Word abonnee

Voetbal

Daphne van Domselaar: ‘Ze zeggen dat keepers een beetje gek zijn’

Ferdy Damman

Voetbal

Daphne van Domselaar: ‘Ze zeggen dat keepers een beetje gek zijn’

door: Marlies van Cleeff
28 maart 2023
18 tot 23 minuten lezen

Keepster Daphne van Domselaar werd vorig jaar in een klap bekend tijdens het EK vrouwenvoetbal in Engeland, toen ze plotseling moest invallen. Ze verrichtte de ene na de andere redding, een nieuwe held was geboren. We bespraken het leven van de 22-jarige doelvrouw van FC Twente aan de hand van acht thema’s.

Tekst gaat verder onder de foto

Daphne van Domselaar

Mijn lichaam

“Ik ben best tevreden met hoe ik eruit zie. Vroeger had ik een sixpack omdat ik dun was, nu heb ik er een omdat ik veel train en fysiek in orde ben. Als ik in mijn bikini loop, krijg ik geregeld de opmerking: ‘Jij doet iets met sport, maar wat precies?’ Dat vind ik een compliment,” vertelt Daphne van Domselaar. Ze is 1 meter 76 en heeft het ideale postuur voor een keepster. “Ik ben vooral blij dat mijn lichaam functioneel is. Lang, slank en ook wel atletisch; de bouw van een keeper en hoef er ook niet heel veel moeite voor te doen om er zo uit te zien, maar merk wel dat mijn lichaam verandert als ik op vakantie anders eet en minder beweeg. Ik voel iedere verandering aan mijn lijf.”

Met langdurige blessures heeft ze nog niet te maken gehad. “Je ziet op het veld dat het ook niet uitmaakt hoe sterk je bent. Het kan bij iedereen fout gaan. Bang ben ik er niet voor, maar ik besef wel dat het mij ook kan overkomen. Mijn lichaam is flexibel en kan best veel opvangen, ik ben eraan gewend hard te vallen. Ik ben niet bont en blauw na een training of wedstrijd.

Toen we tijdens de coronapandemie niet konden voetballen en ik na een paar maanden weer op het veld stond, voelde ik dat mijn lichaam er wel weer aan moest wennen. Een bal klemmen vergt best wat spierkracht in je vingers. Dat had ik nooit zo in de gaten, totdat ik toen ontzettend spierpijn in mijn onderarmen kreeg.”

Mijn gedrevenheid

Als jong meisje was Daphne al enorm gedreven. “Niet alleen in mijn sport was ik heel fanatiek, maar ook met spelletjes. Ik kon totaal niet tegen mijn verlies, speelde vals als ik dreigde te verliezen.” Haar familie had alleen meer met volleybal dan met voetbal. “Mijn vader was volleybalcoach, m’n oudere zus volleybalde en ik heb ook vanaf mijn zesde vier jaar gevolleybald. Ik speelde altijd liever zelf de bal dan dat ik het overliet aan mijn teamgenoten, die vond ik niet goed genoeg.

Volleybal vond ik leuk, maar veel liever wilde ik op voetbal. Dat kwam door mijn klasgenootjes. In de pauze voetbalden we op het schoolplein. Ik vond het zo stoer om alleen al die scheenbeschermers en handschoenen aan te doen. Maar mijn ouders waren niet zo happig op voetbal, vonden dat ik me al jongensachtig genoeg gedroeg.”

Bij haar toenmalige club LSVV in Zuid-Scharwoude waren op dat moment nog geen meisjesteams. “Toen er een paar jaar later wel een meisjesteam kwam, mocht ik op voetbal.” Lachend: “En anderhalf jaar later kwam ik alsnog in een jongensteam terecht. Als ik beter wilde worden in mijn sport, was voetballen in een jongensteam de meest logische stap. Dat snapten mijn ouders, hoor. Vanuit het volleyballen was ik al gewend ballen te vangen. Het duiken naar ballen vond ik heel tof. En bij de jongens kwam ik goed mee.”

Na vier jaar bij LSVV maakte ze de overstap naar Telstar, waar ze twee jaar bij de beloften speelde. Tot een echte doorbraak kwam het niet. “Bij Telstar heb ik nooit het vertrouwen gekregen dat ik als keepster ver kon komen. Mijn coach had andere ideeën, daar was ik afhankelijk van.” In 2017 toonde FC Twente interesse. “Een stap hoger dan ik ooit had verwacht. Ik voelde me gevleid, dacht: hoe komen jullie bij mij uit? Ik zei meteen ‘ja’. Ze hadden me gevolgd bij de nationale jeugdelftallen onder 15 en onder 16, zagen veel potentie in me en prezen mijn voetballende vermogen.”

Sinds 2019 is Daphne er eerste keeper en niet meer weg te denken uit het doel. “Ze zeggen altijd dat keepers een beetje gek zijn. Je moet ook iets geks hebben. Wie gooit nou zijn lichaam voor een bal? Vaak zeggen ze het ook over het karakter van een keeper. Ik vind mezelf geen einzelgänger of een rare. In de wedstrijd sta ik misschien alleen achterin, maar we doen het wel samen. Juist dat teamgevoel vind ik een van de leukste dingen aan voetbal.”

Mijn doorbraak

“Ik maakte mijn debuut bij het Nederlands elftal in februari vorig jaar. Ik was ongelooflijk blij. Het was ook een overwinning op mezelf, want ik ben soms onzeker geweest en twijfelde af en toe. Bij Twente heb ik geregeld met een mentale coach en keeperstrainer gepraat over mijn zelfvertrouwen. Ik maakte soms domme fouten waaruit goals kwamen, voelde dat er veel druk op mij lag.

Zij zeiden dat ik ervan uit moest gaan dat ik de dingen die van mij gevraagd worden in het veld gewoon kan, omdat ik die in het verleden ook heb gedaan. Dat heeft enorm geholpen. Als je van tevoren denkt: het gaat toch fout, dan gaat het ook fout. Door die gesprekken en het omzetten van negatieve in positieve gedachten, kreeg ik meer geloof in eigen kunnen. Die goede vibe nam ik mee naar het EK.”

Twee weken voor de start van het toernooi hoorde Daphne dat ze tweede keeper was. “Dat ik was opgenomen in de EK-selectie had ik al niet verwacht. Toen hoorde ik ook nog dat ik tweede keeper was. Bij de Olympische Spelen een jaar eerder was ik nog vijfde keus. Ik ging naar het EK met het idee om te leren, om ervaring op te doen en om te genieten van wat er allemaal om me heen gebeurde. Ik had nooit gedacht dat ik zo’n grote rol zou spelen.”

Op 9 juli volgde Daphnes tweede interland ooit: de EK-wedstrijd tegen Zweden. Al vroeg in de eerste poulewedstrijd viel keepster Sari van Veenendaal uit met een schouderblessure. In de 22ste minuut, bij een 0-0 stand, mocht Daphne het veld in. “Toen ik Sari op de grond zag liggen, keek ik onze fysieke trainer vragend aan. Moest ik warmlopen? Ook mijn teamgenootje Marisa Olislagers die naast mij zat, zei tegen mij: ‘Moet jij er niet in?’ Ik zei nog: nee joh, er is niks aan de hand. Ineens was het toch zover. Ik besefte het niet helemaal, het ging zo snel.

Renate Jansen, onze aanvoerder bij Twente, kwam naar me toe om me gerust te stellen en zei: ‘Doe lekker je ding, net als bij Twente. Jij kan dit, het komt goed. Ik denk dat alle speelsters op de reservebank mijn zenuwen wel voelden. Toen Sari mij een knuffel gaf aan de rand van het veld, zei ze: ‘Doe wat je bij Twente altijd doet, dit kun jij hartstikke goed.’ Dat was fijn om te horen. Toen had ik ook een besefmoment: ik ging een EK-wedstrijd spelen….

De eerste bal die ik ving, timede ik verkeerd, maar had ik gelukkig. Daarna kreeg ik een goal tegen. We werden uitgespeeld, ik kon er niet heel veel aan doen. Ik dacht: het wordt toch niet zo’n avond? In de rust dacht ik: we gaan ervoor, laat maar komen. De rest van de wedstrijd ging vanzelf.”

De wedstrijd eindigde in 1-1 na een goal van Jill Roord. Maar Daphne werd de uitblinker. Ze oogstte lof dankzij een aantal spectaculaire reddingen. “Na de wedstrijd kwam er veel op me af. Ik moest een live interview met de UEFA doen in het Engels en de NOS wilde me spreken. In de mixed zone kwamen journalisten uit heel veel landen op me af om iets te vragen. Voor mijn gevoel had ik een prima wedstrijd gespeeld, maar ook weer niet fantastisch. Ik snapte dus niet zo goed waarom ik al die aandacht kreeg.”

Daarna volgden poulewedstrijden tegen Portugal (3-2 winst) en Zwitserland (4-1 winst).
“Na de eerste wedstrijd ging ik meer van mezelf eisen, ook tijdens de trainingen. Ik had het gevoel dat ik nog van alles moest veranderen in mijn spel en kreeg meer last van zenuwen. Bondscoach Mark Parsons en keeperstrainer Erskine Schoenmakers zeiden in een gesprek voor de tweede wedstrijd: ‘Je moet juist niks veranderen aan je spel, doe wat je altijd doet.’ Op de wedstrijddag ebden de zenuwen weg en had ik er heel veel zin in.”

Tekst gaat verder onder de foto

Daphne van Domselaar

Het EK kende voor Oranje flink wat tegenslagen. Van Veenendaal moest na de openingswedstrijd de selectie vroegtijdig verlaten, ook Aniek Nouwen en Lieke Martens raakten geblesseerd. Bovendien werden Jackie Groenen en Vivianne Miedema positief getest op corona. “Het had goed gekund dat we door die tegenslagen uit elkaar waren gevallen als team, maar ze brachten ons juist dichter naar elkaar toe. Jonge meiden als Kerstin Casparij, Marisa Olislagers, Esmee Brugts en ik kregen de kans om te spelen. We kregen veel steun van de meer ervaren speelsters.”

Er was ook kritiek op het spel van de Oranjevrouwen. Ze plaatsten zich voor de kwartfinale tegen Frankrijk, maar verloren die met 1-0, dankzij een benutte strafschop door de Fransen in de verlenging. Voor de buitenwacht was Daphne het enige lichtpuntje: de revelatie van het toernooi. “Ik had zelf ook wel door dat we niet goed speelden. Logisch dat er dan kritiek komt. In het veld probeerde ik de meiden te coachen. Gelukkig kreeg ik goede feedback van hen. Ik baalde enorm van de uitschakeling, maar was heel blij hoe het voor mij persoonlijk was gegaan. Ik was ook realistisch: we waren niet beter dan Frankrijk. We hadden misschien kunnen winnen met penalty’s. We hebben er alles aan gedaan, het lukte niet. Die teleurstelling kon ik gauw van me afzetten.

Veel meiden hebben moeten bijkomen van het EK en de uitschakeling een plekje moeten geven. Voor mij was het boven verwachting mooi geweest. Om mijn reddingen kon ik niet heen: ik werd geregeld getagged in filmpjes op social media. Het was ook heel gek dat ik buiten die kritiek stond. Maar ik kon op een gegeven moment niks meer fout doen, was al gebombardeerd tot held. Dat vond ik wel een beetje overdreven.” Na het EK werd bondscoach Mark Parsons ontslagen. “Ik wist dat er gesprekken gaande waren, maar had het toch niet helemaal verwacht. Ik stond er ook iets verder vanaf. Sommige speelsters gaven hun mening, ik stond daarbuiten. Ik heb Mark altijd een fijn mens gevonden, in dat opzicht vond ik het jam mer dat hij was ontslagen. Hij gaf mij vertrouwen en daar ben ik hem dankbaar voor.”

Mijn bekendheid

“Ik was niet moe na het EK, wilde het liefs nog twee maanden doorgaan, voelde me fit en sterk, en zat in een flow. Ik wilde doorpakken, maar het was klaar.” Er kwam veel op Daphne af na het EK. “Ik pakte alles met beide handen aan, dacht: ik maak het misschien maar één keer mee. Ik werd door de NOS gevraagd om andere EK-wedstrijden te analyseren en er kwamen veel interviewverzoeken. Ineens was ik degene die overal naar voren werd geschoven. Het was een gekkenhuis, maar ik kijk er met een goed gevoel op terug. Na de finale ben ik met mijn moeder naar Griekenland op vakantie gegaan. Daar heb ik alles terug kunnen halen in mijn hoofd en kon ik het laten bezinken. Ik hoefde niet per se uit te rusten, maar er was wel veel gebeurd.”

Of er voor Daphne een leven voor en na 9 juli vorig jaar is? “Dat denk ik wel. Nog steeds sta ik veel meer in de belangstelling dan voor het EK. Ik ben niet veranderd, maar mijn leven is dat wel. Ik word herkend op straat. Laatst was ik bij mijn oma op bezoek, was er een kennis die vertelde dat haar dochter zo’n fan van me is. Ze vroeg of ik mijn handtekening wilde zetten op een tas. Dat soort vragen kreeg ik voor het EK niet. Of ik word in een winkel aangekeken en ik hoor gefluister. Dan heb ik een momentje nodig totdat ik me realiseer: o ja, jij kent mij, maar ik ken jou niet.”

Mijn familie

“Mijn ouders zijn mijn trouwste fans. Ik ben nooit gestimuleerd om te gaan voetballen, joeg het zelf aan,” vertelt Daphne. “School vonden mijn ouders heel belangrijk, maar ze zagen dat dat goed ging. Ik was niet het kind dat je achter haar vodden aan moest zitten.”

Daphne was pas zeventien toen ze verhuisde naar Enschede. “Ik denk dat mijn moeder dat soms wel lastig vond. Maar eenzaam ben ik nooit geweest. Ik ging met een paar meiden samenwonen die ik al kende van nationale jeugdelftallen.” Geregeld gaat ze nog naar Oudkarspel, waar haar ouders wonen. “Iedere maand zijn we wel twee keer een weekend vrij, dan rij ik naar huis om mijn ouders, zus en vriendinnen te zien. En mijn ouders komen meestal naar de wedstrijden van Twente kijken. Niet altijd, want het is wel tweeënhalf uur rijden vanuit Oud- karspel, waar ze wonen. De wedstrijden van het Nederlands elftal slaan ze nooit over. Na afloop zeggen ze wat ze ervan vonden, maar we bespreken niet de details.

Mijn vader heeft er een beetje verstand van, heeft een jaar gevoetbald, en mijn moeder kent de regels, maar weet inhoudelijk niet wat er nou goed of fout ging. Ze ziet het als ik de bal naar de verkeerde kleur speel, maar dat is het. Mijn ouders en zus zaten op de tribune tijdens de derde poulewedstrijd en kwartfinale in Engeland. Toen ze op tv zagen dat ik de eerste wedstrijd al moest invallen, wilden ze meteen komen, maar dan moesten ze alles omboeken en extra kosten maken. Ik vond dat onzin, zei: ik bel wel hoe het is gegaan en je ziet het op tv. Zo nuchter zijn wij ook wel weer.”

Mijn nieuwe rugnummer

Eind juli maakte Sari van Veenendaal bekend te stoppen met voetbal. “Ze belde mij op om het te vertellen. Ik was totaal verrast en vond het ook jammer. Voor mijn gevoel was zij nog niet klaar met haar carrière. Ze was aanvoerder en zo passievol, ik keek echt tegen haar op. In een training verwachtte ze niet alleen alles van zichzelf, maar ook van de anderen. Ze had een andere manier van keepen, een wat ouderwetsere manier dan ik. Tegenwoordig is een keeper wat meer aanwezig in het spel, ik ben meer een voetballende keeper. Toch kon ik zoveel van Sari leren, vooral op mentaal gebied. Dat laatste beetje extra geven, heeft zij mij bijgebracht.”

Daphne werd de nieuwe eerste keeper van de Oranjevrouwen onder de nieuwe bondscoach Andries Jonker. “Ik dacht: het EK is geweest, ik moet nu doorpakken en dit niveau vasthouden. Maar onder een nieuwe trainer moet je altijd maar zien hoe de kaarten geschud zijn. Al vrij snel vertelde hij mij dat ik eerste keeper ben en dat hij tevreden is met hoe ik het doe. Hij bracht het simpel: ik moet ballen tegenhouden en de opbouw verzorgen. Dat deed ik goed in zijn ogen. Mijn eerste ontmoeting met de nieuwe bondscoach was wel grappig. Hij ging alle speelsters rond en toen hij bij mij kwam, zei hij met een lach: ‘Jou ken ik van tv.’

‘Mijn eerste ontmoeting met de nieuwe bondscoach was wel grappig. Andries Jonker ging alle speelsters rond en toen hij bij mij kwam, zei hij met een lach: ‘Jou ken ik van tv”

Ik kreeg nog niet echt hoogte van hem, maar vond hem wel heel aardig. Bij de eerste training ging het er meteen fel en intens aan toe, we hadden maar kort de tijd voor de WK-kwalificatiewedstrijd tegen IJsland in september. Toen dacht ik wel even: dit is andere koek. Hij zat er bovenop, was heel direct en duidelijk. Ik merkte meteen dat hij veel verstand van voetbal heeft. Andries Jonker verwacht veel van ons en zit er korter op dan Mark Parsons, die een wat lievere benadering had. Het contrast tussen hen was groot in het begin. De interlandperiode daarna werd het persoonlijker en iets relaxter. Of er nu ook meer van me verwacht wordt, weet ik niet. Als ik een foutje maak, word ik er misschien eerder op afgerekend. Ik ben de keeper van het Nederlands elftal. Ik wil altijd het beste laten zien, dat is mijn streven.

