Word abonnee

Schaatsen

Kai Verbij: ‘Het lijkt net of mijn leven een groot interview is’

Lars van den Brink

Schaatsen

Kai Verbij: ‘Het lijkt net of mijn leven een groot interview is’

door: Jasper Boks
26 januari 2019
5 tot 10 minuten lezen

Kai Verbij wilde vlammen in Pyeongchang, maar de wereldkampioen sprint van 2017 raakte in aanloop naar de Spelen geblesseerd. Weg medaille. Daarna wist hij het even niet meer. In aanloop naar de WK afstanden (7-10 februari, Inzell) en het WK sprint (23-24 februari, Heerenveen) lucht de Europees kampioen sprint van 2019 van Team Reggeborgh zijn hart.

“Ja, Kjeld was heel erg goed op de Spelen,” zegt Kai Verbij als hij de eindejaarseditie van Helden ziet met twee­voudig olympisch kampioen Kjeld Nuis op de cover. “Ik vind het niet moeilijk om hem op de cover te zien. Kjeld heeft heel sterk gereden op het moment dat het echt moest. Terechte winnaar.

Wat weleens door m’n hoofd schiet: hoe was het geweest als ik topfit was geweest op de 1000 meter in Pyeongchang? Had ik het Kjeld moeilijk kunnen maken? Ik denk het wel, had zeker een medaille gepakt. Dat was een makkie geweest. Maar ja, dat is ‘wat als’. Ik heb pech gehad. Het heeft geen zin om mezelf verwijten te maken, het was niet mijn schuld.” Kai kijkt naar de beeltenis van de man die een jaar terug de olympische 1000 en 1500 meter won en op slag bestempeld werd als ‘Held Kjeld’.

Hij tikt met z’n vingers op tafel. “Die Spelen waren voor mij bijna een obsessie. Alles draaide om goed zijn in Pyeongchang. Dat gevoel is er eigenlijk bij Jong Oranje al ingeslepen. Alle talenten droomden van datzelfde doel: op een dag olympisch kampioen worden. Ik ben erin gaan geloven dat het in schaatsen alleen om die gouden olympische medaille draait. Ik kon me er ook achter verschuilen, altijd zeggen: in 2018 moet ik er echt staan. Dat haalde tegelijkertijd wat druk en stress weg bij de andere wedstrijden.”

Tekst gaat verder onder de foto

Portretfoto Kai Verbij

Het ging snel met Kai, hij werd in 2017 op 22-jarige leeftijd wereldkampioen en Europees kampioen sprint, pakte brons op de 1000 meter bij de WK afstanden. “Dat vond ik allemaal vanzelfsprekend. Na die wereldtitel was ik blij, hoor, maar echt uit mijn dak gaan, nee, dat deed ik niet. Ik dacht toen: het is niet zo raar dat het winnen van die olympische titel ook gaat lukken. Mensen zagen me als favoriet als ik ergens verscheen en dat snapte ik ook wel. Maar ja, ik had toen nog geen echte tegenslag gekend.”

‘Hoe was het geweest als ik topfit was geweest op de 1000 meter in Pyeongchang? Had ik het Kjeld Nuis moeilijk kunnen maken? Ik denk het wel’

Die kreeg hij voor zijn kiezen tijdens het Olympisch kwalificatietoernooi, eind 2017 in Heerenveen. Bij de start van de 500 meter voelde hij een pijnscheut in z’n rechterlies. “Ik dacht: die pijn trekt wel weg. Maar dat gebeurde niet. Na twintig meter wilde ik eigenlijk stoppen, maar ik bedacht me meteen dat de Spelen er dan helemaal niet meer in zouden zitten. Want ik wist ook wel dat starten op de 1000 meter bij het OKT er niet meer in zou zitten. Ik had heel veel pijn, maar zei steeds tegen mezelf: doorrijden, anders heb je niks. Ik reed de 500 meter vooral op m’n linkerbeen en wist me toch te kwalificeren. Een wonder. Er zit een engeltje op m’n schouder, dacht ik.

Dit is een teken, ze willen dat ik naar de Spelen ga, het gaat goed komen met me. Dat veranderde toen ik de artsen sprak en de scan zag. Ik had een flinke scheur in m’n lies. Topfit op de Spelen verschijnen was er niet meer bij.” Kai kwalificeerde zich voor de 500 meter in Zuid-Korea en kreeg een aanwijsplek voor de 1000 meter. Hij zegt geen moment overwogen te hebben om de startbewijzen af te staan. Hij knikt driftig met z’n hoofd, de lange donkere haren wapperen heen en weer voor z’n ogen. Hij veegt ze aan de kant, zegt: “M’n vriendin zegt al een tijd dat ik naar de kapper moet, had ik voor vandaag ook willen doen. Maar ja…”

Hij kijkt opzij, naar vriendin Eveline die mee is gekomen en een tafeltje verder in gesprek is. Daarna gaat hij in op de vraag. “Zelfs als ik niet helemaal fit was, vond ik mezelf altijd nog beter dan de jongens die achter mij waren geëindigd op de 500 meter bij het OKT. Ik wilde dolgraag voor het eerst naar de Spelen en ergens van binnen geloofde ik nog in een wonder.” Kai gaat achterover zitten, legt z’n handen op z’n dijbenen. “Het klinkt misschien een beetje idioot, maar weet je dat door die blessure er ook een soort rust over me heen kwam? Ineens was ik helemaal niet met mijn hoofd bij de Spelen, de focus verschoof volledig naar mijn herstel. Dat was lekker. Ik had niet de stress die de andere schaatsers wel hadden. Weg was die druk van het per se moeten presteren.

Helden Magazine 45

Het eerste gedeelte van het verhaal van Kai Verbij komt voort uit Helden Magazine 45 waar Memphis Depay de cover siert. Depay laat zin wie hij echt is. Een verhaal over het geloof, zijn jeugd, familie, imago, Oranje en Louis van Gaal.

Verder in de 45ste editie van Helden, Rico Verhoeven en Max Verstappen gingen de verbale strijd met elkaar aan, Jac Orie is een garantie voor succes, schaatsster Antoinette de Jong over haar jeugd waarin ze werd gepest om haar rode haren, de grondlegger van het shorttracksucces Jeroen Otter, baanwielrenster Kirsten Wild, tennisser Alexander Zverev, en wielrenner Lars Boom ging in gesprek met Victoria Koblenko.

Krijg jij geen genoeg van alle inspirerende sportverhalen? Kies het abonnement dat bij jou past én wordt abonnee. Zo ontvang je telkens de nieuwste edities op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Wil je een Helden Magazine cadeau doen? Het is ook mogelijk om een abonnement cadeau te doen, deze abonnementen lopen automatisch af. Daarnaast zijn de recentste exemplaren ook gemakkelijk te bestellen via onze webshop.

Delen: