd, zodat ik die meteen kan terugkijken.” Is die toewijding en discipline de sleutel van het succes? “Als ik een wedstrijd heb gereden, kan ik het wel even loslaten, maar al snel grijp ik terug op mijn routines. Voor de volgende wedstrijd ben ik al mijn tegenstanders alweer aan het bestuderen. Begin dit jaar deed ik niet mee aan de wereldbekerwedstrijd in Australië. Dat nam niet weg dat ik wel alles heb bekeken. Ik mag mezelf niet laten verrassen, moet zien wat voor ritten de andere renners gereden hebben. In een olympisch jaar ben ik daar nog scherper op.” Helden Magazine nummer 72 Het eerste gedeelte van het interview met Harrie Lavreysen komt voort uit Helden Magazine nummer 72. Het extra dikke zomernummer van Helden staat volledig in het teken van drie grote sportevenementen: het EK voetbal in Duitsland, de Tour de France en de Olympische Spelen in Parijs. Op de cover van de 204 pagina's tellende editie schitteren drie rolmodellen van wereldklasse uit de Nederlandse atletiek: Femke Bol, Sifan Hassan en Lieke Klaver. Wat is het geheim van hun succes? Experts zoals Ellen van Langen, Caroline Feith, Bart Bennema en Gregory Sedoc delen hun inzichten. EK voetbal De sportzomer van 2024 wordt afgetrapt met het EK voetbal, dat op 14 juni begint. In deze Helden een verhaal over Ronald Koeman. Onder andere Frank Rijkaard, Ruud Gullit, broer Erwin Koeman, Guus Hiddink, Jordi Cruijff en Rafael van der Vaart delen hun mening over de bondscoach van het Nederlands elftal. Verder ging Helden naar Milaan voor een interview met revelatie Tijjani Reijnders en zijn vrouw. Daley Blind 106-voudig international - bespreekt zijn indrukwekkende carrière aan de hand van foto’s. Brian Brobbey over de bondscoach, Marco van Basten, zijn toekomst, zijn roots en racisme. Arie Haan gaat vijftig jaar terug in de tijd, naar het WK voetbal in West-Duitsland dat eindigde met een nationaal trauma. Jan Wouters blikt terug op het gewonnen EK van 1988, ook in Duitsland. Het is nog altijd de enige hoofdprijs van Oranje. Tour de France  Na het EK volgt de Tour de France, van 29 juni tot en met 21 juli. In deze Helden lees je een interview met sprinter Fabio Jakobsen en een portret van Mathieu van der Poel, die ook de olympische wegwedstrijd in Parijs rijdt. Jeroen Blijlevens en Steven de Jongh, ploegleiders bij Lidl-Trek, vertellen hun verhaal, en we vragen ons af: kan Sepp Kuss na de Vuelta ook de Tour winnen? Olympische Spelen De Olympische Spelen vinden plaats van 26 juli tot en met 11 augustus. Chef de mission Pieter van den Hoogenband kijkt terug op zijn gouden race twintig jaar geleden. Turnster Sanne Wevers bereidt zich voor op haar laatste kunstje, en BMX’er Niek Kimmann over zijn post-olympische dip. Sharon van Rouwendaal gaat voor goud in het openwater, roeizussen Bente en Ilse Paulis geven een dubbelinterview, en Simone van de Kraats hoopt op goud in het waterpolo. Bovendien gingen we op bezoek bij Tes Schouten, Caspar Corbeau en Arno Kamminga, de drie schoolslagmusketiers. Alle drie zijn ze een medaillekandidaat in Parijs. Voor het eerst sinds 1992 plaatse een Nederlands duo zich op de 500 meter kanosprint voor de Spelen. Hoog tijd om kennis te maken met Selma Konijn en Ruth Vorsselman. Triatlontopper Maya Kingma stelde ernstige misstanden aan de kaak binnen het topsportprogramma van de triatlonbond. Dat werd de triatleet niet door iedereen in dank afgenomen. Joost Luiten is sinds kort vader en worstelde met golfyips. In aanloop naar de KLM Open, die hij twee keer won, doet hij zijn verhaal.

Veldrijden

Mathieu van der Poel – Wonder op wielen

Mathieu van der Poel Mathieu van der Poel (29) won dit jaar voor de zesde keer de wereldtitel veldrijden. Hij won daarna de Ronde van Vlaanderen en Parijs-Roubaix. Nu zet VDP zijn zinnen op de Tour, die hij voor de vierde keer gaat rijden en waarin hij bij zijn debuut meteen een ritzege en het geel pakte. Daarna volgt de olympische wegwedstrijd, waarop hij debuteert. Een portret in Helden Magazine nummer 72 van het wielerfenomeen aan de hand van citaten door de jaren heen. [caption id="attachment_20111" align="alignnone" width="1667"] Mathieu in 2018.[/caption] Voetbal en tennis “Ik voetbalde en tenniste ook. Vooral voetbal ging goed, ik mocht zelfs even stagelopen bij Willem II, maar ben bij de laatste tien afgevallen. Maar de keuze was makkelijk hoor, het individuele in het fietsen sprak mij sowieso meer aan. Ik heb liefst alles in eigen hand. Toen ik begon met fietsen was het om het plezier. Dat is nog steeds mijn grootste doel, lol hebben.” Mathieu van der Poel in 2018 in Helden. Mentaal belastend “Ik heb altijd tegen Mathieu gezegd dat hij voor zijn 25ste niet naar de Tour moest gaan, want die wedstrijd is mentaal veel te belastend. Zeker als je een van de favorieten bent voor een ritzege of een klassement. Je moet daar klaar voor zijn. Als je al op jonge leeftijd je vizier op de grote rondes richt, dan moet je veel meer in de bergen trainen en ben je meer van huis voor trainingskampen. De kans dat je dat leven rond je dertigste zat bent, is realistisch. Als je pas later die grote rondes gaat rijden, kun je je carrière gemakkelijker rekken tot je 35ste. Ik kijk dan ook met enige argwaan naar sommige talenten die als tiener meteen naar de profs zijn overgestapt. Natuurlijk zijn Tadej Pogacar, Remco Evenepoel en Juan Ayuso uitzonderingen. Maar het is afwachten hoelang ze aan de top blijven en hoelang hun loopbaan gaat duren.” Adrie van der Poel in 2022 in Helden over de reden waarom Mathieu pas in 2021, op zijn 26ste, zijn eerste Tour reed en meteen een rit won en het geel pakte Helden Magazine nummer 72 Het eerste gedeelte van het portret van Mathieu van der Poel komt voort uit Helden Magazine nummer 72. Het extra dikke zomernummer van Helden staat volledig in het teken van drie grote sportevenementen: het EK voetbal in Duitsland, de Tour de France en de Olympische Spelen in Parijs. Op de cover van de 204 pagina's tellende editie schitteren drie rolmodellen van wereldklasse uit de Nederlandse atletiek: Femke Bol, Sifan Hassan en Lieke Klaver. Wat is het geheim van hun succes? Experts zoals Ellen van Langen, Caroline Feith, Bart Bennema en Gregory Sedoc delen hun inzichten. EK voetbal De sportzomer van 2024 wordt afgetrapt met het EK voetbal, dat op 14 juni begint. In deze Helden een verhaal over Ronald Koeman. Onder andere Frank Rijkaard, Ruud Gullit, broer Erwin Koeman, Guus Hiddink, Jordi Cruijff en Rafael van der Vaart delen hun mening over de bondscoach van het Nederlands elftal. Verder ging Helden naar Milaan voor een interview met revelatie Tijjani Reijnders en zijn vrouw. Daley Blind 106-voudig international - bespreekt zijn indrukwekkende carrière aan de hand van foto’s. Brian Brobbey over de bondscoach, Marco van Basten, zijn toekomst, zijn roots en racisme. Arie Haan gaat vijftig jaar terug in de tijd, naar het WK voetbal in West-Duitsland dat eindigde met een nationaal trauma. Jan Wouters blikt terug op het gewonnen EK van 1988, ook in Duitsland. Het is nog altijd de enige hoofdprijs van Oranje. Tour de France  Na het EK volgt de Tour de France, van 29 juni tot en met 21 juli. In deze Helden lees je een interview met sprinter Fabio Jakobsen. Jeroen Blijlevens en Steven de Jongh, ploegleiders bij Lidl-Trek, vertellen hun verhaal, en we vragen ons af: kan Sepp Kuss na de Vuelta ook de Tour winnen? Olympische Spelen De Olympische Spelen vinden plaats van 26 juli tot en met 11 augustus. Chef de mission Pieter van den Hoogenband kijkt terug op zijn gouden race twintig jaar geleden. Turnster Sanne Wevers bereidt zich voor op haar laatste kunstje, baanwielrenner Harrie Lavreysen spreekt over hoge verwachtingen, en BMX’er Niek Kimmann over zijn post-olympische dip. Sharon van Rouwendaal gaat voor goud in het openwater, roeizussen Bente en Ilse Paulis geven een dubbelinterview, en Simone van de Kraats hoopt op goud in het waterpolo. Bovendien gingen we op bezoek bij Tes Schouten, Caspar Corbeau en Arno Kamminga, de drie schoolslagmusketiers. Alle drie zijn ze een medaillekandidaat in Parijs. Voor het eerst sinds 1992 plaatse een Nederlands duo zich op de 500 meter kanosprint voor de Spelen. Hoog tijd om kennis te maken met Selma Konijn en Ruth Vorsselman. Triatlontopper Maya Kingma stelde ernstige misstanden aan de kaak binnen het topsportprogramma van de triatlonbond. Dat werd de triatleet niet door iedereen in dank afgenomen. Joost Luiten is sinds kort vader en worstelde met golfyips. In aanloop naar de KLM Open, die hij twee keer won, doet hij zijn verhaal.
Mathieu van der Poel Mathieu van der Poel (29) won dit jaar voor de zesde keer de wereldtitel veldrijden. Hij won daarna de Ronde van Vlaanderen en Parijs-Roubaix. Nu zet VDP zijn zinnen op de Tour, die hij voor de vierde keer gaat rijden en waarin hij bij zijn debuut meteen een ritzege en het geel pakte. Daarna volgt de olympische wegwedstrijd, waarop hij debuteert. Een portret in Helden Magazine nummer 72 van het wielerfenomeen aan de hand van citaten door de jaren heen. [caption id="attachment_20111" align="alignnone" width="1667"] Mathieu in 2018.[/caption] Voetbal en tennis “Ik voetbalde en tenniste ook. Vooral voetbal ging goed, ik mocht zelfs even stagelopen bij Willem II, maar ben bij de laatste tien afgevallen. Maar de keuze was makkelijk hoor, het individuele in het fietsen sprak mij sowieso meer aan. Ik heb liefst alles in eigen hand. Toen ik begon met fietsen was het om het plezier. Dat is nog steeds mijn grootste doel, lol hebben.” Mathieu van der Poel in 2018 in Helden. Mentaal belastend “Ik heb altijd tegen Mathieu gezegd dat hij voor zijn 25ste niet naar de Tour moest gaan, want die wedstrijd is mentaal veel te belastend. Zeker als je een van de favorieten bent voor een ritzege of een klassement. Je moet daar klaar voor zijn. Als je al op jonge leeftijd je vizier op de grote rondes richt, dan moet je veel meer in de bergen trainen en ben je meer van huis voor trainingskampen. De kans dat je dat leven rond je dertigste zat bent, is realistisch. Als je pas later die grote rondes gaat rijden, kun je je carrière gemakkelijker rekken tot je 35ste. Ik kijk dan ook met enige argwaan naar sommige talenten die als tiener meteen naar de profs zijn overgestapt. Natuurlijk zijn Tadej Pogacar, Remco Evenepoel en Juan Ayuso uitzonderingen. Maar het is afwachten hoelang ze aan de top blijven en hoelang hun loopbaan gaat duren.” Adrie van der Poel in 2022 in Helden over de reden waarom Mathieu pas in 2021, op zijn 26ste, zijn eerste Tour reed en meteen een rit won en het geel pakte Helden Magazine nummer 72 Het eerste gedeelte van het portret van Mathieu van der Poel komt voort uit Helden Magazine nummer 72. Het extra dikke zomernummer van Helden staat volledig in het teken van drie grote sportevenementen: het EK voetbal in Duitsland, de Tour de France en de Olympische Spelen in Parijs. Op de cover van de 204 pagina's tellende editie schitteren drie rolmodellen van wereldklasse uit de Nederlandse atletiek: Femke Bol, Sifan Hassan en Lieke Klaver. Wat is het geheim van hun succes? Experts zoals Ellen van Langen, Caroline Feith, Bart Bennema en Gregory Sedoc delen hun inzichten. EK voetbal De sportzomer van 2024 wordt afgetrapt met het EK voetbal, dat op 14 juni begint. In deze Helden een verhaal over Ronald Koeman. Onder andere Frank Rijkaard, Ruud Gullit, broer Erwin Koeman, Guus Hiddink, Jordi Cruijff en Rafael van der Vaart delen hun mening over de bondscoach van het Nederlands elftal. Verder ging Helden naar Milaan voor een interview met revelatie Tijjani Reijnders en zijn vrouw. Daley Blind 106-voudig international - bespreekt zijn indrukwekkende carrière aan de hand van foto’s. Brian Brobbey over de bondscoach, Marco van Basten, zijn toekomst, zijn roots en racisme. Arie Haan gaat vijftig jaar terug in de tijd, naar het WK voetbal in West-Duitsland dat eindigde met een nationaal trauma. Jan Wouters blikt terug op het gewonnen EK van 1988, ook in Duitsland. Het is nog altijd de enige hoofdprijs van Oranje. Tour de France  Na het EK volgt de Tour de France, van 29 juni tot en met 21 juli. In deze Helden lees je een interview met sprinter Fabio Jakobsen. Jeroen Blijlevens en Steven de Jongh, ploegleiders bij Lidl-Trek, vertellen hun verhaal, en we vragen ons af: kan Sepp Kuss na de Vuelta ook de Tour winnen? Olympische Spelen De Olympische Spelen vinden plaats van 26 juli tot en met 11 augustus. Chef de mission Pieter van den Hoogenband kijkt terug op zijn gouden race twintig jaar geleden. Turnster Sanne Wevers bereidt zich voor op haar laatste kunstje, baanwielrenner Harrie Lavreysen spreekt over hoge verwachtingen, en BMX’er Niek Kimmann over zijn post-olympische dip. Sharon van Rouwendaal gaat voor goud in het openwater, roeizussen Bente en Ilse Paulis geven een dubbelinterview, en Simone van de Kraats hoopt op goud in het waterpolo. Bovendien gingen we op bezoek bij Tes Schouten, Caspar Corbeau en Arno Kamminga, de drie schoolslagmusketiers. Alle drie zijn ze een medaillekandidaat in Parijs. Voor het eerst sinds 1992 plaatse een Nederlands duo zich op de 500 meter kanosprint voor de Spelen. Hoog tijd om kennis te maken met Selma Konijn en Ruth Vorsselman. Triatlontopper Maya Kingma stelde ernstige misstanden aan de kaak binnen het topsportprogramma van de triatlonbond. Dat werd de triatleet niet door iedereen in dank afgenomen. Joost Luiten is sinds kort vader en worstelde met golfyips. In aanloop naar de KLM Open, die hij twee keer won, doet hij zijn verhaal.

Veldrijden

Wout van Aert: Wouts wondere wereld

Wout van Aert (29) kiest dit jaar voor een andere aanpak. Hij sloeg de WK veldrijden over en zal dit jaar ook de Tour de France laten schieten. Zijn speerpunten dit jaar: de Vlaamse voorjaarsklassiekers, de Giro d’Italia en de Olympische Spelen. We spreken in Helden Magazine 71 de alleskunner van Visma-Lease a Bike in aanloop naar de Ronde van Vlaanderen, Parijs-Roubaix en de Giro. “Ik denk dat ik beter kan.” “In 2023 ben ik niet op mijn best geweest, heb me afgelopen jaar nooit zo gevoeld als in 2022. Ik had steeds het gevoel dat ik dat ene procentje miste. De resultaten waren nog best goed, maar ik denk dat ik beter kan,” zegt Wout van Aert. Conclusie eind vorig jaar: het moest anders. Wout won in 2021 de Amstel Gold Race, Gent-Wevelgem en drie etappes in de Tour de France: een bergrit die twee keer over de Mont Ventoux voerde, de tijdrit op de een-na-laatste dag en de afsluitende massasprint in Parijs. Het tekende zijn ongekende veelzijdigheid. Een jaar later? Wout won opnieuw drie etappes in de Tour, reed vier dagen in de gele trui en mocht de groene trui mee naar huis nemen. Ook won hij de prijs voor de meest strijdlustige renner én hij was de luxe meesterknecht van Jonas Vingegaard die de eerste Tourzege voor de ploeg, die toen nog Jumbo-Visma heette, pakte. In 2023 kon hij minder vaak juichen. Hij won de E3 Saxo Classic en werd tweede achter zijn eeuwige rivaal Mathieu van der Poel bij de WK-wegwedstrijd in Glasgow. Tijdens de Tour verrichtte hij opnieuw beulswerk voor Vingegaard, die zijn tweede eindzege pakte. Maar Wout won geen etappe en ging een paar dagen voordat Parijs werd bereikt naar huis om bij zijn hoogzwangere vrouw Sarah te zijn. Op 21 juli verwelkomden zij zoontje Jerome, broertje van Georges. Waar hij dat ene procentje liet liggen vorig jaar? Wout weet het wel. De belangrijkste reden: hij werd ziek nadat het crossseizoen erop zat. “Die ziekte heeft de voorbereiding op het wegseizoen verstoord. Het kostte me te veel energie om mijn topvorm te halen voor de klassiekers. Ik heb eigenlijk te veel ups en downs gekend tijdens het seizoen, mijn niveau is nooit stabiel geweest. Door het veldrijden had ik altijd maar een maand om me voor te bereiden op de voorjaarskoersen. Als alles goed ging, dan lukte het om me in die korte periode naar honderd procent toe te werken. Maar als het niet gaat zoals gepland, dan heb ik meteen een probleem en wordt het lastig om in topvorm te zijn in de maand april. Dat was vorig jaar dus het geval.” Na de evaluatie van 2023 besloot Wout in samenspraak met de ploegleiding dat zijn programma flink op de schop moest. Merijn Zeeman, sportief directeur van Visma-Lease a Bike gaf in Helden al eens aan dat ‘Wout niet alleen maar braaf aan tafel zit te luisteren’ als ze met hem praten. Hij gaat de discussie niet uit de weg, eist het maximale van zichzelf en het team. “Ik ben niet alleen voor mezelf extreem veeleisend, maar waarschijnlijk ook voor mijn omgeving,” zei Wout daar vorig jaar over in Helden. “Ik heb in de ploeg het gevoel dat de vrijheid er is om eigen inbreng te hebben. Marijn en ik hebben daardoor samen de ploeg beter gemaakt. Ik waardeer het enorm dat we op die manier kunnen samenwerken.” Om beter voor de dag te komen in 2024 besloot Wout om als drievoudig wereldkampioen veldrijden het WK in Tábor te laten schieten. Zijn oude liefde, de cross, moest pas op de plaats maken, zodat hij sterker en frisser is in de maand april. “De focus ligt nu meer op de weg. We besloten om heel veel crossen weg te strepen, met als belangrijkste reden om meer mentale vrijheid te krijgen en meer energie aan het begin van het wegseizoen te hebben. Ik heb een paar crossen gereden omdat het goed is om een uur lang all-in te gaan tegen mannen als Mathieu van der Poel en Tom Pidcock, dat nam ik mee naar de weg.” Zijn palmares is indrukwekkend, maar een overwinning in de Ronde van Vlaanderen en Parijs-Roubaix ontbreekt op zijn 29ste nog. Daar moet verandering in komen. En snel, wat Wout betreft. Helden Magazine 71 Het eerste gedeelte van het interview met Wout van Aert is afkomstig uit de tweede uitgave van 2024. De 71ste editie van Helden Magazine is voor het eerst in België te bewonderen! Deze mijlpaal wordt gevierd met twee verschillende sporters op de cover: Estavana Polman in Nederland en Wout van Aert in België. In een openhartig interview deelt Estavana Polman, het gezicht van het Nederlandse handbalteam, haar verhaal over de voorbereidingen op het olympisch kwalificatietoernooi. Daarbij komen ook haar persoonlijke uitdagingen, zoals haar relatie met Rafael van der Vaart, het moederschap en haar blessures ter sprake. In deze editie van Helden wordt er ook veel aandacht besteed aan voetbal. Esmee Brugts, bekroond als Talent van het Jaar, maakte afgelopen zomer een droomtransfer naar FC Barcelona. Experts laten zich daarnaast uit over Jerdy Schouten, de sleutelspeler van PSV, dat op weg is naar het landskampioenschap en het EK met Oranje in Duitsland. We blikken terug op de legendarische wedstrijd tegen Portugal tijdens het WK van 2006 met Khalid Boulahrouz en bezoeken verdediger Bart Nieuwkoop in Rotterdam. Met Manchester City won Kevin De Bruyne alles wat er te winnen valt. Kenners spreken zich uit over onder meer zijn weergaloze traptechniek en fabuleuze inzicht. In ‘De Dag Dat Alles Misging’ kijken Sigi Lens en Edu Nandlal terug op de vliegtuigcrash in Suriname. Ze hebben de verschrikkelijke SLM-ramp overleefd die zich 35 jaar geleden heeft voorgedaan. Verder in de 140 pagina’s tellende editie deelt marathonloopster Anne Luijten haar bewogen jaar met de lezers. Ze liep de olympische limiet, trouwde, maar verloor ook haar trouwste fan: vader Jos. Zwemfenomeen Ian Thorpe blikt terug op zijn legendarische races en vriendschap met Pieter van den Hoogenband. Victoria Koblenko gaat in gesprek met Ranomi Kromowidjojo, drievoudig olympisch kampioen en zeventienvoudig wereldkampioen zwemmen. Kickbokslegende Peter Aerts, een grootheid in Japan, spreekt onder meer over het oprichten van zijn eigen bond LEGEND. Als laatste is de negentienjarige Collin Veijer de hoop van de Nederlandse motorsportfans, maar wie is hij?
Wout van Aert (29) kiest dit jaar voor een andere aanpak. Hij sloeg de WK veldrijden over en zal dit jaar ook de Tour de France laten schieten. Zijn speerpunten dit jaar: de Vlaamse voorjaarsklassiekers, de Giro d’Italia en de Olympische Spelen. We spreken in Helden Magazine 71 de alleskunner van Visma-Lease a Bike in aanloop naar de Ronde van Vlaanderen, Parijs-Roubaix en de Giro. “Ik denk dat ik beter kan.” “In 2023 ben ik niet op mijn best geweest, heb me afgelopen jaar nooit zo gevoeld als in 2022. Ik had steeds het gevoel dat ik dat ene procentje miste. De resultaten waren nog best goed, maar ik denk dat ik beter kan,” zegt Wout van Aert. Conclusie eind vorig jaar: het moest anders. Wout won in 2021 de Amstel Gold Race, Gent-Wevelgem en drie etappes in de Tour de France: een bergrit die twee keer over de Mont Ventoux voerde, de tijdrit op de een-na-laatste dag en de afsluitende massasprint in Parijs. Het tekende zijn ongekende veelzijdigheid. Een jaar later? Wout won opnieuw drie etappes in de Tour, reed vier dagen in de gele trui en mocht de groene trui mee naar huis nemen. Ook won hij de prijs voor de meest strijdlustige renner én hij was de luxe meesterknecht van Jonas Vingegaard die de eerste Tourzege voor de ploeg, die toen nog Jumbo-Visma heette, pakte. In 2023 kon hij minder vaak juichen. Hij won de E3 Saxo Classic en werd tweede achter zijn eeuwige rivaal Mathieu van der Poel bij de WK-wegwedstrijd in Glasgow. Tijdens de Tour verrichtte hij opnieuw beulswerk voor Vingegaard, die zijn tweede eindzege pakte. Maar Wout won geen etappe en ging een paar dagen voordat Parijs werd bereikt naar huis om bij zijn hoogzwangere vrouw Sarah te zijn. Op 21 juli verwelkomden zij zoontje Jerome, broertje van Georges. Waar hij dat ene procentje liet liggen vorig jaar? Wout weet het wel. De belangrijkste reden: hij werd ziek nadat het crossseizoen erop zat. “Die ziekte heeft de voorbereiding op het wegseizoen verstoord. Het kostte me te veel energie om mijn topvorm te halen voor de klassiekers. Ik heb eigenlijk te veel ups en downs gekend tijdens het seizoen, mijn niveau is nooit stabiel geweest. Door het veldrijden had ik altijd maar een maand om me voor te bereiden op de voorjaarskoersen. Als alles goed ging, dan lukte het om me in die korte periode naar honderd procent toe te werken. Maar als het niet gaat zoals gepland, dan heb ik meteen een probleem en wordt het lastig om in topvorm te zijn in de maand april. Dat was vorig jaar dus het geval.” Na de evaluatie van 2023 besloot Wout in samenspraak met de ploegleiding dat zijn programma flink op de schop moest. Merijn Zeeman, sportief directeur van Visma-Lease a Bike gaf in Helden al eens aan dat ‘Wout niet alleen maar braaf aan tafel zit te luisteren’ als ze met hem praten. Hij gaat de discussie niet uit de weg, eist het maximale van zichzelf en het team. “Ik ben niet alleen voor mezelf extreem veeleisend, maar waarschijnlijk ook voor mijn omgeving,” zei Wout daar vorig jaar over in Helden. “Ik heb in de ploeg het gevoel dat de vrijheid er is om eigen inbreng te hebben. Marijn en ik hebben daardoor samen de ploeg beter gemaakt. Ik waardeer het enorm dat we op die manier kunnen samenwerken.” Om beter voor de dag te komen in 2024 besloot Wout om als drievoudig wereldkampioen veldrijden het WK in Tábor te laten schieten. Zijn oude liefde, de cross, moest pas op de plaats maken, zodat hij sterker en frisser is in de maand april. “De focus ligt nu meer op de weg. We besloten om heel veel crossen weg te strepen, met als belangrijkste reden om meer mentale vrijheid te krijgen en meer energie aan het begin van het wegseizoen te hebben. Ik heb een paar crossen gereden omdat het goed is om een uur lang all-in te gaan tegen mannen als Mathieu van der Poel en Tom Pidcock, dat nam ik mee naar de weg.” Zijn palmares is indrukwekkend, maar een overwinning in de Ronde van Vlaanderen en Parijs-Roubaix ontbreekt op zijn 29ste nog. Daar moet verandering in komen. En snel, wat Wout betreft. Helden Magazine 71 Het eerste gedeelte van het interview met Wout van Aert is afkomstig uit de tweede uitgave van 2024. De 71ste editie van Helden Magazine is voor het eerst in België te bewonderen! Deze mijlpaal wordt gevierd met twee verschillende sporters op de cover: Estavana Polman in Nederland en Wout van Aert in België. In een openhartig interview deelt Estavana Polman, het gezicht van het Nederlandse handbalteam, haar verhaal over de voorbereidingen op het olympisch kwalificatietoernooi. Daarbij komen ook haar persoonlijke uitdagingen, zoals haar relatie met Rafael van der Vaart, het moederschap en haar blessures ter sprake. In deze editie van Helden wordt er ook veel aandacht besteed aan voetbal. Esmee Brugts, bekroond als Talent van het Jaar, maakte afgelopen zomer een droomtransfer naar FC Barcelona. Experts laten zich daarnaast uit over Jerdy Schouten, de sleutelspeler van PSV, dat op weg is naar het landskampioenschap en het EK met Oranje in Duitsland. We blikken terug op de legendarische wedstrijd tegen Portugal tijdens het WK van 2006 met Khalid Boulahrouz en bezoeken verdediger Bart Nieuwkoop in Rotterdam. Met Manchester City won Kevin De Bruyne alles wat er te winnen valt. Kenners spreken zich uit over onder meer zijn weergaloze traptechniek en fabuleuze inzicht. In ‘De Dag Dat Alles Misging’ kijken Sigi Lens en Edu Nandlal terug op de vliegtuigcrash in Suriname. Ze hebben de verschrikkelijke SLM-ramp overleefd die zich 35 jaar geleden heeft voorgedaan. Verder in de 140 pagina’s tellende editie deelt marathonloopster Anne Luijten haar bewogen jaar met de lezers. Ze liep de olympische limiet, trouwde, maar verloor ook haar trouwste fan: vader Jos. Zwemfenomeen Ian Thorpe blikt terug op zijn legendarische races en vriendschap met Pieter van den Hoogenband. Victoria Koblenko gaat in gesprek met Ranomi Kromowidjojo, drievoudig olympisch kampioen en zeventienvoudig wereldkampioen zwemmen. Kickbokslegende Peter Aerts, een grootheid in Japan, spreekt onder meer over het oprichten van zijn eigen bond LEGEND. Als laatste is de negentienjarige Collin Veijer de hoop van de Nederlandse motorsportfans, maar wie is hij?

