Word abonnee
Meer

BMX

Niek Kimmann: ‘Ik ben bezig met een grote ontdekkingsreis’

Niek Kimmann Olympisch goud, wereldtitels; Niek Kimmann won alles wat er te winnen valt als BMX’er. Na de Spelen in Tokio had hij het moeilijk en kreeg hij te maken met een postolympische dip. Maar in aanloop naar Parijs staat hij er weer. Een monoloog in Helden Magazine nummer 72 over goud, vallen en weer opstaan met de aanstaande vader. “Ik ben na de Spelen in Tokio zoekende geweest. Ik begon op mijn zevende met fietsen, was twaalf toen BMX’en een olympische sport werd. Van jongs af aan waren de Spelen mijn grote doel, daar wilde ik op een dag heen. Ik werd op mijn achttiende wereldkampioen bij de junioren en een jaar later, in 2015, ook meteen bij de senioren. Het bleef maar goed gaan. Als ik het ene doel had bereikt, ging ik door naar het volgende. Ik was ook nooit tevreden. Als ik een nationale wedstrijd won, dacht ik: leuk, maar dit is geen Europese wedstrijd. Als ik een Europese wedstrijd won, zei ik tegen mezelf: dit is geen WK. En toen ik wereldkampioen werd, redeneerde ik: mooi, maar dit zijn niet de Spelen. In mijn hoofd zat ook steeds: als ik op de Spelen geen medaille pak, dan voelt dat als falen. Ik was daar al die jaren heel extreem in. Voortdurend waren de Spelen die heel heldere stip op de horizon. Als je ergens al meer dan de helft van je leven naartoe hebt geleefd en je bereikt meteen het allerhoogste, dan is dat heel erg mooi. Olympisch kampioen, beter wordt het niet als sportman. Meteen daarna werd ik ook nog eens wereldkampioen in eigen land. Zo bizar. En toen had ik dus alles bereikt waarvan ik had gedroomd. Voor het eerst was ik tevreden. Heel comfortabel als je dat kunt zijn over jezelf, maar al snel was het heel oncomfortabel om me zo comfortabel te voelen. Omdat ik nooit dat gevoel had gehad. Al snel kwam die ene vraag omhoog: welke kant wil ik nu op, wat ga ik doen? Tot en met de Spelen was het pad dat ik moest bewandelen heel duidelijk en ineens was er geen pad meer. Ik kreeg te maken met een postolympische dip. Maar doordat er door het uitstellen van de Spelen in Tokio slechts drie jaar zat tot Parijs besloot ik maar gewoon door te gaan. Ik kon erop wachten dat het misging, dat gebeurde in 2022. Ik ben in het jaar na de Spelen naar Amerika gegaan om de USABMX Nationals, een serie wedstrijden daar, te rijden. In Europa kende ik alle banen op mijn duimpje en daar was bijna alles nieuw voor me. Op die manier probeerde ik nieuwe prikkels te krijgen. Ik had in 2021 alles gewonnen wat er te winnen viel, dan sluipt in je hoofd: elk doel wat ik stel, haal ik. Ik had de standaard voor mezelf in 2021 zo hoog gelegd en ergens bekroop me toen de angst dat er een moment zou komen dat ik mijn doelen niet zou halen en dat mijn illusie naar de klote zou gaan. Achteraf was ik in 2022 bang om een hard doel te stellen, ik deed eigenlijk van alles wat. Want dan had ik voor mezelf ook een excuus als ik mijn doelen niet haalde. Dat kon ik tegen mezelf zeggen: ja, maar ik ging er ook niet vol voor. Ik was mezelf aan het saboteren. Op een gegeven moment dacht ik: wie probeer je nou eigenlijk voor de gek te houden? Topsport is: geen excuses. En ik was juist op zoek naar excuses. Dat had ik nooit gehad. Maar het ontstond doordat ik tot en met de Spelen de lat zo vreselijk hoog voor mezelf had gelegd. Ik zei op een gegeven moment tegen mezelf: je moet een doel stellen, daar vol voor gaan en als je het dan niet haalt, is het ook goed. Dat is makkelijker gezegd dan gedaan. 'Ik was mezelf aan het saboteren. Op een gegeven moment dacht ik: wie probeer je nou eigenlijk voor de gek te houden?' Ik was in 2022 ineens helemaal klaar met BMX’en, heb drie maanden lang mijn fiets niet aangeraakt. In die periode ben ik heel veel boeken gaan lezen, autobiografieën van sporters om erachter te komen hoe zij met zulke situaties zijn omgegaan. Ik vond het ook interessant om Tom Dumoulin in die periode te volgen. Hij had de Giro gewonnen, was wereldkampioen tijdrijden geworden, werd tweede in de Tour en op de Spelen en was op het moment dat ik zoekende was ook zoekende. Ik merkte ook dat de meeste sporters die zoekende waren drie jaar later gestopt waren met topsport. Dat gaf me niet veel vertrouwen. Ik realiseerde me dat het vooral belangrijk was dat ik mijn eigen weg zou zoeken. Ik heb in die periode ook met een sportpsycholoog gesproken en veel met mijn ouders gekletst.” Helden Magazine nummer 72 Het eerste gedeelte van het interview met Niek Kimmann komt voort uit Helden Magazine nummer 72. Het extra dikke zomernummer van Helden staat volledig in het teken van drie grote sportevenementen: het EK voetbal in Duitsland, de Tour de France en de Olympische Spelen in Parijs. Op de cover van de 204 pagina's tellende editie schitteren drie rolmodellen van wereldklasse uit de Nederlandse atletiek: Femke Bol, Sifan Hassan en Lieke Klaver. Wat is het geheim van hun succes? Experts zoals Ellen van Langen, Caroline Feith, Bart Bennema en Gregory Sedoc delen hun inzichten. EK voetbal De sportzomer van 2024 wordt afgetrapt met het EK voetbal, dat op 14 juni begint. In deze Helden een verhaal over Ronald Koeman. Onder andere Frank Rijkaard, Ruud Gullit, broer Erwin Koeman, Guus Hiddink, Jordi Cruijff en Rafael van der Vaart delen hun mening over de bondscoach van het Nederlands elftal. Verder ging Helden naar Milaan voor een interview met revelatie Tijjani Reijnders en zijn vrouw. Daley Blind 106-voudig international - bespreekt zijn indrukwekkende carrière aan de hand van foto’s. Brian Brobbey over de bondscoach, Marco van Basten, zijn toekomst, zijn roots en racisme. Arie Haan gaat vijftig jaar terug in de tijd, naar het WK voetbal in West-Duitsland dat eindigde met een nationaal trauma. Jan Wouters blikt terug op het gewonnen EK van 1988, ook in Duitsland. Het is nog altijd de enige hoofdprijs van Oranje. Tour de France  Na het EK volgt de Tour de France, van 29 juni tot en met 21 juli. In deze Helden lees je een interview met sprinter Fabio Jakobsen en een portret van Mathieu van der Poel, die ook de olympische wegwedstrijd in Parijs rijdt. Jeroen Blijlevens en Steven de Jongh, ploegleiders bij Lidl-Trek, vertellen hun verhaal, en we vragen ons af: kan Sepp Kuss na de Vuelta ook de Tour winnen? Olympische Spelen De Olympische Spelen vinden plaats van 26 juli tot en met 11 augustus. Chef de mission Pieter van den Hoogenband kijkt terug op zijn gouden race twintig jaar geleden. Turnster Sanne Wevers bereidt zich voor op haar laatste kunstje, en baanwielrenner Harrie Lavreysen spreekt over hoge verwachtingen. Sharon van Rouwendaal gaat voor goud in het openwater, roeizussen Bente en Ilse Paulis geven een dubbelinterview, en Simone van de Kraats hoopt op goud in het waterpolo. Bovendien gingen we op bezoek bij Tes Schouten, Caspar Corbeau en Arno Kamminga, de drie schoolslagmusketiers. Alle drie zijn ze een medaillekandidaat in Parijs. Voor het eerst sinds 1992 plaatse een Nederlands duo zich op de 500 meter kanosprint voor de Spelen. Hoog tijd om kennis te maken met Selma Konijn en Ruth Vorsselman. Triatlontopper Maya Kingma stelde ernstige misstanden aan de kaak binnen het topsportprogramma van de triatlonbond. Dat werd de triatleet niet door iedereen in dank afgenomen. Joost Luiten is sinds kort vader en worstelde met golfyips. In aanloop naar de KLM Open, die hij twee keer won, doet hij zijn verhaal.
Niek Kimmann Olympisch goud, wereldtitels; Niek Kimmann won alles wat er te winnen valt als BMX’er. Na de Spelen in Tokio had hij het moeilijk en kreeg hij te maken met een postolympische dip. Maar in aanloop naar Parijs staat hij er weer. Een monoloog in Helden Magazine nummer 72 over goud, vallen en weer opstaan met de aanstaande vader. “Ik ben na de Spelen in Tokio zoekende geweest. Ik begon op mijn zevende met fietsen, was twaalf toen BMX’en een olympische sport werd. Van jongs af aan waren de Spelen mijn grote doel, daar wilde ik op een dag heen. Ik werd op mijn achttiende wereldkampioen bij de junioren en een jaar later, in 2015, ook meteen bij de senioren. Het bleef maar goed gaan. Als ik het ene doel had bereikt, ging ik door naar het volgende. Ik was ook nooit tevreden. Als ik een nationale wedstrijd won, dacht ik: leuk, maar dit is geen Europese wedstrijd. Als ik een Europese wedstrijd won, zei ik tegen mezelf: dit is geen WK. En toen ik wereldkampioen werd, redeneerde ik: mooi, maar dit zijn niet de Spelen. In mijn hoofd zat ook steeds: als ik op de Spelen geen medaille pak, dan voelt dat als falen. Ik was daar al die jaren heel extreem in. Voortdurend waren de Spelen die heel heldere stip op de horizon. Als je ergens al meer dan de helft van je leven naartoe hebt geleefd en je bereikt meteen het allerhoogste, dan is dat heel erg mooi. Olympisch kampioen, beter wordt het niet als sportman. Meteen daarna werd ik ook nog eens wereldkampioen in eigen land. Zo bizar. En toen had ik dus alles bereikt waarvan ik had gedroomd. Voor het eerst was ik tevreden. Heel comfortabel als je dat kunt zijn over jezelf, maar al snel was het heel oncomfortabel om me zo comfortabel te voelen. Omdat ik nooit dat gevoel had gehad. Al snel kwam die ene vraag omhoog: welke kant wil ik nu op, wat ga ik doen? Tot en met de Spelen was het pad dat ik moest bewandelen heel duidelijk en ineens was er geen pad meer. Ik kreeg te maken met een postolympische dip. Maar doordat er door het uitstellen van de Spelen in Tokio slechts drie jaar zat tot Parijs besloot ik maar gewoon door te gaan. Ik kon erop wachten dat het misging, dat gebeurde in 2022. Ik ben in het jaar na de Spelen naar Amerika gegaan om de USABMX Nationals, een serie wedstrijden daar, te rijden. In Europa kende ik alle banen op mijn duimpje en daar was bijna alles nieuw voor me. Op die manier probeerde ik nieuwe prikkels te krijgen. Ik had in 2021 alles gewonnen wat er te winnen viel, dan sluipt in je hoofd: elk doel wat ik stel, haal ik. Ik had de standaard voor mezelf in 2021 zo hoog gelegd en ergens bekroop me toen de angst dat er een moment zou komen dat ik mijn doelen niet zou halen en dat mijn illusie naar de klote zou gaan. Achteraf was ik in 2022 bang om een hard doel te stellen, ik deed eigenlijk van alles wat. Want dan had ik voor mezelf ook een excuus als ik mijn doelen niet haalde. Dat kon ik tegen mezelf zeggen: ja, maar ik ging er ook niet vol voor. Ik was mezelf aan het saboteren. Op een gegeven moment dacht ik: wie probeer je nou eigenlijk voor de gek te houden? Topsport is: geen excuses. En ik was juist op zoek naar excuses. Dat had ik nooit gehad. Maar het ontstond doordat ik tot en met de Spelen de lat zo vreselijk hoog voor mezelf had gelegd. Ik zei op een gegeven moment tegen mezelf: je moet een doel stellen, daar vol voor gaan en als je het dan niet haalt, is het ook goed. Dat is makkelijker gezegd dan gedaan. 'Ik was mezelf aan het saboteren. Op een gegeven moment dacht ik: wie probeer je nou eigenlijk voor de gek te houden?' Ik was in 2022 ineens helemaal klaar met BMX’en, heb drie maanden lang mijn fiets niet aangeraakt. In die periode ben ik heel veel boeken gaan lezen, autobiografieën van sporters om erachter te komen hoe zij met zulke situaties zijn omgegaan. Ik vond het ook interessant om Tom Dumoulin in die periode te volgen. Hij had de Giro gewonnen, was wereldkampioen tijdrijden geworden, werd tweede in de Tour en op de Spelen en was op het moment dat ik zoekende was ook zoekende. Ik merkte ook dat de meeste sporters die zoekende waren drie jaar later gestopt waren met topsport. Dat gaf me niet veel vertrouwen. Ik realiseerde me dat het vooral belangrijk was dat ik mijn eigen weg zou zoeken. Ik heb in die periode ook met een sportpsycholoog gesproken en veel met mijn ouders gekletst.” Helden Magazine nummer 72 Het eerste gedeelte van het interview met Niek Kimmann komt voort uit Helden Magazine nummer 72. Het extra dikke zomernummer van Helden staat volledig in het teken van drie grote sportevenementen: het EK voetbal in Duitsland, de Tour de France en de Olympische Spelen in Parijs. Op de cover van de 204 pagina's tellende editie schitteren drie rolmodellen van wereldklasse uit de Nederlandse atletiek: Femke Bol, Sifan Hassan en Lieke Klaver. Wat is het geheim van hun succes? Experts zoals Ellen van Langen, Caroline Feith, Bart Bennema en Gregory Sedoc delen hun inzichten. EK voetbal De sportzomer van 2024 wordt afgetrapt met het EK voetbal, dat op 14 juni begint. In deze Helden een verhaal over Ronald Koeman. Onder andere Frank Rijkaard, Ruud Gullit, broer Erwin Koeman, Guus Hiddink, Jordi Cruijff en Rafael van der Vaart delen hun mening over de bondscoach van het Nederlands elftal. Verder ging Helden naar Milaan voor een interview met revelatie Tijjani Reijnders en zijn vrouw. Daley Blind 106-voudig international - bespreekt zijn indrukwekkende carrière aan de hand van foto’s. Brian Brobbey over de bondscoach, Marco van Basten, zijn toekomst, zijn roots en racisme. Arie Haan gaat vijftig jaar terug in de tijd, naar het WK voetbal in West-Duitsland dat eindigde met een nationaal trauma. Jan Wouters blikt terug op het gewonnen EK van 1988, ook in Duitsland. Het is nog altijd de enige hoofdprijs van Oranje. Tour de France  Na het EK volgt de Tour de France, van 29 juni tot en met 21 juli. In deze Helden lees je een interview met sprinter Fabio Jakobsen en een portret van Mathieu van der Poel, die ook de olympische wegwedstrijd in Parijs rijdt. Jeroen Blijlevens en Steven de Jongh, ploegleiders bij Lidl-Trek, vertellen hun verhaal, en we vragen ons af: kan Sepp Kuss na de Vuelta ook de Tour winnen? Olympische Spelen De Olympische Spelen vinden plaats van 26 juli tot en met 11 augustus. Chef de mission Pieter van den Hoogenband kijkt terug op zijn gouden race twintig jaar geleden. Turnster Sanne Wevers bereidt zich voor op haar laatste kunstje, en baanwielrenner Harrie Lavreysen spreekt over hoge verwachtingen. Sharon van Rouwendaal gaat voor goud in het openwater, roeizussen Bente en Ilse Paulis geven een dubbelinterview, en Simone van de Kraats hoopt op goud in het waterpolo. Bovendien gingen we op bezoek bij Tes Schouten, Caspar Corbeau en Arno Kamminga, de drie schoolslagmusketiers. Alle drie zijn ze een medaillekandidaat in Parijs. Voor het eerst sinds 1992 plaatse een Nederlands duo zich op de 500 meter kanosprint voor de Spelen. Hoog tijd om kennis te maken met Selma Konijn en Ruth Vorsselman. Triatlontopper Maya Kingma stelde ernstige misstanden aan de kaak binnen het topsportprogramma van de triatlonbond. Dat werd de triatleet niet door iedereen in dank afgenomen. Joost Luiten is sinds kort vader en worstelde met golfyips. In aanloop naar de KLM Open, die hij twee keer won, doet hij zijn verhaal.

