Handbal
Hij moest afrekenen met vooroordelen, was volgens velen te klein. Maar Luc Steins haalde de top. Hij speelt op zijn 27ste bij Paris Saint-Germain, de club van Lionel Messi, en gaat in januari voor het eerst sinds 1961 met de Nederlandse handbalmannen naar het WK. Maar Luc vecht ook tegen groot verdriet.
Zie hem het met zijn 1 meter 73 opnemen tegen reuzen in de dekking. Luc Steins weet niet anders, heeft geleerd zijn kleine gestalte optimaal te gebruiken en wurmt zich geregeld tussen die lange mannen door. Vaak ongrijpbaar, maar de lichtgewicht loopt ook tegen heel wat klappen op.
“‘Je moet er niet als een gek ingaan,’ zegt mijn oma weleens als zij een wedstrijd heeft gezien. Luister oma, als ik dat niet doe, dan hebben ze niks aan me, zeg ik dan. ‘Als je maar op jezelf let hè, jong.’ Soms ben ik bont en blauw. Maar als ik me de dag na een wedstrijd niet beurs voel, dan heb ik het idee dat ik niet mijn spel heb gespeeld of alles heb hoeven geven. Vaak heb ik mijn beste wedstrijden gespeeld als ik me de dag erna fysiek slecht voel.”
'Ik had altijd zo'n zorgeloos leven, handbal kon op één staan. En nu hangt er een tikkende tijdbom boven ons hoofd'
Zoals begin dit jaar toen hij met Oranje een prima EK speelde. Thuisland Hongarije werd verslagen en de ploeg werd tiende. Luc is niet het enige ‘kleinduimpje’, ook Dani Baijens van Hamburger SV en Kay Smits van SC Magdeburg hebben normale lengtes bij het Nederlands team.
Kleine Nederlander
Een jongensdroom, in de knop gebroken. Zo leek het toen Luc als kind te horen kreeg dat hij te klein zou zijn om ver te komen als handballer. “Met de Limburgse afdelingsselectie speelden we een toernooi en ik werd verkozen tot beste speler, maar op het scoutingslijstje voor de nationale jeugdselectie kwam mijn naam vervolgens niet voor, omdat ik in de toekomst toch zou afhaken. Er zijn gelukkig toch trainers opgestaan die zeiden dat ze me op z’n minst een kans konden geven.”
De jongeling, die opgroeide bij het Limburgse Lions, liet zich niet uit het veld slaan. Maar hij moest keer op keer het vertrouwen winnen. Op zijn 21ste, zes jaar terug, vertrok hij van Lions naar Frankrijk. Naar opleidingsclub Massy. Om net als internationals als Gerrie Eijlers, Fabian van Olphen, Mark Bult en Arjan Haenen zijn droom na te jagen. Hij kon al na een seizoen een stapje hogerop, ging mee met zijn coach naar Tremblay. “Daar zaten veelal jongens die aan hun eigen hachje dachten. Ik was een makkelijk slachtoffer, omdat ik niet van me afbeet.
‘Die kleine Nederlander komt net kijken, wat gaat die ons hier leren?’ klonk het. Zij beseften niet wat ik in de toekomst voor het team had kunnen betekenen. De trainer moest zijn oren laten hangen naar de oudere spelers. Dat begreep ik ook wel, hij was nog jong. Ik heb die periode gebruikt om fysiek gezien nóg meer in mezelf te investeren, zodat ik daar de rest van mijn leven profijt van zou hebben. Ik ben daar volwassen geworden, sta niet meer zo snel te kijken van iets.”
Toulouse haalde hem in 2019. De trainer keek wél naar de kwaliteiten van Luc. “Al na twee wedstrijden in de voorbereiding maakte hij een gebaar alsof hij me de sleutels van het team gaf. Ik mocht beslissen wat er in de aanval op het veld gebeurde, qua systeem. Ik kreeg vrijheid. De jongens accepteerden mijn leiderschap, ook al was ik nieuw.”
Wie het laatst lacht, lacht het best. Na één seizoen hing topclub Paris Saint-Germain aan de lijn, ze wilden hem huren. De club, bijna jaarlijks deelnemer aan de Final Four van de Champions League, besloot al snel dat ze hem over wilden nemen. Bij de grootverdieners, van ‘twee meter hoog en twee meter breed’, had hij respect afgedwongen. “Spelers moeten geregeld lachen op de training, als ik met een schijnbeweging ervoor zorg dat de grote spelers zowat hun enkel breken.”
Messi
Hoe anders wordt er tegenwoordig tegen hem aangekeken. Le Parisien verhaalde over ‘de onweerstaanbare beklimming van de kleinste speler van de Star League’. Luc is ook niet langer een uitzondering. “Bijna elke club in Frankrijk heeft een speler van mijn lengte, het is een trend aan het worden. Met kleine, beweeglijke spelers kun je een ander speltype spelen. Hartstikke mooi om te zien hoe dat is geëvolueerd. Dat maakt het handbal voor iedereen toegankelijk.”
