Word abonnee
Meer

Golf

Joost Luiten: ‘Nu staat mijn zoontje op één’

Joost Luiten Joost Luiten (38) is al jaren het gezicht van golf in Nederland. Hij won zes toernooien op de Europese Tour, onder andere twee keer de KLM Open. In december vorig jaar werden hij en zijn vrouw Melanie de trotse ouders van zoontje Dex. Het leven lacht hem toe, maar dat is niet altijd zo geweest. Een burn-out beheerste een tijdje zijn leven. In Helden Magazine nummer 72 leggen we hem in aanloop naar de KLM Open – tussen 20 en 23 juni op The International in Amsterdam – vijf stellingen voor. [caption id="attachment_20104" align="alignnone" width="1200"] Trotse vader Joost met zoon Dex.[/caption] Sinds de geboorte van mijn zoontje Dex gooi ik mijn golfclubs niet meer in de boom “Ik ben misschien iets rustiger, maar die passie voor golf heb ik nog steeds. Wij zijn dag in dag uit bezig met dat spelletje en dat gaat zo in je kop zitten. Soms wordt het mij ook even te veel, dan knapt er iets en moet ik even mijn frustraties kwijt. Is niet altijd goed, maar het gebeurt in een split second. Dat ik mijn clubs in de boom gooide, ging viral.” Het gebeurde in november in Dubai dat je drie clubs in een boom gooide. Je klom er overigens niet zelf in om ze eruit te halen. Lachend: “Even nuanceren: ik gooide één club de boom in en die bleef hangen. Ik dacht: hoe krijg ik die er nu uit? Dus ik probeerde met een andere club die eruit te krijgen. Voor ik er erg in had, hingen er drie clubs in de boom. Een toeschouwer filmde dat en na afloop kwamen mensen van de Tour naar me toe met de vraag of ze het filmpje mochten gebruiken. De meeste spelers willen dat niet op social media hebben, maar ik dacht: waarom niet? Ik ben daar misschien wat makkelijker in dan anderen. Als ik het bij anderen zie gebeuren, lach ik me ook kapot. Toen ik het terugzag, moest ik heel hard lachen. Je moet ook een beetje zelfspot hebben, toch? Ik heb er heel veel reacties op gekregen van collega’s. Zij maakten er grapjes over, maar snapten tegelijkertijd precies waar ik doorheen ging op dat moment. Je hebt vandaag de dag met imago en sponsors te maken, maar ik vind: je moet jezelf niet te serieus nemen. Als iemand hier aanstoot aan neemt, tja...” Op 19 december afgelopen jaar werd je voor het eerst vader. Hoe is het leven als golfpapa? “Ik deel het leven iets anders in. Er is nu nog iets waar ik mijn focus op heb. Vroeger waren dat golf en mijn vrouw Melanie. Nu is daar ons zoontje Dex bijgekomen. Als ik in Nederland ben, merk ik vooral dat de indeling van mijn dagen anders is. Ik moet hem ook verzorgen, hij heeft aandacht nodig. Vind ik onwijs leuk, maar ik moest in het begin wel wennen. Hoe moest ik mijn tijd indelen? Wanneer had ik tijd om te trainen? Tot december stond golf op één en deelde ik de rest daaromheen in. Nu staat Dex op één en moet ik golf eromheen plannen als ik thuis ben. Het is ook heerlijk als ik drie weken weg ben geweest en het alleen maar golf, golf en nog eens golf is geweest, ik even afleiding heb als ik weer hier ben. Het vaderschap relativeert. Ik ben dus zeker als ik in Nederland vertoef wel veranderd.” Is het lastiger om van huis te gaan sinds je vader bent? “Nu nog niet. Ik ben al achttien jaar lang heel veel van huis weg. Er is altijd wel wat waar ik niet bij kan zijn of wat ik mis. Ik kan niet bij elk feestje zijn. Wat Dex betreft, denk ik dat ik het lastiger ga vinden om weg te gaan als hij doorkrijgt dat hij papa weer een tijdje moet missen. Dat hoor ik ook van collega’s die vader zijn. Nu heeft hij dat nog niet door en vind ik het lastiger om Mel alleen achter te laten. Zij moet al het werk met Dex in haar eentje doen.” Helden Magazine nummer 72 Het eerste gedeelte van het interview met Joost Luiten komt voort uit Helden Magazine nummer 72. Het extra dikke zomernummer van Helden staat volledig in het teken van drie grote sportevenementen: het EK voetbal in Duitsland, de Tour de France en de Olympische Spelen in Parijs. Op de cover van de 204 pagina's tellende editie schitteren drie rolmodellen van wereldklasse uit de Nederlandse atletiek: Femke Bol, Sifan Hassan en Lieke Klaver. Wat is het geheim van hun succes? Experts zoals Ellen van Langen, Caroline Feith, Bart Bennema en Gregory Sedoc delen hun inzichten. EK voetbal De sportzomer van 2024 wordt afgetrapt met het EK voetbal, dat op 14 juni begint. In deze Helden een verhaal over Ronald Koeman. Onder andere Frank Rijkaard, Ruud Gullit, broer Erwin Koeman, Guus Hiddink, Jordi Cruijff en Rafael van der Vaart delen hun mening over de bondscoach van het Nederlands elftal. Verder ging Helden naar Milaan voor een interview met revelatie Tijjani Reijnders en zijn vrouw. Daley Blind 106-voudig international - bespreekt zijn indrukwekkende carrière aan de hand van foto’s. Brian Brobbey over de bondscoach, Marco van Basten, zijn toekomst, zijn roots en racisme. Arie Haan gaat vijftig jaar terug in de tijd, naar het WK voetbal in West-Duitsland dat eindigde met een nationaal trauma. Jan Wouters blikt terug op het gewonnen EK van 1988, ook in Duitsland. Het is nog altijd de enige hoofdprijs van Oranje. Tour de France  Na het EK volgt de Tour de France, van 29 juni tot en met 21 juli. In deze Helden lees je een interview met sprinter Fabio Jakobsen en een portret van Mathieu van der Poel, die ook de olympische wegwedstrijd in Parijs rijdt. Jeroen Blijlevens en Steven de Jongh, ploegleiders bij Lidl-Trek, vertellen hun verhaal, en we vragen ons af: kan Sepp Kuss na de Vuelta ook de Tour winnen? Olympische Spelen De Olympische Spelen vinden plaats van 26 juli tot en met 11 augustus. Chef de mission Pieter van den Hoogenband kijkt terug op zijn gouden race twintig jaar geleden. Turnster Sanne Wevers bereidt zich voor op haar laatste kunstje, baanwielrenner Harrie Lavreysen spreekt over hoge verwachtingen, en BMX’er Niek Kimmann over zijn post-olympische dip. Sharon van Rouwendaal gaat voor goud in het openwater, roeizussen Bente en Ilse Paulis geven een dubbelinterview, en Simone van de Kraats hoopt op goud in het waterpolo. Bovendien gingen we op bezoek bij Tes Schouten, Caspar Corbeau en Arno Kamminga, de drie schoolslagmusketiers. Alle drie zijn ze een medaillekandidaat in Parijs. Voor het eerst sinds 1992 plaatse een Nederlands duo zich op de 500 meter kanosprint voor de Spelen. Hoog tijd om kennis te maken met Selma Konijn en Ruth Vorsselman. Triatlontopper Maya Kingma stelde ernstige misstanden aan de kaak binnen het topsportprogramma van de triatlonbond. Dat werd de triatleet niet door iedereen in dank afgenomen.
Joost Luiten Joost Luiten (38) is al jaren het gezicht van golf in Nederland. Hij won zes toernooien op de Europese Tour, onder andere twee keer de KLM Open. In december vorig jaar werden hij en zijn vrouw Melanie de trotse ouders van zoontje Dex. Het leven lacht hem toe, maar dat is niet altijd zo geweest. Een burn-out beheerste een tijdje zijn leven. In Helden Magazine nummer 72 leggen we hem in aanloop naar de KLM Open – tussen 20 en 23 juni op The International in Amsterdam – vijf stellingen voor. [caption id="attachment_20104" align="alignnone" width="1200"] Trotse vader Joost met zoon Dex.[/caption] Sinds de geboorte van mijn zoontje Dex gooi ik mijn golfclubs niet meer in de boom “Ik ben misschien iets rustiger, maar die passie voor golf heb ik nog steeds. Wij zijn dag in dag uit bezig met dat spelletje en dat gaat zo in je kop zitten. Soms wordt het mij ook even te veel, dan knapt er iets en moet ik even mijn frustraties kwijt. Is niet altijd goed, maar het gebeurt in een split second. Dat ik mijn clubs in de boom gooide, ging viral.” Het gebeurde in november in Dubai dat je drie clubs in een boom gooide. Je klom er overigens niet zelf in om ze eruit te halen. Lachend: “Even nuanceren: ik gooide één club de boom in en die bleef hangen. Ik dacht: hoe krijg ik die er nu uit? Dus ik probeerde met een andere club die eruit te krijgen. Voor ik er erg in had, hingen er drie clubs in de boom. Een toeschouwer filmde dat en na afloop kwamen mensen van de Tour naar me toe met de vraag of ze het filmpje mochten gebruiken. De meeste spelers willen dat niet op social media hebben, maar ik dacht: waarom niet? Ik ben daar misschien wat makkelijker in dan anderen. Als ik het bij anderen zie gebeuren, lach ik me ook kapot. Toen ik het terugzag, moest ik heel hard lachen. Je moet ook een beetje zelfspot hebben, toch? Ik heb er heel veel reacties op gekregen van collega’s. Zij maakten er grapjes over, maar snapten tegelijkertijd precies waar ik doorheen ging op dat moment. Je hebt vandaag de dag met imago en sponsors te maken, maar ik vind: je moet jezelf niet te serieus nemen. Als iemand hier aanstoot aan neemt, tja...” Op 19 december afgelopen jaar werd je voor het eerst vader. Hoe is het leven als golfpapa? “Ik deel het leven iets anders in. Er is nu nog iets waar ik mijn focus op heb. Vroeger waren dat golf en mijn vrouw Melanie. Nu is daar ons zoontje Dex bijgekomen. Als ik in Nederland ben, merk ik vooral dat de indeling van mijn dagen anders is. Ik moet hem ook verzorgen, hij heeft aandacht nodig. Vind ik onwijs leuk, maar ik moest in het begin wel wennen. Hoe moest ik mijn tijd indelen? Wanneer had ik tijd om te trainen? Tot december stond golf op één en deelde ik de rest daaromheen in. Nu staat Dex op één en moet ik golf eromheen plannen als ik thuis ben. Het is ook heerlijk als ik drie weken weg ben geweest en het alleen maar golf, golf en nog eens golf is geweest, ik even afleiding heb als ik weer hier ben. Het vaderschap relativeert. Ik ben dus zeker als ik in Nederland vertoef wel veranderd.” Is het lastiger om van huis te gaan sinds je vader bent? “Nu nog niet. Ik ben al achttien jaar lang heel veel van huis weg. Er is altijd wel wat waar ik niet bij kan zijn of wat ik mis. Ik kan niet bij elk feestje zijn. Wat Dex betreft, denk ik dat ik het lastiger ga vinden om weg te gaan als hij doorkrijgt dat hij papa weer een tijdje moet missen. Dat hoor ik ook van collega’s die vader zijn. Nu heeft hij dat nog niet door en vind ik het lastiger om Mel alleen achter te laten. Zij moet al het werk met Dex in haar eentje doen.” Helden Magazine nummer 72 Het eerste gedeelte van het interview met Joost Luiten komt voort uit Helden Magazine nummer 72. Het extra dikke zomernummer van Helden staat volledig in het teken van drie grote sportevenementen: het EK voetbal in Duitsland, de Tour de France en de Olympische Spelen in Parijs. Op de cover van de 204 pagina's tellende editie schitteren drie rolmodellen van wereldklasse uit de Nederlandse atletiek: Femke Bol, Sifan Hassan en Lieke Klaver. Wat is het geheim van hun succes? Experts zoals Ellen van Langen, Caroline Feith, Bart Bennema en Gregory Sedoc delen hun inzichten. EK voetbal De sportzomer van 2024 wordt afgetrapt met het EK voetbal, dat op 14 juni begint. In deze Helden een verhaal over Ronald Koeman. Onder andere Frank Rijkaard, Ruud Gullit, broer Erwin Koeman, Guus Hiddink, Jordi Cruijff en Rafael van der Vaart delen hun mening over de bondscoach van het Nederlands elftal. Verder ging Helden naar Milaan voor een interview met revelatie Tijjani Reijnders en zijn vrouw. Daley Blind 106-voudig international - bespreekt zijn indrukwekkende carrière aan de hand van foto’s. Brian Brobbey over de bondscoach, Marco van Basten, zijn toekomst, zijn roots en racisme. Arie Haan gaat vijftig jaar terug in de tijd, naar het WK voetbal in West-Duitsland dat eindigde met een nationaal trauma. Jan Wouters blikt terug op het gewonnen EK van 1988, ook in Duitsland. Het is nog altijd de enige hoofdprijs van Oranje. Tour de France  Na het EK volgt de Tour de France, van 29 juni tot en met 21 juli. In deze Helden lees je een interview met sprinter Fabio Jakobsen en een portret van Mathieu van der Poel, die ook de olympische wegwedstrijd in Parijs rijdt. Jeroen Blijlevens en Steven de Jongh, ploegleiders bij Lidl-Trek, vertellen hun verhaal, en we vragen ons af: kan Sepp Kuss na de Vuelta ook de Tour winnen? Olympische Spelen De Olympische Spelen vinden plaats van 26 juli tot en met 11 augustus. Chef de mission Pieter van den Hoogenband kijkt terug op zijn gouden race twintig jaar geleden. Turnster Sanne Wevers bereidt zich voor op haar laatste kunstje, baanwielrenner Harrie Lavreysen spreekt over hoge verwachtingen, en BMX’er Niek Kimmann over zijn post-olympische dip. Sharon van Rouwendaal gaat voor goud in het openwater, roeizussen Bente en Ilse Paulis geven een dubbelinterview, en Simone van de Kraats hoopt op goud in het waterpolo. Bovendien gingen we op bezoek bij Tes Schouten, Caspar Corbeau en Arno Kamminga, de drie schoolslagmusketiers. Alle drie zijn ze een medaillekandidaat in Parijs. Voor het eerst sinds 1992 plaatse een Nederlands duo zich op de 500 meter kanosprint voor de Spelen. Hoog tijd om kennis te maken met Selma Konijn en Ruth Vorsselman. Triatlontopper Maya Kingma stelde ernstige misstanden aan de kaak binnen het topsportprogramma van de triatlonbond. Dat werd de triatleet niet door iedereen in dank afgenomen.

Boksen

Peter Aerts: God in Japan

Door zijn zeges in het prestigieuze K-1 toernooi is Peter Aerts (53) alias The Lumberjack een legende in Japan. Fans spreken hem in zijn ‘nieuwe vaderland’ aanvoor een selfie. Met zijn kersverse vechtsportbond LEGEND organiseert Peter dit jaar in Japan vier gala’s. Er zijn vergevorderde plannen voor een eigen sportschool in Tokio, de eerste van een keten. Wij zochten hem voor Helden Magazine 71 op in Japan. ‘Peter Aerts, Mister K-1!’ Voormalig kickbokskampioen Peter Aerts, 53 jaar inmiddels, loopt ’s avonds laat ontspannen in zwarte trainingsbroek en zwarte jas over straat in uitgaanswijk Roppongi in de Japanse hoofdstad Tokio. Hij steekt met kop en schouders uit boven zijn omgeving en wordt aan de lopende band herkend. Fans reageren vol ontzag en willen dolgraag met hem poseren. Voor de gelegenheid neemt Peter steevast een bokshouding aan en zegt met een grijns op zijn gezicht: “Osu.” Dat betekent ‘respect’. Dertig jaar na zijn eerste overwinning in het K-1-toernooi – de Champions League van het kickboksen – is Peter Aerts in Japan een levende legende. Hij won het toernooi drie keer en stond nog eens drie keer in de finale. De titanenstrijd in de Tokyo Dome trok steevast ruim zeventigduizend bezoekers, op tv keken tientallen miljoenen mensen live mee. Ontelbare keren was Peter te zien in reclamespots en populaire tv-shows. Max Verstappen zei na afloop van de door hem gewonnen GP van Japan in 2023 tegen Peter: “Ik ken jou wel. Ik keek altijd met mijn vader naar jouw wedstrijden.” In zijn hoogtijdagen was de chique club V2 in Roppongi zijn thuishonk. Boven de club had hij een hotelkamer waar hij gratis mocht logeren en gasten kon ontvangen. Bij de entree hangen portretten van beroemdheden die hier ooit geweest zijn, onder wie de popsterren Justin Bieber en Ariana Grande. Uiteraard hangt er ook een portret van Mister K-1. Hoewel Peter zijn komst niet gemeld heeft, leidt het hoofd beveiliging – een voormalig MMA-kampioen – ons na een buiging en een omhelzing naar een tafel in het vipgedeelte. De drankjes zijn vanzelfsprekend van de zaak. De volgende middag wordt Peter midden op Shibuya Crossing Square, het drukste kruispunt ter wereld met per groen licht soms wel 2500 passanten, aangesproken voor een selfie. Hij stopt tussen de immense menigte en poseert vriendelijk. “Vroeger was het veel erger. Auto’s stopten midden op de weg om naar mij te toeteren en er ontstonden files. Iedereen rende naar me toe om foto’s met mij te maken. Er zijn zelfs fans die mij op hun lijf hebben getatoeëerd.” [caption id="attachment_19683" align="alignnone" width="2560"] V.l.n.r.: Esther, Montana, Peter en Marciano Aerts in Japan.[/caption] Peter Aerts is inmiddels een halve Japanner. Hij huurt een riant appartement op de achttiende verdieping van een wolkenkrabber in de zakenwijk Shinagawa. Daar verblijft hij het grootste deel van het jaar. Hij heeft de papieren ingeleverd om een vaste inwoner van Tokio te worden. “Op die manier hoef ik ook niet Nederlandse én Japanse belasting te betalen. De mensen zijn hier zo beleefd. Ik woon daarom liever in Japan dan in Nederland. Mensen hebben respect voor elkaar en het is schoon en georganiseerd. In Nederland is dat toch minder het geval.” Helden Magazine 71 Het eerste gedeelte van het interview met Peter Aerts is afkomstig uit de tweede uitgave van 2024. De 71ste editie van Helden Magazine is voor het eerst in België te bewonderen! Deze mijlpaal wordt gevierd met twee verschillende sporters op de cover: Estavana Polman in Nederland en Wout van Aert in België. In een openhartig interview deelt Estavana Polman, het gezicht van het Nederlandse handbalteam, haar verhaal over de voorbereidingen op het olympisch kwalificatietoernooi. Daarbij komen ook haar persoonlijke uitdagingen, zoals haar relatie met Rafael van der Vaart, het moederschap en haar blessures ter sprake. Alleskunner Wout van Aert laat dit jaar de Tour de France schieten en kiest voor het eerst voor de Giro d’Italia. De Belgische renner spreekt zich uit over het nieuwe traject, Mathieu van der Poel, Visma-Lease a Bike en de Olympische Spelen. In deze editie van Helden wordt er ook veel aandacht besteed aan voetbal. Esmee Brugts, bekroond als Talent van het Jaar, maakte afgelopen zomer een droomtransfer naar FC Barcelona. Experts laten zich daarnaast uit over Jerdy Schouten, de sleutelspeler van PSV, dat op weg is naar het landskampioenschap en het EK met Oranje in Duitsland. We blikken terug op de legendarische wedstrijd tegen Portugal tijdens het WK van 2006 met Khalid Boulahrouz en bezoeken verdediger Bart Nieuwkoop in Rotterdam. Met Manchester City won Kevin De Bruyne alles wat er te winnen valt. Kenners spreken zich uit over onder meer zijn weergaloze traptechniek en fabuleuze inzicht. In ‘De Dag Dat Alles Misging’ kijken Sigi Lens en Edu Nandlal terug op de vliegtuigcrash in Suriname. Ze hebben de verschrikkelijke SLM-ramp overleefd die zich 35 jaar geleden heeft voorgedaan. Verder in de 140 pagina’s tellende editie deelt marathonloopster Anne Luijten haar bewogen jaar met de lezers. Ze liep de olympische limiet, trouwde, maar verloor ook haar trouwste fan: vader Jos. Zwemfenomeen Ian Thorpe blikt terug op zijn legendarische races en vriendschap met Pieter van den Hoogenband. Victoria Koblenko gaat in gesprek met Ranomi Kromowidjojo, drievoudig olympisch kampioen en zeventienvoudig wereldkampioen zwemmen. Als laatste is de negentienjarige Collin Veijer de hoop van de Nederlandse motorsportfans, maar wie is hij?
Door zijn zeges in het prestigieuze K-1 toernooi is Peter Aerts (53) alias The Lumberjack een legende in Japan. Fans spreken hem in zijn ‘nieuwe vaderland’ aanvoor een selfie. Met zijn kersverse vechtsportbond LEGEND organiseert Peter dit jaar in Japan vier gala’s. Er zijn vergevorderde plannen voor een eigen sportschool in Tokio, de eerste van een keten. Wij zochten hem voor Helden Magazine 71 op in Japan. ‘Peter Aerts, Mister K-1!’ Voormalig kickbokskampioen Peter Aerts, 53 jaar inmiddels, loopt ’s avonds laat ontspannen in zwarte trainingsbroek en zwarte jas over straat in uitgaanswijk Roppongi in de Japanse hoofdstad Tokio. Hij steekt met kop en schouders uit boven zijn omgeving en wordt aan de lopende band herkend. Fans reageren vol ontzag en willen dolgraag met hem poseren. Voor de gelegenheid neemt Peter steevast een bokshouding aan en zegt met een grijns op zijn gezicht: “Osu.” Dat betekent ‘respect’. Dertig jaar na zijn eerste overwinning in het K-1-toernooi – de Champions League van het kickboksen – is Peter Aerts in Japan een levende legende. Hij won het toernooi drie keer en stond nog eens drie keer in de finale. De titanenstrijd in de Tokyo Dome trok steevast ruim zeventigduizend bezoekers, op tv keken tientallen miljoenen mensen live mee. Ontelbare keren was Peter te zien in reclamespots en populaire tv-shows. Max Verstappen zei na afloop van de door hem gewonnen GP van Japan in 2023 tegen Peter: “Ik ken jou wel. Ik keek altijd met mijn vader naar jouw wedstrijden.” In zijn hoogtijdagen was de chique club V2 in Roppongi zijn thuishonk. Boven de club had hij een hotelkamer waar hij gratis mocht logeren en gasten kon ontvangen. Bij de entree hangen portretten van beroemdheden die hier ooit geweest zijn, onder wie de popsterren Justin Bieber en Ariana Grande. Uiteraard hangt er ook een portret van Mister K-1. Hoewel Peter zijn komst niet gemeld heeft, leidt het hoofd beveiliging – een voormalig MMA-kampioen – ons na een buiging en een omhelzing naar een tafel in het vipgedeelte. De drankjes zijn vanzelfsprekend van de zaak. De volgende middag wordt Peter midden op Shibuya Crossing Square, het drukste kruispunt ter wereld met per groen licht soms wel 2500 passanten, aangesproken voor een selfie. Hij stopt tussen de immense menigte en poseert vriendelijk. “Vroeger was het veel erger. Auto’s stopten midden op de weg om naar mij te toeteren en er ontstonden files. Iedereen rende naar me toe om foto’s met mij te maken. Er zijn zelfs fans die mij op hun lijf hebben getatoeëerd.” [caption id="attachment_19683" align="alignnone" width="2560"] V.l.n.r.: Esther, Montana, Peter en Marciano Aerts in Japan.[/caption] Peter Aerts is inmiddels een halve Japanner. Hij huurt een riant appartement op de achttiende verdieping van een wolkenkrabber in de zakenwijk Shinagawa. Daar verblijft hij het grootste deel van het jaar. Hij heeft de papieren ingeleverd om een vaste inwoner van Tokio te worden. “Op die manier hoef ik ook niet Nederlandse én Japanse belasting te betalen. De mensen zijn hier zo beleefd. Ik woon daarom liever in Japan dan in Nederland. Mensen hebben respect voor elkaar en het is schoon en georganiseerd. In Nederland is dat toch minder het geval.” Helden Magazine 71 Het eerste gedeelte van het interview met Peter Aerts is afkomstig uit de tweede uitgave van 2024. De 71ste editie van Helden Magazine is voor het eerst in België te bewonderen! Deze mijlpaal wordt gevierd met twee verschillende sporters op de cover: Estavana Polman in Nederland en Wout van Aert in België. In een openhartig interview deelt Estavana Polman, het gezicht van het Nederlandse handbalteam, haar verhaal over de voorbereidingen op het olympisch kwalificatietoernooi. Daarbij komen ook haar persoonlijke uitdagingen, zoals haar relatie met Rafael van der Vaart, het moederschap en haar blessures ter sprake. Alleskunner Wout van Aert laat dit jaar de Tour de France schieten en kiest voor het eerst voor de Giro d’Italia. De Belgische renner spreekt zich uit over het nieuwe traject, Mathieu van der Poel, Visma-Lease a Bike en de Olympische Spelen. In deze editie van Helden wordt er ook veel aandacht besteed aan voetbal. Esmee Brugts, bekroond als Talent van het Jaar, maakte afgelopen zomer een droomtransfer naar FC Barcelona. Experts laten zich daarnaast uit over Jerdy Schouten, de sleutelspeler van PSV, dat op weg is naar het landskampioenschap en het EK met Oranje in Duitsland. We blikken terug op de legendarische wedstrijd tegen Portugal tijdens het WK van 2006 met Khalid Boulahrouz en bezoeken verdediger Bart Nieuwkoop in Rotterdam. Met Manchester City won Kevin De Bruyne alles wat er te winnen valt. Kenners spreken zich uit over onder meer zijn weergaloze traptechniek en fabuleuze inzicht. In ‘De Dag Dat Alles Misging’ kijken Sigi Lens en Edu Nandlal terug op de vliegtuigcrash in Suriname. Ze hebben de verschrikkelijke SLM-ramp overleefd die zich 35 jaar geleden heeft voorgedaan. Verder in de 140 pagina’s tellende editie deelt marathonloopster Anne Luijten haar bewogen jaar met de lezers. Ze liep de olympische limiet, trouwde, maar verloor ook haar trouwste fan: vader Jos. Zwemfenomeen Ian Thorpe blikt terug op zijn legendarische races en vriendschap met Pieter van den Hoogenband. Victoria Koblenko gaat in gesprek met Ranomi Kromowidjojo, drievoudig olympisch kampioen en zeventienvoudig wereldkampioen zwemmen. Als laatste is de negentienjarige Collin Veijer de hoop van de Nederlandse motorsportfans, maar wie is hij?

Shorttrack

Xandra en Michelle Velzeboer: ‘Bij ons is dat filter weg’

Xandra en Michelle Velzeboer zijn zusjes, shorttrackers en huisgenoten. De een, Xandra, heeft op haar 22ste al zes wereldtitels en olympisch goud op zak. De ander, Michelle, is twintig en klopt hard op de deur. We leggen hen acht stellingen voor in aanloop naar de WK in Ahoy (15-17 maart), waar ze samen goud hopen te winnen op de relay. Het is dat we allebei aan shorttrack doen, maar verder zijn we tegenpolen Xandra: “We hebben verschillende karakters, maar tegenpolen vind ik een te groot woord.” Michelle: “Ik denk dat jij van jongs af aan wat zelfverzekerder bent dan ik, Xan. En jij bent ook wat overheersender.” Xandra, lachend: “Ik weet niet of dat echt zo is, of dat jij dat gevoel gewoon hebt. Ik zoek jou minder snel op als ik ergens mee zit dan jij mij, deel het dan eerder met mijn vriend Dennis of onze ouders. Terwijl jij juist eerder bij mij aanklopt, Mies. Niet lullig bedoeld, maar ik vraag jou niet zo snel om advies en denk ook dat ik dat minder snel aan zou nemen. Ik ben toch anderhalf jaar ouder en dus de ‘grote’ zus...” Michelle: “Dat snap ik ook, hoor. Ik denk ook niet dat ik jou goed genoeg kan helpen met dingen waar jij tegenaan loopt.” Ben jij ook een beetje de beschermende grote zus voor Michelle? Xandra: “Nou, als Mies zich ergens zorgen om maakt, dan kan ik me er weer zorgen om maken dat zij ergens mee zit. Ik heb dan het gevoel dat ik iets op moet lossen voor haar.” Is jullie band veranderd met de jaren? Michelle: “Niet heel erg. We konden toen we nog thuis bij onze ouders woonden soms wel echt ruzie hebben en dat gebeurt soms nog weleens. Dan kan het er pittig aan toegaan. We beoefenen dezelfde sport, trainen samen, wonen bij elkaar en voorheen volgden we ook nog dezelfde studie. We zagen elkaar dus zo’n beetje dag en nacht, dat kan ook weleens voor irritatie zorgen.” Xandra: “De emmer kan af en toe overlopen en dan komt alles er in één keer uit. Daarna kunnen we weer een tijdje vooruit.” Michelle: “Op het ijs hebben we nooit echt ruzie.” Xandra: “De anderen hebben het in elk geval niet door. Als jij er even niet lekker in zit, dan ga ik niet zeggen: wat vervelend voor je. Nee, dan roep ik juist: kom op, niet zeuren, doorgaan! Dan reageer ik eerder een beetje bozig.” Michelle: “En op zo’n moment denk en zeg ik: jij hebt makkelijk praten, bij jou gaat het altijd goed.” Xandra: “Ik kan tegelijkertijd weleens ergens onzeker over doen en dan zeg jij: ‘Dat slaat echt nergens op dat je daar onzeker over bent. Je rijdt gewoon goed.’” Is er ook weleens sprake van een concurrentiestrijd tussen jullie? Xandra: “Nou, ik ben heel competitief. Vroeger wilde ik echt niet dat Mies ergens beter in was dan ik.” Michelle, lachend: “Dat is tegenwoordig nog niet veel anders, hoor.” Michelle: ‘Ik was alleen maar op één been aan het zwieren, zat ook op ballet. Ik was veel meer een meisje-meisje dan jij, Xan. Jij was van de stoere dingen’ Xandra: “Doordat we anderhalf jaar in leeftijd verschillen, zaten we het ene jaar in dezelfde leeftijdscategorie en het andere jaar niet. In de jaren dat we het tegen elkaar op moesten nemen, zeiden andere ouders geregeld tegen mij: ‘Nou, pas maar op, want je zusje komt eraan. Ze gaat je straks verslaan.’ Vreselijk als mensen dat zeiden. Nu sta ik er anders in. Ik vind het juist heel vet als we samen A-finales rijden, dat hebben we al een paar keer gedaan. Hoe mooi is het dat we samen aan de start staan en allebei wereldkampioen kunnen worden?” Helden Magazine 70 Het eerste gedeelte van het interview met Xandra en Michelle Velzeboer komt voort uit het eerste nummer van 2024. Jutta Leerdam schittert op de cover van de zeventigste editie van Helden. Ze heeft een grote schare fans en volgers. Hoe kijkt ze naar zichzelf? En hoe kijken anderen naar haar. ‘’Echt, schaatsen staat bij mij altijd voorop.’’ In Helden Magazine 70 is er veel aandacht voor de wintersporten. Het jonge Amerikaanse fenomeen Jordan Stolz vragen we naar zijn geheim en de samenwerking met Irene Schouten en Jillert Anema. Shorttracker Jens van ’t Wout ontmoet Victoria Koblenko. Daarnaast is er ook aandacht voor voetbal. Peter Bosz is met PSV hard op weg naar zijn eerste landstitel. De kans is groot dat PSV zijn laatste club is als trainer. Calvin Stengs is helemaal terug, schittert bij Feyenoord en Oranje. We gingen langs bij Calvin, zijn vriendin Beau de Boer – dochter van Frank de Boer – en zoontje Saint. Frits Barend eert Ruud Geels, de vaak verguisde spits die in november overleed en oud-voetballer Michael Mols spreekt over de tumor die in zijn hoofd werd ontdekt. Verder kwam wielrenner Milan Vader in 2022 zwaar ten val, lag in coma en keerde na een lange revalidatie terug aan de top, met dank aan vriendin Ilse Lutke die niet van zijn zijde week. Veldrijdster Fem van Empel is een multitalent, maar het is wel wennen dat iedereen haar vergelijkt met Mathieu van der Poel. Tallon Griekspoor is de beste tennisser van Nederland, we spraken hem samen met zijn broers Kevin en Scott in aanloop naar de ABN AMRO Open. Als laatste stroomt het racen bij duizendpoot Tom Coronel door zijn bloed. “Max Verstappen is beter dan iedereen die ik ooit heb gezien.” Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 70 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van jouw favoriete sporters? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.
Xandra en Michelle Velzeboer zijn zusjes, shorttrackers en huisgenoten. De een, Xandra, heeft op haar 22ste al zes wereldtitels en olympisch goud op zak. De ander, Michelle, is twintig en klopt hard op de deur. We leggen hen acht stellingen voor in aanloop naar de WK in Ahoy (15-17 maart), waar ze samen goud hopen te winnen op de relay. Het is dat we allebei aan shorttrack doen, maar verder zijn we tegenpolen Xandra: “We hebben verschillende karakters, maar tegenpolen vind ik een te groot woord.” Michelle: “Ik denk dat jij van jongs af aan wat zelfverzekerder bent dan ik, Xan. En jij bent ook wat overheersender.” Xandra, lachend: “Ik weet niet of dat echt zo is, of dat jij dat gevoel gewoon hebt. Ik zoek jou minder snel op als ik ergens mee zit dan jij mij, deel het dan eerder met mijn vriend Dennis of onze ouders. Terwijl jij juist eerder bij mij aanklopt, Mies. Niet lullig bedoeld, maar ik vraag jou niet zo snel om advies en denk ook dat ik dat minder snel aan zou nemen. Ik ben toch anderhalf jaar ouder en dus de ‘grote’ zus...” Michelle: “Dat snap ik ook, hoor. Ik denk ook niet dat ik jou goed genoeg kan helpen met dingen waar jij tegenaan loopt.” Ben jij ook een beetje de beschermende grote zus voor Michelle? Xandra: “Nou, als Mies zich ergens zorgen om maakt, dan kan ik me er weer zorgen om maken dat zij ergens mee zit. Ik heb dan het gevoel dat ik iets op moet lossen voor haar.” Is jullie band veranderd met de jaren? Michelle: “Niet heel erg. We konden toen we nog thuis bij onze ouders woonden soms wel echt ruzie hebben en dat gebeurt soms nog weleens. Dan kan het er pittig aan toegaan. We beoefenen dezelfde sport, trainen samen, wonen bij elkaar en voorheen volgden we ook nog dezelfde studie. We zagen elkaar dus zo’n beetje dag en nacht, dat kan ook weleens voor irritatie zorgen.” Xandra: “De emmer kan af en toe overlopen en dan komt alles er in één keer uit. Daarna kunnen we weer een tijdje vooruit.” Michelle: “Op het ijs hebben we nooit echt ruzie.” Xandra: “De anderen hebben het in elk geval niet door. Als jij er even niet lekker in zit, dan ga ik niet zeggen: wat vervelend voor je. Nee, dan roep ik juist: kom op, niet zeuren, doorgaan! Dan reageer ik eerder een beetje bozig.” Michelle: “En op zo’n moment denk en zeg ik: jij hebt makkelijk praten, bij jou gaat het altijd goed.” Xandra: “Ik kan tegelijkertijd weleens ergens onzeker over doen en dan zeg jij: ‘Dat slaat echt nergens op dat je daar onzeker over bent. Je rijdt gewoon goed.’” Is er ook weleens sprake van een concurrentiestrijd tussen jullie? Xandra: “Nou, ik ben heel competitief. Vroeger wilde ik echt niet dat Mies ergens beter in was dan ik.” Michelle, lachend: “Dat is tegenwoordig nog niet veel anders, hoor.” Michelle: ‘Ik was alleen maar op één been aan het zwieren, zat ook op ballet. Ik was veel meer een meisje-meisje dan jij, Xan. Jij was van de stoere dingen’ Xandra: “Doordat we anderhalf jaar in leeftijd verschillen, zaten we het ene jaar in dezelfde leeftijdscategorie en het andere jaar niet. In de jaren dat we het tegen elkaar op moesten nemen, zeiden andere ouders geregeld tegen mij: ‘Nou, pas maar op, want je zusje komt eraan. Ze gaat je straks verslaan.’ Vreselijk als mensen dat zeiden. Nu sta ik er anders in. Ik vind het juist heel vet als we samen A-finales rijden, dat hebben we al een paar keer gedaan. Hoe mooi is het dat we samen aan de start staan en allebei wereldkampioen kunnen worden?” Helden Magazine 70 Het eerste gedeelte van het interview met Xandra en Michelle Velzeboer komt voort uit het eerste nummer van 2024. Jutta Leerdam schittert op de cover van de zeventigste editie van Helden. Ze heeft een grote schare fans en volgers. Hoe kijkt ze naar zichzelf? En hoe kijken anderen naar haar. ‘’Echt, schaatsen staat bij mij altijd voorop.’’ In Helden Magazine 70 is er veel aandacht voor de wintersporten. Het jonge Amerikaanse fenomeen Jordan Stolz vragen we naar zijn geheim en de samenwerking met Irene Schouten en Jillert Anema. Shorttracker Jens van ’t Wout ontmoet Victoria Koblenko. Daarnaast is er ook aandacht voor voetbal. Peter Bosz is met PSV hard op weg naar zijn eerste landstitel. De kans is groot dat PSV zijn laatste club is als trainer. Calvin Stengs is helemaal terug, schittert bij Feyenoord en Oranje. We gingen langs bij Calvin, zijn vriendin Beau de Boer – dochter van Frank de Boer – en zoontje Saint. Frits Barend eert Ruud Geels, de vaak verguisde spits die in november overleed en oud-voetballer Michael Mols spreekt over de tumor die in zijn hoofd werd ontdekt. Verder kwam wielrenner Milan Vader in 2022 zwaar ten val, lag in coma en keerde na een lange revalidatie terug aan de top, met dank aan vriendin Ilse Lutke die niet van zijn zijde week. Veldrijdster Fem van Empel is een multitalent, maar het is wel wennen dat iedereen haar vergelijkt met Mathieu van der Poel. Tallon Griekspoor is de beste tennisser van Nederland, we spraken hem samen met zijn broers Kevin en Scott in aanloop naar de ABN AMRO Open. Als laatste stroomt het racen bij duizendpoot Tom Coronel door zijn bloed. “Max Verstappen is beter dan iedereen die ik ooit heb gezien.” Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 70 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van jouw favoriete sporters? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.

Shorttrack

Jens van’t Wout: ‘Naast schaatsen kan ik helemaal niets’

Jens van ’t Wout (22) is het boegbeeld van een nieuwe generatie mannelijke shorttrackers. Victoria Koblenko trok naar Heerenveen om kennis te maken in aanloop naar de WK shorttrack (15-17 maart) in Rotterdam. “Eigenlijk komt het allemaal op hetzelfde neer: ik moet niet te veel denken, maar gewoon doen.” Een jaar geleden stond je met je broer Melle in Helden. Toen gold je nog een beetje als het grote, opkomende talent. Inmiddels zijn we onder andere drie Europese titels en een wereldtitel verder. Wat was het hoogtepunt van het afgelopen jaar? “Mijn eerste gouden medaille bij de World Cup in Salt Lake City. Ik won de 1500 meter en die overwinning had ik helemaal niet aan zien komen. Het jaar ervoor was ik niet eens in de buurt van een medaille gekomen. Ik won ineens aan het begin van vorig seizoen met een dikke voorsprong. Een dag later won ik ook meteen goud op mijn ‘slechtste’ afstand: de 500 meter.” Heb je al een verklaring voor waarom je ineens wel won? “Ervaring. Ik heb mezelf echt eerst moeten leren kennen om vertrouwen te kunnen halen uit mezelf. Als shorttracker moest ik in heel veel dingen vertrouwen krijgen: dat ik op kop kon rijden, dat ik niet te moe werd of dat ik ingehaald werd aan het einde en dat ik lang genoeg kon wachten voordat ik tot aanvallen overging. Stuk voor stuk zaken die heel grote impact hebben op het ijs. Eigenlijk komt het allemaal op hetzelfde neer: ik moet niet te veel denken, maar gewoon doen. Doen wat m’n lichaam wil doen: gewoon schaatsen.” ‘Gewoon’ schaatsen? Jij haalt er goud mee, dus zo gewoon is het niet. “Wat ik bedoel is dat je op je instinct af moet gaan als shorttracker.” ‘Ik denk dat ik zelfs liever heb dat mijn broer eerste wordt. Als ik zie wat hij er allemaal voor doet... Hij trok mij vroeger al altijd mee’ Veel sporters hoor ik altijd over ‘in een flow komen’. Kun jij mij uitleggen hoe je dat doet? “Ik focus me op het moment. Dat is nu een automatisme geworden, maar voorheen deed ik dat minder. Ik moet niet te veel vooruitdenken. De opdracht is heel simpel: ik moet naar de eerste plek, maar hoe ga ik dat doen? Dat is vaak niet te plannen. Het is een schakel van kleine kettingreacties. Plannen heeft daarom ook niet zoveel zin. Hoe het gaat verlopen? Geen idee. Als je je daaraan kunt overgeven, ben je al een heel eind. Je moet je als shorttracker over kunnen geven aan het nu.” Helden Magazine 70 Het eerste gedeelte van het interview met Jens van 't Wout komt voort uit het eerste nummer van 2024. Jutta Leerdam schittert op de cover van de zeventigste editie van Helden. Ze heeft een grote schare fans en volgers. Hoe kijkt ze naar zichzelf? En hoe kijken anderen naar haar. ‘’Echt, schaatsen staat bij mij altijd voorop.’’ In Helden Magazine 70 is er veel aandacht voor de wintersporten. Het jonge Amerikaanse fenomeen Jordan Stolz vragen we naar zijn geheim en de samenwerking met Irene Schouten en Jillert Anema. Shorttrackzusjes Xandra en Michelle Velzeboer veroveren samen de wereld, een dubbelinterview in aanloop naar de WK in Rotterdam. Daarnaast is er ook aandacht voor voetbal. Peter Bosz is met PSV hard op weg naar zijn eerste landstitel. De kans is groot dat PSV zijn laatste club is als trainer. Calvin Stengs is helemaal terug, schittert bij Feyenoord en Oranje. We gingen langs bij Calvin, zijn vriendin Beau de Boer – dochter van Frank de Boer – en zoontje Saint. Frits Barend eert Ruud Geels, de vaak verguisde spits die in november overleed en oud-voetballer Michael Mols spreekt over de tumor die in zijn hoofd werd ontdekt. Verder kwam wielrenner Milan Vader in 2022 zwaar ten val, lag in coma en keerde na een lange revalidatie terug aan de top, met dank aan vriendin Ilse Lutke die niet van zijn zijde week. Veldrijdster Fem van Empel is een multitalent, maar het is wel wennen dat iedereen haar vergelijkt met Mathieu van der Poel. Tallon Griekspoor is de beste tennisser van Nederland, we spraken hem samen met zijn broers Kevin en Scott in aanloop naar de ABN AMRO Open. Als laatste stroomt het racen bij duizendpoot Tom Coronel door zijn bloed. “Max Verstappen is beter dan iedereen die ik ooit heb gezien.” Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 70 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van jouw favoriete sporters? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.
Jens van ’t Wout (22) is het boegbeeld van een nieuwe generatie mannelijke shorttrackers. Victoria Koblenko trok naar Heerenveen om kennis te maken in aanloop naar de WK shorttrack (15-17 maart) in Rotterdam. “Eigenlijk komt het allemaal op hetzelfde neer: ik moet niet te veel denken, maar gewoon doen.” Een jaar geleden stond je met je broer Melle in Helden. Toen gold je nog een beetje als het grote, opkomende talent. Inmiddels zijn we onder andere drie Europese titels en een wereldtitel verder. Wat was het hoogtepunt van het afgelopen jaar? “Mijn eerste gouden medaille bij de World Cup in Salt Lake City. Ik won de 1500 meter en die overwinning had ik helemaal niet aan zien komen. Het jaar ervoor was ik niet eens in de buurt van een medaille gekomen. Ik won ineens aan het begin van vorig seizoen met een dikke voorsprong. Een dag later won ik ook meteen goud op mijn ‘slechtste’ afstand: de 500 meter.” Heb je al een verklaring voor waarom je ineens wel won? “Ervaring. Ik heb mezelf echt eerst moeten leren kennen om vertrouwen te kunnen halen uit mezelf. Als shorttracker moest ik in heel veel dingen vertrouwen krijgen: dat ik op kop kon rijden, dat ik niet te moe werd of dat ik ingehaald werd aan het einde en dat ik lang genoeg kon wachten voordat ik tot aanvallen overging. Stuk voor stuk zaken die heel grote impact hebben op het ijs. Eigenlijk komt het allemaal op hetzelfde neer: ik moet niet te veel denken, maar gewoon doen. Doen wat m’n lichaam wil doen: gewoon schaatsen.” ‘Gewoon’ schaatsen? Jij haalt er goud mee, dus zo gewoon is het niet. “Wat ik bedoel is dat je op je instinct af moet gaan als shorttracker.” ‘Ik denk dat ik zelfs liever heb dat mijn broer eerste wordt. Als ik zie wat hij er allemaal voor doet... Hij trok mij vroeger al altijd mee’ Veel sporters hoor ik altijd over ‘in een flow komen’. Kun jij mij uitleggen hoe je dat doet? “Ik focus me op het moment. Dat is nu een automatisme geworden, maar voorheen deed ik dat minder. Ik moet niet te veel vooruitdenken. De opdracht is heel simpel: ik moet naar de eerste plek, maar hoe ga ik dat doen? Dat is vaak niet te plannen. Het is een schakel van kleine kettingreacties. Plannen heeft daarom ook niet zoveel zin. Hoe het gaat verlopen? Geen idee. Als je je daaraan kunt overgeven, ben je al een heel eind. Je moet je als shorttracker over kunnen geven aan het nu.” Helden Magazine 70 Het eerste gedeelte van het interview met Jens van 't Wout komt voort uit het eerste nummer van 2024. Jutta Leerdam schittert op de cover van de zeventigste editie van Helden. Ze heeft een grote schare fans en volgers. Hoe kijkt ze naar zichzelf? En hoe kijken anderen naar haar. ‘’Echt, schaatsen staat bij mij altijd voorop.’’ In Helden Magazine 70 is er veel aandacht voor de wintersporten. Het jonge Amerikaanse fenomeen Jordan Stolz vragen we naar zijn geheim en de samenwerking met Irene Schouten en Jillert Anema. Shorttrackzusjes Xandra en Michelle Velzeboer veroveren samen de wereld, een dubbelinterview in aanloop naar de WK in Rotterdam. Daarnaast is er ook aandacht voor voetbal. Peter Bosz is met PSV hard op weg naar zijn eerste landstitel. De kans is groot dat PSV zijn laatste club is als trainer. Calvin Stengs is helemaal terug, schittert bij Feyenoord en Oranje. We gingen langs bij Calvin, zijn vriendin Beau de Boer – dochter van Frank de Boer – en zoontje Saint. Frits Barend eert Ruud Geels, de vaak verguisde spits die in november overleed en oud-voetballer Michael Mols spreekt over de tumor die in zijn hoofd werd ontdekt. Verder kwam wielrenner Milan Vader in 2022 zwaar ten val, lag in coma en keerde na een lange revalidatie terug aan de top, met dank aan vriendin Ilse Lutke die niet van zijn zijde week. Veldrijdster Fem van Empel is een multitalent, maar het is wel wennen dat iedereen haar vergelijkt met Mathieu van der Poel. Tallon Griekspoor is de beste tennisser van Nederland, we spraken hem samen met zijn broers Kevin en Scott in aanloop naar de ABN AMRO Open. Als laatste stroomt het racen bij duizendpoot Tom Coronel door zijn bloed. “Max Verstappen is beter dan iedereen die ik ooit heb gezien.” Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 70 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van jouw favoriete sporters? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.