Turnen

Sanne Wevers – Het laatste kunstje

Sanne Wevers Sanne Wevers (32) werd olympisch kampioen op balk in Rio in 2016, maar zag sindsdien vooral de keerzijde van de medaille. De turncrisis, een langdurige blessure, angst in het turnen op ‘haar’ toestel en een conflict met een ploeggenoot lieten sporen na. Ze nam een sabbatical en maakte op het EK in 2023 een comeback volgens het boekje. Nu staat ze aan de vooravond van haar derde Spelen, waar ze in Helden Magazine nummer 72 op vooruit blikt. “Ik zeg altijd: je kan de voorkant van de medaille pas winnen als je de achterkant kan dragen.” Pak je die gouden plak uit Rio er nog weleens bij? “Soms. Zo vlak voor Parijs denk ik vaker terug aan die Spelen en wat het moment dat ik goud won waard was voor mij. Dat het al een keer is gelukt, is heel mooi. Maar die droom dat het me gaat lukken, heb ik nu weer.” Was het de mooiste tijd van je leven? “Ik gebruik vaak de quote ‘leef in je droom’. Als ik terugdenk aan dat jaar klopt dat, ik leefde mijn droom. Er bestond niks anders in mijn hoofd dan het gevoel dat het ging lukken. Alles stond in het teken van goud.” Merkte je na Rio dat er ook een keerzijde zat aan die olympische titel? “Buiten de turnzaal veranderde alles. Zoekende in die nieuwe realiteit, was ik. Ik ben niet het type dat graag in de schijnwerpers staat, moest wennen aan de nieuwe status. Ik dacht: hoe presenteer ik mezelf? En: hoe ga ik om met kritiek? Ik vond het ook gek dat ik ineens overal herkend werd; in de supermarkt, op straat. Nu gebeurt dat met vlagen: als ik net na een WK in trainingsoutfit ergens verschijn, komen er sneller mensen naar me toe dan als ik met losse haren rondloop op vakantie.” Lachend: “Gelukkig kun je als vrouw er op een makkelijke manier heel anders uitzien.” In Rio zei je tegen ons dat je bang was dat het goud tussen jou en jouw tweelingzus Lieke in zou komen te staan... “Zei ik dat toen al? Lieke en ik hebben onze moeilijke momenten gehad. Als olympisch kampioen wordt er ineens anders naar je gekeken, het was voor de buitenwereld soms lastig om de persoonlijke waarde los te zien van de marktwaarde. De buitenwereld kijkt vooral naar de marktwaarde, daardoor kregen Lieke en ik soms het gevoel dat er verschillend naar ons werd gekeken. Die olympische titel heeft niets te maken met hoe je als persoon bent. Een stom voorbeeld: toen een journalist bij ons de turnhal in kwam, begroette hij mij en gaf me een hand. Lieke stond naast mij en kreeg geen hand. In het begin was dat confronterend. Inmiddels zien we het als een tekortkoming van die journalist en lachen we erom.” 'Toen een journalist bij ons in de turnhal in kwam, begroette hij mij en gaf me een hand. Lieke stond naast mij en kreeg geen hand. In het begin was dat confronterend.' Heb je na Rio al getwijfeld om te stoppen met turnen? “Na Rio heb ik zeker gedacht: wat nu? Ik dacht dat ik in Rio op mijn allerbest was. Ik haal mijn motivatie uit dingen leren, mezelf ontwikkelen, maar dacht toen: ik kan niet beter dan dit. Toen moest ik zoeken naar een nieuwe uitdaging. Gelukkig kwam ik erachter dat er nog rek in zat. Als ik kijk waar ik nu sta met mijn oefening en als ik terugkijk naar mijn oefening in Rio, dan denk ik: zo, ik heb toch nog heel veel bijgeleerd.” Je bent nu acht jaar ouder en wijzer. In hoeverre heeft alles wat er is gebeurd jou veranderd? “Het is een rare tijd geweest. De Sanne van 2016 was heel onbevangen. Niet onbezorgd, want succes komt altijd met zorg, maar ik geloof wel heel sterk dat alles kon. Ik ben nu kritischer en terughoudender, ook wat betreft de keuzes die om mij heen worden gemaakt. Mensen vinden me niet altijd een leuk persoon, soms misschien te kritisch. Dat doet me af en toe wel pijn. Ik wil gewoon het maximale eruit halen.” Helden Magazine nummer 72 Het eerste gedeelte van het interview met Sanne Wevers komt voort uit Helden Magazine nummer 72. Het extra dikke zomernummer van Helden staat volledig in het teken van drie grote sportevenementen: het EK voetbal in Duitsland, de Tour de France en de Olympische Spelen in Parijs. Op de cover van de 204 pagina's tellende editie schitteren drie rolmodellen van wereldklasse uit de Nederlandse atletiek: Femke Bol, Sifan Hassan en Lieke Klaver. Wat is het geheim van hun succes? Experts zoals Ellen van Langen, Caroline Feith, Bart Bennema en Gregory Sedoc delen hun inzichten. EK voetbal De sportzomer van 2024 wordt afgetrapt met het EK voetbal, dat op 14 juni begint. In deze Helden een verhaal over Ronald Koeman. Onder andere Frank Rijkaard, Ruud Gullit, broer Erwin Koeman, Guus Hiddink, Jordi Cruijff en Rafael van der Vaart delen hun mening over de bondscoach van het Nederlands elftal. Verder ging Helden naar Milaan voor een interview met revelatie Tijjani Reijnders en zijn vrouw. Daley Blind 106-voudig international - bespreekt zijn indrukwekkende carrière aan de hand van foto’s. Brian Brobbey over de bondscoach, Marco van Basten, zijn toekomst, zijn roots en racisme. Arie Haan gaat vijftig jaar terug in de tijd, naar het WK voetbal in West-Duitsland dat eindigde met een nationaal trauma. Jan Wouters blikt terug op het gewonnen EK van 1988, ook in Duitsland. Het is nog altijd de enige hoofdprijs van Oranje. Tour de France  Na het EK volgt de Tour de France, van 29 juni tot en met 21 juli. In deze Helden lees je een interview met sprinter Fabio Jakobsen en een portret van Mathieu van der Poel, die ook de olympische wegwedstrijd in Parijs rijdt. Jeroen Blijlevens en Steven de Jongh, ploegleiders bij Lidl-Trek, vertellen hun verhaal, en we vragen ons af: kan Sepp Kuss na de Vuelta ook de Tour winnen? Olympische Spelen De Olympische Spelen vinden plaats van 26 juli tot en met 11 augustus. Chef de mission Pieter van den Hoogenband kijkt terug op zijn gouden race twintig jaar geleden. Baanwielrenner Harrie Lavreysen spreekt over hoge verwachtingen, en BMX’er Niek Kimmann over zijn post-olympische dip. Sharon van Rouwendaal gaat voor goud in het openwater, roeizussen Bente en Ilse Paulis geven een dubbelinterview, en Simone van de Kraats hoopt op goud in het waterpolo. Bovendien gingen we op bezoek bij Tes Schouten, Caspar Corbeau en Arno Kamminga, de drie schoolslagmusketiers. Alle drie zijn ze een medaillekandidaat in Parijs. Voor het eerst sinds 1992 plaatse een Nederlands duo zich op de 500 meter kanosprint voor de Spelen. Hoog tijd om kennis te maken met Selma Konijn en Ruth Vorsselman. Triatlontopper Maya Kingma stelde ernstige misstanden aan de kaak binnen het topsportprogramma van de triatlonbond. Dat werd de triatleet niet door iedereen in dank afgenomen. Joost Luiten is sinds kort vader en worstelde met golfyips. In aanloop naar de KLM Open, die hij twee keer won, doet hij zijn verhaal.
Sanne Wevers Sanne Wevers (32) werd olympisch kampioen op balk in Rio in 2016, maar zag sindsdien vooral de keerzijde van de medaille. De turncrisis, een langdurige blessure, angst in het turnen op ‘haar’ toestel en een conflict met een ploeggenoot lieten sporen na. Ze nam een sabbatical en maakte op het EK in 2023 een comeback volgens het boekje. Nu staat ze aan de vooravond van haar derde Spelen, waar ze in Helden Magazine nummer 72 op vooruit blikt. “Ik zeg altijd: je kan de voorkant van de medaille pas winnen als je de achterkant kan dragen.” Pak je die gouden plak uit Rio er nog weleens bij? “Soms. Zo vlak voor Parijs denk ik vaker terug aan die Spelen en wat het moment dat ik goud won waard was voor mij. Dat het al een keer is gelukt, is heel mooi. Maar die droom dat het me gaat lukken, heb ik nu weer.” Was het de mooiste tijd van je leven? “Ik gebruik vaak de quote ‘leef in je droom’. Als ik terugdenk aan dat jaar klopt dat, ik leefde mijn droom. Er bestond niks anders in mijn hoofd dan het gevoel dat het ging lukken. Alles stond in het teken van goud.” Merkte je na Rio dat er ook een keerzijde zat aan die olympische titel? “Buiten de turnzaal veranderde alles. Zoekende in die nieuwe realiteit, was ik. Ik ben niet het type dat graag in de schijnwerpers staat, moest wennen aan de nieuwe status. Ik dacht: hoe presenteer ik mezelf? En: hoe ga ik om met kritiek? Ik vond het ook gek dat ik ineens overal herkend werd; in de supermarkt, op straat. Nu gebeurt dat met vlagen: als ik net na een WK in trainingsoutfit ergens verschijn, komen er sneller mensen naar me toe dan als ik met losse haren rondloop op vakantie.” Lachend: “Gelukkig kun je als vrouw er op een makkelijke manier heel anders uitzien.” In Rio zei je tegen ons dat je bang was dat het goud tussen jou en jouw tweelingzus Lieke in zou komen te staan... “Zei ik dat toen al? Lieke en ik hebben onze moeilijke momenten gehad. Als olympisch kampioen wordt er ineens anders naar je gekeken, het was voor de buitenwereld soms lastig om de persoonlijke waarde los te zien van de marktwaarde. De buitenwereld kijkt vooral naar de marktwaarde, daardoor kregen Lieke en ik soms het gevoel dat er verschillend naar ons werd gekeken. Die olympische titel heeft niets te maken met hoe je als persoon bent. Een stom voorbeeld: toen een journalist bij ons de turnhal in kwam, begroette hij mij en gaf me een hand. Lieke stond naast mij en kreeg geen hand. In het begin was dat confronterend. Inmiddels zien we het als een tekortkoming van die journalist en lachen we erom.” 'Toen een journalist bij ons in de turnhal in kwam, begroette hij mij en gaf me een hand. Lieke stond naast mij en kreeg geen hand. In het begin was dat confronterend.' Heb je na Rio al getwijfeld om te stoppen met turnen? “Na Rio heb ik zeker gedacht: wat nu? Ik dacht dat ik in Rio op mijn allerbest was. Ik haal mijn motivatie uit dingen leren, mezelf ontwikkelen, maar dacht toen: ik kan niet beter dan dit. Toen moest ik zoeken naar een nieuwe uitdaging. Gelukkig kwam ik erachter dat er nog rek in zat. Als ik kijk waar ik nu sta met mijn oefening en als ik terugkijk naar mijn oefening in Rio, dan denk ik: zo, ik heb toch nog heel veel bijgeleerd.” Je bent nu acht jaar ouder en wijzer. In hoeverre heeft alles wat er is gebeurd jou veranderd? “Het is een rare tijd geweest. De Sanne van 2016 was heel onbevangen. Niet onbezorgd, want succes komt altijd met zorg, maar ik geloof wel heel sterk dat alles kon. Ik ben nu kritischer en terughoudender, ook wat betreft de keuzes die om mij heen worden gemaakt. Mensen vinden me niet altijd een leuk persoon, soms misschien te kritisch. Dat doet me af en toe wel pijn. Ik wil gewoon het maximale eruit halen.” Helden Magazine nummer 72 Het eerste gedeelte van het interview met Sanne Wevers komt voort uit Helden Magazine nummer 72. Het extra dikke zomernummer van Helden staat volledig in het teken van drie grote sportevenementen: het EK voetbal in Duitsland, de Tour de France en de Olympische Spelen in Parijs. Op de cover van de 204 pagina's tellende editie schitteren drie rolmodellen van wereldklasse uit de Nederlandse atletiek: Femke Bol, Sifan Hassan en Lieke Klaver. Wat is het geheim van hun succes? Experts zoals Ellen van Langen, Caroline Feith, Bart Bennema en Gregory Sedoc delen hun inzichten. EK voetbal De sportzomer van 2024 wordt afgetrapt met het EK voetbal, dat op 14 juni begint. In deze Helden een verhaal over Ronald Koeman. Onder andere Frank Rijkaard, Ruud Gullit, broer Erwin Koeman, Guus Hiddink, Jordi Cruijff en Rafael van der Vaart delen hun mening over de bondscoach van het Nederlands elftal. Verder ging Helden naar Milaan voor een interview met revelatie Tijjani Reijnders en zijn vrouw. Daley Blind 106-voudig international - bespreekt zijn indrukwekkende carrière aan de hand van foto’s. Brian Brobbey over de bondscoach, Marco van Basten, zijn toekomst, zijn roots en racisme. Arie Haan gaat vijftig jaar terug in de tijd, naar het WK voetbal in West-Duitsland dat eindigde met een nationaal trauma. Jan Wouters blikt terug op het gewonnen EK van 1988, ook in Duitsland. Het is nog altijd de enige hoofdprijs van Oranje. Tour de France  Na het EK volgt de Tour de France, van 29 juni tot en met 21 juli. In deze Helden lees je een interview met sprinter Fabio Jakobsen en een portret van Mathieu van der Poel, die ook de olympische wegwedstrijd in Parijs rijdt. Jeroen Blijlevens en Steven de Jongh, ploegleiders bij Lidl-Trek, vertellen hun verhaal, en we vragen ons af: kan Sepp Kuss na de Vuelta ook de Tour winnen? Olympische Spelen De Olympische Spelen vinden plaats van 26 juli tot en met 11 augustus. Chef de mission Pieter van den Hoogenband kijkt terug op zijn gouden race twintig jaar geleden. Baanwielrenner Harrie Lavreysen spreekt over hoge verwachtingen, en BMX’er Niek Kimmann over zijn post-olympische dip. Sharon van Rouwendaal gaat voor goud in het openwater, roeizussen Bente en Ilse Paulis geven een dubbelinterview, en Simone van de Kraats hoopt op goud in het waterpolo. Bovendien gingen we op bezoek bij Tes Schouten, Caspar Corbeau en Arno Kamminga, de drie schoolslagmusketiers. Alle drie zijn ze een medaillekandidaat in Parijs. Voor het eerst sinds 1992 plaatse een Nederlands duo zich op de 500 meter kanosprint voor de Spelen. Hoog tijd om kennis te maken met Selma Konijn en Ruth Vorsselman. Triatlontopper Maya Kingma stelde ernstige misstanden aan de kaak binnen het topsportprogramma van de triatlonbond. Dat werd de triatleet niet door iedereen in dank afgenomen. Joost Luiten is sinds kort vader en worstelde met golfyips. In aanloop naar de KLM Open, die hij twee keer won, doet hij zijn verhaal.

Boksen

Peter Aerts: God in Japan

Door zijn zeges in het prestigieuze K-1 toernooi is Peter Aerts (53) alias The Lumberjack een legende in Japan. Fans spreken hem in zijn ‘nieuwe vaderland’ aanvoor een selfie. Met zijn kersverse vechtsportbond LEGEND organiseert Peter dit jaar in Japan vier gala’s. Er zijn vergevorderde plannen voor een eigen sportschool in Tokio, de eerste van een keten. Wij zochten hem voor Helden Magazine 71 op in Japan. ‘Peter Aerts, Mister K-1!’ Voormalig kickbokskampioen Peter Aerts, 53 jaar inmiddels, loopt ’s avonds laat ontspannen in zwarte trainingsbroek en zwarte jas over straat in uitgaanswijk Roppongi in de Japanse hoofdstad Tokio. Hij steekt met kop en schouders uit boven zijn omgeving en wordt aan de lopende band herkend. Fans reageren vol ontzag en willen dolgraag met hem poseren. Voor de gelegenheid neemt Peter steevast een bokshouding aan en zegt met een grijns op zijn gezicht: “Osu.” Dat betekent ‘respect’. Dertig jaar na zijn eerste overwinning in het K-1-toernooi – de Champions League van het kickboksen – is Peter Aerts in Japan een levende legende. Hij won het toernooi drie keer en stond nog eens drie keer in de finale. De titanenstrijd in de Tokyo Dome trok steevast ruim zeventigduizend bezoekers, op tv keken tientallen miljoenen mensen live mee. Ontelbare keren was Peter te zien in reclamespots en populaire tv-shows. Max Verstappen zei na afloop van de door hem gewonnen GP van Japan in 2023 tegen Peter: “Ik ken jou wel. Ik keek altijd met mijn vader naar jouw wedstrijden.” In zijn hoogtijdagen was de chique club V2 in Roppongi zijn thuishonk. Boven de club had hij een hotelkamer waar hij gratis mocht logeren en gasten kon ontvangen. Bij de entree hangen portretten van beroemdheden die hier ooit geweest zijn, onder wie de popsterren Justin Bieber en Ariana Grande. Uiteraard hangt er ook een portret van Mister K-1. Hoewel Peter zijn komst niet gemeld heeft, leidt het hoofd beveiliging – een voormalig MMA-kampioen – ons na een buiging en een omhelzing naar een tafel in het vipgedeelte. De drankjes zijn vanzelfsprekend van de zaak. De volgende middag wordt Peter midden op Shibuya Crossing Square, het drukste kruispunt ter wereld met per groen licht soms wel 2500 passanten, aangesproken voor een selfie. Hij stopt tussen de immense menigte en poseert vriendelijk. “Vroeger was het veel erger. Auto’s stopten midden op de weg om naar mij te toeteren en er ontstonden files. Iedereen rende naar me toe om foto’s met mij te maken. Er zijn zelfs fans die mij op hun lijf hebben getatoeëerd.” [caption id="attachment_19683" align="alignnone" width="2560"] V.l.n.r.: Esther, Montana, Peter en Marciano Aerts in Japan.[/caption] Peter Aerts is inmiddels een halve Japanner. Hij huurt een riant appartement op de achttiende verdieping van een wolkenkrabber in de zakenwijk Shinagawa. Daar verblijft hij het grootste deel van het jaar. Hij heeft de papieren ingeleverd om een vaste inwoner van Tokio te worden. “Op die manier hoef ik ook niet Nederlandse én Japanse belasting te betalen. De mensen zijn hier zo beleefd. Ik woon daarom liever in Japan dan in Nederland. Mensen hebben respect voor elkaar en het is schoon en georganiseerd. In Nederland is dat toch minder het geval.” Helden Magazine 71 Het eerste gedeelte van het interview met Peter Aerts is afkomstig uit de tweede uitgave van 2024. De 71ste editie van Helden Magazine is voor het eerst in België te bewonderen! Deze mijlpaal wordt gevierd met twee verschillende sporters op de cover: Estavana Polman in Nederland en Wout van Aert in België. In een openhartig interview deelt Estavana Polman, het gezicht van het Nederlandse handbalteam, haar verhaal over de voorbereidingen op het olympisch kwalificatietoernooi. Daarbij komen ook haar persoonlijke uitdagingen, zoals haar relatie met Rafael van der Vaart, het moederschap en haar blessures ter sprake. Alleskunner Wout van Aert laat dit jaar de Tour de France schieten en kiest voor het eerst voor de Giro d’Italia. De Belgische renner spreekt zich uit over het nieuwe traject, Mathieu van der Poel, Visma-Lease a Bike en de Olympische Spelen. In deze editie van Helden wordt er ook veel aandacht besteed aan voetbal. Esmee Brugts, bekroond als Talent van het Jaar, maakte afgelopen zomer een droomtransfer naar FC Barcelona. Experts laten zich daarnaast uit over Jerdy Schouten, de sleutelspeler van PSV, dat op weg is naar het landskampioenschap en het EK met Oranje in Duitsland. We blikken terug op de legendarische wedstrijd tegen Portugal tijdens het WK van 2006 met Khalid Boulahrouz en bezoeken verdediger Bart Nieuwkoop in Rotterdam. Met Manchester City won Kevin De Bruyne alles wat er te winnen valt. Kenners spreken zich uit over onder meer zijn weergaloze traptechniek en fabuleuze inzicht. In ‘De Dag Dat Alles Misging’ kijken Sigi Lens en Edu Nandlal terug op de vliegtuigcrash in Suriname. Ze hebben de verschrikkelijke SLM-ramp overleefd die zich 35 jaar geleden heeft voorgedaan. Verder in de 140 pagina’s tellende editie deelt marathonloopster Anne Luijten haar bewogen jaar met de lezers. Ze liep de olympische limiet, trouwde, maar verloor ook haar trouwste fan: vader Jos. Zwemfenomeen Ian Thorpe blikt terug op zijn legendarische races en vriendschap met Pieter van den Hoogenband. Victoria Koblenko gaat in gesprek met Ranomi Kromowidjojo, drievoudig olympisch kampioen en zeventienvoudig wereldkampioen zwemmen. Als laatste is de negentienjarige Collin Veijer de hoop van de Nederlandse motorsportfans, maar wie is hij?
Door zijn zeges in het prestigieuze K-1 toernooi is Peter Aerts (53) alias The Lumberjack een legende in Japan. Fans spreken hem in zijn ‘nieuwe vaderland’ aanvoor een selfie. Met zijn kersverse vechtsportbond LEGEND organiseert Peter dit jaar in Japan vier gala’s. Er zijn vergevorderde plannen voor een eigen sportschool in Tokio, de eerste van een keten. Wij zochten hem voor Helden Magazine 71 op in Japan. ‘Peter Aerts, Mister K-1!’ Voormalig kickbokskampioen Peter Aerts, 53 jaar inmiddels, loopt ’s avonds laat ontspannen in zwarte trainingsbroek en zwarte jas over straat in uitgaanswijk Roppongi in de Japanse hoofdstad Tokio. Hij steekt met kop en schouders uit boven zijn omgeving en wordt aan de lopende band herkend. Fans reageren vol ontzag en willen dolgraag met hem poseren. Voor de gelegenheid neemt Peter steevast een bokshouding aan en zegt met een grijns op zijn gezicht: “Osu.” Dat betekent ‘respect’. Dertig jaar na zijn eerste overwinning in het K-1-toernooi – de Champions League van het kickboksen – is Peter Aerts in Japan een levende legende. Hij won het toernooi drie keer en stond nog eens drie keer in de finale. De titanenstrijd in de Tokyo Dome trok steevast ruim zeventigduizend bezoekers, op tv keken tientallen miljoenen mensen live mee. Ontelbare keren was Peter te zien in reclamespots en populaire tv-shows. Max Verstappen zei na afloop van de door hem gewonnen GP van Japan in 2023 tegen Peter: “Ik ken jou wel. Ik keek altijd met mijn vader naar jouw wedstrijden.” In zijn hoogtijdagen was de chique club V2 in Roppongi zijn thuishonk. Boven de club had hij een hotelkamer waar hij gratis mocht logeren en gasten kon ontvangen. Bij de entree hangen portretten van beroemdheden die hier ooit geweest zijn, onder wie de popsterren Justin Bieber en Ariana Grande. Uiteraard hangt er ook een portret van Mister K-1. Hoewel Peter zijn komst niet gemeld heeft, leidt het hoofd beveiliging – een voormalig MMA-kampioen – ons na een buiging en een omhelzing naar een tafel in het vipgedeelte. De drankjes zijn vanzelfsprekend van de zaak. De volgende middag wordt Peter midden op Shibuya Crossing Square, het drukste kruispunt ter wereld met per groen licht soms wel 2500 passanten, aangesproken voor een selfie. Hij stopt tussen de immense menigte en poseert vriendelijk. “Vroeger was het veel erger. Auto’s stopten midden op de weg om naar mij te toeteren en er ontstonden files. Iedereen rende naar me toe om foto’s met mij te maken. Er zijn zelfs fans die mij op hun lijf hebben getatoeëerd.” [caption id="attachment_19683" align="alignnone" width="2560"] V.l.n.r.: Esther, Montana, Peter en Marciano Aerts in Japan.[/caption] Peter Aerts is inmiddels een halve Japanner. Hij huurt een riant appartement op de achttiende verdieping van een wolkenkrabber in de zakenwijk Shinagawa. Daar verblijft hij het grootste deel van het jaar. Hij heeft de papieren ingeleverd om een vaste inwoner van Tokio te worden. “Op die manier hoef ik ook niet Nederlandse én Japanse belasting te betalen. De mensen zijn hier zo beleefd. Ik woon daarom liever in Japan dan in Nederland. Mensen hebben respect voor elkaar en het is schoon en georganiseerd. In Nederland is dat toch minder het geval.” Helden Magazine 71 Het eerste gedeelte van het interview met Peter Aerts is afkomstig uit de tweede uitgave van 2024. De 71ste editie van Helden Magazine is voor het eerst in België te bewonderen! Deze mijlpaal wordt gevierd met twee verschillende sporters op de cover: Estavana Polman in Nederland en Wout van Aert in België. In een openhartig interview deelt Estavana Polman, het gezicht van het Nederlandse handbalteam, haar verhaal over de voorbereidingen op het olympisch kwalificatietoernooi. Daarbij komen ook haar persoonlijke uitdagingen, zoals haar relatie met Rafael van der Vaart, het moederschap en haar blessures ter sprake. Alleskunner Wout van Aert laat dit jaar de Tour de France schieten en kiest voor het eerst voor de Giro d’Italia. De Belgische renner spreekt zich uit over het nieuwe traject, Mathieu van der Poel, Visma-Lease a Bike en de Olympische Spelen. In deze editie van Helden wordt er ook veel aandacht besteed aan voetbal. Esmee Brugts, bekroond als Talent van het Jaar, maakte afgelopen zomer een droomtransfer naar FC Barcelona. Experts laten zich daarnaast uit over Jerdy Schouten, de sleutelspeler van PSV, dat op weg is naar het landskampioenschap en het EK met Oranje in Duitsland. We blikken terug op de legendarische wedstrijd tegen Portugal tijdens het WK van 2006 met Khalid Boulahrouz en bezoeken verdediger Bart Nieuwkoop in Rotterdam. Met Manchester City won Kevin De Bruyne alles wat er te winnen valt. Kenners spreken zich uit over onder meer zijn weergaloze traptechniek en fabuleuze inzicht. In ‘De Dag Dat Alles Misging’ kijken Sigi Lens en Edu Nandlal terug op de vliegtuigcrash in Suriname. Ze hebben de verschrikkelijke SLM-ramp overleefd die zich 35 jaar geleden heeft voorgedaan. Verder in de 140 pagina’s tellende editie deelt marathonloopster Anne Luijten haar bewogen jaar met de lezers. Ze liep de olympische limiet, trouwde, maar verloor ook haar trouwste fan: vader Jos. Zwemfenomeen Ian Thorpe blikt terug op zijn legendarische races en vriendschap met Pieter van den Hoogenband. Victoria Koblenko gaat in gesprek met Ranomi Kromowidjojo, drievoudig olympisch kampioen en zeventienvoudig wereldkampioen zwemmen. Als laatste is de negentienjarige Collin Veijer de hoop van de Nederlandse motorsportfans, maar wie is hij?

Marathon

Anne Luijten: ‘Je zou haast in magie gaan geloven’

Anne Luijten heeft een bewogen tijd achter de rug. De atlete werd in 2023 Nederlands kampioen op de halve en de hele marathon, liep de olympische limiet en trouwde. Daar tegenover stond het overlijden van haar grootste fan: vader Jos. In aanloop naar de Rotterdam Marathon van 14 april praat ze in Helden Magazine 71 openhartig over de heftige periode die achter haar ligt. “Voor het eerst zonder papa. Ik heb al een paar wedstrijdjes gelopen sinds zijn overlijden en vond het niet heel erg lastig dat ik zijn gezicht ineens niet meer langs de kant zag. Maar op zondag 14 april bij de Rotterdam Marathon zal ik het moeilijker vinden dat hij er niet meer bij is, vermoed ik. Vorig jaar sliep ik bij mijn ouders in Rijswijk en reed ik gezellig met papa in de auto naar Rotterdam. We parkeerden de auto bij mijn broertje Tom en papa pakte de fiets uit de auto en ging met me mee naar de start. Tijdens de marathon volgde hij me op de fiets, terwijl hij al ziek was. Ik werd Nederlands kampioen in mijn tweede marathon, was ruim vijf minuten sneller dan bij mijn debuut, een jaar eerder ook in Rotterdam; het was zo’n mooie dag. Rotterdam heeft altijd al een speciaal plekje in mijn hart. Mijn oma is er opgegroeid en heeft het bombardement in 1940 meegemaakt. Mijn vader heeft er gestudeerd en ook heel veel geroeid. Zelfs zo hard dat hij zijn studie niet afmaakte. Mijn broertje heeft er ook gestudeerd en woont er nu. Ook op sportief gebied speelt Rotterdam van jongs af aan al een belangrijke rol. In de jeugd mocht ik meedoen aan de regiotrainingen die door de atletiekbond werden georganiseerd en die werden in Rotterdam gehouden. Daar reed papa me dan naartoe. Als meisje van achttien heb ik in 2012 Miranda Boonstra gevolgd tijdens de Rotterdam Marathon. Van ons huis in Rijswijk ben ik die dag op de fiets naar Rotterdam gegaan om haar te volgen. Daar aangekomen mocht ik meefietsen met Tonnie Dirks, de coach van Miranda. Ik vond het zo tof om haar volledig geconcentreerd te zien lopen achter haar gangmakers aan. Verschrikkelijk jammer dat ze op slechts acht tellen de olympische limiet miste, maar de blik achter de schermen maakte op mij grote indruk. Eigenlijk was dat het moment dat ik dacht: de marathon is wel heel gaaf. Mijn vader en moeder waren erg sportief. Naast roeien was mijn vader van het hardlopen. Mama deed dat ook, liep elk jaar de City Pier City Loop in Den Haag. Mijn zusje Femke wilde nadat ze mijn moeder die wedstrijd had zien lopen op atletiek en ik besloot met haar mee te gaan. Ik had gezwommen en geschaatst en mama vond hockey wel wat voor mij, maar het werd atletiek. Bij AV’40 in Delft trok ik meteen naar het hardlopen, zag mensen vaak kijken naar mij met het idee van: waarom doet zij aan het einde van de training nog zo haar best op de 800 meter? Ik vond het een uitdaging om te kijken of ik dan de jongens bij kon houden. Het was een leuke club, maar de meeste leden redeneerden dat het ook vooral ‘gezellig moest blijven’. Omdat ik daar iets te fanatiek voor was, stapte ik over naar een andere vereniging met een heel leuk hardloopteam en een heel bevlogen trainer, Arthur van Dijk. Daar dacht ik: gelukkig, er zijn er meer die net zo gek zijn van hardlopen als ik. In 2012 kreeg ik een scholarship van de Universiteit van Portland, ging in Amerika mijn studie combineren met hardlopen. De echte toppers konden na de middelbare school prof worden, dat zat er voor mij niet in. Ik kwalificeerde me voor enkele grote toernooien op de 3000 en 5000 meter, zoals de Europese Jeugdkampioenschappen, maar liep daarin vaak achterin mee. Toen de kans om naar Amerika te gaan zich voordeed, dacht ik: ik heb zoveel tijd in het hardlopen geïnvesteerd, dit avontuur wil ik aangaan. Ik trainde ’s ochtends en ’s middags met het team en kon tussendoor studeren. Geweldig. Ik heb mijn tijd in Portland zo lang mogelijk gerekt, heb eerst Sociologie en daarna Psychologie gestudeerd, waardoor ik er vijf jaar kon blijven. In 2017 keerde ik terug naar Nederland, ging bij Honoré Hoedt trainen en volgde de opleiding Sustainable Development in Utrecht. Het hardlopen ging goed, totdat ik begin 2018 een achillespeesblessure kreeg die maar op bleef spelen. Mijn toptijd op de 5000 meter was 16 minuten en 6 seconden en ineens moest ik tevreden zijn met tijden die een halve minuut langzamer waren. Daardoor werd het lastig om mezelf te blijven motiveren er vol voor te gaan, en bijvoorbeeld ook ’s avonds in de regen en kou nog de deur uit te gaan om te trainen. Helden Magazine 71 Het eerste gedeelte van het interview met Anne Luijten is afkomstig uit de tweede uitgave van 2024. De 71ste editie van Helden Magazine is voor het eerst in België te bewonderen! Deze mijlpaal wordt gevierd met twee verschillende sporters op de cover: Estavana Polman in Nederland en Wout van Aert in België. In een openhartig interview deelt Estavana Polman, het gezicht van het Nederlandse handbalteam, haar verhaal over de voorbereidingen op het olympisch kwalificatietoernooi. Daarbij komen ook haar persoonlijke uitdagingen, zoals haar relatie met Rafael van der Vaart, het moederschap en haar blessures ter sprake. Alleskunner Wout van Aert laat dit jaar de Tour de France schieten en kiest voor het eerst voor de Giro d’Italia. De Belgische renner spreekt zich uit over het nieuwe traject, Mathieu van der Poel, Visma-Lease a Bike en de Olympische Spelen. In deze editie van Helden wordt er ook veel aandacht besteed aan voetbal. Esmee Brugts, bekroond als Talent van het Jaar, maakte afgelopen zomer een droomtransfer naar FC Barcelona. Experts laten zich daarnaast uit over Jerdy Schouten, de sleutelspeler van PSV, dat op weg is naar het landskampioenschap en het EK met Oranje in Duitsland. We blikken terug op de legendarische wedstrijd tegen Portugal tijdens het WK van 2006 met Khalid Boulahrouz en bezoeken verdediger Bart Nieuwkoop in Rotterdam. Met Manchester City won Kevin De Bruyne alles wat er te winnen valt. Kenners spreken zich uit over onder meer zijn weergaloze traptechniek en fabuleuze inzicht. In ‘De Dag Dat Alles Misging’ kijken Sigi Lens en Edu Nandlal terug op de vliegtuigcrash in Suriname. Ze hebben de verschrikkelijke SLM-ramp overleefd die zich 35 jaar geleden heeft voorgedaan. Verder in de 140 pagina’s tellende editie blikt zwemfenomeen Ian Thorpe terug op zijn legendarische races en vriendschap met Pieter van den Hoogenband. Victoria Koblenko gaat in gesprek met Ranomi Kromowidjojo, drievoudig olympisch kampioen en zeventienvoudig wereldkampioen zwemmen. Kickbokslegende Peter Aerts, een grootheid in Japan, spreekt onder meer over het oprichten van zijn eigen bond LEGEND. Als laatste is de negentienjarige Collin Veijer de hoop van de Nederlandse motorsportfans, maar wie is hij?
Anne Luijten heeft een bewogen tijd achter de rug. De atlete werd in 2023 Nederlands kampioen op de halve en de hele marathon, liep de olympische limiet en trouwde. Daar tegenover stond het overlijden van haar grootste fan: vader Jos. In aanloop naar de Rotterdam Marathon van 14 april praat ze in Helden Magazine 71 openhartig over de heftige periode die achter haar ligt. “Voor het eerst zonder papa. Ik heb al een paar wedstrijdjes gelopen sinds zijn overlijden en vond het niet heel erg lastig dat ik zijn gezicht ineens niet meer langs de kant zag. Maar op zondag 14 april bij de Rotterdam Marathon zal ik het moeilijker vinden dat hij er niet meer bij is, vermoed ik. Vorig jaar sliep ik bij mijn ouders in Rijswijk en reed ik gezellig met papa in de auto naar Rotterdam. We parkeerden de auto bij mijn broertje Tom en papa pakte de fiets uit de auto en ging met me mee naar de start. Tijdens de marathon volgde hij me op de fiets, terwijl hij al ziek was. Ik werd Nederlands kampioen in mijn tweede marathon, was ruim vijf minuten sneller dan bij mijn debuut, een jaar eerder ook in Rotterdam; het was zo’n mooie dag. Rotterdam heeft altijd al een speciaal plekje in mijn hart. Mijn oma is er opgegroeid en heeft het bombardement in 1940 meegemaakt. Mijn vader heeft er gestudeerd en ook heel veel geroeid. Zelfs zo hard dat hij zijn studie niet afmaakte. Mijn broertje heeft er ook gestudeerd en woont er nu. Ook op sportief gebied speelt Rotterdam van jongs af aan al een belangrijke rol. In de jeugd mocht ik meedoen aan de regiotrainingen die door de atletiekbond werden georganiseerd en die werden in Rotterdam gehouden. Daar reed papa me dan naartoe. Als meisje van achttien heb ik in 2012 Miranda Boonstra gevolgd tijdens de Rotterdam Marathon. Van ons huis in Rijswijk ben ik die dag op de fiets naar Rotterdam gegaan om haar te volgen. Daar aangekomen mocht ik meefietsen met Tonnie Dirks, de coach van Miranda. Ik vond het zo tof om haar volledig geconcentreerd te zien lopen achter haar gangmakers aan. Verschrikkelijk jammer dat ze op slechts acht tellen de olympische limiet miste, maar de blik achter de schermen maakte op mij grote indruk. Eigenlijk was dat het moment dat ik dacht: de marathon is wel heel gaaf. Mijn vader en moeder waren erg sportief. Naast roeien was mijn vader van het hardlopen. Mama deed dat ook, liep elk jaar de City Pier City Loop in Den Haag. Mijn zusje Femke wilde nadat ze mijn moeder die wedstrijd had zien lopen op atletiek en ik besloot met haar mee te gaan. Ik had gezwommen en geschaatst en mama vond hockey wel wat voor mij, maar het werd atletiek. Bij AV’40 in Delft trok ik meteen naar het hardlopen, zag mensen vaak kijken naar mij met het idee van: waarom doet zij aan het einde van de training nog zo haar best op de 800 meter? Ik vond het een uitdaging om te kijken of ik dan de jongens bij kon houden. Het was een leuke club, maar de meeste leden redeneerden dat het ook vooral ‘gezellig moest blijven’. Omdat ik daar iets te fanatiek voor was, stapte ik over naar een andere vereniging met een heel leuk hardloopteam en een heel bevlogen trainer, Arthur van Dijk. Daar dacht ik: gelukkig, er zijn er meer die net zo gek zijn van hardlopen als ik. In 2012 kreeg ik een scholarship van de Universiteit van Portland, ging in Amerika mijn studie combineren met hardlopen. De echte toppers konden na de middelbare school prof worden, dat zat er voor mij niet in. Ik kwalificeerde me voor enkele grote toernooien op de 3000 en 5000 meter, zoals de Europese Jeugdkampioenschappen, maar liep daarin vaak achterin mee. Toen de kans om naar Amerika te gaan zich voordeed, dacht ik: ik heb zoveel tijd in het hardlopen geïnvesteerd, dit avontuur wil ik aangaan. Ik trainde ’s ochtends en ’s middags met het team en kon tussendoor studeren. Geweldig. Ik heb mijn tijd in Portland zo lang mogelijk gerekt, heb eerst Sociologie en daarna Psychologie gestudeerd, waardoor ik er vijf jaar kon blijven. In 2017 keerde ik terug naar Nederland, ging bij Honoré Hoedt trainen en volgde de opleiding Sustainable Development in Utrecht. Het hardlopen ging goed, totdat ik begin 2018 een achillespeesblessure kreeg die maar op bleef spelen. Mijn toptijd op de 5000 meter was 16 minuten en 6 seconden en ineens moest ik tevreden zijn met tijden die een halve minuut langzamer waren. Daardoor werd het lastig om mezelf te blijven motiveren er vol voor te gaan, en bijvoorbeeld ook ’s avonds in de regen en kou nog de deur uit te gaan om te trainen. Helden Magazine 71 Het eerste gedeelte van het interview met Anne Luijten is afkomstig uit de tweede uitgave van 2024. De 71ste editie van Helden Magazine is voor het eerst in België te bewonderen! Deze mijlpaal wordt gevierd met twee verschillende sporters op de cover: Estavana Polman in Nederland en Wout van Aert in België. In een openhartig interview deelt Estavana Polman, het gezicht van het Nederlandse handbalteam, haar verhaal over de voorbereidingen op het olympisch kwalificatietoernooi. Daarbij komen ook haar persoonlijke uitdagingen, zoals haar relatie met Rafael van der Vaart, het moederschap en haar blessures ter sprake. Alleskunner Wout van Aert laat dit jaar de Tour de France schieten en kiest voor het eerst voor de Giro d’Italia. De Belgische renner spreekt zich uit over het nieuwe traject, Mathieu van der Poel, Visma-Lease a Bike en de Olympische Spelen. In deze editie van Helden wordt er ook veel aandacht besteed aan voetbal. Esmee Brugts, bekroond als Talent van het Jaar, maakte afgelopen zomer een droomtransfer naar FC Barcelona. Experts laten zich daarnaast uit over Jerdy Schouten, de sleutelspeler van PSV, dat op weg is naar het landskampioenschap en het EK met Oranje in Duitsland. We blikken terug op de legendarische wedstrijd tegen Portugal tijdens het WK van 2006 met Khalid Boulahrouz en bezoeken verdediger Bart Nieuwkoop in Rotterdam. Met Manchester City won Kevin De Bruyne alles wat er te winnen valt. Kenners spreken zich uit over onder meer zijn weergaloze traptechniek en fabuleuze inzicht. In ‘De Dag Dat Alles Misging’ kijken Sigi Lens en Edu Nandlal terug op de vliegtuigcrash in Suriname. Ze hebben de verschrikkelijke SLM-ramp overleefd die zich 35 jaar geleden heeft voorgedaan. Verder in de 140 pagina’s tellende editie blikt zwemfenomeen Ian Thorpe terug op zijn legendarische races en vriendschap met Pieter van den Hoogenband. Victoria Koblenko gaat in gesprek met Ranomi Kromowidjojo, drievoudig olympisch kampioen en zeventienvoudig wereldkampioen zwemmen. Kickbokslegende Peter Aerts, een grootheid in Japan, spreekt onder meer over het oprichten van zijn eigen bond LEGEND. Als laatste is de negentienjarige Collin Veijer de hoop van de Nederlandse motorsportfans, maar wie is hij?

Shorttrack

Xandra en Michelle Velzeboer: ‘Bij ons is dat filter weg’

Xandra en Michelle Velzeboer zijn zusjes, shorttrackers en huisgenoten. De een, Xandra, heeft op haar 22ste al zes wereldtitels en olympisch goud op zak. De ander, Michelle, is twintig en klopt hard op de deur. We leggen hen acht stellingen voor in aanloop naar de WK in Ahoy (15-17 maart), waar ze samen goud hopen te winnen op de relay. Het is dat we allebei aan shorttrack doen, maar verder zijn we tegenpolen Xandra: “We hebben verschillende karakters, maar tegenpolen vind ik een te groot woord.” Michelle: “Ik denk dat jij van jongs af aan wat zelfverzekerder bent dan ik, Xan. En jij bent ook wat overheersender.” Xandra, lachend: “Ik weet niet of dat echt zo is, of dat jij dat gevoel gewoon hebt. Ik zoek jou minder snel op als ik ergens mee zit dan jij mij, deel het dan eerder met mijn vriend Dennis of onze ouders. Terwijl jij juist eerder bij mij aanklopt, Mies. Niet lullig bedoeld, maar ik vraag jou niet zo snel om advies en denk ook dat ik dat minder snel aan zou nemen. Ik ben toch anderhalf jaar ouder en dus de ‘grote’ zus...” Michelle: “Dat snap ik ook, hoor. Ik denk ook niet dat ik jou goed genoeg kan helpen met dingen waar jij tegenaan loopt.” Ben jij ook een beetje de beschermende grote zus voor Michelle? Xandra: “Nou, als Mies zich ergens zorgen om maakt, dan kan ik me er weer zorgen om maken dat zij ergens mee zit. Ik heb dan het gevoel dat ik iets op moet lossen voor haar.” Is jullie band veranderd met de jaren? Michelle: “Niet heel erg. We konden toen we nog thuis bij onze ouders woonden soms wel echt ruzie hebben en dat gebeurt soms nog weleens. Dan kan het er pittig aan toegaan. We beoefenen dezelfde sport, trainen samen, wonen bij elkaar en voorheen volgden we ook nog dezelfde studie. We zagen elkaar dus zo’n beetje dag en nacht, dat kan ook weleens voor irritatie zorgen.” Xandra: “De emmer kan af en toe overlopen en dan komt alles er in één keer uit. Daarna kunnen we weer een tijdje vooruit.” Michelle: “Op het ijs hebben we nooit echt ruzie.” Xandra: “De anderen hebben het in elk geval niet door. Als jij er even niet lekker in zit, dan ga ik niet zeggen: wat vervelend voor je. Nee, dan roep ik juist: kom op, niet zeuren, doorgaan! Dan reageer ik eerder een beetje bozig.” Michelle: “En op zo’n moment denk en zeg ik: jij hebt makkelijk praten, bij jou gaat het altijd goed.” Xandra: “Ik kan tegelijkertijd weleens ergens onzeker over doen en dan zeg jij: ‘Dat slaat echt nergens op dat je daar onzeker over bent. Je rijdt gewoon goed.’” Is er ook weleens sprake van een concurrentiestrijd tussen jullie? Xandra: “Nou, ik ben heel competitief. Vroeger wilde ik echt niet dat Mies ergens beter in was dan ik.” Michelle, lachend: “Dat is tegenwoordig nog niet veel anders, hoor.” Michelle: ‘Ik was alleen maar op één been aan het zwieren, zat ook op ballet. Ik was veel meer een meisje-meisje dan jij, Xan. Jij was van de stoere dingen’ Xandra: “Doordat we anderhalf jaar in leeftijd verschillen, zaten we het ene jaar in dezelfde leeftijdscategorie en het andere jaar niet. In de jaren dat we het tegen elkaar op moesten nemen, zeiden andere ouders geregeld tegen mij: ‘Nou, pas maar op, want je zusje komt eraan. Ze gaat je straks verslaan.’ Vreselijk als mensen dat zeiden. Nu sta ik er anders in. Ik vind het juist heel vet als we samen A-finales rijden, dat hebben we al een paar keer gedaan. Hoe mooi is het dat we samen aan de start staan en allebei wereldkampioen kunnen worden?” Helden Magazine 70 Het eerste gedeelte van het interview met Xandra en Michelle Velzeboer komt voort uit het eerste nummer van 2024. Jutta Leerdam schittert op de cover van de zeventigste editie van Helden. Ze heeft een grote schare fans en volgers. Hoe kijkt ze naar zichzelf? En hoe kijken anderen naar haar. ‘’Echt, schaatsen staat bij mij altijd voorop.’’ In Helden Magazine 70 is er veel aandacht voor de wintersporten. Het jonge Amerikaanse fenomeen Jordan Stolz vragen we naar zijn geheim en de samenwerking met Irene Schouten en Jillert Anema. Shorttracker Jens van ’t Wout ontmoet Victoria Koblenko. Daarnaast is er ook aandacht voor voetbal. Peter Bosz is met PSV hard op weg naar zijn eerste landstitel. De kans is groot dat PSV zijn laatste club is als trainer. Calvin Stengs is helemaal terug, schittert bij Feyenoord en Oranje. We gingen langs bij Calvin, zijn vriendin Beau de Boer – dochter van Frank de Boer – en zoontje Saint. Frits Barend eert Ruud Geels, de vaak verguisde spits die in november overleed en oud-voetballer Michael Mols spreekt over de tumor die in zijn hoofd werd ontdekt. Verder kwam wielrenner Milan Vader in 2022 zwaar ten val, lag in coma en keerde na een lange revalidatie terug aan de top, met dank aan vriendin Ilse Lutke die niet van zijn zijde week. Veldrijdster Fem van Empel is een multitalent, maar het is wel wennen dat iedereen haar vergelijkt met Mathieu van der Poel. Tallon Griekspoor is de beste tennisser van Nederland, we spraken hem samen met zijn broers Kevin en Scott in aanloop naar de ABN AMRO Open. Als laatste stroomt het racen bij duizendpoot Tom Coronel door zijn bloed. “Max Verstappen is beter dan iedereen die ik ooit heb gezien.” Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 70 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van jouw favoriete sporters? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.
Xandra en Michelle Velzeboer zijn zusjes, shorttrackers en huisgenoten. De een, Xandra, heeft op haar 22ste al zes wereldtitels en olympisch goud op zak. De ander, Michelle, is twintig en klopt hard op de deur. We leggen hen acht stellingen voor in aanloop naar de WK in Ahoy (15-17 maart), waar ze samen goud hopen te winnen op de relay. Het is dat we allebei aan shorttrack doen, maar verder zijn we tegenpolen Xandra: “We hebben verschillende karakters, maar tegenpolen vind ik een te groot woord.” Michelle: “Ik denk dat jij van jongs af aan wat zelfverzekerder bent dan ik, Xan. En jij bent ook wat overheersender.” Xandra, lachend: “Ik weet niet of dat echt zo is, of dat jij dat gevoel gewoon hebt. Ik zoek jou minder snel op als ik ergens mee zit dan jij mij, deel het dan eerder met mijn vriend Dennis of onze ouders. Terwijl jij juist eerder bij mij aanklopt, Mies. Niet lullig bedoeld, maar ik vraag jou niet zo snel om advies en denk ook dat ik dat minder snel aan zou nemen. Ik ben toch anderhalf jaar ouder en dus de ‘grote’ zus...” Michelle: “Dat snap ik ook, hoor. Ik denk ook niet dat ik jou goed genoeg kan helpen met dingen waar jij tegenaan loopt.” Ben jij ook een beetje de beschermende grote zus voor Michelle? Xandra: “Nou, als Mies zich ergens zorgen om maakt, dan kan ik me er weer zorgen om maken dat zij ergens mee zit. Ik heb dan het gevoel dat ik iets op moet lossen voor haar.” Is jullie band veranderd met de jaren? Michelle: “Niet heel erg. We konden toen we nog thuis bij onze ouders woonden soms wel echt ruzie hebben en dat gebeurt soms nog weleens. Dan kan het er pittig aan toegaan. We beoefenen dezelfde sport, trainen samen, wonen bij elkaar en voorheen volgden we ook nog dezelfde studie. We zagen elkaar dus zo’n beetje dag en nacht, dat kan ook weleens voor irritatie zorgen.” Xandra: “De emmer kan af en toe overlopen en dan komt alles er in één keer uit. Daarna kunnen we weer een tijdje vooruit.” Michelle: “Op het ijs hebben we nooit echt ruzie.” Xandra: “De anderen hebben het in elk geval niet door. Als jij er even niet lekker in zit, dan ga ik niet zeggen: wat vervelend voor je. Nee, dan roep ik juist: kom op, niet zeuren, doorgaan! Dan reageer ik eerder een beetje bozig.” Michelle: “En op zo’n moment denk en zeg ik: jij hebt makkelijk praten, bij jou gaat het altijd goed.” Xandra: “Ik kan tegelijkertijd weleens ergens onzeker over doen en dan zeg jij: ‘Dat slaat echt nergens op dat je daar onzeker over bent. Je rijdt gewoon goed.’” Is er ook weleens sprake van een concurrentiestrijd tussen jullie? Xandra: “Nou, ik ben heel competitief. Vroeger wilde ik echt niet dat Mies ergens beter in was dan ik.” Michelle, lachend: “Dat is tegenwoordig nog niet veel anders, hoor.” Michelle: ‘Ik was alleen maar op één been aan het zwieren, zat ook op ballet. Ik was veel meer een meisje-meisje dan jij, Xan. Jij was van de stoere dingen’ Xandra: “Doordat we anderhalf jaar in leeftijd verschillen, zaten we het ene jaar in dezelfde leeftijdscategorie en het andere jaar niet. In de jaren dat we het tegen elkaar op moesten nemen, zeiden andere ouders geregeld tegen mij: ‘Nou, pas maar op, want je zusje komt eraan. Ze gaat je straks verslaan.’ Vreselijk als mensen dat zeiden. Nu sta ik er anders in. Ik vind het juist heel vet als we samen A-finales rijden, dat hebben we al een paar keer gedaan. Hoe mooi is het dat we samen aan de start staan en allebei wereldkampioen kunnen worden?” Helden Magazine 70 Het eerste gedeelte van het interview met Xandra en Michelle Velzeboer komt voort uit het eerste nummer van 2024. Jutta Leerdam schittert op de cover van de zeventigste editie van Helden. Ze heeft een grote schare fans en volgers. Hoe kijkt ze naar zichzelf? En hoe kijken anderen naar haar. ‘’Echt, schaatsen staat bij mij altijd voorop.’’ In Helden Magazine 70 is er veel aandacht voor de wintersporten. Het jonge Amerikaanse fenomeen Jordan Stolz vragen we naar zijn geheim en de samenwerking met Irene Schouten en Jillert Anema. Shorttracker Jens van ’t Wout ontmoet Victoria Koblenko. Daarnaast is er ook aandacht voor voetbal. Peter Bosz is met PSV hard op weg naar zijn eerste landstitel. De kans is groot dat PSV zijn laatste club is als trainer. Calvin Stengs is helemaal terug, schittert bij Feyenoord en Oranje. We gingen langs bij Calvin, zijn vriendin Beau de Boer – dochter van Frank de Boer – en zoontje Saint. Frits Barend eert Ruud Geels, de vaak verguisde spits die in november overleed en oud-voetballer Michael Mols spreekt over de tumor die in zijn hoofd werd ontdekt. Verder kwam wielrenner Milan Vader in 2022 zwaar ten val, lag in coma en keerde na een lange revalidatie terug aan de top, met dank aan vriendin Ilse Lutke die niet van zijn zijde week. Veldrijdster Fem van Empel is een multitalent, maar het is wel wennen dat iedereen haar vergelijkt met Mathieu van der Poel. Tallon Griekspoor is de beste tennisser van Nederland, we spraken hem samen met zijn broers Kevin en Scott in aanloop naar de ABN AMRO Open. Als laatste stroomt het racen bij duizendpoot Tom Coronel door zijn bloed. “Max Verstappen is beter dan iedereen die ik ooit heb gezien.” Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 70 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van jouw favoriete sporters? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.

Shorttrack

Jens van’t Wout: ‘Naast schaatsen kan ik helemaal niets’

Jens van ’t Wout (22) is het boegbeeld van een nieuwe generatie mannelijke shorttrackers. Victoria Koblenko trok naar Heerenveen om kennis te maken in aanloop naar de WK shorttrack (15-17 maart) in Rotterdam. “Eigenlijk komt het allemaal op hetzelfde neer: ik moet niet te veel denken, maar gewoon doen.” Een jaar geleden stond je met je broer Melle in Helden. Toen gold je nog een beetje als het grote, opkomende talent. Inmiddels zijn we onder andere drie Europese titels en een wereldtitel verder. Wat was het hoogtepunt van het afgelopen jaar? “Mijn eerste gouden medaille bij de World Cup in Salt Lake City. Ik won de 1500 meter en die overwinning had ik helemaal niet aan zien komen. Het jaar ervoor was ik niet eens in de buurt van een medaille gekomen. Ik won ineens aan het begin van vorig seizoen met een dikke voorsprong. Een dag later won ik ook meteen goud op mijn ‘slechtste’ afstand: de 500 meter.” Heb je al een verklaring voor waarom je ineens wel won? “Ervaring. Ik heb mezelf echt eerst moeten leren kennen om vertrouwen te kunnen halen uit mezelf. Als shorttracker moest ik in heel veel dingen vertrouwen krijgen: dat ik op kop kon rijden, dat ik niet te moe werd of dat ik ingehaald werd aan het einde en dat ik lang genoeg kon wachten voordat ik tot aanvallen overging. Stuk voor stuk zaken die heel grote impact hebben op het ijs. Eigenlijk komt het allemaal op hetzelfde neer: ik moet niet te veel denken, maar gewoon doen. Doen wat m’n lichaam wil doen: gewoon schaatsen.” ‘Gewoon’ schaatsen? Jij haalt er goud mee, dus zo gewoon is het niet. “Wat ik bedoel is dat je op je instinct af moet gaan als shorttracker.” ‘Ik denk dat ik zelfs liever heb dat mijn broer eerste wordt. Als ik zie wat hij er allemaal voor doet... Hij trok mij vroeger al altijd mee’ Veel sporters hoor ik altijd over ‘in een flow komen’. Kun jij mij uitleggen hoe je dat doet? “Ik focus me op het moment. Dat is nu een automatisme geworden, maar voorheen deed ik dat minder. Ik moet niet te veel vooruitdenken. De opdracht is heel simpel: ik moet naar de eerste plek, maar hoe ga ik dat doen? Dat is vaak niet te plannen. Het is een schakel van kleine kettingreacties. Plannen heeft daarom ook niet zoveel zin. Hoe het gaat verlopen? Geen idee. Als je je daaraan kunt overgeven, ben je al een heel eind. Je moet je als shorttracker over kunnen geven aan het nu.” Helden Magazine 70 Het eerste gedeelte van het interview met Jens van 't Wout komt voort uit het eerste nummer van 2024. Jutta Leerdam schittert op de cover van de zeventigste editie van Helden. Ze heeft een grote schare fans en volgers. Hoe kijkt ze naar zichzelf? En hoe kijken anderen naar haar. ‘’Echt, schaatsen staat bij mij altijd voorop.’’ In Helden Magazine 70 is er veel aandacht voor de wintersporten. Het jonge Amerikaanse fenomeen Jordan Stolz vragen we naar zijn geheim en de samenwerking met Irene Schouten en Jillert Anema. Shorttrackzusjes Xandra en Michelle Velzeboer veroveren samen de wereld, een dubbelinterview in aanloop naar de WK in Rotterdam. Daarnaast is er ook aandacht voor voetbal. Peter Bosz is met PSV hard op weg naar zijn eerste landstitel. De kans is groot dat PSV zijn laatste club is als trainer. Calvin Stengs is helemaal terug, schittert bij Feyenoord en Oranje. We gingen langs bij Calvin, zijn vriendin Beau de Boer – dochter van Frank de Boer – en zoontje Saint. Frits Barend eert Ruud Geels, de vaak verguisde spits die in november overleed en oud-voetballer Michael Mols spreekt over de tumor die in zijn hoofd werd ontdekt. Verder kwam wielrenner Milan Vader in 2022 zwaar ten val, lag in coma en keerde na een lange revalidatie terug aan de top, met dank aan vriendin Ilse Lutke die niet van zijn zijde week. Veldrijdster Fem van Empel is een multitalent, maar het is wel wennen dat iedereen haar vergelijkt met Mathieu van der Poel. Tallon Griekspoor is de beste tennisser van Nederland, we spraken hem samen met zijn broers Kevin en Scott in aanloop naar de ABN AMRO Open. Als laatste stroomt het racen bij duizendpoot Tom Coronel door zijn bloed. “Max Verstappen is beter dan iedereen die ik ooit heb gezien.” Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 70 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van jouw favoriete sporters? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.
Jens van ’t Wout (22) is het boegbeeld van een nieuwe generatie mannelijke shorttrackers. Victoria Koblenko trok naar Heerenveen om kennis te maken in aanloop naar de WK shorttrack (15-17 maart) in Rotterdam. “Eigenlijk komt het allemaal op hetzelfde neer: ik moet niet te veel denken, maar gewoon doen.” Een jaar geleden stond je met je broer Melle in Helden. Toen gold je nog een beetje als het grote, opkomende talent. Inmiddels zijn we onder andere drie Europese titels en een wereldtitel verder. Wat was het hoogtepunt van het afgelopen jaar? “Mijn eerste gouden medaille bij de World Cup in Salt Lake City. Ik won de 1500 meter en die overwinning had ik helemaal niet aan zien komen. Het jaar ervoor was ik niet eens in de buurt van een medaille gekomen. Ik won ineens aan het begin van vorig seizoen met een dikke voorsprong. Een dag later won ik ook meteen goud op mijn ‘slechtste’ afstand: de 500 meter.” Heb je al een verklaring voor waarom je ineens wel won? “Ervaring. Ik heb mezelf echt eerst moeten leren kennen om vertrouwen te kunnen halen uit mezelf. Als shorttracker moest ik in heel veel dingen vertrouwen krijgen: dat ik op kop kon rijden, dat ik niet te moe werd of dat ik ingehaald werd aan het einde en dat ik lang genoeg kon wachten voordat ik tot aanvallen overging. Stuk voor stuk zaken die heel grote impact hebben op het ijs. Eigenlijk komt het allemaal op hetzelfde neer: ik moet niet te veel denken, maar gewoon doen. Doen wat m’n lichaam wil doen: gewoon schaatsen.” ‘Gewoon’ schaatsen? Jij haalt er goud mee, dus zo gewoon is het niet. “Wat ik bedoel is dat je op je instinct af moet gaan als shorttracker.” ‘Ik denk dat ik zelfs liever heb dat mijn broer eerste wordt. Als ik zie wat hij er allemaal voor doet... Hij trok mij vroeger al altijd mee’ Veel sporters hoor ik altijd over ‘in een flow komen’. Kun jij mij uitleggen hoe je dat doet? “Ik focus me op het moment. Dat is nu een automatisme geworden, maar voorheen deed ik dat minder. Ik moet niet te veel vooruitdenken. De opdracht is heel simpel: ik moet naar de eerste plek, maar hoe ga ik dat doen? Dat is vaak niet te plannen. Het is een schakel van kleine kettingreacties. Plannen heeft daarom ook niet zoveel zin. Hoe het gaat verlopen? Geen idee. Als je je daaraan kunt overgeven, ben je al een heel eind. Je moet je als shorttracker over kunnen geven aan het nu.” Helden Magazine 70 Het eerste gedeelte van het interview met Jens van 't Wout komt voort uit het eerste nummer van 2024. Jutta Leerdam schittert op de cover van de zeventigste editie van Helden. Ze heeft een grote schare fans en volgers. Hoe kijkt ze naar zichzelf? En hoe kijken anderen naar haar. ‘’Echt, schaatsen staat bij mij altijd voorop.’’ In Helden Magazine 70 is er veel aandacht voor de wintersporten. Het jonge Amerikaanse fenomeen Jordan Stolz vragen we naar zijn geheim en de samenwerking met Irene Schouten en Jillert Anema. Shorttrackzusjes Xandra en Michelle Velzeboer veroveren samen de wereld, een dubbelinterview in aanloop naar de WK in Rotterdam. Daarnaast is er ook aandacht voor voetbal. Peter Bosz is met PSV hard op weg naar zijn eerste landstitel. De kans is groot dat PSV zijn laatste club is als trainer. Calvin Stengs is helemaal terug, schittert bij Feyenoord en Oranje. We gingen langs bij Calvin, zijn vriendin Beau de Boer – dochter van Frank de Boer – en zoontje Saint. Frits Barend eert Ruud Geels, de vaak verguisde spits die in november overleed en oud-voetballer Michael Mols spreekt over de tumor die in zijn hoofd werd ontdekt. Verder kwam wielrenner Milan Vader in 2022 zwaar ten val, lag in coma en keerde na een lange revalidatie terug aan de top, met dank aan vriendin Ilse Lutke die niet van zijn zijde week. Veldrijdster Fem van Empel is een multitalent, maar het is wel wennen dat iedereen haar vergelijkt met Mathieu van der Poel. Tallon Griekspoor is de beste tennisser van Nederland, we spraken hem samen met zijn broers Kevin en Scott in aanloop naar de ABN AMRO Open. Als laatste stroomt het racen bij duizendpoot Tom Coronel door zijn bloed. “Max Verstappen is beter dan iedereen die ik ooit heb gezien.” Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 70 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van jouw favoriete sporters? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.

Overig

Blikvangers van 2023

2023 was ook het jaar van Max Verstappen, Demi Vollering, de [...]
2023 was ook het jaar van Max Verstappen, Demi Vollering, de Jumbo-Visma-ploeg, Noah Lyles, Faith Kipyogon, Sanne Wevers, Simone Biles, Xavi Simons, Esmee Brugts, de Spaanse voetbalvrouwen en het demasqué van Ajax. Ze komen voorbij in het jaaroverzicht in beeld. Recordjacht En dat is wereldtitel nummer drie. Vorig jaar dacht iedereen al [...]

Overig

Peter Heerschop eert

Peter Heerschop eert Annemiek van Vleuten, Mathieu van der Poel én Sifan Hassan in het eindejaarsnummer van Helden Magazine. Annemiek van Vleuten Als Eddy Merckx een vrouw was, dan was hij Annemiek van Vleuten. Of andersom. Laat ik beginnen met een greep uit een erelijst: olympisch kampioen en twee keer wereldkampioene tijdrijden, twee keer wereldkampioene op de weg, vijf keer winnares van de Giro, drie keer winnares van de Vuelta en één keer winnares van de Tour de France. Ze won twee keer de Ronde van Vlaanderen, Luik-Bastenaken-Luik en de Strade Bianche. Ze won in 2022 alle drie de grote rondes, de wereldtitel én Luik-Bastenaken-Luik. Op haar 39ste. Dan weet iedere sportliefhebber dat ik het heb over Annemiek van Vleuten. De Alleskunner, Half Mens Half Fiets, Zij Die Kan Afzien Met Een Glimlach, De Kannibaal In Schaapskleren, De Doorzetter, De Veelvraat, Mevrouwtje Regenboogtrui, Prinses Van De Soepele Pedaaltred, De Elegante Beuker In De Bergen, Vrouw Die Altijd Weer Opstaat. Dan heb ik het over TAAKAGA: The Artist Always Known As Gewoon Annemiek. Annemiek van Vleuten werd geboren op 8 oktober 1982 in Vleuten. Gaan we al. Dat kunnen alleen de hele groten; geboren worden in een stad die naar jou is genoemd. Ze is dit jaar gestopt met wielrennen. Ik zal proberen te beschrijven waarom haar indrukwekkende carrière niet onopgemerkt is gebleven, te beginnen met de uitspraak dat je de hele groten vooral herkent aan hoe ze omgaan met tegenslag. Ik stond langs de route bij de olympische wegwedstrijd in Rio in 2016. Vlak voor de lange afdaling het enge bos in, op 200 meter van een heel gladde bocht. Annemiek was de sterkste in koers, had samen met de Amerikaanse Mara Abbott een voorsprong van 45 seconden op een achtervolgend groepje met onder anderen Anna van der Breggen en de Italiaanse Elisa Longo Borghini. Het was inmiddels licht gaan regenen, het was glad. Abbott durfde niet echt af te dalen. Annemiek was de betere afdaler en pakte meteen 50 meter voorsprong en liep daarna snel uit. Het olympisch goud kon haar niet meer ontgaan. Totdat, nee toch... Annemiek miste een bocht en knalde vol op een stoeprand van 50 centimeter. Ze bleef doodstil liggen, leek buiten bewustzijn. De ontknoping van de wedstrijd werd een thriller, die werd gewonnen door Anna van der Breggen. Een geweldige winnares, maar hoe was het met Annemiek? Mathieu van der Poel Mathieu van der Poel is een wonder op twee wielen, op welk terrein dan ook. Hij is een sportief multitalent. In zijn jeugd deed hij aan turnen, tennis, atletiek en voetbal. Hij zat zelfs een jaar op de talentenschool van Willem II, de club waar de vier jaar oudere Virgil van Dijk begon. Had dus ook gekund dat hij topvoetballer was geworden. De atletiek zien we sowieso terug in zijn loopprestaties bij het veldrijden en het turnen bij zijn onwaarschijnlijke balans en evenwichtscapriolen. Alles is samengekomen in één wielrenner. MvdP is de eerste en enige wielrenner die medailles won bij WK’s op de weg, veldrijden, mountainbiken en gravel. En daarom, ik zeg het maar gewoon: Mathieu van der Poel is een van de beste wielrenners ooit. Een paar voorbeelden uit 2023. Mathieu won de wielerklassieker Parijs-Roubaix in april, nadat hij een paar weken eerder ook al Milaan-San Remo had gewonnen. Ik ben normaal gesproken geen complotdenker, maar ik vraag me toch af: is het echt gebeurd? Mathieu reed namelijk Parijs-Roubaix met een gemiddelde van 47 kilometer per uur. Let wel: die koers is 256 km lang, gaat over kasseien en zandweggetjes. Er is altijd sprake van wind of regen, valpartijen, lekke banden en veel meer gedoe. 47 kilometer per uur fietsen, vijfenhalf uur achter elkaar stoempen, ontwijken, balanceren, rekenen en iedere pijn en uitputting ontkennen. Het is onvoorstelbaar. Ik heb op de fiets ook weleens 47 kilometer per uur gehaald. Van de Cauberg af, met wind in de rug en dan gedurende dertig seconden. Wat MvdP doet? Onvoorstelbaar. Hij is ook veldrijder. Mathieu haalde alleen bij de senioren al 151 overwinningen. Op 5 februari dit jaar won hij in Hoogerheide voor de vijfde keer de wereldtitel. Een wedstrijd veldrijden duurt bij Mathieu ongeveer een uur. Hij komt af en toe, zo voelt het, 57 minuten eerder binnen dan de nummer twee. De keren dat hij niet won, deed hij waarschijnlijk niet mee. Of hij verloor nipt van Wout van Aert. Soms. Mathieu en Wout zijn gedroomde jeugdrivalen. Sifan Hassan Ik citeer Wikipedia: ‘Sifan Hassan is een Nederlandse atlete van Ethiopische afkomst die zich heeft toegelegd op de middellange en lange afstanden. Wereldkampioen 5000 en 10.000 meter in 2019. In 2008 werd zij door haar moeder naar Nederland gestuurd. Ze is alleen. In het opvangcentrum. Ze voelt zich doodongelukkig. Ze mag niet weg, ze mag er niet uit. Maar ze wil rennen.’ Er staat daar nog wel meer, maar er staat bijvoorbeeld niet: ‘Sifan Hassan is een absoluut fenomeen in de atletiek.’ Er staat niet: ‘Zij doet dingen die, totdat zij ze liet zien, absoluut voor onmogelijk werden gehouden.’ Sifan liep bij de afgelopen Olympische Spelen zowel de 1500 meter, de 5000 meter als de 10.000 meter. En op alle drie de afstanden haalde ze een medaille: twee keer goud, één keer brons. Uniek. En niet zo lang daarna won ze ook nog eens haar eerste marathon in een bizar snelle tijd. En op haar tweede marathon won ze weer, in de op een na snelste tijd ooit. Dat kan dus eigenlijk allemaal helemaal niet. We hebben het over verzurings- en zuurstofopnametechnisch nogal verschillende afstanden. De snelheid die je nodig hebt bij het trainen voor de ene afstand, verlies je bij het trainen voor de andere afstand. Nou ja, bij Sifan Hassan geldt dat dus niet. Sifan loopt altijd goed. Ze zeggen dat gierzwaluwen kunnen slapen terwijl ze vliegen. Sifan kan waarschijnlijk rennen tijdens het slapen. En ze loopt slim. Ze leest elke race ook als geen ander. De ene keer vanaf het begin op kop, de volgende juist weer tot bijna de laatste ronde vrijwel achteraan, vertrouwend op haar versnelling in de laatste 300 meter. Loerend als een jachtluipaard met het uithoudingsvermogen van een jagende roedel wolven. Een paar voorbeelden van haar unieke kwaliteiten. Op de Spelen van Tokio in 2021 liep ze dus drie verschillende afstanden. Ze had zich de ene dag geplaatst voor de finale op de 5000 meter, de volgende dag was de serie van de 1500 meter, waarin ze eerst helemaal achteraan ging lopen. Vervolgens liep ze, bij wijze van spreken, een stukje achterstevoren en strikte ze na twee rondjes haar veters. Na drie rondjes werd ze gehinderd en viel. Maar ze stond op, haalde de hele bende in en won alsnog haar serie. Een paar uur later liep ze de finale van de 5000 meter. Sifan liep lang op de negende of tiende plek. In de laatste ronde gaf ze gas. Het werd een sprint van 400 meter. Ongekend, er zijn geen woorden voor. Zoveel macht in zo’n klein lichaam. Als een panter. Helden Magazine 69 De eerste gedeeltes van de ode van Peter Heerschop aan Annemiek van Vleuten, Mathieu van der Poel en Sifan Hassan komt voort uit het dubbeldikke eindejaarsnummer van Helden. De laatste editie van 2023 staat traditioneel in het teken van een terugblik op het afgelopen sportjaar, waarop Femke Bol de cover siert. De atlete blikt uitgebreid terug op het jaar waarin alles wat ze aanraakte in goud leek te veranderen. Helden ging daarnaast in Engeland op bezoek bij Nathan Aké, die met Manchester City de landstitel, FA Cup en Champions League won. Hij werd samen met zijn echtgenote Kaylee, met wie hij al sinds zijn vijftiende samen is, geïnterviewd en gefotografeerd. Bijzonder was ook het bezoek aan de familie Schippers. Dafne nam afscheid van de atletiek en samen met haar ouders, zus en broer blikte ze terug op haar indrukwekkende carrière. In de 69ste editie van Helden komen tal van sporters aan het woord die 2023 kleur gaven. Wout Poels blikt terug op ritzeges in de Tour en Vuelta, maar ook op het verlies van ploeggenoot Gino Mäder. Golden Sisters Bente en Lieke Rogge werden samen wereldkampioen waterpolo. Femke Kok kroonde zich tot de eerste Nederlandse wereldkampioene op de 500 meter en toont zich zoals we haar niet eerder zagen. Karolien en Finn Florijn zijn gezegend met geweldige roeigenen, ze pakten allebei WK-goud; een dubbelinterview. Jeffrey Hoogland is koning op de kilometer. Hij werd voor de vierde keer wereldkampioen op ‘zijn’ afstand en verbeterde het wereldrecord. Een openhartig gesprek met de kilometervreter. Verder pakten zeilers Bart Lambriex en Floris van de Werken een hattrick aan wereldtitels. Over zeilen gesproken: Marit Bouwmeester keerde terug na de bevalling van haar dochter in 2022 en werd meteen weer Europees kampioen. Feyenoord werd ook kampioen en Lutsharel Geertruida had daar een belangrijk aandeel in. Hij doet zijn verhaal. Joey Veerman won in 2023 de KNVB-beker en werd vader. Een gesprek met de uitgesproken voetballer over wie veel mensen een mening hebben. Ook een verhaal over Lionel Messi en de club waar hij afgelopen zomer heen verhuisde, het Inter Miami van David Beckham. Een portret van Carlos Alcaraz, de nieuwe posterboy van het tennis die Novak Djokovic klopte in de finale op Wimbledon in dé wedstrijd van het jaar. En als laatste was het voor schaatscoach Kosta Poltavets en voetbaltrainer Anoush Dastgir juist een zwaar jaar, door de situatie in hun geboortelanden Oekraïne en Afghanistan. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 69 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.
Peter Heerschop eert Annemiek van Vleuten, Mathieu van der Poel én Sifan Hassan in het eindejaarsnummer van Helden Magazine. Annemiek van Vleuten Als Eddy Merckx een vrouw was, dan was hij Annemiek van Vleuten. Of andersom. Laat ik beginnen met een greep uit een erelijst: olympisch kampioen en twee keer wereldkampioene tijdrijden, twee keer wereldkampioene op de weg, vijf keer winnares van de Giro, drie keer winnares van de Vuelta en één keer winnares van de Tour de France. Ze won twee keer de Ronde van Vlaanderen, Luik-Bastenaken-Luik en de Strade Bianche. Ze won in 2022 alle drie de grote rondes, de wereldtitel én Luik-Bastenaken-Luik. Op haar 39ste. Dan weet iedere sportliefhebber dat ik het heb over Annemiek van Vleuten. De Alleskunner, Half Mens Half Fiets, Zij Die Kan Afzien Met Een Glimlach, De Kannibaal In Schaapskleren, De Doorzetter, De Veelvraat, Mevrouwtje Regenboogtrui, Prinses Van De Soepele Pedaaltred, De Elegante Beuker In De Bergen, Vrouw Die Altijd Weer Opstaat. Dan heb ik het over TAAKAGA: The Artist Always Known As Gewoon Annemiek. Annemiek van Vleuten werd geboren op 8 oktober 1982 in Vleuten. Gaan we al. Dat kunnen alleen de hele groten; geboren worden in een stad die naar jou is genoemd. Ze is dit jaar gestopt met wielrennen. Ik zal proberen te beschrijven waarom haar indrukwekkende carrière niet onopgemerkt is gebleven, te beginnen met de uitspraak dat je de hele groten vooral herkent aan hoe ze omgaan met tegenslag. Ik stond langs de route bij de olympische wegwedstrijd in Rio in 2016. Vlak voor de lange afdaling het enge bos in, op 200 meter van een heel gladde bocht. Annemiek was de sterkste in koers, had samen met de Amerikaanse Mara Abbott een voorsprong van 45 seconden op een achtervolgend groepje met onder anderen Anna van der Breggen en de Italiaanse Elisa Longo Borghini. Het was inmiddels licht gaan regenen, het was glad. Abbott durfde niet echt af te dalen. Annemiek was de betere afdaler en pakte meteen 50 meter voorsprong en liep daarna snel uit. Het olympisch goud kon haar niet meer ontgaan. Totdat, nee toch... Annemiek miste een bocht en knalde vol op een stoeprand van 50 centimeter. Ze bleef doodstil liggen, leek buiten bewustzijn. De ontknoping van de wedstrijd werd een thriller, die werd gewonnen door Anna van der Breggen. Een geweldige winnares, maar hoe was het met Annemiek? Mathieu van der Poel Mathieu van der Poel is een wonder op twee wielen, op welk terrein dan ook. Hij is een sportief multitalent. In zijn jeugd deed hij aan turnen, tennis, atletiek en voetbal. Hij zat zelfs een jaar op de talentenschool van Willem II, de club waar de vier jaar oudere Virgil van Dijk begon. Had dus ook gekund dat hij topvoetballer was geworden. De atletiek zien we sowieso terug in zijn loopprestaties bij het veldrijden en het turnen bij zijn onwaarschijnlijke balans en evenwichtscapriolen. Alles is samengekomen in één wielrenner. MvdP is de eerste en enige wielrenner die medailles won bij WK’s op de weg, veldrijden, mountainbiken en gravel. En daarom, ik zeg het maar gewoon: Mathieu van der Poel is een van de beste wielrenners ooit. Een paar voorbeelden uit 2023. Mathieu won de wielerklassieker Parijs-Roubaix in april, nadat hij een paar weken eerder ook al Milaan-San Remo had gewonnen. Ik ben normaal gesproken geen complotdenker, maar ik vraag me toch af: is het echt gebeurd? Mathieu reed namelijk Parijs-Roubaix met een gemiddelde van 47 kilometer per uur. Let wel: die koers is 256 km lang, gaat over kasseien en zandweggetjes. Er is altijd sprake van wind of regen, valpartijen, lekke banden en veel meer gedoe. 47 kilometer per uur fietsen, vijfenhalf uur achter elkaar stoempen, ontwijken, balanceren, rekenen en iedere pijn en uitputting ontkennen. Het is onvoorstelbaar. Ik heb op de fiets ook weleens 47 kilometer per uur gehaald. Van de Cauberg af, met wind in de rug en dan gedurende dertig seconden. Wat MvdP doet? Onvoorstelbaar. Hij is ook veldrijder. Mathieu haalde alleen bij de senioren al 151 overwinningen. Op 5 februari dit jaar won hij in Hoogerheide voor de vijfde keer de wereldtitel. Een wedstrijd veldrijden duurt bij Mathieu ongeveer een uur. Hij komt af en toe, zo voelt het, 57 minuten eerder binnen dan de nummer twee. De keren dat hij niet won, deed hij waarschijnlijk niet mee. Of hij verloor nipt van Wout van Aert. Soms. Mathieu en Wout zijn gedroomde jeugdrivalen. Sifan Hassan Ik citeer Wikipedia: ‘Sifan Hassan is een Nederlandse atlete van Ethiopische afkomst die zich heeft toegelegd op de middellange en lange afstanden. Wereldkampioen 5000 en 10.000 meter in 2019. In 2008 werd zij door haar moeder naar Nederland gestuurd. Ze is alleen. In het opvangcentrum. Ze voelt zich doodongelukkig. Ze mag niet weg, ze mag er niet uit. Maar ze wil rennen.’ Er staat daar nog wel meer, maar er staat bijvoorbeeld niet: ‘Sifan Hassan is een absoluut fenomeen in de atletiek.’ Er staat niet: ‘Zij doet dingen die, totdat zij ze liet zien, absoluut voor onmogelijk werden gehouden.’ Sifan liep bij de afgelopen Olympische Spelen zowel de 1500 meter, de 5000 meter als de 10.000 meter. En op alle drie de afstanden haalde ze een medaille: twee keer goud, één keer brons. Uniek. En niet zo lang daarna won ze ook nog eens haar eerste marathon in een bizar snelle tijd. En op haar tweede marathon won ze weer, in de op een na snelste tijd ooit. Dat kan dus eigenlijk allemaal helemaal niet. We hebben het over verzurings- en zuurstofopnametechnisch nogal verschillende afstanden. De snelheid die je nodig hebt bij het trainen voor de ene afstand, verlies je bij het trainen voor de andere afstand. Nou ja, bij Sifan Hassan geldt dat dus niet. Sifan loopt altijd goed. Ze zeggen dat gierzwaluwen kunnen slapen terwijl ze vliegen. Sifan kan waarschijnlijk rennen tijdens het slapen. En ze loopt slim. Ze leest elke race ook als geen ander. De ene keer vanaf het begin op kop, de volgende juist weer tot bijna de laatste ronde vrijwel achteraan, vertrouwend op haar versnelling in de laatste 300 meter. Loerend als een jachtluipaard met het uithoudingsvermogen van een jagende roedel wolven. Een paar voorbeelden van haar unieke kwaliteiten. Op de Spelen van Tokio in 2021 liep ze dus drie verschillende afstanden. Ze had zich de ene dag geplaatst voor de finale op de 5000 meter, de volgende dag was de serie van de 1500 meter, waarin ze eerst helemaal achteraan ging lopen. Vervolgens liep ze, bij wijze van spreken, een stukje achterstevoren en strikte ze na twee rondjes haar veters. Na drie rondjes werd ze gehinderd en viel. Maar ze stond op, haalde de hele bende in en won alsnog haar serie. Een paar uur later liep ze de finale van de 5000 meter. Sifan liep lang op de negende of tiende plek. In de laatste ronde gaf ze gas. Het werd een sprint van 400 meter. Ongekend, er zijn geen woorden voor. Zoveel macht in zo’n klein lichaam. Als een panter. Helden Magazine 69 De eerste gedeeltes van de ode van Peter Heerschop aan Annemiek van Vleuten, Mathieu van der Poel en Sifan Hassan komt voort uit het dubbeldikke eindejaarsnummer van Helden. De laatste editie van 2023 staat traditioneel in het teken van een terugblik op het afgelopen sportjaar, waarop Femke Bol de cover siert. De atlete blikt uitgebreid terug op het jaar waarin alles wat ze aanraakte in goud leek te veranderen. Helden ging daarnaast in Engeland op bezoek bij Nathan Aké, die met Manchester City de landstitel, FA Cup en Champions League won. Hij werd samen met zijn echtgenote Kaylee, met wie hij al sinds zijn vijftiende samen is, geïnterviewd en gefotografeerd. Bijzonder was ook het bezoek aan de familie Schippers. Dafne nam afscheid van de atletiek en samen met haar ouders, zus en broer blikte ze terug op haar indrukwekkende carrière. In de 69ste editie van Helden komen tal van sporters aan het woord die 2023 kleur gaven. Wout Poels blikt terug op ritzeges in de Tour en Vuelta, maar ook op het verlies van ploeggenoot Gino Mäder. Golden Sisters Bente en Lieke Rogge werden samen wereldkampioen waterpolo. Femke Kok kroonde zich tot de eerste Nederlandse wereldkampioene op de 500 meter en toont zich zoals we haar niet eerder zagen. Karolien en Finn Florijn zijn gezegend met geweldige roeigenen, ze pakten allebei WK-goud; een dubbelinterview. Jeffrey Hoogland is koning op de kilometer. Hij werd voor de vierde keer wereldkampioen op ‘zijn’ afstand en verbeterde het wereldrecord. Een openhartig gesprek met de kilometervreter. Verder pakten zeilers Bart Lambriex en Floris van de Werken een hattrick aan wereldtitels. Over zeilen gesproken: Marit Bouwmeester keerde terug na de bevalling van haar dochter in 2022 en werd meteen weer Europees kampioen. Feyenoord werd ook kampioen en Lutsharel Geertruida had daar een belangrijk aandeel in. Hij doet zijn verhaal. Joey Veerman won in 2023 de KNVB-beker en werd vader. Een gesprek met de uitgesproken voetballer over wie veel mensen een mening hebben. Ook een verhaal over Lionel Messi en de club waar hij afgelopen zomer heen verhuisde, het Inter Miami van David Beckham. Een portret van Carlos Alcaraz, de nieuwe posterboy van het tennis die Novak Djokovic klopte in de finale op Wimbledon in dé wedstrijd van het jaar. En als laatste was het voor schaatscoach Kosta Poltavets en voetbaltrainer Anoush Dastgir juist een zwaar jaar, door de situatie in hun geboortelanden Oekraïne en Afghanistan. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 69 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.

Turnen

Heldenpraat met Eythora Thorsdottir

Eythora Thorsdottir werd zevende met het team op de Olympische Spelen van 2016 en individueel negende op de meerkamp, het beste resultaat ooit van een Nederlandse turnster op de Spelen. Met het Nederlands team hoopt ze zich bij het WK in Antwerpen (30 september-8 oktober) opnieuw te kwalificeren voor de Spelen. Mijn favoriete serie is... “This is Us of The Vampire Diaries.” Het laatste boek dat ik heb gelezen is... “The Sun Sister van Lucinda Riley. Het boek is het zesde deel van The Seven Sisters-reeks. In die serie wordt per boek het leven van een van de zeven zussen gevolgd. Ik zal verder niks over het boek verklappen.” Op mijn kamer hing een poster van... “Alia Moestafina, een voormalig turnster uit Rusland, waarvan ik vond dat ze heel mooi turnde.” Mijn celebrity-crush is... “Acteur Ryan Reynolds. Hij heeft een knappe kop en goede humor. Dat lijkt me wel een leuke man.” Als ik de loterij win, dan koop ik als eerst... “Een huis, dicht bij mijn ouders. Het hoeft allemaal niet te gek, gewoon een plek waar ik me thuis voel. En ik zou geld schenken aan goede doelen.” Mijn favoriete spelletje is... “De Disney Frozen-uitgave van Monopoly. Het leukste aan het spel vind ik het vakje waar een sneeuwvlok op staat. Wanneer je daarop komt, moet je een favoriete herinnering delen. Als je met familie of vrienden speelt, komen altijd veel mooie herinneringen naar boven.” Een gewoon die ik wil afleren is... “Ik drink best veel cola light, iets minder daarvan zou misschien wel goed zijn.” Dit staat er bovenaan mijn bucketlist... “Skydiven.” Wat mensen niet over mij weten is... “Dat ik in mijn vrije tijd zing. Ik zing vooral musicalnummers, heb de opleiding aan de Lucia Marthas Institute for Performing Arts in Amsterdam afgerond. Wellicht dat ik daar na het turnen ook nog wat mee ga doen.” Mijn favoriete cheatmeal is... “Een chocolade-karameltaart met heel veel calorieën.” Op mijn nachtkastje ligt... “Handcrème, een boekje om in te schrijven, vaseline en een lamp.” Mijn all-time favoriete sportmoment is... “Mijn eerste zilveren medaille op het EK, in 2017. Op dat moment besefte ik dat er een toekomst voor mij in het turnen lag. Wanneer je een medaille haalt op zo’n hoog niveau weet je dat er meer moge- lijk is dan alleen meedoen.” Hoe ik graag herinnerd wil worden, is... “Als een liefdevol persoon, dat is voor mij het belangrijkste. Als we het betrekken op turnen zou ik herinnerd willen worden als een artistieke turnster die niet alleen het sporttechnische bracht, maar ook een sparkle in het performancegedeelte.” De mooiste plek waar ik ooit ben geweest... “IJsland. Ik probeer er minimaal een keer per jaar heen te gaan om familie te bezoeken.”
Eythora Thorsdottir werd zevende met het team op de Olympische Spelen van 2016 en individueel negende op de meerkamp, het beste resultaat ooit van een Nederlandse turnster op de Spelen. Met het Nederlands team hoopt ze zich bij het WK in Antwerpen (30 september-8 oktober) opnieuw te kwalificeren voor de Spelen. Mijn favoriete serie is... “This is Us of The Vampire Diaries.” Het laatste boek dat ik heb gelezen is... “The Sun Sister van Lucinda Riley. Het boek is het zesde deel van The Seven Sisters-reeks. In die serie wordt per boek het leven van een van de zeven zussen gevolgd. Ik zal verder niks over het boek verklappen.” Op mijn kamer hing een poster van... “Alia Moestafina, een voormalig turnster uit Rusland, waarvan ik vond dat ze heel mooi turnde.” Mijn celebrity-crush is... “Acteur Ryan Reynolds. Hij heeft een knappe kop en goede humor. Dat lijkt me wel een leuke man.” Als ik de loterij win, dan koop ik als eerst... “Een huis, dicht bij mijn ouders. Het hoeft allemaal niet te gek, gewoon een plek waar ik me thuis voel. En ik zou geld schenken aan goede doelen.” Mijn favoriete spelletje is... “De Disney Frozen-uitgave van Monopoly. Het leukste aan het spel vind ik het vakje waar een sneeuwvlok op staat. Wanneer je daarop komt, moet je een favoriete herinnering delen. Als je met familie of vrienden speelt, komen altijd veel mooie herinneringen naar boven.” Een gewoon die ik wil afleren is... “Ik drink best veel cola light, iets minder daarvan zou misschien wel goed zijn.” Dit staat er bovenaan mijn bucketlist... “Skydiven.” Wat mensen niet over mij weten is... “Dat ik in mijn vrije tijd zing. Ik zing vooral musicalnummers, heb de opleiding aan de Lucia Marthas Institute for Performing Arts in Amsterdam afgerond. Wellicht dat ik daar na het turnen ook nog wat mee ga doen.” Mijn favoriete cheatmeal is... “Een chocolade-karameltaart met heel veel calorieën.” Op mijn nachtkastje ligt... “Handcrème, een boekje om in te schrijven, vaseline en een lamp.” Mijn all-time favoriete sportmoment is... “Mijn eerste zilveren medaille op het EK, in 2017. Op dat moment besefte ik dat er een toekomst voor mij in het turnen lag. Wanneer je een medaille haalt op zo’n hoog niveau weet je dat er meer moge- lijk is dan alleen meedoen.” Hoe ik graag herinnerd wil worden, is... “Als een liefdevol persoon, dat is voor mij het belangrijkste. Als we het betrekken op turnen zou ik herinnerd willen worden als een artistieke turnster die niet alleen het sporttechnische bracht, maar ook een sparkle in het performancegedeelte.” De mooiste plek waar ik ooit ben geweest... “IJsland. Ik probeer er minimaal een keer per jaar heen te gaan om familie te bezoeken.”

Hockey

Laurien Leurink: ‘Carpe Diem’

Een onverwachts overleden schoonmoeder. Een overleden oom. Een ongeneeslijk zieke zus. Terwijl hockeyster Laurien Leurink met het Nederlands team alles won wat er te winnen viel, waaronder twee wereldtitels en olympisch goud, kreeg ze op privégebied veel te verduren. We brachten Laurien, inmiddels ex-international, haar zus Marije, in behandeling voor uitgezaaide darmkanker, en broer Wouter samen in hun geboortedorp Bunnik. We ontmoeten Laurien Leurink (28), haar zus Marije (30) en broer Wouter (33) in eetcafé ’t Wapen van Bunnik, een paar straten bij hun ouderlijk huis vandaan. Laurien maakte afgelopen maart bekend te stoppen als hockeyinternational. Ze vertelt: “Het leven is belangrijker dan hockey. We worden geboren en gaan dood. De een gaat op zijn negentigste, de ander veel eerder. Dat is heel cru, maar het is de realiteit. Toen ik dat besef kreeg, wilde ik me losrukken van de bekrompenheid van de sport. Als ik een keer slecht speelde, kreeg ik te horen: ‘Zo hé, die is uit vorm.’ De persoon die dat roept, heeft geen idee wat er zich op dat moment afspeelt in iemands leven. Dan praat je wel anders, vriend, dacht ik altijd. Ik was klaar met die bekrompenheid. Maar Marijes ziekte gaf het extra zetje.” Bittergarnituur Laurien, Marije en Wouter komen uit een hecht gezin. Wouter: “De laatste tien jaar voel ik me meer de grote broer die zijn zusjes moet beschermen. Lachend: “Vroeger waren jullie gewoon mijn irritante zusjes.” Laurien kijkt naar Marije: “Op jonge leeftijd deden wij alles samen, speelden met barbies en deelden een slaapkamer. Later merkte ik dat Wouter en ik meer op dezelfde manier in het leven stonden. We wisten allebei wat we wilden en deden dat. Jij was wat meer op zoek.” Marije: “Jullie deden allebei gymnasium, ik was een vmbo’er. Mijn brein werkt anders, gaat langzamer. Ik keek tegen jullie op.” Wouter: “Jij bent weer slim op andere manieren, hebt een heel hoog EQ.” De drie groeiden op in Bunnik. De basisschool lag een straat achter hun huis, hockeyclub Kampong was een kwartiertje fietsen. Daar spendeerde de familie de meeste tijd. Wouter: “Hockey werd ons met de paplepel ingegoten. We gingen met papa mee naar zijn oude mannengroep. Mama hockeyde ook nog.” Laurien: “Wij stonden met een mini-hockeystick in ons hand langs het veld te kijken.” Wouter: “Na afloop snoepten we van de bittergarnituur. Later speelden we alle drie in de eerste elftallen. Laurien en Marije konden trouwens ook goed turnen.” Marije: “Ik heb nog wedstrijden geturnd. Jij hikte daar ook tegenaan. We zaten ook nog op tennis. We moesten op een gegeven moment kiezen.” Laurien, lachend: “Jammer dat jullie mijn blokfluit vergeten. Ik was daar echt goed in.” Wouter: “Papa was in die tijd veel weg voor werk, was geregeld van maandag tot en met vrijdag in het buitenland. Mama kon ons niet in haar eentje overal naartoe brengen.” Laurien bleek het meeste hockeytalent te hebben van de drie. Op jonge leeftijd werd zij doorgeschoven naar een ouder team, dat van haar zus Marije. Laurien: “Met papa en mama hebben we besproken of we dat moesten doen. Het was voor jou best ingewikkeld dat je jongere zusje ineens in je team terechtkwam.” Marije: “In het begin vond ik het vreselijk. Ik weet nog dat jij ineens naar de kant liep en riep: ‘Ik wil niet meer met Marije hockeyen.’ Onze coach riep boos: ‘Jij gaat nu terug dat veld in.’” Laurien: “Wij zijn alle drie een beetje luie hockeyers. Ik irriteerde me op dat moment aan jou, was in die tijd een vreselijke puber.” Marije: “We hebben veel ruzie gehad. Dan reden we na een training op de scooter naar huis en schreeuwden we tegen elkaar tot huilen aan toe. Dan kwamen we thuis en vroegen papa en mama: ‘Hoe was het?’ Met rode ogen van het huilen zeiden we: ‘Hartstikke leuk!’” Laurien: “Omdat ik doorgeschoven werd naar een ouder elftal, ging ik met oudere mensen om. Ik ben de jongste, zag aan jullie al wat de wereld me te bieden had. Ik wilde alles meepakken, met iedereen meedoen en cool zijn. Jij keek mij geregeld aan en dacht: wat ben je in hemelsnaam aan het doen? Jij had die behoefte helemaal niet.” Marije: “Later werd het ook leuk. We stonden samen in de as. Ik centraal achterin, jij voor mij op het middenveld. We voelden elkaar naadloos aan op het veld.” Langzaam sloeg het pubergedrag van Laurien om. Laurien, lachend: “Maar dat gebeurde heel laat, hoor. Ik heb nooit die droom gehad om in het Nederlands team terecht te komen. Het kwam een beetje aangewaaid bij mij, ik ben echt een zondagskind. Ik heb er heus wel veel voor moeten doen, maar als ik de top niet had gehaald, had ik het ook prima gevonden.” Wouter: “Je bedankte zelfs voor Oranje in 2013, toen Max Caldas nog bondscoach was. Jij wilde lid worden van het studentencorps in Utrecht.” Laurien, lachend: “Max Caldas belde toen ik met bier in mijn handen bezig was met het vormen van een jaarclub. Eerst dacht ik nog: wat gaaf, het Nederlands elftal. Maar vlak daarna: wat vreselijk, dat wil ik helemaal niet.” Als zaalinternational won Laurien het EK van 2014 en het WK van 2015. In dat jaar zette ze de knop om, mede vanwege toenmalig bondscoach Alyson Annan. Laurien: “Alyson was in die jaren mijn coach bij Jong Oranje. In de zomer van 2015 hoorden we dat zij Max Caldas zou opvolgen als bondscoach. Ik zei tegen haar: ik wil er nu wel voor gaan. Zij heeft mij bij het Nederlands team gehaald. Vanaf dat moment ben ik meer voor het hockey gaan leven. Tot die tijd was ik altijd in mijn hoofd het rebelse hockeymeisje. Ik leefde totaal niet voor mijn sport. Voor een trainingskamp van Jong Oranje in Zuid-Afrika had ik zelfs dronken mijn enkelbanden gescheurd.” Marije en Wouter volgden hun eigen weg. Marije: “Ik had die ambities om het Nederlands elftal te halen niet. Ik keek wel met veel respect naar jou en was ook supertrots. Petje af voor wat je gedaan hebt. En op jouw manier.” Wouter: “Ik wilde het wel graag, maar in mijn puberteit was ik me aan het afzetten tegen thuis. Ik wilde vrijheid, geen regels, en ging een jaar naar Australië na mijn middelbareschooltijd. Toen ik terugkwam, heb ik een aantal jaar op hoog niveau gespeeld, daarna kwam het studentenleven om de hoek.” Marije: “Ik ben in Groningen de sportdocentenopleiding ALO gaan doen. Hockey kwam op een lager pitje. Ik ben in een vriendenteam terechtgekomen, woon nu in Arnhem en hockey nog steeds, maar zonder de verplichting dat ik er altijd moet zijn. Dat gaat nu niet meer.” Val Als broekie mocht Laurien in 2016 mee naar de Olympische Spelen in Rio. Wouter: “Het was een beloning voor wat je in het zaalhockey had laten zien. Wij dachten dat je geen schijn van kans had de olympische selectie te halen, maar je dwong het toch af.” Laurien: “Met acht interlands op mijn naam ging ik naar Rio. Maar er heerst een soort vloek op de Spelen bij onze familie. We hadden iedere keer ongeluk op privégebied.” Toen Laurien met de Nederlandse se- lectie in Rio zat, overleed in Nederland heel onverwachts haar schoonmoeder. En toen de familie uiteindelijk compleet was in Rio, maakte moeder Leurink een ongelukkige val. Marije: “Mama brak haar bovenarm en moest in Rio geopereerd worden.” Wouter: “In een derdewereldland moesten we op zoek naar een goed ziekenhuis. Daar zagen we mama krijsen van de pijn, terwijl haar arm gezet werd. En ondertussen stond er iemand naast ons in het ziekenhuis die het verlies van zijn moeder nog niet eens kon verwerken omdat alles zo snel ging.” Laurien: “Jullie hebben de val van mama even geheim voor mij gehouden, ik moest me focussen op de Spelen. Ik speelde het toernooi van mijn leven, was aan het stralen, terwijl er veel ellende was. Achteraf denk ik dat ik het belangrijk is om in dit soort situaties meer begeleiding aan te bieden. Ik was 21 en werd geconfronteerd met veel emoties. Bewust keuzes maken kon ik op dat moment niet, ik zat in mijn toernooifocus. Er zat veel druk op de ketel, we móesten maar even goud winnen. Het werd uiteindelijk zilver. Een grote teleurstelling op dat moment, maar onbelangrijk vergeleken met wat er allemaal was gebeurd.” Apaat In aanloop naar de volgende Spelen in Tokio, niet vier maar vijf jaar later vanwege de coronapandemie, sloeg het noodlot weer toe. Toen bij zus Marije. In januari 2021 kreeg zij de diagnose darmkanker. Marije: “Ik had wat klachten die ik niet herkende. Ik liet me onderzoeken, maar dat werd onverwachts een heel traject. De uitslag hoorde ik aan met mijn ex- vriend. Ze hadden ook nog een uitzaaiing in mijn lies gevonden. Eind februari ben ik gestart met de behandeling. In de tussentijd kreeg ik ivf. Het was een grote achtbaan.” Tegelijkertijd lag ook nog de tweeling- broer van hun vader op sterven en be- haalde Laurien haar Master scriptie. Marije: “Mijn behandeling bestond uit bestralingen, een chemokuur en operatie.” Laurien: “Maar we hadden het vooruitzicht dat het goed zou komen. In juni heb ik tegen jou gezegd: nu moet ik me gaan focussen op de Spelen, ik kan me niet meer iedere dag zorgen maken om hoe jij je voelt. Ik stond iedere ochtend op met het idee: ik moet Marije appen, heeft ze wel goed geslapen? Ik voelde me schuldig als ik je een keer geen berichtje had gestuurd. Toen de Spelen dichterbij kwamen, moest ik mijn focus verleggen.” Wouter: “Jij had altijd een toernooibubbel, was dan onbereikbaar voor ons. Je werd een apaat voor wie alles om hockey draaide. Voor ons was dat soms lastig. Als we een vraag stelde via WhatsApp, kregen we geen antwoord.” Marije: “Ik begreep het wel, ik zat ook in mijn eigen bubbel. We hadden allebei onze eigen wedstrijd. We wisten ook al dat ik geopereerd zou worden als jij in Tokio zou zijn.” Een dag voor de eerste poulewedstrijd werd Marije geopereerd. Ze kreeg een stoma. Laurien: “Het was geen levensbedreigende operatie, wel een die jouw leven veranderende. Toen ik hoorde dat het goed was gegaan, voelde ik me weer oké. Met mijn kamergenootje Lauren Stam, een van mijn beste vriendinnen, kon ik het er goed over hebben in Tokio. Het hele team was er voor me, maar ik was er zelf niet heel open over. Ik wilde in Tokio zo graag die gouden medaille winnen. Dat dat lukte, was fantastisch.” Marije: “De finale keek ik samen met papa en mama. Jij belde op na afloop van de ceremonie. ‘Hij is zo mooi en zo zwaar.’ Vijf minuten voor het einde stonden wij in de woonkamer al te juichen en te huilen.” Wouter: “Het was de kroon op jouw werk. Wij waren zo trots op je.” Nemo Na de Spelen in Tokio kwam bondscoach Alyson Annan onder vuur te liggen. Diverse internationals hadden melding gemaakt van voor hen ongewenst gedrag en een angstcultuur binnen de nationale vrouwenploeg. Er werd gekozen om een nieuw traject in te slaan. Annan werd ontslagen. Laurien: “Ik stond achter het feit dat er wat veranderd moest worden, maar ik vind dat er veel fouten zijn gemaakt in dit proces. We zijn te veel gefocust geweest op het doel om goud te halen. Dat ging ten koste van andere dingen.” Onder interim-bondscoach Jamilon Mülders vond de hockeyploeg het plezier terug. In dat jaar werd Oranje in Spanje wereldkampioen. Lauriens tweede wereldtitel, na die in 2018. Laurien: “De aanloop naar het WK met het team was intens. Er waren veel gesprekken gevoerd. Op hockeygebied stonden we er minder goed voor dan normaal, hoewel Jamilon een heel goede coach voor ons was. Het leuke was dat veel vrienden, maar ook iedereen van m’n familie erbij was toen ik de wereldtitel won. Nadat we wonnen kwam bij mij de ontlading van het pittige jaar, zowel op hockeygebied als privé, naar boven.” Wouter kijkt naar Marije: “Het was ook spannend voor jou, jij ging weer op reis met een stoma.” Marije corrigeert: “Met Nemo. Ik moest het van Laurien een andere naam geven.” De WK-finale tegen Argentinië bleek meteen Lauriens laatste wedstrijd als international. Laurien: “Na het WK was ik nog niet klaar met het veranderingsproces wat er gaande was en ik was ook benieuwd naar de nieuwe bondscoach Paul van Ass. Ik heb wel uitgesproken dat ik nog niet met honderd procent zekerheid kon zeggen of ik door wilde gaan, maar ik wilde het wel een kans geven.” In december zou Laurien met de ploeg naar Argentinië gaan voor de Pro League. Laurien: “Dat was voor mij de test: kom ik huilend of stralend terug en wil ik dus door tot de Spelen van Parijs?” Het vliegtuig naar Argentinië heeft Laurien nooit gehaald. Bij een jaarlijkse controle in het ziekenhuis in de zomer bleek het foute boel bij haar zus. De kanker was op het eerste gezicht terug. Marije: “Laurien en ik waren samen thuis. Ik riep opgetogen tegen jou: hé, de uitslag is binnen, laten we alvast even online kijken. We lazen de uitslag en schrokken ons rot.” Laurien: “Plekken op de lever, plekken in het buikvlies, plekken op de longen... Het was medische taal, dus we snapten niet alles.” Marije: “Jij hebt de dokter van het Nederlands team gebeld, Wouter belde een oude vriendin die arts is. Ik keek voor mijn gevoel de dood aan en dacht: het is klaar, hier stopt mijn leven. Het was zomer, al mijn artsen waren op vakantie, eigenlijk kon ik pas twee weken later in het ziekenhuis terecht. Gelukkig gingen bij de verpleegkundig specialist aan de telefoon ook alle alarmbellen af. Ik werd de dag later besproken in een artsenoverleg gevolgd door een fysieke afspraak. In mijn buikvlies zagen ze wat zitten.” Laurien: “Ze zeiden: ‘Als dat kanker is wat we zien, dan is het een heel slecht scenario.’” Wouter: “Dan was het binnen twee maanden klaar geweest.” Het buikvlies bleek schoon, maar de lever en longen moesten nog onderzocht worden. Marije: “Na een mri-scan bleek ook mijn lever schoon. Ze wilden alleen een kijkoperatie doen om een van de plekjes op mijn longen te inspecteren.” Laurien: “Je vergeet een stap. Nadat ze zeiden dat je lever in orde was, zeiden ze tussen neus en lippen door: ‘Op je longen zitten ook plekjes. Als dat kanker is, dan is het ongeneeslijk.’ Wij keken die man aan, zeiden: wat bedoelt u? In augustus hadden ze nog gezegd: ‘Die longen komen op een later moment wel, die zijn minder urgent.’ Wouter: “Jouw longen hadden onderaan het lijstje gestaan, omdat het buikvlies zo urgent was." Laurien: “Als ik in Argentinië zou zitten met Oranje, zou Marije te horen krijgen of haar ziekte ongeneeslijk was of niet. Ik wilde bij mijn familie zijn als ze dat zou horen. Achteraf gezien nam ik daarmee ook afscheid van het Nederlands elftal.” Emotionele beestjes “De plekken op mijn longen waren inderdaad tumoren. Het zijn een soort kogeltjes, te veel plekjes om het nog te kunnen genezen. Ik zit midden in de behandeling, heb vorige week nog een chemokuur gehad,” zegt Marije. Laurien: “Het gekke is: jij merkt niks aan je lichaam en je ziet ook niks aan jou.” Marije: “Ik heb alleen last van de bijwerkingen van de chemotherapie. Gelukkig heb ik een milde variant waarbij mijn haar niet uitvalt.” Wouter: “Maar jouw handen zijn vuurrood, je hebt blaren op je voeten en je bent vermoeid.” Marije knikt: “Deze kuur kan oneindig gegeven worden, zolang het aanslaat. Om de drie maanden wordt er een scan gemaakt. De laatste was positief. Laurien: “Daar moeten we het dan mee doen.” Marije: “Jij zegt geregeld: ik hoop dat er een dag komt waarop ze zeggen: ‘Mevrouw Leurink, we hebben een fout gemaakt, er is niks aan de hand.’ Dat gaat helaas niet gebeuren. Laurien, Marije en Wouter zitten even zwijgend tegenover elkaar. Ze hebben geen moeite om het over Marijes ziekte te hebben, van hun emoties is weinig zichtbaar. Wouter: “Op de weg hiernaartoe heb ik goed gehuild, hoor, dan ben ik het weer even kwijt.” Marije: “Ik probeer het uit te zetten.” Laurien fel: “Dat is niet waar. Jij doet naar de buitenwereld alsof het allemaal prima is, maar dat is het niet. Jij bent boos.” Marije knikt: “Dat klopt. Ik ben boos op de wereld. Eerst had ik een soort overlevingsmechanisme, nu ben ik in de fase van boosheid aangekomen. Om heel kleine dingen kan ik ontzettend boos worden. Ik deel mijn gevoelens met een psycholoog, nu al bijna twee jaar. Dat is mijn uitlaatklep. Wij zijn allemaal een beetje hetzelfde. Een beetje van: keep up the good spirit.” Wouter: “Ik praat ook met een psycholoog om het een plek te geven. Het is zo’n gek besef dat iemand zo jong is en stervende. We zitten ook nog in een fase waarin veel mensen om ons heen trouwen en kinderen krijgen. Bij alles wat er gebeurt, denk ik: zij wel, Marije niet.” Laurien: “Jij had ook een relatie, maar dat is uitgegaan na jouw eerste ziekteperiode. Vind nu nog maar eens een partner als je zegt: ‘Ik heb een stoma en ga dood, maar ben wel op zoek naar liefde.’ Hoe dan?” Lachend: “Maar er is altijd wel een gek te vinden, hoor.” Laurien vervolgt: “Wij zijn met de familie heel goed in het bespreken van de praktische zaken, maar kunnen nog niet goed ons hart openen bij elkaar.” Wouter: “Voor de buitenwereld zijn wij nuchtere mensen, maar van binnen zijn wij gigantisch emotionele beestjes.” Hij kijkt Laurien aan: “Jij hebt ook heel lang een ontkenningsfase gehad, geloofde dat er methodes moesten zijn waarmee Marije kon genezen.” Laurien knikt: “Het blijft vreemd dat je op het oog gezond bent en toch doodgaat. Als ik nu vertel aan vriendinnen dat de chemo is aangeslagen en zij antwoorden ‘wat fijn’, dan denk ik: ik weet het niet. Ik heb er geen gevoel bij, voel me leeg.” Marije: “Als ik alleen ben, ga ik nadenken. Wat ga ik met mijn spullen doen? Welke muziek wil ik op mijn afscheid?” Laurien: “Zover zijn we nog lang niet.” Marije: “Ik heb al gesprekken gehad met papa en mama. Er gaat een moment komen dat ik niet meer voor mezelf kan zorgen. Ik weet dat ik uiteindelijk bij hen ga eindigen. De artsen hebben een tijd uitgesproken, maar die deel ik liever niet. De geneeskunde gaat snel. Wie weet wat er nog kan gebeuren.” Laurien: “Iedere behandeling die nu loopt, is alleen gericht op levensverlenging. Maar elk sprankje hoop grijpen we aan.” Bucketlist Een zogenaamde bucketlist heeft Marije niet. Marije: “Ik ben niet zo’n dromer. Ik wil ook niet het gevoel hebben dat ik een laatste reis maak. Ik wil niet ontslag nemen of ineens mijn huur opzeggen. Het gelukkigst word ik van de dagelijkse dingen. Ik werk nog steeds 24 uur per week, bij een planningsbureau. Mijn omgeving is ook aan het werk. Als ik gesprekken heb met vrienden, wil ik ook wat te vertellen hebben. En ik ben een familiemens, vond het altijd al fijn om bij elkaar te zijn, dat vind ik nu nog meer. Deze fotoshoot doen met elkaar vind ik bijzonder.” Wouter: “Ik vond dat jij een bucketlist moest maken. Jij mag denken: fuck de wereld, ik laat alles om me heen vallen. Tot ik besefte dat het jouw leven is en jij moet bepalen waar je nog gelukkig van wordt.” Laurien: “Wij zijn meer van: actie in de taxi, als je die reis wil maken, doe dat dan. We proberen jou dat mee te geven, maar hebben het er nog te weinig over. We steken onze kop nog in het zand, zijn nog te veel struisvogels.” Marije: “Ik wil me niet aan mensen opdringen, want ik ben alleen. Jullie willen me uit mijn comfortzone trekken, maar ik blijf soms liever in mijn coconnetje zitten.” Ondertussen staat er wel een aantal rei-zen op het programma. Marije: “We gaan met de familie naar Lapland, dat was een grote wens van mij, en ik wil naar New York. En over twee jaar ga ik terug naar Kenia, waar ik in januari twee weken vrijwilligerswerk heb gedaan. Ik ga ervanuit dat ik dat haal.” En in december trouwt Laurien met Robbert van de Peppel, voormalig hockeyer en tegenwoordig coach van Hurley dames 1. Marije en Wouter zijn haar getuigen. Laurien: “Door jouw situatie wil ik misschien wel eerder aan kinderen beginnen. Dan kun je in ieder geval nog een neefje of nichtje leren kennen.” Marije: “Ik kan geen kinderen meer krijgen. Robbert vroeg aan mij: ‘Wat zou je nog echt willen?’ Ik zei: ik wil graag tante worden.” Laurien: “Sinds jouw ziekte denken we allemaal meer na over het leven. Ik heb in ieder geval geen moment gedacht: ik mis het Nederlands elftal.” Laurien ‘Door jouw situatie wil ik misschien wel eerder aan kinderen beginnen. Dan kun je in ieder geval nog een neefje of nichtje leren kennen’ Laurien is sinds kort gestart met een management traineeship bij Ormit, na het behalen van twee masters in arbeids- en organisatiepsychologie en Business Administration en is gestart met een opdracht bij Rabobank. Laurien: “Ik wil nu een normaal leven leiden. Ik werk vijf dagen in de week. In de weekenden doe ik iets leuks. Heerlijk.” Met haar club SCHC bereikte Laurien dit jaar nog de finale van de play-offs, die ze verloor van Amsterdam. Nog één seizoen wil Laurien door, daarna stopt ze definitief. Laurien: “Hopelijk neem ik afscheid met de landstitel.” Marije benadrukt dat ziekte de familie heeft veranderd. “Ik vind dat we veel hechter zijn geworden.” Laurien: “Ons contact is intensiever geworden. Er gaat geen dag voorbij dat ik jou niet spreek. Ik sta nog steeds op met de gedachte: hoe gaat het met Marije? Maar niet op een ongezonde manier. Met papa en mama bel ik ook een paar keer per week.” Marije: “Papa en mama genieten veel meer van de momenten waarop we allemaal bij elkaar zijn. We leven meer bewust.” Ook hebben Wouter, Marije en Laurien hun band vereeuwigd op hun lichaam. Wouter stroopt zijn mauw open laat een tatoeage zijn. Wouter: “Deze hebben we met zijn drieen laten zetten, een hartslag.” Laurien: “Onze beginletters zijn erin verwerkt, de W, M en L.” Marije: “En ik heb laatst een keer impulsief Carpe Diem laten zetten. Je moet iets negatiefs aan iets positiefs koppelen. Het was de dag van een van de uitslagen. En het is niet dat dat nu ineens mijn lijf- spreuk is, maar het is goed dat ik elke dag herinnerd word aan het feit dat ik de dag moet plukken. Dat probeer ik anderen ook mee te geven.” Helden Magazine editie 68 Het verhaal van Laurien Leurink komt voort uit Helden Magazine nummer 68. Max Verstappen kleurt de wereld oranje. Max Verstappen is hard op weg om voor het derde jaar op rij de wereldtitel Formule 1 te pakken. In aanloop naar de Grand Prix van Zandvoort, die hij afgelopen twee jaar won, siert hij de cover van Helden. We volgden de coureur vanuit de paddock en zagen hoe moeilijk het is voor ploeggenoot Sergio Perez om staande te blijven in zijn schaduw. In de 68ste editie van Helden ook volop aandacht voor het nieuwe voetbalseizoen. Een gesprek met Mats Wieffer, dé ontdekking van vorig seizoen, over zijn doorbraak bij Feyenoord en Oranje. Maurice Steijn werd tot veler verrassing de nieuwe trainer van Ajax. Een groot interview met de man die na een teleurstellend seizoen voor nieuwe successen moet zorgen. Luuk de Jong is spits en aanvoerder van PSV, hij vertelt over bondscoach Ronald Koeman, oud-trainer Ruud van Nistelrooij, nieuwe trainer Peter Bosz, oud-ploeggenoot Xavi Simons en nieuwe teamgenoot Noa Lang. Ryan Gravenberch kende een lastig eerste seizoen bij Bayern München. Hij wil er dit seizoen staan en weer een vaste waarde voor Oranje worden. Verder in de nieuwe Helden. Atleten Lieke Klaver en Terrence Agard vormen een razendsnel koppel. Turners Loran de Munck en Casimir Schmidt zijn maatjes en tegenpolen. Laura Dijkema en Nika Daalderop over de hectiek van het leven als volleybalsters in den vreemde. Anne van Dam is de beste golfster van Nederland, ze vertelt over anger management, wonen in Amerika en de Big Green Egg Open. Ook is er veel aandacht voor de European Para Championships in Rotterdam. Een gesprek met rolstoelbasketbalster Bo Kramer, bij wie op jonge leeftijd botkanker in haar been werd geconstateerd. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine editie 68! Wil je geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Abonneer je nu snel en ontvang de Helden Magazine op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Blijf daarnaast op de hoogte van het recentste sportnieuws en leuke winacties door je aan te melden op onze nieuwsbrief en volg ons op onze social mediakanalen.
Een onverwachts overleden schoonmoeder. Een overleden oom. Een ongeneeslijk zieke zus. Terwijl hockeyster Laurien Leurink met het Nederlands team alles won wat er te winnen viel, waaronder twee wereldtitels en olympisch goud, kreeg ze op privégebied veel te verduren. We brachten Laurien, inmiddels ex-international, haar zus Marije, in behandeling voor uitgezaaide darmkanker, en broer Wouter samen in hun geboortedorp Bunnik. We ontmoeten Laurien Leurink (28), haar zus Marije (30) en broer Wouter (33) in eetcafé ’t Wapen van Bunnik, een paar straten bij hun ouderlijk huis vandaan. Laurien maakte afgelopen maart bekend te stoppen als hockeyinternational. Ze vertelt: “Het leven is belangrijker dan hockey. We worden geboren en gaan dood. De een gaat op zijn negentigste, de ander veel eerder. Dat is heel cru, maar het is de realiteit. Toen ik dat besef kreeg, wilde ik me losrukken van de bekrompenheid van de sport. Als ik een keer slecht speelde, kreeg ik te horen: ‘Zo hé, die is uit vorm.’ De persoon die dat roept, heeft geen idee wat er zich op dat moment afspeelt in iemands leven. Dan praat je wel anders, vriend, dacht ik altijd. Ik was klaar met die bekrompenheid. Maar Marijes ziekte gaf het extra zetje.” Bittergarnituur Laurien, Marije en Wouter komen uit een hecht gezin. Wouter: “De laatste tien jaar voel ik me meer de grote broer die zijn zusjes moet beschermen. Lachend: “Vroeger waren jullie gewoon mijn irritante zusjes.” Laurien kijkt naar Marije: “Op jonge leeftijd deden wij alles samen, speelden met barbies en deelden een slaapkamer. Later merkte ik dat Wouter en ik meer op dezelfde manier in het leven stonden. We wisten allebei wat we wilden en deden dat. Jij was wat meer op zoek.” Marije: “Jullie deden allebei gymnasium, ik was een vmbo’er. Mijn brein werkt anders, gaat langzamer. Ik keek tegen jullie op.” Wouter: “Jij bent weer slim op andere manieren, hebt een heel hoog EQ.” De drie groeiden op in Bunnik. De basisschool lag een straat achter hun huis, hockeyclub Kampong was een kwartiertje fietsen. Daar spendeerde de familie de meeste tijd. Wouter: “Hockey werd ons met de paplepel ingegoten. We gingen met papa mee naar zijn oude mannengroep. Mama hockeyde ook nog.” Laurien: “Wij stonden met een mini-hockeystick in ons hand langs het veld te kijken.” Wouter: “Na afloop snoepten we van de bittergarnituur. Later speelden we alle drie in de eerste elftallen. Laurien en Marije konden trouwens ook goed turnen.” Marije: “Ik heb nog wedstrijden geturnd. Jij hikte daar ook tegenaan. We zaten ook nog op tennis. We moesten op een gegeven moment kiezen.” Laurien, lachend: “Jammer dat jullie mijn blokfluit vergeten. Ik was daar echt goed in.” Wouter: “Papa was in die tijd veel weg voor werk, was geregeld van maandag tot en met vrijdag in het buitenland. Mama kon ons niet in haar eentje overal naartoe brengen.” Laurien bleek het meeste hockeytalent te hebben van de drie. Op jonge leeftijd werd zij doorgeschoven naar een ouder team, dat van haar zus Marije. Laurien: “Met papa en mama hebben we besproken of we dat moesten doen. Het was voor jou best ingewikkeld dat je jongere zusje ineens in je team terechtkwam.” Marije: “In het begin vond ik het vreselijk. Ik weet nog dat jij ineens naar de kant liep en riep: ‘Ik wil niet meer met Marije hockeyen.’ Onze coach riep boos: ‘Jij gaat nu terug dat veld in.’” Laurien: “Wij zijn alle drie een beetje luie hockeyers. Ik irriteerde me op dat moment aan jou, was in die tijd een vreselijke puber.” Marije: “We hebben veel ruzie gehad. Dan reden we na een training op de scooter naar huis en schreeuwden we tegen elkaar tot huilen aan toe. Dan kwamen we thuis en vroegen papa en mama: ‘Hoe was het?’ Met rode ogen van het huilen zeiden we: ‘Hartstikke leuk!’” Laurien: “Omdat ik doorgeschoven werd naar een ouder elftal, ging ik met oudere mensen om. Ik ben de jongste, zag aan jullie al wat de wereld me te bieden had. Ik wilde alles meepakken, met iedereen meedoen en cool zijn. Jij keek mij geregeld aan en dacht: wat ben je in hemelsnaam aan het doen? Jij had die behoefte helemaal niet.” Marije: “Later werd het ook leuk. We stonden samen in de as. Ik centraal achterin, jij voor mij op het middenveld. We voelden elkaar naadloos aan op het veld.” Langzaam sloeg het pubergedrag van Laurien om. Laurien, lachend: “Maar dat gebeurde heel laat, hoor. Ik heb nooit die droom gehad om in het Nederlands team terecht te komen. Het kwam een beetje aangewaaid bij mij, ik ben echt een zondagskind. Ik heb er heus wel veel voor moeten doen, maar als ik de top niet had gehaald, had ik het ook prima gevonden.” Wouter: “Je bedankte zelfs voor Oranje in 2013, toen Max Caldas nog bondscoach was. Jij wilde lid worden van het studentencorps in Utrecht.” Laurien, lachend: “Max Caldas belde toen ik met bier in mijn handen bezig was met het vormen van een jaarclub. Eerst dacht ik nog: wat gaaf, het Nederlands elftal. Maar vlak daarna: wat vreselijk, dat wil ik helemaal niet.” Als zaalinternational won Laurien het EK van 2014 en het WK van 2015. In dat jaar zette ze de knop om, mede vanwege toenmalig bondscoach Alyson Annan. Laurien: “Alyson was in die jaren mijn coach bij Jong Oranje. In de zomer van 2015 hoorden we dat zij Max Caldas zou opvolgen als bondscoach. Ik zei tegen haar: ik wil er nu wel voor gaan. Zij heeft mij bij het Nederlands team gehaald. Vanaf dat moment ben ik meer voor het hockey gaan leven. Tot die tijd was ik altijd in mijn hoofd het rebelse hockeymeisje. Ik leefde totaal niet voor mijn sport. Voor een trainingskamp van Jong Oranje in Zuid-Afrika had ik zelfs dronken mijn enkelbanden gescheurd.” Marije en Wouter volgden hun eigen weg. Marije: “Ik had die ambities om het Nederlands elftal te halen niet. Ik keek wel met veel respect naar jou en was ook supertrots. Petje af voor wat je gedaan hebt. En op jouw manier.” Wouter: “Ik wilde het wel graag, maar in mijn puberteit was ik me aan het afzetten tegen thuis. Ik wilde vrijheid, geen regels, en ging een jaar naar Australië na mijn middelbareschooltijd. Toen ik terugkwam, heb ik een aantal jaar op hoog niveau gespeeld, daarna kwam het studentenleven om de hoek.” Marije: “Ik ben in Groningen de sportdocentenopleiding ALO gaan doen. Hockey kwam op een lager pitje. Ik ben in een vriendenteam terechtgekomen, woon nu in Arnhem en hockey nog steeds, maar zonder de verplichting dat ik er altijd moet zijn. Dat gaat nu niet meer.” Val Als broekie mocht Laurien in 2016 mee naar de Olympische Spelen in Rio. Wouter: “Het was een beloning voor wat je in het zaalhockey had laten zien. Wij dachten dat je geen schijn van kans had de olympische selectie te halen, maar je dwong het toch af.” Laurien: “Met acht interlands op mijn naam ging ik naar Rio. Maar er heerst een soort vloek op de Spelen bij onze familie. We hadden iedere keer ongeluk op privégebied.” Toen Laurien met de Nederlandse se- lectie in Rio zat, overleed in Nederland heel onverwachts haar schoonmoeder. En toen de familie uiteindelijk compleet was in Rio, maakte moeder Leurink een ongelukkige val. Marije: “Mama brak haar bovenarm en moest in Rio geopereerd worden.” Wouter: “In een derdewereldland moesten we op zoek naar een goed ziekenhuis. Daar zagen we mama krijsen van de pijn, terwijl haar arm gezet werd. En ondertussen stond er iemand naast ons in het ziekenhuis die het verlies van zijn moeder nog niet eens kon verwerken omdat alles zo snel ging.” Laurien: “Jullie hebben de val van mama even geheim voor mij gehouden, ik moest me focussen op de Spelen. Ik speelde het toernooi van mijn leven, was aan het stralen, terwijl er veel ellende was. Achteraf denk ik dat ik het belangrijk is om in dit soort situaties meer begeleiding aan te bieden. Ik was 21 en werd geconfronteerd met veel emoties. Bewust keuzes maken kon ik op dat moment niet, ik zat in mijn toernooifocus. Er zat veel druk op de ketel, we móesten maar even goud winnen. Het werd uiteindelijk zilver. Een grote teleurstelling op dat moment, maar onbelangrijk vergeleken met wat er allemaal was gebeurd.” Apaat In aanloop naar de volgende Spelen in Tokio, niet vier maar vijf jaar later vanwege de coronapandemie, sloeg het noodlot weer toe. Toen bij zus Marije. In januari 2021 kreeg zij de diagnose darmkanker. Marije: “Ik had wat klachten die ik niet herkende. Ik liet me onderzoeken, maar dat werd onverwachts een heel traject. De uitslag hoorde ik aan met mijn ex- vriend. Ze hadden ook nog een uitzaaiing in mijn lies gevonden. Eind februari ben ik gestart met de behandeling. In de tussentijd kreeg ik ivf. Het was een grote achtbaan.” Tegelijkertijd lag ook nog de tweeling- broer van hun vader op sterven en be- haalde Laurien haar Master scriptie. Marije: “Mijn behandeling bestond uit bestralingen, een chemokuur en operatie.” Laurien: “Maar we hadden het vooruitzicht dat het goed zou komen. In juni heb ik tegen jou gezegd: nu moet ik me gaan focussen op de Spelen, ik kan me niet meer iedere dag zorgen maken om hoe jij je voelt. Ik stond iedere ochtend op met het idee: ik moet Marije appen, heeft ze wel goed geslapen? Ik voelde me schuldig als ik je een keer geen berichtje had gestuurd. Toen de Spelen dichterbij kwamen, moest ik mijn focus verleggen.” Wouter: “Jij had altijd een toernooibubbel, was dan onbereikbaar voor ons. Je werd een apaat voor wie alles om hockey draaide. Voor ons was dat soms lastig. Als we een vraag stelde via WhatsApp, kregen we geen antwoord.” Marije: “Ik begreep het wel, ik zat ook in mijn eigen bubbel. We hadden allebei onze eigen wedstrijd. We wisten ook al dat ik geopereerd zou worden als jij in Tokio zou zijn.” Een dag voor de eerste poulewedstrijd werd Marije geopereerd. Ze kreeg een stoma. Laurien: “Het was geen levensbedreigende operatie, wel een die jouw leven veranderende. Toen ik hoorde dat het goed was gegaan, voelde ik me weer oké. Met mijn kamergenootje Lauren Stam, een van mijn beste vriendinnen, kon ik het er goed over hebben in Tokio. Het hele team was er voor me, maar ik was er zelf niet heel open over. Ik wilde in Tokio zo graag die gouden medaille winnen. Dat dat lukte, was fantastisch.” Marije: “De finale keek ik samen met papa en mama. Jij belde op na afloop van de ceremonie. ‘Hij is zo mooi en zo zwaar.’ Vijf minuten voor het einde stonden wij in de woonkamer al te juichen en te huilen.” Wouter: “Het was de kroon op jouw werk. Wij waren zo trots op je.” Nemo Na de Spelen in Tokio kwam bondscoach Alyson Annan onder vuur te liggen. Diverse internationals hadden melding gemaakt van voor hen ongewenst gedrag en een angstcultuur binnen de nationale vrouwenploeg. Er werd gekozen om een nieuw traject in te slaan. Annan werd ontslagen. Laurien: “Ik stond achter het feit dat er wat veranderd moest worden, maar ik vind dat er veel fouten zijn gemaakt in dit proces. We zijn te veel gefocust geweest op het doel om goud te halen. Dat ging ten koste van andere dingen.” Onder interim-bondscoach Jamilon Mülders vond de hockeyploeg het plezier terug. In dat jaar werd Oranje in Spanje wereldkampioen. Lauriens tweede wereldtitel, na die in 2018. Laurien: “De aanloop naar het WK met het team was intens. Er waren veel gesprekken gevoerd. Op hockeygebied stonden we er minder goed voor dan normaal, hoewel Jamilon een heel goede coach voor ons was. Het leuke was dat veel vrienden, maar ook iedereen van m’n familie erbij was toen ik de wereldtitel won. Nadat we wonnen kwam bij mij de ontlading van het pittige jaar, zowel op hockeygebied als privé, naar boven.” Wouter kijkt naar Marije: “Het was ook spannend voor jou, jij ging weer op reis met een stoma.” Marije corrigeert: “Met Nemo. Ik moest het van Laurien een andere naam geven.” De WK-finale tegen Argentinië bleek meteen Lauriens laatste wedstrijd als international. Laurien: “Na het WK was ik nog niet klaar met het veranderingsproces wat er gaande was en ik was ook benieuwd naar de nieuwe bondscoach Paul van Ass. Ik heb wel uitgesproken dat ik nog niet met honderd procent zekerheid kon zeggen of ik door wilde gaan, maar ik wilde het wel een kans geven.” In december zou Laurien met de ploeg naar Argentinië gaan voor de Pro League. Laurien: “Dat was voor mij de test: kom ik huilend of stralend terug en wil ik dus door tot de Spelen van Parijs?” Het vliegtuig naar Argentinië heeft Laurien nooit gehaald. Bij een jaarlijkse controle in het ziekenhuis in de zomer bleek het foute boel bij haar zus. De kanker was op het eerste gezicht terug. Marije: “Laurien en ik waren samen thuis. Ik riep opgetogen tegen jou: hé, de uitslag is binnen, laten we alvast even online kijken. We lazen de uitslag en schrokken ons rot.” Laurien: “Plekken op de lever, plekken in het buikvlies, plekken op de longen... Het was medische taal, dus we snapten niet alles.” Marije: “Jij hebt de dokter van het Nederlands team gebeld, Wouter belde een oude vriendin die arts is. Ik keek voor mijn gevoel de dood aan en dacht: het is klaar, hier stopt mijn leven. Het was zomer, al mijn artsen waren op vakantie, eigenlijk kon ik pas twee weken later in het ziekenhuis terecht. Gelukkig gingen bij de verpleegkundig specialist aan de telefoon ook alle alarmbellen af. Ik werd de dag later besproken in een artsenoverleg gevolgd door een fysieke afspraak. In mijn buikvlies zagen ze wat zitten.” Laurien: “Ze zeiden: ‘Als dat kanker is wat we zien, dan is het een heel slecht scenario.’” Wouter: “Dan was het binnen twee maanden klaar geweest.” Het buikvlies bleek schoon, maar de lever en longen moesten nog onderzocht worden. Marije: “Na een mri-scan bleek ook mijn lever schoon. Ze wilden alleen een kijkoperatie doen om een van de plekjes op mijn longen te inspecteren.” Laurien: “Je vergeet een stap. Nadat ze zeiden dat je lever in orde was, zeiden ze tussen neus en lippen door: ‘Op je longen zitten ook plekjes. Als dat kanker is, dan is het ongeneeslijk.’ Wij keken die man aan, zeiden: wat bedoelt u? In augustus hadden ze nog gezegd: ‘Die longen komen op een later moment wel, die zijn minder urgent.’ Wouter: “Jouw longen hadden onderaan het lijstje gestaan, omdat het buikvlies zo urgent was." Laurien: “Als ik in Argentinië zou zitten met Oranje, zou Marije te horen krijgen of haar ziekte ongeneeslijk was of niet. Ik wilde bij mijn familie zijn als ze dat zou horen. Achteraf gezien nam ik daarmee ook afscheid van het Nederlands elftal.” Emotionele beestjes “De plekken op mijn longen waren inderdaad tumoren. Het zijn een soort kogeltjes, te veel plekjes om het nog te kunnen genezen. Ik zit midden in de behandeling, heb vorige week nog een chemokuur gehad,” zegt Marije. Laurien: “Het gekke is: jij merkt niks aan je lichaam en je ziet ook niks aan jou.” Marije: “Ik heb alleen last van de bijwerkingen van de chemotherapie. Gelukkig heb ik een milde variant waarbij mijn haar niet uitvalt.” Wouter: “Maar jouw handen zijn vuurrood, je hebt blaren op je voeten en je bent vermoeid.” Marije knikt: “Deze kuur kan oneindig gegeven worden, zolang het aanslaat. Om de drie maanden wordt er een scan gemaakt. De laatste was positief. Laurien: “Daar moeten we het dan mee doen.” Marije: “Jij zegt geregeld: ik hoop dat er een dag komt waarop ze zeggen: ‘Mevrouw Leurink, we hebben een fout gemaakt, er is niks aan de hand.’ Dat gaat helaas niet gebeuren. Laurien, Marije en Wouter zitten even zwijgend tegenover elkaar. Ze hebben geen moeite om het over Marijes ziekte te hebben, van hun emoties is weinig zichtbaar. Wouter: “Op de weg hiernaartoe heb ik goed gehuild, hoor, dan ben ik het weer even kwijt.” Marije: “Ik probeer het uit te zetten.” Laurien fel: “Dat is niet waar. Jij doet naar de buitenwereld alsof het allemaal prima is, maar dat is het niet. Jij bent boos.” Marije knikt: “Dat klopt. Ik ben boos op de wereld. Eerst had ik een soort overlevingsmechanisme, nu ben ik in de fase van boosheid aangekomen. Om heel kleine dingen kan ik ontzettend boos worden. Ik deel mijn gevoelens met een psycholoog, nu al bijna twee jaar. Dat is mijn uitlaatklep. Wij zijn allemaal een beetje hetzelfde. Een beetje van: keep up the good spirit.” Wouter: “Ik praat ook met een psycholoog om het een plek te geven. Het is zo’n gek besef dat iemand zo jong is en stervende. We zitten ook nog in een fase waarin veel mensen om ons heen trouwen en kinderen krijgen. Bij alles wat er gebeurt, denk ik: zij wel, Marije niet.” Laurien: “Jij had ook een relatie, maar dat is uitgegaan na jouw eerste ziekteperiode. Vind nu nog maar eens een partner als je zegt: ‘Ik heb een stoma en ga dood, maar ben wel op zoek naar liefde.’ Hoe dan?” Lachend: “Maar er is altijd wel een gek te vinden, hoor.” Laurien vervolgt: “Wij zijn met de familie heel goed in het bespreken van de praktische zaken, maar kunnen nog niet goed ons hart openen bij elkaar.” Wouter: “Voor de buitenwereld zijn wij nuchtere mensen, maar van binnen zijn wij gigantisch emotionele beestjes.” Hij kijkt Laurien aan: “Jij hebt ook heel lang een ontkenningsfase gehad, geloofde dat er methodes moesten zijn waarmee Marije kon genezen.” Laurien knikt: “Het blijft vreemd dat je op het oog gezond bent en toch doodgaat. Als ik nu vertel aan vriendinnen dat de chemo is aangeslagen en zij antwoorden ‘wat fijn’, dan denk ik: ik weet het niet. Ik heb er geen gevoel bij, voel me leeg.” Marije: “Als ik alleen ben, ga ik nadenken. Wat ga ik met mijn spullen doen? Welke muziek wil ik op mijn afscheid?” Laurien: “Zover zijn we nog lang niet.” Marije: “Ik heb al gesprekken gehad met papa en mama. Er gaat een moment komen dat ik niet meer voor mezelf kan zorgen. Ik weet dat ik uiteindelijk bij hen ga eindigen. De artsen hebben een tijd uitgesproken, maar die deel ik liever niet. De geneeskunde gaat snel. Wie weet wat er nog kan gebeuren.” Laurien: “Iedere behandeling die nu loopt, is alleen gericht op levensverlenging. Maar elk sprankje hoop grijpen we aan.” Bucketlist Een zogenaamde bucketlist heeft Marije niet. Marije: “Ik ben niet zo’n dromer. Ik wil ook niet het gevoel hebben dat ik een laatste reis maak. Ik wil niet ontslag nemen of ineens mijn huur opzeggen. Het gelukkigst word ik van de dagelijkse dingen. Ik werk nog steeds 24 uur per week, bij een planningsbureau. Mijn omgeving is ook aan het werk. Als ik gesprekken heb met vrienden, wil ik ook wat te vertellen hebben. En ik ben een familiemens, vond het altijd al fijn om bij elkaar te zijn, dat vind ik nu nog meer. Deze fotoshoot doen met elkaar vind ik bijzonder.” Wouter: “Ik vond dat jij een bucketlist moest maken. Jij mag denken: fuck de wereld, ik laat alles om me heen vallen. Tot ik besefte dat het jouw leven is en jij moet bepalen waar je nog gelukkig van wordt.” Laurien: “Wij zijn meer van: actie in de taxi, als je die reis wil maken, doe dat dan. We proberen jou dat mee te geven, maar hebben het er nog te weinig over. We steken onze kop nog in het zand, zijn nog te veel struisvogels.” Marije: “Ik wil me niet aan mensen opdringen, want ik ben alleen. Jullie willen me uit mijn comfortzone trekken, maar ik blijf soms liever in mijn coconnetje zitten.” Ondertussen staat er wel een aantal rei-zen op het programma. Marije: “We gaan met de familie naar Lapland, dat was een grote wens van mij, en ik wil naar New York. En over twee jaar ga ik terug naar Kenia, waar ik in januari twee weken vrijwilligerswerk heb gedaan. Ik ga ervanuit dat ik dat haal.” En in december trouwt Laurien met Robbert van de Peppel, voormalig hockeyer en tegenwoordig coach van Hurley dames 1. Marije en Wouter zijn haar getuigen. Laurien: “Door jouw situatie wil ik misschien wel eerder aan kinderen beginnen. Dan kun je in ieder geval nog een neefje of nichtje leren kennen.” Marije: “Ik kan geen kinderen meer krijgen. Robbert vroeg aan mij: ‘Wat zou je nog echt willen?’ Ik zei: ik wil graag tante worden.” Laurien: “Sinds jouw ziekte denken we allemaal meer na over het leven. Ik heb in ieder geval geen moment gedacht: ik mis het Nederlands elftal.” Laurien ‘Door jouw situatie wil ik misschien wel eerder aan kinderen beginnen. Dan kun je in ieder geval nog een neefje of nichtje leren kennen’ Laurien is sinds kort gestart met een management traineeship bij Ormit, na het behalen van twee masters in arbeids- en organisatiepsychologie en Business Administration en is gestart met een opdracht bij Rabobank. Laurien: “Ik wil nu een normaal leven leiden. Ik werk vijf dagen in de week. In de weekenden doe ik iets leuks. Heerlijk.” Met haar club SCHC bereikte Laurien dit jaar nog de finale van de play-offs, die ze verloor van Amsterdam. Nog één seizoen wil Laurien door, daarna stopt ze definitief. Laurien: “Hopelijk neem ik afscheid met de landstitel.” Marije benadrukt dat ziekte de familie heeft veranderd. “Ik vind dat we veel hechter zijn geworden.” Laurien: “Ons contact is intensiever geworden. Er gaat geen dag voorbij dat ik jou niet spreek. Ik sta nog steeds op met de gedachte: hoe gaat het met Marije? Maar niet op een ongezonde manier. Met papa en mama bel ik ook een paar keer per week.” Marije: “Papa en mama genieten veel meer van de momenten waarop we allemaal bij elkaar zijn. We leven meer bewust.” Ook hebben Wouter, Marije en Laurien hun band vereeuwigd op hun lichaam. Wouter stroopt zijn mauw open laat een tatoeage zijn. Wouter: “Deze hebben we met zijn drieen laten zetten, een hartslag.” Laurien: “Onze beginletters zijn erin verwerkt, de W, M en L.” Marije: “En ik heb laatst een keer impulsief Carpe Diem laten zetten. Je moet iets negatiefs aan iets positiefs koppelen. Het was de dag van een van de uitslagen. En het is niet dat dat nu ineens mijn lijf- spreuk is, maar het is goed dat ik elke dag herinnerd word aan het feit dat ik de dag moet plukken. Dat probeer ik anderen ook mee te geven.” Helden Magazine editie 68 Het verhaal van Laurien Leurink komt voort uit Helden Magazine nummer 68. Max Verstappen kleurt de wereld oranje. Max Verstappen is hard op weg om voor het derde jaar op rij de wereldtitel Formule 1 te pakken. In aanloop naar de Grand Prix van Zandvoort, die hij afgelopen twee jaar won, siert hij de cover van Helden. We volgden de coureur vanuit de paddock en zagen hoe moeilijk het is voor ploeggenoot Sergio Perez om staande te blijven in zijn schaduw. In de 68ste editie van Helden ook volop aandacht voor het nieuwe voetbalseizoen. Een gesprek met Mats Wieffer, dé ontdekking van vorig seizoen, over zijn doorbraak bij Feyenoord en Oranje. Maurice Steijn werd tot veler verrassing de nieuwe trainer van Ajax. Een groot interview met de man die na een teleurstellend seizoen voor nieuwe successen moet zorgen. Luuk de Jong is spits en aanvoerder van PSV, hij vertelt over bondscoach Ronald Koeman, oud-trainer Ruud van Nistelrooij, nieuwe trainer Peter Bosz, oud-ploeggenoot Xavi Simons en nieuwe teamgenoot Noa Lang. Ryan Gravenberch kende een lastig eerste seizoen bij Bayern München. Hij wil er dit seizoen staan en weer een vaste waarde voor Oranje worden. Verder in de nieuwe Helden. Atleten Lieke Klaver en Terrence Agard vormen een razendsnel koppel. Turners Loran de Munck en Casimir Schmidt zijn maatjes en tegenpolen. Laura Dijkema en Nika Daalderop over de hectiek van het leven als volleybalsters in den vreemde. Anne van Dam is de beste golfster van Nederland, ze vertelt over anger management, wonen in Amerika en de Big Green Egg Open. Ook is er veel aandacht voor de European Para Championships in Rotterdam. Een gesprek met rolstoelbasketbalster Bo Kramer, bij wie op jonge leeftijd botkanker in haar been werd geconstateerd. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine editie 68! Wil je geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Abonneer je nu snel en ontvang de Helden Magazine op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Blijf daarnaast op de hoogte van het recentste sportnieuws en leuke winacties door je aan te melden op onze nieuwsbrief en volg ons op onze social mediakanalen.