Word abonnee
Meer

Volleybal

Laura Dijkema & Nika Daalderop: ‘Globetrotters’

Ze zijn allebei lang en blond en reizen voor het volleybal al jarenlang de wereld rond. Daarnaast zijn ze al jaren vaste waarde van de Nederlandse volleybalvrouwen. Spelverdeelster Laura Dijkema (33) en passer/loper Nika Daalderop (24) willen samen naar de Spelen in Parijs, maar eerst het EK vanaf 15 augustus en reageren op onze zes stellingen. Het voelt soms alsof wij volleybalmoeder en -dochter zijn Laura: “Oh my God. Niet mee eens, hoor. Toch?” Nika: “Het voelt eerder als zussen.” Laura: “Ik zie jou soms inderdaad eerder als een nieuw, klein zusje. Nou ja, klein... Jij bent veel langer dan ik en ook heel volwassen voor je leeftijd.” Jullie schelen bijna negen jaar, wat herinneren jullie je nog van de eerste ontmoeting? Nika: “Voordat ik voor het eerst met het Nederlands team mee ging trainen, heb ik alle namen gegoogeld, zodat ik een beetje wist wie wie was. Jou kende ik al wel van naam, jij was een beetje het gezicht van het Nederlands team. Maar onze eerste ontmoeting... Weet jij die nog?” Laura knikt: “Onze fysiotherapeute had tegen mij al gezegd: ‘Bij Jong Oranje speelt een meisje dat heel veel potentie en talent heeft, maar het is nog de vraag of ze doorgaat met volleybal, want ze kan ook model worden.’ Toen kwam dat meisje uit Amsterdam binnen bij ons om mee te trainen... Ik vond jou meteen leuk, want je maakte meteen een praatje met me. De meeste jonge, nieuwe meiden zijn heel bleu en verlegen, maar jij had een beetje die Amsterdamse bravoure.” Nika: “Er waren wel meiden voor wie ik een beetje bang was, hoor. Ik ga geen namen noemen. En er waren er een paar bij wie ik me meteen goed voelde. Jij was ook iemand die meteen een praatje maakte met de jonge meiden.” Jullie zijn in 2018 en 2019 ook ploeggenoten geweest bij Firenze. Waarom klikt het zo goed tussen jullie? Laura: “Het eerste seizoen gingen we nog niet heel veel met elkaar om, maar in het tweede wel. Iedere vrije avond gingen we samen The Voice of Holland kijken op de bank. Toen merkte ik ook dat we dezelfde interesses hebben. We houden allebei van die crime scene-achtige series.” Nika: “En we hebben dezelfde humor, zijn allebei gek van Amsterdam.” En gingen jullie ook samen shoppen of af en toe op stap? Laura: “We waren meer van het bankhangen met een groentesoepje erbij. Of we aten samen wraps. Want we zijn ook taste sisters, vinden dezelfde dingen lekker en lusten dezelfde dingen niet.” Nika: “We houden allebei niet van vis.” Beschrijf jij Laura eens, Nika? Nika: “Lau is heel positief, zorgzaam en grappig. Ze staat altijd voor iedereen klaar. En ze is een doorzetter. Lau is ook altijd in voor iets leuks. En ze is heel ondernemend, dat zie je ook aan haar kledinglijn die ze is begonnen. Gewoon een heel leuk mens.” Laura: “Ik word hier wel een beetje ongemakkelijk van, hoor.” Beschrijf jij Nika eens? Laura: “Nika kijkt altijd eerst een beetje de kat uit de boom. Maar als je haar beter leert kennen, is ze zo grappig en lief. Jij bent ook zorgzaam en soms een beetje rebels.” Jullie zien elkaar nu alleen bij het Nederlands team. Appen en bellen jullie elkaar vaak? Nika: “We hebben bijna elke dag wel contact.” Laura: “Als we twee dagen geen contact hebben, maak ik me meteen zorgen.” Nika: “We appen elkaar over de dagelijkse dingen. Een beetje ventileren wat we meemaken. Als ik op volleybalgebied ergens mee zit, dan app of bel ik Lau, want bij haar kan ik echt alles kwijt. Ook de leuke dingen, hoor.” Laura, hoe kijk jij naar de meiden die de laatste tijd zijn doorgebroken bij het Nederlands team? Laura: “Geweldig om te zien. Er zit zoveel potentie in de spelersgroep. Ik heb alleen het gevoel dat de afgelopen jaren er niet echt uit is gehaald wat erin zit. Nu, met de nieuwe bondscoach Felix Koslowski, verandert dat. Hij heeft gekozen voor een andere manier van trainen en spelen. Veel speelsters komen veel beter tot hun recht. Ik zie het voor de toekomst zonnig in. Misschien komen de Spelen in Parijs nog iets te vroeg, maar daarna gaan we veel van dit Nederlands team horen.” Hoe zou jij de nieuwe generatie omschrijven? Laura: “Onze generatie overkwam alles een beetje. Als ik kijk naar de speelsters die er de laatste tijd bij zijn gekomen: veel van hen hebben lang in het talententeam op Papendal gespeeld, zij zijn best verwend geweest, alles werd voor hen geregeld. Dat is goed voor hen geweest, maar het is belangrijk dat die speelsters nu allemaal de stap naar het buitenland hebben gemaakt en vlieguren maken. In het buitenland word je volwassen, als mens en speelster. Op dat laatste vlak kan de huidige selectie nog stappen maken.” Merk jij dat Laura met haar 33 jaar een beetje de wijze vrouw van de nationale ploeg is? Nika, lachend: “Ze is niet de wijsneus, maar de wijsvrouw. Lau heeft zoveel ervaring, zoveel meegemaakt. En ze kan alles ook nog eens heel goed overbrengen op de jonge meiden. Zij is een leider, in het veld trekt zij echt de kar.” Hoe beleefde jij trouwens de Spelen in Rio, waarop Nederland vierde werd? Je had al je debuut gemaakt in Oranje, maar bondscoach Giovanni Guidetti nam je destijds niet mee. Nika: “Er was nog niet echt een kans dat ik mee zou gaan, hoor...” Laura, lachend: “Hoe oud was je toen? Twaalf?” Nika, lachend: “Achttien. Ik had net een paar keer meegetraind en was toen ook nog aan het beachvolleyballen.” Laura, jij maakt al twee jaar de podcast Over de top met collega-volleybalsters Robin de Kruijf, Myrthe Schoot en Maret Grothues. Zij zwaaiden allemaal af bij Oranje. Mis je hen om je heen? Laura: “Natuurlijk. Met Maret heb ik zeven jaar een kamer gedeeld tijdens toernooien. Ik zag haar meer dan mijn familie. Robin, Myrthe en Maret waren ook allemaal persoonlijkheden waar een team veel aan heeft. Zij gingen altijd voorop in de strijd. Jongen meiden kunnen veel van zulke speelsters leren.” Helden Magazine editie 68 Het eerste gedeelte van het verhaal van Laura Dijkema en Nika Daalderop komt voort uit Helden Magazine nummer 68. Max Verstappen kleurt de wereld oranje. Max Verstappen is hard op weg om voor het derde jaar op rij de wereldtitel Formule 1 te pakken. In aanloop naar de Grand Prix van Zandvoort, die hij afgelopen twee jaar won, siert hij de cover van Helden. We volgden de coureur vanuit de paddock en zagen hoe moeilijk het is voor ploeggenoot Sergio Perez om staande te blijven in zijn schaduw. In de 68ste editie van Helden ook volop aandacht voor het nieuwe voetbalseizoen. Een gesprek met Mats Wieffer, dé ontdekking van vorig seizoen, over zijn doorbraak bij Feyenoord en Oranje. Maurice Steijn werd tot veler verrassing de nieuwe trainer van Ajax. Een groot interview met de man die na een teleurstellend seizoen voor nieuwe successen moet zorgen. Luuk de Jong is spits en aanvoerder van PSV, hij vertelt over bondscoach Ronald Koeman, oud-trainer Ruud van Nistelrooij, nieuwe trainer Peter Bosz, oud-ploeggenoot Xavi Simons en nieuwe teamgenoot Noa Lang. Ryan Gravenberch kende een lastig eerste seizoen bij Bayern München. Hij wil er dit seizoen staan en weer een vaste waarde voor Oranje worden. Verder in de nieuwe Helden. Atleten Lieke Klaver en Terrence Agard vormen een razendsnel koppel. Turners Loran de Munck en Casimir Schmidt zijn maatjes en tegenpolen. Anne van Dam is de beste golfster van Nederland, ze vertelt over anger management, wonen in Amerika en de Big Green Egg Open. Hockeyster Laurien Leurink won met Oranje alles wat er te winnen viel. Mede door de ongeneeslijke ziekte van zus Marije zwaaide ze af. Ook is er veel aandacht voor de European Para Championships in Rotterdam. Een gesprek met rolstoelbasketbalster Bo Kramer, bij wie op jonge leeftijd botkanker in haar been werd geconstateerd. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine editie 68! Wil je geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Abonneer je nu snel en ontvang de Helden Magazine op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Blijf daarnaast op de hoogte van het recentste sportnieuws en leuke winacties door je aan te melden op onze nieuwsbrief en volg ons op onze social mediakanalen.
Ze zijn allebei lang en blond en reizen voor het volleybal al jarenlang de wereld rond. Daarnaast zijn ze al jaren vaste waarde van de Nederlandse volleybalvrouwen. Spelverdeelster Laura Dijkema (33) en passer/loper Nika Daalderop (24) willen samen naar de Spelen in Parijs, maar eerst het EK vanaf 15 augustus en reageren op onze zes stellingen. Het voelt soms alsof wij volleybalmoeder en -dochter zijn Laura: “Oh my God. Niet mee eens, hoor. Toch?” Nika: “Het voelt eerder als zussen.” Laura: “Ik zie jou soms inderdaad eerder als een nieuw, klein zusje. Nou ja, klein... Jij bent veel langer dan ik en ook heel volwassen voor je leeftijd.” Jullie schelen bijna negen jaar, wat herinneren jullie je nog van de eerste ontmoeting? Nika: “Voordat ik voor het eerst met het Nederlands team mee ging trainen, heb ik alle namen gegoogeld, zodat ik een beetje wist wie wie was. Jou kende ik al wel van naam, jij was een beetje het gezicht van het Nederlands team. Maar onze eerste ontmoeting... Weet jij die nog?” Laura knikt: “Onze fysiotherapeute had tegen mij al gezegd: ‘Bij Jong Oranje speelt een meisje dat heel veel potentie en talent heeft, maar het is nog de vraag of ze doorgaat met volleybal, want ze kan ook model worden.’ Toen kwam dat meisje uit Amsterdam binnen bij ons om mee te trainen... Ik vond jou meteen leuk, want je maakte meteen een praatje met me. De meeste jonge, nieuwe meiden zijn heel bleu en verlegen, maar jij had een beetje die Amsterdamse bravoure.” Nika: “Er waren wel meiden voor wie ik een beetje bang was, hoor. Ik ga geen namen noemen. En er waren er een paar bij wie ik me meteen goed voelde. Jij was ook iemand die meteen een praatje maakte met de jonge meiden.” Jullie zijn in 2018 en 2019 ook ploeggenoten geweest bij Firenze. Waarom klikt het zo goed tussen jullie? Laura: “Het eerste seizoen gingen we nog niet heel veel met elkaar om, maar in het tweede wel. Iedere vrije avond gingen we samen The Voice of Holland kijken op de bank. Toen merkte ik ook dat we dezelfde interesses hebben. We houden allebei van die crime scene-achtige series.” Nika: “En we hebben dezelfde humor, zijn allebei gek van Amsterdam.” En gingen jullie ook samen shoppen of af en toe op stap? Laura: “We waren meer van het bankhangen met een groentesoepje erbij. Of we aten samen wraps. Want we zijn ook taste sisters, vinden dezelfde dingen lekker en lusten dezelfde dingen niet.” Nika: “We houden allebei niet van vis.” Beschrijf jij Laura eens, Nika? Nika: “Lau is heel positief, zorgzaam en grappig. Ze staat altijd voor iedereen klaar. En ze is een doorzetter. Lau is ook altijd in voor iets leuks. En ze is heel ondernemend, dat zie je ook aan haar kledinglijn die ze is begonnen. Gewoon een heel leuk mens.” Laura: “Ik word hier wel een beetje ongemakkelijk van, hoor.” Beschrijf jij Nika eens? Laura: “Nika kijkt altijd eerst een beetje de kat uit de boom. Maar als je haar beter leert kennen, is ze zo grappig en lief. Jij bent ook zorgzaam en soms een beetje rebels.” Jullie zien elkaar nu alleen bij het Nederlands team. Appen en bellen jullie elkaar vaak? Nika: “We hebben bijna elke dag wel contact.” Laura: “Als we twee dagen geen contact hebben, maak ik me meteen zorgen.” Nika: “We appen elkaar over de dagelijkse dingen. Een beetje ventileren wat we meemaken. Als ik op volleybalgebied ergens mee zit, dan app of bel ik Lau, want bij haar kan ik echt alles kwijt. Ook de leuke dingen, hoor.” Laura, hoe kijk jij naar de meiden die de laatste tijd zijn doorgebroken bij het Nederlands team? Laura: “Geweldig om te zien. Er zit zoveel potentie in de spelersgroep. Ik heb alleen het gevoel dat de afgelopen jaren er niet echt uit is gehaald wat erin zit. Nu, met de nieuwe bondscoach Felix Koslowski, verandert dat. Hij heeft gekozen voor een andere manier van trainen en spelen. Veel speelsters komen veel beter tot hun recht. Ik zie het voor de toekomst zonnig in. Misschien komen de Spelen in Parijs nog iets te vroeg, maar daarna gaan we veel van dit Nederlands team horen.” Hoe zou jij de nieuwe generatie omschrijven? Laura: “Onze generatie overkwam alles een beetje. Als ik kijk naar de speelsters die er de laatste tijd bij zijn gekomen: veel van hen hebben lang in het talententeam op Papendal gespeeld, zij zijn best verwend geweest, alles werd voor hen geregeld. Dat is goed voor hen geweest, maar het is belangrijk dat die speelsters nu allemaal de stap naar het buitenland hebben gemaakt en vlieguren maken. In het buitenland word je volwassen, als mens en speelster. Op dat laatste vlak kan de huidige selectie nog stappen maken.” Merk jij dat Laura met haar 33 jaar een beetje de wijze vrouw van de nationale ploeg is? Nika, lachend: “Ze is niet de wijsneus, maar de wijsvrouw. Lau heeft zoveel ervaring, zoveel meegemaakt. En ze kan alles ook nog eens heel goed overbrengen op de jonge meiden. Zij is een leider, in het veld trekt zij echt de kar.” Hoe beleefde jij trouwens de Spelen in Rio, waarop Nederland vierde werd? Je had al je debuut gemaakt in Oranje, maar bondscoach Giovanni Guidetti nam je destijds niet mee. Nika: “Er was nog niet echt een kans dat ik mee zou gaan, hoor...” Laura, lachend: “Hoe oud was je toen? Twaalf?” Nika, lachend: “Achttien. Ik had net een paar keer meegetraind en was toen ook nog aan het beachvolleyballen.” Laura, jij maakt al twee jaar de podcast Over de top met collega-volleybalsters Robin de Kruijf, Myrthe Schoot en Maret Grothues. Zij zwaaiden allemaal af bij Oranje. Mis je hen om je heen? Laura: “Natuurlijk. Met Maret heb ik zeven jaar een kamer gedeeld tijdens toernooien. Ik zag haar meer dan mijn familie. Robin, Myrthe en Maret waren ook allemaal persoonlijkheden waar een team veel aan heeft. Zij gingen altijd voorop in de strijd. Jongen meiden kunnen veel van zulke speelsters leren.” Helden Magazine editie 68 Het eerste gedeelte van het verhaal van Laura Dijkema en Nika Daalderop komt voort uit Helden Magazine nummer 68. Max Verstappen kleurt de wereld oranje. Max Verstappen is hard op weg om voor het derde jaar op rij de wereldtitel Formule 1 te pakken. In aanloop naar de Grand Prix van Zandvoort, die hij afgelopen twee jaar won, siert hij de cover van Helden. We volgden de coureur vanuit de paddock en zagen hoe moeilijk het is voor ploeggenoot Sergio Perez om staande te blijven in zijn schaduw. In de 68ste editie van Helden ook volop aandacht voor het nieuwe voetbalseizoen. Een gesprek met Mats Wieffer, dé ontdekking van vorig seizoen, over zijn doorbraak bij Feyenoord en Oranje. Maurice Steijn werd tot veler verrassing de nieuwe trainer van Ajax. Een groot interview met de man die na een teleurstellend seizoen voor nieuwe successen moet zorgen. Luuk de Jong is spits en aanvoerder van PSV, hij vertelt over bondscoach Ronald Koeman, oud-trainer Ruud van Nistelrooij, nieuwe trainer Peter Bosz, oud-ploeggenoot Xavi Simons en nieuwe teamgenoot Noa Lang. Ryan Gravenberch kende een lastig eerste seizoen bij Bayern München. Hij wil er dit seizoen staan en weer een vaste waarde voor Oranje worden. Verder in de nieuwe Helden. Atleten Lieke Klaver en Terrence Agard vormen een razendsnel koppel. Turners Loran de Munck en Casimir Schmidt zijn maatjes en tegenpolen. Anne van Dam is de beste golfster van Nederland, ze vertelt over anger management, wonen in Amerika en de Big Green Egg Open. Hockeyster Laurien Leurink won met Oranje alles wat er te winnen viel. Mede door de ongeneeslijke ziekte van zus Marije zwaaide ze af. Ook is er veel aandacht voor de European Para Championships in Rotterdam. Een gesprek met rolstoelbasketbalster Bo Kramer, bij wie op jonge leeftijd botkanker in haar been werd geconstateerd. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine editie 68! Wil je geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Abonneer je nu snel en ontvang de Helden Magazine op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Blijf daarnaast op de hoogte van het recentste sportnieuws en leuke winacties door je aan te melden op onze nieuwsbrief en volg ons op onze social mediakanalen.

Volleybal

Nika Daalderop: ‘Ik kan een stresskip zijn, hoor’

Nika Daalderop (23) is een van de nieuwe boegbeelden van het Nederlandse vrouwenvolleybal. Na de zomer gaat ze voor het Turkse VakifBank spelen, de beste club van Europa. Maar eerst speelt ze met het Nederlands team (23 september-15 oktober) het WK in Nederland en Polen. We legden Nika zeven stellingen voor. Ik wil ook buiten het volleybalveld het nieuwe gezicht worden van mijn sport “Als het gebeurt, vind ik het prima, hoor, maar het is niet per se mijn ambitie om het gezicht van het volleybal te worden. Ik ben iemand die de kat uit de boom kijkt, hoef niet in de schijnwerpers te staan. Ik ben me er natuurlijk van bewust dat het er in deze tijd met sociale media een beetje bij hoort dat topsporters meer van zichzelf laten zien dan alleen het sportieve, maar ik ben niet heel bewust bezig met mijn imago. Sinds kort ben ik wat actiever op social media, deels ook op aandringen van mijn omgeving, omdat ze weten dat ik er veel meer uit zou kunnen halen. Ik kijk gewoon of ik het leuk vind en verdien er ook nog een beetje geld mee af en toe. Zitten mensen erop te wachten dat ik meer van mezelf laat zien dan volleyballen? Denk ik eigenlijk ook nooit zo over na... Misschien komt dat ook doordat ik zelf nooit een groot voorbeeld, held of heldin heb gehad. Ik zie volleybal nog steeds als een uit de hand gelopen hobby, zie het zeker niet als mijn werk. Toen ik klein was heb ik ook nooit de ambitie gehad om volleybalster te worden, ik vond het altijd gewoon heel leuk om te doen en ben er eigenlijk gewoon ingerold.” Ik snap heel goed dat Lonneke Sloetjes en ook een tijdje Celeste Plak genoeg hadden van volleyballen “Er zijn gesprekken tussen spelers en coaches met de internationale volleybalbond geweest om iets te doen aan de overvolle agenda. Uit steeds meer hoeken komen de signalen dat het echt te veel is. De resultaten van die gesprekken zien we nog niet echt. In de Nations League speelden we nu twaalf wedstrijden in korte tijd over de hele wereld en vorig jaar waren dat er vijftien... Je ziet nu steeds meer speelsters een sabbatical nemen, en ook op steeds jongere leeftijd. Celeste heeft een sabbatical genomen om zich weer op te laden. Lonneke besloot na eerst een pauze te hebben genomen helemaal met volleybal te stoppen. Dat is toch zorgelijk? Dat moet toch het signaal zijn dat er snel wat moet gebeuren? Ik kan die meiden die een pauze inlassen heel goed begrijpen, omdat het mentaal en fysiek zo zwaar is wat wij doen. We spelen week in week uit bij onze club en daarnaast, in de periode dat we eigenlijk op krachten zouden moeten komen, spelen we voor het nationaal team. De spelers die club en nationaal team combineren, hebben daardoor hooguit twee weken vakantie per jaar. Er is dus geen tijd om tot rust te komen, zowel mentaal als fysiek. Ik snap heel goed dat dat ritme je na een paar jaar opbreekt. 'Je ziet nu steeds meer speelsters een sabbatical nemen, en ook op steeds jongere leeftijd. Dat is toch zorgelijk?' Ik had al een tijdje last van een slijmbeursontsteking in mijn heup. Bij de club denken ze aan de korte termijn. Vaak sta je één of twee seizoenen onder contract en in die periode moet je presteren. Daar krijg je veel sneller te horen: ‘Speel maar even door een pijntje heen.’ Bij het nationaal team wordt er beter op ons gelet, daar wordt juist wel naar de langere termijn gekeken, krijgen we eerder rust voorgeschreven. Ik heb in aanloop naar het WK ook de Nations League gemist om voor het WK van die slijmbeursontsteking af te komen. En dan zijn er nog de hoge verwachtingen waar je altijd mee te maken hebt. Je voelt die druk. Ik heb de afgelopen jaren in Italië gespeeld, bij Firenze en Novara. Bijna bij elke training kwamen de bazen van de club kijken: de president, sponsors. Zelfs tijdens trainingen voelde ik die ogen die op me gericht waren. Daardoor ga je ook heel veel van jezelf eisen. Het is niet gek dat je daar een keer aan onderdoor gaat. Bij sommige teams heb je ook een mental coach. Ik heb die mentale hulp nog niet nodig gehad, maar dat kan altijd nog veranderen. Ik ga na het WK naar VakifBank, al jaren een van de beste clubs ter wereld. Lonneke heeft daar ook vier jaar gespeeld, tot en met 2019. Ze heeft mij gezegd dat het de mooiste en de zwaarste jaren van haar loopbaan zijn geweest. Ik heb nooit gemerkt dat het zo pittig voor haar was, dat heeft ze goed kunnen maskeren. Pas op het einde, tijdens het olympisch kwalificatietoernooi voor Tokio, merkte ik dat ze anders in het veld stond dan ik gewend was van haar. Ik kan ook een stresskip zijn, hoor. Vooral als ik, zoals nu, naar een nieuwe club ga. Ik heb altijd even tijd nodig, moet iedereen eerst wat beter leren kennen voordat ik me op de training losser kan gedragen. Ik heb Lonneke veel gesproken toen ik de keuze had om naar VakifBank te gaan. Ze zei tegen mij: ‘Niek, als ik het heb overleefd, dan kun jij dat zeker.’ Dat stelde me gerust.” Helden Magazine 63 Het eerste gedeelte van het verhaal van Nika Daalderop komt voort uit Helden Magazine 63. We duiken in de slipstream van Max Verstappen. Sportief directeur Jan Lammers bespreekt zijn mooiste momenten op het circuit en Atze Kerkhof weet hoe het is om teamgenoot van Max te zijn. In deze editie lees je een uitgebreid interview met de vrouwen in het leven van Abdelhak Nouri. Voor het eerst vertellen zijn moeder, zussen, schoonzussen en tante hun aangrijpende verhaal. Daarnaast heeft ook Kira Toussaint een bewogen tijd achter de rug. De zwemster verbrak een gepland huwelijk en vertrok naar Amerika. Ook spraken we met Davy Klaassen die zich op maakt voor een nieuw seizoen bij Ajax én een WK. Marcus Pedersen en Noor Omrani delen naast hun liefde voor de bal ook een hoofdkussen. Zijn broers Jens en Melle van ’t Wout klaar om de shorttrack wereld te veroveren. Jordan Teze speelde zich vorig jaar definitief in de kijker, Koen Bouwman won twee etappes en het bergklassement in de Giro én Ronald de Boer blikt terug op de Champions League-finale van 1995. Verder is Riemer van der Velde oud-voorzitter van sc Heerenveen. Een gesprek over onder meer de ontwikkelingen van zijn club en Abe Lenstra. Timothy Beck haalde als estafetteloper de Zomerspelen en was vlaggendrager bij de Winterspelen in 2010 én Victoria Koblenko spreekt met judoka Michael Korrel over zijn kwetsbare kant in aanloop naar het WK. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 63 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.
Nika Daalderop (23) is een van de nieuwe boegbeelden van het Nederlandse vrouwenvolleybal. Na de zomer gaat ze voor het Turkse VakifBank spelen, de beste club van Europa. Maar eerst speelt ze met het Nederlands team (23 september-15 oktober) het WK in Nederland en Polen. We legden Nika zeven stellingen voor. Ik wil ook buiten het volleybalveld het nieuwe gezicht worden van mijn sport “Als het gebeurt, vind ik het prima, hoor, maar het is niet per se mijn ambitie om het gezicht van het volleybal te worden. Ik ben iemand die de kat uit de boom kijkt, hoef niet in de schijnwerpers te staan. Ik ben me er natuurlijk van bewust dat het er in deze tijd met sociale media een beetje bij hoort dat topsporters meer van zichzelf laten zien dan alleen het sportieve, maar ik ben niet heel bewust bezig met mijn imago. Sinds kort ben ik wat actiever op social media, deels ook op aandringen van mijn omgeving, omdat ze weten dat ik er veel meer uit zou kunnen halen. Ik kijk gewoon of ik het leuk vind en verdien er ook nog een beetje geld mee af en toe. Zitten mensen erop te wachten dat ik meer van mezelf laat zien dan volleyballen? Denk ik eigenlijk ook nooit zo over na... Misschien komt dat ook doordat ik zelf nooit een groot voorbeeld, held of heldin heb gehad. Ik zie volleybal nog steeds als een uit de hand gelopen hobby, zie het zeker niet als mijn werk. Toen ik klein was heb ik ook nooit de ambitie gehad om volleybalster te worden, ik vond het altijd gewoon heel leuk om te doen en ben er eigenlijk gewoon ingerold.” Ik snap heel goed dat Lonneke Sloetjes en ook een tijdje Celeste Plak genoeg hadden van volleyballen “Er zijn gesprekken tussen spelers en coaches met de internationale volleybalbond geweest om iets te doen aan de overvolle agenda. Uit steeds meer hoeken komen de signalen dat het echt te veel is. De resultaten van die gesprekken zien we nog niet echt. In de Nations League speelden we nu twaalf wedstrijden in korte tijd over de hele wereld en vorig jaar waren dat er vijftien... Je ziet nu steeds meer speelsters een sabbatical nemen, en ook op steeds jongere leeftijd. Celeste heeft een sabbatical genomen om zich weer op te laden. Lonneke besloot na eerst een pauze te hebben genomen helemaal met volleybal te stoppen. Dat is toch zorgelijk? Dat moet toch het signaal zijn dat er snel wat moet gebeuren? Ik kan die meiden die een pauze inlassen heel goed begrijpen, omdat het mentaal en fysiek zo zwaar is wat wij doen. We spelen week in week uit bij onze club en daarnaast, in de periode dat we eigenlijk op krachten zouden moeten komen, spelen we voor het nationaal team. De spelers die club en nationaal team combineren, hebben daardoor hooguit twee weken vakantie per jaar. Er is dus geen tijd om tot rust te komen, zowel mentaal als fysiek. Ik snap heel goed dat dat ritme je na een paar jaar opbreekt. 'Je ziet nu steeds meer speelsters een sabbatical nemen, en ook op steeds jongere leeftijd. Dat is toch zorgelijk?' Ik had al een tijdje last van een slijmbeursontsteking in mijn heup. Bij de club denken ze aan de korte termijn. Vaak sta je één of twee seizoenen onder contract en in die periode moet je presteren. Daar krijg je veel sneller te horen: ‘Speel maar even door een pijntje heen.’ Bij het nationaal team wordt er beter op ons gelet, daar wordt juist wel naar de langere termijn gekeken, krijgen we eerder rust voorgeschreven. Ik heb in aanloop naar het WK ook de Nations League gemist om voor het WK van die slijmbeursontsteking af te komen. En dan zijn er nog de hoge verwachtingen waar je altijd mee te maken hebt. Je voelt die druk. Ik heb de afgelopen jaren in Italië gespeeld, bij Firenze en Novara. Bijna bij elke training kwamen de bazen van de club kijken: de president, sponsors. Zelfs tijdens trainingen voelde ik die ogen die op me gericht waren. Daardoor ga je ook heel veel van jezelf eisen. Het is niet gek dat je daar een keer aan onderdoor gaat. Bij sommige teams heb je ook een mental coach. Ik heb die mentale hulp nog niet nodig gehad, maar dat kan altijd nog veranderen. Ik ga na het WK naar VakifBank, al jaren een van de beste clubs ter wereld. Lonneke heeft daar ook vier jaar gespeeld, tot en met 2019. Ze heeft mij gezegd dat het de mooiste en de zwaarste jaren van haar loopbaan zijn geweest. Ik heb nooit gemerkt dat het zo pittig voor haar was, dat heeft ze goed kunnen maskeren. Pas op het einde, tijdens het olympisch kwalificatietoernooi voor Tokio, merkte ik dat ze anders in het veld stond dan ik gewend was van haar. Ik kan ook een stresskip zijn, hoor. Vooral als ik, zoals nu, naar een nieuwe club ga. Ik heb altijd even tijd nodig, moet iedereen eerst wat beter leren kennen voordat ik me op de training losser kan gedragen. Ik heb Lonneke veel gesproken toen ik de keuze had om naar VakifBank te gaan. Ze zei tegen mij: ‘Niek, als ik het heb overleefd, dan kun jij dat zeker.’ Dat stelde me gerust.” Helden Magazine 63 Het eerste gedeelte van het verhaal van Nika Daalderop komt voort uit Helden Magazine 63. We duiken in de slipstream van Max Verstappen. Sportief directeur Jan Lammers bespreekt zijn mooiste momenten op het circuit en Atze Kerkhof weet hoe het is om teamgenoot van Max te zijn. In deze editie lees je een uitgebreid interview met de vrouwen in het leven van Abdelhak Nouri. Voor het eerst vertellen zijn moeder, zussen, schoonzussen en tante hun aangrijpende verhaal. Daarnaast heeft ook Kira Toussaint een bewogen tijd achter de rug. De zwemster verbrak een gepland huwelijk en vertrok naar Amerika. Ook spraken we met Davy Klaassen die zich op maakt voor een nieuw seizoen bij Ajax én een WK. Marcus Pedersen en Noor Omrani delen naast hun liefde voor de bal ook een hoofdkussen. Zijn broers Jens en Melle van ’t Wout klaar om de shorttrack wereld te veroveren. Jordan Teze speelde zich vorig jaar definitief in de kijker, Koen Bouwman won twee etappes en het bergklassement in de Giro én Ronald de Boer blikt terug op de Champions League-finale van 1995. Verder is Riemer van der Velde oud-voorzitter van sc Heerenveen. Een gesprek over onder meer de ontwikkelingen van zijn club en Abe Lenstra. Timothy Beck haalde als estafetteloper de Zomerspelen en was vlaggendrager bij de Winterspelen in 2010 én Victoria Koblenko spreekt met judoka Michael Korrel over zijn kwetsbare kant in aanloop naar het WK. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 63 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.

Volleybal

Alexander Brouwer en Robert Meeuwsen: Huwelijksdip

Beachvolleyballers Alexander Brouwer en Robert Meeuwsen vormen al elf jaar een duo. Ze werden wereldkampioen in 2013 en wonnen brons op de Spelen in 2016. De laatste jaren vielen de prestaties tegen. “Die bronzen medaille in Rio was absoluut ons hoogtepunt,” zegt Robert Meeuwsen. Alexander Brouwer knikt: “Ik kan me ook de kleine dingen nog herinneren: de fysio die daar mijn haar heeft geschoren, en dat we tijdens de warming-up in een storm terechtkwamen en alle parasols over het strand vlogen.” Robert: “De laatste tijd gaat het minder met ons; maar juist als wij in het grootste dal zitten, komen wij supersterk terug.” Alexander: “Deze periode past perfect in de Brouwer/Meeuwsen tijdlijn. Handicap Na hun wereldtitel in 2013 en olympisch brons in 2016, werd gedacht dat ze standaard voor de podiumplekken zouden strijden. Maar vanaf 2017 werden ze in World Tour-toernooien en op EK’s en WK’s geregeld vroegtijdig uitgeschakeld. Alexander: “Na Rio namen we gas terug. Het was logisch dat we daarna geen goed jaar hadden. In 2018 herpakten we ons. We wonnen meerdere toernooien en stonden eerste op de wereldranglijst.” Robert: “In 2019 stelden we olympische deelname in Tokio zo goed als veilig door een paar goede resultaten, maar op het WK en EK bakten we er niks van.” Ook hun jarenlange samenwerking met toenmalig bondscoach Gijs Ronnes stopte vlak voor het WK. Robert: “Het was een gekke periode. We hadden zoveel met elkaar meegemaakt en snapten zijn keuze en op termijn is het ook vast goed geweest voor ons, maar wij waren er niet blij mee. We hadden het totaal niet zien aankomen.” Alexander: 'Het is weleens voorgekomen dat een speler belde met het voorstel een nieuw duo te vormen. Flirten doe je in een normale relatie toch ook?' Alexander: “Gijs gaf aan dat hij het plezier in zijn werk was verloren. Bovendien waren de resultaten zo slecht, dat hij dacht: het werkt niet meer, ik moet de knoop doorhakken. Ik hoor het hem ons nog vertellen in de coachkamer. De tranen stonden in onze ogen.” Victor Anfiloff volgde Ronnes op. Robert: “We sloten het jaar af met een zilveren medaille op een World Tour- toernooi in Mexico. Veel mensen zeiden dat ze nieuwe dingen zagen, dat de energie er weer bij ons vanaf spatte.” Alexander: “Toen kwam de covid-periode. Op het moment dat we hoorden dat de Spelen werden uitgesteld, dachten we allebei: waar doen we het nog voor? Wij zijn allebei meer wedstrijd-, dan trainingsbeesten.” Robert: “We waren alleen maar thuis. Dan lag daar zo’n squat-stang… Elke dag dacht ik: waarom ben ik dit in godsnaam aan het doen? Ik vond dat heel zwaar, een beetje doelloos trainen.” Alexander: “Ik was net verhuisd en heb in die periode onze tuin aangelegd, de bestrating gedaan, overkappingen gebouwd, een grasmat gelegd. Maar toen we weer gingen trainen, was ik zes kilo aan spiermassa verloren. Ik moest flink aan de bak om weer fit te worden. Nog steeds moet ik op de blaren zitten.” Robert: “Ik heb veel gegolfd, mijn handicap omlaag gebracht. Maar toen we weer mochten trainen, ben ik vol gas gegaan. Helden Magazine 57 Het eerste gedeelte van het verhaal van Alexander Brouwer en Robert Meeuwsen komt voort uit Helden Magazine 57. Het dubbeldik zomernummer staat volledig in het teken van de Olympische Spelen in Tokio en het EK voetbal. In Helden Magazine 57 lees je een uitgebreid interview met Dafne Schippers en haar broer Derek over hun speciale band. Spraken we keepster en boegbeeld van de Nederlandse handbalsters: Tess Wester over trouwen, de liefde en het moederschap. En ook een gesprek met en over Mathieu van der Poel, het fenomeen debuteert dit jaar in de Tour de France en rijdt een maand later de olympische mountainbikerace. Met aanvoerder Georginio Wijnaldum, assistent-bondscoach Ruud van Nistelrooij, Denzelf Dumfries en Wout Weghorst blikken we uitgebreid vooruit op het EK. Hoe goed is daarnaast Frenkie de Jong? We vroegen het aan acht kenners. Verder in het EK-gedeelte een interview met Memphis Depay en John Bosman blikt terug op het EK van 1988. Ook in Helden Magazine 57 staat er geen maat op Annemiek van Vleuten meer sinds haar dramatische val tijdens de Spelen in Rio. Praat Sifan Hassan over het geloof, de liefde, haar geheim, de toekomst en goede espresso. Bespreekt chef de mission van de Nederlandse olympische ploeg: Pieter van den Hoogenbandde mensen die hem inspireren. Praat de stille kracht van de hockeysters: Eva de Goede over poseren voor Sports Illustrated en tafelvoetballen met Neymar én wint Marianne Vos minder vaak, maar is ze wel gelukkiger. Verder praten we met de vier krachtpatsers van het baansprinten: Roy van den Berg, Matthijs Büchli, Jeffrey Hoogland en Harrie Lavreysen. Spreekt Vivianne Miedema openhartig over haar wens om ooit voor Feyenoord te spelen, zwaait Epke Zonderland in Tokio af én wist Arno Kamminga zelf lange tijd niet hoe goed hij was. Victoria Koblenko stapte daarnaast met Nicolas Heiner in de boot én staat Sarina Wiegman in de ‘Leeuwinnen in het Rijks’ stil bij De serenade van Judith Leyster.. Krijg jij geen genoeg van alle inspirerende sportverhalen? Kies het abonnement dat bij jou past én wordt abonnee. Zo ontvang je telkens de nieuwste edities op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Wil je een Helden Magazine cadeau doen? Het is ook mogelijk om een abonnement cadeau te doen, deze abonnementen lopen automatisch af. Daarnaast zijn de recentste exemplaren ook gemakkelijk te bestellen via onze webshop.
Beachvolleyballers Alexander Brouwer en Robert Meeuwsen vormen al elf jaar een duo. Ze werden wereldkampioen in 2013 en wonnen brons op de Spelen in 2016. De laatste jaren vielen de prestaties tegen. “Die bronzen medaille in Rio was absoluut ons hoogtepunt,” zegt Robert Meeuwsen. Alexander Brouwer knikt: “Ik kan me ook de kleine dingen nog herinneren: de fysio die daar mijn haar heeft geschoren, en dat we tijdens de warming-up in een storm terechtkwamen en alle parasols over het strand vlogen.” Robert: “De laatste tijd gaat het minder met ons; maar juist als wij in het grootste dal zitten, komen wij supersterk terug.” Alexander: “Deze periode past perfect in de Brouwer/Meeuwsen tijdlijn. Handicap Na hun wereldtitel in 2013 en olympisch brons in 2016, werd gedacht dat ze standaard voor de podiumplekken zouden strijden. Maar vanaf 2017 werden ze in World Tour-toernooien en op EK’s en WK’s geregeld vroegtijdig uitgeschakeld. Alexander: “Na Rio namen we gas terug. Het was logisch dat we daarna geen goed jaar hadden. In 2018 herpakten we ons. We wonnen meerdere toernooien en stonden eerste op de wereldranglijst.” Robert: “In 2019 stelden we olympische deelname in Tokio zo goed als veilig door een paar goede resultaten, maar op het WK en EK bakten we er niks van.” Ook hun jarenlange samenwerking met toenmalig bondscoach Gijs Ronnes stopte vlak voor het WK. Robert: “Het was een gekke periode. We hadden zoveel met elkaar meegemaakt en snapten zijn keuze en op termijn is het ook vast goed geweest voor ons, maar wij waren er niet blij mee. We hadden het totaal niet zien aankomen.” Alexander: 'Het is weleens voorgekomen dat een speler belde met het voorstel een nieuw duo te vormen. Flirten doe je in een normale relatie toch ook?' Alexander: “Gijs gaf aan dat hij het plezier in zijn werk was verloren. Bovendien waren de resultaten zo slecht, dat hij dacht: het werkt niet meer, ik moet de knoop doorhakken. Ik hoor het hem ons nog vertellen in de coachkamer. De tranen stonden in onze ogen.” Victor Anfiloff volgde Ronnes op. Robert: “We sloten het jaar af met een zilveren medaille op een World Tour- toernooi in Mexico. Veel mensen zeiden dat ze nieuwe dingen zagen, dat de energie er weer bij ons vanaf spatte.” Alexander: “Toen kwam de covid-periode. Op het moment dat we hoorden dat de Spelen werden uitgesteld, dachten we allebei: waar doen we het nog voor? Wij zijn allebei meer wedstrijd-, dan trainingsbeesten.” Robert: “We waren alleen maar thuis. Dan lag daar zo’n squat-stang… Elke dag dacht ik: waarom ben ik dit in godsnaam aan het doen? Ik vond dat heel zwaar, een beetje doelloos trainen.” Alexander: “Ik was net verhuisd en heb in die periode onze tuin aangelegd, de bestrating gedaan, overkappingen gebouwd, een grasmat gelegd. Maar toen we weer gingen trainen, was ik zes kilo aan spiermassa verloren. Ik moest flink aan de bak om weer fit te worden. Nog steeds moet ik op de blaren zitten.” Robert: “Ik heb veel gegolfd, mijn handicap omlaag gebracht. Maar toen we weer mochten trainen, ben ik vol gas gegaan. Helden Magazine 57 Het eerste gedeelte van het verhaal van Alexander Brouwer en Robert Meeuwsen komt voort uit Helden Magazine 57. Het dubbeldik zomernummer staat volledig in het teken van de Olympische Spelen in Tokio en het EK voetbal. In Helden Magazine 57 lees je een uitgebreid interview met Dafne Schippers en haar broer Derek over hun speciale band. Spraken we keepster en boegbeeld van de Nederlandse handbalsters: Tess Wester over trouwen, de liefde en het moederschap. En ook een gesprek met en over Mathieu van der Poel, het fenomeen debuteert dit jaar in de Tour de France en rijdt een maand later de olympische mountainbikerace. Met aanvoerder Georginio Wijnaldum, assistent-bondscoach Ruud van Nistelrooij, Denzelf Dumfries en Wout Weghorst blikken we uitgebreid vooruit op het EK. Hoe goed is daarnaast Frenkie de Jong? We vroegen het aan acht kenners. Verder in het EK-gedeelte een interview met Memphis Depay en John Bosman blikt terug op het EK van 1988. Ook in Helden Magazine 57 staat er geen maat op Annemiek van Vleuten meer sinds haar dramatische val tijdens de Spelen in Rio. Praat Sifan Hassan over het geloof, de liefde, haar geheim, de toekomst en goede espresso. Bespreekt chef de mission van de Nederlandse olympische ploeg: Pieter van den Hoogenbandde mensen die hem inspireren. Praat de stille kracht van de hockeysters: Eva de Goede over poseren voor Sports Illustrated en tafelvoetballen met Neymar én wint Marianne Vos minder vaak, maar is ze wel gelukkiger. Verder praten we met de vier krachtpatsers van het baansprinten: Roy van den Berg, Matthijs Büchli, Jeffrey Hoogland en Harrie Lavreysen. Spreekt Vivianne Miedema openhartig over haar wens om ooit voor Feyenoord te spelen, zwaait Epke Zonderland in Tokio af én wist Arno Kamminga zelf lange tijd niet hoe goed hij was. Victoria Koblenko stapte daarnaast met Nicolas Heiner in de boot én staat Sarina Wiegman in de ‘Leeuwinnen in het Rijks’ stil bij De serenade van Judith Leyster.. Krijg jij geen genoeg van alle inspirerende sportverhalen? Kies het abonnement dat bij jou past én wordt abonnee. Zo ontvang je telkens de nieuwste edities op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Wil je een Helden Magazine cadeau doen? Het is ook mogelijk om een abonnement cadeau te doen, deze abonnementen lopen automatisch af. Daarnaast zijn de recentste exemplaren ook gemakkelijk te bestellen via onze webshop.

