De bom barstte afgelopen zomer na de bekentenis van trainer Gerrit Beltman dat hij jarenlang turnsters had mishandeld. Renske Endel (37), Suzanne Harmes (35), Verona van de Leur (35) en Gabriëlla Wammes (35) hadden tien jaar geleden al het lef om hun nek uit te steken en in Helden te vertellen over de misdragingen van Beltman en zijn collega Frank Louter die bij hen diepe sporen hadden nagelaten. We zochten de turnsters die in 2001 en 2002 werden gekozen als Sportploeg van het Jaar wederom op.
“Het geschreeuw, de opmerkingen die ik naar mijn hoofd kreeg. Gerrit heeft mij nooit geslagen, maar je kunt spreken van verbale mishandeling als je als meisje van elf jaar zo vaak hoort dat je niet goed genoeg bent en er ver over je grenzen gegaan wordt. Ik raakte mezelf steeds meer kwijt,” vertelde Renske Endel tien jaar geleden over haar tijd onder turntrainer Gerrit Beltman bij K&V in Opmeer. “Ik kon zo verschrikkelijk opzien tegen de trainingen, dat ik op school al bloednerveus was. Keek ik naar de klok: o nee, nog dertig minuten. Geniet nog even van dit moment, zei ik tegen mezelf en sloot zo lang mogelijk mijn ogen. Of ik zat in de auto en dacht: pap, rij maar het water in, want dan hoef ik tenminste niet naar de training. Ik voelde me erg eenzaam, niemand kon voorstellen hoe rot het kon zijn. Tegen mijn ouders vertelde ik in het begin nog weleens wat er was voorgevallen tijdens de training, maar al snel niet meer. Als Gerrit weer eens tegen mij was uitgevallen, zei hij meteen: ‘Nou hangen papa en mama vanavond zeker aan de telefoon?’ Dus zei ik niets, uit angst. Ik verzweeg dingen, werd heel gesloten.”
‘De beste ouders, zijn dode ouders,’ liet Beltman geregeld weten. Renske: “Vanaf het begin werd ik bewust weggehouden bij mijn ouders. Dat begon rond mijn twaalfde. Hij was ervan overtuigd dat zij een negatieve invloed hadden op mijn prestaties. Ik kreeg dan ook het advies om uit huis te gaan en in te trekken bij Gerrit en zijn vrouw. Veertien was ik toen. Ik denk dat mijn ouders het ook moeilijk vonden, maar ze gingen er toch in mee. Omdat ze dachten dat het erbij hoorde.”
Renske raakte de weg helemaal kwijt. Op haar zestiende kwam ze terecht bij een sportpsycholoog en vertrok uiteindelijk bij Beltman. “Het was heel moeilijk om van hem los te komen, ik had namelijk een enorm schuldgevoel naar hem toe. Ik was zelf helemaal kapot, maar het voelde of ik iets verschrikkelijks deed door bij hem weg te gaan.”
Ze maakte de overstap naar Boris Orlov in Nijmegen en was in 2001 de eerste Nederlander sinds 1903 die een WK-medaille won. Renske pakte zilver op brug. Nadat ze in 2003 op haar 21ste was gestopt met turnen, merkte ze wat een diepe sporen de periode onder Beltman hadden achtergelaten. “In dromen was ik vaak boos en opstandig. Dan droomde ik dat ik tegen Gerrit terug schreeuwde. Ik was erg zoekende en kon soms ineens ontzettend down zijn. Ik had een leuk leven, maar kon er niet van genieten. Ik had hulp nodig bij het verwerkingsproces, in mijn eentje kwam ik er niet uit.” Bij het afscheid, tien jaar geleden, vertelde Renske: “Ik denk dat het nog lang duurt voor ik alles een plek heb gegeven.”
Het volledige verhaal lezen? Dat kan via Blendle. Je kunt het magazine ook in de winkel halen óf online bestellen!