Golf

Anne van Dam: ‘Ik ben toch best aardig terechtgekomen’

  Anne van Dam (27) is de beste golfster [...]
  Anne van Dam (27) is de beste golfster van Nederland. Ze woont en speelt al sinds 2019 in Amerika. De komende tijd zal ze meer in Europa te zien zijn, te beginnen bij de Big Green Egg Open (8-10 september in Hilversum). “Golf mag, in de goede zin van het woord, best wat sexyer en aantrekkelijker gemaakt [...]

Boksen

Nouchka Fontijn: ‘Waarom ik, waarom is dit mij overkomen?’

Dat had ze niet verwacht. Dat de tranen in haar ogen zouden springen bij het terugblikken op de gouden WK-medaille die ze alweer kwijt was nog voor hij om haar nek hing. Op verzoek is Nouchka Fontijn – 35 en sinds 2021 gestopt met boksen – in gedachten teruggegaan naar het in Siberië gelegen OelanOede, waar ze in oktober 2019 een passend vervolg zou gaan geven aan haar bokscarrière. WK-brons en -zilver waren al in haar bezit, dus was ze maar in één kleur geïnteresseerd. Groot was de bevrijding toen na de finale haar arm door de scheidsrechter omhoog werd getild en ze werd uitgeroepen tot wereldkampioen. Maar na een eindeloos voelend wachten op de medailleceremonie ging het goud ineens naar tegenstander Lauren Price. “De lijn van mijn WK’s was duidelijk. Bij mijn eerste, in 2010, haalde ik de A-status van het NOC*NSF, wat me hun financiële steun opleverde. In 2014 pakte ik brons en in 2016 en 2018 zilver. In 2019 wist ik zeker dat ik goud kon binnenhalen. Alles verliep naar wens en in de finale trof ik een Britse tegenstander. In 2017 had ik voor het eerst tegen haar gebokst en na afloop had ze gezegd dat ze nog nooit een vrouw was tegengekomen die haar zo hard had geslagen. Daarna heeft zij zich enorm weten te verbeteren. Op het WK 2018 heb ik nog van haar gewonnen, maar was het al kielekiele. En in de zomer van 2019, bij de European Games, won zij van mij. Dus zijn we gaan analyseren: wat moet anders en beter? Ze was kleiner dan ik, stond rechts voor, bewoog heel snel, stapte heel snel in en uit en klemde vaak. Zulke puzzels vond ik altijd leuk om op te lossen. Maar ze was wel een irritante opponent. Zoals altijd had ik m’n gameplan op papier en ik heb constant in m’n hoofd herhaald: dit zijn je taken, hier moet je aan denken en aan niks anders. De 24 uur voor een wedstrijd waren er om m’n plan te trekken. In die driemaal drie minuten in de ring moest het gebeuren en daarin had ik geen tijd meer om van alles te ‘bedenken’. Als ik een klap kreeg, was het: shit en door, herpakken. Je kon er niet bij stilstaan van: o, waar kwam die ineens vandaan? En wat nu? Fantastisch slapen was er de nacht voor een finale niet bij. M’n lichaam voelde ook dat ik al wedstrijden achter de rug had. M’n armen waren verzuurd. Mijn vaste wedstrijddagprogramma luidde: gewogen worden, ontbijten, wandelen, rust pakken, filmpje kijken, havermout maken met de elektrische pan die altijd meeging, douchen, tas inpakken en dan met m’n coaches op weg. Die laatste uren voor zo’n wedstrijd waren verschríkkelijk. In de kleedkamer, bij het omkleden en de warming-up vloog je hartslag omhoog en dat wilde ik niet. Tijdens m’n oefeningen ging ik dan altijd tellen; om daar maar mee bezig te zijn, als afleiding, om rustig te blijven en te focussen. Tijdens die warming-up voelde ik heel snel vermoeidheid, én spanning; terwijl ik een ‘energie-spaarmodus’ probeerde te zoeken. ‘Ik wilde niet alleen maar geïdentificeerd worden als het meisje dat dacht dat ze wereldkampioen was en het niet was’ In de ring, op het moment dat de bel ging, viel dat allemaal weg. Dan waren er alleen maar de tegenstander en m’n coach, Abdul Fkiri, en assistent-coach Sayit Yanik die ik allebei altijd hoorde. Soms hoorde ik ook de coaches van m’n tegenstander, wat niet altijd handig was. Helden Magazine 66 Het eerste gedeelte van het verhaal van Nouchka Fontijn komt voort uit Helden Magazine 66. De 66ste editie staat in het teken van ‘nieuwe Helden’. Op zijn 28ste heeft Nyck de Vries een stoeltje in de Formule 1 bemachtigd. Helden ging bij hem langs in Monaco en sprak hem over het bizarre leven dat hij leidt. In deze editie lees je ook een uitgebreid interview met duizendpoot Rico Verhoeven. Hij is al tien jaar wereldkampioen kickboksen, succesvol ondernemer, vader én acteur. Ook een gesprek met Daphne van Domselaar. Bij het EK van 2022 werd de doelvrouw van FC Twente gebombardeerd tot nieuwe held en is nu de eerste keeper van Nederland. Daarnaast spraken we met Xavi Simons, wie al sinds jongs af aan in the picture staat én breekt marathonloopster Nienke Brinkman record na record. Verder in Helden 66 interviews met de trainer van Feyenoord: Arne Slot, de winnaar van het tennistoernooi van Rosmalen: Tim van Rijthoven, goede vrienden en wielrenners: Fabio Jakobsen en Julius van den Berg, één van de kroonjuwelen van Ajax: Kenneth Taylor én paralympisch zwemkampioene: Chantalle Zijderveld. José de Cauwer is oud-renner en wieleranalist van de VRT. Een gesprek over onder meer Mathieu van der Poel, Remco Evenepoel en Jonas Vingegaard. Klaas-Jan Huntelaar blikt terug op de koninklijke avond in Madrid. Victoria Koblenko spreekt paralympisch wielerkampioen Tristan Bangma. Als laatste is Fenna Kalma de aanstormende spits van de Oranjevrouwen. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 66 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van jouw Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.
Dat had ze niet verwacht. Dat de tranen in haar ogen zouden springen bij het terugblikken op de gouden WK-medaille die ze alweer kwijt was nog voor hij om haar nek hing. Op verzoek is Nouchka Fontijn – 35 en sinds 2021 gestopt met boksen – in gedachten teruggegaan naar het in Siberië gelegen OelanOede, waar ze in oktober 2019 een passend vervolg zou gaan geven aan haar bokscarrière. WK-brons en -zilver waren al in haar bezit, dus was ze maar in één kleur geïnteresseerd. Groot was de bevrijding toen na de finale haar arm door de scheidsrechter omhoog werd getild en ze werd uitgeroepen tot wereldkampioen. Maar na een eindeloos voelend wachten op de medailleceremonie ging het goud ineens naar tegenstander Lauren Price. “De lijn van mijn WK’s was duidelijk. Bij mijn eerste, in 2010, haalde ik de A-status van het NOC*NSF, wat me hun financiële steun opleverde. In 2014 pakte ik brons en in 2016 en 2018 zilver. In 2019 wist ik zeker dat ik goud kon binnenhalen. Alles verliep naar wens en in de finale trof ik een Britse tegenstander. In 2017 had ik voor het eerst tegen haar gebokst en na afloop had ze gezegd dat ze nog nooit een vrouw was tegengekomen die haar zo hard had geslagen. Daarna heeft zij zich enorm weten te verbeteren. Op het WK 2018 heb ik nog van haar gewonnen, maar was het al kielekiele. En in de zomer van 2019, bij de European Games, won zij van mij. Dus zijn we gaan analyseren: wat moet anders en beter? Ze was kleiner dan ik, stond rechts voor, bewoog heel snel, stapte heel snel in en uit en klemde vaak. Zulke puzzels vond ik altijd leuk om op te lossen. Maar ze was wel een irritante opponent. Zoals altijd had ik m’n gameplan op papier en ik heb constant in m’n hoofd herhaald: dit zijn je taken, hier moet je aan denken en aan niks anders. De 24 uur voor een wedstrijd waren er om m’n plan te trekken. In die driemaal drie minuten in de ring moest het gebeuren en daarin had ik geen tijd meer om van alles te ‘bedenken’. Als ik een klap kreeg, was het: shit en door, herpakken. Je kon er niet bij stilstaan van: o, waar kwam die ineens vandaan? En wat nu? Fantastisch slapen was er de nacht voor een finale niet bij. M’n lichaam voelde ook dat ik al wedstrijden achter de rug had. M’n armen waren verzuurd. Mijn vaste wedstrijddagprogramma luidde: gewogen worden, ontbijten, wandelen, rust pakken, filmpje kijken, havermout maken met de elektrische pan die altijd meeging, douchen, tas inpakken en dan met m’n coaches op weg. Die laatste uren voor zo’n wedstrijd waren verschríkkelijk. In de kleedkamer, bij het omkleden en de warming-up vloog je hartslag omhoog en dat wilde ik niet. Tijdens m’n oefeningen ging ik dan altijd tellen; om daar maar mee bezig te zijn, als afleiding, om rustig te blijven en te focussen. Tijdens die warming-up voelde ik heel snel vermoeidheid, én spanning; terwijl ik een ‘energie-spaarmodus’ probeerde te zoeken. ‘Ik wilde niet alleen maar geïdentificeerd worden als het meisje dat dacht dat ze wereldkampioen was en het niet was’ In de ring, op het moment dat de bel ging, viel dat allemaal weg. Dan waren er alleen maar de tegenstander en m’n coach, Abdul Fkiri, en assistent-coach Sayit Yanik die ik allebei altijd hoorde. Soms hoorde ik ook de coaches van m’n tegenstander, wat niet altijd handig was. Helden Magazine 66 Het eerste gedeelte van het verhaal van Nouchka Fontijn komt voort uit Helden Magazine 66. De 66ste editie staat in het teken van ‘nieuwe Helden’. Op zijn 28ste heeft Nyck de Vries een stoeltje in de Formule 1 bemachtigd. Helden ging bij hem langs in Monaco en sprak hem over het bizarre leven dat hij leidt. In deze editie lees je ook een uitgebreid interview met duizendpoot Rico Verhoeven. Hij is al tien jaar wereldkampioen kickboksen, succesvol ondernemer, vader én acteur. Ook een gesprek met Daphne van Domselaar. Bij het EK van 2022 werd de doelvrouw van FC Twente gebombardeerd tot nieuwe held en is nu de eerste keeper van Nederland. Daarnaast spraken we met Xavi Simons, wie al sinds jongs af aan in the picture staat én breekt marathonloopster Nienke Brinkman record na record. Verder in Helden 66 interviews met de trainer van Feyenoord: Arne Slot, de winnaar van het tennistoernooi van Rosmalen: Tim van Rijthoven, goede vrienden en wielrenners: Fabio Jakobsen en Julius van den Berg, één van de kroonjuwelen van Ajax: Kenneth Taylor én paralympisch zwemkampioene: Chantalle Zijderveld. José de Cauwer is oud-renner en wieleranalist van de VRT. Een gesprek over onder meer Mathieu van der Poel, Remco Evenepoel en Jonas Vingegaard. Klaas-Jan Huntelaar blikt terug op de koninklijke avond in Madrid. Victoria Koblenko spreekt paralympisch wielerkampioen Tristan Bangma. Als laatste is Fenna Kalma de aanstormende spits van de Oranjevrouwen. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 66 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van jouw Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.

Shorttrack

Xandra Velzeboer: ‘Ik moet me niet blindstaren op likes’

