Word abonnee
Meer

Basketbal

Dinja en Joeri van Liere: Wereldveroveraars

Dinja en Joeri van Liere Dinja en Joeri van Liere zijn een uniek duo. Dinja (33) deed als amazone mee aan de Olympische Spelen in Parijs, broer Joeri (38) maakt zich op voor de Paralympische Spelen als rolstoelbasketballer. Twee gezinsleden die in dezelfde maand deelnemen aan de Spelen; historie hebben ze sowieso al geschreven. Bij het domein van zijn zus, de stal in Uden, speelt Joeri met de honden, die de basketbal net zo interessant vinden als hij. “Het is heel mooi hier.” Hij kijkt naar ‘de bak’ waarin zus Dinja rijdt. Verderop in de wei staan de paarden. Dinja en Joeri groeiden samen met hun broer Twan op in het Zeeuwse Kapellen, waar Joeri nog altijd woont. De broers raakten in de ban van motorcross. “Ik croste al op mijn vierde, we waren elk weekend onderweg voor races. Jij was een crossmeisje, ging altijd mee toen je klein was, maar speelde dan met vriendinnetjes in de blubber en het zand.” Dinja: “Jullie toerden door Nederland, gingen zelfs naar Tsjechië voor het jeugd-EK. Ik vond het leuk, maakte veel mee.” Joeri: “We verbleven vaak op een camping. Elke maandag op school had ik een nieuw verhaal te vertellen, leuker dan dat van klasgenootjes.” Dinja: “Ik zat ook niet op dezelfde golflengte als mijn klasgenootjes.” Flits en surprise Waar haar broers in de ban waren van motorcrossen, werd Dinja al op jonge leeftijd verliefd op paarden. De sponsor van Joeri en Twan had dochters die paarden hadden. “Ik wilde nergens anders meer heen dan naar die paarden. Daarna kreeg ik van mijn opa mijn eerste pony: Flits, een springpony. Ik kreeg hetzelfde leven als mijn broers, maar dan in een andere wereld. Opa bracht Flits en mij overal naartoe. Het gaf me een gevoel van vrijheid, ik was niet aan één plek gehecht.” Lachend: “Het was het tegenovergestelde van een burgerlijk bestaan.” Na Flits kwam Surprise, ook een springpony. “Over hem had ik niks te vertellen, die ging gewoon stilstaan midden in het parcours. Mij werd geadviseerd om dressuur te gaan doen, zodat ik meer controle over de pony zou krijgen. Zo is het begonnen. Het mooie aan dressuur is dat als je een paard, dat iets minder kwaliteit heeft, netjes africht en er goed mee oefent, je heel veel ver kunt komen. Bij het springen ben je afhankelijk van een paard dat de kwaliteit heeft hoog te springen.” Helden Magazine nummer 73  Het eerste gedeelte van het interview met Dinja en Joeri van Liere komt voort uit Helden Magazine nummer 73. Deze editie staat in het teken van het nieuwe voetbalseizoen, biedt uitgebreide aandacht voor wielrennen en besteedt ruimschoots aandacht aan de Paralympische Spelen. Cody Gakpo, de ster van het Nederlands elftal bij het afgelopen EK, siert de cover van Helden. In Liverpool krijgt hij nu te maken met nieuwe trainer Arne Slot en zijn assistent John Heitinga. Kan hij The Reds ook bij de hand nemen?  Voetbal  Naast Gakpo, waarbij het in het verhaal ook gaat over zijn tijd bij regerend landskampioen PSV, ook een uitgebreid interview met John de Wolf. Hij vertelt over zijn tijd met Arne Slot, Quilindschy Hartman, alzheimer en zijn imago. We maken ook kennis met het nieuwe kroonjuweel van Ajax: Jorrel Hato. In een turbulente periode bij de Amsterdamse club, ontwikkelt hij zich stormachtig. Ian Maatsen had een geweldig seizoen: haalde de Champions League-finale, kreeg een uitnodiging voor het EK en maakte een transfer naar Aston Villa. Hij doet zijn bijzondere verhaal en Lasse Schöne blikt terug op de Europa League-finale van 2017.   Wielrennen  Tom Dumoulin liet in 2015 in de Ronde van Spanje voor het eerst zien dat er een ronderenner in hem schuilde. Hij blikt uitgebreid terug op zijn indrukwekkende carrière. Een geweldige loopbaan had ook Annemiek van Vleuten. Aan de hand van foto's neemt ze ons, in aanloop naar de Tour de France Femmes die in Nederland start, mee terug in de tijd. De Tour de France voor vrouwen eindigt op Alpe d'Huez. Peter Winnen weet wat het is om te winnen op 'de Nederlandse berg'; hij flikte het twee keer. Hij neemt ons mee.  Paralympische Spelen  Paralympisch boegbeeld en atlete Fleur Jong kreeg bezoek van Victoria Koblenko. Niels Vink, een van de beste quad-rolstoeltennissers, vertelt zijn verhaal. Dat doet ook verspringer en sprinter Joël de Jong, kind van een donorvader en op jonge leeftijd getroffen door botkanker.  Nog meer Helden  Verder in deze editie van Helden: tennisser Jesper de Jong vertelt in aanloop naar de US Open onder andere over Carlos Alcaraz, Jannik Sinner, Tallon Griekspoor en zijn trouwste fan: zijn opa. Jelto Spijker is een opvallende verschijning in de machowereld van het waterpolo; hij is keeper en kwam op zijn zeventiende uit de kast. En nog veel meer! 
Dinja en Joeri van Liere Dinja en Joeri van Liere zijn een uniek duo. Dinja (33) deed als amazone mee aan de Olympische Spelen in Parijs, broer Joeri (38) maakt zich op voor de Paralympische Spelen als rolstoelbasketballer. Twee gezinsleden die in dezelfde maand deelnemen aan de Spelen; historie hebben ze sowieso al geschreven. Bij het domein van zijn zus, de stal in Uden, speelt Joeri met de honden, die de basketbal net zo interessant vinden als hij. “Het is heel mooi hier.” Hij kijkt naar ‘de bak’ waarin zus Dinja rijdt. Verderop in de wei staan de paarden. Dinja en Joeri groeiden samen met hun broer Twan op in het Zeeuwse Kapellen, waar Joeri nog altijd woont. De broers raakten in de ban van motorcross. “Ik croste al op mijn vierde, we waren elk weekend onderweg voor races. Jij was een crossmeisje, ging altijd mee toen je klein was, maar speelde dan met vriendinnetjes in de blubber en het zand.” Dinja: “Jullie toerden door Nederland, gingen zelfs naar Tsjechië voor het jeugd-EK. Ik vond het leuk, maakte veel mee.” Joeri: “We verbleven vaak op een camping. Elke maandag op school had ik een nieuw verhaal te vertellen, leuker dan dat van klasgenootjes.” Dinja: “Ik zat ook niet op dezelfde golflengte als mijn klasgenootjes.” Flits en surprise Waar haar broers in de ban waren van motorcrossen, werd Dinja al op jonge leeftijd verliefd op paarden. De sponsor van Joeri en Twan had dochters die paarden hadden. “Ik wilde nergens anders meer heen dan naar die paarden. Daarna kreeg ik van mijn opa mijn eerste pony: Flits, een springpony. Ik kreeg hetzelfde leven als mijn broers, maar dan in een andere wereld. Opa bracht Flits en mij overal naartoe. Het gaf me een gevoel van vrijheid, ik was niet aan één plek gehecht.” Lachend: “Het was het tegenovergestelde van een burgerlijk bestaan.” Na Flits kwam Surprise, ook een springpony. “Over hem had ik niks te vertellen, die ging gewoon stilstaan midden in het parcours. Mij werd geadviseerd om dressuur te gaan doen, zodat ik meer controle over de pony zou krijgen. Zo is het begonnen. Het mooie aan dressuur is dat als je een paard, dat iets minder kwaliteit heeft, netjes africht en er goed mee oefent, je heel veel ver kunt komen. Bij het springen ben je afhankelijk van een paard dat de kwaliteit heeft hoog te springen.” Helden Magazine nummer 73  Het eerste gedeelte van het interview met Dinja en Joeri van Liere komt voort uit Helden Magazine nummer 73. Deze editie staat in het teken van het nieuwe voetbalseizoen, biedt uitgebreide aandacht voor wielrennen en besteedt ruimschoots aandacht aan de Paralympische Spelen. Cody Gakpo, de ster van het Nederlands elftal bij het afgelopen EK, siert de cover van Helden. In Liverpool krijgt hij nu te maken met nieuwe trainer Arne Slot en zijn assistent John Heitinga. Kan hij The Reds ook bij de hand nemen?  Voetbal  Naast Gakpo, waarbij het in het verhaal ook gaat over zijn tijd bij regerend landskampioen PSV, ook een uitgebreid interview met John de Wolf. Hij vertelt over zijn tijd met Arne Slot, Quilindschy Hartman, alzheimer en zijn imago. We maken ook kennis met het nieuwe kroonjuweel van Ajax: Jorrel Hato. In een turbulente periode bij de Amsterdamse club, ontwikkelt hij zich stormachtig. Ian Maatsen had een geweldig seizoen: haalde de Champions League-finale, kreeg een uitnodiging voor het EK en maakte een transfer naar Aston Villa. Hij doet zijn bijzondere verhaal en Lasse Schöne blikt terug op de Europa League-finale van 2017.   Wielrennen  Tom Dumoulin liet in 2015 in de Ronde van Spanje voor het eerst zien dat er een ronderenner in hem schuilde. Hij blikt uitgebreid terug op zijn indrukwekkende carrière. Een geweldige loopbaan had ook Annemiek van Vleuten. Aan de hand van foto's neemt ze ons, in aanloop naar de Tour de France Femmes die in Nederland start, mee terug in de tijd. De Tour de France voor vrouwen eindigt op Alpe d'Huez. Peter Winnen weet wat het is om te winnen op 'de Nederlandse berg'; hij flikte het twee keer. Hij neemt ons mee.  Paralympische Spelen  Paralympisch boegbeeld en atlete Fleur Jong kreeg bezoek van Victoria Koblenko. Niels Vink, een van de beste quad-rolstoeltennissers, vertelt zijn verhaal. Dat doet ook verspringer en sprinter Joël de Jong, kind van een donorvader en op jonge leeftijd getroffen door botkanker.  Nog meer Helden  Verder in deze editie van Helden: tennisser Jesper de Jong vertelt in aanloop naar de US Open onder andere over Carlos Alcaraz, Jannik Sinner, Tallon Griekspoor en zijn trouwste fan: zijn opa. Jelto Spijker is een opvallende verschijning in de machowereld van het waterpolo; hij is keeper en kwam op zijn zeventiende uit de kast. En nog veel meer! 

BMX

Niek Kimmann: ‘Ik ben bezig met een grote ontdekkingsreis’

Niek Kimmann Olympisch goud, wereldtitels; Niek Kimmann won alles wat er te winnen valt als BMX’er. Na de Spelen in Tokio had hij het moeilijk en kreeg hij te maken met een postolympische dip. Maar in aanloop naar Parijs staat hij er weer. Een monoloog in Helden Magazine nummer 72 over goud, vallen en weer opstaan met de aanstaande vader. “Ik ben na de Spelen in Tokio zoekende geweest. Ik begon op mijn zevende met fietsen, was twaalf toen BMX’en een olympische sport werd. Van jongs af aan waren de Spelen mijn grote doel, daar wilde ik op een dag heen. Ik werd op mijn achttiende wereldkampioen bij de junioren en een jaar later, in 2015, ook meteen bij de senioren. Het bleef maar goed gaan. Als ik het ene doel had bereikt, ging ik door naar het volgende. Ik was ook nooit tevreden. Als ik een nationale wedstrijd won, dacht ik: leuk, maar dit is geen Europese wedstrijd. Als ik een Europese wedstrijd won, zei ik tegen mezelf: dit is geen WK. En toen ik wereldkampioen werd, redeneerde ik: mooi, maar dit zijn niet de Spelen. In mijn hoofd zat ook steeds: als ik op de Spelen geen medaille pak, dan voelt dat als falen. Ik was daar al die jaren heel extreem in. Voortdurend waren de Spelen die heel heldere stip op de horizon. Als je ergens al meer dan de helft van je leven naartoe hebt geleefd en je bereikt meteen het allerhoogste, dan is dat heel erg mooi. Olympisch kampioen, beter wordt het niet als sportman. Meteen daarna werd ik ook nog eens wereldkampioen in eigen land. Zo bizar. En toen had ik dus alles bereikt waarvan ik had gedroomd. Voor het eerst was ik tevreden. Heel comfortabel als je dat kunt zijn over jezelf, maar al snel was het heel oncomfortabel om me zo comfortabel te voelen. Omdat ik nooit dat gevoel had gehad. Al snel kwam die ene vraag omhoog: welke kant wil ik nu op, wat ga ik doen? Tot en met de Spelen was het pad dat ik moest bewandelen heel duidelijk en ineens was er geen pad meer. Ik kreeg te maken met een postolympische dip. Maar doordat er door het uitstellen van de Spelen in Tokio slechts drie jaar zat tot Parijs besloot ik maar gewoon door te gaan. Ik kon erop wachten dat het misging, dat gebeurde in 2022. Ik ben in het jaar na de Spelen naar Amerika gegaan om de USABMX Nationals, een serie wedstrijden daar, te rijden. In Europa kende ik alle banen op mijn duimpje en daar was bijna alles nieuw voor me. Op die manier probeerde ik nieuwe prikkels te krijgen. Ik had in 2021 alles gewonnen wat er te winnen viel, dan sluipt in je hoofd: elk doel wat ik stel, haal ik. Ik had de standaard voor mezelf in 2021 zo hoog gelegd en ergens bekroop me toen de angst dat er een moment zou komen dat ik mijn doelen niet zou halen en dat mijn illusie naar de klote zou gaan. Achteraf was ik in 2022 bang om een hard doel te stellen, ik deed eigenlijk van alles wat. Want dan had ik voor mezelf ook een excuus als ik mijn doelen niet haalde. Dat kon ik tegen mezelf zeggen: ja, maar ik ging er ook niet vol voor. Ik was mezelf aan het saboteren. Op een gegeven moment dacht ik: wie probeer je nou eigenlijk voor de gek te houden? Topsport is: geen excuses. En ik was juist op zoek naar excuses. Dat had ik nooit gehad. Maar het ontstond doordat ik tot en met de Spelen de lat zo vreselijk hoog voor mezelf had gelegd. Ik zei op een gegeven moment tegen mezelf: je moet een doel stellen, daar vol voor gaan en als je het dan niet haalt, is het ook goed. Dat is makkelijker gezegd dan gedaan. 'Ik was mezelf aan het saboteren. Op een gegeven moment dacht ik: wie probeer je nou eigenlijk voor de gek te houden?' Ik was in 2022 ineens helemaal klaar met BMX’en, heb drie maanden lang mijn fiets niet aangeraakt. In die periode ben ik heel veel boeken gaan lezen, autobiografieën van sporters om erachter te komen hoe zij met zulke situaties zijn omgegaan. Ik vond het ook interessant om Tom Dumoulin in die periode te volgen. Hij had de Giro gewonnen, was wereldkampioen tijdrijden geworden, werd tweede in de Tour en op de Spelen en was op het moment dat ik zoekende was ook zoekende. Ik merkte ook dat de meeste sporters die zoekende waren drie jaar later gestopt waren met topsport. Dat gaf me niet veel vertrouwen. Ik realiseerde me dat het vooral belangrijk was dat ik mijn eigen weg zou zoeken. Ik heb in die periode ook met een sportpsycholoog gesproken en veel met mijn ouders gekletst.” Helden Magazine nummer 72 Het eerste gedeelte van het interview met Niek Kimmann komt voort uit Helden Magazine nummer 72. Het extra dikke zomernummer van Helden staat volledig in het teken van drie grote sportevenementen: het EK voetbal in Duitsland, de Tour de France en de Olympische Spelen in Parijs. Op de cover van de 204 pagina's tellende editie schitteren drie rolmodellen van wereldklasse uit de Nederlandse atletiek: Femke Bol, Sifan Hassan en Lieke Klaver. Wat is het geheim van hun succes? Experts zoals Ellen van Langen, Caroline Feith, Bart Bennema en Gregory Sedoc delen hun inzichten. EK voetbal De sportzomer van 2024 wordt afgetrapt met het EK voetbal, dat op 14 juni begint. In deze Helden een verhaal over Ronald Koeman. Onder andere Frank Rijkaard, Ruud Gullit, broer Erwin Koeman, Guus Hiddink, Jordi Cruijff en Rafael van der Vaart delen hun mening over de bondscoach van het Nederlands elftal. Verder ging Helden naar Milaan voor een interview met revelatie Tijjani Reijnders en zijn vrouw. Daley Blind 106-voudig international - bespreekt zijn indrukwekkende carrière aan de hand van foto’s. Brian Brobbey over de bondscoach, Marco van Basten, zijn toekomst, zijn roots en racisme. Arie Haan gaat vijftig jaar terug in de tijd, naar het WK voetbal in West-Duitsland dat eindigde met een nationaal trauma. Jan Wouters blikt terug op het gewonnen EK van 1988, ook in Duitsland. Het is nog altijd de enige hoofdprijs van Oranje. Tour de France  Na het EK volgt de Tour de France, van 29 juni tot en met 21 juli. In deze Helden lees je een interview met sprinter Fabio Jakobsen en een portret van Mathieu van der Poel, die ook de olympische wegwedstrijd in Parijs rijdt. Jeroen Blijlevens en Steven de Jongh, ploegleiders bij Lidl-Trek, vertellen hun verhaal, en we vragen ons af: kan Sepp Kuss na de Vuelta ook de Tour winnen? Olympische Spelen De Olympische Spelen vinden plaats van 26 juli tot en met 11 augustus. Chef de mission Pieter van den Hoogenband kijkt terug op zijn gouden race twintig jaar geleden. Turnster Sanne Wevers bereidt zich voor op haar laatste kunstje, en baanwielrenner Harrie Lavreysen spreekt over hoge verwachtingen. Sharon van Rouwendaal gaat voor goud in het openwater, roeizussen Bente en Ilse Paulis geven een dubbelinterview, en Simone van de Kraats hoopt op goud in het waterpolo. Bovendien gingen we op bezoek bij Tes Schouten, Caspar Corbeau en Arno Kamminga, de drie schoolslagmusketiers. Alle drie zijn ze een medaillekandidaat in Parijs. Voor het eerst sinds 1992 plaatse een Nederlands duo zich op de 500 meter kanosprint voor de Spelen. Hoog tijd om kennis te maken met Selma Konijn en Ruth Vorsselman. Triatlontopper Maya Kingma stelde ernstige misstanden aan de kaak binnen het topsportprogramma van de triatlonbond. Dat werd de triatleet niet door iedereen in dank afgenomen. Joost Luiten is sinds kort vader en worstelde met golfyips. In aanloop naar de KLM Open, die hij twee keer won, doet hij zijn verhaal.
Niek Kimmann Olympisch goud, wereldtitels; Niek Kimmann won alles wat er te winnen valt als BMX’er. Na de Spelen in Tokio had hij het moeilijk en kreeg hij te maken met een postolympische dip. Maar in aanloop naar Parijs staat hij er weer. Een monoloog in Helden Magazine nummer 72 over goud, vallen en weer opstaan met de aanstaande vader. “Ik ben na de Spelen in Tokio zoekende geweest. Ik begon op mijn zevende met fietsen, was twaalf toen BMX’en een olympische sport werd. Van jongs af aan waren de Spelen mijn grote doel, daar wilde ik op een dag heen. Ik werd op mijn achttiende wereldkampioen bij de junioren en een jaar later, in 2015, ook meteen bij de senioren. Het bleef maar goed gaan. Als ik het ene doel had bereikt, ging ik door naar het volgende. Ik was ook nooit tevreden. Als ik een nationale wedstrijd won, dacht ik: leuk, maar dit is geen Europese wedstrijd. Als ik een Europese wedstrijd won, zei ik tegen mezelf: dit is geen WK. En toen ik wereldkampioen werd, redeneerde ik: mooi, maar dit zijn niet de Spelen. In mijn hoofd zat ook steeds: als ik op de Spelen geen medaille pak, dan voelt dat als falen. Ik was daar al die jaren heel extreem in. Voortdurend waren de Spelen die heel heldere stip op de horizon. Als je ergens al meer dan de helft van je leven naartoe hebt geleefd en je bereikt meteen het allerhoogste, dan is dat heel erg mooi. Olympisch kampioen, beter wordt het niet als sportman. Meteen daarna werd ik ook nog eens wereldkampioen in eigen land. Zo bizar. En toen had ik dus alles bereikt waarvan ik had gedroomd. Voor het eerst was ik tevreden. Heel comfortabel als je dat kunt zijn over jezelf, maar al snel was het heel oncomfortabel om me zo comfortabel te voelen. Omdat ik nooit dat gevoel had gehad. Al snel kwam die ene vraag omhoog: welke kant wil ik nu op, wat ga ik doen? Tot en met de Spelen was het pad dat ik moest bewandelen heel duidelijk en ineens was er geen pad meer. Ik kreeg te maken met een postolympische dip. Maar doordat er door het uitstellen van de Spelen in Tokio slechts drie jaar zat tot Parijs besloot ik maar gewoon door te gaan. Ik kon erop wachten dat het misging, dat gebeurde in 2022. Ik ben in het jaar na de Spelen naar Amerika gegaan om de USABMX Nationals, een serie wedstrijden daar, te rijden. In Europa kende ik alle banen op mijn duimpje en daar was bijna alles nieuw voor me. Op die manier probeerde ik nieuwe prikkels te krijgen. Ik had in 2021 alles gewonnen wat er te winnen viel, dan sluipt in je hoofd: elk doel wat ik stel, haal ik. Ik had de standaard voor mezelf in 2021 zo hoog gelegd en ergens bekroop me toen de angst dat er een moment zou komen dat ik mijn doelen niet zou halen en dat mijn illusie naar de klote zou gaan. Achteraf was ik in 2022 bang om een hard doel te stellen, ik deed eigenlijk van alles wat. Want dan had ik voor mezelf ook een excuus als ik mijn doelen niet haalde. Dat kon ik tegen mezelf zeggen: ja, maar ik ging er ook niet vol voor. Ik was mezelf aan het saboteren. Op een gegeven moment dacht ik: wie probeer je nou eigenlijk voor de gek te houden? Topsport is: geen excuses. En ik was juist op zoek naar excuses. Dat had ik nooit gehad. Maar het ontstond doordat ik tot en met de Spelen de lat zo vreselijk hoog voor mezelf had gelegd. Ik zei op een gegeven moment tegen mezelf: je moet een doel stellen, daar vol voor gaan en als je het dan niet haalt, is het ook goed. Dat is makkelijker gezegd dan gedaan. 'Ik was mezelf aan het saboteren. Op een gegeven moment dacht ik: wie probeer je nou eigenlijk voor de gek te houden?' Ik was in 2022 ineens helemaal klaar met BMX’en, heb drie maanden lang mijn fiets niet aangeraakt. In die periode ben ik heel veel boeken gaan lezen, autobiografieën van sporters om erachter te komen hoe zij met zulke situaties zijn omgegaan. Ik vond het ook interessant om Tom Dumoulin in die periode te volgen. Hij had de Giro gewonnen, was wereldkampioen tijdrijden geworden, werd tweede in de Tour en op de Spelen en was op het moment dat ik zoekende was ook zoekende. Ik merkte ook dat de meeste sporters die zoekende waren drie jaar later gestopt waren met topsport. Dat gaf me niet veel vertrouwen. Ik realiseerde me dat het vooral belangrijk was dat ik mijn eigen weg zou zoeken. Ik heb in die periode ook met een sportpsycholoog gesproken en veel met mijn ouders gekletst.” Helden Magazine nummer 72 Het eerste gedeelte van het interview met Niek Kimmann komt voort uit Helden Magazine nummer 72. Het extra dikke zomernummer van Helden staat volledig in het teken van drie grote sportevenementen: het EK voetbal in Duitsland, de Tour de France en de Olympische Spelen in Parijs. Op de cover van de 204 pagina's tellende editie schitteren drie rolmodellen van wereldklasse uit de Nederlandse atletiek: Femke Bol, Sifan Hassan en Lieke Klaver. Wat is het geheim van hun succes? Experts zoals Ellen van Langen, Caroline Feith, Bart Bennema en Gregory Sedoc delen hun inzichten. EK voetbal De sportzomer van 2024 wordt afgetrapt met het EK voetbal, dat op 14 juni begint. In deze Helden een verhaal over Ronald Koeman. Onder andere Frank Rijkaard, Ruud Gullit, broer Erwin Koeman, Guus Hiddink, Jordi Cruijff en Rafael van der Vaart delen hun mening over de bondscoach van het Nederlands elftal. Verder ging Helden naar Milaan voor een interview met revelatie Tijjani Reijnders en zijn vrouw. Daley Blind 106-voudig international - bespreekt zijn indrukwekkende carrière aan de hand van foto’s. Brian Brobbey over de bondscoach, Marco van Basten, zijn toekomst, zijn roots en racisme. Arie Haan gaat vijftig jaar terug in de tijd, naar het WK voetbal in West-Duitsland dat eindigde met een nationaal trauma. Jan Wouters blikt terug op het gewonnen EK van 1988, ook in Duitsland. Het is nog altijd de enige hoofdprijs van Oranje. Tour de France  Na het EK volgt de Tour de France, van 29 juni tot en met 21 juli. In deze Helden lees je een interview met sprinter Fabio Jakobsen en een portret van Mathieu van der Poel, die ook de olympische wegwedstrijd in Parijs rijdt. Jeroen Blijlevens en Steven de Jongh, ploegleiders bij Lidl-Trek, vertellen hun verhaal, en we vragen ons af: kan Sepp Kuss na de Vuelta ook de Tour winnen? Olympische Spelen De Olympische Spelen vinden plaats van 26 juli tot en met 11 augustus. Chef de mission Pieter van den Hoogenband kijkt terug op zijn gouden race twintig jaar geleden. Turnster Sanne Wevers bereidt zich voor op haar laatste kunstje, en baanwielrenner Harrie Lavreysen spreekt over hoge verwachtingen. Sharon van Rouwendaal gaat voor goud in het openwater, roeizussen Bente en Ilse Paulis geven een dubbelinterview, en Simone van de Kraats hoopt op goud in het waterpolo. Bovendien gingen we op bezoek bij Tes Schouten, Caspar Corbeau en Arno Kamminga, de drie schoolslagmusketiers. Alle drie zijn ze een medaillekandidaat in Parijs. Voor het eerst sinds 1992 plaatse een Nederlands duo zich op de 500 meter kanosprint voor de Spelen. Hoog tijd om kennis te maken met Selma Konijn en Ruth Vorsselman. Triatlontopper Maya Kingma stelde ernstige misstanden aan de kaak binnen het topsportprogramma van de triatlonbond. Dat werd de triatleet niet door iedereen in dank afgenomen. Joost Luiten is sinds kort vader en worstelde met golfyips. In aanloop naar de KLM Open, die hij twee keer won, doet hij zijn verhaal.

Zwemmen

Pieter van den Hoogenband – Opnieuw de aap op de rots

Pieter van den Hoogenband Pieter van den Hoogenband is tijdens de Spelen in Parijs voor de tweede keer chef de mission. Twintig jaar nadat hij voor de tweede maal olympisch goud won op de 100 meter vrije slag én zilver op de 200 vrij en 4x100 meter vrij, gaan we voor Helden Magazine nummer 72 met hem terug in de tijd, naar Athene 2004. “Natuurlijk twijfelde ik of ik daar wel kon zwemmen.” ‘Ik ben altijd zo trots op jou als een Fries, vriend.’ Het is een ingelijste, geschreven boodschap van zanger Guus Meeuwis die aan de muur van het tuinhuis van Pieter van den Hoogenband hangt, naast een akoestische gitaar van zijn goede vriend. De beroemde zin ‘Was men maar op Brabant zo trots als een Fries’ uit Meeuwis’ geuzenlied Brabant, is geïnspireerd op Pieter, verklapt de man die tijdens de Spelen in Parijs voor de tweede keer op zal treden als chef de mission van TeamNL. Maar voordat hij afreist, gaat hij op verzoek twintig jaar terug in de tijd, naar de Spelen van 2004 in Athene, toen hij nog furore maakte als zwemmer. “Eigenlijk moeten we eerst terug naar 2000.” Bij de Spelen in Sydney won Pieter twee keer olympisch goud en tweemaal brons. Met als bonus de status van Bekende Nederlander keerde hij terug uit Australië. “Een boekje U bent olympisch kampioen, wat nu? bestaat niet. Het was gekkenhuis toen ik terugkwam uit Sydney. Op een gegeven moment was ik huiverig om het huis uit te gaan. Gelukkig had ik met mijn coach Jacco Verhaeren al voor die Spelen een plan uitgedokterd richting Athene. We dachten: als de Spelen in Sydney een succes worden, moeten we onze partners ook meteen meenemen in onze plannen. Jacco en ik wisten dat we het niveau dat ik had nog een periode vast kon houden, sowieso tot en met de Spelen van 2004. Onderdeel van het plan was dat ik na Sydney eerst een half jaar rust zou nemen. Dat was nodig om de batterij weer op te laden en ik kon die tijd ook gebruiken om alles wat me overkwam een plek te geven. Door de trainingsachterstand was mijn niveau iets minder bij het WK in Fukuoka, in 2001. Ik werd vier keer vicewereldkampioen.” Terug naar de zin uit het officieuze volkslied van Noord-Brabant. “Ik won vier keer zilver, maar werd afgemaakt in de media. De tendens was: Van den Hoogenband heeft gefaald. Na het winnen van die twee olympische titels was alles minder dan goud ineens een tegenvaller. Guus ergerde zich daaraan. En zo kwam hij op de zin: ‘Was men maar op Brabant zo trots als een Fries’. Hoe er met mij werd omgegaan door de lokale media vond hij in schril contrast staan met de trots waarmee Friezen omgaan met hun helden.” Deceptie Na Sydney begon Pieter met zijn coach Jacco Verhaeren aan zijn derde olympische traject. Pieter werd weliswaar vierde op de 100 en 200 vrij bij de Spelen in Atlanta in 1996, maar Jacco en Pieter waren nog het wiel aan het uitvinden. Met alle opgedane informatie gingen ze het tweede traject in, dat dus resulteerde in twee olympische titels. “In Sydney was ik 22 en heel erg gestroomlijnd. Richting Athene werd ik wat gespierder door het explosieve werk dat ik deed: kortebaanwedstrijden en 50 meters. Jacco moest een aanpak bedenken waardoor ik minstens net zo snel bleef zwemmen als in Sydney, zo niet sneller, maar wel rekening houdend met dat veranderende lichaam.” Bij het EK in Berlijn in 2002 veroverde Pieter goud op de 100 en 200 vrij. Op de 100 meter bleef hij maar twee honderdste verwijderd van zijn in de halve finale in Sydney gezwommen wereldrecord van 47,84. Op de 200 meter zwom hij met 1.44,89 een halve seconde sneller dan op de Spelen. “We waren op de goede weg. Jacco en ik namen in aanloop naar het WK van 2003 in Barcelona een bewust risico, kozen ervoor om het World Cup-circuit in te gaan. Ik zwom veel wedstrijden, reisde veel.” Coach en pupil zagen EK’s en WK’s eigenlijk als generale repetities voor de Spelen. “Voor mij was een EK niet specialer dan een WK. Natuurlijk wilde ik goed voor de dag komen op een WK, maar in de jaren voor de Spelen konden we ook nog dingen uitproberen, zoals het World Cup-circuit afgaan om te kijken of mij dat beter zou maken met het oog op Athene. Het was goed om veel op hoog niveau te racen, om vaker die maximale prikkel te voelen, dachten we. Maar het gevolg was dat ik voor het WK al erg vermoeid was. Tijdens het laatste trainingskamp in Frankrijk kreeg ik er ook nog een voedselvergiftiging overheen. Ik viel flink af en was erg verzwakt. Ik kreeg speciale ziekenhuisvoeding die erg zieke mensen krijgen om aan te sterken. Het gevolg was dat ik niet in mijn beste vorm in Barcelona aankwam. Louis van Gaal en de selectie van Barcelona zaten op de tribune, net als veel vrienden die hadden geroepen: ‘Even de wereldtitel ophalen en lekker vakantie vieren in Barcelona, Pietje!’ Ik kwam niet in de buurt van mijn tijden van een jaar eerder, pakte zilver op de 100 en 200 meter vrij en brons op de 50 vrij. Dat WK werd een deceptie.” De voorbereiding op de Spelen in Athene begon in augustus 2003 met een weekje op ‘Gonzo’, de boot van Karel van den Brekel, de voormalig clubarts van PSV. “Aan ‘ome’ Karel heb ik mijn Brabantse tongval te danken,” zegt Pieter. Van den Brekel haalde Cees-Rein van den Hoogenband naar het St. Anna Ziekenhuis in Geldrop. Samen gingen zij in de jaren tachtig als ‘hobby’ ook aan de slag als clubartsen van PSV. Terug naar het weekje zeilen. “’Ome’ Karel had in de smiezen dat ik een flinke teleurstelling te verwerken had toen ik terugkwam uit Barcelona. Ome Karel zei: ‘Mijn boot ligt in Zeeland, vind je het leuk om een weekje samen te gaan zeilen?’ Hij haalde me op, rookte tijdens de autorit Gauloises-sigaretten zonder filter en had daarom gedurende de hele rit het autoraam halfopen. Ik had een paar boeken mee en samen filosofeerden we aan boord over het leven. Ik heb goed geslapen en tijdens het varen spraken we soms een tijdlang niet tegen elkaar. Tijdens die week analyseerde ik wat er fout was gegaan, ik nam de lessen in me op met het oog op de Spelen. In die week rukte ik op de resetknop. Daarna was ik mentaal weer fris en klaar om naar de Spelen toe te werken.” Helden Magazine nummer 72 Het eerste gedeelte van het interview met Pieter van den Hoogenband komt voort uit Helden Magazine nummer 72. Het extra dikke zomernummer van Helden staat volledig in het teken van drie grote sportevenementen: het EK voetbal in Duitsland, de Tour de France en de Olympische Spelen in Parijs. Op de cover van de 204 pagina's tellende editie schitteren drie rolmodellen van wereldklasse uit de Nederlandse atletiek: Femke Bol, Sifan Hassan en Lieke Klaver. Wat is het geheim van hun succes? Experts zoals Ellen van Langen, Caroline Feith, Bart Bennema en Gregory Sedoc delen hun inzichten. EK voetbal De sportzomer van 2024 wordt afgetrapt met het EK voetbal, dat op 14 juni begint. In deze Helden een verhaal over Ronald Koeman. Onder andere Frank Rijkaard, Ruud Gullit, broer Erwin Koeman, Guus Hiddink, Jordi Cruijff en Rafael van der Vaart delen hun mening over de bondscoach van het Nederlands elftal. Verder ging Helden naar Milaan voor een interview met revelatie Tijjani Reijnders en zijn vrouw. Daley Blind 106-voudig international - bespreekt zijn indrukwekkende carrière aan de hand van foto’s. Brian Brobbey over de bondscoach, Marco van Basten, zijn toekomst, zijn roots en racisme. Arie Haan gaat vijftig jaar terug in de tijd, naar het WK voetbal in West-Duitsland dat eindigde met een nationaal trauma. Jan Wouters blikt terug op het gewonnen EK van 1988, ook in Duitsland. Het is nog altijd de enige hoofdprijs van Oranje. Tour de France  Na het EK volgt de Tour de France, van 29 juni tot en met 21 juli. In deze Helden lees je een interview met sprinter Fabio Jakobsen en een portret van Mathieu van der Poel, die ook de olympische wegwedstrijd in Parijs rijdt. Jeroen Blijlevens en Steven de Jongh, ploegleiders bij Lidl-Trek, vertellen hun verhaal, en we vragen ons af: kan Sepp Kuss na de Vuelta ook de Tour winnen? Olympische Spelen De Olympische Spelen vinden plaats van 26 juli tot en met 11 augustus. Turnster Sanne Wevers bereidt zich voor op haar laatste kunstje, baanwielrenner Harrie Lavreysen spreekt over hoge verwachtingen, en BMX’er Niek Kimmann over zijn post-olympische dip. Sharon van Rouwendaal gaat voor goud in het openwater, roeizussen Bente en Ilse Paulis geven een dubbelinterview, en Simone van de Kraats hoopt op goud in het waterpolo. Bovendien gingen we op bezoek bij Tes Schouten, Caspar Corbeau en Arno Kamminga, de drie schoolslagmusketiers. Alle drie zijn ze een medaillekandidaat in Parijs. Voor het eerst sinds 1992 plaatse een Nederlands duo zich op de 500 meter kanosprint voor de Spelen. Hoog tijd om kennis te maken met Selma Konijn en Ruth Vorsselman. Triatlontopper Maya Kingma stelde ernstige misstanden aan de kaak binnen het topsportprogramma van de triatlonbond. Dat werd de triatleet niet door iedereen in dank afgenomen. Joost Luiten is sinds kort vader en worstelde met golfyips. In aanloop naar de KLM Open, die hij twee keer won, doet hij zijn verhaal.
Pieter van den Hoogenband Pieter van den Hoogenband is tijdens de Spelen in Parijs voor de tweede keer chef de mission. Twintig jaar nadat hij voor de tweede maal olympisch goud won op de 100 meter vrije slag én zilver op de 200 vrij en 4x100 meter vrij, gaan we voor Helden Magazine nummer 72 met hem terug in de tijd, naar Athene 2004. “Natuurlijk twijfelde ik of ik daar wel kon zwemmen.” ‘Ik ben altijd zo trots op jou als een Fries, vriend.’ Het is een ingelijste, geschreven boodschap van zanger Guus Meeuwis die aan de muur van het tuinhuis van Pieter van den Hoogenband hangt, naast een akoestische gitaar van zijn goede vriend. De beroemde zin ‘Was men maar op Brabant zo trots als een Fries’ uit Meeuwis’ geuzenlied Brabant, is geïnspireerd op Pieter, verklapt de man die tijdens de Spelen in Parijs voor de tweede keer op zal treden als chef de mission van TeamNL. Maar voordat hij afreist, gaat hij op verzoek twintig jaar terug in de tijd, naar de Spelen van 2004 in Athene, toen hij nog furore maakte als zwemmer. “Eigenlijk moeten we eerst terug naar 2000.” Bij de Spelen in Sydney won Pieter twee keer olympisch goud en tweemaal brons. Met als bonus de status van Bekende Nederlander keerde hij terug uit Australië. “Een boekje U bent olympisch kampioen, wat nu? bestaat niet. Het was gekkenhuis toen ik terugkwam uit Sydney. Op een gegeven moment was ik huiverig om het huis uit te gaan. Gelukkig had ik met mijn coach Jacco Verhaeren al voor die Spelen een plan uitgedokterd richting Athene. We dachten: als de Spelen in Sydney een succes worden, moeten we onze partners ook meteen meenemen in onze plannen. Jacco en ik wisten dat we het niveau dat ik had nog een periode vast kon houden, sowieso tot en met de Spelen van 2004. Onderdeel van het plan was dat ik na Sydney eerst een half jaar rust zou nemen. Dat was nodig om de batterij weer op te laden en ik kon die tijd ook gebruiken om alles wat me overkwam een plek te geven. Door de trainingsachterstand was mijn niveau iets minder bij het WK in Fukuoka, in 2001. Ik werd vier keer vicewereldkampioen.” Terug naar de zin uit het officieuze volkslied van Noord-Brabant. “Ik won vier keer zilver, maar werd afgemaakt in de media. De tendens was: Van den Hoogenband heeft gefaald. Na het winnen van die twee olympische titels was alles minder dan goud ineens een tegenvaller. Guus ergerde zich daaraan. En zo kwam hij op de zin: ‘Was men maar op Brabant zo trots als een Fries’. Hoe er met mij werd omgegaan door de lokale media vond hij in schril contrast staan met de trots waarmee Friezen omgaan met hun helden.” Deceptie Na Sydney begon Pieter met zijn coach Jacco Verhaeren aan zijn derde olympische traject. Pieter werd weliswaar vierde op de 100 en 200 vrij bij de Spelen in Atlanta in 1996, maar Jacco en Pieter waren nog het wiel aan het uitvinden. Met alle opgedane informatie gingen ze het tweede traject in, dat dus resulteerde in twee olympische titels. “In Sydney was ik 22 en heel erg gestroomlijnd. Richting Athene werd ik wat gespierder door het explosieve werk dat ik deed: kortebaanwedstrijden en 50 meters. Jacco moest een aanpak bedenken waardoor ik minstens net zo snel bleef zwemmen als in Sydney, zo niet sneller, maar wel rekening houdend met dat veranderende lichaam.” Bij het EK in Berlijn in 2002 veroverde Pieter goud op de 100 en 200 vrij. Op de 100 meter bleef hij maar twee honderdste verwijderd van zijn in de halve finale in Sydney gezwommen wereldrecord van 47,84. Op de 200 meter zwom hij met 1.44,89 een halve seconde sneller dan op de Spelen. “We waren op de goede weg. Jacco en ik namen in aanloop naar het WK van 2003 in Barcelona een bewust risico, kozen ervoor om het World Cup-circuit in te gaan. Ik zwom veel wedstrijden, reisde veel.” Coach en pupil zagen EK’s en WK’s eigenlijk als generale repetities voor de Spelen. “Voor mij was een EK niet specialer dan een WK. Natuurlijk wilde ik goed voor de dag komen op een WK, maar in de jaren voor de Spelen konden we ook nog dingen uitproberen, zoals het World Cup-circuit afgaan om te kijken of mij dat beter zou maken met het oog op Athene. Het was goed om veel op hoog niveau te racen, om vaker die maximale prikkel te voelen, dachten we. Maar het gevolg was dat ik voor het WK al erg vermoeid was. Tijdens het laatste trainingskamp in Frankrijk kreeg ik er ook nog een voedselvergiftiging overheen. Ik viel flink af en was erg verzwakt. Ik kreeg speciale ziekenhuisvoeding die erg zieke mensen krijgen om aan te sterken. Het gevolg was dat ik niet in mijn beste vorm in Barcelona aankwam. Louis van Gaal en de selectie van Barcelona zaten op de tribune, net als veel vrienden die hadden geroepen: ‘Even de wereldtitel ophalen en lekker vakantie vieren in Barcelona, Pietje!’ Ik kwam niet in de buurt van mijn tijden van een jaar eerder, pakte zilver op de 100 en 200 meter vrij en brons op de 50 vrij. Dat WK werd een deceptie.” De voorbereiding op de Spelen in Athene begon in augustus 2003 met een weekje op ‘Gonzo’, de boot van Karel van den Brekel, de voormalig clubarts van PSV. “Aan ‘ome’ Karel heb ik mijn Brabantse tongval te danken,” zegt Pieter. Van den Brekel haalde Cees-Rein van den Hoogenband naar het St. Anna Ziekenhuis in Geldrop. Samen gingen zij in de jaren tachtig als ‘hobby’ ook aan de slag als clubartsen van PSV. Terug naar het weekje zeilen. “’Ome’ Karel had in de smiezen dat ik een flinke teleurstelling te verwerken had toen ik terugkwam uit Barcelona. Ome Karel zei: ‘Mijn boot ligt in Zeeland, vind je het leuk om een weekje samen te gaan zeilen?’ Hij haalde me op, rookte tijdens de autorit Gauloises-sigaretten zonder filter en had daarom gedurende de hele rit het autoraam halfopen. Ik had een paar boeken mee en samen filosofeerden we aan boord over het leven. Ik heb goed geslapen en tijdens het varen spraken we soms een tijdlang niet tegen elkaar. Tijdens die week analyseerde ik wat er fout was gegaan, ik nam de lessen in me op met het oog op de Spelen. In die week rukte ik op de resetknop. Daarna was ik mentaal weer fris en klaar om naar de Spelen toe te werken.” Helden Magazine nummer 72 Het eerste gedeelte van het interview met Pieter van den Hoogenband komt voort uit Helden Magazine nummer 72. Het extra dikke zomernummer van Helden staat volledig in het teken van drie grote sportevenementen: het EK voetbal in Duitsland, de Tour de France en de Olympische Spelen in Parijs. Op de cover van de 204 pagina's tellende editie schitteren drie rolmodellen van wereldklasse uit de Nederlandse atletiek: Femke Bol, Sifan Hassan en Lieke Klaver. Wat is het geheim van hun succes? Experts zoals Ellen van Langen, Caroline Feith, Bart Bennema en Gregory Sedoc delen hun inzichten. EK voetbal De sportzomer van 2024 wordt afgetrapt met het EK voetbal, dat op 14 juni begint. In deze Helden een verhaal over Ronald Koeman. Onder andere Frank Rijkaard, Ruud Gullit, broer Erwin Koeman, Guus Hiddink, Jordi Cruijff en Rafael van der Vaart delen hun mening over de bondscoach van het Nederlands elftal. Verder ging Helden naar Milaan voor een interview met revelatie Tijjani Reijnders en zijn vrouw. Daley Blind 106-voudig international - bespreekt zijn indrukwekkende carrière aan de hand van foto’s. Brian Brobbey over de bondscoach, Marco van Basten, zijn toekomst, zijn roots en racisme. Arie Haan gaat vijftig jaar terug in de tijd, naar het WK voetbal in West-Duitsland dat eindigde met een nationaal trauma. Jan Wouters blikt terug op het gewonnen EK van 1988, ook in Duitsland. Het is nog altijd de enige hoofdprijs van Oranje. Tour de France  Na het EK volgt de Tour de France, van 29 juni tot en met 21 juli. In deze Helden lees je een interview met sprinter Fabio Jakobsen en een portret van Mathieu van der Poel, die ook de olympische wegwedstrijd in Parijs rijdt. Jeroen Blijlevens en Steven de Jongh, ploegleiders bij Lidl-Trek, vertellen hun verhaal, en we vragen ons af: kan Sepp Kuss na de Vuelta ook de Tour winnen? Olympische Spelen De Olympische Spelen vinden plaats van 26 juli tot en met 11 augustus. Turnster Sanne Wevers bereidt zich voor op haar laatste kunstje, baanwielrenner Harrie Lavreysen spreekt over hoge verwachtingen, en BMX’er Niek Kimmann over zijn post-olympische dip. Sharon van Rouwendaal gaat voor goud in het openwater, roeizussen Bente en Ilse Paulis geven een dubbelinterview, en Simone van de Kraats hoopt op goud in het waterpolo. Bovendien gingen we op bezoek bij Tes Schouten, Caspar Corbeau en Arno Kamminga, de drie schoolslagmusketiers. Alle drie zijn ze een medaillekandidaat in Parijs. Voor het eerst sinds 1992 plaatse een Nederlands duo zich op de 500 meter kanosprint voor de Spelen. Hoog tijd om kennis te maken met Selma Konijn en Ruth Vorsselman. Triatlontopper Maya Kingma stelde ernstige misstanden aan de kaak binnen het topsportprogramma van de triatlonbond. Dat werd de triatleet niet door iedereen in dank afgenomen. Joost Luiten is sinds kort vader en worstelde met golfyips. In aanloop naar de KLM Open, die hij twee keer won, doet hij zijn verhaal.

Zwemmen

Tes Schouten, Arno Kamminga en Caspar Corbeau – De drie schoolslag musketiers

Tes Schouten, Arno Kamminga en Caspar Corbeau Arno Kamminga (28), Caspar Corbeau (23) en Tes Schouten (23) zijn trainingsgenoten en schoolslagspecialisten van wereldformaat. Bij de Spelen in Parijs gelden ze alle drie als medaillekandidaten. Wat zit er toch in het water van het Amsterdamse Sloterparkbad dat de successen op de in Nederland jarenlang minst succesvolle slag je daar om de oren vliegen? Het supertrio voor Helden Magazine nummer 72 in gesprek met oud-topzwemmer Nick Driebergen over O-benen, stroopwafels en jaloezie. “Wij spelen alleen nog maar Champions League.” [caption id="attachment_20127" align="aligncenter" width="1920"] Tes Schouten[/caption] Pieter van den Hoogenband, Inge de Bruijn, Ranomi Kromowidjojo, Marleen Veldhuis, Femke Heemskerk; allemaal maakten ze furore op de borstcrawl. Nederland werd jarenlang gezien als een ‘vrijeslagland’. Tegenwoordig is alles anders. Er waait een nieuwe wind door het zwembad die een andere slag heeft meegenomen: de schoolslag. Wie is er niet groot mee geworden? Maar in het Nederlandse topzwemmen was de slag heel lang het ondergeschoven en achtergebleven kindje. Nu niet meer. ‘We’ hebben op de Spelen in Parijs drie schoolslagtroeven. Arno Kamminga won bij de Spelen in Tokio twee zilveren medailles. Caspar Corbeau, in Amerika opgegroeid met een Nederlandse vader en Amerikaanse moeder, is een recent ontdekte parel. Met zijn EK-goud op de kortebaan en WK-zilver op de langebaan hijgt hij in de nek van Arno. En dan is daar nog Tes Schouten, van jongs af aan al in het bezit van uitzonderlijk veel talent en dat liet ze afgelopen jaar ook zien bij de senioren. Ze is regerend Europees- en wereldkampioen op de 200 meter schoolslag. Is Parijs het eerste waar jullie aan denken als je ’s morgens opstaat? Arno: “Het gaat elke week meer borrelen. Als de training lekker loopt, zie ik me al in Parijs staan. In aanloop naar de Spelen van Tokio hing er een Japanse vlag in mijn kamer. Er hangt nu geen Franse vlag en ik ontbijt ook niet iedere ochtend met croissants. Ik heb niets meer nodig om mezelf eraan te herinneren waar ik het allemaal voor doe.” Tes: “Ik voel élke training dat de Spelen eraan komen. Als ik er doorheen zit en ik denk aan Parijs, dan geeft me dat automatisch een oppepper. Het maakt me alert. Voor de Spelen van Tokio had ik geen idee wat ik kon verwachten, het was mijn olympisch debuut. We hoeven dit keer gelukkig niet de hele dag mondkapjes te dragen.” Zijn jullie al eens in Parijs geweest? Caspar: “Nog nooit, zelfs niet eens in Frankrijk. Ik moet als halve Amerikaan nog heel wat gaan ontdekken in Europa. Mijn ouders komen in de zomer deze kant op om ons te zien zwemmen.” Tes: “Mijn ouders hebben inmiddels ook alles geregeld. Het gevolg: een lege portemonnee. Maar je moet er iets voor overhebben, toch?” Arno: “Ik ben wel al een paar keer naar Parijs geweest, en natuurlijk ook in Disneyland.” Schoolslagafstelling Tes, Arno en Caspar wonen en trainen in Amsterdam. Borstcrawlsprinter Kenzo Simons – kleinzoon van voormalig president van Suriname Jules Wijdenbosch – completeert het team. De touwtjes zijn stevig in handen van coach Mark Faber. Hij werd na de Spelen van Tokio aangesteld als hoofdcoach van het Nederlandse zwemmen, maar legde die taak vorige zomer neer om zich volledig te kunnen focussen op zijn vier pupillen. In jullie team van vier zitten drie wereldtoppers op de schoolslag. Dat is toch een beetje alsof Ajax nooit een fatsoenlijke spits had en er nu opeens drie Zlatans zijn. Hoe kan dat ineens? Arno: “Het is een combinatie van het koppie en een geweldig trainingsplan. Mark houdt ons scherp in alles wat wij doen. Als je zou uitrekenen hoeveel uur die man op jaarbasis in ons steekt... Hij is bezeten. In grote lijnen hebben wij alle drie hetzelfde plan, maar ieder lijf is anders. De aanpak is extreem op maat gemaakt. Wij hebben het heel goed voor elkaar in Amsterdam, wereldwijd is het aantal teams dat het zo goed heeft als wij maar op één hand te tellen.” Tes: “Mark kijkt ook verder dan het pure zwemmen. Hij helpt ons met het mentale aspect van topsport. Je kunt niet elke race een nieuw record zwemmen, maar je kunt wel racen alsof elke wedstrijd de belangrijkste van je leven is.” Arno: “We zijn in aanloop naar de Spelen heel weinig thuis geweest. Dat was bij vorige generaties wel anders. Zij deden vier wedstrijden en twee trainingskampen per jaar, deden aan trainingszwemmen en wij aan wedstrijdzwemmen. Elke wedstrijd moet top zijn; wij spelen alleen nog maar Champions League.” Arno: 'We zijn in aanloop naar de Spelen weinig thuis geweest. Dat was bij vorige generaties wel anders. Elke wedstrijd moet top zijn; wij spelen alleen nog maar Champions League.' Is het geheim ook niet gewoon: keihard trainen? Tes: “Wij waren laatst op trainingskamp in Zuid-Afrika en daar was de Nederlandse atletiekploeg ook. Zij verbaasden zich over onze trainingsomvang. Als wij kapot in bed lagen na de training lagen zij aan het zwembad bruin te worden en lekker te influencen.” Arno: “Het is natuurlijk lastig te vergelijken. Atleten hebben veel meer last van fysieke impact: zij rennen, springen, raken de grond. Wij zijn gewichtloos. Maar als je kijkt naar Femke Bol: de afstanden zijn qua tijd redelijk gelijk. Haar 400 meter horden of gewone 400 meter is te vergelijken met onze 100 meter schoolslag.” [caption id="attachment_20507" align="aligncenter" width="1920"] Arno Kamminga[/caption] Tes: “Zij trainden in Zuid-Afrika vaak één keer per dag, hadden in de gym geregeld hun tweede training. Wij trainen eigenlijk standaard drie keer per dag. Dat is wel echt een verschil.” Caspar: “Daar kan ik wel jaloers op worden. Maar elke sport en elk lichaam heeft een andere aanpak nodig.” Als ik vier verschillende zwemmers op een rijtje zet: kun je dan aan het lijf meteen zien wie de schoolslagzwemmer is? Arno: “Meestal zijn het wat kleinere mensen, die iets breder zijn en van wie de voeten naar buiten staan. Onze bovenbenen zijn ook wat verder ontwikkeld, wat groter.” Tes: “Ik kan niet zeggen dat ik per se trots ben op mijn schoolslaglijf. In het water ben ik gespierd en sterk, maar als ik in een discotheek sta in een topje kan ik wel denken: gatver, dit klopt niet. Misschien overdrijf ik, want ik ben hartstikke blij, maar dat zijn wel momenten dat ik zie dat ik anders ben dan vriendinnen.” Tes: 'Ik kan niet zeggen dat ik per se trots ben op mijn schoolslaglijf. Als ik in een discotheek sta in een topje kan ik wel denken: gatver, dit klopt niet.' Arno: “Maar ons lichaam is weer niet te vergelijken met dat van baanwielrenner Harrie Lavreysen. Wij kunnen nog wel normale broeken kopen. Die bovenbenen van hem... Het is bij ons denk ik niet buitenproportioneel.” Caspar: “Ik ben niet per se blij met mijn lichaam, wel met wat ik ermee kan. Wij staan niet in de gym om het er zo mooi mogelijk uit te laten zien.” Arno: “Of wij nou superafgetraind zijn of niet: als we die gouden medaille maar pakken.” Ik heb weleens gehoord dat Caspar enorme voeten heeft... Caspar: “Mijn trainer roept dat ik schoenmaat 50 heb, maar hij overdrijft graag: het is maat 49... Natuurlijk helpt dat, ik kan meer water wegtrappen.” Caspar: 'Mijn trainer roept dat ik schoenmaat 50 heb, maar hij overdrijft graag: het is maat 49... Natuurlijk helpt dat, ik kan meer water wegtrappen.' Tes: “Mijn voeten staan naar buiten, een soort O-benen dus. Maar daardoor stuw ik wel makkelijker het water weg.” Caspar: “Ik ben ook nog eens meer dan twee meter lang en dat is best uitzonderlijk voor een schoolslagzwemmer.” Tes: “Ik ben niet zo groot, iets van 1,70 meter. Maar ik denk dat schoolslag de enige slag is waar je ermee kunt wegkomen als je niet zo lang bent. Bij andere slagen is lengte meer bepalend.” Arno: “In de jeugdjaren zijn alle zwemmers nagenoeg gelijk. Maar je lichaam gaat zich vormen naar de zwemslag die je intensief beoefent. Voorheen kon ik nog wel vlinderslag, maar dat lukt niet meer. Mijn lijf staat in de schoolslagafstelling.” Grote bovenbenen zijn dus doorslaggevend voor jullie drie. Hoe zit het dan met de armen? Arno: “Ik doe in trainingen wel wat andere dingen dan Tes en Caspar. Ik gebruik bijvoorbeeld loodgordels om mijn armen te trainen. Daar maakte ik vanaf 2019 echt het verschil mee, daardoor maakte ik de stap van top naar wereldtop. Tes is juist sterker qua beenslag, daar onderscheidt zij zich mee.” Caspar: “Bij mij zijn mijn benen ook veel sterker.” [caption id="attachment_20509" align="aligncenter" width="1920"] Caspar Corbeau[/caption] Dus met de armen van Arno en de benen van Tes en Caspar zou Frankenstein helemaal los kunnen gaan? Tes: “Als je de armen van Arno zou kunnen combineren met de benen van Caspar en mij krijg je de perfecte schoolslagzwemmer, denk ik.” Zou je kunnen zeggen dat jullie verliefd zijn op de schoolslag? Caspar: “Natuurlijk! Ik kan daar zo van genieten.” Tes: “Nou, ik ben er echt niet verliefd op, hoor. Maar ik denk dat ik daarin wel een beetje anders ben dan Arno en Caspar. Als ik kijk naar Arno, hoe hij van zwemmen houdt...” Arno: “We zijn er vooral verliefd op omdat het goed gaat. Omdat we de grenzen opzoeken. We spelen dit spel, worden er steeds beter in en willen de beste worden. Ik kan ook 24/7 over zwemmen praten. Tes wordt daar helemaal gek van. Die is heel anders.” Tes: “Wat ik wel echt leuk vind, is de technische kant. Ik had laatst wedstrijden in Zweden en daar liep het voor geen meter. Een week later had ik de techniek beter onder controle en zwom ik twee seconden sneller. Het is eigenlijk een heel inefficiënte zwemslag, één kleine aanpassing maakt al een groot verschil.” Maar de schoolslag is ook een slag die wij als kind allemaal hebben aangeleerd. En veel mensen hebben de borstcrawl nooit geleerd. Arno: “Ja, dus als wij zeggen: we zijn de beste van de wereld, dan zijn we ook écht de beste van de wereld. Dat is toch tof? Juist dat technische aspect maakt het zo mooi, het is een puzzel die nooit af is.” Tes: “Als je deze zomer naar de olympische finale kijkt, zie je acht zwemmers met acht verschillende technieken. Dus hoewel wij drie dezelfde trainer hebben, is mijn techniek toch weer anders dan die van Arno en Caspar.” Vrijgesproken Vorig jaar werd bekend dat zwembond KNZB onderzoek liet doen naar het functioneren van Mark Faber. Hij zou als hoofdcoach van het olympisch programma ongepast gedrag hebben vertoond. Het onderzoek duurde een half jaar, maar er kwamen geen onoorbare zaken aan het licht. Dat betekent dat Faber deze zomer gewoon langs de rand van het zwembad in Parijs zal staan. Een enorme opluchting voor Tes, Caspar en Arno. Nu de coach van alle blaam is gezuiverd, wil het team zich weer richten op sportieve en positieve zaken. Hoe was de situatie rondom Mark Faber voor jullie? Arno: “Het was een hele vervelende situatie, voor iedereen. Het heeft lang geduurd, maar gelukkig ligt het nu achter ons. Daar wil ik het eigenlijk bij laten, want we willen ons nu vooral richten op hard zwemmen in Parijs.” Te gekke tijd Gezien zijn twee zilveren olympische plakken in Tokio is Arno dé man waarop gejaagd gaat worden. Vooral ook door zijn teamgenoot Caspar, die zich sinds september in Amsterdam heeft gevestigd. Steeds vaker lukt het hem om Arno te verslaan. In Parijs strijden ze allebei om de medailles. [caption id="attachment_20508" align="aligncenter" width="2560"] Tes Schouten, Arno Kamminga en Caspar Corbeau[/caption] Caspar, hoe gaat het met je Nederlands? Caspar: “Duolingo is soms mijn beste vriend. Ik begrijp alles best wel goed. Praten gaat nog niet top, maar ik moet bekennen: ik ben er ook wel lui mee. Binnen het team spreken ze Engels met me. Maar in de supermarkt praat ik wel Nederlands. Ik trainde hiervoor aan de universiteit van Texas en dat was absoluut niet professioneel. Een stel achttienjarige jongens die elke dag stomme dingen deden. Het is hier allemaal zoveel beter geregeld en ook veel leuker.” Ben jij überhaupt opgevoed met Sinterklaas en boerenkool? Caspar: “Nee, helemaal niet. Ik ken nu Jan Smit en eet pindakaas. Maar wat nog het meest Nederlands is aan mij: ik ben gek op stroopwafels. Mijn grootouders kwamen uit Rotterdam en als ze ons bezochten, namen ze dat vaak mee. Verder heb ik twee Nederlandse tatoeages: op mijn onderarm staat ‘Oranje Boven’ en op mijn schouder heb ik de Nederlandse leeuw laten zetten. Ik ken het Wilhelmus nog niet uit mijn hoofd. In Amerika spelen ze voor elke wedstrijd – ook al is het een honkbalwedstrijd voor junioren – het volkslied. Dat is hier natuurlijk niet, maar ik ga het leren.” Arno: “Wist je trouwens dat Caspar wel Links Rechts van Snollebollekes uit zijn hoofd kent? Dat is wel makkelijk aangezien Rob Kemps de huldigingen in het TeamNL-huis doet deze zomer in Parijs.” Arno, in Tokio deed Caspar wel al mee, maar vormde hij nog niet echt een bedreiging. Drie jaar later is dat anders. Is jullie relatie nog vriendschappelijk of heb je toch vaak de gedachte dat je zijn hoofd er het liefst af zou draaien? Arno, lachend: “Als we het startblok opklimmen en het water induiken, dan is het oorlog. Dat voel ik zo. Maar zodra we zijn gefinisht, zijn we echt weer vrienden.” Caspar: “Ik zie Arno echt als een vriend. Ik denk voor en tijdens de race niet aan vriendschap of vijandigheid, probeer me op mezelf te richten en niet te denken aan wie er naast me ligt. Ik kom om zo snel mogelijk te zwemmen. Voor een race zit ik in een tunnel, ik denk aan niets anders dan waarvoor ik de afgelopen jaren heb getraind.” Arno: “Als Mark iets unieks zou ontdekken in mijn slag dat tijdwinst oplevert, zal hij dat niet geheimhouden voor Caspar. Er is überhaupt een open dynamiek in ons team. Naar de buitenwereld zijn er wel dingen die we niet vertellen, maar onderling proberen we samen zo goed mogelijk te worden.” Je gunt hem dus de wereld, maar eigenlijk wil je toch gewoon alleen boven op de apenrots staan? Arno: “Is er weleens dubbel goud op de Spelen gehaald in het zwemmen, dus dat er twee winnaars zijn? Je had die hoogspringers in Tokio die het op een dealtje gooiden, al kwamen zij niet voor hetzelfde land uit. Als dat bij ons zou kunnen, teken ik daar meteen voor.” Wanneer komen jullie met een tevreden gevoel terug uit Parijs? Tes: “Ik wil graag terugkijken en denken dat we echt een te gekke tijd hebben gehad met z’n allen. Vroeger dacht ik nooit dat ik een team nodig had, tegenwoordig ben ik ervan overtuigd. Als iemand anders niet goed zwemt, dan voel ik dat ook.” Arno: “Ons geluk en of de Spelen slagen of niet, dat hangt niet van de resultaten af. We willen niet één geweldige week hebben, we willen het mooiste jaar uit ons leven hebben gehad. Natuurlijk kun je doodziek zijn als je geen medaille hebt gehaald, maar die zijn op de Olympische Spelen nooit een cadeautje. Alles moet kloppen, zoals die week in Tokio. En ik voel het: er zit nog meer in dan toen.'' Helden Magazine nummer 72 Het interview met Tes Schouten, Arno Kamminga en Caspar Corbeau komt voort uit Helden Magazine nummer 72. Het extra dikke zomernummer van Helden staat volledig in het teken van drie grote sportevenementen: het EK voetbal in Duitsland, de Tour de France en de Olympische Spelen in Parijs. Op de cover van de 204 pagina's tellende editie schitteren drie rolmodellen van wereldklasse uit de Nederlandse atletiek: Femke Bol, Sifan Hassan en Lieke Klaver. Wat is het geheim van hun succes? Experts zoals Ellen van Langen, Caroline Feith, Bart Bennema en Gregory Sedoc delen hun inzichten. EK voetbal De sportzomer van 2024 wordt afgetrapt met het EK voetbal, dat op 14 juni begint. In deze Helden een verhaal over Ronald Koeman. Onder andere Frank Rijkaard, Ruud Gullit, broer Erwin Koeman, Guus Hiddink, Jordi Cruijff en Rafael van der Vaart delen hun mening over de bondscoach van het Nederlands elftal. Verder ging Helden naar Milaan voor een interview met revelatie Tijjani Reijnders en zijn vrouw. Daley Blind 106-voudig international - bespreekt zijn indrukwekkende carrière aan de hand van foto’s. Brian Brobbey over de bondscoach, Marco van Basten, zijn toekomst, zijn roots en racisme. Arie Haan gaat vijftig jaar terug in de tijd, naar het WK voetbal in West-Duitsland dat eindigde met een nationaal trauma. Jan Wouters blikt terug op het gewonnen EK van 1988, ook in Duitsland. Het is nog altijd de enige hoofdprijs van Oranje. Tour de France  Na het EK volgt de Tour de France, van 29 juni tot en met 21 juli. In deze Helden lees je een interview met sprinter Fabio Jakobsen en een portret van Mathieu van der Poel, die ook de olympische wegwedstrijd in Parijs rijdt. Jeroen Blijlevens en Steven de Jongh, ploegleiders bij Lidl-Trek, vertellen hun verhaal, en we vragen ons af: kan Sepp Kuss na de Vuelta ook de Tour winnen? Olympische Spelen De Olympische Spelen vinden plaats van 26 juli tot en met 11 augustus. Chef de mission Pieter van den Hoogenband kijkt terug op zijn gouden race twintig jaar geleden. Turnster Sanne Wevers bereidt zich voor op haar laatste kunstje, baanwielrenner Harrie Lavreysen spreekt over hoge verwachtingen, en BMX’er Niek Kimmann over zijn post-olympische dip. Sharon van Rouwendaal gaat voor goud in het openwater, roeizussen Bente en Ilse Paulis geven een dubbelinterview, en Simone van de Kraats hoopt op goud in het waterpolo. Voor het eerst sinds 1992 plaatse een Nederlands duo zich op de 500 meter kanosprint voor de Spelen. Hoog tijd om kennis te maken met Selma Konijn en Ruth Vorsselman. Triatlontopper Maya Kingma stelde ernstige misstanden aan de kaak binnen het topsportprogramma van de triatlonbond. Dat werd de triatleet niet door iedereen in dank afgenomen. Joost Luiten is sinds kort vader en worstelde met golfyips. In aanloop naar de KLM Open, die hij twee keer won, doet hij zijn verhaal.
Tes Schouten, Arno Kamminga en Caspar Corbeau Arno Kamminga (28), Caspar Corbeau (23) en Tes Schouten (23) zijn trainingsgenoten en schoolslagspecialisten van wereldformaat. Bij de Spelen in Parijs gelden ze alle drie als medaillekandidaten. Wat zit er toch in het water van het Amsterdamse Sloterparkbad dat de successen op de in Nederland jarenlang minst succesvolle slag je daar om de oren vliegen? Het supertrio voor Helden Magazine nummer 72 in gesprek met oud-topzwemmer Nick Driebergen over O-benen, stroopwafels en jaloezie. “Wij spelen alleen nog maar Champions League.” [caption id="attachment_20127" align="aligncenter" width="1920"] Tes Schouten[/caption] Pieter van den Hoogenband, Inge de Bruijn, Ranomi Kromowidjojo, Marleen Veldhuis, Femke Heemskerk; allemaal maakten ze furore op de borstcrawl. Nederland werd jarenlang gezien als een ‘vrijeslagland’. Tegenwoordig is alles anders. Er waait een nieuwe wind door het zwembad die een andere slag heeft meegenomen: de schoolslag. Wie is er niet groot mee geworden? Maar in het Nederlandse topzwemmen was de slag heel lang het ondergeschoven en achtergebleven kindje. Nu niet meer. ‘We’ hebben op de Spelen in Parijs drie schoolslagtroeven. Arno Kamminga won bij de Spelen in Tokio twee zilveren medailles. Caspar Corbeau, in Amerika opgegroeid met een Nederlandse vader en Amerikaanse moeder, is een recent ontdekte parel. Met zijn EK-goud op de kortebaan en WK-zilver op de langebaan hijgt hij in de nek van Arno. En dan is daar nog Tes Schouten, van jongs af aan al in het bezit van uitzonderlijk veel talent en dat liet ze afgelopen jaar ook zien bij de senioren. Ze is regerend Europees- en wereldkampioen op de 200 meter schoolslag. Is Parijs het eerste waar jullie aan denken als je ’s morgens opstaat? Arno: “Het gaat elke week meer borrelen. Als de training lekker loopt, zie ik me al in Parijs staan. In aanloop naar de Spelen van Tokio hing er een Japanse vlag in mijn kamer. Er hangt nu geen Franse vlag en ik ontbijt ook niet iedere ochtend met croissants. Ik heb niets meer nodig om mezelf eraan te herinneren waar ik het allemaal voor doe.” Tes: “Ik voel élke training dat de Spelen eraan komen. Als ik er doorheen zit en ik denk aan Parijs, dan geeft me dat automatisch een oppepper. Het maakt me alert. Voor de Spelen van Tokio had ik geen idee wat ik kon verwachten, het was mijn olympisch debuut. We hoeven dit keer gelukkig niet de hele dag mondkapjes te dragen.” Zijn jullie al eens in Parijs geweest? Caspar: “Nog nooit, zelfs niet eens in Frankrijk. Ik moet als halve Amerikaan nog heel wat gaan ontdekken in Europa. Mijn ouders komen in de zomer deze kant op om ons te zien zwemmen.” Tes: “Mijn ouders hebben inmiddels ook alles geregeld. Het gevolg: een lege portemonnee. Maar je moet er iets voor overhebben, toch?” Arno: “Ik ben wel al een paar keer naar Parijs geweest, en natuurlijk ook in Disneyland.” Schoolslagafstelling Tes, Arno en Caspar wonen en trainen in Amsterdam. Borstcrawlsprinter Kenzo Simons – kleinzoon van voormalig president van Suriname Jules Wijdenbosch – completeert het team. De touwtjes zijn stevig in handen van coach Mark Faber. Hij werd na de Spelen van Tokio aangesteld als hoofdcoach van het Nederlandse zwemmen, maar legde die taak vorige zomer neer om zich volledig te kunnen focussen op zijn vier pupillen. In jullie team van vier zitten drie wereldtoppers op de schoolslag. Dat is toch een beetje alsof Ajax nooit een fatsoenlijke spits had en er nu opeens drie Zlatans zijn. Hoe kan dat ineens? Arno: “Het is een combinatie van het koppie en een geweldig trainingsplan. Mark houdt ons scherp in alles wat wij doen. Als je zou uitrekenen hoeveel uur die man op jaarbasis in ons steekt... Hij is bezeten. In grote lijnen hebben wij alle drie hetzelfde plan, maar ieder lijf is anders. De aanpak is extreem op maat gemaakt. Wij hebben het heel goed voor elkaar in Amsterdam, wereldwijd is het aantal teams dat het zo goed heeft als wij maar op één hand te tellen.” Tes: “Mark kijkt ook verder dan het pure zwemmen. Hij helpt ons met het mentale aspect van topsport. Je kunt niet elke race een nieuw record zwemmen, maar je kunt wel racen alsof elke wedstrijd de belangrijkste van je leven is.” Arno: “We zijn in aanloop naar de Spelen heel weinig thuis geweest. Dat was bij vorige generaties wel anders. Zij deden vier wedstrijden en twee trainingskampen per jaar, deden aan trainingszwemmen en wij aan wedstrijdzwemmen. Elke wedstrijd moet top zijn; wij spelen alleen nog maar Champions League.” Arno: 'We zijn in aanloop naar de Spelen weinig thuis geweest. Dat was bij vorige generaties wel anders. Elke wedstrijd moet top zijn; wij spelen alleen nog maar Champions League.' Is het geheim ook niet gewoon: keihard trainen? Tes: “Wij waren laatst op trainingskamp in Zuid-Afrika en daar was de Nederlandse atletiekploeg ook. Zij verbaasden zich over onze trainingsomvang. Als wij kapot in bed lagen na de training lagen zij aan het zwembad bruin te worden en lekker te influencen.” Arno: “Het is natuurlijk lastig te vergelijken. Atleten hebben veel meer last van fysieke impact: zij rennen, springen, raken de grond. Wij zijn gewichtloos. Maar als je kijkt naar Femke Bol: de afstanden zijn qua tijd redelijk gelijk. Haar 400 meter horden of gewone 400 meter is te vergelijken met onze 100 meter schoolslag.” [caption id="attachment_20507" align="aligncenter" width="1920"] Arno Kamminga[/caption] Tes: “Zij trainden in Zuid-Afrika vaak één keer per dag, hadden in de gym geregeld hun tweede training. Wij trainen eigenlijk standaard drie keer per dag. Dat is wel echt een verschil.” Caspar: “Daar kan ik wel jaloers op worden. Maar elke sport en elk lichaam heeft een andere aanpak nodig.” Als ik vier verschillende zwemmers op een rijtje zet: kun je dan aan het lijf meteen zien wie de schoolslagzwemmer is? Arno: “Meestal zijn het wat kleinere mensen, die iets breder zijn en van wie de voeten naar buiten staan. Onze bovenbenen zijn ook wat verder ontwikkeld, wat groter.” Tes: “Ik kan niet zeggen dat ik per se trots ben op mijn schoolslaglijf. In het water ben ik gespierd en sterk, maar als ik in een discotheek sta in een topje kan ik wel denken: gatver, dit klopt niet. Misschien overdrijf ik, want ik ben hartstikke blij, maar dat zijn wel momenten dat ik zie dat ik anders ben dan vriendinnen.” Tes: 'Ik kan niet zeggen dat ik per se trots ben op mijn schoolslaglijf. Als ik in een discotheek sta in een topje kan ik wel denken: gatver, dit klopt niet.' Arno: “Maar ons lichaam is weer niet te vergelijken met dat van baanwielrenner Harrie Lavreysen. Wij kunnen nog wel normale broeken kopen. Die bovenbenen van hem... Het is bij ons denk ik niet buitenproportioneel.” Caspar: “Ik ben niet per se blij met mijn lichaam, wel met wat ik ermee kan. Wij staan niet in de gym om het er zo mooi mogelijk uit te laten zien.” Arno: “Of wij nou superafgetraind zijn of niet: als we die gouden medaille maar pakken.” Ik heb weleens gehoord dat Caspar enorme voeten heeft... Caspar: “Mijn trainer roept dat ik schoenmaat 50 heb, maar hij overdrijft graag: het is maat 49... Natuurlijk helpt dat, ik kan meer water wegtrappen.” Caspar: 'Mijn trainer roept dat ik schoenmaat 50 heb, maar hij overdrijft graag: het is maat 49... Natuurlijk helpt dat, ik kan meer water wegtrappen.' Tes: “Mijn voeten staan naar buiten, een soort O-benen dus. Maar daardoor stuw ik wel makkelijker het water weg.” Caspar: “Ik ben ook nog eens meer dan twee meter lang en dat is best uitzonderlijk voor een schoolslagzwemmer.” Tes: “Ik ben niet zo groot, iets van 1,70 meter. Maar ik denk dat schoolslag de enige slag is waar je ermee kunt wegkomen als je niet zo lang bent. Bij andere slagen is lengte meer bepalend.” Arno: “In de jeugdjaren zijn alle zwemmers nagenoeg gelijk. Maar je lichaam gaat zich vormen naar de zwemslag die je intensief beoefent. Voorheen kon ik nog wel vlinderslag, maar dat lukt niet meer. Mijn lijf staat in de schoolslagafstelling.” Grote bovenbenen zijn dus doorslaggevend voor jullie drie. Hoe zit het dan met de armen? Arno: “Ik doe in trainingen wel wat andere dingen dan Tes en Caspar. Ik gebruik bijvoorbeeld loodgordels om mijn armen te trainen. Daar maakte ik vanaf 2019 echt het verschil mee, daardoor maakte ik de stap van top naar wereldtop. Tes is juist sterker qua beenslag, daar onderscheidt zij zich mee.” Caspar: “Bij mij zijn mijn benen ook veel sterker.” [caption id="attachment_20509" align="aligncenter" width="1920"] Caspar Corbeau[/caption] Dus met de armen van Arno en de benen van Tes en Caspar zou Frankenstein helemaal los kunnen gaan? Tes: “Als je de armen van Arno zou kunnen combineren met de benen van Caspar en mij krijg je de perfecte schoolslagzwemmer, denk ik.” Zou je kunnen zeggen dat jullie verliefd zijn op de schoolslag? Caspar: “Natuurlijk! Ik kan daar zo van genieten.” Tes: “Nou, ik ben er echt niet verliefd op, hoor. Maar ik denk dat ik daarin wel een beetje anders ben dan Arno en Caspar. Als ik kijk naar Arno, hoe hij van zwemmen houdt...” Arno: “We zijn er vooral verliefd op omdat het goed gaat. Omdat we de grenzen opzoeken. We spelen dit spel, worden er steeds beter in en willen de beste worden. Ik kan ook 24/7 over zwemmen praten. Tes wordt daar helemaal gek van. Die is heel anders.” Tes: “Wat ik wel echt leuk vind, is de technische kant. Ik had laatst wedstrijden in Zweden en daar liep het voor geen meter. Een week later had ik de techniek beter onder controle en zwom ik twee seconden sneller. Het is eigenlijk een heel inefficiënte zwemslag, één kleine aanpassing maakt al een groot verschil.” Maar de schoolslag is ook een slag die wij als kind allemaal hebben aangeleerd. En veel mensen hebben de borstcrawl nooit geleerd. Arno: “Ja, dus als wij zeggen: we zijn de beste van de wereld, dan zijn we ook écht de beste van de wereld. Dat is toch tof? Juist dat technische aspect maakt het zo mooi, het is een puzzel die nooit af is.” Tes: “Als je deze zomer naar de olympische finale kijkt, zie je acht zwemmers met acht verschillende technieken. Dus hoewel wij drie dezelfde trainer hebben, is mijn techniek toch weer anders dan die van Arno en Caspar.” Vrijgesproken Vorig jaar werd bekend dat zwembond KNZB onderzoek liet doen naar het functioneren van Mark Faber. Hij zou als hoofdcoach van het olympisch programma ongepast gedrag hebben vertoond. Het onderzoek duurde een half jaar, maar er kwamen geen onoorbare zaken aan het licht. Dat betekent dat Faber deze zomer gewoon langs de rand van het zwembad in Parijs zal staan. Een enorme opluchting voor Tes, Caspar en Arno. Nu de coach van alle blaam is gezuiverd, wil het team zich weer richten op sportieve en positieve zaken. Hoe was de situatie rondom Mark Faber voor jullie? Arno: “Het was een hele vervelende situatie, voor iedereen. Het heeft lang geduurd, maar gelukkig ligt het nu achter ons. Daar wil ik het eigenlijk bij laten, want we willen ons nu vooral richten op hard zwemmen in Parijs.” Te gekke tijd Gezien zijn twee zilveren olympische plakken in Tokio is Arno dé man waarop gejaagd gaat worden. Vooral ook door zijn teamgenoot Caspar, die zich sinds september in Amsterdam heeft gevestigd. Steeds vaker lukt het hem om Arno te verslaan. In Parijs strijden ze allebei om de medailles. [caption id="attachment_20508" align="aligncenter" width="2560"] Tes Schouten, Arno Kamminga en Caspar Corbeau[/caption] Caspar, hoe gaat het met je Nederlands? Caspar: “Duolingo is soms mijn beste vriend. Ik begrijp alles best wel goed. Praten gaat nog niet top, maar ik moet bekennen: ik ben er ook wel lui mee. Binnen het team spreken ze Engels met me. Maar in de supermarkt praat ik wel Nederlands. Ik trainde hiervoor aan de universiteit van Texas en dat was absoluut niet professioneel. Een stel achttienjarige jongens die elke dag stomme dingen deden. Het is hier allemaal zoveel beter geregeld en ook veel leuker.” Ben jij überhaupt opgevoed met Sinterklaas en boerenkool? Caspar: “Nee, helemaal niet. Ik ken nu Jan Smit en eet pindakaas. Maar wat nog het meest Nederlands is aan mij: ik ben gek op stroopwafels. Mijn grootouders kwamen uit Rotterdam en als ze ons bezochten, namen ze dat vaak mee. Verder heb ik twee Nederlandse tatoeages: op mijn onderarm staat ‘Oranje Boven’ en op mijn schouder heb ik de Nederlandse leeuw laten zetten. Ik ken het Wilhelmus nog niet uit mijn hoofd. In Amerika spelen ze voor elke wedstrijd – ook al is het een honkbalwedstrijd voor junioren – het volkslied. Dat is hier natuurlijk niet, maar ik ga het leren.” Arno: “Wist je trouwens dat Caspar wel Links Rechts van Snollebollekes uit zijn hoofd kent? Dat is wel makkelijk aangezien Rob Kemps de huldigingen in het TeamNL-huis doet deze zomer in Parijs.” Arno, in Tokio deed Caspar wel al mee, maar vormde hij nog niet echt een bedreiging. Drie jaar later is dat anders. Is jullie relatie nog vriendschappelijk of heb je toch vaak de gedachte dat je zijn hoofd er het liefst af zou draaien? Arno, lachend: “Als we het startblok opklimmen en het water induiken, dan is het oorlog. Dat voel ik zo. Maar zodra we zijn gefinisht, zijn we echt weer vrienden.” Caspar: “Ik zie Arno echt als een vriend. Ik denk voor en tijdens de race niet aan vriendschap of vijandigheid, probeer me op mezelf te richten en niet te denken aan wie er naast me ligt. Ik kom om zo snel mogelijk te zwemmen. Voor een race zit ik in een tunnel, ik denk aan niets anders dan waarvoor ik de afgelopen jaren heb getraind.” Arno: “Als Mark iets unieks zou ontdekken in mijn slag dat tijdwinst oplevert, zal hij dat niet geheimhouden voor Caspar. Er is überhaupt een open dynamiek in ons team. Naar de buitenwereld zijn er wel dingen die we niet vertellen, maar onderling proberen we samen zo goed mogelijk te worden.” Je gunt hem dus de wereld, maar eigenlijk wil je toch gewoon alleen boven op de apenrots staan? Arno: “Is er weleens dubbel goud op de Spelen gehaald in het zwemmen, dus dat er twee winnaars zijn? Je had die hoogspringers in Tokio die het op een dealtje gooiden, al kwamen zij niet voor hetzelfde land uit. Als dat bij ons zou kunnen, teken ik daar meteen voor.” Wanneer komen jullie met een tevreden gevoel terug uit Parijs? Tes: “Ik wil graag terugkijken en denken dat we echt een te gekke tijd hebben gehad met z’n allen. Vroeger dacht ik nooit dat ik een team nodig had, tegenwoordig ben ik ervan overtuigd. Als iemand anders niet goed zwemt, dan voel ik dat ook.” Arno: “Ons geluk en of de Spelen slagen of niet, dat hangt niet van de resultaten af. We willen niet één geweldige week hebben, we willen het mooiste jaar uit ons leven hebben gehad. Natuurlijk kun je doodziek zijn als je geen medaille hebt gehaald, maar die zijn op de Olympische Spelen nooit een cadeautje. Alles moet kloppen, zoals die week in Tokio. En ik voel het: er zit nog meer in dan toen.'' Helden Magazine nummer 72 Het interview met Tes Schouten, Arno Kamminga en Caspar Corbeau komt voort uit Helden Magazine nummer 72. Het extra dikke zomernummer van Helden staat volledig in het teken van drie grote sportevenementen: het EK voetbal in Duitsland, de Tour de France en de Olympische Spelen in Parijs. Op de cover van de 204 pagina's tellende editie schitteren drie rolmodellen van wereldklasse uit de Nederlandse atletiek: Femke Bol, Sifan Hassan en Lieke Klaver. Wat is het geheim van hun succes? Experts zoals Ellen van Langen, Caroline Feith, Bart Bennema en Gregory Sedoc delen hun inzichten. EK voetbal De sportzomer van 2024 wordt afgetrapt met het EK voetbal, dat op 14 juni begint. In deze Helden een verhaal over Ronald Koeman. Onder andere Frank Rijkaard, Ruud Gullit, broer Erwin Koeman, Guus Hiddink, Jordi Cruijff en Rafael van der Vaart delen hun mening over de bondscoach van het Nederlands elftal. Verder ging Helden naar Milaan voor een interview met revelatie Tijjani Reijnders en zijn vrouw. Daley Blind 106-voudig international - bespreekt zijn indrukwekkende carrière aan de hand van foto’s. Brian Brobbey over de bondscoach, Marco van Basten, zijn toekomst, zijn roots en racisme. Arie Haan gaat vijftig jaar terug in de tijd, naar het WK voetbal in West-Duitsland dat eindigde met een nationaal trauma. Jan Wouters blikt terug op het gewonnen EK van 1988, ook in Duitsland. Het is nog altijd de enige hoofdprijs van Oranje. Tour de France  Na het EK volgt de Tour de France, van 29 juni tot en met 21 juli. In deze Helden lees je een interview met sprinter Fabio Jakobsen en een portret van Mathieu van der Poel, die ook de olympische wegwedstrijd in Parijs rijdt. Jeroen Blijlevens en Steven de Jongh, ploegleiders bij Lidl-Trek, vertellen hun verhaal, en we vragen ons af: kan Sepp Kuss na de Vuelta ook de Tour winnen? Olympische Spelen De Olympische Spelen vinden plaats van 26 juli tot en met 11 augustus. Chef de mission Pieter van den Hoogenband kijkt terug op zijn gouden race twintig jaar geleden. Turnster Sanne Wevers bereidt zich voor op haar laatste kunstje, baanwielrenner Harrie Lavreysen spreekt over hoge verwachtingen, en BMX’er Niek Kimmann over zijn post-olympische dip. Sharon van Rouwendaal gaat voor goud in het openwater, roeizussen Bente en Ilse Paulis geven een dubbelinterview, en Simone van de Kraats hoopt op goud in het waterpolo. Voor het eerst sinds 1992 plaatse een Nederlands duo zich op de 500 meter kanosprint voor de Spelen. Hoog tijd om kennis te maken met Selma Konijn en Ruth Vorsselman. Triatlontopper Maya Kingma stelde ernstige misstanden aan de kaak binnen het topsportprogramma van de triatlonbond. Dat werd de triatleet niet door iedereen in dank afgenomen. Joost Luiten is sinds kort vader en worstelde met golfyips. In aanloop naar de KLM Open, die hij twee keer won, doet hij zijn verhaal.

Zwemmen

Sharon van Rouwendaal: ‘Ik heb van die rare dingen’

Sharon van Rouwendaal Openwaterzwemster Sharon van Rouwendaal werd olympisch kampioen in Rio in 2016 en won vijf jaar later zilver in Tokio. Dat ze op haar dertigste nog altijd een van de topfavorieten is voor het goud in Parijs deze zomer, bewees ze op het WK in Doha dit jaar waar ze de titel won op de 10 kilometer én de niet-olympische 5 kilometer. De rode draad in haar leven? Excentrieke coaches. Een gesprek in Helden Magazine nummer 72 aan de hand van thema’s. Wereldtitels “Mijn overwinningen in Doha, begin dit jaar, kwamen op zo’n fijn moment. De wereldtitels op de 5 en 10 kilometer kwamen van ver. Op het WK een jaar eerder, in Fukuoka, werd ik op een tiende vierde op de 10 kilometer en liep daardoor ook een olympisch ticket mis. Een paar maanden later wilde ik heel graag het eindklassement van de World Cup winnen, dat was me nog nooit gelukt. In de laatste wedstrijd werd ik er weer op een tiende uitgetikt door een Duitse concurrent, waardoor ik tweede werd in het eindklassement. Ik was er helemaal klaar mee. In januari gingen we twee weken naar Zuid-Afrika op trainingskamp. Daar hervond ik het plezier. Er stond muziek op en we trainden buiten. Normaal gesproken gaan wij op trainingskamp naar de Sierra Nevada. Drie maanden per jaar zit ik op hoogte. We zitten dan op een berg, als je diepgaat, kun je nauwelijks ademhalen. Ik krijg daar zelfs kokhalsneigingen. We trainen in Spanje altijd binnen, het eten is er vreselijk, je kunt nergens anders naartoe. In Zuid-Afrika kreeg ik mijn energie weer terug, ik merkte dat ik juist meer wilde doen dan het schema voorschreef. Ik zei tegen mijn coach: wat is mijn record in een week qua kilometers? Dat was 109. Ik dacht: hoe mooi zou het zijn als ik op mijn dertigste dat record kan verbreken? Het lukte. Drie weken later was het WK in Doha. Ik ging er met heel veel vertrouwen naartoe. Ik voelde al dat ik de 10 kilometer zou winnen. Tegen de Nederlandse bondscoach Thijs Hagelstein zei ik: het zit goed. Hij zag ook weer een Sharon vol vertrouwen en moest huilen toen ik won. Een paar dagen later was de 5 kilometer. Mentaal was ik heel moe, maar ik dacht: ik heb niks te verliezen. Ik ging er meteen voor, zwom veel op kop. De laatste 200 meter ging het tussen mij en een andere zwemster. Ik kwam los van haar, had nog energie om te gaan. Toen was ik ineens dubbel wereldkampioen.” Je werd olympisch kampioen in Rio in 2016, werd in 2022 voor het eerst wereldkampioen en je werd al verschillende keren Europees kampioen. Hoe voelen deze twee titels ten opzichte van eerdere titels? “Nu ik ouder word, begin ik me te realiseren hoe zwaar het is om een medaille te winnen, hoeveel je er in je privéleven ook voor moet laten. Als ik nu een weekje in Nederland ben, voel ik me niet schuldig. Dat had ik vroeger toen ik in Frankrijk trainde wel. Ik merk nu: als ik even afstand kan nemen, kom ik daarna veel sterker terug. Toen ik twee weken in Pretoria was, had ik dat ook: nieuwe energie. In de Sierra Nevada ben ik juist zo’n ‘Duitse’ Sharon; zonder emotie, net als mijn teamgenoten. Ze zwemmen heel hard, hoor, maar het is niet dat ze even lekker een muziekje opzetten bij de warming-up. Ik vroeg aan mijn coach of ik het trainingskamp in maart weer in Zuid-Afrika mocht doen. Dan zou ik weer buiten trainen, met muziek en positieve mensen om mij heen. Mijn coach zei: ‘Eerst maar eens kijken hoe het in Doha gaat.’ Nou, dat gaf mij extra motivatie.” Lachend: “Toen ik had gewonnen, was dat het eerste waar ik aan dacht.” Voor jou nooit meer Sierra Nevada? “Het compromis was: ik doe Pretoria, en dan nog één keer de Sierra Nevada voordat ik naar de Spelen ga.” Helden Magazine nummer 72 Het eerste gedeelte van het interview met Sharon van Rouwendaal komt voort uit Helden Magazine nummer 72. Het extra dikke zomernummer van Helden staat volledig in het teken van drie grote sportevenementen: het EK voetbal in Duitsland, de Tour de France en de Olympische Spelen in Parijs. Op de cover van de 204 pagina's tellende editie schitteren drie rolmodellen van wereldklasse uit de Nederlandse atletiek: Femke Bol, Sifan Hassan en Lieke Klaver. Wat is het geheim van hun succes? Experts zoals Ellen van Langen, Caroline Feith, Bart Bennema en Gregory Sedoc delen hun inzichten. EK voetbal De sportzomer van 2024 wordt afgetrapt met het EK voetbal, dat op 14 juni begint. In deze Helden een verhaal over Ronald Koeman. Onder andere Frank Rijkaard, Ruud Gullit, broer Erwin Koeman, Guus Hiddink, Jordi Cruijff en Rafael van der Vaart delen hun mening over de bondscoach van het Nederlands elftal. Verder ging Helden naar Milaan voor een interview met revelatie Tijjani Reijnders en zijn vrouw. Daley Blind 106-voudig international - bespreekt zijn indrukwekkende carrière aan de hand van foto’s. Brian Brobbey over de bondscoach, Marco van Basten, zijn toekomst, zijn roots en racisme. Arie Haan gaat vijftig jaar terug in de tijd, naar het WK voetbal in West-Duitsland dat eindigde met een nationaal trauma. Jan Wouters blikt terug op het gewonnen EK van 1988, ook in Duitsland. Het is nog altijd de enige hoofdprijs van Oranje. Tour de France  Na het EK volgt de Tour de France, van 29 juni tot en met 21 juli. In deze Helden lees je een interview met sprinter Fabio Jakobsen en een portret van Mathieu van der Poel, die ook de olympische wegwedstrijd in Parijs rijdt. Jeroen Blijlevens en Steven de Jongh, ploegleiders bij Lidl-Trek, vertellen hun verhaal, en we vragen ons af: kan Sepp Kuss na de Vuelta ook de Tour winnen? Olympische Spelen De Olympische Spelen vinden plaats van 26 juli tot en met 11 augustus. Chef de mission Pieter van den Hoogenband kijkt terug op zijn gouden race twintig jaar geleden. Turnster Sanne Wevers bereidt zich voor op haar laatste kunstje, baanwielrenner Harrie Lavreysen spreekt over hoge verwachtingen, en BMX’er Niek Kimmann over zijn post-olympische dip. Roeizussen Bente en Ilse Paulis geven een dubbelinterview, en Simone van de Kraats hoopt op goud in het waterpolo. Bovendien gingen we op bezoek bij Tes Schouten, Caspar Corbeau en Arno Kamminga, de drie schoolslagmusketiers. Alle drie zijn ze een medaillekandidaat in Parijs. Voor het eerst sinds 1992 plaatse een Nederlands duo zich op de 500 meter kanosprint voor de Spelen. Hoog tijd om kennis te maken met Selma Konijn en Ruth Vorsselman. Triatlontopper Maya Kingma stelde ernstige misstanden aan de kaak binnen het topsportprogramma van de triatlonbond. Dat werd de triatleet niet door iedereen in dank afgenomen. Joost Luiten is sinds kort vader en worstelde met golfyips. In aanloop naar de KLM Open, die hij twee keer won, doet hij zijn verhaal.
Sharon van Rouwendaal Openwaterzwemster Sharon van Rouwendaal werd olympisch kampioen in Rio in 2016 en won vijf jaar later zilver in Tokio. Dat ze op haar dertigste nog altijd een van de topfavorieten is voor het goud in Parijs deze zomer, bewees ze op het WK in Doha dit jaar waar ze de titel won op de 10 kilometer én de niet-olympische 5 kilometer. De rode draad in haar leven? Excentrieke coaches. Een gesprek in Helden Magazine nummer 72 aan de hand van thema’s. Wereldtitels “Mijn overwinningen in Doha, begin dit jaar, kwamen op zo’n fijn moment. De wereldtitels op de 5 en 10 kilometer kwamen van ver. Op het WK een jaar eerder, in Fukuoka, werd ik op een tiende vierde op de 10 kilometer en liep daardoor ook een olympisch ticket mis. Een paar maanden later wilde ik heel graag het eindklassement van de World Cup winnen, dat was me nog nooit gelukt. In de laatste wedstrijd werd ik er weer op een tiende uitgetikt door een Duitse concurrent, waardoor ik tweede werd in het eindklassement. Ik was er helemaal klaar mee. In januari gingen we twee weken naar Zuid-Afrika op trainingskamp. Daar hervond ik het plezier. Er stond muziek op en we trainden buiten. Normaal gesproken gaan wij op trainingskamp naar de Sierra Nevada. Drie maanden per jaar zit ik op hoogte. We zitten dan op een berg, als je diepgaat, kun je nauwelijks ademhalen. Ik krijg daar zelfs kokhalsneigingen. We trainen in Spanje altijd binnen, het eten is er vreselijk, je kunt nergens anders naartoe. In Zuid-Afrika kreeg ik mijn energie weer terug, ik merkte dat ik juist meer wilde doen dan het schema voorschreef. Ik zei tegen mijn coach: wat is mijn record in een week qua kilometers? Dat was 109. Ik dacht: hoe mooi zou het zijn als ik op mijn dertigste dat record kan verbreken? Het lukte. Drie weken later was het WK in Doha. Ik ging er met heel veel vertrouwen naartoe. Ik voelde al dat ik de 10 kilometer zou winnen. Tegen de Nederlandse bondscoach Thijs Hagelstein zei ik: het zit goed. Hij zag ook weer een Sharon vol vertrouwen en moest huilen toen ik won. Een paar dagen later was de 5 kilometer. Mentaal was ik heel moe, maar ik dacht: ik heb niks te verliezen. Ik ging er meteen voor, zwom veel op kop. De laatste 200 meter ging het tussen mij en een andere zwemster. Ik kwam los van haar, had nog energie om te gaan. Toen was ik ineens dubbel wereldkampioen.” Je werd olympisch kampioen in Rio in 2016, werd in 2022 voor het eerst wereldkampioen en je werd al verschillende keren Europees kampioen. Hoe voelen deze twee titels ten opzichte van eerdere titels? “Nu ik ouder word, begin ik me te realiseren hoe zwaar het is om een medaille te winnen, hoeveel je er in je privéleven ook voor moet laten. Als ik nu een weekje in Nederland ben, voel ik me niet schuldig. Dat had ik vroeger toen ik in Frankrijk trainde wel. Ik merk nu: als ik even afstand kan nemen, kom ik daarna veel sterker terug. Toen ik twee weken in Pretoria was, had ik dat ook: nieuwe energie. In de Sierra Nevada ben ik juist zo’n ‘Duitse’ Sharon; zonder emotie, net als mijn teamgenoten. Ze zwemmen heel hard, hoor, maar het is niet dat ze even lekker een muziekje opzetten bij de warming-up. Ik vroeg aan mijn coach of ik het trainingskamp in maart weer in Zuid-Afrika mocht doen. Dan zou ik weer buiten trainen, met muziek en positieve mensen om mij heen. Mijn coach zei: ‘Eerst maar eens kijken hoe het in Doha gaat.’ Nou, dat gaf mij extra motivatie.” Lachend: “Toen ik had gewonnen, was dat het eerste waar ik aan dacht.” Voor jou nooit meer Sierra Nevada? “Het compromis was: ik doe Pretoria, en dan nog één keer de Sierra Nevada voordat ik naar de Spelen ga.” Helden Magazine nummer 72 Het eerste gedeelte van het interview met Sharon van Rouwendaal komt voort uit Helden Magazine nummer 72. Het extra dikke zomernummer van Helden staat volledig in het teken van drie grote sportevenementen: het EK voetbal in Duitsland, de Tour de France en de Olympische Spelen in Parijs. Op de cover van de 204 pagina's tellende editie schitteren drie rolmodellen van wereldklasse uit de Nederlandse atletiek: Femke Bol, Sifan Hassan en Lieke Klaver. Wat is het geheim van hun succes? Experts zoals Ellen van Langen, Caroline Feith, Bart Bennema en Gregory Sedoc delen hun inzichten. EK voetbal De sportzomer van 2024 wordt afgetrapt met het EK voetbal, dat op 14 juni begint. In deze Helden een verhaal over Ronald Koeman. Onder andere Frank Rijkaard, Ruud Gullit, broer Erwin Koeman, Guus Hiddink, Jordi Cruijff en Rafael van der Vaart delen hun mening over de bondscoach van het Nederlands elftal. Verder ging Helden naar Milaan voor een interview met revelatie Tijjani Reijnders en zijn vrouw. Daley Blind 106-voudig international - bespreekt zijn indrukwekkende carrière aan de hand van foto’s. Brian Brobbey over de bondscoach, Marco van Basten, zijn toekomst, zijn roots en racisme. Arie Haan gaat vijftig jaar terug in de tijd, naar het WK voetbal in West-Duitsland dat eindigde met een nationaal trauma. Jan Wouters blikt terug op het gewonnen EK van 1988, ook in Duitsland. Het is nog altijd de enige hoofdprijs van Oranje. Tour de France  Na het EK volgt de Tour de France, van 29 juni tot en met 21 juli. In deze Helden lees je een interview met sprinter Fabio Jakobsen en een portret van Mathieu van der Poel, die ook de olympische wegwedstrijd in Parijs rijdt. Jeroen Blijlevens en Steven de Jongh, ploegleiders bij Lidl-Trek, vertellen hun verhaal, en we vragen ons af: kan Sepp Kuss na de Vuelta ook de Tour winnen? Olympische Spelen De Olympische Spelen vinden plaats van 26 juli tot en met 11 augustus. Chef de mission Pieter van den Hoogenband kijkt terug op zijn gouden race twintig jaar geleden. Turnster Sanne Wevers bereidt zich voor op haar laatste kunstje, baanwielrenner Harrie Lavreysen spreekt over hoge verwachtingen, en BMX’er Niek Kimmann over zijn post-olympische dip. Roeizussen Bente en Ilse Paulis geven een dubbelinterview, en Simone van de Kraats hoopt op goud in het waterpolo. Bovendien gingen we op bezoek bij Tes Schouten, Caspar Corbeau en Arno Kamminga, de drie schoolslagmusketiers. Alle drie zijn ze een medaillekandidaat in Parijs. Voor het eerst sinds 1992 plaatse een Nederlands duo zich op de 500 meter kanosprint voor de Spelen. Hoog tijd om kennis te maken met Selma Konijn en Ruth Vorsselman. Triatlontopper Maya Kingma stelde ernstige misstanden aan de kaak binnen het topsportprogramma van de triatlonbond. Dat werd de triatleet niet door iedereen in dank afgenomen. Joost Luiten is sinds kort vader en worstelde met golfyips. In aanloop naar de KLM Open, die hij twee keer won, doet hij zijn verhaal.

Zwemmen

Ian Thorpe: Living Legend

Het is deze zomer twintig jaar geleden dat Ian Thorpe en Pieter van den Hoogenband het voor het laatst tegen elkaar opnamen. Waar ‘The Dutch Dolphin’ hem in ‘zijn’ Sydney versloeg op de 200 meter in 2000, was het ‘Thorpedo’ die het olympisch goud pakte in 2004 in Athene. Een legendarische wedstrijd die bekendstaat als ‘Race of the Century’, vanwege de aanwezigheid van die andere grootheid Michael Phelps, die het brons pakte. Voor Helden Magazine 71 spraken we af met Ian Thorpe. Toen een vriend van Pieter van den Hoogenband eind vorig jaar Sydney bezocht, was het Pieter die zijn Australische oud-collega, rivaal én vriend Ian Thorpe appte. Of hij een where-to-go- lijstje van de stad kon sturen en wat de naam van het favoriete restaurant van Ian ook alweer was. Het restaurant bleek vol te zitten, dus belde Ian zelf voor een tafel. Met succes. “Dat is wat vrienden doen voor elkaar, toch?” glimlacht de inmiddels 41-jarige winnaar van vijf olympische titels en elf wereldtitels op de langebaan. “Pieter en ik hebben nu sowieso vaker contact dan tijdens onze carrières. Vorige week stuurde hij me nog een berichtje.” [caption id="attachment_19684" align="alignnone" width="2000"] an Thorpe feliciteert Pieter van den Hoogenband na de olympische finale 200 meter vrije slag in 2000.[/caption] Jij kwam als special guest naar Eindhoven toen Pieter eind 2008 afscheid nam. Jij was toen al twee jaar gestopt. Wanneer is het contact closer geworden? “Toen we allebei zwommen, was het contact anders, minder intens. Uiteraard zagen we elkaar rondom wedstrijden, dat waren de momenten om bij te praten. Pieter leefde en trainde aan de andere kant van de wereld, inclusief tijdsverschil. Nadat we allebei stopten, was er meer tijd om contact te hebben en het over andere dingen te hebben.” Wat was de laatste keer dat jullie elkaar ‘in het echt’ zagen? Lachend: “Dat was een paar jaar geleden in Australië, het is nu dus mijn beurt om hem in Europa te bezoeken.” Gaat het tijdens de Spelen in Parijs gebeuren? Pieter is daar als chef de mission van TeamNL. “Ik zal daar zeker zijn, al weet ik nog niet precies in welke functie. Maar de kans dat we elkaar daar gaan zien is natuurlijk groot. Dat zou mooi zijn.” Golden Boy Ian geldt als een van de beste zwemmers aller tijden. Voetbal was zijn eerste sport, vanaf zijn achtste begon hij met zwemmen en records te verbreken. Ondanks zijn chloorallergie, waar hij uiteindelijk overheen groeide. Zijn schoenmaat 54 maakte grote indruk. De wereldwijde doorbraak van ‘Thorpedo’ vond plaats tijdens de Olympische Spelen van 2000 in Sydney. Op de eerste avond van het zwemtoernooi werd hij twee keer olympisch kampioen: op zowel de 400 meter vrije slag als op de 4x100 meter vrije slag, beide keren in een wereldrecord. Bij de Spelen in eigen land kwam de toen zeventienjarige Ian op in een revolutionair zwempak dat zijn hele lichaam bedekte. Jij werd vooraf al bestempeld als de Golden Boy. Had jij last van die torenhoge verwachtingen? “Niet echt. Het is natuurlijk niet normaal dat de hele natie en ook de rest van de wereld van een zeventienjarige verwacht dat hij gaat winnen. Er werd niet eens gedacht dat het níét zou lukken. Alle hoogwaardigheidsbekleders, inclusief de minister-president, waren aanwezig in het zwemstadion om mij goud te zien winnen. Want het was voor hen zeker dat dat ging gebeuren. Waar veel mensen niet bij stilstonden, was dat ik een stroeve voorbereiding op de Spelen kende doordat ik mijn enkel brak. Ik mocht een tijd niet trainen en kon mijn been niet volledig belasten in het water. Dat veranderde mijn aanloop naar Sydney. Iedereen vergat wat er aan mijn Spelen voorafging.” Helden Magazine 71 Het eerste gedeelte van het interview met Ian Thorpe is afkomstig uit de tweede uitgave van 2024. De 71ste editie van Helden Magazine is voor het eerst in België te bewonderen! Deze mijlpaal wordt gevierd met twee verschillende sporters op de cover: Estavana Polman in Nederland en Wout van Aert in België. In een openhartig interview deelt Estavana Polman, het gezicht van het Nederlandse handbalteam, haar verhaal over de voorbereidingen op het olympisch kwalificatietoernooi. Daarbij komen ook haar persoonlijke uitdagingen, zoals haar relatie met Rafael van der Vaart, het moederschap en haar blessures ter sprake. Alleskunner Wout van Aert laat dit jaar de Tour de France schieten en kiest voor het eerst voor de Giro d’Italia. De Belgische renner spreekt zich uit over het nieuwe traject, Mathieu van der Poel, Visma-Lease a Bike en de Olympische Spelen. In deze editie van Helden wordt er ook veel aandacht besteed aan voetbal. Esmee Brugts, bekroond als Talent van het Jaar, maakte afgelopen zomer een droomtransfer naar FC Barcelona. Experts laten zich daarnaast uit over Jerdy Schouten, de sleutelspeler van PSV, dat op weg is naar het landskampioenschap en het EK met Oranje in Duitsland. We blikken terug op de legendarische wedstrijd tegen Portugal tijdens het WK van 2006 met Khalid Boulahrouz en bezoeken verdediger Bart Nieuwkoop in Rotterdam. Met Manchester City won Kevin De Bruyne alles wat er te winnen valt. Kenners spreken zich uit over onder meer zijn weergaloze traptechniek en fabuleuze inzicht. In ‘De Dag Dat Alles Misging’ kijken Sigi Lens en Edu Nandlal terug op de vliegtuigcrash in Suriname. Ze hebben de verschrikkelijke SLM-ramp overleefd die zich 35 jaar geleden heeft voorgedaan. Verder in de 140 pagina’s tellende editie deelt marathonloopster Anne Luijten haar bewogen jaar met de lezers. Ze liep de olympische limiet, trouwde, maar verloor ook haar trouwste fan: vader Jos. Victoria Koblenko gaat in gesprek met Ranomi Kromowidjojo, drievoudig olympisch kampioen en zeventienvoudig wereldkampioen zwemmen. Kickbokslegende Peter Aerts, een grootheid in Japan, spreekt onder meer over het oprichten van zijn eigen bond LEGEND. Als laatste is de negentienjarige Collin Veijer de hoop van de Nederlandse motorsportfans, maar wie is hij?
Het is deze zomer twintig jaar geleden dat Ian Thorpe en Pieter van den Hoogenband het voor het laatst tegen elkaar opnamen. Waar ‘The Dutch Dolphin’ hem in ‘zijn’ Sydney versloeg op de 200 meter in 2000, was het ‘Thorpedo’ die het olympisch goud pakte in 2004 in Athene. Een legendarische wedstrijd die bekendstaat als ‘Race of the Century’, vanwege de aanwezigheid van die andere grootheid Michael Phelps, die het brons pakte. Voor Helden Magazine 71 spraken we af met Ian Thorpe. Toen een vriend van Pieter van den Hoogenband eind vorig jaar Sydney bezocht, was het Pieter die zijn Australische oud-collega, rivaal én vriend Ian Thorpe appte. Of hij een where-to-go- lijstje van de stad kon sturen en wat de naam van het favoriete restaurant van Ian ook alweer was. Het restaurant bleek vol te zitten, dus belde Ian zelf voor een tafel. Met succes. “Dat is wat vrienden doen voor elkaar, toch?” glimlacht de inmiddels 41-jarige winnaar van vijf olympische titels en elf wereldtitels op de langebaan. “Pieter en ik hebben nu sowieso vaker contact dan tijdens onze carrières. Vorige week stuurde hij me nog een berichtje.” [caption id="attachment_19684" align="alignnone" width="2000"] an Thorpe feliciteert Pieter van den Hoogenband na de olympische finale 200 meter vrije slag in 2000.[/caption] Jij kwam als special guest naar Eindhoven toen Pieter eind 2008 afscheid nam. Jij was toen al twee jaar gestopt. Wanneer is het contact closer geworden? “Toen we allebei zwommen, was het contact anders, minder intens. Uiteraard zagen we elkaar rondom wedstrijden, dat waren de momenten om bij te praten. Pieter leefde en trainde aan de andere kant van de wereld, inclusief tijdsverschil. Nadat we allebei stopten, was er meer tijd om contact te hebben en het over andere dingen te hebben.” Wat was de laatste keer dat jullie elkaar ‘in het echt’ zagen? Lachend: “Dat was een paar jaar geleden in Australië, het is nu dus mijn beurt om hem in Europa te bezoeken.” Gaat het tijdens de Spelen in Parijs gebeuren? Pieter is daar als chef de mission van TeamNL. “Ik zal daar zeker zijn, al weet ik nog niet precies in welke functie. Maar de kans dat we elkaar daar gaan zien is natuurlijk groot. Dat zou mooi zijn.” Golden Boy Ian geldt als een van de beste zwemmers aller tijden. Voetbal was zijn eerste sport, vanaf zijn achtste begon hij met zwemmen en records te verbreken. Ondanks zijn chloorallergie, waar hij uiteindelijk overheen groeide. Zijn schoenmaat 54 maakte grote indruk. De wereldwijde doorbraak van ‘Thorpedo’ vond plaats tijdens de Olympische Spelen van 2000 in Sydney. Op de eerste avond van het zwemtoernooi werd hij twee keer olympisch kampioen: op zowel de 400 meter vrije slag als op de 4x100 meter vrije slag, beide keren in een wereldrecord. Bij de Spelen in eigen land kwam de toen zeventienjarige Ian op in een revolutionair zwempak dat zijn hele lichaam bedekte. Jij werd vooraf al bestempeld als de Golden Boy. Had jij last van die torenhoge verwachtingen? “Niet echt. Het is natuurlijk niet normaal dat de hele natie en ook de rest van de wereld van een zeventienjarige verwacht dat hij gaat winnen. Er werd niet eens gedacht dat het níét zou lukken. Alle hoogwaardigheidsbekleders, inclusief de minister-president, waren aanwezig in het zwemstadion om mij goud te zien winnen. Want het was voor hen zeker dat dat ging gebeuren. Waar veel mensen niet bij stilstonden, was dat ik een stroeve voorbereiding op de Spelen kende doordat ik mijn enkel brak. Ik mocht een tijd niet trainen en kon mijn been niet volledig belasten in het water. Dat veranderde mijn aanloop naar Sydney. Iedereen vergat wat er aan mijn Spelen voorafging.” Helden Magazine 71 Het eerste gedeelte van het interview met Ian Thorpe is afkomstig uit de tweede uitgave van 2024. De 71ste editie van Helden Magazine is voor het eerst in België te bewonderen! Deze mijlpaal wordt gevierd met twee verschillende sporters op de cover: Estavana Polman in Nederland en Wout van Aert in België. In een openhartig interview deelt Estavana Polman, het gezicht van het Nederlandse handbalteam, haar verhaal over de voorbereidingen op het olympisch kwalificatietoernooi. Daarbij komen ook haar persoonlijke uitdagingen, zoals haar relatie met Rafael van der Vaart, het moederschap en haar blessures ter sprake. Alleskunner Wout van Aert laat dit jaar de Tour de France schieten en kiest voor het eerst voor de Giro d’Italia. De Belgische renner spreekt zich uit over het nieuwe traject, Mathieu van der Poel, Visma-Lease a Bike en de Olympische Spelen. In deze editie van Helden wordt er ook veel aandacht besteed aan voetbal. Esmee Brugts, bekroond als Talent van het Jaar, maakte afgelopen zomer een droomtransfer naar FC Barcelona. Experts laten zich daarnaast uit over Jerdy Schouten, de sleutelspeler van PSV, dat op weg is naar het landskampioenschap en het EK met Oranje in Duitsland. We blikken terug op de legendarische wedstrijd tegen Portugal tijdens het WK van 2006 met Khalid Boulahrouz en bezoeken verdediger Bart Nieuwkoop in Rotterdam. Met Manchester City won Kevin De Bruyne alles wat er te winnen valt. Kenners spreken zich uit over onder meer zijn weergaloze traptechniek en fabuleuze inzicht. In ‘De Dag Dat Alles Misging’ kijken Sigi Lens en Edu Nandlal terug op de vliegtuigcrash in Suriname. Ze hebben de verschrikkelijke SLM-ramp overleefd die zich 35 jaar geleden heeft voorgedaan. Verder in de 140 pagina’s tellende editie deelt marathonloopster Anne Luijten haar bewogen jaar met de lezers. Ze liep de olympische limiet, trouwde, maar verloor ook haar trouwste fan: vader Jos. Victoria Koblenko gaat in gesprek met Ranomi Kromowidjojo, drievoudig olympisch kampioen en zeventienvoudig wereldkampioen zwemmen. Kickbokslegende Peter Aerts, een grootheid in Japan, spreekt onder meer over het oprichten van zijn eigen bond LEGEND. Als laatste is de negentienjarige Collin Veijer de hoop van de Nederlandse motorsportfans, maar wie is hij?

Boksen

Peter Aerts: God in Japan

Door zijn zeges in het prestigieuze K-1 toernooi is Peter Aerts (53) alias The Lumberjack een legende in Japan. Fans spreken hem in zijn ‘nieuwe vaderland’ aanvoor een selfie. Met zijn kersverse vechtsportbond LEGEND organiseert Peter dit jaar in Japan vier gala’s. Er zijn vergevorderde plannen voor een eigen sportschool in Tokio, de eerste van een keten. Wij zochten hem voor Helden Magazine 71 op in Japan. ‘Peter Aerts, Mister K-1!’ Voormalig kickbokskampioen Peter Aerts, 53 jaar inmiddels, loopt ’s avonds laat ontspannen in zwarte trainingsbroek en zwarte jas over straat in uitgaanswijk Roppongi in de Japanse hoofdstad Tokio. Hij steekt met kop en schouders uit boven zijn omgeving en wordt aan de lopende band herkend. Fans reageren vol ontzag en willen dolgraag met hem poseren. Voor de gelegenheid neemt Peter steevast een bokshouding aan en zegt met een grijns op zijn gezicht: “Osu.” Dat betekent ‘respect’. Dertig jaar na zijn eerste overwinning in het K-1-toernooi – de Champions League van het kickboksen – is Peter Aerts in Japan een levende legende. Hij won het toernooi drie keer en stond nog eens drie keer in de finale. De titanenstrijd in de Tokyo Dome trok steevast ruim zeventigduizend bezoekers, op tv keken tientallen miljoenen mensen live mee. Ontelbare keren was Peter te zien in reclamespots en populaire tv-shows. Max Verstappen zei na afloop van de door hem gewonnen GP van Japan in 2023 tegen Peter: “Ik ken jou wel. Ik keek altijd met mijn vader naar jouw wedstrijden.” In zijn hoogtijdagen was de chique club V2 in Roppongi zijn thuishonk. Boven de club had hij een hotelkamer waar hij gratis mocht logeren en gasten kon ontvangen. Bij de entree hangen portretten van beroemdheden die hier ooit geweest zijn, onder wie de popsterren Justin Bieber en Ariana Grande. Uiteraard hangt er ook een portret van Mister K-1. Hoewel Peter zijn komst niet gemeld heeft, leidt het hoofd beveiliging – een voormalig MMA-kampioen – ons na een buiging en een omhelzing naar een tafel in het vipgedeelte. De drankjes zijn vanzelfsprekend van de zaak. De volgende middag wordt Peter midden op Shibuya Crossing Square, het drukste kruispunt ter wereld met per groen licht soms wel 2500 passanten, aangesproken voor een selfie. Hij stopt tussen de immense menigte en poseert vriendelijk. “Vroeger was het veel erger. Auto’s stopten midden op de weg om naar mij te toeteren en er ontstonden files. Iedereen rende naar me toe om foto’s met mij te maken. Er zijn zelfs fans die mij op hun lijf hebben getatoeëerd.” [caption id="attachment_19683" align="alignnone" width="2560"] V.l.n.r.: Esther, Montana, Peter en Marciano Aerts in Japan.[/caption] Peter Aerts is inmiddels een halve Japanner. Hij huurt een riant appartement op de achttiende verdieping van een wolkenkrabber in de zakenwijk Shinagawa. Daar verblijft hij het grootste deel van het jaar. Hij heeft de papieren ingeleverd om een vaste inwoner van Tokio te worden. “Op die manier hoef ik ook niet Nederlandse én Japanse belasting te betalen. De mensen zijn hier zo beleefd. Ik woon daarom liever in Japan dan in Nederland. Mensen hebben respect voor elkaar en het is schoon en georganiseerd. In Nederland is dat toch minder het geval.” Helden Magazine 71 Het eerste gedeelte van het interview met Peter Aerts is afkomstig uit de tweede uitgave van 2024. De 71ste editie van Helden Magazine is voor het eerst in België te bewonderen! Deze mijlpaal wordt gevierd met twee verschillende sporters op de cover: Estavana Polman in Nederland en Wout van Aert in België. In een openhartig interview deelt Estavana Polman, het gezicht van het Nederlandse handbalteam, haar verhaal over de voorbereidingen op het olympisch kwalificatietoernooi. Daarbij komen ook haar persoonlijke uitdagingen, zoals haar relatie met Rafael van der Vaart, het moederschap en haar blessures ter sprake. Alleskunner Wout van Aert laat dit jaar de Tour de France schieten en kiest voor het eerst voor de Giro d’Italia. De Belgische renner spreekt zich uit over het nieuwe traject, Mathieu van der Poel, Visma-Lease a Bike en de Olympische Spelen. In deze editie van Helden wordt er ook veel aandacht besteed aan voetbal. Esmee Brugts, bekroond als Talent van het Jaar, maakte afgelopen zomer een droomtransfer naar FC Barcelona. Experts laten zich daarnaast uit over Jerdy Schouten, de sleutelspeler van PSV, dat op weg is naar het landskampioenschap en het EK met Oranje in Duitsland. We blikken terug op de legendarische wedstrijd tegen Portugal tijdens het WK van 2006 met Khalid Boulahrouz en bezoeken verdediger Bart Nieuwkoop in Rotterdam. Met Manchester City won Kevin De Bruyne alles wat er te winnen valt. Kenners spreken zich uit over onder meer zijn weergaloze traptechniek en fabuleuze inzicht. In ‘De Dag Dat Alles Misging’ kijken Sigi Lens en Edu Nandlal terug op de vliegtuigcrash in Suriname. Ze hebben de verschrikkelijke SLM-ramp overleefd die zich 35 jaar geleden heeft voorgedaan. Verder in de 140 pagina’s tellende editie deelt marathonloopster Anne Luijten haar bewogen jaar met de lezers. Ze liep de olympische limiet, trouwde, maar verloor ook haar trouwste fan: vader Jos. Zwemfenomeen Ian Thorpe blikt terug op zijn legendarische races en vriendschap met Pieter van den Hoogenband. Victoria Koblenko gaat in gesprek met Ranomi Kromowidjojo, drievoudig olympisch kampioen en zeventienvoudig wereldkampioen zwemmen. Als laatste is de negentienjarige Collin Veijer de hoop van de Nederlandse motorsportfans, maar wie is hij?
Door zijn zeges in het prestigieuze K-1 toernooi is Peter Aerts (53) alias The Lumberjack een legende in Japan. Fans spreken hem in zijn ‘nieuwe vaderland’ aanvoor een selfie. Met zijn kersverse vechtsportbond LEGEND organiseert Peter dit jaar in Japan vier gala’s. Er zijn vergevorderde plannen voor een eigen sportschool in Tokio, de eerste van een keten. Wij zochten hem voor Helden Magazine 71 op in Japan. ‘Peter Aerts, Mister K-1!’ Voormalig kickbokskampioen Peter Aerts, 53 jaar inmiddels, loopt ’s avonds laat ontspannen in zwarte trainingsbroek en zwarte jas over straat in uitgaanswijk Roppongi in de Japanse hoofdstad Tokio. Hij steekt met kop en schouders uit boven zijn omgeving en wordt aan de lopende band herkend. Fans reageren vol ontzag en willen dolgraag met hem poseren. Voor de gelegenheid neemt Peter steevast een bokshouding aan en zegt met een grijns op zijn gezicht: “Osu.” Dat betekent ‘respect’. Dertig jaar na zijn eerste overwinning in het K-1-toernooi – de Champions League van het kickboksen – is Peter Aerts in Japan een levende legende. Hij won het toernooi drie keer en stond nog eens drie keer in de finale. De titanenstrijd in de Tokyo Dome trok steevast ruim zeventigduizend bezoekers, op tv keken tientallen miljoenen mensen live mee. Ontelbare keren was Peter te zien in reclamespots en populaire tv-shows. Max Verstappen zei na afloop van de door hem gewonnen GP van Japan in 2023 tegen Peter: “Ik ken jou wel. Ik keek altijd met mijn vader naar jouw wedstrijden.” In zijn hoogtijdagen was de chique club V2 in Roppongi zijn thuishonk. Boven de club had hij een hotelkamer waar hij gratis mocht logeren en gasten kon ontvangen. Bij de entree hangen portretten van beroemdheden die hier ooit geweest zijn, onder wie de popsterren Justin Bieber en Ariana Grande. Uiteraard hangt er ook een portret van Mister K-1. Hoewel Peter zijn komst niet gemeld heeft, leidt het hoofd beveiliging – een voormalig MMA-kampioen – ons na een buiging en een omhelzing naar een tafel in het vipgedeelte. De drankjes zijn vanzelfsprekend van de zaak. De volgende middag wordt Peter midden op Shibuya Crossing Square, het drukste kruispunt ter wereld met per groen licht soms wel 2500 passanten, aangesproken voor een selfie. Hij stopt tussen de immense menigte en poseert vriendelijk. “Vroeger was het veel erger. Auto’s stopten midden op de weg om naar mij te toeteren en er ontstonden files. Iedereen rende naar me toe om foto’s met mij te maken. Er zijn zelfs fans die mij op hun lijf hebben getatoeëerd.” [caption id="attachment_19683" align="alignnone" width="2560"] V.l.n.r.: Esther, Montana, Peter en Marciano Aerts in Japan.[/caption] Peter Aerts is inmiddels een halve Japanner. Hij huurt een riant appartement op de achttiende verdieping van een wolkenkrabber in de zakenwijk Shinagawa. Daar verblijft hij het grootste deel van het jaar. Hij heeft de papieren ingeleverd om een vaste inwoner van Tokio te worden. “Op die manier hoef ik ook niet Nederlandse én Japanse belasting te betalen. De mensen zijn hier zo beleefd. Ik woon daarom liever in Japan dan in Nederland. Mensen hebben respect voor elkaar en het is schoon en georganiseerd. In Nederland is dat toch minder het geval.” Helden Magazine 71 Het eerste gedeelte van het interview met Peter Aerts is afkomstig uit de tweede uitgave van 2024. De 71ste editie van Helden Magazine is voor het eerst in België te bewonderen! Deze mijlpaal wordt gevierd met twee verschillende sporters op de cover: Estavana Polman in Nederland en Wout van Aert in België. In een openhartig interview deelt Estavana Polman, het gezicht van het Nederlandse handbalteam, haar verhaal over de voorbereidingen op het olympisch kwalificatietoernooi. Daarbij komen ook haar persoonlijke uitdagingen, zoals haar relatie met Rafael van der Vaart, het moederschap en haar blessures ter sprake. Alleskunner Wout van Aert laat dit jaar de Tour de France schieten en kiest voor het eerst voor de Giro d’Italia. De Belgische renner spreekt zich uit over het nieuwe traject, Mathieu van der Poel, Visma-Lease a Bike en de Olympische Spelen. In deze editie van Helden wordt er ook veel aandacht besteed aan voetbal. Esmee Brugts, bekroond als Talent van het Jaar, maakte afgelopen zomer een droomtransfer naar FC Barcelona. Experts laten zich daarnaast uit over Jerdy Schouten, de sleutelspeler van PSV, dat op weg is naar het landskampioenschap en het EK met Oranje in Duitsland. We blikken terug op de legendarische wedstrijd tegen Portugal tijdens het WK van 2006 met Khalid Boulahrouz en bezoeken verdediger Bart Nieuwkoop in Rotterdam. Met Manchester City won Kevin De Bruyne alles wat er te winnen valt. Kenners spreken zich uit over onder meer zijn weergaloze traptechniek en fabuleuze inzicht. In ‘De Dag Dat Alles Misging’ kijken Sigi Lens en Edu Nandlal terug op de vliegtuigcrash in Suriname. Ze hebben de verschrikkelijke SLM-ramp overleefd die zich 35 jaar geleden heeft voorgedaan. Verder in de 140 pagina’s tellende editie deelt marathonloopster Anne Luijten haar bewogen jaar met de lezers. Ze liep de olympische limiet, trouwde, maar verloor ook haar trouwste fan: vader Jos. Zwemfenomeen Ian Thorpe blikt terug op zijn legendarische races en vriendschap met Pieter van den Hoogenband. Victoria Koblenko gaat in gesprek met Ranomi Kromowidjojo, drievoudig olympisch kampioen en zeventienvoudig wereldkampioen zwemmen. Als laatste is de negentienjarige Collin Veijer de hoop van de Nederlandse motorsportfans, maar wie is hij?

Zwemmen

Ranomi Kromowidjojo: ‘Ik ben geen koele kikker’

Ranomi Kromowidjojo (33) won drie olympische titels en zeventien wereldtitels. Het leven lachte haar toe, zou je denken. In haar autobiografie Ranomi – gewonnen, gestreden en bovengekomen, die op 18 juni uitkomt, vertelt ze dat zij niet die koele kikker was bij wie alles maar aan kwam waaien. Victoria Koblenko ging langs bij de oud- zwemster die begin 2022 stopte, om met haar te praten over de levenslessen die zestien jaar topsport haar hebben gegeven. “Mensen vonden mij vaak een tikkeltje mysterieus.” Twee jaar nadat je je ‘zwempensioen’ aankondigde, komt je autobiografie Ranomi uit. Wanneer voelde je de noodzaak om je ervaringen te delen? “Er waren al eerder verzoeken van mensen om een boek met me te maken, maar die legde ik naast me neer. Als kind geloofde ik intuïtief al dat er op een dag een boek zou komen. Een paar jaar geleden kreeg dat idee al meer vorm, maar wist ik nog niet precies hoe en wat. Toen ik gestopt was, begin 2022, wist ik het zeker en kreeg ik er steeds meer een idee bij. Een jaar geleden nam ik zelf het initiatief om een boek te maken. Ik wilde het vooral op mijn manier zegt Ranomi in Helden Magazine 71.” En wat is jouw manier? “Ik wilde graag al mijn levenslessen bundelen. Jasper Boks, met wie ik het boek heb geschreven, en ik zijn een klein jaar geleden begonnen en voor mij was het belangrijk dat het voor de Olympische Spelen in Parijs, deze zomer, uit zou komen. Dat gaat lukken, vanaf juni ligt het boek in de winkels.” Puzzel Het boek is geschreven vanuit de ik- vorm. Zien we alleen jouw perceptie terug in het boek? “We hebben gesprekken gevoerd met heel veel mensen die een belangrijke rol hebben gespeeld in mijn carrière. We hebben al mijn coaches gesproken: Jeanet Mulder, Jacco Verhaeren, Marcel Wouda, Christiaan Sloof en Patrick Pearson, maar ook mijn ouders, broer, mentale begeleider, beste vriendin, Pieter van den Hoogenband, mijn man Ferry Weertman en collega’s als Inge Dekker en Femke Heemskerk. Dat zorgde voor een frisse invalshoek. Naast mijn eigen herinneringen hoorde ik ook hoe zij dingen hebben beleefd met mij. Femke, mijn teamgenoot in de estafetteploeg, maar in Nederland ook mijn grootste concurrente op – vooral – de 100 meter vrije slag, heeft zo’n briljant geheugen. Die weet nog exact wat we tegen elkaar zeiden tien minuten voor de WK-finale op de estafette in 2009. Haar inbreng, en die van alle andere mensen, zorgde dat mijn verhaal completer werd. Al die mensen hebben geholpen de puzzel te leggen.” Je hebt natuurlijk een ontelbaar aantal races gezwommen. Ik snap dat je niet alle details meteen paraat hebt. “Van sommige races weet ik nog heel veel, van andere toernooien weet ik alleen nog welk gevoel het bij me opriep en van sommige wedstrijden weet ik alleen nog hoe het hotel eruitzag.” Helden Magazine 71 Het eerste gedeelte van het interview met Ranomi Kromowidjojo is afkomstig uit de tweede uitgave van 2024. De 71ste editie van Helden Magazine is voor het eerst in België te bewonderen! Deze mijlpaal wordt gevierd met twee verschillende sporters op de cover: Estavana Polman in Nederland en Wout van Aert in België. In een openhartig interview deelt Estavana Polman, het gezicht van het Nederlandse handbalteam, haar verhaal over de voorbereidingen op het olympisch kwalificatietoernooi. Daarbij komen ook haar persoonlijke uitdagingen, zoals haar relatie met Rafael van der Vaart, het moederschap en haar blessures ter sprake. Alleskunner Wout van Aert laat dit jaar de Tour de France schieten en kiest voor het eerst voor de Giro d’Italia. De Belgische renner spreekt zich uit over het nieuwe traject, Mathieu van der Poel, Visma-Lease a Bike en de Olympische Spelen. In deze editie van Helden wordt er ook veel aandacht besteed aan voetbal. Esmee Brugts, bekroond als Talent van het Jaar, maakte afgelopen zomer een droomtransfer naar FC Barcelona. Experts laten zich daarnaast uit over Jerdy Schouten, de sleutelspeler van PSV, dat op weg is naar het landskampioenschap en het EK met Oranje in Duitsland. We blikken terug op de legendarische wedstrijd tegen Portugal tijdens het WK van 2006 met Khalid Boulahrouz en bezoeken verdediger Bart Nieuwkoop in Rotterdam. Met Manchester City won Kevin De Bruyne alles wat er te winnen valt. Kenners spreken zich uit over onder meer zijn weergaloze traptechniek en fabuleuze inzicht. In ‘De Dag Dat Alles Misging’ kijken Sigi Lens en Edu Nandlal terug op de vliegtuigcrash in Suriname. Ze hebben de verschrikkelijke SLM-ramp overleefd die zich 35 jaar geleden heeft voorgedaan. Verder in de 140 pagina’s tellende editie deelt marathonloopster Anne Luijten haar bewogen jaar met de lezers. Ze liep de olympische limiet, trouwde, maar verloor ook haar trouwste fan: vader Jos. Zwemfenomeen Ian Thorpe blikt terug op zijn legendarische races en vriendschap met Pieter van den Hoogenband. Kickbokslegende Peter Aerts, een grootheid in Japan, spreekt onder meer over het oprichten van zijn eigen bond LEGEND. Als laatste is de negentienjarige Collin Veijer de hoop van de Nederlandse motorsportfans, maar wie is hij? Autobiografie Ranomi 'Ranomi - gewonnen, gestreden en bovengekomen' ligt vanaf 18 juni in de winkel. De autobiografie kost €23,99.- en is via de pre-orderlink www.boekenwereld.com/ranomi alvast te bestellen. De eerste 500 bestellers ontvangen een door Ranomi Kromowidjojo gesigneerd exemplaar.
Ranomi Kromowidjojo (33) won drie olympische titels en zeventien wereldtitels. Het leven lachte haar toe, zou je denken. In haar autobiografie Ranomi – gewonnen, gestreden en bovengekomen, die op 18 juni uitkomt, vertelt ze dat zij niet die koele kikker was bij wie alles maar aan kwam waaien. Victoria Koblenko ging langs bij de oud- zwemster die begin 2022 stopte, om met haar te praten over de levenslessen die zestien jaar topsport haar hebben gegeven. “Mensen vonden mij vaak een tikkeltje mysterieus.” Twee jaar nadat je je ‘zwempensioen’ aankondigde, komt je autobiografie Ranomi uit. Wanneer voelde je de noodzaak om je ervaringen te delen? “Er waren al eerder verzoeken van mensen om een boek met me te maken, maar die legde ik naast me neer. Als kind geloofde ik intuïtief al dat er op een dag een boek zou komen. Een paar jaar geleden kreeg dat idee al meer vorm, maar wist ik nog niet precies hoe en wat. Toen ik gestopt was, begin 2022, wist ik het zeker en kreeg ik er steeds meer een idee bij. Een jaar geleden nam ik zelf het initiatief om een boek te maken. Ik wilde het vooral op mijn manier zegt Ranomi in Helden Magazine 71.” En wat is jouw manier? “Ik wilde graag al mijn levenslessen bundelen. Jasper Boks, met wie ik het boek heb geschreven, en ik zijn een klein jaar geleden begonnen en voor mij was het belangrijk dat het voor de Olympische Spelen in Parijs, deze zomer, uit zou komen. Dat gaat lukken, vanaf juni ligt het boek in de winkels.” Puzzel Het boek is geschreven vanuit de ik- vorm. Zien we alleen jouw perceptie terug in het boek? “We hebben gesprekken gevoerd met heel veel mensen die een belangrijke rol hebben gespeeld in mijn carrière. We hebben al mijn coaches gesproken: Jeanet Mulder, Jacco Verhaeren, Marcel Wouda, Christiaan Sloof en Patrick Pearson, maar ook mijn ouders, broer, mentale begeleider, beste vriendin, Pieter van den Hoogenband, mijn man Ferry Weertman en collega’s als Inge Dekker en Femke Heemskerk. Dat zorgde voor een frisse invalshoek. Naast mijn eigen herinneringen hoorde ik ook hoe zij dingen hebben beleefd met mij. Femke, mijn teamgenoot in de estafetteploeg, maar in Nederland ook mijn grootste concurrente op – vooral – de 100 meter vrije slag, heeft zo’n briljant geheugen. Die weet nog exact wat we tegen elkaar zeiden tien minuten voor de WK-finale op de estafette in 2009. Haar inbreng, en die van alle andere mensen, zorgde dat mijn verhaal completer werd. Al die mensen hebben geholpen de puzzel te leggen.” Je hebt natuurlijk een ontelbaar aantal races gezwommen. Ik snap dat je niet alle details meteen paraat hebt. “Van sommige races weet ik nog heel veel, van andere toernooien weet ik alleen nog welk gevoel het bij me opriep en van sommige wedstrijden weet ik alleen nog hoe het hotel eruitzag.” Helden Magazine 71 Het eerste gedeelte van het interview met Ranomi Kromowidjojo is afkomstig uit de tweede uitgave van 2024. De 71ste editie van Helden Magazine is voor het eerst in België te bewonderen! Deze mijlpaal wordt gevierd met twee verschillende sporters op de cover: Estavana Polman in Nederland en Wout van Aert in België. In een openhartig interview deelt Estavana Polman, het gezicht van het Nederlandse handbalteam, haar verhaal over de voorbereidingen op het olympisch kwalificatietoernooi. Daarbij komen ook haar persoonlijke uitdagingen, zoals haar relatie met Rafael van der Vaart, het moederschap en haar blessures ter sprake. Alleskunner Wout van Aert laat dit jaar de Tour de France schieten en kiest voor het eerst voor de Giro d’Italia. De Belgische renner spreekt zich uit over het nieuwe traject, Mathieu van der Poel, Visma-Lease a Bike en de Olympische Spelen. In deze editie van Helden wordt er ook veel aandacht besteed aan voetbal. Esmee Brugts, bekroond als Talent van het Jaar, maakte afgelopen zomer een droomtransfer naar FC Barcelona. Experts laten zich daarnaast uit over Jerdy Schouten, de sleutelspeler van PSV, dat op weg is naar het landskampioenschap en het EK met Oranje in Duitsland. We blikken terug op de legendarische wedstrijd tegen Portugal tijdens het WK van 2006 met Khalid Boulahrouz en bezoeken verdediger Bart Nieuwkoop in Rotterdam. Met Manchester City won Kevin De Bruyne alles wat er te winnen valt. Kenners spreken zich uit over onder meer zijn weergaloze traptechniek en fabuleuze inzicht. In ‘De Dag Dat Alles Misging’ kijken Sigi Lens en Edu Nandlal terug op de vliegtuigcrash in Suriname. Ze hebben de verschrikkelijke SLM-ramp overleefd die zich 35 jaar geleden heeft voorgedaan. Verder in de 140 pagina’s tellende editie deelt marathonloopster Anne Luijten haar bewogen jaar met de lezers. Ze liep de olympische limiet, trouwde, maar verloor ook haar trouwste fan: vader Jos. Zwemfenomeen Ian Thorpe blikt terug op zijn legendarische races en vriendschap met Pieter van den Hoogenband. Kickbokslegende Peter Aerts, een grootheid in Japan, spreekt onder meer over het oprichten van zijn eigen bond LEGEND. Als laatste is de negentienjarige Collin Veijer de hoop van de Nederlandse motorsportfans, maar wie is hij? Autobiografie Ranomi 'Ranomi - gewonnen, gestreden en bovengekomen' ligt vanaf 18 juni in de winkel. De autobiografie kost €23,99.- en is via de pre-orderlink www.boekenwereld.com/ranomi alvast te bestellen. De eerste 500 bestellers ontvangen een door Ranomi Kromowidjojo gesigneerd exemplaar.

Marathon

Anne Luijten: ‘Je zou haast in magie gaan geloven’

Anne Luijten heeft een bewogen tijd achter de rug. De atlete werd in 2023 Nederlands kampioen op de halve en de hele marathon, liep de olympische limiet en trouwde. Daar tegenover stond het overlijden van haar grootste fan: vader Jos. In aanloop naar de Rotterdam Marathon van 14 april praat ze in Helden Magazine 71 openhartig over de heftige periode die achter haar ligt. “Voor het eerst zonder papa. Ik heb al een paar wedstrijdjes gelopen sinds zijn overlijden en vond het niet heel erg lastig dat ik zijn gezicht ineens niet meer langs de kant zag. Maar op zondag 14 april bij de Rotterdam Marathon zal ik het moeilijker vinden dat hij er niet meer bij is, vermoed ik. Vorig jaar sliep ik bij mijn ouders in Rijswijk en reed ik gezellig met papa in de auto naar Rotterdam. We parkeerden de auto bij mijn broertje Tom en papa pakte de fiets uit de auto en ging met me mee naar de start. Tijdens de marathon volgde hij me op de fiets, terwijl hij al ziek was. Ik werd Nederlands kampioen in mijn tweede marathon, was ruim vijf minuten sneller dan bij mijn debuut, een jaar eerder ook in Rotterdam; het was zo’n mooie dag. Rotterdam heeft altijd al een speciaal plekje in mijn hart. Mijn oma is er opgegroeid en heeft het bombardement in 1940 meegemaakt. Mijn vader heeft er gestudeerd en ook heel veel geroeid. Zelfs zo hard dat hij zijn studie niet afmaakte. Mijn broertje heeft er ook gestudeerd en woont er nu. Ook op sportief gebied speelt Rotterdam van jongs af aan al een belangrijke rol. In de jeugd mocht ik meedoen aan de regiotrainingen die door de atletiekbond werden georganiseerd en die werden in Rotterdam gehouden. Daar reed papa me dan naartoe. Als meisje van achttien heb ik in 2012 Miranda Boonstra gevolgd tijdens de Rotterdam Marathon. Van ons huis in Rijswijk ben ik die dag op de fiets naar Rotterdam gegaan om haar te volgen. Daar aangekomen mocht ik meefietsen met Tonnie Dirks, de coach van Miranda. Ik vond het zo tof om haar volledig geconcentreerd te zien lopen achter haar gangmakers aan. Verschrikkelijk jammer dat ze op slechts acht tellen de olympische limiet miste, maar de blik achter de schermen maakte op mij grote indruk. Eigenlijk was dat het moment dat ik dacht: de marathon is wel heel gaaf. Mijn vader en moeder waren erg sportief. Naast roeien was mijn vader van het hardlopen. Mama deed dat ook, liep elk jaar de City Pier City Loop in Den Haag. Mijn zusje Femke wilde nadat ze mijn moeder die wedstrijd had zien lopen op atletiek en ik besloot met haar mee te gaan. Ik had gezwommen en geschaatst en mama vond hockey wel wat voor mij, maar het werd atletiek. Bij AV’40 in Delft trok ik meteen naar het hardlopen, zag mensen vaak kijken naar mij met het idee van: waarom doet zij aan het einde van de training nog zo haar best op de 800 meter? Ik vond het een uitdaging om te kijken of ik dan de jongens bij kon houden. Het was een leuke club, maar de meeste leden redeneerden dat het ook vooral ‘gezellig moest blijven’. Omdat ik daar iets te fanatiek voor was, stapte ik over naar een andere vereniging met een heel leuk hardloopteam en een heel bevlogen trainer, Arthur van Dijk. Daar dacht ik: gelukkig, er zijn er meer die net zo gek zijn van hardlopen als ik. In 2012 kreeg ik een scholarship van de Universiteit van Portland, ging in Amerika mijn studie combineren met hardlopen. De echte toppers konden na de middelbare school prof worden, dat zat er voor mij niet in. Ik kwalificeerde me voor enkele grote toernooien op de 3000 en 5000 meter, zoals de Europese Jeugdkampioenschappen, maar liep daarin vaak achterin mee. Toen de kans om naar Amerika te gaan zich voordeed, dacht ik: ik heb zoveel tijd in het hardlopen geïnvesteerd, dit avontuur wil ik aangaan. Ik trainde ’s ochtends en ’s middags met het team en kon tussendoor studeren. Geweldig. Ik heb mijn tijd in Portland zo lang mogelijk gerekt, heb eerst Sociologie en daarna Psychologie gestudeerd, waardoor ik er vijf jaar kon blijven. In 2017 keerde ik terug naar Nederland, ging bij Honoré Hoedt trainen en volgde de opleiding Sustainable Development in Utrecht. Het hardlopen ging goed, totdat ik begin 2018 een achillespeesblessure kreeg die maar op bleef spelen. Mijn toptijd op de 5000 meter was 16 minuten en 6 seconden en ineens moest ik tevreden zijn met tijden die een halve minuut langzamer waren. Daardoor werd het lastig om mezelf te blijven motiveren er vol voor te gaan, en bijvoorbeeld ook ’s avonds in de regen en kou nog de deur uit te gaan om te trainen. Helden Magazine 71 Het eerste gedeelte van het interview met Anne Luijten is afkomstig uit de tweede uitgave van 2024. De 71ste editie van Helden Magazine is voor het eerst in België te bewonderen! Deze mijlpaal wordt gevierd met twee verschillende sporters op de cover: Estavana Polman in Nederland en Wout van Aert in België. In een openhartig interview deelt Estavana Polman, het gezicht van het Nederlandse handbalteam, haar verhaal over de voorbereidingen op het olympisch kwalificatietoernooi. Daarbij komen ook haar persoonlijke uitdagingen, zoals haar relatie met Rafael van der Vaart, het moederschap en haar blessures ter sprake. Alleskunner Wout van Aert laat dit jaar de Tour de France schieten en kiest voor het eerst voor de Giro d’Italia. De Belgische renner spreekt zich uit over het nieuwe traject, Mathieu van der Poel, Visma-Lease a Bike en de Olympische Spelen. In deze editie van Helden wordt er ook veel aandacht besteed aan voetbal. Esmee Brugts, bekroond als Talent van het Jaar, maakte afgelopen zomer een droomtransfer naar FC Barcelona. Experts laten zich daarnaast uit over Jerdy Schouten, de sleutelspeler van PSV, dat op weg is naar het landskampioenschap en het EK met Oranje in Duitsland. We blikken terug op de legendarische wedstrijd tegen Portugal tijdens het WK van 2006 met Khalid Boulahrouz en bezoeken verdediger Bart Nieuwkoop in Rotterdam. Met Manchester City won Kevin De Bruyne alles wat er te winnen valt. Kenners spreken zich uit over onder meer zijn weergaloze traptechniek en fabuleuze inzicht. In ‘De Dag Dat Alles Misging’ kijken Sigi Lens en Edu Nandlal terug op de vliegtuigcrash in Suriname. Ze hebben de verschrikkelijke SLM-ramp overleefd die zich 35 jaar geleden heeft voorgedaan. Verder in de 140 pagina’s tellende editie blikt zwemfenomeen Ian Thorpe terug op zijn legendarische races en vriendschap met Pieter van den Hoogenband. Victoria Koblenko gaat in gesprek met Ranomi Kromowidjojo, drievoudig olympisch kampioen en zeventienvoudig wereldkampioen zwemmen. Kickbokslegende Peter Aerts, een grootheid in Japan, spreekt onder meer over het oprichten van zijn eigen bond LEGEND. Als laatste is de negentienjarige Collin Veijer de hoop van de Nederlandse motorsportfans, maar wie is hij?
Anne Luijten heeft een bewogen tijd achter de rug. De atlete werd in 2023 Nederlands kampioen op de halve en de hele marathon, liep de olympische limiet en trouwde. Daar tegenover stond het overlijden van haar grootste fan: vader Jos. In aanloop naar de Rotterdam Marathon van 14 april praat ze in Helden Magazine 71 openhartig over de heftige periode die achter haar ligt. “Voor het eerst zonder papa. Ik heb al een paar wedstrijdjes gelopen sinds zijn overlijden en vond het niet heel erg lastig dat ik zijn gezicht ineens niet meer langs de kant zag. Maar op zondag 14 april bij de Rotterdam Marathon zal ik het moeilijker vinden dat hij er niet meer bij is, vermoed ik. Vorig jaar sliep ik bij mijn ouders in Rijswijk en reed ik gezellig met papa in de auto naar Rotterdam. We parkeerden de auto bij mijn broertje Tom en papa pakte de fiets uit de auto en ging met me mee naar de start. Tijdens de marathon volgde hij me op de fiets, terwijl hij al ziek was. Ik werd Nederlands kampioen in mijn tweede marathon, was ruim vijf minuten sneller dan bij mijn debuut, een jaar eerder ook in Rotterdam; het was zo’n mooie dag. Rotterdam heeft altijd al een speciaal plekje in mijn hart. Mijn oma is er opgegroeid en heeft het bombardement in 1940 meegemaakt. Mijn vader heeft er gestudeerd en ook heel veel geroeid. Zelfs zo hard dat hij zijn studie niet afmaakte. Mijn broertje heeft er ook gestudeerd en woont er nu. Ook op sportief gebied speelt Rotterdam van jongs af aan al een belangrijke rol. In de jeugd mocht ik meedoen aan de regiotrainingen die door de atletiekbond werden georganiseerd en die werden in Rotterdam gehouden. Daar reed papa me dan naartoe. Als meisje van achttien heb ik in 2012 Miranda Boonstra gevolgd tijdens de Rotterdam Marathon. Van ons huis in Rijswijk ben ik die dag op de fiets naar Rotterdam gegaan om haar te volgen. Daar aangekomen mocht ik meefietsen met Tonnie Dirks, de coach van Miranda. Ik vond het zo tof om haar volledig geconcentreerd te zien lopen achter haar gangmakers aan. Verschrikkelijk jammer dat ze op slechts acht tellen de olympische limiet miste, maar de blik achter de schermen maakte op mij grote indruk. Eigenlijk was dat het moment dat ik dacht: de marathon is wel heel gaaf. Mijn vader en moeder waren erg sportief. Naast roeien was mijn vader van het hardlopen. Mama deed dat ook, liep elk jaar de City Pier City Loop in Den Haag. Mijn zusje Femke wilde nadat ze mijn moeder die wedstrijd had zien lopen op atletiek en ik besloot met haar mee te gaan. Ik had gezwommen en geschaatst en mama vond hockey wel wat voor mij, maar het werd atletiek. Bij AV’40 in Delft trok ik meteen naar het hardlopen, zag mensen vaak kijken naar mij met het idee van: waarom doet zij aan het einde van de training nog zo haar best op de 800 meter? Ik vond het een uitdaging om te kijken of ik dan de jongens bij kon houden. Het was een leuke club, maar de meeste leden redeneerden dat het ook vooral ‘gezellig moest blijven’. Omdat ik daar iets te fanatiek voor was, stapte ik over naar een andere vereniging met een heel leuk hardloopteam en een heel bevlogen trainer, Arthur van Dijk. Daar dacht ik: gelukkig, er zijn er meer die net zo gek zijn van hardlopen als ik. In 2012 kreeg ik een scholarship van de Universiteit van Portland, ging in Amerika mijn studie combineren met hardlopen. De echte toppers konden na de middelbare school prof worden, dat zat er voor mij niet in. Ik kwalificeerde me voor enkele grote toernooien op de 3000 en 5000 meter, zoals de Europese Jeugdkampioenschappen, maar liep daarin vaak achterin mee. Toen de kans om naar Amerika te gaan zich voordeed, dacht ik: ik heb zoveel tijd in het hardlopen geïnvesteerd, dit avontuur wil ik aangaan. Ik trainde ’s ochtends en ’s middags met het team en kon tussendoor studeren. Geweldig. Ik heb mijn tijd in Portland zo lang mogelijk gerekt, heb eerst Sociologie en daarna Psychologie gestudeerd, waardoor ik er vijf jaar kon blijven. In 2017 keerde ik terug naar Nederland, ging bij Honoré Hoedt trainen en volgde de opleiding Sustainable Development in Utrecht. Het hardlopen ging goed, totdat ik begin 2018 een achillespeesblessure kreeg die maar op bleef spelen. Mijn toptijd op de 5000 meter was 16 minuten en 6 seconden en ineens moest ik tevreden zijn met tijden die een halve minuut langzamer waren. Daardoor werd het lastig om mezelf te blijven motiveren er vol voor te gaan, en bijvoorbeeld ook ’s avonds in de regen en kou nog de deur uit te gaan om te trainen. Helden Magazine 71 Het eerste gedeelte van het interview met Anne Luijten is afkomstig uit de tweede uitgave van 2024. De 71ste editie van Helden Magazine is voor het eerst in België te bewonderen! Deze mijlpaal wordt gevierd met twee verschillende sporters op de cover: Estavana Polman in Nederland en Wout van Aert in België. In een openhartig interview deelt Estavana Polman, het gezicht van het Nederlandse handbalteam, haar verhaal over de voorbereidingen op het olympisch kwalificatietoernooi. Daarbij komen ook haar persoonlijke uitdagingen, zoals haar relatie met Rafael van der Vaart, het moederschap en haar blessures ter sprake. Alleskunner Wout van Aert laat dit jaar de Tour de France schieten en kiest voor het eerst voor de Giro d’Italia. De Belgische renner spreekt zich uit over het nieuwe traject, Mathieu van der Poel, Visma-Lease a Bike en de Olympische Spelen. In deze editie van Helden wordt er ook veel aandacht besteed aan voetbal. Esmee Brugts, bekroond als Talent van het Jaar, maakte afgelopen zomer een droomtransfer naar FC Barcelona. Experts laten zich daarnaast uit over Jerdy Schouten, de sleutelspeler van PSV, dat op weg is naar het landskampioenschap en het EK met Oranje in Duitsland. We blikken terug op de legendarische wedstrijd tegen Portugal tijdens het WK van 2006 met Khalid Boulahrouz en bezoeken verdediger Bart Nieuwkoop in Rotterdam. Met Manchester City won Kevin De Bruyne alles wat er te winnen valt. Kenners spreken zich uit over onder meer zijn weergaloze traptechniek en fabuleuze inzicht. In ‘De Dag Dat Alles Misging’ kijken Sigi Lens en Edu Nandlal terug op de vliegtuigcrash in Suriname. Ze hebben de verschrikkelijke SLM-ramp overleefd die zich 35 jaar geleden heeft voorgedaan. Verder in de 140 pagina’s tellende editie blikt zwemfenomeen Ian Thorpe terug op zijn legendarische races en vriendschap met Pieter van den Hoogenband. Victoria Koblenko gaat in gesprek met Ranomi Kromowidjojo, drievoudig olympisch kampioen en zeventienvoudig wereldkampioen zwemmen. Kickbokslegende Peter Aerts, een grootheid in Japan, spreekt onder meer over het oprichten van zijn eigen bond LEGEND. Als laatste is de negentienjarige Collin Veijer de hoop van de Nederlandse motorsportfans, maar wie is hij?

Shorttrack

Xandra en Michelle Velzeboer: ‘Bij ons is dat filter weg’

Xandra en Michelle Velzeboer zijn zusjes, shorttrackers en huisgenoten. De een, Xandra, heeft op haar 22ste al zes wereldtitels en olympisch goud op zak. De ander, Michelle, is twintig en klopt hard op de deur. We leggen hen acht stellingen voor in aanloop naar de WK in Ahoy (15-17 maart), waar ze samen goud hopen te winnen op de relay. Het is dat we allebei aan shorttrack doen, maar verder zijn we tegenpolen Xandra: “We hebben verschillende karakters, maar tegenpolen vind ik een te groot woord.” Michelle: “Ik denk dat jij van jongs af aan wat zelfverzekerder bent dan ik, Xan. En jij bent ook wat overheersender.” Xandra, lachend: “Ik weet niet of dat echt zo is, of dat jij dat gevoel gewoon hebt. Ik zoek jou minder snel op als ik ergens mee zit dan jij mij, deel het dan eerder met mijn vriend Dennis of onze ouders. Terwijl jij juist eerder bij mij aanklopt, Mies. Niet lullig bedoeld, maar ik vraag jou niet zo snel om advies en denk ook dat ik dat minder snel aan zou nemen. Ik ben toch anderhalf jaar ouder en dus de ‘grote’ zus...” Michelle: “Dat snap ik ook, hoor. Ik denk ook niet dat ik jou goed genoeg kan helpen met dingen waar jij tegenaan loopt.” Ben jij ook een beetje de beschermende grote zus voor Michelle? Xandra: “Nou, als Mies zich ergens zorgen om maakt, dan kan ik me er weer zorgen om maken dat zij ergens mee zit. Ik heb dan het gevoel dat ik iets op moet lossen voor haar.” Is jullie band veranderd met de jaren? Michelle: “Niet heel erg. We konden toen we nog thuis bij onze ouders woonden soms wel echt ruzie hebben en dat gebeurt soms nog weleens. Dan kan het er pittig aan toegaan. We beoefenen dezelfde sport, trainen samen, wonen bij elkaar en voorheen volgden we ook nog dezelfde studie. We zagen elkaar dus zo’n beetje dag en nacht, dat kan ook weleens voor irritatie zorgen.” Xandra: “De emmer kan af en toe overlopen en dan komt alles er in één keer uit. Daarna kunnen we weer een tijdje vooruit.” Michelle: “Op het ijs hebben we nooit echt ruzie.” Xandra: “De anderen hebben het in elk geval niet door. Als jij er even niet lekker in zit, dan ga ik niet zeggen: wat vervelend voor je. Nee, dan roep ik juist: kom op, niet zeuren, doorgaan! Dan reageer ik eerder een beetje bozig.” Michelle: “En op zo’n moment denk en zeg ik: jij hebt makkelijk praten, bij jou gaat het altijd goed.” Xandra: “Ik kan tegelijkertijd weleens ergens onzeker over doen en dan zeg jij: ‘Dat slaat echt nergens op dat je daar onzeker over bent. Je rijdt gewoon goed.’” Is er ook weleens sprake van een concurrentiestrijd tussen jullie? Xandra: “Nou, ik ben heel competitief. Vroeger wilde ik echt niet dat Mies ergens beter in was dan ik.” Michelle, lachend: “Dat is tegenwoordig nog niet veel anders, hoor.” Michelle: ‘Ik was alleen maar op één been aan het zwieren, zat ook op ballet. Ik was veel meer een meisje-meisje dan jij, Xan. Jij was van de stoere dingen’ Xandra: “Doordat we anderhalf jaar in leeftijd verschillen, zaten we het ene jaar in dezelfde leeftijdscategorie en het andere jaar niet. In de jaren dat we het tegen elkaar op moesten nemen, zeiden andere ouders geregeld tegen mij: ‘Nou, pas maar op, want je zusje komt eraan. Ze gaat je straks verslaan.’ Vreselijk als mensen dat zeiden. Nu sta ik er anders in. Ik vind het juist heel vet als we samen A-finales rijden, dat hebben we al een paar keer gedaan. Hoe mooi is het dat we samen aan de start staan en allebei wereldkampioen kunnen worden?” Helden Magazine 70 Het eerste gedeelte van het interview met Xandra en Michelle Velzeboer komt voort uit het eerste nummer van 2024. Jutta Leerdam schittert op de cover van de zeventigste editie van Helden. Ze heeft een grote schare fans en volgers. Hoe kijkt ze naar zichzelf? En hoe kijken anderen naar haar. ‘’Echt, schaatsen staat bij mij altijd voorop.’’ In Helden Magazine 70 is er veel aandacht voor de wintersporten. Het jonge Amerikaanse fenomeen Jordan Stolz vragen we naar zijn geheim en de samenwerking met Irene Schouten en Jillert Anema. Shorttracker Jens van ’t Wout ontmoet Victoria Koblenko. Daarnaast is er ook aandacht voor voetbal. Peter Bosz is met PSV hard op weg naar zijn eerste landstitel. De kans is groot dat PSV zijn laatste club is als trainer. Calvin Stengs is helemaal terug, schittert bij Feyenoord en Oranje. We gingen langs bij Calvin, zijn vriendin Beau de Boer – dochter van Frank de Boer – en zoontje Saint. Frits Barend eert Ruud Geels, de vaak verguisde spits die in november overleed en oud-voetballer Michael Mols spreekt over de tumor die in zijn hoofd werd ontdekt. Verder kwam wielrenner Milan Vader in 2022 zwaar ten val, lag in coma en keerde na een lange revalidatie terug aan de top, met dank aan vriendin Ilse Lutke die niet van zijn zijde week. Veldrijdster Fem van Empel is een multitalent, maar het is wel wennen dat iedereen haar vergelijkt met Mathieu van der Poel. Tallon Griekspoor is de beste tennisser van Nederland, we spraken hem samen met zijn broers Kevin en Scott in aanloop naar de ABN AMRO Open. Als laatste stroomt het racen bij duizendpoot Tom Coronel door zijn bloed. “Max Verstappen is beter dan iedereen die ik ooit heb gezien.” Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 70 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van jouw favoriete sporters? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.
Xandra en Michelle Velzeboer zijn zusjes, shorttrackers en huisgenoten. De een, Xandra, heeft op haar 22ste al zes wereldtitels en olympisch goud op zak. De ander, Michelle, is twintig en klopt hard op de deur. We leggen hen acht stellingen voor in aanloop naar de WK in Ahoy (15-17 maart), waar ze samen goud hopen te winnen op de relay. Het is dat we allebei aan shorttrack doen, maar verder zijn we tegenpolen Xandra: “We hebben verschillende karakters, maar tegenpolen vind ik een te groot woord.” Michelle: “Ik denk dat jij van jongs af aan wat zelfverzekerder bent dan ik, Xan. En jij bent ook wat overheersender.” Xandra, lachend: “Ik weet niet of dat echt zo is, of dat jij dat gevoel gewoon hebt. Ik zoek jou minder snel op als ik ergens mee zit dan jij mij, deel het dan eerder met mijn vriend Dennis of onze ouders. Terwijl jij juist eerder bij mij aanklopt, Mies. Niet lullig bedoeld, maar ik vraag jou niet zo snel om advies en denk ook dat ik dat minder snel aan zou nemen. Ik ben toch anderhalf jaar ouder en dus de ‘grote’ zus...” Michelle: “Dat snap ik ook, hoor. Ik denk ook niet dat ik jou goed genoeg kan helpen met dingen waar jij tegenaan loopt.” Ben jij ook een beetje de beschermende grote zus voor Michelle? Xandra: “Nou, als Mies zich ergens zorgen om maakt, dan kan ik me er weer zorgen om maken dat zij ergens mee zit. Ik heb dan het gevoel dat ik iets op moet lossen voor haar.” Is jullie band veranderd met de jaren? Michelle: “Niet heel erg. We konden toen we nog thuis bij onze ouders woonden soms wel echt ruzie hebben en dat gebeurt soms nog weleens. Dan kan het er pittig aan toegaan. We beoefenen dezelfde sport, trainen samen, wonen bij elkaar en voorheen volgden we ook nog dezelfde studie. We zagen elkaar dus zo’n beetje dag en nacht, dat kan ook weleens voor irritatie zorgen.” Xandra: “De emmer kan af en toe overlopen en dan komt alles er in één keer uit. Daarna kunnen we weer een tijdje vooruit.” Michelle: “Op het ijs hebben we nooit echt ruzie.” Xandra: “De anderen hebben het in elk geval niet door. Als jij er even niet lekker in zit, dan ga ik niet zeggen: wat vervelend voor je. Nee, dan roep ik juist: kom op, niet zeuren, doorgaan! Dan reageer ik eerder een beetje bozig.” Michelle: “En op zo’n moment denk en zeg ik: jij hebt makkelijk praten, bij jou gaat het altijd goed.” Xandra: “Ik kan tegelijkertijd weleens ergens onzeker over doen en dan zeg jij: ‘Dat slaat echt nergens op dat je daar onzeker over bent. Je rijdt gewoon goed.’” Is er ook weleens sprake van een concurrentiestrijd tussen jullie? Xandra: “Nou, ik ben heel competitief. Vroeger wilde ik echt niet dat Mies ergens beter in was dan ik.” Michelle, lachend: “Dat is tegenwoordig nog niet veel anders, hoor.” Michelle: ‘Ik was alleen maar op één been aan het zwieren, zat ook op ballet. Ik was veel meer een meisje-meisje dan jij, Xan. Jij was van de stoere dingen’ Xandra: “Doordat we anderhalf jaar in leeftijd verschillen, zaten we het ene jaar in dezelfde leeftijdscategorie en het andere jaar niet. In de jaren dat we het tegen elkaar op moesten nemen, zeiden andere ouders geregeld tegen mij: ‘Nou, pas maar op, want je zusje komt eraan. Ze gaat je straks verslaan.’ Vreselijk als mensen dat zeiden. Nu sta ik er anders in. Ik vind het juist heel vet als we samen A-finales rijden, dat hebben we al een paar keer gedaan. Hoe mooi is het dat we samen aan de start staan en allebei wereldkampioen kunnen worden?” Helden Magazine 70 Het eerste gedeelte van het interview met Xandra en Michelle Velzeboer komt voort uit het eerste nummer van 2024. Jutta Leerdam schittert op de cover van de zeventigste editie van Helden. Ze heeft een grote schare fans en volgers. Hoe kijkt ze naar zichzelf? En hoe kijken anderen naar haar. ‘’Echt, schaatsen staat bij mij altijd voorop.’’ In Helden Magazine 70 is er veel aandacht voor de wintersporten. Het jonge Amerikaanse fenomeen Jordan Stolz vragen we naar zijn geheim en de samenwerking met Irene Schouten en Jillert Anema. Shorttracker Jens van ’t Wout ontmoet Victoria Koblenko. Daarnaast is er ook aandacht voor voetbal. Peter Bosz is met PSV hard op weg naar zijn eerste landstitel. De kans is groot dat PSV zijn laatste club is als trainer. Calvin Stengs is helemaal terug, schittert bij Feyenoord en Oranje. We gingen langs bij Calvin, zijn vriendin Beau de Boer – dochter van Frank de Boer – en zoontje Saint. Frits Barend eert Ruud Geels, de vaak verguisde spits die in november overleed en oud-voetballer Michael Mols spreekt over de tumor die in zijn hoofd werd ontdekt. Verder kwam wielrenner Milan Vader in 2022 zwaar ten val, lag in coma en keerde na een lange revalidatie terug aan de top, met dank aan vriendin Ilse Lutke die niet van zijn zijde week. Veldrijdster Fem van Empel is een multitalent, maar het is wel wennen dat iedereen haar vergelijkt met Mathieu van der Poel. Tallon Griekspoor is de beste tennisser van Nederland, we spraken hem samen met zijn broers Kevin en Scott in aanloop naar de ABN AMRO Open. Als laatste stroomt het racen bij duizendpoot Tom Coronel door zijn bloed. “Max Verstappen is beter dan iedereen die ik ooit heb gezien.” Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 70 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van jouw favoriete sporters? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.