Shorttrack

Xandra en Michelle Velzeboer: ‘Bij ons is dat filter weg’

Xandra en Michelle Velzeboer zijn zusjes, shorttrackers en huisgenoten. De een, Xandra, heeft op haar 22ste al zes wereldtitels en olympisch goud op zak. De ander, Michelle, is twintig en klopt hard op de deur. We leggen hen acht stellingen voor in aanloop naar de WK in Ahoy (15-17 maart), waar ze samen goud hopen te winnen op de relay. Het is dat we allebei aan shorttrack doen, maar verder zijn we tegenpolen Xandra: “We hebben verschillende karakters, maar tegenpolen vind ik een te groot woord.” Michelle: “Ik denk dat jij van jongs af aan wat zelfverzekerder bent dan ik, Xan. En jij bent ook wat overheersender.” Xandra, lachend: “Ik weet niet of dat echt zo is, of dat jij dat gevoel gewoon hebt. Ik zoek jou minder snel op als ik ergens mee zit dan jij mij, deel het dan eerder met mijn vriend Dennis of onze ouders. Terwijl jij juist eerder bij mij aanklopt, Mies. Niet lullig bedoeld, maar ik vraag jou niet zo snel om advies en denk ook dat ik dat minder snel aan zou nemen. Ik ben toch anderhalf jaar ouder en dus de ‘grote’ zus...” Michelle: “Dat snap ik ook, hoor. Ik denk ook niet dat ik jou goed genoeg kan helpen met dingen waar jij tegenaan loopt.” Ben jij ook een beetje de beschermende grote zus voor Michelle? Xandra: “Nou, als Mies zich ergens zorgen om maakt, dan kan ik me er weer zorgen om maken dat zij ergens mee zit. Ik heb dan het gevoel dat ik iets op moet lossen voor haar.” Is jullie band veranderd met de jaren? Michelle: “Niet heel erg. We konden toen we nog thuis bij onze ouders woonden soms wel echt ruzie hebben en dat gebeurt soms nog weleens. Dan kan het er pittig aan toegaan. We beoefenen dezelfde sport, trainen samen, wonen bij elkaar en voorheen volgden we ook nog dezelfde studie. We zagen elkaar dus zo’n beetje dag en nacht, dat kan ook weleens voor irritatie zorgen.” Xandra: “De emmer kan af en toe overlopen en dan komt alles er in één keer uit. Daarna kunnen we weer een tijdje vooruit.” Michelle: “Op het ijs hebben we nooit echt ruzie.” Xandra: “De anderen hebben het in elk geval niet door. Als jij er even niet lekker in zit, dan ga ik niet zeggen: wat vervelend voor je. Nee, dan roep ik juist: kom op, niet zeuren, doorgaan! Dan reageer ik eerder een beetje bozig.” Michelle: “En op zo’n moment denk en zeg ik: jij hebt makkelijk praten, bij jou gaat het altijd goed.” Xandra: “Ik kan tegelijkertijd weleens ergens onzeker over doen en dan zeg jij: ‘Dat slaat echt nergens op dat je daar onzeker over bent. Je rijdt gewoon goed.’” Is er ook weleens sprake van een concurrentiestrijd tussen jullie? Xandra: “Nou, ik ben heel competitief. Vroeger wilde ik echt niet dat Mies ergens beter in was dan ik.” Michelle, lachend: “Dat is tegenwoordig nog niet veel anders, hoor.” Michelle: ‘Ik was alleen maar op één been aan het zwieren, zat ook op ballet. Ik was veel meer een meisje-meisje dan jij, Xan. Jij was van de stoere dingen’ Xandra: “Doordat we anderhalf jaar in leeftijd verschillen, zaten we het ene jaar in dezelfde leeftijdscategorie en het andere jaar niet. In de jaren dat we het tegen elkaar op moesten nemen, zeiden andere ouders geregeld tegen mij: ‘Nou, pas maar op, want je zusje komt eraan. Ze gaat je straks verslaan.’ Vreselijk als mensen dat zeiden. Nu sta ik er anders in. Ik vind het juist heel vet als we samen A-finales rijden, dat hebben we al een paar keer gedaan. Hoe mooi is het dat we samen aan de start staan en allebei wereldkampioen kunnen worden?” Helden Magazine 70 Het eerste gedeelte van het interview met Xandra en Michelle Velzeboer komt voort uit het eerste nummer van 2024. Jutta Leerdam schittert op de cover van de zeventigste editie van Helden. Ze heeft een grote schare fans en volgers. Hoe kijkt ze naar zichzelf? En hoe kijken anderen naar haar. ‘’Echt, schaatsen staat bij mij altijd voorop.’’ In Helden Magazine 70 is er veel aandacht voor de wintersporten. Het jonge Amerikaanse fenomeen Jordan Stolz vragen we naar zijn geheim en de samenwerking met Irene Schouten en Jillert Anema. Shorttracker Jens van ’t Wout ontmoet Victoria Koblenko. Daarnaast is er ook aandacht voor voetbal. Peter Bosz is met PSV hard op weg naar zijn eerste landstitel. De kans is groot dat PSV zijn laatste club is als trainer. Calvin Stengs is helemaal terug, schittert bij Feyenoord en Oranje. We gingen langs bij Calvin, zijn vriendin Beau de Boer – dochter van Frank de Boer – en zoontje Saint. Frits Barend eert Ruud Geels, de vaak verguisde spits die in november overleed en oud-voetballer Michael Mols spreekt over de tumor die in zijn hoofd werd ontdekt. Verder kwam wielrenner Milan Vader in 2022 zwaar ten val, lag in coma en keerde na een lange revalidatie terug aan de top, met dank aan vriendin Ilse Lutke die niet van zijn zijde week. Veldrijdster Fem van Empel is een multitalent, maar het is wel wennen dat iedereen haar vergelijkt met Mathieu van der Poel. Tallon Griekspoor is de beste tennisser van Nederland, we spraken hem samen met zijn broers Kevin en Scott in aanloop naar de ABN AMRO Open. Als laatste stroomt het racen bij duizendpoot Tom Coronel door zijn bloed. “Max Verstappen is beter dan iedereen die ik ooit heb gezien.” Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 70 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van jouw favoriete sporters? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.
Xandra en Michelle Velzeboer zijn zusjes, shorttrackers en huisgenoten. De een, Xandra, heeft op haar 22ste al zes wereldtitels en olympisch goud op zak. De ander, Michelle, is twintig en klopt hard op de deur. We leggen hen acht stellingen voor in aanloop naar de WK in Ahoy (15-17 maart), waar ze samen goud hopen te winnen op de relay. Het is dat we allebei aan shorttrack doen, maar verder zijn we tegenpolen Xandra: “We hebben verschillende karakters, maar tegenpolen vind ik een te groot woord.” Michelle: “Ik denk dat jij van jongs af aan wat zelfverzekerder bent dan ik, Xan. En jij bent ook wat overheersender.” Xandra, lachend: “Ik weet niet of dat echt zo is, of dat jij dat gevoel gewoon hebt. Ik zoek jou minder snel op als ik ergens mee zit dan jij mij, deel het dan eerder met mijn vriend Dennis of onze ouders. Terwijl jij juist eerder bij mij aanklopt, Mies. Niet lullig bedoeld, maar ik vraag jou niet zo snel om advies en denk ook dat ik dat minder snel aan zou nemen. Ik ben toch anderhalf jaar ouder en dus de ‘grote’ zus...” Michelle: “Dat snap ik ook, hoor. Ik denk ook niet dat ik jou goed genoeg kan helpen met dingen waar jij tegenaan loopt.” Ben jij ook een beetje de beschermende grote zus voor Michelle? Xandra: “Nou, als Mies zich ergens zorgen om maakt, dan kan ik me er weer zorgen om maken dat zij ergens mee zit. Ik heb dan het gevoel dat ik iets op moet lossen voor haar.” Is jullie band veranderd met de jaren? Michelle: “Niet heel erg. We konden toen we nog thuis bij onze ouders woonden soms wel echt ruzie hebben en dat gebeurt soms nog weleens. Dan kan het er pittig aan toegaan. We beoefenen dezelfde sport, trainen samen, wonen bij elkaar en voorheen volgden we ook nog dezelfde studie. We zagen elkaar dus zo’n beetje dag en nacht, dat kan ook weleens voor irritatie zorgen.” Xandra: “De emmer kan af en toe overlopen en dan komt alles er in één keer uit. Daarna kunnen we weer een tijdje vooruit.” Michelle: “Op het ijs hebben we nooit echt ruzie.” Xandra: “De anderen hebben het in elk geval niet door. Als jij er even niet lekker in zit, dan ga ik niet zeggen: wat vervelend voor je. Nee, dan roep ik juist: kom op, niet zeuren, doorgaan! Dan reageer ik eerder een beetje bozig.” Michelle: “En op zo’n moment denk en zeg ik: jij hebt makkelijk praten, bij jou gaat het altijd goed.” Xandra: “Ik kan tegelijkertijd weleens ergens onzeker over doen en dan zeg jij: ‘Dat slaat echt nergens op dat je daar onzeker over bent. Je rijdt gewoon goed.’” Is er ook weleens sprake van een concurrentiestrijd tussen jullie? Xandra: “Nou, ik ben heel competitief. Vroeger wilde ik echt niet dat Mies ergens beter in was dan ik.” Michelle, lachend: “Dat is tegenwoordig nog niet veel anders, hoor.” Michelle: ‘Ik was alleen maar op één been aan het zwieren, zat ook op ballet. Ik was veel meer een meisje-meisje dan jij, Xan. Jij was van de stoere dingen’ Xandra: “Doordat we anderhalf jaar in leeftijd verschillen, zaten we het ene jaar in dezelfde leeftijdscategorie en het andere jaar niet. In de jaren dat we het tegen elkaar op moesten nemen, zeiden andere ouders geregeld tegen mij: ‘Nou, pas maar op, want je zusje komt eraan. Ze gaat je straks verslaan.’ Vreselijk als mensen dat zeiden. Nu sta ik er anders in. Ik vind het juist heel vet als we samen A-finales rijden, dat hebben we al een paar keer gedaan. Hoe mooi is het dat we samen aan de start staan en allebei wereldkampioen kunnen worden?” Helden Magazine 70 Het eerste gedeelte van het interview met Xandra en Michelle Velzeboer komt voort uit het eerste nummer van 2024. Jutta Leerdam schittert op de cover van de zeventigste editie van Helden. Ze heeft een grote schare fans en volgers. Hoe kijkt ze naar zichzelf? En hoe kijken anderen naar haar. ‘’Echt, schaatsen staat bij mij altijd voorop.’’ In Helden Magazine 70 is er veel aandacht voor de wintersporten. Het jonge Amerikaanse fenomeen Jordan Stolz vragen we naar zijn geheim en de samenwerking met Irene Schouten en Jillert Anema. Shorttracker Jens van ’t Wout ontmoet Victoria Koblenko. Daarnaast is er ook aandacht voor voetbal. Peter Bosz is met PSV hard op weg naar zijn eerste landstitel. De kans is groot dat PSV zijn laatste club is als trainer. Calvin Stengs is helemaal terug, schittert bij Feyenoord en Oranje. We gingen langs bij Calvin, zijn vriendin Beau de Boer – dochter van Frank de Boer – en zoontje Saint. Frits Barend eert Ruud Geels, de vaak verguisde spits die in november overleed en oud-voetballer Michael Mols spreekt over de tumor die in zijn hoofd werd ontdekt. Verder kwam wielrenner Milan Vader in 2022 zwaar ten val, lag in coma en keerde na een lange revalidatie terug aan de top, met dank aan vriendin Ilse Lutke die niet van zijn zijde week. Veldrijdster Fem van Empel is een multitalent, maar het is wel wennen dat iedereen haar vergelijkt met Mathieu van der Poel. Tallon Griekspoor is de beste tennisser van Nederland, we spraken hem samen met zijn broers Kevin en Scott in aanloop naar de ABN AMRO Open. Als laatste stroomt het racen bij duizendpoot Tom Coronel door zijn bloed. “Max Verstappen is beter dan iedereen die ik ooit heb gezien.” Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 70 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van jouw favoriete sporters? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.

Mountainbiken

Fem van Empel: ‘Liever wat modder’

Fem van Empel (21) werd vorig jaar wereldkampioen veldrijden, maar laat ook van zich horen op de weg en in het mountainbiken. In aanloop naar het WK veldrijden (3 februari) gingen we op bezoek bij het multitalent dat rijdt in dienst van Team Visma-Lease a Bike. “Ik wilde altijd profvoetbalster worden.” “Na een cross zitten we meestal helemaal onder de modder. Ik vind het wel speciaal om na afloop met een zwart gezicht voor de camera te verschijnen, het ziet er toch ook wel stoer uit, toch?” Lachend: “Voor mij geen uitgebreide skincare routine hoor, dan liever wat modder,” zegt Fem van Empel. De pas 21-jarige Fem komt sinds januari vorig jaar uit voor Team Jumbo-Visma, inmiddels Team Visma-Lease a Bike. Ze is explosief en behendig. “Ik heb een goede bouw voor een wielrenster, ben vrij lang. Veel onderdelen van het veldrijden liggen mij: een paar keer van de fiets afspringen, korte looppassages en klimmetjes. Ik heb dan wel geluk met mijn bouw, maar het belangrijkst is training en voeding, hoor.” Fem komt sinds vorig jaar ook uit op de weg, mountainbiken doet ze al langer. De vergelijking met Mathieu van der Poel is snel gemaakt. “Er worden geregeld uitspraken gedaan als: ‘Fem heeft het profiel van die of die renner.’ En daarmee wordt ook op Mathieu van der Poel gedoeld. Maar ik word niet graag vergeleken met een ander, ook niet met Mathieu. Ieder heeft zijn eigen kwaliteiten. Bovendien hou ik niet zo van die aandacht, ik sta liever in de schaduw.” ‘Ik word niet graag vergeleken met een ander, ook niet met Mathieu van der Poel. Ieder heeft zijn eigen kwaliteiten. Bovendien hou ik niet zo van die aandacht’ Het verschil tussen de drie disciplines is groot, zegt Fem. “Ook qua sfeer. Veldrijden voelt als een grote familie, iedere week zie je dezelfde mensen, renners en verzorgers. Op de weg is het meer op het individu gericht. Ik voel er afgunst, de ploegen onderling groeten elkaar ook nauwelijks. Bij de cross is het heel gemoedelijk, iedereen zegt elkaar gedag. En in het mountainbiken is de sfeer zelfs nog relaxter dan in het veldrijden. Ik vind veldrijden het leukst, maar het meest uitdagende is het mountainbiken. Er komt zoveel bij kijken. Bij de verkenning sta ik soms al bovenaan te kijken van: moet ik hier nou naar beneden? Op de weg moet ik nog meer het spelletje, het tactische gedeelte, leren begrijpen. Op de weg wint niet altijd de beste en qua ploegenspel heb ik nog een hoop te leren. Vorig jaar heb ik voor het eerst van het wegwielrennen geproefd. Ik kon me redelijk staande houden bij een klimkoers of tijdens een vlakke etappe. Ik denk dat ik redelijk allround ben.” Helden Magazine 70 Het eerste gedeelte van het interview met Fem van Empel komt voort uit het eerste nummer van 2024. Jutta Leerdam schittert op de cover van de zeventigste editie van Helden. Ze heeft een grote schare fans en volgers. Hoe kijkt ze naar zichzelf? En hoe kijken anderen naar haar. ‘’Echt, schaatsen staat bij mij altijd voorop.’’ In Helden Magazine 70 is er veel aandacht voor de wintersporten. Het jonge Amerikaanse fenomeen Jordan Stolz vragen we naar zijn geheim en de samenwerking met Irene Schouten en Jillert Anema. Shorttrackzusjes Xandra en Michelle Velzeboer veroveren samen de wereld, een dubbelinterview in aanloop naar de WK in Rotterdam. Collega-shorttracker Jens van ’t Wout ontmoet Victoria Koblenko. Daarnaast is er ook aandacht voor voetbal. Peter Bosz is met PSV hard op weg naar zijn eerste landstitel. De kans is groot dat PSV zijn laatste club is als trainer. Calvin Stengs is helemaal terug, schittert bij Feyenoord en Oranje. We gingen langs bij Calvin, zijn vriendin Beau de Boer – dochter van Frank de Boer – en zoontje Saint. Frits Barend eert Ruud Geels, de vaak verguisde spits die in november overleed en oud-voetballer Michael Mols spreekt over de tumor die in zijn hoofd werd ontdekt. Verder kwam wielrenner Milan Vader in 2022 zwaar ten val, lag in coma en keerde na een lange revalidatie terug aan de top, met dank aan vriendin Ilse Lutke die niet van zijn zijde week. Tallon Griekspoor is de beste tennisser van Nederland, we spraken hem samen met zijn broers Kevin en Scott in aanloop naar de ABN AMRO Open. Als laatste stroomt het racen bij duizendpoot Tom Coronel door zijn bloed. “Max Verstappen is beter dan iedereen die ik ooit heb gezien.” Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 70 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van jouw favoriete sporters? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.
Fem van Empel (21) werd vorig jaar wereldkampioen veldrijden, maar laat ook van zich horen op de weg en in het mountainbiken. In aanloop naar het WK veldrijden (3 februari) gingen we op bezoek bij het multitalent dat rijdt in dienst van Team Visma-Lease a Bike. “Ik wilde altijd profvoetbalster worden.” “Na een cross zitten we meestal helemaal onder de modder. Ik vind het wel speciaal om na afloop met een zwart gezicht voor de camera te verschijnen, het ziet er toch ook wel stoer uit, toch?” Lachend: “Voor mij geen uitgebreide skincare routine hoor, dan liever wat modder,” zegt Fem van Empel. De pas 21-jarige Fem komt sinds januari vorig jaar uit voor Team Jumbo-Visma, inmiddels Team Visma-Lease a Bike. Ze is explosief en behendig. “Ik heb een goede bouw voor een wielrenster, ben vrij lang. Veel onderdelen van het veldrijden liggen mij: een paar keer van de fiets afspringen, korte looppassages en klimmetjes. Ik heb dan wel geluk met mijn bouw, maar het belangrijkst is training en voeding, hoor.” Fem komt sinds vorig jaar ook uit op de weg, mountainbiken doet ze al langer. De vergelijking met Mathieu van der Poel is snel gemaakt. “Er worden geregeld uitspraken gedaan als: ‘Fem heeft het profiel van die of die renner.’ En daarmee wordt ook op Mathieu van der Poel gedoeld. Maar ik word niet graag vergeleken met een ander, ook niet met Mathieu. Ieder heeft zijn eigen kwaliteiten. Bovendien hou ik niet zo van die aandacht, ik sta liever in de schaduw.” ‘Ik word niet graag vergeleken met een ander, ook niet met Mathieu van der Poel. Ieder heeft zijn eigen kwaliteiten. Bovendien hou ik niet zo van die aandacht’ Het verschil tussen de drie disciplines is groot, zegt Fem. “Ook qua sfeer. Veldrijden voelt als een grote familie, iedere week zie je dezelfde mensen, renners en verzorgers. Op de weg is het meer op het individu gericht. Ik voel er afgunst, de ploegen onderling groeten elkaar ook nauwelijks. Bij de cross is het heel gemoedelijk, iedereen zegt elkaar gedag. En in het mountainbiken is de sfeer zelfs nog relaxter dan in het veldrijden. Ik vind veldrijden het leukst, maar het meest uitdagende is het mountainbiken. Er komt zoveel bij kijken. Bij de verkenning sta ik soms al bovenaan te kijken van: moet ik hier nou naar beneden? Op de weg moet ik nog meer het spelletje, het tactische gedeelte, leren begrijpen. Op de weg wint niet altijd de beste en qua ploegenspel heb ik nog een hoop te leren. Vorig jaar heb ik voor het eerst van het wegwielrennen geproefd. Ik kon me redelijk staande houden bij een klimkoers of tijdens een vlakke etappe. Ik denk dat ik redelijk allround ben.” Helden Magazine 70 Het eerste gedeelte van het interview met Fem van Empel komt voort uit het eerste nummer van 2024. Jutta Leerdam schittert op de cover van de zeventigste editie van Helden. Ze heeft een grote schare fans en volgers. Hoe kijkt ze naar zichzelf? En hoe kijken anderen naar haar. ‘’Echt, schaatsen staat bij mij altijd voorop.’’ In Helden Magazine 70 is er veel aandacht voor de wintersporten. Het jonge Amerikaanse fenomeen Jordan Stolz vragen we naar zijn geheim en de samenwerking met Irene Schouten en Jillert Anema. Shorttrackzusjes Xandra en Michelle Velzeboer veroveren samen de wereld, een dubbelinterview in aanloop naar de WK in Rotterdam. Collega-shorttracker Jens van ’t Wout ontmoet Victoria Koblenko. Daarnaast is er ook aandacht voor voetbal. Peter Bosz is met PSV hard op weg naar zijn eerste landstitel. De kans is groot dat PSV zijn laatste club is als trainer. Calvin Stengs is helemaal terug, schittert bij Feyenoord en Oranje. We gingen langs bij Calvin, zijn vriendin Beau de Boer – dochter van Frank de Boer – en zoontje Saint. Frits Barend eert Ruud Geels, de vaak verguisde spits die in november overleed en oud-voetballer Michael Mols spreekt over de tumor die in zijn hoofd werd ontdekt. Verder kwam wielrenner Milan Vader in 2022 zwaar ten val, lag in coma en keerde na een lange revalidatie terug aan de top, met dank aan vriendin Ilse Lutke die niet van zijn zijde week. Tallon Griekspoor is de beste tennisser van Nederland, we spraken hem samen met zijn broers Kevin en Scott in aanloop naar de ABN AMRO Open. Als laatste stroomt het racen bij duizendpoot Tom Coronel door zijn bloed. “Max Verstappen is beter dan iedereen die ik ooit heb gezien.” Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 70 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van jouw favoriete sporters? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.