BMX

Tokiogangers: ‘Iedereen zit in hetzelfde schuitje’

Ze zouden deze zomer schitteren op de Olympische Spelen in het land van de rijzende zon. Het coronavirus gooide roet in het eten. Paul Raats fotografeerde sporters bij wie alles al een tijd draait om Tokio. Harrie Lavreysen - Baanwielrennen - “Het zijn bijzondere tijden, waarin we zo goed mogelijk proberen door te trainen. Krachttraining doe ik in de achtertuin en de baantraining hou ik op de weg. Ik woon samen met mijn ploeggenoot Nils van ‘t Hoenderdaal, dus we kunnen met elkaar trainen, Dat is fijn. Inmiddels hebben we wat afgelegen weggetjes gevonden, want met 75 kilometer per uur op een fiets zonder rem een weg op schieten waar ook ander verkeer is, gaat niet. We missen alleen de vier bochten die we op de baan wel hebben. Het is niet anders. Het zat er al een tijdje aan te komen dat de Spelen zouden worden uitgesteld. We konden zien wat er gebeurde in de wereld en het is logisch dat het niet door kon gaan. De dag dat ik het hoorde, voelde ik me niet heel rot. Ik dacht meteen: doorpakken, op naar volgend jaar. Plannen na Tokio had ik nog niet gemaakt, maar het voelt wel alsof ik een jaar stilsta. Maar goed, iedereen zit in hetzelfde schuitje. De WK hebben we nog kunnen rijden eind februari. Sommige sporters hebben dit jaar überhaupt geen wedstrijden gehad, wat dat betreft hebben wij nog geluk gehad. Ik ben blij dat we daar hebben kunnen laten zien hoe goed we zijn. Met drie gouden plakken, op de teamsprint, keirin en individuele sprint, keerde ik huiswaarts. Natuurlijk is het voor onze ploeg balen dat de Spelen niet doorgaan, we stonden er allemaal zo goed voor. Maar ik zie nu geen reden om volgend jaar niet in dezelfde vorm te verkeren. Deze periode gebruik ik om nog sterker te worden en onze basis zo perfect mogelijk te maken. Stilstaan is achteruitgaan. En ik wil nog beter worden Alexander Brouwer - Beachvolleybal - “Mijn maatje Robert Meeuwsen met wie ik al tien jaar samenspeel, heb ik sinds maart niet meer gezien. Alleen via videogesprekken met andere vrienden, want we zitten in dezelfde vriendengroep. Naast sporten mis ik het sociale aspect enorm. Het is onwerkelijk dat ons wedstrijdseizoen is afgelopen voordat het amper was begonnen. We hadden pas één toernooi gespeeld. Het is ook bizar dat zoiets groots als de Spelen is uitgesteld. Maar ik was ook opgelucht dat ze, zoals het er nu naar uitziet, niet zijn afgelast. Vervelen doe ik me thuis niet, ik heb genoeg te doen. Ik spendeer veel tijd met mijn zoontje en sinds december wonen we in een nieuw huis waar nog veel aan moet gebeuren, vooral in de tuin. Ik ben een schuur aan het bouwen en de bestrating aan het aanleggen. Daar blijf ik meteen een beetje fit van. Mijn sponsor Red Bull heeft me een net gegeven dat ik in de tuin heb opgehangen. Zo kan ik een beetje trainen, smashen tegen de radiator die tegen de schutting aanstond. Ik heb er een video van gemaakt en die op Instagram gezet. Die is inmiddels viral gegaan, meer dan twee miljoen keer bekeken. Andere beachvolleyballers hebben mijn voorbeeld gevolgd, lachen toch? Maar om eerlijk te zijn, is mijn motivatie om thuis te trainen best ver te zoeken. Ik ben sowieso een kortetermijndenker en -planner en zie nu even niet het nut in van trainen. Wel probeer ik mijn basisconditie op pijl te houden. Stel dat er nog iets op het programma komt, dan moet ik snel wedstrijdfit kunnen worden. Toch ben ik al een paar kilo aan spiermassa verloren. Twijfelen om door te gaan, deden Robbert en ik niet. Ook onze nieuwe coach Victor Anfiloff heeft zijn commitment gegeven. We zijn alleen allemaal in de wachtrij geplaatst. Eind oktober verwachten mijn vrouw en ik ons tweede kindje. Even kwam nog ter sprake dat onze uitgestelde toernooien in oktober zouden worden ingehaald. Dat had niet echt handig uitgekomen. Nu de Spelen zijn uitgesteld, krijg ik gewoon een druk. Niek Kimmann - BMX - “In eerste instantie werden onze wereldbekers afgelast. Toch was er voor mij toen nog niet zoveel aan de hand. Al reed ik geen wedstrijden meer, ik kon ik me nog steeds goed voorbereiden op de Spelen, onder andere op onze indoor BMX-baan die we thuis in Dedemsvaart hebben. Samen met mijn broertje Justin kon ik goed doortrainen. Het besef dat ook de Spelen misschien niet door zouden gaan, kwam steeds meer. Met de dag veranderde er zoveel, dat het niet veilig en verstandig zou zijn om ze door te laten gaan. Toen het IOC met het besluit naar buiten kwam, was het wel even een schok. Maar het is de beste en eerlijkste beslissing. Wij konden thuis nog wat doen, sommige buitenlandse BMX’ers konden nog volledig trainen en anderen zaten misschien wel op een flat van 10 hoog. Hoe eerlijk is het dan nog? Een van de eerste dingen die je leert in de sport is om dingen te accepteren en je aan te passen. Wel heb ik wat gas teruggenomen na het besluit. Ik had ook minder motivatie om vol door te trainen. We zijn nu onze indoorbaan aan het verbouwen en bezig met een buitenbaan. Ik kom nu aan dingen toe waar ik normaal de tijd niet voor heb. Verder ben ik veel video’s aan het maken. Ik heb een reportage voor de NOS gemaakt en maak video’s voor de KNWU. Dat neemt veel tijd in beslag. Tussendoor train ik, zodat ik een redelijke basis heb als straks alles weer begint. Ik heb me daarom ook nog geen seconde verveeld. In mijn planning is er veel veranderd. Na de Spelen van Rio kwam ik in een soort zwart gat. Ik was even vergeten dat het leven gewoon door zou gaan. Dat wilde ik nu voorkomen, daarom had ik tot 2021 mijn agenda vol staan. Zo wilde ik graag de Amerikaanse serie rijden. Mijn coaches hadden al plannen uitstaan voor me. Die schuiven nu gewoon een jaartje op.” Kim Polling - Judo - “Ik woon in Turijn met mijn vriend Andrea Regis. Het coronavirus heeft heel Italië op een vreselijke manier op z’n kop gezet. Wij mogen alleen voor de echt noodzakelijke dingen naar buiten, verder moeten we binnen blijven. We hebben een speciale trainingsruimte thuis. Verder heb ik het geluk dat mijn vriend ook judoka is, dus ik kan in tegenstelling tot veel andere judoka’s ook echte judotrainingen doen met Andrea. Natuurlijk is zoals bij iedereen de lockdown ook een relatietest. Ik moet zeggen dat het bij ons heel goed gaat. Andrea is altijd zo relaxt, dus dat scheelt. Ik ben soms een beetje geïrriteerd tijdens de trainingen, maar dat ben ik altijd omdat de dingen bij mij nu eenmaal perfect moeten gaan. Ik heb ADHD, daarom plan ik dingen altijd goed. Dat er nu veel onzekerheid is, maakt mij normaal gesproken erg onrustig. Maar de laatste jaren heb ik geregeld met blessures te maken gehad. Eigenlijk komt deze periode overeen met de tijd dat ik geblesseerd was aan mijn rug en knie. Er is een groot verschil: toen vond ik het vooral moeilijk dat ik niets kon en de wedstrijden gewoon doorgingen. Nu kan niemand judoën en dat maakt het zelfs nog iets makkelijker de situatie te accepteren. Wanneer mogen wij judoka’s weer aan de bak? Judo is natuurlijk een contactsport, ik denk dat gezien de risico’s en de verplichte anderhalve meter afstand wij misschien wel de laatste sporters zijn die weer volop kunnen trainen en wedstrijden afwerken. Maar goed, dat is voor alle judoka’s lastig, met of zonder ADHD. Ik liep op schema wat betreft de Spelen, had geen last meer van blessures. Na het EK, dat op het programma stond in mei, zou duidelijk zijn of ik naar de Spelen mocht. Ik stond er goed voor. Wanneer nu de beslissing gaat vallen wie in mijn gewichtsklasse namens Nederland uitkomt in Tokio, weet ik nog niet. Maar goed, voor mij is dat minder erg. Voor iemand als Henk Grol, die echt aan het aftellen was naar de Spelen en daarna zou stoppen, is het veel erger. Ik ga sowieso door tot en met de Spelen van 2024. Door mijn blessures weet ik bovendien hoe het is om er tussenuit te moeten gaan om daarna weer terug te keren.” Kira Toussaint - Zwemmen - “Ik had het al aan zien komen dat de Spelen uitgesteld zouden worden, maar toch kwam het wel even binnen toen het besluit definitief was. Niet dat ik er een traan om heb gelaten, hoor. Dat komt vooral doordat ik de Olympische Spelen van Tokio nooit als eindstation van mijn carrière heb gezien. Ook al was dit jaar de focus natuurlijk op Tokio gericht, ik heb altijd als subdoel voor dit jaar de WK kortebaan in december in mijn achterhoofd gehad. Daar wil ik revanche nemen op 2018 – toen ik naar later bleek ten onrechte positief testte en het WK moest laten schieten- en wereldkampioen worden in een wereldrecord. Omdat dat WK, met de kennis die we nu hebben, nog gewoon doorgaat, is dat het volgende doel geworden. Dat we de afgelopen tijd niet konden zwemmen zoals we gewend waren, maakt het wel lastig. Mijn doel is fit blijven. Ik ga veel met de hond naar buiten, fietst vaak en doe oefeningen in huis. Mijn verloofde Jesse zit gelukkig samen met mij in quarantaine. Aangezien we normaal een langeafstandsrelatie hebben omdat we allebei een sportcarrière hebben – Jesse is waterpolo-international -, zie ik dit als een kans om lekker veel samen te zijn en spelletjes te spelen. We overleven het wel. Er zijn veel ergere dingen in de wereld.” Frédérique Matla - Hockey - “In 2014 heb ik al mogen proeven aan de Spelen, toen ik meedeed aan de Jeugd Olympische Spelen in Nanjing, China. Een te gekke ervaring. Na de Spelen van Rio ben ik aangesloten bij het Nederlands team. Ik heb me dus vier jaar lang kunnen voorbereiden op mijn eerste Spelen. Ook al kwamen de Spelen steeds dichterbij, ze voelden nog best ver weg aangezien we nog midden in het hockeyseizoen zaten en er nog van alles kon gebeuren. Dat is ook gebleken. Het feit dat ik in het moment leef, verlichtte voor mij de klap toen bleek dat de Spelen deze zomer niet doorgingen. Neemt natuurlijk niet weg dat de Spelen hét ultieme doel voor veel topsporters is, zo ook voor mij. Ik keek en kijk er enorm naar uit. Maar gezondheid is op dit moment het belangrijkste. Bovendien zie ik deze gezondheidskwestie als een externe factor waar ik geen invloed op heb en waar ik me dus ook geen zorgen om kan maken. Ik hoop dat wij ook in deze periode met z’n allen kunnen ‘winnen’, door dit virus te verslaan. Deze periode biedt me welruimte om wat meer tijd te besteden aan – hoe ironisch - mijn studie Gezondheid & Maatschappij. Daarnaast blijf ik natuurlijk heel actief en leef ik nog steeds voor mijn sport. Zo ben ik vier à vijf keer per week verschillende soorten hardloopsessies aan het doen op een veld of in het park in de buurt van m’n huis. Daar werk ik ook twee keer per week mijn krachttraining af. Zo blijf ik toch een beetje fit, ondanks dat ik nog niet weet waarvoor.” Femke Heemskerk - Zwemmen - “Toen langzaam duidelijk werd dat de Spelen in gevaar kwamen, was dat natuurlijk wel heftig, daar werd ik in eerste instantie erg verdrietig van. Uiteindelijk was het nieuws dat de Spelen zouden worden uitgesteld juist een grote opluchting. In deze situatie zijn de Olympische Spelen niet belangrijk. Om zoiets te zeggen is vreemd, omdat tot begin maart alles om de Spelen draaide. Nu is het enige doel om gezond te blijven en samen met de rest van de wereld ervoor te zorgen dat er geen nieuwe mensen besmet raken met het coronavirus. Toen bleek dat we thuis moesten blijven, wilde ik zo snel mogelijk naar mijn vriend Guido toe. Omdat ik vreesde dat we elkaar anders lange tijd niet zouden zien. Ik zag Guido in Vancouver. Samen wilden we naar Amerika, waar hij woont, maar ik werd geweigerd voor de vlucht. Een belangrijke reden was dat we verloofd waren en niet getrouwd. We waren van plan in september te trouwen, maar hebben besloten dat toen snel te doen. We belden een ambtenaar, legden de situatie uit en zijn nog dezelfde middag in een koffietentje getrouwd en we hebben ook nog twee getuigen gevraagd, dat was zo geregeld. Binnen twee minuten was de plechtigheid voorbij. Bizar, maar ook heel bijzonder. Ik ben nu bij Guido in Californië en buiten hebben we een gym gemaakt, we hebben wat spinfietsen gehuurd en Guido heeft een klein zwembadje waar ik aan elastiek in kan zwemmen. Twee keer per week maken we ook nog een lange hike, dan zijn we er ook even uit. Je doet wat je kunt, en mijn enige doel is om mentaal en fysiek fit te blijven en het vormverlies zoveel mogelijk teminimaliseren. Als ik naar de positieve kant kijk, heb ik nog nooit zoveel tijd achter elkaar samen gehad met Guido, dat is super fijn. Maar de reden ervan is natuurlijk vreselijk.” Ranomi Kromowidjojo - Zwemmen - “Voor mij was het duidelijk dat de Spelen verplaatst zouden moeten worden met het oog op de mondiale gezondheid en veiligheid. Het betekent dat mijn carrière in ieder geval nog twaalf maanden langer gaat duren. Ik leef voor de Spelen, dus het was geen moeilijke keuze om mijn loopbaan met tenminste een jaar te verlengen. Er zijn nog wel veel vraagtekens hoe de komende maanden eruit gaan zien. Wanneer kunnen we weer normaal trainen, reizen en wedstrijden zwemmen? Ik focus me erg op wat er wél kan en wat ik wél heb, en gelukkig ben ik gezond en heb ik de mogelijkheid om in en rond het huis te trainen. Daarnaast zijn we bezig om een SWIMM in de tuin te plaatsen, een badje met stroming. Hopelijk kunnen mijn vriend Ferry Weertman en ik snel in onze achtertuin trainen. Lekker luxe! Maar nog meer hoop ik dat men van deze crisis leert en dat deze hele situatie snel voorbij is. Ferry Weertman - Openwaterzwemmen - “Toen ik hoorde dat de Spelen een jaar zijn uitgesteld, voelde ik opluchting. Het zat er al een paar weken aan te komen, we konden al niet meer normaal trainen, wat sowieso geen ideale voorbereiding op de Spelen betekende en daarom had ik ook niet de olympische race kunnen laten zien die ik voor ogen heb. Sommige concurrenten konden wel gewoon doortrainen. Echt eerlijk was het dus sowieso niet geweest. Op dit niveau gaat het om een of twee procenten die het verschil maken. En deze beperkingen hadden mij zeker procenten gekost. Het uitstel zie ik nu als een mogelijkheid om nog beter te worden dan vorig jaar. Ik krijg de kans om te kijken wat er beter kan. Mentaal gezien moest ik het nieuws wel even laten landen, hoor. Na het verlossende woord heb ik een paar dagen vrij genomen. Ons seizoen was officieel afgelopen. Maar na die paar dagen begon eigenlijk meteenseizoen 2020-2021. Dat seizoen duurt nu heel lang, tot en met de Spelen van 2021. Twijfel of ik wel wilde doorgaan, had ik niet. Maar ik heb er wel even de tijd voor genomen, wilde het zeker weten en niet in the heat of the moment beslissen. Mijn vriendin Ranomi gaat ook door, dat scheelt. Na de Spelen stond er eigenlijk een lange vakantie op het programma. Ranomi en ik wilden een huisje huren in Italië. Dingen doen die je normaal gesproken als topsporter niet kunt doen. Nu zullen we in de zomer aan het trainen zijn. Dat is ook leuk. Ook wilde ik mijn opleiding bedrijfskunde afmaken vanaf september. Dat zal niet lukken, daarom ben ik nu maar alvast wat vakken aan het doen. Onze verwachtingen moesten even flink worden bijgesteld.” Marit Bouwmeester - Zeilen - “Deze winter zag ik mezelf al ergens op een tropisch eiland liggen, maar dat moet een jaar wachten. Het was natuurlijk duidelijk dat de Spelen niet door konden gaan, gezondheid is nu het belangrijkst. De situatie is nou eenmaal zo, die is voor iedereen hetzelfde. Ik ben vooral blij dat ik volgend jaar een kans krijg om mijn olympische titel te verdedigen. Mijn plannen moesten wel flink worden aangepast. Ik was echt met een eindsprint bezig richting de Spelen, maar dat houd je niet anderhalf jaar vol. Ik train nu in Scheveningen, alhoewel ik in het begin flink moest wennen aan de temperatuur van het water. Alsof je iedere keer een koude emmer met water in je gezicht gesmeten krijgt. Ook was het spannend naar welke maand de Spelen verplaatst zouden worden. De afgelopen jaren zat ik met mijn broer en coach Roelof in de maanden juni, juli en augustus in Tokio om het olympische water te leren kennen. In augustus heerst er een heel andere wind dan in bijvoorbeeld oktober. Daarom ben ik blij dat de Spelen volgend jaar op dezelfde data worden gehouden. Voor ons is het nu heel belangrijk dat we snel weer in Tokio kunnen trainen en wedstrijden kunnen varen. De onzekerheid wanneer dat weer kan, blijft.” Helden Magazine 52 Het  verhaal over alle 'Tokiogangers' komt voort uit Helden Magazine nummer 52.  In de 52ste editie van Helden schittert Louis van Gaal de cover. Met hem blikken we terug op zijn indrukwekkende carrière. Ook tal van mensen die met de trainer hebben gewerkt komen aan het woord. In deze editie gaan wij terug in de tijd. Pieter van den Hoogenband won twintig jaar geleden olympisch goud op de 100 en 200 meter vrije slag en Joop Zoetemelk won veertig jaar terug als laatste Nederlander de Tour de France. Daarnaast was John Heitinga met Oranje tien jaar terug dicht bij de wereldtitel en won Rinus Israel vijftig jaar geleden de Europa Cup I met Feyenoord. Het was ook dertig jaar geleden dat Mike Tyson zijn wereldtitels en zijn status van onoverwinnelijkheid verloor, bereikte Andre Agassi voor het eerst een grandslamfinale én blikken onder meer uitblinkers Dennis Bergkamp, Frank de Boer en Patrick Kluivert terug op de behekste wedstrijd uit 2000: Nederland – Italië. Verder in de 52ste editie van Helden spreken we sportief directeur van Jumbo-Visma, Merijn Zeeman. Staat Jackie Groenen oog in oog met ‘Het Melkmeisje’ van Vermeer. Kiran Badloe won de strijd met vriend, trainingsmaat én concurrent Dorian van Rijsselberghe. Een exclusief gesprek met Chris Froome over onder meer zijn horrorcrash. Ook lees je hoe overleven voor Johan van der Velde gesneden koek is en verteld Elsemieke Havenga hoe ze tweemaal olympisch goud had kunnen hebben. Krijg jij geen genoeg van alle inspirerende sportverhalen? Kies het abonnement dat bij jou past én wordt abonnee. Zo ontvang je telkens de nieuwste edities op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Wil je een Helden Magazine cadeau doen? Het is ook mogelijk om een abonnement cadeau te doen, deze abonnementen lopen automatisch af. Daarnaast zijn de recentste exemplaren ook gemakkelijk te bestellen via onze webshop.
Ze zouden deze zomer schitteren op de Olympische Spelen in het land van de rijzende zon. Het coronavirus gooide roet in het eten. Paul Raats fotografeerde sporters bij wie alles al een tijd draait om Tokio. Harrie Lavreysen - Baanwielrennen - “Het zijn bijzondere tijden, waarin we zo goed mogelijk proberen door te trainen. Krachttraining doe ik in de achtertuin en de baantraining hou ik op de weg. Ik woon samen met mijn ploeggenoot Nils van ‘t Hoenderdaal, dus we kunnen met elkaar trainen, Dat is fijn. Inmiddels hebben we wat afgelegen weggetjes gevonden, want met 75 kilometer per uur op een fiets zonder rem een weg op schieten waar ook ander verkeer is, gaat niet. We missen alleen de vier bochten die we op de baan wel hebben. Het is niet anders. Het zat er al een tijdje aan te komen dat de Spelen zouden worden uitgesteld. We konden zien wat er gebeurde in de wereld en het is logisch dat het niet door kon gaan. De dag dat ik het hoorde, voelde ik me niet heel rot. Ik dacht meteen: doorpakken, op naar volgend jaar. Plannen na Tokio had ik nog niet gemaakt, maar het voelt wel alsof ik een jaar stilsta. Maar goed, iedereen zit in hetzelfde schuitje. De WK hebben we nog kunnen rijden eind februari. Sommige sporters hebben dit jaar überhaupt geen wedstrijden gehad, wat dat betreft hebben wij nog geluk gehad. Ik ben blij dat we daar hebben kunnen laten zien hoe goed we zijn. Met drie gouden plakken, op de teamsprint, keirin en individuele sprint, keerde ik huiswaarts. Natuurlijk is het voor onze ploeg balen dat de Spelen niet doorgaan, we stonden er allemaal zo goed voor. Maar ik zie nu geen reden om volgend jaar niet in dezelfde vorm te verkeren. Deze periode gebruik ik om nog sterker te worden en onze basis zo perfect mogelijk te maken. Stilstaan is achteruitgaan. En ik wil nog beter worden Alexander Brouwer - Beachvolleybal - “Mijn maatje Robert Meeuwsen met wie ik al tien jaar samenspeel, heb ik sinds maart niet meer gezien. Alleen via videogesprekken met andere vrienden, want we zitten in dezelfde vriendengroep. Naast sporten mis ik het sociale aspect enorm. Het is onwerkelijk dat ons wedstrijdseizoen is afgelopen voordat het amper was begonnen. We hadden pas één toernooi gespeeld. Het is ook bizar dat zoiets groots als de Spelen is uitgesteld. Maar ik was ook opgelucht dat ze, zoals het er nu naar uitziet, niet zijn afgelast. Vervelen doe ik me thuis niet, ik heb genoeg te doen. Ik spendeer veel tijd met mijn zoontje en sinds december wonen we in een nieuw huis waar nog veel aan moet gebeuren, vooral in de tuin. Ik ben een schuur aan het bouwen en de bestrating aan het aanleggen. Daar blijf ik meteen een beetje fit van. Mijn sponsor Red Bull heeft me een net gegeven dat ik in de tuin heb opgehangen. Zo kan ik een beetje trainen, smashen tegen de radiator die tegen de schutting aanstond. Ik heb er een video van gemaakt en die op Instagram gezet. Die is inmiddels viral gegaan, meer dan twee miljoen keer bekeken. Andere beachvolleyballers hebben mijn voorbeeld gevolgd, lachen toch? Maar om eerlijk te zijn, is mijn motivatie om thuis te trainen best ver te zoeken. Ik ben sowieso een kortetermijndenker en -planner en zie nu even niet het nut in van trainen. Wel probeer ik mijn basisconditie op pijl te houden. Stel dat er nog iets op het programma komt, dan moet ik snel wedstrijdfit kunnen worden. Toch ben ik al een paar kilo aan spiermassa verloren. Twijfelen om door te gaan, deden Robbert en ik niet. Ook onze nieuwe coach Victor Anfiloff heeft zijn commitment gegeven. We zijn alleen allemaal in de wachtrij geplaatst. Eind oktober verwachten mijn vrouw en ik ons tweede kindje. Even kwam nog ter sprake dat onze uitgestelde toernooien in oktober zouden worden ingehaald. Dat had niet echt handig uitgekomen. Nu de Spelen zijn uitgesteld, krijg ik gewoon een druk. Niek Kimmann - BMX - “In eerste instantie werden onze wereldbekers afgelast. Toch was er voor mij toen nog niet zoveel aan de hand. Al reed ik geen wedstrijden meer, ik kon ik me nog steeds goed voorbereiden op de Spelen, onder andere op onze indoor BMX-baan die we thuis in Dedemsvaart hebben. Samen met mijn broertje Justin kon ik goed doortrainen. Het besef dat ook de Spelen misschien niet door zouden gaan, kwam steeds meer. Met de dag veranderde er zoveel, dat het niet veilig en verstandig zou zijn om ze door te laten gaan. Toen het IOC met het besluit naar buiten kwam, was het wel even een schok. Maar het is de beste en eerlijkste beslissing. Wij konden thuis nog wat doen, sommige buitenlandse BMX’ers konden nog volledig trainen en anderen zaten misschien wel op een flat van 10 hoog. Hoe eerlijk is het dan nog? Een van de eerste dingen die je leert in de sport is om dingen te accepteren en je aan te passen. Wel heb ik wat gas teruggenomen na het besluit. Ik had ook minder motivatie om vol door te trainen. We zijn nu onze indoorbaan aan het verbouwen en bezig met een buitenbaan. Ik kom nu aan dingen toe waar ik normaal de tijd niet voor heb. Verder ben ik veel video’s aan het maken. Ik heb een reportage voor de NOS gemaakt en maak video’s voor de KNWU. Dat neemt veel tijd in beslag. Tussendoor train ik, zodat ik een redelijke basis heb als straks alles weer begint. Ik heb me daarom ook nog geen seconde verveeld. In mijn planning is er veel veranderd. Na de Spelen van Rio kwam ik in een soort zwart gat. Ik was even vergeten dat het leven gewoon door zou gaan. Dat wilde ik nu voorkomen, daarom had ik tot 2021 mijn agenda vol staan. Zo wilde ik graag de Amerikaanse serie rijden. Mijn coaches hadden al plannen uitstaan voor me. Die schuiven nu gewoon een jaartje op.” Kim Polling - Judo - “Ik woon in Turijn met mijn vriend Andrea Regis. Het coronavirus heeft heel Italië op een vreselijke manier op z’n kop gezet. Wij mogen alleen voor de echt noodzakelijke dingen naar buiten, verder moeten we binnen blijven. We hebben een speciale trainingsruimte thuis. Verder heb ik het geluk dat mijn vriend ook judoka is, dus ik kan in tegenstelling tot veel andere judoka’s ook echte judotrainingen doen met Andrea. Natuurlijk is zoals bij iedereen de lockdown ook een relatietest. Ik moet zeggen dat het bij ons heel goed gaat. Andrea is altijd zo relaxt, dus dat scheelt. Ik ben soms een beetje geïrriteerd tijdens de trainingen, maar dat ben ik altijd omdat de dingen bij mij nu eenmaal perfect moeten gaan. Ik heb ADHD, daarom plan ik dingen altijd goed. Dat er nu veel onzekerheid is, maakt mij normaal gesproken erg onrustig. Maar de laatste jaren heb ik geregeld met blessures te maken gehad. Eigenlijk komt deze periode overeen met de tijd dat ik geblesseerd was aan mijn rug en knie. Er is een groot verschil: toen vond ik het vooral moeilijk dat ik niets kon en de wedstrijden gewoon doorgingen. Nu kan niemand judoën en dat maakt het zelfs nog iets makkelijker de situatie te accepteren. Wanneer mogen wij judoka’s weer aan de bak? Judo is natuurlijk een contactsport, ik denk dat gezien de risico’s en de verplichte anderhalve meter afstand wij misschien wel de laatste sporters zijn die weer volop kunnen trainen en wedstrijden afwerken. Maar goed, dat is voor alle judoka’s lastig, met of zonder ADHD. Ik liep op schema wat betreft de Spelen, had geen last meer van blessures. Na het EK, dat op het programma stond in mei, zou duidelijk zijn of ik naar de Spelen mocht. Ik stond er goed voor. Wanneer nu de beslissing gaat vallen wie in mijn gewichtsklasse namens Nederland uitkomt in Tokio, weet ik nog niet. Maar goed, voor mij is dat minder erg. Voor iemand als Henk Grol, die echt aan het aftellen was naar de Spelen en daarna zou stoppen, is het veel erger. Ik ga sowieso door tot en met de Spelen van 2024. Door mijn blessures weet ik bovendien hoe het is om er tussenuit te moeten gaan om daarna weer terug te keren.” Kira Toussaint - Zwemmen - “Ik had het al aan zien komen dat de Spelen uitgesteld zouden worden, maar toch kwam het wel even binnen toen het besluit definitief was. Niet dat ik er een traan om heb gelaten, hoor. Dat komt vooral doordat ik de Olympische Spelen van Tokio nooit als eindstation van mijn carrière heb gezien. Ook al was dit jaar de focus natuurlijk op Tokio gericht, ik heb altijd als subdoel voor dit jaar de WK kortebaan in december in mijn achterhoofd gehad. Daar wil ik revanche nemen op 2018 – toen ik naar later bleek ten onrechte positief testte en het WK moest laten schieten- en wereldkampioen worden in een wereldrecord. Omdat dat WK, met de kennis die we nu hebben, nog gewoon doorgaat, is dat het volgende doel geworden. Dat we de afgelopen tijd niet konden zwemmen zoals we gewend waren, maakt het wel lastig. Mijn doel is fit blijven. Ik ga veel met de hond naar buiten, fietst vaak en doe oefeningen in huis. Mijn verloofde Jesse zit gelukkig samen met mij in quarantaine. Aangezien we normaal een langeafstandsrelatie hebben omdat we allebei een sportcarrière hebben – Jesse is waterpolo-international -, zie ik dit als een kans om lekker veel samen te zijn en spelletjes te spelen. We overleven het wel. Er zijn veel ergere dingen in de wereld.” Frédérique Matla - Hockey - “In 2014 heb ik al mogen proeven aan de Spelen, toen ik meedeed aan de Jeugd Olympische Spelen in Nanjing, China. Een te gekke ervaring. Na de Spelen van Rio ben ik aangesloten bij het Nederlands team. Ik heb me dus vier jaar lang kunnen voorbereiden op mijn eerste Spelen. Ook al kwamen de Spelen steeds dichterbij, ze voelden nog best ver weg aangezien we nog midden in het hockeyseizoen zaten en er nog van alles kon gebeuren. Dat is ook gebleken. Het feit dat ik in het moment leef, verlichtte voor mij de klap toen bleek dat de Spelen deze zomer niet doorgingen. Neemt natuurlijk niet weg dat de Spelen hét ultieme doel voor veel topsporters is, zo ook voor mij. Ik keek en kijk er enorm naar uit. Maar gezondheid is op dit moment het belangrijkste. Bovendien zie ik deze gezondheidskwestie als een externe factor waar ik geen invloed op heb en waar ik me dus ook geen zorgen om kan maken. Ik hoop dat wij ook in deze periode met z’n allen kunnen ‘winnen’, door dit virus te verslaan. Deze periode biedt me welruimte om wat meer tijd te besteden aan – hoe ironisch - mijn studie Gezondheid & Maatschappij. Daarnaast blijf ik natuurlijk heel actief en leef ik nog steeds voor mijn sport. Zo ben ik vier à vijf keer per week verschillende soorten hardloopsessies aan het doen op een veld of in het park in de buurt van m’n huis. Daar werk ik ook twee keer per week mijn krachttraining af. Zo blijf ik toch een beetje fit, ondanks dat ik nog niet weet waarvoor.” Femke Heemskerk - Zwemmen - “Toen langzaam duidelijk werd dat de Spelen in gevaar kwamen, was dat natuurlijk wel heftig, daar werd ik in eerste instantie erg verdrietig van. Uiteindelijk was het nieuws dat de Spelen zouden worden uitgesteld juist een grote opluchting. In deze situatie zijn de Olympische Spelen niet belangrijk. Om zoiets te zeggen is vreemd, omdat tot begin maart alles om de Spelen draaide. Nu is het enige doel om gezond te blijven en samen met de rest van de wereld ervoor te zorgen dat er geen nieuwe mensen besmet raken met het coronavirus. Toen bleek dat we thuis moesten blijven, wilde ik zo snel mogelijk naar mijn vriend Guido toe. Omdat ik vreesde dat we elkaar anders lange tijd niet zouden zien. Ik zag Guido in Vancouver. Samen wilden we naar Amerika, waar hij woont, maar ik werd geweigerd voor de vlucht. Een belangrijke reden was dat we verloofd waren en niet getrouwd. We waren van plan in september te trouwen, maar hebben besloten dat toen snel te doen. We belden een ambtenaar, legden de situatie uit en zijn nog dezelfde middag in een koffietentje getrouwd en we hebben ook nog twee getuigen gevraagd, dat was zo geregeld. Binnen twee minuten was de plechtigheid voorbij. Bizar, maar ook heel bijzonder. Ik ben nu bij Guido in Californië en buiten hebben we een gym gemaakt, we hebben wat spinfietsen gehuurd en Guido heeft een klein zwembadje waar ik aan elastiek in kan zwemmen. Twee keer per week maken we ook nog een lange hike, dan zijn we er ook even uit. Je doet wat je kunt, en mijn enige doel is om mentaal en fysiek fit te blijven en het vormverlies zoveel mogelijk teminimaliseren. Als ik naar de positieve kant kijk, heb ik nog nooit zoveel tijd achter elkaar samen gehad met Guido, dat is super fijn. Maar de reden ervan is natuurlijk vreselijk.” Ranomi Kromowidjojo - Zwemmen - “Voor mij was het duidelijk dat de Spelen verplaatst zouden moeten worden met het oog op de mondiale gezondheid en veiligheid. Het betekent dat mijn carrière in ieder geval nog twaalf maanden langer gaat duren. Ik leef voor de Spelen, dus het was geen moeilijke keuze om mijn loopbaan met tenminste een jaar te verlengen. Er zijn nog wel veel vraagtekens hoe de komende maanden eruit gaan zien. Wanneer kunnen we weer normaal trainen, reizen en wedstrijden zwemmen? Ik focus me erg op wat er wél kan en wat ik wél heb, en gelukkig ben ik gezond en heb ik de mogelijkheid om in en rond het huis te trainen. Daarnaast zijn we bezig om een SWIMM in de tuin te plaatsen, een badje met stroming. Hopelijk kunnen mijn vriend Ferry Weertman en ik snel in onze achtertuin trainen. Lekker luxe! Maar nog meer hoop ik dat men van deze crisis leert en dat deze hele situatie snel voorbij is. Ferry Weertman - Openwaterzwemmen - “Toen ik hoorde dat de Spelen een jaar zijn uitgesteld, voelde ik opluchting. Het zat er al een paar weken aan te komen, we konden al niet meer normaal trainen, wat sowieso geen ideale voorbereiding op de Spelen betekende en daarom had ik ook niet de olympische race kunnen laten zien die ik voor ogen heb. Sommige concurrenten konden wel gewoon doortrainen. Echt eerlijk was het dus sowieso niet geweest. Op dit niveau gaat het om een of twee procenten die het verschil maken. En deze beperkingen hadden mij zeker procenten gekost. Het uitstel zie ik nu als een mogelijkheid om nog beter te worden dan vorig jaar. Ik krijg de kans om te kijken wat er beter kan. Mentaal gezien moest ik het nieuws wel even laten landen, hoor. Na het verlossende woord heb ik een paar dagen vrij genomen. Ons seizoen was officieel afgelopen. Maar na die paar dagen begon eigenlijk meteenseizoen 2020-2021. Dat seizoen duurt nu heel lang, tot en met de Spelen van 2021. Twijfel of ik wel wilde doorgaan, had ik niet. Maar ik heb er wel even de tijd voor genomen, wilde het zeker weten en niet in the heat of the moment beslissen. Mijn vriendin Ranomi gaat ook door, dat scheelt. Na de Spelen stond er eigenlijk een lange vakantie op het programma. Ranomi en ik wilden een huisje huren in Italië. Dingen doen die je normaal gesproken als topsporter niet kunt doen. Nu zullen we in de zomer aan het trainen zijn. Dat is ook leuk. Ook wilde ik mijn opleiding bedrijfskunde afmaken vanaf september. Dat zal niet lukken, daarom ben ik nu maar alvast wat vakken aan het doen. Onze verwachtingen moesten even flink worden bijgesteld.” Marit Bouwmeester - Zeilen - “Deze winter zag ik mezelf al ergens op een tropisch eiland liggen, maar dat moet een jaar wachten. Het was natuurlijk duidelijk dat de Spelen niet door konden gaan, gezondheid is nu het belangrijkst. De situatie is nou eenmaal zo, die is voor iedereen hetzelfde. Ik ben vooral blij dat ik volgend jaar een kans krijg om mijn olympische titel te verdedigen. Mijn plannen moesten wel flink worden aangepast. Ik was echt met een eindsprint bezig richting de Spelen, maar dat houd je niet anderhalf jaar vol. Ik train nu in Scheveningen, alhoewel ik in het begin flink moest wennen aan de temperatuur van het water. Alsof je iedere keer een koude emmer met water in je gezicht gesmeten krijgt. Ook was het spannend naar welke maand de Spelen verplaatst zouden worden. De afgelopen jaren zat ik met mijn broer en coach Roelof in de maanden juni, juli en augustus in Tokio om het olympische water te leren kennen. In augustus heerst er een heel andere wind dan in bijvoorbeeld oktober. Daarom ben ik blij dat de Spelen volgend jaar op dezelfde data worden gehouden. Voor ons is het nu heel belangrijk dat we snel weer in Tokio kunnen trainen en wedstrijden kunnen varen. De onzekerheid wanneer dat weer kan, blijft.” Helden Magazine 52 Het  verhaal over alle 'Tokiogangers' komt voort uit Helden Magazine nummer 52.  In de 52ste editie van Helden schittert Louis van Gaal de cover. Met hem blikken we terug op zijn indrukwekkende carrière. Ook tal van mensen die met de trainer hebben gewerkt komen aan het woord. In deze editie gaan wij terug in de tijd. Pieter van den Hoogenband won twintig jaar geleden olympisch goud op de 100 en 200 meter vrije slag en Joop Zoetemelk won veertig jaar terug als laatste Nederlander de Tour de France. Daarnaast was John Heitinga met Oranje tien jaar terug dicht bij de wereldtitel en won Rinus Israel vijftig jaar geleden de Europa Cup I met Feyenoord. Het was ook dertig jaar geleden dat Mike Tyson zijn wereldtitels en zijn status van onoverwinnelijkheid verloor, bereikte Andre Agassi voor het eerst een grandslamfinale én blikken onder meer uitblinkers Dennis Bergkamp, Frank de Boer en Patrick Kluivert terug op de behekste wedstrijd uit 2000: Nederland – Italië. Verder in de 52ste editie van Helden spreken we sportief directeur van Jumbo-Visma, Merijn Zeeman. Staat Jackie Groenen oog in oog met ‘Het Melkmeisje’ van Vermeer. Kiran Badloe won de strijd met vriend, trainingsmaat én concurrent Dorian van Rijsselberghe. Een exclusief gesprek met Chris Froome over onder meer zijn horrorcrash. Ook lees je hoe overleven voor Johan van der Velde gesneden koek is en verteld Elsemieke Havenga hoe ze tweemaal olympisch goud had kunnen hebben. Krijg jij geen genoeg van alle inspirerende sportverhalen? Kies het abonnement dat bij jou past én wordt abonnee. Zo ontvang je telkens de nieuwste edities op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Wil je een Helden Magazine cadeau doen? Het is ook mogelijk om een abonnement cadeau te doen, deze abonnementen lopen automatisch af. Daarnaast zijn de recentste exemplaren ook gemakkelijk te bestellen via onze webshop.

Volleybal

‘Ik ben net als wijn: hoe ouder, hoe beter’

Laura Dijkema (29) is al jaren een van dé gezichten van het Nederlands volleybalteam. In aanloop naar het EK (23 augustus - 8 september) spreken we de openhartige spelverdeelster. Over een tatoeage met een heel bijzondere betekenis, over zussenliefde, over een wandelende barbiepop en over een prins op een wit paard. EXPLOSIEGEVAAR Waar haal je de energie vandaan om na ieder punt ook nog een rondje te rennen van blijdschap? "Onze vorige bondscoach Giovanni Guidetti gaf mij die taak. Voor de wedstrijden zei hij altijd tegen me: 'De energie moet van jou komen, want iedereen in het veld kijkt naar jou. Als jij dat niet doet, wordt het een dooie bende.' Het zit ook wel een beetje in me hoor, maar toen heb ik dat mezelf wel aangeleerd." Hoe belangrijk is het dat elk punt gevierd wordt? "Heel belangrijk. Alle meiden in het Nederlands team zijn gevoelsmensen. Als we niet enthousiast zijn, spelen we als een dood paard." Hoe kijk jij naar jezelf als je een punt viert alsof je net wereldkampioen bent geworden? Lachend: "Doe even normaal, denk ik dan. Maar ja, fake it till you make it, toch? Het werkt ook voor mezelf. Soms ben ik moe, als ik dan heel enthousiast ga doen, sleep ik mezelf er doorheen." Helden Magazine Krijg jij geen genoeg van alle inspirerende sportverhalen? Kies het abonnement dat bij jou past én wordt abonnee. Zo ontvang je telkens de nieuwste edities op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Wil je een Helden Magazine cadeau doen? Het is ook mogelijk om een abonnement cadeau te doen, deze abonnementen lopen automatisch af. Daarnaast zijn de recentste exemplaren ook gemakkelijk te bestellen via onze webshop.
Laura Dijkema (29) is al jaren een van dé gezichten van het Nederlands volleybalteam. In aanloop naar het EK (23 augustus - 8 september) spreken we de openhartige spelverdeelster. Over een tatoeage met een heel bijzondere betekenis, over zussenliefde, over een wandelende barbiepop en over een prins op een wit paard. EXPLOSIEGEVAAR Waar haal je de energie vandaan om na ieder punt ook nog een rondje te rennen van blijdschap? "Onze vorige bondscoach Giovanni Guidetti gaf mij die taak. Voor de wedstrijden zei hij altijd tegen me: 'De energie moet van jou komen, want iedereen in het veld kijkt naar jou. Als jij dat niet doet, wordt het een dooie bende.' Het zit ook wel een beetje in me hoor, maar toen heb ik dat mezelf wel aangeleerd." Hoe belangrijk is het dat elk punt gevierd wordt? "Heel belangrijk. Alle meiden in het Nederlands team zijn gevoelsmensen. Als we niet enthousiast zijn, spelen we als een dood paard." Hoe kijk jij naar jezelf als je een punt viert alsof je net wereldkampioen bent geworden? Lachend: "Doe even normaal, denk ik dan. Maar ja, fake it till you make it, toch? Het werkt ook voor mezelf. Soms ben ik moe, als ik dan heel enthousiast ga doen, sleep ik mezelf er doorheen." Helden Magazine Krijg jij geen genoeg van alle inspirerende sportverhalen? Kies het abonnement dat bij jou past én wordt abonnee. Zo ontvang je telkens de nieuwste edities op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Wil je een Helden Magazine cadeau doen? Het is ook mogelijk om een abonnement cadeau te doen, deze abonnementen lopen automatisch af. Daarnaast zijn de recentste exemplaren ook gemakkelijk te bestellen via onze webshop.

Volleybal

Marleen van Iersel & Joy Stubbe: ‘Zie het niet als een blind date’

Beachvolleybalsters Marleen van Iersel (31) en Joy Stubbe (21) willen dolgraag naar de Spelen. We gingen bij het tweetal langs op Tenerife voor een gesprek over het lichaam, heimwee, een generatiekloof, de breuk met Beachvolleybal Team Nederland en brandende ambities. HET LICHAAM Marleen: “De associatie die mensen vaak met beachvolleybal hebben is: zon, zee, strand, vakantie. Maar wij bedrijven keiharde topsport, trainen zes dagen per week. En ja, dat doen we vaak wel op mooie locaties, lekker in de zon en met weinig kleren aan. Onze sport speelt zich nu eenmaal af op het strand.” Joy: “In stadions waar wij spelen, kan de temperatuur oplopen tot tegen de vijftig graden. Daar moeten wij een wedstrijd in spelen, hè. In de volle, brandende zon. Om onder die omstandigheden nog te kunnen functioneren en goed te bewegen in het zand, dat zullen mensen niet snel bestempelen als vakantie.” Marleen: “Als je onder warme omstandigheden in een derde en beslissende set terechtkomt, dan is de grootste uitdaging letterlijk en figuurlijk om je hoofd koel te houden. Het hele lichaam is vermoeid, maar mentaal is het nog zwaarder. Het grootste gevaar is dat je door de hitte minder goed na gaat denken.” Joy: “Iedereen is net zo afgetraind en sterk in de top, dat maakt niet het verschil. Het team dat op dat moment nog het best na kan denken, wint. En we zijn maar met z’n tweeën. Je even verschuilen achter teamgenoten is er niet bij. Je moet zelf de oplossingen vinden.” Joy: ‘We weten dat er naar ons wordt gekeken. En dat er over ons lichaam wordt geoordeeld. Ach, ik weet niet beter’ Marleen: “De sport is steeds professioneler geworden. Tien jaar geleden was er echt nog een heel groot vooroordeel, toen werden er alleen maar grapjes gemaakt over die vrouwen in hun bikini’s. Dat station zijn we gelukkig gepasseerd.” Joy: “Ik vind het niet vervelend dat ik voor mijn sport alleen een bikini aan heb. We weten dat er naar ons wordt gekeken. En dat er over ons lichaam wordt geoordeeld. Ach, ik weet niet beter. Maar het gevolg daarvan is wel dat er beachvolleybalsters zijn geweest die met eetproblemen te kampen hebben gehad. Hoe je eruit ziet, moet eigenlijk niet uitmaken. Als je maar functioneert.” HEIMWEE Marleen: “Mijn leven speelt zich al een jaar of vijftien voor een groot deel af in het buitenland. Daar zijn de meeste toernooien. Buiten het seizoen zitten we ook veel in het buitenland, zoals nu op Tenerife, omdat daar de trainingsomstandigheden beter zijn dan in Nederland. In de beginjaren bleef mijn vrouw Myrthe - toen nog mijn vriendin - veel thuis. We waren vaak van elkaar gescheiden. Naarmate ik ouder werd, ging ze steeds vaker met mij mee. We hebben ook bewust de keuze gemaakt, toen we aan kinderen wilden beginnen, dat Myrthe geen alleenstaande moeder zou worden. We willen samen de opvoeding van Julian, die nu anderhalf is, doen. Vandaar dat ze veel met me mee reizen. Onze Franse bulldog Noa gaat ook overal mee naartoe, die past in een mooie tas onder de vliegtuigstoel. Dat maakt dat het voor mij niet zo lastig is om van huis te zijn, ik neem mijn thuis mee.” Joy: “We schelen tien jaar, ik sta heel anders in het leven dan Marleen. Ik zit hier in m’n eentje in een appartementje. Het voordeel is dat Tenerife vrij eenvoudig aan te vliegen is. Geregeld komt er familie op bezoek. Dan heb ook ik een beetje thuis bij me en dat scheelt een hoop. Ik ben wel gewend geraakt aan het vele reizen, maar er gaat nog altijd niets boven thuis. Alleen al twee dagen even in m’n eigen bedje slapen is echt genieten. Ik ben een familiemens, ben heel hecht met m’n ouders en twee zussen, die ook m’n beste vriendinnen zijn. Hen mis ik wel, hoor. Als ik hoor dat zij iets leuks gaan doen met het gezin, of dat er een verjaardag wordt gevierd waar ik niet bij kan zijn... Eenzaamheid of heimwee zal ik het niet noemen, daar heb ik het ook te druk voor, maar er zijn wel momenten dat ik het lastig vind. Dan zet ik een lekker muziekje op. Helden Magazine 46 Het eerste gedeelte van het verhaal van Marleen & Joy komt voort uit Helden Magazine 46 waar Tom Dumoulin de cover siert. Dumoulin vertelt over zijn huwelijk en hoe hij besloot het plan om helemaal voor de Tour te gaan in 2019 aan te passen ‘’De Giro winnen is fantastisch, maar trouwen gaat verder dan dat’’. Verder in de 46ste editie van Helden, Lieke & Sanne Wevers vertellen openhartig over de moeilijke tijd, baanwielrenner Harrie Lavreysen over goud op het WK en de Spelen in Tokio, oud-voetballer Jaap Stam blikt terug op voorgaande hoofdstukken in zijn leven, wielrenner Fabio Jakobsen, het dynamische Laura & Lisanne de Witte, oud-basketballer Michael Jordan, voetbaltrainer José Mourinho, Cor van der Geest over zijn zoons Elco en Dennis, turner Casimir Schmidt, voetballer Dusan Tadic, en Victoria Koblenko ging langs bij coureur Tom Coronel. Krijg jij geen genoeg van alle inspirerende sportverhalen? Kies het abonnement dat bij jou past én wordt abonnee. Zo ontvang je telkens de nieuwste edities op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Wil je een Helden Magazine cadeau doen? Het is ook mogelijk om een abonnement cadeau te doen, deze abonnementen lopen automatisch af. Daarnaast zijn de recentste exemplaren ook gemakkelijk te bestellen via onze webshop.
Beachvolleybalsters Marleen van Iersel (31) en Joy Stubbe (21) willen dolgraag naar de Spelen. We gingen bij het tweetal langs op Tenerife voor een gesprek over het lichaam, heimwee, een generatiekloof, de breuk met Beachvolleybal Team Nederland en brandende ambities. HET LICHAAM Marleen: “De associatie die mensen vaak met beachvolleybal hebben is: zon, zee, strand, vakantie. Maar wij bedrijven keiharde topsport, trainen zes dagen per week. En ja, dat doen we vaak wel op mooie locaties, lekker in de zon en met weinig kleren aan. Onze sport speelt zich nu eenmaal af op het strand.” Joy: “In stadions waar wij spelen, kan de temperatuur oplopen tot tegen de vijftig graden. Daar moeten wij een wedstrijd in spelen, hè. In de volle, brandende zon. Om onder die omstandigheden nog te kunnen functioneren en goed te bewegen in het zand, dat zullen mensen niet snel bestempelen als vakantie.” Marleen: “Als je onder warme omstandigheden in een derde en beslissende set terechtkomt, dan is de grootste uitdaging letterlijk en figuurlijk om je hoofd koel te houden. Het hele lichaam is vermoeid, maar mentaal is het nog zwaarder. Het grootste gevaar is dat je door de hitte minder goed na gaat denken.” Joy: “Iedereen is net zo afgetraind en sterk in de top, dat maakt niet het verschil. Het team dat op dat moment nog het best na kan denken, wint. En we zijn maar met z’n tweeën. Je even verschuilen achter teamgenoten is er niet bij. Je moet zelf de oplossingen vinden.” Joy: ‘We weten dat er naar ons wordt gekeken. En dat er over ons lichaam wordt geoordeeld. Ach, ik weet niet beter’ Marleen: “De sport is steeds professioneler geworden. Tien jaar geleden was er echt nog een heel groot vooroordeel, toen werden er alleen maar grapjes gemaakt over die vrouwen in hun bikini’s. Dat station zijn we gelukkig gepasseerd.” Joy: “Ik vind het niet vervelend dat ik voor mijn sport alleen een bikini aan heb. We weten dat er naar ons wordt gekeken. En dat er over ons lichaam wordt geoordeeld. Ach, ik weet niet beter. Maar het gevolg daarvan is wel dat er beachvolleybalsters zijn geweest die met eetproblemen te kampen hebben gehad. Hoe je eruit ziet, moet eigenlijk niet uitmaken. Als je maar functioneert.” HEIMWEE Marleen: “Mijn leven speelt zich al een jaar of vijftien voor een groot deel af in het buitenland. Daar zijn de meeste toernooien. Buiten het seizoen zitten we ook veel in het buitenland, zoals nu op Tenerife, omdat daar de trainingsomstandigheden beter zijn dan in Nederland. In de beginjaren bleef mijn vrouw Myrthe - toen nog mijn vriendin - veel thuis. We waren vaak van elkaar gescheiden. Naarmate ik ouder werd, ging ze steeds vaker met mij mee. We hebben ook bewust de keuze gemaakt, toen we aan kinderen wilden beginnen, dat Myrthe geen alleenstaande moeder zou worden. We willen samen de opvoeding van Julian, die nu anderhalf is, doen. Vandaar dat ze veel met me mee reizen. Onze Franse bulldog Noa gaat ook overal mee naartoe, die past in een mooie tas onder de vliegtuigstoel. Dat maakt dat het voor mij niet zo lastig is om van huis te zijn, ik neem mijn thuis mee.” Joy: “We schelen tien jaar, ik sta heel anders in het leven dan Marleen. Ik zit hier in m’n eentje in een appartementje. Het voordeel is dat Tenerife vrij eenvoudig aan te vliegen is. Geregeld komt er familie op bezoek. Dan heb ook ik een beetje thuis bij me en dat scheelt een hoop. Ik ben wel gewend geraakt aan het vele reizen, maar er gaat nog altijd niets boven thuis. Alleen al twee dagen even in m’n eigen bedje slapen is echt genieten. Ik ben een familiemens, ben heel hecht met m’n ouders en twee zussen, die ook m’n beste vriendinnen zijn. Hen mis ik wel, hoor. Als ik hoor dat zij iets leuks gaan doen met het gezin, of dat er een verjaardag wordt gevierd waar ik niet bij kan zijn... Eenzaamheid of heimwee zal ik het niet noemen, daar heb ik het ook te druk voor, maar er zijn wel momenten dat ik het lastig vind. Dan zet ik een lekker muziekje op. Helden Magazine 46 Het eerste gedeelte van het verhaal van Marleen & Joy komt voort uit Helden Magazine 46 waar Tom Dumoulin de cover siert. Dumoulin vertelt over zijn huwelijk en hoe hij besloot het plan om helemaal voor de Tour te gaan in 2019 aan te passen ‘’De Giro winnen is fantastisch, maar trouwen gaat verder dan dat’’. Verder in de 46ste editie van Helden, Lieke & Sanne Wevers vertellen openhartig over de moeilijke tijd, baanwielrenner Harrie Lavreysen over goud op het WK en de Spelen in Tokio, oud-voetballer Jaap Stam blikt terug op voorgaande hoofdstukken in zijn leven, wielrenner Fabio Jakobsen, het dynamische Laura & Lisanne de Witte, oud-basketballer Michael Jordan, voetbaltrainer José Mourinho, Cor van der Geest over zijn zoons Elco en Dennis, turner Casimir Schmidt, voetballer Dusan Tadic, en Victoria Koblenko ging langs bij coureur Tom Coronel. Krijg jij geen genoeg van alle inspirerende sportverhalen? Kies het abonnement dat bij jou past én wordt abonnee. Zo ontvang je telkens de nieuwste edities op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Wil je een Helden Magazine cadeau doen? Het is ook mogelijk om een abonnement cadeau te doen, deze abonnementen lopen automatisch af. Daarnaast zijn de recentste exemplaren ook gemakkelijk te bestellen via onze webshop.

Volleybal

Anne Buijs & Robin de Kruijf: ‘Iedereen kijkt naar ons’

Anne Buijs (26) en Robin de Kruijf (27) zijn al jarenlang vaste krachten van het Nederlands volleybalteam. In aanloop naar het WK in Tokio (29 september-20 oktober) gingen we langs voor een goed gesprek over stalkers, langeafstandrelaties en naaktfoto’s in Helden. VRIENDSCHAP Anne: “We kwamen elkaar voor het eerst tegen toen we een jaar of veertien waren, bij het nationale jeugdteam.” Robin: “Ja, jij was de dochter van de coach! Jouw vader en moeder hadden voor het Nederlands team gespeeld, wist ik. En jij was op die leeftijd al zo goed. Iedereen had het ook over jou. Jij had echt vet veel techniek. Bij jou vergeleken was ik alleen maar heel lang.” Anne: “We waren van dezelfde lichting, even oud. Maar we waren ook best verschillend. Ik was tenger en jij was al heel groot en sterk. Ik was best van jou onder de indruk.” Robin: “We hadden niet veel contact. Dat werd anders toen ik ook aansloot bij het echte nationaal team. Anne zat er ook al bij en ik dacht: er is er tenminste eentje bij die ik herken.” Anne: “Wij waren jonkies en liepen tussen al die heel goede, ervaren meiden. Ik vond het fijn dat jij er ook bij kwam.” Robin: “En nu zien we elkaar zo vaak, we hebben ook samen in Istanboel gezeten, toen we allebei voor Vakifbank speelden. Ja, wat we met de hele groep meiden bij het Nederlands team hebben, zou je wel vriendschap kunnen noemen. Hoewel we buiten het volleybal niet eens zoveel met elkaar afspreken.” Anne: “We kennen elkaar zo goed, weten precies hoe we met elkaar om moeten gaan. Robin is: heel veel energie. Ook veel agressie, want Robin kan best wel als een bitch overkomen.” Robin, lachend: “Zal ik anders even weglopen? Dan kun je alles over mij op tafel gooien.” Anne: “Wij weten hoe je bent, maar voor onze tegenstanders ben jij geen gemakkelijke, hoor. Daar wil je niet graag tegenover staan. En je kunt echt met Robin lachen.” Robin: “Ik kan ook heel rustig zijn, hoor. Maar ik voel me ook zo op m’n gemak bij het Nederlands team, de meesten zijn alweer tien jaar samen. Iedereen kan iets geks doen, soms begint iemand ineens te dansen of te zingen. Even later doet iedereen mee. Daar zijn we allemaal hetzelfde in. Ik ben alleen iemand die dan nog even een stomme grap maakt, waar verder niemand om moet lachen. Alleen ik.” Anne: “Ik ben anders dan Robin, sta minder graag op de voorgrond, maar dat weten we ook van elkaar.” Robin: “Anne is rustiger, heeft altijd heel erg haar eigen plan getrokken. Dat vind ik knap. Jij kon vroeger ook best een wijsneus zijn. Ben je nog steeds trouwens! Maar als jij iets te zeggen hebt, kom je vaak met wijze woorden. Dat gaat dan vaak over de techniek en tactiek. En wat ik leuk vind is dat je erg om jezelf kunt lachen, je hebt goede zelfspot.” Anne: “Het heeft wel wat tijd gekost om te weten hoe de ander reageert. Dat was even wennen.” Robin: “Het kon tussen ons best wel knallen. Niet buiten het veld, hoor, maar wel tijdens een training. Omdat ik begon te schreeuwen als het niet ging zoals ik wilde.” Anne: “Ik denk altijd heel goed na voordat ik iets zeg. Ik pieker eerst, denk: ga ik hier iets van zeggen of houd ik het voor me? Het botste dus weleens, maar alleen omdat we allebei in het veld het maximale uit onszelf wilden halen.” DE LIEFDE Anne: “Ik heb in Turkije een jaar lang in een team gespeeld met mijn vriendin Carol (Ana Carolina da Silva, red.). Nu ga ik naar Monza in Italië en mijn vriendin gaat terug naar Brazilië. Vind ik heel moeilijk. Ik ben zo dol op haar, we gaan ook trouwen. We zijn sinds half juli verloofd. Was wel grappig, we hadden allebei een ring meegenomen op vakantie naar Ibiza, zonder dat we dat van elkaar wisten. Op de eerste avond dacht ik: zal ik haar ten huwelijk vragen? We zijn nu ongeveer twee jaar samen en ik dacht toch dat het misschien nog een beetje te vroeg was. Ik gaf haar de ring, vertelde dat ik zoveel van haar houd, maar zei: ‘Even voor de duidelijkheid, dit is niet om je ten huwelijk te vragen.’ De volgende dag zei mijn vriendin: ‘Ik heb ook een ring voor jou gekocht...’ Ze zat er heel zenuwachtig bij. Ik vroeg: ‘Heb je er nog iets bij bedacht verder?’ Toen zei ze: ‘Ja, ik heb een hele speech voorbereid...’ Ze vroeg me ten huwelijk. Geweldig. Na de Spelen in Tokio willen we gaan trouwen. Ik heb het de eerste dag na de vakantie tegen alle meiden bij Oranje verteld.” Helden Magazine 43 Het eerste gedeelte van het verhaal van Anne & Robin komt voort uit Helden Magazine 43 waar Max Verstappen de cover siert. Verstappen is nog maar twintig en overal waar hij komt, heerst gekte. Wat als hij wereldkampioen wordt? Verder in de 43ste editie van Helden, alleskunner Mathieu van der Poel over vader Arie, Peter Sagan en meer, de Amsterdamse Kroonjuwelen Donny van de Beek, Frenkie de Jong en Matthijs de Ligt, turner Epke Zonderland, Sepp Blatter, golfer Joost Luiten, voetballer Neymar, Karsten Kroon wil het theater in met zijn vriendin, hockeyers Rizwan Muhammad, Rashid Mehmood en schaatsster Heather Bergsma-Richardson, golfsurfster Eveline Hooft, jong talent Alida van Daalen, de Nederlandse 3x3 basketballers, wielrenster Ellen van Dijk, oud-voetballer John van ’t Schip over PEC Zwolle, Marco van Basten en Johan Cruijff en Barbara Barend ontmoet Sherida Spitse en haar vrouw, Jolien. Krijg jij geen genoeg van alle inspirerende sportverhalen? Kies het abonnement dat bij jou past én wordt abonnee. Zo ontvang je telkens de nieuwste edities op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Wil je een Helden Magazine cadeau doen? Het is ook mogelijk om een abonnement cadeau te doen, deze abonnementen lopen automatisch af. Daarnaast zijn de recentste exemplaren ook gemakkelijk te bestellen via onze webshop.
Anne Buijs (26) en Robin de Kruijf (27) zijn al jarenlang vaste krachten van het Nederlands volleybalteam. In aanloop naar het WK in Tokio (29 september-20 oktober) gingen we langs voor een goed gesprek over stalkers, langeafstandrelaties en naaktfoto’s in Helden. VRIENDSCHAP Anne: “We kwamen elkaar voor het eerst tegen toen we een jaar of veertien waren, bij het nationale jeugdteam.” Robin: “Ja, jij was de dochter van de coach! Jouw vader en moeder hadden voor het Nederlands team gespeeld, wist ik. En jij was op die leeftijd al zo goed. Iedereen had het ook over jou. Jij had echt vet veel techniek. Bij jou vergeleken was ik alleen maar heel lang.” Anne: “We waren van dezelfde lichting, even oud. Maar we waren ook best verschillend. Ik was tenger en jij was al heel groot en sterk. Ik was best van jou onder de indruk.” Robin: “We hadden niet veel contact. Dat werd anders toen ik ook aansloot bij het echte nationaal team. Anne zat er ook al bij en ik dacht: er is er tenminste eentje bij die ik herken.” Anne: “Wij waren jonkies en liepen tussen al die heel goede, ervaren meiden. Ik vond het fijn dat jij er ook bij kwam.” Robin: “En nu zien we elkaar zo vaak, we hebben ook samen in Istanboel gezeten, toen we allebei voor Vakifbank speelden. Ja, wat we met de hele groep meiden bij het Nederlands team hebben, zou je wel vriendschap kunnen noemen. Hoewel we buiten het volleybal niet eens zoveel met elkaar afspreken.” Anne: “We kennen elkaar zo goed, weten precies hoe we met elkaar om moeten gaan. Robin is: heel veel energie. Ook veel agressie, want Robin kan best wel als een bitch overkomen.” Robin, lachend: “Zal ik anders even weglopen? Dan kun je alles over mij op tafel gooien.” Anne: “Wij weten hoe je bent, maar voor onze tegenstanders ben jij geen gemakkelijke, hoor. Daar wil je niet graag tegenover staan. En je kunt echt met Robin lachen.” Robin: “Ik kan ook heel rustig zijn, hoor. Maar ik voel me ook zo op m’n gemak bij het Nederlands team, de meesten zijn alweer tien jaar samen. Iedereen kan iets geks doen, soms begint iemand ineens te dansen of te zingen. Even later doet iedereen mee. Daar zijn we allemaal hetzelfde in. Ik ben alleen iemand die dan nog even een stomme grap maakt, waar verder niemand om moet lachen. Alleen ik.” Anne: “Ik ben anders dan Robin, sta minder graag op de voorgrond, maar dat weten we ook van elkaar.” Robin: “Anne is rustiger, heeft altijd heel erg haar eigen plan getrokken. Dat vind ik knap. Jij kon vroeger ook best een wijsneus zijn. Ben je nog steeds trouwens! Maar als jij iets te zeggen hebt, kom je vaak met wijze woorden. Dat gaat dan vaak over de techniek en tactiek. En wat ik leuk vind is dat je erg om jezelf kunt lachen, je hebt goede zelfspot.” Anne: “Het heeft wel wat tijd gekost om te weten hoe de ander reageert. Dat was even wennen.” Robin: “Het kon tussen ons best wel knallen. Niet buiten het veld, hoor, maar wel tijdens een training. Omdat ik begon te schreeuwen als het niet ging zoals ik wilde.” Anne: “Ik denk altijd heel goed na voordat ik iets zeg. Ik pieker eerst, denk: ga ik hier iets van zeggen of houd ik het voor me? Het botste dus weleens, maar alleen omdat we allebei in het veld het maximale uit onszelf wilden halen.” DE LIEFDE Anne: “Ik heb in Turkije een jaar lang in een team gespeeld met mijn vriendin Carol (Ana Carolina da Silva, red.). Nu ga ik naar Monza in Italië en mijn vriendin gaat terug naar Brazilië. Vind ik heel moeilijk. Ik ben zo dol op haar, we gaan ook trouwen. We zijn sinds half juli verloofd. Was wel grappig, we hadden allebei een ring meegenomen op vakantie naar Ibiza, zonder dat we dat van elkaar wisten. Op de eerste avond dacht ik: zal ik haar ten huwelijk vragen? We zijn nu ongeveer twee jaar samen en ik dacht toch dat het misschien nog een beetje te vroeg was. Ik gaf haar de ring, vertelde dat ik zoveel van haar houd, maar zei: ‘Even voor de duidelijkheid, dit is niet om je ten huwelijk te vragen.’ De volgende dag zei mijn vriendin: ‘Ik heb ook een ring voor jou gekocht...’ Ze zat er heel zenuwachtig bij. Ik vroeg: ‘Heb je er nog iets bij bedacht verder?’ Toen zei ze: ‘Ja, ik heb een hele speech voorbereid...’ Ze vroeg me ten huwelijk. Geweldig. Na de Spelen in Tokio willen we gaan trouwen. Ik heb het de eerste dag na de vakantie tegen alle meiden bij Oranje verteld.” Helden Magazine 43 Het eerste gedeelte van het verhaal van Anne & Robin komt voort uit Helden Magazine 43 waar Max Verstappen de cover siert. Verstappen is nog maar twintig en overal waar hij komt, heerst gekte. Wat als hij wereldkampioen wordt? Verder in de 43ste editie van Helden, alleskunner Mathieu van der Poel over vader Arie, Peter Sagan en meer, de Amsterdamse Kroonjuwelen Donny van de Beek, Frenkie de Jong en Matthijs de Ligt, turner Epke Zonderland, Sepp Blatter, golfer Joost Luiten, voetballer Neymar, Karsten Kroon wil het theater in met zijn vriendin, hockeyers Rizwan Muhammad, Rashid Mehmood en schaatsster Heather Bergsma-Richardson, golfsurfster Eveline Hooft, jong talent Alida van Daalen, de Nederlandse 3x3 basketballers, wielrenster Ellen van Dijk, oud-voetballer John van ’t Schip over PEC Zwolle, Marco van Basten en Johan Cruijff en Barbara Barend ontmoet Sherida Spitse en haar vrouw, Jolien. Krijg jij geen genoeg van alle inspirerende sportverhalen? Kies het abonnement dat bij jou past én wordt abonnee. Zo ontvang je telkens de nieuwste edities op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Wil je een Helden Magazine cadeau doen? Het is ook mogelijk om een abonnement cadeau te doen, deze abonnementen lopen automatisch af. Daarnaast zijn de recentste exemplaren ook gemakkelijk te bestellen via onze webshop.

Volleybal

Loek Hendrix, Robin van Damme en Merijn Bruijne: Helden van de vloer

De paravolleyballers hebben een droom: meedoen aan de Paralympische Spelen in Tokio. Mede dankzij de steun van het TEAMKPN Sportfonds. Maar eerst hopen Merijn Bruijne, Robin van Damme en Loek Hendrix te vlammen tijdens het WK in Nederland (14-22 juli). Loek Hendrix “Ik heb een week na m’n zestiende verjaardag op de voetbaltraining een trap tegen m’n kuit gehad. Ik was alleen een blauwe plek aan de binnenkant van m’n rechterkuit rijker, maar ja, die had ik als keeper wel vaker. Een paar dagen later veranderde die plek in een harde bult. De huisarts verwees me door naar het ziekenhuis, waar ze onder narcose het abces even open zouden snijden. Ik kon dezelfde dag, op 22 september 2001, nog terecht, had alleen een tandenborstel en schone onderbroek mee, want de volgende dag zou ik toch weer thuis zijn. De volgende ochtend kwam de arts kijken en hij zag dat er necrotische wondrandjes waren. De huid om het wondje, dat niet groter was dan vijf eurocent, was afgestorven. ‘Komt vaker voor, dan is de doorbloeding niet goed. De randjes snijden we nog even weg, daarna mag je naar huis,’ zei de dokter. Maar ik mocht niet weg, werd steeds zieker. De wond groeide, op een gegeven moment was ‘ie twintig bij tien centimeter. Niet alleen de huid stierf af, het ging ook de diepte in. Het ziekenhuis in Roermond wist het na een week ook niet meer, ze vroegen raad aan het Academisch Ziekenhuis in Maastricht. Daar vertelden ze dat ik waarschijnlijk een vleesetende bacterie had. Het was beter me meteen over te plaatsen. De arts daar vertelde me dat als duidelijk was dat ik die bacterie had, ze alle huid van teen tot lies van m’n rechterbeen af zouden halen om m’n leven te redden. Tot die tijd haalden ze steeds meer afgestorven weefsel weg: spieren en pezen waren inmiddels ook aan de beurt. Ik bleek geen vleesetende bacterie te hebben. Mijn bloedbeeld leek op dat van iemand met leukemie, maar ik had ook geen kanker. Na een paar weken onderzoek wisten ze het: ik had een huidziekte gecombineerd met een auto-immuunziekte, zeer zeldzaam. Ze hebben me een chemokuur gegeven in tabletvorm, waardoor mijn haar uitviel. Ze moesten mijn immuunsysteem resetten. Doordat mijn weerstand helemaal weg was, heb ik ook nog twee keer een bloedvergiftiging gehad. Die werden me bijna fataal. Ik heb drieënhalve maand in het ziekenhuis gelegen, heb wel honderd keer op de operatietafel gelegen. Ik mis sindsdien mijn volledige kuitspier en alle pezen die mijn enkel en voet op en neer laten bewegen. Mijn voorvoet en het gewricht van m’n grote teen hebben helemaal open gelegen en er is heel veel huid weggehaald. Ik viel in het ziekenhuis ontzettend veel af, was op een gegeven moment vel over been omdat ik voortdurend naar de operatiekamer moest en niet mocht eten vanwege de narcose. Daarna ging ik het revalidatietraject in. Ik moest huidtransplantaties ondergaan om de wonden te dichten, daarvoor haalden ze huid af van mijn goeie been. Al met al heeft het me een jaar gekost om opnieuw te leren lopen. Ik viel in een zwart gat, had veel moeite om mijn beperking te accepteren. Ik dacht: kan ik nog autorijden, vind ik nog een vriendin en kan ik ooit achter de kinderwagen lopen? Mijn voetbalschoenen moest ik inruilen voor orthopedische schoenen. Doordat de pezen in mijn enkel kapot waren, ging mijn voet in een spitsstand staan. Vreselijk. Gelukkig ben ik later aan die spitsstand geopereerd, waardoor ik weer normale schoenen kan dragen. Loek Hendrix: 'Ik viel in een zwart gat, had veel moeite om mijn beperking te accepteren’ Mijn zus volleybalde en zij had al een paar keer gezegd: ‘Kom eens kijken, ze hebben ook een zitvolleybalteam.’ Ik weigerde, want zitvolleybal werd gespeeld door allemaal jongens met amputaties. Ik hield mezelf lang voor dat ik helemaal geen beperking had. Begin 2007 ben ik toch een keer gaan kijken, nadat Bjorn, mijn teamgenoot, mij had overgehaald. Het was liefde op het eerste gezicht. Na twee maanden werd ik al door de bondscoach gebeld of ik aan wilde sluiten bij de nationale ploeg. Het paravolleybal heeft me plezier en zelfvertrouwen teruggegeven. Ik durf weer in een korte broek te lopen. Iets waarvoor ik met tussen 2002 en 2007 erg schaamde. Ik woon samen met mijn vriendin Dian, haar heb ik leren kennen via een datingsite. We zijn ruim drie jaar samen en hebben een dochtertje van bijna twee, Julia. Als zitvolleyballer wil ik hetzelfde als iedereen van het nationaal team: Tokio halen. Twee keer, in 2012 en 2016, waren we dichtbij deelname aan de Spelen. Het kwalificatietoernooi in 2012 miste ik. Ik had een bult op de knie van m’n goeie been, moest naar het ziekenhuis. Ik had recidive, maar gelukkig weten ze nu hoe ze me moeten behandelen en met welke medicatie.” Robin van Damme Mijn leven veranderde voorgoed op m’n zestiende. Ik voetbalde, was keeper, tot ik ineens enorm last van mijn enkel kreeg. Er groeide een rare bult op. Toen zelfs een simpel duurloopje op de training niet lukte vanwege de pijn, ging ik naar de huisarts. ‘Je voetbalschoenen zijn te klein,’ zei zij. Maar de bult werd groter, kleurde paars en zwart, en begon steeds meer pijn te doen. Mijn moeder vertrouwde het niet en nam me mee naar het ziekenhuis. En ja, hoor: slecht nieuws, ik had een bacterie of botkanker. Welke van de twee, zou ik na een week horen. Het bleek botkanker. De artsen zeiden dat ik vijftig procent kans had op overleven en dat ik onder meer onvruchtbaar en kaal kon worden van de chemotherapie. Van tevoren riep ik: als mijn been eraf moet, wil ik liever dood. Een been besparende operatie had gekund, maar de kans dat de kanker zich in mijn lichaam zou verspreiden was daarmee te groot. Bovendien kon ik mijn been dan niet meer gebruiken. Met een prothese zou ik nog alles kunnen doen. Uiteindelijk zei ik: haal alsjeblieft dat been eraf. Achteraf ben ik blij dat het botkanker was en geen bacterie. Bij een bacterie wordt er vaak meer van je lichaam weggevreten, nu was het alleen mijn linker onderbeen. Robin van Damme: 'Van tevoren riep ik: Als mijn been eraf moet, wil ik liever dood' Na achttien chemokuren en een amputatie begon het revalideren. Ik had twee doelen: ik wilde weer kunnen voetballen én ik wilde weer achter de meiden aan, dat was wat m’n vrienden deden. Het goed leren bewegen met mijn prothese heeft veel bloed, zweet en tranen gekost. Maar het lukte: ik kwam terug op het voetbalveld, keepte weer, tussen mijn valide teamgenoten. Tot ik tijdens een wedstrijd in elkaar werd geschopt. Een jongen kwam met een gestrekt been op me ingegleden. Ik zei er wat van, maar voor ik er erg in had, trapte hij met een paar van zijn teamgenoten op me in. Het gevolg was een hersenschudding. De jongens zijn weliswaar aangehouden door de politie, maar ik dacht: ik kap met voetballen. Op een paralympische talentendag op Papendal kwam ik in aanraking met atletiek. Ik dacht altijd dat paralympische sport geen topsport was, tot ik het van dichtbij meemaakte. Ik vond een nieuwe passie: speerwerpen. Niet veel later belde de bondcoach en vroeg me fulltime op Papendal te komen trainen. Vier jaar lang zat ik in het Nederlandse team met één doel: de Paralympische Spelen in 2016 in Rio. Helaas had ik te veel problemen aan mijn stomp. Ik ben in die tijd wel twaalf keer onder het mes geweest. Dan moest er weer een abces worden weggehaald of een bloedvat weg worden gesneden. Door al die blessures haalde ik nooit een EK of WK en viel ook m’n paralympische droom in duigen. Ik was ongelukkig, wilde weer plezier in het sporten hebben en fanatiek en ongedwongen kunnen trainen. Toen ik op een paralympische talentendag zitvolleybal probeerde, was ik meteen verkocht. In de atletiek moet het allemaal samenvallen in een paar seconden, dat is bij mij helaas nooit gelukt. Bij atletiek is wedstrijdspanning soms lastig omdat je maar een paar kansen krijgt. Nu, als ik een keer een bal uitsla, komen er nog veel meer kansen. En tijdens het zitvolleyballen heb ik mijn prothese niet om, dus ik heb geen last van mijn stomp. Vorig jaar speelde ik mijn eerste EK. Ik begon op de bank, maar mocht wel iedere wedstrijd invallen. Tijdens de laatste wedstrijd kreeg ik een basisplek en na het laatste fluitsignaal barstte ik in huilen uit. Al die jaren had ik er zo hard voor gewerkt, eindelijk was het gelukt om op een groot toernooi te staan. Ik kijk enorm uit naar het WK deze zomer. En natuurlijk gaan we voor dat grote doel: kwalificatie voor de Paralympische Spelen. In juni ben ik tien jaar kankervrij. Bang dat de ziekte terugkeert, ben ik niet, nooit geweest ook. Ik durf te stellen dat ik nu een gelukkiger leven leid, dan wanneer ik niet ziek was geworden. Heb pittige momenten gehad na de amputatie, maar de ziekte heeft me ook veel gebracht: ik ben ruim twee jaar geleden een eigen bedrijf begonnen, namelijk Robin van Damme Bootcamp & PT. Ik ben nu veel meer met m’n lichaam bezig dan vroeger, ben fitter en beweeglijker dan ooit. Als me niks was overkomen, denk ik niet dat ik die passie voor mijn sport had gehad. Of het me ook gelukt is om weer achter de vrouwen aan te gaan? Absoluut!” Merijn Bruijne Ik  ben geboren met een te kort rechterbeen. Dankzij een beenverlengingsoperatie is er tien centimeter gewonnen, maar desondanks is hij nog altijd veertien centimeter korter dan mijn linkerbeen. Daarnaast heb ik sinds de geboorte drie vingers aan m’n linkerhand. Bij de geboorte checken ze je vingers en tenen. Nou ik miste er twee, maar ik huilde ook gewoon, dus geen reden voor paniek. Twee dagen later, toen de kraamhulp m’n luier aan het verschonen was, kreeg ze mijn rechterbeen niet goed door de luier. Toen ontdekten ze dat ik het FFU-complex had: m’n been bleek te kort en bij de heup zat het ook niet helemaal goed. Het gewricht bleek heel instabiel, de kop van m’n bovenbeen bleek kleiner dan de kom. De artsen hebben allerlei testen gedaan. Omdat ik vingers miste op links, dachten ze dat de hele diagonale straal niet goed was. En dat kon betekenen dat ik ook hart-, long- en zelfs hersenproblemen zou hebben. Gelukkig bleek dat niet het geval. Ik leerde best snel lopen. Als jochie hinkelde ik vaak en ik leerde mezelf aan dat ik op m’n rechtertenen kon lopen. M’n ouders zeiden ook altijd: ‘Probeer het gewoon.’ Dat was goed, ik liet me niet tegenhouden door m’n beperkingen. Andere kinderen zullen de eerste keer dat ze me zagen best raar hebben gekeken, maar ik ben er gelukkig nooit mee gepest. Zij wisten op den duur ook niet beter dan dat ik weer eens werd geopereerd en in een rolstoel zat. Vanaf m’n zesde moest ik geregeld onder het mes. Mijn heup moest gereconstrueerd, er werden platen in het gewricht geplaatst. Het heftigst was de beenverlengingsoperatie op m’n tiende. Ze braken m’n boven- en onderbeen en boorden pennen door m’n botten. Elke dag, na het nuttigen van mijn Sultana, moest ik in de pauze met een sleutel even mijn been ietsje oprekken. Dat ging met een kwart millimeter per keer. Er zat wel een grens aan, want op een gegeven moment zouden de spieren en pezen kunnen knappen. Al met al heb ik door die ingreep twee jaar lang in een rolstoel gezeten. Van jongs af aan heb ik ook een prothese, bestaande uit een schoen met een verlengstuk dat het lengteverschil met m’n linkerbeen overbrugt. Ik heb als puber ook nooit problemen gehad met m’n beperkingen, ben wat dat betreft een nuchtere gozer. Hoe iets eruit ziet heeft mij nooit zo erg geboeid, als het maar functioneert. Zo was er ook de keuze om m’n voet in de spitsstand te laten zetten, waardoor m’n voet weg zou vallen in de prothese en het op het eerste oog zou lijken dat ik niets mankeerde. Maar dan zou m’n voet verder geen functie meer hebben, terwijl ik zonder prothese nog wel kan rennen, springen en gek doen door op de tenen van m’n rechterbeen te lopen. Wilden mijn ouders en ik niet. Er is ook nog sprake geweest van amputatie van m’n voet, maar ik koos voor de beenverlengingsoperatie. Wat m’n linkerhand betreft: ik kan er niet mee schrijven, zoals bij veel mensen het geval is, maar ik kan er wel dingen mee vastpakken al is dat soms lastig omdat ik twee vingers mis. Ik vond het wel spannend toen ik tien jaar geleden iets kreeg met m’n vriendin en de eerste keer bij haar ging eten. Ik kon namelijk niet zo netjes met mes en vork eten. Maar volgens mij had niemand daar problemen mee. En, niet onbelangrijk, ik kan met die hand volleyballen. Sinds m’n zesde staand gevolleybald, speelde in de hoogste jeugdteams als spelverdeler. Doordat ik m’n beperkingen had, leerde ik slim te zijn. Ik had al snel een goed inzicht. Rond m’n zestiende merkte ik dat ik het op fysiek vlak begon te verliezen van m’n teamgenoten. En ik was de complimenten zat. Steeds vaker hoorde ik: ‘Wat goed dat je meedoet met zo’n been.’ Merijn Bruijne: 'Steeds vaker hoorde ik: 'Wat goed dat je meedoet met zo'n been'' Er was al vaker tegen me gezegd dat zitvolleybal echt iets voor mij was. Ik dacht lang: ik speel met valide mensen en dat gaat hartstikke goed en paravolley leek me een passieve sport voor ouwe lullen. In 2009 besloot ik toch eens mee te doen. Ik speelde door mijn achtergrond als staand volleyballer de ballen meteen technisch goed. Vond het leuk, heb toen de overstap gemaakt en speelde al heel snel voor het nationaal team. Ik speel om te winnen, altijd gedaan. En om erkenning. Dus wat is er mooier om met deze ploeg de Spelen te halen? Maar eerst het WK in Nederland, deze zomer. We zijn top tien van de wereld. Dit is onze eerste kans om ons te plaatsen, want de top drie van het WK kwalificeert zich al voor Tokio.” Helden Magazine 41 Het verhaal van de paravolleyballers komt voort uit Helden Magazine 41 waar Wesley Sneijder de cover siert. Sneijder is niet langer international. In een exclusief interview doet hij zijn verhaal vanuit Qatar. ‘’Ik ben nog hetzelfde straatschoffie’’. Verder in de 41ste editie van Helden, voetbaltrainer Phillip Cocu over zijn indrukwekkende carrière, wielrenner Laurens ten Dam over de Giro en Tom Dumoulin, paralympisch triatleet Jetze Plat, voetbalster Jackie Groenen over haar studie en nog meer, de zusjes Smulders over de wereldtop van de BMX, voetballer Kevin de Bruyne, koning van de marathon Eliud Kipchoge, voetballer Lasse Schöne, oud-wielrenner Johan van der Velde, oud-tenniser Raemon Sluiter en oud-voetballer Khalid Boulahrouz ontmoet Barbara Barend en spreekt over hun innige band, ons land en het Marokkaanse WK-elftal. Krijg jij geen genoeg van alle inspirerende sportverhalen? Kies het abonnement dat bij jou past én wordt abonnee. Zo ontvang je telkens de nieuwste edities op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Wil je een Helden Magazine cadeau doen? Het is ook mogelijk om een abonnement cadeau te doen, deze abonnementen lopen automatisch af. Daarnaast zijn de recentste exemplaren ook gemakkelijk te bestellen via onze webshop.
De paravolleyballers hebben een droom: meedoen aan de Paralympische Spelen in Tokio. Mede dankzij de steun van het TEAMKPN Sportfonds. Maar eerst hopen Merijn Bruijne, Robin van Damme en Loek Hendrix te vlammen tijdens het WK in Nederland (14-22 juli). Loek Hendrix “Ik heb een week na m’n zestiende verjaardag op de voetbaltraining een trap tegen m’n kuit gehad. Ik was alleen een blauwe plek aan de binnenkant van m’n rechterkuit rijker, maar ja, die had ik als keeper wel vaker. Een paar dagen later veranderde die plek in een harde bult. De huisarts verwees me door naar het ziekenhuis, waar ze onder narcose het abces even open zouden snijden. Ik kon dezelfde dag, op 22 september 2001, nog terecht, had alleen een tandenborstel en schone onderbroek mee, want de volgende dag zou ik toch weer thuis zijn. De volgende ochtend kwam de arts kijken en hij zag dat er necrotische wondrandjes waren. De huid om het wondje, dat niet groter was dan vijf eurocent, was afgestorven. ‘Komt vaker voor, dan is de doorbloeding niet goed. De randjes snijden we nog even weg, daarna mag je naar huis,’ zei de dokter. Maar ik mocht niet weg, werd steeds zieker. De wond groeide, op een gegeven moment was ‘ie twintig bij tien centimeter. Niet alleen de huid stierf af, het ging ook de diepte in. Het ziekenhuis in Roermond wist het na een week ook niet meer, ze vroegen raad aan het Academisch Ziekenhuis in Maastricht. Daar vertelden ze dat ik waarschijnlijk een vleesetende bacterie had. Het was beter me meteen over te plaatsen. De arts daar vertelde me dat als duidelijk was dat ik die bacterie had, ze alle huid van teen tot lies van m’n rechterbeen af zouden halen om m’n leven te redden. Tot die tijd haalden ze steeds meer afgestorven weefsel weg: spieren en pezen waren inmiddels ook aan de beurt. Ik bleek geen vleesetende bacterie te hebben. Mijn bloedbeeld leek op dat van iemand met leukemie, maar ik had ook geen kanker. Na een paar weken onderzoek wisten ze het: ik had een huidziekte gecombineerd met een auto-immuunziekte, zeer zeldzaam. Ze hebben me een chemokuur gegeven in tabletvorm, waardoor mijn haar uitviel. Ze moesten mijn immuunsysteem resetten. Doordat mijn weerstand helemaal weg was, heb ik ook nog twee keer een bloedvergiftiging gehad. Die werden me bijna fataal. Ik heb drieënhalve maand in het ziekenhuis gelegen, heb wel honderd keer op de operatietafel gelegen. Ik mis sindsdien mijn volledige kuitspier en alle pezen die mijn enkel en voet op en neer laten bewegen. Mijn voorvoet en het gewricht van m’n grote teen hebben helemaal open gelegen en er is heel veel huid weggehaald. Ik viel in het ziekenhuis ontzettend veel af, was op een gegeven moment vel over been omdat ik voortdurend naar de operatiekamer moest en niet mocht eten vanwege de narcose. Daarna ging ik het revalidatietraject in. Ik moest huidtransplantaties ondergaan om de wonden te dichten, daarvoor haalden ze huid af van mijn goeie been. Al met al heeft het me een jaar gekost om opnieuw te leren lopen. Ik viel in een zwart gat, had veel moeite om mijn beperking te accepteren. Ik dacht: kan ik nog autorijden, vind ik nog een vriendin en kan ik ooit achter de kinderwagen lopen? Mijn voetbalschoenen moest ik inruilen voor orthopedische schoenen. Doordat de pezen in mijn enkel kapot waren, ging mijn voet in een spitsstand staan. Vreselijk. Gelukkig ben ik later aan die spitsstand geopereerd, waardoor ik weer normale schoenen kan dragen. Loek Hendrix: 'Ik viel in een zwart gat, had veel moeite om mijn beperking te accepteren’ Mijn zus volleybalde en zij had al een paar keer gezegd: ‘Kom eens kijken, ze hebben ook een zitvolleybalteam.’ Ik weigerde, want zitvolleybal werd gespeeld door allemaal jongens met amputaties. Ik hield mezelf lang voor dat ik helemaal geen beperking had. Begin 2007 ben ik toch een keer gaan kijken, nadat Bjorn, mijn teamgenoot, mij had overgehaald. Het was liefde op het eerste gezicht. Na twee maanden werd ik al door de bondscoach gebeld of ik aan wilde sluiten bij de nationale ploeg. Het paravolleybal heeft me plezier en zelfvertrouwen teruggegeven. Ik durf weer in een korte broek te lopen. Iets waarvoor ik met tussen 2002 en 2007 erg schaamde. Ik woon samen met mijn vriendin Dian, haar heb ik leren kennen via een datingsite. We zijn ruim drie jaar samen en hebben een dochtertje van bijna twee, Julia. Als zitvolleyballer wil ik hetzelfde als iedereen van het nationaal team: Tokio halen. Twee keer, in 2012 en 2016, waren we dichtbij deelname aan de Spelen. Het kwalificatietoernooi in 2012 miste ik. Ik had een bult op de knie van m’n goeie been, moest naar het ziekenhuis. Ik had recidive, maar gelukkig weten ze nu hoe ze me moeten behandelen en met welke medicatie.” Robin van Damme Mijn leven veranderde voorgoed op m’n zestiende. Ik voetbalde, was keeper, tot ik ineens enorm last van mijn enkel kreeg. Er groeide een rare bult op. Toen zelfs een simpel duurloopje op de training niet lukte vanwege de pijn, ging ik naar de huisarts. ‘Je voetbalschoenen zijn te klein,’ zei zij. Maar de bult werd groter, kleurde paars en zwart, en begon steeds meer pijn te doen. Mijn moeder vertrouwde het niet en nam me mee naar het ziekenhuis. En ja, hoor: slecht nieuws, ik had een bacterie of botkanker. Welke van de twee, zou ik na een week horen. Het bleek botkanker. De artsen zeiden dat ik vijftig procent kans had op overleven en dat ik onder meer onvruchtbaar en kaal kon worden van de chemotherapie. Van tevoren riep ik: als mijn been eraf moet, wil ik liever dood. Een been besparende operatie had gekund, maar de kans dat de kanker zich in mijn lichaam zou verspreiden was daarmee te groot. Bovendien kon ik mijn been dan niet meer gebruiken. Met een prothese zou ik nog alles kunnen doen. Uiteindelijk zei ik: haal alsjeblieft dat been eraf. Achteraf ben ik blij dat het botkanker was en geen bacterie. Bij een bacterie wordt er vaak meer van je lichaam weggevreten, nu was het alleen mijn linker onderbeen. Robin van Damme: 'Van tevoren riep ik: Als mijn been eraf moet, wil ik liever dood' Na achttien chemokuren en een amputatie begon het revalideren. Ik had twee doelen: ik wilde weer kunnen voetballen én ik wilde weer achter de meiden aan, dat was wat m’n vrienden deden. Het goed leren bewegen met mijn prothese heeft veel bloed, zweet en tranen gekost. Maar het lukte: ik kwam terug op het voetbalveld, keepte weer, tussen mijn valide teamgenoten. Tot ik tijdens een wedstrijd in elkaar werd geschopt. Een jongen kwam met een gestrekt been op me ingegleden. Ik zei er wat van, maar voor ik er erg in had, trapte hij met een paar van zijn teamgenoten op me in. Het gevolg was een hersenschudding. De jongens zijn weliswaar aangehouden door de politie, maar ik dacht: ik kap met voetballen. Op een paralympische talentendag op Papendal kwam ik in aanraking met atletiek. Ik dacht altijd dat paralympische sport geen topsport was, tot ik het van dichtbij meemaakte. Ik vond een nieuwe passie: speerwerpen. Niet veel later belde de bondcoach en vroeg me fulltime op Papendal te komen trainen. Vier jaar lang zat ik in het Nederlandse team met één doel: de Paralympische Spelen in 2016 in Rio. Helaas had ik te veel problemen aan mijn stomp. Ik ben in die tijd wel twaalf keer onder het mes geweest. Dan moest er weer een abces worden weggehaald of een bloedvat weg worden gesneden. Door al die blessures haalde ik nooit een EK of WK en viel ook m’n paralympische droom in duigen. Ik was ongelukkig, wilde weer plezier in het sporten hebben en fanatiek en ongedwongen kunnen trainen. Toen ik op een paralympische talentendag zitvolleybal probeerde, was ik meteen verkocht. In de atletiek moet het allemaal samenvallen in een paar seconden, dat is bij mij helaas nooit gelukt. Bij atletiek is wedstrijdspanning soms lastig omdat je maar een paar kansen krijgt. Nu, als ik een keer een bal uitsla, komen er nog veel meer kansen. En tijdens het zitvolleyballen heb ik mijn prothese niet om, dus ik heb geen last van mijn stomp. Vorig jaar speelde ik mijn eerste EK. Ik begon op de bank, maar mocht wel iedere wedstrijd invallen. Tijdens de laatste wedstrijd kreeg ik een basisplek en na het laatste fluitsignaal barstte ik in huilen uit. Al die jaren had ik er zo hard voor gewerkt, eindelijk was het gelukt om op een groot toernooi te staan. Ik kijk enorm uit naar het WK deze zomer. En natuurlijk gaan we voor dat grote doel: kwalificatie voor de Paralympische Spelen. In juni ben ik tien jaar kankervrij. Bang dat de ziekte terugkeert, ben ik niet, nooit geweest ook. Ik durf te stellen dat ik nu een gelukkiger leven leid, dan wanneer ik niet ziek was geworden. Heb pittige momenten gehad na de amputatie, maar de ziekte heeft me ook veel gebracht: ik ben ruim twee jaar geleden een eigen bedrijf begonnen, namelijk Robin van Damme Bootcamp & PT. Ik ben nu veel meer met m’n lichaam bezig dan vroeger, ben fitter en beweeglijker dan ooit. Als me niks was overkomen, denk ik niet dat ik die passie voor mijn sport had gehad. Of het me ook gelukt is om weer achter de vrouwen aan te gaan? Absoluut!” Merijn Bruijne Ik  ben geboren met een te kort rechterbeen. Dankzij een beenverlengingsoperatie is er tien centimeter gewonnen, maar desondanks is hij nog altijd veertien centimeter korter dan mijn linkerbeen. Daarnaast heb ik sinds de geboorte drie vingers aan m’n linkerhand. Bij de geboorte checken ze je vingers en tenen. Nou ik miste er twee, maar ik huilde ook gewoon, dus geen reden voor paniek. Twee dagen later, toen de kraamhulp m’n luier aan het verschonen was, kreeg ze mijn rechterbeen niet goed door de luier. Toen ontdekten ze dat ik het FFU-complex had: m’n been bleek te kort en bij de heup zat het ook niet helemaal goed. Het gewricht bleek heel instabiel, de kop van m’n bovenbeen bleek kleiner dan de kom. De artsen hebben allerlei testen gedaan. Omdat ik vingers miste op links, dachten ze dat de hele diagonale straal niet goed was. En dat kon betekenen dat ik ook hart-, long- en zelfs hersenproblemen zou hebben. Gelukkig bleek dat niet het geval. Ik leerde best snel lopen. Als jochie hinkelde ik vaak en ik leerde mezelf aan dat ik op m’n rechtertenen kon lopen. M’n ouders zeiden ook altijd: ‘Probeer het gewoon.’ Dat was goed, ik liet me niet tegenhouden door m’n beperkingen. Andere kinderen zullen de eerste keer dat ze me zagen best raar hebben gekeken, maar ik ben er gelukkig nooit mee gepest. Zij wisten op den duur ook niet beter dan dat ik weer eens werd geopereerd en in een rolstoel zat. Vanaf m’n zesde moest ik geregeld onder het mes. Mijn heup moest gereconstrueerd, er werden platen in het gewricht geplaatst. Het heftigst was de beenverlengingsoperatie op m’n tiende. Ze braken m’n boven- en onderbeen en boorden pennen door m’n botten. Elke dag, na het nuttigen van mijn Sultana, moest ik in de pauze met een sleutel even mijn been ietsje oprekken. Dat ging met een kwart millimeter per keer. Er zat wel een grens aan, want op een gegeven moment zouden de spieren en pezen kunnen knappen. Al met al heb ik door die ingreep twee jaar lang in een rolstoel gezeten. Van jongs af aan heb ik ook een prothese, bestaande uit een schoen met een verlengstuk dat het lengteverschil met m’n linkerbeen overbrugt. Ik heb als puber ook nooit problemen gehad met m’n beperkingen, ben wat dat betreft een nuchtere gozer. Hoe iets eruit ziet heeft mij nooit zo erg geboeid, als het maar functioneert. Zo was er ook de keuze om m’n voet in de spitsstand te laten zetten, waardoor m’n voet weg zou vallen in de prothese en het op het eerste oog zou lijken dat ik niets mankeerde. Maar dan zou m’n voet verder geen functie meer hebben, terwijl ik zonder prothese nog wel kan rennen, springen en gek doen door op de tenen van m’n rechterbeen te lopen. Wilden mijn ouders en ik niet. Er is ook nog sprake geweest van amputatie van m’n voet, maar ik koos voor de beenverlengingsoperatie. Wat m’n linkerhand betreft: ik kan er niet mee schrijven, zoals bij veel mensen het geval is, maar ik kan er wel dingen mee vastpakken al is dat soms lastig omdat ik twee vingers mis. Ik vond het wel spannend toen ik tien jaar geleden iets kreeg met m’n vriendin en de eerste keer bij haar ging eten. Ik kon namelijk niet zo netjes met mes en vork eten. Maar volgens mij had niemand daar problemen mee. En, niet onbelangrijk, ik kan met die hand volleyballen. Sinds m’n zesde staand gevolleybald, speelde in de hoogste jeugdteams als spelverdeler. Doordat ik m’n beperkingen had, leerde ik slim te zijn. Ik had al snel een goed inzicht. Rond m’n zestiende merkte ik dat ik het op fysiek vlak begon te verliezen van m’n teamgenoten. En ik was de complimenten zat. Steeds vaker hoorde ik: ‘Wat goed dat je meedoet met zo’n been.’ Merijn Bruijne: 'Steeds vaker hoorde ik: 'Wat goed dat je meedoet met zo'n been'' Er was al vaker tegen me gezegd dat zitvolleybal echt iets voor mij was. Ik dacht lang: ik speel met valide mensen en dat gaat hartstikke goed en paravolley leek me een passieve sport voor ouwe lullen. In 2009 besloot ik toch eens mee te doen. Ik speelde door mijn achtergrond als staand volleyballer de ballen meteen technisch goed. Vond het leuk, heb toen de overstap gemaakt en speelde al heel snel voor het nationaal team. Ik speel om te winnen, altijd gedaan. En om erkenning. Dus wat is er mooier om met deze ploeg de Spelen te halen? Maar eerst het WK in Nederland, deze zomer. We zijn top tien van de wereld. Dit is onze eerste kans om ons te plaatsen, want de top drie van het WK kwalificeert zich al voor Tokio.” Helden Magazine 41 Het verhaal van de paravolleyballers komt voort uit Helden Magazine 41 waar Wesley Sneijder de cover siert. Sneijder is niet langer international. In een exclusief interview doet hij zijn verhaal vanuit Qatar. ‘’Ik ben nog hetzelfde straatschoffie’’. Verder in de 41ste editie van Helden, voetbaltrainer Phillip Cocu over zijn indrukwekkende carrière, wielrenner Laurens ten Dam over de Giro en Tom Dumoulin, paralympisch triatleet Jetze Plat, voetbalster Jackie Groenen over haar studie en nog meer, de zusjes Smulders over de wereldtop van de BMX, voetballer Kevin de Bruyne, koning van de marathon Eliud Kipchoge, voetballer Lasse Schöne, oud-wielrenner Johan van der Velde, oud-tenniser Raemon Sluiter en oud-voetballer Khalid Boulahrouz ontmoet Barbara Barend en spreekt over hun innige band, ons land en het Marokkaanse WK-elftal. Krijg jij geen genoeg van alle inspirerende sportverhalen? Kies het abonnement dat bij jou past én wordt abonnee. Zo ontvang je telkens de nieuwste edities op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Wil je een Helden Magazine cadeau doen? Het is ook mogelijk om een abonnement cadeau te doen, deze abonnementen lopen automatisch af. Daarnaast zijn de recentste exemplaren ook gemakkelijk te bestellen via onze webshop.

Volleybal

De dag dat alles misging: Maret Balkestein-Grothues

Terwijl de Nederlandse volleybalvrouwen in Rio de Janeiro opstoomden richting olympische halve finale, kampte aanvoerster Maret Balkestein-Grothues met tegenslag. In de tweede poulewedstrijd, tegen de Verenigde Staten, scheurde ze bij een landing twee buitenbanden en een binnenband van de rechterenkel af. De wedstrijden tegen Italië en Puerto Rico volgde ze vanaf de tribune, daarna – tegen Servië – kwam ze op het wedstrijdformulier en in de ook gewonnen kwartfinale tegen Zuid-Korea verscheen ze, met een zwaar ingetapete enkel en tegen alle verwachtingen in, weer binnen de lijnen. De passer/loper leek net op tijd voldoende fit om haar aandeel te leveren in de jacht op een olympische medaille. In de halve finale wachtte China, ook tegenstander in de gewonnen openingswedstrijd. Weer waren er in deze wedstrijd winstkansen, maar die bleven onbenut. In de wedstrijd om de derde en vierde plaats kwamen de Nederlandse dames de Verenigde Staten opnieuw tegen. Na vier sets, waarvan Nederland de tweede won, bleken de Amerikaansen te sterk. Aan het einde van een knap olympisch toernooi stond Nederland, na twintig jaar weer aanwezig op de Spelen, net naast het podium. Een jaar later blikt Maret terug op haar toernooi. “Als de nummer twee van Europa waren we niet naar Rio gekomen om de toerist uit te hangen. Van tevoren had ik ook al tegen mezelf gezegd dat het pas leuk zou worden als we het goed zouden doen. Als we niet zouden presteren, zou ik het een klote toernooi vinden. Eigenlijk was het niet zo anders dan andere toernooien en dat vonden we best opmerkelijk. Het grootste verschil: op andere toernooien hebben we dagelijks een wedstrijd en op de Spelen zit tussen de wedstrijden steeds een rustdag. Op die dagen hebben we getraind. Ook was het wel even wennen aan de vroege aanvangstijden van een aantal wedstrijden: half twaalf ’s ochtends tegen China en Amerika, tegen Servië zelfs half tien. Dat betekende om half zes opstaan en bij het ontbijt veel naar binnen stampen: gebakken eieren en brood. En intussen keken we elkaar aan en riepen zo vrolijk mogelijk: ‘Het is avond en we zijn heel blij en fit.’ In de zaal schreeuwde ik nog wat meer dan ik normaal al doe. Kom op! Of: mooie bal! Dat soort teksten. Zo maak ik mezelf altijd nog net even scherper. Ik ben absoluut geen ochtendmens. Maar als je gaat denken aan het rare, vroege tijdstip werkt dat alleen maar tegen je. En we wonnen, dus… Nou ja, behalve de tweede wedstrijd tegen Amerika waarin ik geblesseerd raakte. Net daarvoor had ik nog een mooi punt gescoord. Nog nooit had ik een bal zo hard geslagen en toen: knak, door m’n rechterenkel. Dat was me wel vaker overkomen, maar op dat moment wist ik meteen: dit is echt goed mis. Er is een foto dat ik op de grond lig te krimpen van de pijn. Verschrikkelijk beeld, het lijkt wel of ik aan het bevallen ben. Op dat moment stonden we met 2-1 voor in sets, twee punten achter in die vierde set en we voelden: we gaan ze pakken. Dus toen ik door die enkel ging, was dat niet alleen een klap voor mij, maar ook voor het team. Ingrid Paul, onze dokter, zei meteen: ‘Die enkel moet gebroken zijn.’ Nadat ik van het veld naar de kant was gedragen, heb ik alleen maar zitten hopen dat het mee zou vallen. Ik had nog nooit zo’n pijn gehad. Na de wedstrijd hebben we zo snel mogelijk een scan laten maken en even later stormde Ingrid op me af: ‘Maret! Het is niet gebroken!’ O, gelukkig! Maar afgescheurde enkelbanden, dat was natuurlijk ook niet goed. Elke ochtend vroeg iedereen hoe het ging en of ik goed geslapen had. Ook in die periode heb ik me volwaardig onderdeel van het team gevoeld. Compliment aan de meiden, en typerend voor hoe we zijn en met elkaar omgaan. Ondertussen was ik de eerste dagen compleet afhankelijk van ze. Niets kon ik, zelfs niet lopen. Zelf naar de eetzaal lukte dus ook niet, zodat de meiden eten voor me mee moesten brengen. De hele dag zat ik in ons appartement en zesmaal per dag ging mijn been in de ijsmachine om het vocht uit mijn enkel te krijgen. Want dat was een eerste vereiste om weer iets te kunnen doen. Het vervelendst was het als de rest ging trainen en ik in het appartement moest achterblijven. Na drie dagen kwam er een besefmomentje, ik moest ineens huilen: waarom moest me dit uitgerekend hier, op de Spelen, overkomen? Kut! Ik wilde zó graag het veld op. O, ik was zo blij toen ik weer met krachttrainingen aan de gang kon. 'Ik wist meteen dit is echt goed mis' Verbaal ben ik altijd aanwezig geweest, ook in die periode. Als ik op het veld geen bijdrage kon leveren, dan maar op een andere manier. De eerste twee wedstrijden – tegen Italië en Puerto Rico – zat ik naast onze scouts op de tribune. Ik liep nog op krukken en kon natuurlijk niet op de bank gaan zitten. Maar tegen Servië stond ik weer op het wedstrijdformulier en kon ik er vanaf de bank weer echt bovenop zitten: de meiden van dichtbij aanmoedigen en dingen aangeven die je vanaf de kant nu eenmaal beter kunt zien dan in het veld. Dat was ook een reden waarom onze coach Giovanni Guidetti me ook weer zo snel mogelijk op dat wedstrijdformulier wilde hebben. Die wedstrijd heb ik zelfs nog een soort van warming-up gedaan. En de volgende, de kwartfinale tegen Zuid-Korea, heb ik weer meegedaan. Die enkel was zo goed ingetapet, ik kon hem totaal niet bewegen en heb het risico genomen. Of dat verstandig was, is nog wel een discussiepuntje geweest. De dokter vond het onverantwoord: die enkel moest nog langer mee en als daar nog iets mis mee zou gaan, had ik echt een heel groot probleem. Maar ze zei ook dat het mijn lichaam en daarom mijn keus was. En omdat we op de Spelen waren en ik het team niet in de steek wilde laten, heb ik het risico genomen. Op een WK had ik ’t ook gedaan, op een EK waarschijnlijk niet. In het veld heb ik er door de wedstrijdadrenaline geen seconde aan gedacht dat ik op moest passen om er niet weer doorheen te gaan. Ik ben de rally’s vol aangegaan. Bij ballen aan mijn rechterkant kon ik niet met rechts afzetten en spelen, dus deed ik dat met links. Dat is geen natuurlijke beweging, maar de kronkel van de hersenen naar de enkel is blijkbaar heel snel aangepast. Zo vond ik een manier om die enkel zoveel mogelijk te ontzien. En ik was zo blij dat ik toch nog aan spelen toekwam en van waarde kon zijn, al verdienen de meiden alle lof dat ze mijn afwezigheid zo goed hadden opgevangen. In de halve finale tegen China moest ik ook aan het net blijven staan en dan moet je dus springen. Met heel veel moeite kwam ik maar net van de grond. Maar ik moest het proberen. Bij een voorsprong in de eerste set gaven wij China – door zes fouten achter elkaar – de kans terug te komen in de wedstrijd. O, ik was zo boos; op iedereen. Door het zelf uit handen te geven, hebben we verloren. Zo stom. Anders hadden wij in de finale gestaan. Maar daar stonden we dus niet. Dan kun je bij de pakken neer gaan zitten, maar daar ga je geen brons mee winnen. Van Amerika hadden we in de tweede wedstrijd, waarin ik geblesseerd raakte, nipt verloren. Daardoor zaten we vol revanchegevoelens en hadden we vertrouwen dat het kon lukken. Laura Dijkema, mijn vaste kamergenootje, en ik zeiden ook tegen elkaar: ‘Eén ding: we gaan morgen niet als lulletjes dat veld af.’ De avond voor die halve finale heeft Gio tijdens de teammeeting een bord neergezet. Daarop moesten we allemaal in één woord ons gevoel voor de wedstrijd tegen Amerika beschrijven. Het mijne was ‘soldiers’, want we moesten strijden: over ons lijk, we gingen niet verliezen. En we hebben gestreden, maar toch verloren. Een tegenstander kan beter zijn. En in deze wedstrijd was dat zo, op alle fronten. Natuurlijk baalde ik vreselijk; maar niet zo erg als van die verloren halve finale. Toen wonnen we de eerste set en toch zag je mensen in de denkstand schieten: o kut, ik heb die fout gemaakt, ik speel niet goed. Daarin blijven hangen heeft geen enkele zin. Die laatste bal kun je toch niet meer veranderen. Gewoon vooruitdenken: ik maakte een fout, volgende keer doe ik het anders en beter, klaar. Toch hebben we aardig wat complimenten gehad over ons spel in Rio. ‘Jullie zaten er zo dicht tegenaan.’ En: ‘Jullie hebben boven verwachting gepresteerd.’ Tja, leuk om te horen, maar je koopt er niks voor. We waren er ook heel dichtbij. Wanneer gaat dat weer gebeuren? En natuurlijk hebben we enorme stappen gemaakt. Zilver op het EK 2015, vierde in Rio; wie had dat gedacht? Van tevoren had ik getekend om op de Spelen de halve finale te halen. Maar de te leren les is dus dat we verliezen op het moment dat het erop aankomt, waardoor we onszelf tekort doen. De EK-finale van 2015 in Ahoy verloren we: 3-0. En in Rio verloren we de halve finale en de strijd om brons. Dat is toch iets mentaals, denk ik. Die laatste stap moeten we nu gaan maken. Die wedstrijd om het brons was zaterdag en maandagmiddag vlogen we terug. Nou, we zijn nog wel even goed gaan feesten. Maandagochtend waren we met een paar meiden om half acht thuis na een avondje stappen. Tijdens de vlucht naar Nederland is die enkel weer flink opgezwollen. Om dat te voorkomen, had mijn been gestrekt omhoog gemoeten. Maar ja, dat lukt alleen in de businessclass. En dat zat er helaas niet in. Na thuiskomst heb ik zes weken niets mogen doen en ook niks kunnen doen. Geen pretje. Maar die enkel was dik en het leek ook wel of ik een diabetesvoetje had: helemaal blauw en zwart. Een nasleep die te wijten was aan te vroeg beginnen met spelen. Maar ja, op de Spelen zit je in een roes en ga je door. Ik zou pas spijt hebben gehad als ik het niet geprobeerd had. Stel je voor: de halve finale en de wedstrijd om de derde en vierde plaats verliezen, terwijl ik me op de bank had zitten verbijten. Dan had ik zeker gedacht: hadden we ook verloren als ik wel had gespeeld? En dat bedoel ik niet arrogant. Geen spijt dus, totaal niet. Dat je er ook een prijs voor betaalt, realiseerde ik me nadat ik uit die olympische roes ontwaakt was. Al met al heeft het tot november, dus drie maanden, geduurd voor ik weer op niveau en pijnvrij was. Die enkel zit nog geregeld vast. Dan moet iemand hem lostrekken of ik moet hem zelf loswrikken. Dan hoor ik ‘knak’ en is het weer oké.” Helden Magazine Krijg jij geen genoeg van alle inspirerende sportverhalen? Kies het abonnement dat bij jou past én wordt abonnee. Zo ontvang je telkens de nieuwste edities op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Wil je een Helden Magazine cadeau doen? Het is ook mogelijk om een abonnement cadeau te doen, deze abonnementen lopen automatisch af. Daarnaast zijn de recentste exemplaren ook gemakkelijk te bestellen via onze webshop.
Terwijl de Nederlandse volleybalvrouwen in Rio de Janeiro opstoomden richting olympische halve finale, kampte aanvoerster Maret Balkestein-Grothues met tegenslag. In de tweede poulewedstrijd, tegen de Verenigde Staten, scheurde ze bij een landing twee buitenbanden en een binnenband van de rechterenkel af. De wedstrijden tegen Italië en Puerto Rico volgde ze vanaf de tribune, daarna – tegen Servië – kwam ze op het wedstrijdformulier en in de ook gewonnen kwartfinale tegen Zuid-Korea verscheen ze, met een zwaar ingetapete enkel en tegen alle verwachtingen in, weer binnen de lijnen. De passer/loper leek net op tijd voldoende fit om haar aandeel te leveren in de jacht op een olympische medaille. In de halve finale wachtte China, ook tegenstander in de gewonnen openingswedstrijd. Weer waren er in deze wedstrijd winstkansen, maar die bleven onbenut. In de wedstrijd om de derde en vierde plaats kwamen de Nederlandse dames de Verenigde Staten opnieuw tegen. Na vier sets, waarvan Nederland de tweede won, bleken de Amerikaansen te sterk. Aan het einde van een knap olympisch toernooi stond Nederland, na twintig jaar weer aanwezig op de Spelen, net naast het podium. Een jaar later blikt Maret terug op haar toernooi. “Als de nummer twee van Europa waren we niet naar Rio gekomen om de toerist uit te hangen. Van tevoren had ik ook al tegen mezelf gezegd dat het pas leuk zou worden als we het goed zouden doen. Als we niet zouden presteren, zou ik het een klote toernooi vinden. Eigenlijk was het niet zo anders dan andere toernooien en dat vonden we best opmerkelijk. Het grootste verschil: op andere toernooien hebben we dagelijks een wedstrijd en op de Spelen zit tussen de wedstrijden steeds een rustdag. Op die dagen hebben we getraind. Ook was het wel even wennen aan de vroege aanvangstijden van een aantal wedstrijden: half twaalf ’s ochtends tegen China en Amerika, tegen Servië zelfs half tien. Dat betekende om half zes opstaan en bij het ontbijt veel naar binnen stampen: gebakken eieren en brood. En intussen keken we elkaar aan en riepen zo vrolijk mogelijk: ‘Het is avond en we zijn heel blij en fit.’ In de zaal schreeuwde ik nog wat meer dan ik normaal al doe. Kom op! Of: mooie bal! Dat soort teksten. Zo maak ik mezelf altijd nog net even scherper. Ik ben absoluut geen ochtendmens. Maar als je gaat denken aan het rare, vroege tijdstip werkt dat alleen maar tegen je. En we wonnen, dus… Nou ja, behalve de tweede wedstrijd tegen Amerika waarin ik geblesseerd raakte. Net daarvoor had ik nog een mooi punt gescoord. Nog nooit had ik een bal zo hard geslagen en toen: knak, door m’n rechterenkel. Dat was me wel vaker overkomen, maar op dat moment wist ik meteen: dit is echt goed mis. Er is een foto dat ik op de grond lig te krimpen van de pijn. Verschrikkelijk beeld, het lijkt wel of ik aan het bevallen ben. Op dat moment stonden we met 2-1 voor in sets, twee punten achter in die vierde set en we voelden: we gaan ze pakken. Dus toen ik door die enkel ging, was dat niet alleen een klap voor mij, maar ook voor het team. Ingrid Paul, onze dokter, zei meteen: ‘Die enkel moet gebroken zijn.’ Nadat ik van het veld naar de kant was gedragen, heb ik alleen maar zitten hopen dat het mee zou vallen. Ik had nog nooit zo’n pijn gehad. Na de wedstrijd hebben we zo snel mogelijk een scan laten maken en even later stormde Ingrid op me af: ‘Maret! Het is niet gebroken!’ O, gelukkig! Maar afgescheurde enkelbanden, dat was natuurlijk ook niet goed. Elke ochtend vroeg iedereen hoe het ging en of ik goed geslapen had. Ook in die periode heb ik me volwaardig onderdeel van het team gevoeld. Compliment aan de meiden, en typerend voor hoe we zijn en met elkaar omgaan. Ondertussen was ik de eerste dagen compleet afhankelijk van ze. Niets kon ik, zelfs niet lopen. Zelf naar de eetzaal lukte dus ook niet, zodat de meiden eten voor me mee moesten brengen. De hele dag zat ik in ons appartement en zesmaal per dag ging mijn been in de ijsmachine om het vocht uit mijn enkel te krijgen. Want dat was een eerste vereiste om weer iets te kunnen doen. Het vervelendst was het als de rest ging trainen en ik in het appartement moest achterblijven. Na drie dagen kwam er een besefmomentje, ik moest ineens huilen: waarom moest me dit uitgerekend hier, op de Spelen, overkomen? Kut! Ik wilde zó graag het veld op. O, ik was zo blij toen ik weer met krachttrainingen aan de gang kon. 'Ik wist meteen dit is echt goed mis' Verbaal ben ik altijd aanwezig geweest, ook in die periode. Als ik op het veld geen bijdrage kon leveren, dan maar op een andere manier. De eerste twee wedstrijden – tegen Italië en Puerto Rico – zat ik naast onze scouts op de tribune. Ik liep nog op krukken en kon natuurlijk niet op de bank gaan zitten. Maar tegen Servië stond ik weer op het wedstrijdformulier en kon ik er vanaf de bank weer echt bovenop zitten: de meiden van dichtbij aanmoedigen en dingen aangeven die je vanaf de kant nu eenmaal beter kunt zien dan in het veld. Dat was ook een reden waarom onze coach Giovanni Guidetti me ook weer zo snel mogelijk op dat wedstrijdformulier wilde hebben. Die wedstrijd heb ik zelfs nog een soort van warming-up gedaan. En de volgende, de kwartfinale tegen Zuid-Korea, heb ik weer meegedaan. Die enkel was zo goed ingetapet, ik kon hem totaal niet bewegen en heb het risico genomen. Of dat verstandig was, is nog wel een discussiepuntje geweest. De dokter vond het onverantwoord: die enkel moest nog langer mee en als daar nog iets mis mee zou gaan, had ik echt een heel groot probleem. Maar ze zei ook dat het mijn lichaam en daarom mijn keus was. En omdat we op de Spelen waren en ik het team niet in de steek wilde laten, heb ik het risico genomen. Op een WK had ik ’t ook gedaan, op een EK waarschijnlijk niet. In het veld heb ik er door de wedstrijdadrenaline geen seconde aan gedacht dat ik op moest passen om er niet weer doorheen te gaan. Ik ben de rally’s vol aangegaan. Bij ballen aan mijn rechterkant kon ik niet met rechts afzetten en spelen, dus deed ik dat met links. Dat is geen natuurlijke beweging, maar de kronkel van de hersenen naar de enkel is blijkbaar heel snel aangepast. Zo vond ik een manier om die enkel zoveel mogelijk te ontzien. En ik was zo blij dat ik toch nog aan spelen toekwam en van waarde kon zijn, al verdienen de meiden alle lof dat ze mijn afwezigheid zo goed hadden opgevangen. In de halve finale tegen China moest ik ook aan het net blijven staan en dan moet je dus springen. Met heel veel moeite kwam ik maar net van de grond. Maar ik moest het proberen. Bij een voorsprong in de eerste set gaven wij China – door zes fouten achter elkaar – de kans terug te komen in de wedstrijd. O, ik was zo boos; op iedereen. Door het zelf uit handen te geven, hebben we verloren. Zo stom. Anders hadden wij in de finale gestaan. Maar daar stonden we dus niet. Dan kun je bij de pakken neer gaan zitten, maar daar ga je geen brons mee winnen. Van Amerika hadden we in de tweede wedstrijd, waarin ik geblesseerd raakte, nipt verloren. Daardoor zaten we vol revanchegevoelens en hadden we vertrouwen dat het kon lukken. Laura Dijkema, mijn vaste kamergenootje, en ik zeiden ook tegen elkaar: ‘Eén ding: we gaan morgen niet als lulletjes dat veld af.’ De avond voor die halve finale heeft Gio tijdens de teammeeting een bord neergezet. Daarop moesten we allemaal in één woord ons gevoel voor de wedstrijd tegen Amerika beschrijven. Het mijne was ‘soldiers’, want we moesten strijden: over ons lijk, we gingen niet verliezen. En we hebben gestreden, maar toch verloren. Een tegenstander kan beter zijn. En in deze wedstrijd was dat zo, op alle fronten. Natuurlijk baalde ik vreselijk; maar niet zo erg als van die verloren halve finale. Toen wonnen we de eerste set en toch zag je mensen in de denkstand schieten: o kut, ik heb die fout gemaakt, ik speel niet goed. Daarin blijven hangen heeft geen enkele zin. Die laatste bal kun je toch niet meer veranderen. Gewoon vooruitdenken: ik maakte een fout, volgende keer doe ik het anders en beter, klaar. Toch hebben we aardig wat complimenten gehad over ons spel in Rio. ‘Jullie zaten er zo dicht tegenaan.’ En: ‘Jullie hebben boven verwachting gepresteerd.’ Tja, leuk om te horen, maar je koopt er niks voor. We waren er ook heel dichtbij. Wanneer gaat dat weer gebeuren? En natuurlijk hebben we enorme stappen gemaakt. Zilver op het EK 2015, vierde in Rio; wie had dat gedacht? Van tevoren had ik getekend om op de Spelen de halve finale te halen. Maar de te leren les is dus dat we verliezen op het moment dat het erop aankomt, waardoor we onszelf tekort doen. De EK-finale van 2015 in Ahoy verloren we: 3-0. En in Rio verloren we de halve finale en de strijd om brons. Dat is toch iets mentaals, denk ik. Die laatste stap moeten we nu gaan maken. Die wedstrijd om het brons was zaterdag en maandagmiddag vlogen we terug. Nou, we zijn nog wel even goed gaan feesten. Maandagochtend waren we met een paar meiden om half acht thuis na een avondje stappen. Tijdens de vlucht naar Nederland is die enkel weer flink opgezwollen. Om dat te voorkomen, had mijn been gestrekt omhoog gemoeten. Maar ja, dat lukt alleen in de businessclass. En dat zat er helaas niet in. Na thuiskomst heb ik zes weken niets mogen doen en ook niks kunnen doen. Geen pretje. Maar die enkel was dik en het leek ook wel of ik een diabetesvoetje had: helemaal blauw en zwart. Een nasleep die te wijten was aan te vroeg beginnen met spelen. Maar ja, op de Spelen zit je in een roes en ga je door. Ik zou pas spijt hebben gehad als ik het niet geprobeerd had. Stel je voor: de halve finale en de wedstrijd om de derde en vierde plaats verliezen, terwijl ik me op de bank had zitten verbijten. Dan had ik zeker gedacht: hadden we ook verloren als ik wel had gespeeld? En dat bedoel ik niet arrogant. Geen spijt dus, totaal niet. Dat je er ook een prijs voor betaalt, realiseerde ik me nadat ik uit die olympische roes ontwaakt was. Al met al heeft het tot november, dus drie maanden, geduurd voor ik weer op niveau en pijnvrij was. Die enkel zit nog geregeld vast. Dan moet iemand hem lostrekken of ik moet hem zelf loswrikken. Dan hoor ik ‘knak’ en is het weer oké.” Helden Magazine Krijg jij geen genoeg van alle inspirerende sportverhalen? Kies het abonnement dat bij jou past én wordt abonnee. Zo ontvang je telkens de nieuwste edities op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Wil je een Helden Magazine cadeau doen? Het is ook mogelijk om een abonnement cadeau te doen, deze abonnementen lopen automatisch af. Daarnaast zijn de recentste exemplaren ook gemakkelijk te bestellen via onze webshop.