Shorttracken zit bij Xandra Velzeboer in haar DNA. De hele familie is in de ban van de sport. Vorig jaar, op haar twintigste, won ze olympisch goud op de aflossing en daarna greep ze de wereldtitel op de 500 meter. We legden Xandra een lijstje met namen voor. Van tante Monique en zusje Michelle tot Jutta Leerdam en Suzanne Schulting. Monique, Simone, Alex en Marc Velzeboer Bij het noemen van de naam Velzeboer denkt iedereen meteen aan shorttrack. Monique, Simone, Alex en Marc Velzeboer waren pioniers van de sport in de jaren tachtig en negentig en zorgden voor de eerste Nederlandse successen. En nu zijn daar Xandra en haar zusje Michelle, dochters van Marc, die als een komeet gaan. Xandra: “Tante Monique heeft goud, zilver en brons gewonnen op de Spelen in Calgary in 1988. Ik heb de beelden teruggezien. Interessant om te zien hoe de sport is veranderd de afgelopen dertig jaar. Het materiaal is heel erg veranderd en daardoor ook de manier van schaatsen.” De familie Velzeboer is close, mede doordat de sport hen bindt. “Mijn tantes en oom volgen de wedstrijden van mij en mijn zusje op de voet. Voor een wedstrijd krijg ik meestal een berichtje en erna bel ik ook weleens met een van hen. Het racen is hetzelfde gebleven, dat is niet veranderd. Maar het meeste contact over shorttrack heb ik met mijn vader. Hij heeft mij nog schaatsles gegeven. Toen mijn vader was gestopt met shorttrack heeft hij lang niet op het ijs gestaan. Toen mijn zusje en ik zijn gaan shorttracken is hij bij onze club training gaan geven en ging hij weer mee schaatsen. Dat doet hij nu nog weleens. We praten thuis ook veel over onze sport. Mijn moeder heeft vroeger niet geschaatst, maar vindt de sport wel heel mooi, zij is tijdens onze wedstrijden heel zenuwachtig. Schaatsen was zeker geen must bij ons vroeger, ik heb ook nog andere sporten gedaan, zoals skeeleren en hockey. Ik dacht altijd dat de liefde voor schaatsen wat later bij mij is ontstaan, maar ik zag laatst een filmpje van toen ik vijf jaar was. Er werd me gevraagd wat ik wilde worden later en ik riep hard: schaatser! Als er in de winter natuurijs lag, gingen we met de hele familie schaatsen. Daardoor ben ik op schaatsles gegaan in Den Bosch. Het shorttrackteam Brabant trainde daar ook, zo ben ik in het shorttracken gerold. Op mijn zeventiende ben ik van Culemborg, waar ik ben opgegroeid, naar Heerenveen verhuisd. Ik werd gevraagd voor de nationale selectie en wilde dat grote doel najagen: de Spelen halen. Dat is al gelukt.” Dat shorttracken niet zonder gevaar is, weet Xandra ook van jongs af aan. Tante Simone brak bij een val in de olympische B-finale op de 500 meter van 1988 haar rug. Tante Monique raakte in 1993 verlamd door een val tijdens een trainingskamp in het Franse Font-Romeu. “De val van Simone was vlak voor de A-finale. Monique zag haar zus afgevoerd worden met een brancard, moest toen zelf rijden en werd olympisch kampioen. Dat moet bizar zijn geweest. Ik heb mijn tante nooit zien lopen, ken haar niet anders dan in een rolstoel. Met Monique heb ik nooit over het ongeluk gesproken. Wel met mijn vader, hij was erbij. Op de plek waar Monique viel, stonden op dat moment nog geen kussens in de boarding. Toen wij in 2020 in Font-Romeu waren en Lara van Ruijven daar tijdens ons trainingskamp overleed, kwam dat extra hard binnen, omdat Monique daar is gevallen. De situatie was heel anders, want Lara overleed door een auto-immuunziekte. Maar ik ging me toen wel realiseren hoe heftig het is om van de ene op de andere dag niet meer te kunnen lopen. Sindsdien ben ik me meer bewust van de gevaren dan vroeger, maar het is niet zo dat ik tijdens het schaatsen nadenk over wat er kan gebeuren. De ongelukken van mijn tantes hebben natuurlijk grote impact gehad op de familie. Mijn vader is voorzichtiger geworden in de loop der jaren. Mijn zusje en ik schaatsen met een extra nekbeschermer, die hij heeft bedacht.” Monique stortte zich na haar dwarslaesie op fotografie. Xandra leert veel van haar tante. “Monique heeft me geleerd dat ik me altijd moet focussen op het positieve. Mijn tante zit in een rolstoel, maar is altijd op zoek naar dingen die ze wel kan doen. Ze gaat gewoon mee op wintersport en de berg af in een zitski. Onbewust neem ik dat mee. Bij tegenslag probeer ik niet in het negatieve te blijven hangen.” Suzanne Schulting Ze is de koningin van het shorttracken. Suzanne Schulting won in 2018 olympisch goud op de 1000 meter en brons op de relay. Bij de afgelopen Spelen kwamen daar nog twee gouden, een zilveren en een bronzen olympische medaille bij. En Suzanne won in de tussentijd ook een handvol wereld- en Europese titels. Xandra werd vorig jaar met Suzanne olympisch kampioen op de relay en pakte daarna de wereldtitel op de 500 meter in Montreal. Ze is niet langer alleen ploeggenoot, maar ontpopt zich ook als de grote concurrent van Suzanne Schulting. “Een aantal jaar geleden was ik nog het jonkie, had ik Suzanne minder te bieden. Ik kon me enorm optrekken aan Suzanne en de rest van de vrouwen tijdens trainingen. Ik keek heel goed naar de meiden, kon van hen afkijken. Mijn doel op dat moment was om wereldkampioen bij de junioren te worden. Ik zit nu op een heel ander niveau, het is nu zo dat Suzanne en ik elkaar sterker maken. Simpelweg door met en tegen elkaar te rijden op trainingen. Ik kijk minder naar haar dan voorheen, we zitten nu op een niveau dat iedereen zijn eigen verbeterpuntjes heeft en daar hebben we het vooral met de coach over. Neemt niet weg dat we elkaar tips geven. Ook met het doel om elkaar beter te maken met het oog op de relay. We zijn samen bezig om nog sterker te worden en we willen voorkomen dat we worden ingehaald bij de wissels. Op dit moment zijn wij het sterkste team in de aflossing, we merken dat andere landen van alles aan het proberen zijn om iets te vinden waarop ze ons kunnen pakken, en wij willen ervoor zorgen dat we de beste blijven. Inmiddels zijn we ook concurrenten, ja. Ik denk dat Suzanne mij inmiddels wel als een gevaar ziet. In de relay willen we samen winnen, op de individuele afstanden willen we van elkaar winnen. Dat zorgt weleens voor kleine ergernissen. Logisch ook, we trainen het hele jaar met elkaar, zien elkaar iedere dag en reizen met elkaar de wereld over. Maar die ergernissen zijn er ook soms met anderen, hoor. Suzanne en ik zijn heel goede collega’s. We kunnen het hartstikke gezellig hebben met elkaar. Met alle dames in de ploeg trouwens. We werken goed samen en drinken ook weleens koffie met zijn allen. Maar we lopen niet de deur bij elkaar plat.” 'Inmiddels zijn we ook concurrenten, ja. Ik denk dat Suzanne Schulting mij inmiddels wel als een gevaar ziet' Suzanne Schulting heeft laten zien dat het mogelijk is om als Nederlandse shorttrackster de beste van de wereld te worden. “Ploeggenoot Yara van Kerkhof vertelt weleens hoe het een paar jaar geleden was, toen was het doel om als Nederlandse shorttracker kwartfinales te rijden. Er is veel veranderd. Vanaf het moment dat Suzanne olympisch kampioen op de 1000 meter werd in 2018, zijn wij met het hele team veel gaan winnen. Maar vergeet ook Sjinkie Knegt niet. Hij won in 2014 olympisch brons, in 2018 zilver en hij werd wereldkampioen in 2015. Dat was al een teken dat wij heel goed bezig waren.” Xandra maakt nu, op haar 21ste, deel uit van de wereldtop. “Vroeger keek ik op tegen de Italiaanse shorttrackster Arianna Fontana. Nu rijd ik tegen haar. Best gek. Ik was als kind ook van het handtekeningen verzamelen. Onze bondscoach Niels Kerstholt schaatste toen nog, ik heb een handtekening van hem. En ook die van Sjinkie, Yara en Rianne de Vries. Nu kom ik hen dagelijks tegen.” Lara van Ruijven De gedachten gaan terug naar de relay in Beijing. Over de kracht van de aflossingsploeg zegt Xandra: “We kunnen met zijn allen heel lang heel hard schaatsen. Vaak zie je dat er bij ieder land wel iemand is die iets minder is. Dat is bij ons niet het geval. Vooral voor de halve finale op de Spelen waren we erg zenuwachtig. We moesten tegen Italië en China, twee heel sterke landen. Dat we de finale haalden, was zo’n opluchting. Yara van Kerkhof zei voor de finale tegen ons: ‘We moeten er ook gewoon heel erg van genieten dat we als favoriet de finale ingaan.’ Dat maakte ons rustig. Het kan een last zijn, die favorietenrol, maar het kan ook fantastisch zijn om de finale in te gaan als je weet dat je de beste bent.” Het kwartet Yara van Kerkhof, Selma Poutsma, Suzanne Schulting en Xandra Velzeboer reed bijna de hele finale op kop. Op een paar meter na. “Tijdens de race werd ik bij de wissel ingehaald door een Chinese. Ik dacht: jij gaat mij nu niet inhalen! Ik besloot haar meteen terug te pakken. Het was een goede keuze om volle bak buitenom te gaan. Ik heb die actie een aantal keer teruggekeken. Het was een gaaf moment in de relay. Ik zag daarna al dat ik ver voor reed. Toen ik Suzanne die laatste duw gaf, zag ik de rest een stuk later langskomen. Ik dacht toen al: we hebben gewonnen. Maar die gedachte mocht ik nog niet toelaten. Dat brengt ongeluk, toch?” De ploeg reed rond met een hartje op het pak, een verwijzing naar de op 10 juli 2020 op slechts 27-jarige leeftijd aan een auto-immuunziekte overleden ploeggenote Lara van Ruijven. In 2018 won zij met Schulting, Van Kerkhof en Jorien ter Mors op miraculeuze wijze olympisch brons op de relay. Ook Rianne de Vries maakte deel uit van dat team. “Het was een heel heftige periode voor het team en voor de andere meiden die jarenlang met Lara relays reden. Voor hen was het nog veel heftiger dan voor mij. Lara, Yara, Suzanne en Rianne hadden zichzelf zo verbeterd op de relay. Er stond zo’n sterk team, ik kon daar zo inrollen. Lara heeft er ook voor gezorgd dat wij olympisch kampioen konden worden.” Xandra maakte Lara ook mee vanaf het moment dat ze bij de nationale selectie kwam. “Lara was aardig tegen iedereen. Sommige sporters krijgen sterallures als ze goed worden, zij niet. Lara was wereldkampioen geworden op de 500 meter in 2019, maar dat merkte je niet aan haar. Ze had geen greintje arrogantie in zich. Toen ik als broekie erbij kwam, keek ik op tegen al die oudere meiden en jongens in de ploeg. Lara wilde mij altijd helpen. Zij heeft mij geleerd dat het heel belangrijk is hoe je bent als mens. Sinds haar overlijden sta ik er meer bij stil dat het belangrijk is dat ik mijn sport leuk blijf vinden. Ik heb met mezelf afgesproken: als ik dit leven niet meer leuk vind, stop ik. Topsport kan zwaar zijn. Je moet niet alleen de wedstrijden leuk vinden, maar ook de trainingen. Lara vond dat ook heel belangrijk.” Een maand na de Spelen werd Xandra wereldkampioen op de afstand waarop Lara drie jaar eerder de beste van de wereld was. “De Spelen waren het hoofddoel. Daar kon ik maanden van tevoren zenuwachtig van worden. Ik had eerder een keer brons gehaald op een individuele afstand bij een wereldbeker. Ik hoorde al wel bij de top, maar was geen favoriet voor een medaille. De 500 meter op de Spelen waren een teleurstelling, ik werd uitgeschakeld in de kwartfinale. Maar dat heeft er uiteindelijk wel voor gezorgd dat ik wereldkampioen kon worden. Met Suzanne reed ik vaak de snelste tijd op de 500 meter, daaraan kon ik zien dat het goed zat, maar mijn start was nog minder ten opzichte van echte sprinters. Als je op de eerste positie start en iemand start naast je die sneller is, kun je klem komen te zitten. Dat gebeurde op de Spelen. De start was het enige waar ik nog aan kon denken. Op het WK liet ik dat los, dat pakte goed uit.” Michelle Velzeboer Er is op dit moment niet langer één Velzeboer waar op gelet moeten worden, maar er zijn er twee. Michelle Velzeboer, negentien jaar jong, won vorig jaar zilver en brons op de WK juniore en reed dit jaar al wereldbekerwedstrijden bij de senioren, won in december zelfs al haar eerste wereldbekermedaille: zilver op de 500 meter in Almaty in Kazachstan. “Tijdens het wereldbekerdebuut van Michelle wonnen we meteen samen goud op de relay. We hebben bij elkaar de medaille omgehangen, hartstikke leuk. Soms voelt het alsof ik haar een beetje onder mijn hoede moet nemen. Ik heb al ervaring met een olympisch traject en alle belangrijke wedstrijden die erbij horen. Maar ik denk ook dat het goed is als Michelle dingen zelf uitvogelt, dan leert ze wat goed voor haar is in plaats van dat ze hetzelfde doet als ik. Wij lijken op elkaar qua type schaatser, hebben dezelfde stijl. We zijn allebei fel, hebben dat katachtige. Michelle rijdt net als ik ook een heel goede 500 meter. Ik vrees het moment nog niet dat Michelle mij voorbijstreeft, maar word wel competitief van die gedachte. Dat was vroeger al zo. Zo had ik een hekel aan zwemles. Toen ik mijn A-diploma had gehaald, vond ik het mooi geweest. Mijn zusje vond zwemmen wel leuk en ging voor haar B-diploma. Dat kon ik niet verkroppen. Na een jaar ben ik weer begonnen met zwemles. Ik dacht: Michelle mag niet beter zwemmen dan ik. Ons B- diploma hebben we toen samen gehaald. Hoewel, ik had hem nog net iets eerder, daar was ik heel blij mee.” Lachend: “Dat concurrentiegevoel zit dus toch vrij diep. Het gaat ook vast gebeuren dat ze van me wint. Dat is dan maar zo. Ik vind het ook heel leuk om te zien dat zij zo vooruitgaat en dat we nu samen de relay rijden. Het lijkt me hartstikke mooi om straks samen in A-finales te staan. En ja, dat zal soms ook moeilijk zijn omdat we dan ook grote concurrenten zijn van elkaar.” Xandra vertelt dat ze een heel hechte band heeft met haar zus. “Ik ben iets extraverter dan Michelle, maar we hebben allebei een sterke mening. We schelen maar anderhalf jaar, wonen samen in Heerenveen en sporten samen. Michelle studeert net als ik Lifescience & Technology in Groningen, maar doet net een andere richting. Zij volgt een technischere richting dan ik, ik volg de richting biomedische wetenschappen, dat valt onder biologie. Gelukkig maar, anders lijkt het echt alsof we helemaal hetzelfde leven leiden.” Lachend: “Natuurlijk botsen we ook weleens. Op je zusje reageer je je het makkelijkst af als je moe bent na een training.” Michelle kan ook af en toe optreden als model voor Xandra. “Als ik niet hoef te schaatsen of studeren, teken ik graag. Ik maak portretten van Michelle, vriendinnen of willekeurige mensen die ik nateken van Pinterest. Mijn opa schilderde, ik denk dat ik het van hem heb.” Dennis Visser Xandra woont niet alleen in een huis met Michelle, maar ook met haar vriend Dennis Visser. “En met onze kat Henkie,” zegt Xandra. Zij en Dennis leerden elkaar drie jaar geleden kennen via het shorttracken. “We trainden samen, gingen met elkaar naar wedstrijden en zo is de vonk overgesprongen. In 2021 is hij gestopt met shorttrack vanwege een rugblessure. Het is fijn dat Dennis weet hoe de sport in elkaar steekt en wat ik meemaak. Dennis weet dat ik niet zomaar even uit eten kan of iets leuks kan gaan doen en hoe het leven als topsporter eruitziet. Ik kan heel goed met hem praten, maar omdat hij niet meer in de ploeg zit, kan hij er nu met een helikopterblik naar kijken.” Jeroen Otter Xandra werkte tot vorig jaar samen met Jeroen Otter, de architect van het succes van de shorttrackers de afgelopen jaren. Hij was sinds 2010 bondscoach en nam na afgelopen seizoen een sabbatical. “Jeroen heeft een grote rol gespeeld in het begin van mijn professionele schaatscarrière. Ik was op dat moment een jonkie en wist nog niet exact wat goed voor mij was. Nu heb ik in drie jaar tijd, met hem als coach, veel ervaring opgedaan, waardoor ik dat beter weet.” Jeroen Otter bestempelde zijn jonge pupil vorig jaar als ‘een tijger’. Xandra werd zijn laatste wereldkampioen voordat hij een pauze besloot in te lassen. “Voor de WK zei hij tegen mij dat ik wereldkampioen kon worden op de 500 meter. Wat Jeroen precies zei na mijn overwinning weet ik niet meer, maar het was natuurlijk geweldig. We vlogen elkaar in de armen. Na het seizoen vertelde Jeroen dat hij een sabbatical zou nemen. Ik vond het vooral belangrijk wie hem zou vervangen. Bij Jeroen wist ik heel goed dat ik voor een groot toernooi fit zou zijn. Hij was heel goed in de opbouw naar belangrijke wedstrijden toe, ik vertrouwde volledig op Jeroen wat dat betreft. Bij een nieuwe coach is het afwachten of hij je ook wedstrijdfit maakt.” Suzanne Schulting liet al weten dat ze de mogelijkheden wil onderzoeken om samen met Jeroen Otter een commerciële shorttrackploeg op te zetten. “Ik heb er wat over gelezen en denk dat het goed kan zijn voor de sport als er een commerciële ploeg komt. Interessant.” Niels Kerstholt De opvolger van Jeroen Otter was een oude bekende: Niels Kerstholt. Hij stopte in 2014 met shorttrack, werd in 2018 coach van de talenten. “Ik had al een jaar onder hem getraind, maar toen was ik zestien. Ik vond het vooral heel belangrijk hoe het trainingsschema eruit zou zien onder Niels.” Het was even wennen. “Niet alleen voor mij, maar voor iedereen. De hele staf was nieuw. Niet alleen Jeroen was weg. Het was goed dat we in het najaar meteen goed presteerden, dat gaf vertrouwen dat de aanpak van Niels ook aanslaat. De vraag is nog hoe we het gaan doen op de WK. Daar wil ik op mijn best zijn. Zoals ik net al zei: Jeroen wist altijd heel goed hoe je op het juiste moment op je best was. Maar ik heb een goed gevoel over de afgelopen maanden. Ik kan goed met Niels praten, vind hem toegankelijker dan Jeroen. Hij is ook jonger, dat helpt daar misschien ook bij. De aanpak is ook weer iets anders dan onder Jeroen. Niels laat ons bijvoorbeeld veel meer fietsen dan voorheen.” Jens en Melle van ’t Wout Er staan niet alleen dagelijks twee shorttrackende zussen op het ijs in Thialf, er zijn ook twee shorttrackende broers in de Nederlandse ploeg: Jens en Melle van ’t Wout. “Het is niet dat wij een broers-en-zussen-kliekje vormen, hoor, de verstandhouding met Jens en Melle is niet anders dan die met andere ploeggenoten. Maar het zou stiekem natuurlijk wel leuk zijn om een keer met z’n vieren een mixed relay te rijden, met twee keer Velzeboer en twee keer Van ’t Wout.” Jens, Melle, Michelle en Xandra zijn ook exponenten van een nieuwe generatie shorttrackers. “Er zit wel een gat tussen de jongeren en ouderen in ons team. Suzanne hangt er qua leeftijd een beetje tussenin. De ploeg is nu flink verjongd, dat vind ik leuk. We kennen elkaar al lang vanuit de jeugd.” Het is niet zo dat er nu heel andere muziek in de kleedkamer wordt gedraaid. Lachend: “Er zijn alleen minder Friezen, er wordt eindelijk gewoon Nederlands gepraat in de kleedkamer.” Jorien ter Mors “Ik zie Jorien ter Mors een beetje als de pionier van het shorttracken bij de vrouwen van de afgelopen tien jaar. Ik heb niet meer met haar geschaatst, zij had al de overstap gemaakt naar de langebaan toen ik erbij kwam,” zegt Xandra. Jorien ter Mors besloot het shorttracken te combineren met de langebaan. Met groot succes. Ze won in 2014 olympisch goud op de 1500 meter en de ploegenachtervolging. In 2018 werd ze wereldkampioen sprint en olympisch kampioen op de 1000 meter. Op die Spelen won ze ook olympisch brons als shortrackster op de relay. 'Ik heb niet de ambitie om ooit de overstap te maken naar de langebaan. Mijn langebaantrainingen zien er niet uit. Ik kan er niks van' “Ik heb niet de ambitie om ooit de overstap te maken naar de langebaan. Mijn langebaantrainingen zien er niet uit. Die doe ik ook niet voor de lol, zijn een verplicht onderdeel van ons trainingsschema. Ik kan er niks van. Drie jaar geleden stond ik pas voor het eerst op de klapschaats. Snel uit met die dingen, dacht ik. Inmiddels ben ik er iets beter in geworden, maar je ziet me nog altijd chagrijnig rondrijden op de langebaan. Ik focus me liever op het shorttracken.” Jutta Leerdam Vandaag de dag is het ook belangrijk hoe een sporter zich presenteert. Jutta Leerdam is iemand die daar heel erg mee bezig is. Zij is naast langebaanschaatser ook een merk. Ze heeft een grote schare fans die haar volgen op sociale media, bedrijven staan klaar met lucratieve sponsordeals. “Ik ken haar niet goed, maar zie natuurlijk dat Jutta het heel goed doet. Ze is niet alleen een goede schaatsster, maar ook een influencer en een bekende Nederlander. Ik ben geen BN’er, al merkte ik wel dat ik na de Spelen meer herkend werd op straat. Leuk, dat voelde als erkenning voor mijn prestaties en het betekent ook dat het shorttracken steeds populairder wordt. Jutta zet zich heel goed neer als een merk. Ik bespreek met mijn management hoe ik mezelf neer wil zetten, daar hebben we ook wel een strategie voor. Ik doe het niet zoals Jutta, hoeft ook niet. Moet doen wat bij mij past. Ik ben niet heel erg bezig met het aantal volgers dat ik heb, maar vind het wel belangrijk hoe ik overkom in interviews. Ik moet mezelf zijn, geen rol spelen, dat heeft toch geen zin. Tegelijkertijd is het wel steeds belangrijker, ook met het oog op sponsors, om jezelf aantrekkelijker te maken. Het gaat allang niet meer alleen om prestaties. Maar goed, bij mij staat presteren op één. Mijn grote doel is om op de individuele afstanden voor goud te gaan op de Spelen in 2026. En het zou heel mooi zijn om samen met mijn zusje Michelle voor olympisch goud te gaan op de relay. Verder moet het niet zo zijn dat ik me blind moet staren op likes.” Helden Magazine 65 Het verhaal van Xandra Velzeboer komt voort uit Helden Magazine 65. Er is volop aandacht voor de wintersporten én ook voor voetbal. Frank Rijkaard geeft sinds lange tijd weer eens een interview en spreekt onder meer over Cruijff, het Nederlands elftal en Lionel Messi. In deze editie lees je ook een uitgebreid interview met Lois Abbingh en Tess Lieder – voorheen Wester -. De handbalcollega’s zijn vriendinnen, schoonzussen en sinds kort ook allebei moeder. Daarnaast spraken we met Dávid Hancko en Kristyna Pliskova. De een is een grote aanwinst voor Feyenoord, de ander is toptennisster. Én een gesprek met de populairste schaatser van dit moment, Jutta Leerdam. Verder interviews met de succesvolste Nederlandse olympiër ooit: Ireen Wüst, de eerste keeper op het afgelopen WK: Andries Noppert, twee grootheden in het rolstoeltennis: Diede de Groot en Esther Vergeer én Joep Wennemars is keihard bezig om uit de schaduw van zijn vader Erben te treden. Ook heeft het voetbalvirus nog altijd Guus Hiddink in zijn greep, werden Marc van de Kuilen en Luuk Veltink vrienden door het noodlot, verteld Juul Franssen over haar strijd met de judobond, spreekt Victoria Koblenko met olympisch kampioen openwater Ferry Weertman én staat bondscoach van de Oranjevrouwen: Andries Jonker stil bij De Nachtwacht. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 65 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van jouw Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.
Shorttracken zit bij Xandra Velzeboer in haar DNA. De hele familie is in de ban van de sport. Vorig jaar, op haar twintigste, won ze olympisch goud op de aflossing en daarna greep ze de wereldtitel op de 500 meter. We legden Xandra een lijstje met namen voor. Van tante Monique en zusje Michelle tot Jutta Leerdam en Suzanne Schulting. Monique, Simone, Alex en Marc Velzeboer Bij het noemen van de naam Velzeboer denkt iedereen meteen aan shorttrack. Monique, Simone, Alex en Marc Velzeboer waren pioniers van de sport in de jaren tachtig en negentig en zorgden voor de eerste Nederlandse successen. En nu zijn daar Xandra en haar zusje Michelle, dochters van Marc, die als een komeet gaan. Xandra: “Tante Monique heeft goud, zilver en brons gewonnen op de Spelen in Calgary in 1988. Ik heb de beelden teruggezien. Interessant om te zien hoe de sport is veranderd de afgelopen dertig jaar. Het materiaal is heel erg veranderd en daardoor ook de manier van schaatsen.” De familie Velzeboer is close, mede doordat de sport hen bindt. “Mijn tantes en oom volgen de wedstrijden van mij en mijn zusje op de voet. Voor een wedstrijd krijg ik meestal een berichtje en erna bel ik ook weleens met een van hen. Het racen is hetzelfde gebleven, dat is niet veranderd. Maar het meeste contact over shorttrack heb ik met mijn vader. Hij heeft mij nog schaatsles gegeven. Toen mijn vader was gestopt met shorttrack heeft hij lang niet op het ijs gestaan. Toen mijn zusje en ik zijn gaan shorttracken is hij bij onze club training gaan geven en ging hij weer mee schaatsen. Dat doet hij nu nog weleens. We praten thuis ook veel over onze sport. Mijn moeder heeft vroeger niet geschaatst, maar vindt de sport wel heel mooi, zij is tijdens onze wedstrijden heel zenuwachtig. Schaatsen was zeker geen must bij ons vroeger, ik heb ook nog andere sporten gedaan, zoals skeeleren en hockey. Ik dacht altijd dat de liefde voor schaatsen wat later bij mij is ontstaan, maar ik zag laatst een filmpje van toen ik vijf jaar was. Er werd me gevraagd wat ik wilde worden later en ik riep hard: schaatser! Als er in de winter natuurijs lag, gingen we met de hele familie schaatsen. Daardoor ben ik op schaatsles gegaan in Den Bosch. Het shorttrackteam Brabant trainde daar ook, zo ben ik in het shorttracken gerold. Op mijn zeventiende ben ik van Culemborg, waar ik ben opgegroeid, naar Heerenveen verhuisd. Ik werd gevraagd voor de nationale selectie en wilde dat grote doel najagen: de Spelen halen. Dat is al gelukt.” Dat shorttracken niet zonder gevaar is, weet Xandra ook van jongs af aan. Tante Simone brak bij een val in de olympische B-finale op de 500 meter van 1988 haar rug. Tante Monique raakte in 1993 verlamd door een val tijdens een trainingskamp in het Franse Font-Romeu. “De val van Simone was vlak voor de A-finale. Monique zag haar zus afgevoerd worden met een brancard, moest toen zelf rijden en werd olympisch kampioen. Dat moet bizar zijn geweest. Ik heb mijn tante nooit zien lopen, ken haar niet anders dan in een rolstoel. Met Monique heb ik nooit over het ongeluk gesproken. Wel met mijn vader, hij was erbij. Op de plek waar Monique viel, stonden op dat moment nog geen kussens in de boarding. Toen wij in 2020 in Font-Romeu waren en Lara van Ruijven daar tijdens ons trainingskamp overleed, kwam dat extra hard binnen, omdat Monique daar is gevallen. De situatie was heel anders, want Lara overleed door een auto-immuunziekte. Maar ik ging me toen wel realiseren hoe heftig het is om van de ene op de andere dag niet meer te kunnen lopen. Sindsdien ben ik me meer bewust van de gevaren dan vroeger, maar het is niet zo dat ik tijdens het schaatsen nadenk over wat er kan gebeuren. De ongelukken van mijn tantes hebben natuurlijk grote impact gehad op de familie. Mijn vader is voorzichtiger geworden in de loop der jaren. Mijn zusje en ik schaatsen met een extra nekbeschermer, die hij heeft bedacht.” Monique stortte zich na haar dwarslaesie op fotografie. Xandra leert veel van haar tante. “Monique heeft me geleerd dat ik me altijd moet focussen op het positieve. Mijn tante zit in een rolstoel, maar is altijd op zoek naar dingen die ze wel kan doen. Ze gaat gewoon mee op wintersport en de berg af in een zitski. Onbewust neem ik dat mee. Bij tegenslag probeer ik niet in het negatieve te blijven hangen.” Suzanne Schulting Ze is de koningin van het shorttracken. Suzanne Schulting won in 2018 olympisch goud op de 1000 meter en brons op de relay. Bij de afgelopen Spelen kwamen daar nog twee gouden, een zilveren en een bronzen olympische medaille bij. En Suzanne won in de tussentijd ook een handvol wereld- en Europese titels. Xandra werd vorig jaar met Suzanne olympisch kampioen op de relay en pakte daarna de wereldtitel op de 500 meter in Montreal. Ze is niet langer alleen ploeggenoot, maar ontpopt zich ook als de grote concurrent van Suzanne Schulting. “Een aantal jaar geleden was ik nog het jonkie, had ik Suzanne minder te bieden. Ik kon me enorm optrekken aan Suzanne en de rest van de vrouwen tijdens trainingen. Ik keek heel goed naar de meiden, kon van hen afkijken. Mijn doel op dat moment was om wereldkampioen bij de junioren te worden. Ik zit nu op een heel ander niveau, het is nu zo dat Suzanne en ik elkaar sterker maken. Simpelweg door met en tegen elkaar te rijden op trainingen. Ik kijk minder naar haar dan voorheen, we zitten nu op een niveau dat iedereen zijn eigen verbeterpuntjes heeft en daar hebben we het vooral met de coach over. Neemt niet weg dat we elkaar tips geven. Ook met het doel om elkaar beter te maken met het oog op de relay. We zijn samen bezig om nog sterker te worden en we willen voorkomen dat we worden ingehaald bij de wissels. Op dit moment zijn wij het sterkste team in de aflossing, we merken dat andere landen van alles aan het proberen zijn om iets te vinden waarop ze ons kunnen pakken, en wij willen ervoor zorgen dat we de beste blijven. Inmiddels zijn we ook concurrenten, ja. Ik denk dat Suzanne mij inmiddels wel als een gevaar ziet. In de relay willen we samen winnen, op de individuele afstanden willen we van elkaar winnen. Dat zorgt weleens voor kleine ergernissen. Logisch ook, we trainen het hele jaar met elkaar, zien elkaar iedere dag en reizen met elkaar de wereld over. Maar die ergernissen zijn er ook soms met anderen, hoor. Suzanne en ik zijn heel goede collega’s. We kunnen het hartstikke gezellig hebben met elkaar. Met alle dames in de ploeg trouwens. We werken goed samen en drinken ook weleens koffie met zijn allen. Maar we lopen niet de deur bij elkaar plat.” 'Inmiddels zijn we ook concurrenten, ja. Ik denk dat Suzanne Schulting mij inmiddels wel als een gevaar ziet' Suzanne Schulting heeft laten zien dat het mogelijk is om als Nederlandse shorttrackster de beste van de wereld te worden. “Ploeggenoot Yara van Kerkhof vertelt weleens hoe het een paar jaar geleden was, toen was het doel om als Nederlandse shorttracker kwartfinales te rijden. Er is veel veranderd. Vanaf het moment dat Suzanne olympisch kampioen op de 1000 meter werd in 2018, zijn wij met het hele team veel gaan winnen. Maar vergeet ook Sjinkie Knegt niet. Hij won in 2014 olympisch brons, in 2018 zilver en hij werd wereldkampioen in 2015. Dat was al een teken dat wij heel goed bezig waren.” Xandra maakt nu, op haar 21ste, deel uit van de wereldtop. “Vroeger keek ik op tegen de Italiaanse shorttrackster Arianna Fontana. Nu rijd ik tegen haar. Best gek. Ik was als kind ook van het handtekeningen verzamelen. Onze bondscoach Niels Kerstholt schaatste toen nog, ik heb een handtekening van hem. En ook die van Sjinkie, Yara en Rianne de Vries. Nu kom ik hen dagelijks tegen.” Lara van Ruijven De gedachten gaan terug naar de relay in Beijing. Over de kracht van de aflossingsploeg zegt Xandra: “We kunnen met zijn allen heel lang heel hard schaatsen. Vaak zie je dat er bij ieder land wel iemand is die iets minder is. Dat is bij ons niet het geval. Vooral voor de halve finale op de Spelen waren we erg zenuwachtig. We moesten tegen Italië en China, twee heel sterke landen. Dat we de finale haalden, was zo’n opluchting. Yara van Kerkhof zei voor de finale tegen ons: ‘We moeten er ook gewoon heel erg van genieten dat we als favoriet de finale ingaan.’ Dat maakte ons rustig. Het kan een last zijn, die favorietenrol, maar het kan ook fantastisch zijn om de finale in te gaan als je weet dat je de beste bent.” Het kwartet Yara van Kerkhof, Selma Poutsma, Suzanne Schulting en Xandra Velzeboer reed bijna de hele finale op kop. Op een paar meter na. “Tijdens de race werd ik bij de wissel ingehaald door een Chinese. Ik dacht: jij gaat mij nu niet inhalen! Ik besloot haar meteen terug te pakken. Het was een goede keuze om volle bak buitenom te gaan. Ik heb die actie een aantal keer teruggekeken. Het was een gaaf moment in de relay. Ik zag daarna al dat ik ver voor reed. Toen ik Suzanne die laatste duw gaf, zag ik de rest een stuk later langskomen. Ik dacht toen al: we hebben gewonnen. Maar die gedachte mocht ik nog niet toelaten. Dat brengt ongeluk, toch?” De ploeg reed rond met een hartje op het pak, een verwijzing naar de op 10 juli 2020 op slechts 27-jarige leeftijd aan een auto-immuunziekte overleden ploeggenote Lara van Ruijven. In 2018 won zij met Schulting, Van Kerkhof en Jorien ter Mors op miraculeuze wijze olympisch brons op de relay. Ook Rianne de Vries maakte deel uit van dat team. “Het was een heel heftige periode voor het team en voor de andere meiden die jarenlang met Lara relays reden. Voor hen was het nog veel heftiger dan voor mij. Lara, Yara, Suzanne en Rianne hadden zichzelf zo verbeterd op de relay. Er stond zo’n sterk team, ik kon daar zo inrollen. Lara heeft er ook voor gezorgd dat wij olympisch kampioen konden worden.” Xandra maakte Lara ook mee vanaf het moment dat ze bij de nationale selectie kwam. “Lara was aardig tegen iedereen. Sommige sporters krijgen sterallures als ze goed worden, zij niet. Lara was wereldkampioen geworden op de 500 meter in 2019, maar dat merkte je niet aan haar. Ze had geen greintje arrogantie in zich. Toen ik als broekie erbij kwam, keek ik op tegen al die oudere meiden en jongens in de ploeg. Lara wilde mij altijd helpen. Zij heeft mij geleerd dat het heel belangrijk is hoe je bent als mens. Sinds haar overlijden sta ik er meer bij stil dat het belangrijk is dat ik mijn sport leuk blijf vinden. Ik heb met mezelf afgesproken: als ik dit leven niet meer leuk vind, stop ik. Topsport kan zwaar zijn. Je moet niet alleen de wedstrijden leuk vinden, maar ook de trainingen. Lara vond dat ook heel belangrijk.” Een maand na de Spelen werd Xandra wereldkampioen op de afstand waarop Lara drie jaar eerder de beste van de wereld was. “De Spelen waren het hoofddoel. Daar kon ik maanden van tevoren zenuwachtig van worden. Ik had eerder een keer brons gehaald op een individuele afstand bij een wereldbeker. Ik hoorde al wel bij de top, maar was geen favoriet voor een medaille. De 500 meter op de Spelen waren een teleurstelling, ik werd uitgeschakeld in de kwartfinale. Maar dat heeft er uiteindelijk wel voor gezorgd dat ik wereldkampioen kon worden. Met Suzanne reed ik vaak de snelste tijd op de 500 meter, daaraan kon ik zien dat het goed zat, maar mijn start was nog minder ten opzichte van echte sprinters. Als je op de eerste positie start en iemand start naast je die sneller is, kun je klem komen te zitten. Dat gebeurde op de Spelen. De start was het enige waar ik nog aan kon denken. Op het WK liet ik dat los, dat pakte goed uit.” Michelle Velzeboer Er is op dit moment niet langer één Velzeboer waar op gelet moeten worden, maar er zijn er twee. Michelle Velzeboer, negentien jaar jong, won vorig jaar zilver en brons op de WK juniore en reed dit jaar al wereldbekerwedstrijden bij de senioren, won in december zelfs al haar eerste wereldbekermedaille: zilver op de 500 meter in Almaty in Kazachstan. “Tijdens het wereldbekerdebuut van Michelle wonnen we meteen samen goud op de relay. We hebben bij elkaar de medaille omgehangen, hartstikke leuk. Soms voelt het alsof ik haar een beetje onder mijn hoede moet nemen. Ik heb al ervaring met een olympisch traject en alle belangrijke wedstrijden die erbij horen. Maar ik denk ook dat het goed is als Michelle dingen zelf uitvogelt, dan leert ze wat goed voor haar is in plaats van dat ze hetzelfde doet als ik. Wij lijken op elkaar qua type schaatser, hebben dezelfde stijl. We zijn allebei fel, hebben dat katachtige. Michelle rijdt net als ik ook een heel goede 500 meter. Ik vrees het moment nog niet dat Michelle mij voorbijstreeft, maar word wel competitief van die gedachte. Dat was vroeger al zo. Zo had ik een hekel aan zwemles. Toen ik mijn A-diploma had gehaald, vond ik het mooi geweest. Mijn zusje vond zwemmen wel leuk en ging voor haar B-diploma. Dat kon ik niet verkroppen. Na een jaar ben ik weer begonnen met zwemles. Ik dacht: Michelle mag niet beter zwemmen dan ik. Ons B- diploma hebben we toen samen gehaald. Hoewel, ik had hem nog net iets eerder, daar was ik heel blij mee.” Lachend: “Dat concurrentiegevoel zit dus toch vrij diep. Het gaat ook vast gebeuren dat ze van me wint. Dat is dan maar zo. Ik vind het ook heel leuk om te zien dat zij zo vooruitgaat en dat we nu samen de relay rijden. Het lijkt me hartstikke mooi om straks samen in A-finales te staan. En ja, dat zal soms ook moeilijk zijn omdat we dan ook grote concurrenten zijn van elkaar.” Xandra vertelt dat ze een heel hechte band heeft met haar zus. “Ik ben iets extraverter dan Michelle, maar we hebben allebei een sterke mening. We schelen maar anderhalf jaar, wonen samen in Heerenveen en sporten samen. Michelle studeert net als ik Lifescience & Technology in Groningen, maar doet net een andere richting. Zij volgt een technischere richting dan ik, ik volg de richting biomedische wetenschappen, dat valt onder biologie. Gelukkig maar, anders lijkt het echt alsof we helemaal hetzelfde leven leiden.” Lachend: “Natuurlijk botsen we ook weleens. Op je zusje reageer je je het makkelijkst af als je moe bent na een training.” Michelle kan ook af en toe optreden als model voor Xandra. “Als ik niet hoef te schaatsen of studeren, teken ik graag. Ik maak portretten van Michelle, vriendinnen of willekeurige mensen die ik nateken van Pinterest. Mijn opa schilderde, ik denk dat ik het van hem heb.” Dennis Visser Xandra woont niet alleen in een huis met Michelle, maar ook met haar vriend Dennis Visser. “En met onze kat Henkie,” zegt Xandra. Zij en Dennis leerden elkaar drie jaar geleden kennen via het shorttracken. “We trainden samen, gingen met elkaar naar wedstrijden en zo is de vonk overgesprongen. In 2021 is hij gestopt met shorttrack vanwege een rugblessure. Het is fijn dat Dennis weet hoe de sport in elkaar steekt en wat ik meemaak. Dennis weet dat ik niet zomaar even uit eten kan of iets leuks kan gaan doen en hoe het leven als topsporter eruitziet. Ik kan heel goed met hem praten, maar omdat hij niet meer in de ploeg zit, kan hij er nu met een helikopterblik naar kijken.” Jeroen Otter Xandra werkte tot vorig jaar samen met Jeroen Otter, de architect van het succes van de shorttrackers de afgelopen jaren. Hij was sinds 2010 bondscoach en nam na afgelopen seizoen een sabbatical. “Jeroen heeft een grote rol gespeeld in het begin van mijn professionele schaatscarrière. Ik was op dat moment een jonkie en wist nog niet exact wat goed voor mij was. Nu heb ik in drie jaar tijd, met hem als coach, veel ervaring opgedaan, waardoor ik dat beter weet.” Jeroen Otter bestempelde zijn jonge pupil vorig jaar als ‘een tijger’. Xandra werd zijn laatste wereldkampioen voordat hij een pauze besloot in te lassen. “Voor de WK zei hij tegen mij dat ik wereldkampioen kon worden op de 500 meter. Wat Jeroen precies zei na mijn overwinning weet ik niet meer, maar het was natuurlijk geweldig. We vlogen elkaar in de armen. Na het seizoen vertelde Jeroen dat hij een sabbatical zou nemen. Ik vond het vooral belangrijk wie hem zou vervangen. Bij Jeroen wist ik heel goed dat ik voor een groot toernooi fit zou zijn. Hij was heel goed in de opbouw naar belangrijke wedstrijden toe, ik vertrouwde volledig op Jeroen wat dat betreft. Bij een nieuwe coach is het afwachten of hij je ook wedstrijdfit maakt.” Suzanne Schulting liet al weten dat ze de mogelijkheden wil onderzoeken om samen met Jeroen Otter een commerciële shorttrackploeg op te zetten. “Ik heb er wat over gelezen en denk dat het goed kan zijn voor de sport als er een commerciële ploeg komt. Interessant.” Niels Kerstholt De opvolger van Jeroen Otter was een oude bekende: Niels Kerstholt. Hij stopte in 2014 met shorttrack, werd in 2018 coach van de talenten. “Ik had al een jaar onder hem getraind, maar toen was ik zestien. Ik vond het vooral heel belangrijk hoe het trainingsschema eruit zou zien onder Niels.” Het was even wennen. “Niet alleen voor mij, maar voor iedereen. De hele staf was nieuw. Niet alleen Jeroen was weg. Het was goed dat we in het najaar meteen goed presteerden, dat gaf vertrouwen dat de aanpak van Niels ook aanslaat. De vraag is nog hoe we het gaan doen op de WK. Daar wil ik op mijn best zijn. Zoals ik net al zei: Jeroen wist altijd heel goed hoe je op het juiste moment op je best was. Maar ik heb een goed gevoel over de afgelopen maanden. Ik kan goed met Niels praten, vind hem toegankelijker dan Jeroen. Hij is ook jonger, dat helpt daar misschien ook bij. De aanpak is ook weer iets anders dan onder Jeroen. Niels laat ons bijvoorbeeld veel meer fietsen dan voorheen.” Jens en Melle van ’t Wout Er staan niet alleen dagelijks twee shorttrackende zussen op het ijs in Thialf, er zijn ook twee shorttrackende broers in de Nederlandse ploeg: Jens en Melle van ’t Wout. “Het is niet dat wij een broers-en-zussen-kliekje vormen, hoor, de verstandhouding met Jens en Melle is niet anders dan die met andere ploeggenoten. Maar het zou stiekem natuurlijk wel leuk zijn om een keer met z’n vieren een mixed relay te rijden, met twee keer Velzeboer en twee keer Van ’t Wout.” Jens, Melle, Michelle en Xandra zijn ook exponenten van een nieuwe generatie shorttrackers. “Er zit wel een gat tussen de jongeren en ouderen in ons team. Suzanne hangt er qua leeftijd een beetje tussenin. De ploeg is nu flink verjongd, dat vind ik leuk. We kennen elkaar al lang vanuit de jeugd.” Het is niet zo dat er nu heel andere muziek in de kleedkamer wordt gedraaid. Lachend: “Er zijn alleen minder Friezen, er wordt eindelijk gewoon Nederlands gepraat in de kleedkamer.” Jorien ter Mors “Ik zie Jorien ter Mors een beetje als de pionier van het shorttracken bij de vrouwen van de afgelopen tien jaar. Ik heb niet meer met haar geschaatst, zij had al de overstap gemaakt naar de langebaan toen ik erbij kwam,” zegt Xandra. Jorien ter Mors besloot het shorttracken te combineren met de langebaan. Met groot succes. Ze won in 2014 olympisch goud op de 1500 meter en de ploegenachtervolging. In 2018 werd ze wereldkampioen sprint en olympisch kampioen op de 1000 meter. Op die Spelen won ze ook olympisch brons als shortrackster op de relay. 'Ik heb niet de ambitie om ooit de overstap te maken naar de langebaan. Mijn langebaantrainingen zien er niet uit. Ik kan er niks van' “Ik heb niet de ambitie om ooit de overstap te maken naar de langebaan. Mijn langebaantrainingen zien er niet uit. Die doe ik ook niet voor de lol, zijn een verplicht onderdeel van ons trainingsschema. Ik kan er niks van. Drie jaar geleden stond ik pas voor het eerst op de klapschaats. Snel uit met die dingen, dacht ik. Inmiddels ben ik er iets beter in geworden, maar je ziet me nog altijd chagrijnig rondrijden op de langebaan. Ik focus me liever op het shorttracken.” Jutta Leerdam Vandaag de dag is het ook belangrijk hoe een sporter zich presenteert. Jutta Leerdam is iemand die daar heel erg mee bezig is. Zij is naast langebaanschaatser ook een merk. Ze heeft een grote schare fans die haar volgen op sociale media, bedrijven staan klaar met lucratieve sponsordeals. “Ik ken haar niet goed, maar zie natuurlijk dat Jutta het heel goed doet. Ze is niet alleen een goede schaatsster, maar ook een influencer en een bekende Nederlander. Ik ben geen BN’er, al merkte ik wel dat ik na de Spelen meer herkend werd op straat. Leuk, dat voelde als erkenning voor mijn prestaties en het betekent ook dat het shorttracken steeds populairder wordt. Jutta zet zich heel goed neer als een merk. Ik bespreek met mijn management hoe ik mezelf neer wil zetten, daar hebben we ook wel een strategie voor. Ik doe het niet zoals Jutta, hoeft ook niet. Moet doen wat bij mij past. Ik ben niet heel erg bezig met het aantal volgers dat ik heb, maar vind het wel belangrijk hoe ik overkom in interviews. Ik moet mezelf zijn, geen rol spelen, dat heeft toch geen zin. Tegelijkertijd is het wel steeds belangrijker, ook met het oog op sponsors, om jezelf aantrekkelijker te maken. Het gaat allang niet meer alleen om prestaties. Maar goed, bij mij staat presteren op één. Mijn grote doel is om op de individuele afstanden voor goud te gaan op de Spelen in 2026. En het zou heel mooi zijn om samen met mijn zusje Michelle voor olympisch goud te gaan op de relay. Verder moet het niet zo zijn dat ik me blind moet staren op likes.” Helden Magazine 65 Het verhaal van Xandra Velzeboer komt voort uit Helden Magazine 65. Er is volop aandacht voor de wintersporten én ook voor voetbal. Frank Rijkaard geeft sinds lange tijd weer eens een interview en spreekt onder meer over Cruijff, het Nederlands elftal en Lionel Messi. In deze editie lees je ook een uitgebreid interview met Lois Abbingh en Tess Lieder – voorheen Wester -. De handbalcollega’s zijn vriendinnen, schoonzussen en sinds kort ook allebei moeder. Daarnaast spraken we met Dávid Hancko en Kristyna Pliskova. De een is een grote aanwinst voor Feyenoord, de ander is toptennisster. Én een gesprek met de populairste schaatser van dit moment, Jutta Leerdam. Verder interviews met de succesvolste Nederlandse olympiër ooit: Ireen Wüst, de eerste keeper op het afgelopen WK: Andries Noppert, twee grootheden in het rolstoeltennis: Diede de Groot en Esther Vergeer én Joep Wennemars is keihard bezig om uit de schaduw van zijn vader Erben te treden. Ook heeft het voetbalvirus nog altijd Guus Hiddink in zijn greep, werden Marc van de Kuilen en Luuk Veltink vrienden door het noodlot, verteld Juul Franssen over haar strijd met de judobond, spreekt Victoria Koblenko met olympisch kampioen openwater Ferry Weertman én staat bondscoach van de Oranjevrouwen: Andries Jonker stil bij De Nachtwacht. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 65 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van jouw Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.

Shorttrack

Suzanne Schulting & Jeroen Otter: ‘Wij hebben wel wat meegemaakt’

Shorttrackkampioen Suzanne Schulting en voormalig bondscoach Jeroen Otter werkten jarenlang succesvol samen, met als hoogtepunt: twee gouden, een zilveren en een bronzen medaille op de Spelen in Beijing dit jaar. Maar ook buiten de ijsbaan maakten ze samen veel mee. We spraken hen over hun successen en verdriet, Jeroens sabbatical en hun toekomstplannen. “In interviews met atleten hoor je weleens: het zou geweldig zijn als ik op het podium beland. Typisch zo’n langebaanuitspraak,” zegt Jeroen Otter terwijl hij Suzanne Schulting aankijkt. “Jij durft wel uit te spreken: ‘Ik kom hier om te winnen.’ En dan doe je dat ook. Jij bent een veelvraat.” Jeroen: 'Wat ik graag zie, is dat Suzanne in 2030 kan zeggen: Ik ben niet alleen een postergirl voor de sport geweest, maar ik heb de sport ook ontwikkeld' Suzanne: “Wij hebben dezelfde gedachten en versterken elkaar.” Jeroen: “Wij denken allebei groot, durven in het abstracte te denken, in wat mogelijk is. Dat is voor een coach geweldig, je vindt niet gauw iemand die hetzelfde denkt. Tegelijkertijd heb jij iemand nodig die met je meegaat in jouw manier van denken. Anders word jij als atleet onbewust klein gehouden.” Ruim twaalf jaar was Jeroen bondscoach van de Nederlandse shorttrackers, waarvan hij er zeven met Suzanne samenwerkte. Na de WK shorttrack in april dit jaar besloot Jeroen een sabbatical van een jaar te nemen. Jeroen: “In het begin hield ik als coach heel erg vast aan mijn eigen kennis, daarna werden meningen en ervaringen van atleten belangrijker. Als je dan met een kanjer als Suus kan werken, dan maakt dat het plaatje compleet. Door jou ben ik een betere coach geworden. Naar jou ben ik gaan luisteren. Dat is niet omdat jij alles wint, maar omdat jij je durft uit te spreken en met goede voorstellen komt. Wij voelen elkaar perfect aan.” Suzanne, nu 25, stroomde op haar zeventiende van Jong Oranje door naar de nationale shorttrackploeg. Suzanne: “Ik had flink wat te leren. Niet alleen op het ijs, ook op mentaal vlak. Op mijn zeventiende had ik een enorm grote bek en ik wist wat ik wilde. Ik was nog te gretig waardoor het juist niet lukte en ik fouten maakte. Jij hebt me op mijn bek laten gaan. Daardoor heb ik kunnen groeien en ben ik de atleet geworden die ik nu ben. We hebben vaak genoeg een meningsverschil, het kan soms hard tegen hard gaan. Wij kunnen zeggen wat we denken, er wordt niet altijd maar ‘ja en amen’ geknikt.” Lachend: “Meestal heb jij wel gelijk.” Jeroen: “Ik ben de laatste jaren meer met jou opgetrokken dan met mijn eigen dochter. Vaak heb ik het met jou en de andere schaatsers ook niet over schaatsgerelateerde zaken. Buiten het schaatsen zijn ze net als iedere andere leeftijdsgenoot op zoek in het leven.” Suzanne knikt: “Wat er in mijn privéleven gebeurt, heeft invloed op het schaatsen. Ik heb persoonlijke dingen met jou besproken die ik op een later moment pas met mijn ouders heb gedeeld. Jij gaf altijd eerlijk je mening. Jij wist zelfs eerder dan mijn ouders dat ik een punt wilde zetten achter mijn vorige relatie.” Ook haar nieuwe vriend Sam van Royen, die ze in april op de redactie van het tv-programma Vandaag Inside ontmoette waar ze te gast was, is inmiddels ‘goedgekeurd’ door Jeroen. Jeroen: “Ik heb Sam afgelopen zomer ontmoet op de bruiloft van onze embedded scientist Bjorn de Laat. Jij hebt iemand nodig die tegen jou op kan boksen. Natuurlijk is het in een relatie soms fijn om het gevoel te hebben dat je alles voor het zeggen hebt, maar niet te lang, hoor. Deze relatie voelt gelijkwaardig.” Suzanne: “Sam komt uit een familie die goed is met taal. Hij gebruikt soms ook woorden waarvan ik denk: wat zeg jij nou? Waar haal je het vandaan en wat betekent het? Jeroen schudt ook altijd van die rare woorden uit zijn mouw. Zij hadden meteen een klik.” Randzaken Suzanne veroverde in 2018 olympisch goud op de 1000 meter in Pyeongchang. Het was het startpunt voor nog veel meer succes. Maar terwijl de wereld- en Europese titels binnenstroomden, sloeg het noodlot binnen het team toe. In januari 2019 liep Sjinkie Knegt door een ongeluk met een houtkachel ernstige brandwonden op. Sjinkie lag zeven weken lang in het ziekenhuis. En er was het tragische overlijden van Lara van Ruijven, in juli 2020 in een Frans ziekenhuis. Lara overleed aan een auto-immuunziekte toen de ploeg op trainingskamp was. Suzanne: “Jij bent sinds het overlijden van Lara meer gaan relativeren. Er zijn andere dingen in het leven belangrijker dan shorttrack. Dat heeft het hele team gemerkt.” Jeroen: “Het is vreselijk dat je dit soort dingen nodig hebt om te beseffen wat belangrijk is. Tegelijkertijd is het ook een bevestiging dat je in het leven moet doen wat je het allerleukst vindt, het kan zomaar over zijn.” Suzanne: “Het zijn drie pittige jaren geweest. Als je er middenin zit, dan heb je dat wat minder in de gaten. Ik was constant aan het toewerken naar een nieuw doel waar ik me in kon vastbijten. Wat er dan allemaal buiten de baan gebeurt, ga je bijna als randzaken zien, hoe gek dat ook klinkt.” Suzanne werd allround wereldkampioen in 2019 en prolongeerde die titel in 2021 in Dordrecht, waarbij ze goud pakte op alle afstanden. In 2020 werd het WK afgelast vanwege de coronapandemie. Ook werd ze tweemaal Europees kampioen. Als regerend olympisch kampioen reisde ze in januari dit jaar af naar Beijing als de te kloppen vrouw op alle afstanden. Suzanne: “Deze Spelen waren het tegenovergestelde van die van vier jaar geleden. In Pyeongchang was alles nieuw, ik vond alles spannend, ging er als een stuiterbal doorheen. Vier jaar geleden genoot ik er niet van, ik had te veel stress van alle prikkels die erbij kwamen kijken. Nu wist ik wat er ging komen, dat was fijn. Maar de druk was groot. Vier jaar geleden waren er atleten die beter waren dan ik. Daarna werd het mijn doel om geen eendagsvlieg te zijn. Ik wilde meerdere keren Europees en wereldkampioen worden en weer als olympisch kampioen op het podium staan. Toen de Spelen dichterbij kwamen, had ik al redelijk wat doelen gehaald. Die Europese- en wereldtitels kon ik afvinken. De Spelen in Beijing waren niet ideaal, mijn familie was er niet en vanwege de coronapandemie was er geen vol stadion. Laat ik maar genieten van wat er wel is, dacht ik. Mijn gevoel was goed. Ik had een fantastisch team om me heen, de sfeer onderling was goed en de trainingen gingen fantastisch. Van de voorbereiding heb ik genoten. In Beijing wilde ik minimaal twee keer goud en op elke afstand een medaille winnen.” Helden Magazine 64 Het eerste gedeelte van het verhaal van Suzanne Schulting en Jeroen Otter komt voort uit Helden Magazine 64. In het dubbeldikke eindejaarsnummer blikken we terug op het sportjaar 2022 én is er volop aandacht voor het WK Voetbal in Qatar. Virgil van Dijk siert samen met Irene Schouten de cover. Voor Schouten kon het jaar 2022 niet op. Ze won drie olympische titels, de wereldtitel allround en trouwde. In de WK-special lees je interviews met Denzel Dumfries, Matthijs de Ligt, Cody Gakpo en Soufiane Touzani. Daarnaast vertellen vriendinnen Candy-Rae en Laura Benschop over hun leven met WK-gangers Daley Blind en Davy Klaassen én een reconstructie van het masterplan van Van Gaal. Verder in deze editie een uitgebreid interview met een van de architecten van het succes van wielerploeg Jumbo-Visma: Merijn Zeeman, Kjeld Nuis kende een jaar vol pieken en dalen én Annemiek van Vleuten presteerde het onmogelijke. Daarnaast liet Dylan van Baarle zien dat zijn tweede plek op het WK in 2021 geen toeval was en is Luc Steins de handballende Messi van Paris Saint-Germain. Thomas Krol won op zijn eerste Spelen meteen goud en zilver. Maar het ging niet vanzelf. Giovanni van Bronckhorst kende een geweldig eerste jaar bij Rangers FC. John van ’t Schip won in 1987 de Europa Cup II met Ajax en Hennie Stamsnijder won in 1981 als eerste Nederlander de wereldtitel veldrijden. Als laatste wil Susila Cruijff het gedachtegoed van haar vader voortzetten en blikt voetbalster Vanity Lewerissa terug op een moeilijke tijd. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 64 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van jouw Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.
Shorttrackkampioen Suzanne Schulting en voormalig bondscoach Jeroen Otter werkten jarenlang succesvol samen, met als hoogtepunt: twee gouden, een zilveren en een bronzen medaille op de Spelen in Beijing dit jaar. Maar ook buiten de ijsbaan maakten ze samen veel mee. We spraken hen over hun successen en verdriet, Jeroens sabbatical en hun toekomstplannen. “In interviews met atleten hoor je weleens: het zou geweldig zijn als ik op het podium beland. Typisch zo’n langebaanuitspraak,” zegt Jeroen Otter terwijl hij Suzanne Schulting aankijkt. “Jij durft wel uit te spreken: ‘Ik kom hier om te winnen.’ En dan doe je dat ook. Jij bent een veelvraat.” Jeroen: 'Wat ik graag zie, is dat Suzanne in 2030 kan zeggen: Ik ben niet alleen een postergirl voor de sport geweest, maar ik heb de sport ook ontwikkeld' Suzanne: “Wij hebben dezelfde gedachten en versterken elkaar.” Jeroen: “Wij denken allebei groot, durven in het abstracte te denken, in wat mogelijk is. Dat is voor een coach geweldig, je vindt niet gauw iemand die hetzelfde denkt. Tegelijkertijd heb jij iemand nodig die met je meegaat in jouw manier van denken. Anders word jij als atleet onbewust klein gehouden.” Ruim twaalf jaar was Jeroen bondscoach van de Nederlandse shorttrackers, waarvan hij er zeven met Suzanne samenwerkte. Na de WK shorttrack in april dit jaar besloot Jeroen een sabbatical van een jaar te nemen. Jeroen: “In het begin hield ik als coach heel erg vast aan mijn eigen kennis, daarna werden meningen en ervaringen van atleten belangrijker. Als je dan met een kanjer als Suus kan werken, dan maakt dat het plaatje compleet. Door jou ben ik een betere coach geworden. Naar jou ben ik gaan luisteren. Dat is niet omdat jij alles wint, maar omdat jij je durft uit te spreken en met goede voorstellen komt. Wij voelen elkaar perfect aan.” Suzanne, nu 25, stroomde op haar zeventiende van Jong Oranje door naar de nationale shorttrackploeg. Suzanne: “Ik had flink wat te leren. Niet alleen op het ijs, ook op mentaal vlak. Op mijn zeventiende had ik een enorm grote bek en ik wist wat ik wilde. Ik was nog te gretig waardoor het juist niet lukte en ik fouten maakte. Jij hebt me op mijn bek laten gaan. Daardoor heb ik kunnen groeien en ben ik de atleet geworden die ik nu ben. We hebben vaak genoeg een meningsverschil, het kan soms hard tegen hard gaan. Wij kunnen zeggen wat we denken, er wordt niet altijd maar ‘ja en amen’ geknikt.” Lachend: “Meestal heb jij wel gelijk.” Jeroen: “Ik ben de laatste jaren meer met jou opgetrokken dan met mijn eigen dochter. Vaak heb ik het met jou en de andere schaatsers ook niet over schaatsgerelateerde zaken. Buiten het schaatsen zijn ze net als iedere andere leeftijdsgenoot op zoek in het leven.” Suzanne knikt: “Wat er in mijn privéleven gebeurt, heeft invloed op het schaatsen. Ik heb persoonlijke dingen met jou besproken die ik op een later moment pas met mijn ouders heb gedeeld. Jij gaf altijd eerlijk je mening. Jij wist zelfs eerder dan mijn ouders dat ik een punt wilde zetten achter mijn vorige relatie.” Ook haar nieuwe vriend Sam van Royen, die ze in april op de redactie van het tv-programma Vandaag Inside ontmoette waar ze te gast was, is inmiddels ‘goedgekeurd’ door Jeroen. Jeroen: “Ik heb Sam afgelopen zomer ontmoet op de bruiloft van onze embedded scientist Bjorn de Laat. Jij hebt iemand nodig die tegen jou op kan boksen. Natuurlijk is het in een relatie soms fijn om het gevoel te hebben dat je alles voor het zeggen hebt, maar niet te lang, hoor. Deze relatie voelt gelijkwaardig.” Suzanne: “Sam komt uit een familie die goed is met taal. Hij gebruikt soms ook woorden waarvan ik denk: wat zeg jij nou? Waar haal je het vandaan en wat betekent het? Jeroen schudt ook altijd van die rare woorden uit zijn mouw. Zij hadden meteen een klik.” Randzaken Suzanne veroverde in 2018 olympisch goud op de 1000 meter in Pyeongchang. Het was het startpunt voor nog veel meer succes. Maar terwijl de wereld- en Europese titels binnenstroomden, sloeg het noodlot binnen het team toe. In januari 2019 liep Sjinkie Knegt door een ongeluk met een houtkachel ernstige brandwonden op. Sjinkie lag zeven weken lang in het ziekenhuis. En er was het tragische overlijden van Lara van Ruijven, in juli 2020 in een Frans ziekenhuis. Lara overleed aan een auto-immuunziekte toen de ploeg op trainingskamp was. Suzanne: “Jij bent sinds het overlijden van Lara meer gaan relativeren. Er zijn andere dingen in het leven belangrijker dan shorttrack. Dat heeft het hele team gemerkt.” Jeroen: “Het is vreselijk dat je dit soort dingen nodig hebt om te beseffen wat belangrijk is. Tegelijkertijd is het ook een bevestiging dat je in het leven moet doen wat je het allerleukst vindt, het kan zomaar over zijn.” Suzanne: “Het zijn drie pittige jaren geweest. Als je er middenin zit, dan heb je dat wat minder in de gaten. Ik was constant aan het toewerken naar een nieuw doel waar ik me in kon vastbijten. Wat er dan allemaal buiten de baan gebeurt, ga je bijna als randzaken zien, hoe gek dat ook klinkt.” Suzanne werd allround wereldkampioen in 2019 en prolongeerde die titel in 2021 in Dordrecht, waarbij ze goud pakte op alle afstanden. In 2020 werd het WK afgelast vanwege de coronapandemie. Ook werd ze tweemaal Europees kampioen. Als regerend olympisch kampioen reisde ze in januari dit jaar af naar Beijing als de te kloppen vrouw op alle afstanden. Suzanne: “Deze Spelen waren het tegenovergestelde van die van vier jaar geleden. In Pyeongchang was alles nieuw, ik vond alles spannend, ging er als een stuiterbal doorheen. Vier jaar geleden genoot ik er niet van, ik had te veel stress van alle prikkels die erbij kwamen kijken. Nu wist ik wat er ging komen, dat was fijn. Maar de druk was groot. Vier jaar geleden waren er atleten die beter waren dan ik. Daarna werd het mijn doel om geen eendagsvlieg te zijn. Ik wilde meerdere keren Europees en wereldkampioen worden en weer als olympisch kampioen op het podium staan. Toen de Spelen dichterbij kwamen, had ik al redelijk wat doelen gehaald. Die Europese- en wereldtitels kon ik afvinken. De Spelen in Beijing waren niet ideaal, mijn familie was er niet en vanwege de coronapandemie was er geen vol stadion. Laat ik maar genieten van wat er wel is, dacht ik. Mijn gevoel was goed. Ik had een fantastisch team om me heen, de sfeer onderling was goed en de trainingen gingen fantastisch. Van de voorbereiding heb ik genoten. In Beijing wilde ik minimaal twee keer goud en op elke afstand een medaille winnen.” Helden Magazine 64 Het eerste gedeelte van het verhaal van Suzanne Schulting en Jeroen Otter komt voort uit Helden Magazine 64. In het dubbeldikke eindejaarsnummer blikken we terug op het sportjaar 2022 én is er volop aandacht voor het WK Voetbal in Qatar. Virgil van Dijk siert samen met Irene Schouten de cover. Voor Schouten kon het jaar 2022 niet op. Ze won drie olympische titels, de wereldtitel allround en trouwde. In de WK-special lees je interviews met Denzel Dumfries, Matthijs de Ligt, Cody Gakpo en Soufiane Touzani. Daarnaast vertellen vriendinnen Candy-Rae en Laura Benschop over hun leven met WK-gangers Daley Blind en Davy Klaassen én een reconstructie van het masterplan van Van Gaal. Verder in deze editie een uitgebreid interview met een van de architecten van het succes van wielerploeg Jumbo-Visma: Merijn Zeeman, Kjeld Nuis kende een jaar vol pieken en dalen én Annemiek van Vleuten presteerde het onmogelijke. Daarnaast liet Dylan van Baarle zien dat zijn tweede plek op het WK in 2021 geen toeval was en is Luc Steins de handballende Messi van Paris Saint-Germain. Thomas Krol won op zijn eerste Spelen meteen goud en zilver. Maar het ging niet vanzelf. Giovanni van Bronckhorst kende een geweldig eerste jaar bij Rangers FC. John van ’t Schip won in 1987 de Europa Cup II met Ajax en Hennie Stamsnijder won in 1981 als eerste Nederlander de wereldtitel veldrijden. Als laatste wil Susila Cruijff het gedachtegoed van haar vader voortzetten en blikt voetbalster Vanity Lewerissa terug op een moeilijke tijd. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 64 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van jouw Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.

Shorttrack

Jens en Melle van’t Wout: ‘Brothers in arms’

Jens en Melle van ’t Wout zijn broers en shorttrackers. Als het aan hen ligt, veroveren ze samen de wereld. Een gesprek met het dynamische duo voorafgaand aan het nieuwe seizoen over Suzanne Schulting, Sjinkie Knegt, een litteken, opgroeien in Canada en beren in de tuin. Gebroederlijk Jens, lachend: “Niet dat we onze vriendinnen delen, maar verder doen Melle en ik heel veel samen. We doen dezelfde sport, hebben dezelfde hobby’s, houden van dezelfde muziek. Melle is niet alleen mijn broer, maar ook m’n beste vriend.” Melle: “Ik ben ruim anderhalf jaar ouder, maar Jens is toch een beetje de stoerdere van ons twee. Als het gaat om dingen regelen en managen dan neem ik het voortouw, ben ik toch de grote broer. Als ik iets doe, dan doet Jens het ook. Dat is van jongs af aan het geval. Maar nu hij ouder is, doet Jens de dingen die ik doe wel op zijn eigen manier. Hij geeft er zijn eigen draai aan.” Jens knikt: “Vroeger hadden we nog weleens ruzie, maar dat hebben we tegenwoordig eigenlijk nooit meer.” Melle: “Als we vroeger samen op de trampoline speelden in de tuin, dan kwamen we daar nooit zonder ruzie vanaf. Ik heb zelfs Jens z’n neus een keer gebroken. We keken geregeld naar showworstelen, en dat probeerden we dan na te doen op de trampoline. Dat ging niet altijd goed.” Jens, hoofdschuddend: “Ik moest altijd gaan liggen en dan ging jij wat je op tv had gezien, proberen na te doen.” Melle: “Dat die band tussen ons zo hecht is, heeft ook te maken met de verhuizing van Canada naar Nederland. Daardoor hadden we elkaar heel erg nodig. We kwamen in een vreemd land, kenden de taal niet. We hadden heel veel steun aan elkaar.” Jens: “En dat hebben we, nu we allebei shorttracker zijn, nog steeds. We gaan samen naar de training.” Melle: “We zijn op het ijs ook de hele tijd met elkaar bezig. We geven elkaar technische aanwijzingen, proberen elkaar beter te maken.” Jens: “Bij wedstrijden helpen we elkaar ook. Als we uitkomen in dezelfde rit proberen we samen te werken. En als we niet in dezelfde rit uitkomen, dan overleggen we vooraf met elkaar over de tactiek. Vaak is het zo dat de een beter presteert dan de ander, maar dat staat nooit tussen ons in.” Melle: “Als ik me niet plaats voor de finale en Jens lukt dat wel, dan ben ik superblij voor hem. Als Jens doorgaat en ik niet, dan heb ik niet het gevoel dat ik heb verloren. Het wordt vervelend als we allebei verliezen.” Jens: “Op een gegeven moment was het bij mij zo erg dat ik blijer was als Melle doorging, dan wanneer ik dat deed. We gunnen het de ander nog meer.” Melle knikt: “Ja, dat heb ik ook.” Jens: “We hebben een mooi voorbeeld aan Shaolin Sándor Liu en Shaoang Liu, broers die uitkomen voor Hongarije en momenteel de twee beste shorttrackers van de wereld zijn. We hebben onlangs ook met hen getraind en hebben geregeld contact met hen.” Melle: “We gamen ook met elkaar.” Jens: “Zoals zij samen shorttracken, willen wij het in de toekomst ook heel graag.” Melle: “Wij moeten nog wel flink oefenen om zo te racen als zij. De broers Liu staan in Hongarije op eenzame hoogte, zij hebben dat samenspel er perfect in kunnen slijpen tijdens trainingen. Daardoor kunnen ze het tijdens grote toernooien ook. In Nederland zijn er veel meer goede shorttrackers. Als wij op positie één en twee schaatsen, dan zal bijvoorbeeld Sjinkie Knegt er alles aan doen om tussen ons in te komen.” Jens: “Maar wij zijn een stukje jonger dan de broers Liu. Het gaat telkens beter, maar het gebeurt ook nog geregeld dat we elkaar onderuit schaatsen.” Canada Jens: “Ik was twee toen we naar Canada emigreerden en Melle vier. We woonden in Bracebridge, een dorpje dat op twee uur rijden ten noorden van Toronto ligt.” Melle: “Onze ouders waren Nederland een beetje zat, wilden meer van de wereld zien. We hadden familie in Canada.” Jens: “We zijn midden in de bossen opgegroeid. Er liepen geregeld beren in de tuin. We moesten altijd goed opletten dat ze niet het huis in kwamen. Op school leerden we ook wat we moesten doen als we een beer of een wolf tegen zouden komen.” Melle: “Je moet jezelf heel groot maken en gaan zingen. Beren vinden het niet fijn als je gaat zingen. En regel één wat we leerden: niet gaan rennen als je oog in oog met een beer staat. En ze vertelden: ‘Als ze je aanvallen, moet je net doen alsof je dood bent.’” Jens: “En waar Nederlandse kinderen opgroeiden met voetballen, gingen wij op ijshockey. In de winter, als er veel sneeuw lag, gingen wij racen met de snowmobile of op het meer ijshockeyen.” Melle: “We hebben al met al acht jaar geijshockeyd.” Jens: “Jij uiteindelijk ook nog op een best hoog niveau.” Melle knikt: “Een paar van de jongens met wie ik speelde, hebben de NHL gehaald. Toen ik dat zag, dacht ik: wauw!” Lachend: “Die jongens verdienen iets meer dan ik...” Jens: “Een half jaar voordat we terugkeerden naar Nederland stapten we over naar het shorttracken.” Melle: “Na tien jaar besloten onze ouders weer terug te gaan naar Nederland vanwege gezondheidsproblemen in de familie. Mijn opa overleed en de broer van mijn vader werd niet lang daarna ziek. Mijn ouders zeiden ook tegen elkaar: ‘Als er iets met een van ons gebeurt, gaan we ook terug naar Nederland, want daar zitten toch onze beste vrienden en de familie.’ Ik was net op de leeftijd dat ik naar highschool zou gaan. Mijn ouders dachten daarom: als we terug willen, dan moeten we het nu doen.” Jens: “Dat vond ik in het begin wel moeilijk, mijn hele leven speelde zich daar af.” Melle: “Ik was met mijn vader al een paar keer terug geweest naar Nederland, ook voor de verjaardag van opa. Ik ben altijd wel verliefd gebleven op Nederland, was natuurlijk ouder dan Jens toen we weggingen. Neemt niet weg dat ook ik daar mijn vrienden had. Het grootste obstakel toen we terugkeerden naar Nederland was de taal.” Jens: “Ik sprak niets.” Melle: “Ik kon alleen ‘ik ben Melle’ schrijven en sprak nog een beetje Nederlands.” Jens: “Van een dorpje in Canada kwamen we ineens terecht in Almere. Dat was wel even een shock. Ik weet nog dat als we in Nederland gingen hardlopen in het bos we steeds goed om ons heen keken of we geen beren zagen. Dat zat er zo in bij ons.” Melle: “We zijn uiteindelijk met onze ouders voor onze sport verhuisd naar Sintjohannesga, een heel klein dorpje in de buurt van Heerenveen. Daar is het rustig, kun je ook makkelijk de natuur in. Dat past ons beter.” Jens: “Tot de dag van vandaag spreken we ook Engels met elkaar. Wel merk ik dat er steeds vaker een Nederlandse zin tussendoor komt. Thuis spreken we ook steeds meer Nederlands.” Melle: “Dat is ook beter. We blijven hier toch wonen. Voor onze sport is alles hier perfect geregeld. We voelen ons hier inmiddels helemaal thuis.” Sjinkie Knegt Melle, lachend: “We leren Sjinkie steeds beter kennen. Hij is knettergek! We kijken goed hoe hij dingen aanpakt tijdens een wedstrijd.” Jens: “Ja, je kunt meer leren van Sjinkie door naar hem te kijken dan met hem te praten. Als je met hem praat, weet je niet wat je overkomt.” Melle: “Superleuke gast, hoor, maar hij loopt je ook vaak te fucken. Maar als je hem serieus vraagt hoe hij over dingen denkt en hoe hij bepaalde dingen aanpakt, dan neemt Sjinkie echt de tijd om het goed te vertellen.” Jens: “Maar tegelijkertijd heeft Sjinkie op een heel andere manier leren schaatsen dan wij, hij maakt deel uit van een andere generatie. Al zijn oude trucjes werken ook wat minder, hebben we afgelopen seizoen gezien. Maar we respecteren hem natuurlijk enorm.” Melle: 'Toen Sjinkie terugkeerde na het ongeluk met de houtkachel zat ik net bij de nationale ploeg. Ik duwde hem waardoor hij viel' Melle: “Toen hij terugkeerde op het ijs na het ongeluk met de houtkachel zat ik net bij de nationale ploeg. Ik duwde hem waardoor hij viel. En in de volgende training schaatste ik Suzanne Schulting onderuit. Dat was echt een lekkere binnenkomer.” Jens: “Sjinkie kan ook hard zijn, hoor. Als je het niet goed doet, dan krijg je het meteen te horen. Dan begint hij te schreeuwen. Moet ook. Soms schreeuwen we ook terug, dat kan hij ook prima hebben.” Suzanne Schulting Jens: “Ik bewonder Suus echt. Zij doet bij de vrouwen wat niemand voor haar heeft gedaan. Sjinkie heeft dat bij de mannen natuurlijk ook gedaan, maar Suzanne heeft sinds ze uit het niets – zo voelde het tenminste voor mij – olympisch kampioen werd in 2018 echt een nieuwe standaard neergezet.” Melle: “Dat keihard trainen van haar; echt niet normaal.” Jens: “Alles wat in het trainingsschema staat, voert zij tot in de puntjes uit. En ze houdt zich ook prima staande tegenover de mannen. Sterker, sinds dit jaar kan ik Suus pas lossen met fietsen. Als je op de mixed relay wordt aangeduwd door Suus... Dat is niet normaal, hoor, dat is gewoon een mannenduw! Zo sterk is zij. Er zit bij haar zoveel kracht en passie achter. Ze heeft echt alles over voor haar sport. Ze opent mij ook de ogen. Als ik zo succesvol wil worden als Suus, moet ik ook dag in dag uit alles opzijzetten voor m’n sport.” Jens: 'Ik kan Schulting nu pas lossen met fietsen. Als je op de mixed replay wordt aangeduwd door Suus... Dat is gewoon een mannenduw! Zo sterk is zij' Melle: “Toen ik net met ‘Nederland’ op m’n rug reed, had ik wat moeite om met de spanning om te gaan. Ik heb met Suzanne gesprekken gevoerd hoe zij met die spanning omgaat. Ik heb door die gesprekken veel van haar geleerd. En net als Sjinkie kan ze ook keihard zijn. Voor zichzelf, maar als het moet ook voor anderen. Daar leer ik ook van.” Jens: “Tegen ons is ze wel altijd heel aardig. Suus praat ook altijd Engels met mij. Vind ik mooi en grappig.” Melle: “Om Suus dagelijks mee te maken, werkt zo motiverend. Wij hebben ook die grote droom om samen het shorttracken te dicteren.” Jens: “Suus heeft bewezen dat het mogelijk is om als Nederlander olympisch kampioen te worden in het shorttracken. Bij Suus gaat het ook weleens mis tijdens de training, ook zij valt soms. Dat helpt soms ook. Je hoeft niet meteen chagrijnig te zijn als het even niet gaat zoals je wil, dat betekent niet meteen dat je dromen niet uit zullen komen.” Gevaar Jens: “Onze ouders dachten dat shorttracken een wat minder gevaarlijke sport was dan ijshockey.” Melle: “We hadden al een paar hersenschuddingen gekregen met ijshockey, er gebeurden veel ongelukken.” Jens: “Maar shorttrack bleek ook niet zonder gevaar...” Melle: “Ik heb een paar gekneusde enkels meegemaakt.” Jens: “De boarding is niet altijd heel vriendelijk geweest voor Melle.” Melle: “Ik ben er een paar keer heel naar ingeklapt, ook met mijn nek. Maar ik heb gelukkig nog nooit iets gebroken. Bij mij valt de schade in tegenstelling tot Jens nog mee.” Jens knikt: “De Israëliër Vladislav Bykanov viel in 2019, met zijn been maakte hij in zijn val een beweging naar achteren. Hij raakte de rechterkant van mijn gezicht, vlak naast mijn mond. Ik had geen pijn, merkte wel meteen dat mijn hoektand eruit was, want die had ik los in m’n mond. Binnen de kortste keren zat ik helemaal onder het bloed. Het bloedde ook enorm aan de binnenkant van m’n mond, ik kon niet eens slikken. Toen dacht ik: o jee, dit is niet goed. Ik had een flinke snee in m’n wang, tot m’n mondhoek aan toe. Tot op een millimeter na had de schaats mijn wang helemaal doorgesneden. Ik bleek ook twee tanden te missen en een was afgebroken. Ook daarna had ik geen pijn, ik had alleen last van de verdovingsprikken, want die werden ook in m’n gehemelte en in de snee gezet. Uiteindelijk hebben ze de wond gedicht met vijftien hechtingen.” Melle: “Ik zag het gebeuren, liep meteen naar de EHBO-tent om te kijken wat er aan de hand was. Het was heel heftig om te zien. Onze vader was er ook meteen bij, hij was heel rustig. Ik dacht meteen: het is zijn wang, niet zijn nek. Het is heel vervelend, maar niet levensbedreigend. Ik heb Jens mijn jas gegeven en gezegd dat hij in m’n arm kon knijpen als hij pijn had. In ons zit dat we niet zo snel in paniek raken, dat hebben we van onze vader meegekregen, denk ik. Tegen onze moeder had ik wel gezegd dat ze beter even op de tribune kon blijven zitten.” Jens: “Mam was ook best rustig toen ze zag dat ik geen pijn had. Die halve kies is nooit meer gevonden trouwens, die ligt nog ergens in Thialf. Op de plek van mijn hoektand zit nu een gouden implantaat. Melle en ik luisteren heel veel rapmuziek. Veel rappers hebben gouden of diamanten tanden. Dus mijn vader zei: ‘Als je ooit een keer zoiets wil als die rappers, dan is nu het moment.’ Vond ik een goed idee. Ik kan hem er later altijd nog uithalen als ik hem zat ben. Twee dagen na het ongeluk ben ik alweer het ijs op gegaan. Als je stil gaat staan bij de gevaren, kun je beter stoppen. Ik loop rond met een litteken, ben er zo aan gewend dat ik het vaak niet eens meer zie als ik in de spiegel kijk. Vladi, de jongen die het ongeluk veroorzaakte, is een heel goede vriend van me. Hij voelde zich in het begin natuurlijk heel erg klote. Ik heb hem meteen gezegd dat hij er niets aan kon doen. Hij slipte, ging onderuit; dat hoort bij onze sport. Het had ook erger kunnen zijn, dat hij mijn nek of oog had geraakt. Ik heb er geen last van. Het enige probleem is dat ik af en toe lek als ik water drink, omdat in het rechterhoekje van mijn lip geen gevoel meer zit. De pees en zenuw zijn daar doorgesneden.” Jeroen Otter Jens: “Ik heb maar één jaar onder Jeroen getraind, kende hem nog niet supergoed. Ik weet dat Jeroen veel kennis heeft van short­tracken, maar ik ben ook altijd van nieuwe dingen proberen.” Melle: “Niels Kerstholt, de opvolger van Jeroen als bondscoach, heeft weer een nieuwe, verfrissende kijk op zaken. Jeroen vroeg zich in een interview na het bekendmaken van zijn sabbatical ook af of hij onze generatie nog een stap hoger kon brengen. Wat we net ook al zeiden over Sjinkie geldt ook voor Jeroen: zij zijn van een andere generatie. Jeroen is heel lang bondscoach geweest. Ik begrijp dat hij na de afgelopen intense jaren een sabbatical neemt. Ik heb drie jaar onder Jeroen getraind, ben heel sterk onder hem geworden, heb heel veel geleerd van hem. Maar wij zullen ook goed reageren op nieuwe impulsen en een iets andere manier van begeleiding.” Jens: “Niels brengt een vrolijke vibe in het team. Ik denk dat het voor de hele ploeg goed is dat er nieuwe prikkels zijn. Niels is een jonge gast, heeft niet zo lang geleden zelf nog op hoog niveau geschaatst. Ik denk dat hij ons ook op een heel hoog niveau kan brengen.” Melle: “Jeroen is niet ineens helemaal uit beeld. Volgens mij helpt hij Niels op de achtergrond ook met het maken van trainingsschema’s. Of hij geeft tips wat goede plekken zijn voor trainingskampen. Jeroen was er namelijk een meester in om ons te laten pieken op het juiste moment. Dat is een kunst. En af en toe stuurt Jeroen appjes aan ons om te vragen hoe het gaat. Het is zeker bij de mannen goed dat de boel een beetje wordt opgeschud. De vrouwen presteerden heel goed afgelopen jaar, maar bij de mannen was het toch een tikkeltje minder. We zijn op een iets andere manier gaan trainen met als doel om nog dichter bij de absolute top te komen. Er is nu meer de focus op techniek dan op rammen.” Jens: “We doen ook meer droogtraining. Daar heb ik ook heel veel profijt van. We hebben dus ook met de broers Liu getraind, in Hongarije doen ze ook heel veel droogtraining. De Koreanen en Chinezen doen dat ook. Dat zijn wel de toonaangevende landen op dit moment bij de mannen.” Melle: “De lichamen van Aziaten zitten wel iets anders in elkaar, maar als we de dingen pikken die ons helpen, kunnen we echt een stap zetten.” Ambities Melle: “Over vijf jaar hoop ik dat we allebei kunnen zeggen dat we olympisch kampioen zijn.” Jens: “We willen sowieso samen op de volgende Spelen staan en echt meedoen om de prijzen. Ik zeg altijd voor de grap dat ik op de afgelopen Spelen veldvulling was. Ik wil toe naar het gevoel dat de broertjes Liu hebben: dat we samen echt meedoen op alle grote toernooien.” Melle: “Binnen nu en de volgende Spelen willen we bij de wereldtop komen.” Jens: “Melle op de 500 en 1000 meter, want hij is een rassprinter. Ik ben wat meer de allrounder, moet het meer van de 1000 en 1500 meter hebben.” Melle, lachend: “Als je van ons tweeën één shorttracker maakt, dan heb je de perfecte shorttracker.” Helden Magazine 63 Het verhaal van Jens en Melle van 't Wout komt voort uit Helden Magazine 63. We duiken in de slipstream van Max Verstappen. Sportief directeur Jan Lammers bespreekt zijn mooiste momenten op het circuit en Atze Kerkhof weet hoe het is om teamgenoot van Max te zijn. In deze editie lees je een uitgebreid interview met de vrouwen in het leven van Abdelhak Nouri. Voor het eerst vertellen zijn moeder, zussen, schoonzussen en tante hun aangrijpende verhaal. Daarnaast heeft ook Kira Toussaint een bewogen tijd achter de rug. De zwemster verbrak een gepland huwelijk en vertrok naar Amerika. Ook spraken we met een van de nieuwe boegbeelden van het vrouwenvolleybal: Nika Daalderop en maakt Davy Klaassen zich op voor een nieuw seizoen bij Ajax én een WK. Marcus Pedersen en Noor Omrani delen naast hun liefde voor de bal ook een hoofdkussen. Jordan Teze speelde zich vorig jaar definitief in de kijker, Koen Bouwman won twee etappes en het bergklassement in de Giro én Ronald de Boer blikt terug op de Champions League-finale van 1995. Verder is Riemer van der Velde oud-voorzitter van sc Heerenveen. Een gesprek over onder meer de ontwikkelingen van zijn club en Abe Lenstra. Timothy Beck haalde als estafetteloper de Zomerspelen en was vlaggendrager bij de Winterspelen in 2010 én Victoria Koblenko spreekt met judoka Michael Korrel over zijn kwetsbare kant in aanloop naar het WK. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 63 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.
Jens en Melle van ’t Wout zijn broers en shorttrackers. Als het aan hen ligt, veroveren ze samen de wereld. Een gesprek met het dynamische duo voorafgaand aan het nieuwe seizoen over Suzanne Schulting, Sjinkie Knegt, een litteken, opgroeien in Canada en beren in de tuin. Gebroederlijk Jens, lachend: “Niet dat we onze vriendinnen delen, maar verder doen Melle en ik heel veel samen. We doen dezelfde sport, hebben dezelfde hobby’s, houden van dezelfde muziek. Melle is niet alleen mijn broer, maar ook m’n beste vriend.” Melle: “Ik ben ruim anderhalf jaar ouder, maar Jens is toch een beetje de stoerdere van ons twee. Als het gaat om dingen regelen en managen dan neem ik het voortouw, ben ik toch de grote broer. Als ik iets doe, dan doet Jens het ook. Dat is van jongs af aan het geval. Maar nu hij ouder is, doet Jens de dingen die ik doe wel op zijn eigen manier. Hij geeft er zijn eigen draai aan.” Jens knikt: “Vroeger hadden we nog weleens ruzie, maar dat hebben we tegenwoordig eigenlijk nooit meer.” Melle: “Als we vroeger samen op de trampoline speelden in de tuin, dan kwamen we daar nooit zonder ruzie vanaf. Ik heb zelfs Jens z’n neus een keer gebroken. We keken geregeld naar showworstelen, en dat probeerden we dan na te doen op de trampoline. Dat ging niet altijd goed.” Jens, hoofdschuddend: “Ik moest altijd gaan liggen en dan ging jij wat je op tv had gezien, proberen na te doen.” Melle: “Dat die band tussen ons zo hecht is, heeft ook te maken met de verhuizing van Canada naar Nederland. Daardoor hadden we elkaar heel erg nodig. We kwamen in een vreemd land, kenden de taal niet. We hadden heel veel steun aan elkaar.” Jens: “En dat hebben we, nu we allebei shorttracker zijn, nog steeds. We gaan samen naar de training.” Melle: “We zijn op het ijs ook de hele tijd met elkaar bezig. We geven elkaar technische aanwijzingen, proberen elkaar beter te maken.” Jens: “Bij wedstrijden helpen we elkaar ook. Als we uitkomen in dezelfde rit proberen we samen te werken. En als we niet in dezelfde rit uitkomen, dan overleggen we vooraf met elkaar over de tactiek. Vaak is het zo dat de een beter presteert dan de ander, maar dat staat nooit tussen ons in.” Melle: “Als ik me niet plaats voor de finale en Jens lukt dat wel, dan ben ik superblij voor hem. Als Jens doorgaat en ik niet, dan heb ik niet het gevoel dat ik heb verloren. Het wordt vervelend als we allebei verliezen.” Jens: “Op een gegeven moment was het bij mij zo erg dat ik blijer was als Melle doorging, dan wanneer ik dat deed. We gunnen het de ander nog meer.” Melle knikt: “Ja, dat heb ik ook.” Jens: “We hebben een mooi voorbeeld aan Shaolin Sándor Liu en Shaoang Liu, broers die uitkomen voor Hongarije en momenteel de twee beste shorttrackers van de wereld zijn. We hebben onlangs ook met hen getraind en hebben geregeld contact met hen.” Melle: “We gamen ook met elkaar.” Jens: “Zoals zij samen shorttracken, willen wij het in de toekomst ook heel graag.” Melle: “Wij moeten nog wel flink oefenen om zo te racen als zij. De broers Liu staan in Hongarije op eenzame hoogte, zij hebben dat samenspel er perfect in kunnen slijpen tijdens trainingen. Daardoor kunnen ze het tijdens grote toernooien ook. In Nederland zijn er veel meer goede shorttrackers. Als wij op positie één en twee schaatsen, dan zal bijvoorbeeld Sjinkie Knegt er alles aan doen om tussen ons in te komen.” Jens: “Maar wij zijn een stukje jonger dan de broers Liu. Het gaat telkens beter, maar het gebeurt ook nog geregeld dat we elkaar onderuit schaatsen.” Canada Jens: “Ik was twee toen we naar Canada emigreerden en Melle vier. We woonden in Bracebridge, een dorpje dat op twee uur rijden ten noorden van Toronto ligt.” Melle: “Onze ouders waren Nederland een beetje zat, wilden meer van de wereld zien. We hadden familie in Canada.” Jens: “We zijn midden in de bossen opgegroeid. Er liepen geregeld beren in de tuin. We moesten altijd goed opletten dat ze niet het huis in kwamen. Op school leerden we ook wat we moesten doen als we een beer of een wolf tegen zouden komen.” Melle: “Je moet jezelf heel groot maken en gaan zingen. Beren vinden het niet fijn als je gaat zingen. En regel één wat we leerden: niet gaan rennen als je oog in oog met een beer staat. En ze vertelden: ‘Als ze je aanvallen, moet je net doen alsof je dood bent.’” Jens: “En waar Nederlandse kinderen opgroeiden met voetballen, gingen wij op ijshockey. In de winter, als er veel sneeuw lag, gingen wij racen met de snowmobile of op het meer ijshockeyen.” Melle: “We hebben al met al acht jaar geijshockeyd.” Jens: “Jij uiteindelijk ook nog op een best hoog niveau.” Melle knikt: “Een paar van de jongens met wie ik speelde, hebben de NHL gehaald. Toen ik dat zag, dacht ik: wauw!” Lachend: “Die jongens verdienen iets meer dan ik...” Jens: “Een half jaar voordat we terugkeerden naar Nederland stapten we over naar het shorttracken.” Melle: “Na tien jaar besloten onze ouders weer terug te gaan naar Nederland vanwege gezondheidsproblemen in de familie. Mijn opa overleed en de broer van mijn vader werd niet lang daarna ziek. Mijn ouders zeiden ook tegen elkaar: ‘Als er iets met een van ons gebeurt, gaan we ook terug naar Nederland, want daar zitten toch onze beste vrienden en de familie.’ Ik was net op de leeftijd dat ik naar highschool zou gaan. Mijn ouders dachten daarom: als we terug willen, dan moeten we het nu doen.” Jens: “Dat vond ik in het begin wel moeilijk, mijn hele leven speelde zich daar af.” Melle: “Ik was met mijn vader al een paar keer terug geweest naar Nederland, ook voor de verjaardag van opa. Ik ben altijd wel verliefd gebleven op Nederland, was natuurlijk ouder dan Jens toen we weggingen. Neemt niet weg dat ook ik daar mijn vrienden had. Het grootste obstakel toen we terugkeerden naar Nederland was de taal.” Jens: “Ik sprak niets.” Melle: “Ik kon alleen ‘ik ben Melle’ schrijven en sprak nog een beetje Nederlands.” Jens: “Van een dorpje in Canada kwamen we ineens terecht in Almere. Dat was wel even een shock. Ik weet nog dat als we in Nederland gingen hardlopen in het bos we steeds goed om ons heen keken of we geen beren zagen. Dat zat er zo in bij ons.” Melle: “We zijn uiteindelijk met onze ouders voor onze sport verhuisd naar Sintjohannesga, een heel klein dorpje in de buurt van Heerenveen. Daar is het rustig, kun je ook makkelijk de natuur in. Dat past ons beter.” Jens: “Tot de dag van vandaag spreken we ook Engels met elkaar. Wel merk ik dat er steeds vaker een Nederlandse zin tussendoor komt. Thuis spreken we ook steeds meer Nederlands.” Melle: “Dat is ook beter. We blijven hier toch wonen. Voor onze sport is alles hier perfect geregeld. We voelen ons hier inmiddels helemaal thuis.” Sjinkie Knegt Melle, lachend: “We leren Sjinkie steeds beter kennen. Hij is knettergek! We kijken goed hoe hij dingen aanpakt tijdens een wedstrijd.” Jens: “Ja, je kunt meer leren van Sjinkie door naar hem te kijken dan met hem te praten. Als je met hem praat, weet je niet wat je overkomt.” Melle: “Superleuke gast, hoor, maar hij loopt je ook vaak te fucken. Maar als je hem serieus vraagt hoe hij over dingen denkt en hoe hij bepaalde dingen aanpakt, dan neemt Sjinkie echt de tijd om het goed te vertellen.” Jens: “Maar tegelijkertijd heeft Sjinkie op een heel andere manier leren schaatsen dan wij, hij maakt deel uit van een andere generatie. Al zijn oude trucjes werken ook wat minder, hebben we afgelopen seizoen gezien. Maar we respecteren hem natuurlijk enorm.” Melle: 'Toen Sjinkie terugkeerde na het ongeluk met de houtkachel zat ik net bij de nationale ploeg. Ik duwde hem waardoor hij viel' Melle: “Toen hij terugkeerde op het ijs na het ongeluk met de houtkachel zat ik net bij de nationale ploeg. Ik duwde hem waardoor hij viel. En in de volgende training schaatste ik Suzanne Schulting onderuit. Dat was echt een lekkere binnenkomer.” Jens: “Sjinkie kan ook hard zijn, hoor. Als je het niet goed doet, dan krijg je het meteen te horen. Dan begint hij te schreeuwen. Moet ook. Soms schreeuwen we ook terug, dat kan hij ook prima hebben.” Suzanne Schulting Jens: “Ik bewonder Suus echt. Zij doet bij de vrouwen wat niemand voor haar heeft gedaan. Sjinkie heeft dat bij de mannen natuurlijk ook gedaan, maar Suzanne heeft sinds ze uit het niets – zo voelde het tenminste voor mij – olympisch kampioen werd in 2018 echt een nieuwe standaard neergezet.” Melle: “Dat keihard trainen van haar; echt niet normaal.” Jens: “Alles wat in het trainingsschema staat, voert zij tot in de puntjes uit. En ze houdt zich ook prima staande tegenover de mannen. Sterker, sinds dit jaar kan ik Suus pas lossen met fietsen. Als je op de mixed relay wordt aangeduwd door Suus... Dat is niet normaal, hoor, dat is gewoon een mannenduw! Zo sterk is zij. Er zit bij haar zoveel kracht en passie achter. Ze heeft echt alles over voor haar sport. Ze opent mij ook de ogen. Als ik zo succesvol wil worden als Suus, moet ik ook dag in dag uit alles opzijzetten voor m’n sport.” Jens: 'Ik kan Schulting nu pas lossen met fietsen. Als je op de mixed replay wordt aangeduwd door Suus... Dat is gewoon een mannenduw! Zo sterk is zij' Melle: “Toen ik net met ‘Nederland’ op m’n rug reed, had ik wat moeite om met de spanning om te gaan. Ik heb met Suzanne gesprekken gevoerd hoe zij met die spanning omgaat. Ik heb door die gesprekken veel van haar geleerd. En net als Sjinkie kan ze ook keihard zijn. Voor zichzelf, maar als het moet ook voor anderen. Daar leer ik ook van.” Jens: “Tegen ons is ze wel altijd heel aardig. Suus praat ook altijd Engels met mij. Vind ik mooi en grappig.” Melle: “Om Suus dagelijks mee te maken, werkt zo motiverend. Wij hebben ook die grote droom om samen het shorttracken te dicteren.” Jens: “Suus heeft bewezen dat het mogelijk is om als Nederlander olympisch kampioen te worden in het shorttracken. Bij Suus gaat het ook weleens mis tijdens de training, ook zij valt soms. Dat helpt soms ook. Je hoeft niet meteen chagrijnig te zijn als het even niet gaat zoals je wil, dat betekent niet meteen dat je dromen niet uit zullen komen.” Gevaar Jens: “Onze ouders dachten dat shorttracken een wat minder gevaarlijke sport was dan ijshockey.” Melle: “We hadden al een paar hersenschuddingen gekregen met ijshockey, er gebeurden veel ongelukken.” Jens: “Maar shorttrack bleek ook niet zonder gevaar...” Melle: “Ik heb een paar gekneusde enkels meegemaakt.” Jens: “De boarding is niet altijd heel vriendelijk geweest voor Melle.” Melle: “Ik ben er een paar keer heel naar ingeklapt, ook met mijn nek. Maar ik heb gelukkig nog nooit iets gebroken. Bij mij valt de schade in tegenstelling tot Jens nog mee.” Jens knikt: “De Israëliër Vladislav Bykanov viel in 2019, met zijn been maakte hij in zijn val een beweging naar achteren. Hij raakte de rechterkant van mijn gezicht, vlak naast mijn mond. Ik had geen pijn, merkte wel meteen dat mijn hoektand eruit was, want die had ik los in m’n mond. Binnen de kortste keren zat ik helemaal onder het bloed. Het bloedde ook enorm aan de binnenkant van m’n mond, ik kon niet eens slikken. Toen dacht ik: o jee, dit is niet goed. Ik had een flinke snee in m’n wang, tot m’n mondhoek aan toe. Tot op een millimeter na had de schaats mijn wang helemaal doorgesneden. Ik bleek ook twee tanden te missen en een was afgebroken. Ook daarna had ik geen pijn, ik had alleen last van de verdovingsprikken, want die werden ook in m’n gehemelte en in de snee gezet. Uiteindelijk hebben ze de wond gedicht met vijftien hechtingen.” Melle: “Ik zag het gebeuren, liep meteen naar de EHBO-tent om te kijken wat er aan de hand was. Het was heel heftig om te zien. Onze vader was er ook meteen bij, hij was heel rustig. Ik dacht meteen: het is zijn wang, niet zijn nek. Het is heel vervelend, maar niet levensbedreigend. Ik heb Jens mijn jas gegeven en gezegd dat hij in m’n arm kon knijpen als hij pijn had. In ons zit dat we niet zo snel in paniek raken, dat hebben we van onze vader meegekregen, denk ik. Tegen onze moeder had ik wel gezegd dat ze beter even op de tribune kon blijven zitten.” Jens: “Mam was ook best rustig toen ze zag dat ik geen pijn had. Die halve kies is nooit meer gevonden trouwens, die ligt nog ergens in Thialf. Op de plek van mijn hoektand zit nu een gouden implantaat. Melle en ik luisteren heel veel rapmuziek. Veel rappers hebben gouden of diamanten tanden. Dus mijn vader zei: ‘Als je ooit een keer zoiets wil als die rappers, dan is nu het moment.’ Vond ik een goed idee. Ik kan hem er later altijd nog uithalen als ik hem zat ben. Twee dagen na het ongeluk ben ik alweer het ijs op gegaan. Als je stil gaat staan bij de gevaren, kun je beter stoppen. Ik loop rond met een litteken, ben er zo aan gewend dat ik het vaak niet eens meer zie als ik in de spiegel kijk. Vladi, de jongen die het ongeluk veroorzaakte, is een heel goede vriend van me. Hij voelde zich in het begin natuurlijk heel erg klote. Ik heb hem meteen gezegd dat hij er niets aan kon doen. Hij slipte, ging onderuit; dat hoort bij onze sport. Het had ook erger kunnen zijn, dat hij mijn nek of oog had geraakt. Ik heb er geen last van. Het enige probleem is dat ik af en toe lek als ik water drink, omdat in het rechterhoekje van mijn lip geen gevoel meer zit. De pees en zenuw zijn daar doorgesneden.” Jeroen Otter Jens: “Ik heb maar één jaar onder Jeroen getraind, kende hem nog niet supergoed. Ik weet dat Jeroen veel kennis heeft van short­tracken, maar ik ben ook altijd van nieuwe dingen proberen.” Melle: “Niels Kerstholt, de opvolger van Jeroen als bondscoach, heeft weer een nieuwe, verfrissende kijk op zaken. Jeroen vroeg zich in een interview na het bekendmaken van zijn sabbatical ook af of hij onze generatie nog een stap hoger kon brengen. Wat we net ook al zeiden over Sjinkie geldt ook voor Jeroen: zij zijn van een andere generatie. Jeroen is heel lang bondscoach geweest. Ik begrijp dat hij na de afgelopen intense jaren een sabbatical neemt. Ik heb drie jaar onder Jeroen getraind, ben heel sterk onder hem geworden, heb heel veel geleerd van hem. Maar wij zullen ook goed reageren op nieuwe impulsen en een iets andere manier van begeleiding.” Jens: “Niels brengt een vrolijke vibe in het team. Ik denk dat het voor de hele ploeg goed is dat er nieuwe prikkels zijn. Niels is een jonge gast, heeft niet zo lang geleden zelf nog op hoog niveau geschaatst. Ik denk dat hij ons ook op een heel hoog niveau kan brengen.” Melle: “Jeroen is niet ineens helemaal uit beeld. Volgens mij helpt hij Niels op de achtergrond ook met het maken van trainingsschema’s. Of hij geeft tips wat goede plekken zijn voor trainingskampen. Jeroen was er namelijk een meester in om ons te laten pieken op het juiste moment. Dat is een kunst. En af en toe stuurt Jeroen appjes aan ons om te vragen hoe het gaat. Het is zeker bij de mannen goed dat de boel een beetje wordt opgeschud. De vrouwen presteerden heel goed afgelopen jaar, maar bij de mannen was het toch een tikkeltje minder. We zijn op een iets andere manier gaan trainen met als doel om nog dichter bij de absolute top te komen. Er is nu meer de focus op techniek dan op rammen.” Jens: “We doen ook meer droogtraining. Daar heb ik ook heel veel profijt van. We hebben dus ook met de broers Liu getraind, in Hongarije doen ze ook heel veel droogtraining. De Koreanen en Chinezen doen dat ook. Dat zijn wel de toonaangevende landen op dit moment bij de mannen.” Melle: “De lichamen van Aziaten zitten wel iets anders in elkaar, maar als we de dingen pikken die ons helpen, kunnen we echt een stap zetten.” Ambities Melle: “Over vijf jaar hoop ik dat we allebei kunnen zeggen dat we olympisch kampioen zijn.” Jens: “We willen sowieso samen op de volgende Spelen staan en echt meedoen om de prijzen. Ik zeg altijd voor de grap dat ik op de afgelopen Spelen veldvulling was. Ik wil toe naar het gevoel dat de broertjes Liu hebben: dat we samen echt meedoen op alle grote toernooien.” Melle: “Binnen nu en de volgende Spelen willen we bij de wereldtop komen.” Jens: “Melle op de 500 en 1000 meter, want hij is een rassprinter. Ik ben wat meer de allrounder, moet het meer van de 1000 en 1500 meter hebben.” Melle, lachend: “Als je van ons tweeën één shorttracker maakt, dan heb je de perfecte shorttracker.” Helden Magazine 63 Het verhaal van Jens en Melle van 't Wout komt voort uit Helden Magazine 63. We duiken in de slipstream van Max Verstappen. Sportief directeur Jan Lammers bespreekt zijn mooiste momenten op het circuit en Atze Kerkhof weet hoe het is om teamgenoot van Max te zijn. In deze editie lees je een uitgebreid interview met de vrouwen in het leven van Abdelhak Nouri. Voor het eerst vertellen zijn moeder, zussen, schoonzussen en tante hun aangrijpende verhaal. Daarnaast heeft ook Kira Toussaint een bewogen tijd achter de rug. De zwemster verbrak een gepland huwelijk en vertrok naar Amerika. Ook spraken we met een van de nieuwe boegbeelden van het vrouwenvolleybal: Nika Daalderop en maakt Davy Klaassen zich op voor een nieuw seizoen bij Ajax én een WK. Marcus Pedersen en Noor Omrani delen naast hun liefde voor de bal ook een hoofdkussen. Jordan Teze speelde zich vorig jaar definitief in de kijker, Koen Bouwman won twee etappes en het bergklassement in de Giro én Ronald de Boer blikt terug op de Champions League-finale van 1995. Verder is Riemer van der Velde oud-voorzitter van sc Heerenveen. Een gesprek over onder meer de ontwikkelingen van zijn club en Abe Lenstra. Timothy Beck haalde als estafetteloper de Zomerspelen en was vlaggendrager bij de Winterspelen in 2010 én Victoria Koblenko spreekt met judoka Michael Korrel over zijn kwetsbare kant in aanloop naar het WK. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 63 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.

Atletiek

Timothy Beck: Van vaandeldrager tot voetbalvader

Bij de Winterspelen in 2010 droeg Timothy Beck (45) de vlag bij de openingsceremonie. Ondanks een chaotische jeugd haalde hij als estafetteloper de Zomerspelen en als bobsleeër tot tweemaal toe de Winterspelen. Acht jaar na zijn afscheid van de topsport begeleidt Timothy zijn zoontje Logan, die voetbalt in de jeugd bij Ajax. Op een steenworp afstand van de Openbare Scholengemeenschap Echnaton in Almere, waar Timothy Beck economie en bedrijfseconomie doceert aan havo 4- en havo 5-scholieren, ligt een Cruyff Court op het Clarence Seedorfplein. Voor het oog van onze fotograaf jongleert de twaalfjarige Logan met een bal. Hooghouden, flitsende voetbewegingen; hij doet het bijna met zijn ogen dicht. Een paar oudere jongeren kijken van een afstandje toe, met heimelijk ontzag. “Nu is wel heel pijnlijk duidelijk geworden dat hij het balgevoel niet van mij heeft,” zegt Timothy. Er is zojuist weer een bal van zijn voet gesprongen. Hersenspinsels Een paar uur eerder heeft het interview met Timothy plaatsgevonden, in een kleine docentenruimte in het Echnaton. Om vrijuit te kunnen praten over zijn oude leven als topsporter. En over zijn nieuwe leven, dat van een voetbalvader die de hele week wedstrijdspanning voelt wanneer zijn zoontje op zaterdag een belangrijke wedstrijd op het programma heeft staan. “Het beweeglijke, de fijne motoriek, heeft Logan van mijn vriendin Penelope,” zegt Timothy, “ik was een echte sprinter, een krachtige sporter die snel van A naar B kon rennen. Wat Logan wel van mij heeft, is de mindset. De passie om echt ergens voor te willen gaan. Ik zag het al toen hij vijf was en hem vroeg de bal vier keer hoog te houden. Hij bleef doorgaan, huilend zelfs, totdat het hem lukte. Dat obsessieve herken ik van mezelf. Soms ziet het er raar uit. Dan wil Logan een trucje onder controle krijgen en als het niet lukt, gaat hij tegenwoordig niet meer huilen, maar wordt hij boos. Als er mensen langs komen lopen, zie ik ze gewoon denken: daar staat weer zo’n vader die zijn zoontje aan het pushen is. Terwijl Logan degene is die niet naar huis wil.” Timothy is iemand met een filosofische inslag, meegekregen van zijn inmiddels overleden vader. In coronatijd wandelde hij vaak door het Nelson Mandelapark, vlakbij sportpark De Toekomst waar Logan met zijn teamgenoten van Ajax aan het trainen was. Ouders mochten er niet bij zijn. Sommigen keken vanachter de hekken toe, verscholen tussen de bomen. Timothy ging meestal lopen. Tijdens die wandelingen liet hij zijn gedachten de vrije loop en zette hij af en toe zijn hersenspinsels op papier. ‘Who you are now or what you can do now, will never be the same as who you are or what you can do in a year from now. In those 52 weeks, 365 days, 8765 hours or more then 31 million seconds you can become the mastermind of that magic change.’ “Ik probeer op Logan en onze dochter Olivia het growth mindset-principe over te brengen. Ik geloof dat je persoonlijkheid, intelligentie en kwaliteiten verder ontwikkelt door te leren en ervaringen op te doen. Je eigen kwetsbaarheid is je kracht, de kans om beter te worden. Logan is onverzadigbaar. Hij heeft extreem veel energie. Wat dat betreft is het maar goed dat hij sport als uitlaatklep heeft. Vroeger viel hij moeilijk in slaap. Hij bleef maar van zijn kamer naar beneden komen. Gek werden we ervan. Daar hebben we gelukkig geen last meer van. Ik train Logan vaak zelf op zondagochtend of hij haakt soms in de middag aan bij de voetbalacademie van Colin Brouwer, hier in Almere. Mensen vragen me soms: ‘Wordt het niet te veel voor Logan, want hij gaat ook al vijf keer in de week naar Ajax.’ Maar van moeten is geen sprake. Hij wil beter worden, leren, zichzelf ontwikkelen. En hij is graag buiten. Ik ga vaak met hem mee. Ik heb hem weleens gezegd: als je me vraagt mee te gaan voetballen, zal ik nooit ‘nee’ zeggen. Dat heb ik me ooit voorgenomen, al is het drie uur ’s nachts. Ik wil er altijd zijn voor mijn kinderen. Mijn dochter Olivia heeft minder met sport, maar met haar probeer ik uiteraard ook leuke dingen te doen. Zij gaat liever naar de bibliotheek met mij. Of naar de bioscoop. Ze heeft laatst een gedicht geschreven waarmee ze op school een prijs kan winnen, daar ben ik hartstikke trots op. Ik probeer de tijd tussen de kinderen gewoon zo goed mogelijk te verdelen. En Logan speelt ook gewoon veel buiten met zijn vriendjes. Dan ben ik thuis met Olivia.” Verslaafd Timothy is een andere vader voor zijn kinderen dan dat zijn vader voor hem en zijn broers John en Germain was. “Mijn vader steunde mij en mijn broers ook, maar hij deed dat op zijn manier. Hij was goed in het geven van eigen verantwoordelijkheid aan ons. Dat probeer ik op voetbalgebied ook met Logan. Het is zijn leven, zijn kans. Ik laat hem de keuzes maken, maar ik help wel de mogelijkheden te creëren. Als ik dat vergelijk met mijn vader, dan was hij daar veel extremer in. Hij liet ons totaal vrij. Ik herinner me dat hij mij eens vroeg waar John, mijn oudere broer, eigenlijk uithing. 'Ik heb geen doorsnee jeugd gehad. Mijn vader vocht thuis tegen zijn verslavingen en mijn moeder ging op een gegeven moment in haar eentje terug naar Amerika' Toen moest ik antwoorden dat hij al een week op vakantie was. Of als ik bij een vriendje van school bleef eten, vroegen die ouders weleens: ‘Moet je niet even naar huis bellen om te zeggen dat je hier blijft eten?’ Ja, hoe dan? We hadden niet eens telefoon. We deden gewoon wat we wilden.” Helden Magazine 63 Het eerste gedeelte van het verhaal van Timothy Beck komt voort uit Helden Magazine 63. We duiken in de slipstream van Max Verstappen. Sportief directeur Jan Lammers bespreekt zijn mooiste momenten op het circuit en Atze Kerkhof weet hoe het is om teamgenoot van Max te zijn. In deze editie lees je een uitgebreid interview met de vrouwen in het leven van Abdelhak Nouri. Voor het eerst vertellen zijn moeder, zussen, schoonzussen en tante hun aangrijpende verhaal. Daarnaast heeft ook Kira Toussaint een bewogen tijd achter de rug. De zwemster verbrak een gepland huwelijk en vertrok naar Amerika. Ook spraken we met een van de nieuwe boegbeelden van het vrouwenvolleybal: Nika Daalderop en maakt Davy Klaassen zich op voor een nieuw seizoen bij Ajax én een WK. Marcus Pedersen en Noor Omrani delen naast hun liefde voor de bal ook een hoofdkussen. Zijn broers Jens en Melle van ’t Wout klaar om de shorttrack wereld te veroveren. Jordan Teze speelde zich vorig jaar definitief in de kijker, Koen Bouwman won twee etappes en het bergklassement in de Giro én Ronald de Boer blikt terug op de Champions League-finale van 1995. Verder is Riemer van der Velde oud-voorzitter van sc Heerenveen. Een gesprek over onder meer de ontwikkelingen van zijn club en Abe Lenstra én Victoria Koblenko spreekt met judoka Michael Korrel over zijn kwetsbare kant in aanloop naar het WK. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 63 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.
Bij de Winterspelen in 2010 droeg Timothy Beck (45) de vlag bij de openingsceremonie. Ondanks een chaotische jeugd haalde hij als estafetteloper de Zomerspelen en als bobsleeër tot tweemaal toe de Winterspelen. Acht jaar na zijn afscheid van de topsport begeleidt Timothy zijn zoontje Logan, die voetbalt in de jeugd bij Ajax. Op een steenworp afstand van de Openbare Scholengemeenschap Echnaton in Almere, waar Timothy Beck economie en bedrijfseconomie doceert aan havo 4- en havo 5-scholieren, ligt een Cruyff Court op het Clarence Seedorfplein. Voor het oog van onze fotograaf jongleert de twaalfjarige Logan met een bal. Hooghouden, flitsende voetbewegingen; hij doet het bijna met zijn ogen dicht. Een paar oudere jongeren kijken van een afstandje toe, met heimelijk ontzag. “Nu is wel heel pijnlijk duidelijk geworden dat hij het balgevoel niet van mij heeft,” zegt Timothy. Er is zojuist weer een bal van zijn voet gesprongen. Hersenspinsels Een paar uur eerder heeft het interview met Timothy plaatsgevonden, in een kleine docentenruimte in het Echnaton. Om vrijuit te kunnen praten over zijn oude leven als topsporter. En over zijn nieuwe leven, dat van een voetbalvader die de hele week wedstrijdspanning voelt wanneer zijn zoontje op zaterdag een belangrijke wedstrijd op het programma heeft staan. “Het beweeglijke, de fijne motoriek, heeft Logan van mijn vriendin Penelope,” zegt Timothy, “ik was een echte sprinter, een krachtige sporter die snel van A naar B kon rennen. Wat Logan wel van mij heeft, is de mindset. De passie om echt ergens voor te willen gaan. Ik zag het al toen hij vijf was en hem vroeg de bal vier keer hoog te houden. Hij bleef doorgaan, huilend zelfs, totdat het hem lukte. Dat obsessieve herken ik van mezelf. Soms ziet het er raar uit. Dan wil Logan een trucje onder controle krijgen en als het niet lukt, gaat hij tegenwoordig niet meer huilen, maar wordt hij boos. Als er mensen langs komen lopen, zie ik ze gewoon denken: daar staat weer zo’n vader die zijn zoontje aan het pushen is. Terwijl Logan degene is die niet naar huis wil.” Timothy is iemand met een filosofische inslag, meegekregen van zijn inmiddels overleden vader. In coronatijd wandelde hij vaak door het Nelson Mandelapark, vlakbij sportpark De Toekomst waar Logan met zijn teamgenoten van Ajax aan het trainen was. Ouders mochten er niet bij zijn. Sommigen keken vanachter de hekken toe, verscholen tussen de bomen. Timothy ging meestal lopen. Tijdens die wandelingen liet hij zijn gedachten de vrije loop en zette hij af en toe zijn hersenspinsels op papier. ‘Who you are now or what you can do now, will never be the same as who you are or what you can do in a year from now. In those 52 weeks, 365 days, 8765 hours or more then 31 million seconds you can become the mastermind of that magic change.’ “Ik probeer op Logan en onze dochter Olivia het growth mindset-principe over te brengen. Ik geloof dat je persoonlijkheid, intelligentie en kwaliteiten verder ontwikkelt door te leren en ervaringen op te doen. Je eigen kwetsbaarheid is je kracht, de kans om beter te worden. Logan is onverzadigbaar. Hij heeft extreem veel energie. Wat dat betreft is het maar goed dat hij sport als uitlaatklep heeft. Vroeger viel hij moeilijk in slaap. Hij bleef maar van zijn kamer naar beneden komen. Gek werden we ervan. Daar hebben we gelukkig geen last meer van. Ik train Logan vaak zelf op zondagochtend of hij haakt soms in de middag aan bij de voetbalacademie van Colin Brouwer, hier in Almere. Mensen vragen me soms: ‘Wordt het niet te veel voor Logan, want hij gaat ook al vijf keer in de week naar Ajax.’ Maar van moeten is geen sprake. Hij wil beter worden, leren, zichzelf ontwikkelen. En hij is graag buiten. Ik ga vaak met hem mee. Ik heb hem weleens gezegd: als je me vraagt mee te gaan voetballen, zal ik nooit ‘nee’ zeggen. Dat heb ik me ooit voorgenomen, al is het drie uur ’s nachts. Ik wil er altijd zijn voor mijn kinderen. Mijn dochter Olivia heeft minder met sport, maar met haar probeer ik uiteraard ook leuke dingen te doen. Zij gaat liever naar de bibliotheek met mij. Of naar de bioscoop. Ze heeft laatst een gedicht geschreven waarmee ze op school een prijs kan winnen, daar ben ik hartstikke trots op. Ik probeer de tijd tussen de kinderen gewoon zo goed mogelijk te verdelen. En Logan speelt ook gewoon veel buiten met zijn vriendjes. Dan ben ik thuis met Olivia.” Verslaafd Timothy is een andere vader voor zijn kinderen dan dat zijn vader voor hem en zijn broers John en Germain was. “Mijn vader steunde mij en mijn broers ook, maar hij deed dat op zijn manier. Hij was goed in het geven van eigen verantwoordelijkheid aan ons. Dat probeer ik op voetbalgebied ook met Logan. Het is zijn leven, zijn kans. Ik laat hem de keuzes maken, maar ik help wel de mogelijkheden te creëren. Als ik dat vergelijk met mijn vader, dan was hij daar veel extremer in. Hij liet ons totaal vrij. Ik herinner me dat hij mij eens vroeg waar John, mijn oudere broer, eigenlijk uithing. 'Ik heb geen doorsnee jeugd gehad. Mijn vader vocht thuis tegen zijn verslavingen en mijn moeder ging op een gegeven moment in haar eentje terug naar Amerika' Toen moest ik antwoorden dat hij al een week op vakantie was. Of als ik bij een vriendje van school bleef eten, vroegen die ouders weleens: ‘Moet je niet even naar huis bellen om te zeggen dat je hier blijft eten?’ Ja, hoe dan? We hadden niet eens telefoon. We deden gewoon wat we wilden.” Helden Magazine 63 Het eerste gedeelte van het verhaal van Timothy Beck komt voort uit Helden Magazine 63. We duiken in de slipstream van Max Verstappen. Sportief directeur Jan Lammers bespreekt zijn mooiste momenten op het circuit en Atze Kerkhof weet hoe het is om teamgenoot van Max te zijn. In deze editie lees je een uitgebreid interview met de vrouwen in het leven van Abdelhak Nouri. Voor het eerst vertellen zijn moeder, zussen, schoonzussen en tante hun aangrijpende verhaal. Daarnaast heeft ook Kira Toussaint een bewogen tijd achter de rug. De zwemster verbrak een gepland huwelijk en vertrok naar Amerika. Ook spraken we met een van de nieuwe boegbeelden van het vrouwenvolleybal: Nika Daalderop en maakt Davy Klaassen zich op voor een nieuw seizoen bij Ajax én een WK. Marcus Pedersen en Noor Omrani delen naast hun liefde voor de bal ook een hoofdkussen. Zijn broers Jens en Melle van ’t Wout klaar om de shorttrack wereld te veroveren. Jordan Teze speelde zich vorig jaar definitief in de kijker, Koen Bouwman won twee etappes en het bergklassement in de Giro én Ronald de Boer blikt terug op de Champions League-finale van 1995. Verder is Riemer van der Velde oud-voorzitter van sc Heerenveen. Een gesprek over onder meer de ontwikkelingen van zijn club en Abe Lenstra én Victoria Koblenko spreekt met judoka Michael Korrel over zijn kwetsbare kant in aanloop naar het WK. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 63 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.