Shorttrack

Jens van’t Wout: ‘Naast schaatsen kan ik helemaal niets’

Jens van ’t Wout (22) is het boegbeeld van een nieuwe generatie mannelijke shorttrackers. Victoria Koblenko trok naar Heerenveen om kennis te maken in aanloop naar de WK shorttrack (15-17 maart) in Rotterdam. “Eigenlijk komt het allemaal op hetzelfde neer: ik moet niet te veel denken, maar gewoon doen.” Een jaar geleden stond je met je broer Melle in Helden. Toen gold je nog een beetje als het grote, opkomende talent. Inmiddels zijn we onder andere drie Europese titels en een wereldtitel verder. Wat was het hoogtepunt van het afgelopen jaar? “Mijn eerste gouden medaille bij de World Cup in Salt Lake City. Ik won de 1500 meter en die overwinning had ik helemaal niet aan zien komen. Het jaar ervoor was ik niet eens in de buurt van een medaille gekomen. Ik won ineens aan het begin van vorig seizoen met een dikke voorsprong. Een dag later won ik ook meteen goud op mijn ‘slechtste’ afstand: de 500 meter.” Heb je al een verklaring voor waarom je ineens wel won? “Ervaring. Ik heb mezelf echt eerst moeten leren kennen om vertrouwen te kunnen halen uit mezelf. Als shorttracker moest ik in heel veel dingen vertrouwen krijgen: dat ik op kop kon rijden, dat ik niet te moe werd of dat ik ingehaald werd aan het einde en dat ik lang genoeg kon wachten voordat ik tot aanvallen overging. Stuk voor stuk zaken die heel grote impact hebben op het ijs. Eigenlijk komt het allemaal op hetzelfde neer: ik moet niet te veel denken, maar gewoon doen. Doen wat m’n lichaam wil doen: gewoon schaatsen.” ‘Gewoon’ schaatsen? Jij haalt er goud mee, dus zo gewoon is het niet. “Wat ik bedoel is dat je op je instinct af moet gaan als shorttracker.” ‘Ik denk dat ik zelfs liever heb dat mijn broer eerste wordt. Als ik zie wat hij er allemaal voor doet... Hij trok mij vroeger al altijd mee’ Veel sporters hoor ik altijd over ‘in een flow komen’. Kun jij mij uitleggen hoe je dat doet? “Ik focus me op het moment. Dat is nu een automatisme geworden, maar voorheen deed ik dat minder. Ik moet niet te veel vooruitdenken. De opdracht is heel simpel: ik moet naar de eerste plek, maar hoe ga ik dat doen? Dat is vaak niet te plannen. Het is een schakel van kleine kettingreacties. Plannen heeft daarom ook niet zoveel zin. Hoe het gaat verlopen? Geen idee. Als je je daaraan kunt overgeven, ben je al een heel eind. Je moet je als shorttracker over kunnen geven aan het nu.” Helden Magazine 70 Het eerste gedeelte van het interview met Jens van 't Wout komt voort uit het eerste nummer van 2024. Jutta Leerdam schittert op de cover van de zeventigste editie van Helden. Ze heeft een grote schare fans en volgers. Hoe kijkt ze naar zichzelf? En hoe kijken anderen naar haar. ‘’Echt, schaatsen staat bij mij altijd voorop.’’ In Helden Magazine 70 is er veel aandacht voor de wintersporten. Het jonge Amerikaanse fenomeen Jordan Stolz vragen we naar zijn geheim en de samenwerking met Irene Schouten en Jillert Anema. Shorttrackzusjes Xandra en Michelle Velzeboer veroveren samen de wereld, een dubbelinterview in aanloop naar de WK in Rotterdam. Daarnaast is er ook aandacht voor voetbal. Peter Bosz is met PSV hard op weg naar zijn eerste landstitel. De kans is groot dat PSV zijn laatste club is als trainer. Calvin Stengs is helemaal terug, schittert bij Feyenoord en Oranje. We gingen langs bij Calvin, zijn vriendin Beau de Boer – dochter van Frank de Boer – en zoontje Saint. Frits Barend eert Ruud Geels, de vaak verguisde spits die in november overleed en oud-voetballer Michael Mols spreekt over de tumor die in zijn hoofd werd ontdekt. Verder kwam wielrenner Milan Vader in 2022 zwaar ten val, lag in coma en keerde na een lange revalidatie terug aan de top, met dank aan vriendin Ilse Lutke die niet van zijn zijde week. Veldrijdster Fem van Empel is een multitalent, maar het is wel wennen dat iedereen haar vergelijkt met Mathieu van der Poel. Tallon Griekspoor is de beste tennisser van Nederland, we spraken hem samen met zijn broers Kevin en Scott in aanloop naar de ABN AMRO Open. Als laatste stroomt het racen bij duizendpoot Tom Coronel door zijn bloed. “Max Verstappen is beter dan iedereen die ik ooit heb gezien.” Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 70 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van jouw favoriete sporters? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.
Jens van ’t Wout (22) is het boegbeeld van een nieuwe generatie mannelijke shorttrackers. Victoria Koblenko trok naar Heerenveen om kennis te maken in aanloop naar de WK shorttrack (15-17 maart) in Rotterdam. “Eigenlijk komt het allemaal op hetzelfde neer: ik moet niet te veel denken, maar gewoon doen.” Een jaar geleden stond je met je broer Melle in Helden. Toen gold je nog een beetje als het grote, opkomende talent. Inmiddels zijn we onder andere drie Europese titels en een wereldtitel verder. Wat was het hoogtepunt van het afgelopen jaar? “Mijn eerste gouden medaille bij de World Cup in Salt Lake City. Ik won de 1500 meter en die overwinning had ik helemaal niet aan zien komen. Het jaar ervoor was ik niet eens in de buurt van een medaille gekomen. Ik won ineens aan het begin van vorig seizoen met een dikke voorsprong. Een dag later won ik ook meteen goud op mijn ‘slechtste’ afstand: de 500 meter.” Heb je al een verklaring voor waarom je ineens wel won? “Ervaring. Ik heb mezelf echt eerst moeten leren kennen om vertrouwen te kunnen halen uit mezelf. Als shorttracker moest ik in heel veel dingen vertrouwen krijgen: dat ik op kop kon rijden, dat ik niet te moe werd of dat ik ingehaald werd aan het einde en dat ik lang genoeg kon wachten voordat ik tot aanvallen overging. Stuk voor stuk zaken die heel grote impact hebben op het ijs. Eigenlijk komt het allemaal op hetzelfde neer: ik moet niet te veel denken, maar gewoon doen. Doen wat m’n lichaam wil doen: gewoon schaatsen.” ‘Gewoon’ schaatsen? Jij haalt er goud mee, dus zo gewoon is het niet. “Wat ik bedoel is dat je op je instinct af moet gaan als shorttracker.” ‘Ik denk dat ik zelfs liever heb dat mijn broer eerste wordt. Als ik zie wat hij er allemaal voor doet... Hij trok mij vroeger al altijd mee’ Veel sporters hoor ik altijd over ‘in een flow komen’. Kun jij mij uitleggen hoe je dat doet? “Ik focus me op het moment. Dat is nu een automatisme geworden, maar voorheen deed ik dat minder. Ik moet niet te veel vooruitdenken. De opdracht is heel simpel: ik moet naar de eerste plek, maar hoe ga ik dat doen? Dat is vaak niet te plannen. Het is een schakel van kleine kettingreacties. Plannen heeft daarom ook niet zoveel zin. Hoe het gaat verlopen? Geen idee. Als je je daaraan kunt overgeven, ben je al een heel eind. Je moet je als shorttracker over kunnen geven aan het nu.” Helden Magazine 70 Het eerste gedeelte van het interview met Jens van 't Wout komt voort uit het eerste nummer van 2024. Jutta Leerdam schittert op de cover van de zeventigste editie van Helden. Ze heeft een grote schare fans en volgers. Hoe kijkt ze naar zichzelf? En hoe kijken anderen naar haar. ‘’Echt, schaatsen staat bij mij altijd voorop.’’ In Helden Magazine 70 is er veel aandacht voor de wintersporten. Het jonge Amerikaanse fenomeen Jordan Stolz vragen we naar zijn geheim en de samenwerking met Irene Schouten en Jillert Anema. Shorttrackzusjes Xandra en Michelle Velzeboer veroveren samen de wereld, een dubbelinterview in aanloop naar de WK in Rotterdam. Daarnaast is er ook aandacht voor voetbal. Peter Bosz is met PSV hard op weg naar zijn eerste landstitel. De kans is groot dat PSV zijn laatste club is als trainer. Calvin Stengs is helemaal terug, schittert bij Feyenoord en Oranje. We gingen langs bij Calvin, zijn vriendin Beau de Boer – dochter van Frank de Boer – en zoontje Saint. Frits Barend eert Ruud Geels, de vaak verguisde spits die in november overleed en oud-voetballer Michael Mols spreekt over de tumor die in zijn hoofd werd ontdekt. Verder kwam wielrenner Milan Vader in 2022 zwaar ten val, lag in coma en keerde na een lange revalidatie terug aan de top, met dank aan vriendin Ilse Lutke die niet van zijn zijde week. Veldrijdster Fem van Empel is een multitalent, maar het is wel wennen dat iedereen haar vergelijkt met Mathieu van der Poel. Tallon Griekspoor is de beste tennisser van Nederland, we spraken hem samen met zijn broers Kevin en Scott in aanloop naar de ABN AMRO Open. Als laatste stroomt het racen bij duizendpoot Tom Coronel door zijn bloed. “Max Verstappen is beter dan iedereen die ik ooit heb gezien.” Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 70 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van jouw favoriete sporters? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.

Baanwielrennen

Jeffrey Hoogland: Kilometer vreter

Jeffrey Hoogland (30) pakte op de Spelen in Parijs goud op de teamsprint. Daarnaast verbeterde hij  vorig jaar in Mexico het wereldrecord op de tijdrit van 1000 meter. Een verhaal over intense pijn, twijfels en een nieuwe goudjacht met de koning van de kilometer. “Na elke kilometer schreeuwt mijn lichaam tegen me: doe dit alsjeblieft nooit meer.” “De pijn die ik voel op de kilometer is niet in woorden uit te drukken. In één minuut sloop je je spieren. Je moet het meemaken om te weten hoe dat voelt. Ik begin vanuit stilstand met een heel zwaar verzet, op zeeniveau vaak 68 tanden voor en 15 achter, versnellingen zitten immers niet op een baanfiets. De eerste ronde gebruik ik om op snelheid te komen, dan denk ik alleen maar: trappen, je moet harder, kom op sneller. De eerste anderhalve ronde is het puur explosief bezig zijn, tot ik een topsnelheid van meer dan 75 kilometer per uur bereik. De tweede ronde gaat nog wel, dan is het zaak dat tempo vast te houden. Maar na vijfhonderd meter begint de verzuring in m’n benen. Bij elke trap meer. In de derde ronde lukt het nog wel om te fietsen, maar daarna kom je op een niveau van fight or flight, dat is een state of mind waarin mensen in paniek kunnen raken. Uit wat voor hout je bent gesneden blijkt in zo’n stresssituatie. De natuurlijke reacties van lichaam en geest zijn: ik moet hier weg, vluchten! Op dat moment komt de oermens in mij naar boven. In die vierde en laatste ronde knalt het melkzuur zo’n beetje uit m’n oren. Wat ik in die laatste ronde doe, voelt niet eens meer als fietsen. Het is eigenlijk meer mee peddelen, want de pure kracht is weggevloeid. Door de pijn heen, verstand op nul, puur op mentaliteit de finish halen. Dat knokken tegen mezelf is ook wat het mooi en uitdagend maakt. Niet op dat moment, hoor, maar wel als je er, zoals ik nu, op terugkijkt en over nadenkt. 'De natuurlijke reacties van lichaam en geest zijn: Ik moet hier weg, vluchten! Op dat moment komt de oermens in mij naar boven. Door die pijn heen' Die laatste meters voelt het bijna alsof ik niet meer op aarde ben, dan wordt het licht in mijn hoofd. In het begin kijk ik altijd langs en over mijn handen heen. Ik wil zien waar ik heen stuur, dan rij ik ook de meest vloeiende lijn. Maar in de laatste ronde zakt mijn bovenlichaam in door de vermoeidheid. Ik moet de energie letterlijk uit mijn kleine teen halen. Zolang je nog spanning op je benen hebt, voel je dus wel de enorme verzuring, maar op een of andere manier associeer ik die dan nog niet met pijn, dat heb ik geblokkeerd. Maar zodra ik de finish gepasseerd ben en de druk gaat van m’n benen af, dan lijkt het of ze zijn ontploft vanbinnen. Zoveel pijn voel ik dan ineens. Toen ik in 2018 in Apeldoorn voor het eerst wereldkampioen werd op de kilometer kon ik niet eens meer lopen. Ik lag meteen op de grond toen ik van m’n fiets kwam, lopen ging niet meer, ik moest echt worden ondersteund naar het middenterrein. Tegenwoordig gaat dat beter. Hoe zwaarder de versnelling is die ik met de jaren ben gaan ronddraaien, des te beter ik de inspanning aankan. De kilometer is een combinatie van uithoudingsvermogen en kracht. Met een zwaarder verzet draait het meer om kracht en raak ik minder snel buiten adem en ben ik na afloop minder gesloopt. Neemt niet weg dat na elke kilometer mijn lichaam tegen me schreeuwt: doe dit alsjeblieft nooit meer. Na een kilometer heb ik nog een week lang last van mijn lijf, benen en longen. De dagen erna heb ik last van, zoals wij het noemen, de ‘kilokuch’. Een heel droge, nare hoest waar je niets aan kunt doen. Dat geeft wel aan hoe erg ik m’n longen heb gesloopt. Na een week rust ben ik vaak weer het mannetje. Ik weet nog dat ik na mijn eerste wereldtitel op de kilometer meteen met mijn vriendin Shanne Braspennincx op wintersport ging. Pas aan het einde van de vakantie kwam ik weer een beetje op adem. Op een of andere manier ben ik elke keer als er iets te halen valt op de kilometer de pijn van de vorige keer weer vergeten. Nou ja, vergeten... Als ik in de startmachine sta, dan ben ik er niet bang voor. Het wordt natuurlijk niks als je op je fiets zit en je denkt: ik ga zoveel pijn hebben, moet ik wel van start? Ik hou van de uitdaging. Het is een minuut lang all out gaan. Daar kun je heel zenuwachtig van worden, maar mij helpen nervositeit en spanning juist om scherper te worden en me goed te voelen.” Kunst “Ik rij helemaal niet graag een kilometer, tenzij er iets te halen valt. Voor mij is het eigenlijk een bijnummer, aangezien deze discipline na de Spelen van 2004 van de olympische agenda verdween. Ik train er ook niet echt voor, vaak gaat een dag voor de WK het stuur voor de kilometer pas op m’n fiets. Lange tijd heb ik ook niet heel erg op de aerodynamica gelet wat betreft mijn houding op de fiets. Het was vaak gewoon: hard van start gaan, daarna op het stuur gaan liggen en dan komt het wel goed. Sinds ik in 2015 bij de EK voor het eerst de kilometer reed, ben ik ongeslagen. Als ik start, win ik goud. Bizar. Ik krijg geregeld de vraag of ik gemaakt ben voor de kilometer. Eigenlijk ben ik gemaakt voor de 500 meter, ik moet alleen nog twee rondjes langer door. Ik heb van jongs af aan, ook door mijn achtergrond als BMX’er, een goede start. Daarnaast heb ik als sprinter veel power. In de teamsprint neem ik altijd de derde ronde voor mijn rekening. Maar ik moet wel zeggen dat een kilometer echt wel zwaarder is dan de teamsprint. Het is een ronde langer en ik moet alles zelf doen. Op de teamsprint zit ik eerst in de slipstream van starter Roy van den Berg en van Harrie Lavreysen, die de tweede ronde voor z’n rekening neemt. Vergeleken bij de kilometer rij ik de eerste twee rondes op de teamsprint redelijk ontspannen, daarna ben ik aan de beurt en moet ik een ronde knallen. Maar goed, die teamsprint helpt natuurlijk wel om een goede kilometer te rijden. Voorheen moesten baanrenners het op de kilometer juist hebben van de laatste twee ronden. Er werd destijds met lichtere verzetten gereden, renners met meer inhoud gingen vaak wel twee seconden langzamer van start. Die achterstand maakten ze op het einde wel goed op de pure sprinters, die dan inkakten. Tegenwoordig is het materiaal veel verder ontwikkeld. De fiets, de aerodynamische pakken en helmen zorgen ervoor dat een sprinter langer zijn snelheid vast kan houden. Daarnaast wordt er op een hoger niveau getraind, lukt het om een zwaarder verzet rond te blijven trappen. De snelheden zijn hoger en worden langer vastgehouden. Daardoor zijn de jongens van de langere adem nu kansloos. Het is: alles aanspannen in dat lijf en gaan. Het is eigenlijk een soort kunst geworden.” Wereldrecord “Nadat ik dit jaar in Glasgow mijn vierde wereldtitel op de kilometer pakte, dacht ik: en nu kunnen we voor het wereldrecord gaan. François Pervis reed op 7 december 2013 in het Mexicaanse Aguascalientes, een baan op 1700 meter boven zeeniveau, een tijd van 56,303. Een bizar snelle tijd, maar ik dacht al een tijdje dat het mogelijk was die tijd te verbeteren, omdat we tien jaar verder zijn, het materiaal beter is en de renners weer sterker en sneller zijn. Ik had wel een voorwaarde voordat ik het record aan zou vallen: ik moest in Glasgow eerst de wereldtitel prolongeren. Ik vond het niet kunnen om het wereldrecord aan te vallen, terwijl ik niet eens de beste van de wereld was. Dat was mijn eer te na. Daardoor kwam er ook extra druk op de kilometer bij de WK. Toen ik op 8 augustus mijn vierde wereldtitel pakte, kon ik de aanval op het wereldrecord aankondigen. Het was een late call. Veel moest nog geregeld worden om op 31 oktober het record aan te kunnen vallen in Aguascalientes. Het begon met het scheppen van de voorwaarden. Mijn management House of Sports en Shanne, die ook heel goed is in het regelen en organiseren, hebben mij daar heel erg bij geholpen. Ik ben heel dankbaar dat mooie partners als AP Support, de Nederlandse Loterij, AGU, Yamaha, Omnisport, HiPRO en de KNWU mij hebben ondersteund, waardoor ik een wedstrijd helemaal voor mij alleen in Mexico kon organiseren. Normaal gesproken hebben Shanne en ik het thuis nooit over fietsen, maar dat was de afgelopen tijd wel anders. In tegenstelling tot voorheen ben ik in aanloop naar de wereldrecordpoging natuurlijk wel heel intensief gaan trainen op de kilometer. Het kilometerstuur zat standaard op mijn fiets. We hebben gekeken naar mijn houding, die kon aerodynamischer. Het was beter om mijn hoofd minder omhoog te houden dan ik gewend was en dus ook minder ver vooruit te kijken. Dat was weer een heel andere houding, was wennen. Daar hebben we eerst op de roller en daarna op de baan heel hard aan gewerkt. Dat het dan lukt, in een tijd van 55,433, 0,896 seconden sneller dan het oude record, is de ultieme bekroning.” Burn-out “De aanval op het wereldrecord was de afgelopen tijd een mooie prikkel. Na de Spelen had ik juist moeite om gemotiveerd te blijven. Tien jaar lang had ik heel intensief voor mijn sport geleefd. Mensen weten nog hoe het was tijdens de lockdown, dat ineens jouw wereldje heel klein werd. Dat is eigenlijk hoe mijn leven al jaren was. Alles stond in het teken van het fietsen, voor andere dingen was amper ruimte. Het is heftig om jarenlang jezelf restricties op te leggen, binnen een vaste structuur te leven en amper tijd voor sociale contacten te hebben. Wij hadden de ambitie om de beste te worden op de teamsprint, gingen nog extremer te werk om ons grote doel te halen. Ik ben juist iemand die van nature op z’n tijd wat afleiding nodig heeft, moet soms m’n hoofd leegmaken. Voor mij betekent dat: af en toe lekker crossen met de motor of afspreken met vrienden. Ik word gek als ik dag in dag uit met maar één ding bezig ben. Tot en met de Spelen in Tokio moest dat allemaal wijken. Mijn leven draaide om fietsen, fietsen en nog eens fietsen. Ons grote doel, goud winnen op de teamsprint, haalden we. Daarnaast pakte ik zilver op de sprint. Ik was in mijn beste vorm ooit in Tokio, was zo trots op wat ik had bereikt, maar merkte ook dat ik op het randje zat van wat tegenwoordig vaak al snel als een burn-out wordt bestempeld. Ik was er na de Spelen even klaar mee om alleen maar met fietsen bezig te zijn, was al heel erg blij met mijn carrière en zag ertegen op om meteen weer aan een nieuwe olympische cyclus te moeten beginnen. En ik moest er niet aan denken meteen weer als een kluizenaar te leven voor m’n sport, vond het ook belangrijk om ‘mens’ te zijn, om er te zijn voor mijn vrienden, die al die jaren begrip toonden voor mijn leven als topsporter. Daar ben ik ze enorm dankbaar voor, maar tegelijkertijd had ik wel vaak het gevoel dat ik iets miste. Het zette me ook aan het denken en al voor de Spelen realiseerde ik me dat het leven uit meer bestaat dan fietsen. Ik had daar ook gesprekken over met mijn vrienden na Tokio. Ik vertelde dat ik het gewoon niet meer leuk vond, dat ik er zo klaar mee was en dat het in aanloop naar de Spelen zo extreem zwaar was geweest. En dat alleen maar om zo’n medaille te halen, zei ik. Ik ging die medailles downgraden, dacht: zijn die het waard om daar zoveel voor op te geven? Mijn vrienden probeerden me op te beuren, zeiden: ‘Je hebt toch iets moois bereikt? Wij hebben ons werk en dat is ook niet altijd zaligmakend.’ Mijn gevoel om het fietsen even op een lager pitje te zetten, werd versterkt door Shanne. Zij was in Tokio olympisch kampioen geworden op de keirin, had een enorm voldaan gevoel, maar stond er na terugkomst net zo in als ik: er is meer in het leven. En natuurlijk is het ook makkelijker om zo te denken als je allebei olympisch goud thuis hebt liggen. Voor Tokio hadden Shanne en ik een huis gekocht in Haarle, vlakbij Nijverdal waar mijn roots liggen, met het plan dat na de Spelen te gaan verbouwen. In eerste instantie dachten we een paar dingen aan te passen, maar het mondde uit in een gigantische verbouwing. Ik deed veel dingen zelf en was dus heel veel tijd kwijt aan ons huis. Ik trainde wel, maar mijn focus lag lange tijd meer op de verbouwing dan op het fietsen. En dan is het volkomen logisch dat ik op de sprint eerder werd uitgeschakeld dan ik gewend was en ik niet het niveau had van voorheen. Eigenlijk vond ik het ook wel prettig om bijna twee seizoenen zonder druk en verwachtingen te fietsen, op een gegeven moment verwachtte voor mijn gevoel niemand meer iets van mij en dat vond ik prima. De verklaring was simpel: ik was niet helemaal goed bezig met mijn sport.” Legacy “Ik had nog de ambitie om naast de teamsprint ook individueel olympisch goud te pakken, maar daarvoor moest eerst het vuurtje in mij weer gaan branden. En dat duurde even. Dit jaar ging ik al wel weer mee in het stramien van wereldbekerwedstrijden rijden, ik sloot weer echt aan bij de jongens. Al moest ik ook nog af en toe thuis zijn voor de finishing touches van de verbouwing. In aanloop naar de WK begon ik ook weer echt hard te trainen. Mijn coach Mehdi Kordi heeft ook een belangrijke rol gespeeld om dat vuurtje weer te laten branden. Hij was het die steeds begon over het wereldrecord op de kilometer. ‘Je hebt een mooie carrière, maar je kunt ook echt een legacy nalaten als je dat record pakt. Jij bent de beste op de kilometer, wil je dat record dan niet?’ Bij dat record dacht ik altijd: dat is een belachelijk snelle tijd. Ik wist natuurlijk ook dat het op hoogte was gerealiseerd en rijden in ijle lucht maakt een groot verschil met sprinten op zeeniveau. Ik dacht dat ik de capaciteiten had om het te kunnen verbeteren, wachtte op een moment dat ik het record aan zou kunnen vallen, maar er waren de afgelopen jaren simpelweg geen wedstrijden meer op grote hoogte. Doordat Mehdi er steeds over begon, dacht ik: misschien moet ik zelf dan maar de omstandigheden creëren om het record aan te vallen. En toen dat in mijn hoofd ging zitten, had ik weer een doel om voor te trainen. De gedachte aan het record heeft mij de afgelopen tijd op de been gehouden als topsporter. Mehdi heeft dat heel slim gedaan. Ik had dat zetje echt nodig. De aanval op dat record zorgde er ook voor dat ik gemotiveerd ben om er alles uit te halen op weg naar de Spelen. Ik wil in Parijs nog één keer de beste Jeffrey laten zien. Als ik dit record niet had gehad om naar toe te leven, was het maar de vraag of die nog tevoorschijn zou komen.” Onrust “Bij de WK in Glasgow haalde ik naast onze wereldtitel op de teamsprint en het goud op de kilometer nog op een andere manier het nieuws. Er werd breed uitgemeten dat er een bom was gelegd onder de succesvolle teamsprint, dat het niet goed zat tussen Harrie en mij door uitspraken die ik deed. Ik heb in Glasgow dingen geroepen uit emotie, waardoor onrust ontstond. Ik had helemaal geen zin om erover te praten, maar heb ik toch uitspraken gedaan, ook omdat ik de sprint nog niet helemaal had verwerkt. Dan zei ik: Harry was voor mij de afgelopen twee jaar geen realistische sparringpartner meer, ik kreeg training na training op mijn flikker en dat motiveert ook niet. En ik riep dat het ieder voor zich was. Uitspraken uit pure emotie. Harrie is de beste van de beste op de sprint. Als ik me dan ook nog een tijd focus op de verbouwing van ons huis, dan is het niet raar dat je op je donder krijgt. Met mijn uitspraken gingen de journalisten daarna natuurlijk naar Harrie en voor we het wisten, bestond in de media het beeld dat er ruzie in de tent was. De volgende ochtend zaten Harrie en ik naast elkaar op het vliegveld en we zeiden tegen elkaar: ‘Wat is ons allemaal overkomen? We hebben toch geen ruzie?’ Nee, dat hadden we niet. ‘Zullen we maar gewoon verder gaan dan?’ Het is goed tussen Harrie en mij. Ik snap ook dat er de afgelopen jaren is ingezoomd op de strijd tussen Harrie en mij. Het is natuurlijk ook een aparte situatie dat we bij grote toernooien eerst teamgenoten zijn op de teamsprint en daarna elkaars grootste concurrenten op de individuele sprint. Het is uniek dat de beste sprinters allebei uit Nederland komen. En ja, in Parijs zal ik het ook weer tegen Harrie op moeten nemen. Hij is de te kloppen man op de sprint. Jarenlang, tot en met de Spelen in Tokio, ontliepen we elkaar heel weinig. Ik probeer niet te veel met hem bezig te zijn, maar voornamelijk te kijken naar mezelf. Hoe kan ik me nog ontwikkelen? Wat kan ik bedenken om hem te verslaan? Met Harrie, maar ook met Roy van den Berg, Matthijs Büchli, Nils van ’t Hoenderdaal, oud-bondscoach René Wolff en alle anderen met wie wij als baansprinters de groei hebben doorgemaakt, heb ik een band voor de rest van m’n leven. Door de manier waarop wij onze sport beleven, door de wijze waarop we dag in dag uit elkaar op een hoger niveau hebben gebracht. Ook buiten het fietsen om is die klik er. Roy heeft na de Spelen een barbecue georganiseerd, we hebben het ook gezellig samen.” Rugklachten Vanaf de WK tot en met de recordpoging is het stuur voor de kilometer niet meer van mijn fiets geweest. Mijn trainingsschema’s waren de afgelopen tijd daardoor anders dan die van de andere sprinters. Vanaf nu gaat het vizier op de Spelen, waar we op de teamsprint uiteraard onze titel willen prolongeren. Roy, Harrie en ik weten precies wat we daarvoor moeten doen. Als wij allemaal ons niveau halen, zijn we in principe onverslaanbaar. Het klinkt misschien arrogant als ik zeg: zet ons met z’n drieën bij elkaar en het kan bijna niet missen. Wat een luxe om dat uit te kunnen spreken. We zullen veel samen gaan trainen en proberen het beste in elkaar naar boven te brengen de komende tijd, zoals we dat voor de Spelen in Tokio ook deden. Het traject zal er wel iets anders uitzien, aangezien ik ook geregeld in Spanje wil trainen, waar Shanne en ik een appartement hebben. Ik vind het fijn om af en toe in een andere omgeving te trainen, dat is ook weer verfrissend. Ik zal me in elk geval heel erg focussen op de juiste dingen doen, fysiek weer zo goed worden als mogelijk. Dan kan ik weer strijden om het goud, met de teamsprint en individueel. Het einde van mijn topsportcarrière komt langzaamaan in zicht. Ik ben dertig, kijk ook wel uit naar een leven zonder de fiets. Om mijn sport op het niveau te doen zoals ik dat al jaren doe, is heel intensief. Ik merk dat ook aan mijn lichaam, heb mezelf zo belast dat ik last krijg van slijtage. Vooral mijn rug is vaak pijnlijk. Met name als ik toewerk naar een piekmoment, waarin ik zoveel van mijn lichaam vraag, gaat alles pijn doen. Topsport is niet gezond. En als je ziet hoe bizar het niveau is toegenomen in het baanwielrennen de afgelopen tien jaar... Ik denk dat we tegen het maximale aanzitten van wat een menselijk lichaam aankan. Als je ziet hoe wij tekeergaan op de sprint. En toch zal de sport ook nadat ik ben gestopt zich weer doorontwikkelen. Ik ben niet bang dat ik na m’n carrière rondloop met chronische rugklachten. Veel van de lichamelijke ongemakken komen ook voort uit het feit dat ik nu simpelweg te veel spieren heb, de spierspanning is zo hoog. Als ik straks mijn lichaam rust kan gunnen, zal die afnemen. Na de Spelen in Tokio heb ik al gemerkt dat ik in het dagelijks leven nergens last van had toen het fietsen op een lager pitje stond. Dat stelde me ook gerust. Of Parijs mijn laatste kunstje wordt, weet ik nu nog niet. Het zal sowieso mijn derde en laatste deelname aan de Spelen zijn. Misschien gun ik me erna eerst weer even rust en bedenk ik dan weer iets. Bij mij weet je het maar nooit als ik ergens een uitdaging in zie.” Trouwen “Ik realiseer me steeds meer dat ik zoveel te danken heb aan mijn sport. Negen wereldtitels, olympisch goud en zilver, het wereldrecord. Allemaal geweldig. Maar ik heb ook mijn vriendin leren kennen dankzij de topsport. Wat nog ontbreekt is een ring om mijn en haar vinger, ja. Dat is nu nog even lastig te plannen, ik ben nog even heel egoïstisch bezig. Trouwen is iets voor in mijn nieuwe leven, haha. Dan heb ik meteen weer een mooi nieuw doel. Helden Magazine 69 Het verhaal van Jeffrey Hoogland komt voort uit het dubbeldikke eindejaarsnummer van Helden. De laatste editie van 2023 staat traditioneel in het teken van een terugblik op het afgelopen sportjaar, waarop Femke Bol de cover siert. De atlete blikt uitgebreid terug op het jaar waarin alles wat ze aanraakte in goud leek te veranderen. Helden ging daarnaast in Engeland op bezoek bij Nathan Aké, die met Manchester City de landstitel, FA Cup en Champions League won. Hij werd samen met zijn echtgenote Kaylee, met wie hij al sinds zijn vijftiende samen is, geïnterviewd en gefotografeerd. Bijzonder was ook het bezoek aan de familie Schippers. Dafne nam afscheid van de atletiek en samen met haar ouders, zus en broer blikte ze terug. In de 69ste editie van Helden komen tal van sporters aan het woord die 2023 kleur gaven. Wout Poels blikt terug op ritzeges in de Tour en Vuelta, maar ook op het verlies van ploeggenoot Gino Mäder. Golden Sisters Bente en Lieke Rogge werden samen wereldkampioen waterpolo. Femke Kok kroonde zich tot de eerste Nederlandse wereldkampioene op de 500 meter en toont zich zoals we haar niet eerder zagen. Karolien en Finn Florijn zijn gezegend met geweldige roeigenen, ze pakten allebei WK-goud; een dubbelinterview. Verder pakten zeilers Bart Lambriex en Floris van de Werken een hattrick aan wereldtitels. Over zeilen gesproken: Marit Bouwmeester keerde terug na de bevalling van haar dochter in 2022 en werd meteen weer Europees kampioen. Feyenoord werd ook kampioen en Lutsharel Geertruida had daar een belangrijk aandeel in. Hij doet zijn verhaal. Joey Veerman won in 2023 de KNVB-beker en werd vader. Een gesprek met de uitgesproken voetballer over wie veel mensen een mening hebben. Ook een verhaal over Lionel Messi en de club waar hij afgelopen zomer heen verhuisde, het Inter Miami van David Beckham. Een portret van Carlos Alcaraz, de nieuwe posterboy van het tennis. En als laatste was het voor schaatscoach Kosta Poltavets en voetbaltrainer Anoush Dastgir juist een zwaar jaar, door de situatie in hun geboortelanden Oekraïne en Afghanistan. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 69 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.
Jeffrey Hoogland (30) pakte op de Spelen in Parijs goud op de teamsprint. Daarnaast verbeterde hij  vorig jaar in Mexico het wereldrecord op de tijdrit van 1000 meter. Een verhaal over intense pijn, twijfels en een nieuwe goudjacht met de koning van de kilometer. “Na elke kilometer schreeuwt mijn lichaam tegen me: doe dit alsjeblieft nooit meer.” “De pijn die ik voel op de kilometer is niet in woorden uit te drukken. In één minuut sloop je je spieren. Je moet het meemaken om te weten hoe dat voelt. Ik begin vanuit stilstand met een heel zwaar verzet, op zeeniveau vaak 68 tanden voor en 15 achter, versnellingen zitten immers niet op een baanfiets. De eerste ronde gebruik ik om op snelheid te komen, dan denk ik alleen maar: trappen, je moet harder, kom op sneller. De eerste anderhalve ronde is het puur explosief bezig zijn, tot ik een topsnelheid van meer dan 75 kilometer per uur bereik. De tweede ronde gaat nog wel, dan is het zaak dat tempo vast te houden. Maar na vijfhonderd meter begint de verzuring in m’n benen. Bij elke trap meer. In de derde ronde lukt het nog wel om te fietsen, maar daarna kom je op een niveau van fight or flight, dat is een state of mind waarin mensen in paniek kunnen raken. Uit wat voor hout je bent gesneden blijkt in zo’n stresssituatie. De natuurlijke reacties van lichaam en geest zijn: ik moet hier weg, vluchten! Op dat moment komt de oermens in mij naar boven. In die vierde en laatste ronde knalt het melkzuur zo’n beetje uit m’n oren. Wat ik in die laatste ronde doe, voelt niet eens meer als fietsen. Het is eigenlijk meer mee peddelen, want de pure kracht is weggevloeid. Door de pijn heen, verstand op nul, puur op mentaliteit de finish halen. Dat knokken tegen mezelf is ook wat het mooi en uitdagend maakt. Niet op dat moment, hoor, maar wel als je er, zoals ik nu, op terugkijkt en over nadenkt. 'De natuurlijke reacties van lichaam en geest zijn: Ik moet hier weg, vluchten! Op dat moment komt de oermens in mij naar boven. Door die pijn heen' Die laatste meters voelt het bijna alsof ik niet meer op aarde ben, dan wordt het licht in mijn hoofd. In het begin kijk ik altijd langs en over mijn handen heen. Ik wil zien waar ik heen stuur, dan rij ik ook de meest vloeiende lijn. Maar in de laatste ronde zakt mijn bovenlichaam in door de vermoeidheid. Ik moet de energie letterlijk uit mijn kleine teen halen. Zolang je nog spanning op je benen hebt, voel je dus wel de enorme verzuring, maar op een of andere manier associeer ik die dan nog niet met pijn, dat heb ik geblokkeerd. Maar zodra ik de finish gepasseerd ben en de druk gaat van m’n benen af, dan lijkt het of ze zijn ontploft vanbinnen. Zoveel pijn voel ik dan ineens. Toen ik in 2018 in Apeldoorn voor het eerst wereldkampioen werd op de kilometer kon ik niet eens meer lopen. Ik lag meteen op de grond toen ik van m’n fiets kwam, lopen ging niet meer, ik moest echt worden ondersteund naar het middenterrein. Tegenwoordig gaat dat beter. Hoe zwaarder de versnelling is die ik met de jaren ben gaan ronddraaien, des te beter ik de inspanning aankan. De kilometer is een combinatie van uithoudingsvermogen en kracht. Met een zwaarder verzet draait het meer om kracht en raak ik minder snel buiten adem en ben ik na afloop minder gesloopt. Neemt niet weg dat na elke kilometer mijn lichaam tegen me schreeuwt: doe dit alsjeblieft nooit meer. Na een kilometer heb ik nog een week lang last van mijn lijf, benen en longen. De dagen erna heb ik last van, zoals wij het noemen, de ‘kilokuch’. Een heel droge, nare hoest waar je niets aan kunt doen. Dat geeft wel aan hoe erg ik m’n longen heb gesloopt. Na een week rust ben ik vaak weer het mannetje. Ik weet nog dat ik na mijn eerste wereldtitel op de kilometer meteen met mijn vriendin Shanne Braspennincx op wintersport ging. Pas aan het einde van de vakantie kwam ik weer een beetje op adem. Op een of andere manier ben ik elke keer als er iets te halen valt op de kilometer de pijn van de vorige keer weer vergeten. Nou ja, vergeten... Als ik in de startmachine sta, dan ben ik er niet bang voor. Het wordt natuurlijk niks als je op je fiets zit en je denkt: ik ga zoveel pijn hebben, moet ik wel van start? Ik hou van de uitdaging. Het is een minuut lang all out gaan. Daar kun je heel zenuwachtig van worden, maar mij helpen nervositeit en spanning juist om scherper te worden en me goed te voelen.” Kunst “Ik rij helemaal niet graag een kilometer, tenzij er iets te halen valt. Voor mij is het eigenlijk een bijnummer, aangezien deze discipline na de Spelen van 2004 van de olympische agenda verdween. Ik train er ook niet echt voor, vaak gaat een dag voor de WK het stuur voor de kilometer pas op m’n fiets. Lange tijd heb ik ook niet heel erg op de aerodynamica gelet wat betreft mijn houding op de fiets. Het was vaak gewoon: hard van start gaan, daarna op het stuur gaan liggen en dan komt het wel goed. Sinds ik in 2015 bij de EK voor het eerst de kilometer reed, ben ik ongeslagen. Als ik start, win ik goud. Bizar. Ik krijg geregeld de vraag of ik gemaakt ben voor de kilometer. Eigenlijk ben ik gemaakt voor de 500 meter, ik moet alleen nog twee rondjes langer door. Ik heb van jongs af aan, ook door mijn achtergrond als BMX’er, een goede start. Daarnaast heb ik als sprinter veel power. In de teamsprint neem ik altijd de derde ronde voor mijn rekening. Maar ik moet wel zeggen dat een kilometer echt wel zwaarder is dan de teamsprint. Het is een ronde langer en ik moet alles zelf doen. Op de teamsprint zit ik eerst in de slipstream van starter Roy van den Berg en van Harrie Lavreysen, die de tweede ronde voor z’n rekening neemt. Vergeleken bij de kilometer rij ik de eerste twee rondes op de teamsprint redelijk ontspannen, daarna ben ik aan de beurt en moet ik een ronde knallen. Maar goed, die teamsprint helpt natuurlijk wel om een goede kilometer te rijden. Voorheen moesten baanrenners het op de kilometer juist hebben van de laatste twee ronden. Er werd destijds met lichtere verzetten gereden, renners met meer inhoud gingen vaak wel twee seconden langzamer van start. Die achterstand maakten ze op het einde wel goed op de pure sprinters, die dan inkakten. Tegenwoordig is het materiaal veel verder ontwikkeld. De fiets, de aerodynamische pakken en helmen zorgen ervoor dat een sprinter langer zijn snelheid vast kan houden. Daarnaast wordt er op een hoger niveau getraind, lukt het om een zwaarder verzet rond te blijven trappen. De snelheden zijn hoger en worden langer vastgehouden. Daardoor zijn de jongens van de langere adem nu kansloos. Het is: alles aanspannen in dat lijf en gaan. Het is eigenlijk een soort kunst geworden.” Wereldrecord “Nadat ik dit jaar in Glasgow mijn vierde wereldtitel op de kilometer pakte, dacht ik: en nu kunnen we voor het wereldrecord gaan. François Pervis reed op 7 december 2013 in het Mexicaanse Aguascalientes, een baan op 1700 meter boven zeeniveau, een tijd van 56,303. Een bizar snelle tijd, maar ik dacht al een tijdje dat het mogelijk was die tijd te verbeteren, omdat we tien jaar verder zijn, het materiaal beter is en de renners weer sterker en sneller zijn. Ik had wel een voorwaarde voordat ik het record aan zou vallen: ik moest in Glasgow eerst de wereldtitel prolongeren. Ik vond het niet kunnen om het wereldrecord aan te vallen, terwijl ik niet eens de beste van de wereld was. Dat was mijn eer te na. Daardoor kwam er ook extra druk op de kilometer bij de WK. Toen ik op 8 augustus mijn vierde wereldtitel pakte, kon ik de aanval op het wereldrecord aankondigen. Het was een late call. Veel moest nog geregeld worden om op 31 oktober het record aan te kunnen vallen in Aguascalientes. Het begon met het scheppen van de voorwaarden. Mijn management House of Sports en Shanne, die ook heel goed is in het regelen en organiseren, hebben mij daar heel erg bij geholpen. Ik ben heel dankbaar dat mooie partners als AP Support, de Nederlandse Loterij, AGU, Yamaha, Omnisport, HiPRO en de KNWU mij hebben ondersteund, waardoor ik een wedstrijd helemaal voor mij alleen in Mexico kon organiseren. Normaal gesproken hebben Shanne en ik het thuis nooit over fietsen, maar dat was de afgelopen tijd wel anders. In tegenstelling tot voorheen ben ik in aanloop naar de wereldrecordpoging natuurlijk wel heel intensief gaan trainen op de kilometer. Het kilometerstuur zat standaard op mijn fiets. We hebben gekeken naar mijn houding, die kon aerodynamischer. Het was beter om mijn hoofd minder omhoog te houden dan ik gewend was en dus ook minder ver vooruit te kijken. Dat was weer een heel andere houding, was wennen. Daar hebben we eerst op de roller en daarna op de baan heel hard aan gewerkt. Dat het dan lukt, in een tijd van 55,433, 0,896 seconden sneller dan het oude record, is de ultieme bekroning.” Burn-out “De aanval op het wereldrecord was de afgelopen tijd een mooie prikkel. Na de Spelen had ik juist moeite om gemotiveerd te blijven. Tien jaar lang had ik heel intensief voor mijn sport geleefd. Mensen weten nog hoe het was tijdens de lockdown, dat ineens jouw wereldje heel klein werd. Dat is eigenlijk hoe mijn leven al jaren was. Alles stond in het teken van het fietsen, voor andere dingen was amper ruimte. Het is heftig om jarenlang jezelf restricties op te leggen, binnen een vaste structuur te leven en amper tijd voor sociale contacten te hebben. Wij hadden de ambitie om de beste te worden op de teamsprint, gingen nog extremer te werk om ons grote doel te halen. Ik ben juist iemand die van nature op z’n tijd wat afleiding nodig heeft, moet soms m’n hoofd leegmaken. Voor mij betekent dat: af en toe lekker crossen met de motor of afspreken met vrienden. Ik word gek als ik dag in dag uit met maar één ding bezig ben. Tot en met de Spelen in Tokio moest dat allemaal wijken. Mijn leven draaide om fietsen, fietsen en nog eens fietsen. Ons grote doel, goud winnen op de teamsprint, haalden we. Daarnaast pakte ik zilver op de sprint. Ik was in mijn beste vorm ooit in Tokio, was zo trots op wat ik had bereikt, maar merkte ook dat ik op het randje zat van wat tegenwoordig vaak al snel als een burn-out wordt bestempeld. Ik was er na de Spelen even klaar mee om alleen maar met fietsen bezig te zijn, was al heel erg blij met mijn carrière en zag ertegen op om meteen weer aan een nieuwe olympische cyclus te moeten beginnen. En ik moest er niet aan denken meteen weer als een kluizenaar te leven voor m’n sport, vond het ook belangrijk om ‘mens’ te zijn, om er te zijn voor mijn vrienden, die al die jaren begrip toonden voor mijn leven als topsporter. Daar ben ik ze enorm dankbaar voor, maar tegelijkertijd had ik wel vaak het gevoel dat ik iets miste. Het zette me ook aan het denken en al voor de Spelen realiseerde ik me dat het leven uit meer bestaat dan fietsen. Ik had daar ook gesprekken over met mijn vrienden na Tokio. Ik vertelde dat ik het gewoon niet meer leuk vond, dat ik er zo klaar mee was en dat het in aanloop naar de Spelen zo extreem zwaar was geweest. En dat alleen maar om zo’n medaille te halen, zei ik. Ik ging die medailles downgraden, dacht: zijn die het waard om daar zoveel voor op te geven? Mijn vrienden probeerden me op te beuren, zeiden: ‘Je hebt toch iets moois bereikt? Wij hebben ons werk en dat is ook niet altijd zaligmakend.’ Mijn gevoel om het fietsen even op een lager pitje te zetten, werd versterkt door Shanne. Zij was in Tokio olympisch kampioen geworden op de keirin, had een enorm voldaan gevoel, maar stond er na terugkomst net zo in als ik: er is meer in het leven. En natuurlijk is het ook makkelijker om zo te denken als je allebei olympisch goud thuis hebt liggen. Voor Tokio hadden Shanne en ik een huis gekocht in Haarle, vlakbij Nijverdal waar mijn roots liggen, met het plan dat na de Spelen te gaan verbouwen. In eerste instantie dachten we een paar dingen aan te passen, maar het mondde uit in een gigantische verbouwing. Ik deed veel dingen zelf en was dus heel veel tijd kwijt aan ons huis. Ik trainde wel, maar mijn focus lag lange tijd meer op de verbouwing dan op het fietsen. En dan is het volkomen logisch dat ik op de sprint eerder werd uitgeschakeld dan ik gewend was en ik niet het niveau had van voorheen. Eigenlijk vond ik het ook wel prettig om bijna twee seizoenen zonder druk en verwachtingen te fietsen, op een gegeven moment verwachtte voor mijn gevoel niemand meer iets van mij en dat vond ik prima. De verklaring was simpel: ik was niet helemaal goed bezig met mijn sport.” Legacy “Ik had nog de ambitie om naast de teamsprint ook individueel olympisch goud te pakken, maar daarvoor moest eerst het vuurtje in mij weer gaan branden. En dat duurde even. Dit jaar ging ik al wel weer mee in het stramien van wereldbekerwedstrijden rijden, ik sloot weer echt aan bij de jongens. Al moest ik ook nog af en toe thuis zijn voor de finishing touches van de verbouwing. In aanloop naar de WK begon ik ook weer echt hard te trainen. Mijn coach Mehdi Kordi heeft ook een belangrijke rol gespeeld om dat vuurtje weer te laten branden. Hij was het die steeds begon over het wereldrecord op de kilometer. ‘Je hebt een mooie carrière, maar je kunt ook echt een legacy nalaten als je dat record pakt. Jij bent de beste op de kilometer, wil je dat record dan niet?’ Bij dat record dacht ik altijd: dat is een belachelijk snelle tijd. Ik wist natuurlijk ook dat het op hoogte was gerealiseerd en rijden in ijle lucht maakt een groot verschil met sprinten op zeeniveau. Ik dacht dat ik de capaciteiten had om het te kunnen verbeteren, wachtte op een moment dat ik het record aan zou kunnen vallen, maar er waren de afgelopen jaren simpelweg geen wedstrijden meer op grote hoogte. Doordat Mehdi er steeds over begon, dacht ik: misschien moet ik zelf dan maar de omstandigheden creëren om het record aan te vallen. En toen dat in mijn hoofd ging zitten, had ik weer een doel om voor te trainen. De gedachte aan het record heeft mij de afgelopen tijd op de been gehouden als topsporter. Mehdi heeft dat heel slim gedaan. Ik had dat zetje echt nodig. De aanval op dat record zorgde er ook voor dat ik gemotiveerd ben om er alles uit te halen op weg naar de Spelen. Ik wil in Parijs nog één keer de beste Jeffrey laten zien. Als ik dit record niet had gehad om naar toe te leven, was het maar de vraag of die nog tevoorschijn zou komen.” Onrust “Bij de WK in Glasgow haalde ik naast onze wereldtitel op de teamsprint en het goud op de kilometer nog op een andere manier het nieuws. Er werd breed uitgemeten dat er een bom was gelegd onder de succesvolle teamsprint, dat het niet goed zat tussen Harrie en mij door uitspraken die ik deed. Ik heb in Glasgow dingen geroepen uit emotie, waardoor onrust ontstond. Ik had helemaal geen zin om erover te praten, maar heb ik toch uitspraken gedaan, ook omdat ik de sprint nog niet helemaal had verwerkt. Dan zei ik: Harry was voor mij de afgelopen twee jaar geen realistische sparringpartner meer, ik kreeg training na training op mijn flikker en dat motiveert ook niet. En ik riep dat het ieder voor zich was. Uitspraken uit pure emotie. Harrie is de beste van de beste op de sprint. Als ik me dan ook nog een tijd focus op de verbouwing van ons huis, dan is het niet raar dat je op je donder krijgt. Met mijn uitspraken gingen de journalisten daarna natuurlijk naar Harrie en voor we het wisten, bestond in de media het beeld dat er ruzie in de tent was. De volgende ochtend zaten Harrie en ik naast elkaar op het vliegveld en we zeiden tegen elkaar: ‘Wat is ons allemaal overkomen? We hebben toch geen ruzie?’ Nee, dat hadden we niet. ‘Zullen we maar gewoon verder gaan dan?’ Het is goed tussen Harrie en mij. Ik snap ook dat er de afgelopen jaren is ingezoomd op de strijd tussen Harrie en mij. Het is natuurlijk ook een aparte situatie dat we bij grote toernooien eerst teamgenoten zijn op de teamsprint en daarna elkaars grootste concurrenten op de individuele sprint. Het is uniek dat de beste sprinters allebei uit Nederland komen. En ja, in Parijs zal ik het ook weer tegen Harrie op moeten nemen. Hij is de te kloppen man op de sprint. Jarenlang, tot en met de Spelen in Tokio, ontliepen we elkaar heel weinig. Ik probeer niet te veel met hem bezig te zijn, maar voornamelijk te kijken naar mezelf. Hoe kan ik me nog ontwikkelen? Wat kan ik bedenken om hem te verslaan? Met Harrie, maar ook met Roy van den Berg, Matthijs Büchli, Nils van ’t Hoenderdaal, oud-bondscoach René Wolff en alle anderen met wie wij als baansprinters de groei hebben doorgemaakt, heb ik een band voor de rest van m’n leven. Door de manier waarop wij onze sport beleven, door de wijze waarop we dag in dag uit elkaar op een hoger niveau hebben gebracht. Ook buiten het fietsen om is die klik er. Roy heeft na de Spelen een barbecue georganiseerd, we hebben het ook gezellig samen.” Rugklachten Vanaf de WK tot en met de recordpoging is het stuur voor de kilometer niet meer van mijn fiets geweest. Mijn trainingsschema’s waren de afgelopen tijd daardoor anders dan die van de andere sprinters. Vanaf nu gaat het vizier op de Spelen, waar we op de teamsprint uiteraard onze titel willen prolongeren. Roy, Harrie en ik weten precies wat we daarvoor moeten doen. Als wij allemaal ons niveau halen, zijn we in principe onverslaanbaar. Het klinkt misschien arrogant als ik zeg: zet ons met z’n drieën bij elkaar en het kan bijna niet missen. Wat een luxe om dat uit te kunnen spreken. We zullen veel samen gaan trainen en proberen het beste in elkaar naar boven te brengen de komende tijd, zoals we dat voor de Spelen in Tokio ook deden. Het traject zal er wel iets anders uitzien, aangezien ik ook geregeld in Spanje wil trainen, waar Shanne en ik een appartement hebben. Ik vind het fijn om af en toe in een andere omgeving te trainen, dat is ook weer verfrissend. Ik zal me in elk geval heel erg focussen op de juiste dingen doen, fysiek weer zo goed worden als mogelijk. Dan kan ik weer strijden om het goud, met de teamsprint en individueel. Het einde van mijn topsportcarrière komt langzaamaan in zicht. Ik ben dertig, kijk ook wel uit naar een leven zonder de fiets. Om mijn sport op het niveau te doen zoals ik dat al jaren doe, is heel intensief. Ik merk dat ook aan mijn lichaam, heb mezelf zo belast dat ik last krijg van slijtage. Vooral mijn rug is vaak pijnlijk. Met name als ik toewerk naar een piekmoment, waarin ik zoveel van mijn lichaam vraag, gaat alles pijn doen. Topsport is niet gezond. En als je ziet hoe bizar het niveau is toegenomen in het baanwielrennen de afgelopen tien jaar... Ik denk dat we tegen het maximale aanzitten van wat een menselijk lichaam aankan. Als je ziet hoe wij tekeergaan op de sprint. En toch zal de sport ook nadat ik ben gestopt zich weer doorontwikkelen. Ik ben niet bang dat ik na m’n carrière rondloop met chronische rugklachten. Veel van de lichamelijke ongemakken komen ook voort uit het feit dat ik nu simpelweg te veel spieren heb, de spierspanning is zo hoog. Als ik straks mijn lichaam rust kan gunnen, zal die afnemen. Na de Spelen in Tokio heb ik al gemerkt dat ik in het dagelijks leven nergens last van had toen het fietsen op een lager pitje stond. Dat stelde me ook gerust. Of Parijs mijn laatste kunstje wordt, weet ik nu nog niet. Het zal sowieso mijn derde en laatste deelname aan de Spelen zijn. Misschien gun ik me erna eerst weer even rust en bedenk ik dan weer iets. Bij mij weet je het maar nooit als ik ergens een uitdaging in zie.” Trouwen “Ik realiseer me steeds meer dat ik zoveel te danken heb aan mijn sport. Negen wereldtitels, olympisch goud en zilver, het wereldrecord. Allemaal geweldig. Maar ik heb ook mijn vriendin leren kennen dankzij de topsport. Wat nog ontbreekt is een ring om mijn en haar vinger, ja. Dat is nu nog even lastig te plannen, ik ben nog even heel egoïstisch bezig. Trouwen is iets voor in mijn nieuwe leven, haha. Dan heb ik meteen weer een mooi nieuw doel. Helden Magazine 69 Het verhaal van Jeffrey Hoogland komt voort uit het dubbeldikke eindejaarsnummer van Helden. De laatste editie van 2023 staat traditioneel in het teken van een terugblik op het afgelopen sportjaar, waarop Femke Bol de cover siert. De atlete blikt uitgebreid terug op het jaar waarin alles wat ze aanraakte in goud leek te veranderen. Helden ging daarnaast in Engeland op bezoek bij Nathan Aké, die met Manchester City de landstitel, FA Cup en Champions League won. Hij werd samen met zijn echtgenote Kaylee, met wie hij al sinds zijn vijftiende samen is, geïnterviewd en gefotografeerd. Bijzonder was ook het bezoek aan de familie Schippers. Dafne nam afscheid van de atletiek en samen met haar ouders, zus en broer blikte ze terug. In de 69ste editie van Helden komen tal van sporters aan het woord die 2023 kleur gaven. Wout Poels blikt terug op ritzeges in de Tour en Vuelta, maar ook op het verlies van ploeggenoot Gino Mäder. Golden Sisters Bente en Lieke Rogge werden samen wereldkampioen waterpolo. Femke Kok kroonde zich tot de eerste Nederlandse wereldkampioene op de 500 meter en toont zich zoals we haar niet eerder zagen. Karolien en Finn Florijn zijn gezegend met geweldige roeigenen, ze pakten allebei WK-goud; een dubbelinterview. Verder pakten zeilers Bart Lambriex en Floris van de Werken een hattrick aan wereldtitels. Over zeilen gesproken: Marit Bouwmeester keerde terug na de bevalling van haar dochter in 2022 en werd meteen weer Europees kampioen. Feyenoord werd ook kampioen en Lutsharel Geertruida had daar een belangrijk aandeel in. Hij doet zijn verhaal. Joey Veerman won in 2023 de KNVB-beker en werd vader. Een gesprek met de uitgesproken voetballer over wie veel mensen een mening hebben. Ook een verhaal over Lionel Messi en de club waar hij afgelopen zomer heen verhuisde, het Inter Miami van David Beckham. Een portret van Carlos Alcaraz, de nieuwe posterboy van het tennis. En als laatste was het voor schaatscoach Kosta Poltavets en voetbaltrainer Anoush Dastgir juist een zwaar jaar, door de situatie in hun geboortelanden Oekraïne en Afghanistan. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 69 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.

Zeilen

Marit Bouwmeester: Mama Marit op medaille jacht

Marit Bouwmeester (35) is de succesvolste Nederlandse zeilster ooit. Ze won olympisch goud, zilver en brons, werd vier keer wereldkampioen en vijf keer Europees kampioen. Haar laatste Europese titel veroverde ze niet lang nadat ze moeder was geworden van dochter Jessie Mae. Victoria Koblenko ging op bezoek. Jij komt uit een gezin van vijf. Werd sport als hoofdgerecht opgediend in jullie gezin? “Mijn ouders waren geen fanatieke zeilers, maar wel sportfanaten. We komen uit Friesland, deden van alles; mijn broer, zus en ik. Korfballen bijvoorbeeld.” Jullie gingen alle drie ook zeilen. Hoe is zeilen in het gezin geïntroduceerd? “Opa deed mee aan de Sneekweek en mijn broer Roelof riep: ‘Dat wil ik ook!’ Mijn ouders hebben het begrip positief stimuleren uitgevonden, dus niets was te gek voor hen. We gingen naar de lokale zeilschool. Eerst mijn broer, daarna ik en later mijn zus. Onze ouders werden vrijwilliger bij de zeilschool en niet veel later hadden we ook een boot. Ik heb me pas veel later gerealiseerd dat het voor onze ouders financieel soms best een uidaging was. Ga maar na: drie kinderen die zeilen, af en toe buitenlandse reizen erbij.” Je was zes toen je begon en kwam op je twaalfde al in de nationale jeugdselectie terecht. “Ik was het enige meisje en kwam niet uit het westen, maar uit Friesland. Ik kwam er ook als laatste bij. Het was spannend, maar daardoor heb ik toen al leren vechten. Er waren betere zeilsters, dat stimuleerde me enorm.” Je promoveerde van Jong Oranje naar de echte kernploeg. “Ik was nooit de beste, het was bij mij in die tijd eigenlijk altijd ‘net niet’. Terugkijkend was dat mijn geluk. Ik moest er namelijk heel hard voor werken. Iedereen die meer talent had en van wie werd verwacht dat hij of zij het zou maken, heeft het niet gered. Ik haalde het door mijn doorzettingsvermogen. Mijn broer en zus zijn ook van die alleskunners. Ik oefende dag en nacht om te kunnen opboksen tegen mensen die veel dingen met twee vingers in de neus kunnen. Maar goed, met heel hard je best doen, kun je een eind komen, heb ik wel bewezen.” Voor het zeilen moest je al op jonge leeftijd de wereld over. Hoe vonden je ouders dat? “Ik ben in een heel veilige omgeving opgegroeid, maar moest op mijn dertiende al in mijn eentje op reis voor wedstrijden in Amerika en Dubai. Best avontuurlijk. Zeker als je bedenkt dat het nog niet de tijd was dat je met een smartphone iedereen op de hoogte kon houden. Ik had een belkaart en als ik een aansluitende vlucht miste in Amerika kwamen m’n ouders er vaak 24 uur later achter waar ik zat en waarom. Mijn ouders hadden vertrouwen in me, lieten me vrij, daardoor leerde ik snel volwassen beslissingen nemen.” Grensverleggend Je eerste coach, Mark Littlejohn, zei: ‘Er is geen tijd om lang te doen over volwassen worden. Je moet snel rationeel met situaties omgaan. Als een robot. Maakt niet uit of je blij bent of verdrietig, je moet doen wat je moet doen.’ Kon je met die aanpak meteen uit de voeten? “Ik was zestien, ben op een Engelsman afgestapt die goud had gewonnen en vroeg: hoe word ik olympisch kampioen? Dat was Mark. Hij omarmde mijn drive. We gingen intensief samenwerken. Hij huurde ex-olympisch kampioenen in om mij te leren wat topsport was. Ik mocht tegen al die toppers varen, maar verliezen was geen optie.” Was het niet te extreem voor een puberbrein? “Ik zou het nu nog steeds wel accepteren. Het was wel extreem, maar ik geloofde en geloof daar wel in. Ik zo het zo weer doen op die manier. Topsport is in mijn ogen ook: grensverleggen. Dat is part of the deal.” Het wierp ook zijn vruchten af, want je werd in 2011 de jongste wereldkampioen in de Laser Radial-klasse. “Het ging in een stijgende lijn, ik won alles. Totdat ik ineens tweede werd op de Spelen in 2012. Toen was ik in shock.” Jij was midden twintig, maar je coach vond het hebben van een relatie je prestaties op het water in de weg staan. Hoe kijk je ruim tien jaar later terug op zijn manier van coaching? “Hij was heel charismatisch en heel manipulatief. Er hoorden geen concessies bij topsport. Wellicht projecteerde hij zijn eigen gemiste kansen op mij. Zijn vrouw had hem ooit gevraagd niet naar een wedstrijd in Australië te gaan, waar hij zich had kunnen kwalificeren voor de Spelen. Het feit dat ik een relatie kreeg met topzeiler Ben Ainslie was net aan oké, maar het werd aan alle kanten gemanaged.” 'Mijn ex-coach was heel charismatisch en manipulatief. Er hoorden geen concessies bij topsport. Wellicht projecteerde hij zijn eigen gemiste kansen op mij' Mark Littlejohn liet jou via Skype weten dat hij stopte als je coach, omdat hij ging werken met een van de concurrenten nadat je zilver won. Hij noemde je ‘een loser die toch nooit olympisch kampioen zou worden’. Hoeveel impact had dat op je? “Het was het begin van een pittige periode. Bij tegenslag heb je altijd een keuze: kies je voor de slachtofferrol of maak je een nieuw plan? Maar dat weet ik nu achteraf. Ik was zestien toen ik bij hem aanklopte en had het hele recept van hoe ik kampioen moest worden bij hem gelaten. Ik had nooit zelf nagedacht.” Badbevalling Dat je het ook zelf kon, bewees je wel. In 2016 werd je olympisch kampioen, je werd nog drie keer wereldkampioen en pakte olympisch brons in 2021. Na de Spelen in Tokio was er ruimte voor je kinderwens. Hoe is dat proces als je aan de top van je sport staat? “Ik was toen 33 en ging rekenen. De Spelen waren net achter de rug, de volgende waren over drie jaar. Ik bedacht: het kost twee jaar om terug op topniveau te komen, dus stel dat het me gegeven is om zwanger te worden, dan is het nu ideaal, want dan ben ik weer topfit op de volgende Spelen.” Je raakte al snel zwanger en in mei 2022 kwam jullie dochtertje Jessie Mae ter wereld. Hoe heb je als topsporter je bevalling voorbereid? “Mijn bevalling heb ik aangepakt als een olympische campagne. Ik ben zelfs op mijn bevaldatum nog gaan sporten met het idee dat hoe langer ik door zou trainen, des te sneller ik weer op niveau zou zitten na de bevalling. Ik heb experts gesproken over wat de beste manier was om te bevallen met het oog op een snel herstel.” Lachend: “De badbevalling duurde uiteindelijk achttien uur, mijn langste badsessie ooit.” Is het gevoel van moeder worden te vergelijken met olympisch kampioen worden? “Dat is lastig vergelijken... Ik heb me nog nooit tegelijkertijd zo kwetsbaar en sterk gevoeld als vlak na de geboorte van onze dochter. Dan liep i over straat en dacht bij elke vrouw met kinderen: wow, jij hebt het gewoon gedaan. Ik dacht als ik een vrouw met een klein kindje zag, meteen: wij zijn zo sterk!” Jij koos al heel snel weer voor de topsport, ging al snel na de bevalling weer hard trainen. Heb je last gehad van de ‘moedermaffia’? “Ja, dat wel. Na zes weken wilde ik mijn hormonenachtbaan afbouwen en dus stopte ik met borstvoeding. De meningen die mensen daar over hadden, vond ik wel heftig.” Ik durf het bijna niet te vragen, maar wanneer begon je weer met trainen? “Na twee weken ben ik weer begonnen met voorzichtig trainen. Er ging een wereld voor me open. Al die vrouwelijke klachten daar beneden... Bizar. Niemand vertelt je hoe dat snel moet helen. Dus ik heb mijn fysieke trainers er een project van laten maken. Francoise en Jorgos hebben me toen onwijs geholpen. Van bekkenbodemfysio tot allerlei apparaatjes die me hielpen.” Lachend: “Er was één keer een hilarisch moment: ik had een koffer vol van die speeltjes mee op trainingskamp. Bij de douane dacht ik: maak de koffer alsjeblieft niet open, want ik weet niet hoe ik al die elektrostimulatie, kegels en spelletjes moet uitleggen...” Het is dus niet zo vreemd dat jij als bloedfanatiek en als een trainingsbeest wordt bestempeld. “Bij mij is het al jarenlang: twee trainingssessies per dag, zes dagen op rij. Maar er is wel wat veranderd. Vroeger zei ik: mijn lichaam moet naar mij luisteren, tegenwoordig is het andersom. Ik mag niet te veel druk op de wervelkolom hebben. Er zijn twee wervels die iets sneller schuiven. Daar doe ik elke dag oefeningen voor. Collateral damage van topsport is ook dat het kraakbeen van mijn knieën wat is aangetast.” Je werd in mei niet lang na je comeback meteen alweer Europees kampioen en bij de WK in Scheveningen lag je lang op medaillekoers, maar werd je uiteindelijk net vierde. Volgend jaar zijn de Spelen, wanneer weet je definitief dat jij je op kan maken voor je vierde deelname? “Op 12 januari weet ik of ik erbij ben in Marseille, waar het olympisch zeiltoernooi wordt gehouden volgend jaar. Op 5 januari begint de WK in de ILCA 6-klasse, voorheen de Laser Radial. 31 december vertrek ik al richting Argentinië, waar het toernooi wordt gehouden. Dat wordt een lekker saai oud & nieuw. Mijn hele team gaat al met kerst die kant op en ik arriveer later om nog wat langer met die kleine samen te zijn. We hebben afgesproken dat Jessie niet meegaat naar prestatie-evenementen.” Betekent dat dat jullie dochter wel meegaat als je op trainingskamp bent? “Ja. Ik heb een oppas van goud, zij is een vriendin van een van mijn fysieke trainers. Ze weet wat topsport inhoudt, het meereizen met trainingskampen is practice what you preach.” ‘Mijn bevalling heb ik aangepakt als een olympische campagne. Ik ben zelfs op mijn bevaldatum nog gaan sporten’ Hip & happening Jij ligt mijlenver voor op de concurrentie in eigen land. Er mag één zeiler per klasse namens Nederland naar de Spelen. Zijn die zeilklassen eigenlijk met hun tijd meegegaan? “Ik denk dat het beter zou zijn om minder klassen voor vrouwen te hebben, maar zeilen is best een conservatieve sport. Zeilen heeft moeite met verandering, op vele vlakken. Je kunt de sport met de huidige technologie best kijkvriendelijker maken, bijvoorbeeld door het gebruik van drones. Het zeilen kan heel hip & happening gemaakt worden, maar het zijn vaak de oudere mensen die de scepter zwaaien in onze sport.” Zie jij kansen voor jezelf om bij te dragen aan die vernieuwing? “We zijn met mijn team gestart om de sport meer meetbaar te maken. Daarnaast komt er een Marit Bouwmeester Academy om de sport toegankelijker te maken. Zeilen heeft nog steeds een elitair imago en ik wil ertoe bijdragen die drempel te verlagen.” Is dit het fundament voor een carrière na de topsport? “Ja, ik wil graag iets terugdoen voor de sport. Ik heb deze droom van mij gedeeld met het Watersportverbond en zij waren heel erg enthousiast. Inmiddels ben ik ook in gesprek met diverse mooie bedrijven om dit goed neer te kunnen zetten. Met de stoomversnelling waarin het nu is beland, hopen we komende zomer los te gaan met een evenement waar kids de hele zomer kunnen komen om te zeilen. Wij leveren de boten en coaches. Het is puur voor de fun, puur om kennis te maken met het zeilen.” Wat heeft het zeilen jou gebracht? “Zeilen heeft me veel plezier gebracht, veel van de wereld laten zien. Mijn passie is mijn beroep geworden en dat is een voorrecht.” Je geeft veel inspirerende lezingen voor bedrijven. Wat geef je mee over je mindset? “Ik vind sportpsychologie enorm interessant. Je bent een eigen rem op je prestatie. Je krijgt de lessen gemakkelijk aangereikt in sport, maar in het bedrijfsleven is het niet altijd duidelijk waar verbeterpunten liggen. Hoe kun je optimaal presteren? Ik geloof in de ‘groeimindset’. Je moet dingen leren zien als uitdagingen, de kracht van ‘nog niet’.” Je doelt op de professor Carol Dweck-methode? “Precies! Inzetten op feedback in plaats van de prestatie, geloof hebben in de learning curve. Snel schakelen na een tegenslag is gewoon te trainen. Ik droom van nog een olympische medaille, maar moet me eerst op korte termijn focussen op een taak.” Hoe heeft het jou geholpen om met de dieptepunten om te gaan? “Je hebt altijd een keuze tussen de letters U en B. Kies je voor de Uitdagingen of voor de Bedreigingen?” Beschrijf de periode eens waarin de uitdagingen zich opstapelden? Je coach verliet je, je relatie met de eerdergenoemde zeiler ging uit, je werd zestiende op de WK, terwijl je daarvoor alles won. Hoe klim je uit zo’n dal? “Ik had niet in de gaten dat ik in de slachtofferrol zat. De mensen die mij van informatie voorzagen, liepen allemaal bij me weg. Met mijn familie heb ik een stappenplan gemaakt. De oude coach van mijn broer, Jaap Zielhuis, liet me zelf nadenken, om zo van afhankelijk naar onafhankelijk te gaan. Stap voor stap leerde ik taakgericht te werk te gaan. Voor die tijd stond ik ook nooit stil bij successen.” Hoeveel tijd zat er tussen het dieptepunt en opnieuw winnen? “We zijn in het najaar van 2013 begonnen en in de zomer van 2014 werd ik wereldkampioen.” Wat waren de uitdagingen? “Ik dacht altijd: als ik alles goed doe, dan win ik. Daarna beredeneerde ik: en toch kan iemand het dan nog beter doen dan ik. Ik was altijd bezig met het zeilen van de race van mijn leven op de Spelen. Ik realiseerde me dat die gedachte voor veel te veel druk zorgt. Dan bedacht ik: als ik mijn niveau dermate opkrik in de jaren ervoor, dan kan ik op tachtig procent ook nog winnen. Ik heb geen controle over mijn tegenstanders, maar als ik niet daadkrachtig of slagvaardig ben, verlies ik sowieso. Als je de doelen zo formuleert, is verlies makkelijker te dragen. Door zo te redeneren heb ik het proces naar mezelf toe gehaald. Ik evalueer het proces in plaats van alleen het resultaat. Het beste recept om over tegenslagen heen te komen, is een heel duidelijk doel en een richting te hebben.” ‘Na twee weken ben ik weer begonnen met voorzichtig trainen. Er ging een wereld voor me open. Al die vrouwelijke klachten daar beneden... Bizar. Niemand vertelt je hoe dat snel moet helen’ Dumbells Je dochter is anderhalf. Ze zal later vast denken: hoe heeft mama het toch geflikt om medailles te winnen terwijl ze er ook voor mij moest zijn. Lachend: “Dat is gelukt door heel hard te hijgen op de fiets. Tijdens corona hebben we een gym gebouwd rondom het huis. Als ik tegenwoordig de farmers walk doe met dumbells, dan doet Jessie me na met gewichtjes van één kilo. En toen ze laatst hard ging hijgen, begreep ik dat ze mij nadeed terwijl ik op de fiets zat te trainen. De discipline krijgt ze van ons met de paplepel ingegoten.” Elke moeder die dit leest, zal zich afvragen hoe jij het doet. Met een peuter thuis en je toch klaarmaken voor de Spelen. “Dat kan ik niet alleen, hoor. Mijn ouders komen uit Friesland om op te passen, zij zijn vervroegd met pensioen gegaan. Daarnaast ben ik Allianz, partner van het Watersportverbond, en mijn privésponsors heel dankbaar. Ze zijn cruciaal in deze olympische campagne. Dankzij hen kan ik het mij onder andere permitteren dat ik een oppas heb en mijn dochter kan meenemen op trainingskampen. En natuurlijk de allerbelangrijkste is mijn partner Diederick. Hij is een geweldige vader, vanaf het begin al. Terwijl ik er even tijd voor nodig had om in mijn moederrol te groeien.” Wat is de succesformule van jullie liefdesrelatie? “Elkaar veel gunnen. En tegelijkertijd is het uitdagend, het ouderschap. We zijn eigenlijk een goedlopend en opererend ‘bedrijf’, maar soms is het uitdagend om ook nog partners te zijn. Dit jaar zijn we tien jaar samen. Topsport trekt me soms de serieuze kant op en dan ben ik gezegend met Diederick zijn humor en luchtigheid. We zijn er voor elkaar, zijn superflexibel en doen niet moeilijk.” Je vierde Spelen komen in zicht... Wordt dit je laatste kunstje? “De Eiffeltoren staat al op mijn nachtkastje, zoals een Cristo Redentor-beeldje ook al maanden voorafgaand aan de Spelen in Rio daar had gestaan. Maar nu ben ik dankbaar dat ik tegelijkertijd het moederschap mag ervaren... Ik weet niet exact wanneer ik ga stoppen, maar gevoelsmatig gok ik dat er niet nog een olympische cyclus in zit. Volgend jaar word ik 36, er is veel slijtage aan mijn lichaam. Hopelijk kan ik mijn carrière met goud afsluiten.” Helden Magazine 69 Het verhaal van Marit Bouwmeester komt voort uit het dubbeldikke eindejaarsnummer van Helden. De laatste editie van 2023 staat traditioneel in het teken van een terugblik op het afgelopen sportjaar, waarop Femke Bol de cover siert. De atlete blikt uitgebreid terug op het jaar waarin alles wat ze aanraakte in goud leek te veranderen. Helden ging daarnaast in Engeland op bezoek bij Nathan Aké, die met Manchester City de landstitel, FA Cup en Champions League won. Hij werd samen met zijn echtgenote Kaylee, met wie hij al sinds zijn vijftiende samen is, geïnterviewd en gefotografeerd. Bijzonder was ook het bezoek aan de familie Schippers. Dafne nam afscheid van de atletiek en samen met haar ouders, zus en broer blikte ze terug op haar indrukwekkende carrière. In de 69ste editie van Helden komen tal van sporters aan het woord die 2023 kleur gaven. Wout Poels blikt terug op ritzeges in de Tour en Vuelta, maar ook op het verlies van ploeggenoot Gino Mäder. Golden Sisters Bente en Lieke Rogge werden samen wereldkampioen waterpolo. Femke Kok kroonde zich tot de eerste Nederlandse wereldkampioene op de 500 meter en toont zich zoals we haar niet eerder zagen. Karolien en Finn Florijn zijn gezegend met geweldige roeigenen, ze pakten allebei WK-goud; een dubbelinterview. Jeffrey Hoogland is koning op de kilometer. Hij werd voor de vierde keer wereldkampioen op ‘zijn’ afstand en verbeterde het wereldrecord. Een openhartig gesprek met de kilometervreter. Verder pakten zeilers Bart Lambriex en Floris van de Werken een hattrick aan wereldtitels. Feyenoord werd kampioen en Lutsharel Geertruida had daar een belangrijk aandeel in. Hij doet zijn verhaal. Joey Veerman won in 2023 de KNVB-beker en werd vader. Een gesprek met de uitgesproken voetballer over wie veel mensen een mening hebben. Ook een verhaal over Lionel Messi en de club waar hij afgelopen zomer heen verhuisde, het Inter Miami van David Beckham. Een portret van Carlos Alcaraz, de nieuwe posterboy van het tennis die Novak Djokovic klopte in de finale op Wimbledon in dé wedstrijd van het jaar. En als laatste was het voor schaatscoach Kosta Poltavets en voetbaltrainer Anoush Dastgir juist een zwaar jaar, door de situatie in hun geboortelanden Oekraïne en Afghanistan. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 69 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.