Sinds het EK is er een heel nieuwe lichting bij Oranje gekomen. We hebben een goede mix van jonge en oudere speelsters in het team. Die oudere meiden als Lieke Martens worden uitgedaagd door de nieuwe, dat vinden zij ook fijn; ons team wordt zo in zijn geheel beter. Het doel is om onze eigen, Nederlandse manier van voetbal te laten zien. Mooi en aanvallend dus. We zijn goed op weg.”

Mijn droomclub

“Manchester City is altijd al mijn droomclub geweest. Ik vond vroeger de club al heel cool, daarna ben ik pas gaan kijken naar hun manier van voetballen; het opbouwen van achteruit, dat past bij mij. Kerstin Casparij speelt er, haar spreek ik geregeld, ze is een maatje van mij bij het Nederlands elftal.” Na het EK kon Daphne al de overstap maken naar het buitenland. “Ik vond het belangrijk om speelminuten te blijven maken. Het risico was te groot dat ik ergens op de bank terecht zou komen. Ik voel me op mijn gemak bij FC Twente en vond dat ik hier nog niet uitgeleerd was. Daarom besloot ik nog een jaar te blijven.”

Vorig jaar werd FC Twente voor de derde keer op rij landskampioen en ook nu stevenen de vrouwen op de titel af. Geregeld wordt er met grote cijfers gewonnen. “Ik had gehoopt dat ik meer uitdaging zou hebben in het veld, maar in een wedstrijd tegen Ajax of PSV moet ik mezelf wel weer volle bak laten zien. Juist dan moet ik er staan.”

Tekst gaat verder onder de foto

Daphne van Domselaar

Mijn toekomst

“Ik kijk heel erg uit naar het WK in Australië en Nieuw-Zeeland deze zomer. Daar wil ik weer mijn beste spel laten zien. En daarna hoop ik een transfer te maken. Ik wil graag in Engeland voetballen en ervaren hoe het daar is, ben benieuwd of die manier van voetballen mij nog verder kan brengen als keepster.” Ook wil Daphne zich weer focussen op een studie. “Afgelopen jaar ben ik gestopt met mijn studie technische bedrijfskunde, ik kon het niet meer combineren. Maar ik wil me nu wel weer verder ontwikkelen, kan ook niet goed stilzitten.

‘Ik hou enorm van crimeseries als CSI, maar ook Bureau Arnhem. Wie weet zie je me over vijftien jaar, na mijn voetbalcarrière, wel terug bij de politie’

Een onlinestudie lijkt me wel wat. Vroeger wilde ik altijd werken in het laboratorium, tot ik besefte dat ik dan de hele week ondergronds in een lab moet zitten en dat dat ook niet samengaat met voetbal. De recherche lijkt me ook wel wat. Ik hou enorm van crimeseries als CSI, maar ook Bureau Arnhem. Wie weet zie je me over vijftien jaar, na mijn voetbalcarrière, wel terug bij de politie.”

Helden Magazine 66

Het verhaal van Daphne van Domselaar komt voort uit Helden Magazine 66. De 66ste editie staat in het teken van ‘nieuwe Helden’. Op zijn 28ste heeft Nyck de Vries een stoeltje in de Formule 1 bemachtigd. Helden ging bij hem langs in Monaco en sprak hem over het bizarre leven dat hij leidt.

In deze editie lees je ook een uitgebreid interview met duizendpoot Rico Verhoeven. Hij is al tien jaar wereldkampioen kickboksen, succesvol ondernemer, vader én acteur. Ook een gesprek met Xavi Simons, wie al sinds jongs af aan in the picture staat én breekt marathonloopster Nienke Brinkman record na record.

Verder in Helden 66 interviews met de trainer van Feyenoord: Arne Slot, de winnaar van het tennistoernooi van Rosmalen: Tim van Rijthoven, goede vrienden en wielrenners: Fabio Jakobsen en Julius van den Berg, één van de kroonjuwelen van Ajax: Kenneth Taylor én paralympisch zwemkampioene: Chantalle Zijderveld.

José de Cauwer is oud-renner en wieleranalist van de VRT. Een gesprek over onder meer Mathieu van der Poel, Remco Evenepoel en Jonas Vingegaard. Klaas-Jan Huntelaar blikt terug op de koninklijke avond in Madrid. Victoria Koblenko spreekt paralympisch wielerkampioen Tristan Bangma. Als laatste verteld Nouchka Fontijn in ‘De dag dat alles misging’ dat ze dacht dat ze wereldkampioen was én Fenna Kalma is de aanstormende spits van de Oranjevrouwen.

Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 66 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van jouw Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.

Delen: