Word abonnee

Wielrennen

Gert-Jan Theunisse: ‘Mijn spieren houden me overeind’

ANP

Wielrennen

Gert-Jan Theunisse: ‘Mijn spieren houden me overeind’

door: Frits Barend & Thomas Olsthoorn
20 mei 2019
8 tot 13 minuten lezen

Met zijn beroemde solozege op Alpe d’Huez en het winnen van de bolletjestrui was Gert-Jan Theunisse dertig jaar geleden een van de grote Tourhelden van Nederland. Na zijn wielercarrière kreeg hij te maken met fysieke tegenslagen. Helden reisde af naar Mallorca terug te blikken op zijn roerige leven.

Gert-Jan Theunisse richt zijn wijsvinger op een bosrijke omgeving in de verte. Daar ergens, in de buurt van de met natuurgroen bezaaide berg die het landschap domineert, staat zijn huis. Hij is komen lopen. Zo’n tien kilometer moet het geweest zijn. Gert-Jan heeft er een kleine anderhalf uur over gedaan. De voormalig wielrenner vertelt dat het dagelijkse kost is. Sterker nog, meestal loopt hij vijf uur en komt hij met 35 kilometer in de benen thuis. Gert-Jan is graag bezig en graag buiten, maar het is voor hem ook bittere noodzaak.

Fysiek gezien heeft hij na zijn wielercarrière een flinke jas uit gedaan. “Ik ben dwarslaesie-patiënt, heb artrose en osteoporose in mijn gewrichten. Dertig uur per week ben ik aan het bewegen en oefeningen aan het doen om mezelf uit de rolstoel te houden. De spieren in mijn lichaam zijn nog goed, die houden me overeind.” De locatie waar Gert-Jan naartoe is komen lopen, is een bijzondere: de Rafa Nadal Academy in Manacor, opgericht door de bekendste sportman van Mallorca. Aan het begin van de eeuw is de geboren Brabander neergestreken op het populaire vakantie- en fietseiland. Het mediterrane klimaat is prettiger voor zijn lichaam dan het weer in Nederland. Helaas is pijn onlosmakelijk verbonden met zijn dagelijks bestaan.

“’s Nachts word ik vaak wakker van de pijn in mijn gewrichten. Je kunt het vergelijken met het gevoel alsof de tandarts een zenuw bij je raakt. En dan nog honderd keer erger. In de ochtend duurt het tien minuten voordat ik mijn bed uit ben, de doorbloeding in mijn lichaam op gang is gekomen en ik me weer een beetje kan bewegen.

Drie jaar geleden heb ik nog een zware operatie ondergaan en is er een bouwsel in mijn rug geïmplanteerd. Een soort brug om mijn rug bij elkaar te houden. Ik zak letterlijk en figuurlijk in elkaar. In feite ben ik een heel oud gebouw waarbij het cement tussen de stenen verdwijnt. Ik ben 56 jaar, maar voel me veel ouder.”

Droomzege

Hoe anders was het dertig jaar geleden. Toen zijn grijze stekeltjes van nu nog die lange, donkerblonde manen waren die zo opvielen onder zijn helm. In 1989 was Gert-Jan samen met zijn maatje Steven Rooks kopman van PDM in de Tour de France.

“Eigenlijk was ik een geboren knecht. In mijn eerste profseizoen bij Panasonic-Raleigh, in 1984, ging het zo goed dat zowel de klassiekermannen als de klassementsrenners me overal mee naartoe wilden hebben. Het was een mooie tijd. Ik kon mezelf doodrijden voor een ander en had niet de stress van het moeten afmaken van een koers. Het was mijn ideale baan. Later bij PDM kregen Rooks en ik de kans omdat Greg LeMond geblesseerd was. Er waren twee doelen die ik als kind had: winnen op Alpe d’Huez en de bolletjestrui veroveren. Ik dacht nooit aan de eindzege in de Tour. Vlakke sprintetappes deden me niets, ik keek alleen maar naar bergritten op tv. Dan zat ik met open mond naar Jopie Zoetemelk te kijken.”

In 1988 had Gert-Jan al de topvorm om te winnen op Alpe d’Huez. Maar teammakker Rooks demarreerde als eerste, de concurrentie bleef zitten en dus zat hij gevangen met zijn goede benen. Een jaar later volgde een herkansing met een nieuwe finish op de top van de Hollandse Berg, die zo werd genoemd vanwege de vele Nederlandse overwinningen in die tijd.

“Ik dacht: straks is mijn carrière voorbij zonder dat ik op de Alp heb gewonnen, terwijl ik wel de potentie had om het te doen. We stonden op dat moment met vier PDM-mannen bij de beste twaalf van het klassement: Rooks, Sean Kelly, Raúl Alcalá en ik. De afspraak was dat we zouden aanvallen. De laagst geklasseerde zou als eerste demarreren. Lukte dat niet, dan was de volgende aan de beurt. Ik zou als laatste gaan.

Op de eerste klim werd er meteen aangevallen, maar geen van mijn ploeggenoten sprong mee. Ik ging langs die mannen, want dit was de afspraak niet. ‘We kunnen niet, we zitten kapot,’ zeiden ze. Dat hoorde ik al dagenlang en elke etappe eindigden ze alsnog bij de eerste tien. Ik was zó kwaad, dacht: stik er maar in, dan ga ik zelf wel. Volle bak ging ik ervandoor. Ik achterhaalde de vluchters en op de tweede klim reed ik alleen op kop. Vanuit de ploegleiderswagen werd geroepen dat ik moest stoppen. Het was zelfmoord, het zou me mijn klassement kosten. ‘Weet je wat jullie kunnen? Jullie kunnen doodvallen,’ riep ik. Ik pakte een bidon en smeet ’m zo tegen de voorruit. Ik zei: ik wil jullie de hele dag niet meer zien, me laten inlopen, ben je gek!”

Vol adrenaline begon Gert-Jan aan een indrukwekkende solo van 130 kilometer die hij bekroonde met zijn gedroomde overwinning op Alpe d’Huez. “En dat ook nog in de bolletjestrui. Die hele solo reed ik in trance. Van die laatste kilometers weet ik niets meer. Alleen dat ik helemaal kapot was en dat ik tussen het publiek door moest rijden omdat er nog geen dranghekken stonden. Ik kreeg water over me heen, klappen, er werd geschreeuwd… Het was de dag van mijn leven. Precies zoals ik ’m had uitgestippeld en erover had gedroomd.”

Gek

Gert-Jan was een opvallende verschijning in het peloton. Niet alleen vanwege zijn kenmerkende kapsel, maar ook door zijn maniakale trainingsethos en zijn eeuwige zoektocht naar verbeteringen. “Toen ik nog een beginnende renner was, was er niets. Je moest alles zelf uitzoeken. Ik was de jongen die overal de gek in was. Ik deed al hoogtestages op El Teide op Tenerife – wat tegenwoordig heel normaal is – toen er nog geen hotel stond. Zat ik daar in mijn eentje tussen de nonnen. Ik had een hometrainer bij me, een fiets, en een extra koffer met muesli en yoghurt.

‘Ik was de gek die geen zin meer had in een bord met paste en steak wegwerken voor een koers. In plaats daarvan at ik babyvoeding.’

Ik was ook die gek die geen zin meer had in om vijf uur ’s ochtends een bord met pasta en steak wegwerken voor een koers. In plaats daarvan at ik babyvoeding op mijn kamer. Ik trainde liever tien dan vier uur, was overal extreem in. Trainen met hartslagmeters, schoenen met klikpedalen, daar was ik allemaal voorloper in. Ik was ook een van de eerste sporters met tatoeages.

Tekst gaat verder onder de foto

Gert-Jan Theunisse

Maar je moet niet denken dat het allemaal goed was wat ik deed. Het was juist allemaal fout. Tijdens hoogtestages trainde ik veel te hard in die ijle lucht. Maar ik moest nu eenmaal het idee hebben dat ik van alle renners er het meest voor had gedaan. Daar haalde ik mijn vertrouwen uit en daardoor kon ik ook met elke uitslag vrede hebben. Ik was net zo blij met een achtste als met een eerste plaats op Alpe d’Huez. Ik kon tot in het extreme diepgaan. Het was niet gek als ik na de finish letterlijk door mijn hoeven ging. Dan had ik alles gegeven.”

Helden Magazine editie 47

Het eerste gedeelte van het verhaal van Gert-Jan Theunisse komt voort uit Helden Magazine nummer 47, waar Lieke Martens samen met Ronald Koeman de cover siert. Helden Magazine editie 47 is een dubbeldik jubileumnummer. Helden bestaat 10 jaar en in dit nummer blikken wij onder andere vooruit op het Wereldkampioenschap vrouwenvoetbal. De OranjeLeeuwinnen veroverden twee jaar terug de Europese titel én de harten van alle Nederlanders. In de WK special komen nog meer speelsters als Shanice van de Sanden, Vivianne Miedema en Jill Roord en bondscoach Sarina Wiegman aan het woord.

Verder ging Frits Barend langs in Esbjerg bij Rafael van der Vaart & Estavana Polman en vertellen Sjinkie & Fenna Knegt voor het eerst samen over de dag dat de shorttracker zware brandwonden opliep. Een editie met heel veel inspirerende sportverhalen, waar helaas de turnterreur helaas nog steeds geen verleden tijd is. Dylan Groenwegen de nieuwe topsprinter van het peleton is en Steven Kruijswijk de fietsende familieman. Marit Bouwmeester opnieuw haar zinnen heeft gezet op Olympisch goud en Inge de Bruijn na haar zwemcarrière op zoek naar zichzelf ging.

Krijg jij geen genoeg van alle inspirerende sportverhalen? Kies het abonnement dat bij jou past én wordt abonnee. Zo ontvang je telkens de nieuwste edities op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Wil je een Helden Magazine cadeau doen? Het is ook mogelijk om een abonnement cadeau te doen, deze abonnementen lopen automatisch af. Daarnaast zijn de recentste exemplaren ook gemakkelijk te bestellen via onze webshop.

Delen: