Wielrennen
Wat Mathieu van der Poel is voor Nederland, is Remco Evenepoel (20) voor België: een supertalent op wielen. Na zijn spetterende debuutseizoen als wielerprof wordt hij al bestempeld als toekomstige Tourwinnaar. Helden legt de renner van Deceuninck-Quick-Step en exponent van Generatie Z negen namen voor.
Alberto Contador
“Toen ik jong was, was Contador mijn idool. Bij het kijken naar de grote ronden hoopte ik altijd dat hij zou winnen. Ons huis was vroeger op een kilometer afstand van de Bosberg. Tijdens de Ronde van Vlaanderen gingen we daar elk jaar langs het parcours staan en naar de koers kijken. Ik dacht altijd dat Contador meedeed. In die periode reed hij bij Astana. Elke keer als er een Astana-renner voorbijkwam op de Bosberg riep ik: Alberto! Alberto! Maar Contador deed nooit mee. Een beetje gek dat ik dat riep, maar ik was toen nog geen tien jaar en had daar helemaal geen besef van.
De koersstijl van Contador sprak me als kind enorm aan. Hij durfde vroeg aan te vallen, zeker als hij in een grote ronde op achterstand stond. Dan schudde hij van die prachtige nummers uit zijn benen in een poging het klassement toch nog te winnen. Contador kon ook goed tijdrijden en had alles in huis wat een ronderenner nodig heeft. Dat heeft hij tijdens zijn loopbaan wel bewezen.
Ik val ook graag van ver voor de finish aan. Soms lukt het om op die manier te winnen, soms niet. Als het lukt, is het gevoel dubbel zo mooi. Maar voor de duidelijkheid: ik ben nog heel ver weg van wat Contador in zijn loopbaan allemaal heeft gepresteerd.
In januari 2019 heb ik hem voor de eerste keer ontmoet toen ik met mijn ploeg Deceuninck - Quick-Step op trainingskamp was in het Spaanse Calpe. Dat was een droom die werkelijkheid werd. Hij is een superaardige kerel. Het belangrijkste wat Contador me toen meegaf, was dat ik ook in de winterperiode goed voor mezelf moet zorgen. Maar zeker niet te extreem. Tegenwoordig hebben we na een wedstrijd af en toe contact via Instagram. Het is heel cool om nu soms berichten te sturen naar mijn idool.”
Dries Mertens
“Hij speelde in het eerste van PSV toen ik daar in de jeugd zat. Ik maakte de overstap van Anderlecht, heb van mijn elfde tot mijn vijftiende bij PSV gevoetbald. Ik verbleef in een gastgezin en moest veel zelf regelen. In die periode ben ik heel zelfstandig geworden en dat kan ik goed gebruiken in het leven dat ik nu leid. Ook ben ik bij PSV veranderd qua mentaliteit. In die drie jaar ben ik harder geworden voor mezelf en voor mijn omgeving. Daarnaast ben ik er als mens en atleet in alle opzichten verbeterd.
Ik was een heel fysieke voetballer. Het aspect dat bij wielrennen het belangrijkste is, daar had ik als voetballer eigenlijk te veel van. En ik had iets te weinig techniek. Ik was van het passen en van de schoten. De vrije trappen waren altijd voor mij. Ik kon de hele wedstrijd blijven lopen, maar ik was totaal niet explosief. Naarmate je ouder wordt, worden dat soort dingen alleen maar belangrijker. Misschien dat ik daarom steeds meer aan de kant werd geschoven en minder aan spelen toekwam. Na PSV ging ik terug naar Anderlecht, maar daar verloor ik het plezier op het veld. Ik werd een totaal andere jongen. Een beetje teruggetrokken en niet meer zo spontaan en positief. Op een gegeven moment wilde ik weer plezier hebben in m’n leven. Ik besloot te gaan fietsen.
De eerste keer dat ik doorkreeg dat ik echt talent had, was toen ik in de winter van 2018 als junior mee op stage mocht met het toenmalige Quick-Step-Floors. Ik was nog geen achttien jaar en pas zes maanden aan het fietsen. Toen werd me duidelijk dat het allemaal best serieus aan het worden was.”
Patrick Evenepoel
“Ik ben enig kind. Mijn ouders doen alles voor me. Eigenlijk hebben ze sinds ik ben geboren alles in hun leven in functie van mij gedaan. Dat zal ook altijd zo blijven. Het is wel zo dat ik nu steeds meer op eigen benen ga staan. Ik ben veel aan het reizen met de ploeg, rijd veel wedstrijden en ben weinig thuis. Mijn ouders voelen ook dat wat ze voor me zouden kunnen doen, minder en minder wordt. Maar de band die we met zijn drieën hebben, zal altijd blijven bestaan. Ik zal nooit vergeten wat mijn ouders allemaal voor me hebben gedaan.
Mijn vader is drie jaar profrenner geweest. Bij ons thuis stond op zondag altijd de koers aan op tv. Ook toen ik nog voetbalde, keek ik liever naar wielrennen dan naar voetbal. Dat is altijd zo geweest. Mijn vader heeft me nooit gedwongen om te gaan fietsen. Het was mijn eigen keuze om op mijn zeventiende te switchen van sport. Vanaf het moment dat ik op de fiets stapte, gaf mijn vader me zoveel mogelijk tips.
De momenten dat ik thuis ben tijdens het seizoen worden steeds korter. Maar als ik thuis ben, heb ik graag dat alles loopt zoals ik gepland heb. Staan er een training en daarna afspraken bij de fysiotherapeut en masseur op mijn dagprogramma, dan heb ik niet graag dat daar iets in verandert. Gebeurt dat toch, dan kan ik soms wat vervelend zijn voor mijn ouders en ben ik niet altijd de makkelijkste. Maar ze kennen me nu twintig jaar en weten dat ik het nooit kwaad bedoel.
Mijn ouders waren er afgelopen augustus niet bij toen ik in Spanje met de Clásica San Sebastián mijn eerste grote eendaagse koers won. Daarom heb ik voor hen een schilderij laten maken van mijn finishfoto. Mijn vader en moeder nemen niet snel iets aan, maar met dat doek wilde ik ze iets teruggeven. Als ze nu thuis naar dat schilderij kijken, hebben ze toch het gevoel dat ze erbij zijn geweest.”
Mathieu van der Poel
“Een supertoffe kerel. Mathieu gaat de toekomst van het wielrennen bepalen. Het is niet dat we echt een band hebben, maar zo af en toe is er wel contact via WhatsApp. Toen we vorig seizoen allebei Nokere Koerse gingen rijden, stuurden we elkaar vooraf berichtjes en vroeg ik hem wanneer we tijdens de race samen gingen aanvallen. Dat was gewoon om te lachen. Onze vaders hebben nog in dezelfde ploeg gereden. Adrie heeft mijn vader nog eens wat tips gegeven toen ze elkaar tegenkwamen bij het veldrijden.
Mijn vader gaf die tips dan aan mij door. Mathieu wint veel. Dat was bij mij ook het geval toen ik in 2018 voor het tweede jaar bij de junioren reed. Het was een heel bizar seizoen. Ik won bijna overal waar ik aan de start verscheen. Zo werd ik Belgisch, Europees én wereldkampioen op zowel de tijdrit als in de wegwedstrijd. Het was heel mooi om de hoofdrol te mogen spelen en ik heb er zeker van genoten, maar zo’n seizoen ga ik nooit meer meemaken in mijn carrière.”
Patrick Lefevere
“De baas van onze ploeg en de man die me een profcontract heeft gegeven. Het was niet zo dat ik voor Deceuninck - Quick-Step koos omdat ze op fietsen van Specialized rijden, maar ik ben wel gek van dat materiaal. Niet alleen van de tijdritfiets, maar van alle fietsen. Ik ben er zo aan gewend en zo tevreden over dat ik nooit meer op een andere fiets wil rijden. Patrick helpt me met alles. Onze band wordt hechter en hechter. Soms sturen we elkaar berichten over het domste wat je kan bedenken.
Het leuke is: ik weet op zo’n moment dat ik met mijn baas aan het praten ben, maar zo voelt het niet. Dat is het speciale van onze band. Patrick zou voor de ploeg door het vuur gaan, voor elke renner. Het is echt een bijzondere man. Halverwege vorig seizoen vertelde Patrick me dat hij met het idee rondliep om mij in de selectie voor de Clásica San Sebastián op te nemen.
De ploegleiders hadden hun twijfels of het niet te vroeg zou zijn om mij zo’n grote eendagskoers te laten rijden. Na een hoogtestage in Italië belde ik Patrick en vertelde hem dat ik klaar dacht te zijn voor San Sebastián. Het was vlak voordat ik in een Italiaanse rittenkoers een etappe won na een solo van dertig kilometer. Op de avond na die overwinning stuurde hij me een bericht: ‘Oké, je bent er klaar voor.’ Anderhalve week later lag ik met ploeggenoot Tim Declercq op de hotelkamer.
Het was de dag voor de koers en in de Belgische media waren berichten verschenen dat ik mogelijk naar Monaco zou verhuizen. Ze waren me aan het afkraken dat ik tussen dat chique gedoe ging wonen en dat het me allemaal om het geld ging. Ik zei tegen Tim: ik heb helemaal geen zin om morgen te koersen. Waarom zou ik nog fietsen? Het is toch allemaal slecht wat ik doe.
‘In mijn periode bij PSV ben ik zelfstandig geworden en dat kan ik goed gebruiken in het leven dat ik nu leid’
Daarmee doelend op de artikelen die over me werden geschreven. Tim zei me dat ik er juist mijn motivatie uit moest halen. Voor het slapen zei ik tegen hem: morgen ga ik winnen. Dat lukte ook nog. Het was een heel mooi en emotioneel moment. Patrick is ook degene geweest die mij en de ploegleiding heeft overgehaald om dit jaar de Giro te gaan rijden. Het zal mijn eerste grote ronde worden. Een grote stap in mijn leven. Ik heb er echt zin in. Ook gezien de vele tijdritkilometers.
Het hoofddoel is om ervaring op te doen en te zien hoe mijn lichaam reageert op twee à drie weken zwaar koersen en elke dag top te moeten zijn. Ik zit totaal nog niet met een klassement in mijn hoofd, alleen met de tijdritten. Ik wil zien wat ik in een grote ronde waard ben ten opzichte van de wereldtoppers op dat gebied. De Giro begint in Boedapest met een tijdrit van tien kilometer. Ik ga alles geven voor een zo goed mogelijke uitslag. Dat kan een eerste plaats en dus een roze trui zijn. We gaan het wel zien.”
David Philips
“De man die de ontwerpen maakt van mijn eigen kledinglijn. Dat gaat in samenwerking met mijn supportersclub. Voor de fans is het leuk om in die kleding naar de wedstrijden te komen en te laten zien voor welke renner ze zijn. De opbrengsten van de verkoop gaan naar het goede doel. Ik vind: als je zoiets doet, kun je het geld niet voor jezelf houden. Dat moet je doneren.
Op vijfhonderd meter van ons huis in Schepdaal is een wooncentrum voor kinderen en jongvolwassen tussen de vijftien en 25 jaar met een geestelijke beperking. Al het geld dat met de kleding wordt verdiend, gaat naar het wooncentrum. Zo hebben we onlangs een fietspad kunnen sponsoren dat tussen de gebouwen van het centrum loopt, zodat er in de pauze gefietst kan worden. Ik vind het goed en belangrijk om zoiets binnen mijn eigen dorp te kunnen doen.”
Tom Dumoulin
“De bergrit in de UAE Tour in februari 2019 was mijn eerste aankomst bergop bij de profs. Ik kwam op een kleine minuut van etappewinnaar Alejandro Valverde over de finish. Net achter Dumoulin. Dat was het eerste moment dat ik besefte dat ik met de besten van het peloton mee kan komen op langere klimmen. Ik begon vorig jaar meteen goed aan mijn debuutseizoen als beroepsrenner. Ik was van de junioren, waar ik dat jaar het super had gedaan, direct naar de profs gegaan. Een grote stap, maar alles leek vanzelf te gaan. Ik werd vierde in de Ronde van Turkije.
Nog even geduld hebben en dan zou die eerste zege wel komen, dacht ik. Maar in de Ronde van Romandië liep ik met mijn kop tegen de muur. Zowel fysiek als mentaal was ik niet goed. Ik werd met beide benen op de grond gezet. Toch was het in én buiten de koers een heel leerzame week. Samen met de ploeg ging ik op zoek naar oplossingen en die vonden we ook. Het was een kwestie van leren wat de levensstijl van een profrenner inhoudt. Na Romandië kwam ik erachter wat wel en niet voor me werkt. Ik maakte een klik in mijn hoofd.
Alles wat ik deed werd routine, ik raakte in een flow en begon vanaf de zomer met winnen. Toen was ik echt vertrokken. Het was ook in die periode dat ik mezelf als tijdrijder ontdekte met een derde plaats op het Belgisch kampioenschap. Daarna ging ik meer en meer aan het tijdrijden werken en ging het allemaal heel snel. Ik werd Europees kampioen in Alkmaar en pakte zilver op het WK in Yorkshire. Vooral dat WK was speciaal. Ik had nog nooit een tijdrit van langer dan een uur gereden.
Winnaar Rohan Dennis was die dag outstanding, maar ik was op mijn beurt bijna een minuut sneller dan de nummer drie. Door dat resultaat weet ik nu dat er veel mogelijk is. Als je een goede tijdrit in de benen hebt, kun je ook goed een klim op rijden omdat je die power langer kunt vasthouden. Maar ik weet ook dat ik nog veel moet verbeteren in het tijdrijden en het klimmen. Die marge is er zeker. De logica zegt dat ik nog stappen ga maken. Zo ben ik nu vier tot vijf kilo lichter dan vorig jaar. Voor de grote ronden is het nu eenmaal nodig om met mijn gewicht bezig te zijn.
‘Het is heel mooi dat ik met Merckx word vergeleken, maar om eerlijk te zijn trek ik me er niets van aan’
Maar mijn voedingspatroon is zeker nog niet op het extreme af. Dat mag ook niet, want ik ben net twintig geworden. Ik moet gewoon in mezelf geloven, stappen blijven zetten en proberen een zo compleet mogelijke coureur te worden. Voor dit seizoen zijn de tijdritten en wegwedstrijden op de Olympische Spelen en de WK mijn grote doelen. Tom Dumoulin zal in Tokio zeer waarschijnlijk een concurrent van me worden.
Het is uniek dat ik als jonge gast al mag deelnemen aan de Spelen. Iedere sporter droomt ervan om ooit op dat toneel te staan. De parcoursen van de tijdrit en de wegwedstrijd liggen me uitzonderlijk goed. Het is aan mij om ervoor te zorgen dat ik in de best mogelijke vorm aan de start sta. In beide wedstrijden ga ik voor de winst. Ik ben een winnaar. Of het nu een kermiskoers is of de Olympische Spelen, ik rijd altijd om te winnen.”
Philippe Gilbert
“Mijn oud-ploeggenoot. Ik mis hem wel. Vorig jaar reden we samen en nu zit hij bij Lotto-Soudal. Philippe is ex-wereldkampioen, winnaar van meerdere monumenten. Hij was een van de leiders van onze ploeg. Als zo’n renner het team verlaat, is dat zeker een gemis. Ik heb nog altijd goed contact met Philippe.
Hij wil ook dat het met mij allemaal goed gaat, al zal dat nu misschien ietsje minder zijn nu hij bij een andere ploeg rijdt, haha. Ik zal Philippe een overwinning zeker niet misgunnen. Het is mooi om te zien dat mannen als hij en ook Alejandro Valverde richting de veertig gaan en nog altijd op een heel hoog niveau koersen. Dat geeft mij alleen maar motivatie.”
‘Mijn ultieme droom is de drie grote ronden winnen. Of het haalbaar is, weet ik niet. Maar ik ga er mijn uiterste best voor doen’
Eddy Merckx
“Merckx is de grootste wielrenner aller tijden. Het is heel mooi dat ik met hem word vergeleken, maar om eerlijk te zijn trek ik me er niets van aan. Ik ben zo met mijn vak en mijn toekomst bezig – wat volgens mij ook heel normaal is – dat ik weinig meekrijg van wat er door de buitenwereld wordt gezegd.
In België heeft men hoge verwachtingen van me, dat is al zo sinds de junioren. Ik ben er inmiddels aan gewend geraakt. Ze mogen over me zeggen wat ze willen, het gaat mijn focus op het wielrennen niet veranderen. De ploeg en mijn ouders helpen me daar ook goed bij.
Alles in mijn leven is veranderd, thuis en op de fiets. Soms is het moeilijk om Remco te zijn, maar het is zoals het is. Ik kan, denk ik, goed omgaan met de aandacht. Aan de andere kant is die erkenning van het publiek ook heel mooi. Ik probeer gewoon zo positief mogelijk te blijven.
Mijn ultieme droom is de drie grote ronden winnen. Ik denk dat elke ronderenner de Tour de France, de Giro en de Vuelta op zijn naam wil schrijven. Of het haalbaar is, weet ik niet. Misschien win ik er wel geen een. Maar ik ga er mijn uiterste best voor doen.”
Helden Magazine 50
Het verhaal van Remco Evenepoel komt voort uit Helden Magazine nummer 50, waar op het moment van uitkomen een nieuw decennium is begonnen. Voor Helden een goed moment om jonge, nieuwe sporthelden te belichten. Sportman van 2019 Mathieu van der Poel draait alweer even mee, maar is net 25, wat jong is voor een wielrenner. De alleskunner siert de 50ste cover.
In deze editie is er uitgebreid aandacht voor Generatie Z. Er zijn al tal van voetballers die na de eeuwwisseling zijn geboren, zijn doorgebroken of op het punt staan dat te doen. Onder meer Orkun Kökcü, Mohamed Ihattaren en Myran Boadu komen aan het woord. Daarnaast blikten wij aan de hand van afbeeldingen terug met de assistent-trainer van Feyenoord, John de Wolf. Heeft oud-aanvoerster Mandy van den Berg het plezier in het voetbal weer teruggevonden én lees je over de cultclub van Andries Jonker en Co Adriaanse.
Verder in de 50ste editie van Helden gingen we langs bij schaatsster Esmee Visser en haar vriend Daan Olivier. Gaan we op wereldreis met baansprinter Theo Bos, die graag zijn carrière ‘rond’ wil maken. Daarnaast kan meerkampster Anouk Vetter weer lachen, nadat ze in 2019 door een diep dal ging, is de 21-jarige Griek: Stefanos Tsitsipas de nieuwe ster in het tennis, gaat Victoria Koblenko langs bij judoka Noël van ’t End én verteld Yara van Kerkhof, hoe haar wereld compleet instortte.
Krijg jij geen genoeg van alle inspirerende sportverhalen? Kies het abonnement dat bij jou past én wordt abonnee. Zo ontvang je telkens de nieuwste edities op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Wil je een Helden Magazine cadeau doen? Het is ook mogelijk om een abonnement cadeau te doen, deze abonnementen lopen automatisch af. Daarnaast zijn de recentste exemplaren ook gemakkelijk te bestellen via onze webshop.