Luc is al twee keer gekozen als beste speler van de eerste divisie en werd de afgelopen twee seizoenen ook verkozen tot beste van alle handballers in de eredivisie. Door zijn geringe lengte en handigheid kreeg hij jaren terug al de bijnaam ‘Messi van het handbal’. Laat de echte Lionel Messi, drie centimeter kleiner dan Luc, sinds vorig jaar zomer nou ook voor Paris Saint-Germain spelen... En niet alleen Messi, ook Neymar en Kylian Mbappé spelen bij de voetbalafdeling. “De wereld van die voetballers is totaal niet te vergelijken met mijn situatie. Daar gaan zulke grote bedragen in om, elke dag staan de media er vol van, dan heb je geen sociaal leven.”
Het kwam nog niet van een ontmoeting met de voetbalsterren. “Wellicht straks, want er werden voor de coronapandemie gezamenlijke activiteiten georganiseerd, zoals met Kerst en de seizoenafsluiting. Ik heb al wel wedstrijden gezien in het Parc des Princes. We hebben de luxe dat we op de viptribune mogen zitten, tussen de bobo’s. Dan moet ik mijn beste kloffie uit de kast trekken. Binnenkort ga ik bij de voetbalsters Lieke Martens en Jackie Groenen kijken, die sinds kort ook voor Paris Saint-Germain spelen.”
Luc woont inmiddels in een goede wijk in Parijs, maar hij heeft ook de andere kant van de stad gezien. “Mijn vriendin en ik hebben in de buitenwijken gewoond, daar wonen gezinnen die niet rond kunnen komen. We voelden ons niet altijd veilig. De meeste Parisiens zijn trotse en ook arrogante mensen. Doe mij maar een trekker met wat koeien op een Limburgse heuvel. Hier word je eerder met je handbaltassen van de roltrap geduwd dan dat iemand vraagt: zal ik je helpen? Ik begin gelukkig ook de mooie kant van Parijs meer te waarderen.”
Leuke-momenten-pot
Het scheelde weinig of Luc had afgelopen zomer PSG verruild voor de Poolse en Europese topclub Kielce, waarvan de Nederlander Bertus Servaas eigenaar is. “Ik heb er serieus over nagedacht, Kielce kwam met een moeilijk te weerstaan bod. Toen handelde PSG ook opeens heel snel.”
Hij bleef in Parijs. “Ik heb voor stabiliteit gekozen, er speelde en speelt zoveel op privégebied dat het verstandiger was om in Parijs te blijven. Mijn vriendin had een moeilijke tijd en anderhalf jaar geleden is bij mijn vader lymfeklierkanker gecon- stateerd. Vlak voor het vertrek naar Hongarije voor het EK kreeg hij er een licht hartinfarct bovenop. Van een man die op 58-jarige leeftijd een medisch dossier had van één regel, veranderde dat volledig. Hij kreeg een nieuwe behandeling, vanuit Amerika overgewaaid. Van de zomer leken alle lichten op groen te staan, de toekomst zag er goed uit.
Na een zwaar seizoen ging ik met mijn vriendin op vakantie naar Kroatië en daar kregen we te horen dat de kanker weliswaar op de meeste plekken weg was, maar op één plek waren de cellen weer gegroeid en die bleken resistent tegen de nieuwe behandeling. Er is niks meer aan te doen, het is een aflopende zaak...
Als de pijn ondraaglijk wordt, wil hij er zelf voor kiezen dat het genoeg is geweest, zodat we nog afscheid kunnen nemen van elkaar. We hebben een ‘leuke-momenten-pot’ gemaakt, waarin iedereen zijn of haar opgeschreven herinneringen heeft gestopt. Dat geeft iets tastbaars en zorgt dat we ook straks terug kunnen denken aan die mooie tijden als mijn vader er niet meer is.”
‘Er is niks meer aan te doen. Als de pijn ondraag- lijk wordt, wil hij er zelf voor kiezen dat het genoeg is geweest, zodat we nog afscheid kunnen nemen van elkaar’
Luc en zijn vriendin vierden nog vakantie met zijn ouders en met zijn eveneens handballende broer en oud-international Ivo – tijdens het EK in Hongarije waren ze nog teamgenoten – en diens vriendin. “Ik probeer van elk moment dat we samen zijn te genieten. Dat is niet altijd gemakkelijk, want elke keer als je ‘doei’ zegt, weet je niet of het de laatste keer was dat je elkaar hebt gezien. Mijn vader is eind september nog hier geweest in Parijs. Ik wist dat dat de laatste keer was. Ik sloot me er tijdens de wedstrijd voor af, want in de voorbereiding op het seizoen deed ik dat niet en kon ik er opeens helemaal niks meer van.”
Zijn ouders stonden altijd voor hem en zijn broer klaar. “We zijn heel close, ze hebben alles met Ivo en mij meebeleefd, dat is onbetaalbaar. Toen ik bij Tremblay een moeilijke tijd had, stonden ze bij elke thuiswedstrijd voor de deur, om er voor me te zijn. Niks was te gek. Ze wisten dat het mijn droom was. Ineens is handbal niet meer het belangrijkste... We spelen soms drie wedstrijden per week, er is weinig tijd om bij de situatie stil te staan, aan het begin van dit seizoen stond ik soms op een training en dacht: what the fuck doe ik hier eigenlijk? Ik had altijd zo’n zorgeloos leven, handbal kon op één staan. En nu hangt er een tikkende tijdbom boven ons hoofd die elk moment kan ontploffen...’’
Weinig aanwas
In januari mag het Nederlands mannenteam mede dankzij Luc voor het eerst sinds 1961 meedoen aan het WK. Tijdens de play-off voor kwalificatie lootte Oranje in het voorjaar met Portugal de sterkst mogelijke tegenstander en werd de ploeg na winst in Zuid-Europa thuis toch uitgeschakeld. Oranje kreeg later alsnog een wildcard dankzij de goede prestaties van de laatste tijd en de lobby van de Nederlandse handbalbond.
Deelnemen aan een WK met Oranje, het is waar hij als jochie van droomde, maar door de situatie van zijn vader, kan hij daar minder van genieten. Wat Luc ook aan het hart gaat, is de wetenschap dat zijn vader er tegen die tijd niet meer is. Dat hij tijdens het WK het wakend oog, de instemmende knikjes en simpelweg zijn aanwezigheid zal missen. “Hoe ik ga reageren als mijn vader er niet meer is, weet ik niet. Maar dat het voor ons als gezin een zware periode gaat worden daarna, is zeker.”
Onder de nieuwe bondscoach Staffan Olsson, een Zweedse handballegende en opvolger van Erlingur Richardsson uit IJsland, gaat Oranje desondanks proberen te stunten. “Wij kunnen niet spelen als Frankrijk of Denemarken, hebben andere type spelers. Het is vernieuwend handbal, out of the box. Door deelname aan het WK kunnen we ons verder ontwikkelen. Een aantal jongens heeft inmiddels de stap gemaakt naar een grotere club.”
Luc hoopt dat de bond blijft investeren in de handbalopleiding. “Daar zet ik me ook voor in, door clinics te geven tijdens hand- balkampen. Er is een zorgelijke situatie. Als ik kijk naar Limburg, dat een handbalbolwerk was, dan is er sprake van weinig aan- was. Het is leuk dat wij nu als nationale ploeg mooie resultaten boeken, maar als er geen structurele doorstroming is, zijn we in no time terug bij af. Die gedachte gaat me aan het hart. Want handbal is de mooiste en een van de meest complexe sporten die er is. Snelheid, klappen uitdelen en opvangen, respect voor elkaar, de grens opzoeken, springen, hard schieten, slim zijn en je hebt incasseringsvermogen nodig. Om dat mee te krijgen als kind, daar heeft de maatschappij ook iets aan.”
Stiekem droomt Luc van de Olympische Spelen. Het zou het handbalsprookje compleet maken. “Hier in Parijs, in 2024, dat zou heel mooi zijn, maar als je realistisch bent, komen de Spelen net iets te vroeg. Hopelijk vier jaar later, hoewel het dan met mijn leeftijd penibel wordt.”
Helden Magazine 64
Het verhaal van Luc Steins komt voort uit Helden Magazine 64. In het dubbeldikke eindejaarsnummer blikken we terug op het sportjaar 2022 én is er volop aandacht voor het WK Voetbal in Qatar. Virgil van Dijk siert samen met Irene Schouten de cover. Voor Schouten kon het jaar 2022 niet op. Ze won drie olympische titels, de wereldtitel allround en trouwde.
In de WK-special lees je interviews met Denzel Dumfries, Matthijs de Ligt, Cody Gakpo en Soufiane Touzani. Daarnaast vertellen vriendinnen Candy-Rae en Laura Benschop over hun leven met WK-gangers Daley Blind en Davy Klaassen én een reconstructie van het masterplan van Van Gaal.
Verder in deze editie een uitgebreid interview met olympisch shorttrackkampioen Suzanne Schulting en coach Jeroen Otter. Een terugblik op een bewogen wielerjaar met Merijn Zeeman, Kjeld Nuis kende een jaar vol pieken en dalen én Annemiek van Vleuten presteerde het onmogelijke. Daarnaast liet Dylan van Baarle zien dat zijn tweede plek op het WK in 2021 geen toeval was.
Thomas Krol won op zijn eerste Spelen meteen goud en zilver. Maar het ging niet vanzelf. Giovanni van Bronckhorst kende een geweldig eerste jaar bij Rangers FC. John van ’t Schip won in 1987 de Europa Cup II met Ajax en Hennie Stamsnijder won in 1981 als eerste Nederlander de wereldtitel veldrijden. Als laatste wil Susila Cruijff het gedachtegoed van haar vader voortzetten en blikt voetbalster Vanity Lewerissa terug op een moeilijke tijd.
Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 64 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van jouw Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.