Marit Bouwmeester (35) is de succesvolste Nederlandse zeilster ooit. Ze won olympisch goud, zilver en brons, werd vier keer wereldkampioen en vijf keer Europees kampioen. Haar laatste Europese titel veroverde ze niet lang nadat ze moeder was geworden van dochter Jessie Mae. Victoria Koblenko ging op bezoek. Jij komt uit een gezin van vijf. Werd sport als hoofdgerecht opgediend in jullie gezin? “Mijn ouders waren geen fanatieke zeilers, maar wel sportfanaten. We komen uit Friesland, deden van alles; mijn broer, zus en ik. Korfballen bijvoorbeeld.” Jullie gingen alle drie ook zeilen. Hoe is zeilen in het gezin geïntroduceerd? “Opa deed mee aan de Sneekweek en mijn broer Roelof riep: ‘Dat wil ik ook!’ Mijn ouders hebben het begrip positief stimuleren uitgevonden, dus niets was te gek voor hen. We gingen naar de lokale zeilschool. Eerst mijn broer, daarna ik en later mijn zus. Onze ouders werden vrijwilliger bij de zeilschool en niet veel later hadden we ook een boot. Ik heb me pas veel later gerealiseerd dat het voor onze ouders financieel soms best een uidaging was. Ga maar na: drie kinderen die zeilen, af en toe buitenlandse reizen erbij.” Je was zes toen je begon en kwam op je twaalfde al in de nationale jeugdselectie terecht. “Ik was het enige meisje en kwam niet uit het westen, maar uit Friesland. Ik kwam er ook als laatste bij. Het was spannend, maar daardoor heb ik toen al leren vechten. Er waren betere zeilsters, dat stimuleerde me enorm.” Je promoveerde van Jong Oranje naar de echte kernploeg. “Ik was nooit de beste, het was bij mij in die tijd eigenlijk altijd ‘net niet’. Terugkijkend was dat mijn geluk. Ik moest er namelijk heel hard voor werken. Iedereen die meer talent had en van wie werd verwacht dat hij of zij het zou maken, heeft het niet gered. Ik haalde het door mijn doorzettingsvermogen. Mijn broer en zus zijn ook van die alleskunners. Ik oefende dag en nacht om te kunnen opboksen tegen mensen die veel dingen met twee vingers in de neus kunnen. Maar goed, met heel hard je best doen, kun je een eind komen, heb ik wel bewezen.” Voor het zeilen moest je al op jonge leeftijd de wereld over. Hoe vonden je ouders dat? “Ik ben in een heel veilige omgeving opgegroeid, maar moest op mijn dertiende al in mijn eentje op reis voor wedstrijden in Amerika en Dubai. Best avontuurlijk. Zeker als je bedenkt dat het nog niet de tijd was dat je met een smartphone iedereen op de hoogte kon houden. Ik had een belkaart en als ik een aansluitende vlucht miste in Amerika kwamen m’n ouders er vaak 24 uur later achter waar ik zat en waarom. Mijn ouders hadden vertrouwen in me, lieten me vrij, daardoor leerde ik snel volwassen beslissingen nemen.” Grensverleggend Je eerste coach, Mark Littlejohn, zei: ‘Er is geen tijd om lang te doen over volwassen worden. Je moet snel rationeel met situaties omgaan. Als een robot. Maakt niet uit of je blij bent of verdrietig, je moet doen wat je moet doen.’ Kon je met die aanpak meteen uit de voeten? “Ik was zestien, ben op een Engelsman afgestapt die goud had gewonnen en vroeg: hoe word ik olympisch kampioen? Dat was Mark. Hij omarmde mijn drive. We gingen intensief samenwerken. Hij huurde ex-olympisch kampioenen in om mij te leren wat topsport was. Ik mocht tegen al die toppers varen, maar verliezen was geen optie.” Was het niet te extreem voor een puberbrein? “Ik zou het nu nog steeds wel accepteren. Het was wel extreem, maar ik geloofde en geloof daar wel in. Ik zo het zo weer doen op die manier. Topsport is in mijn ogen ook: grensverleggen. Dat is part of the deal.” Het wierp ook zijn vruchten af, want je werd in 2011 de jongste wereldkampioen in de Laser Radial-klasse. “Het ging in een stijgende lijn, ik won alles. Totdat ik ineens tweede werd op de Spelen in 2012. Toen was ik in shock.” Jij was midden twintig, maar je coach vond het hebben van een relatie je prestaties op het water in de weg staan. Hoe kijk je ruim tien jaar later terug op zijn manier van coaching? “Hij was heel charismatisch en heel manipulatief. Er hoorden geen concessies bij topsport. Wellicht projecteerde hij zijn eigen gemiste kansen op mij. Zijn vrouw had hem ooit gevraagd niet naar een wedstrijd in Australië te gaan, waar hij zich had kunnen kwalificeren voor de Spelen. Het feit dat ik een relatie kreeg met topzeiler Ben Ainslie was net aan oké, maar het werd aan alle kanten gemanaged.” 'Mijn ex-coach was heel charismatisch en manipulatief. Er hoorden geen concessies bij topsport. Wellicht projecteerde hij zijn eigen gemiste kansen op mij' Mark Littlejohn liet jou via Skype weten dat hij stopte als je coach, omdat hij ging werken met een van de concurrenten nadat je zilver won. Hij noemde je ‘een loser die toch nooit olympisch kampioen zou worden’. Hoeveel impact had dat op je? “Het was het begin van een pittige periode. Bij tegenslag heb je altijd een keuze: kies je voor de slachtofferrol of maak je een nieuw plan? Maar dat weet ik nu achteraf. Ik was zestien toen ik bij hem aanklopte en had het hele recept van hoe ik kampioen moest worden bij hem gelaten. Ik had nooit zelf nagedacht.” Badbevalling Dat je het ook zelf kon, bewees je wel. In 2016 werd je olympisch kampioen, je werd nog drie keer wereldkampioen en pakte olympisch brons in 2021. Na de Spelen in Tokio was er ruimte voor je kinderwens. Hoe is dat proces als je aan de top van je sport staat? “Ik was toen 33 en ging rekenen. De Spelen waren net achter de rug, de volgende waren over drie jaar. Ik bedacht: het kost twee jaar om terug op topniveau te komen, dus stel dat het me gegeven is om zwanger te worden, dan is het nu ideaal, want dan ben ik weer topfit op de volgende Spelen.” Je raakte al snel zwanger en in mei 2022 kwam jullie dochtertje Jessie Mae ter wereld. Hoe heb je als topsporter je bevalling voorbereid? “Mijn bevalling heb ik aangepakt als een olympische campagne. Ik ben zelfs op mijn bevaldatum nog gaan sporten met het idee dat hoe langer ik door zou trainen, des te sneller ik weer op niveau zou zitten na de bevalling. Ik heb experts gesproken over wat de beste manier was om te bevallen met het oog op een snel herstel.” Lachend: “De badbevalling duurde uiteindelijk achttien uur, mijn langste badsessie ooit.” Is het gevoel van moeder worden te vergelijken met olympisch kampioen worden? “Dat is lastig vergelijken... Ik heb me nog nooit tegelijkertijd zo kwetsbaar en sterk gevoeld als vlak na de geboorte van onze dochter. Dan liep i over straat en dacht bij elke vrouw met kinderen: wow, jij hebt het gewoon gedaan. Ik dacht als ik een vrouw met een klein kindje zag, meteen: wij zijn zo sterk!” Jij koos al heel snel weer voor de topsport, ging al snel na de bevalling weer hard trainen. Heb je last gehad van de ‘moedermaffia’? “Ja, dat wel. Na zes weken wilde ik mijn hormonenachtbaan afbouwen en dus stopte ik met borstvoeding. De meningen die mensen daar over hadden, vond ik wel heftig.” Ik durf het bijna niet te vragen, maar wanneer begon je weer met trainen? “Na twee weken ben ik weer begonnen met voorzichtig trainen. Er ging een wereld voor me open. Al die vrouwelijke klachten daar beneden... Bizar. Niemand vertelt je hoe dat snel moet helen. Dus ik heb mijn fysieke trainers er een project van laten maken. Francoise en Jorgos hebben me toen onwijs geholpen. Van bekkenbodemfysio tot allerlei apparaatjes die me hielpen.” Lachend: “Er was één keer een hilarisch moment: ik had een koffer vol van die speeltjes mee op trainingskamp. Bij de douane dacht ik: maak de koffer alsjeblieft niet open, want ik weet niet hoe ik al die elektrostimulatie, kegels en spelletjes moet uitleggen...” Het is dus niet zo vreemd dat jij als bloedfanatiek en als een trainingsbeest wordt bestempeld. “Bij mij is het al jarenlang: twee trainingssessies per dag, zes dagen op rij. Maar er is wel wat veranderd. Vroeger zei ik: mijn lichaam moet naar mij luisteren, tegenwoordig is het andersom. Ik mag niet te veel druk op de wervelkolom hebben. Er zijn twee wervels die iets sneller schuiven. Daar doe ik elke dag oefeningen voor. Collateral damage van topsport is ook dat het kraakbeen van mijn knieën wat is aangetast.” Je werd in mei niet lang na je comeback meteen alweer Europees kampioen en bij de WK in Scheveningen lag je lang op medaillekoers, maar werd je uiteindelijk net vierde. Volgend jaar zijn de Spelen, wanneer weet je definitief dat jij je op kan maken voor je vierde deelname? “Op 12 januari weet ik of ik erbij ben in Marseille, waar het olympisch zeiltoernooi wordt gehouden volgend jaar. Op 5 januari begint de WK in de ILCA 6-klasse, voorheen de Laser Radial. 31 december vertrek ik al richting Argentinië, waar het toernooi wordt gehouden. Dat wordt een lekker saai oud & nieuw. Mijn hele team gaat al met kerst die kant op en ik arriveer later om nog wat langer met die kleine samen te zijn. We hebben afgesproken dat Jessie niet meegaat naar prestatie-evenementen.” Betekent dat dat jullie dochter wel meegaat als je op trainingskamp bent? “Ja. Ik heb een oppas van goud, zij is een vriendin van een van mijn fysieke trainers. Ze weet wat topsport inhoudt, het meereizen met trainingskampen is practice what you preach.” ‘Mijn bevalling heb ik aangepakt als een olympische campagne. Ik ben zelfs op mijn bevaldatum nog gaan sporten’ Hip & happening Jij ligt mijlenver voor op de concurrentie in eigen land. Er mag één zeiler per klasse namens Nederland naar de Spelen. Zijn die zeilklassen eigenlijk met hun tijd meegegaan? “Ik denk dat het beter zou zijn om minder klassen voor vrouwen te hebben, maar zeilen is best een conservatieve sport. Zeilen heeft moeite met verandering, op vele vlakken. Je kunt de sport met de huidige technologie best kijkvriendelijker maken, bijvoorbeeld door het gebruik van drones. Het zeilen kan heel hip & happening gemaakt worden, maar het zijn vaak de oudere mensen die de scepter zwaaien in onze sport.” Zie jij kansen voor jezelf om bij te dragen aan die vernieuwing? “We zijn met mijn team gestart om de sport meer meetbaar te maken. Daarnaast komt er een Marit Bouwmeester Academy om de sport toegankelijker te maken. Zeilen heeft nog steeds een elitair imago en ik wil ertoe bijdragen die drempel te verlagen.” Is dit het fundament voor een carrière na de topsport? “Ja, ik wil graag iets terugdoen voor de sport. Ik heb deze droom van mij gedeeld met het Watersportverbond en zij waren heel erg enthousiast. Inmiddels ben ik ook in gesprek met diverse mooie bedrijven om dit goed neer te kunnen zetten. Met de stoomversnelling waarin het nu is beland, hopen we komende zomer los te gaan met een evenement waar kids de hele zomer kunnen komen om te zeilen. Wij leveren de boten en coaches. Het is puur voor de fun, puur om kennis te maken met het zeilen.” Wat heeft het zeilen jou gebracht? “Zeilen heeft me veel plezier gebracht, veel van de wereld laten zien. Mijn passie is mijn beroep geworden en dat is een voorrecht.” Je geeft veel inspirerende lezingen voor bedrijven. Wat geef je mee over je mindset? “Ik vind sportpsychologie enorm interessant. Je bent een eigen rem op je prestatie. Je krijgt de lessen gemakkelijk aangereikt in sport, maar in het bedrijfsleven is het niet altijd duidelijk waar verbeterpunten liggen. Hoe kun je optimaal presteren? Ik geloof in de ‘groeimindset’. Je moet dingen leren zien als uitdagingen, de kracht van ‘nog niet’.” Je doelt op de professor Carol Dweck-methode? “Precies! Inzetten op feedback in plaats van de prestatie, geloof hebben in de learning curve. Snel schakelen na een tegenslag is gewoon te trainen. Ik droom van nog een olympische medaille, maar moet me eerst op korte termijn focussen op een taak.” Hoe heeft het jou geholpen om met de dieptepunten om te gaan? “Je hebt altijd een keuze tussen de letters U en B. Kies je voor de Uitdagingen of voor de Bedreigingen?” Beschrijf de periode eens waarin de uitdagingen zich opstapelden? Je coach verliet je, je relatie met de eerdergenoemde zeiler ging uit, je werd zestiende op de WK, terwijl je daarvoor alles won. Hoe klim je uit zo’n dal? “Ik had niet in de gaten dat ik in de slachtofferrol zat. De mensen die mij van informatie voorzagen, liepen allemaal bij me weg. Met mijn familie heb ik een stappenplan gemaakt. De oude coach van mijn broer, Jaap Zielhuis, liet me zelf nadenken, om zo van afhankelijk naar onafhankelijk te gaan. Stap voor stap leerde ik taakgericht te werk te gaan. Voor die tijd stond ik ook nooit stil bij successen.” Hoeveel tijd zat er tussen het dieptepunt en opnieuw winnen? “We zijn in het najaar van 2013 begonnen en in de zomer van 2014 werd ik wereldkampioen.” Wat waren de uitdagingen? “Ik dacht altijd: als ik alles goed doe, dan win ik. Daarna beredeneerde ik: en toch kan iemand het dan nog beter doen dan ik. Ik was altijd bezig met het zeilen van de race van mijn leven op de Spelen. Ik realiseerde me dat die gedachte voor veel te veel druk zorgt. Dan bedacht ik: als ik mijn niveau dermate opkrik in de jaren ervoor, dan kan ik op tachtig procent ook nog winnen. Ik heb geen controle over mijn tegenstanders, maar als ik niet daadkrachtig of slagvaardig ben, verlies ik sowieso. Als je de doelen zo formuleert, is verlies makkelijker te dragen. Door zo te redeneren heb ik het proces naar mezelf toe gehaald. Ik evalueer het proces in plaats van alleen het resultaat. Het beste recept om over tegenslagen heen te komen, is een heel duidelijk doel en een richting te hebben.” ‘Na twee weken ben ik weer begonnen met voorzichtig trainen. Er ging een wereld voor me open. Al die vrouwelijke klachten daar beneden... Bizar. Niemand vertelt je hoe dat snel moet helen’ Dumbells Je dochter is anderhalf. Ze zal later vast denken: hoe heeft mama het toch geflikt om medailles te winnen terwijl ze er ook voor mij moest zijn. Lachend: “Dat is gelukt door heel hard te hijgen op de fiets. Tijdens corona hebben we een gym gebouwd rondom het huis. Als ik tegenwoordig de farmers walk doe met dumbells, dan doet Jessie me na met gewichtjes van één kilo. En toen ze laatst hard ging hijgen, begreep ik dat ze mij nadeed terwijl ik op de fiets zat te trainen. De discipline krijgt ze van ons met de paplepel ingegoten.” Elke moeder die dit leest, zal zich afvragen hoe jij het doet. Met een peuter thuis en je toch klaarmaken voor de Spelen. “Dat kan ik niet alleen, hoor. Mijn ouders komen uit Friesland om op te passen, zij zijn vervroegd met pensioen gegaan. Daarnaast ben ik Allianz, partner van het Watersportverbond, en mijn privésponsors heel dankbaar. Ze zijn cruciaal in deze olympische campagne. Dankzij hen kan ik het mij onder andere permitteren dat ik een oppas heb en mijn dochter kan meenemen op trainingskampen. En natuurlijk de allerbelangrijkste is mijn partner Diederick. Hij is een geweldige vader, vanaf het begin al. Terwijl ik er even tijd voor nodig had om in mijn moederrol te groeien.” Wat is de succesformule van jullie liefdesrelatie? “Elkaar veel gunnen. En tegelijkertijd is het uitdagend, het ouderschap. We zijn eigenlijk een goedlopend en opererend ‘bedrijf’, maar soms is het uitdagend om ook nog partners te zijn. Dit jaar zijn we tien jaar samen. Topsport trekt me soms de serieuze kant op en dan ben ik gezegend met Diederick zijn humor en luchtigheid. We zijn er voor elkaar, zijn superflexibel en doen niet moeilijk.” Je vierde Spelen komen in zicht... Wordt dit je laatste kunstje? “De Eiffeltoren staat al op mijn nachtkastje, zoals een Cristo Redentor-beeldje ook al maanden voorafgaand aan de Spelen in Rio daar had gestaan. Maar nu ben ik dankbaar dat ik tegelijkertijd het moederschap mag ervaren... Ik weet niet exact wanneer ik ga stoppen, maar gevoelsmatig gok ik dat er niet nog een olympische cyclus in zit. Volgend jaar word ik 36, er is veel slijtage aan mijn lichaam. Hopelijk kan ik mijn carrière met goud afsluiten.” Helden Magazine 69 Het verhaal van Marit Bouwmeester komt voort uit het dubbeldikke eindejaarsnummer van Helden. De laatste editie van 2023 staat traditioneel in het teken van een terugblik op het afgelopen sportjaar, waarop Femke Bol de cover siert. De atlete blikt uitgebreid terug op het jaar waarin alles wat ze aanraakte in goud leek te veranderen. Helden ging daarnaast in Engeland op bezoek bij Nathan Aké, die met Manchester City de landstitel, FA Cup en Champions League won. Hij werd samen met zijn echtgenote Kaylee, met wie hij al sinds zijn vijftiende samen is, geïnterviewd en gefotografeerd. Bijzonder was ook het bezoek aan de familie Schippers. Dafne nam afscheid van de atletiek en samen met haar ouders, zus en broer blikte ze terug op haar indrukwekkende carrière. In de 69ste editie van Helden komen tal van sporters aan het woord die 2023 kleur gaven. Wout Poels blikt terug op ritzeges in de Tour en Vuelta, maar ook op het verlies van ploeggenoot Gino Mäder. Golden Sisters Bente en Lieke Rogge werden samen wereldkampioen waterpolo. Femke Kok kroonde zich tot de eerste Nederlandse wereldkampioene op de 500 meter en toont zich zoals we haar niet eerder zagen. Karolien en Finn Florijn zijn gezegend met geweldige roeigenen, ze pakten allebei WK-goud; een dubbelinterview. Jeffrey Hoogland is koning op de kilometer. Hij werd voor de vierde keer wereldkampioen op ‘zijn’ afstand en verbeterde het wereldrecord. Een openhartig gesprek met de kilometervreter. Verder pakten zeilers Bart Lambriex en Floris van de Werken een hattrick aan wereldtitels. Feyenoord werd kampioen en Lutsharel Geertruida had daar een belangrijk aandeel in. Hij doet zijn verhaal. Joey Veerman won in 2023 de KNVB-beker en werd vader. Een gesprek met de uitgesproken voetballer over wie veel mensen een mening hebben. Ook een verhaal over Lionel Messi en de club waar hij afgelopen zomer heen verhuisde, het Inter Miami van David Beckham. Een portret van Carlos Alcaraz, de nieuwe posterboy van het tennis die Novak Djokovic klopte in de finale op Wimbledon in dé wedstrijd van het jaar. En als laatste was het voor schaatscoach Kosta Poltavets en voetbaltrainer Anoush Dastgir juist een zwaar jaar, door de situatie in hun geboortelanden Oekraïne en Afghanistan. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 69 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.

Overig

Blikvangers van 2023

2023 was ook het jaar van Max Verstappen, Demi Vollering, de [...]
2023 was ook het jaar van Max Verstappen, Demi Vollering, de Jumbo-Visma-ploeg, Noah Lyles, Faith Kipyogon, Sanne Wevers, Simone Biles, Xavi Simons, Esmee Brugts, de Spaanse voetbalvrouwen en het demasqué van Ajax. Ze komen voorbij in het jaaroverzicht in beeld. Recordjacht En dat is wereldtitel nummer drie. Vorig jaar dacht iedereen al [...]

Zeilen

Bart Lambriex en Floris van de Werken: ‘Het is maar een stukje goud’

Bart Lambriex (25) en Floris van de Werken (28) werden afgelopen zomer voor de derde keer op rij wereldkampioen in de meest prestigieuze klasse van het olympische zeilen: de 49er. Het Dream Team gaat stoïcijns op het volgende doel af: goud op de Olympische Spelen in Parijs. Wij gingen bij hen langs in Scheveningen. Bart Lambriex en Floris van de Werken schudden elkaar rustig de hand in het Nationaal Topzeilcentrum in Scheveningen. De twee zitten normaal gesproken bijna dagelijks samen in een boot, maar zien elkaar voor het eerst in anderhalve maand nadat ze in Scheveningen voor de derde keer op rij wereldkampioen werden in hun klasse, de 49er. Geen omhelzing of enthousiaste begroeting, maar: “Hé, sorry dat ik te laat ben, hoor, alles goed?” Stuurman Bart komt vijf minuten na Floris met natte haren en een nonchalante glimlach binnen lopen. Bemanning Floris knikt rustig: “Ja, man, goed hoor.” Op het water bereiken ze al balancerend snelheden van zo’n 45 kilometer per uur. Buiten de boot zijn het rustige, nuchtere types, die aan weinig woorden genoeg hebben. Het valt even stil. Totdat het over zeilen gaat en er even later gevraagd wordt naar hun derde wereldtitel van dit jaar. Floris: “Het is best bijzonder, ik zag hem niet aankomen. Maar ik wist vroeger al: als ik dit met iemand kan bereiken, dan is het wel met Bart.” Bart: “Ik had het ook niet verwacht. Het is wel altijd het doel geweest, dan is het best leuk dat het lukt. En ook nog op thuiswater. Er stonden een hoop familie en vrienden op de pier.” Floris knikt: “Gedurende de week kregen we veel succeswensen. Mensen die normaal niet betrokken zijn, kregen er dit keer wel wat van mee. Extra leuk als je dan wint.” Jeugdkamp De twee zeilers kennen elkaar al jaren. Bart: “Ik was acht toen ik jou voor het eerst zag. Ik zeilde in de optimist. Jij gaf training aan mij op een jeugdkamp in Friesland. Jij zeilde toen ook in de optimist, maar was een stuk beter, je bent ook drie jaar ouder.” Floris: “Ik was die week door mijn enkel gegaan, dus ik kon niet meer lopen. Ik ging in de coachboot mee en gaf Bart wat tips.” Bart: “Ik begon net met wedstrijdzeilen en jij was een van de beste van Nederland. Ik keek tegen je op.” Floris: “Ik zeilde lekker mijn rondjes en soms ging het best goed. Het spelletje zelf begreep ik toen nog niet zo goed. Pas veel later begon ik de sport wat beter te doorgronden en had ik door wat ik ervoor moest doen.” Bart: “Bij mij ging het iets sneller. Ik ging op mijn tiende naar mijn eerste WK. De beste vijf van Nederland werden daarvoor geselecteerd. In de optimist werd ik al een keer tweede op de WK.” Allebei zijn ze opgegroeid met het water. Floris met twee broers in Hoorn, Bart met een broer en een zus in Haarlem. Floris: “Mijn ouders hadden een kajuitboot en daar toerden ze een beetje op met mij en mijn twee broers. Ze waren geen wedstrijdzeilers, waren vroeger vooral actief in de triatlonsport. Ik ben dus wel opgegroeid met het idee dat het belangrijk is om fit en gezond te zijn. Mijn ouders vonden het belangrijk dat ik aan sport deed. Met mijn broer Laurens heb ik nog een tijdje samen in een boot gezeild.” Bart: “Mijn ouders hebben veel wedstrijden gezeild. Mijn moeder ging als reserve naar de Olympische Spelen. Mijn vader deed mee aan de Olympische Spelen in 1984, in de Tornado-klasse. Wij hadden een vakantiehuisje in Friesland waar ze mijn broer, zus en mij leerden zeilen.” Bart werd in Nederland van jongs af aan al gezien als het grote zeiltalent. Bart: “Ieder jaar wordt in Nederland de Conny van Rietschoten Trofee uitgereikt, een prijs aan de beste zeiler of zeilteam van het jaar. Er is ook een talentprijs, waar ik voor werd genomineerd. Dat was best bijzonder voor een jongen van elf jaar hoor, maar ik voelde toen nog niet dat men vanuit het Watersportverbond dacht: die Bart gaat het maken.” Centjes Na de jeugdboot optimist zeilden Bart en Floris in tweemansboten. Het KPN Sportfonds besloot na de Spelen van 2016 het Watersportverbond te ondersteunen en een tweejarig traject in te gaan met zes zeilers in de 49er-klasse, die bekendstaat als de koningsklasse van het olympische zeilen, met als ambitieus doel: de eerste Nederlandse deelname in de 49er op de Olympische Spelen. De zes zeilers zouden rouleren, om uiteindelijk het sterkste team te kunnen vormen. Ook Floris had de kans om aan te sluiten, maar besloot anders. ‘Mijn broer was drugsverslaafd, het was bij ons thuis dus niet meer zo stabiel. Ik had geen geld en kon het ook niet meer opbrengen om de sport uit te oefenen’ Floris: “Voordat KPN besloot dit traject te ondersteunen, had ik al even in de 49er gezeild, maar het werd toen nog nauwelijks ondersteund door het Watersportverbond. Ik had het lastig. Mijn ouders hadden mij altijd gesteund, ook financieel. Op mijn achttiende zeiden ze: ‘Je bent volwassen en moet het nu zelf uitzoeken, zelf bedenken hoe je het gaat regelen.’ Thuis speelden er meer dingen, mijn broer was drugsverslaafd, het was bij ons dus niet meer zo stabiel. Ik had geen geld en kon het ook niet meer opbrengen om de sport uit te oefenen zoals ik dat voor ogen had. Dat roulatiesysteem zag ik ook niet zitten. Ik wilde toen al graag met Bart in de boot, maar dat kon niet. Had geen energie om iedere keer weer met iemand anders in de boot te zitten, besloot ermee te stoppen. Ik ben gaan coachen en in de ‘grotebotenwereld’ terechtgekomen.” Bart: “Ik koos bewust voor het traject met het KPN Sportfonds. Twee jaar lang werden we financieel ondersteund. Dat was heel fijn, zeilen is een dure sport. We kregen een startbedrag waarmee we materiaal konden kopen en waardoor we er bijvoorbeeld voor konden kiezen om naar een belangrijke wedstrijd in Miami te gaan. In die twee jaar tijd hebben we ons daardoor enorm kunnen ontwikkelen.” Na ruim een jaar kwam het sterkste team uit de bus: stuurman Bart, samen met bemanning Pim van Vugt. Hun ontwikkeling ging zo hard, dat het doel werd bereikt. Bart en Pim kwalificeerden zich als eerste Nederlandse 49er-team ooit voor de Spelen en eindigden in Tokio als zesde. Floris keek vanaf de zijlijn toe. Floris: “Ik was hartstikke blij voor Bart en Pim, gunde het die gasten heel erg, heb hen altijd gevolgd. Maar ik had zelf natuurlijk ook graag in die boot willen zitten, had mijn olympische zeilcarrière nooit af weten te maken.” Na de Spelen in Tokio besloot Bart niet verder te gaan met Pim. Bart: “Pim en ik waren een heel goed duo, maar ik had niet het gevoel dat wij samen goud konden winnen. Onze samenwerking en communicatie liepen niet zoals het in een goed team zou moeten lopen. Vanuit de bond werd mijn keuze niet gestimuleerd. Zij zagen de resultaten van mij en Pim en waren juist tevreden. Ik zag het anders, vond het gewoon net niet goed genoeg.” Dus pakte Bart de telefoon. Bart: “Ik wilde door in de 49er, en dacht meteen aan Floris. Ik had al een paar keer eerder met hem gezeild, tijdens mijn eerste dagen in een 49er, en wist dat het prima klikte. Ik belde jou op en vroeg of je wat wilde drinken.” Floris: “Ik dacht: misschien wil je advies over iets, wist niet dat het over de 49er ging. Toen je vroeg of ik geïnteresseerd was om weer terug te keren als zeiler en om het met jou samen te proberen, heb ik er niet lang over na hoeven denken. Ik dacht: als er een kans is om mijn sportcarrière nog een succesvol vervolg te geven, dan is dit ’m. Had op dat moment geen andere verplichtingen of restricties. Ik had genoeg centjes verdiend, was zeven maanden in Australië geweest en later in het Caribisch gebied, had op grote boten mijn geld verdiend en heel veel geleerd over mezelf en over werken in een team. Toen jij me vroeg, kon ik er ook echt vol voor gaan. Maar tegelijkertijd had ik lang niet in de 49er gezeild. Ik heb jou ook gewaarschuwd, zei: besef dat je met mij misschien eerst een stap terug moet doen voordat je vooruit kunt.” Bart: “We zeilden een EK als test. Dat ging goed en ik had het gevoel dat we veel progressie konden maken. Twee maanden later stond ons eerste WK op het programma. In de tussentijd gingen we met sprongen vooruit zodat we meteen wereldkampioen werden.” Rocket science “Veel mensen vragen ons waarom wij nou zo’n goed team zijn,” zegt Floris. “Wij weten heel goed hoe wij als team beter moeten worden en wat voor attitude daarvoor nodig is. Ook onze coach Rick Peacock helpt ons daar natuurlijk bij.” Bart knikt: “Wij zijn een goede match. Naast een goede zeiler is Floris ook een goede teamspeler.” Floris: “Jij kan enorm gefocust zijn, dan voel ik geen twijfel bij jouw beslissingen en weten we dat we het hardst van iedereen gaan. Daar krijg ik dan ook veel vertrouwen van.” Bart: “Ik ben niet zo afhankelijk van invloeden van buitenaf, ideeën en gedachten van anderen interesseren mij niet zo. Ik twijfel ook bijna nooit. Ons samenspel klopt gewoon. Kort door de bocht is het zo dat ik stuur en de beslissingen neem, bepaal waar we heen gaan, en Floris ervoor zorgt dat we hard gaan.” Floris: “Voor een wedstrijd delen we onze tactische ideeën en bepalen we hoe we het willen doen.” Bart: “Maar in het zeilen blijven de condities veranderen. Wij zijn flexibel, passen die plannen continu aan.” Floris: “We proberen veel te zeggen met weinig woorden. We praten niet meer dan nodig. Of we tijdens een wedstrijd weleens boos op elkaar zijn? Tuurlijk. Ik word dan heel stil, ga aan mezelf twijfelen en over dingen nadenken. Bart is altijd wat meer uitbundiger dan ik.” Bart, lachend: “Ik raak dan een beetje gefrustreerd.” Floris: “Het is de kunst om die irritatiemomenten kort en krachtig te laten zijn.” Een jaar na hun eerste wereldtitel prolongeerden Bart en Floris hun titel op de WK in Canada. Deze zomer werden ze in Scheveningen dus voor de derde keer wereldkampioen. Floris: “Het verschil met onze concurrenten lijkt op papier groter dan het is, hoor.” Bart: “Waar wij misschien beter in zijn, is dat wij heel gestructureerd werken. Als er iets fout gaat, gaan we daar heel diep op in en zorgen we dat we er maximaal van leren. Soms zijn die gesprekken moeilijk of gevoelig, maar we gaan ze niet uit de weg.” Floris: “Ik merk ook dat veel teams het moeilijk vinden om tijdens een wedstrijd heel specifiek iets onder de knie te krijgen. Als wij iets willen oefenen, maakt het resultaat ons niet uit. Wij willen pas pieken op een WK en de Spelen. In de winter zijn we een keer zeventiende geworden in een trainingswedstrijd omdat we ons focusten op onze start. Deze zomer bij de WK merkten we daar pas het resultaat van.” Of een drievoudig wereldkampioen ook door concurrenten nauwlettend in de gaten gehouden wordt? Bart: “Geen idee, dat boeit mij ook echt niet.” Floris: “Ik zie wel dat mensen soms denken dat we rocket science in handen hebben. Dat we bepaalde standen op de boot hebben die speciaal zijn. Soms komt er dan een coach of een ander team even bij ons kijken.” Bart knikt: “Ja, dan denken ze dat we een speciale boot hebben, of zo.” Floris, lachend: “En dan denken wij: wat zijn mensen toch dom.” Tijdens trainingsperiodes en wedstrijden in het buitenland delen de mannen vaak een accommodatie met Odile van Aanholt en Annette Duetz, het 49erFX- vrouwenteam, dat in 2022 tegelijkertijd met de mannen wereldkampioen werd en dit jaar als tweede eindigde op de WK. Bart: “Het is heel fijn om dit met elkaar te doen, dat we ook met iemand kunnen praten buiten ons team. We snappen elkaar, want we doen hetzelfde.” Floris: “Soms is het fijn om een third opinion te hebben in een bepaalde situatie. We lopen tegen dezelfde dingen aan. Vaak praat ik met Annette, die ook bemanning is. Samen kunnen we sneller een probleem oplossen dan alleen.” Naast dat ze zeilcollega’s zijn, hebben Bart en Odile al jarenlang een relatie. Bart, lachend: “Het gaat thuis best vaak over zeilen. Voor Odile zou dat wel iets minder mogen, voor mij soms iets meer. Het is in ieder geval heel fijn dat we elkaar begrijpen.” Ook Floris heeft een relatie met een zeilster. Na de Spelen in Parijs volgend jaar geeft hij zijn jawoord aan Laser-zeilster Maxime Jonker. Floris: “We zijn onze bruiloft nu aan het organiseren, zodat we de rest van het jaar daar geen zorgen over hebben.” Bart, lachend: “Ik sta gelukkig ook op hun gastenlijst, samen met Odile en Annette.” Terwijl Odile en Bart beiden heel succesvol zijn in hun klasse en zich al hebben gekwalificeerd voor de Spelen in Parijs, heeft Maxime de pech dat Marit Bouwmeester, olympisch kampioen en meervoudig wereldkampioen, haar grootste concurrent is voor dat ene Nederlandse olympische ticket in hun klasse. Floris: “Tijdens de WK had Max het mentaal zwaar, ze eindigde buiten de top tien. Ze heeft er altijd voor gekozen om Marit te challengen. Die heeft al heel wat gewonnen, maar Max denkt dat zij dat ook kan. Daar heb ik veel respect voor. Ze rent haar dromen achterna, haar doorzettingsvermogen is een voorbeeld voor mij. Maar thuis zeg ik altijd: ik ben je verloofde, niet je coach. Ik probeer gesprekken over zeilen te voorkomen. Als Max om mijn mening vraagt, dan geef ik die eerlijk. Maar soms hoort zij liever iets anders.” Materiaal In maart zeilen de mannen nog een WK op Lanzarote, waar ze hun vierde wereldtitel op rij kunnen winnen, maar 2024 staat vooral in het teken van de Spelen. Voor Floris wordt het zijn olympische debuut. Bart: “Ik heb Floris nog niks verteld over de Spelen en hoe het eraan toegaat. Dat merk je ter plekke wel, toch? In de zeilsport kan van alles gebeuren. Als we een week heel weinig wind hebben, dan wordt iemand anders olympisch kampi- oen dan als het een week heel hard waait. Wij kunnen met beide omstandigheden olympisch kampioen worden.” Floris: “Met veel wind zijn er teams die sneller zijn dan wij en met weinig wind zijn er ook teams die sneller zijn. Statistisch gezien hebben wij de meeste kans op goud als we wisselende condities hebben, wij zijn allround.” Ondertussen zijn Bart en Floris ook met andere dingen bezig dan alleen de 49er. Floris:“Ieder jaar coach ik ook nog wat buitenlandse jongens. In oktober heb ik een paar 49er-teams gecoacht in Miami. Ook al zijn dat niet de allerbeste ploegen, het helpt mij om andere teams van de buitenkant te bestuderen, dat maakt Bart en mij ook beter. En ik heb er een hoop lol in.” Bart: “Ik ben bezig met de Youth America’s Cup en de Women’s America’s Cup. We gaan in beide disciplines meedoen met een Nederlands team. We trainen veel in een simulator, dat blijf ik het komende jaar ook af en toe doen. Anderhalve maand na de Spelen worden die wedstrijden gehouden.” Floris: “Helaas val ik niet meer onder de jeugd, maar ik droom na mijn olympische carrière ook van het professionele zeilen als de America’s Cup of de Sail GP, een andere league in het zeilen waar ze met foilende catamarans werken.” Bart knikt: “Daar kun je tot een redelijk late leeftijd mee door blijven gaan.” Floris: “Maar voorlopig zijn we nog niet klaar met olympisch zeilen.” Eén ding is zeker: als een van de topfavorieten zal het team op de Spelen verschijnen. Floris: “Onbewust voel ik die druk al. Bij mij ontstaat er dan een soort superfocus.” Bart: “Ik voel nu nog geen druk, maar dat zal tegen die tijd vast wel komen. Mensen geven toch een stuk meer om de Olympische Spelen dan om een WK. Aan de andere kant: het is maar materiaal hoor, een klein stukje goud.” Helden Magazine 69 Het verhaal van Bart Lambriex en Floris van de Werken komt voort uit het dubbeldikke eindejaarsnummer van Helden. De laatste editie van 2023 staat traditioneel in het teken van een terugblik op het afgelopen sportjaar, waarop Femke Bol de cover siert. De atlete blikt uitgebreid terug op het jaar waarin alles wat ze aanraakte in goud leek te veranderen. Helden ging daarnaast in Engeland op bezoek bij Nathan Aké, die met Manchester City de landstitel, FA Cup en Champions League won. Hij werd samen met zijn echtgenote Kaylee, met wie hij al sinds zijn vijftiende samen is, geïnterviewd en gefotografeerd. Bijzonder was ook het bezoek aan de familie Schippers. Dafne nam afscheid van de atletiek en samen met haar ouders, zus en broer blikte ze terug op haar indrukwekkende carrière. In de 69ste editie van Helden komen tal van sporters aan het woord die 2023 kleur gaven. Wout Poels blikt terug op ritzeges in de Tour en Vuelta, maar ook op het verlies van ploeggenoot Gino Mäder. Golden Sisters Bente en Lieke Rogge werden samen wereldkampioen waterpolo. Femke Kok kroonde zich tot de eerste Nederlandse wereldkampioene op de 500 meter en toont zich zoals we haar niet eerder zagen. Karolien en Finn Florijn zijn gezegend met geweldige roeigenen, ze pakten allebei WK-goud; een dubbelinterview. Jeffrey Hoogland is koning op de kilometer. Hij werd voor de vierde keer wereldkampioen op ‘zijn’ afstand en verbeterde het wereldrecord. Een openhartig gesprek met de kilometervreter. Verder keerde Marit Bouwmeester terug na de bevalling van haar dochter in 2022 en werd meteen weer Europees kampioen. Feyenoord werd ook kampioen en Lutsharel Geertruida had daar een belangrijk aandeel in. Hij doet zijn verhaal. Joey Veerman won in 2023 de KNVB-beker en werd vader. Een gesprek met de uitgesproken voetballer over wie veel mensen een mening hebben. Ook een verhaal over Lionel Messi en de club waar hij afgelopen zomer heen verhuisde, het Inter Miami van David Beckham. Een portret van Carlos Alcaraz, de nieuwe posterboy van het tennis die Novak Djokovic klopte in de finale op Wimbledon in dé wedstrijd van het jaar. En als laatste was het voor schaatscoach Kosta Poltavets en voetbaltrainer Anoush Dastgir juist een zwaar jaar, door de situatie in hun geboortelanden Oekraïne en Afghanistan. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 69 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.
Bart Lambriex (25) en Floris van de Werken (28) werden afgelopen zomer voor de derde keer op rij wereldkampioen in de meest prestigieuze klasse van het olympische zeilen: de 49er. Het Dream Team gaat stoïcijns op het volgende doel af: goud op de Olympische Spelen in Parijs. Wij gingen bij hen langs in Scheveningen. Bart Lambriex en Floris van de Werken schudden elkaar rustig de hand in het Nationaal Topzeilcentrum in Scheveningen. De twee zitten normaal gesproken bijna dagelijks samen in een boot, maar zien elkaar voor het eerst in anderhalve maand nadat ze in Scheveningen voor de derde keer op rij wereldkampioen werden in hun klasse, de 49er. Geen omhelzing of enthousiaste begroeting, maar: “Hé, sorry dat ik te laat ben, hoor, alles goed?” Stuurman Bart komt vijf minuten na Floris met natte haren en een nonchalante glimlach binnen lopen. Bemanning Floris knikt rustig: “Ja, man, goed hoor.” Op het water bereiken ze al balancerend snelheden van zo’n 45 kilometer per uur. Buiten de boot zijn het rustige, nuchtere types, die aan weinig woorden genoeg hebben. Het valt even stil. Totdat het over zeilen gaat en er even later gevraagd wordt naar hun derde wereldtitel van dit jaar. Floris: “Het is best bijzonder, ik zag hem niet aankomen. Maar ik wist vroeger al: als ik dit met iemand kan bereiken, dan is het wel met Bart.” Bart: “Ik had het ook niet verwacht. Het is wel altijd het doel geweest, dan is het best leuk dat het lukt. En ook nog op thuiswater. Er stonden een hoop familie en vrienden op de pier.” Floris knikt: “Gedurende de week kregen we veel succeswensen. Mensen die normaal niet betrokken zijn, kregen er dit keer wel wat van mee. Extra leuk als je dan wint.” Jeugdkamp De twee zeilers kennen elkaar al jaren. Bart: “Ik was acht toen ik jou voor het eerst zag. Ik zeilde in de optimist. Jij gaf training aan mij op een jeugdkamp in Friesland. Jij zeilde toen ook in de optimist, maar was een stuk beter, je bent ook drie jaar ouder.” Floris: “Ik was die week door mijn enkel gegaan, dus ik kon niet meer lopen. Ik ging in de coachboot mee en gaf Bart wat tips.” Bart: “Ik begon net met wedstrijdzeilen en jij was een van de beste van Nederland. Ik keek tegen je op.” Floris: “Ik zeilde lekker mijn rondjes en soms ging het best goed. Het spelletje zelf begreep ik toen nog niet zo goed. Pas veel later begon ik de sport wat beter te doorgronden en had ik door wat ik ervoor moest doen.” Bart: “Bij mij ging het iets sneller. Ik ging op mijn tiende naar mijn eerste WK. De beste vijf van Nederland werden daarvoor geselecteerd. In de optimist werd ik al een keer tweede op de WK.” Allebei zijn ze opgegroeid met het water. Floris met twee broers in Hoorn, Bart met een broer en een zus in Haarlem. Floris: “Mijn ouders hadden een kajuitboot en daar toerden ze een beetje op met mij en mijn twee broers. Ze waren geen wedstrijdzeilers, waren vroeger vooral actief in de triatlonsport. Ik ben dus wel opgegroeid met het idee dat het belangrijk is om fit en gezond te zijn. Mijn ouders vonden het belangrijk dat ik aan sport deed. Met mijn broer Laurens heb ik nog een tijdje samen in een boot gezeild.” Bart: “Mijn ouders hebben veel wedstrijden gezeild. Mijn moeder ging als reserve naar de Olympische Spelen. Mijn vader deed mee aan de Olympische Spelen in 1984, in de Tornado-klasse. Wij hadden een vakantiehuisje in Friesland waar ze mijn broer, zus en mij leerden zeilen.” Bart werd in Nederland van jongs af aan al gezien als het grote zeiltalent. Bart: “Ieder jaar wordt in Nederland de Conny van Rietschoten Trofee uitgereikt, een prijs aan de beste zeiler of zeilteam van het jaar. Er is ook een talentprijs, waar ik voor werd genomineerd. Dat was best bijzonder voor een jongen van elf jaar hoor, maar ik voelde toen nog niet dat men vanuit het Watersportverbond dacht: die Bart gaat het maken.” Centjes Na de jeugdboot optimist zeilden Bart en Floris in tweemansboten. Het KPN Sportfonds besloot na de Spelen van 2016 het Watersportverbond te ondersteunen en een tweejarig traject in te gaan met zes zeilers in de 49er-klasse, die bekendstaat als de koningsklasse van het olympische zeilen, met als ambitieus doel: de eerste Nederlandse deelname in de 49er op de Olympische Spelen. De zes zeilers zouden rouleren, om uiteindelijk het sterkste team te kunnen vormen. Ook Floris had de kans om aan te sluiten, maar besloot anders. ‘Mijn broer was drugsverslaafd, het was bij ons thuis dus niet meer zo stabiel. Ik had geen geld en kon het ook niet meer opbrengen om de sport uit te oefenen’ Floris: “Voordat KPN besloot dit traject te ondersteunen, had ik al even in de 49er gezeild, maar het werd toen nog nauwelijks ondersteund door het Watersportverbond. Ik had het lastig. Mijn ouders hadden mij altijd gesteund, ook financieel. Op mijn achttiende zeiden ze: ‘Je bent volwassen en moet het nu zelf uitzoeken, zelf bedenken hoe je het gaat regelen.’ Thuis speelden er meer dingen, mijn broer was drugsverslaafd, het was bij ons dus niet meer zo stabiel. Ik had geen geld en kon het ook niet meer opbrengen om de sport uit te oefenen zoals ik dat voor ogen had. Dat roulatiesysteem zag ik ook niet zitten. Ik wilde toen al graag met Bart in de boot, maar dat kon niet. Had geen energie om iedere keer weer met iemand anders in de boot te zitten, besloot ermee te stoppen. Ik ben gaan coachen en in de ‘grotebotenwereld’ terechtgekomen.” Bart: “Ik koos bewust voor het traject met het KPN Sportfonds. Twee jaar lang werden we financieel ondersteund. Dat was heel fijn, zeilen is een dure sport. We kregen een startbedrag waarmee we materiaal konden kopen en waardoor we er bijvoorbeeld voor konden kiezen om naar een belangrijke wedstrijd in Miami te gaan. In die twee jaar tijd hebben we ons daardoor enorm kunnen ontwikkelen.” Na ruim een jaar kwam het sterkste team uit de bus: stuurman Bart, samen met bemanning Pim van Vugt. Hun ontwikkeling ging zo hard, dat het doel werd bereikt. Bart en Pim kwalificeerden zich als eerste Nederlandse 49er-team ooit voor de Spelen en eindigden in Tokio als zesde. Floris keek vanaf de zijlijn toe. Floris: “Ik was hartstikke blij voor Bart en Pim, gunde het die gasten heel erg, heb hen altijd gevolgd. Maar ik had zelf natuurlijk ook graag in die boot willen zitten, had mijn olympische zeilcarrière nooit af weten te maken.” Na de Spelen in Tokio besloot Bart niet verder te gaan met Pim. Bart: “Pim en ik waren een heel goed duo, maar ik had niet het gevoel dat wij samen goud konden winnen. Onze samenwerking en communicatie liepen niet zoals het in een goed team zou moeten lopen. Vanuit de bond werd mijn keuze niet gestimuleerd. Zij zagen de resultaten van mij en Pim en waren juist tevreden. Ik zag het anders, vond het gewoon net niet goed genoeg.” Dus pakte Bart de telefoon. Bart: “Ik wilde door in de 49er, en dacht meteen aan Floris. Ik had al een paar keer eerder met hem gezeild, tijdens mijn eerste dagen in een 49er, en wist dat het prima klikte. Ik belde jou op en vroeg of je wat wilde drinken.” Floris: “Ik dacht: misschien wil je advies over iets, wist niet dat het over de 49er ging. Toen je vroeg of ik geïnteresseerd was om weer terug te keren als zeiler en om het met jou samen te proberen, heb ik er niet lang over na hoeven denken. Ik dacht: als er een kans is om mijn sportcarrière nog een succesvol vervolg te geven, dan is dit ’m. Had op dat moment geen andere verplichtingen of restricties. Ik had genoeg centjes verdiend, was zeven maanden in Australië geweest en later in het Caribisch gebied, had op grote boten mijn geld verdiend en heel veel geleerd over mezelf en over werken in een team. Toen jij me vroeg, kon ik er ook echt vol voor gaan. Maar tegelijkertijd had ik lang niet in de 49er gezeild. Ik heb jou ook gewaarschuwd, zei: besef dat je met mij misschien eerst een stap terug moet doen voordat je vooruit kunt.” Bart: “We zeilden een EK als test. Dat ging goed en ik had het gevoel dat we veel progressie konden maken. Twee maanden later stond ons eerste WK op het programma. In de tussentijd gingen we met sprongen vooruit zodat we meteen wereldkampioen werden.” Rocket science “Veel mensen vragen ons waarom wij nou zo’n goed team zijn,” zegt Floris. “Wij weten heel goed hoe wij als team beter moeten worden en wat voor attitude daarvoor nodig is. Ook onze coach Rick Peacock helpt ons daar natuurlijk bij.” Bart knikt: “Wij zijn een goede match. Naast een goede zeiler is Floris ook een goede teamspeler.” Floris: “Jij kan enorm gefocust zijn, dan voel ik geen twijfel bij jouw beslissingen en weten we dat we het hardst van iedereen gaan. Daar krijg ik dan ook veel vertrouwen van.” Bart: “Ik ben niet zo afhankelijk van invloeden van buitenaf, ideeën en gedachten van anderen interesseren mij niet zo. Ik twijfel ook bijna nooit. Ons samenspel klopt gewoon. Kort door de bocht is het zo dat ik stuur en de beslissingen neem, bepaal waar we heen gaan, en Floris ervoor zorgt dat we hard gaan.” Floris: “Voor een wedstrijd delen we onze tactische ideeën en bepalen we hoe we het willen doen.” Bart: “Maar in het zeilen blijven de condities veranderen. Wij zijn flexibel, passen die plannen continu aan.” Floris: “We proberen veel te zeggen met weinig woorden. We praten niet meer dan nodig. Of we tijdens een wedstrijd weleens boos op elkaar zijn? Tuurlijk. Ik word dan heel stil, ga aan mezelf twijfelen en over dingen nadenken. Bart is altijd wat meer uitbundiger dan ik.” Bart, lachend: “Ik raak dan een beetje gefrustreerd.” Floris: “Het is de kunst om die irritatiemomenten kort en krachtig te laten zijn.” Een jaar na hun eerste wereldtitel prolongeerden Bart en Floris hun titel op de WK in Canada. Deze zomer werden ze in Scheveningen dus voor de derde keer wereldkampioen. Floris: “Het verschil met onze concurrenten lijkt op papier groter dan het is, hoor.” Bart: “Waar wij misschien beter in zijn, is dat wij heel gestructureerd werken. Als er iets fout gaat, gaan we daar heel diep op in en zorgen we dat we er maximaal van leren. Soms zijn die gesprekken moeilijk of gevoelig, maar we gaan ze niet uit de weg.” Floris: “Ik merk ook dat veel teams het moeilijk vinden om tijdens een wedstrijd heel specifiek iets onder de knie te krijgen. Als wij iets willen oefenen, maakt het resultaat ons niet uit. Wij willen pas pieken op een WK en de Spelen. In de winter zijn we een keer zeventiende geworden in een trainingswedstrijd omdat we ons focusten op onze start. Deze zomer bij de WK merkten we daar pas het resultaat van.” Of een drievoudig wereldkampioen ook door concurrenten nauwlettend in de gaten gehouden wordt? Bart: “Geen idee, dat boeit mij ook echt niet.” Floris: “Ik zie wel dat mensen soms denken dat we rocket science in handen hebben. Dat we bepaalde standen op de boot hebben die speciaal zijn. Soms komt er dan een coach of een ander team even bij ons kijken.” Bart knikt: “Ja, dan denken ze dat we een speciale boot hebben, of zo.” Floris, lachend: “En dan denken wij: wat zijn mensen toch dom.” Tijdens trainingsperiodes en wedstrijden in het buitenland delen de mannen vaak een accommodatie met Odile van Aanholt en Annette Duetz, het 49erFX- vrouwenteam, dat in 2022 tegelijkertijd met de mannen wereldkampioen werd en dit jaar als tweede eindigde op de WK. Bart: “Het is heel fijn om dit met elkaar te doen, dat we ook met iemand kunnen praten buiten ons team. We snappen elkaar, want we doen hetzelfde.” Floris: “Soms is het fijn om een third opinion te hebben in een bepaalde situatie. We lopen tegen dezelfde dingen aan. Vaak praat ik met Annette, die ook bemanning is. Samen kunnen we sneller een probleem oplossen dan alleen.” Naast dat ze zeilcollega’s zijn, hebben Bart en Odile al jarenlang een relatie. Bart, lachend: “Het gaat thuis best vaak over zeilen. Voor Odile zou dat wel iets minder mogen, voor mij soms iets meer. Het is in ieder geval heel fijn dat we elkaar begrijpen.” Ook Floris heeft een relatie met een zeilster. Na de Spelen in Parijs volgend jaar geeft hij zijn jawoord aan Laser-zeilster Maxime Jonker. Floris: “We zijn onze bruiloft nu aan het organiseren, zodat we de rest van het jaar daar geen zorgen over hebben.” Bart, lachend: “Ik sta gelukkig ook op hun gastenlijst, samen met Odile en Annette.” Terwijl Odile en Bart beiden heel succesvol zijn in hun klasse en zich al hebben gekwalificeerd voor de Spelen in Parijs, heeft Maxime de pech dat Marit Bouwmeester, olympisch kampioen en meervoudig wereldkampioen, haar grootste concurrent is voor dat ene Nederlandse olympische ticket in hun klasse. Floris: “Tijdens de WK had Max het mentaal zwaar, ze eindigde buiten de top tien. Ze heeft er altijd voor gekozen om Marit te challengen. Die heeft al heel wat gewonnen, maar Max denkt dat zij dat ook kan. Daar heb ik veel respect voor. Ze rent haar dromen achterna, haar doorzettingsvermogen is een voorbeeld voor mij. Maar thuis zeg ik altijd: ik ben je verloofde, niet je coach. Ik probeer gesprekken over zeilen te voorkomen. Als Max om mijn mening vraagt, dan geef ik die eerlijk. Maar soms hoort zij liever iets anders.” Materiaal In maart zeilen de mannen nog een WK op Lanzarote, waar ze hun vierde wereldtitel op rij kunnen winnen, maar 2024 staat vooral in het teken van de Spelen. Voor Floris wordt het zijn olympische debuut. Bart: “Ik heb Floris nog niks verteld over de Spelen en hoe het eraan toegaat. Dat merk je ter plekke wel, toch? In de zeilsport kan van alles gebeuren. Als we een week heel weinig wind hebben, dan wordt iemand anders olympisch kampi- oen dan als het een week heel hard waait. Wij kunnen met beide omstandigheden olympisch kampioen worden.” Floris: “Met veel wind zijn er teams die sneller zijn dan wij en met weinig wind zijn er ook teams die sneller zijn. Statistisch gezien hebben wij de meeste kans op goud als we wisselende condities hebben, wij zijn allround.” Ondertussen zijn Bart en Floris ook met andere dingen bezig dan alleen de 49er. Floris:“Ieder jaar coach ik ook nog wat buitenlandse jongens. In oktober heb ik een paar 49er-teams gecoacht in Miami. Ook al zijn dat niet de allerbeste ploegen, het helpt mij om andere teams van de buitenkant te bestuderen, dat maakt Bart en mij ook beter. En ik heb er een hoop lol in.” Bart: “Ik ben bezig met de Youth America’s Cup en de Women’s America’s Cup. We gaan in beide disciplines meedoen met een Nederlands team. We trainen veel in een simulator, dat blijf ik het komende jaar ook af en toe doen. Anderhalve maand na de Spelen worden die wedstrijden gehouden.” Floris: “Helaas val ik niet meer onder de jeugd, maar ik droom na mijn olympische carrière ook van het professionele zeilen als de America’s Cup of de Sail GP, een andere league in het zeilen waar ze met foilende catamarans werken.” Bart knikt: “Daar kun je tot een redelijk late leeftijd mee door blijven gaan.” Floris: “Maar voorlopig zijn we nog niet klaar met olympisch zeilen.” Eén ding is zeker: als een van de topfavorieten zal het team op de Spelen verschijnen. Floris: “Onbewust voel ik die druk al. Bij mij ontstaat er dan een soort superfocus.” Bart: “Ik voel nu nog geen druk, maar dat zal tegen die tijd vast wel komen. Mensen geven toch een stuk meer om de Olympische Spelen dan om een WK. Aan de andere kant: het is maar materiaal hoor, een klein stukje goud.” Helden Magazine 69 Het verhaal van Bart Lambriex en Floris van de Werken komt voort uit het dubbeldikke eindejaarsnummer van Helden. De laatste editie van 2023 staat traditioneel in het teken van een terugblik op het afgelopen sportjaar, waarop Femke Bol de cover siert. De atlete blikt uitgebreid terug op het jaar waarin alles wat ze aanraakte in goud leek te veranderen. Helden ging daarnaast in Engeland op bezoek bij Nathan Aké, die met Manchester City de landstitel, FA Cup en Champions League won. Hij werd samen met zijn echtgenote Kaylee, met wie hij al sinds zijn vijftiende samen is, geïnterviewd en gefotografeerd. Bijzonder was ook het bezoek aan de familie Schippers. Dafne nam afscheid van de atletiek en samen met haar ouders, zus en broer blikte ze terug op haar indrukwekkende carrière. In de 69ste editie van Helden komen tal van sporters aan het woord die 2023 kleur gaven. Wout Poels blikt terug op ritzeges in de Tour en Vuelta, maar ook op het verlies van ploeggenoot Gino Mäder. Golden Sisters Bente en Lieke Rogge werden samen wereldkampioen waterpolo. Femke Kok kroonde zich tot de eerste Nederlandse wereldkampioene op de 500 meter en toont zich zoals we haar niet eerder zagen. Karolien en Finn Florijn zijn gezegend met geweldige roeigenen, ze pakten allebei WK-goud; een dubbelinterview. Jeffrey Hoogland is koning op de kilometer. Hij werd voor de vierde keer wereldkampioen op ‘zijn’ afstand en verbeterde het wereldrecord. Een openhartig gesprek met de kilometervreter. Verder keerde Marit Bouwmeester terug na de bevalling van haar dochter in 2022 en werd meteen weer Europees kampioen. Feyenoord werd ook kampioen en Lutsharel Geertruida had daar een belangrijk aandeel in. Hij doet zijn verhaal. Joey Veerman won in 2023 de KNVB-beker en werd vader. Een gesprek met de uitgesproken voetballer over wie veel mensen een mening hebben. Ook een verhaal over Lionel Messi en de club waar hij afgelopen zomer heen verhuisde, het Inter Miami van David Beckham. Een portret van Carlos Alcaraz, de nieuwe posterboy van het tennis die Novak Djokovic klopte in de finale op Wimbledon in dé wedstrijd van het jaar. En als laatste was het voor schaatscoach Kosta Poltavets en voetbaltrainer Anoush Dastgir juist een zwaar jaar, door de situatie in hun geboortelanden Oekraïne en Afghanistan. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 69 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.