Word abonnee
Meer

Overig

Blikvangers van 2023

2023 was ook het jaar van Max Verstappen, Demi Vollering, de [...]
2023 was ook het jaar van Max Verstappen, Demi Vollering, de Jumbo-Visma-ploeg, Noah Lyles, Faith Kipyogon, Sanne Wevers, Simone Biles, Xavi Simons, Esmee Brugts, de Spaanse voetbalvrouwen en het demasqué van Ajax. Ze komen voorbij in het jaaroverzicht in beeld. Recordjacht En dat is wereldtitel nummer drie. Vorig jaar dacht iedereen al [...]

Overig

Peter Heerschop eert

Peter Heerschop eert Annemiek van Vleuten, Mathieu van der Poel én Sifan Hassan in het eindejaarsnummer van Helden Magazine. Annemiek van Vleuten Als Eddy Merckx een vrouw was, dan was hij Annemiek van Vleuten. Of andersom. Laat ik beginnen met een greep uit een erelijst: olympisch kampioen en twee keer wereldkampioene tijdrijden, twee keer wereldkampioene op de weg, vijf keer winnares van de Giro, drie keer winnares van de Vuelta en één keer winnares van de Tour de France. Ze won twee keer de Ronde van Vlaanderen, Luik-Bastenaken-Luik en de Strade Bianche. Ze won in 2022 alle drie de grote rondes, de wereldtitel én Luik-Bastenaken-Luik. Op haar 39ste. Dan weet iedere sportliefhebber dat ik het heb over Annemiek van Vleuten. De Alleskunner, Half Mens Half Fiets, Zij Die Kan Afzien Met Een Glimlach, De Kannibaal In Schaapskleren, De Doorzetter, De Veelvraat, Mevrouwtje Regenboogtrui, Prinses Van De Soepele Pedaaltred, De Elegante Beuker In De Bergen, Vrouw Die Altijd Weer Opstaat. Dan heb ik het over TAAKAGA: The Artist Always Known As Gewoon Annemiek. Annemiek van Vleuten werd geboren op 8 oktober 1982 in Vleuten. Gaan we al. Dat kunnen alleen de hele groten; geboren worden in een stad die naar jou is genoemd. Ze is dit jaar gestopt met wielrennen. Ik zal proberen te beschrijven waarom haar indrukwekkende carrière niet onopgemerkt is gebleven, te beginnen met de uitspraak dat je de hele groten vooral herkent aan hoe ze omgaan met tegenslag. Ik stond langs de route bij de olympische wegwedstrijd in Rio in 2016. Vlak voor de lange afdaling het enge bos in, op 200 meter van een heel gladde bocht. Annemiek was de sterkste in koers, had samen met de Amerikaanse Mara Abbott een voorsprong van 45 seconden op een achtervolgend groepje met onder anderen Anna van der Breggen en de Italiaanse Elisa Longo Borghini. Het was inmiddels licht gaan regenen, het was glad. Abbott durfde niet echt af te dalen. Annemiek was de betere afdaler en pakte meteen 50 meter voorsprong en liep daarna snel uit. Het olympisch goud kon haar niet meer ontgaan. Totdat, nee toch... Annemiek miste een bocht en knalde vol op een stoeprand van 50 centimeter. Ze bleef doodstil liggen, leek buiten bewustzijn. De ontknoping van de wedstrijd werd een thriller, die werd gewonnen door Anna van der Breggen. Een geweldige winnares, maar hoe was het met Annemiek? Mathieu van der Poel Mathieu van der Poel is een wonder op twee wielen, op welk terrein dan ook. Hij is een sportief multitalent. In zijn jeugd deed hij aan turnen, tennis, atletiek en voetbal. Hij zat zelfs een jaar op de talentenschool van Willem II, de club waar de vier jaar oudere Virgil van Dijk begon. Had dus ook gekund dat hij topvoetballer was geworden. De atletiek zien we sowieso terug in zijn loopprestaties bij het veldrijden en het turnen bij zijn onwaarschijnlijke balans en evenwichtscapriolen. Alles is samengekomen in één wielrenner. MvdP is de eerste en enige wielrenner die medailles won bij WK’s op de weg, veldrijden, mountainbiken en gravel. En daarom, ik zeg het maar gewoon: Mathieu van der Poel is een van de beste wielrenners ooit. Een paar voorbeelden uit 2023. Mathieu won de wielerklassieker Parijs-Roubaix in april, nadat hij een paar weken eerder ook al Milaan-San Remo had gewonnen. Ik ben normaal gesproken geen complotdenker, maar ik vraag me toch af: is het echt gebeurd? Mathieu reed namelijk Parijs-Roubaix met een gemiddelde van 47 kilometer per uur. Let wel: die koers is 256 km lang, gaat over kasseien en zandweggetjes. Er is altijd sprake van wind of regen, valpartijen, lekke banden en veel meer gedoe. 47 kilometer per uur fietsen, vijfenhalf uur achter elkaar stoempen, ontwijken, balanceren, rekenen en iedere pijn en uitputting ontkennen. Het is onvoorstelbaar. Ik heb op de fiets ook weleens 47 kilometer per uur gehaald. Van de Cauberg af, met wind in de rug en dan gedurende dertig seconden. Wat MvdP doet? Onvoorstelbaar. Hij is ook veldrijder. Mathieu haalde alleen bij de senioren al 151 overwinningen. Op 5 februari dit jaar won hij in Hoogerheide voor de vijfde keer de wereldtitel. Een wedstrijd veldrijden duurt bij Mathieu ongeveer een uur. Hij komt af en toe, zo voelt het, 57 minuten eerder binnen dan de nummer twee. De keren dat hij niet won, deed hij waarschijnlijk niet mee. Of hij verloor nipt van Wout van Aert. Soms. Mathieu en Wout zijn gedroomde jeugdrivalen. Sifan Hassan Ik citeer Wikipedia: ‘Sifan Hassan is een Nederlandse atlete van Ethiopische afkomst die zich heeft toegelegd op de middellange en lange afstanden. Wereldkampioen 5000 en 10.000 meter in 2019. In 2008 werd zij door haar moeder naar Nederland gestuurd. Ze is alleen. In het opvangcentrum. Ze voelt zich doodongelukkig. Ze mag niet weg, ze mag er niet uit. Maar ze wil rennen.’ Er staat daar nog wel meer, maar er staat bijvoorbeeld niet: ‘Sifan Hassan is een absoluut fenomeen in de atletiek.’ Er staat niet: ‘Zij doet dingen die, totdat zij ze liet zien, absoluut voor onmogelijk werden gehouden.’ Sifan liep bij de afgelopen Olympische Spelen zowel de 1500 meter, de 5000 meter als de 10.000 meter. En op alle drie de afstanden haalde ze een medaille: twee keer goud, één keer brons. Uniek. En niet zo lang daarna won ze ook nog eens haar eerste marathon in een bizar snelle tijd. En op haar tweede marathon won ze weer, in de op een na snelste tijd ooit. Dat kan dus eigenlijk allemaal helemaal niet. We hebben het over verzurings- en zuurstofopnametechnisch nogal verschillende afstanden. De snelheid die je nodig hebt bij het trainen voor de ene afstand, verlies je bij het trainen voor de andere afstand. Nou ja, bij Sifan Hassan geldt dat dus niet. Sifan loopt altijd goed. Ze zeggen dat gierzwaluwen kunnen slapen terwijl ze vliegen. Sifan kan waarschijnlijk rennen tijdens het slapen. En ze loopt slim. Ze leest elke race ook als geen ander. De ene keer vanaf het begin op kop, de volgende juist weer tot bijna de laatste ronde vrijwel achteraan, vertrouwend op haar versnelling in de laatste 300 meter. Loerend als een jachtluipaard met het uithoudingsvermogen van een jagende roedel wolven. Een paar voorbeelden van haar unieke kwaliteiten. Op de Spelen van Tokio in 2021 liep ze dus drie verschillende afstanden. Ze had zich de ene dag geplaatst voor de finale op de 5000 meter, de volgende dag was de serie van de 1500 meter, waarin ze eerst helemaal achteraan ging lopen. Vervolgens liep ze, bij wijze van spreken, een stukje achterstevoren en strikte ze na twee rondjes haar veters. Na drie rondjes werd ze gehinderd en viel. Maar ze stond op, haalde de hele bende in en won alsnog haar serie. Een paar uur later liep ze de finale van de 5000 meter. Sifan liep lang op de negende of tiende plek. In de laatste ronde gaf ze gas. Het werd een sprint van 400 meter. Ongekend, er zijn geen woorden voor. Zoveel macht in zo’n klein lichaam. Als een panter. Helden Magazine 69 De eerste gedeeltes van de ode van Peter Heerschop aan Annemiek van Vleuten, Mathieu van der Poel en Sifan Hassan komt voort uit het dubbeldikke eindejaarsnummer van Helden. De laatste editie van 2023 staat traditioneel in het teken van een terugblik op het afgelopen sportjaar, waarop Femke Bol de cover siert. De atlete blikt uitgebreid terug op het jaar waarin alles wat ze aanraakte in goud leek te veranderen. Helden ging daarnaast in Engeland op bezoek bij Nathan Aké, die met Manchester City de landstitel, FA Cup en Champions League won. Hij werd samen met zijn echtgenote Kaylee, met wie hij al sinds zijn vijftiende samen is, geïnterviewd en gefotografeerd. Bijzonder was ook het bezoek aan de familie Schippers. Dafne nam afscheid van de atletiek en samen met haar ouders, zus en broer blikte ze terug op haar indrukwekkende carrière. In de 69ste editie van Helden komen tal van sporters aan het woord die 2023 kleur gaven. Wout Poels blikt terug op ritzeges in de Tour en Vuelta, maar ook op het verlies van ploeggenoot Gino Mäder. Golden Sisters Bente en Lieke Rogge werden samen wereldkampioen waterpolo. Femke Kok kroonde zich tot de eerste Nederlandse wereldkampioene op de 500 meter en toont zich zoals we haar niet eerder zagen. Karolien en Finn Florijn zijn gezegend met geweldige roeigenen, ze pakten allebei WK-goud; een dubbelinterview. Jeffrey Hoogland is koning op de kilometer. Hij werd voor de vierde keer wereldkampioen op ‘zijn’ afstand en verbeterde het wereldrecord. Een openhartig gesprek met de kilometervreter. Verder pakten zeilers Bart Lambriex en Floris van de Werken een hattrick aan wereldtitels. Over zeilen gesproken: Marit Bouwmeester keerde terug na de bevalling van haar dochter in 2022 en werd meteen weer Europees kampioen. Feyenoord werd ook kampioen en Lutsharel Geertruida had daar een belangrijk aandeel in. Hij doet zijn verhaal. Joey Veerman won in 2023 de KNVB-beker en werd vader. Een gesprek met de uitgesproken voetballer over wie veel mensen een mening hebben. Ook een verhaal over Lionel Messi en de club waar hij afgelopen zomer heen verhuisde, het Inter Miami van David Beckham. Een portret van Carlos Alcaraz, de nieuwe posterboy van het tennis die Novak Djokovic klopte in de finale op Wimbledon in dé wedstrijd van het jaar. En als laatste was het voor schaatscoach Kosta Poltavets en voetbaltrainer Anoush Dastgir juist een zwaar jaar, door de situatie in hun geboortelanden Oekraïne en Afghanistan. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 69 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.
Peter Heerschop eert Annemiek van Vleuten, Mathieu van der Poel én Sifan Hassan in het eindejaarsnummer van Helden Magazine. Annemiek van Vleuten Als Eddy Merckx een vrouw was, dan was hij Annemiek van Vleuten. Of andersom. Laat ik beginnen met een greep uit een erelijst: olympisch kampioen en twee keer wereldkampioene tijdrijden, twee keer wereldkampioene op de weg, vijf keer winnares van de Giro, drie keer winnares van de Vuelta en één keer winnares van de Tour de France. Ze won twee keer de Ronde van Vlaanderen, Luik-Bastenaken-Luik en de Strade Bianche. Ze won in 2022 alle drie de grote rondes, de wereldtitel én Luik-Bastenaken-Luik. Op haar 39ste. Dan weet iedere sportliefhebber dat ik het heb over Annemiek van Vleuten. De Alleskunner, Half Mens Half Fiets, Zij Die Kan Afzien Met Een Glimlach, De Kannibaal In Schaapskleren, De Doorzetter, De Veelvraat, Mevrouwtje Regenboogtrui, Prinses Van De Soepele Pedaaltred, De Elegante Beuker In De Bergen, Vrouw Die Altijd Weer Opstaat. Dan heb ik het over TAAKAGA: The Artist Always Known As Gewoon Annemiek. Annemiek van Vleuten werd geboren op 8 oktober 1982 in Vleuten. Gaan we al. Dat kunnen alleen de hele groten; geboren worden in een stad die naar jou is genoemd. Ze is dit jaar gestopt met wielrennen. Ik zal proberen te beschrijven waarom haar indrukwekkende carrière niet onopgemerkt is gebleven, te beginnen met de uitspraak dat je de hele groten vooral herkent aan hoe ze omgaan met tegenslag. Ik stond langs de route bij de olympische wegwedstrijd in Rio in 2016. Vlak voor de lange afdaling het enge bos in, op 200 meter van een heel gladde bocht. Annemiek was de sterkste in koers, had samen met de Amerikaanse Mara Abbott een voorsprong van 45 seconden op een achtervolgend groepje met onder anderen Anna van der Breggen en de Italiaanse Elisa Longo Borghini. Het was inmiddels licht gaan regenen, het was glad. Abbott durfde niet echt af te dalen. Annemiek was de betere afdaler en pakte meteen 50 meter voorsprong en liep daarna snel uit. Het olympisch goud kon haar niet meer ontgaan. Totdat, nee toch... Annemiek miste een bocht en knalde vol op een stoeprand van 50 centimeter. Ze bleef doodstil liggen, leek buiten bewustzijn. De ontknoping van de wedstrijd werd een thriller, die werd gewonnen door Anna van der Breggen. Een geweldige winnares, maar hoe was het met Annemiek? Mathieu van der Poel Mathieu van der Poel is een wonder op twee wielen, op welk terrein dan ook. Hij is een sportief multitalent. In zijn jeugd deed hij aan turnen, tennis, atletiek en voetbal. Hij zat zelfs een jaar op de talentenschool van Willem II, de club waar de vier jaar oudere Virgil van Dijk begon. Had dus ook gekund dat hij topvoetballer was geworden. De atletiek zien we sowieso terug in zijn loopprestaties bij het veldrijden en het turnen bij zijn onwaarschijnlijke balans en evenwichtscapriolen. Alles is samengekomen in één wielrenner. MvdP is de eerste en enige wielrenner die medailles won bij WK’s op de weg, veldrijden, mountainbiken en gravel. En daarom, ik zeg het maar gewoon: Mathieu van der Poel is een van de beste wielrenners ooit. Een paar voorbeelden uit 2023. Mathieu won de wielerklassieker Parijs-Roubaix in april, nadat hij een paar weken eerder ook al Milaan-San Remo had gewonnen. Ik ben normaal gesproken geen complotdenker, maar ik vraag me toch af: is het echt gebeurd? Mathieu reed namelijk Parijs-Roubaix met een gemiddelde van 47 kilometer per uur. Let wel: die koers is 256 km lang, gaat over kasseien en zandweggetjes. Er is altijd sprake van wind of regen, valpartijen, lekke banden en veel meer gedoe. 47 kilometer per uur fietsen, vijfenhalf uur achter elkaar stoempen, ontwijken, balanceren, rekenen en iedere pijn en uitputting ontkennen. Het is onvoorstelbaar. Ik heb op de fiets ook weleens 47 kilometer per uur gehaald. Van de Cauberg af, met wind in de rug en dan gedurende dertig seconden. Wat MvdP doet? Onvoorstelbaar. Hij is ook veldrijder. Mathieu haalde alleen bij de senioren al 151 overwinningen. Op 5 februari dit jaar won hij in Hoogerheide voor de vijfde keer de wereldtitel. Een wedstrijd veldrijden duurt bij Mathieu ongeveer een uur. Hij komt af en toe, zo voelt het, 57 minuten eerder binnen dan de nummer twee. De keren dat hij niet won, deed hij waarschijnlijk niet mee. Of hij verloor nipt van Wout van Aert. Soms. Mathieu en Wout zijn gedroomde jeugdrivalen. Sifan Hassan Ik citeer Wikipedia: ‘Sifan Hassan is een Nederlandse atlete van Ethiopische afkomst die zich heeft toegelegd op de middellange en lange afstanden. Wereldkampioen 5000 en 10.000 meter in 2019. In 2008 werd zij door haar moeder naar Nederland gestuurd. Ze is alleen. In het opvangcentrum. Ze voelt zich doodongelukkig. Ze mag niet weg, ze mag er niet uit. Maar ze wil rennen.’ Er staat daar nog wel meer, maar er staat bijvoorbeeld niet: ‘Sifan Hassan is een absoluut fenomeen in de atletiek.’ Er staat niet: ‘Zij doet dingen die, totdat zij ze liet zien, absoluut voor onmogelijk werden gehouden.’ Sifan liep bij de afgelopen Olympische Spelen zowel de 1500 meter, de 5000 meter als de 10.000 meter. En op alle drie de afstanden haalde ze een medaille: twee keer goud, één keer brons. Uniek. En niet zo lang daarna won ze ook nog eens haar eerste marathon in een bizar snelle tijd. En op haar tweede marathon won ze weer, in de op een na snelste tijd ooit. Dat kan dus eigenlijk allemaal helemaal niet. We hebben het over verzurings- en zuurstofopnametechnisch nogal verschillende afstanden. De snelheid die je nodig hebt bij het trainen voor de ene afstand, verlies je bij het trainen voor de andere afstand. Nou ja, bij Sifan Hassan geldt dat dus niet. Sifan loopt altijd goed. Ze zeggen dat gierzwaluwen kunnen slapen terwijl ze vliegen. Sifan kan waarschijnlijk rennen tijdens het slapen. En ze loopt slim. Ze leest elke race ook als geen ander. De ene keer vanaf het begin op kop, de volgende juist weer tot bijna de laatste ronde vrijwel achteraan, vertrouwend op haar versnelling in de laatste 300 meter. Loerend als een jachtluipaard met het uithoudingsvermogen van een jagende roedel wolven. Een paar voorbeelden van haar unieke kwaliteiten. Op de Spelen van Tokio in 2021 liep ze dus drie verschillende afstanden. Ze had zich de ene dag geplaatst voor de finale op de 5000 meter, de volgende dag was de serie van de 1500 meter, waarin ze eerst helemaal achteraan ging lopen. Vervolgens liep ze, bij wijze van spreken, een stukje achterstevoren en strikte ze na twee rondjes haar veters. Na drie rondjes werd ze gehinderd en viel. Maar ze stond op, haalde de hele bende in en won alsnog haar serie. Een paar uur later liep ze de finale van de 5000 meter. Sifan liep lang op de negende of tiende plek. In de laatste ronde gaf ze gas. Het werd een sprint van 400 meter. Ongekend, er zijn geen woorden voor. Zoveel macht in zo’n klein lichaam. Als een panter. Helden Magazine 69 De eerste gedeeltes van de ode van Peter Heerschop aan Annemiek van Vleuten, Mathieu van der Poel en Sifan Hassan komt voort uit het dubbeldikke eindejaarsnummer van Helden. De laatste editie van 2023 staat traditioneel in het teken van een terugblik op het afgelopen sportjaar, waarop Femke Bol de cover siert. De atlete blikt uitgebreid terug op het jaar waarin alles wat ze aanraakte in goud leek te veranderen. Helden ging daarnaast in Engeland op bezoek bij Nathan Aké, die met Manchester City de landstitel, FA Cup en Champions League won. Hij werd samen met zijn echtgenote Kaylee, met wie hij al sinds zijn vijftiende samen is, geïnterviewd en gefotografeerd. Bijzonder was ook het bezoek aan de familie Schippers. Dafne nam afscheid van de atletiek en samen met haar ouders, zus en broer blikte ze terug op haar indrukwekkende carrière. In de 69ste editie van Helden komen tal van sporters aan het woord die 2023 kleur gaven. Wout Poels blikt terug op ritzeges in de Tour en Vuelta, maar ook op het verlies van ploeggenoot Gino Mäder. Golden Sisters Bente en Lieke Rogge werden samen wereldkampioen waterpolo. Femke Kok kroonde zich tot de eerste Nederlandse wereldkampioene op de 500 meter en toont zich zoals we haar niet eerder zagen. Karolien en Finn Florijn zijn gezegend met geweldige roeigenen, ze pakten allebei WK-goud; een dubbelinterview. Jeffrey Hoogland is koning op de kilometer. Hij werd voor de vierde keer wereldkampioen op ‘zijn’ afstand en verbeterde het wereldrecord. Een openhartig gesprek met de kilometervreter. Verder pakten zeilers Bart Lambriex en Floris van de Werken een hattrick aan wereldtitels. Over zeilen gesproken: Marit Bouwmeester keerde terug na de bevalling van haar dochter in 2022 en werd meteen weer Europees kampioen. Feyenoord werd ook kampioen en Lutsharel Geertruida had daar een belangrijk aandeel in. Hij doet zijn verhaal. Joey Veerman won in 2023 de KNVB-beker en werd vader. Een gesprek met de uitgesproken voetballer over wie veel mensen een mening hebben. Ook een verhaal over Lionel Messi en de club waar hij afgelopen zomer heen verhuisde, het Inter Miami van David Beckham. Een portret van Carlos Alcaraz, de nieuwe posterboy van het tennis die Novak Djokovic klopte in de finale op Wimbledon in dé wedstrijd van het jaar. En als laatste was het voor schaatscoach Kosta Poltavets en voetbaltrainer Anoush Dastgir juist een zwaar jaar, door de situatie in hun geboortelanden Oekraïne en Afghanistan. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 69 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.

Judo

Juul Franssen: ‘De onbevangenheid heb ik nu weer terug’

De drie bronzen medailles – WK 2018, 2019 en EK 2020 – hebben toch het gedroomde geluk niet gebracht; evenmin de olympische deelname van 2021. Als vijfjarige had Juul Franssen (33) kennisgemaakt met de judomat, een klein half jaar geleden nam ze afscheid. Strijdbaar vertelt ze 27 jaar na haar kennismaking met haar sport waarom ze weer dat ‘onbevangen meisje’ wilde worden en hoe ze daarin geslaagd is. “Judo was vanaf het begin één groot feest. Ook omdat ik mijn teveel aan energie – nu zou dat ADHD genoemd worden – er in kwijt kon. Mijn eerste échte hoogtepunt was het WK-goud voor teams in 2010, met een geweldige groep meiden onder leiding van Marjolein van Unen, Cor van der Geest en Chris de Korte. Ik was een jonge hond, onbevangen en won van iedereen. Ik kon mijn olympische droom achterna; tot de judobond eind 2016, na de Spelen van Rio, besloot te centraliseren en alle judoka’s fulltime op Papendal wilde hebben. Daar werd ‘maatwerk’ beloofd. Maar ik wilde niet fulltime op Papendal trainen, maar bij mijn team blijven. Ik was vanuit Reuver, het Limburgse dorp waar ik altijd gewoond had, naar Rotterdam gegaan om bij de club van Chris de Korte, ook de trainer van mijn olympische held Mark Huizinga, de best mogelijke judoka te worden. Daar zei ik in het begin iedereen op straat met m’n zachte g heel vriendelijk gedag; zoals in Reuver, waar iedereen iedereen kent. Maar in Rotterdam werd ik dan aangekeken met ‘wat moet je van me’- blikken. Dus heb ik me snel aangepast. Ik was op mijn plek bij m’n trainer Mark van der Ham en de mensen op de club en blij met m’n vorderingen. Dat ging ik niet op het spel zetten om fulltime naar Papendal te verhuizen en te gaan werken onder trainers zonder EK-, WK- en olympische ervaring. Door mijn weigering moest ik in gesprek met de toenmalig technisch directeur van de bond, Henry Bonnes. Die vertelde me dat ze, als ik bleef weigeren, m’n A-status van het NOC*NSF zouden afnemen waardoor ik ook m’n auto en m’n inkomen als topsporter kwijt zou raken. Allebei hebben we genotuleerd, maar er zat geen enkele overeenkomst in die notities. Ik stond met m’n rug tegen de muur, voelde me heel eenzaam en heb daarom de hulp ingeroepen van NL Sporter en hun jurist Hetteke Frima. We hebben de bond zelf voorstellen gedaan, waar ze het niet mee eens waren. Dagelijks had ik contact met Hetteke, die me samen met advocaat Wil van Megen dag en nacht heeft bijgestaan, en een hele goeie vriendin is geworden. In december, een maand na de Grand Slam in Abu Dhabi, werd ik weer uitgenodigd door de technisch directeur. 'Tja, Ik loop niet als een mak schaap mee, verzet me tegen machtsmisbruik. Omdat ik uit de selectie was gezet had ik ook geen andere keuze' Het ‘gesprek’ bleek een mededeling te zijn die per brief werd bevestigd: ik was uit de selectie gezet. Ik heb doorgetraind, maar ook nagedacht en met Hetteke overlegd over volgende stappen. Op 13 januari, een kleine maand later, hebben we er een persbericht uitgegooid: we spannen een kort geding aan tegen de judobond. Helden Magazine 65 Het eerste gedeelte van het verhaal van Juul Franssen komt voort uit Helden Magazine 65. Er is volop aandacht voor de wintersporten én ook voor voetbal. Frank Rijkaard geeft sinds lange tijd weer eens een interview. Hij spreekt onder meer over Cruijff, het Nederlands elftal en Lionel Messi. In deze editie lees je ook een uitgebreid interview met Lois Abbingh en Tess Lieder – voorheen Wester -. De handbalcollega’s zijn vriendinnen, schoonzussen en sinds kort ook allebei moeder. Daarnaast spraken we met Dávid Hancko en Kristyna Pliskova. De een is een grote aanwinst voor Feyenoord, de ander is toptennisster. Én een gesprek met de populairste schaatser van dit moment, Jutta Leerdam. Verder interviews met de succesvolste Nederlandse olympiër ooit: Ireen Wüst. De eerste keeper op het afgelopen WK: Andries Noppert, twee grootheden in het rolstoeltennis: Diede de Groot en Esther Vergeer. Shorttrackster Xandra Velzeboer gaat als een komeet. En Joep Wennemars is keihard bezig om uit de schaduw van zijn vader Erben te treden. Ook heeft het voetbalvirus nog altijd Guus Hiddink in zijn greep. Werden Marc van de Kuilen en Luuk Veltink vrienden door het noodlot. Spreekt Victoria Koblenko met olympisch kampioen openwater Ferry Weertman. En staat bondscoach van de Oranjevrouwen: Andries Jonker stil bij De Nachtwacht. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 65 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van jouw Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.
De drie bronzen medailles – WK 2018, 2019 en EK 2020 – hebben toch het gedroomde geluk niet gebracht; evenmin de olympische deelname van 2021. Als vijfjarige had Juul Franssen (33) kennisgemaakt met de judomat, een klein half jaar geleden nam ze afscheid. Strijdbaar vertelt ze 27 jaar na haar kennismaking met haar sport waarom ze weer dat ‘onbevangen meisje’ wilde worden en hoe ze daarin geslaagd is. “Judo was vanaf het begin één groot feest. Ook omdat ik mijn teveel aan energie – nu zou dat ADHD genoemd worden – er in kwijt kon. Mijn eerste échte hoogtepunt was het WK-goud voor teams in 2010, met een geweldige groep meiden onder leiding van Marjolein van Unen, Cor van der Geest en Chris de Korte. Ik was een jonge hond, onbevangen en won van iedereen. Ik kon mijn olympische droom achterna; tot de judobond eind 2016, na de Spelen van Rio, besloot te centraliseren en alle judoka’s fulltime op Papendal wilde hebben. Daar werd ‘maatwerk’ beloofd. Maar ik wilde niet fulltime op Papendal trainen, maar bij mijn team blijven. Ik was vanuit Reuver, het Limburgse dorp waar ik altijd gewoond had, naar Rotterdam gegaan om bij de club van Chris de Korte, ook de trainer van mijn olympische held Mark Huizinga, de best mogelijke judoka te worden. Daar zei ik in het begin iedereen op straat met m’n zachte g heel vriendelijk gedag; zoals in Reuver, waar iedereen iedereen kent. Maar in Rotterdam werd ik dan aangekeken met ‘wat moet je van me’- blikken. Dus heb ik me snel aangepast. Ik was op mijn plek bij m’n trainer Mark van der Ham en de mensen op de club en blij met m’n vorderingen. Dat ging ik niet op het spel zetten om fulltime naar Papendal te verhuizen en te gaan werken onder trainers zonder EK-, WK- en olympische ervaring. Door mijn weigering moest ik in gesprek met de toenmalig technisch directeur van de bond, Henry Bonnes. Die vertelde me dat ze, als ik bleef weigeren, m’n A-status van het NOC*NSF zouden afnemen waardoor ik ook m’n auto en m’n inkomen als topsporter kwijt zou raken. Allebei hebben we genotuleerd, maar er zat geen enkele overeenkomst in die notities. Ik stond met m’n rug tegen de muur, voelde me heel eenzaam en heb daarom de hulp ingeroepen van NL Sporter en hun jurist Hetteke Frima. We hebben de bond zelf voorstellen gedaan, waar ze het niet mee eens waren. Dagelijks had ik contact met Hetteke, die me samen met advocaat Wil van Megen dag en nacht heeft bijgestaan, en een hele goeie vriendin is geworden. In december, een maand na de Grand Slam in Abu Dhabi, werd ik weer uitgenodigd door de technisch directeur. 'Tja, Ik loop niet als een mak schaap mee, verzet me tegen machtsmisbruik. Omdat ik uit de selectie was gezet had ik ook geen andere keuze' Het ‘gesprek’ bleek een mededeling te zijn die per brief werd bevestigd: ik was uit de selectie gezet. Ik heb doorgetraind, maar ook nagedacht en met Hetteke overlegd over volgende stappen. Op 13 januari, een kleine maand later, hebben we er een persbericht uitgegooid: we spannen een kort geding aan tegen de judobond. Helden Magazine 65 Het eerste gedeelte van het verhaal van Juul Franssen komt voort uit Helden Magazine 65. Er is volop aandacht voor de wintersporten én ook voor voetbal. Frank Rijkaard geeft sinds lange tijd weer eens een interview. Hij spreekt onder meer over Cruijff, het Nederlands elftal en Lionel Messi. In deze editie lees je ook een uitgebreid interview met Lois Abbingh en Tess Lieder – voorheen Wester -. De handbalcollega’s zijn vriendinnen, schoonzussen en sinds kort ook allebei moeder. Daarnaast spraken we met Dávid Hancko en Kristyna Pliskova. De een is een grote aanwinst voor Feyenoord, de ander is toptennisster. Én een gesprek met de populairste schaatser van dit moment, Jutta Leerdam. Verder interviews met de succesvolste Nederlandse olympiër ooit: Ireen Wüst. De eerste keeper op het afgelopen WK: Andries Noppert, twee grootheden in het rolstoeltennis: Diede de Groot en Esther Vergeer. Shorttrackster Xandra Velzeboer gaat als een komeet. En Joep Wennemars is keihard bezig om uit de schaduw van zijn vader Erben te treden. Ook heeft het voetbalvirus nog altijd Guus Hiddink in zijn greep. Werden Marc van de Kuilen en Luuk Veltink vrienden door het noodlot. Spreekt Victoria Koblenko met olympisch kampioen openwater Ferry Weertman. En staat bondscoach van de Oranjevrouwen: Andries Jonker stil bij De Nachtwacht. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 65 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van jouw Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.

Judo

Michael Korrel: ‘Ik balanceer voortdurend op het randje’

Hij won grandslamtoernooien, voerde de wereldranglijst aan, maar de weg naar olympisch goud liep spaak. Wel werd Michael Korrel (28) onlangs Europees kampioen. In aanloop naar het WK (6-13 oktober in Tasjkent) spreekt Victoria Koblenko de judoka in de gewichtsklasse tot 100 kilogram. Hoe is judo in jouw leven gekomen? “Ik was vier toen ik begon, ben altijd al een potig ventje geweest. Ik was ook altijd aan het stoeien. Mijn tante gaf judoles en mijn neefjes en nichtjes deden aan judo.” Wanneer kreeg je het idee dat je goed kon judoën? “Toen ik op m’n zesde clubkampioen werd. Ik kan me dat nog goed herinneren. Die beker! Vanaf m’n zevende of achtste had ik elk weekend wedstrijdjes. Judo werd al snel een rode draad in mijn leven. Ik liet al snel zien dat ik potentie had. Mijn vader en moeder brachten me altijd. En altijd nam mijn moeder de camera mee. De foto’s heeft ze allemaal bewaard. Hoe ouder je wordt, des te leuker het is die oude foto’s terug te kijken.” Uit wat voor gezin kom je? “Uit een heel zorgzaam, liefdevol gezin. Mijn vader was lasser en m’n moeder nagelstyliste. Toen ze me in Vianen naar judo brachten, ging het nog, maar vanaf m’n dertiende moest mijn vader eerder van zijn werk komen voor mij en de uren later inhalen. Mijn ouders stimuleerden me, ik kon er niet met de pet naar gooien.” Iets wat een puber misschien wel soms zou willen. “Ik leerde trainen als ik daar eigenlijk geen zin in had. Maar ik zag ook meteen wat die discipline me bracht: ik mocht al snel meedoen aan NK’s. Ik snapte het spelletje, had een goede kracht en conditie door de fysieke training, was verder dan mijn leeftijdsgenoten. Op mijn zeventiende kwam zelfs deelname aan het EK in zicht. Dat was een heel grote stap. Ik ging drie keer in de week trainen, moest telkens heen en weer rijden naar Leusden, terwijl ik in Nieuwegein op school zat. Toen Theo Meijer, oud-judoka, mijn coach werd, ontwikkelde ik me pas echt als topsporter. Vanaf dat moment werd het professioneel.” 'In 2016 heb ik haar via Tinder leren kennen. Amanda was anders dan de rest. Ze zei 'nee; tegen mij waar de rest 'ja' zei' Terwijl je klasgenootjes vast stiekem rookten en op stap gingen... “Ik rookte of dronk niet met ze mee.” Dat geeft je kracht, maar kan ook voor een eenzame positie zorgen als je op die leeftijd bent, toch? “Maar die eenzaamheid ís topsport.” Kwetsbaar Waren er momenten dat je dacht: ik haal nooit de top? “Toen ik veertien was, werd ik derde bij het NK, terwijl ik met twee vingers in mijn neus eerste kon worden. Toen stortte mijn wereld in, ik was intens verdrietig. Maar het zorgde er tegelijkertijd voor dat ik tegen mezelf zei: dit gaat me niet nog een keer gebeuren. Fascinerend om daar nu aan terug te denken.” Dus je gebruikte die nederlaag als brandstof? “Het gekke is dat het twee jaar later nog een keer gebeurde. Ik kwam de sportschool binnen en iedereen feliciteerde me al voordat het toernooi had plaatsgevonden. Het ging mis, ik werd opnieuw derde. De wereld verging minder, maar toch. Ik ging toen wel naar het EK, want ik was nog wel de beste Nederlander gerekend over een aantal toernooien, dus het verzachtte de pijn.” Er werd van jongs af aan al veel van je verwacht. Hoe ging jij daar als tiener mee om? “Ik merkte dat als de druk er niet op stond het makkelijker was om te winnen. Ik werd op m’n achttiende Nederlands kampioen bij de senioren, mede omdat er niet van me werd verwacht dat ik zou winnen. Het judoot zoveel lekkerder als je die druk niet op je schouders voelt. Maar ja, hoe ouder ik werd, des te groter werd de druk.” Helden Magazine 63 Het eerste gedeelte van het verhaal van Michael Korrel komt voort uit Helden Magazine 63. We duiken in de slipstream van Max Verstappen. Sportief directeur Jan Lammers bespreekt zijn mooiste momenten op het circuit en Atze Kerkhof weet hoe het is om teamgenoot van Max te zijn. In deze editie lees je een uitgebreid interview met de vrouwen in het leven van Abdelhak Nouri. Voor het eerst vertellen zijn moeder, zussen, schoonzussen en tante hun aangrijpende verhaal. Daarnaast heeft ook Kira Toussaint een bewogen tijd achter de rug. De zwemster verbrak een gepland huwelijk en vertrok naar Amerika. Ook spraken we met een van de nieuwe boegbeelden van het vrouwenvolleybal: Nika Daalderop en maakt Davy Klaassen zich op voor een nieuw seizoen bij Ajax én een WK. Marcus Pedersen en Noor Omrani delen naast hun liefde voor de bal ook een hoofdkussen. Zijn broers Jens en Melle van ’t Wout klaar om de shorttrack wereld te veroveren. Jordan Teze speelde zich vorig jaar definitief in de kijker, Koen Bouwman won twee etappes en het bergklassement in de Giro én Ronald de Boer blikt terug op de Champions League-finale van 1995. Verder is Riemer van der Velde oud-voorzitter van sc Heerenveen. Een gesprek over onder meer de ontwikkelingen van zijn club en Abe Lenstra én Timothy Beck haalde als estafetteloper de Zomerspelen en was vlaggendrager bij de Winterspelen in 2010. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 63 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.
Hij won grandslamtoernooien, voerde de wereldranglijst aan, maar de weg naar olympisch goud liep spaak. Wel werd Michael Korrel (28) onlangs Europees kampioen. In aanloop naar het WK (6-13 oktober in Tasjkent) spreekt Victoria Koblenko de judoka in de gewichtsklasse tot 100 kilogram. Hoe is judo in jouw leven gekomen? “Ik was vier toen ik begon, ben altijd al een potig ventje geweest. Ik was ook altijd aan het stoeien. Mijn tante gaf judoles en mijn neefjes en nichtjes deden aan judo.” Wanneer kreeg je het idee dat je goed kon judoën? “Toen ik op m’n zesde clubkampioen werd. Ik kan me dat nog goed herinneren. Die beker! Vanaf m’n zevende of achtste had ik elk weekend wedstrijdjes. Judo werd al snel een rode draad in mijn leven. Ik liet al snel zien dat ik potentie had. Mijn vader en moeder brachten me altijd. En altijd nam mijn moeder de camera mee. De foto’s heeft ze allemaal bewaard. Hoe ouder je wordt, des te leuker het is die oude foto’s terug te kijken.” Uit wat voor gezin kom je? “Uit een heel zorgzaam, liefdevol gezin. Mijn vader was lasser en m’n moeder nagelstyliste. Toen ze me in Vianen naar judo brachten, ging het nog, maar vanaf m’n dertiende moest mijn vader eerder van zijn werk komen voor mij en de uren later inhalen. Mijn ouders stimuleerden me, ik kon er niet met de pet naar gooien.” Iets wat een puber misschien wel soms zou willen. “Ik leerde trainen als ik daar eigenlijk geen zin in had. Maar ik zag ook meteen wat die discipline me bracht: ik mocht al snel meedoen aan NK’s. Ik snapte het spelletje, had een goede kracht en conditie door de fysieke training, was verder dan mijn leeftijdsgenoten. Op mijn zeventiende kwam zelfs deelname aan het EK in zicht. Dat was een heel grote stap. Ik ging drie keer in de week trainen, moest telkens heen en weer rijden naar Leusden, terwijl ik in Nieuwegein op school zat. Toen Theo Meijer, oud-judoka, mijn coach werd, ontwikkelde ik me pas echt als topsporter. Vanaf dat moment werd het professioneel.” 'In 2016 heb ik haar via Tinder leren kennen. Amanda was anders dan de rest. Ze zei 'nee; tegen mij waar de rest 'ja' zei' Terwijl je klasgenootjes vast stiekem rookten en op stap gingen... “Ik rookte of dronk niet met ze mee.” Dat geeft je kracht, maar kan ook voor een eenzame positie zorgen als je op die leeftijd bent, toch? “Maar die eenzaamheid ís topsport.” Kwetsbaar Waren er momenten dat je dacht: ik haal nooit de top? “Toen ik veertien was, werd ik derde bij het NK, terwijl ik met twee vingers in mijn neus eerste kon worden. Toen stortte mijn wereld in, ik was intens verdrietig. Maar het zorgde er tegelijkertijd voor dat ik tegen mezelf zei: dit gaat me niet nog een keer gebeuren. Fascinerend om daar nu aan terug te denken.” Dus je gebruikte die nederlaag als brandstof? “Het gekke is dat het twee jaar later nog een keer gebeurde. Ik kwam de sportschool binnen en iedereen feliciteerde me al voordat het toernooi had plaatsgevonden. Het ging mis, ik werd opnieuw derde. De wereld verging minder, maar toch. Ik ging toen wel naar het EK, want ik was nog wel de beste Nederlander gerekend over een aantal toernooien, dus het verzachtte de pijn.” Er werd van jongs af aan al veel van je verwacht. Hoe ging jij daar als tiener mee om? “Ik merkte dat als de druk er niet op stond het makkelijker was om te winnen. Ik werd op m’n achttiende Nederlands kampioen bij de senioren, mede omdat er niet van me werd verwacht dat ik zou winnen. Het judoot zoveel lekkerder als je die druk niet op je schouders voelt. Maar ja, hoe ouder ik werd, des te groter werd de druk.” Helden Magazine 63 Het eerste gedeelte van het verhaal van Michael Korrel komt voort uit Helden Magazine 63. We duiken in de slipstream van Max Verstappen. Sportief directeur Jan Lammers bespreekt zijn mooiste momenten op het circuit en Atze Kerkhof weet hoe het is om teamgenoot van Max te zijn. In deze editie lees je een uitgebreid interview met de vrouwen in het leven van Abdelhak Nouri. Voor het eerst vertellen zijn moeder, zussen, schoonzussen en tante hun aangrijpende verhaal. Daarnaast heeft ook Kira Toussaint een bewogen tijd achter de rug. De zwemster verbrak een gepland huwelijk en vertrok naar Amerika. Ook spraken we met een van de nieuwe boegbeelden van het vrouwenvolleybal: Nika Daalderop en maakt Davy Klaassen zich op voor een nieuw seizoen bij Ajax én een WK. Marcus Pedersen en Noor Omrani delen naast hun liefde voor de bal ook een hoofdkussen. Zijn broers Jens en Melle van ’t Wout klaar om de shorttrack wereld te veroveren. Jordan Teze speelde zich vorig jaar definitief in de kijker, Koen Bouwman won twee etappes en het bergklassement in de Giro én Ronald de Boer blikt terug op de Champions League-finale van 1995. Verder is Riemer van der Velde oud-voorzitter van sc Heerenveen. Een gesprek over onder meer de ontwikkelingen van zijn club en Abe Lenstra én Timothy Beck haalde als estafetteloper de Zomerspelen en was vlaggendrager bij de Winterspelen in 2010. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 63 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.

Judo

Sanne van Dijke: ‘Is dit dan nu mijn leven?

Sanne van Dijke (25) verloor anderhalf jaar geleden onverwachts haar broer Steven en twee maanden later oud-trainingsmaatje Ilona Lucassen. Terwijl ze haar verdriet noodgedwongen probeerde te parkeren, blonk ze uit op de judomat. Ze werd Europees kampioen, won WK-brons en olympisch brons. “Ik ben trots op wat ik heb gepresteerd, maar ik ben niet gelukkig.” “De Olympische Spelen overtroffen al mijn verwachtingen. ‘Met publiek zijn de Spelen nog zoveel gaver,’ zeiden mensen om mij heen. Nou, ik vond het in Tokio allesbehalve saai. Ik vond het jammer dat mijn familie er niet bij kon zijn, maar dit was sport in de puurste vorm. Daar leef ik voor. Een week voor de start van de Spelen hadden we ons voorbereid op een plek bij een universiteit waar we vaker wa­ren geweest. Er stond een boom in ons hotel, daarin hadden Japanse kinderen gelukwensen gehangen. Die spreuken hadden ze voor ons proberen te ver­ talen. Op een stond: ‘Ik verwacht een medaille.’ Die vond ik mooi, want ik verwachtte ook echt een medaille van mezelf. Het briefje heb ik uit de boom gehaald en op de kast voor mijn bed geplakt. Iedere ochtend als ik wakker werd, zag ik die Japanse spreuk. Op de wedstrijddag las ik hem en ik zei tegen mezelf: nou San, ga het maar doen. Ik had er zin in en de eerste partij ging goed. Ik won op ippon. De tweede partij werd een tricky gevecht. Ik won dankzij golden score. In de halve finale stond ik tegenover de Oostenrijkse Michaela Polleres, een meisje van wie ik echt kon winnen. Ik zette een schouderworp in, dacht dat ik haar had. Maar ze pakte me over. Ik zat even goed stuk. Ik heb even goed gescholden en met wat dingen gegooid. Na een paar minuten dacht ik: oké, focus, ik kan nog brons winnen. Na een half uur stond ik op de mat tegen­ over de Duitse Giovanna Scoccimarro. Zij is meer een tactische judoka, dat ligt mij niet echt. Ik kwam achter met twee shido’s, bij drie had ik verloren. Met mijn rug stond ik tegen de muur, werd er moedeloos van. Ik probeerde aan te val­len, maar het lukte niet. Toen gingen we de golden score in, iedere fout was funest. Ik merkte dat zij moe werd, daardoor kon ik wat beter aanvallen. Ik zag een gaatje en kon haar ver op haar rug vast­ pakken. Dit moet hem zijn, dacht ik. De eerste poging mislukte, maar ik had haar nog steeds vast. De tweede poging dan. Ik voelde haar tenen wankelen en dacht: daar ga je. Zo opgelucht was ik. Ik zakte in elkaar en voelde hoe moe ik was, het had bijna acht minuten geduurd voor­ dat ik die golden score maakte. Daarna kwamen de emoties eruit. Het was gelukt. En ik dacht: deze is voor Steven." • Steven is op 8 april 2020 uit het leven gestapt. Mijn broers Steven, Wouter en ik waren heel close. Steven leek op mijn moeder, was net als zij echt een gevoelsmens en een ontzettend lieve jongen. Hij deelde veel over zijn leven met me, maar had het nooit over de dingen waar hij tegenaan liep. Steven wilde altijd een ander helpen, maar zelf hoefde hij niet geholpen te worden. Ik ben ook niet zo’n prater, maar als ik met iets zat, ging ik naar Steven of mijn moeder. Steven was ook altijd enorm betrokken bij mijn judo. Zonder hem had ik überhaupt niet gejudood, ik was denk ik een jaar oud, toen ik al met hem meeging naar de judotraining. Wouter is ook betrokken hoor, maar hij is, net als ik, altijd druk. Wouter heeft een succesvol bedrijf dat hij al vanaf zijn zeventiende aan het uitbouwen is. Als ik bij mijn moeder aan het eten was, kon Wouter zeggen: ‘Hé, ik zie je koffer in de gang staan, ga je weer weg?’ Dan wist hij niet dat ik een maand naar Azië ging. ‘O, veel plezier,’ zei hij dan. Steven wist altijd precies wat ik deed en waar ik was. Hij zette de wekker voor mijn wedstrijden en bleef ervoor thuis. Steven haalde weleens mijn oma op in Geldrop, dan zette hij een beamer aan en keek met haar naar mijn wedstrijden. Hij zei ook geregeld dat hij trots op me was, kon ineens zeggen: ‘San, ik ben zo trots op wie je bent.’ Ik zou ook nog zoveel tegen hem willen zeggen... Met Wouter ben ik ook close, maar hij is zakelijker. Sinds het overlijden van Steven is onze band wel veranderd. Nu hij er niet meer is, hebben we bijna iedere dag contact. Dat Steven uit het leven wilde stappen, heb ik niet aan zien komen. Hij had gokproblemen en was al eerder teruggevallen, dus we wisten dat het weer mis kon gaan. We waren er dus wel mee bezig, maar aan deze consequentie hadden we nooit gedacht. Ik heb heel veel verdriet gehad om Steven, maar na een paar maanden trainen leek het of ik het verdriet een beetje kon parkeren. Ik merkte ineens hoe sterk het mentale vermogen van een mens is. Je kunt bepaalde dingen blijkbaar voor je uit duwen. Net als wanneer je op vakantie gaat en dan ineens ziek wordt. Je mind laat in die drukke periode ervoor niet toe dat je ziek wordt. Met je hoofd kun je iets lichamelijks tegenhouden. Bij mij was het dat ik het rouwen onbewust deels uitstelde. De Spelen stonden nog op het programma. Ik moest aan de gang, had werk te doen. Ik zat ook nog eens in een volle concurrentiestrijd met Kim Polling. Het voelde heel cru dat ik eigenlijk moest zeggen dat ik mijn verdriet uit moest stellen. Aan motivatie had ik geen gebrek, maar ik zat wel in de knoop met mezelf. Ik wilde rouwen, maar had daar geen tijd voor. Een psycholoog hielp me in die periode. Ik wist ook dat Steven het heel erg zou vinden als ik zou opgeven. Hij wilde niks liever dan dat ik naar de Spelen zou gaan. Als hij niks met judo had gehad, dan was het een ander verhaal geweest, dan had ik niet aan mezelf kunnen verantwoorden dat ik er zo snel mee was doorgegaan. Maar Steven wilde niet dat wij ons leven zouden stilzetten om hem. Als hij had kunnen zien dat ik die droom had opgegeven, zou hij daar ontzettend van hebben gebaald. Vanwege het coronavirus mochten we in mei pas weer judoën. De Spelen waren uitgesteld, in mijn hoofd had ik toen ook totaal geen ruimte voor de Spelen. Toen ik weer begon met judo, had ik ruimte voor structuur, meer ook niet. Judo was een reden om uit bed te komen. Mijn beste vrienden, onder wie Michelle Schellekens, hebben mij echt op de been gehouden. Mijn coach Micha Bazynski is ook heel belangrijk geweest. Belangrijker dan hij zelf beseft. Hij heeft me gesteund en veel naar me geluisterd, maar hij hielp me vooral door naar Papendal te komen. Hij zei: ‘Ik ben er, kijk maar wat voor jou goed voelt. Ik snap het als je niet komt en als je wel komt, gaan we trainen.’ Micha woont in Duitsland en reed er wel ruim twee uur voor naar Papendal. Dus als ik niet zou komen, zou hij dat hele stuk voor niks hebben gereden. Zonder mij druk op te leggen, zorgde hij voor structuur in mijn leven. Judo was zo goed voor me in die periode. Ik bewoog, wat al goed voor me was, reed iedere dag een uur naar Papendal en weer terug, daarna was de halve dag al om. Dat hielp me enorm. Toen gebeurde het weer. Twee maanden later, op 12 juni, overleed mijn oude trainingsgenoot Ilona Lucassen. Ook zij stapte uit het leven. Het klinkt raar, maar om Ilona ben ik op dat moment minder verdrietig geweest als om Steven. Mijn emmer met verdriet zat al vol. Ik was al een vaatdoek, wat word je daarna, een servetje? Wel merkte ik dat ik de wereld heel oneerlijk begon te vinden. Ik had het gevoel dat iedereen tegen mij was en werd heel negatief, dacht: wat heeft het voor zin, iedereen gaat toch dood. Met Ilona had ik jarenlang in Eind­hoven getraind. Ze was een paar jaar jonger dan ik en een beetje een gekkie. Ilona was een sfeermaker, maar ze was ook heel beïnvloedbaar. Je kon haar opnaaien om alles. Als we iets grappigs hadden bedacht, voerde zij het wel uit. Als we op het matje moesten komen bij een trainer, wist ik zeker dat zij wat terug zou zeggen. Ik heb misschien een grote bek, maar Ilona had dat helemaal. We waren allebei een beetje ratjes. Echte pubers. Op Papendal zijn we een beetje uit elkaar gegroeid. Ik werd serieuzer in mijn sport. We zagen elkaar nog steeds iedere dag, maar hadden minder contact. Op Papendal werd ik een wat belangrijkere speler. Ik had vroeger te maken met types als Edith Bosch. Zij kon echt een bitch zijn, trapte tegen je schenen en haalde je onderuit. Ik haatte haar toen, maar waardeer nu wat ze heeft gedaan. Ik ben er knetterhard van geworden, zonder Edith en de andere oudere judoka’s was ik niet waar ik nu was. ‘Judo gaf Ilona structuur, maar door corona viel dat weg. Maar dat ze dit zou doen, had ik nooit verwacht’ Dat gedrag nam ik ook een beetje over. Als iemand zat te klooien, kon ik ook zeggen: ga lekker naar huis als je niet je best doet. Dat heb ik ook bij Ilona moeten doen. Zij kon dat totaal niet van mij hebben, dacht: wij zijn juist toch maatjes? Ilona vond het lastig als ik haar ergens op aansprak. Judo heeft Ilona op het rechte pad gehouden. Van mezelf denk ik soms ook: als ik niet had gejudood, weet ik ook niet hoe ik terecht was gekomen. Maar bij Ilona dacht ik dat helemaal. Judo gaf Ilona structuur, maar door corona viel dat weg. Maar dat ze dit zou doen, had ik nooit verwacht. Margriet Bergstra, een van mijn beste vriendinnen, was Ilona’s beste vriendin. Zij heeft het van dichtbij meegemaakt dat zij weggleed. Margriet belde mij meteen toen het vreselijke nieuws over Ilona bekend was. Ik dacht: nee, niet nog een keer. Ik kreeg wel een klap, maar niet zo erg als die aankwam bij de anderen, omdat ik zelf dus al vol zat met verdriet. Vooral probeerde ik er voor Margriet te zijn. Bij de uitvaart van Ilona ben ik niet geweest, dat mocht niet vanwege corona. We hebben het in Eindhoven online gekeken met andere judoka’s en coaches en hadden een erehaag gemaakt voor haar. Ik heb me heel eenzaam gevoeld. Michelle en ik hebben wel veel steun aan elkaar gehad. Zij was ook een heel goede vriendin van Ilona en van Steven. We zijn allebei geen praters, maar bij elkaar zijn, hielp al. We keken films, hingen op de bank. Het was zo veel wat er was gebeurd, we konden dat allebei niet behappen. In die tijd was ik eigenlijk een beetje ontoerekeningsvatbaar. Ik dronk veel, was mijn verdriet niet aan het verwerken, maar meer aan het ontsnappen. Structuur, bewegen en een dagelijks doel om mijn bed uit te komen, gaven mij houvast. Maar de Spelen konden me echt gestolen worden. Ik heb zelfs gezegd: laat Kim Polling maar gewoon gaan. Als onze strijd niet zo persoonlijk was geworden, had ik mijn vorm misschien nooit meer teruggevonden. De manier waarop de concurrentiestrijd met Kim is gegaan, heeft me enorm geraakt. Lang hebben Kim en ik niks met elkaar te maken gehad, zij is vijf jaar ouder. In 2017 werd ik Europees kampioen in Warschau. Dat was het startschot van onze concurrentiestrijd. Kim riep geregeld wat over mij en dat krenkte me. Die gevoelens parkeerde ik, maar die kwamen eruit toen bekend werd dat ik de olympische selectie van Kim had gewonnen. Ik was niet blij, voelde vooral boosheid, had zo’n negatief gevoel overgehouden aan die strijd. In die tijd heb ik veel met een psycholoog gepraat. Die zei: ‘Je moet het afsluiten.’ Op aanraden van haar schreef ik briefjes waarop ik mijn negatieve gevoelens schreef. Die heb ik in de houthaard in de tuin gegooid. Daarna heb ik in mijn eentje een fles champagne opengemaakt. Eerst heb ik een glas gedronken, daarna ben ik naar Michelle gefietst en heb ik met haar een glas gedronken. Tot slot ben ik naar mijn moeder gegaan en heb ik met haar nog een glas genomen. Mijn moeder vond het geweldig dat ik de Spelen had gehaald. Eindelijk voelde ik die blijdschap toen ook een beetje. Vervolgens spande Kim nog een rechtszaak aan om op die manier te proberen alsnog het olympische ticket af te dwingen. Ik denk dat Kim heel anders is dan ik en haar acties daarom niet zo goed begrijp. Veel dingen heeft ze ook netjes gedaan, ze heeft me gecondoleerd na het overlijden van Steven. En ze heeft me gefeliciteerd met mijn kwalificatie voor de Spelen en na het winnen van een medaille. Ik vind het knap dat ze dat kon opbrengen, weet niet of ik dat had gekund. Wat betreft mijn judocarrière: ik wil sowieso doorgaan tot en met de Spelen in Parijs. En als mijn lichaam het houdt en ik heb er nog plezier in, dan ga ik door tot en met de Spelen in Los Angeles in 2028. Met mijn twee Europese titels, WK-brons en een bronzen olympische medaille is mijn carrière al geslaagd. Alles wat ik graag wilde, heb ik behaald. Natuurlijk zal ik straks weer meegesleept worden in de olympische hype en wil ik dat ticket bemachtigen, maar er zit wel een bepaalde rust in me. Ik hoef mezelf niet meer te bewijzen. In Tokio zag ik judo als werk, in Parijs ga ik er hopelijk van genieten. Met mijn familie op de tribune. • Na Tokio ben ik bij Stevens graf geweest met mijn medaille in mijn zak. We hebben het geflikt hè, zei ik. Ondanks alles wat er is gebeurd, heb ik dit jaar heel goed gepresteerd. Op judogebied ging het heel goed, maar ik heb wel gemerkt: succes is niet zaligmakend. Mijn leven is niet ineens goed met een olympische medaille. Ik ben er trots op en heel blij mee, hoor, het is een beloning voor het harde werken. Maar alles wat er is gebeurd, is niet ineens weg. Na Tokio ben ik opnieuw het verwerkingsproces in gegaan. Toen de Spelen afgelopen waren, haalde het verdriet me in. De eerste maand na de Spelen heb ik 26 nachten nachtmerries gehad over Steven. Dan was hij er ineens weer in mijn dromen en zei hij dingen als: ‘Het is allemaal in scène gezet.’ Vlak nadat hij was overleden, had ik ook die nachtmerries, maar in de zes maanden voor de Spelen had ik er geen last van gehad. Ineens merkte ik hoe erg ik mijn verdriet aan de kant had gezet. ‘Ik ben heel blij en trots op wat ik heb gepresteerd, maar ik ben niet gelukkig. Ik weet niet of ik me ooit weer beter ga voelen, dat is een heel enge gedachte’ Aan Steven denk ik iedere dag. Meestal voordat ik naar bed ga, maar er zijn ook veel andere momenten waarop ik aan hem denk. Bij films en muziek, tijdens gesprekken die ik met mensen voer, of als zijn club PSV moet voetballen. Vroeger speelden we altijd samen het spel Football Manager. Als we dan lazen dat een speler was verkocht voor veel geld, konden we tegen elkaar zeggen: ‘Ja, maar wij hebben hem gescout, hè.’ Als ik nu iets lees over een speler die een transfer maakt, heb ik de neiging Steven te appen. De rollercoaster van de afgelopen twee jaar is gelukkig voorbij. Tot en met de Spelen werd ik geleefd, nu kan ik alles even op mijn manier doen. Maar het licht aan het einde van de tunnel zie ik nog niet. Ik ga twee stappen achteruit, en dan weer één stap vooruit. Mijn psycholoog heeft gezegd dat het niet raar is dat ik nu terugval. En iedereen die ik spreek die iets soortgelijks heeft meegemaakt, zegt: het gaat nooit helemaal voorbij. De gedachte dat ik hier nooit meer overheen kom, vind ik zo heftig. Is dit dan nu mijn leven? Ik ben heel blij en trots op wat ik heb gepresteerd, maar ik ben niet gelukkig. Ik weet niet of ik me ooit weer beter ga voelen, dat is een heel enge gedachte. Mijn geluk is dat ik heel fijne mensen om me heen heb. Ik heb een fantastische vriendengroep en een heel lieve vriendin, Natalie Powell. Natalie is ook judoka, we zijn nu drieënhalf jaar samen. Bij haar kan ik mezelf zijn. Sinds kort wonen we samen. Soms kan ik niet uit mijn bed komen, heb ik een offday, dan komt ze een kop thee brengen. Af en toe is het voor haar ook lastig. Ik kan nog weleens flippen als het me te veel wordt en primitief reageren. Maar ze gaat er heel goed mee om. Ik vind het heel fijn dat ze Steven nog gekend heeft. Ik zie echt een toekomst met haar, volgens mij zij ook met mij. • Ik probeer nu ook meer op anderen te letten, door bewuster en wat vaker te vragen: hoe gaat het nou met je? Dat in plaats van vluchtig: hé, hoi, hoe is het? Als je je er bewust van bent, merk je dat heel veel mensen tegen dingen aanlopen of zich soms niet zo gelukkig voelen. We doen allemaal maar alsof we het zo goed voor elkaar hebben, maar schijn bedriegt. Als je met een kater op de bank ligt en door Instagram scrolt, zie je de ene na de andere perfecte bikinifoto op Bali verschijnen. Op jouw slechtste moment zie je het beste moment van iemand anders. Nou, dan voel je je vanzelf wel een mislukkeling. Dat is wat sociale media teweegbrengen. Met een goede vriendin heb ik dit najaar de marathon van Amsterdam gelopen. Dat plan ontstond al vorig jaar in coronatijd, maar toen ging de marathon niet door. Ik wilde er een goed doel aan koppelen, dat werd 113 Zelfmoordpreventie. We hebben ruim 15.000 euro opgehaald. Dat geld is belangrijk en hard nodig, maar ik vind het vooral belangrijk dat het gesprek wordt opengebroken. Dat mensen die niet gelukkig zijn, zich uitspreken, en er in een vriendengroep niet stoer over wordt gedaan of dat het weggelachen wordt.” Helden Magazine 59 Het verhaal van Sanne van Dijke komt voort uit Helden Magazine 59. Sifan Hassan is onze Held van het Jaar en siert de cover van het dubbeldik eindejaarsnummer. Ze kwam, zag en overwon. Hassan deed wat niemand voor haar deed: drie olympische medailles winnen op de middellange afstanden op dezelfde Spelen. Heel bijzonder is ook het verzoek dat Barbara Barend kreeg van Bibian Mentel. Vlak voor haar overlijden, op 29 maart dit jaar, wilde Bibian nog een keer een groot interview geven met het verzoek het verhaal na haar overlijden te publiceren. In het verhaal spreekt zij nog één keer iedereen toe die haar lief hebben.  In Helden Magazine 59 lees je een uitgebreid interview met Fabio Jakobsen en zijn aanstaande vrouw Delore. Ze blikken samen terug op de zware val in Polen, waarbij Fabio bijna het leven verloor én hoe hij zich dit jaar heeft teruggevochten. Daarnaast spraken we een van de sterkhouders van Ajax, Daley Blind in het bijzijn van zijn vrouw, dochter, moeder en twee zussen. Rolstoeltennisster Diede de Groot won dit jaar de Golden Slam. De dubbelvier zorgden voor het eerste olympische roeigoud bij de mannen in 25 jaar én Sjinkie Knegt vertelt over het leven na het ongeluk met de houtkachel. Ook in Helden Magazine 59 hebben Jeffrey Hoogland en Shanne Braspennincx het mooi geflikt met z’n tweeën, beloonde Tom Dumoulin zijn terugkeer met olympisch zilver op de tijdrit en groeide Denzel Dumfries uit tot de Held van Oranje tijdens het EK. Overigens vertelt Frédérique Matla over haar weg naar de top, won Abdi Nageeye niet alleen olympisch zilver op de marathon, maar coachte hij ondertussen ook zijn maatje naar brons en is Harrie Lavreysen de koning van de sprint. Verder zijn vrienden Niek Kimmann en Jelle van Gorkom allebei in het bezit van een olympische medaille. Dai Dai N’tab was ooit een feestbeest, nu is hij een van de snelste schaatsers van het land. Reshmie Oogink blikt in ‘De dag dat’ terug op het moment dat ze in Tokio te horen kreeg dat ze corona had. Victoria Koblenko ontmoet daarnaast olympisch kampioen Kiran Badloe én Caitlin Dijkstra staat in de ‘Leeuwinnen in het Rijks’ stil bij De Liefdesbrief. Krijg jij geen genoeg van alle inspirerende sportverhalen? Kies het abonnement dat bij jou past én wordt abonnee. Zo ontvang je telkens de nieuwste edities op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Wil je een Helden Magazine cadeau doen? Het is ook mogelijk om een abonnement cadeau te doen, deze abonnementen lopen automatisch af. Daarnaast zijn de recentste exemplaren ook gemakkelijk te bestellen via onze webshop.
Sanne van Dijke (25) verloor anderhalf jaar geleden onverwachts haar broer Steven en twee maanden later oud-trainingsmaatje Ilona Lucassen. Terwijl ze haar verdriet noodgedwongen probeerde te parkeren, blonk ze uit op de judomat. Ze werd Europees kampioen, won WK-brons en olympisch brons. “Ik ben trots op wat ik heb gepresteerd, maar ik ben niet gelukkig.” “De Olympische Spelen overtroffen al mijn verwachtingen. ‘Met publiek zijn de Spelen nog zoveel gaver,’ zeiden mensen om mij heen. Nou, ik vond het in Tokio allesbehalve saai. Ik vond het jammer dat mijn familie er niet bij kon zijn, maar dit was sport in de puurste vorm. Daar leef ik voor. Een week voor de start van de Spelen hadden we ons voorbereid op een plek bij een universiteit waar we vaker wa­ren geweest. Er stond een boom in ons hotel, daarin hadden Japanse kinderen gelukwensen gehangen. Die spreuken hadden ze voor ons proberen te ver­ talen. Op een stond: ‘Ik verwacht een medaille.’ Die vond ik mooi, want ik verwachtte ook echt een medaille van mezelf. Het briefje heb ik uit de boom gehaald en op de kast voor mijn bed geplakt. Iedere ochtend als ik wakker werd, zag ik die Japanse spreuk. Op de wedstrijddag las ik hem en ik zei tegen mezelf: nou San, ga het maar doen. Ik had er zin in en de eerste partij ging goed. Ik won op ippon. De tweede partij werd een tricky gevecht. Ik won dankzij golden score. In de halve finale stond ik tegenover de Oostenrijkse Michaela Polleres, een meisje van wie ik echt kon winnen. Ik zette een schouderworp in, dacht dat ik haar had. Maar ze pakte me over. Ik zat even goed stuk. Ik heb even goed gescholden en met wat dingen gegooid. Na een paar minuten dacht ik: oké, focus, ik kan nog brons winnen. Na een half uur stond ik op de mat tegen­ over de Duitse Giovanna Scoccimarro. Zij is meer een tactische judoka, dat ligt mij niet echt. Ik kwam achter met twee shido’s, bij drie had ik verloren. Met mijn rug stond ik tegen de muur, werd er moedeloos van. Ik probeerde aan te val­len, maar het lukte niet. Toen gingen we de golden score in, iedere fout was funest. Ik merkte dat zij moe werd, daardoor kon ik wat beter aanvallen. Ik zag een gaatje en kon haar ver op haar rug vast­ pakken. Dit moet hem zijn, dacht ik. De eerste poging mislukte, maar ik had haar nog steeds vast. De tweede poging dan. Ik voelde haar tenen wankelen en dacht: daar ga je. Zo opgelucht was ik. Ik zakte in elkaar en voelde hoe moe ik was, het had bijna acht minuten geduurd voor­ dat ik die golden score maakte. Daarna kwamen de emoties eruit. Het was gelukt. En ik dacht: deze is voor Steven." • Steven is op 8 april 2020 uit het leven gestapt. Mijn broers Steven, Wouter en ik waren heel close. Steven leek op mijn moeder, was net als zij echt een gevoelsmens en een ontzettend lieve jongen. Hij deelde veel over zijn leven met me, maar had het nooit over de dingen waar hij tegenaan liep. Steven wilde altijd een ander helpen, maar zelf hoefde hij niet geholpen te worden. Ik ben ook niet zo’n prater, maar als ik met iets zat, ging ik naar Steven of mijn moeder. Steven was ook altijd enorm betrokken bij mijn judo. Zonder hem had ik überhaupt niet gejudood, ik was denk ik een jaar oud, toen ik al met hem meeging naar de judotraining. Wouter is ook betrokken hoor, maar hij is, net als ik, altijd druk. Wouter heeft een succesvol bedrijf dat hij al vanaf zijn zeventiende aan het uitbouwen is. Als ik bij mijn moeder aan het eten was, kon Wouter zeggen: ‘Hé, ik zie je koffer in de gang staan, ga je weer weg?’ Dan wist hij niet dat ik een maand naar Azië ging. ‘O, veel plezier,’ zei hij dan. Steven wist altijd precies wat ik deed en waar ik was. Hij zette de wekker voor mijn wedstrijden en bleef ervoor thuis. Steven haalde weleens mijn oma op in Geldrop, dan zette hij een beamer aan en keek met haar naar mijn wedstrijden. Hij zei ook geregeld dat hij trots op me was, kon ineens zeggen: ‘San, ik ben zo trots op wie je bent.’ Ik zou ook nog zoveel tegen hem willen zeggen... Met Wouter ben ik ook close, maar hij is zakelijker. Sinds het overlijden van Steven is onze band wel veranderd. Nu hij er niet meer is, hebben we bijna iedere dag contact. Dat Steven uit het leven wilde stappen, heb ik niet aan zien komen. Hij had gokproblemen en was al eerder teruggevallen, dus we wisten dat het weer mis kon gaan. We waren er dus wel mee bezig, maar aan deze consequentie hadden we nooit gedacht. Ik heb heel veel verdriet gehad om Steven, maar na een paar maanden trainen leek het of ik het verdriet een beetje kon parkeren. Ik merkte ineens hoe sterk het mentale vermogen van een mens is. Je kunt bepaalde dingen blijkbaar voor je uit duwen. Net als wanneer je op vakantie gaat en dan ineens ziek wordt. Je mind laat in die drukke periode ervoor niet toe dat je ziek wordt. Met je hoofd kun je iets lichamelijks tegenhouden. Bij mij was het dat ik het rouwen onbewust deels uitstelde. De Spelen stonden nog op het programma. Ik moest aan de gang, had werk te doen. Ik zat ook nog eens in een volle concurrentiestrijd met Kim Polling. Het voelde heel cru dat ik eigenlijk moest zeggen dat ik mijn verdriet uit moest stellen. Aan motivatie had ik geen gebrek, maar ik zat wel in de knoop met mezelf. Ik wilde rouwen, maar had daar geen tijd voor. Een psycholoog hielp me in die periode. Ik wist ook dat Steven het heel erg zou vinden als ik zou opgeven. Hij wilde niks liever dan dat ik naar de Spelen zou gaan. Als hij niks met judo had gehad, dan was het een ander verhaal geweest, dan had ik niet aan mezelf kunnen verantwoorden dat ik er zo snel mee was doorgegaan. Maar Steven wilde niet dat wij ons leven zouden stilzetten om hem. Als hij had kunnen zien dat ik die droom had opgegeven, zou hij daar ontzettend van hebben gebaald. Vanwege het coronavirus mochten we in mei pas weer judoën. De Spelen waren uitgesteld, in mijn hoofd had ik toen ook totaal geen ruimte voor de Spelen. Toen ik weer begon met judo, had ik ruimte voor structuur, meer ook niet. Judo was een reden om uit bed te komen. Mijn beste vrienden, onder wie Michelle Schellekens, hebben mij echt op de been gehouden. Mijn coach Micha Bazynski is ook heel belangrijk geweest. Belangrijker dan hij zelf beseft. Hij heeft me gesteund en veel naar me geluisterd, maar hij hielp me vooral door naar Papendal te komen. Hij zei: ‘Ik ben er, kijk maar wat voor jou goed voelt. Ik snap het als je niet komt en als je wel komt, gaan we trainen.’ Micha woont in Duitsland en reed er wel ruim twee uur voor naar Papendal. Dus als ik niet zou komen, zou hij dat hele stuk voor niks hebben gereden. Zonder mij druk op te leggen, zorgde hij voor structuur in mijn leven. Judo was zo goed voor me in die periode. Ik bewoog, wat al goed voor me was, reed iedere dag een uur naar Papendal en weer terug, daarna was de halve dag al om. Dat hielp me enorm. Toen gebeurde het weer. Twee maanden later, op 12 juni, overleed mijn oude trainingsgenoot Ilona Lucassen. Ook zij stapte uit het leven. Het klinkt raar, maar om Ilona ben ik op dat moment minder verdrietig geweest als om Steven. Mijn emmer met verdriet zat al vol. Ik was al een vaatdoek, wat word je daarna, een servetje? Wel merkte ik dat ik de wereld heel oneerlijk begon te vinden. Ik had het gevoel dat iedereen tegen mij was en werd heel negatief, dacht: wat heeft het voor zin, iedereen gaat toch dood. Met Ilona had ik jarenlang in Eind­hoven getraind. Ze was een paar jaar jonger dan ik en een beetje een gekkie. Ilona was een sfeermaker, maar ze was ook heel beïnvloedbaar. Je kon haar opnaaien om alles. Als we iets grappigs hadden bedacht, voerde zij het wel uit. Als we op het matje moesten komen bij een trainer, wist ik zeker dat zij wat terug zou zeggen. Ik heb misschien een grote bek, maar Ilona had dat helemaal. We waren allebei een beetje ratjes. Echte pubers. Op Papendal zijn we een beetje uit elkaar gegroeid. Ik werd serieuzer in mijn sport. We zagen elkaar nog steeds iedere dag, maar hadden minder contact. Op Papendal werd ik een wat belangrijkere speler. Ik had vroeger te maken met types als Edith Bosch. Zij kon echt een bitch zijn, trapte tegen je schenen en haalde je onderuit. Ik haatte haar toen, maar waardeer nu wat ze heeft gedaan. Ik ben er knetterhard van geworden, zonder Edith en de andere oudere judoka’s was ik niet waar ik nu was. ‘Judo gaf Ilona structuur, maar door corona viel dat weg. Maar dat ze dit zou doen, had ik nooit verwacht’ Dat gedrag nam ik ook een beetje over. Als iemand zat te klooien, kon ik ook zeggen: ga lekker naar huis als je niet je best doet. Dat heb ik ook bij Ilona moeten doen. Zij kon dat totaal niet van mij hebben, dacht: wij zijn juist toch maatjes? Ilona vond het lastig als ik haar ergens op aansprak. Judo heeft Ilona op het rechte pad gehouden. Van mezelf denk ik soms ook: als ik niet had gejudood, weet ik ook niet hoe ik terecht was gekomen. Maar bij Ilona dacht ik dat helemaal. Judo gaf Ilona structuur, maar door corona viel dat weg. Maar dat ze dit zou doen, had ik nooit verwacht. Margriet Bergstra, een van mijn beste vriendinnen, was Ilona’s beste vriendin. Zij heeft het van dichtbij meegemaakt dat zij weggleed. Margriet belde mij meteen toen het vreselijke nieuws over Ilona bekend was. Ik dacht: nee, niet nog een keer. Ik kreeg wel een klap, maar niet zo erg als die aankwam bij de anderen, omdat ik zelf dus al vol zat met verdriet. Vooral probeerde ik er voor Margriet te zijn. Bij de uitvaart van Ilona ben ik niet geweest, dat mocht niet vanwege corona. We hebben het in Eindhoven online gekeken met andere judoka’s en coaches en hadden een erehaag gemaakt voor haar. Ik heb me heel eenzaam gevoeld. Michelle en ik hebben wel veel steun aan elkaar gehad. Zij was ook een heel goede vriendin van Ilona en van Steven. We zijn allebei geen praters, maar bij elkaar zijn, hielp al. We keken films, hingen op de bank. Het was zo veel wat er was gebeurd, we konden dat allebei niet behappen. In die tijd was ik eigenlijk een beetje ontoerekeningsvatbaar. Ik dronk veel, was mijn verdriet niet aan het verwerken, maar meer aan het ontsnappen. Structuur, bewegen en een dagelijks doel om mijn bed uit te komen, gaven mij houvast. Maar de Spelen konden me echt gestolen worden. Ik heb zelfs gezegd: laat Kim Polling maar gewoon gaan. Als onze strijd niet zo persoonlijk was geworden, had ik mijn vorm misschien nooit meer teruggevonden. De manier waarop de concurrentiestrijd met Kim is gegaan, heeft me enorm geraakt. Lang hebben Kim en ik niks met elkaar te maken gehad, zij is vijf jaar ouder. In 2017 werd ik Europees kampioen in Warschau. Dat was het startschot van onze concurrentiestrijd. Kim riep geregeld wat over mij en dat krenkte me. Die gevoelens parkeerde ik, maar die kwamen eruit toen bekend werd dat ik de olympische selectie van Kim had gewonnen. Ik was niet blij, voelde vooral boosheid, had zo’n negatief gevoel overgehouden aan die strijd. In die tijd heb ik veel met een psycholoog gepraat. Die zei: ‘Je moet het afsluiten.’ Op aanraden van haar schreef ik briefjes waarop ik mijn negatieve gevoelens schreef. Die heb ik in de houthaard in de tuin gegooid. Daarna heb ik in mijn eentje een fles champagne opengemaakt. Eerst heb ik een glas gedronken, daarna ben ik naar Michelle gefietst en heb ik met haar een glas gedronken. Tot slot ben ik naar mijn moeder gegaan en heb ik met haar nog een glas genomen. Mijn moeder vond het geweldig dat ik de Spelen had gehaald. Eindelijk voelde ik die blijdschap toen ook een beetje. Vervolgens spande Kim nog een rechtszaak aan om op die manier te proberen alsnog het olympische ticket af te dwingen. Ik denk dat Kim heel anders is dan ik en haar acties daarom niet zo goed begrijp. Veel dingen heeft ze ook netjes gedaan, ze heeft me gecondoleerd na het overlijden van Steven. En ze heeft me gefeliciteerd met mijn kwalificatie voor de Spelen en na het winnen van een medaille. Ik vind het knap dat ze dat kon opbrengen, weet niet of ik dat had gekund. Wat betreft mijn judocarrière: ik wil sowieso doorgaan tot en met de Spelen in Parijs. En als mijn lichaam het houdt en ik heb er nog plezier in, dan ga ik door tot en met de Spelen in Los Angeles in 2028. Met mijn twee Europese titels, WK-brons en een bronzen olympische medaille is mijn carrière al geslaagd. Alles wat ik graag wilde, heb ik behaald. Natuurlijk zal ik straks weer meegesleept worden in de olympische hype en wil ik dat ticket bemachtigen, maar er zit wel een bepaalde rust in me. Ik hoef mezelf niet meer te bewijzen. In Tokio zag ik judo als werk, in Parijs ga ik er hopelijk van genieten. Met mijn familie op de tribune. • Na Tokio ben ik bij Stevens graf geweest met mijn medaille in mijn zak. We hebben het geflikt hè, zei ik. Ondanks alles wat er is gebeurd, heb ik dit jaar heel goed gepresteerd. Op judogebied ging het heel goed, maar ik heb wel gemerkt: succes is niet zaligmakend. Mijn leven is niet ineens goed met een olympische medaille. Ik ben er trots op en heel blij mee, hoor, het is een beloning voor het harde werken. Maar alles wat er is gebeurd, is niet ineens weg. Na Tokio ben ik opnieuw het verwerkingsproces in gegaan. Toen de Spelen afgelopen waren, haalde het verdriet me in. De eerste maand na de Spelen heb ik 26 nachten nachtmerries gehad over Steven. Dan was hij er ineens weer in mijn dromen en zei hij dingen als: ‘Het is allemaal in scène gezet.’ Vlak nadat hij was overleden, had ik ook die nachtmerries, maar in de zes maanden voor de Spelen had ik er geen last van gehad. Ineens merkte ik hoe erg ik mijn verdriet aan de kant had gezet. ‘Ik ben heel blij en trots op wat ik heb gepresteerd, maar ik ben niet gelukkig. Ik weet niet of ik me ooit weer beter ga voelen, dat is een heel enge gedachte’ Aan Steven denk ik iedere dag. Meestal voordat ik naar bed ga, maar er zijn ook veel andere momenten waarop ik aan hem denk. Bij films en muziek, tijdens gesprekken die ik met mensen voer, of als zijn club PSV moet voetballen. Vroeger speelden we altijd samen het spel Football Manager. Als we dan lazen dat een speler was verkocht voor veel geld, konden we tegen elkaar zeggen: ‘Ja, maar wij hebben hem gescout, hè.’ Als ik nu iets lees over een speler die een transfer maakt, heb ik de neiging Steven te appen. De rollercoaster van de afgelopen twee jaar is gelukkig voorbij. Tot en met de Spelen werd ik geleefd, nu kan ik alles even op mijn manier doen. Maar het licht aan het einde van de tunnel zie ik nog niet. Ik ga twee stappen achteruit, en dan weer één stap vooruit. Mijn psycholoog heeft gezegd dat het niet raar is dat ik nu terugval. En iedereen die ik spreek die iets soortgelijks heeft meegemaakt, zegt: het gaat nooit helemaal voorbij. De gedachte dat ik hier nooit meer overheen kom, vind ik zo heftig. Is dit dan nu mijn leven? Ik ben heel blij en trots op wat ik heb gepresteerd, maar ik ben niet gelukkig. Ik weet niet of ik me ooit weer beter ga voelen, dat is een heel enge gedachte. Mijn geluk is dat ik heel fijne mensen om me heen heb. Ik heb een fantastische vriendengroep en een heel lieve vriendin, Natalie Powell. Natalie is ook judoka, we zijn nu drieënhalf jaar samen. Bij haar kan ik mezelf zijn. Sinds kort wonen we samen. Soms kan ik niet uit mijn bed komen, heb ik een offday, dan komt ze een kop thee brengen. Af en toe is het voor haar ook lastig. Ik kan nog weleens flippen als het me te veel wordt en primitief reageren. Maar ze gaat er heel goed mee om. Ik vind het heel fijn dat ze Steven nog gekend heeft. Ik zie echt een toekomst met haar, volgens mij zij ook met mij. • Ik probeer nu ook meer op anderen te letten, door bewuster en wat vaker te vragen: hoe gaat het nou met je? Dat in plaats van vluchtig: hé, hoi, hoe is het? Als je je er bewust van bent, merk je dat heel veel mensen tegen dingen aanlopen of zich soms niet zo gelukkig voelen. We doen allemaal maar alsof we het zo goed voor elkaar hebben, maar schijn bedriegt. Als je met een kater op de bank ligt en door Instagram scrolt, zie je de ene na de andere perfecte bikinifoto op Bali verschijnen. Op jouw slechtste moment zie je het beste moment van iemand anders. Nou, dan voel je je vanzelf wel een mislukkeling. Dat is wat sociale media teweegbrengen. Met een goede vriendin heb ik dit najaar de marathon van Amsterdam gelopen. Dat plan ontstond al vorig jaar in coronatijd, maar toen ging de marathon niet door. Ik wilde er een goed doel aan koppelen, dat werd 113 Zelfmoordpreventie. We hebben ruim 15.000 euro opgehaald. Dat geld is belangrijk en hard nodig, maar ik vind het vooral belangrijk dat het gesprek wordt opengebroken. Dat mensen die niet gelukkig zijn, zich uitspreken, en er in een vriendengroep niet stoer over wordt gedaan of dat het weggelachen wordt.” Helden Magazine 59 Het verhaal van Sanne van Dijke komt voort uit Helden Magazine 59. Sifan Hassan is onze Held van het Jaar en siert de cover van het dubbeldik eindejaarsnummer. Ze kwam, zag en overwon. Hassan deed wat niemand voor haar deed: drie olympische medailles winnen op de middellange afstanden op dezelfde Spelen. Heel bijzonder is ook het verzoek dat Barbara Barend kreeg van Bibian Mentel. Vlak voor haar overlijden, op 29 maart dit jaar, wilde Bibian nog een keer een groot interview geven met het verzoek het verhaal na haar overlijden te publiceren. In het verhaal spreekt zij nog één keer iedereen toe die haar lief hebben.  In Helden Magazine 59 lees je een uitgebreid interview met Fabio Jakobsen en zijn aanstaande vrouw Delore. Ze blikken samen terug op de zware val in Polen, waarbij Fabio bijna het leven verloor én hoe hij zich dit jaar heeft teruggevochten. Daarnaast spraken we een van de sterkhouders van Ajax, Daley Blind in het bijzijn van zijn vrouw, dochter, moeder en twee zussen. Rolstoeltennisster Diede de Groot won dit jaar de Golden Slam. De dubbelvier zorgden voor het eerste olympische roeigoud bij de mannen in 25 jaar én Sjinkie Knegt vertelt over het leven na het ongeluk met de houtkachel. Ook in Helden Magazine 59 hebben Jeffrey Hoogland en Shanne Braspennincx het mooi geflikt met z’n tweeën, beloonde Tom Dumoulin zijn terugkeer met olympisch zilver op de tijdrit en groeide Denzel Dumfries uit tot de Held van Oranje tijdens het EK. Overigens vertelt Frédérique Matla over haar weg naar de top, won Abdi Nageeye niet alleen olympisch zilver op de marathon, maar coachte hij ondertussen ook zijn maatje naar brons en is Harrie Lavreysen de koning van de sprint. Verder zijn vrienden Niek Kimmann en Jelle van Gorkom allebei in het bezit van een olympische medaille. Dai Dai N’tab was ooit een feestbeest, nu is hij een van de snelste schaatsers van het land. Reshmie Oogink blikt in ‘De dag dat’ terug op het moment dat ze in Tokio te horen kreeg dat ze corona had. Victoria Koblenko ontmoet daarnaast olympisch kampioen Kiran Badloe én Caitlin Dijkstra staat in de ‘Leeuwinnen in het Rijks’ stil bij De Liefdesbrief. Krijg jij geen genoeg van alle inspirerende sportverhalen? Kies het abonnement dat bij jou past én wordt abonnee. Zo ontvang je telkens de nieuwste edities op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Wil je een Helden Magazine cadeau doen? Het is ook mogelijk om een abonnement cadeau te doen, deze abonnementen lopen automatisch af. Daarnaast zijn de recentste exemplaren ook gemakkelijk te bestellen via onze webshop.

Overig

Next level

Jetze Plat (30) is een van de boegbeelden van de Nederlandse paralympische ploeg. In Tokio gaat hij voor goud bij het handbiken én de triatlon. Victoria Koblenko ging bij de man met het indrukwekkende lichaam langs die de afgelopen jaren alles won wat er te winnen viel. Vier jaar geleden was er geen houden aan. Alles wat je aanraakte, veranderde in goud. Hoe sta je ervoor in dit, als gevolg van corona, merkwaardige sportjaar? “Er waren amper wedstrijden, maar de negen internationale wedstrijden waaraan ik heb meegedaan, heb ik allemaal gewonnen.” Zie je op tegen lege tribunes in Tokio? “Het mooie van wedstrijden winnen - en soms ook verliezen - is het kunnen delen met mensen die je het hele jaar zien en volgen. Hen ga ik dit jaar wel missen. Natuurlijk kun je zo’n moment creëren bij thuiskomst, maar het is toch anders. Maar ik ga niet klagen. Ik ben allang blij dat de Paralympics door lijken te gaan. Daar heb ik afgelopen jaren alles in geïnvesteerd.” Hoe gooit corona jouw laatste voorbereiding op de Para­lympische Spelen in de war? “Ik was van plan om al vroeg af te reizen naar Tokio om te kunnen acclimatiseren, maar dat mag nu niet. Ik vlieg pas zeven dagen van tevoren naar Japan. Ik doe nu veel trainingen in een klimaatkamer in Limburg om m’n lichaam alvast te laten wennen aan de hoge luchtvochtigheid en temperatuur in Tokio.” ALLERGISCH Dit zijn door de omstandigheden heel andere Paralympische Spelen dan die in 2012 en 2016. Hoe helpt de ervaring van eerdere edities jou nu? “Voorheen tekende ik alles uit en wilde ik alles onder controle houden. Bij mijn eerste deelname, in 2012, staarde ik me blind op het resultaat. Mede daardoor werd het niet helemaal wat ik had verwacht. Ik werd vierde. Maar tegelijkertijd zorgde de ervaring van Londen ervoor dat ik professioneler werd. Ik ging specifieker trainen, ging aan de slag met mentale training.” Hoe bouw je mentale weerbaarheid op? “Door een heel intensief traject te volgen, zoals ik heb gedaan in aanloop naar Rio. Ik heb daar zoveel aan te danken. Mijn moeder werd in die periode ernstig ziek. We hebben voor de Paralympische Spelen alle mogelijke scenario’s besproken. Stel dat m’n moeder de dag voor mijn wedstrijd zou overlijden. Wat dan? Mijn moeder vond het, ondanks haar zware toestand, belangrijk dat ik goed zou presteren. Zelfs in die context kun je stabiliteit creëren. Dat heb ik allemaal geleerd. In Rio won ik mede daardoor goud op de triatlon en brons met het handbiken. Inmiddels weet ik heel goed hoe ik rustig moet blijven en kan anticiperen op omstandigheden, ik heb geleerd in het moment te schakelen.” Wanneer kwam het besef dat je talent had? “Dankzij een revalidatiecentrum in Utrecht mocht ik in 2008 een bezoekje brengen aan de Spelen in Peking. Daar mocht ik als jong talent naar de grote atleten kijken. Toen besloot ik: dit is wat ik wil. In 2011 won ik mijn eerste wereldbeker en kwam het besef dat ik er talent voor zou kunnen hebben.” Wat zijn de hoofdingrediënten van jouw succes? “Mijn passie. Ik houd van het handbiken en de triatlon, daar heb ik niet per se de wedstrijden voor nodig. Ik vind het mooi om elke dag te trainen. En ik zoek nooit excuses, daar ben ik vrij allergisch voor. Ik kan het verprutsen en dat ligt niet aan een concurrent die dingen doet die ik niet verwacht. Ik ben de eindverantwoordelijke.” In je vorige interview met Helden sprak je dankbaarheid uit naar je ouders die je nooit met een taxibusje naar school hebben laten gaan en je gelijk hebben behandeld in een gezin met drie andere kinderen, ondanks je fysieke bijzonderheid. “Klopt. Dat mijn ouders me altijd zo hebben behandeld, heeft me enorm gevormd en geholpen.” Gelukkig was je moeder nog getuige van het goud en brons in Rio. Eind 2017 is ze overleden. Ik was diep ontroerd om te lezen dat je haar als eerste belde na elke finish. Wie bel je nu na een wedstrijd? “Op het laatst kon ik mijn moeder gelukkig nog foto’s van trainingskampen sturen. Mijn vader is niet zo handig met een smartphone, kan er zo ongeveer alleen mee bellen. Tegenwoordig bel ik altijd als eerste mijn vriendin na een wedstrijd.” NEKWERVEL Je stond onlangs op de cover van tijdschrift Men’s Health. Iedereen kon zien dat je fysiek prima in vorm bent. Hoe onderhoud jij je lichaam? “De basis is het belangrijkst. Dat is deels al spelenderwijs vanaf heel jonge leeftijd gebeurt. Door veel te sporten heb ik mijn bovenlichaam sterker gemaakt. Dat deed ik ook mede om wat ik niet kon met mijn benen op te kunnen vangen. Toen ik topsporter werd, werd voeding natuurlijk ook steeds belangrijker. Ik moet voldoende energie hebben om de trainingen af te kunnen werken en daarna moet ik ook de voedingsstoffen ook weer zo goed mogelijk aanvullen voor het herstel. Ik ben blij met Campina als sponsor, de kwark met muesli is echt een belangrijke factor om voldoende energie te hebben voor een training en voor mijn herstel. Campina, die ook de hele paralympische ploeg steunt, focust zich op fysieke en mentale fitheid, dat is in deze tijd belangrijker dan ooit.” Toen je twee jaar geleden voor de tweede keer paralympisch sporter van het jaar werd, luidde het juryrapport: ‘Een sporter die z’n grenzen voortdurend opzoekt.’ Dat is wel gebleken. Motorcrossen gooide nog bijna roet in het eten... “Ik brak mijn nekwervel op mijn 29ste verjaardag, maar gelukkig hadden mijn nekspieren de klap opgevangen waardoor de schade beperkt bleef.” In 2017 legde je de beroemde Ironman op Hawaï als snelste af van alle paralympische atleten. Sterker, je kwam van alle 2200 deelnemers als 26ste over de finish. Wat staat er eigenlijk allemaal nog op jouw bucketlist? “Op korte termijn drie medailles winnen in vier dagen tijd in Tokio. Op lange termijn een eigen huis bouwen. Met Berit een eigen plek vanaf nul opbouwen lijkt me geweldig.” Berit Gunderson is de liefde van je leven? “Absoluut. Waar ik vroeger graag acht weken op trainingskamp ging, heb ik tegenwoordig na vier weken zin om naar huis te gaan en haar weer te zien.” Jullie hebben een break gehad. Ik kan erover meepraten hoe lastig het kan zijn om nieuwe spelregels te formuleren voor een doorstart van je relatie. Hoe is het jullie gelukt? “Als je uit elkaar gaat, ga je al snel dingen missen die ertoe doen. Als je dat voelt, is er ruimte om te werken aan dingen die misgingen. Berit was zoekende en ik was übergefocust op de sport. We wisten allebei dat er echt wat moest veranderen. Maar de echte uitdaging zat ’m voor mij in het naar mijn omgeving communiceren dat we weer een committent met elkaar waren aangegaan.” PUZZELSTUK Wat zijn, naast een mooi huis bouwen met Berit, de sportieve ambities nog? “Sowieso de Paralympische Spelen in Parijs over drie jaar. Ik weet voor 99 procent zeker dat ik daarna stop. Verder zit de Ironman op Hawaï toch ook nog in mijn hoofd. Ik zie het als een uitdaging om me daarin te meten met valide topatleten. De Ironman is niet te combineren met de afstanden bij het handbiken en op de triatlon in Tokio.” Wie zijn ‘wij’? “Mijn begeleidende team en ik. En dan vooral mijn hoofdtrainer Guido Vroemen die mijn trainingsschema’s maakt, mijn voeding in de gaten houdt en weet hoe ik belast kan worden. Op Guido vertrouw ik blind. Hij zou ook meegaan naar Tokio, maar door alle extra regels mag hij niet in het olympische dorp komen omdat hij geen officieel staflid is van NOC*NSF. Om telkens te organiseren hoe we elkaar buiten het olympisch dorp konden treffen, zou ons alleen maar hoofdpijn opleveren.” Wanneer kwam het besef dat je een team nodig hebt? “Toen ik vijftien of zestien was, begon het begrip in te dalen dat ik dit niet alleen kon doen. Ik wilde naar dat next level. Ik kon wel individueel trainen, maar als ik naar next level wilde, moest er ook begeleiding van next level bijkomen. Guido en ik gingen in 2014 samenwerken, maar dat verliep niet meteen soepel. Vooral de communicatie liep te wensen over. We trainden op afstand. In mijn handbike zit een vermogensmeter ingebouwd, maar het gevoel hoe ik herstelde van een training konden we daar niet aan aflezen. Ik vond het in het begin moeilijk eerlijk te zijn over hoe snel ik hersteld was.” Je wilde meer en harder trainen? “Klopt. Maar als ik meer deed, presteerde ik minder. Guido had alle kennis en ik had het talent, maar we moesten echt op elkaars golflengte komen. Ik vond het moeilijk om te zeggen dat ik moe was en nog niet hersteld was. Dat voelde voor mij als falen. De grote les was dat gas terugnemen niet hoefde te betekenen dat mijn prestatie achteruitging. Dat inzicht was een belangrijk puzzelstuk om naar dat next level te kunnen.” Wie hielp je met dit inzicht? “Ik heb op een dag met zwemtrainer Marcel Wouda gesproken. Hij keek met een neutrale blik naar mij en onze aanpak. Marcel stelde me een aantal vragen en toen bleek dat ik bij het aantal trainingsuren per week standaard twee uur extra deed. Marcel deed me inzien dat dat niet goed was, dat trainingsprogramma’s er niet voor niets zijn. Nu zie ik in dat als ik aan het einde van de week ook kwaliteit wil leveren in de trainingen, het niet in die paar extra uren training zit.” Je vertelde net dat je na de Paralympische Spelen in Parijs zo goed als zeker stopt. Waar verlang je naar als je sportcarrière erop zit? “Een wijdere blik. Ik wil de wereld ontdekken. Ik ben tegen die tijd 33. O, en lekker eten, daar verheug ik me ook op. Het is niet eens dat patatje of die zak chips die ik mis. Maar het kan fijn zijn om zonder weegschaal te genieten.” DEEPHOUSE Terug naar het nu, naar de Paralympische Spelen in Tokio. Hoe ziet de laatste voorbereiding er bij jou uit, dus vlak voor de start van een wedstrijd? “Ik zoek altijd de stilte in mezelf op. Als ik in een busje naar de wedstrijd zit, luister ik rustige muziek. Daarna gebruik ik een andere playlist als warming-up. Deephouse pept me op.” Hoe verloopt de dialoog met jezelf in de laatste minuten voor de wedstrijd? “Ik zeg tegen mezelf dat mijn concurrentie tien procent sterker is geworden sinds de vorige wedstrijd. Zo zet ik mezelf op scherp. Bewustwording van: dit is alles wat ik heb, hier moet ik het mee doen. Ik zeg tegen mezelf: dit is het moment.” Waarmee ga je jezelf belonen als je straks de medailles binnen hebt? Lachend: “Een ritje op de crossmotor!” Helden Magazine Krijg jij geen genoeg van alle inspirerende sportverhalen? Kies het abonnement dat bij jou past én wordt abonnee. Zo ontvang je telkens de nieuwste edities op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Wil je een Helden Magazine cadeau doen? Het is ook mogelijk om een abonnement cadeau te doen, deze abonnementen lopen automatisch af. Daarnaast zijn de recentste exemplaren ook gemakkelijk te bestellen via onze webshop.
Jetze Plat (30) is een van de boegbeelden van de Nederlandse paralympische ploeg. In Tokio gaat hij voor goud bij het handbiken én de triatlon. Victoria Koblenko ging bij de man met het indrukwekkende lichaam langs die de afgelopen jaren alles won wat er te winnen viel. Vier jaar geleden was er geen houden aan. Alles wat je aanraakte, veranderde in goud. Hoe sta je ervoor in dit, als gevolg van corona, merkwaardige sportjaar? “Er waren amper wedstrijden, maar de negen internationale wedstrijden waaraan ik heb meegedaan, heb ik allemaal gewonnen.” Zie je op tegen lege tribunes in Tokio? “Het mooie van wedstrijden winnen - en soms ook verliezen - is het kunnen delen met mensen die je het hele jaar zien en volgen. Hen ga ik dit jaar wel missen. Natuurlijk kun je zo’n moment creëren bij thuiskomst, maar het is toch anders. Maar ik ga niet klagen. Ik ben allang blij dat de Paralympics door lijken te gaan. Daar heb ik afgelopen jaren alles in geïnvesteerd.” Hoe gooit corona jouw laatste voorbereiding op de Para­lympische Spelen in de war? “Ik was van plan om al vroeg af te reizen naar Tokio om te kunnen acclimatiseren, maar dat mag nu niet. Ik vlieg pas zeven dagen van tevoren naar Japan. Ik doe nu veel trainingen in een klimaatkamer in Limburg om m’n lichaam alvast te laten wennen aan de hoge luchtvochtigheid en temperatuur in Tokio.” ALLERGISCH Dit zijn door de omstandigheden heel andere Paralympische Spelen dan die in 2012 en 2016. Hoe helpt de ervaring van eerdere edities jou nu? “Voorheen tekende ik alles uit en wilde ik alles onder controle houden. Bij mijn eerste deelname, in 2012, staarde ik me blind op het resultaat. Mede daardoor werd het niet helemaal wat ik had verwacht. Ik werd vierde. Maar tegelijkertijd zorgde de ervaring van Londen ervoor dat ik professioneler werd. Ik ging specifieker trainen, ging aan de slag met mentale training.” Hoe bouw je mentale weerbaarheid op? “Door een heel intensief traject te volgen, zoals ik heb gedaan in aanloop naar Rio. Ik heb daar zoveel aan te danken. Mijn moeder werd in die periode ernstig ziek. We hebben voor de Paralympische Spelen alle mogelijke scenario’s besproken. Stel dat m’n moeder de dag voor mijn wedstrijd zou overlijden. Wat dan? Mijn moeder vond het, ondanks haar zware toestand, belangrijk dat ik goed zou presteren. Zelfs in die context kun je stabiliteit creëren. Dat heb ik allemaal geleerd. In Rio won ik mede daardoor goud op de triatlon en brons met het handbiken. Inmiddels weet ik heel goed hoe ik rustig moet blijven en kan anticiperen op omstandigheden, ik heb geleerd in het moment te schakelen.” Wanneer kwam het besef dat je talent had? “Dankzij een revalidatiecentrum in Utrecht mocht ik in 2008 een bezoekje brengen aan de Spelen in Peking. Daar mocht ik als jong talent naar de grote atleten kijken. Toen besloot ik: dit is wat ik wil. In 2011 won ik mijn eerste wereldbeker en kwam het besef dat ik er talent voor zou kunnen hebben.” Wat zijn de hoofdingrediënten van jouw succes? “Mijn passie. Ik houd van het handbiken en de triatlon, daar heb ik niet per se de wedstrijden voor nodig. Ik vind het mooi om elke dag te trainen. En ik zoek nooit excuses, daar ben ik vrij allergisch voor. Ik kan het verprutsen en dat ligt niet aan een concurrent die dingen doet die ik niet verwacht. Ik ben de eindverantwoordelijke.” In je vorige interview met Helden sprak je dankbaarheid uit naar je ouders die je nooit met een taxibusje naar school hebben laten gaan en je gelijk hebben behandeld in een gezin met drie andere kinderen, ondanks je fysieke bijzonderheid. “Klopt. Dat mijn ouders me altijd zo hebben behandeld, heeft me enorm gevormd en geholpen.” Gelukkig was je moeder nog getuige van het goud en brons in Rio. Eind 2017 is ze overleden. Ik was diep ontroerd om te lezen dat je haar als eerste belde na elke finish. Wie bel je nu na een wedstrijd? “Op het laatst kon ik mijn moeder gelukkig nog foto’s van trainingskampen sturen. Mijn vader is niet zo handig met een smartphone, kan er zo ongeveer alleen mee bellen. Tegenwoordig bel ik altijd als eerste mijn vriendin na een wedstrijd.” NEKWERVEL Je stond onlangs op de cover van tijdschrift Men’s Health. Iedereen kon zien dat je fysiek prima in vorm bent. Hoe onderhoud jij je lichaam? “De basis is het belangrijkst. Dat is deels al spelenderwijs vanaf heel jonge leeftijd gebeurt. Door veel te sporten heb ik mijn bovenlichaam sterker gemaakt. Dat deed ik ook mede om wat ik niet kon met mijn benen op te kunnen vangen. Toen ik topsporter werd, werd voeding natuurlijk ook steeds belangrijker. Ik moet voldoende energie hebben om de trainingen af te kunnen werken en daarna moet ik ook de voedingsstoffen ook weer zo goed mogelijk aanvullen voor het herstel. Ik ben blij met Campina als sponsor, de kwark met muesli is echt een belangrijke factor om voldoende energie te hebben voor een training en voor mijn herstel. Campina, die ook de hele paralympische ploeg steunt, focust zich op fysieke en mentale fitheid, dat is in deze tijd belangrijker dan ooit.” Toen je twee jaar geleden voor de tweede keer paralympisch sporter van het jaar werd, luidde het juryrapport: ‘Een sporter die z’n grenzen voortdurend opzoekt.’ Dat is wel gebleken. Motorcrossen gooide nog bijna roet in het eten... “Ik brak mijn nekwervel op mijn 29ste verjaardag, maar gelukkig hadden mijn nekspieren de klap opgevangen waardoor de schade beperkt bleef.” In 2017 legde je de beroemde Ironman op Hawaï als snelste af van alle paralympische atleten. Sterker, je kwam van alle 2200 deelnemers als 26ste over de finish. Wat staat er eigenlijk allemaal nog op jouw bucketlist? “Op korte termijn drie medailles winnen in vier dagen tijd in Tokio. Op lange termijn een eigen huis bouwen. Met Berit een eigen plek vanaf nul opbouwen lijkt me geweldig.” Berit Gunderson is de liefde van je leven? “Absoluut. Waar ik vroeger graag acht weken op trainingskamp ging, heb ik tegenwoordig na vier weken zin om naar huis te gaan en haar weer te zien.” Jullie hebben een break gehad. Ik kan erover meepraten hoe lastig het kan zijn om nieuwe spelregels te formuleren voor een doorstart van je relatie. Hoe is het jullie gelukt? “Als je uit elkaar gaat, ga je al snel dingen missen die ertoe doen. Als je dat voelt, is er ruimte om te werken aan dingen die misgingen. Berit was zoekende en ik was übergefocust op de sport. We wisten allebei dat er echt wat moest veranderen. Maar de echte uitdaging zat ’m voor mij in het naar mijn omgeving communiceren dat we weer een committent met elkaar waren aangegaan.” PUZZELSTUK Wat zijn, naast een mooi huis bouwen met Berit, de sportieve ambities nog? “Sowieso de Paralympische Spelen in Parijs over drie jaar. Ik weet voor 99 procent zeker dat ik daarna stop. Verder zit de Ironman op Hawaï toch ook nog in mijn hoofd. Ik zie het als een uitdaging om me daarin te meten met valide topatleten. De Ironman is niet te combineren met de afstanden bij het handbiken en op de triatlon in Tokio.” Wie zijn ‘wij’? “Mijn begeleidende team en ik. En dan vooral mijn hoofdtrainer Guido Vroemen die mijn trainingsschema’s maakt, mijn voeding in de gaten houdt en weet hoe ik belast kan worden. Op Guido vertrouw ik blind. Hij zou ook meegaan naar Tokio, maar door alle extra regels mag hij niet in het olympische dorp komen omdat hij geen officieel staflid is van NOC*NSF. Om telkens te organiseren hoe we elkaar buiten het olympisch dorp konden treffen, zou ons alleen maar hoofdpijn opleveren.” Wanneer kwam het besef dat je een team nodig hebt? “Toen ik vijftien of zestien was, begon het begrip in te dalen dat ik dit niet alleen kon doen. Ik wilde naar dat next level. Ik kon wel individueel trainen, maar als ik naar next level wilde, moest er ook begeleiding van next level bijkomen. Guido en ik gingen in 2014 samenwerken, maar dat verliep niet meteen soepel. Vooral de communicatie liep te wensen over. We trainden op afstand. In mijn handbike zit een vermogensmeter ingebouwd, maar het gevoel hoe ik herstelde van een training konden we daar niet aan aflezen. Ik vond het in het begin moeilijk eerlijk te zijn over hoe snel ik hersteld was.” Je wilde meer en harder trainen? “Klopt. Maar als ik meer deed, presteerde ik minder. Guido had alle kennis en ik had het talent, maar we moesten echt op elkaars golflengte komen. Ik vond het moeilijk om te zeggen dat ik moe was en nog niet hersteld was. Dat voelde voor mij als falen. De grote les was dat gas terugnemen niet hoefde te betekenen dat mijn prestatie achteruitging. Dat inzicht was een belangrijk puzzelstuk om naar dat next level te kunnen.” Wie hielp je met dit inzicht? “Ik heb op een dag met zwemtrainer Marcel Wouda gesproken. Hij keek met een neutrale blik naar mij en onze aanpak. Marcel stelde me een aantal vragen en toen bleek dat ik bij het aantal trainingsuren per week standaard twee uur extra deed. Marcel deed me inzien dat dat niet goed was, dat trainingsprogramma’s er niet voor niets zijn. Nu zie ik in dat als ik aan het einde van de week ook kwaliteit wil leveren in de trainingen, het niet in die paar extra uren training zit.” Je vertelde net dat je na de Paralympische Spelen in Parijs zo goed als zeker stopt. Waar verlang je naar als je sportcarrière erop zit? “Een wijdere blik. Ik wil de wereld ontdekken. Ik ben tegen die tijd 33. O, en lekker eten, daar verheug ik me ook op. Het is niet eens dat patatje of die zak chips die ik mis. Maar het kan fijn zijn om zonder weegschaal te genieten.” DEEPHOUSE Terug naar het nu, naar de Paralympische Spelen in Tokio. Hoe ziet de laatste voorbereiding er bij jou uit, dus vlak voor de start van een wedstrijd? “Ik zoek altijd de stilte in mezelf op. Als ik in een busje naar de wedstrijd zit, luister ik rustige muziek. Daarna gebruik ik een andere playlist als warming-up. Deephouse pept me op.” Hoe verloopt de dialoog met jezelf in de laatste minuten voor de wedstrijd? “Ik zeg tegen mezelf dat mijn concurrentie tien procent sterker is geworden sinds de vorige wedstrijd. Zo zet ik mezelf op scherp. Bewustwording van: dit is alles wat ik heb, hier moet ik het mee doen. Ik zeg tegen mezelf: dit is het moment.” Waarmee ga je jezelf belonen als je straks de medailles binnen hebt? Lachend: “Een ritje op de crossmotor!” Helden Magazine Krijg jij geen genoeg van alle inspirerende sportverhalen? Kies het abonnement dat bij jou past én wordt abonnee. Zo ontvang je telkens de nieuwste edities op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Wil je een Helden Magazine cadeau doen? Het is ook mogelijk om een abonnement cadeau te doen, deze abonnementen lopen automatisch af. Daarnaast zijn de recentste exemplaren ook gemakkelijk te bestellen via onze webshop.

Overig

Paralympische helden

In Tokio worden voor de zestiende keer de Paralympische Spelen gehouden. Dit zijn enkele van ‘onze’ helden die we in de gaten moeten houden tussen 24 augustus en 5 september. Fleur Jong (25) ATLETIEK Deze zomer begon sprankelend voor Fleur Jong, de vrouw in vorm. Zowel op de 100 meter sprint (12,64 seconden) als bij het verspringen (6,09 meter) verbrak de atlete op dubbele blades het wereldrecord. “Ik heb genoten van het moment en van de complimenten die ik kreeg, maar daarna was het weer back to business, want we zijn nog niet klaar met dit seizoen...” Tristan Bangma (23) WIELRENNEN Tristan Bangma heeft iets zeldzaams. Op zijn achtste werd opticus atrofie geconstateerd: zijn oogzenuwen zijn aangetast, waardoor de waargenomen beelden door het oog niet snel en goed genoeg worden doorgegeven naar zijn hersenen. “Destijds had ik nog een gezichtsvermogen van 25 procent, inmiddels is dat gereduceerd tot één procent. Ik heb nog nooit van iemand gehoord dat hij of zij dezelfde afwijking heeft.” Bo Kramer (23) ROLSTOELBASKETBAL “Als kind zat ik tijdens Studio Sport op zondagavond naast mijn vader. Als AZ en Ajax tegen elkaar speelden, was papa voor AZ en ik voor Ajax. Op het schoolplein voetbalde ik met de jongens en droomde ik ervan ooit bij Ajax te spelen.” Op elfjarige leeftijd werd, per toeval, botkanker geconstateerd. Bo’s rechterscheenbeen werd tijdens een operatie compleet vervangen door haar linkerkuitbeen, waardoor ze niet in staat is om een valide sport uit te oefenen. “Het was ziekenhuis in en uit, waardoor ik niet alleen een groot deel van het schooljaar miste, maar ook de puberteit heb overgeslagen. In het ziekenhuis hield men er nauwelijks rekening mee dat ik nog jong was. De diagnoses werden gedeeld waar ik bij was. Ik werd sneller volwassen dan anderen. Corné de Koning (31) ROEIEN “De magie van het roeien is voor mij: de krachtige, gestroomlijnde beweging op en tegen het water. Én je zit midden in de natuur. Het is een saaie sport om naar te kijken, maar om te doen uitdagend: het stelt je in staat om jezelf helemaal leeg te trekken en fysiek te testen, dat vind ik tof,” zegt Corné de Koning. Corné werd geboren met een beenafwijking. “Ik moest veel ingrepen ondergaan, zat soms zes maanden per jaar in het gips als een operatie niet goed was gelukt. Daarom was er weinig tijd om te sporten. Tijdens gymlessen werd ik altijd als laatste gekozen. ‘Jullie mogen Corné wel hebben,’ klonk het geregeld bij het partijtjes maken voor voetbal. Kinderen kunnen soms hard zijn.” Diede de Groot (24) ROLSTOELTENNIS Op de Spelen van Rio kondigde de toen negentienjarige Diede de Groot zich al aan als voornaamste kanshebster om de troon te gaan bestijgen, om ’s werelds beste rolstoeltennisster te worden. Als new kid on the block bracht zij landgenote Jiske Griffioen in de halve finale aan het wankelen. Ze leidde met 6-4 en 4-2, maar verloor uiteindelijk de tiebreak van de derde set. “Op dat moment was ik vooral verdrietig. Achteraf besefte ik pas goed wat er met me was gebeurd. Ik had op dat moment nog niet eens een grandslamtoernooi gespeeld en toch was ik al erg dicht bij de finale op de Paralympische Spelen. Het is een springplank geweest.” Helden Magazine Krijg jij geen genoeg van alle inspirerende sportverhalen? Kies het abonnement dat bij jou past én wordt abonnee. Zo ontvang je telkens de nieuwste edities op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Wil je een Helden Magazine cadeau doen? Het is ook mogelijk om een abonnement cadeau te doen, deze abonnementen lopen automatisch af. Daarnaast zijn de recentste exemplaren ook gemakkelijk te bestellen via onze webshop.
In Tokio worden voor de zestiende keer de Paralympische Spelen gehouden. Dit zijn enkele van ‘onze’ helden die we in de gaten moeten houden tussen 24 augustus en 5 september. Fleur Jong (25) ATLETIEK Deze zomer begon sprankelend voor Fleur Jong, de vrouw in vorm. Zowel op de 100 meter sprint (12,64 seconden) als bij het verspringen (6,09 meter) verbrak de atlete op dubbele blades het wereldrecord. “Ik heb genoten van het moment en van de complimenten die ik kreeg, maar daarna was het weer back to business, want we zijn nog niet klaar met dit seizoen...” Tristan Bangma (23) WIELRENNEN Tristan Bangma heeft iets zeldzaams. Op zijn achtste werd opticus atrofie geconstateerd: zijn oogzenuwen zijn aangetast, waardoor de waargenomen beelden door het oog niet snel en goed genoeg worden doorgegeven naar zijn hersenen. “Destijds had ik nog een gezichtsvermogen van 25 procent, inmiddels is dat gereduceerd tot één procent. Ik heb nog nooit van iemand gehoord dat hij of zij dezelfde afwijking heeft.” Bo Kramer (23) ROLSTOELBASKETBAL “Als kind zat ik tijdens Studio Sport op zondagavond naast mijn vader. Als AZ en Ajax tegen elkaar speelden, was papa voor AZ en ik voor Ajax. Op het schoolplein voetbalde ik met de jongens en droomde ik ervan ooit bij Ajax te spelen.” Op elfjarige leeftijd werd, per toeval, botkanker geconstateerd. Bo’s rechterscheenbeen werd tijdens een operatie compleet vervangen door haar linkerkuitbeen, waardoor ze niet in staat is om een valide sport uit te oefenen. “Het was ziekenhuis in en uit, waardoor ik niet alleen een groot deel van het schooljaar miste, maar ook de puberteit heb overgeslagen. In het ziekenhuis hield men er nauwelijks rekening mee dat ik nog jong was. De diagnoses werden gedeeld waar ik bij was. Ik werd sneller volwassen dan anderen. Corné de Koning (31) ROEIEN “De magie van het roeien is voor mij: de krachtige, gestroomlijnde beweging op en tegen het water. Én je zit midden in de natuur. Het is een saaie sport om naar te kijken, maar om te doen uitdagend: het stelt je in staat om jezelf helemaal leeg te trekken en fysiek te testen, dat vind ik tof,” zegt Corné de Koning. Corné werd geboren met een beenafwijking. “Ik moest veel ingrepen ondergaan, zat soms zes maanden per jaar in het gips als een operatie niet goed was gelukt. Daarom was er weinig tijd om te sporten. Tijdens gymlessen werd ik altijd als laatste gekozen. ‘Jullie mogen Corné wel hebben,’ klonk het geregeld bij het partijtjes maken voor voetbal. Kinderen kunnen soms hard zijn.” Diede de Groot (24) ROLSTOELTENNIS Op de Spelen van Rio kondigde de toen negentienjarige Diede de Groot zich al aan als voornaamste kanshebster om de troon te gaan bestijgen, om ’s werelds beste rolstoeltennisster te worden. Als new kid on the block bracht zij landgenote Jiske Griffioen in de halve finale aan het wankelen. Ze leidde met 6-4 en 4-2, maar verloor uiteindelijk de tiebreak van de derde set. “Op dat moment was ik vooral verdrietig. Achteraf besefte ik pas goed wat er met me was gebeurd. Ik had op dat moment nog niet eens een grandslamtoernooi gespeeld en toch was ik al erg dicht bij de finale op de Paralympische Spelen. Het is een springplank geweest.” Helden Magazine Krijg jij geen genoeg van alle inspirerende sportverhalen? Kies het abonnement dat bij jou past én wordt abonnee. Zo ontvang je telkens de nieuwste edities op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Wil je een Helden Magazine cadeau doen? Het is ook mogelijk om een abonnement cadeau te doen, deze abonnementen lopen automatisch af. Daarnaast zijn de recentste exemplaren ook gemakkelijk te bestellen via onze webshop.

Judo

‘Ik zou graag koffie met Dumoulin drinken’

Edith Bosch (41) vroeg zich tijdens het overgrote deel van haar judocarrière af of ze wel goed genoeg was. Genieten was er niet bij. Met behulp van lifecoach Martijn Smit wist ze haar pantser af te pellen. In een tijd dat veel sporters kampen met ongekende druk en verwachtingen probeert Edith, samen met Smit, te helpen. Ze is het bewijs dat twijfel ook bij de allerbesten kan toeslaan. Ze was wereld- en Europees kampioen en nam deel aan vier Olympische Spelen waarin ze zich naar een zilveren en twee bronzen medailles judode. Met honderden tegenstanders veegde Edith Bosch de vloer aan, maar haar grootste tegenstander was ze zelf. Want tijdens het overgrote deel van haar judocarrière was er vooral die ene, allesoverheersende gedachte: ben ik wel goed genoeg? Zelf opgelegde druk leidde richting toptoernooien tot een tot kotsens toe oplopende spanning en egocentrisch horkgedrag; genieten van een topresultaat kon ze niet. Tien jaar geleden, in de herfst van haar carrière, besefte ze dat dit een weinig bevredigende levenswijze was. Met de hulp van lifecoach Martijn Smit wist Edith haar pantser af te pellen en ontdekte ze haar authenticiteit. Inmiddels begeleidt Edith, samen met Smit, mensen uit het bedrijfsleven en de topsport die tegen problemen aanlopen en via coaching zich bewuster willen worden over hoe ze naar zichzelf kijken en over zichzelf denken. Onder hen waren volleybalinternational Celeste Plak en judoka Marhinde Verkerk. Het doel is duidelijk: door zelfreflectie beter gaan presteren en meer plezier en voldoening ervaren. SPORTMYTHE Moest jij destijds eerst naar de bodem om van daaruit de weg omhoog naar je nieuwe ik – Edith 2.0, zoals jij haar noemt – te vinden? “Daar heb ik niet bewust voor gekozen. Ik had het heel moeilijk, maar bleef doen wat ik altijd deed, omdat ik dat gewend was en ook geen alternatief wist. Maar dan verandert er dus niks. Toch is dat wat de meeste mensen en dus ook de meeste sporters doen. Op dat gebied is er weinig verschil tussen mensen en sporters. Wij zijn mensen die ooit vanuit een passie en het gevoel dat ze daarin kunnen uitblinken aan een sport begonnen zijn. Medailles zijn het doel waarvoor alles moet wijken en dat we als potentiële medaillewinnaars worden gezien, wordt niet alleen van buitenaf aangegeven. Daar doen we zelf ook aan mee.” Helden Magazine Krijg jij geen genoeg van alle inspirerende sportverhalen? Kies het abonnement dat bij jou past én wordt abonnee. Zo ontvang je telkens de nieuwste edities op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Wil je een Helden Magazine cadeau doen? Het is ook mogelijk om een abonnement cadeau te doen, deze abonnementen lopen automatisch af. Daarnaast zijn de recentste exemplaren ook gemakkelijk te bestellen via onze webshop.
Edith Bosch (41) vroeg zich tijdens het overgrote deel van haar judocarrière af of ze wel goed genoeg was. Genieten was er niet bij. Met behulp van lifecoach Martijn Smit wist ze haar pantser af te pellen. In een tijd dat veel sporters kampen met ongekende druk en verwachtingen probeert Edith, samen met Smit, te helpen. Ze is het bewijs dat twijfel ook bij de allerbesten kan toeslaan. Ze was wereld- en Europees kampioen en nam deel aan vier Olympische Spelen waarin ze zich naar een zilveren en twee bronzen medailles judode. Met honderden tegenstanders veegde Edith Bosch de vloer aan, maar haar grootste tegenstander was ze zelf. Want tijdens het overgrote deel van haar judocarrière was er vooral die ene, allesoverheersende gedachte: ben ik wel goed genoeg? Zelf opgelegde druk leidde richting toptoernooien tot een tot kotsens toe oplopende spanning en egocentrisch horkgedrag; genieten van een topresultaat kon ze niet. Tien jaar geleden, in de herfst van haar carrière, besefte ze dat dit een weinig bevredigende levenswijze was. Met de hulp van lifecoach Martijn Smit wist Edith haar pantser af te pellen en ontdekte ze haar authenticiteit. Inmiddels begeleidt Edith, samen met Smit, mensen uit het bedrijfsleven en de topsport die tegen problemen aanlopen en via coaching zich bewuster willen worden over hoe ze naar zichzelf kijken en over zichzelf denken. Onder hen waren volleybalinternational Celeste Plak en judoka Marhinde Verkerk. Het doel is duidelijk: door zelfreflectie beter gaan presteren en meer plezier en voldoening ervaren. SPORTMYTHE Moest jij destijds eerst naar de bodem om van daaruit de weg omhoog naar je nieuwe ik – Edith 2.0, zoals jij haar noemt – te vinden? “Daar heb ik niet bewust voor gekozen. Ik had het heel moeilijk, maar bleef doen wat ik altijd deed, omdat ik dat gewend was en ook geen alternatief wist. Maar dan verandert er dus niks. Toch is dat wat de meeste mensen en dus ook de meeste sporters doen. Op dat gebied is er weinig verschil tussen mensen en sporters. Wij zijn mensen die ooit vanuit een passie en het gevoel dat ze daarin kunnen uitblinken aan een sport begonnen zijn. Medailles zijn het doel waarvoor alles moet wijken en dat we als potentiële medaillewinnaars worden gezien, wordt niet alleen van buitenaf aangegeven. Daar doen we zelf ook aan mee.” Helden Magazine Krijg jij geen genoeg van alle inspirerende sportverhalen? Kies het abonnement dat bij jou past én wordt abonnee. Zo ontvang je telkens de nieuwste edities op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Wil je een Helden Magazine cadeau doen? Het is ook mogelijk om een abonnement cadeau te doen, deze abonnementen lopen automatisch af. Daarnaast zijn de recentste exemplaren ook gemakkelijk te bestellen via onze webshop.

Judo

Roy Meyer: Levenslessen

 Roy Meyer (29) en Henk Grol zijn de beste judoka’s van Nederland in het zwaargewicht. Slechts één van hen mag naar de Olympische Spelen. Na het EK (29 april-2 mei) in Lissabon valt de beslissing. Victoria Koblenko ontmoet Roy in aanloop naar D-day. Wie jouw Instagram-account bekijkt, kan jou volgen op je spirituele reis. Het heeft iets ontwapenends om een beest van een atleet zo kwetsbaar te zien spreken over waar hij vandaan komt. “Ik refereer vaak aan mijn moeilijke jeugd, wil jongeren inspireren die in vergelijkbare situaties verkeren als waarin ik heb gezeten. Rolmodellen moeten openlijk spreken over wat hen overkomen is. Ik probeer belangrijke lessen die ik geleerd heb over te brengen. Ik ga ook een-op-een de gesprekken aan, het blijft niet beperkt tot het zenden van mijn boodschap. Als ik met jongeren werk, voel ik me meteen aangetrokken tot degenen die veel verdriet hebben. Na zo’n dag ben ik ook helemaal leeg en kan het dagen duren voordat ik mijn energie weer heb aangevuld. Maar ik doe het met liefde.” Judo geeft jou de mogelijkheid om de jeugd te inspireren met je levensverhaal, maar hoe kwam judo ooit in jouw leven? “Ik heb eerst gevoetbald, maar pakte de bal steeds in m’n handen. Al snel werd duidelijk dat voetbal niet voor mij was weggelegd. Ik was als kind heel druk, had extreem adhd, en kon m’n energie niet kwijt. Ik was zeven toen mijn ouders hoorden over een grootmeester in pedagogiek, Willem Cobben. Hij gaf judoles, schudde me door elkaar en zei: ‘Ik was gisteren van plan om met pensioen te gaan, maar voor jou blijf ik een jaartje hangen om te kijken wat er uit jou te knijpen valt.’” Hoe snel lukte het hem dat talent uit je te knijpen? “Ik werd de beste van de groep, binnen een jaar werd duidelijk dat ik talent had. Maar de spanning die ik ervaarde voor wedstrijden... Dat ging tot kotsen aan toe. Veel herinneringen aan die tijd zijn wazig vanwege alle stress waar ik toen mee te maken had. Mijn ouders hadden vaak ruzie, er waren altijd spanningen binnen ons gezin. Financieel, met mij; ze konden mijn gedrag niet hanteren bovenop hun eigen problemen. Er was totaal geen gezonde basis voor een kind. Door alle stress en verdriet werd ik op school onhandelbaar. En dat maakte dat mijn ouders niet meer wisten wat ze met me aan moesten. En met elkaar. Ik was aan het ontsporen. Uiteindelijk heb ik zeven jaar lang in de hulpverlening gezeten. Er waren een paar momenten dat ik het weer even thuis mocht proberen, maar al snel bleek dan dat het niet ging.” Jeugdgevangenis Vanaf je tiende stopte je noodgedwongen met judo omdat je een groot deel van je jeugd doorbracht in internaten en jeugddetentiecentra. “Het judo was een paar uur per week een uitlaatklep, meer niet. Ik stond onder invloed van de verkeerde mensen. Een noodkreet van mijn ouders leidde ertoe dat onze gezinsvoogd besloot mij tijdelijk in een internaat op te nemen. Vanaf mijn tiende heb ik het ene internaat na het andere gezien. En op een gegeven moment was daar geen plek meer en kwam ik terecht in een jeugdgevangenis. Daar kon ik verblijven, maar ik werd niet anders behandeld dan de gevangenen. In die tijd had ik nachtmerries. Of ik droomde dat het een grapje was dat ik daar zat, maar als ik wakker werd, bleek het de realiteit. Er was een negatieve groepscultuur, een jongen naast me had zijn vader neergestoken, anderen hadden gewapende overvallen gepleegd. Tussen dat soort mensen zat ik. Je staat op scherp, je staat altijd aan. Heel ongezond.” Wat heeft die periode in de jeugdgevangenis jou geleerd? “Ik herken dat roofdierengedrag bij mensen en leerde instinctmatig leven. Daardoor kan ik mensen sneller inschatten. En ik heb geleerd dat een negatieve, agressieve houding veranderen naar positief gedrag, hoewel je niet in een veilige situatie zit, mogelijk is.” Kun je je het moment herinneren dat je besloot: en nu wordt alles anders? “Het was gewoon een knop die ik omzette toen ik een jaar of vijftien was, tijdens de piek van mijn eenzaamheid in het detentiecentrum. Ik las de rapporten terug over mezelf en dacht: dit ben ik niet! Ik voelde een noodzaak om te veranderen. Het kon zo niet langer. Ik vertelde mezelf dat ik daar binnen een half jaar weg moest zijn. Ik wist dat ik me daarvoor netjes moest gedragen. Maar hoe dat moest, wist ik niet. Ik ben op mijn tenen gaan lopen. Was dus eerst aan het acteren, maar later werd mijn gedrag oprecht. Ik voelde me beter over mezelf. En ik merkte al snel de voordelen van positief gedrag. De inzichten die daaruit kwamen zijn me heel dierbaar.” 'Er was een negatieve groepscultuur in de jeugdgevangenis, een jongen had zijn vader neergestoken, anderen hadden gewapende overvallen gepleegd' Ik las dat je oefeningen deed om liefde te voelen voor de jongens in jouw omgeving aan wie je een hekel had. Hoe deed je dat? “In mijn cel las ik veel boeken die mijn moeder me stuurde. Die gingen over hoe we als mens in elkaar steken. Over lichaamstaal, meditatie, psychologie; daar was ik intens mee bezig. Die meditatie ging over liefde voelen voor je naasten. Het begon met die mensen voor de geest halen die je liefhebt. De volgende laag is dat je mensen neemt voor wie je neutrale gevoelens hebt en voor hen probeer je liefde te gaan voelen. Het diepste niveau van deze oefening is om jouw liefde te projecteren op mensen die je negatief triggeren. Er was een begeleider die me frustreerde en een jongen die gemeen was. We probeerden elkaar onder te spugen in de gang. Anti-chemie. In die meditatie ben ik liefde gaan geven aan iemand aan wie ik een hekel had. Dat is zo lastig. Mijn houding naar hen zorgde ervoor dat hun masker af viel. De jongen aan wie ik zo’n hekel had, is uiteindelijk een goede vriend geworden. Ik leerde dat de enige invloed je (innerlijke) houding is. Want je kunt vrijwel niet controleren wat je overkomt maar wel hoe je erop reageert. Die inzicht gaf me een gevoel van controle terug. Wat een vrijheid als je je beseft dat je eigen gemoedsrust en toestand bepaalt wordt door je eigen keuzes en gedrag. Deze inzicht zal me altijd boven water houden.” Op je zeventiende was de tijd van internaten en jeugddetentie voorbij, toch? “Klopt. Ik mocht bij mijn moeder gaan wonen, zij en mijn vader waren inmiddels uit elkaar.” Moest je opnieuw leren leven toen je ‘vrij’ was? “Ik kwam als het ware uit een oorlogsgebied. PTSS, posttraumatisch stressstoornis, heet het toch? Ik moest opnieuw leren functioneren in een maatschappij. Ik had geen diploma’s, wilde daarom de sociaalpedagogische hulpverlening in. En ik pakte het judo weer op bij mijn oude club. Ik had jaren niet aan sport gedaan, rookte en nam af en toe een pilsje. Ik wist qua judo niets van techniek, worpen kon ik niet maken. Jongens wilden niet met me judoën, want ik was onhandig. Op een gegeven moment vroeg een jongen: ‘Waarom judo je eigenlijk?’ Ik antwoordde: omdat ik mee wil doen aan de Olympische Spelen. Het floepte er zo uit. Ik werd uitgelachen. Als je me toen had zien judoën, had jij ook gelachen.” Vanaf wanneer verging mensen het lachen? “Bij een A-toernooi in Bremen in 2009 versloeg ik in de finale bijna een Japanner. Iedereen dacht: wie is die jongen? Ik had een bruine band om, terwijl ik die nog niet eens gehaald had. Ik had nog een blauwe, won het toernooi dus bijna als amateur. Dat was het begin van m’n reis. Ik ben meteen gestopt met roken. Dat gevoel op het podium wilde ik vaker ervaren. Daarna werd ik snel opgenomen in de nationale selectie. En binnen anderhalf jaar werd ik Europees kampioen.” Wat was er van je geworden als de sport niet zo’n succesvolle bestemming was geworden? “Daar heb ik veel over nagedacht... Sport heeft me leren leven. Ik kan goed leren, ben geen domme jongen. Ik heb in mijn jeugd alleen keuzes gemaakt die niet stroken met wie ik echt ben. Maar als het met judo niet was gelukt, dan was ik verdergegaan met studeren en was ik mooie dingen gaan doen in de sociaalpedagogische hulpverlening.” Voel je de zware last van de ervaringen uit je jeugd? “Jezelf kwetsbaar opstellen kan een krachtige keuze zijn. Op beproevende momenten in mijn leven en wanneer ik veel negatieve druk ervaar dan komen de pijnlijke en verdrietige herinneringen uit mijn jeugd soms weer naar boven. Dit zal altijd een deel(tje) van mij blijven maar hier put ik ook weer motivatie uit. Motivatie om te groeien en te delen.” Wanneer is die druk het grootst? “Dat kan een wedstrijd zijn waarin ik het zwaar heb. Of als we thuis onenigheid hebben over de opvoeding van de kinderen. M’n geestelijke belastbaarheid is dan minder en dan komen oude verdedigingsmechanismen tevoorschijn. Het besef dat oud zeer toch nog invloed kan hebben. Ik kan me dan even kinderachtig gedragen.” Maar hoe ga jij om met de druk van het moeten presteren? “Als ik een wedstrijd heb, moet ik voor negen uur ’s avonds mijn kamer hebben opgeruimd. Als ik alle mogelijke scenario’s van een wedstrijd in mijn hoofd heb afgedraaid, dan kan ik ‘het’ uitzetten. Ik heb de beste resultaten behaald als het zo ging.” Is dit een vorm van neurolinguïstisch programmeren? “Ja, dat zijn ankers. Ik merkte dat ik tijdens wedstrijden het puntje van mijn neus aanraakte om me goed te voelen. Toen ik beelden van mezelf terug ging kijken, zag ik dat ik dat vaak deed. Ik heb zelfs een wedstrijd verloren door het aanraken van mijn neus. Dan is het bijna irritant. Waarom ben je afhankelijk van een tik om je goed te voelen?” Hoe tem je je geest? “Voor een wedstrijd moet ik ervan overtuigd zijn dat ik er alles aan heb gedaan. Als het tijdens een wedstrijd moeizaam gaat, komt vaak de gedachte naar boven dat je er niet alles aan hebt gedaan. Zo’n energielek probeer ik te vermijden. In het algemeen vind ik het belangrijk om alles te kunnen relativeren. Ik wil zo graag begrijpen waarom mensen doen wat ze doen. Het is mijn gedrevenheid, of de controle die me drijft. Terwijl juist de controle loslaten de grootste vorm van controle is. Je overgeven aan iets wat geheel onbekend is. Dan kun je tot grootse prestaties komen. Mijn motto is: niets in de wereld is onbereikbaar als je je comfortabel voelt buiten je comfortzone.” Hoe doe je dat? “Door boeken te lezen, om zoveel mogelijk invalshoeken te vinden hoe ik sport kan benaderen. Ik doe trainingen met Wim Hof. Sinds ik klein was, speelde ik altijd met blote voeten in de sneeuw. Mijn ouders dachten dat ik ziek zou worden, dat gebeurde nooit.” Hoe gebruik je Iceman Wim Hofs methode buiten het sporten om? “Als ik opsta, ga ik eerst drie minuten koud douchen. De ademhalingstechniek van Wim Hof zorgt ervoor dat ik iets in mijn lichaam kan opsporen: spanning of een soort uitstraling. Ik kan het moeilijk omschrijven, maar het is opvallend dat het symbool staat voor waar mijn aandacht de rest van de dag naartoe gaat. Ik kan onder de douche voorspellen of ik ergens last van zou kunnen krijgen. Je raakt intens ‘in tune’ met je lijf daardoor. Mijn lichaam en geest zijn mijn grootste wapens. Als sporter moet je steeds waken voor mogelijk energieverlies. Je moet barrières opsporen. Dat zijn gewoon groeimogelijkheden. Het betaalt zich niet alleen uit op sportief, maar ook op persoonlijk vlak. Ik leef in het moment. Ik heb een sterk vertrouwen dat alles zich voegt naar mijn wensen.” Liefde Hoe is de relatie met je ouders nu? “Met mijn moeder heb ik nog af en toe contact, met mijn vader niet meer. Ik heb een bewuste keuze gemaakt om zijn manipulatieve en toxische eigenschappen niet toe te laten in mijn leven. Ik word er niet gelukkiger van om hem in mijn leven te hebben. Kijk, als ik nou een warme jeugd zou hebben gehad, dan zou ik op visite kunnen gaan, maar wij zijn echt uit elkaar gegroeid.” Hoe harmonieus is de relatie met je vrouw? Je hebt dat thuis niet af kunnen kijken van je ouders. “Ik had geen referentiekader, moest zelf uitvinden hoe het werkte in een relatie. Naar mijn vrouw toe, maar ook op het vlak van de opvoeding van onze twee kinderen. Waar we vanaf het eerste moment veel raakvlak in hadden, was het geloof. Niet alleen het katholicisme, maar ook het geloof in de liefde.” Hoe heb je je zielsverwant ontmoet? “Dorée was naast me aan het trainen in het fitnesscentrum. Ze was onder de indruk en wilde me in mijn been knijpen. Ik vond het opvallend, want de meeste mensen willen meestal mijn biceps voelen. We zijn daarna een keer samen gaan skaten op de vluchtstrook.” Jullie eerste date was op de vluchtstrook? “Nee, het was geen date, we zijn gewoon gaan skaten. Ik heb altijd heel impulsieve ideeën, maar de vluchtstrook was meer praktisch, omdat het asfalt daar lekker rolde. We hadden onwijs veel lol. Totdat ze erachter kwam dat ik zeven jaar jonger was, daar was ze wel een beetje van geschrokken.” 'Dorée was onder de indruk en wilde me in mijn been knijpen. Ik vond het opvallend, want de meeste mensen willen mijn biceps voelen' Jij was twintig en aan het studeren. “Dorée zat in een andere levensfase, was toen al gek op kinderen. Op onze derde date heb ik verteld dat ik haar erg leuk vond. Maar ik vertelde erbij: sport staat op één, studeren op twee en een relatie op drie.” Viel ze niet achterover van zoveel romantiek? “In een relatie ervoor had ik een goede match, maar niet op alle vlakken. Daarvan had ik geleerd dat duidelijkheid heel belangrijk is, vooral in het begin. Dus het verschaffen van die duidelijkheid was de enige manier waarop ik een toekomst zag voor ons samen.” Was je meteen al klaar om vader te worden? “Ik wilde pas kinderen als ik boven de dertig zou zijn. Daar hebben we in het begin van onze relatie wel een probleem mee gehad. Maar ik wist sowieso dat Dorée de mama zou worden van mijn kinderen. Ik ben met haar gaan samenwonen terwijl ik geen rode cent had. Ze heeft haar spaarpot gebruikt om ons te ondersteunen. Dorée vond het aantrekkelijk aan mij dat ik een passie had. Gelukkig heb ik in korte tijd mijn A-status bij NOC*NSF gehaald, zodat ik een inkomen had. Na de Olympische Spelen van 2016 zouden we kijken of we ouders konden worden. En met onze eerste zoon Micah was dat snel gelukt.” Jullie zijn twee jaar geleden verloofd waarna jullie tweede zoon Joël is geboren... “Als topsporter draait alles om een bepaald egocentrisme. Maar ik heb mijn mooiste sportieve prestaties geboekt sinds ik met Dorée samen ben. Een gezin hoeft niet schadelijk te zijn voor de topsport. De vruchten die je plukt zijn juist nog zoeter.” Waar draait het leven voor jou om? “Verwondering! Het leven is zo prachtig en zo mooi. Kinderen kunnen zich verwonderen, maar met de jaren verleren ze het. Gelukkig kunnen we het ‘herleren’, we moeten die sluis naar het hart openzetten.” Wat is voor jou liefde? “Dat wat alles bij elkaar houdt, onze ware natuur.” Helden Magazine 56 Het verhaal van Roy Meyer komt voort uit Helden Magazine 56, waar bondscoach van het Nederlands elftal: Frank de Boer zich uitspreekt over het WK in Qatar, Virgil van Dijk, de kansen van ‘zijn’ Oranje, Louis van Gaal, Guus Hiddink en zijn rol als vader van drie dochters. In deze editie is er wederom aandacht voor turnterreur. Renske Endel, Suzanne Harmes, Verona van de Leur en Gabriëlla Wammes, de turnsters van de Sportploeg van het Jaar in 2001 en 2002, deden tien jaar geleden voor het eerst een boekje open over het gedrag van hun trainers Gerrit Beltman en Frank Louter. Na de bekentenis van geestelijke en lichamelijke mishandeling door Beltman afgelopen zomer is de bom gebarsten én delen de oud-turnsters nogmaals hun schokkende verhalen. Ook in Helden Magazine 56 een uitgebreid interview met oud-voetbalster Anouk Hoogendijk over de ontwikkeling van het vrouwenvoetbal en een loodzware bevalling. Noa Lang maakte afgelopen zomer de overstap van Ajax naar Club Brugge. En met succes. We legden hem stellingen voor. Nadine Visser werd opnieuw Europees kampioen indoor op de 60 meter horden, wat maakt haar zo goed? Daarnaast was Tom Boonen jarenlang de koning van het voorjaar. We spraken hem over Tom Dumoulin, cocaïne, immense druk en de kick van autoracen. Verder blikt Stanley Menzo terug op een roerig leven. Is Chantal van den Broek-Blaak in grote vorm, maar heeft ze besloten volgend jaar te stoppen als wielrenster. Doet bokser Peter Müllenberg zijn verhaal en hoopt marathonloper Björn Koreman zicht te kwalificeren voor de Spelen. Erben Wennemars is parkdirecteur tijdens De Droomzomer, in ‘de dag dat alles misging’ blikt Rianne Schorel daarnaast terug op de Spelen van 2016 en staan we stil met Kika van Es in de ‘Leeuwinnen in het Rijks’. Krijg jij geen genoeg van alle inspirerende sportverhalen? Kies het abonnement dat bij jou past én wordt abonnee. Zo ontvang je telkens de nieuwste edities op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Wil je een Helden Magazine cadeau doen? Het is ook mogelijk om een abonnement cadeau te doen, deze abonnementen lopen automatisch af. Daarnaast zijn de recentste exemplaren ook gemakkelijk te bestellen via onze webshop.
 Roy Meyer (29) en Henk Grol zijn de beste judoka’s van Nederland in het zwaargewicht. Slechts één van hen mag naar de Olympische Spelen. Na het EK (29 april-2 mei) in Lissabon valt de beslissing. Victoria Koblenko ontmoet Roy in aanloop naar D-day. Wie jouw Instagram-account bekijkt, kan jou volgen op je spirituele reis. Het heeft iets ontwapenends om een beest van een atleet zo kwetsbaar te zien spreken over waar hij vandaan komt. “Ik refereer vaak aan mijn moeilijke jeugd, wil jongeren inspireren die in vergelijkbare situaties verkeren als waarin ik heb gezeten. Rolmodellen moeten openlijk spreken over wat hen overkomen is. Ik probeer belangrijke lessen die ik geleerd heb over te brengen. Ik ga ook een-op-een de gesprekken aan, het blijft niet beperkt tot het zenden van mijn boodschap. Als ik met jongeren werk, voel ik me meteen aangetrokken tot degenen die veel verdriet hebben. Na zo’n dag ben ik ook helemaal leeg en kan het dagen duren voordat ik mijn energie weer heb aangevuld. Maar ik doe het met liefde.” Judo geeft jou de mogelijkheid om de jeugd te inspireren met je levensverhaal, maar hoe kwam judo ooit in jouw leven? “Ik heb eerst gevoetbald, maar pakte de bal steeds in m’n handen. Al snel werd duidelijk dat voetbal niet voor mij was weggelegd. Ik was als kind heel druk, had extreem adhd, en kon m’n energie niet kwijt. Ik was zeven toen mijn ouders hoorden over een grootmeester in pedagogiek, Willem Cobben. Hij gaf judoles, schudde me door elkaar en zei: ‘Ik was gisteren van plan om met pensioen te gaan, maar voor jou blijf ik een jaartje hangen om te kijken wat er uit jou te knijpen valt.’” Hoe snel lukte het hem dat talent uit je te knijpen? “Ik werd de beste van de groep, binnen een jaar werd duidelijk dat ik talent had. Maar de spanning die ik ervaarde voor wedstrijden... Dat ging tot kotsen aan toe. Veel herinneringen aan die tijd zijn wazig vanwege alle stress waar ik toen mee te maken had. Mijn ouders hadden vaak ruzie, er waren altijd spanningen binnen ons gezin. Financieel, met mij; ze konden mijn gedrag niet hanteren bovenop hun eigen problemen. Er was totaal geen gezonde basis voor een kind. Door alle stress en verdriet werd ik op school onhandelbaar. En dat maakte dat mijn ouders niet meer wisten wat ze met me aan moesten. En met elkaar. Ik was aan het ontsporen. Uiteindelijk heb ik zeven jaar lang in de hulpverlening gezeten. Er waren een paar momenten dat ik het weer even thuis mocht proberen, maar al snel bleek dan dat het niet ging.” Jeugdgevangenis Vanaf je tiende stopte je noodgedwongen met judo omdat je een groot deel van je jeugd doorbracht in internaten en jeugddetentiecentra. “Het judo was een paar uur per week een uitlaatklep, meer niet. Ik stond onder invloed van de verkeerde mensen. Een noodkreet van mijn ouders leidde ertoe dat onze gezinsvoogd besloot mij tijdelijk in een internaat op te nemen. Vanaf mijn tiende heb ik het ene internaat na het andere gezien. En op een gegeven moment was daar geen plek meer en kwam ik terecht in een jeugdgevangenis. Daar kon ik verblijven, maar ik werd niet anders behandeld dan de gevangenen. In die tijd had ik nachtmerries. Of ik droomde dat het een grapje was dat ik daar zat, maar als ik wakker werd, bleek het de realiteit. Er was een negatieve groepscultuur, een jongen naast me had zijn vader neergestoken, anderen hadden gewapende overvallen gepleegd. Tussen dat soort mensen zat ik. Je staat op scherp, je staat altijd aan. Heel ongezond.” Wat heeft die periode in de jeugdgevangenis jou geleerd? “Ik herken dat roofdierengedrag bij mensen en leerde instinctmatig leven. Daardoor kan ik mensen sneller inschatten. En ik heb geleerd dat een negatieve, agressieve houding veranderen naar positief gedrag, hoewel je niet in een veilige situatie zit, mogelijk is.” Kun je je het moment herinneren dat je besloot: en nu wordt alles anders? “Het was gewoon een knop die ik omzette toen ik een jaar of vijftien was, tijdens de piek van mijn eenzaamheid in het detentiecentrum. Ik las de rapporten terug over mezelf en dacht: dit ben ik niet! Ik voelde een noodzaak om te veranderen. Het kon zo niet langer. Ik vertelde mezelf dat ik daar binnen een half jaar weg moest zijn. Ik wist dat ik me daarvoor netjes moest gedragen. Maar hoe dat moest, wist ik niet. Ik ben op mijn tenen gaan lopen. Was dus eerst aan het acteren, maar later werd mijn gedrag oprecht. Ik voelde me beter over mezelf. En ik merkte al snel de voordelen van positief gedrag. De inzichten die daaruit kwamen zijn me heel dierbaar.” 'Er was een negatieve groepscultuur in de jeugdgevangenis, een jongen had zijn vader neergestoken, anderen hadden gewapende overvallen gepleegd' Ik las dat je oefeningen deed om liefde te voelen voor de jongens in jouw omgeving aan wie je een hekel had. Hoe deed je dat? “In mijn cel las ik veel boeken die mijn moeder me stuurde. Die gingen over hoe we als mens in elkaar steken. Over lichaamstaal, meditatie, psychologie; daar was ik intens mee bezig. Die meditatie ging over liefde voelen voor je naasten. Het begon met die mensen voor de geest halen die je liefhebt. De volgende laag is dat je mensen neemt voor wie je neutrale gevoelens hebt en voor hen probeer je liefde te gaan voelen. Het diepste niveau van deze oefening is om jouw liefde te projecteren op mensen die je negatief triggeren. Er was een begeleider die me frustreerde en een jongen die gemeen was. We probeerden elkaar onder te spugen in de gang. Anti-chemie. In die meditatie ben ik liefde gaan geven aan iemand aan wie ik een hekel had. Dat is zo lastig. Mijn houding naar hen zorgde ervoor dat hun masker af viel. De jongen aan wie ik zo’n hekel had, is uiteindelijk een goede vriend geworden. Ik leerde dat de enige invloed je (innerlijke) houding is. Want je kunt vrijwel niet controleren wat je overkomt maar wel hoe je erop reageert. Die inzicht gaf me een gevoel van controle terug. Wat een vrijheid als je je beseft dat je eigen gemoedsrust en toestand bepaalt wordt door je eigen keuzes en gedrag. Deze inzicht zal me altijd boven water houden.” Op je zeventiende was de tijd van internaten en jeugddetentie voorbij, toch? “Klopt. Ik mocht bij mijn moeder gaan wonen, zij en mijn vader waren inmiddels uit elkaar.” Moest je opnieuw leren leven toen je ‘vrij’ was? “Ik kwam als het ware uit een oorlogsgebied. PTSS, posttraumatisch stressstoornis, heet het toch? Ik moest opnieuw leren functioneren in een maatschappij. Ik had geen diploma’s, wilde daarom de sociaalpedagogische hulpverlening in. En ik pakte het judo weer op bij mijn oude club. Ik had jaren niet aan sport gedaan, rookte en nam af en toe een pilsje. Ik wist qua judo niets van techniek, worpen kon ik niet maken. Jongens wilden niet met me judoën, want ik was onhandig. Op een gegeven moment vroeg een jongen: ‘Waarom judo je eigenlijk?’ Ik antwoordde: omdat ik mee wil doen aan de Olympische Spelen. Het floepte er zo uit. Ik werd uitgelachen. Als je me toen had zien judoën, had jij ook gelachen.” Vanaf wanneer verging mensen het lachen? “Bij een A-toernooi in Bremen in 2009 versloeg ik in de finale bijna een Japanner. Iedereen dacht: wie is die jongen? Ik had een bruine band om, terwijl ik die nog niet eens gehaald had. Ik had nog een blauwe, won het toernooi dus bijna als amateur. Dat was het begin van m’n reis. Ik ben meteen gestopt met roken. Dat gevoel op het podium wilde ik vaker ervaren. Daarna werd ik snel opgenomen in de nationale selectie. En binnen anderhalf jaar werd ik Europees kampioen.” Wat was er van je geworden als de sport niet zo’n succesvolle bestemming was geworden? “Daar heb ik veel over nagedacht... Sport heeft me leren leven. Ik kan goed leren, ben geen domme jongen. Ik heb in mijn jeugd alleen keuzes gemaakt die niet stroken met wie ik echt ben. Maar als het met judo niet was gelukt, dan was ik verdergegaan met studeren en was ik mooie dingen gaan doen in de sociaalpedagogische hulpverlening.” Voel je de zware last van de ervaringen uit je jeugd? “Jezelf kwetsbaar opstellen kan een krachtige keuze zijn. Op beproevende momenten in mijn leven en wanneer ik veel negatieve druk ervaar dan komen de pijnlijke en verdrietige herinneringen uit mijn jeugd soms weer naar boven. Dit zal altijd een deel(tje) van mij blijven maar hier put ik ook weer motivatie uit. Motivatie om te groeien en te delen.” Wanneer is die druk het grootst? “Dat kan een wedstrijd zijn waarin ik het zwaar heb. Of als we thuis onenigheid hebben over de opvoeding van de kinderen. M’n geestelijke belastbaarheid is dan minder en dan komen oude verdedigingsmechanismen tevoorschijn. Het besef dat oud zeer toch nog invloed kan hebben. Ik kan me dan even kinderachtig gedragen.” Maar hoe ga jij om met de druk van het moeten presteren? “Als ik een wedstrijd heb, moet ik voor negen uur ’s avonds mijn kamer hebben opgeruimd. Als ik alle mogelijke scenario’s van een wedstrijd in mijn hoofd heb afgedraaid, dan kan ik ‘het’ uitzetten. Ik heb de beste resultaten behaald als het zo ging.” Is dit een vorm van neurolinguïstisch programmeren? “Ja, dat zijn ankers. Ik merkte dat ik tijdens wedstrijden het puntje van mijn neus aanraakte om me goed te voelen. Toen ik beelden van mezelf terug ging kijken, zag ik dat ik dat vaak deed. Ik heb zelfs een wedstrijd verloren door het aanraken van mijn neus. Dan is het bijna irritant. Waarom ben je afhankelijk van een tik om je goed te voelen?” Hoe tem je je geest? “Voor een wedstrijd moet ik ervan overtuigd zijn dat ik er alles aan heb gedaan. Als het tijdens een wedstrijd moeizaam gaat, komt vaak de gedachte naar boven dat je er niet alles aan hebt gedaan. Zo’n energielek probeer ik te vermijden. In het algemeen vind ik het belangrijk om alles te kunnen relativeren. Ik wil zo graag begrijpen waarom mensen doen wat ze doen. Het is mijn gedrevenheid, of de controle die me drijft. Terwijl juist de controle loslaten de grootste vorm van controle is. Je overgeven aan iets wat geheel onbekend is. Dan kun je tot grootse prestaties komen. Mijn motto is: niets in de wereld is onbereikbaar als je je comfortabel voelt buiten je comfortzone.” Hoe doe je dat? “Door boeken te lezen, om zoveel mogelijk invalshoeken te vinden hoe ik sport kan benaderen. Ik doe trainingen met Wim Hof. Sinds ik klein was, speelde ik altijd met blote voeten in de sneeuw. Mijn ouders dachten dat ik ziek zou worden, dat gebeurde nooit.” Hoe gebruik je Iceman Wim Hofs methode buiten het sporten om? “Als ik opsta, ga ik eerst drie minuten koud douchen. De ademhalingstechniek van Wim Hof zorgt ervoor dat ik iets in mijn lichaam kan opsporen: spanning of een soort uitstraling. Ik kan het moeilijk omschrijven, maar het is opvallend dat het symbool staat voor waar mijn aandacht de rest van de dag naartoe gaat. Ik kan onder de douche voorspellen of ik ergens last van zou kunnen krijgen. Je raakt intens ‘in tune’ met je lijf daardoor. Mijn lichaam en geest zijn mijn grootste wapens. Als sporter moet je steeds waken voor mogelijk energieverlies. Je moet barrières opsporen. Dat zijn gewoon groeimogelijkheden. Het betaalt zich niet alleen uit op sportief, maar ook op persoonlijk vlak. Ik leef in het moment. Ik heb een sterk vertrouwen dat alles zich voegt naar mijn wensen.” Liefde Hoe is de relatie met je ouders nu? “Met mijn moeder heb ik nog af en toe contact, met mijn vader niet meer. Ik heb een bewuste keuze gemaakt om zijn manipulatieve en toxische eigenschappen niet toe te laten in mijn leven. Ik word er niet gelukkiger van om hem in mijn leven te hebben. Kijk, als ik nou een warme jeugd zou hebben gehad, dan zou ik op visite kunnen gaan, maar wij zijn echt uit elkaar gegroeid.” Hoe harmonieus is de relatie met je vrouw? Je hebt dat thuis niet af kunnen kijken van je ouders. “Ik had geen referentiekader, moest zelf uitvinden hoe het werkte in een relatie. Naar mijn vrouw toe, maar ook op het vlak van de opvoeding van onze twee kinderen. Waar we vanaf het eerste moment veel raakvlak in hadden, was het geloof. Niet alleen het katholicisme, maar ook het geloof in de liefde.” Hoe heb je je zielsverwant ontmoet? “Dorée was naast me aan het trainen in het fitnesscentrum. Ze was onder de indruk en wilde me in mijn been knijpen. Ik vond het opvallend, want de meeste mensen willen meestal mijn biceps voelen. We zijn daarna een keer samen gaan skaten op de vluchtstrook.” Jullie eerste date was op de vluchtstrook? “Nee, het was geen date, we zijn gewoon gaan skaten. Ik heb altijd heel impulsieve ideeën, maar de vluchtstrook was meer praktisch, omdat het asfalt daar lekker rolde. We hadden onwijs veel lol. Totdat ze erachter kwam dat ik zeven jaar jonger was, daar was ze wel een beetje van geschrokken.” 'Dorée was onder de indruk en wilde me in mijn been knijpen. Ik vond het opvallend, want de meeste mensen willen mijn biceps voelen' Jij was twintig en aan het studeren. “Dorée zat in een andere levensfase, was toen al gek op kinderen. Op onze derde date heb ik verteld dat ik haar erg leuk vond. Maar ik vertelde erbij: sport staat op één, studeren op twee en een relatie op drie.” Viel ze niet achterover van zoveel romantiek? “In een relatie ervoor had ik een goede match, maar niet op alle vlakken. Daarvan had ik geleerd dat duidelijkheid heel belangrijk is, vooral in het begin. Dus het verschaffen van die duidelijkheid was de enige manier waarop ik een toekomst zag voor ons samen.” Was je meteen al klaar om vader te worden? “Ik wilde pas kinderen als ik boven de dertig zou zijn. Daar hebben we in het begin van onze relatie wel een probleem mee gehad. Maar ik wist sowieso dat Dorée de mama zou worden van mijn kinderen. Ik ben met haar gaan samenwonen terwijl ik geen rode cent had. Ze heeft haar spaarpot gebruikt om ons te ondersteunen. Dorée vond het aantrekkelijk aan mij dat ik een passie had. Gelukkig heb ik in korte tijd mijn A-status bij NOC*NSF gehaald, zodat ik een inkomen had. Na de Olympische Spelen van 2016 zouden we kijken of we ouders konden worden. En met onze eerste zoon Micah was dat snel gelukt.” Jullie zijn twee jaar geleden verloofd waarna jullie tweede zoon Joël is geboren... “Als topsporter draait alles om een bepaald egocentrisme. Maar ik heb mijn mooiste sportieve prestaties geboekt sinds ik met Dorée samen ben. Een gezin hoeft niet schadelijk te zijn voor de topsport. De vruchten die je plukt zijn juist nog zoeter.” Waar draait het leven voor jou om? “Verwondering! Het leven is zo prachtig en zo mooi. Kinderen kunnen zich verwonderen, maar met de jaren verleren ze het. Gelukkig kunnen we het ‘herleren’, we moeten die sluis naar het hart openzetten.” Wat is voor jou liefde? “Dat wat alles bij elkaar houdt, onze ware natuur.” Helden Magazine 56 Het verhaal van Roy Meyer komt voort uit Helden Magazine 56, waar bondscoach van het Nederlands elftal: Frank de Boer zich uitspreekt over het WK in Qatar, Virgil van Dijk, de kansen van ‘zijn’ Oranje, Louis van Gaal, Guus Hiddink en zijn rol als vader van drie dochters. In deze editie is er wederom aandacht voor turnterreur. Renske Endel, Suzanne Harmes, Verona van de Leur en Gabriëlla Wammes, de turnsters van de Sportploeg van het Jaar in 2001 en 2002, deden tien jaar geleden voor het eerst een boekje open over het gedrag van hun trainers Gerrit Beltman en Frank Louter. Na de bekentenis van geestelijke en lichamelijke mishandeling door Beltman afgelopen zomer is de bom gebarsten én delen de oud-turnsters nogmaals hun schokkende verhalen. Ook in Helden Magazine 56 een uitgebreid interview met oud-voetbalster Anouk Hoogendijk over de ontwikkeling van het vrouwenvoetbal en een loodzware bevalling. Noa Lang maakte afgelopen zomer de overstap van Ajax naar Club Brugge. En met succes. We legden hem stellingen voor. Nadine Visser werd opnieuw Europees kampioen indoor op de 60 meter horden, wat maakt haar zo goed? Daarnaast was Tom Boonen jarenlang de koning van het voorjaar. We spraken hem over Tom Dumoulin, cocaïne, immense druk en de kick van autoracen. Verder blikt Stanley Menzo terug op een roerig leven. Is Chantal van den Broek-Blaak in grote vorm, maar heeft ze besloten volgend jaar te stoppen als wielrenster. Doet bokser Peter Müllenberg zijn verhaal en hoopt marathonloper Björn Koreman zicht te kwalificeren voor de Spelen. Erben Wennemars is parkdirecteur tijdens De Droomzomer, in ‘de dag dat alles misging’ blikt Rianne Schorel daarnaast terug op de Spelen van 2016 en staan we stil met Kika van Es in de ‘Leeuwinnen in het Rijks’. Krijg jij geen genoeg van alle inspirerende sportverhalen? Kies het abonnement dat bij jou past én wordt abonnee. Zo ontvang je telkens de nieuwste edities op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Wil je een Helden Magazine cadeau doen? Het is ook mogelijk om een abonnement cadeau te doen, deze abonnementen lopen automatisch af. Daarnaast zijn de recentste exemplaren ook gemakkelijk te bestellen via onze webshop.

Judo

Tessie Savelkouls: Hoop doet leven

Tessie Savelkouls (28) maakte aanspraak op een olympische medaille, maar op 9 februari dit jaar sloeg het noodlot toe. De judoka raakte zwaar geblesseerd aan haar knie. Haar vrouw Kiki Perquin (29) zag het gebeuren op de tribune. Volgens de artsen is een terugkeer op de mat zo goed als uitgesloten, maar Tessie en Kiki leggen zich daar niet zomaar bij neer. Tessie: “Ik moest het op 9 februari in mijn eerste partij uitgerekend opnemen tegen Romane Dicko. Van haar had ik een paar weken eerder kansloos verloren in de finale in Tel Aviv. Ik kwam al snel een wazaari achter, maar voelde dat ik meer grip op de wedstrijd kreeg. Toen zette ze die worp in...” Kiki: “Ik zat met een vriendin op de tribune, was als altijd gespannen tijdens een wedstrijd van Tessie. Maar ik verheugde me ook vooral op een paar leuke dagen in Parijs. We zouden ’s avonds gezellig in de stad gaan eten, ook al zou ze haar eerste wedstrijd verliezen.” Tessie: “Er stond eigenlijk geen druk op. Ik stond negende van de wereld, kwalificatie voor de Spelen kon me niet meer ontgaan.” Kiki: “Doel van Tessie was om in de laatste toernooien voor de Spelen in de mondiale top acht te komen, zodat ze een gerankte status zou hebben in Tokio. Ze was zo goed in vorm.” Tessie: “Ik had een tijd gekwakkeld met blessures, had de achterste kruisband in m’n rechterknie gescheurd in 2018 en ook blessures aan m’n schouder en vinger gehad. Ik wist dat als ik fit zou zijn ik het niveau had om een medaille te pakken op de Spelen. Twee grandslamtoernooien had ik al gewonnen en meerdere grand prixs. Ik was zevende geworden op de Spelen in Rio, in 2017 was ik vijfde op het WK en het Open WK geworden en in 2018 pakte ik brons op het EK. Eenmaal fit won ik in december 2019 in China de World Masters, het grootste toernooi na het WK. Zo onwerkelijk. In Tel Aviv was ik dus tweede geworden, tijdens het eerste toernooi met mijn nieuwe coach Garmt Zijlstra.” Kiki: “Als Tessie haar dag heeft, is ze zo goed. Als je de Masters kunt winnen, kun je ook olympisch kampioen worden.” Traumateam Tessie: “Romane Dicko zette een worp in op mijn rechterbeen. Mijn onderbeen bleef staan, terwijl mijn lichaam wel naar voren vloog. Daardoor scharnierde mijn knie de verkeerde kant op. Het zag er verschrikkelijk uit. Ik wist meteen: m’n knie is uit de kom. Het was niet zo dat ik het hoorde kraken. Het deed gek genoeg niet eens zoveel pijn. De zijkant van mijn rechterbeen voelde ook meteen alsof hij verdoofd was en ik voelde m’n voet niet.” Kiki: “Ik keek schuin op de mat vanaf de tribune. Wat er precies gebeurde, kon ik niet zien. Maar toen bleef Tessie liggen en zag ik de reactie van haar tegenstander. Ineens was het ook doodstil in de zaal. Daar gaan de Spelen, is het eerste wat ik dacht. Het was vijf maanden tot de Spelen, zelfs een kapotte meniscus kan dan Tokio al in gevaar brengen.” Tessie: “Het leek net of mijn onderbeen los aan m’n knie bungelde. Mijn been lag eerst nog onder mijn tegenstander. Zij merkte ook meteen dat het mis was, ging heel snel van me af. Ik heb toen met m’n handen m’n onderbeen gepakt, die lag haaks naast me. De arts van de ploeg kwam snel de mat op gerend. Zij heeft m’n onderbeen recht gelegd. Daarna kwam ook onze fysio erbij. Ik zei tegen onze arts: m’n knie is uit de kom, trek hem er weer in, want ik voel m’n voet tintelen. Dan weet je dat de zenuw stuk is of bekneld zit. Tegen de arts zei ik: ik wil geen klapvoet. Ik zei het zonder te schreeuwen of te huilen, was zo rustig.” Kiki: “Haar tegenstander wist niet waar ze het zoeken moest. Zij heeft – begrepen we later – de hele dag overgegeven.” Tessie: “Ik dacht: als m’n knie eenmaal weer in de kom zit, dan komt het wel goed. Er werd geklapt toen ik op de brancard werd weggedragen. Op dat moment dacht ik: shit, Kiki zit op de tribune, die heeft dit allemaal moeten aanzien.” Kiki: 'Toen ik haar een knuffel had gegeven, zei ze: 'Ik ben best oké, hoor. Het valt wel mee'. Ik dacht ondertussen: o my god' Kiki: “Ik heb meteen iemand van de ploeg gebeld en gevraagd of ik bij Tessie kon komen. Daarna ben ik in tranen door het stadion gaan dolen.” Tessie: “Tegen een collega-judoka zei ik: hier is mijn accreditatie, geef die maar aan Kiki, anders kan ze niet bij me komen. Kiki moest huilen toen ze in het kamertje kwam waar ze me hadden neergelegd. ‘Dit is echt niet goed,’ riep ze.” Kiki: “Toen ik haar een knuffel had gegeven, zei ze: ‘Ik ben best oké, hoor. Het valt wel mee.’ Ik probeerde voor Tessie ook positief te blijven, maar dacht ondertussen: o my God.” Tessie: “Bij mij kwam toen het besef dat ik de Spelen kon vergeten, maar op de een of andere manier maakte me dat niet eens zoveel uit. Ik kon het meteen relativeren, dacht: m’n been is niet goed, het is ernstig, maar verder ben ik nog in orde. Ik weet niet waar die berusting vandaan kwam. Voordat ik de mat op ging, draaide alles om een medaille op de Spelen en amper een half uur later was dat ineens niet belangrijk meer. Heel gek. Waarom ik in de catacomben niet eens heb gehuild of geschreeuwd kan ik niet verklaren. Sterker, ik probeerde iedereen aan het lachen te maken, omdat iedereen met zo’n bezorgd gezicht rondliep.” Helden Magazine 53 Het eerste gedeelte van het verhaal van Tessie Savelkouls komt voort uit Helden Magazine nummer 53. In de 53ste editie blikken onder meer Robin en Bouchra van Persie uitgebreid terug op hún carrière, want zo voelt dat. Een gesprek over Louis van Gaal, Oranje, Feyenoord, racisme, homo-acceptatie, de toekomst én de liefde. Daarnaast verbindt niet alleen het zwemmen Femke Heemskerk, Kira Toussaint en Ranomi Kromowidjojo, maar ook het feit dat ze alle drie bijna gelijktijdig ten huwelijk zijn gevraagd. Daarnaast vertellen Joël en Naomi Veltman hoe zij er in goede en slechte tijden voor elkaar zijn, laat Guus Hiddink zijn licht schijnen over de rentree van Arjen Robben, Oranje en racisme én schittert aanstaande moeder Stefanie van der Gragt in de rubriek ‘Leeuwinnen in het Rijks.’ Verder in de 53ste editie van Helden spraken we met ploeggenoten met hetzelfde doel: Tom Dumoulin en Primoz Roglic. Blikten we met Laurens ten Dam terug op zijn loopbaan én vertelt Lorena Wiebes openhartig over de drugsverslaving van haar broer en hoeveel impact dat op haar en het gezin heeft gehad. Ook ging Helden langs bij de familie van den Goorbergh. Zonta van den Goorbergh wil in de voetsporen van zijn vader, oud-MotoGP-coureur Jurgen van den Goorberght, treden. De pas vijftienjarige Keet Oldenbeuving werd in 2019 Europees kampioen en won de NOC*NSF Young Talent Award. Theo Lucius voelt vijftien jaar na het mislopen van de Champions League-finale nog steeds de kater én Victoria Koblenko ging langs bij oud-voetballer Bryan Roy. Krijg jij geen genoeg van alle inspirerende sportverhalen? Kies het abonnement dat bij jou past én wordt abonnee. Zo ontvang je telkens de nieuwste edities op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Wil je een Helden Magazine cadeau doen? Het is ook mogelijk om een abonnement cadeau te doen, deze abonnementen lopen automatisch af. Daarnaast zijn de recentste exemplaren ook gemakkelijk te bestellen via onze webshop.
Tessie Savelkouls (28) maakte aanspraak op een olympische medaille, maar op 9 februari dit jaar sloeg het noodlot toe. De judoka raakte zwaar geblesseerd aan haar knie. Haar vrouw Kiki Perquin (29) zag het gebeuren op de tribune. Volgens de artsen is een terugkeer op de mat zo goed als uitgesloten, maar Tessie en Kiki leggen zich daar niet zomaar bij neer. Tessie: “Ik moest het op 9 februari in mijn eerste partij uitgerekend opnemen tegen Romane Dicko. Van haar had ik een paar weken eerder kansloos verloren in de finale in Tel Aviv. Ik kwam al snel een wazaari achter, maar voelde dat ik meer grip op de wedstrijd kreeg. Toen zette ze die worp in...” Kiki: “Ik zat met een vriendin op de tribune, was als altijd gespannen tijdens een wedstrijd van Tessie. Maar ik verheugde me ook vooral op een paar leuke dagen in Parijs. We zouden ’s avonds gezellig in de stad gaan eten, ook al zou ze haar eerste wedstrijd verliezen.” Tessie: “Er stond eigenlijk geen druk op. Ik stond negende van de wereld, kwalificatie voor de Spelen kon me niet meer ontgaan.” Kiki: “Doel van Tessie was om in de laatste toernooien voor de Spelen in de mondiale top acht te komen, zodat ze een gerankte status zou hebben in Tokio. Ze was zo goed in vorm.” Tessie: “Ik had een tijd gekwakkeld met blessures, had de achterste kruisband in m’n rechterknie gescheurd in 2018 en ook blessures aan m’n schouder en vinger gehad. Ik wist dat als ik fit zou zijn ik het niveau had om een medaille te pakken op de Spelen. Twee grandslamtoernooien had ik al gewonnen en meerdere grand prixs. Ik was zevende geworden op de Spelen in Rio, in 2017 was ik vijfde op het WK en het Open WK geworden en in 2018 pakte ik brons op het EK. Eenmaal fit won ik in december 2019 in China de World Masters, het grootste toernooi na het WK. Zo onwerkelijk. In Tel Aviv was ik dus tweede geworden, tijdens het eerste toernooi met mijn nieuwe coach Garmt Zijlstra.” Kiki: “Als Tessie haar dag heeft, is ze zo goed. Als je de Masters kunt winnen, kun je ook olympisch kampioen worden.” Traumateam Tessie: “Romane Dicko zette een worp in op mijn rechterbeen. Mijn onderbeen bleef staan, terwijl mijn lichaam wel naar voren vloog. Daardoor scharnierde mijn knie de verkeerde kant op. Het zag er verschrikkelijk uit. Ik wist meteen: m’n knie is uit de kom. Het was niet zo dat ik het hoorde kraken. Het deed gek genoeg niet eens zoveel pijn. De zijkant van mijn rechterbeen voelde ook meteen alsof hij verdoofd was en ik voelde m’n voet niet.” Kiki: “Ik keek schuin op de mat vanaf de tribune. Wat er precies gebeurde, kon ik niet zien. Maar toen bleef Tessie liggen en zag ik de reactie van haar tegenstander. Ineens was het ook doodstil in de zaal. Daar gaan de Spelen, is het eerste wat ik dacht. Het was vijf maanden tot de Spelen, zelfs een kapotte meniscus kan dan Tokio al in gevaar brengen.” Tessie: “Het leek net of mijn onderbeen los aan m’n knie bungelde. Mijn been lag eerst nog onder mijn tegenstander. Zij merkte ook meteen dat het mis was, ging heel snel van me af. Ik heb toen met m’n handen m’n onderbeen gepakt, die lag haaks naast me. De arts van de ploeg kwam snel de mat op gerend. Zij heeft m’n onderbeen recht gelegd. Daarna kwam ook onze fysio erbij. Ik zei tegen onze arts: m’n knie is uit de kom, trek hem er weer in, want ik voel m’n voet tintelen. Dan weet je dat de zenuw stuk is of bekneld zit. Tegen de arts zei ik: ik wil geen klapvoet. Ik zei het zonder te schreeuwen of te huilen, was zo rustig.” Kiki: “Haar tegenstander wist niet waar ze het zoeken moest. Zij heeft – begrepen we later – de hele dag overgegeven.” Tessie: “Ik dacht: als m’n knie eenmaal weer in de kom zit, dan komt het wel goed. Er werd geklapt toen ik op de brancard werd weggedragen. Op dat moment dacht ik: shit, Kiki zit op de tribune, die heeft dit allemaal moeten aanzien.” Kiki: 'Toen ik haar een knuffel had gegeven, zei ze: 'Ik ben best oké, hoor. Het valt wel mee'. Ik dacht ondertussen: o my god' Kiki: “Ik heb meteen iemand van de ploeg gebeld en gevraagd of ik bij Tessie kon komen. Daarna ben ik in tranen door het stadion gaan dolen.” Tessie: “Tegen een collega-judoka zei ik: hier is mijn accreditatie, geef die maar aan Kiki, anders kan ze niet bij me komen. Kiki moest huilen toen ze in het kamertje kwam waar ze me hadden neergelegd. ‘Dit is echt niet goed,’ riep ze.” Kiki: “Toen ik haar een knuffel had gegeven, zei ze: ‘Ik ben best oké, hoor. Het valt wel mee.’ Ik probeerde voor Tessie ook positief te blijven, maar dacht ondertussen: o my God.” Tessie: “Bij mij kwam toen het besef dat ik de Spelen kon vergeten, maar op de een of andere manier maakte me dat niet eens zoveel uit. Ik kon het meteen relativeren, dacht: m’n been is niet goed, het is ernstig, maar verder ben ik nog in orde. Ik weet niet waar die berusting vandaan kwam. Voordat ik de mat op ging, draaide alles om een medaille op de Spelen en amper een half uur later was dat ineens niet belangrijk meer. Heel gek. Waarom ik in de catacomben niet eens heb gehuild of geschreeuwd kan ik niet verklaren. Sterker, ik probeerde iedereen aan het lachen te maken, omdat iedereen met zo’n bezorgd gezicht rondliep.” Helden Magazine 53 Het eerste gedeelte van het verhaal van Tessie Savelkouls komt voort uit Helden Magazine nummer 53. In de 53ste editie blikken onder meer Robin en Bouchra van Persie uitgebreid terug op hún carrière, want zo voelt dat. Een gesprek over Louis van Gaal, Oranje, Feyenoord, racisme, homo-acceptatie, de toekomst én de liefde. Daarnaast verbindt niet alleen het zwemmen Femke Heemskerk, Kira Toussaint en Ranomi Kromowidjojo, maar ook het feit dat ze alle drie bijna gelijktijdig ten huwelijk zijn gevraagd. Daarnaast vertellen Joël en Naomi Veltman hoe zij er in goede en slechte tijden voor elkaar zijn, laat Guus Hiddink zijn licht schijnen over de rentree van Arjen Robben, Oranje en racisme én schittert aanstaande moeder Stefanie van der Gragt in de rubriek ‘Leeuwinnen in het Rijks.’ Verder in de 53ste editie van Helden spraken we met ploeggenoten met hetzelfde doel: Tom Dumoulin en Primoz Roglic. Blikten we met Laurens ten Dam terug op zijn loopbaan én vertelt Lorena Wiebes openhartig over de drugsverslaving van haar broer en hoeveel impact dat op haar en het gezin heeft gehad. Ook ging Helden langs bij de familie van den Goorbergh. Zonta van den Goorbergh wil in de voetsporen van zijn vader, oud-MotoGP-coureur Jurgen van den Goorberght, treden. De pas vijftienjarige Keet Oldenbeuving werd in 2019 Europees kampioen en won de NOC*NSF Young Talent Award. Theo Lucius voelt vijftien jaar na het mislopen van de Champions League-finale nog steeds de kater én Victoria Koblenko ging langs bij oud-voetballer Bryan Roy. Krijg jij geen genoeg van alle inspirerende sportverhalen? Kies het abonnement dat bij jou past én wordt abonnee. Zo ontvang je telkens de nieuwste edities op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Wil je een Helden Magazine cadeau doen? Het is ook mogelijk om een abonnement cadeau te doen, deze abonnementen lopen automatisch af. Daarnaast zijn de recentste exemplaren ook gemakkelijk te bestellen via onze webshop.